VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
20.10.2016 - (COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD)) - ***I
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Jerzy Buzek
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
(COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0052),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0035/2016),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Oostenrijkse Bondsraad en het Bulgaarse parlement, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie regionale ontwikkeling (A8-0310/2016),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Aardgas (gas) blijft een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie. Een groot deel van dat gas wordt in de Unie ingevoerd uit derde landen. |
(1) Aardgas (gas) is een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie. Veiligstelling van de gaslevering vormt daarom een belangrijk element van de algehele energiezekerheid, die van belang is voor het concurrentievermogen en de groei van de Unie. Hoewel in meer dan 50 % van de gasconsumptie in de Europese Economische Ruimte momenteel wordt voorzien door interne productie, wordt een groeiend aandeel van gas ingevoerd uit derde landen. Om de energiezekerheid van de Unie te versterken en de veerkracht van haar gasmarkt te vergroten moet daarom een stabiel op de markt gebaseerd wetgevingskader worden gecreëerd voor de ontwikkeling van gasproductie uit interne bronnen. Door een grotere energie-efficiëntie en meer gebruik van hernieuwbare energiebronnen wordt de Unie bovendien minder afhankelijk van ingevoerd gas en wordt ook de afhankelijkheid van dominante externe leveranciers aangepakt. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Sinds 2000 is de vraag naar gas in de Unie met 14 % en sinds 2010 met 23 % gedaald, gedeeltelijk vanwege de economische crisis, maar ook door de uitvoering van energie-efficiëntiebeleid. Overeenkomstig het "energie-efficiëntie-eerst"-beginsel moeten energie-efficiëntiemaatregelen een fundamentele rol blijven spelen bij de overgang naar een duurzamer, concurrerender en veiliger energiesysteem, aangezien het de effectiefste manier is om emissies terug te dringen, besparingen voor de consument te genereren en de invoerafhankelijkheid van de Unie te beperken. In dit verband is het van bijzonder belang om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, aangezien gas goed is voor bijna de helft van het primaire energieverbruik voor verwarming en koeling in de Unie. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Een ernstige verstoring van de gaslevering kan een negatief effect hebben op alle lidstaten, de Unie in haar geheel en de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, ondertekend te Athene op 25 oktober 2005. Ook kan de economie van de Unie ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers. |
(2) De hoge mate van onderlinge afhankelijkheid tussen lidstaten en Europese derde landen is eveneens kenmerkend op het gebied van energie. Een ernstige verstoring van de gaslevering in een land kan een negatief effect hebben meerdere lidstaten, de Unie in haar geheel of partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap (partijen bij de Energiegemeenschap). Ook kunnen de algehele veiligheid en de economie van de Unie mogelijk ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers, in het bijzonder in landen die in hoge mate afhankelijk zijn van een dominante leverancier. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van de gasbevoorrading. Deze doelstellingen moeten met de meest kosteneffectieve maatregelen worden bereikt en ook op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord. |
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van gasbevoorrading. Dit moet met kosteneffectieve maatregelen worden bereikt, op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord, in overeenstemming met artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie als beschreven in de mededeling van de Commissie van 28 mei 2014. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de situatie in de Unie gehad waar het erom gaat de aardgasvoorziening veilig te stellen, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. De lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn echter aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de leveringszekerheid verder te bevorderen. |
(4) Bestaande Uniewetgeving, met name de desbetreffende onderdelen van het derde energiepakket en Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad1bis, heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de veiligstelling van de gasvoorziening in de Unie gehad, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. De lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de gasleveringszekerheid van de Unie verder te bevorderen. |
|
_______________ |
|
1bis Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (Voor de EER relevante tekst) (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1). |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) In de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 2014 werden de effecten van een gedeeltelijke of volledige verstoring van de gastoevoer uit Rusland geanalyseerd en werd geconcludeerd dat zuiver nationale maatregelen, wegens de omvang daarvan die per definitie beperkt is, niet erg doeltreffend zijn in het geval van ernstige verstoring. De stresstest heeft aangetoond hoe in het scenario van zeer ernstige verstoringen de weerslag hiervan op de kwetsbaarste lidstaten aanzienlijk kan worden beperkt door een meer coöperatieve aanpak onder de lidstaten. |
(5) In de mededeling van de Commissie van 16 oktober 201413 over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem werden de effecten van een gedeeltelijke of volledige verstoring van de gastoevoer uit Rusland geanalyseerd en werd geconcludeerd dat veel van de nationale maatregelen unilateraal van aard, onvoldoende gecoördineerd of coöperatief zijn en derhalve niet erg doeltreffend zijn in het geval van ernstige verstoring. De stresstest heeft aangetoond dat in het scenario van zeer ernstige verstoringen de weerslag hiervan op de kwetsbaarste lidstaten aanzienlijk kan worden beperkt door een meer coöperatieve aanpak onder de lidstaten. |
__________________ |
__________________ |
13 COM(2014) 654 final |
13 COM(2014)0654 |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) In de mededeling van de Commissie "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering" 14 van februari 2015 wordt gewezen op het feit dat de Europese Unie berust op solidariteit en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening moet de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten bevorderen en moet leiden tot de invoering van maatregelen die daarvoor vereist zijn, en zal dus de weg effenen voor de invoering van de energie-unie. |
(6) Energiezekerheid vormt een van de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie, die zijn opgenomen in de mededeling van de Commissie van 25 februari 2015, getiteld "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering"14. In deze mededeling werd gewezen op het feit dat de Europese Unie berust op solidariteit, een beginsel dat is verankerd in artikel 194 VWEU, en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening is bedoeld om de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten te bevorderen en de maatregelen in te voeren die daarvoor vereist zijn, en zal dus bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de energie-unie. |
__________________ |
__________________ |
14 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, COM(2015) 80 final. |
14 COM(2015)080. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Een goed geoliede interne gasmarkt is de beste waarborg om de energievoorziening binnen de Unie veilig te stellen en om de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan de schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de levering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat de goede werking van de interne gasmarkt in het gedrang brengen en schade berokkenen aan gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten. Om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk een solidair en gecoördineerd antwoord op leveringscrisissen te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft. |
(7) Een onderling goed verbonden en goed functionerende interne gasmarkt zonder "energie-eilanden", die goed functioneert, in combinatie met een systeem dat sterk is georiënteerd op voortdurende verbetering van de efficiëntie en beperking van de vraag, is een goed middel om de gasvoorziening binnen de Unie te waarborgen en tegelijkertijd de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de gaslevering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat schade berokkenen aan de gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten, negatieve invloed uitoefenen op de goede werking van de interne gasmarkt en tot dure onrendabele activa leiden. Om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk solidariteit en coördinatie op regionaal en Unieniveau te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft. Bij in deze context genomen maatregelen moeten de beginselen van de markteconomie zo veel mogelijk in acht worden genomen. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De Unie moet voorts zorgen voor diversificatie van energiebronnen, leveranciers en aanvoerroutes, aangezien dit een voorwaarde voor energiezekerheid is. Zij moet dit bereiken door gediversifieerde projecten die volledig in lijn zijn met het recht en de beginselen van de Unie alsook met de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten van de Unie op de lange termijn. Projecten die niet aan deze criteria voldoen, moeten niet met Unie-financiering worden ondersteund. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 7 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 ter) Een werkelijk onderling verbonden energiemarkt met meerdere entrypunten en bidirectionele stromen kan alleen tot stand worden gebracht door de bijbehorende gasnetten volledig met elkaar te verbinden, door hubs voor vloeibaar aardgas (LNG) aan te leggen in de zuidelijke en oostelijke regio's van de Unie, door de noord-zuidgascorridor en de zuidgascorridor te voltooien alsook door de interne productie verder uit te bouwen. Er is daarom behoefte aan een versnelde ontwikkeling van interconnecties en projecten die tot doel hebben de in de Europese strategie voor energiezekerheid vermelde voorzieningsbronnen te diversifiëren. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Tot nog toe is het potentieel voor efficiëntere en minder dure maatregelen door regionale samenwerking nog niet ten volle geëxploiteerd. Dit heeft niet alleen te maken met een betere coördinatie van nationale beperkende maatregelen in noodsituaties maar ook met nationale preventieve maatregelen, zoals nationale opslag of beleidsmaatregelen met betrekking tot vloeibaar gas (LNG), die in bepaalde regio's strategisch belangrijk kunnen zijn. |
(8) Tot nog toe is het potentieel van regionale samenwerking met het oog op de invoering van efficiëntere en minder dure maatregelen nog niet ten volle geëxploiteerd. Dit heeft betrekking op een betere coördinatie van nationale beperkende maatregelen in noodsituaties alsook met nationale preventieve maatregelen, zoals nationale opslag of beleidsmaatregelen met betrekking tot LNG, die in bepaalde regio's strategisch belangrijk kunnen zijn. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Een regionale aanpak in de lidstaten en bij de contractpartijen bij de Energiegemeenschap zal de marktintegratie versnellen, onder meer door de totstandbrenging van regionale hubs ter verbetering van de marktliquiditeit. Dergelijke samenwerkingsmechanismen zouden de samenwerking op politiek gebied en in de energiemarkt kunnen stroomlijnen en gezamenlijke besluiten over investeringen in essentiële gasinfrastructuur in de regio's kunnen vergemakkelijken; kennis en informatie over zaken als energieopslagfaciliteiten en aanbestedingsprocedures voor lng en interconnectoren zouden gezamenlijk kunnen worden ontwikkeld. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) In een geest van solidariteit moet regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening zijn, om de relevante risico's in elke regio op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen te optimaliseren met het oog op de beperking van deze risico's, en om de meest kosteneffectieve maatregelen voor de Europese consumenten te kunnen invoeren. |
(9) In een geest van solidariteit is regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening, met als doel de relevante risico's in elke regio op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen te optimaliseren met het oog op de beperking van deze risico's, en tegelijkertijd te waarborgen dat de maatregelen stroken met de beginselen van de markteconomie, kosteneffectief zijn voor de consumenten en ertoe leiden dat de energieprijzen betaalbaar zijn voor de burgers. Regionale samenwerking moet geleidelijk worden aangevuld met een sterker Unieperspectief, waarbij het mogelijk is gebruik te maken van alle beschikbare voorraden en instrumenten die op de volledige interne gasmarkt voorhanden zijn. De beoordeling van de noodaanvoercorridors op Unieniveau moet een aanvulling vormen op de in bijlage I vervatte regionale benadering en deze bevorderen. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) In een geest van integratie van systemen, moet ook de samenwerking tussen instanties en ondernemingen voor elektriciteit en gas een leidend beginsel van deze verordening zijn, om de relevante synergieën tussen de ontwikkeling en exploitatie van gas- en elektriciteitssystemen vast te stellen en zo goed mogelijk gebruik te maken van de voordelen van een gecoördineerde aanpak voor de invoering van de meest kosteneffectieve maatregelen voor EU-consumenten. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar en kunnen sociale bescherming nodig hebben. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers mag niet in strijd zijn met de Europese solidariteitsmechanismen. |
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar voor verstoringen van de levering en hebben speciale bescherming nodig. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers moet binnen de Unie geharmoniseerd worden. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. De gasleveringszekerheid ten aanzien van deze afnemers kan in sommige gevallen eveneens als cruciaal worden beschouwd. Het moet mogelijk zijn om hen een bepaalde mate van bescherming te bieden door te waarborgen dat zij tot de laatste afnemers behoren die in geval van een noodsituatie bij de levering voorrang krijgen op beschermde afnemers. Lidstaten moeten in deze mogelijkheid kunnen voorzien wanneer zij de instructies inzake leveringsbeperkingen bepalen die in een noodsituatie moeten worden toegepast. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Zoals voorgeschreven bij Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad15, moeten de bevoegde autoriteiten nauw samenwerken met andere relevante nationale autoriteiten, in het bijzondere de nationale regulerende instanties, wanneer zij de bij deze verordening omschreven taken verrichten. |
(12) Zoals bepaald in Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad15, moeten de bevoegde autoriteiten nauw samenwerken met andere relevante nationale autoriteiten, in het bijzondere de nationale regulerende instanties, wanneer zij de bij deze verordening omschreven taken verrichten. |
__________________ |
__________________ |
15 Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94). |
15 Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94). |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Verordening (EU) nr. 994/2010 verplicht transmissiesysteembeheerders ertoe op alle grensoverschrijdende interconnecties te zorgen voor permanente bidirectionele capaciteit, tenzij een vrijstelling van deze verplichting is verleend. Zo wordt ervoor gezorgd dat de mogelijke voordelen van permanente bidirectionele capaciteit altijd voor ogen blijven wanneer er een nieuwe interconnector wordt gepland. Bidirectionele capaciteit kan echter worden aangewend om gas te leveren aan aangrenzende lidstaten maar ook aan andere staten langs de gascorridor. De voordelen die de mogelijkheid tot bidirectionele capaciteit biedt voor de leveringszekerheid, dienen bijgevolg te worden bekeken in een ruimer perspectief, in een geest van solidariteit en versterkte samenwerking. Wanneer gedacht wordt aan de invoering van bidirectionele capaciteit, moet derhalve een kosten-batenanalyse worden verricht waarin rekening wordt gehouden met de volledige doorvoercorridor. De bevoegde autoriteiten hebben dienovereenkomstig de verplichting de krachtens Verordening (EU) nr. 994/2010 verleende vrijstellingen aan een nieuw onderzoek te onderwerpen op basis van de resultaten van de regionale risico-evaluaties. |
(14) Verordening (EU) nr. 994/2010 verplicht transmissiesysteembeheerders ertoe op alle grensoverschrijdende interconnecties te zorgen voor permanente bidirectionele capaciteit, tenzij een vrijstelling van deze verplichting is verleend. Zo wordt ervoor gezorgd dat de mogelijke voordelen van permanente bidirectionele capaciteit altijd voor ogen blijven wanneer er een nieuwe interconnector wordt gepland. Bidirectionele capaciteit kan echter worden aangewend om gas te leveren aan aangrenzende lidstaten maar ook aan andere staten langs de gascorridor. De voordelen die de mogelijkheid tot bidirectionele capaciteit biedt voor de gasleveringszekerheid, dienen bijgevolg te worden bekeken vanuit een ruimer perspectief, in een geest van solidariteit en versterkte samenwerking. Wanneer gedacht wordt aan de invoering van bidirectionele capaciteit, moet een alomvattende kosten-batenanalyse worden verricht waarin rekening wordt gehouden met de volledige doorvoercorridor. De bevoegde autoriteiten hebben de verplichting de krachtens Verordening (EU) nr. 994/2010 verleende vrijstellingen aan een nieuw onderzoek te onderwerpen op basis van de resultaten van regionale risico-evaluaties. Het algemene doel moet een groeiende bidirectionele capaciteit zijn en het tot een minimum beperken van toekomstige grensoverschrijdende projecten met éénrichtingscapaciteit. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Bij de verordening worden normen voor de leveringszekerheid ingevoerd die voldoende geharmoniseerd zijn en ten minste een situatie aankunnen als die welke zich in januari 2009 voordeed toen de gastoevoer uit Rusland werd verstoord. De normen houden rekening met het verschil tussen lidstaten, openbaredienstverplichtingen en maatregelen voor consumentenbescherming, zoals bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 2009/73/EG. De normen voor de leveringszekerheid moeten stabiel zijn, om de nodige rechtszekerheid te bieden, moeten duidelijk worden gedefinieerd en mogen geen onredelijke en onevenredige belasting inhouden voor de aardgasbedrijven. Ook de gelijke toegang van nationale gasbedrijven van de Unie tot nationale afnemers moet hierdoor gewaarborgd worden. |
(16) Bij deze verordening worden normen voor de gasleveringszekerheid ingevoerd die voldoende geharmoniseerd zijn en ten minste een situatie aankunnen als die welke zich in januari 2009 voordeed toen de gastoevoer uit Rusland werd verstoord. Deze normen houden rekening met het verschil tussen lidstaten, openbaredienstverplichtingen en maatregelen voor consumentenbescherming, zoals bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 2009/73/EG. De normen voor de leveringszekerheid moeten stabiel zijn, om de nodige rechtszekerheid te bieden, moeten duidelijk worden gedefinieerd en mogen geen onredelijke en onevenredige belasting inhouden voor de aardgasbedrijven. Ook de gelijke toegang van nationale gasbedrijven van de Unie tot nationale afnemers moet hierdoor gewaarborgd worden. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 16 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16 bis) Teneinde rekening te houden met de verschillen tussen de lidstaten moeten de lidstaten, onverminderd hun rechten en plichten inzake solidariteit in geval het noodsituatieniveau wordt afgekondigd, de mogelijkheid hebben om de in deze verordening vastgelegde normen voor de leveringszekerheid toe te passen op kleine en middelgrote ondernemingen alsook op stadsverwarmingsinstallaties voor zover zij deze ondernemingen warmte leveren. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Door het evalueren van de risico's en het opstellen van preventieve en beperkende maatregelen op regionaal niveau aan te pakken moet het mogelijk worden de inspanningen te coördineren, hetgeen aanzienlijke voordelen oplevert, zodat de maatregelen hun effectiviteit niet missen en de middelen optimaal worden ingezet. Dit geldt vooral voor maatregelen om in zeer zware omstandigheden de continuïteit van de gasvoorziening voor beschermde afnemers te waarborgen, alsook voor maatregelen die bedoeld zijn om de gevolgen van een noodsituatie te beperken. Door de gecorreleerde risico's op regionaal niveau te evalueren, hetgeen meer omvattende en preciezere resultaten oplevert, zullen de lidstaten beter voorbereid zijn op een crisis. Voorts biedt een gecoördineerde en vooraf overeengekomen aanpak van de gasleveringszekerheid in een noodsituatie een consistente respons en wordt het risico beperkt dat zuiver nationale maatregelen negatieve overloopeffecten zouden hebben in naburige lidstaten. |
(17) Door het evalueren van de risico's en het opstellen van preventieve en beperkende maatregelen op regionaal niveau aan te pakken moet het mogelijk worden de inspanningen te coördineren, hetgeen aanzienlijke voordelen oplevert, zodat de maatregelen hun effectiviteit niet missen en de middelen optimaal worden ingezet. Dit geldt vooral voor maatregelen om in zeer zware omstandigheden de continuïteit van de gasvoorziening voor beschermde afnemers te waarborgen, alsook voor maatregelen die bedoeld zijn om de gevolgen van een noodsituatie te beperken. Door de gecorreleerde risico's op regionaal niveau te evalueren, zowel rekening houdend met gassystemen als met elektriciteitssystemen, hetgeen meer omvattende en preciezere resultaten oplevert, zullen de lidstaten beter voorbereid zijn op een crisis. Voorts biedt een gecoördineerde en vooraf overeengekomen aanpak van de gasleveringszekerheid in een noodsituatie een consistente respons en wordt het risico beperkt dat zuiver nationale maatregelen negatieve overloopeffecten zouden hebben in naburige lidstaten. De regionale aanpak mag interregionale samenwerking buiten de in bijlage I opgenomen regio's niet belemmeren en mag de afzonderlijke lidstaten niet ontslaan van de verantwoordelijkheid om hun nationale normen voor leveringszekerheid na te leven en om de voorziening zo spoedig mogelijk te diversifiëren wanneer sprake is van afhankelijkheid van één enkel leveringspunt. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De regio's dienen zoveel mogelijk te worden omschreven op basis van bestaande structuren voor regionale samenwerking die de lidstaten en de Commissie hebben opgezet, met name de regionale groepen die zijn opgericht krachtens Verordening (EU) nr. 347/2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur17 (TEN-E-verordening). Aangezien deze verordening en de TEN-E-verordening verschillende doelstellingen hebben, kunnen de respectieve regionale groepen echter variëren in omvang en samenstelling. |
(18) De regio's dienen zoveel mogelijk te worden afgebakend op basis van bestaande structuren voor regionale samenwerking die de lidstaten en de Commissie hebben opgezet, met name de regionale groepen die zijn opgericht krachtens Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad17. Aangezien deze verordening en Verordening (EU) nr. 347/2013 verschillende doelstellingen hebben, kunnen de respectieve regionale groepen echter variëren in omvang en samenstelling. |
__________________ |
__________________ |
17 Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39). |
17 Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39). |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de omschrijving van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, marktontwikkelingen en marktrijpheid, bestaande structuren voor regionale samenwerking en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. |
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de vaststelling van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, bestaande interconnecties tussen derde landen, marktontwikkelingen en marktrijpheid, bestaande structuren voor regionale samenwerking, de mate van diversificatie van de aanvoerroutes en bronnen voor de gasvoorziening en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Om de regionale samenwerking werkbaar te maken moeten de lidstaten in elke regio een samenwerkingsmechanisme opzetten. Dit mechanisme of deze mechanismen moeten zo snel mogelijk worden ontwikkeld zodat de risico-evaluatie kan plaatsvinden en zinvolle plannen op regionaal niveau kunnen worden opgemaakt. Het staat de lidstaten vrij een samenwerkingsmechanisme af te spreken dat het meest geschikt is voor een bepaalde regio. De Commissie moet in het gehele proces een faciliterende rol spelen en beste praktijken met betrekking tot regionale samenwerking delen zoals roterende coördinatie binnen de regio voor het opstellen van de verschillende documenten of de oprichting van specifieke instanties. Indien er geen samenwerkingsmechanisme wordt afgesproken, kan de Commissie een passende regeling voor een bepaalde regio voorstellen. |
(20) Om regionale samenwerking werkbaar te maken moeten de lidstaten in elke regio een samenwerkingsmechanisme opzetten. Dit mechanisme of deze mechanismen moeten tijdig worden ontwikkeld zodat de risico-evaluatie kan plaatsvinden en effectieve plannen op regionaal niveau kunnen worden opgemaakt. Het staat de lidstaten vrij een samenwerkingsmechanisme af te spreken dat het meest geschikt is voor een bepaalde regio. De Commissie moet in het gehele proces een faciliterende rol spelen en beste praktijken met betrekking tot regionale samenwerking delen zoals roterende coördinatie binnen de regio voor het opstellen van de verschillende documenten of de oprichting van specifieke instanties. Indien er geen samenwerkingsmechanisme wordt afgesproken, stelt de Commissie een passende regeling voor een bepaalde regio voor. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(21) Wanneer een algehele risico-evaluatie op regionaal niveau wordt voorbereid, moeten de bevoegde autoriteiten de natuurlijke, technologische, commerciële, financiële, sociale, politieke en marktgerelateerde risico's evalueren maar ook andere relevante risico's zoals, indien noodzakelijk, de risico's door verstoring van de toevoer bij de grootste afzonderlijke leverancier. Alle risico's moeten worden aangepakt met effectieve, proportionele en niet-discriminatoire maatregelen, die in het preventieve actieplan en in het noodplan moeten worden ontwikkeld. De resultaten van de risico-evaluaties moeten ook bijdragen tot de risico-evaluaties voor multirisicosituaties waarin artikel 6 van Besluit nr. 1313/2013/EU18 voorziet. |
(21) Wanneer een algehele risico-evaluatie op regionaal niveau wordt voorbereid, moeten de bevoegde autoriteiten de natuurlijke, technologische, infrastructurele, commerciële, financiële, sociale, politieke, geopolitieke, milieu-, marktgerelateerde en andere relevante risico's evalueren zoals, indien noodzakelijk, de risico's door verstoring van leveringen van dominante leveranciers. Alle risico's moeten worden aangepakt met effectieve, proportionele en niet-discriminatoire maatregelen, die in het preventieve actieplan en in het noodplan moeten worden ontwikkeld en die onder meer betrekking hebben op de vraagzijde en de leveringszijde. De resultaten van de risico-evaluaties moeten ook bijdragen tot de risico-evaluaties waarin artikel 6 van Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad18 voorziet. |
__________________ |
__________________ |
18 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 24). |
18 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 24). |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Om input te geven bij de risico-evaluaties moet het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas („ENTSO voor gas”), in overleg met de Groep coördinatie gas en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit („ENTSO voor elektriciteit”), EU-wijde simulaties verrichten die vergelijkbaar zijn met de stresstest van 2014. |
(22) Om input te geven bij de risico-evaluaties moet het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas („ENTSO voor gas”), na overleg met de Groep coördinatie gas en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit („ENTSO voor elektriciteit”), EU-wijde simulaties verrichten die vergelijkbaar zijn met de stresstest van 2014. Deze simulaties zouden ten minste iedere twee jaar moeten worden geactualiseerd. De door het ENTSO voor gas opgerichte regionale coördinatiestelsel voor gas (RCSG), dat bestaat uit vaste groepen van deskundigen, moet bij de uitvoering van de simulaties worden betrokken, als een manier om de regionale samenwerking te versterken door informatie over gasstromen te verstrekken en technische en operationele expertise te bieden. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten daarvan te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, moeten de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen opstellen, na overleg met belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen en de effecten daarvan beperken. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de Energie-unie. |
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten van een dergelijke verstoring te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, zouden de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen moeten opstellen, na overleg met de belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten en, zo nodig, van de elektriciteitsbedrijven hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen en de effecten daarvan beperken. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de doelstellingen en de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de Energie-unie. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) De taken en verantwoordelijkheden van alle aardgasbedrijven en bevoegde autoriteiten moeten derhalve nauwkeurig worden omschreven zodat de interne gasmarkt naar behoren kan blijven functioneren, met name in geval van verstoringen in de aanvoer en crisissituaties. De taken en verantwoordelijkheden moeten zo worden vastgesteld dat een aanpak op drie niveaus wordt gewaarborgd, waarbij in de eerste plaats de betrokken aardgasbedrijven en het bedrijfsleven worden ingeschakeld, vervolgens de lidstaten op nationaal dan wel regionaal niveau, en dan de Unie. Deze verordening moet het voor aardgasbedrijven en -afnemers mogelijk maken om in het geval van verstoringen zo lang mogelijk op marktmechanismen te vertrouwen. Zij moet echter ook voorzien in mechanismen die kunnen worden ontplooid wanneer de markten alleen niet langer in staat zijn adequaat op een onderbreking van de aanvoer te reageren. |
(24) De taken en verantwoordelijkheden van alle aardgasbedrijven en bevoegde autoriteiten, en, zo nodig, van de elektriciteitsbedrijven moeten derhalve nauwkeurig worden omschreven zodat de interne gasmarkt naar behoren kan blijven functioneren, met name in geval van verstoringen in de aanvoer en crisissituaties. De taken en verantwoordelijkheden moeten zo worden vastgesteld dat een aanpak op drie niveaus wordt gewaarborgd, waarbij in de eerste plaats de betrokken aardgasbedrijven, elektriciteitsbedrijven en het bedrijfsleven worden ingeschakeld, vervolgens de lidstaten op nationaal dan wel regionaal niveau, en dan de Unie. Hiertoe moet via doeltreffende informatiedeling tussen alle niveaus worden gezorgd voor vroegtijdige waarschuwing ten aanzien van verstoringen en de middelen om deze te beperken. Deze verordening is bedoeld om het voor aardgasbedrijven en -afnemers mogelijk maken om in het geval van verstoringen zo lang mogelijk op marktmechanismen te vertrouwen. Zij is echter ook bedoeld om te voorzien in mechanismen die kunnen worden ontplooid wanneer de markten alleen niet langer in staat zijn adequaat op een onderbreking van de aanvoer te reageren. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Bij een aanvoercrisis moeten marktdeelnemers voldoende gelegenheid krijgen om een respons op de situatie te bieden met op de markt gebaseerde maatregelen. Indien de marktgebaseerde maatregelen uitgeput zijn en nog steeds niet volstaan, moeten de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten maatregelen nemen om de gevolgen van de aanvoercrisis op te heffen of af te zwakken. |
(25) Bij een aanvoercrisis moeten marktdeelnemers voldoende gelegenheid krijgen om een respons op de situatie te bieden met op de markt gebaseerde maatregelen. Indien de marktgebaseerde maatregelen uitgeput zijn en nog steeds niet volstaan, moeten de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten maatregelen nemen om de gevolgen van de aanvoercrisis op te heffen of af te zwakken. Energie-efficiëntiemaatregelen moeten prioriteiten krijgen teneinde de vraag naar gas en elektriciteit te verminderen en te zorgen voor een duurzame verbetering op lange termijn van de veerkracht van de lidstaten ten aanzien van een aanvoercrisis. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Wanneer de lidstaten voornemens zijn niet op de markt gebaseerde maatregelen in te voeren, moeten deze maatregelen vergezeld gaan van een beschrijving van de economische effecten. Op die manier zullen de gebruikers beschikken over de informatie die zij nodig hebben over de kostprijs van deze maatregelen en wordt bereikt dat de maatregelen transparant zijn, met name wat hun aandeel in gasprijs betreft. |
(26) Wanneer de lidstaten voornemens zijn om als laatste redmiddel niet op de markt gebaseerde maatregelen in te voeren, moeten deze maatregelen vergezeld gaan van een beschrijving van de economische effecten en van een mechanisme voor compensatie van de beheerders. Op die manier zullen de gebruikers beschikken over de informatie die zij nodig hebben over de kostprijs van deze maatregelen en wordt bereikt dat de maatregelen transparant zijn, met name wat hun aandeel in gasprijs betreft. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) In maart 2015 deed de Europese Raad een oproep om de mogelijkheden inzake mechanismen voor vrijwillige bundeling van de vraag te beoordelen, waarbij de voorschriften van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de mededingingsregels van de Unie volledig in acht worden genomen. Op die manier kunnen lidstaten en aardgasbedrijven de potentiële voordelen onderzoeken van collectieve aankoop van aardgas als een van de middelen om situaties van schaarste in de aanvoer aan te pakken in overeenstemming met die regels. |
(27) In maart 2015 deed de Europese Raad een oproep om de mogelijkheden inzake mechanismen voor vrijwillige bundeling van de vraag te beoordelen, waarbij de voorschriften van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de mededingingsregels van de Unie volledig in acht worden genomen. In dit verband zouden lidstaten en aardgasbedrijven de potentiële voordelen kunnen onderzoeken die verband houden met collectieve aankoop van gas teneinde situaties van schaarste in de aanvoer aan te pakken in overeenstemming met de regels van de WTO en de mededingingsregels van de Unie. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) Maatregelen aan de vraagzijde, zoals brandstofomschakeling of vermindering van gastoevoer naar grote industriële afnemers in een economisch efficiënte volgorde, kunnen nuttig zijn om de zekerheid veilig te stellen, indien dergelijke maatregelen als respons op een verstoring van de aanvoer snel kunnen worden ingevoerd en de vraag op ingrijpende wijze naar beneden halen. Er moet meer worden gedaan om efficiënt energiegebruik te bevorderen, vooral wanneer maatregelen aan de vraagzijde noodzakelijk zijn. Ingeval maatregelen aan vraag- of aanbodzijde worden voorgesteld, moeten de milieueffecten in aanmerking worden genomen en daarbij moet zoveel mogelijk de voorkeur worden gegeven aan maatregelen met de kleinste milieueffecten. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de leveringszekerheid en met aspecten met betrekking tot het concurrentievermogen. |
(28) Maatregelen aan de vraagzijde, zoals brandstofomschakeling of vermindering van gastoevoer naar grote industriële afnemers op een economisch efficiënte manier, evenals een op een de markt gebaseerd systeem voor industriële afnemers, zoals de vrijwillige vermindering van de vraag van de zijde van industriële afnemers tegen een eerlijke en tijdige financiële compensatie, kunnen nuttig zijn om de zekerheid veilig te stellen, indien dergelijke maatregelen als respons op een verstoring van de aanvoer snel kunnen worden ingevoerd en de vraag op ingrijpende wijze naar beneden halen. Er moet meer worden gedaan om efficiënt energiegebruik te bevorderen, vooral wanneer maatregelen aan de vraagzijde noodzakelijk zijn. Ingeval maatregelen aan vraag- of aanbodzijde worden voorgesteld, moeten de milieueffecten in aanmerking worden genomen en daarbij moet zoveel mogelijk de voorkeur worden gegeven aan maatregelen met de kleinste milieueffecten. Tegelijkertijd moet de gasleveringszekerheid een prioriteit blijven van maatregelen die worden genomen in het geval van een verstoring van de aanvoer, terwijl eveneens rekening moet worden gehouden met aspecten met betrekking tot het concurrentievermogen. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Bij het opstellen en uitvoeren van preventieve actieplannen en noodplannen moeten de bevoegde autoriteiten te allen tijde rekening houden met de veilige exploitatie van het gassysteem op regionaal en nationaal niveau. In deze plannen moeten de technische beperkingen worden beschreven en behandeld die het functioneren van het netwerk beïnvloeden, met inbegrip van de technische en veiligheidsaspecten die in het geval van een noodsituatie kunnen leiden tot een vermindering van de gasstroom. |
(29) Bij het opstellen en uitvoeren van preventieve actieplannen en noodplannen moeten de bevoegde autoriteiten te allen tijde rekening houden met de veilige exploitatie van het gassysteem op nationaal en regionaal niveau. In deze plannen moeten de technische beperkingen worden beschreven en behandeld die het functioneren van het netwerk beïnvloeden, met inbegrip van de technische en veiligheidsaspecten die in het geval van een noodsituatie kunnen leiden tot een vermindering van de gasstroom. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 30 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(30) In sommige regio’s van de Unie wordt laagcalorisch gas geleverd. Dat gas kan vanwege zijn eigenschappen niet in voor hoogcalorisch gas ontworpen apparaten worden gebruikt. Hoogcalorisch gas kan echter wel in voor laagcalorisch gas ontworpen apparaten worden gebruikt, mits het in laagcalorisch gas wordt omgezet, bijvoorbeeld door toevoeging van stikstof. De specifieke kenmerken van laagcalorisch gas moeten op nationaal en regionaal niveau worden bekeken en bij de risico-evaluatie en in de preventieve actieplannen en noodplannen moet hiermee rekening worden gehouden. |
(30) In sommige regio’s van de Unie wordt laagcalorisch gas geleverd. Dit gas kan vanwege zijn eigenschappen niet in voor hoogcalorisch gas ontworpen apparaten worden gebruikt. Hoogcalorisch gas kan echter wel worden omgezet voor gebruik in voor laagcalorisch gas ontworpen apparaten, bijvoorbeeld door toevoeging van stikstof. De specifieke kenmerken van laagcalorisch gas moeten op nationaal en regionaal niveau worden bekeken en bij de risico-evaluatie en in de preventieve actieplannen en noodplannen moet hiermee rekening worden gehouden. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) De voorspelbaarheid van de te nemen maatregelen in geval van een noodsituatie moet worden gewaarborgd zodat alle marktdeelnemers voldoende kansen krijgen om te reageren en zich op dergelijke omstandigheden voor te bereiden. De bevoegde autoriteiten worden dan ook geacht zich aan hun noodplan te houden. In gerechtvaardigde uitzonderlijke omstandigheden moeten zij maatregelen kunnen nemen die van die plannen afwijken. Het is ook belangrijk meer transparantie en voorspelbaarheid te brengen in de wijze waarop noodsituaties worden aangekondigd. Informatie over de balanceringspositie van het systeem (de algemene status van het transmissienetwerk), het raamwerk waarin Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie19 heeft voorzien, kan in dit opzicht een belangrijke rol spelen. Die informatie moet beschikbaar worden gesteld aan de nationale autoriteiten en aan de nationale regulerende instanties, indien deze laatste niet in real time als bevoegde autoriteit optreden. |
(31) De voorspelbaarheid van de te nemen maatregelen in geval van een noodsituatie moet worden gewaarborgd zodat alle marktdeelnemers voldoende kansen krijgen om zich op dergelijke situaties voor te bereiden en hierop te reageren. De bevoegde autoriteiten worden dan ook geacht zich aan hun noodplan te houden. In uitzonderlijke omstandigheden en op redelijke gronden moeten zij maatregelen kunnen nemen die van die plannen afwijken. De manier waarop noodsituaties worden aangekondigd moet transparanter en voorspelbaarder worden. Informatie over de balanceringspositie van het systeem (de algemene status van het transmissienetwerk), het raamwerk waarin Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie19 heeft voorzien, kan in dit opzicht een belangrijke rol spelen. Die informatie moet in realtime beschikbaar worden gesteld aan de nationale autoriteiten en aan de nationale regulerende instanties, indien deze niet als bevoegde autoriteiten optreden. |
__________________ |
__________________ |
19 Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten (PB L 91 van 27.3.2014, blz. 15). |
19 Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten (PB L 91 van 27.3.2014, blz. 15). |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) De preventieve actieplannen en noodplannen moeten regelmatig worden geactualiseerd en moeten worden bekendgemaakt. Zij moeten worden onderworpen aan collegiale toetsing ("peer review"). Met deze toetsing kunnen tegenstrijdigheden en maatregelen die de leveringszekerheid van andere lidstaten in gevaar kunnen brengen, in een vroeg stadium worden opgespoord en kan worden verzekerd dat de plannen van de onderscheiden regio's onderling consistent zijn. Lidstaten kunnen op die manier ook beste praktijken delen. |
(32) De preventieve actieplannen en noodplannen moeten regelmatig worden geactualiseerd en moeten worden bekendgemaakt. Zij moeten worden onderworpen aan collegiale toetsing ("peer review"). Deze toetsing moet door de Commissie worden gevolgd. Met deze toetsing moeten tegenstrijdigheden en maatregelen die de gasleveringszekerheid van andere lidstaten in gevaar kunnen brengen, in een vroeg stadium kunnen worden opgespoord, zodat de onderlinge consistentie van de plannen van de onderscheiden regio's kan worden verzekerd. Lidstaten kunnen op die manier ook beste praktijken delen. De plannen moeten consistent zijn met alle doelstellingen van de energie-unie. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) Om ervoor te zorgen dat de noodplannen altijd actueel en effectief blijven, moeten de lidstaten, telkens wanneer zij de plannen actualiseren, tests verrichten door scenario's met grote en middelgrote effecten en de respons daarop in real time te simuleren. De bevoegde autoriteiten moeten de testresultaten aan de Groep coördinatie gas voorleggen. |
(33) Om ervoor te zorgen dat de noodplannen altijd actueel en effectief blijven, moeten de bevoegde autoriteiten, telkens wanneer zij de plannen actualiseren, tests verrichten door scenario's met grote en middelgrote effecten en de respons daarop in real time te simuleren. De bevoegde autoriteiten moeten de testresultaten aan de Groep coördinatie gas voorleggen. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Om de risico-evaluatie en de voorbereiding van de plannen, de collegiale toetsingen en de beoordeling daarvan door de Commissie te vergemakkelijken moet verplicht gebruik worden gemaakt van algemene templates, die betrekking hebben op alle in de risico-evaluatie te behandelen risico's en alle componenten van de preventieve actieplannen en noodplannen. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Om de communicatie tussen de lidstaten en de Commissie te bevorderen, zijn de risico-evaluaties, de preventieve actieplannen, de noodplannen en alle andere documenten en informatie-uitwisselingen die onder deze verordening vallen, onderworpen aan een verplichting tot kennisgeving, waarbij gebruik moet worden gemaakt van een standaardsysteem voor elektronische kennisgeving. |
(35) Om de communicatie tussen de lidstaten en de Commissie te bevorderen, zijn de risico-evaluaties, de preventieve actieplannen, de noodplannen en alle andere documenten en informatie-uitwisselingen waarin deze verordening voorziet, onderworpen aan een verplichting tot kennisgeving, waarbij gebruik moet worden gemaakt van een veilig en gestandaardiseerd systeem voor elektronische kennisgeving. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moet een aanpak in twee stappen worden gevolgd om de solidariteit te versterken. In de eerste plaats moeten alle lidstaten die een hogere leveringsnorm hebben ingevoerd, deze verlagen tot de standaardwaarden om meer liquiditeit in de gasmarkt te brengen. Als in de eerste stap niet de noodzakelijke toevoer wordt gerealiseerd, moeten in de tweede plaats door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – verdere maatregelen in werking worden gesteld om de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarming te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijke en billijke compensatie van de aardgasbedrijven. |
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moeten door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – maatregelen worden genomen om de levering aan beschermde afnemers te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijk en passend niveau van compensatie voor aardgasbedrijven dat volledig in overeenstemming is met de marktwaarde van de kosten in verband met de onderbreking van de leveringen. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Waar nodig moet de Europese solidariteit ook de vorm aannemen van door de Unie en haar lidstaten verstrekte bijstand inzake civiele bescherming. Dergelijke bijstand moet worden bevorderd en gecoördineerd in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming dat bij Besluit nr. 1313/2013/EU20 van het Europees Parlement en de Raad is ingevoerd en dat tot doel heeft de samenwerking tussen de Unie en de lidstaten te versterken en de coördinatie op het gebied van civiele bescherming te bevorderen teneinde de systemen voor preventie, paraatheid en respons ten aanzien van door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffender te maken. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
__________________ |
|
20 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 24). |
|
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 38 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) Om de situatie inzake leveringszekerheid van een bepaalde lidstaat of regio of van de Unie te beoordelen, is toegang tot de relevante informatie van essentieel belang. De lidstaten en de Commissie moeten met name regelmatig toegang krijgen tot informatie van aardgasbedrijven met betrekking tot de voornaamste parameters van de gastoevoer, hetgeen een fundamentele input vormt bij het opstellen van de beleidslijnen inzake leveringszekerheid. In gerechtvaardigde omstandigheden en ongeacht of een noodsituatie is afgekondigd, moet het ook mogelijk zijn toegang te verkrijgen tot aanvullende informatie die nodig is om de algemene situatie inzake leveringszekerheid te beoordelen. Gewoonlijk gaat het om aanvullende informatie over toevoer die niet prijsgerelateerd is, zoals minimale en maximale gasvolumes, leveringspunten of leveringsmarges. Deze informatie kan bijvoorbeeld worden opgevraagd in het geval van wijzigingen in het patroon van gasleveringen aan een bepaalde afnemer of bepaalde afnemers in een lidstaat die niet konden worden verwacht indien de markt normaal zou werken en die de gastoevoer in de Unie of in delen daarvan negatief zou kunnen beïnvloeden. |
(38) Om de situatie inzake gasleveringszekerheid van een lidstaat, van een regio of van de Unie te beoordelen, is toegang tot de relevante informatie van essentieel belang. De lidstaten en de Commissie moeten met name regelmatig toegang krijgen tot informatie van aardgasbedrijven met betrekking tot de voornaamste parameters van de gastoevoer, met inbegrip van nauwkeurige metingen van de beschikbare opgeslagen reserves, hetgeen een fundamentele input vormt bij het opstellen van de beleidslijnen inzake gasleveringszekerheid. Op redelijke gronden en ongeacht of een noodsituatie is afgekondigd, moet het ook mogelijk zijn toegang te verkrijgen tot aanvullende informatie die nodig is om de algemene situatie inzake leveringszekerheid te beoordelen. Gewoonlijk gaat het om aanvullende informatie over toevoer die niet prijsgerelateerd is, zoals minimale en maximale gasvolumes, leveringspunten of leveringsmarges. Deze informatie kan bijvoorbeeld worden opgevraagd in het geval van wijzigingen in het patroon van gasleveringen aan een bepaalde afnemer of bepaalde afnemers in een lidstaat die niet konden worden verwacht indien de markt normaal zou werken en die de gastoevoer in de Unie of in delen daarvan negatief zou kunnen beïnvloeden. Informatie die door het aardgasbedrijf als vertrouwelijk wordt beschouwd moet als zodanig worden behandeld. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Overweging 39 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(39) In maart 2015 concludeerde de Europese Raad dat gasleveringscontracten met leveranciers uit derde landen transparanten moesten worden en beter moesten overeenstemmen met de regelingen van de Unie inzake veiligstelling van de energievoorziening. In dit verband moet een efficiënt en doelgericht mechanisme voor toegang van lidstaten tot belangrijke gasleveringscontracten garanderen dat er een totaalevaluatie wordt opgesteld van de relevante risico's die tot een verstoring van de gastoevoer kunnen leiden of die kunnen interfereren met de noodzakelijke beperkende maatregelen ingeval er zich toch een crisis zou voordoen. Volgens dat mechanisme moeten bepaalde belangrijke gasleveringscontracten, onmiddellijk nadat zij zijn gesloten, automatisch aan de lidstaten worden gemeld. Een verplichting tot automatische kennisgeving van een contract moet echter evenredig zijn. Door deze verplichting toe te passen op contracten tussen een leverancier en een afnemer die 40 % van de nationale markt dekken, wordt een juist evenwicht in bestuurlijke doelmatigheid bereikt en worden aan de marktdeelnemers duidelijke verplichtingen opgelegd. Dit betekent niet dat andere gasleveringscontracten niet van belang zijn voor de leveringszekerheid. Dienovereenkomstig moeten de lidstaten het recht hebben andere contracten op te vragen die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de leveringszekerheid van een lidstaat of regio of van de Unie in haar geheel. De Commissie moet dezelfde toegang tot gasleveringscontracten krijgen als de lidstaten, gelet op haar rol bij de beoordeling van de consistentie en de effectiviteit van de preventieve actieplannen en noodplannen om risico's voor de leveringszekerheid op nationaal, regionaal of Unieniveau aan te pakken. De Commissie kan de lidstaten verzoeken de plannen aan te passen om rekening te houden met de informatie die uit de contracten verkregen is. Het vertrouwelijke karakter van commercieel gevoelige informatie moet worden bewaard. Betere toegang van de Commissie tot informatie over commerciële contracten mag niet afdoen aan haar doorlopende inspanningen om de gasmarkt te monitoren, en de Commissie moet optreden indien schendingen van het Unierecht worden vastgesteld. De bepalingen van deze verordening gelden onverminderd het recht van de Commissie om overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) inbreukprocedures in te stellen en de mededingingsregels en staatssteunregels te handhaven. |
(39) Voltooiing van de interne energiemarkt zal een gelijk speelveld bewerkstelligen en ervoor zorgen dat alle energieleveringscontracten in de gehele Unie gebaseerd zijn op marktprijzen en mededingingsregels. In maart 2015 concludeerde de Europese Raad dat gasleveringscontracten met leveranciers uit derde landen transparanten moesten worden en beter moesten overeenstemmen met de regelingen van de Unie inzake veiligstelling van de energievoorziening. In dit verband moet een efficiënt en doelgericht mechanisme voor toegang van lidstaten tot belangrijke gasleveringscontracten garanderen dat er een totaalevaluatie wordt opgesteld van de relevante risico's die tot een verstoring van de gastoevoer kunnen leiden of die kunnen interfereren met de noodzakelijke beperkende maatregelen ingeval er zich toch een crisis zou voordoen. Volgens dat mechanisme moeten bepaalde belangrijke gasleveringscontracten, onmiddellijk nadat zij zijn gesloten, automatisch aan de lidstaten worden gemeld. Een verplichting tot automatische kennisgeving van een contract moet echter evenredig zijn. Door deze verplichting toe te passen op contracten tussen een leverancier of zijn dochterbedrijven en een afnemer of zijn dochterbedrijven die gezamenlijk 40 % van de invoer vanuit derde landen naar de lidstaat dekken, wordt een juist evenwicht in bestuurlijke doelmatigheid bereikt en worden aan de marktdeelnemers duidelijke verplichtingen opgelegd. Dit betekent niet automatisch dat andere gasleveringscontracten niet van belang zijn voor de leveringszekerheid. Dienovereenkomstig moeten de lidstaten het recht hebben andere contracten op te vragen die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de leveringszekerheid van een lidstaat of een regio of van de Unie. De Commissie moet dezelfde toegang tot gasleveringscontracten krijgen als de lidstaten, gelet op haar rol bij de beoordeling van de consistentie en de effectiviteit van de preventieve actieplannen en de noodplannen om risico's voor de leveringszekerheid op nationaal, regionaal of Unieniveau aan te pakken. De Commissie moet de lidstaten kunnen verzoeken de plannen aan te passen om rekening te houden met de informatie die uit de contracten verkregen is. Het vertrouwelijke karakter van commercieel gevoelige informatie moet worden bewaard. Meer toegang van de Commissie tot informatie over commerciële contracten mag niet afdoen aan haar doorlopende inspanningen om de gasmarkt te monitoren, en de Commissie moet optreden indien schendingen van het Unierecht worden vastgesteld. De bepalingen van deze verordening gelden onverminderd het recht van de Commissie om overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) inbreukprocedures in te stellen en de mededingingsregels, onder meer wat betreft staatssteun, te handhaven. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap, hetgeen zou leiden tot daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en bevordering van investeringen in de energiesector door nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve plannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 2014 melding gemaakt van de noodzaak de regels van de interne energiemarkt toe te passen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. |
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap, met het oog op daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en stimulansen ter bevordering van investeringen in de energiesector door nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve actieplannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie van 16 oktober 2014 over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem melding gemaakt van de noodzaak de regels van de interne energiemarkt toe te passen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de partijen bij de Energiegemeenschap moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Overweging 41 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(41 bis) De tenuitvoerlegging van solidariteitsmaatregelen met de partijen bij de Energiegemeenschap moet worden gebaseerd op een Unie-aanpak om te voorkomen dat uitsluitend de lidstaten die grenzen aan de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap de nodige noodplannen uitvoeren. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 42 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(42) Aangezien gasleveringen uit derde landen cruciaal zijn voor de gasvoorzieningszekerheid binnen de Unie, moet de Commissie het optreden ten aanzien van derde landen coördineren en daarbij regelingen uitwerken met de derde landen die gas leveren en doorvoeren, om crisissituaties aan te pakken en een stabiele gasstroom naar de Unie te waarborgen. De Commissie moet gemachtigd worden een taskforce op te zetten om in crisissituaties de gasstromen naar de Unie te monitoren in overleg met de betrokken derde landen en om, wanneer er een crisis ontstaat ten gevolge van moeilijkheden in een derde land, op te treden als bemiddelaar en facilitator. |
(42) Aangezien gasleveringen uit derde landen cruciaal zijn voor de gasvoorzieningszekerheid binnen de Unie, moet de Commissie het optreden ten aanzien van derde landen coördineren en daarbij regelingen uitwerken met de derde landen die gas leveren en doorvoeren, om crisissituaties aan te pakken en een stabiele gasstroom naar de Unie te waarborgen. De Commissie moet de gasstromen naar de Unie permanent monitoren. Indien zich een crisis voordoet dient de Commissie, in overleg met de betrokken derde landen, op te treden als bemiddelaar en facilitator. De Unie moet eveneens in staat zijn preventief op te treden voor een crisis wordt uitgeroepen. |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 43 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(43) Indien op grond van betrouwbare gegevens kan worden aangenomen dat een situatie buiten de Unie de leveringszekerheid van een of meerdere lidstaten bedreigt en mogelijkerwijs een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing tussen de Unie en een derde land in werking stelt, moet de Commissie onverwijld de Groep coördinatie gas inlichten en moet de Unie passende maatregelen nemen om te trachten de situatie te normaliseren. |
(43) Indien zich een situatie buiten de Unie voordoet waarvan kan worden aangenomen dat zij de leveringszekerheid van een of meerdere lidstaten bedreigt en mogelijkerwijs een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing tussen de Unie en een derde land in werking stelt, moet de Commissie onverwijld de Groep coördinatie gas inlichten en moet de Unie passende maatregelen nemen om de situatie te normaliseren. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Overweging 44 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(44) Door afzonderlijk te handelen kunnen de lidstaten de doelstelling van deze verordening, namelijk de gasvoorziening in de Unie waarborgen, niet op bevredigende wijze bereiken. Gelet op de schaal of de gevolgen van het optreden kan dit beter op het niveau van de Unie worden bereikt. Daarom kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(44) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de gasvoorziening in de Unie waarborgen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie , overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Overweging 45 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(45) Om een snelle respons van de Unie op veranderende omstandigheden wat betreft de veiligstelling van de aardgasvoorziening mogelijk te maken, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd met betrekking tot wijzigingen in de regio's en de templates voor risico-evaluatie en plannen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. Bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen zorgt de Commissie ervoor dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. |
(45) Om een snelle respons van de Unie op veranderende omstandigheden wat betreft de veiligstelling van de aardgasvoorziening mogelijk te maken, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd met betrekking tot wijzigingen in de templates voor risico-evaluaties, preventieve actieplannen en noodplannen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passende raadpleging voert, onder meer op deskundigenniveau, en dat zij de bevoegde autoriteiten en de nationale regulerende instanties indien deze niet de bevoegde autoriteiten zijn, hierbij betrekt, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Er moet met name voor worden gezorgd dat, om gelijke deelneming aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen te waarborgen, het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment ontvangen als de deskundigen van de lidstaten, en hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Overweging 46 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Verordening (EU) nr. 994/2010 moet worden ingetrokken. Om een lacune te vermijden moeten de krachtens Verordening (EU) nr. 994/2010 opgestelde preventieve actieplannen en noodplannen van kracht blijven tot de nieuwe preventieve actieplannen en noodplannen krachtens de onderhavige verordening worden opgesteld en voor de eerste maal worden aangenomen. |
(46) Verordening (EU) nr. 994/2010 moet worden ingetrokken. Om een lacune te vermijden moeten de krachtens artikel 4 van Verordening (EU) nr. 994/2010 opgestelde preventieve actieplannen en noodplannen van kracht blijven tot de nieuwe preventieve actieplannen en noodplannen opgesteld krachtens de onderhavige verordening voor de eerste maal worden aangenomen. |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld die erop gericht zijn de gasleveringszekerheid te waarborgen door de goede en continue werking van de interne markt voor aardgas ("gas") te verzekeren, door vaststelling van buitengewone maatregelen mogelijk te maken wanneer de markt niet langer in staat is de gevraagde hoeveelheid gas te leveren, en door te voorzien in een duidelijke omschrijving en toewijzing van verantwoordelijkheden aan aardgasbedrijven, de lidstaten en de Unie met betrekking tot preventieve acties en respons op concrete verstoringen van de levering. Deze verordening voorziet eveneens in transparante mechanismen, in een geest van solidariteit, voor coördinatie van de planning voor en de respons op een noodsituatie op lidstaatniveau, op regionaal niveau en op Unieniveau. |
Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld die erop gericht zijn om in de geest van solidariteit de gasleveringszekerheid te waarborgen door de goede en continue werking van de interne markt voor aardgas ("gas") te verzekeren op basis van een geloofwaardige ontwikkeling van de gasvraag, door vaststelling van buitengewone maatregelen mogelijk te maken wanneer de markt niet langer in staat is de gevraagde hoeveelheid gas te leveren aan de beschermde afnemers, en door te voorzien in een duidelijke omschrijving en toewijzing van verantwoordelijkheden aan aardgasbedrijven, de lidstaten en de Unie met betrekking tot preventieve acties en een onmiddellijke respons op concrete verstoringen van de levering, hetzij bij de bron of tijdens het transport. Deze verordening voorziet eveneens in transparante mechanismen voor coördinatie van de planning voor en de respons op een noodsituatie op lidstaatniveau, op regionaal niveau en op Unieniveau. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Deze verordening moedigt ook preventieve maatregelen aan om de gasvraag te verminderen, onder meer aan de hand van maatregelen die de energie-efficiëntie verbeteren en het aandeel hernieuwbare energie vergroten teneinde de Unie minder afhankelijk te maken van gasinvoer. |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) "beschermde afnemers", alle huishoudelijke, op een gasdistributienet aangesloten afnemers en daarnaast, als de betrokken lidstaat dat zo beslist, eventueel ook een van de volgende betekenissen: |
(1) "beschermde afnemers", alle op een gasdistributienet aangesloten huishoudens, essentiële sociale diensten of stadsverwarmingsinstallaties voor zover die verwarming leveren aan huishoudelijke afnemers en essentiële sociale diensten en niet kunnen worden omgeschakeld op andere brandstoffen; |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat zij op het gasdistributienet of een essentiële sociale dienst zijn aangesloten, op een gasdistributie- of transmissienet zijn aangesloten en al deze ondernemingen of diensten samen niet meer dan 20 % van het totale jaarlijkse eindgebruik van gas in deze lidstaat vertegenwoordigen; |
Schrappen |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) stadsverwarmingsinstallaties voor zover zij verwarming leveren aan huishoudelijke afnemers en aan de onder a) bedoelde ondernemingen of diensten, op voorwaarde dat deze installaties niet kunnen worden omgeschakeld op andere brandstoffen en op een gasdistributie of -transmissienet zijn aangesloten; |
Schrappen |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) "energievoorzieningscorridors", vastgestelde gasleveringsroutes van de Unie die de lidstaten te helpen de effecten van mogelijke verstoringen van de levering of de infrastructuur beter te bestrijden, om op die manier de in bijlage I bedoelde regionale aanpak aan te vullen en te bevorderen, door informatie te verstrekken voor preventieve actieplannen en noodplannen. |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) "bevoegde instantie", een nationale overheidsinstantie of een nationale regulerende instantie die door elke lidstaat is aangewezen overeenkomstig artikel 3, lid 2; |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De gasleveringszekerheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van de aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen hun respectieve activiteitenterreinen en bevoegdheden. |
1. De gasleveringszekerheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van de aardgasbedrijven, lidstaten, in het bijzonder via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen hun respectieve activiteitenterreinen en bevoegdheden. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Elke lidstaat stelt de Commissie onverwijld in kennis van de naam van de bevoegde autoriteit en van elke wijziging daarin. Elke lidstaat maakt de naam van de bevoegde autoriteit openbaar. |
3. Elke lidstaat stelt de Commissie onverwijld in kennis van de naam van zijn bevoegde autoriteit en van elke wijziging daarin en maakt deze openbaar. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Bij de uitvoering van de maatregelen van deze verordening stelt de bevoegde autoriteit de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen zo vast dat een benadering op drie niveaus wordt gewaarborgd, waarbij allereerst de betrokken aardgasbedrijven en het bedrijfsleven worden ingeschakeld, vervolgens de lidstaten op nationaal dan wel regionaal niveau, en dan de Unie. |
4. Bij de uitvoering van de maatregelen van deze verordening stelt de bevoegde autoriteit de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen zo vast dat een benadering op drie niveaus wordt gewaarborgd, waarbij allereerst de betrokken aardgasbedrijven en, indien van toepassing, de elektriciteitsbedrijven, en het bedrijfsleven worden ingeschakeld, vervolgens de lidstaten op nationaal dan wel regionaal niveau, en dan de Unie. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie coördineert in voorkomend geval het optreden van de bevoegde autoriteiten op regionaal en Unieniveau, overeenkomstig deze verordening, onder meer via de in artikel 14 bedoelde Groep coördinatie gas of de in artikel 11, lid 4, bedoelde crisismanagementgroep, met name in het geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau zoals gedefinieerd in artikel 11, lid 1. |
5. De Commissie coördineert het optreden van de bevoegde autoriteiten op regionaal en Unieniveau, overeenkomstig deze verordening, onder meer via de in artikel 14 bedoelde Groep coördinatie gas of de in artikel 11, lid 4, bedoelde crisismanagementgroep, met name in het geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau krachtens artikel 11, lid 1. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De in de preventieve actieplannen en in de noodplannen opgenomen maatregelen om de leveringszekerheid te waarborgen zijn duidelijk omschreven, transparant, evenredig, niet-discriminerend en verifieerbaar, verstoren de mededinging en de goede werking van de interne gasmarkt niet onnodig en brengen de gasleveringszekerheid van andere lidstaten of de Unie in haar geheel niet in gevaar. |
6. De in de preventieve actieplannen en in de noodplannen opgenomen maatregelen om de gasleveringszekerheid te waarborgen zijn duidelijk omschreven, voor zover mogelijk marktgebaseerd, transparant, evenredig, niet-discriminerend, verifieerbaar, duurzaam en in overeenstemming met de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie, beschouwen energie-efficiëntie en hernieuwbare-energiebronnen als oplossing voor een grotere energiezekerheid in de Unie in overweging, verstoren de mededinging en de goede werking van de interne gasmarkt niet onnodig en brengen de gasleveringszekerheid van andere lidstaten, regio's of de Unie niet in gevaar en beperken het risico van kapitaalvernietiging. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten alsmede de leveringspatronen; |
(b) bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, bestaande interconnecties met derde landen alsmede de leveringspatronen; |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) het vermogen te voorzien in de gasvraag van beschermde afnemers gedurende verstoring van de levering door de grootste gasleverancier; |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De verantwoordelijkheid van de afzonderlijke lidstaten om te voldoen aan hun nationale normen voor leveringszekerheid mag geen belemmering vormen voor de regionale benadering noch voor de mogelijkheid van interregionale samenwerking buiten de in bijlage I vastgestelde regio's. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 18 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage I te wijzigen op basis van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde criteria indien de omstandigheden de noodzaak voor een wijziging in een regio rechtvaardigen. |
Schrappen |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat of, indien een lidstaat zo besluit, de bevoegde autoriteit, waarborgt dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen opdat, in het geval van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur, de technische capaciteit van de resterende infrastructuur, bepaald volgens de N–1-formule als bedoeld in punt 2 van bijlage I, in staat is om, onverminderd lid 2 van dit artikel, te voldoen aan de totale gasvraag van het berekende gebied gedurende een dag van uitzonderlijk hoge vraag die voorkomt met een statistische waarschijnlijkheid van eens in de 20 jaar. Dit doet niet af aan de verantwoordelijkheid van systeembeheerders om de overeenkomstige investeringen te verrichten en aan de verplichtingen van de transmissiesysteembeheerders als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG en Verordening (EG) nr. 715/2009. |
1. Elke lidstaat of, indien een lidstaat zo besluit, de bevoegde autoriteit, waarborgt dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen opdat, in het geval van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur, de technische capaciteit van de resterende infrastructuur, bepaald volgens de N–1-formule als bedoeld in punt 2 van bijlage I, in staat is om, onverminderd lid 2 van dit artikel, te voldoen aan de totale gasvraag van het berekende gebied gedurende een dag van uitzonderlijk hoge vraag die voorkomt met een statistische waarschijnlijkheid van eens in de 20 jaar. Hierbij moet rekening worden gehouden met de gasverbruiktendensen, de langetermijneffecten van de energie-efficiëntiemaatregelen en de benuttingsgraad van de bestaande capaciteiten. Dit doet niet af aan de verantwoordelijkheid van systeembeheerders om de overeenkomstige investeringen te verrichten en aan de verplichtingen van de transmissiesysteembeheerders als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG en Verordening (EG) nr. 715/2009. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Aan de in lid 1 bedoelde verplichting ervoor te zorgen dat de resterende infrastructuur de technische capaciteit heeft om aan de totale gasvraag te voldoen, wordt eveneens geacht te zijn voldaan wanneer de bevoegde autoriteit in het preventieve actieplan aantoont dat een verstoring van de levering tijdig en op afdoende wijze kan worden ondervangen door passende, op de markt gebaseerde maatregelen aan de vraagzijde. Daartoe wordt de in punt 4 van bijlage II neergelegde formule gebruikt. |
2. Aan de in lid 1 bedoelde verplichting ervoor te zorgen dat de resterende infrastructuur de technische capaciteit heeft om aan de totale gasvraag te voldoen, wordt eveneens geacht te zijn voldaan wanneer de bevoegde autoriteit in het preventieve actieplan aantoont dat een verstoring van de levering tijdig en op afdoende wijze kan worden ondervangen door passende maatregelen aan de vraagzijde. Daartoe wordt de in punt 4 van bijlage II neergelegde formule gebruikt. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien passend kunnen de bevoegde autoriteiten van aangrenzende lidstaten in overeenstemming met de in artikel 6 bedoelde risico-evaluatie ermee instemmen gezamenlijk te voldoen aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting. In dat geval zorgen de bevoegde autoriteiten in het preventieve actieplan voor een berekening van de N–1-formule samen met een toelichting hoe met de afgesproken regeling aan deze verplichting wordt voldaan. Punt 5 van bijlage II is van toepassing. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 4 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) wanneer een vrijstelling van deze verplichting is verleend. |
(b) wanneer een vrijstelling van deze verplichting is verleend, na een grondige beoordeling en na raadpleging van de andere lidstaten en de Commissie. |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De lidstaten zorgen er eerst en vooral voor dat de markt altijd op transparante, gedetailleerde en niet-discriminerende wijze wordt getest, zodat kan worden beoordeeld of de investering die bedoeld is om te voldoen aan de in lid 4 vastgestelde verplichtingen echt is vereist. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De nationale regulerende instanties houden rekening met de op efficiënte wijze gemaakte kosten om aan de verplichtingen krachtens lid 1 te voldoen en de kosten om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken, zodat zij passende stimulansen verstrekken wanneer zij de tarieven of methoden op transparante en gedetailleerde wijze vaststellen of goedkeuren overeenkomstig artikel 41, lid 8, van Richtlijn 2009/73/EG en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 715/2009. |
5. De nationale regulerende instanties houden rekening met de op efficiënte wijze gemaakte kosten om aan de verplichtingen krachtens lid 1 te voldoen, met inbegrip van hoe energie-efficiëntiemaatregelen ter vermindering van het gasverbruik kunnen bijdragen aan het toepassen van de N–1-formule op de meest kosteneffectieve wijze, en de kosten om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken, zodat zij passende stimulansen verstrekken wanneer zij de tarieven of methoden op transparante en gedetailleerde wijze vaststellen of goedkeuren overeenkomstig artikel 41, lid 8, van Richtlijn 2009/73/EG en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 715/2009. |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Wanneer investeringen om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken of te verhogen niet nodig zijn voor de markt en voor deze investeringen in meer dan één lidstaat dan wel in één lidstaat ten behoeve van een andere lidstaat kosten worden gemaakt, beslissen de nationale regulerende instanties van alle betrokken lidstaten gezamenlijk over de kostentoewijzing alvorens enige investeringsbeslissing wordt genomen. Bij de kostentoewijzing wordt in het bijzonder rekening gehouden met de mate waarin de infrastructuurinvesteringen gunstig zijn om de leveringszekerheid van de betrokken lidstaten verhogen, alsmede met de investeringen die reeds in de betrokken infrastructuur zijn gedaan. |
6. Wanneer investeringen om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken of te verhogen niet nodig zijn voor de markt en voor deze investeringen in meer dan één lidstaat dan wel in één lidstaat ten behoeve van een andere lidstaat kosten worden gemaakt, beslissen de nationale regulerende instanties van alle betrokken lidstaten overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 347/2013 gezamenlijk over de kostentoewijzing alvorens enige investeringsbeslissing wordt genomen en onderzoeken zij eveneens of Uniefinanciering mogelijk en haalbaar is. Bij de kostentoewijzing wordt in het bijzonder rekening gehouden met de mate waarin de infrastructuurinvesteringen gunstig zijn om de gasleveringszekerheid van de betrokken lidstaten verhogen, alsmede met de investeringen die reeds in de betrokken infrastructuur zijn gedaan. |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De bevoegde autoriteit waarborgt dat nieuwe transmissie-infrastructuur bijdraagt tot de leveringszekerheid via de totstandbrenging van een goed verbonden net, in voorkomend geval ook dankzij een toereikend aantal grensoverschrijdende entry- en exitpunten, naargelang van de marktvraag en de aangewezen risico’s. De bevoegde autoriteit beoordeelt in de risico-evaluatie waar er interne knelpunten bestaan en of de nationale entrycapaciteit en infrastructuren, met name de transmissienetten, in staat zijn de nationale en grensoverschrijdende gasstromen aan te passen aan het scenario van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur op nationaal niveau en van de in de risico-evaluatie aangewezen grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang voor de regio. |
7. De bevoegde autoriteit waarborgt dat nieuwe transmissie-infrastructuur bijdraagt tot de leveringszekerheid via de totstandbrenging van een goed verbonden net, in voorkomend geval ook dankzij een toereikend aantal grensoverschrijdende entry- en exitpunten, naargelang van de marktvraag en de aangewezen risico’s. De bevoegde autoriteit beoordeelt in de risico-evaluatie, rekening houdend met zowel het gas- als het elektriciteitssysteem, waar er interne knelpunten bestaan en of de nationale entrycapaciteit en infrastructuren, met name de transmissienetten, in staat zijn de nationale en grensoverschrijdende gasstromen aan te passen aan het scenario van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur op nationaal niveau en van de in de risico-evaluatie aangewezen grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang voor de regio. |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. De bevoegde autoriteit zorgt er aan de hand van dezelfde criteria voor dat de maatregelen aan de vraagzijde aan dezelfde voorwaarden voldoen en op een gelijke en kosteneffectieve basis bijdragen aan de leveringszekerheid. |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 7 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 ter. Gasstromen via bidirectionele interconnectiepunten naar een lidstaat die een noodsituatie heeft afgekondigd, krijgen prioriteit boven gasstromen naar andere punten in het systeem van de lidstaat van waaruit het gas wordt geleverd en die geen noodsituatie heeft afgekondigd. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 8 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Bij wijze van uitzondering zijn Luxemburg, Slovenië en Zweden niet gehouden aan de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen, maar streven zij ernaar hieraan te voldoen, terwijl zij de gaslevering aan beschermde afnemers overeenkomstig artikel 5 waarborgen. Deze uitzondering geldt: |
8. In afwijking van lid 1 van dit artikel zijn Luxemburg, Slovenië en Zweden niet gehouden aan de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen, maar streven zij ernaar hieraan te voldoen, terwijl zij de gaslevering aan beschermde afnemers overeenkomstig artikel 5 waarborgen. Deze afwijking geldt: |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 8 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Luxemburg, Slovenië en Zweden zorgen op transparante, gedetailleerde en niet-discriminerende wijze voor regelmatige marktonderzoeken voor infrastructuurinvesteringen en maken de resultaten van die onderzoeken bekend. Zij stellen de Commissie in kennis van elke verandering met betrekking tot de in die alinea genoemde voorwaarden. De in de eerste alinea genoemde uitzondering is niet langer van toepassing wanneer niet langer wordt voldaan aan ten minste één van die voorwaarden. |
Luxemburg, Slovenië en Zweden zorgen op transparante, gedetailleerde en niet-discriminerende wijze voor regelmatige marktonderzoeken voor infrastructuurinvesteringen en maken de resultaten van die onderzoeken bekend. Zij stellen de Commissie in kennis van elke verandering met betrekking tot de in die alinea genoemde voorwaarden. De in de eerste alinea genoemde afwijking is niet langer van toepassing wanneer niet langer wordt voldaan aan ten minste één van die voorwaarden. |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit verplicht de door haar aangewezen aardgasbedrijven ertoe de nodige maatregelen te nemen om de gaslevering aan de beschermde afnemers van de lidstaat te waarborgen in elk van de volgende gevallen: |
1. De nationale regulerende instantie verplicht de door haar aangewezen aardgasbedrijven ertoe om, in nauwe samenwerking met de elektriciteitsbedrijven, de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de gaslevering die nodig is voor de veiligheid en gezondheid van de beschermde afnemers van de lidstaat wordt gehandhaafd in elk van de volgende gevallen: |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 31 maart 2017 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun definitie van beschermde afnemers, de jaarlijkse volumes van gasverbruik van de beschermde afnemers en het percentage dat zij vertegenwoordigen in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas in deze lidstaat. Wanneer een lidstaat in haar definitie van beschermde afnemers de in de artikel 2, lid 1, onder a) en b), bedoelde categorieën opneemt, vermeldt zij in de kennisgeving aan de Commissie de verbruiksvolumes die overeenstemmen met de afnemers die tot deze categorieën behoren en het percentage dat elk van deze groepen afnemers vertegenwoordigt in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas. |
Uiterlijk op 31 maart 2017 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de jaarlijkse volumes van gasverbruik van de beschermde afnemers en het percentage dat zij vertegenwoordigen in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas in deze lidstaat, alsook van de mate waarin de gaslevering aan de beschermde afnemers van deze lidstaat de grensoverschrijdende stromen naar andere lidstaten kunnen beïnvloeden. |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteit wijst de in de eerste alinea bedoelde aardgasbedrijven aan en vermeldt deze in het preventieve actieplan. Nieuwe maatregelen die worden overwogen om de leveringsnorm te verzekeren, voldoen aan de in artikel 8, lid 4, ingestelde procedure. |
De bevoegde autoriteit wijst de in de eerste alinea van dit lid bedoelde aardgasbedrijven aan en vermeldt deze in het preventieve actieplan. Nieuwe maatregelen die worden overwogen om de leveringsnorm te verzekeren, voldoen aan de in artikel 8, lid 4, ingestelde procedure. |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Lidstaten kunnen voldoen aan de in de eerste alinea bedoelde verplichting door gas te vervangen door een andere energiebron voor zover hetzelfde niveau van bescherming wordt bereikt. |
Lidstaten kunnen voldoen aan de in de eerste alinea bedoelde verplichting door de vraag naar gas te verminderen via de tenuitvoerlegging van energie-efficiëntiemaatregelen of door gas te vervangen door een andere energiebron, onder meer hernieuwbare energiebronnen, voor zover hetzelfde niveau van bescherming wordt bereikt. |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Onverminderd hun uit artikel 12 voortvloeiende rechten en plichten kunnen de lidstaten besluiten de in lid 1 vastgelegde bepalingen inzake de leveringsnorm toe te passen op: |
|
(a) kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat zij op een gasdistributienet zijn aangesloten, en mits zij samen niet meer dan 20 % van het totale jaarlijkse eindgebruik van gas in deze lidstaat vertegenwoordigen; |
|
(b) stadsverwarmingsinstallaties voor zover zij verwarming leveren aan de onder a) bedoelde ondernemingen, niet kunnen worden omgeschakeld op andere brandstoffen en aangesloten zijn op een gasdistributie of -transmissienet. |
|
Wanneer een lidstaat besluit dit artikel toe te passen op de onder a) of b) van de eerste alinea bedoelde categorieën afnemers, vermeldt hij in de kennisgeving aan de Commissie de verbruiksvolumes die overeenstemmen met de afnemers die tot deze categorieën behoren en het percentage dat elk van deze groepen afnemers vertegenwoordigt in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas. |
|
De onder a) en b) van de eerste alinea vermelde entiteiten worden voor de toepassing van deze verordening niet beschouwd als beschermde afnemers. |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In het preventieve actieplan wordt gemotiveerd hoe de in de eerste alinea bedoelde maatregelen voldoen aan de in die alinea gestelde voorwaarden. Daarnaast voldoet elke nieuwe maatregel als bedoeld in de eerste alinea aan de in artikel 8, lid 4, ingestelde procedure. |
In het preventieve actieplan wordt gemotiveerd hoe de in de eerste alinea van dit lid bedoelde maatregelen voldoen aan de in die alinea gestelde voorwaarden. Daarnaast voldoet elke nieuwe maatregel als bedoeld in de eerste alinea aan de in artikel 8, lid 4, ingestelde procedure. |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De aardgasbedrijven kunnen hun verplichtingen in voorkomend geval op regionaal of Unieniveau nakomen. De bevoegde autoriteit eist niet dat aan de in dit artikel gestelde normen wordt voldaan via infrastructuur die uitsluitend op haar grondgebied gevestigd is. |
5. De aardgasbedrijven kunnen hun verplichtingen in voorkomend geval op regionaal of Unieniveau nakomen. De bevoegde autoriteit eist niet dat aan de in dit artikel gestelde normen wordt voldaan via infrastructuur of maatregelen aan de vraagzijde die uitsluitend op haar grondgebied gevestigd is respectievelijk worden uitgevoerd. |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van dit artikel, waarborgen de aardgasbedrijven dat de gaslevering mogelijk is. |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Uiterlijk ... [6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stellen de lidstaten maatregelen vast om effectieve, evenredige en afschrikkende boetes op te leggen aan leveranciers indien zij niet aan de in lid 1 vastgelegde leveringsnormen voldoen. |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken gezamenlijk een evaluatie op regionaal niveau op van alle risico’s voor de gasleveringszekerheid. In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals natuurrampen, technologische, commerciële, sociale, politieke en andere risico's. De risico-evaluatie wordt verricht: |
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken, in samenwerking met eventuele nationale regulerende instanties, gezamenlijk en nadat zij de belanghebbenden hebben geraadpleegd een evaluatie op regionaal niveau op van alle risico's voor de gasleveringszekerheid ("risicobeoordeling"). In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals: natuurrampen, technologische, geopolitieke, milieu-, commerciële, sociale, politieke en andere risico's. De risico-evaluatie wordt verricht: |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter -a (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(-a) door rekening te houden met en passende conclusies te trekken uit de resultaten van de door het ENTSO voor gas uitgevoerde Uniebrede simulatie met scenario's van verstoring van levering en infrastructuur, na overleg in de in artikel 10 bis bedoelde Groep coördinatie gas; |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) door alle relevante nationale en regionale omstandigheden in aanmerking te nemen, met name de omvang van de markt, de netconfiguratie, de daadwerkelijke stromen, waaronder de uitstroom uit de betrokken lidstaat, de mogelijkheid van fysieke gasstromen in beide richtingen, inclusief de potentiële behoefte aan overeenkomstige versterking van het transmissiesysteem, de aanwezigheid van productie en opslag en de rol van gas in de energiemix, met name met betrekking tot stadsverwarming, elektriciteitsopwekking en voor de werking van de industrie, en overwegingen in verband met veiligheid en kwaliteit van het gas; |
(b) door alle relevante nationale, regionale en interregionale omstandigheden in aanmerking te nemen, met name de omvang van de markt, de netconfiguratie, de vraag- en consumptietendensen, het benuttingspercentage van bestaande infrastructuur, de daadwerkelijke stromen, waaronder de uitstroom uit de betrokken lidstaat, alle grensoverschrijdende interconnecties, de mogelijkheid van fysieke gasstromen in beide richtingen, inclusief de potentiële behoefte aan overeenkomstige versterking van het transmissiesysteem, de aanwezigheid van productie en opslag, met inbegrip van de penetratie van biogas in het gasnet, en de rol van gas in de energiemix, met name met betrekking tot de vraag naar verwarming en koeling in het nationale of regionale gebouwenbestand, en de stadsverwarming voor dit gebouwenbestand, elektriciteitsopwekking en voor de werking van de industrie, en overwegingen in verband met veiligheid en kwaliteit van het gas; |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter c – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) door verschillende scenario's van uitzonderlijk hoge gasvraag en leveringsverstoring te ontrollen, rekening houdend met de voorgeschiedenis, de waarschijnlijkheid, het seizoen, de frequentie en de duur van de gebeurtenissen, en door de waarschijnlijke gevolgen ervan te beoordelen, zoals: |
(c) door verschillende scenario's van vraagvermindering als gevolg van energie-efficiëntiemaatregelen en van uitzonderlijk hoge gasvraag en leveringsverstoring te ontrollen, rekening houdend met de voorgeschiedenis, de waarschijnlijkheid, het seizoen, de frequentie en de duur van de gebeurtenissen, en door de waarschijnlijke gevolgen ervan te beoordelen, zoals: |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter c – punt ii | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(ii) verstoring van leveringen door leveranciers van derde landen, alsmede, indien passend, geopolitieke risico's; |
(ii) verstoring van gasleveringen, onder meer door leveranciers van derde landen, alsmede in voorkomend geval geopolitieke risico's die al dan niet rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de lidstaat door een toenemende afhankelijkheid of omdat een leverancier een dominante positie op de gasmarkt van de Unie verwerft; |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter c – punt ii bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(ii bis) het vermogen te voorzien in de gasvraag van beschermde afnemers in de regio gedurende verstoring van de levering door de grootste leverancier uit een derde land; |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(d bis) door rekening te houden met risico's in verband met de controle van infrastructuur die van belang is om de gasvoorziening door aardgasbedrijven in een derde land te waarborgen, waaronder bijvoorbeeld risico's van onderinvestering, ondermijning van diversificatie, misbruik van bestaande infrastructuur of schending van het Unierecht; |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter -e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) door rekening te houden met relevante regionale bijzonderheden. |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie kan haar ervaring op het gebied van risico-evaluaties in een bepaalde regio delen met andere regio's, indien passend, en op die manier bijdragen aan een regio-overschrijdende focus. |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde autoriteiten binnen elke regio komen een samenwerkingsmechanisme overeen om de risico-evaluatie binnen de in lid 5 van dit artikel gestelde termijn te verrichten. De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas verslag uit over het afgesproken samenwerkingsmechanisme voor de risico-evaluatie 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de risico-evaluatie en de actualiseringen van de risico-evaluatie. De Commissie kan in het algemeen een faciliterende rol spelen bij het opstellen van de risico-evaluatie, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, kan de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio voorstellen. |
2. Op basis van de regionale samenwerking van lidstaten op grond van artikel 3, lid 7, komen de bevoegde autoriteiten binnen iedere regio een samenwerkingsmechanisme overeen om de risico-evaluatie binnen de in lid 5 van dit artikel gestelde termijn te verrichten. De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas verslag uit over het afgesproken samenwerkingsmechanisme voor de risico-evaluatie 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de risico-evaluatie en de actualiseringen van de risico-evaluatie. De Commissie speelt in het algemeen een faciliterende rol bij het opstellen van de risico-evaluatie, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, stelt de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio voor. |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Binnen het overeengekomen samenwerkingsmechanisme meldt, en actualiseert, elke bevoegde autoriteit uiterlijk één jaar vóór de termijn van kennisgeving van de risico-evaluatie alle nationale gegevens die noodzakelijk zijn voor het opstellen van de risico-evaluatie, met name voor het ontrollen van de verschillende scenario's bedoeld in lid 1, onder c). |
Binnen het overeengekomen samenwerkingsmechanisme meldt, en actualiseert, elke bevoegde autoriteit uiterlijk één jaar vóór de termijn van kennisgeving van de risico-evaluatie alle nationale gegevens die noodzakelijk zijn voor het opstellen van de risico-evaluatie, in het bijzonder voor het ontrollen van de verschillende scenario's bedoeld in lid 1, onder c). |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De risico-evaluatie wordt opgesteld overeenkomstig de template van bijlage IV. De Commissie wordt gemachtigd in overeenstemming met artikel 18 gedelegeerde handelingen aan te nemen om deze templates te wijzigen. |
3. De risico-evaluatie wordt opgesteld overeenkomstig de template van bijlage IV. De Commissie wordt gemachtigd in overeenstemming met artikel 18 gedelegeerde handelingen aan te nemen om deze templates te wijzigen, met inachtneming van de uitvoeringstermijnen van de lidstaten. |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De door alle lidstaten van de regio overeengekomen risico-evaluatie wordt uiterlijk 1 september 2018 voor de eerste maal aan de Commissie meegedeeld. De risico-evaluatie wordt om de vier jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. In de risico-evaluatie wordt rekening gehouden met de voortgang in de investeringen om aan de in artikel 4 gedefinieerde infrastructuurnorm te voldoen, en met specifieke nationale moeilijkheden die zich bij de toepassing van nieuwe alternatieve oplossingen hebben voorgedaan. Er wordt eveneens voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in de simulatie van de noodplannen bedoeld in artikel 9, lid 2. |
5. De door alle lidstaten van de regio overeengekomen risico-evaluatie wordt uiterlijk 1 september 2018 voor de eerste maal aan de Commissie meegedeeld. De risico-evaluatie wordt om de vier jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. In de risico-evaluatie wordt rekening gehouden met de voortgang in de investeringen om aan de in artikel 4 gedefinieerde infrastructuurnorm te voldoen, en met specifieke nationale moeilijkheden die zich bij de toepassing van nieuwe alternatieve oplossingen, waaronder interregionale interconnecties, hebben voorgedaan. Er wordt eveneens voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in de simulatie van de noodplannen bedoeld in artikel 9, lid 2. |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Op 1 november 2017 verricht het ENTSO voor gas een Uniebrede simulatie met scenario's van verstoring van levering en infrastructuur. De scenario's worden door het ENTSO voor gas omschreven in overleg met de Groep coördinatie gas. De bevoegde autoriteiten verstrekken het ENTSO voor gas de nodige gegevens voor de simulaties, zoals piekvraagwaarden, productiecapaciteit en maatregelen aan de vraagzijde. De bevoegde autoriteiten houden rekening met de resultaten van de simulaties voor het opstellen van de risico-evaluaties, de preventieve actieplannen en de noodplannen. De Uniebrede simulatie van scenario's van verstoring van levering en infrastructuur worden om de vier jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. |
6. De bevoegde autoriteiten houden rekening met de resultaten van de door het ENTSO voor gas overeenkomstig artikel 10 bis, lid 1, verrichte Uniebrede simulaties voor het opstellen van de risico-evaluaties, de preventieve actieplannen en de noodplannen. Het ENTSO voor gas bepaalt op een transparante manier de methode die moet worden gebruikt voor de simulatie en bespreekt deze methode met de Groep coördinatie gas. Daarnaast verspreidt het ENTSO voor gas op regelmatige tijdstippen informatie afkomstig van het mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing binnen de Groep coördinatie gas. Het ENTSO voor gas houdt tevens rekening met de resultaten van de Uniebrede simulaties van het ENTSO voor gas bij het bepalen van de nodige investeringen op de interne energiemarkt op regionaal en interregionaal niveau. |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Op basis van deze regionale risico-evaluaties voert de Commissie, in samenwerking met de Groep coördinatie gas, een alomvattende evaluatie voor de gehele Unie uit en zij stelt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de bevindingen. |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zoals vermeld in bijlage I zorgen gezamenlijk, na overleg met de aardgasbedrijven, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, en de nationale regulerende instantie wanneer de lidstaat niet de bevoegde instantie is, voor de opmaak van: |
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zorgen gezamenlijk, in samenwerking met eventuele nationale regulerende instanties, na overleg met de aardgasbedrijven, het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, de desbetreffende organisaties die de energievraag en -afhankelijkheid van de lidstaten beheren en de nationale milieuagentschappen, voor de opmaak van:
|
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) een preventief actieplan, met de maatregelen die nodig zijn om de risico's die in de regio zijn vastgesteld, weg te nemen of te beperken, waaronder de risico's met een zuiver nationale dimensie, overeenkomstig de ingevolge artikel 6 verrichte risico-evaluatie en in overeenstemming met artikel 8; en |
(a) een preventief actieplan, met de maatregelen, waaronder energie-efficiëntiemaatregelen en maatregelen aan de vraagzijde, die nodig zijn om de risico's die in de regio zijn vastgesteld, weg te nemen of te beperken, waaronder de risico's met een zuiver nationale dimensie, overeenkomstig de ingevolge artikel 6 verrichte risico-evaluatie en in overeenstemming met artikel 8; en |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) een noodplan, met de maatregelen die nodig zijn om de effecten van een verstoring van de gaslevering in de regio weg te nemen of te beperken, waaronder gebeurtenissen met een zuiver nationale dimensie, overeenkomstig artikel 9. |
(b) een noodplan, met de maatregelen, waaronder maatregelen aan de vraagzijde, zoals nauwere coördinatie met de elektriciteitssector, die nodig zijn om de effecten van een verstoring van de gaslevering in de regio weg te nemen of te beperken, waaronder gebeurtenissen met een zuiver nationale dimensie, overeenkomstig artikel 9. |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In de preventieve actieplannen en de noodplannen wordt rekening gehouden met de resultaten van de door het ENTSO voor gas verrichte Uniebrede simulaties, met inbegrip van die voor de energievoorzieningscorridors. |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas regelmatig verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij het opstellen en goedkeuren van de preventieve actieplannen en de noodplannen. Met name rapporteren de bevoegde autoriteiten de Groep coördinatie gas over het afgesproken samenwerkingsmechanisme 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de plannen en de actualisering van de plannen. De Commissie kan in het algemeen een faciliterende rol spelen bij het opstellen van de plannen, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, kan de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio voorstellen. Zij zorgen voor regelmatig toezicht op de uitvoering van deze plannen. |
De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas regelmatig verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij het opstellen en goedkeuren van de preventieve actieplannen en de noodplannen. Met name rapporteren de bevoegde autoriteiten de Groep coördinatie gas over het afgesproken samenwerkingsmechanisme 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de plannen en de actualisering van de plannen. De Commissie speelt in het algemeen een faciliterende rol bij het opstellen van de plannen, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, ontwikkelt de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio. Zij zorgen voor regelmatig toezicht op de uitvoering van deze plannen. |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het preventieve actieplan en het noodplan worden opgesteld overeenkomstig de templates van bijlage V. De Commissie wordt gemachtigd in overeenstemming met artikel 18 gedelegeerde handelingen aan te nemen om deze templates te wijzigen. |
3. Het preventieve actieplan en het noodplan worden opgesteld overeenkomstig de templates van bijlage V. De Commissie wordt gemachtigd in overeenstemming met artikel 18 gedelegeerde handelingen aan te nemen om deze templates te wijzigen, met inachtneming van de uitvoeringstermijn van de lidstaat. |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – alinea 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie verstrekt de bevoegde autoriteiten van de regio een advies met de aanbeveling het desbetreffende preventieve actieplan of noodplan te herzien indien het op een van de volgende manieren wordt beoordeeld: |
De Commissie verstrekt de bevoegde autoriteiten van de regio een advies met de aanbeveling het desbetreffende preventieve actieplan of noodplan te herzien indien zij het plan op een van de volgende manieren beoordeelt: |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – alinea 2 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) het is niet in overeenstemming met de doelstellingen van de Energie-unie. |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 6 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Binnen drie maanden na kennisgeving van het in lid 4 bedoelde advies van de Commissie brengen de betrokken autoriteiten het gewijzigde plan ter kennis van de Commissie of delen zij de Commissie mee om welke redenen zij niet instemmen met de aanbevelingen. |
6. Binnen drie maanden na kennisgeving van het in lid 5 bedoelde advies van de Commissie brengen de betrokken autoriteiten het gewijzigde plan ter kennis van de Commissie of delen zij de Commissie mee om welke redenen zij niet instemmen met de aanbevelingen. |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het preventieve actieplan omvat: |
1. Het preventieve actieplan omvat alle volgende elementen: |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de definitie van beschermde afnemers in elke lidstaat van de regio en de informatie omschreven in artikel 5, lid 1, tweede alinea; |
(b) de informatie omschreven in artikel 5, lid 1, tweede alinea; |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de maatregelen, volumes en capaciteiten die nodig zijn om te voldoen aan de leverings- en infrastructuurnormen in elke lidstaat van de regio, zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5, inclusief in voorkomend geval de mate waarin maatregelen aan de vraagzijde een verstoring van de gaslevering als bedoeld in artikel 4, lid 2, tijdig en op afdoende wijze kunnen ondervangen, de aanwijzing van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang in geval van toepassing van artikel 4, lid 3, de noodzakelijke gasvolumes per categorie van beschermde afnemer en per scenario als bedoeld in artikel 5, lid 1, en elke verhoogde leveringsnorm krachtens artikel 5, lid 2, inclusief een toelichting over de wijze waarop aan de in artikel 5, lid 2, gestelde voorwaarden is voldaan, en een beschrijving van het mechanisme om een verhoogde leveringsnorm of een aanvullende verplichting tijdelijk te verminderen in overeenstemming met artikel 12; |
(c) de maatregelen, volumes en capaciteiten die nodig zijn om te voldoen aan de leverings- en infrastructuurnormen in elke lidstaat van de regio, zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5, inclusief de beoordeling van de mogelijke gasvraagvermindering en via energie-efficiëntiemaatregelen voor de gehele economie, in voorkomend geval de mate waarin maatregelen aan de vraagzijde een verstoring van de gaslevering als bedoeld in artikel 4, lid 2, tijdig en op afdoende wijze kunnen ondervangen, de aanwijzing van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang in geval van toepassing van artikel 4, lid 3, de aanwijzing van de grootste afzonderlijke gasleverancier, de noodzakelijke gasvolumes per categorie van beschermde afnemer en per scenario als bedoeld in artikel 5, lid 1, en elke verhoogde leveringsnorm krachtens artikel 5, lid 2, inclusief de redenen waarom aan de in artikel 5, lid 2, gestelde voorwaarden is voldaan, en een beschrijving van het mechanisme om een verhoogde leveringsnorm of een aanvullende verplichting tijdelijk te verminderen in overeenstemming met artikel 12; |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) de verplichtingen voor aardgasbedrijven en andere desbetreffende entiteiten die van invloed kunnen zijn op de gasleveringszekerheid, zoals verplichtingen voor de veilige exploitatie van het gassysteem; |
(d) de verplichtingen voor aardgasbedrijven, elektriciteitsbedrijven, indien van toepassing, en andere desbetreffende entiteiten die van invloed kunnen zijn op de gasleveringszekerheid, zoals verplichtingen voor de veilige exploitatie van het gassysteem; |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) de andere preventieve maatregelen om de in de risico-evaluatie aangewezen risico's aan te pakken, zoals maatregelen in verband met de noodzaak om interconnecties tussen aangrenzende lidstaten te verbeteren en de mogelijkheid om in voorkomend geval aanvoerroutes en -bronnen van gas te diversifiëren, om een respons te bieden op de aangewezen risico’s en de gaslevering voor zover mogelijk aan alle afnemers in stand te houden; |
(e) de andere preventieve maatregelen om de in de risico-evaluatie aangewezen risico's aan te pakken, met inbegrip van de risico's die zijn aangewezen in de in artikel 10 bis bedoelde Uniebrede simulatie van scenario's van verstoring van levering en infrastructuur. Dergelijke maatregelen kunnen verband houden met de noodzaak om interconnecties tussen aangrenzende lidstaten te verbeteren, de energie-efficiëntie verder te verbeteren, de vraag naar gas te beperken en de mogelijkheid om in voorkomend geval aanvoerroutes en -bronnen van gas te diversifiëren, om leveringen van alternatieve leveranciers in gang te zetten of op te voeren door middel van vrijwillige bundeling van de vraag en bundeling van gasreserves, onder meer via gemeenschappelijke virtuele gasreserves die bestaan uit verschillende flexibiliteitsopties die beschikbaar zijn in verschillende lidstaten, of met het gebruik van opslagfaciliteiten of LNG-terminals op regionaal niveau om een respons te bieden op de aangewezen risico’s en de gaslevering aan alle afnemers zo lang mogelijk in stand te houden; |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) informatie over bestaande en toekomstige interconnecties, waaronder interconnecties die toegang bieden tot het gasnet van de Unie, grensoverschrijdende gasstromen, grensoverschrijdende toegang tot opslag- en LNG-faciliteiten en de bidirectionele capaciteit, met name in het geval van een noodsituatie; |
(j) informatie over bestaande en toekomstige interconnecties, waaronder interconnecties die toegang bieden tot het gasnet van de Unie, grensoverschrijdende gasstromen, grensoverschrijdende toegang tot opslag- en LNG-faciliteiten en de bidirectionele capaciteit, met name in het geval van een noodsituatie, alsook berekeningen en effectbeoordelingen teneinde de mogelijkheid te beoordelen om via maatregelen aan de vraagzijde de noodzaak van deze infrastructurele investeringen aan de aanbodzijde te beperken; |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k bis) informatie over mogelijkheden die voortvloeien uit gedecentraliseerde, duurzame en betaalbare oplossingen en alternatieve energiebronnen om de leveringszekerheid te waarborgen, zoals hernieuwbare energiebronnen, met inbegrip van biogas, evenals energie-efficiëntiemaatregelen. |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In de preventieve actieplannen, met name de maatregelen om te voldoen aan de in artikel 4 omschreven infrastructuurnorm, wordt rekening gehouden met het Uniewijde tienjarenplan voor netwerkontwikkeling dat door het ENTSO voor gas wordt uitgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009. |
2. In de preventieve actieplannen, met name de maatregelen om te voldoen aan de in artikel 4 omschreven infrastructuurnorm, wordt rekening gehouden met het Uniewijde tienjarenplan voor netwerkontwikkeling dat door het ENTSO voor gas wordt opgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Bovendien kan in deze plannen gebruik worden gemaakt van de technische en operationele expertise van het RCSG en het ENTSO voor gas en van noodaanvoercorridors. |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 4 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten verrichten een effectbeoordeling van alle preventieve niet-marktgebaseerde maatregelen die na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingevoerd, inclusief de maatregelen om te voldoen aan de in artikel 5, lid 1, vastgestelde leveringsnorm en de maatregelen voor de in artikel 5, lid 2, bedoelde verhoogde leveringsnorm. Deze effectbeoordeling heeft ten minste betrekking op het volgende: |
4. De bevoegde autoriteiten, of, indien lidstaten dit bepalen, hun nationale regulerende instanties, verrichten een effectbeoordeling van alle preventieve niet-marktgebaseerde maatregelen die na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingevoerd of in stand worden gehouden, inclusief de maatregelen om te voldoen aan de in artikel 5, lid 1, vastgestelde leveringsnorm en de maatregelen voor de in artikel 5, lid 2, bedoelde verhoogde leveringsnorm. Deze effectbeoordeling heeft ten minste betrekking op het volgende: |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 4 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de effecten van de voorgestelde maatregel op de ontwikkeling van de nationale gasmarkt en de concurrentie op nationaal niveau; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 4 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de effecten van de voorgestelde maatregelen op de interne gasmarkt; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) worden de rol en de verantwoordelijkheden van aardgasbedrijven en industriële gasafnemers, waaronder betrokken elektriciteitsproducenten, omschreven rekening houdend met de mate waarin zij worden getroffen door eventuele verstoringen van de gaslevering, alsmede hun interactie met de bevoegde autoriteiten en in voorkomend geval de nationale regulerende instanties op elk van de in artikel 10, lid 1, gedefinieerde crisisniveaus; |
(b) worden de rol en de verantwoordelijkheden van aardgasbedrijven, transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit indien van toepassing en industriële gasafnemers, waaronder betrokken elektriciteitsproducenten, omschreven rekening houdend met de mate waarin zij worden getroffen door eventuele verstoringen van de gaslevering, alsmede hun interactie met de bevoegde autoriteiten en in voorkomend geval de nationale regulerende instanties op elk van de in artikel 10, lid 1, gedefinieerde crisisniveaus; |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) worden in voorkomend geval de maatregelen en acties aangewezen die noodzakelijk zijn om de mogelijke effecten van verstoringen van de gaslevering voor stadsverwarming en voor de opwekking van elektriciteit uit gas te matigen; |
(e) worden in voorkomend geval de maatregelen en acties aangewezen die noodzakelijk zijn om de mogelijke effecten van verstoringen van de gaslevering voor stadsverwarming en voor de opwekking van elektriciteit uit gas te matigen, in het bijzonder aan de hand van een geïntegreerde benadering van de werking van energiesystemen op basis van zowel elektriciteit als gas indien van toepassing; |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) wordt een crisismanager of -team aangewezen en wordt de rol daarvan omschreven; |
(g) wordt een crisismanager of -team aangewezen en wordt de rol daarvan omschreven, inclusief samenwerking met het RCSG van het ENTSO voor gas bij de uitvoering van de technische en operationele taken die voor de specifieke situatie als passend zijn aangemerkt; |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) wordt omschreven welke bijdrage marktgebaseerde maatregelen leveren om respons te bieden in geval van een alarmsituatie en om de problemen op noodsituatieniveau te beperken; |
(h) wordt omschreven welke bijdrage marktgebaseerde maatregelen leveren, inclusief vrijwillige bundeling van de vraag, om respons te bieden in geval van een alarmsituatie en om de problemen op noodsituatieniveau te beperken; |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter i bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(i bis) worden de instructies inzake leveringsbeperkingen omschreven die zouden gelden op noodsituatieniveau; |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter i ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(i ter) worden eventuele maatregelen omschreven die voortvloeien uit de in artikel 10 bis bedoelde noodaanvoercorridors; |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter i ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(i ter) worden de mechanismen omschreven die worden gebruikt voor de uitwisseling van informatie met betrekking tot gaslevering in het geval van een noodsituatie, gebaseerd op de beoordeling van noodaanvoercorridors, met inbegrip van, in voorkomend geval, het gebruik van bestaande mechanismen zoals het door het ENTSO voor gas ontwikkelde RCSG. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) worden de rapportageverplichtingen voor aardgasbedrijven op het alarm- en noodsituatieniveau nader omschreven; |
(k) worden de rapportageverplichtingen voor aardgasbedrijven en, indien passend, elektriciteitsbedrijven op het alarm- en noodsituatieniveau nader omschreven; |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Noodmaatregelen zorgen ervoor dat het beschikbare aardgas aan de eindconsumenten wordt geleverd naar gelang de mate van dringendheid, de vervangbaarheid door andere energievormen en de economische gevolgen, terwijl voldoende gas wordt geleverd aan beschermde consumenten, en houden rekening met de leveringssituatie in de elektriciteitssector. |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. Gedurende een noodsituatie en op redelijke gronden kan een lidstaat besluiten om de gaslevering aan bepaalde cruciale gasgestookte energiecentrales te laten prevaleren boven de levering aan bepaalde categorieën van beschermde afnemers. Deze maatregel is gebaseerd op de risico-evaluatie als bedoeld in artikel 6 en is uitsluitend van toepassing wanneer de gebrekkige gaslevering aan dergelijke cruciale gasgestookte energiecentrales de levering van het resterende gas aan beschermde afnemers aanzienlijk zou verslechteren of belemmeren vanwege ernstige beschadiging van de werking van het elektriciteitssysteem. Dergelijke cruciale gasgestookte energiecentrales moeten worden aangewezen door de transmissiesysteembeheerders van het elektriciteitssysteem in coördinatie met de transmissiesysteembeheerders van het gassysteem. |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 bis (nieuw) |
|
Noodaanvoercorridors |
|
Uiterlijk op 30 april 2017 stelt het ENTSO voor gas scenario's van verstoring van levering en infrastructuur voor die moeten worden besproken en vastgesteld na overleg met de Groep coördinatie gas. Dit voorstel omvat ten minste de scenario's van verstoring die in het laatste Uniebrede tienjaren-netwerkontwikkelingsplan zijn gesimuleerd voor elk van de belangrijkste invoercorridors en in elk van de in artikel 5, lid 1, vermelde gevallen. |
|
|
|
Vóór 1 november 2017 verricht het ENTSO voor gas een Uniebrede simulatie met scenario's van verstoring van levering en infrastructuur, zoals vastgesteld door de Groep coördinatie gas. De bevoegde autoriteiten verstrekken het ENTSO voor gas de nodige gegevens voor de simulaties, zoals piekvraagwaarden, productiecapaciteit en maatregelen aan de vraagzijde. |
|
Als onderdeel van de Uniebrede simulatie identificeert en evalueert het ENTSO voor gas de noodaanvoercorridors, die een aanvulling vormen op de in bijlage I vermelde regionale benadering en deze bevorderen, waarlangs gas tussen verschillende regio's kan worden aangevoerd teneinde fragmentatie van de interne gasmarkt te voorkomen. De resultaten van deze evaluatie worden besproken in de Groep Coördinatie gas. |
|
De Uniebrede simulatie en de noodaanvoercorridors worden om de vier jaar geactualiseerd, tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. |
|
Wanneer een noodsituatie wordt afgekondigd, zorgen de lidstaten die aan de noodaanvoercorridors liggen ervoor dat alle essentiële informatie wordt verstrekt met betrekking tot de gasaanvoer, in het bijzonder beschikbare gashoeveelheden, mogelijke modaliteiten en bronnen voor gastoevoer naar de lidstaten die de noodsituatie hebben afgekondigd. Lidstaten die aan de noodaanvoercorridors liggen, waarborgen dat er geen sprake is van maatregelen die de levering van gas aan de lidstaten die de noodsituatie hebben afgekondigd, verhinderen. |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 3 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau coördineert de Commissie de maatregelen van de bevoegde autoriteiten, waarbij zij ten volle rekening houdt met relevante informatie van de Groep coördinatie gas en met de resultaten van de raadpleging van die groep. De Commissie zorgt met name voor: |
3. Bij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau coördineert de Commissie de maatregelen van de bevoegde autoriteiten, waarbij zij ten volle rekening houdt met relevante informatie van de Groep coördinatie gas en met de resultaten van de raadpleging van die groep, en betrekt zij, indien nodig, het RCSG en het ENTSO voor gas hierbij. De Commissie zorgt met name voor: |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Nadat een bevoegde autoriteit de Commissie in kennis heeft gesteld van de afgifte van een vroegtijdige waarschuwing in een lidstaat dan wel op haar eigen initiatief, gebruikt de Commissie passende externe-beleidsinstrumenten om de verslechtering van de gasleveringssituatie te voorkomen. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een lidstaat in overeenstemming met artikel 10, lid 1, het noodsituatieniveau heeft afgekondigd, wordt elke verhoogde leveringsnorm of aanvullende verplichting die krachtens artikel 5, lid 2, aan aardgasbedrijven in andere lidstaten is opgelegd, tijdelijk verlaagd tot het in artikel 5, lid 1, vastgestelde niveau. |
1. Wanneer een lidstaat in overeenstemming met artikel 10, lid 1, een noodsituatie heeft afgekondigd en heeft aangetoond dat alle in het noodplan van zijn regio omschreven maatregelen zijn genomen en dat aan alle in het noodplan vastgelegde technische en commerciële voorwaarden is voldaan, wordt elke verhoogde leveringsnorm of aanvullende verplichting die krachtens artikel 5, leden 1 bis en 2, aan aardgasbedrijven in andere lidstaten is opgelegd, tijdelijk verlaagd tot het in artikel 5, lid 1, eerste alinea, vastgestelde niveau. |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een lidstaat waar een noodsituatie is afgekondigd en die, ondanks de tenuitvoerlegging van de in het noodplan vastgelegde maatregelen, niet in staat is gas aan beschermde afnemers te leveren, mag om de toepassing van solidariteitsmaatregelen verzoeken. |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zolang ondanks de toepassing van de in lid 1 bedoelde maatregel niet is voldaan aan de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties in de lidstaat die de noodsituatie heeft afgekondigd, wordt niet langer gas geleverd aan andere afnemers dan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties in een andere lidstaat welke rechtstreeks verbonden is met de lidstaat die de noodsituatie heeft afgekondigd, voor zover dit noodzakelijk is voor de gasbevoorrading van huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties in de lidstaten die de noodsituatie hebben afgekondigd. |
2. Zolang niet is voldaan aan de gaslevering aan beschermde afnemers in de lidstaat die om de toepassing van solidariteitsmaatregelen heeft gevraagd, wordt niet langer gas geleverd aan andere afnemers dan beschermde afnemers in een andere lidstaat welke rechtstreeks of indirect via een derde land verbonden is met die lidstaat, voor zover dit noodzakelijk is voor de gasbevoorrading van beschermde afnemers in de lidstaat die om de toepassing van solidariteitsmaatregelen heeft gevraagd. |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De eerste alinea is van toepassing op essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties voor zover deze in de respectieve lidstaten onder de definitie van beschermde afnemer vallen. |
Schrappen |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De bevoegde autoriteiten nemen de noodzakelijke maatregelen zodat gas dat in de in lid 2 omschreven situatie niet aan andere afnemers dan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties op hun grondgebied is geleverd, in de lidstaat die zich in de noodsituatie zoals beschreven in dezelfde alinea bevindt, kan worden aangevoerd voor levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties in die lidstaat. |
3. De bevoegde autoriteiten nemen de noodzakelijke maatregelen zodat gas dat in de in lid 2 omschreven situatie niet aan andere afnemers dan beschermde afnemers op hun grondgebied is geleverd, in de lidstaat die zich in de noodsituatie zoals beschreven in dezelfde alinea bevindt, kan worden aangevoerd. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen tussen de lidstaten die onderling rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en worden beschreven in de noodplannen van hun respectieve regio's. Deze regelingen hebben onder meer betrekking op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder bidirectionele capaciteit, gasvolumes en de dekking van compensatiekosten Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. |
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen tussen de lidstaten die onderling rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en worden beschreven in de noodplannen van hun respectieve regio's. Deze regelingen hebben onder meer betrekking op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder gegarandeerde bidirectionele capaciteit, gasvolumes en de dekking van compensatiekosten. Het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) kunnen als facilitator optreden bij de berekening van de compensatiekosten, die marktgebaseerd moeten zijn. Het solidariteitsmechanisme is een laatste redmiddel, met passende compensatie zodat de gevolgen voor de betrokken marktpartijen zo klein mogelijk blijven. Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. De gasprijzen en compensatiekosten en de in dit lid vermelde mechanismen weerspiegelen de marktomstandigheden en worden geregeld herzien, ook tijdens crisissituaties. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. De Commissie stelt richtsnoeren op voor templates voor de solidariteitsmaatregelen, inclusief modelclausules, en maakt deze voor ... [inwerkingtreding van het solidariteitsmechanisme] openbaar. |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Lid 2 is van toepassing vanaf 1 maart 2019. |
5. Lid 2 is van toepassing vanaf 1 oktober 2018. |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken over de noodzakelijke technische, wettelijke en financiële regelingen, kan de Commissie in haar advies en besluit over de plannen een kaderregeling voor deze maatregelen voorstellen. |
6. Indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken over de noodzakelijke technische, wettelijke, financiële en commerciële regelingen, ontwikkelt de Commissie overeenkomstig lid 4 een kaderregeling voor deze maatregelen. |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Informatie-uitwisseling |
Informatieverzameling |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) informatie over de maatregelen die de bevoegde autoriteit voornemens is te nemen of reeds ten uitvoer heeft gelegd om de noodsituatie te beheersen, alsmede informatie over de doeltreffendheid van die maatregelen; |
(b) informatie over de maatregelen die de bevoegde autoriteit voornemens is te nemen of reeds ten uitvoer heeft gelegd om de noodsituatie te beheersen, alsmede maatregelen aan de vraagzijde en informatie over de doeltreffendheid van die maatregelen; |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. In gerechtvaardigde omstandigheden, ongeacht de afkondiging van een noodsituatie, kan de bevoegde autoriteit aardgasbedrijven verzoeken om de in lid 1 bedoelde informatie of om aanvullende informatie, waaronder contractuele informatie, die noodzakelijk is om de algemene situatie inzake gastoevoer in de lidstaat of in andere lidstaten te beoordelen. De Commissie kan de door de aardgasbedrijven verstrekte informatie opvragen bij de bevoegde autoriteiten. |
4. Ongeacht de afkondiging van een noodsituatie, kan de bevoegde autoriteit aardgasbedrijven verzoeken om de in lid 1 bedoelde informatie of om aanvullende informatie, waaronder contractuele informatie, die noodzakelijk is om de algemene situatie inzake gastoevoer in de lidstaat of in andere lidstaten te beoordelen. De Commissie kan de door de aardgasbedrijven verstrekte informatie opvragen bij de bevoegde autoriteiten. De Commissie en de bevoegde autoriteiten leggen geen onnodige administratieve lasten op en hoeden zich in het bijzonder voor duplicatie van verplichtingen inzake de openbaarmaking van informatie. |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Indien de Commissie van oordeel is dat de gastoevoer in een regio of in de Unie in haar geheel wordt getroffen of kan worden getroffen, kan zij de bevoegde autoriteiten verzoeken de informatie te verzamelen die noodzakelijk is om de situatie inzake gastoevoer in de Unie te beoordelen, en deze aan haar voor te leggen De Commissie kan haar beoordeling voorleggen aan de Groep coördinatie gas. |
5. Indien de Commissie van oordeel is dat de gastoevoer in een regio of in de Unie in haar geheel wordt getroffen of kan worden getroffen, kan zij de bevoegde autoriteiten verzoeken de informatie te verzamelen die noodzakelijk is om de situatie inzake gastoevoer in de Unie te beoordelen, en deze aan haar voor te leggen. De Commissie legt haar beoordeling voor aan de Groep coördinatie gas. |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter a – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) aan de bevoegde autoriteiten, de volgende nadere gegevens met betrekking tot gasleveringscontracten met een duur van meer dan één jaar: |
(a) aan de bevoegde autoriteiten, en aan eventuele nationale regulerende instanties, de volgende nadere gegevens met betrekking tot gasleveringscontracten met een duur van meer dan één jaar: |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter a – sub v bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(v bis) de prijs; |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter a – punt vi | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(vi) de voorwaarden voor opschorting van gasleveringen. |
(vi) de voorwaarden voor heronderhandeling over en opschorting van gasleveringen. |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) aan de bevoegde autoriteit en aan de Commissie, onmiddellijk na de sluiting of wijziging van gasleveringscontracten met een looptijd van meer dan één jaar gesloten of gewijzigd na [PB: gelieve de datum van inwerkingtreding van deze verordening in te vullen] die individueel of gezamenlijk met andere contracten met dezelfde leverancier of dochterbedrijven daarvan meer 40 % van het jaarlijkse gasverbruik in de betrokken lidstaat verstrekken. De verplichting tot mededeling is niet van toepassing op wijzigingen die alleen betrekking hebben op de gasprijs. De verplichting tot mededeling is eveneens van toepassing op alle commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract. |
(b) aan de bevoegde autoriteit en aan de Commissie, onmiddellijk na de sluiting of wijziging van gasleveringscontracten met dezelfde leverancier uit een derde land of dochterbedrijven daarvan, met een looptijd van meer dan één jaar gesloten of gewijzigd na 20 maart 2015 die individueel of gezamenlijk met contracten van andere aardgasbedrijven op dezelfde markt met dezelfde leverancier of dochterbedrijven daarvan meer dan 40 % van de totale jaarlijkse gasinvoer uit derde landen naar de betrokken lidstaat verstrekken. De verplichting tot mededeling is eveneens van toepassing op de gasprijs. De verplichting tot mededeling is eveneens van toepassing op alle bestaande en nieuwe commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract. Hiertoe houden de nationale regulerende instanties toezicht op de structuur van het marktaanbod en informeren zij de desbetreffende aardgasbedrijven zodra de drempel van 40 % wordt overschreden. |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteit deelt de in punt a) van de eerste alinea vermelde gegevens elk jaar voor het einde van september mee aan de Commissie. |
De bevoegde autoriteit deelt de in punt a) van dit lid vermelde gegevens elk jaar voor het einde van september mee aan de Commissie. De Commissie rangschikt de verstrekte gegevens door lidstaten met soortgelijke patronen wat betreft leveranties uit derde landen te groeperen, teneinde benchmarks voor contracten op te stellen die door desbetreffende aardgasbedrijven kunnen worden gebruikt. |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Contracten met leveranciers uit EER-landen worden gevrijwaard van de in lid 6 voorziene kennisgevingsverplichting. |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 ter. De Commissie gebruikt de verzamelde gegevens om de gemiddelde gasprijs te berekenen die aardgasbedrijven in elke in bijlage I vastgelegde regio en in de Unie in haar geheel betalen. De verkregen resultaten worden tweejaarlijks openbaar gemaakt. |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. In gerechtvaardigde omstandigheden, wanneer de bevoegde autoriteit of de Commissie van oordeel is dat een niet onder lid 6, onder b), van dit artikel vallend gasleveringscontract de leveringszekerheid van een lidstaat, een regio of de Unie in haar geheel kan aantasten, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het aardgasbedrijf dat het contract heeft gesloten, werkzaam is of de Commissie het aardgasbedrijf verzoeken het contract over te leggen met het oog op de beoordeling van de effecten op de leveringszekerheid. Het verzoek kan ook betrekking hebben op andere commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract. |
7. In gerechtvaardigde omstandigheden, wanneer de bevoegde autoriteit of de Commissie van oordeel is dat een niet onder lid 6, onder b), van dit artikel vallend gasleveringscontract de gasleveringszekerheid van een lidstaat, een regio of de Unie in haar geheel kan aantasten, verzoekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het aardgasbedrijf dat het contract heeft gesloten, werkzaam is of de Commissie het aardgasbedrijf het contract over te leggen met het oog op de beoordeling van de effecten op de gasleveringszekerheid. Het verzoek kan ook betrekking hebben op andere commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract of commerciële overeenkomsten voor de ontwikkeling en exploitatie van infrastructuur. |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Uiterlijk ... [6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de bevoegde autoriteit maatregelen vast om boetes op te leggen aan aardgasbedrijven indien zij niet aan de leden 6 of 7 voldoen. Die sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. Indien de Commissie vaststelt dat de voorwaarden van een gasleveringscontract in strijd zijn met de bepalingen van deze verordening, kan zij overwegen een nadere procedure in te leiden, onder meer krachtens het mededingingsrecht van de Unie. De Commissie informeert het betrokken aardgasbedrijf en de desbetreffende bevoegde autoriteit over de onverenigbaarheid van de voorwaarden van het gasleveringscontract en de bepalingen van deze verordening en verzoekt deze voorwaarden van het contract te wijzigen. Het aardgasbedrijf of de desbetreffende bevoegde autoriteit stelt de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek van de wijziging op de hoogte of informeert de Commissie over de redenen waarom het/zij het niet eens is met het verzoek. Binnen drie maanden na ontvangst van het antwoord van het aardgasbedrijf dient de Commissie haar verzoek te wijzigen, in te trekken of te bevestigen. De Commissie motiveert haar besluit uitvoerig. [Zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de bevoegde autoriteit maatregelen vast om boetes op te leggen aan aardgasbedrijven indien zij niet aan het verzoek voldoen. Dergelijke boetes zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend met inachtneming van de omvang van de niet-naleving en de mogelijke voordelen die de desbetreffende aardgasbedrijven wellicht ten deel vallen als gevolg van de niet-naleving. |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De bevoegde autoriteiten en de Commissie waarborgen de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie. |
9. De bevoegde autoriteiten en de Commissie waarborgen de strikte vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie die op grond van de bepalingen van dit artikel beschikbaar wordt gesteld. |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te bevorderen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde instanties, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSO voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. |
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te bevorderen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde autoriteiten en eventuele nationale regulerende instanties, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSO voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) alle informatie die relevant is voor de gasleveringszekerheid op nationaal, regionaal en Unieniveau; |
(b) alle informatie die relevant is voor de gasleveringszekerheid op nationaal, regionaal en Unieniveau, alsook informatie en gegevens over uitgevoerde en geplande beleidslijnen en maatregelen aan de vraagzijde; |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) de coördinatie van de maatregelen als respons op een noodsituatie binnen de Unie, met derde landen die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap en met andere derde landen; |
(g) de coördinatie van de maatregelen als respons op een noodsituatie binnen de Unie, met de partijen bij de Energiegemeenschap en met andere derde landen; |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De tweede zin van artikel 3, lid 2, artikel 3, lid 6, artikel 4, leden 3, 4 en 6, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, onder d), artikel 7, lid 5, onder b) en e), artikel 8, lid 1, onder e), g) en i), artikel 8, lid 4, onder b) en c), artikel 9, lid 1, onder j) en m), artikel 9, lid 4, artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 5, en artikel 12 creëren verplichtingen voor de lidstaten ten aanzien van een partij bij de Energiegemeenschap indien de volgende procedure wordt gevolgd: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Op basis van de in artikel 7, lid 5, bedoelde beoordelingen trekt de Commissie indien passend conclusies over mogelijke middelen om de gasleveringszekerheid op het niveau van de Unie te versterken en brengt zij bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening, indien mogelijk met aanbevelingen ter verbetering van deze verordening. |
Op basis van de in artikel 7, lid 5, bedoelde beoordelingen trekt de Commissie indien passend conclusies over mogelijke middelen om de gasleveringszekerheid op het niveau van de Unie te versterken en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze verordening, indien nodig met een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening. |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Mededelingen |
Indiening van stukken |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De risico-evaluaties, de preventieve actieplannen, de noodplannen en alle andere documenten worden door de Commissie elektronisch meegedeeld door middel van CIRCABC-platform. |
De risico-evaluaties, de preventieve actieplannen, de noodplannen en alle andere documenten worden door de Commissie elektronisch ingediend via het CIRCABC-platform. |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Alle correspondentie in verband met een mededeling wordt elektronisch doorgezonden. |
Alle correspondentie in verband met de bepalingen van dit artikel wordt elektronisch doorgezonden. |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Bijlage II – punt 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Met "berekend gebied" wordt het door de bevoegde autoriteit vastgestelde geografische gebied bedoeld waarvoor de N-1-formule berekend wordt. |
Met "berekend gebied" wordt een geografisch vastgesteld gebied van een relevante markt bedoeld waarvoor de N-1-formule berekend wordt, als bepaald door de bevoegde autoriteit. |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Bijlage III – punt 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Om bidirectionele capaciteit op een interconnector in te stellen of uit te breiden, of om een vrijstelling van die verplichting te verkrijgen of te verlengen, dienen de transmissiesysteembeheerders aan beide zijden van de interconnector bij hun bevoegde autoriteiten (betrokken bevoegde autoriteiten) na overleg met alle transmissiesysteembeheerders langs de corridor voor gaslevering: |
1. Om bidirectionele capaciteit op een interconnector in te stellen of uit te breiden, of om een vrijstelling van die verplichting te verkrijgen of te verlengen, dienen de transmissiesysteembeheerders aan beide zijden van de interconnector bij hun bevoegde autoriteiten of hun regulerende instanties voorzover deze niet de bevoegde autoriteit is (tezamen in deze bijlage betrokken bevoegde autoriteiten genoemd) na overleg met alle transmissiesysteembeheerders langs de corridor voor gaslevering: |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Bijlage IV – afdeling 1 – punt 1.1 – letter e – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) Beschrijf de rol van de binnenlandse productie in de regio: |
(e) Beschrijf de rol van de binnenlandse productie in de regio, inclusief biogas: |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Bijlage IV – afdeling 1 – punt 1.1 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) Scenario's van de vraag naar gas, mede rekening houdend met het effect van energie-efficiëntiemaatregelen op het jaarlijkse totale eindverbruik van gas |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Bijlage IV – afdeling 1 – punt 1.2 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) Scenario's van de vraag naar gas, mede rekening houdend met het effect van energie-efficiëntiemaatregelen op het jaarlijkse totale eindverbruik van gas |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Bijlage V – afdeling 1 – punt 1.1 – letter e – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) Beschrijf de rol van de binnenlandse productie in de regio: |
(e) Beschrijf de rol van de binnenlandse productie in de regio, inclusief biogas: |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Bijlage V – afdeling 1 – punt 1.1 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) Beschrijf de rol van energie-efficiëntiemaatregelen en het effect ervan op het jaarlijkse eindverbruik van gas. |
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Bijlage V – afdeling 1 – punt 1.2 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) Beschrijf de rol van energie-efficiëntiemaatregelen en het effect ervan op het jaarlijkse eindverbruik van gas. |
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Bijlage V – punt 5 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) beschrijf andere maatregelen die zijn vastgesteld om andere redenen dan de risico-evaluatie, maar met positieve gevolgen voor de leveringszekerheid van de regio/lidstaat; |
(b) beschrijf andere maatregelen die zijn vastgesteld om andere redenen dan die zijn vastgesteld in de risico-evaluatie, maar met positieve gevolgen voor de leveringszekerheid van de regio/lidstaat; |
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Bijlage V – model 1 – punt 9 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) Beschrijf de gebruikte mechanismen voor de benutting van de technische en operationele expertise van het RCSG en het ENTSO voor gas. |
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Bijlage V – model 2 – punt 6 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) Beschrijf de ingestelde mechanismen voor samenwerking met het RCSG en het ENTSO voor gas. |
TOELICHTING
I. Inleiding
Met de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 994/2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG heeft de EU de eerste stap gezet in de richting van nauwere coördinatie tussen aardgasbedrijven, de lidstaten en de Europese Commissie bij hun respons op de transnationale uitdaging van gasleveringszekerheid.
De verordening uit 2010 was gebaseerd op de erkenning dat energiezekerheid een gedeelde bevoegdheid en verantwoordelijkheid is van de nationale autoriteiten en de EU, zoals wordt gesteld in artikel 194 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dit artikel voorziet in een gemeenschappelijk energiebeleid gebaseerd op het beginsel van solidariteit en is gericht op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening.
De verordening van 2010 kwam overeen met het reeds lang door het Parlement geuite standpunt en zijn oproep om het regelgevingskader aan te vullen en de noodzakelijke infrastructuur van de interne energiemarkt te voltooien met bepalingen die, in een geest van solidariteit, gemeenschappelijke mechanismen zouden bevorderen om externe verstoringen van de levering te voorkomen en hierop in te springen. Dit was eens te meer belangrijk in de context van de toenemende afhankelijkheid van de EU van gasinvoer, alsook herhaaldelijke verstoringen van de gaslevering vanuit Rusland, met ernstige gevolgen voor de levering aan diverse EU-lidstaten.
De gascrises van 2006 en 2009, evenals de crisis die in 2014 volgde, veroorzaakten onzekerheid over de gaslevering. Deze crises zorgden ervoor dat energiezekerheid een centraal element van de EU-beleidsvorming werd en een van de belangrijkste doelstellingen van de strategie voor de energie-unie, die de Europese Commissie op 25 februari 2015 heeft aangenomen.
De verordening van 2010 bleek van essentieel belang voor de verbetering van de energiezekerheid in Europa. Tegelijkertijd erkent de rapporteur, gezien de resultaten van de stresstests die na opeenvolgende leveringscrises zijn uitgevoerd, het verslag inzake de tenuitvoerlegging van de verordening van 2010 en de in 2015 door de Commissie uitgevoerde openbare raadpleging, dat een benadering op landenniveau ontoereikend is gebleken om de regionale ongelijkheden en het grensoverschrijdende karakter van gaslevering aan te pakken. Die nopen tot versterkte, op solidariteit gebaseerde mechanismen in antwoord op verstoringen van de levering. De rapporteur is van mening dat voor het wegnemen van resterende obstakels tussen de lidstaten, de verlaging van preventiekosten en maximalisering van de doeltreffendheid van risicobeperking meer samenwerking, coördinatie en transparantie noodzakelijk zijn, in het bijzonder gezien de voortdurende integratie van de gasmarkten van de EU en de op corridors gebaseerde benadering van gaslevering en bidirectionele stromen.
De rapporteur is ingenomen met het initiatief van de Commissie op de verordening van 2010 te herzien. Het betreft een van de belangrijkste wetgevende maatregelen in het kader van de energie-unie, waar het Parlement in zijn resolutie van 15 december 2015 getiteld "Op weg naar een Europese energie-unie" ook op had aangedrongen. Hij is verheugd over de algemene benadering van de Commissie waarbij bestaande mechanismen worden versterkt teneinde de energiezekerheid van de EU verder te vergroten.
II. Belangrijkste door de rapporteur vastgestelde punten
II.1. Regionale benadering met noodaanvoercorridors
De rapporteur is van mening dat de transnationale aard van gaslevering, aangetoond door het feit dat 90 % van het gas dat door Europa stroomt ten minste één nationale grens overschrijdt, en het hieruit voortvloeiende risico op internationale overloopeffecten als gevolg van verstoringen van de gasaanvoer, mogelijk brede samenwerking vereisen met een sterkere coördinerende rol van de Commissie. Dit is in het voorbije decennium in het kader van talrijke beleidsinitiatieven voorgesteld en herhaaldelijk door het Parlement ondersteund. Deze initiatieven omvatten onder meer de Europese Energiegemeenschap die de rapporteur samen met Jacques Delors, voormalig voorzitter van de Commissie, heeft voorgesteld en, uiteindelijk de strategie voor de energie-unie.
Hoewel hij een groot voorstander is van een Uniebrede en mogelijk tevens pan-Europese benadering, houdt de rapporteur rekening met de bevindingen van de effectbeoordeling ten aanzien van de nieuwe verordening. De Commissie heeft vier mogelijke scenario´s vergeleken variërend van elementair (geen verdere actie op EU-niveau), via een niet-wetgevingsoptie (betere tenuitvoerlegging en niet-bindende maatregelen), tot wetgevingsopties die voorzien in twee vormen van versterkte coördinatie in verschillende mate en, ten slotte, volledige harmonisering op EU-niveau. Uit analyse van de scenario's bleek dat versterkte coördinatie waarbij enkele beginselen en normen op EU-niveau worden vastgesteld, de beste optie is.
De rapporteur is van mening dat de regionale benadering ten aanzien van risico-evaluatie, evenals de ontwikkeling van preventie- en risicobeperkingsplannen een effectieve en efficiënte weg zijn om een aanzienlijk hoger niveau van energiezekerheid te bewerkstelligen. Hij is eveneens een warm voorstander van de harmonisering van templates en het mechanisme voor collegiale toetsing dat moet waarborgen dat in de respectievelijke regio´s overeengekomen oplossingen tezamen een effectief en verenigbaar Uniebreed energiezekerheidskader vormen.
Tegelijkertijd moeten de regio's met betrekking tot de gaslevering worden beschouwd als onafhankelijk wanneer het gaat om het voorkomen of beperken van een noodsituatie. Een instabiele energielevering in een land of regio beïnvloedt langs de aanvoercorridors de gehele EU. De lidstaten moeten natuurlijk niet slechts binnen de regio's samenwerken, maar het zou nuttig zijn een sterker Europees perspectief in het voorstel te integreren, hetgeen het mogelijk zou maken terug te grijpen op alle beschikbare voorraden en instrumenten van de bredere interne gasmarkt van de EU. Dit kan worden verwezenlijkt door op Unieniveau te voorzien in grondige analyses van de desbetreffende noodaanvoercorridors, gebaseerd op gemeenschappelijke gasvoorzieningsbronnen van een groep lidstaten.
De rapporteur is van mening dat met het oog op de energiezekerheid van een lidstaat of een groep lidstaten de noodaanvoercorridors kunnen voorzien in alle essentiële informatie en mogelijke maatregelen om lidstaten te helpen risico-evaluaties en regionale preventie- en noodplannen op te stellen, door informatie te verstrekken over beschikbare gashoeveelheden, mogelijke modaliteiten en bronnen voor gastoevoer naar lidstaten in een noodsituatie. Voortbouwend op de bestaande coördinatiemechanismen van ENTSOG zouden de noodaanvoercorridors een aanvulling moeten vormen op de regionale benadering, om zo fragmentatie te voorkomen, het Europees perspectief aanzienlijk te versterken en de efficiëntie bij het voorkomen van en reageren op noodsituaties te vergroten. Voorts is de rapporteur ervan overtuigd dat een verplichte evaluatie van gaslevering die niet beperkt blijft tot de regio's, de Unie en de lidstaten veel beter in staat zou stellen zich op een crisis voor te bereiden en sneller te reageren wanneer een crisis zich voordoet.
II.2. Solidariteitsmechanismen
De rapporteur is ingenomen met de invoering van de solidariteitsclausule als een juridisch bindend beginsel dat in laatste instantie kan worden toegepast. Hij onderstreept dat deze clausule niet moet worden beschouwd als een alternatief voor op de markt gebaseerde preventieve maatregelen waarover de interne gasmarkt van de EU beschikt noch in de plaats moet komen van de inspanningen van een land zelf om zijn weerbaarheid ten aanzien van verstoringen van de levering te vergroten door te streven naar diversifiëring van zijn leveranciers, aanvoerroutes en energiebronnen en zijn energie-efficiëntie te vergroten.
II.3. Informatie-uitwisseling
De rapporteur onderschrijft ten zeerste de redenering dat voor een continue energievoorziening een gelijk speelveld nodig is op het gebied van energiehandel voor bedrijven in de gehele Unie, waaronder energiebedrijven, hetgeen kan worden verwezenlijkt door middel van transparante vrijemarktregels waar alle ondernemingen en belanghebbenden van de leverings-, transmissie- en distributieketen zich aan moeten houden.
Hij erkent het belang van goede informatie-uitwisseling voor risico-evaluatie en het voorkomen of beperken van crisissituaties. De rapporteur ondersteunt bijgevolg het voorstel van de Commissie op grond waarvan bepaalde relevante contracten automatisch ter kennis van de Commissie en de bevoegde autoriteit moeten worden gebracht nadat zij zijn getekend of gewijzigd, evenals het prerogatief van de bevoegde autoriteit en de Commissie om, in naar behoren gemotiveerde gevallen, het aardgasbedrijf te verzoeken het contract over te leggen met het oog op de beoordeling van de effecten op de leveringszekerheid.
II.4. Beschermde afnemers
De rapporteur introduceert een Uniebrede harmonisatie van de definitie van beschermde afnemers. Dit zal helpen de verschillen tussen de lidstaten weg te nemen die wellicht een negatief effect op de leveringsnorm hebben, in het bijzonder wanneer ten aanzien van deze leveringsnorm niet op de markt gebaseerde maatregelen worden genomen, met negatieve gevolgen voor de interne markt en de voorzieningszekerheid van naburige lidstaten doordat de liquiditeit van de gasmarkten wordt verminderd, met name in gevallen van een krappe vraag-en-aanbod-situatie.
De rapporteur stelt voorts voor de lidstaten toe te staan prioriteit te geven aan bepaalde gasgestookte energiecentrales die cruciaal zijn voor de integriteit van het netwerk. Onder strikte omstandigheden zouden dergelijke energiecentrales voorrang moeten krijgen boven beschermde afnemers teneinde een black-out te voorkomen die de elektriciteitsvoorziening en mogelijk ook de gasvoorziening (indien gasinstallaties elektriciteit nodig hebben om te functioneren) aan alle beschermde afnemers zou belemmeren.
II.5. Inclusie van de Energiegemeenschap
De rapporteur ondersteunt ten zeerste de noodzaak om een gemeenschappelijk regelgevingskader te creëren op het gebied van energie, en in het bijzonder op het gebied van voorzieningszekerheid, tussen de EU en de verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap. Hij is daarom ingenomen met de benadering van de Commissie in het kader waarvan bepaalde bepalingen van de verordening (grensoverschrijdende consistentie van risico-evaluaties, preventieve actieplannen en noodplannen) worden uitgebreid tot de Energiegemeenschap, zodra de verdragssluitende partijen daarvan de desbetreffende juridische verplichtingen ten uitvoer leggen.
II.6. Gezamenlijke inkoop
De rapporteur heeft herhaaldelijk zijn steun uitgesproken voor gezamenlijke inkoop als een middel om de onderhandelingspositie van bedrijven, landen of regio's ten aanzien van externe leveranciers te versterken, om zo de energieprijzen voor de consument te verlagen en bij te dragen aan een op de markt en solidariteit gebaseerde voorzieningszekerheid. Het Parlement heeft in zijn resolutie getiteld "Op weg naar een Europese energie-unie" er eveneens op aangedrongen te kijken naar de wenselijkheid en mogelijke structuur van een gezamenlijke inkoopregeling op vrijwillige basis. De rapporteur blijft ervan overtuigd dat gezamenlijke inkoop op vrijwillige basis, waarvoor de eerste bottom-upinitiatieven reeds bestaan in de EU, moet worden opgenomen in de EU-wetgeving.
***
Niet alleen de voorzieningszekerheid van een specifieke energiebron staat hier op het spel, maar tevens
de algehele veiligheid van de EU, het economisch concurrentievermogen, de groei en nieuwe banen voor onze burgers. Deze kwestie is bovendien van belang voor ons ambitieuze klimaatbeleid en de betrekkingen met onze buurlanden. Bij de onderhandelingen over de nieuwe verordening moeten we alle bovengenoemde zaken in gedachte houden. De nieuwe verordening kan onze springplank worden naar veilige en duurzame groei en een gemeenschappelijk Europees succesverhaal worden waar decennia lang op kan worden voortgebouwd.
ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (14.9.2016)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
(COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD))
Rapporteur voor advies: Jacek Saryusz-Wolski
BEKNOPTE MOTIVERING
De Commissie heeft een voorstel ingediend bij het Parlement en de Raad dat ten doel heeft de veiligstelling van de gaslevering te waarborgen. De voorgestelde verordening is welkom en de nadruk op regionale samenwerking en veiligheidsmechanismen is in lijn met het feit dat er meer betrokkenheid nodig is op EU-niveau om verstoringen van de gaslevering te voorkomen.
Er is behoefte aan nauwere regionale samenwerking op het vlak van de informatiestromen over gasverstoringen en de vrijstellingen in de verordening voor beschermde afnemers. Dit laatste punt zou op regionaal niveau moeten worden geregeld om preventieve actieplannen en noodplannen inhoudelijk te verbeteren en te verduidelijken. Indien de regionale samenwerking echter gehinderd wordt door een gebrek aan overeenstemming tussen de lidstaten, moet de Commissie de mogelijkheid behouden een technisch en juridisch kader in te voeren voor de solidariteitsclausule, evenals de nodige risico-evaluatieplannen of samenwerkingsmechanismen.
De diversificatie van aanvoerroutes en energiebronnen als strategisch doel moet worden aangescherpt, indien nodig door middel van een vrijwillige bundeling van de vraag, in overeenstemming met de voorstellen van de Europese Raad. Met een dergelijk mechanisme kan de monopolistische hefboomwerking op minder concurrerende markten worden verminderd, indien de belanghebbende partijen besluiten samen te werken.
Het is wenselijk dat de landen van de Energiegemeenschap, indien zij voldoen aan de in artikel 15 vastgelegde vereisten, hier stelselmatig bij worden betrokken. De EU moet echter eveneens haar engagement met derde landen buiten dit kader versterken en externe instrumenten voor reactie op noodsituaties opzetten. Tijdens de deelname van de Commissie aan de onderhandelingen over het 'winterpakket' tussen Oekraïne en Rusland werd duidelijk hoe belangrijk dit is.
Het informatieuitwisselingsmechanisme zou een gelijk speelveld moeten waarborgen voor alle contracten boven een zekere absolute omvang, wat belangrijk is voor het functioneren van de interne energiemarkt als geheel, en niet alleen in de afzonderlijke landen. Het is niet logisch noch gerechtvaardigd om de omvang van de contracten in verband te brengen met de gasmarkten van afzonderlijke landen, terwijl er een interne energiemarkt voor de gehele EU wordt opgezet. De landengerelateerde relatieve verbruiksdrempel moet een aanvullende rol spelen, om de opname van contracten voor enkele niet-concurrerende kleinere markten en energie-eilanden zeker te stellen. Overeenkomstig artikel 13 voorgelegde overeenkomsten moeten niet alleen geanalyseerd worden, maar kunnen ook de nodige maatregelen vergen van de Commissie om ervoor te zorgen dat het verordeningsvoorstel wordt nageleefd.
AMENDEMENTEN
De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(1) Aardgas (gas) blijft een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie. Een groot deel van dat gas wordt in de Unie ingevoerd uit derde landen. |
(1) Aardgas (gas) blijft een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie. Een groot deel van dat gas wordt in de Unie ingevoerd uit derde landen, en sommige lidstaten zijn daarom grotendeels of volledig afhankelijk van gas dat geleverd wordt door derde landen met een monopolie. | ||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(2) Een ernstige verstoring van de gaslevering kan een negatief effect hebben op alle lidstaten, de Unie in haar geheel en de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, ondertekend te Athene op 25 oktober 2005. Ook kan de economie van de Unie ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers. |
(2) Een ernstige verstoring van de gaslevering, zelfs in één lidstaat, kan een negatief effect hebben op alle lidstaten, de Unie in haar geheel en de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, ondertekend te Athene op 25 oktober 2005. Ook kan de economie van de Unie ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers. | ||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van de gasbevoorrading. Deze doelstellingen moeten met de meest kosteneffectieve maatregelen worden bereikt en ook op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord. |
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van de gasbevoorrading. Deze doelstellingen moeten met de meest kosteneffectieve maatregelen worden bereikt, via evenredige en niet-discriminerende mechanismen, en ook op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord. | ||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(3 bis) Deze verordening wordt in een uitdagende tijd ten uitvoer gelegd, waarbij mondiale energiemarkten negatieve gevolgen ondervinden van de Russische invasie van Oekraïne en de annexatie van de Krim in 2014, verdere spanningen in het gebied rondom de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, de controle van Isis over de gas- en aardolievoorraden in de bezette gebieden en de spanningen tussen Saoedi-Arabië en Iran. | ||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(4) Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de situatie in de Unie gehad waar het erom gaat de aardgasvoorziening veilig te stellen, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. De lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn echter aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de leveringszekerheid verder te bevorderen. |
(4) Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de situatie in de Unie gehad waar het erom gaat de aardgasvoorziening veilig te stellen, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. Enkele lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn echter aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de leveringszekerheid verder te bevorderen. | ||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(5) In de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 201413 werden de effecten van een gedeeltelijke of volledige verstoring van de gastoevoer uit Rusland geanalyseerd en werd geconcludeerd dat zuiver nationale maatregelen, wegens de omvang daarvan die per definitie beperkt is, niet erg doeltreffend zijn in het geval van ernstige verstoring. De stresstest heeft aangetoond hoe in het scenario van zeer ernstige verstoringen de weerslag hiervan op de kwetsbaarste lidstaten aanzienlijk kan worden beperkt door een meer coöperatieve aanpak onder de lidstaten. |
(5) In de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 201413 werden de effecten van een gedeeltelijke of volledige verstoring van de gastoevoer uit Rusland geanalyseerd en werd geconcludeerd dat zuiver nationale maatregelen, wegens de omvang daarvan die per definitie beperkt is, en de ontoereikende coördinatie, met name op regionaal niveau, niet erg doeltreffend zijn in het geval van ernstige verstoring. De stresstest heeft aangetoond hoe in het scenario van zeer ernstige verstoringen de weerslag hiervan op de kwetsbaarste lidstaten aanzienlijk kan worden beperkt door een meer coöperatieve aanpak onder de lidstaten. | ||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||
13 COM(2014) 654 final. |
13 COM(2014) 654 final. | ||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(5 bis) Om de energievoorziening van de Europese Unie te waarborgen is het noodzakelijk energiebronnen te diversifiëren en nieuwe energie-interconnecties tussen de lidstaten tot stand te brengen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat de samenwerking inzake energiezekerheid met de buurlanden van de Unie, met strategische partners en ook tussen de EU-instellingen onderling wordt versterkt. | ||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(6) In de mededeling van de Commissie "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering"14 van februari 2015 wordt gewezen op het feit dat de Europese Unie berust op solidariteit en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening moet de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten bevorderen en moet leiden tot de invoering van maatregelen die daarvoor vereist zijn, en zal dus de weg effenen voor de invoering van de energie-unie. |
(6) In de mededeling van de Commissie "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering"14 van februari 2015 wordt gewezen op het feit dat de energie-unie berust op solidariteit en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening moet de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten bevorderen en moet leiden tot de invoering van maatregelen die daarvoor vereist zijn, en zal dus de weg effenen voor de invoering van de energie-unie. De Unie dient daarom alleen steun te verlenen aan op diversificatie gerichte projecten die volledig in lijn zijn met het recht en de beginselen van de Unie alsook met de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten van de Unie op de lange termijn. | ||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||
14 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, COM(2015) 80 final. |
14 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, COM(2015) 80 final. | ||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 6 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(6 bis) Om een stabiele, flexibele interne energiemarkt te creëren, moet er voor meer interactie tussen de elektriciteits- en gassystemen worden gezorgd zodat er in het geval van een onderbreking van de gastoevoer gebruik kan worden gemaakt van elektriciteit of andere alternatieve energiebronnen. | ||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(7) Een goed geoliede interne gasmarkt is de beste waarborg om de energievoorziening binnen de Unie veilig te stellen en om de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan de schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de levering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat de goede werking van de interne gasmarkt in het gedrang brengen en schade berokkenen aan gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten. Om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk een solidair en gecoördineerd antwoord op leveringscrisissen te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft. |
(7) Een goed geoliede interne gasmarkt is de beste waarborg om de energievoorziening binnen de Unie veilig te stellen en om de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan de schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de levering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat de goede werking van de interne gasmarkt in het gedrang brengen en schade berokkenen aan gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten. Om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk op het niveau van de Unie een solidair en gecoördineerd antwoord op leveringscrisissen te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft. | ||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(9) In een geest van solidariteit moet regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening zijn, om de relevante risico's in elke regio op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen te optimaliseren met het oog op de beperking van deze risico's, en om de meest kosteneffectieve maatregelen voor de Europese consumenten te kunnen invoeren. |
(9) In een geest van naleving van de beginselen van de markteconomie en solidariteit moet regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening zijn, om de relevante risico's in elke regio op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen te optimaliseren met het oog op de beperking van deze risico's, en om de meest kosteneffectieve maatregelen voor de Europese consumenten te kunnen invoeren. Solidariteit moet vorm krijgen op drie niveaus: op regionaal, interregionaal en EU-niveau. | ||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar en kunnen sociale bescherming nodig hebben. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers mag niet in strijd zijn met de Europese solidariteitsmechanismen. |
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar en kunnen sociale bescherming nodig hebben. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers mag niet in strijd zijn met de Europese solidariteitsmechanismen en moet op EU-niveau worden geharmoniseerd. | ||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(17) Door het evalueren van de risico's en het opstellen van preventieve en beperkende maatregelen op regionaal niveau aan te pakken moet het mogelijk worden de inspanningen te coördineren, hetgeen aanzienlijke voordelen oplevert, zodat de maatregelen hun effectiviteit niet missen en de middelen optimaal worden ingezet. Dit geldt vooral voor maatregelen om in zeer zware omstandigheden de continuïteit van de gasvoorziening voor beschermde afnemers te waarborgen, alsook voor maatregelen die bedoeld zijn om de gevolgen van een noodsituatie te beperken. Door de gecorreleerde risico's op regionaal niveau te evalueren, hetgeen meer omvattende en preciezere resultaten oplevert, zullen de lidstaten beter voorbereid zijn op een crisis. Voorts biedt een gecoördineerde en vooraf overeengekomen aanpak van de gasleveringszekerheid in een noodsituatie een consistente respons en wordt het risico beperkt dat zuiver nationale maatregelen negatieve overloopeffecten zouden hebben in naburige lidstaten. |
(17) Door het evalueren van de risico's en het opstellen van preventieve en beperkende maatregelen op regionaal niveau aan te pakken moet het mogelijk worden de inspanningen te coördineren, hetgeen aanzienlijke voordelen oplevert, zodat de maatregelen hun effectiviteit niet missen en de middelen optimaal worden ingezet. Dit geldt vooral voor maatregelen om in zeer zware omstandigheden de continuïteit van de gasvoorziening voor beschermde afnemers te waarborgen, alsook voor maatregelen die bedoeld zijn om de gevolgen van een noodsituatie te beperken. Door de gecorreleerde risico's op regionaal niveau te evalueren, hetgeen meer omvattende en preciezere resultaten oplevert, zullen de lidstaten beter voorbereid zijn op een crisis. Voorts biedt een gecoördineerde en vooraf overeengekomen aanpak van de gasleveringszekerheid in een noodsituatie een consistente respons en wordt het risico beperkt dat zuiver nationale maatregelen negatieve overloopeffecten zouden hebben in naburige lidstaten. De verantwoordelijkheid van de lidstaten voor hun nationale normen voor de leveringszekerheid mag echter niet in het gedrang komen door het volgen van de regionale aanpak. | ||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de omschrijving van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, marktontwikkelingen en marktrijpheid, bestaande structuren voor regionale samenwerking en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. |
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de omschrijving van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande corridors, interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, marktontwikkelingen en marktrijpheid, bestaande structuren voor regionale samenwerking en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. | ||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(21) Wanneer een algehele risico-evaluatie op regionaal niveau wordt voorbereid, moeten de bevoegde autoriteiten de natuurlijke, technologische, commerciële, financiële, sociale, politieke en marktgerelateerde risico's evalueren maar ook andere relevante risico's zoals, indien noodzakelijk, de risico's door verstoring van de toevoer bij de grootste afzonderlijke leverancier. Alle risico's moeten worden aangepakt met effectieve, proportionele en niet-discriminatoire maatregelen, die in het preventieve actieplan en in het noodplan moeten worden ontwikkeld. De resultaten van de risico-evaluaties moeten ook bijdragen tot de risico-evaluaties voor multirisicosituaties waarin artikel 6 van Besluit nr. 1313/2013/EU voorziet18. |
(21) Wanneer een algehele risico-evaluatie op regionaal niveau wordt voorbereid, moeten de bevoegde autoriteiten de natuurlijke, technologische, infrastructurele, commerciële, financiële, sociale, geostrategische, politieke en marktgerelateerde risico's evalueren maar ook andere relevante risico's zoals, indien noodzakelijk, de risico's door verstoring van de toevoer bij de grootste afzonderlijke leverancier. Alle risico's moeten worden aangepakt met effectieve, proportionele en niet-discriminatoire maatregelen, die in het preventieve actieplan en in het noodplan moeten worden ontwikkeld. De resultaten van de risico-evaluaties moeten ook bijdragen tot de risico-evaluaties voor multirisicosituaties waarin artikel 6 van Besluit nr. 1313/2013/EU voorziet18. | ||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||
18 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 24). |
18 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 24). | ||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten daarvan te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, moeten de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen opstellen, na overleg met belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen en de effecten daarvan beperken. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de Energie-unie. |
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten daarvan te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, moeten de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen opstellen, na overleg met belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Er moeten alternatieve routes en energieleveranciers worden vastgesteld en ontwikkeld, met name voor de lidstaten die afhankelijk zijn van één enkele leverancier. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen en de effecten daarvan beperken. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de energie-unie. | ||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moet een aanpak in twee stappen worden gevolgd om de solidariteit te versterken. In de eerste plaats moeten alle lidstaten die een hogere leveringsnorm hebben ingevoerd, deze verlagen tot de standaardwaarden om meer liquiditeit in de gasmarkt te brengen. Als in de eerste stap niet de noodzakelijke toevoer wordt gerealiseerd, moeten in de tweede plaats door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – verdere maatregelen in werking worden gesteld om de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarming te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijke en billijke compensatie van de aardgasbedrijven. |
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moet een aanpak in twee stappen worden gevolgd om de solidariteit te versterken. In de eerste plaats moeten alle lidstaten die een hogere leveringsnorm hebben ingevoerd, deze verlagen tot de standaardwaarden om meer liquiditeit in de gasmarkt te brengen. Als in de eerste stap niet de noodzakelijke toevoer wordt gerealiseerd, moeten in de tweede plaats door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – verdere maatregelen in werking worden gesteld om de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarming te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijke en billijke compensatie van de aardgasbedrijven. De Commissie moet er eveneens op toezien dat dominante gasleveranciers in een bepaalde regio hun positie niet misbruiken in strijd met de mededingingsregels van de Unie, waarbij met name gewezen moet worden op het rekenen van oneerlijke prijzen in de lidstaten. | ||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap, hetgeen zou leiden tot daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en bevordering van investeringen in de energiesector door nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve plannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 2014 melding gemaakt van de noodzaak de regels van de interne energiemarkt toe te passen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. |
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap en het toezien op de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en bevordering van investeringen in de energiesector door alle lidstaten van de Energiegemeenschap, met het oog op nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve plannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie van oktober 2014 over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem vermeld dat alle lidstaten van de Energiegemeenschap de overeenkomsten en regels van de interne energiemarkt volledig moeten toepassen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. | ||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 42 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(42) Aangezien gasleveringen uit derde landen cruciaal zijn voor de gasvoorzieningszekerheid binnen de Unie, moet de Commissie het optreden ten aanzien van derde landen coördineren en daarbij regelingen uitwerken met de derde landen die gas leveren en doorvoeren, om crisissituaties aan te pakken en een stabiele gasstroom naar de Unie te waarborgen. De Commissie moet gemachtigd worden een taskforce op te zetten om in crisissituaties de gasstromen naar de Unie te monitoren in overleg met de betrokken derde landen en om, wanneer er een crisis ontstaat ten gevolge van moeilijkheden in een derde land, op te treden als bemiddelaar en facilitator. |
(42) Aangezien gasleveringen uit derde landen cruciaal zijn voor de gasvoorzieningszekerheid binnen de Unie, moet de Commissie het optreden ten aanzien van derde landen coördineren en daarbij regelingen uitwerken met de derde landen die gas leveren en doorvoeren, om crisissituaties aan te pakken en een stabiele gasstroom naar de Unie te waarborgen. Dit kan worden bereikt wanneer het energie- en buitenlands beleid op consistente wijze worden gecoördineerd. De Commissie moet gemachtigd worden een taskforce op te zetten om met name in crisissituaties de gasstromen te monitoren in overleg met de betrokken derde landen en om, wanneer er een crisis ontstaat ten gevolge van moeilijkheden in een derde land, op te treden als bemiddelaar en facilitator. De Commissie moet actief betrokken blijven bij de hervatting van de trilaterale besprekingen met Gazprom en Oekraïne over de Russische gaslevering aan Oekraïne, om ervoor te zorgen dat de gaslevering uit Rusland aan Oekraïne niet langer meer gebruikt zal worden als wapen in het conflict tussen Rusland en Oekraïne en dat Oekraïne een betrouwbare gaspartner en doorvoerland blijft. | ||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 44 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(44) Door afzonderlijk te handelen kunnen de lidstaten de doelstelling van deze verordening, namelijk de gasvoorziening in de Unie waarborgen, niet op bevredigende wijze bereiken. Gelet op de schaal of de gevolgen van het optreden kan dit beter op het niveau van de Unie worden bereikt. Daarom kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(44) Door afzonderlijk te handelen kunnen de lidstaten de doelstelling van deze verordening, namelijk de gasvoorziening in de Unie waarborgen, niet op bevredigende wijze bereiken. Nationale risicobeoordelingen en -strategieën zijn ontoereikend. Gelet op de schaal of de gevolgen van het optreden kan dit beter op het niveau van de Unie worden bereikt. Daarom kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. | ||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 45 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld die erop gericht zijn de gasleveringszekerheid te waarborgen door de goede en continue werking van de interne markt voor aardgas („gas”) te verzekeren, door vaststelling van buitengewone maatregelen mogelijk te maken wanneer de markt niet langer in staat is de gevraagde hoeveelheid gas te leveren, en door te voorzien in een duidelijke omschrijving en toewijzing van verantwoordelijkheden aan aardgasbedrijven, de lidstaten en de Unie met betrekking tot preventieve acties en respons op concrete verstoringen van de levering. Deze verordening voorziet eveneens in transparante mechanismen, in een geest van solidariteit, voor coördinatie van de planning voor en de respons op een noodsituatie op lidstaatniveau, op regionaal niveau en op Unieniveau. |
Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld die erop gericht zijn de gasleveringszekerheid te waarborgen door de goede en continue werking van de interne markt voor aardgas („gas”) te verzekeren, door vaststelling van buitengewone maatregelen mogelijk te maken wanneer de markt niet langer in staat is de gevraagde hoeveelheid gas te leveren, en door te voorzien in een duidelijke omschrijving en toewijzing van verantwoordelijkheden aan aardgasbedrijven, de lidstaten en de Unie met betrekking tot preventieve acties en respons op concrete verstoringen van de levering. Deze verordening voorziet eveneens in transparante mechanismen, in een geest van solidariteit, voor coördinatie van de planning voor en de respons op een noodsituatie op lidstaatniveau, op regionaal niveau en op Unieniveau, met het oog op een sterkere energie-unie en meer energiezekerheid. | ||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 2 –alinea 2 –punt 1 – inleidende formule | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – letter a | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(a) kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat zij op het gasdistributienet of een essentiële sociale dienst zijn aangesloten, op een gasdistributie- of transmissienet zijn aangesloten en al deze ondernemingen of diensten samen niet meer dan 20 % van het totale jaarlijkse eindgebruik van gas in deze lidstaat vertegenwoordigen; |
(a) kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat zij op het gasdistributienet zijn aangesloten wanneer er sterke gronden zijn, of essentiële sociale diensten, op voorwaarde dat zij op een gasdistributie- of transmissienet zijn aangesloten, en op voorwaarde dat al deze ondernemingen of diensten samen niet meer dan 20 % van het totale jaarlijkse eindgebruik van gas in deze lidstaat vertegenwoordigen; | ||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
1 bis. Gasleveringszekerheid zorgt ook voor betaalbare energieprijzen voor burgers van de Unie, waarmee energiearmoede wordt tegengegaan. | ||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
3. Elke lidstaat stelt de Commissie onverwijld in kennis van de naam van de bevoegde autoriteit en van elke wijziging daarin. Elke lidstaat maakt de naam van de bevoegde autoriteit openbaar. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) | ||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – alinea 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. Elke lidstaat of, indien een lidstaat zo besluit, de bevoegde autoriteit, waarborgt dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen opdat, in het geval van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur, de technische capaciteit van de resterende infrastructuur, bepaald volgens de N–1-formule als bedoeld in punt 2 van bijlage I, in staat is om, onverminderd lid 2 van dit artikel, te voldoen aan de totale gasvraag van het berekende gebied gedurende een dag van uitzonderlijk hoge vraag die voorkomt met een statistische waarschijnlijkheid van eens in de 20 jaar. Dit doet niet af aan de verantwoordelijkheid van systeembeheerders om de overeenkomstige investeringen te verrichten en aan de verplichtingen van de transmissiesysteembeheerders als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG en Verordening (EG) nr. 715/2009. |
1. Elke lidstaat of de bevoegde autoriteit waarborgt dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen opdat, in het geval van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur, de technische capaciteit van de resterende infrastructuur, bepaald volgens de N–1-formule als bedoeld in punt 2 van bijlage I, in staat is om, onverminderd lid 2 van dit artikel, te voldoen aan de totale gasvraag van het berekende gebied gedurende een dag van uitzonderlijk hoge vraag die voorkomt met een statistische waarschijnlijkheid van eens in de 20 jaar. Dit doet niet af aan de verantwoordelijkheid van systeembeheerders om de overeenkomstige investeringen te verrichten en aan de verplichtingen van de transmissiesysteembeheerders als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG en Verordening (EG) nr. 715/2009. | ||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 6 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
6. Wanneer investeringen om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken of te verhogen niet nodig zijn voor de markt en voor deze investeringen in meer dan één lidstaat dan wel in één lidstaat ten behoeve van een andere lidstaat kosten worden gemaakt, beslissen de nationale regulerende instanties van alle betrokken lidstaten gezamenlijk over de kostentoewijzing alvorens enige investeringsbeslissing wordt genomen. Bij de kostentoewijzing wordt in het bijzonder rekening gehouden met de mate waarin de infrastructuurinvesteringen gunstig zijn om de leveringszekerheid van de betrokken lidstaten verhogen, alsmede met de investeringen die reeds in de betrokken infrastructuur zijn gedaan. |
6. Wanneer investeringen om permanente bidirectionele capaciteit mogelijk te maken of te verhogen niet nodig zijn voor de markt en voor deze investeringen in meer dan één lidstaat dan wel in één lidstaat ten behoeve van een andere lidstaat kosten worden gemaakt, beslissen de nationale regulerende instanties van alle betrokken lidstaten gezamenlijk over de kostentoewijzing alvorens enige investeringsbeslissing wordt genomen. Bij de kostentoewijzing wordt in het bijzonder rekening gehouden met de mate waarin de infrastructuurinvesteringen gunstig zijn om de leveringszekerheid van de betrokken lidstaten te verhogen, en met geostrategische en politieke uitdagingen, die kunnen leiden tot aanvullende installatiekosten voor de betrokken lidstaten, alsmede met de investeringen die reeds in de betrokken infrastructuur zijn gedaan. Er dient volledig gebruik te worden gemaakt van de beschikbare middelen om die investeringen te vergemakkelijken. | ||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 6 –lid 1 –inleidende formule | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken gezamenlijk een evaluatie op regionaal niveau op van alle risico’s voor de gasleveringszekerheid. In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals natuurrampen, technologische, commerciële, sociale, politieke en andere risico's. De risico-evaluatie wordt verricht: |
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken gezamenlijk en nadat zij verschillende belanghebbenden hebben geraadpleegd een alomvattende evaluatie op regionaal niveau op van alle risico's voor de gasleveringszekerheid. In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals natuurrampen, technologische, commerciële, sociale, politieke, economische en andere risico's. De risico-evaluatie wordt verricht: | ||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter b | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 5 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 7 –lid 1 –inleidende formule | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zoals vermeld in bijlage I zorgen gezamenlijk, na overleg met de aardgasbedrijven, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, en de nationale regulerende instantie wanneer de lidstaat niet de bevoegde instantie is, voor de opmaak van: |
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zoals vermeld in bijlage I zorgen gezamenlijk, na overleg met de aardgasbedrijven, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, en de nationale regulerende instantie wanneer de lidstaat niet de bevoegde instantie is, rekening houdende met de inhoud en structuur van nationale plannen en mechanismen, voor de opmaak van: | ||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – alinea 3 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter b | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(b) de definitie van beschermde afnemers in elke lidstaat van de regio en de informatie omschreven in artikel 5, lid 1, tweede alinea; |
(b) de definitie van beschermde afnemers in elke lidstaat van de regio en de informatie omschreven in artikel 5, lid 1, tweede alinea; de definitie van beschermde afnemers moet op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd; | ||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter e | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter b | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(b) worden de rol en de verantwoordelijkheden van aardgasbedrijven en industriële gasafnemers, waaronder betrokken elektriciteitsproducenten, omschreven rekening houdend met de mate waarin zij worden getroffen door eventuele verstoringen van de gaslevering, alsmede hun interactie met de bevoegde autoriteiten en in voorkomend geval de nationale regulerende instanties op elk van de in artikel 10, lid 1, gedefinieerde crisisniveaus; |
(b) worden de rol en de verantwoordelijkheden van aardgasbedrijven en industriële gasafnemers, waaronder betrokken elektriciteitsproducenten, duidelijk omschreven rekening houdend met de mate waarin zij worden getroffen door eventuele verstoringen van de gaslevering, alsmede hun interactie met de bevoegde autoriteiten en in voorkomend geval de nationale regulerende instanties op elk van de in artikel 10, lid 1, gedefinieerde crisisniveaus; | ||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter e | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(e) worden in voorkomend geval de maatregelen en acties aangewezen die noodzakelijk zijn om de mogelijke effecten van verstoringen van de gaslevering voor stadsverwarming en voor de opwekking van elektriciteit uit gas te matigen; |
(e) worden in voorkomend geval de maatregelen en acties aangewezen die noodzakelijk zijn om de mogelijke effecten van verstoringen van de gaslevering voor stadsverwarming en voor de opwekking van elektriciteit uit gas te matigen, rekening houdend met specifieke regionale kenmerken; | ||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter h | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 5 bis (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 – alinea 2 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen tussen de lidstaten die onderling rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en worden beschreven in de noodplannen van hun respectieve regio's. Deze regelingen hebben onder meer betrekking op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder bidirectionele capaciteit, gasvolumes en de dekking van compensatiekosten Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. |
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen op regionaal en interregionaal niveau en worden beschreven in de noodplannen. Deze regelingen hebben onder meer betrekking op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder bidirectionele capaciteit, gasvolumes en de gedeelde verantwoordelijkheid voor compensatiekosten. Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. Die gasprijzen, compensatiekosten en mechanismen worden regelmatig opnieuw bezien. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. De Commissie komt uiterlijk 31 maart 2019 met richtsnoeren en een lijst van optimale werkmethoden ten behoeve van deze regelingen. | ||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 6 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter a – punt vi | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter b | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 9 bis (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – punt 9 ter (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te bevorderen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde instanties, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSO voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. |
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te verbeteren. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde instanties, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSO voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. | ||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 15 –lid 1 –inleidende formule | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. De tweede zin van artikel 3, lid 2, artikel 3, lid 6, artikel 4, leden 3, 4 en 6, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, onder d), artikel 7, lid 5, onder b) en e), artikel 8, lid 1, onder e), g) en i), artikel 8, lid 4, onder b) en c), artikel 9, lid 1, onder j) en m), artikel 9, lid 4, artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 5, en artikel 12 creëren verplichtingen voor de lidstaten ten aanzien van een partij bij de Energiegemeenschap indien de volgende procedure wordt gevolgd: |
1. De tweede zin van artikel 3, lid 2, artikel 3, lid 6, artikel 4, leden 3, 4 en 6, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, onder d), artikel 7, lid 5, onder b) en e), artikel 8, lid 1, onder e), g) en i), artikel 8, lid 4, onder b) en c), artikel 9, lid 1, onder j) en m), artikel 9, lid 4, artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 5, en artikel 12 creëren wederzijdse verplichtingen tussen de lidstaten en de partij bij de Energiegemeenschap indien de volgende procedure wordt gevolgd: | ||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
Op basis van de in artikel 7, lid 5, bedoelde beoordelingen trekt de Commissie indien passend conclusies over mogelijke middelen om de gasleveringszekerheid op het niveau van de Unie te versterken en brengt zij bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening, indien mogelijk met aanbevelingen ter verbetering van deze verordening. |
Op basis van de in artikel 7, lid 5, bedoelde beoordelingen trekt de Commissie conclusies over mogelijke middelen om de gasleveringszekerheid op het niveau van de Unie te versterken en brengt zij bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening, met aanbevelingen ter verbetering van deze verordening. |
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ITRE 7.3.2016 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFET 7.3.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Jacek Saryusz-Wolski 15.3.2016 |
||||
Behandeling in de commissie |
14.6.2016 |
30.8.2016 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
12.9.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
41 6 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Nikos Androulakis, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Arnaud Danjean, Georgios Epitideios, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Afzal Khan, Eduard Kukan, Ilhan Kyuchyuk, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Andrejs Mamikins, Ramona Nicole Mănescu, David McAllister, Javier Nart, Demetris Papadakis, Alojz Peterle, Tonino Picula, Kati Piri, Cristian Dan Preda, Sofia Sakorafa, Jacek Saryusz-Wolski, Jaromír Štětina, Charles Tannock, Miguel Urbán Crespo, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Reinhard Bütikofer, Othmar Karas, Javi López, Jean-Luc Schaffhauser, Traian Ungureanu |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Heidi Hautala |
||||
ADVIES namens de Commissie regionale ontwikkeling (14.9.2016)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
(COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD))
Rapporteur voor advies: Tomasz Piotr Poręba
KORTE TOELICHTING
Sinds de vaststelling van Verordening 994/2010 heeft de EU voortgang geboekt bij het integreren van de interne gasmarkt en daarmee de weg vrijgemaakt voor nieuwe oplossingen aan de hand waarvan de levering binnen de gemeenschappelijke markt veiliggesteld kan worden. De ervaring heeft echter uitgewezen dat regelmatig terugkerende gascrises in Europa niet alleen afzonderlijke lidstaten treffen, maar repercussies hebben voor de hele EU, en voor elke schakel van de toeleveringsketen. Desondanks is het samenwerkingsniveau tussen de lidstaten dikwijls onvoldoende gebleken.
De huidige regels voorzien slechts in een minimaal beschermingsniveau voor de nationale gasmarkten, waarbij de lidstaten gevrijwaard blijven van incidenten van technische aard of van incidenten die voortkomen uit schokken aan de vraagzijde, maar zij bieden geenszins een oplossing voor het belangrijkste regionale probleem, te weten het politieke risico.
Bovendien hebben de politieke spanningen die Rusland heeft veroorzaakt in de betrekkingen met Oekraïne een andere visie in de EU op de veiligstelling van gasleveringen noodzakelijk gemaakt. De daaruit voortvloeiende voortdurende onzekerheid over gasleveringen dwingt ons maatregelen te nemen zodat wij het huidige veiligheidsniveau van gasleveringen in de EU kunnen beoordelen en manieren kunnen vinden om dit te verbeteren.
De rapporteur is daarom ingenomen met de nieuwe benadering van veiligstelling van de levering en met de voorstellen om nieuwe, uitgebreidere mechanismen voor samenwerking tussen de lidstaten in te voeren. Bijzondere aandacht verdienen de voorstellen voor toepassing van het solidariteitsbeginsel, versterking van de risicobeoordelingen en nationale en regionale planning.
De rapporteur is ervan overtuigd dat het oprichten van regionale groepen binnen de EU de samenwerking en solidariteit tussen de lidstaten kan versterken, de veiligstelling van de gaslevering aan de EU kan verbeteren, en tevens de effectiviteit van de verordening kan vergroten.
De tot dusver toegepaste niet-verplichte bottum-upbenadering van regionale samenwerking is in de praktijk ineffectief gebleken. Er bestaan nog altijd serieuze beperkingen bij de samenwerking tussen de lidstaten die verband houden met het ontbreken van mogelijkheden voor samenwerking op transnationaal niveau. Het voorstellen van transparante criteria voor het definiëren van regio's en specifieke samenwerkingsmechanismen zal zeker diversificatie brengen in de leveringsbronnen en -routes, hetgeen cruciaal is wanneer zich een noodgeval voordoet.
Een regionale benadering is tevens belangrijk omdat de weerslag van potentiële crisissituaties in de diverse EU-landen evenwichtig moet worden afgewenteld. Een grote verstoring van gasleveringen uit het oosten heeft aanzienlijke gevolgen voor de hele EU, maar de last van de crisis is onevenredig verdeeld.
In geval van een tekort aan gas zal versterkte regionale coördinatie in combinatie met uniforme normen voor levering en infrastructuur die zijn vastgesteld op EU-niveau de lidstaten echter de middelen in handen geven waarmee zij de gevolgen van een crisis kunnen ondervangen die wordt veroorzaakt door verstoringen in het toeleveringssysteem of door een uitzonderlijk hoge vraag.
Een grotere veerkracht van de regio's bij verstoringen van de toelevering als gevolg van politiek handelen zal de veerkracht van de EU als geheel doen toenemen in geval van verstoringen van de levering van aardgas, waarbij uitgebreidere regionale samenwerking en gebruikmaking van crisisresponsmechanismen die zijn gebaseerd op gezamenlijk opgestelde risicobeoordelingen de lidstaten voorzien van de middelen waarmee zij zich kunnen voorbereiden op een eventueel gastekort.
Tevens benadrukt de rapporteur dat het solidariteitsbeginsel een grote rol speelt door de invoering van een mechanisme waarmee prioritaire leveringen aan huishoudens, verwarmingsinstallaties en essentiële sociale diensten (bijvoorbeeld ziekenhuizen en scholen) gegarandeerd zijn in de lidstaten die te maken hebben met een gasleveringscrisis, zelfs wanneer een geringer gasverbruik in een ander land de prijs daarvoor is.
De rapporteur is van mening dat wij erin zullen slagen mechanismen in te voeren waarmee leveringen van de vereiste hoeveelheid aardgas aan de lidstaten die de noodtoestand hebben uitgeroepen, gegarandeerd kunnen worden.
AMENDEMENTEN
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Aardgas (gas) blijft een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie. Een groot deel van dat gas wordt in de Unie ingevoerd uit derde landen. |
(1) Aardgas (gas) is een belangrijke component van de energievoorziening van de Unie in de overgangsfase naar een steeds groter aandeel van energie die uit hernieuwbare energiebronnen wordt opgewekt. Een groot deel van dat gas wordt in de Unie ingevoerd uit derde landen. Daarom moet de leveringszekerheid van gas op Unieniveau naar voren worden gebracht als een gezamenlijke oplossing die effectievere waarborgen zal opleveren zonder dat de interne energiemarkt wordt ondermijnd en andere landen negatieve gevolgen ondervinden. Het huidige politieke klimaat in relatie tot bepaalde derde landen biedt evenwel geen garantie voor betrouwbare en continue leveringen, noch voor de energiezekerheid van de EU en haar lidstaten, waardoor meer diversificatie uit derde landen en interconnecties tussen de lidstaten nodig zijn. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Een ernstige verstoring van de gaslevering kan een negatief effect hebben op alle lidstaten, de Unie in haar geheel en de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, ondertekend te Athene op 25 oktober 2005. Ook kan de economie van de Unie ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers. |
(2) Een ernstige verstoring van de gaslevering kan een negatief effect hebben op alle lidstaten, de Unie in haar geheel en de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, ondertekend te Athene op 25 oktober 2005. Ook kunnen de economie en de veiligheid van de Unie ernstige schade ondervinden en kunnen de sociale gevolgen aanzienlijk zijn, vooral voor kwetsbare groepen van afnemers, zoals installaties met een continu debiet, met name in landen die afhankelijk zijn van een enkele dominante leverancier. Het is daarom van cruciaal belang te zorgen voor diversificatie van energiebronnen, leveranciers en aanvoerroutes om in eerste instantie dergelijke situaties te voorkomen en om de effecten van onvermijdelijke verstoringen tot een minimum te beperken. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van de gasbevoorrading. Deze doelstellingen moeten met de meest kosteneffectieve maatregelen worden bereikt en ook op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord. |
(3) Deze verordening moet ervoor zorgen dat alle noodzakelijke niet-discriminerende maatregelen worden genomen om ononderbroken leveringen van gas in heel de Unie veilig te stellen, met name voor beschermde afnemers in het geval van moeilijke weersomstandigheden of verstoring van de gasbevoorrading. Deze doelstellingen moeten met de meest kosteneffectieve intra- en interregionale maatregelen worden bereikt, op zodanige wijze dat de energiemarkten niet worden verstoord en dat het aanvoerniveau met minimale schade voor installaties met een continu debiet niet wordt aangetast. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de bredere context van de gasleveringszekerheid, die ook kan worden bereikt door betere diversificatie van leveringen uit derde landen, nieuwe energie-interconnecties tussen de lidstaten en het gebruik van alternatieve energiebronnen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat de samenwerking inzake energiezekerheid met de buurlanden van de Unie en met strategische partners onderling wordt versterkt. Dit vormt een aanvulling op maatregelen van de Unie met inbegrip van financiering ter verhoging van de energie-efficiëntie. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de situatie in de Unie gehad waar het erom gaat de aardgasvoorziening veilig te stellen, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. De lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn echter aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de leveringszekerheid verder te bevorderen. |
(4) Bestaande Uniewetgeving, met name de desbetreffende onderdelen van het derde energiepakket en Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad, heeft reeds een aanzienlijke positieve impact op de situatie in de Unie gehad waar het erom gaat de aardgasvoorziening veilig te stellen, zowel wat risicobeperking als wat paraatheid betreft. De lidstaten zijn beter voorbereid op een crisis in de gasvoorziening nu zij verplicht zijn plannen op te maken, onder meer met het oog op preventie en in geval van noodsituaties, en zij zijn nu beter beschermd omdat zij moeten voldoen aan een aantal verplichtingen inzake infrastructuurcapaciteit en gaslevering. In het verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 994/2010 in oktober 2014 zijn echter aspecten aan het licht gekomen waar deze verordening verbeteringen zou kunnen brengen om de leveringszekerheid verder te bevorderen. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) Om de energievoorziening van de Unie te waarborgen is het noodzakelijk energiebronnen te diversifiëren en nieuwe energie-interconnecties tussen de lidstaten tot stand te brengen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat de samenwerking inzake energiezekerheid met de buurlanden van de Unie, met strategische partners en ook tussen de instellingen van de Unie onderling wordt versterkt. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) In de mededeling van de Commissie "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering"14 van februari 2015 wordt gewezen op het feit dat de Europese Unie berust op solidariteit en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening moet de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten bevorderen en moet leiden tot de invoering van maatregelen die daarvoor vereist zijn, en zal dus de weg effenen voor de invoering van de energie-unie. |
(6) In de mededeling van de Commissie "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering"14 van februari 2015 wordt gewezen op het feit dat de Europese Unie berust op solidariteit en vertrouwen, de noodzakelijke kenmerken van een veilige energievoorziening. Deze verordening moet de samenwerking, de solidariteit, het vertrouwen en de interconnecties tussen de lidstaten bevorderen en moet leiden tot de invoering van maatregelen die daarvoor vereist zijn, en zal dus de weg effenen voor de snelle totstandkoming en invoering van de energie-unie. |
__________________ |
__________________ |
14 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, COM(2015) 80 final. |
14 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, COM(2015) 80 final. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Een goed geoliede interne gasmarkt is de beste waarborg om de energievoorziening binnen de Unie veilig te stellen en om de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan de schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de levering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat de goede werking van de interne gasmarkt in het gedrang brengen en schade berokkenen aan gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten. Om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk een solidair en gecoördineerd antwoord op leveringscrisissen te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft. |
(7) Een goed geoliede interne gasmarkt onder toezicht van openbare regulerende instanties is de beste waarborg om de energievoorziening binnen de Unie veilig te stellen en om de blootstelling van afzonderlijke lidstaten aan de schadelijke effecten van verstoringen van de levering te temperen. Wanneer de continuïteit van de levering aan een lidstaat bedreigd wordt, bestaat het risico dat eenzijdige maatregelen van die lidstaat de goede werking van de interne gasmarkt in het gedrang brengen en schade berokkenen aan gasleveringen voor afnemers in andere lidstaten. Om de lidstaten in staat te stellen het hoofd te bieden aan een leveringstekort en om de werking van de interne gasmarkt mogelijk te maken, ook ingeval de gaslevering tekortschiet, is het noodzakelijk om op regionaal niveau en op Unieniveau een solidair en gecoördineerd antwoord op leveringscrisissen te garanderen, zowel wat preventieve actie als wat de respons op daadwerkelijke verstoringen van de levering betreft, met integratie van de energiemarkten van de regio's als resultaat. De Unie moet in dit opzicht zorgen voor diversificatie van energiebronnen, leveranciers en aanvoerroutes, aangezien dit een voorwaarde voor energiezekerheid is, en, onder meer door middel van financiering, steun verlenen aan op diversificatie gerichte projecten die volledig in lijn zijn met het recht en de beginselen van de Unie, alsook met de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten van de Unie op de lange termijn, zoals infrastructurele projecten. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Tot nog toe is het potentieel voor efficiëntere en minder dure maatregelen door regionale samenwerking nog niet ten volle geëxploiteerd. Dit heeft niet alleen te maken met een betere coördinatie van nationale beperkende maatregelen in noodsituaties maar ook met nationale preventieve maatregelen, zoals nationale opslag of beleidsmaatregelen met betrekking tot vloeibaar gas (LNG), die in bepaalde regio's strategisch belangrijk kunnen zijn. |
(8) Tot nog toe is het potentieel voor efficiëntere en minder dure maatregelen door regionale samenwerking nog niet ten volle geëxploiteerd, en is er behoefte aan een opvatting van regionale samenwerking, met de mogelijkheid om samenwerkingsmodellen op te zetten op basis van raadplegingen met de lidstaten, en daarbij rekening te houden met de energiedynamiek. Een betere coördinatie van nationale beperkende maatregelen in noodsituaties wordt aanbevolen, evenals een coördinatie met nationale preventieve maatregelen, zoals nationale opslag of beleidsmaatregelen met betrekking tot vloeibaar gas (LNG), die in bepaalde regio's strategisch belangrijk kunnen zijn, en een efficiënt gebruik van bestaande infrastructuur. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) In een geest van solidariteit moet regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening zijn, om de relevante risico's in elke regio op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen te optimaliseren met het oog op de beperking van deze risico's, en om de meest kosteneffectieve maatregelen voor de Europese consumenten te kunnen invoeren. |
(9) In een geest van solidariteit moet regionale samenwerking, zowel met openbare instanties als met aardgasbedrijven, het leidende beginsel van deze verordening zijn, om de relevante risico's in elke regio aan de hand van relevante analyses op te sporen en de voordelen van gecoördineerde maatregelen op lokaal, regionaal en grensoverschrijdend niveau te optimaliseren om deze risico's te beperken, de gasleveringszekerheid te consolideren, en om de meest kosteneffectieve maatregelen voor de Europese consumenten te kunnen invoeren. Regionale samenwerking moet de rol van de Unie verder versterken bij de ondersteuning van op grensoverschrijdende samenwerking gerichte inspanningen, en moet worden aangevuld met een sterker Unieperspectief, waarbij het mogelijk is gebruik te maken van alle beschikbare voorraden en instrumenten die op de volledige interne gasmarkt voorhanden zijn. Dit kan worden bevorderd door op Unieniveau te voorzien in grondige analyses van de desbetreffende noodaanvoercorridors, gebaseerd op gemeenschappelijke gasvoorzieningsbronnen voor een groep lidstaten. In het kader van regionale samenwerking kunnen de huidige en nieuwe infrastructuurprojecten worden ontwikkeld, zodat grensoverschrijdende interconnecties de gasleveringszekerheid verbeteren. Bij de vaststelling van de regionale groepen kan bovendien rekening worden gehouden met de opneming van toekomstige lidstaten die bij een uitbreidingsproces betrokken zijn. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar en kunnen sociale bescherming nodig hebben. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers mag niet in strijd zijn met de Europese solidariteitsmechanismen. |
(10) Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten leveren, zijn bijzonder kwetsbaar en moeten worden beschermd, onder meer tegen snel stijgende gasprijzen als gevolg van een crisis in de gasvoorziening. Een definitie van dergelijke beschermde afnemers moet zoveel mogelijk nader geharmoniseerd worden zonder dat de Europese solidariteitsmechanismen ondermijnd raken. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde nationale, regionale en lokale autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. |
(11) De gasleveringszekerheid is een verantwoordelijkheid die moet worden gedeeld door aardgasbedrijven, lidstaten, met name via hun bevoegde autoriteiten, en de Commissie, elk binnen zijn respectief gebied en bevoegdheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vereist zeer nauwe samenwerking tussen deze partijen. Afnemers die gas voor de opwekking van elektriciteit of voor industriële doeleinden gebruiken, kunnen echter ook een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de gasleveringszekerheid aangezien zij respons op een crisis kunnen bieden met maatregelen aan de vraagzijde, zoals energie-efficiëntie, contracten met een afschakelbaarheidsclausule en brandstofomschakeling, die het evenwicht tussen vraag en aanbod rechtstreeks beïnvloeden. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 18 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(18 bis) Met deze verordening dient rekening te worden gehouden, zowel wanneer operationele plannen voor het gebruik van financiering uit de ESI-fondsen als wanneer de financieringscriteria voor EFSI-projecten moeten worden vastgesteld. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de omschrijving van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, marktontwikkelingen en marktrijpheid, bestaande structuren voor regionale samenwerking en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. |
(19) Voor de toepassing van deze verordening moeten de volgende criteria in acht worden genomen bij de omschrijving van de regionale groepen: leveringspatronen, bestaande en geplande interconnecties en interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten, marktontwikkelingen en marktrijpheid, niveau van diversificatie van gasleveranciers en routes, bestaande structuren voor regionale samenwerking en het aantal lidstaten in een regio, dat beperkt zou moeten blijven zodat de groep qua omvang bestuurbaar blijft. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Om de regionale samenwerking werkbaar te maken moeten de lidstaten in elke regio een samenwerkingsmechanisme opzetten. Dit mechanisme of deze mechanismen moeten zo snel mogelijk worden ontwikkeld zodat de risico-evaluatie kan plaatsvinden en zinvolle plannen op regionaal niveau kunnen worden opgemaakt. Het staat de lidstaten vrij een samenwerkingsmechanisme af te spreken dat het meest geschikt is voor een bepaalde regio. De Commissie moet in het gehele proces een faciliterende rol spelen en beste praktijken met betrekking tot regionale samenwerking delen zoals roterende coördinatie binnen de regio voor het opstellen van de verschillende documenten of de oprichting van specifieke instanties. Indien er geen samenwerkingsmechanisme wordt afgesproken, kan de Commissie een passende regeling voor een bepaalde regio voorstellen. |
(20) Om de regionale samenwerking werkbaar te maken moeten de lidstaten op intra- en interregionaal niveau duidelijke administratieve mechanismen opzetten, die van toepassing zijn in noodsituaties en op grond waarvan de bevoegde autoriteiten maatregelen kunnen nemen. Dit mechanisme of deze mechanismen moeten zo snel mogelijk worden ontwikkeld en een hoge mate van transparantie hebben, zodat de risico-evaluatie kan plaatsvinden en zinvolle plannen op regionaal niveau kunnen worden opgemaakt, en onrechtmatige kosten voor de consumenten vermeden kunnen worden. Het staat de lidstaten vrij een samenwerkingsmechanisme af te spreken dat het meest geschikt is voor een bepaalde regio, en dit mechanisme kan worden geherconfigureerd in overeenstemming met de energiedynamiek. De Commissie moet in het gehele proces een normbepalende en faciliterende rol spelen en beste praktijken met betrekking tot regionale samenwerking delen zoals roterende coördinatie binnen de regio voor het opstellen van de verschillende documenten of de oprichting van specifieke instanties. Indien er geen samenwerkingsmechanisme wordt afgesproken, stelt de Commissie een passende regeling voor een bepaalde regio voor. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten daarvan te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, moeten de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen opstellen, na overleg met belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen en de effecten daarvan beperken. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de Energie-unie. |
(23) Om te zorgen voor een maximaal niveau van paraatheid en om verstoring in de aanvoer te voorkomen en de effecten daarvan te beperken indien deze zich ondanks alles toch zou voordoen, moeten de bevoegde autoriteiten van een bepaalde regio preventieve actieplannen en noodplannen opstellen, na overleg met belanghebbenden. In de regionale plannen moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke lidstaat. Ook moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de aardgasbedrijven en van de bevoegde autoriteiten hierin worden omschreven. Bij het opstellen van nationale maatregelen moeten de in de preventieve actieplannen en noodplannen vastgestelde regionale maatregelen volledig in aanmerking worden genomen. Dergelijke maatregelen moeten op een dusdanige wijze worden ontworpen dat de kansen en mogelijkheden die de regionale samenwerking aanbiedt, volledig worden benut. De plannen moeten een technische en operationele inhoud krijgen en hebben als functie dat zij het ontstaan of het escaleren van noodsituaties moeten helpen voorkomen, de effecten daarvan beperken en onrechtmatige kosten voor de consumenten voorkomen. De plannen moeten rekening houden met de veiligheid van elektriciteitssystemen en moeten consistent zijn met de strategische plannings- en rapportage-instrumenten van de Energie-unie. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Bij een aanvoercrisis moeten marktdeelnemers voldoende gelegenheid krijgen om een respons op de situatie te bieden met op de markt gebaseerde maatregelen. Indien de marktgebaseerde maatregelen uitgeput zijn en nog steeds niet volstaan, moeten de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten maatregelen nemen om de gevolgen van de aanvoercrisis op te heffen of af te zwakken. |
(25) Bij een aanvoercrisis moeten marktdeelnemers voldoende gelegenheid krijgen om een respons op de situatie te bieden met op de markt gebaseerde maatregelen. Indien de marktgebaseerde maatregelen niet op tijd zijn uitgevoerd of uitgeput zijn en nog steeds niet volstaan, moeten de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten maatregelen nemen om de gevolgen van de aanvoercrisis op te heffen of af te zwakken. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) Maatregelen aan de vraagzijde, zoals brandstofomschakeling of vermindering van gastoevoer naar grote industriële afnemers in een economisch efficiënte volgorde, kunnen nuttig zijn om de zekerheid veilig te stellen, indien dergelijke maatregelen als respons op een verstoring van de aanvoer snel kunnen worden ingevoerd en de vraag op ingrijpende wijze naar beneden halen. Er moet meer worden gedaan om efficiënt energiegebruik te bevorderen, vooral wanneer maatregelen aan de vraagzijde noodzakelijk zijn. Ingeval maatregelen aan vraag- of aanbodzijde worden voorgesteld, moeten de milieueffecten in aanmerking worden genomen en daarbij moet zoveel mogelijk de voorkeur worden gegeven aan maatregelen met de kleinste milieueffecten. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de leveringszekerheid en met aspecten met betrekking tot het concurrentievermogen. |
(28) Maatregelen aan de vraagzijde, zoals brandstofomschakeling of vermindering van gastoevoer naar grote industriële afnemers in een economisch efficiënte volgorde, kunnen nuttig zijn om de zekerheid veilig te stellen, indien dergelijke maatregelen als respons op een verstoring van de aanvoer snel kunnen worden ingevoerd en de vraag op ingrijpende wijze naar beneden halen. Er moet meer worden gedaan om efficiënt energiegebruik te bevorderen, vooral wanneer maatregelen aan de vraagzijde noodzakelijk zijn. Aan investeringen die bedoeld zijn om het potentieel aan hernieuwbare energie op lokaal niveau te benutten, dient voorrang te worden gegeven. Ingeval maatregelen aan vraag- of aanbodzijde worden voorgesteld, moeten de milieueffecten in aanmerking worden genomen en daarbij moet zoveel mogelijk de voorkeur worden gegeven aan maatregelen met de kleinste milieueffecten. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de leveringszekerheid en met aspecten met betrekking tot het concurrentievermogen. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) De preventieve actieplannen en noodplannen moeten regelmatig worden geactualiseerd en moeten worden bekendgemaakt. Zij moeten worden onderworpen aan collegiale toetsing ("peer review"). Met deze toetsing kunnen tegenstrijdigheden en maatregelen die de leveringszekerheid van andere lidstaten in gevaar kunnen brengen, in een vroeg stadium worden opgespoord en kan worden verzekerd dat de plannen van de onderscheiden regio's onderling consistent zijn. Lidstaten kunnen op die manier ook beste praktijken delen. |
(32) De regionale preventieve actieplannen en noodplannen moeten, in samenhang met hun tegenhangers op nationaal niveau, regelmatig worden geactualiseerd en moeten worden bekendgemaakt. Zij moeten worden onderworpen aan collegiale toetsing ("peer review"). Met deze toetsing kunnen tegenstrijdigheden en maatregelen die de leveringszekerheid van andere lidstaten in gevaar kunnen brengen, in een vroeg stadium worden opgespoord en kan worden verzekerd dat de plannen van de onderscheiden regio's onderling consistent zijn. Lidstaten kunnen op die manier ook beste praktijken delen. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moet een aanpak in twee stappen worden gevolgd om de solidariteit te versterken. In de eerste plaats moeten alle lidstaten die een hogere leveringsnorm hebben ingevoerd, deze verlagen tot de standaardwaarden om meer liquiditeit in de gasmarkt te brengen. Als in de eerste stap niet de noodzakelijke toevoer wordt gerealiseerd, moeten in de tweede plaats door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – verdere maatregelen in werking worden gesteld om de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarming te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijke en billijke compensatie van de aardgasbedrijven. |
(36) Zoals aangetoond is in de stresstest van oktober 2014, is solidariteit gebaseerd op regionale samenwerking noodzakelijk om de leveringszekerheid in de Unie te waarborgen en om de totale kosten tot een minimum te beperken. Deze solidariteit moet worden gedefinieerd op drie niveaus waarop maatregelen kunnen worden getroffen – het bilaterale of regionale, het interregionale en het Unieniveau – en mag niet alleen aan een afzonderlijke regionale groep worden overgelaten als een samenhangende en eenvormige aanpak op Unieniveau nodig is. Indien in een bepaalde lidstaat een noodsituatie wordt afgekondigd, moet een aanpak in twee stappen worden gevolgd om de solidariteit te versterken. In de eerste plaats moeten alle lidstaten die een hogere leveringsnorm hebben ingevoerd, deze verlagen tot de standaardwaarden om meer liquiditeit in de gasmarkt te brengen. Als in de eerste stap niet de noodzakelijke toevoer wordt gerealiseerd, moeten in de tweede plaats door aangrenzende lidstaten – zelfs als het voor hen geen noodsituatie betreft – verdere maatregelen in werking worden gesteld om de levering aan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarming te verzekeren in de lidstaat die de noodsituatie doormaakt. De lidstaten moeten de nadere inhoud van deze solidariteitsmaatregelen bepalen en omschrijven in hun noodplannen en daarbij zorgen voor een eerlijke en billijke compensatie van de aardgasbedrijven. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap, hetgeen zou leiden tot daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en bevordering van investeringen in de energiesector door nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve plannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 2014 melding gemaakt van de noodzaak de regels van de interne energiemarkt toe te passen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. |
(41) Een van de doelstellingen van de Unie is het versterken van de Energiegemeenschap, hetgeen zou leiden tot daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het energieacquis van de Unie, hervormingen van de energiemarkt en bevordering van investeringen in de energiesector door nauwere integratie van de energiemarkten van de Unie en van de Energiegemeenschap. Dit houdt ook in dat er een gemeenschappelijk crisisbeheer wordt ingevoerd met voorstellen voor preventieve plannen en noodplannen op regionaal niveau die ook de partijen bij de Energiegemeenschap omvatten. Daartoe moeten er prognoses worden gemaakt van het verbruik op regionaal niveau en van de beschikbare reserves, zodat het mogelijk is om de reactiecapaciteit in geval van een crisis te versterken. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem van oktober 2014 melding gemaakt van de noodzaak de regels van de interne energiemarkt toe te passen op de energiestroom tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap. Om te zorgen voor een efficiënt crisisbeheer aan grenzen tussen de lidstaten van de Unie en de verdragsluitende partijen moeten in dit verband, na vaststelling van een gezamenlijke akte, zodanige regelingen worden getroffen dat samenwerking met elke individuele verdragsluitende partij van de Energiegemeenschap kan plaatsvinden zodra de vereiste wederzijdse bepalingen zijn ingevoerd. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 43 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(43) Indien op grond van betrouwbare gegevens kan worden aangenomen dat een situatie buiten de Unie de leveringszekerheid van een of meerdere lidstaten bedreigt en mogelijkerwijs een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing tussen de Unie en een derde land in werking stelt, moet de Commissie onverwijld de Groep coördinatie gas inlichten en moet de Unie passende maatregelen nemen om te trachten de situatie te normaliseren. |
(43) Indien op grond van betrouwbare gegevens kan worden aangenomen dat een situatie buiten de Unie de leveringszekerheid van een of meerdere lidstaten bedreigt en mogelijkerwijs een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing tussen de Unie en een derde land in werking stelt, moet de Commissie onverwijld de Groep coördinatie gas inlichten en moet de Unie passende maatregelen nemen om te trachten de situatie te normaliseren. Op voorwaarde dat de situatie het toelaat en er een toereikende infrastructuur bestaat, kunnen de Commissie en de lidstaten derde landen in een crisis tijdelijk bijstand verlenen. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) „beschermde afnemers”, alle huishoudelijke, op een gasdistributienet aangesloten afnemers en daarnaast, als de betrokken lidstaat dat zo beslist, eventueel ook een van de volgende betekenissen: |
(1) "beschermde afnemers", alle huishoudelijke, op een gasdistributienet aangesloten afnemers en daarnaast, indien de bevoegde autoriteiten binnen iedere regio dat zo beslissen, eventueel ook een van de volgende betekenissen: |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat zij op het gasdistributienet of een essentiële sociale dienst zijn aangesloten, op een gasdistributie- of transmissienet zijn aangesloten en al deze ondernemingen of diensten samen niet meer dan 20 % van het totale jaarlijkse eindgebruik van gas in deze lidstaat vertegenwoordigen; |
Schrappen |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) "essentiële sociale dienst", een gezondheids-, nood- of veiligheidsdienst; |
(2) "essentiële sociale dienst", een gezondheids-, onderwijs-, kinderopvang-, nood- of veiligheids- en defensiedienst; |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) 'kleine en middelgrote onderneming': een entiteit die is verbonden met het transmissie- of distributienetwerk en waarvan de beschikbare of geplande capaciteit maximaal 5 MWh/h bedraagt; |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) 'bevoegde autoriteit': een nationale overheidsinstantie of een nationale regulerende instantie die is aangewezen als bevoegde autoriteit belast met de uitvoering van de in deze verordening vervatte maatregelen. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 2 – punt 3 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 quater) 'invoer uit derde landen': de invoer van gas uit derde landen die geen partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie verleent actief ondersteuning aan de diversificatie van leveringen uit derde landen, op het vlak van energiebronnen, gasleveranciers en gasroutes. Daartoe schept de Commissie de voorwaarden voor verbetering van de interconnecties van energie-infrastructuur tussen de lidstaten en voor de voltooiing van de gastransmissieroutes vastgesteld middels de prioritaire gascorridors in Verordening (EU) nr. 347/20131a (TEN-E-verordening); "Noodaanvoercorridors" is een concept dat de in bijlage I bij deze verordening bedoelde regionale benadering versterkt en aanvult, en betrekking heeft op gasaanvoerroutes van de Unie die zijn aangewezen om de lidstaten te helpen de effecten van mogelijke verstoring van levering en/of infrastructuur te verminderen. |
|
_________________ |
|
1 bis Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39). |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie coördineert in voorkomend geval het optreden van de bevoegde autoriteiten op regionaal en Unieniveau, overeenkomstig deze verordening, onder meer via de in artikel 14 bedoelde Groep coördinatie gas of de in artikel 11, lid 4, bedoelde crisismanagementgroep, met name in het geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau zoals gedefinieerd in artikel 11, lid 1. |
5. De Commissie coördineert het optreden van de bevoegde autoriteiten op regionaal en Unieniveau, overeenkomstig deze verordening, onder meer via de in artikel 14 bedoelde Groep coördinatie gas of de in artikel 11, lid 4, bedoelde crisismanagementgroep, met name in het geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau krachtens artikel 11, lid 1. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De in de preventieve actieplannen en in de noodplannen opgenomen maatregelen om de leveringszekerheid te waarborgen zijn duidelijk omschreven, transparant, evenredig, niet-discriminerend en verifieerbaar, verstoren de mededinging en de goede werking van de interne gasmarkt niet onnodig en brengen de gasleveringszekerheid van andere lidstaten of de Unie in haar geheel niet in gevaar. |
6. De preventieve regionale actieplannen en de noodplannen gaan uit van de nationale plannen voor gasleveringszekerheid. De in de preventieve regionaleactieplannen – in samenhang met hun tegenhangers op nationaal niveau – en in de noodplannen opgenomen maatregelen om de leveringszekerheid te waarborgen zijn duidelijk omschreven, transparant, evenredig, niet-discriminerend, verifieerbaar, duurzaam en in overeenstemming met de doelstellingen van de Unie op het gebied van klimaat en energie, verstoren de mededinging en de goede werking van de interne gasmarkt niet onnodig en brengen de gasleveringszekerheid van andere lidstaten, regio's of de Unie in haar geheel niet in gevaar. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) het vermogen te voorzien in de gasvraag van beschermde afnemers gedurende verstoring van de levering door de grootste gasleverancier; |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 7 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 18 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage I te wijzigen op basis van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde criteria indien de omstandigheden de noodzaak voor een wijziging in een regio rechtvaardigen. |
De samenstelling van de regio's kan worden herzien na afronding van een regionale risicobeoordeling, een preventief actieplan en een noodplan, en niet eerder dan in 2022. Een eventuele wijziging van de samenstelling van de regio's moet aan de hand van een herziening van deze verordening worden doorgevoerd. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De bevoegde autoriteit waarborgt dat nieuwe transmissie-infrastructuur bijdraagt tot de leveringszekerheid via de totstandbrenging van een goed verbonden net, in voorkomend geval ook dankzij een toereikend aantal grensoverschrijdende entry- en exitpunten, naargelang van de marktvraag en de aangewezen risico’s. De bevoegde autoriteit beoordeelt in de risico-evaluatie waar er interne knelpunten bestaan en of de nationale entrycapaciteit en infrastructuren, met name de transmissienetten, in staat zijn de nationale en grensoverschrijdende gasstromen aan te passen aan het scenario van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur op nationaal niveau en van de in de risico-evaluatie aangewezen grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang voor de regio. |
7 De bevoegde autoriteit waarborgt dat nieuwe transmissie-infrastructuur bijdraagt tot de leveringszekerheid via de totstandbrenging van een goed verbonden net, in voorkomend geval ook dankzij een toereikend aantal grensoverschrijdende entry- en exitpunten, naargelang van de marktvraag en de aangewezen risico’s. De bevoegde autoriteit beoordeelt in de risico-evaluatie waar er interne knelpunten bestaan en of de nationale entrycapaciteit en infrastructuren, met name de transmissienetten, in staat zijn de nationale en grensoverschrijdende gasstromen aan te passen aan het scenario van verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur op nationaal niveau en van de in de risico-evaluatie aangewezen grootste afzonderlijke gasinfrastructuur van gemeenschappelijk belang voor de regio. Tijdens een nationale of regionale noodsituatie, of tijdens een noodsituatie in de hele Unie, krijgen gasstromen via permanente bidirectionele capaciteit, opgezet om de leveringszekerheid in een lidstaat te versterken, prioriteit krijgen boven andere punten in het systeem. De bevoegde autoriteiten onderzoeken de mogelijkheid om de kansen te benutten die worden geboden door de CEF-energiefondsen en de algemene ESI-fondsen om energie-infrastructuur in de regio's en passende interconnecties voor die regio's te ontwikkelen. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit verplicht de door haar aangewezen aardgasbedrijven ertoe de nodige maatregelen te nemen om de gaslevering aan de beschermde afnemers van de lidstaat te waarborgen in elk van de volgende gevallen: |
1. De bevoegde autoriteit verplicht de aardgasbedrijven die aardgas leveren aan beschermde consumenten in de lidstaat, ertoe de nodige maatregelen te nemen om de gaslevering aan de beschermde afnemers van de lidstaat te waarborgen in elk van de volgende gevallen: |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 31 maart 2017 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun definitie van beschermde afnemers, de jaarlijkse volumes van gasverbruik van de beschermde afnemers en het percentage dat zij vertegenwoordigen in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas in deze lidstaat. Wanneer een lidstaat in haar definitie van beschermde afnemers de in de artikel 2, lid 1, onder a) en b), bedoelde categorieën opneemt, vermeldt zij in de kennisgeving aan de Commissie de verbruiksvolumes die overeenstemmen met de afnemers die tot deze categorieën behoren en het percentage dat elk van deze groepen afnemers vertegenwoordigt in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas. |
Uiterlijk op 31 maart 2017 stellen de bevoegde autoriteiten binnen elke regio de Commissie in kennis van de definitie van beschermde afnemers in die regio, de jaarlijkse en dagelijkse volumes van gasverbruik van de beschermde afnemers en het percentage dat zij vertegenwoordigen in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas in de respectieve lidstaten, alsook van de invloed die dit zou kunnen hebben op grensoverschrijdende stromen in de regio. Wanneer een lidstaat in haar definitie van beschermde afnemers de in de artikel 2, lid 1, onder a) en b), bedoelde categorieën opneemt, vermeldt zij in de kennisgeving aan de Commissie de verbruiksvolumes die overeenstemmen met de afnemers die tot deze categorieën behoren en het percentage dat elk van deze groepen afnemers vertegenwoordigt in het jaarlijkse totale eindverbruik van gas. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken gezamenlijk een evaluatie op regionaal niveau op van alle risico’s voor de gasleveringszekerheid. In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals natuurrampen, technologische, commerciële, sociale, politieke en andere risico's. De risico-evaluatie wordt verricht: |
1. De bevoegde autoriteiten van elke regio zoals vermeld in bijlage I maken gezamenlijk, op basis van een evaluatie van de risico's voor de afzonderlijke lidstaten in elke regio, een evaluatie op regionaal niveau op van alle risico’s voor de gasleveringszekerheid, waaronder de risicobeoordeling van elke lidstaat in de regio. In de evaluatie worden alle relevante risico's meegenomen, zoals natuurrampen, technologische, commerciële, sociale, politieke en andere risico's. De risico-evaluatie wordt met name verricht: |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter c – punt ii bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(ii bis) gebrek aan vermogen om te voorzien in de geschatte of berekende gasvraag van beschermde afnemers in de regio gedurende verstoring van de levering door de grootste leverancier; |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten binnen elke regio komen een samenwerkingsmechanisme overeen om de risico-evaluatie binnen de in lid 5 van dit artikel gestelde termijn te verrichten. De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas verslag uit over het afgesproken samenwerkingsmechanisme voor de risico-evaluatie 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de risico-evaluatie en de actualiseringen van de risico-evaluatie. De Commissie kan in het algemeen een faciliterende rol spelen bij het opstellen van de risico-evaluatie, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, kan de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio voorstellen. |
De bevoegde autoriteiten binnen elke regio komen een samenwerkingsmechanisme overeen om de risico-evaluatie binnen de in lid 5 van dit artikel gestelde termijn te verrichten. De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas verslag uit over het afgesproken samenwerkingsmechanisme voor de risico-evaluatie 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de risico-evaluatie en de actualiseringen van de risico-evaluatie. De Commissie speelt in het algemeen een faciliterende rol bij het opstellen van de risico-evaluatie, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, ontwikkelt de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De aardgasbedrijven, de industriële gasafnemers, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers vertegenwoordigen, alsmede de lidstaten en de nationale regulerende instantie, wanneer de lidstaat niet de bevoegde autoriteit is, werken samen met de bevoegde instanties en verstrekken desgevraagd alle nodige informatie voor de risico-evaluatie. |
4. De aardgasbedrijven, de industriële gasafnemers, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke, beschermde en industriële gasafnemers vertegenwoordigen, alsmede de lidstaten en de nationale regulerende instantie, wanneer de lidstaat niet de bevoegde autoriteit is, werken samen met de bevoegde instanties en verstrekken desgevraagd alle nodige informatie voor de risico-evaluatie. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De door alle lidstaten van de regio overeengekomen risico-evaluatie wordt uiterlijk 1 september 2018 voor de eerste maal aan de Commissie meegedeeld. De risico-evaluatie wordt om de vier jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. In de risico-evaluatie wordt rekening gehouden met de voortgang in de investeringen om aan de in artikel 4 gedefinieerde infrastructuurnorm te voldoen, en met specifieke nationale moeilijkheden die zich bij de toepassing van nieuwe alternatieve oplossingen hebben voorgedaan. Er wordt eveneens voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in de simulatie van de noodplannen bedoeld in artikel 9, lid 2. |
5. De door alle lidstaten van de regio overeengekomen risico-evaluatie wordt uiterlijk 1 september 2018 voor de eerste maal aan de Commissie meegedeeld. De risico-evaluatie wordt om de vier jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. In de risico-evaluatie wordt rekening gehouden met de voortgang in de investeringen om aan de in artikel 4 gedefinieerde infrastructuurnorm te voldoen, en met specifieke nationale moeilijkheden die zich bij de toepassing van nieuwe alternatieve oplossingen hebben voorgedaan. Er wordt eveneens voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in de simulatie van de noodplannen bedoeld in artikel 9, lid 2. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over de risico-evaluatie, stelt de Commissie in samenwerking met de bevoegde autoriteiten een risico-evaluatie voor die regio voor. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zoals vermeld in bijlage I zorgen gezamenlijk, na overleg met de aardgasbedrijven, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, en de nationale regulerende instantie wanneer de lidstaat niet de bevoegde instantie is, voor de opmaak van: |
1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van elke regio zoals vermeld in bijlage I zorgen gezamenlijk, na overleg met de aardgasbedrijven, de desbetreffende organisaties die de belangen van de huishoudelijke, beschermde en industriële gasafnemers, waaronder elektriciteitsproducenten, vertegenwoordigen, en de nationale regulerende instantie wanneer de lidstaat niet de bevoegde instantie is, voor de opmaak van een samenhangend kader op EU-niveau: |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) regelingen voor het delen van de kosten tussen lidstaten wanneer een klant in de ene lidstaat de negatieve invloed ondervindt van een verstoring in het gasverbruik en gedwongen is over te schakelen op andere brandstoffen (van gas naar olie in het geval van elektriciteitscentrales), gezien de beschermde leveringen aan klanten in de andere lidstaat. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Door de regionale preventie- en noodplannen te bundelen, ontwikkelt de Commissie, in samenspraak met de bevoegde autoriteiten, ACER en Entso-g, op Unieniveau een preventief actieplan en noodplan. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Doel van het preventieve actieplan en het noodplan is het in kaart brengen van risico's en van het potentieel in de Unie om deze risico's te beperken, het differentiëren van maatregelen tussen de respectieve regio's, alsmede het beoordelen van de specifieke behoeften van elke regio in vergelijking met andere regio's. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten in elke regio komen tijdig een samenwerkingsmechanisme overeen om de plannen op te maken en te zorgen voor de kennisgeving ervan, alsmede om kennis te geven van de geactualiseerde plannen. |
De bevoegde autoriteiten in elke regio komen tijdig en het beginsel van territoriale samenwerking in de Unie indachtig een samenwerkingsmechanisme overeen om de plannen op te maken en te zorgen voor de kennisgeving ervan, alsmede om kennis te geven van de geactualiseerde plannen. |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas regelmatig verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij het opstellen en goedkeuren van de preventieve actieplannen en de noodplannen. Met name rapporteren de bevoegde autoriteiten de Groep coördinatie gas over het afgesproken samenwerkingsmechanisme 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de plannen en de actualisering van de plannen. De Commissie kan in het algemeen een faciliterende rol spelen bij het opstellen van de plannen, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, kan de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio voorstellen. Zij zorgen voor regelmatig toezicht op de uitvoering van deze plannen. |
De bevoegde autoriteiten brengen bij de Groep coördinatie gas regelmatig verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij het opstellen en goedkeuren van de preventieve actieplannen en de noodplannen. Met name rapporteren de bevoegde autoriteiten de Groep coördinatie gas over het afgesproken samenwerkingsmechanisme 18 maanden vóór de termijn voor goedkeuring van de plannen en de actualisering van de plannen. De Commissie speelt in het algemeen een faciliterende rol bij het opstellen van de plannen, met name voor de oprichting van het samenwerkingsmechanisme. Indien de bevoegde autoriteiten binnen een regio geen overeenstemming bereiken over een samenwerkingsmechanisme, ontwikkelt de Commissie een samenwerkingsmechanisme voor die regio. Zij zorgen voor regelmatig toezicht op de uitvoering van deze plannen. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Op verzoek van de bevoegde autoriteit kunnen specifieke delen van de preventieve actieplannen en de noodplannen van openbaarmaking worden gevrijwaard. In een dergelijk geval verstrekt de desbetreffende bevoegde autoriteit de Commissie een uitgebreide samenvatting van de plannen om deze openbaar toegankelijk te maken. De uitgebreide samenvatting bevat ten minste alle voornaamste elementen van de plannen overeenkomstig bijlage V, teneinde marktdeelnemers voldoende informatie te verstrekken om aan de vereisten van deze verordening te voldoen. De volledige versies van de plannen worden ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteiten van andere regio's, de Commissie en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER). |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Het preventieve actieplan wordt na 1 maart 2019 om de vier jaar geactualiseerd, tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen of de Commissie hierom verzoekt. In het geactualiseerde plan wordt rekening gehouden met de geactualiseerde risico-evaluatie en met de resultaten van de tests die overeenkomstig artikel 9, lid 2, zijn verricht. Artikel 7, leden 3 tot en met 7, is van toepassing op het geactualiseerde plan. |
6. Het preventieve actieplan wordt na 1 maart 2019 ten minste om de vier jaar geactualiseerd, tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen of de Commissie hierom verzoekt. In het geactualiseerde plan wordt rekening gehouden met de geactualiseerde risico-evaluatie en met de resultaten van de tests die overeenkomstig artikel 9, lid 2, zijn verricht. Artikel 7, leden 3 tot en met 7, is van toepassing op het geactualiseerde plan. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) wordt omschreven welke bijdrage marktgebaseerde maatregelen leveren om respons te bieden in geval van een alarmsituatie en om de problemen op noodsituatieniveau te beperken; |
(h) wordt omschreven welke bijdrage marktgebaseerde maatregelen, zoals het lanceren van vrijwillige collectieve aankoop of het activeren van gemeenschappelijke virtuele gasreserves, leveren om respons te bieden in geval van een alarmsituatie en om de problemen op noodsituatieniveau te beperken; |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 – letter j bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(j bis) worden de procedures vastgesteld die moeten worden toegepast in geval van een verstoring van de gaslevering in verschillende lidstaten tegelijkertijd, alsook de compensatieprocedures uit hoofde van het solidariteitsbeginsel in geval van een vermindering van de voorraden in een lidstaat ten gevolge van diens eigen verbruik; |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de bevoegde autoriteit een van de in lid 1 bedoelde crisisniveaus afkondigt, stelt zij de Commissie daar onmiddellijk van op de hoogte en verstrekt zij haar alle nodige informatie, met name over stappen die zij voornemens is te ondernemen. In het geval van een noodsituatie die kan resulteren in een oproep tot bijstand van de Unie en de lidstaten, stelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de Commissie daarvan onverwijld in kennis. |
2. Wanneer de bevoegde autoriteit een van de in lid 1 bedoelde crisisniveaus afkondigt, stelt zij de Commissie en de bevoegde autoriteiten in de regio daar onmiddellijk van op de hoogte en verstrekt zij hun alle nodige informatie, met name over stappen die zij voornemens is te ondernemen. In het geval van een noodsituatie die kan resulteren in een oproep tot bijstand van de Unie en de lidstaten, stelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de Commissie daarvan onverwijld in kennis. |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Wanneer uit concrete, ernstige en betrouwbare informatie blijkt dat er zich een gebeurtenis kan voordoen die de leveringssituatie in een derde land aanzienlijk kan doen verslechteren (vroegtijdige waarschuwing), treft de Commissie in samenwerking met de derde landen externe maatregelen in overeenstemming met de prioriteiten die zijn opgenomen in de conclusies van de Raad van 20 juli 2015 over energiediplomatie, onder meer door raadplegingen op gang te brengen, bemiddelingsdiensten te verstrekken en waar nodig taakgroepen op te zetten. |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 bis (nieuw) |
|
Noodaanvoercorridors |
|
1. Vanaf 1 november 2017 voert het ENTSB voor gas de in dit artikel omschreven taken uit. |
|
2. Het verricht een Uniebrede simulatie met scenario's van verstoring van levering en infrastructuur. De scenario's worden door ENTSO voor gas omschreven in overleg met de Groep coördinatie gas. De bevoegde autoriteiten verstrekken ENTSB voor gas de nodige gegevens voor de simulaties, zoals dagelijkse piekvraagwaarden, interne productiecapaciteit en maatregelen aan de vraagzijde. |
|
In aanvulling op de in bijlage I bedoelde regionale benadering identificeert en evalueert het noodaanvoercorridors, waarlangs gas tussen verschillende regio's kan worden aangevoerd, teneinde fragmentatie van de interne gasmarkt te voorkomen. De resultaten van deze evaluatie en het voorstel inzake de noodaanvoercorridors worden besproken in de Groep Coördinatie gas. |
|
Deze Uniebrede simulatie en de noodaanvoercorridors worden om de drie jaar geactualiseerd tenzij de omstandigheden een hogere frequentie rechtvaardigen. |
|
3. Wanneer een of meer bevoegde autoriteiten een noodsituatie afkondigen, zorgen de lidstaten die aan de noodaanvoercorridors liggen ervoor dat alle essentiële informatie wordt verstrekt met betrekking tot de gasaanvoer, in het bijzonder beschikbare gashoeveelheden, mogelijke modaliteiten en bronnen voor gastoevoer naar de lidstaten die de noodsituatie hebben afgekondigd. Lidstaten die aan de noodaanvoercorridors liggen waarborgen dat er geen sprake is van maatregelen die de levering van gas aan de lidstaten die de noodsituatie hebben afgekondigd verhinderen. |
|
4. De Commissie wordt gemachtigd in overeenstemming met artikel 18 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de noodaanvoercorridors op te zetten. |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Op verzoek van een bevoegde autoriteit die een noodsituatie heeft afgekondigd, en na het onderzoek overeenkomstig artikel 10, lid 5, kan de Commissie een noodsituatie afkondigen op regionaal of Unieniveau. Op verzoek van ten minste twee bevoegde autoriteiten die een noodsituatie hebben afgekondigd, en na het onderzoek overeenkomstig artikel 10, lid 5, en indien de redenen voor deze noodsituaties met elkaar verband houden, kondigt de Commissie naargelang van het geval een noodsituatie op regionaal of Unieniveau af. In alle gevallen wint de Commissie met gebruik van de communicatiemiddelen die in deze situatie het meest geschikt zijn, de standpunten van de andere bevoegde instanties in en houdt zij naar behoren rekening met alle door de andere bevoegde autoriteiten verstrekte informatie. Indien de Commissie oordeelt dat de achterliggende redenen voor de noodsituatie op regionaal of Unieniveau niet langer de afkondiging van deze situatie rechtvaardigen, kondigt zij het einde van de noodsituatie op regionaal of Unieniveau af. In alle gevallen motiveert de Commissie haar besluit en stelt zij de Raad in kennis van haar besluit. |
1. Op verzoek van een bevoegde autoriteit die een noodsituatie heeft afgekondigd, en na het onderzoek overeenkomstig artikel 10, lid 5, kan de Commissie een noodsituatie afkondigen voor een regio die specifiek getroffen is, of voor de Unie. Op verzoek van ten minste twee bevoegde autoriteiten die een noodsituatie hebben afgekondigd, en na het onderzoek overeenkomstig artikel 10, lid 5, en indien de redenen voor deze noodsituaties met elkaar verband houden, kondigt de Commissie naargelang van het geval een noodsituatie op regionaal of Unieniveau af. In alle gevallen wint de Commissie met gebruik van de communicatiemiddelen die in deze situatie het meest geschikt zijn, de standpunten van de andere bevoegde instanties in en houdt zij naar behoren rekening met alle door de andere bevoegde autoriteiten verstrekte informatie. Indien de Commissie oordeelt dat de achterliggende redenen voor de noodsituatie op regionaal of Unieniveau niet langer de afkondiging van deze situatie rechtvaardigen, kondigt zij het einde van de noodsituatie op regionaal of Unieniveau af. In alle gevallen motiveert de Commissie haar besluit en stelt zij de Raad in kennis van haar besluit. |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De continuïteit van de energievoorziening is in het licht van de toekomstige Energie-unie van cruciaal belang. De lidstaten stemmen de ontwikkeling van het energiebeleid met elkaar af, en werken daarbij samen met hun buurlanden. Daartoe onderzoekt de Commissie hoe de huidige opbouw van de nationale preventieve maatregelen en maatregelen voor rampenbestrijding kan worden gestroomlijnd op regionaal niveau en op niveau van de Unie; |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De eerste alinea is van toepassing op essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties voor zover deze in de respectieve lidstaten onder de definitie van beschermde afnemer vallen. |
De eerste alinea is van toepassing op essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties voor zover deze in de respectieve regio's onder de definitie van beschermde afnemer vallen. |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Indien de betrokken lidstaten geen overeenstemming kunnen bereiken over de omstandigheden die een hervatting van de levering aan andere afnemers dan huishoudens, essentiële sociale diensten en stadsverwarmingsinstallaties rechtvaardigen, stelt de Commissie na raadpleging van de Groep Coördinatie gas en in overeenstemming met artikel 10, lid 1, een evaluatie voor van de leveringsnorm in de lidstaten die het noodsituatieniveau hebben afgekondigd. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen tussen de lidstaten die onderling rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en worden beschreven in de noodplannen van hun respectieve regio's. Deze regelingen hebben onder meer betrekking op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder bidirectionele capaciteit, gasvolumes en de dekking van compensatiekosten Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. |
4. De technische, wettelijke en financiële regelingen voor de toepassing van lid 3 worden overeengekomen tussen de lidstaten die onderling rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en worden beschreven in de noodplannen van hun respectieve regio's. De Commissie stelt voor elke regionale groepering een minimumkader voor de voorgestelde mechanismen op, dat onder meer betrekking heeft op de toe te passen gasprijzen, het gebruik van interconnectoren, waaronder de gegarandeerde beschikbaarheid vanbidirectionele capaciteit, gasvolumes en de dekking van compensatiekosten. Voor de uitvoering van de in lid 3 bedoelde verplichting wordt de voorkeur gegeven aan marktgebaseerde maatregelen zoals veilingen. In geval van wijziging van de technische, wettelijke en financiële regelingen die nodig zijn voor de toepassing van lid 3, worden de desbetreffende noodplannen dienovereenkomstig geactualiseerd. De Commissie stelt een model op voor solidariteitsmaatregelen, inclusief modelclausules, en maakt dit openbaar. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Lid 2 is van toepassing vanaf 1 maart 2019. |
5. Lid 2 is van toepassing vanaf 1 oktober 2018. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken over de noodzakelijke technische, wettelijke en financiële regelingen, kan de Commissie in haar advies en besluit over de plannen een kaderregeling voor deze maatregelen voorstellen. |
6. Indien de lidstaten geen overeenstemming bereiken over de noodzakelijke technische, wettelijke en financiële regelingen, ontwikkelt de Commissie in haar advies en besluit over de plannen een kaderregeling voor deze maatregelen. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter a – punt vi | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(vi) de voorwaarden voor opschorting van gasleveringen. |
(vi) de voorwaarden voor heronderhandeling over en opschorting van gasleveringen. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 6 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) aan de bevoegde autoriteit en aan de Commissie, onmiddellijk na de sluiting of wijziging van gasleveringscontracten met een looptijd van meer dan één jaar gesloten of gewijzigd na [PB: gelieve de datum van inwerkingtreding van deze verordening in te vullen] die individueel of gezamenlijk met andere contracten met dezelfde leverancier of dochterbedrijven daarvan meer 40 % van het jaarlijkse gasverbruik in de betrokken lidstaat verstrekken. De verplichting tot mededeling is niet van toepassing op wijzigingen die alleen betrekking hebben op de gasprijs. De verplichting tot mededeling is eveneens van toepassing op alle commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract. |
(b) aan de bevoegde autoriteit en aan de Commissie, onmiddellijk na de sluiting of wijziging van gasleveringscontracten met dezelfde leverancier uit een derde land of zijn dochterbedrijven, met een looptijd van meer dan één jaar gesloten of gewijzigd na [PB: gelieve de datum van inwerkingtreding van deze verordening in te vullen] die individueel of gezamenlijk met contracten van andere aardgasbedrijven op dezelfde markt met dezelfde leverancier of dochterbedrijven daarvan de drempel van 8 miljard kubieke meter overschrijden of meer dan 40 % van de totale jaarlijkse gasinvoer uit derde landen naar de betrokken lidstaat verstrekken. De verplichting tot mededeling is niet van toepassing op de gasprijs. De verplichting tot mededeling is eveneens van toepassing op alle commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract. Hiertoe houden de nationale regulerende instanties jaarlijks toezicht op de structuur van het marktaanbod en informeren zij de desbetreffende aardgasbedrijven zodra de drempel van 40 % wordt overschreden. Deze informatie dient elk jaar uiterlijk op 1 juni te worden verstrekt voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de drempel werd berekend. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. In geval van identificatie van bepalingen in strijd met het Unierecht tijdens de evaluatie van de overeenkomstig de leden 6 en 7, onder b), verstrekte gasleveringscontracten, stelt de Commissie de entiteit en de respectieve bevoegde autoriteit hiervan op de hoogte en vraagt veranderingen daarin aan te brengen door de bepalingen die in strijd zijn met het Unierecht te schrappen. De entiteit of de bevoegde autoriteit mag de Commissie uitnodigen deel te nemen aan de besprekingen met het oog op het wegwerken van de onverenigbaarheden met het Unierecht. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. De Commissie neemt de overeenkomstig artikel 13 ontvangen informatie mee bij het opstellen van zowel een lijst van optimale werkmethoden als van oneerlijke bedingen, als referentiepunt voor bevoegde autoriteiten en nationale bedrijven. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te bevorderen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde instanties, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSO voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. |
1. Er wordt een Groep coördinatie gas opgericht om de coördinatie van maatregelen betreffende de gasleveringszekerheid te bevorderen. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, met name van hun bevoegde lokale en regionale instanties, lokale en regionale autoriteiten, alsook van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("Agentschap"), het ENTSB voor gas en representatieve organen van de betrokken bedrijfssector en van de betrokken afnemers. De Commissie neemt in overleg met de lidstaten een besluit over de samenstelling van de groep, waarbij zij erop toeziet dat deze volledig representatief is. De Commissie zit de groep voor. De groep stelt zijn reglement van orde op. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De tweede zin van artikel 3, lid 2, artikel 3, lid 6, artikel 4, leden 3, 4 en 6, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, onder d), artikel 7, lid 5, onder b) en e), artikel 8, lid 1, onder e), g) en i), artikel 8, lid 4, onder b) en c), artikel 9, lid 1, onder j) en m), artikel 9, lid 4, artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 5, en artikel 12 creëren verplichtingen voor de lidstaten ten aanzien van een partij bij de Energiegemeenschap indien de volgende procedure wordt gevolgd: |
1. De tweede zin van artikel 3, lid 2, artikel 3, lid 6, artikel 4, leden 3, 4 en 6, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, onder d), artikel 7, lid 5, onder b) en e), artikel 8, lid 1, onder e), g) en i), artikel 8, lid 4, onder b) en c), artikel 9, lid 1, onder j), j bis) en m), artikel 9, lid 4, artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 5, en artikel 12 creëren verplichtingen voor de lidstaten ten aanzien van een partij bij de Energiegemeenschap indien de volgende procedure wordt gevolgd: |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Indien het in artikel 12 bedoelde solidariteitsbeginsel van toepassing is, verstrekken de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap de autoriteiten van de aangrenzende lidstaten voldoende informatie, in overeenstemming met artikel 13. |
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ITRE 7.3.2016 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
REGI 7.3.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Tomasz Piotr Poręba 17.3.2016 |
||||
Behandeling in de commissie |
16.6.2016 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
8.9.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
17 9 6 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Victor Boştinaru, Steeve Briois, Andrea Cozzolino, Rosa D’Amato, Michela Giuffrida, Krzysztof Hetman, Ivan Jakovčić, Marc Joulaud, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Martina Michels, Iskra Mihaylova, Jens Nilsson, Andrey Novakov, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Monika Smolková, Maria Spyraki, Ramón Luis Valcárcel Siso, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Jan Olbrycht, Dimitrios Papadimoulis |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Czesław Hoc, Karol Karski, Julia Reda, Tatjana Ždanoka |
||||
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0052 – C8-0035/2016 – 2016/0030(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
10.2.2016 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ITRE 7.3.2016 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 7.3.2016 |
ECON 7.3.2016 |
ENVI 7.3.2016 |
IMCO 7.3.2016 |
|
|
TRAN 7.3.2016 |
REGI 7.3.2016 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
ECON 12.5.2016 |
ENVI 21.3.2016 |
IMCO 15.3.2016 |
TRAN 14.3.2016 |
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Jerzy Buzek 23.2.2016 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
20.4.2016 |
14.6.2016 |
12.7.2016 |
|
|
Datum goedkeuring |
13.10.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
55 5 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nikolay Barekov, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, David Borrelli, Jerzy Buzek, Angelo Ciocca, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, Roger Helmer, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Barbara Kappel, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jaromír Kohlíček, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Ernest Maragall, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Dan Nica, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Carolina Punset, Herbert Reul, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Neoklis Sylikiotis, Antonio Tajani, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen, Martina Werner, Lieve Wierinck, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pilar Ayuso, Michał Boni, Rosa D’Amato, Esther de Lange, Cornelia Ernst, Francesc Gambús, Jens Geier, Olle Ludvigsson, Vladimír Maňka, Marian-Jean Marinescu, Clare Moody, Maria Spyraki |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Michael Cramer, Maria Grapini |
||||
Datum indiening |
20.10.2016 |
||||