AANBEVELING  betreffende het ontwerp van een besluit van de Raad tot sluiting van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

10.11.2016 - (COM(2008)0441 – C8-0000/2016 – 2008/0137(NLE)) - ***

Commissie internationale handel
Rapporteur: Christofer Fjellner

Procedure : 2008/0137(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0328/2016
Ingediende teksten :
A8-0328/2016
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

betreffende het ontwerp van een besluit van de Raad tot sluiting van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

(COM(2008)0441 – C8-0000/2016 – 2008/0137(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–  gezien het ontwerp van besluit van de Raad (12396/2016),

–  gezien het voorstel voor de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (12130/2008),

–  gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 207, leden 3 en 4, artikel 2, artikel 209, lid 2, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0406/2016),

–  gezien zijn resolutie van 25 maart 2009 over de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds[1],

–  gezien artikel 99, lid 1, eerste en derde alinea, en lid 2, en artikel 108, lid 7, van zijn Reglement,

–  gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A8-0328/2016),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en van Ghana.

BEKNOPTE MOTIVERING

Nu de ondertekening van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en West-Afrika vertraging heeft opgelopen, heeft Ghana (en vervolgens Ivoorkust) in augustus 2016 besloten werk te maken van de ratificering van de in 2007 gesloten tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst met de Europese Gemeenschap. Dit vormt vanuit contractueel oogpunt een vangnet, een garantie op rechtenvrije toegang tot de EU-markt tot de regionale overeenkomst in werking treedt. De tijdelijke overeenkomst voorziet in een tijdelijke toepassing en zal worden vervangen door een volledige economische partnerschapsovereenkomst op regionaal niveau op de dag dat deze in werking treedt.

Partnerschap tussen Ghana en de EU

Ghana en de EU zijn partners op verschillende domeinen, waaronder het bevorderen van regionale economische integratie en investeringen. In 2015 was de totale handel tussen Ghana en de EU 5,4 miljard EUR waard, hetgeen goed is voor meer dan 20 % van de buitenlandse handel van Ghana. Ghana is een van de voornaamste uitvoerders van agrovoedingsmiddelen van de regio van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS). Het voert cacao, fruit, noten en vis uit en rijst, suiker en vlees in.

Goud, cacao en ruwe olie blijven de inkomsten uit uitvoer van Ghana domineren. De EU is echter een belangrijke bestemming voor Ghanese "niet-traditionele" exportproducten geworden, waaruit blijkt dat in het land steeds meer wordt gediversifieerd en waarde toegevoegd. Schepen, voertuigen en geraffineerde petroleum zijn de belangrijkste importproducten van Ghana. Het land tracht zijn positie als transit- en maritieme hub voor niet aan zee gelegen landen veilig te stellen.

Ongeveer een derde van de houtexport van Ghana gaat naar de EU. Ghana was de eerste partner die onderhandelingen heeft afgerond en een vrijwillige partnerschapsovereenkomst met de EU heeft geratificeerd ter bevordering van legale houthandel. Ghana voert momenteel hervormingen door die aan het FLEGT(wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw)-vergunningensysteem moeten voorafgaan. Bovendien moet Ghana inspanningen blijven leveren om corruptie te bestrijden en de ergste vormen van kinderarbeid in de landbouw-, bosbouw-, vis- en goudsector uit te bannen.

Naar de sluiting van een regionale EPO

In plaats van te wachten op de laatste onbesliste West-Afrikaanse EPO-partners die talmen om hun handtekening te zetten onder de op regionale ontwikkeling gerichte handelsovereenkomst, die op 30 juni 2014 werd geparagrafeerd en op 10 juli 2014 door de ECOWAS-leiders formeel werd bekrachtigd, heeft Ghana ervoor gekozen een negen-jaar-oude overeenkomst nieuw leven in te blazen. Zowel Ghana als de EU blijven tijd en inspanningen investeren in de inwerkingtreding van de volledige regionale EPO. De tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst blijft dus een tijdelijke, met de WTO-regels verenigbare oplossing, die voorafgaat aan een alomvattende EPO.

Zodra de regionale EPO in werking treedt, zal deze de twee bestaande tijdelijke EPO's in de regio vervangen: de tijdelijke overeenkomst met Ivoorkust, die in 2008 werd ondertekend, op 25 maart 2009 door het Europees Parlement werd goedgekeurd en sinds 3 september 2016 tijdelijk wordt toegepast; en de tijdelijke EPO met Ghana, die op 28 juli 2016 werd ondertekend en nu aan het Europees Parlement ter stemming wordt voorgelegd. De overeenkomsten werden door het Ghanese parlement op 3 augustus 2016 en door de Nationale Vergadering van Ivoorkust op 12 augustus 2016 geratificeerd.

De tijdelijke EPO tussen de EU en Ghana

Een overeenkomst die van 2007 dateert, kan ongetwijfeld niet volledig overeenstemmen met de realiteit van 2016. De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de toetreding van Kroatië en de inwerkingtreding van het Gemeenschappelijke buitentarief (GBT) van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten zijn slechts enkele essentiële institutionele wijzigingen. De tijdelijke EPO tussen de EU en Ghana is door het ontbreken van de regionale dimensie en regels van oorsprong alsook het onvolledige institutionele kader slechts een tweede keus. Bovendien moeten de tarieflijnen en -schema's op een lijn worden gebracht met de regionale. Aangezien deze overeenkomst een degelijkere rechtsgrond biedt dan de markttoegangsverordening (Verordening (EG) nr. 1528/2007), is ze een logische "wachtkamer" in de aanloop naar een oplossing van regio tot regio.

Ook al is de overeenkomst gedateerd en onvolledig, toch kan ze het beoogde doel (een onderbreking van de handel met Ghana vermijden) helpen bereiken en tegelijkertijd een basis vormen voor een toekomstige regionale EPO-betrekking. Bovendien heeft buurland Ivoorkust ook zijn tijdelijke EPO opnieuw geactiveerd. De twee landen hebben ervoor gekozen niet te worden gegijzeld door West-Afrikaanse partners die de ondertekening van een in 2014 bereikte overeenkomst op de lange baan blijven schuiven.

Deze EPO garandeert Ghana als lagermiddeninkomensland een aanbod voor 100 %-markttoegang op basis van een contractuele verbintenis op de lange termijn, die voor de nodige stabiliteit voor nieuwe investeringen en het creëren van banen zal zorgen. Ongeveer 35 % van de Europese export naar Ghana is reeds volledig of bijna volledig geliberaliseerd, maar bijkomende tariefverminderingen zullen deze drempel geleidelijk naar 80 % doen stijgen. Ghana sluit bepaalde gevoelige landbouwproducten en verwerkte goederen uit van liberalisering en in de tijdelijke EPO worden ook waarborgen ingevoerd die de herinvoering van tarieven mogelijk maken wanneer een stijging van de invoer de economie dreigt te verstoren, de voedselzekerheid dreigt te schaden of een opkomende industrie dreigt te ondermijnen.

De rapporteur benadrukt dat in de tijdelijke EPO mogelijkheden voor markttoegang worden gekoppeld aan het aanpakken van technische handelsbelemmeringen en dat Ghanese exporteurs worden geholpen om aan de sanitaire en fytosanitaire vereisten te voldoen. Minstens even belangrijk is de samenwerking ter versterking van de capaciteiten op het vlak van fiscale hervormingen, ter verbetering van het ondernemingsklimaat, het concurrentievermogen, de handelsfacilitatie en samenwerking op douanegebied.

Conclusie

De rapporteur beveelt aan goedkeuring te hechten aan de tijdelijke overeenkomst, waardoor deze tijdelijk kan worden toegepast. Noch Ghana noch de EU had verwacht dat de tijdelijke overeenkomst nieuw leven moest worden ingeblazen, maar de trage afwikkeling van de laatste stappen naar een regionale EPO heeft hiertoe aangezet. Door de tijdelijke EPO kunnen de Ghanese exporteurs de rechtenvrije preferenties op de Europese markt behouden, terwijl Ghana zich opwerkt en zijn status van middeninkomensland consolideert. Als de regionale EPO in werking treedt zonder al te veel vertraging, zullen de discrepanties in de tariefliberaliseringsstelsels en tarieflijnen in de tijdelijke EPO worden opgelost zonder dat bijkomende aanpassing aan de regionale processen noodzakelijk is.

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

interim economische partnerschapsovereenkomst EG-Ghana

Document- en procedurenummers

12396/2016 – C8-0406/2016 – COM(2008)04412008/0137(NLE)

Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring

10.10.2016

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

24.10.2016

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

DEVE

24.10.2016

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

DEVE

4.11.2016

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Christofer Fjellner

22.7.2014

 

 

 

Behandeling in de commissie

31.8.2016

13.10.2016

 

 

Datum goedkeuring

10.11.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

9

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laima Liucija Andrikienė, Maria Arena, Tiziana Beghin, David Borrelli, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Salvatore Cicu, Santiago Fisas Ayxelà, Christofer Fjellner, Karoline Graswander-Hainz, Ska Keller, Jude Kirton-Darling, Bernd Lange, David Martin, Anne-Marie Mineur, Sorin Moisă, Alessia Maria Mosca, Franz Obermayr, Artis Pabriks, Franck Proust, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Marietje Schaake, Helmut Scholz, Joachim Schuster, Joachim Starbatty, Adam Szejnfeld, Hannu Takkula, Iuliu Winkler, Jan Zahradil

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Klaus Buchner, Nicola Danti, Syed Kamall, Frédérique Ries, Fernando Ruas, Jarosław Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Philippe Loiseau

Datum indiening

14.11.2016