VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

29.9.2016 - (COM(2016)0462 – C8-0283/2016 – 2016/2165(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Georgios Kyrtsos

Procedure : 2016/2165(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0270/2016
Ingediende teksten :
A8-0270/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

(COM(2016)0462 – C8-0283/2016 – 2016/2165(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0462 – C8-0283/2016),

  gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie[1],

  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 10,

  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 11,

  gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0270/2016),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie om steun te geven aan Griekenland

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie[1], en met name artikel 4, lid 3,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[2], en met name punt 11,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna "het fonds" genoemd) heeft tot doel de Unie in staat te stellen snel, doeltreffend en soepel op noodsituaties te reageren om solidariteit te betonen met de bevolking van door natuurrampen getroffen regio's.

(2)  Zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad[3], mag het fonds het jaarlijkse maximumbedrag van 500 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)  Griekenland heeft op 5 februari 2016 een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend, nadat de Ionische eilanden in november 2015 werden getroffen door een aardbeving.

(4)  De aanvraag van Griekenland voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage uit het fonds, zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

(5)  Er moeten derhalve middelen uit het fonds beschikbaar worden gesteld om te voorzien in een financiële bijdrage aan Griekenland.

(6)  Bij Besluit (EU) 2016/252 van het Europees Parlement en de Raad[4] werd een bedrag van 50 000 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar gesteld voor de betaling van voorschotten voor het begrotingsjaar 2016. Deze kredieten zijn slechts in zeer beperkte mate gebruikt. Bijgevolg is er ruimte om het volledige bedrag van de beschikbaarstelling te financieren via herschikking van de kredieten voor de betaling van voorschotten, die beschikbaar zijn in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016.

(7)  Ter beperking van de tijd die nodig is om middelen uit het fonds ter beschikking te stellen, dient dit besluit van toepassing te zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie 1 651 834 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld aan Griekenland.

Het volledige bedrag van de in de eerste alinea bedoelde beschikbaarstelling wordt gefinancierd met de kredieten die in de begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016 beschikbaar zijn gesteld voor de betaling van voorschotten. Het beschikbare bedrag voor voorschotten wordt dienovereenkomstig verlaagd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf ... [de datum van vaststelling ervan].*

Gedaan te

[5]Voor het Europees Parlement  Voor de Raad

De Voorzitter  De Voorzitter

  • [1]   PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.
  • [2]   PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [3]   Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
  • [4]   Besluit (EU) 2016/252 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor de betaling van voorschotten (PB L 47 van 24.2.2016, blz. 5).
  • [5]  Datum in te voegen door het Parlement vóór de publicatie in het PB.

TOELICHTING

De Commissie stelt voor middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) beschikbaar te stellen om financiële bijstand te verlenen in verband met een ramp in Griekenland (een aardbeving die op 17 november 2015 de regio van de Ionische eilanden heeft getroffen, met name het eiland Lefkada, het noordelijke deel van Ithaki en Kefalonia).

De aardbeving had een kracht van 6,1 op de schaal van Richter. Twee mensen kwamen om het leven, acht mensen raakten gewond, 120 woningen werden beschadigd, waarvan 20 onbewoonbaar werden verklaard. Er is sprake van aanzienlijke schade aan infrastructuur, gebouwen en culturele sites. Een aantal van de grootste stranden op het gebied van toerisme werd vernietigd op Lefkada.

De Griekse autoriteiten hebben de totale rechtstreekse schade die door de ramp is veroorzaakt aanvankelijk op 65 919 000 EUR geraamd. Op 9 maart 2016 werd dit bedrag naar boven bijgesteld tot 66 073 345 EUR. Aangezien dit overeenkomt met 2,1 % van het regionale bbp van de betrokken NUTS 2-regio Ionische eilanden (gebaseerd op gegevens van Eurostat uit 2014) en de drempel van 1,5 % van het regionale bbp overschrijdt, kan de ramp worden aangemerkt als een "regionale ramp" in de zin van artikel 2, lid 3, van de SFEU-verordening.

De kosten van subsidiabele essentiële noodacties in de zin van artikel 3 van de verordening worden door de Griekse autoriteiten geraamd op 52,374 miljoen EUR, waarvan meer dan 38 miljoen EUR de vervoerssector betreft en meer dan 7 miljoen EUR de bescherming van het cultureel erfgoed.

De getroffen regio valt onder de categorie "minder ontwikkelde regio's" in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (2014-2020). De Griekse autoriteiten hebben aan de Commissie niet te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van het ESI-fondsprogramma over te hevelen naar herstelmaatregelen.

Op verzoek van Griekenland heeft de Commissie op 18 maart 2016 een voorschot van 164 798 EUR betaald (d.i. 10 % van de verwachte bijdrage uit het fonds), overeenkomstig artikel 4 bis, lid 2, van de SFEU-verordening.

De Commissie stelt voor om, net als in het verleden, het percentage van 2,5 % van de totale directe schade toe te passen voor alle schade onder de drempel. De voorgestelde steun bedraagt dus in totaal 1 651 834 EUR.

Na aftrek van het reeds betaalde voorschot van 10 % bedraagt het te betalen saldo 1 487 036 EUR.

Bij de vaststelling van de begroting 2016 is er een bedrag van 50 000 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten in de begroting opgenomen voor het betalen van voorschotten. Op grond van punt 11 van het Interinstitutioneel Akkoord, dat voorziet in de mogelijkheid om kredieten te herschikken, stelt de Commissie voor middelen uit het fonds beschikbaar te stellen door uit dit reeds beschikbaar gestelde bedrag, dat specifiek bestemd is voor de betaling van voorschotten, een bedrag van 1 487 036 EUR op te nemen om het resterende bedrag te betalen.

Zo moet de begroting 2016 niet worden gewijzigd en is er geen ontwerp van gewijzigde begroting vereist om de voorgestelde middelen beschikbaar te stellen.

Na deze operatie blijft er dan nog een bedrag van 48 348 166 EUR over voor eventueel noodzakelijke verdere voorschotten in 2016, en de Commissie acht dat voldoende om eventuele nieuwe aanvragen in de resterende maanden van 2016 te dekken.

Dit is het eerste besluit tot beschikbaarstelling van middelen in 2016, en het totaalbedrag aan voorgestelde steun is in overeenstemming met de bepalingen inzake het maximum voor het Solidariteitsfonds van de EU, namelijk 552 miljoen EUR (d.w.z. 500 miljoen EUR in prijzen van 2011), zoals vastgelegd in de MFK-verordening.

De rapporteur pleit voor de snelle goedkeuring van het voorstel van de Commissie voor een besluit, dat bij dit verslag is gevoegd, als teken van solidariteit met de getroffen regio's in Griekenland.

BIJLAGE – BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Jean ARTHUIS

Voorzitter

Begrotingscommissie

Europees Parlement

Mijnheer de voorzitter,

Betreft:  Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie ten behoeve van Griekenland

De Europese Commissie heeft het Europees Parlement haar voorstel doen toekomen voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2016)0462) op grond van de door Griekenland ingediende aanvragen voor bijstand uit het fonds in verband met de aardbeving die in november 2015 de Ionische eilanden heeft getroffen.

De Commissie stelt voor steun te verlenen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, uitgaande van de volgende raming van de door de ramp veroorzaakte schade:

 

 

 

 

 

Ramp

Directe schade

(mln. EUR)

2,5 % van de directe schade tot maximum

(in EUR)

6 % van de directe schade boven maximum

Voorgesteld totaal steunbedrag

(in EUR)

GRIEKENLAND

66,073

1 651 834

-

1 651 834

TOTAAL

1 651 834

In het licht van het onderzoek van deze aanvraag en rekening houdend met het maximumbedrag dat uit het fonds mag worden uitgekeerd, stelt de Commissie voor om middelen uit het fonds ter beschikking te stellen, door een bedrag van 1 651 834 EUR te besteden uit de middelen ten belope van 50 000 000 EUR die in de begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 specifiek zijn vrijgemaakt voor de betaling van voorschotten.

De commissiecoördinatoren hebben dit voorstel besproken en mij verzocht u te schrijven dat de meerderheid in deze commissie geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van het voornoemde bedrag uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, zoals door de Commissie voorgesteld.

Hoogachtend,

Iskra MIHAYLOVA

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

28.9.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

32

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jonathan Arnott, Jean Arthuis, Richard Ashworth, Reimer Böge, Lefteris Christoforou, Jean-Paul Denanot, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Ernest Maragall, Siegfried Mureşan, Liadh Ní Riada, Urmas Paet, Pina Picierno, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Inese Vaidere, Monika Vana, Auke Zijlstra

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Andrey Novakov, Marco Valli