VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (herziening van het opschortingsmechanisme)

18.7.2016 - (COM(2016)0290 – C8-0176/2016 – 2016/0142(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Agustín Díaz de Mera García Consuegra


Procedure : 2016/0142(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0235/2016
Ingediende teksten :
A8-0235/2016
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (herziening van het opschortingsmechanisme)

(COM(2016)0290 – C8-0176/2016 – 2016/0142(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0290),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0176/2016),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de artikelen 59, 39 en 40 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0235/2016),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Meer bepaald zou het gemakkelijker moeten worden om het mechanisme te gebruiken door de referentieperioden en termijnen te verkorten, waardoor de procedure sneller kan verlopen, en door de mogelijke redenen tot opschorting uit te breiden, onder meer met een wezenlijke toename van het aantal afgewezen overnameverzoeken voor onderdanen van derde landen die door het betrokken derde land zijn gereisd, wanneer een overnameovereenkomst die tussen de Unie of een lidstaat en dat derde land is gesloten, in een dergelijke overnameverplichting voorziet. De Commissie moet het mechanisme ook kunnen activeren indien het derde land geen medewerking verleent inzake overname, met name wanneer een overnameovereenkomst is gesloten tussen het betrokken derde land en de Unie.

(3)  Meer bepaald zou het gemakkelijker moeten worden om het mechanisme te gebruiken door de referentieperioden en termijnen te verkorten, waardoor de procedure sneller kan verlopen, en door de mogelijke redenen tot opschorting uit te breiden, onder meer met een wezenlijke toename van het aantal afgewezen overnameverzoeken voor onderdanen van derde landen die door het betrokken derde land zijn gereisd, wanneer een overnameovereenkomst die tussen de Unie of een lidstaat en dat derde land is gesloten, in een dergelijke overnameverplichting voorziet, en met een wezenlijke toename van de risico’s voor de openbare orde of de interne veiligheid van de lidstaten. De Commissie moet het mechanisme ook kunnen activeren indien het derde land geen medewerking verleent inzake overname, met name wanneer een overnameovereenkomst is gesloten tussen het betrokken derde land en de Unie.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  Om te waarborgen dat na verloop van tijd nog steeds wordt voldaan aan de specifieke criteria in verband met onder meer illegale immigratie, openbare orde en veiligheid, economische voordelen, in het bijzonder op het gebied van toerisme en buitenlandse handel, en de externe betrekkingen van de Europese Unie met de betrokken derde landen, inclusief met name een reeks waarborgen en maatregelen ter bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, die zijn gehanteerd om de juistheid te beoordelen van een visumvrijstelling die is verleend na een succesvolle voltooiing van een visumliberaliseringsdialoog, dient de Commissie de situatie in de betrokken derde landen te monitoren en op gezette tijden verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Voordat de Commissie een besluit neemt om de visumvrijstelling voor de onderdanen van een derde land tijdelijk op te schorten, dient zij de situatie van de mensenrechten in dit derde land te onderzoeken en rekening te houden met de mogelijke gevolgen van een opschorting van de visumvrijstelling voor deze situatie.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater)  Teneinde te zorgen voor de adequate betrokkenheid van het Europees Parlement en de Raad in de toepassing van het opschortingsmechanisme, en gezien de politiek zeer gevoelige aard van de opschorting van de vrijstelling van de visumplicht voor alle onderdanen van een in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen derde land en de horizontale implicaties voor de lidstaten, de met Schengen geassocieerde landen en de Unie zelf, met name voor hun externe betrekkingen en voor het algemene functioneren van het Schengengebied, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van het besluit om de toepassing van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001 met betrekking tot het betreffende derde land tijdelijk op te schorten. Met het verlenen van die bevoegdheid aan de Commissie wordt de noodzaak van politieke bespreking van het Uniebeleid inzake visa in het Schengengebied in acht genomen. Ook wordt daarmee ingespeeld op de behoefte aan voldoende transparantie en rechtszekerheid bij de toepassing van het opschortingsmechanisme op alle onderdanen van het betrokken derde land, met name via de corresponderende tijdelijke wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  in lid 1 wordt het volgende geschrapt:

(1)  lid 1 wordt vervangen door:

"in noodsituaties, in laatste instantie,";

“1.  In afwijking van artikel 1, lid 2, wordt de vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van een in bijlage II opgenomen derde land tijdelijk geschorst in laatste instantie, op basis van strenge en objectieve criteria overeenkomstig onderhavig artikel".

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – punt 2 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  een wezenlijke toename van het aantal onderdanen van dat derde land waarvan wordt vastgesteld dat zij op het grondgebied van de lidstaat verblijven zonder dat zij daartoe gerechtigd zijn;

a)  een wezenlijke toename van het aantal onderdanen van dat derde land aan wie de toegang wordt geweigerd of waarvan wordt vastgesteld dat zij op het grondgebied van de lidstaat verblijven zonder dat zij daartoe gerechtigd zijn;

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – punt 2 – lid 2 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis)  een verhoogd gevaar voor of een onmiddellijke bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van de lidstaten, verband houdend met de onderdanen van dat derde land en gestaafd door objectieve, concrete en relevante informatie en gegevens van de nationale rechtshandhavingsinstanties of Europol.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 2 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"2 bis.  Wanneer de Commissie over concrete en betrouwbare informatie beschikt over de in lid 2, onder a), b) of c), bedoelde omstandigheden of over het feit dat het derde land geen medewerking verleent inzake overname, met name wanneer een overnameovereenkomst is gesloten tussen dat derde land en de Unie, bijvoorbeeld:

"2 bis.  Wanneer de Commissie over concrete en betrouwbare informatie beschikt, op basis van relevante gegevens, verslagen en statistieken, over de in lid 2, onder a), b), c) of c bis), bedoelde omstandigheden of over het feit dat het derde land geen medewerking verleent inzake overname, met name wanneer een overnameovereenkomst is gesloten tussen dat derde land en de Unie, bijvoorbeeld:

– door overnameverzoeken af te wijzen of niet te beantwoorden,

– door overnameverzoeken af te wijzen of niet te beantwoorden,

– door reisdocumenten met het oog op terugkeer niet binnen de in de overeenkomst gespecificeerde termijnen af te geven, of Europese reisdocumenten die na het verstrijken van de in de overeenkomst gespecificeerde termijnen zijn afgegeven, niet te aanvaarden,

– door reisdocumenten met het oog op terugkeer niet binnen de in de overeenkomst gespecificeerde termijnen af te geven, of Europese reisdocumenten die na het verstrijken van de in de overeenkomst gespecificeerde termijnen zijn afgegeven, niet te aanvaarden,

– of door de overeenkomst te beëindigen of op te schorten,

– of door de overeenkomst te beëindigen of op te schorten,

kan de Commissie het Europees Parlement en de Raad hiervan op eigen initiatief op de hoogte brengen. Deze informatie is gelijk aan een kennisgeving die krachtens lid 2 is verricht.";

brengt de Commissie het Europees Parlement en de Raad hiervan op de hoogte. Deze informatie is gelijk aan een kennisgeving die krachtens lid 2 is verricht en lid 3 is van toepassing.";

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  het volgende lid wordt ingevoegd:

 

“2 ter.  De Commissie ziet toe op de voortdurende naleving van de in artikel 1 genoemde specifieke criteria die zijn gebruikt om de wenselijkheid van een visumliberalisering na te gaan door de derde landen waarvan de onderdanen als gevolg van een succesvolle afsluiting van een visumliberaliseringdialoog tussen de Unie en dat derde land vrijgesteld zijn van de visumplicht wanneer zij naar het grondgebied van de lidstaten reizen. De Commissie brengt op gezette tijden, ten minste jaarlijks of zo nodig vaker, verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. Het verslag is toegespitst op derde landen die volgens de Commissie op basis van concrete en betrouwbare informatie niet langer aan bepaalde criteria voldoen. Indien uit een verslag van de Commissie blijkt dat in verband met een bepaald derde land aan een of meer van de specifieke criteria niet langer is voldaan, staat dit gelijk aan een kennisgeving die krachtens lid 2 is verricht en is lid 3 van toepassing."

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"3.  De Commissie onderzoekt een kennisgeving die krachtens lid 2 is verricht en houdt daarbij rekening met:

"3.  De Commissie onderzoekt een kennisgeving die krachtens lid 2 is verricht, met inbegrip van de informatie krachtens leden 2 bis en 2 ter, en houdt daarbij rekening met:

a)  het al dan niet aanwezig zijn van de in de leden 2 en 2 bis beschreven omstandigheden;

a)  het al dan niet aanwezig zijn van de in de leden 2, 2 bis of 2 ter beschreven omstandigheden;

b)  het aantal lidstaten dat wordt getroffen door een van de in de leden 2 en 2 bis beschreven situaties;

b)  het aantal lidstaten dat wordt getroffen door een van de in de leden 2, 2 bis en 2 ter beschreven situaties;

c)  het algemene effect van de in lid 2 bedoelde toenames op de migratiesituatie in de Unie, zoals dat blijkt uit de gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt of waarover de Commissie beschikt;

c)  het algemene effect van de in lid 2 bedoelde toenames op de migratiesituatie in de Unie, zoals dat blijkt uit de gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt of waarover de Commissie beschikt;

d)  de verslagen van het [Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie], het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken of de Europese Politiedienst (Europol), indien de omstandigheden van het specifieke geval dit vereisen;

d)  de verslagen van het [Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie], het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken of de Europese Politiedienst (Europol), of van een andere instelling, instantie, orgaan of agentschap van de Unie of een internationale organisatie die bevoegd is voor onder deze verordening vallende aangelegenheden, indien de omstandigheden van het specifieke geval dit vereisen;

e)  algemene overwegingen van openbare orde en binnenlandse veiligheid, in overleg met de betrokken lidstaat.

e)  algemene overwegingen van openbare orde en binnenlandse veiligheid, in overleg met de betrokken lidstaat.

De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de resultaten van dit onderzoek.";

De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de resultaten van dit onderzoek.";

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  in lid 4 wordt "drie maanden" vervangen door "één maand".

(5)  lid 4 wordt vervangen door:

 

"4  Indien de Commissie aan de hand van het in lid 3 bedoelde onderzoek, rekening houdend met de gevolgen van een opschorting van de vrijstelling van de visumplicht voor dit derde land en zijn burgers, alsook voor de externe betrekkingen van de Unie en de lidstaten met het betrokken derde land en de situatie in dat derde land, terwijl zij nauw samenwerkt met dat derde land aan andere oplossingen voor de langere termijn, constateert dat moet worden opgetreden, stelt zij binnen één maand na ontvangst van de in lid 2 bedoelde kennisgeving een gedelegeerde handeling vast overeenkomstig artikel 4, onder b), waardoor de toepassing van bijlage II voor de onderdanen van het derde land wordt opgeschort voor een periode van zes maanden. In de gedelegeerde handeling wordt een datum vastgesteld waarop de opschorting van de toepassing van bijlage II ingaat, rekening houdend met de beschikbare middelen in de consulaten van de lidstaten; de gedelegeerde handeling wijzigt bijlage II dienovereenkomstig. Deze wijziging zal geschieden door het invoegen naast de naam van het betrokken derde land van een voetnoot waarin staat dat de vrijstelling van de visumplicht wordt opgeschort met betrekking tot dat derde land en waarin de termijn van die opschorting wordt vermeld.

 

Onverminderd artikel 4 moeten de onderdanen van het derde land waarop de gedelegeerde handeling van toepassing is tijdens de periodes van die opschorting in het bezit zijn van een visum bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten.”

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Lid 4, tweede alinea, wordt aangevuld met de volgende tekst:

 

"Lidstaten die overeenkomstig artikel 4 van de onderhavige verordening nieuwe vrijstellingen van de visumplicht willen introduceren voor een bepaalde categorie onderdanen van het derde land waarop de gedelegeerde handeling houdende opschorting van de visumplicht van toepassing is, moeten de Commissie hiervan voorafgaand in kennis stellen. "

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(5 ter)  lid 5 wordt als volgt gewijzigd:

5.  Vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling dient de Commissie, in samenwerking met de betrokken lidstaat, een verslag in bij het Europees Parlement en bij de Raad. Het verslag kan vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening teneinde de verwijzing naar het betrokken derde land van bijlage II naar bijlage I over te hevelen.

"5.  Vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de overeenkomstig lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling dient de Commissie, in samenwerking met de betrokken lidstaat, een verslag in bij het Europees Parlement en bij de Raad. Het verslag kan vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening teneinde de verwijzing naar het betrokken derde land van bijlage II naar bijlage I over te hevelen."

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 1 bis – lid 6

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(5 ter)  Lid 6 wordt vervangen door:

6.  Indien de Commissie krachtens lid 5 een wetgevingsvoorstel heeft ingediend, kan zij de geldigheidsduur van de overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling met ten hoogste twaalf maanden verlengen.

Het besluit om de geldigheidsduur van de uitvoeringshandeling te verlengen, wordt vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 4 bis, lid 2.

"6.  Indien de Commissie een wetgevingsvoorstel indient als bedoeld in lid 5, wordt de in lid 4 bedoelde periode van opschorting met zes maanden verlengd. De in dit lid bedoelde voetnoot wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 2 (nieuw)

Verordening (EG) nr. 539/2001

Artikel 4 ter– lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 4 ter, lid 2, van Verordening (EU) nr. 539/2001 wordt als volgt gewijzigd:

2.  De in artikel 1, lid 4, onder f), bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 9 januari 2014.

De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

 

"2.  De in artikel 1, lid 4, onder f), en artikel 1 bis, leden 4 en 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 9 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheids​delegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet."

TOELICHTING

Het visumbeleid is een fundamenteel EU-thema, met gevolgen voor het buitenlands beleid en voor de binnenlandse veiligheid. Omdat het zo belangrijk is, wordt de bevoegdheid ervoor gedeeld tussen de medewetgevers, met toepassing van de gewone wetgevingsprocedure.

Op 11 december 2013 stelden het Europees Parlement en de Raad wijzigingen op Verordening (EG) nr. 539/2001 vast, waardoor centrale begrippen zoals het "opschortingsmechanisme" ingevoerd werden. Het is dit mechanisme waarvoor momenteel wijzigingen voorgesteld worden, met inbegrip van wijzigingen aan het wederkerigheidsbeginsel als tegengewicht. Op 16 juli 2015 werd de geldigheid van een interinstitutioneel akkoord door het Hof van Justitie van de EU bevestigd. Door deze uitspraak ontstond de jurisprudentie die de basis vormt voor het correct gebruik van gedelegeerde handelingen en de toepassing ervan, waardoor de interinstitutionele gelijkheid verzekerd is.

De politieke evoluties en de migratiecrisis, vooral in het licht van de opeenvolgende visumversoepelingsprocessen, noopten tot een herziening van het opschortingsmechanisme, met de bedoeling het soepeler en flexibeler te maken. Er is zonder twijfel behoefte aan elementen waardoor de EU een passend antwoord kan bieden op de volgende situaties, elk met specifieke kenmerken:

•  wezenlijke en plotselinge toename van onderdanen van een derde land die op het grondgebied van de EU verblijven zonder dat zij daartoe gerechtigd zijn;

•  ongegronde asielaanvragen van onderdanen van dat derde land;

•  afgewezen overnameverzoeken;

•  gevaar voor de veiligheid op Europees grondgebied.

Deze flexibiliteit moet echter wel gepaard gaan met een reeks krachtige waarborgen en beschermingsmaatregelen voor de mensenrechten, evenals informatie en statistieken van de Europese agentschappen en de bevoegde rechtshandhavingsinstanties. Alleen zo zijn de rechten van onderdanen van derde landen gewaarborgd en wordt het communautaire visumbeleid voldoende beschermd.

Het is noodzakelijk en uit wetgevingsoogpunt passend het Europees Parlement bij de besluitvorming te betrekken, want het mag niet uit het oog worden verloren dat het opnieuw instellen van visumplicht voor onderdanen van derde landen behoort tot de meest strenge maatregelen die toegepast kunnen worden. Daarom moet het opschortingsmechanisme met betrekking tot het gebruik van gedelegeerde handelingen gewijzigd worden, en moet gezorgd worden voor overeenstemming met de jurisprudentie van het Hof van Justitie, dat zich op 16 juli 2015 ter zake uitsprak in verband met het wederkerigheidsmechanisme. Beide mechanismen zijn twee kanten van dezelfde medaille, die elkaar juridisch en politiek in evenwicht houden, met gelijkaardige effecten. Hun werking moet dus geharmoniseerd zijn.

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (herziening van het opschortingsmechanisme)

Document- en procedurenummers

COM(2016)0290 – C8-0176/2016 – 2016/0142(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

12.5.2016

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

AFET

12.5.2016

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

1.7.2016

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Agustín Díaz de Mera García Consuegra

23.5.2016

 

 

 

Behandeling in de commissie

26.5.2016

15.6.2016

 

 

Datum goedkeuring

7.7.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

42

9

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Philipp Albrecht, Heinz K. Becker, Michał Boni, Caterina Chinnici, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Laura Ferrara, Monika Flašíková Beňová, Lorenzo Fontana, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Ana Gomes, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Jussi Halla-aho, Monika Hohlmeier, Brice Hortefeux, Filiz Hyusmenova, Iliana Iotova, Eva Joly, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Barbara Kudrycka, Marju Lauristin, Monica Macovei, Barbara Matera, Roberta Metsola, Louis Michel, Claude Moraes, József Nagy, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Branislav Škripek, Csaba Sógor, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Kristina Winberg

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Anna Maria Corazza Bildt, Dennis de Jong, Gérard Deprez, Anna Hedh, Petr Ježek, Petra Kammerevert, Jean Lambert, Gilles Lebreton, Andrejs Mamikins, Salvatore Domenico Pogliese, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Georg Mayer

Datum indiening

18.7.2016

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

42

+

ALDE

Gérard Deprez, Nathalie Griesbeck, Filiz Hyusmenova, Petr Ježek, Louis Michel

ECR

Jussi Halla-aho, Monica Macovei, Branislav Škripek, Helga Stevens

ENF

Lorenzo Fontana

GUE/NGL

Dennis de Jong

PPE

Heinz K. Becker, Michał Boni, Anna Maria Corazza Bildt, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Monika Hohlmeier, Brice Hortefeux, Barbara Kudrycka, Barbara Matera, Roberta Metsola, József Nagy, Salvatore Domenico Pogliese, Csaba Sógor, Traian Ungureanu

S&D

Caterina Chinnici, Tanja Fajon, Monika Flašíková Beňová, Ana Gomes, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Iliana Iotova, Petra Kammerevert, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Marju Lauristin, Andrejs Mamikins, Claude Moraes, Christine Revault D'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel

9

-

EFDD

Laura Ferrara, Kristina Winberg

ENF

Gilles Lebreton

GUE/NGL

Cornelia Ernst, Barbara Spinelli

VERTS/ALE

Jan Philipp Albrecht, Eva Joly, Jean Lambert, Judith Sargentini

1

0

ENF

Georg Mayer

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding