VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen
13.1.2017 - (COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Ian Duncan
Rapporteur voor advies (*):
Fredrick Federley Commissie industrie, onderzoek en energie
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen
(COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0337),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0190/2015),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 december 2015[1],
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 7 april 2016[2],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie en van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A8-00003/2017),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen. |
(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen en de industrie in de Unie op duurzame wijze bestand te maken tegen het risico op koolstoflekkage en het wegvloeien van investeringen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). |
15 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er moet worden verduidelijkt dat de richtlijn tot doel heeft een bepaald niveau van emissiereducties te behalen op een manier die niet leidt tot koolstoflekkage en het wegvloeien van investeringen. Dit is cruciaal vanuit ecologisch oogpunt (het voorkomen van verplaatsing van emissies), alsook uit economische overwegingen (verplaatsing van activiteiten en banen). Daarom moet deze doelstelling aan het eerste artikel worden toegevoegd, zodat duidelijk wordt dat het om een kerndoelstelling gaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van 1990. Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling zal op de meest kosteneffectieve wijze worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van 2005. Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering is ingediend16. |
(2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van 1990. Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling dient op de meest kosteneffectieve wijze te worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van 2005. Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is ingediend. De inspanningen met betrekking tot het verminderen van emissies moeten eerlijk worden verdeeld onder de bedrijfstakken die onder de EU-ETS vallen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 http://www4.unfccc.int/submissions/indc/Submission%20Pages/submissions.aspx |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Teneinde te voldoen aan de overeengekomen toezegging om alle bedrijfstakken van de economie te doen bijdragen aan de verwezenlijking van de voor 2030 nagestreefde vermindering van de totale broeikasgasemissies van de Unie met ten minste 40 % ten opzichte van het niveau van 1990, is het van belang dat de EU-ETS, die weliswaar het primaire instrument van de Unie vormt om de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor de lange termijn te realiseren, wordt aangevuld met gelijkwaardige aanvullende acties op basis van andere rechtshandelingen en -instrumenten inzake broeikasgasemissies die afkomstig zijn van bedrijfstakken die niet onder de EU-ETS vallen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de interactie tussen de EU-ETS en aanvullende wettelijke maatregelen wordt onderstreept hoe belangrijk het is te zorgen voor een ambitieuze aanpak zowel in bedrijfstakken die onder de ETS vallen als in bedrijfstakken die daar niet onder vallen, vooral gezien de aanstaande herziening van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen (ESD) en de regels inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 ter) Uit hoofde van de overeenkomst die op 12 december 2015 in Parijs is aangenomen op de 21e Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC (de "Overeenkomst van Parijs") zijn landen verplicht beleidsmaatregelen uit te werken om meer dan 180 voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen (INDC's) te verwezenlijken die zo'n 98 % van de wereldwijde broeikasgasemissies omvatten. De Overeenkomst van Parijs is erop gericht de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur ruim onder 2 °C boven het pre-industriële niveau te houden en zich verder in te spannen om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau. Naar alle verwachting zullen vele van deze beleidsmaatregelen koolstofbeprijzing of gelijkaardige maatregelen inhouden, en daarom moet er in deze richtlijn een herzieningsclausule worden vastgesteld om de Commissie in voorkomend geval in staat te stellen een voorstel te doen voor strengere emissiereducties na de eerste inventarisering in het kader van de Overeenkomst van Parijs in 2023, alsook voor een aanpassing van de bepalingen met betrekking tot transitionele koolstoflekkage om rekening te houden met de ontwikkeling van de koolstofbeprijzingsmechanismen buiten de Unie, en voor bijkomende beleidsmaatregelen en -instrumenten om de toezeggingen van de Unie en haar lidstaten inzake de vermindering van broeikasgasemissies te versterken. De herzieningsclausule moet er tevens voor zorgen dat er binnen de zes maanden na de faciliterende dialoog in het kader van het UNFCCC in 2018 een mededeling wordt aangenomen waarin wordt beoordeeld of de wetgeving van de Unie inzake klimaatverandering aansluit bij de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 quater) Volgens de Overeenkomst van Parijs en in overeenstemming met de verbintenissen van de medewetgevers als weergegeven in Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad1 bis en Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad1 ter moeten alle bedrijfstakken van de economie verplicht bijdragen aan de vermindering van de emissiewaarden voor koolstofdioxide (CO2). In dit verband wordt er via de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) gewerkt aan het beperken van de internationale maritieme emissies, een ontwikkeling die moet worden aangemoedigd, met als doel een duidelijk IMO-actieplan voor het nemen van klimaatbeleidsmaatregelen vast te stellen om de CO2-emissies van de scheepvaart op mondiaal niveau te verminderen. De vaststelling van duidelijke streefcijfers voor de vermindering van de internationale maritieme emissies via de IMO is zeer urgent geworden en is voor de Unie een absolute voorwaarde voor het al dan niet nemen van verdere maatregelen om de maritieme bedrijfstak in de EU-ETS op te nemen. Indien een dergelijke overeenkomst echter niet wordt bereikt tegen het einde van 2021 moet de bedrijfstak worden opgenomen in de EU-ETS en moet er een fonds worden ingesteld voor bijdragen van scheepsexploitanten en collectieve naleving met betrekking tot CO2-emissies die al onder het EU-systeem voor monitoring, rapportage en verificatie (MRV-systeem) vallen als vastgelegd in Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad1 quater (emissies die worden uitgestoten in Unie-havens en tijdens reizen van en naar deze havens). Een deel van de opbrengsten van de veiling van emissierechten aan de maritieme bedrijfstak moet worden gebruikt ter verbetering van energie-efficiëntie en ter ondersteuning van investeringen in innovatieve technologieën voor het verminderen van CO2-emissies in de maritieme bedrijfstak, met inbegrip van de korte vaart en havens. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1 bis Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1 ter Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 136). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1 quater Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 55). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) De Europese Raad heeft bevestigd dat een goed functionerende, hervormde EU-ETS met een instrument om de markt te stabiliseren het belangrijkste Europese instrument zal zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,2 % vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar de bestaande maatregelen na 2020 blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd en zonder het aandeel van de te veilen rechten te verkleinen. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft, te verhogen, de transparantie te vergroten en het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt. |
(3) Een goed functionerende, hervormde EU-ETS met een verbeterd instrument om de markt te stabiliseren zal samen met de verwijdering van een aanzienlijk aantal overtollige rechten van de markt het belangrijkste Europese instrument zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,4 % vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar de bestaande maatregelen na 2020 blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft, te verhogen, de transparantie te vergroten, het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken en de bedrijfstakken die het grootste risico op koolstoflekkage lopen te beschermen tegen de toepassing van een transsectorale correctiefactor, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt en moet dit percentage afnemen bij toepassing van een transsectorale correctiefactor. Deze bepalingen moeten regelmatig worden geëvalueerd aan de hand van de Overeenkomst van Parijs en moeten indien nodig dienovereenkomstig worden aangepast om te voldoen aan de klimaatverplichtingen van de Unie uit hoofde van die overeenkomst. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) De minst ontwikkelde landen (MOL's) zijn bijzonder kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering en zijn slechts in zeer geringe mate verantwoordelijk voor de emissie van broeikasgassen. Daarom moet bijzondere prioriteit worden gegeven aan de behoeften van de MOL's door EU-ETS-rechten te gebruiken voor de financiering van klimaatactie, in het bijzonder voor de aanpassing aan de effecten van klimaatverandering via het Groene Klimaatfonds van het UNFCCC. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU-ETS als de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie17. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie draagt bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties. |
(4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers en bedrijfstakken betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU-ETS als de hoeksteen van het klimaatbeleid van de Unie, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie17. Er moet rekening worden gehouden met de interactie tussen de EU-ETS en andere beleidsmaatregelen inzake klimaat en energie op Unie- en nationaal niveau die van invloed zijn op de vraag naar EU-ETS-rechten. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie en een adequate benadering van de vorderingen met betrekking tot andere aspecten van de energie-unie dragen bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering". |
17 COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering". | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Ambitie op het gebied van energie-efficiëntie die groter is dan het door de Raad goedgekeurde streefcijfer van 27 % moet leiden tot meer kosteloze emissierechten voor bedrijfstakken waar risico op koolstoflekkage bestaat. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorzitter Juncker heeft zijn steun uitgesproken voor een streefcijfer voor energie-efficiëntie van ten minste 30 %. De meerderheid van het EP wil zelfs nog verder gaan. Dit zal natuurlijk meer emissiereducties in het kader van de verdeling van inspanningen tot gevolg hebben. Daarom dient het plafond voor de verdeling van inspanningen te worden verlaagd en de ruimte te worden gebruikt voor de bescherming van bedrijfstakken waar risico op koolstoflekkage bestaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet Richtlijn 2003/87/EG op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het uitstellen van een volledige overgang gerechtvaardigd ter voorkoming van koolstoflekkage en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie gerechtvaardigd ter vermindering van het reële risico op een stijging van de broeikasgasemissies in derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. |
(5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet Richtlijn 2003/87/EG op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het tijdelijk uitstellen van een volledige veiling gerechtvaardigd ter voorkoming van koolstoflekkage en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie een gerechtvaardigde uitzondering op het beginsel dat de vervuiler betaalt, op voorwaarde dat er geen sprake is van overtoewijzing, ter vermindering van het reële risico op een stijging van de broeikasgasemissies in derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. Daarom dient de toewijzing van kosteloze rechten dynamischer te verlopen, in overeenstemming met de in deze richtlijn vastgestelde drempelwaarden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing de uitzondering. Derhalve, en zoals bevestigd door de Europese Raad, mag het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode 2013-2020 57 % bedroeg, niet worden verlaagd. In de effectbeoordeling van de Commissie18 worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief voor nieuwkomers gereserveerde rechten die niet zijn toegewezen, rechten voor de modernisering van de elektriciteitsopwekking in bepaalde lidstaten en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad19 ingestelde marktstabiliteitsreserve zijn ondergebracht. |
(6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing de uitzondering. Derhalve moet het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode 2021-2030 57 % moet bedragen, worden verlaagd door de transsectorale correctiefactor toe te passen ter bescherming van de bedrijfstakken die het meest zijn blootgesteld aan het risico op koolstoflekkage. In de effectbeoordeling van de Commissie worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit te veilen aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief rechten die worden gereserveerd om een moderniseringsfonds in te stellen dat gericht is op het verbeteren van energie-efficiëntie en op de modernisering van de energiesystemen van bepaalde lidstaten, rechten die worden gereserveerd ter compensering van bedrijfstakken of deeltakken die zijn blootgesteld aan een reëel risico op koolstoflekkage wegens aanzienlijke indirecte kosten als gevolg van in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissiekosten, rechten die worden gereserveerd om een fonds voor een rechtvaardige transitie in te stellen ter ondersteuning van regio's met een groter aandeel werknemers in van koolstof afhankelijke bedrijfstakken en een bbp per hoofd van de bevolking dat ver onder het EU-gemiddelde ligt, en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad19 ingestelde marktstabiliteitsreserve (MSR) zijn ondergebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 SEC(2015)XX. |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L [...] van [...], blz. [...]). |
19 Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten nog steeds kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. De ervaring die tijdens de werking van de EU-ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissie-intensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. |
(7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten er nog steeds tijdelijk kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. De ervaring die tijdens de werking van de EU-ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissie-intensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. Het risico op koolstoflekkage in bedrijfstakken en deeltakken waarvoor kosteloze toewijzing wordt berekend op basis van de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas moet ook worden beoordeeld, in acht genomen dat deze producten in zowel chemische fabrieken als raffinaderijen worden geproduceerd. Om de druk op de beschikbaarheid van kosteloze toewijzingen te doen afnemen, moet er een regeling voor de opneming van de invoer worden ingesteld, volledig in overeenstemming met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De regeling moet gericht zijn op bedrijfstakken met een geringe handelsintensiteit en een grote emissie-intensiteit, bijvoorbeeld cement en klinker. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken en de waarden van de benchmarks voor kosteloze toewijzingen aan installaties, vastgesteld aan de hand van gegevens van de jaren 2007-2008, aan de relevante periode van toewijzing aan te passen, moeten die waarden in overeenstemming met de waargenomen gemiddelde vooruitgang worden geactualiseerd. Omwille van de voorspelbaarheid moet dat gebeuren door toepassing van een factor die de beste beoordeling van de vooruitgang in de verschillende bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 0,5% hoger of lager ligt dan de waarde van 2007-2008, moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op de benchmarks voor raffinaderijen. |
(8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken en de waarden van de benchmarks voor kosteloze toewijzingen aan installaties, vastgesteld aan de hand van gegevens van de jaren 2007 en 2008, aan de relevante periode van toewijzing aan te passen, moeten die waarden in overeenstemming met de waargenomen gemiddelde vooruitgang worden geactualiseerd. Omwille van de voorspelbaarheid moet dat gebeuren door toepassing van een factor die de feitelijke beoordeling van de vooruitgang van de 10 % meest efficiënte installaties in de bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 1,75 % afwijkt van de waarde die overeenstemt met de jaren 2007 en 2008 (hetzij hoger, hetzij lager), moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Indien echter uit de gegevens een vooruitgang over de relevante periode van 0,25 of minder blijkt, moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op de benchmarks voor raffinaderijen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9) De lidstaten moeten, in overeenstemming met de staatssteunregels, voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten de veilinginkomsten ook gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. |
(9) In hun streven naar gelijke concurrentievoorwaarden moeten de lidstaten via een gecentraliseerde regeling op Unieniveau voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde INDC's, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten ook aandacht besteden aan de sociale aspecten van het koolstofarmer maken van hun economie en de veilinginkomsten gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. Het moet voor de lidstaten mogelijk zijn de via de gecentraliseerde regeling op Unieniveau ontvangen compensatie aan te vullen. Deze financiële maatregelen mogen de niveaus als bedoeld in de desbetreffende richtsnoeren voor staatssteun niet overschrijden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor de CO2-afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO2-emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. |
(10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor CO2-afvang en -opslag (CCS) en CO2-afvang en -gebruik (CCU), nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO2-emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CCS en CCU en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CCS en CCU, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds en mogen tot 2030 afwijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren op een transparante manier te bevorderen en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. De werking van de beheersstructuur moet zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad en een beheerscomité en in het besluitvormingsproces moet naar behoren rekening worden gehouden met de deskundigheid van de EIB, tenzij steun wordt verleend aan kleine projecten met leningen van een nationale stimuleringsbank of met subsidies via een nationaal programma dat de doelstellingen van het moderniseringsfonds deelt. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende vormen worden verleend. |
(11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds. Lidstaten waarvan in 2014 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen in EUR minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten tot 2030 de mogelijkheid krijgen af te wijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren en diversifiëren op een transparante manier en in overeenstemming met de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor 2030 en 2050 te bevorderen, en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. Deze regels moeten transparant en evenwichtig zijn en zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad, een adviesraad en een beheerscomité. In het besluitvormingsproces moet naar behoren rekening worden gehouden met de deskundigheid van de EIB, tenzij steun wordt verleend aan kleine projecten met leningen van een nationale stimuleringsbank of met subsidies via een nationaal programma dat de doelstellingen van het moderniseringsfonds deelt. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld en elke financiering uit het fonds moet voldoen aan specifieke subsidiabiliteitscriteria. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende vormen worden verleend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12) De Europese Raad heeft bevestigd dat de modaliteiten, inclusief de transparantie, van de optionele kosteloze toewijzing om de energiesector in bepaalde lidstaten te moderniseren, moeten worden verbeterd. Investeringen met een waarde van 10 miljoen EUR of meer moeten door de betrokken lidstaat via een concurrerend biedingsproces worden geselecteerd op basis van duidelijke en transparante regels, zodat de kosteloze toewijzing wordt gebruikt ter bevordering van reële investeringen om de energiesector in overeenstemming met de doelstellingen in het kader van de energie-unie te moderniseren. Investeringen met een waarde van minder dan 10 miljoen EUR moeten ook in aanmerking komen voor financiering uit de kosteloze toewijzing. De betrokken lidstaat moet dergelijke investeringen op basis van duidelijke en transparante criteria selecteren. Er moet een openbare raadpleging over de resultaten van dat selectieproces plaatsvinden. In het stadium van de selectie van investeringsprojecten en van de uitvoering ervan moeten de burgers naar behoren worden geïnformeerd. |
(12) De Europese Raad heeft bevestigd dat de modaliteiten, inclusief de transparantie, van de optionele kosteloze toewijzing om de energiesector in bepaalde lidstaten te moderniseren en te diversifiëren, moeten worden verbeterd. Investeringen met een waarde van 10 miljoen EUR of meer moeten door de betrokken lidstaat via een concurrerend biedingsproces worden geselecteerd op basis van duidelijke en transparante regels, zodat de kosteloze toewijzing wordt gebruikt ter bevordering van reële investeringen om de energiesector in overeenstemming met de doelstellingen in het kader van de energie-unie, waaronder de bevordering van het derde energiepakket, te moderniseren en te diversifiëren. Investeringen met een waarde van minder dan 10 miljoen EUR moeten ook in aanmerking komen voor financiering uit de kosteloze toewijzing. De betrokken lidstaat moet dergelijke investeringen op basis van duidelijke en transparante criteria selecteren. Er moet een openbare raadpleging over het selectieproces plaatsvinden en de resultaten van een dergelijk selectieproces, met inbegrip van geweigerde projecten, moeten openbaar worden gemaakt. In het stadium van de selectie van investeringsprojecten en van de uitvoering ervan moeten de burgers naar behoren worden geïnformeerd. De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om de overeenkomstige rechten gedeeltelijk of volledig over te dragen naar het moderniseringsfonds indien ze in aanmerking komen om van beide instrumenten gebruik te maken. De afwijking moet uiterlijk aan het einde van de handelsperiode in 2030 worden beëindigd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(13) De financiering van EU-ETS moet samenhangen met andere financieringsprogramma's van de Unie, inclusief de Europese structuur- en investeringsfondsen, om de doeltreffendheid van de openbare uitgaven te waarborgen. |
(13) De financiering van EU-ETS moet samenhangen met andere financieringsprogramma's van de Unie, inclusief Horizon 2020, het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese structuur- en investeringsfondsen en de Klimaatstrategie van de Europese Investeringsbank (EIB), om de doeltreffendheid van de openbare uitgaven te waarborgen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het innovatiefonds moet operationeel worden gecoördineerd met Horizon 2020 en het EFSI. Wat het moderniseringsfonds en de voorlopige kosteloze toewijzing betreft, moet rekening worden gehouden met de door de EIB ontwikkelde criteria voor investeringen in klimaat en energie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) Krachtens de bestaande bepalingen die kleine installaties van de EU-ETS uitzonderen, kunnen de installaties die zijn uitgezonderd dat blijven; het moet mogelijk worden dat lidstaten hun lijst van uitgezonderde installaties actualiseren en lidstaten die die mogelijkheid momenteel niet gebruiken, moeten dat aan het begin van elke handelsperiode kunnen doen. |
(14) De bestaande bepalingen die kleine installaties van de EU-ETS uitzonderen, moeten worden uitgebreid naar installaties die worden geëxploiteerd door kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) die minder dan 50 000 ton CO2-equivalent uitstoten in elk van de drie jaren die voorafgaan aan het jaar waarin een uitzondering wordt aangevraagd. Het moet mogelijk worden dat lidstaten hun lijst van uitgezonderde installaties actualiseren en lidstaten die die mogelijkheid momenteel niet gebruiken, moeten dat aan het begin van elke handelsperiode en halverwege deze periode kunnen doen. Ook moet het mogelijk worden dat installaties die minder dan 5 000 ton CO2-equivalent uitstoten in elk van de drie jaren die voorafgaan aan het begin van elke handelsperiode worden uitgezonderd van de EU-ETS, die om de vijf jaar wordt herbekeken. De lidstaten moeten waarborgen dat alternatieve gelijkwaardige maatregelen voor installaties die niet deelnemen geen hogere nalevingskosten tot gevolg hebben. Voor kleine emittenten die onder de EU-ETS vallen, moeten de eisen voor bewaking, rapportage en verificatie worden vereenvoudigd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Overweging 16 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(16 bis) Om de administratieve lasten voor bedrijven aanzienlijk te verminderen, staat het de Commissie vrij maatregelen te overwegen zoals het automatiseren van het indienen en verifiëren van verslagen inzake emissies, waarbij het potentieel van informatie- en communicatietechnologieën volledig wordt benut. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Overweging 17 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(17 bis) In de gedelegeerde handelingen als bedoeld in de artikelen 14 en 15 moeten de regels inzake bewaking, rapportage en verificatie zoveel mogelijk worden vereenvoudigd om de administratieve lasten voor exploitanten te verminderen. In de gedelegeerde handeling als bedoeld in artikel 19, lid 3, moet de toegang tot en het gebruik van het register worden verbeterd, met name voor kleine exploitanten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-1) In de hele richtlijn wordt de term "Gemeenschapsregeling" vervangen door "EU-ETS" en worden de nodige grammaticale wijzigingen aangebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-1 bis) In de hele richtlijn wordt de term "(ge)hele Gemeenschap" vervangen door "hele Unie", waar van toepassing en met inachtneming van de toepasselijke grammaticale regels. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-1 ter) In de hele richtlijn, met uitzondering van de onder de punten -1) en -1 bis) bedoelde gevallen en in artikel 26, lid 2, wordt de term "Gemeenschap" vervangen door "Unie", waar van toepassing en met inachtneming van de toepasselijke grammaticale regels. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-1 quater) In de hele richtlijn wordt de formulering "de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure" vervangen door de formulering "de in artikel 30 quater, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure". | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 quinquies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-1 quinquies) In artikel 3 octies, in artikel 5, lid 1, onder d), in artikel 6, lid 2, onder c, in artikel 10 bis, lid 2, tweede alinea, in artikel 14, leden 2, 3 en 4, in artikel 19, leden 1 en 4, en in artikel 29 bis, lid 4, wordt het woord "verordening" vervangen door het woord "handeling" en worden de nodige grammaticale wijzigingen aangebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 sexies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 2 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 septies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 – letter h | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De huidige definitie van een nieuwkomer – een installatie die na 30 juni 2011 een vergunning voor broeikasgasemissies krijgt – moet worden gewijzigd om in overeenstemming te zijn met fase 4. Volgens de huidige richtlijn wordt een installatie waaraan drie maanden voor de indiening van de lijst van installaties door de lidstaten (september 2011) een vergunning is verleend, beschouwd als nieuwkomer. In het voorstel voor fase 4 wordt ervan uitgegaan dat de lijst van installaties uiterlijk op 30 september 2018 wordt ingediend; voortgaand op deze logica moeten installaties die na 30 juni 2018 in gebruik worden genomen, beschouwd worden als nieuwkomers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 octies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 – letter u bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 nonies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quater – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 decies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quater – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt -1 undecies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ongebruikte kosteloze rechten moeten beschikbaar worden gesteld om het risico op koolstoflekkage in bedrijfstakken met een grote koolstof- en handelsintensiteit te helpen tegengaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 1 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies – lid 4 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 sexies – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 2 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Hoofdstuk II bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 2 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 5 – punt 1 – letter d bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien de exploitant van plan is technologieën te gebruiken die de emissies verminderen, moet deze informatie ook worden opgenomen in de aanvraag van een emissievergunning. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 2 quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 6 – lid 2 – letters e bis en e ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 2 quinquies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 3 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 9 – leden 2 en 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit is het absolute minimum om de ondergrens van de EU-doelstelling om de emissies tegen 2050 te verminderen met 80 tot 95 % te kunnen bereiken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter b – punt ii Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter b bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter b ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter b quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – letter f | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter b quinquies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – letter h | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter c Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – letter j | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter c Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – letter l | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter c bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter c ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter d Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 4 – alinea's 1, 2 en 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter d bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 4 – alinea 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 4 – letter d ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 1 – alinea's 1 en 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 1 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 – punt -i (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 – punt -i bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 – punt i | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 – punt ii | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overeenkomstig het EP-standpunt wordt deze tekst verplaatst. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter b quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter c Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter d Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 6 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter d bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 6 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter e – punt i Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 7 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter e – punt i Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 7 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f – inleidende formule Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f – alinea 1 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 78 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 79 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 80 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 81 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter f Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overeenkomstig het standpunt van het EP wordt de huidige tekst behouden voor deze alinea. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 82 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 5 – letter i bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 20 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In sommige bedrijfstakken kan capaciteit worden overgedragen tussen operationele installaties (van eenzelfde exploitant). Dit is typisch voor bijvoorbeeld seizoenbedrijven, waar de productie van een bepaalde locatie kan worden verhoogd door de werkingsduur te verlengen. Er is flexibiliteit nodig om regelmatige overdrachten van rechten tussen verschillende operationele locaties mogelijk te maken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 83 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 84 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 85 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter – lid 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorzitter Juncker heeft zijn steun uitgesproken voor een streefcijfer voor energie-efficiëntie van ten minste 30 %. De meerderheid van het EP wil zelfs nog verder gaan. Dit zal natuurlijk meer emissiereducties in het kader van de verdeling van inspanningen tot gevolg hebben. Daarom dient het plafond voor de verdeling van inspanningen te worden verlaagd en de ruimte te worden gebruikt voor de bescherming van bedrijfstakken waar risico op koolstoflekkage bestaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 86 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 87 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 88 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 89 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 90 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 91 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 92 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 1 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 93 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 1 – letter c | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 94 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 1 – letter c – punt i | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 95 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 1 – letter c – punt ii | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 96 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 1 – letter c – punt iii bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 97 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 98 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 2 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 99 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 100 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 101 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 102 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quater – lid 6 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 103 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 104 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 105 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 106 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 107 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 108 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 4 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 109 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 4 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 110 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 4 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 111 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 4 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 112 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 5 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 113 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 114 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 115 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 8 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 116 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 8 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens de huidige bepalingen hangt de Europese Commissie volledig af van de informatie die de lidstaat verstrekt. Als de rapportage echter niet correct verloopt of als er zich andere onregelmatigheden voordoen, kan een overtreding van het bepaalde in artikel 10 bis, lid 1, tot en met artikel 10 quater de gelijke concurrentievoorwaarden voor bedrijfstakken en energieproducenten in de Unie grondig verstoren. In deze context is het gerechtvaardigd de Commissie de mogelijkheid te geven op onafhankelijke wijze informatie te verzamelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 117 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 10 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 12 – lid 3 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 118 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 12 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 14 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 119 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 13 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 15 – leden 4 en 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 120 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 13 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 16 – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische aanpassing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 121 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 14 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 16 – lid 12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 122 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 15 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 19 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 123 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 15 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 21 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter versterking van rapportage en transparantie over de naleving, of het gebrek daaraan, in alle bedrijfstakken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 124 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 15 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 21 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoewel luchtvaartexploitanten de voorschriften meestal goed naleven, moet een aantal gevallen van niet-naleving nog worden opgelost. De publicatie van een lijst van exploitanten die de voorschriften niet naleven, zou bevorderend zijn voor handhaving. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 125 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 15 quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 21 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om te zorgen voor een gelijke mate van naleving in de hele Unie en om te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden voor bedrijfstakken die deelnemen aan de EU-ETS moet de Commissie het recht hebben een onafhankelijk onderzoek in te stellen wanneer wordt vermoed dat naleving niet wordt gewaarborgd door nationale autoriteiten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 126 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 16 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 22 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 127 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 17 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 22 bis – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hernummering ten behoeve van kruisverwijzing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 128 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 18 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 23 – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hernummering ten behoeve van kruisverwijzing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 129 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 19 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 24 – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De lidstaten hebben de mogelijkheid om het toepassingsgebied van de EU-ETS uit te breiden en nieuwe gassen en bedrijfstakken toe te voegen. Een eenzijdige opneming in het toepassingsgebied van de EU-ETS moet ruim vóór het begin van fase 4 worden verduidelijkt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 130 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 19 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 24 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 131 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 19 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 24 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 132 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 20 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 24 bis – lid 1 – alinea's 1 en 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemming op het VWEU. De inhoud van deze bepaling stemt overeen met de huidige formulering van de basishandeling, met een aantal technische aanpassingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 133 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 25 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 134 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 27 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 135 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 27 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 136 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 29 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 137 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 quinquies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 30 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 138 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – punt 22 sexies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Bijlage I – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 139 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 bis (nieuw) Besluit (EU) nr. 2015/1814 Artikel 1 – lid 5 – alinea's 1 bis en 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor de eerste vier jaren waarin de MSR operationeel is, moet het opnemingspercentage worden verdubbeld. |
TOELICHTING
Inleiding
Op 15 juli 2015 publiceerde de Commissie haar voorstel voor fase IV van de ETS. Met het voorstel wordt ernaar gestreefd te voldoen aan het EU-streefdoel voor de vermindering van broeikasgasemissies met "minstens" 40 % tegen 2030, en wordt er tegelijkertijd gezorgd voor de bescherming van de Europese industrie tegen het risico op koolstoflekkage en voor de bevordering van innovatie en modernisering in de industrie- en energiesector in het decennium na 2020.[1] Het voorstel komt voort uit de conclusies van de Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014, waarin richtsnoeren zijn vastgelegd over de manier waarop deze doelen kunnen worden bereikt.[2]
De rapporteur steunt het voorstel van de Europese Commissie als onderdeel van het bestaande klimaat- en energiepakket 2030 van de EU. De rapporteur is van mening dat een op de markt gebaseerd mechanisme zoals de ETS de meest kosteneffectieve manier is om te voldoen aan onze verplichtingen inzake klimaatverandering en stelt met tevredenheid vast dat koolstofbeprijzing over de hele wereld wordt verspreid.
Bij het opstellen van dit verslag heeft de rapporteur nauw samengewerkt met zijn schaduwrapporteurs, hun medewerkers en adviseurs en hij wenst hen officieel zijn dank te betuigen voor hun waardevolle bijdrage aan het proces tot nu toe. De rapporteur wenst evenzeer officieel zijn dank te betuigen aan de Europese Commissie voor haar volgehouden en proactieve inzet.
Ambitie
De rapporteur is verheugd over de nieuwe lineaire reductiefactor (LRF) van 2,2 % en is van mening dat dit het minimumpercentage is aan de hand waarvan het totaal aantal rechten jaarlijks moet afnemen in de loop van fase IV.
Op 12 december hebben de landen van de wereld de Overeenkomst van Parijs gesloten, waardoor ze zich ertoe hebben verbonden de wereldwijde temperatuurstijging een halt toe te roepen tot "ruim onder" de twee graden, waarbij wordt erkend dat 1,5 graden beter zou zijn om de strijd aan te gaan met de zwaarste gevolgen van klimaatverandering.[3] De rapporteur meent dat het van cruciaal belang is dat in de ETS rekening wordt gehouden met de vooruitgang die is geboekt in de Overeenkomst van Parijs en stelt het volgende voor:
a) Een nieuwe herzieningsclausule waarin de Europese Commissie wordt verzocht de LRF permanent te evalueren en indien nodig een voorstel in te dienen bij het Europees Parlement en de Raad na de eerste wereldwijde inventarisering in 2023.
Het besef dat overlappingen in het klimaat- en energiebeleid van de EU, alsook unilaterale nationale maatregelen voor vermindering van de stroomopwekkingscapaciteit de doeltreffendheid van de ETS ondermijnen en voor storingen in het marktevenwicht zorgen, heeft de rapporteur ertoe aangezet tevens het volgende voor te stellen:
a) De Commissie moet als onderdeel van haar jaarlijks evaluatie van de werking van de ETS rekening houden met de effecten van overlappingen in het EU-beleid en indien nodig een voorstel indienen bij het Europees Parlement en de Raad.
b) De lidstaten mogen om de twee jaar afstand doen van een aantal rechten en deze in de marktstabiliteitsreserve (MSR) plaatsen, evenveel als het aantal rechten verbonden met de elektriciteitscapaciteit die in die periode van het net is gehaald.
Koolstoflekkage
Naarmate onze klimaatambities verder worden opgekrikt, zullen kosteloze toewijzingen steeds zeldzamer worden. De rapporteur is van mening dat het essentieel is passende bescherming te bieden aan bedrijfstakken met een risico op koolstoflekkage, maar is zich ervan bewust dat deze bescherming beter moet worden afgesteld en dat er voor moet worden gezorgd dat benchmarks realistisch zijn en de onrechtvaardige sectoroverschrijdende correctiefactor (CSCF) wordt vermeden. Om die reden stelt de rapporteur het volgende voor:
a) Een gerichtere verdeling van kosteloze toewijzingen op basis van het resultaat van de vermenigvuldiging van de intensiteit van de handel met derde landen van bedrijfstakken of deeltakken met hun emissie-intensiteit.
b) Een kwalitatieve beoordeling voor alle bedrijfstakken die 10 % verwijderd zijn van een hogere categorie voor kosteloze toewijzing.
c) Een nieuw verminderingspercentage voor benchmarks van 0,3 % om rekening te houden met bedrijfstakken die niet in staat zijn een jaarlijkse vermindering van 0,5 % te verwezenlijken.
d) Tot maximaal twee procentpunten van het te veilen aandeel zal worden overgedragen naar de pot van kosteloze toewijzingen om een betere CSCF te verkrijgen eens die in werking treedt.
e) De Commissie mag bedrijfstakken of deeltakken beoordelen op een verder samengevoegd of opgesplitst niveau dan NACE 4.
Indirecte kosten
De rapporteur beaamt dat er sprake is van marktverstoring wanneer sommige lidstaten indirecte kosten compenseren en andere dit niet doen. Bovendien is de rapporteur van mening dat deze verstoring moet worden aangepakt. Tijdens de zoektocht naar een oplossing is er echter een juridische kwestie opgedoken. Gezien het feit dat het tegen de Verdragen ingaat om de lidstaten te verplichten gebruik te maken van overheidssteun is de rapporteur teruggekeerd naar de huidige status waarin de lidstaten "mogen" compenseren, in afwachting van verdere besprekingen met de schaduwrapporteurs en juridische deskundigen.
Dynamischere toewijzing
Krachtens de huidige regelgeving kan toewijzing enkel wijzigen als er een verandering van 50 % is in de productieniveaus. Dit heeft gezorgd voor te lage toewijzing in een aantal bedrijfstakken, terwijl andere onverhoopte winsten hebben geboekt. Om dit recht te zetten, stelt de rapporteur het volgende voor:
a) Toewijzing zal wijzigen overeenkomstig een stijging of daling van 10 % in de productie van een installatie.
Vereenvoudiging
De kosten en administratieve lasten van de ETS weegt het zwaarst voor wie het zich het minst kan veroorloven. In het besef dat er een sterk elan is om de administratieve lasten voor de industrie te verminderen, stelt de rapporteur het volgende voor:
a) De drempel voor kleine emittenten zal worden opgetrokken van 25 000 ton CO2-equivalent naar 50 000 ton CO2-equivalent.
b) Uiterst kleine emittenten van minder dan 5 000 ton CO2-equivalent moeten een "opt-out"-mogelijkheid krijgen voor de ETS zonder gelijkwaardige maatregelen.
Innovatiefonds
Uiteindelijk moeten bedrijfstakken in staat zijn via innovatie naar een koolstofarme toekomst toe te werken. Aangezien de ambities binnen de ETS stijgen en onze emissiegrenswaarden voor broeikasgassen dalen, is het van het grootste belang dat nieuwe technologieën tevoorschijn komen om de bedrijfstakken van Europa concurrerend te houden en banen te vrijwaren. Om die reden stelt de rapporteur een aantal wijzigingen aan het innovatiefonds voor:
a) De helft van het innovatiefonds zal van het te veilen aandeel komen.
b) Het innovatiefonds wordt gestimuleerd met 150 miljoen niet-toegewezen rechten.
c) Tot 75 % van de kosten van projecten wordt ondersteund.
d) 60 % van de financiering hoeft niet afhankelijk te zijn van geverifieerde emissiereductie.
e) Projecten zullen worden gefinancierd aan de hand van vooraf bepaalde mijlpalen.
Moderniseringsfonds
De rapporteur is van mening dat het moderniseringsfonds overeenkomstig de conclusies van de Raad van oktober 2014 in de eerste plaats moet worden beheerd door de begunstigde lidstaten, met inspraak van de EIB en de Europese Commissie. Bovendien meent de rapporteur dat de investeringscriteria en -regels van het fonds zo transparant mogelijk moeten zijn. De rapporteur doet het volgende voorstel:
a) De drempel voor kleinschalige projecten wordt vastgelegd op 20 miljoen EUR.
b) De lidstaten ontwikkelen nationale regels en selectiecriteria voor kleinschalige projecten en deze regels en criteria worden onderworpen aan openbare raadpleging.
c) De investeringsraad wordt samengesteld uit de begunstigde lidstaten, de EIB en de Commissie.
d) Er moet een openbare raadpleging over de selectiecriteria van de investeringsraad plaatsvinden.
Artikel 10 quater
De rapporteur is verheugd over de koerswijziging naar een concurrerend biedingsproces voor projecten die uit hoofde van artikel 10 quater worden ondernomen en is het ermee eens dat door middel van concurrentie de beste prijs-kwaliteitsverhouding zal worden bepaald. De rapporteur aanvaardt het Commissievoorstel in grote lijnen, maar stelt het volgende voor:
a) De drempel voor concurrerende bieding wordt vastgelegd op 20 miljoen EUR.
b) Warmtekrachtkoppeling komt ook in aanmerking voor steun.
- [1] http://ec.europa.eu/clima/policies/ets/revision/index_en.htm
- [2] http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2014/10/pdf/europese-raad-(23-en-24-oktober-2014)-conclusies-over-het-kader-voor-het-klimaat--en-energiebeleid-2030/
- [3] https://unfccc.int/resource/docs/2015/cop21/eng/l09r01.pdf
MINDERHEIDSSTANDPUNT
ingediend overeenkomstig artikel 56, lid 3, van het Reglement
Mireille D'Ornano
Onze fractie onderschrijft deze hervorming niet, aangezien ze naar onze mening op het vlak van milieu te veel risico's inhoudt, verscholen achter de goede intenties die erin naar voren worden geschoven. De vermindering van broeikasgasemissies is zeker prijzenswaardig, maar mag niet ten koste gaan van onze werkgelegenheid in de industrie. De betrokken sectoren, zoals die van de staalindustrie, zijn reeds overgeleverd aan een genadeloze wereldwijde concurrentiestrijd met landen als China. Hoewel deze landen een hoge positie bekleden in deze sector, blijven ze weinig scrupules aan de dag leggen op het gebied van milieu. Bovendien ontbreekt het in dit verslag ook niet aan pogingen om de bevoegdheden van de Europese Commissie op steeds geniepigere wijze uit te breiden, ten koste van de soevereine lidstaten. We aanvaarden evenmin de nauwelijks verhulde aantasting van de bevoegdheden van de Internationale Maritieme Organisatie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, hetgeen blijkt uit de wens om de maritieme sector en de luchtvaartsector op te nemen in de ETS-regeling. Om wettelijk en doeltreffend te zijn moeten dergelijke besluiten in onderling overleg worden genomen door alle staten, op mondiaal niveau. In ieder geval dient de Europese Unie zich niet te mengen in deze organisaties of te proberen in hun plaats op te treden. Om al deze redenen stemmen wij tegen dit verslag.
ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energiE(*) (17.10.2016)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen
(COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD))
Rapporteur voor advies (*): Fredrick Federley
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
De wereld beweegt zich in de richting van een koolstofarme economie, het klimaatakkoord van Parijs van vorig jaar toont aan dat deze ontwikkeling onomkeerbaar is. In het akkoord worden ambitieuze doelen gesteld, en het is belangrijk dat de EU zich aan haar afspraken houdt. Even belangrijk is dat we van de vele gelegenheden gebruik maken die geboden worden door de overgang van onze economie naar een koolstofarme economie.
Europa heeft meer dan 10 jaar ervaring met het EU-emissiehandelsysteem (EU-ETS). Het EU-ETS is wereldwijd het grootste systeem voor uitstootbeperking en emissiehandel, dat geldt voor meer dan 11 000 energiecentrales en industriële installaties. Het is gelukt klimaatverandering op de agenda te krijgen in de bestuurskamers, door een prijskaartje te hangen aan koolstof – wat ertoe bijgedragen heeft dat er wordt geïnvesteerd in koolstofarme technologieën. Regeringen en particuliere bedrijven zetten zich op de hele wereld in voor de handel in koolstofemissies, omdat het een instrument is dat concurrentievermogen kan garanderen, innovatie kan aanmoedigen en kan leiden tot substantiële emissiereducties. Een toenemend aantal landen, waaronder met name China, gebruikt emissiehandel om zijn klimaatdoelstellingen te verwezenlijken of is van plan dit te gaan doen.
In juli 2015 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend om de EU-ETS-richtlijn zodanig te herzien dat de EU-doelstelling om de binnenlandse broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 40 % te verlagen, wordt gehaald. De rapporteur is verheugd over de voorgestelde hervormingen. Sommige elementen moeten echter worden aangescherpt om ervoor te zorgen dat het systeem intact blijft, voor de industrie voorspelbaar is en dat er sprake is van een gelijk speelveld voor ondernemingen, bedrijfstakken en lidstaten. Het is van vitaal belang, ook met het oog op het recent aangenomen klimaatakkoord van Parijs, dat het EU-ETS blijft stimuleren dat de emissies op adequate wijze worden teruggedrongen. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat de best presterende industrieën extra kosten moeten maken, die werkelijk blootstaan aan het risico van koolstoflekkage.
Realiseren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties
Overeenkomstig de huidige richtlijn lopen de bepalingen inzake koolstoflekkage af in 2020. Voor sommige industriële sectoren zal het echter noodzakelijk blijven tijdelijk door te gaan met de kosteloze toewijzing, als uitzondering op de algemene regel van veiling als toewijzingsmethode, om het risico van koolstoflekkage tegen te gaan. Toewijzingsregels en -benchmarks moeten zowel realistisch zijn als een stimulans voor continue verbeteringen van het proces. Er zijn frequentere aanpassingen nodig op grond van de feitelijke productiegegevens om over-toewijzing te voorkomen en efficiënte industrieën niet te ontmoedigen om te groeien. De kosteloze toewijzing moet beter gericht zijn op die bedrijfstakken die het meest blootstaan aan het risico van koolstoflekkage, zodat de bedrijfstakken die er het meest behoefte aan hebben, worden ondersteund. Hierdoor zal de sectoroverschrijdende correctiefactor minimaal hoeven worden toegepast, die anders het concurrentievermogen van sommige industriële sectoren onterecht en botweg zou kunnen benadelen.
Stimuleren van industriële innovatie
Het EU-ETS kan een belangrijk instrument zijn om innovatieve koolstofarme technologieën op te schalen en zou dat ook moeten zijn. De rapporteur is verheugd over het voorstel van de Commissie om de omvang van het innovatiefonds te vergroten, en om het toepassingsgebied voor koolstofarme innovatie in industriële sectoren uit te breiden. Het EU-ETS slaagt er echter tot dusverre niet in koolstofarme investeringen en innovatie op een schaal te bevorderen die nodig is om klimaatdoelstellingen op de middellange en lange termijn te verwezenlijken. Het heeft een krachtiger innovatiefonds nodig met een extra toewijzing van 150 miljoen om private investeringen aan te trekken in baanbrekende industriële technologieën. Nu de uitstootbeperking van het EU-ETS afneemt en de koolstoflekkagebepalingen worden hervormd, waarbij gestreefd wordt naar 100 % veiling, worden beleidsmaatregelen ter ondersteuning van investeringen in de overgang naar een koolstofarme economie steeds belangrijker.
Consistent met een steeds geïntegreerdere energiemarkt
De hervorming van het EU-ETS, samen met zijn impact op de energieproductie en energiehandel, zou consistent moeten zijn met de doelstellingen van de Energie-unie. Een innovatief en modern Europees energiesysteem is van vitaal belang, en er zouden meer middelen moeten worden ingezet voor dit doel. Post-2020 EU-ETS-regels voor de energiesector of ter compensatie van indirecte koolstofkosten voor elektriciteitsverbruikers moeten meer geharmoniseerd worden, en moeten gericht zijn op een gelijk speelveld en zouden de concurrentie tussen de lidstaten op de elektriciteitsmarkt niet mogen verstoren. De tijdelijke kosteloze toewijzing aan de energiesector in lidstaten met een lager inkomen moet op transparante wijze plaatsvinden, om te zorgen voor economisch rendabele projecten in lijn met de energie- en klimaatdoelstellingen van de EU op de lange termijn. Regelmatig zou gekeken moeten worden naar de interactie tussen het EU-ETS en overige beleidsmaatregelen op het gebied van klimaat, luchtkwaliteit en energie, om te voorkomen dat maatregelen elkaar overlappen en om negatieve interactie tussen verschillende beleidsinstrumenten te vermijden.
Voortbouwen op het klimaatakkoord van Parijs
Welke gevolgen het klimaatakkoord van Parijs zal hebben voor het EU-ETS is nog niet in detail nagegaan, en derhalve is het niet mogelijk daar volledig rekening mee te houden bij de start van fase 4.
Terwijl het Protocol van Kyoto slechts betrekking had op 12 % van de wereldwijde emissies, zijn nu de landen die verantwoordelijk zijn voor 95 % van de wereldwijde emissies verplicht om nationale klimaatplannen te implementeren en hun ambities om de vijf jaar te verhogen. De EU-ETS-richtlijn moet daarom worden afgestemd op het klimaatakkoord van Parijs, inclusief de vaststelling van een trapsgewijs mechanisme ('ratchet mechanism') waardoor de koolstoflekkagebepalingen en het ambitieniveau met regelmatige tussenpozen worden bijgesteld.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen. |
(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen om zo het internationale concurrentievermogen van de EU-industrie te waarborgen, koolstoflekkage te vermijden en te voorkomen dat investeringen naar elders wegvloeien. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). |
15Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van 1990. Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling zal op de meest kosteneffectieve wijze worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van 2005. Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering16 is ingediend. |
(2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van 1990. Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling zal op de meest kosteneffectieve wijze worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van 2005. Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering[1] is ingediend. De Overeenkomst van Parijs over klimaatverandering ("de Overeenkomst"), die op de 21e Conferentie van de Partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering is aangenomen, markeert een nieuwe mijlpaal op het vlak van mondiale doelstellingen om de wereldwijde temperatuurstijging ruim beneden 2 °C boven de pre-industriële niveaus te houden, en om in te zetten op een maximale stijging van 1,5°C boven de pre-industriële niveaus. Volgens de Overeenkomst moeten alle sectoren van de economie een bijdrage leveren aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. De doelstellingen en maatregelen waarin op internationaal niveau overeenstemming is bereikt, zoals in het kader van de Internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), worden toegejuicht als zij emissiebeperking bewerkstelligen; | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 http://www4.unfccc.int/submissions/indc/Submission%20Pages/submissions.aspx |
16 http://www4.unfccc.int/submissions/indc/Submission%20Pages/submissions.aspx | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) De Europese Raad heeft bevestigd dat een goed functionerende, hervormde EU-ETS met een instrument om de markt te stabiliseren het belangrijkste Europese instrument zal zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,2 % vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar de bestaande maatregelen na 2020 blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd en zonder het aandeel van de te veilen rechten te verkleinen. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft, te verhogen, de transparantie te vergroten en het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt. |
(3) De Europese Raad heeft bevestigd dat een goed functionerende, hervormde en effectievere EU-ETS met een instrument om de markt te stabiliseren het belangrijkste Europese instrument zal zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,2 % vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar de bestaande maatregelen na 2020 blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën, derde landen of subnationale regio's geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd en zonder het aandeel van de te veilen rechten te verkleinen. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft te verhogen, de transparantie te vergroten en het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt. Aangezien de Unie duidelijk is over haar voornemen om de EU-ETS te handhaven als hoofdpijler van het klimaatbeleid van de Unie, volgen andere landen en regio's in de wereld het klimaatbeleid van de Unie. In 2016 gebruiken circa 40 landen en meer dan 20 steden, staten en provincies koolstofbeprijzingsregelingen, in verschillende mate, en overwegen andere dergelijke regelingen in de toekomst toe te passen. De Unie moedigt andere landen aan te volgen en te volharden in hun inspanningen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU-ETS als de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie17. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie draagt bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties. |
(4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU-ETS als de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie17, waarbij wordt gewaarborgd dat deze vlakken, zoals vlakken die gerelateerd zijn aan energie-efficiëntie en hernieuwbare bronnen, de doelstellingen van de EU-ETS versterken en de goede marktwerking niet ondermijnen. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie draagt bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties, om de langetermijndoelstelling van de Unie om de broeikasgasemissies tegen 2050 verminderen met 80-95% te verwezenlijken. Het wordt betreurd dat het koolstofprijssignaal in fase 3 niet hoog genoeg is geweest om investeringen in koolstofarme technologieën en processen te stimuleren. Een koolstofprijs die hoog genoeg is om investeringen in het koolstofarm maken van producten te stimuleren, is essentieel voor het functioneren van de EU-ETS-markt. De herindustrialiseringsdoelstelling die is gericht op een aandeel van de industrie in het Unie-bbp van 20 % tegen 2020 moet in dit verband worden benadrukt, alsmede het belang van innovatie, investeringen in onderzoek en ontwikkeling, werkgelegenheid en vernieuwing van vaardigheden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering" |
17COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering" | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet Richtlijn 2003/87/EG op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het uitstellen van een volledige overgang gerechtvaardigd ter voorkoming van koolstoflekkage en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie gerechtvaardigd ter vermindering van het reële risico op een stijging van de broeikasgasemissies in derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. |
(5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet Richtlijn 2003/87/EG op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het uitstellen van een volledige overgang gerechtvaardigd ter voorkoming van het risico van koolstoflekkage en het risico dat investeringen naar elders wegvloeien, en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie gerechtvaardigd ter vermindering van het reële risico op een stijging van de mondiale broeikasgasemissies en het verleggen van investeringen naar derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. Uit een studie waartoe de Commissie in 2013 opdracht had gegeven bleek dat er zich in de jaren 2005-2012 geen koolstoflekkage heeft voorgedaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing de uitzondering. Derhalve, en zoals bevestigd door de Europese Raad, mag het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode 2013-2020 57 % bedroeg, niet worden verlaagd. In de effectbeoordeling van de Commissie worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief voor nieuwkomers gereserveerde rechten die niet zijn toegewezen, rechten voor de modernisering van de elektriciteitsopwekking in bepaalde lidstaten en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad19 ingestelde marktstabiliteitsreserve zijn ondergebracht. |
(6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing een uitzondering gedurende een overgangsperiode om het Europese concurrentievermogen op mondiaal niveau te handhaven. Derhalve, en zoals bevestigd door de Europese Raad, mag het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode 2013-2020 57 % bedroeg, niet worden verlaagd. Vanaf 2021 moet het aandeel te veilen rechten minstens 57 % bedragen met de mogelijkheid om het met hooguit percentpunten te verlagen om te zorgen voor een voldoende hoeveelheid kosteloze toewijzingen. In de effectbeoordeling van de Commissie worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief voor nieuwkomers gereserveerde rechten die niet zijn toegewezen, rechten voor de modernisering van de elektriciteitsopwekking in bepaalde lidstaten en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad19 ingestelde marktstabiliteitsreserve zijn ondergebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 SEC(2015)XX |
18 SEC(2015)XX | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19 Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L [...] van [...], blz. [...]). |
19Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L [...] van [...], blz. [...]). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten nog steeds kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. De ervaring die tijdens de werking van de EU-ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissie-intensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. |
(7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten nog steeds kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Kosteloze toewijzing wordt niet geacht een subsidie te zijn, maar moet erop gericht zijn koolstoflekkage te voorkomen en te vermijden dat investeringen wegvloeien en moet investeringen in koolstofarme technologieën en processen stimuleren en financieren. De ervaring die tijdens de werking van de EU-ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissie-intensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Bedrijfstakken en deeltakken die niet zijn blootgesteld aan koolstoflekkage zouden geen recht mogen hebben op kosteloze toewijzing. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken en de waarden van de benchmarks voor kosteloze toewijzingen aan installaties, vastgesteld aan de hand van gegevens van de jaren 2007-2008, aan de relevante periode van toewijzing aan te passen, moeten die waarden in overeenstemming met de waargenomen gemiddelde vooruitgang worden geactualiseerd. Omwille van de voorspelbaarheid moet dat gebeuren door toepassing van een factor die de beste beoordeling van de vooruitgang in de verschillende bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 0,5 % hoger of lager ligt dan de waarde van 2007-2008, moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op de benchmarks voor raffinaderijen. |
(8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken moeten de benchmarks volledig worden geactualiseerd met de gegevens van 2017 en 2018 die de werkelijke technologische verbeteringen weerspiegelen. Omwille van de voorspelbaarheid en om te zorgen voor een blijvende stimulans voor procesverbetering, moeten de benchmarks verder geactualiseerd worden door toepassing van een factor die de beste beoordeling van de vooruitgang in de verschillende bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 0,5 % hoger of lager ligt dan de waarde, moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Indien sectoren een lager verbeteringspercentage hebben dan 0,3%, zou dat percentage moeten worden toegepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op de benchmarks voor raffinaderijen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9) De lidstaten moeten, in overeenstemming met de staatssteunregels, voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten de veilinginkomsten ook gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. |
(9) Er moet een geharmoniseerd EU-mechanisme worden ingesteld om, rekening houdend met de staatssteunregels, te voorzien in een compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Daarom moet ten minste 80% van de veilingopbrengsten worden besteed aan de klimaatacties die zijn vermeld in deze richtlijn, inclusief klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. De EU moet ook een fonds voor een rechtvaardige transitie (Just Transition Fund) oprichten om de veilinginkomsten te verzamelen ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor de CO2-afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO2-emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. |
(10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor CO2-afvang en -opslag (CCS) en CO2-afvang en -gebruik (CCU), nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in duurzame koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO2-emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CCS en CCU en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CCS en CCU, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van duurzame koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds en mogen tot 2030 afwijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren op een transparante manier te bevorderen en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. De werking van de beheersstructuur moet zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad en een beheerscomité en in het besluitvormingsproces moet naar behoren rekening worden gehouden met de deskundigheid van de EIB, tenzij steun wordt verleend aan kleine projecten met leningen van een nationale stimuleringsbank of met subsidies via een nationaal programma dat de doelstellingen van het moderniseringsfonds deelt. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende vormen worden verleend. |
(11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds en mogen tot 2030 afwijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren op een transparante manier te bevorderen in lijn met de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor 2030 en 2050 en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. De werking van de beheersstructuur moet zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad en een adviesraad. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende vormen worden verleend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12) De Europese Raad heeft bevestigd dat de modaliteiten, inclusief de transparantie, van de optionele kosteloze toewijzing om de energiesector in bepaalde lidstaten te moderniseren, moeten worden verbeterd. Investeringen met een waarde van 10 miljoen EUR of meer moeten door de betrokken lidstaat via een concurrerend biedingsproces worden geselecteerd op basis van duidelijke en transparante regels, zodat de kosteloze toewijzing wordt gebruikt ter bevordering van reële investeringen om de energiesector in overeenstemming met de doelstellingen in het kader van de energie-unie te moderniseren. Investeringen met een waarde van minder dan 10 miljoen EUR moeten ook in aanmerking komen voor financiering uit de kosteloze toewijzing. De betrokken lidstaat moet dergelijke investeringen op basis van duidelijke en transparante criteria selecteren. Er moet een openbare raadpleging over de resultaten van dat selectieproces plaatsvinden. In het stadium van de selectie van investeringsprojecten en van de uitvoering ervan moeten de burgers naar behoren worden geïnformeerd. |
(12) De Europese Raad heeft bevestigd dat de modaliteiten, inclusief de transparantie, van de optionele kosteloze toewijzing om de energiesector in bepaalde lidstaten te moderniseren, moeten worden verbeterd. Investeringen met een waarde van 10 miljoen EUR of meer moeten door de betrokken lidstaat via een concurrerend biedingsproces worden geselecteerd op basis van duidelijke en transparante regels, zodat de kosteloze toewijzing wordt gebruikt ter bevordering van reële investeringen om de energiesector in overeenstemming met de doelstellingen in het kader van de energie-unie te moderniseren. De lijst met geselecteerde en afgewezen projecten moet openbaar worden gemaakt. Investeringen met een waarde van minder dan 10 miljoen EUR moeten ook in aanmerking komen voor financiering uit de kosteloze toewijzing. De betrokken lidstaat moet dergelijke investeringen selecteren op basis van duidelijke en transparante criteria, die in deze richtlijn worden vastgesteld. Er moet een openbare raadpleging over de resultaten van dat selectieproces plaatsvinden. In het stadium van de selectie van investeringsprojecten en van de uitvoering ervan moeten de burgers naar behoren worden geïnformeerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(13) De financiering van EU-ETS moet samenhangen met andere financieringsprogramma's van de Unie, inclusief de Europese structuur- en investeringsfondsen, om de doeltreffendheid van de openbare uitgaven te waarborgen. |
(13) De financiering van EU-ETS moet samenhangen met andere financieringsprogramma's van de Unie, inclusief Horizon 2020, het Europees Fonds voor strategische investeringen, en de Europese structuur- en investeringsfondsen, rekening houdend met de Klimaatstrategie van de Europese Investeringsbank, om de doeltreffendheid van de openbare uitgaven te waarborgen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) Krachtens de bestaande bepalingen die kleine installaties van de EU-ETS uitzonderen, kunnen de installaties die zijn uitgezonderd dat blijven; het moet mogelijk worden dat lidstaten hun lijst van uitgezonderde installaties actualiseren en lidstaten die die mogelijkheid momenteel niet gebruiken, moeten dat aan het begin van elke handelsperiode kunnen doen. |
(14) De bestaande bepalingen die kleine installaties van de EU-ETS uitzonderen moeten worden verlengd om onnodige administratieve kosten te vermijden; het moet mogelijk worden dat lidstaten hun lijst van uitgezonderde installaties actualiseren en lidstaten die die mogelijkheid momenteel niet gebruiken, moeten dat aan het begin van elke handelsperiode kunnen doen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 16 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(16 ter) Om de administratieve lasten voor bedrijven aanzienlijk te verminderen, zou de Commissie maatregelen kunnen overwegen zoals het automatiseren van het indienen en verifiëren van emissierapporten, door het potentieel van informatie- en communicatietechnologieën volledig te benutten; | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt -1 (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 – lid 1 – letter u bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b – punt i Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b – punt ii Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c 2003/87/EC Artikel 10 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – leden 3 bis en 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter d bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 - letter d ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 5 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 2 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter c Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter d Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 6 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter e Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter f Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 8 – alinea's 1, 2 en 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 ter en artikel 10 quater | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 10 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 12 – lid 3 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 12 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 14 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 19 – letter b Richtlijn 2003/87/EG Artikel 24 – lid 3 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 20 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 25 – alinea's 1 ter bis en 1 ter ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 22 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 27 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 22 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 28 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 – punt 22 quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 30 – lid 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 quinquies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 30 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Bijlage I - paragraaf 1 Richtlijn 2003/87/EG Bijlage II bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Kostenefficiënte emissiereducties en koolstofarme investeringen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 7.9.2015 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ITRE 7.9.2015 |
||||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
10.3.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Fredrick Federley 28.10.2015 |
||||
Behandeling in de commissie |
17.3.2016 |
12.7.2016 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
13.10.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 13 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nikolay Barekov, Nicolas Bay, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, David Borrelli, Jerzy Buzek, Angelo Ciocca, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Barbara Kappel, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jaromír Kohlíček, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Ernest Maragall, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Dan Nica, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Carolina Punset, Herbert Reul, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Sergei Stanishev, Neoklis Sylikiotis, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen, Martina Werner, Lieve Wierinck, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Michał Boni, Rosa D’Amato, Esther de Lange, Jens Geier, Benedek Jávor, Olle Ludvigsson, Vladimír Maňka, Marian-Jean Marinescu, Clare Moody, Maria Spyraki |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Salvatore Cicu, Albert Deß |
||||
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (14.7.2016)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen
(COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD))
Rapporteur voor advies: Jordi Sebastià
BEKNOPTE MOTIVERING
In het vijfde evaluatierapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC), voltooid in 2014, werd de uitzonderlijk ernstige toestand van het klimaat bevestigd en toegelicht, en werd onderstreept dat er dringend intensievere klimaatmaatregelen genomen moeten worden. Bij de aanpak van de klimaatproblematiek is belangrijke vooruitgang geboekt dankzij de voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen (INDC's), ingediend door de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Dit is echter nog verre van voldoende.
In het Akkoord van Parijs wordt de doelstelling van de wereldwijde klimaatmaatregelen bepaald op het beperken van de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur tot ruim onder de 2°C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk, waarbij er naar wordt gestreefd om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C. Met dit akkoord zetten alle landen zich voor dit doel in. Het akkoord heeft ook betere voorwaarden geschapen voor een geleidelijke toename van de inspanningen tot een niveau dat passend is gezien de omvang van de klimaatproblematiek.
Deze kans om een grote stap voorwaarts te maken op het gebied van wereldwijde klimaatactie moet met beide handen worden aangegrepen. De EU is een van de grootste veroorzakers van broeikasgasemissies, en beschikt tevens over aanzienlijke middelen. Daarom rust er op de EU een grote verantwoordelijkheid. De EU moet het voortouw nemen in een proces waarbij alle landen ter wereld elkaars inspanningen beïnvloeden en hun eigen inspanningen intensiveren, zodat de wereldwijde effecten geleidelijk kunnen toenemen.
Een cruciale taak voor de EU in dit verband is het verbeteren van het emissiehandelssysteem (ETS), zodat het een echt doeltreffend instrument wordt voor het verminderen van emissies en voor het genereren van middelen ter bevordering van duurzame energie, energiebesparing en steun voor aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, zowel binnen de EU als in kwetsbare ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen (MOL).
Het voorstel van de Commissie tot wijziging van de ETS-richtlijn is ontoereikend om het ETS om te vormen tot het instrument waar nu behoefte aan is. Daarom stelt de rapporteur amendementen voor met de volgende strekking:
- De milieu-integriteit moet worden versterkt door als eerste stap het emissieplafond als aangegeven met de lineaire reductiefactor af te stemmen op de hoogst vastgestelde reductiedoelstelling van broeikasgassen voor de hele EU-economie in 2050, d.w.z. 95 % ten opzichte van 1990, en als tweede stap een vijfjaarlijkse herziening van het plafond door te voeren, na de collectieve herzieningen van het UNFCCC en het Akkoord van Parijs;
- De emissierechten van het in de marktstabiliteitsreserve opgenomen overschot die overeenkomen met het gebruik van CDM- en JI-kredieten in het kader van het ETS moeten worden geschrapt, zodat het verwezenlijken van de doelstelling van het ETS van verlaging van de emissie een binnenlandse aangelegenheid wordt;
- Alle ETS-rechten moeten worden geveild, en de opbrengsten daarvan moeten worden bestemd voor klimaatmaatregelen, waarbij de helft gaat naar kwetsbare ontwikkelingslanden. Tevens moet een verplichte inlevering van emissierechten bij import worden ingevoerd voor het importeren van energie-intensieve goederen, om mogelijke koolstoflekkage te voorkomen;
- Er moet voor gezorgd worden dat de luchtvaartsector op hetzelfde niveau bijdraagt aan de doelstelling van vermindering van emissies voor 2030 als andere sectoren in het kader van het ETS, en alle opbrengsten uit de luchtvaart moeten worden bestemd voor klimaatmaatregelen in kwetsbare ontwikkelingslanden;
- De internationale scheepvaartsector moet gaan bijdragen aan de klimaatdoelstellingen door middel van een collectief fonds voor bijdragen van scheepsexploitanten in verband met emissies in EU-havens en tijdens reizen van en naar EU-havens;
- De nulemissiefactor voor biomassa moet worden beperkt tot afval en residuen, ter vermindering van de stimulans voor landroof in ontwikkelingslanden om de EU-markt van bio-energie te voorzien. Wereldwijde ontbossing en verlies van koolstofvoorraden in bossen is verantwoordelijk voor naar schatting 20 % van de klimaatverandering. Een stijging van de EU-vraag naar biomassa afkomstig van bossen door een nulniveau te hanteren in een twijfelachtige vorm van koolstofboekhouding houdt in het gunstigste geval het risico van ondoeltreffendheid in, en leidt in het minst gunstige geval tot contraproductiviteit bij de beperking van klimaatverandering.
Het opnemen van ETS-ontvangsten en internationale scheepvaartemissies in het stelsel stemt ook overeen met het standpunt van het EP over het klimaatpakket van 2008, dat bij andere gelegenheden is herhaald.
AMENDEMENTEN
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 quater) Het Akkoord van Parijs is een mondiaal akkoord om de broeikasgasemissies te verminderen en een "rechtvaardige overgang" te bewerkstelligen die ook ten goede komt aan ontwikkelingslanden. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 quinquies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 quinquies) Voor wat klimaatverandering betreft zijn ontwikkelingslanden het meest kwetsbaar. De Unie moet daarom haar steun voor deze landen verhogen om hen beter in staat te stellen zich aan te passen en weerstand te bieden aan klimaatverandering. Het is wenselijk de samenhang van het beleid op Unieniveau te versterken, zodat de ETS een doeltreffende aanvulling kan vormen op het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid, met name op het gebied van de ontwikkelingsagenda voor 2030 en het klimaatbeleid. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 sexies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(7 bis) De nulclassificatie van emissies uit biomassa in de EU-ETS vormt een steunregeling in de zin van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad1bis. Vloeibare biomassa, biobrandstoffen en vaste en gasvormige biomassa moeten uitsluitend steun krijgen en meetellen voor de verwezenlijking van de nationale doelstellingen wanneer zij voldoen aan de in Richtlijn 2009/28/EG of het beleid inzake duurzame bio-energie vastgelegde duurzaamheidscriteria. De duurzaamheidscriteria moeten daarom van toepassing zijn op alle bronnen van bio-energie die worden verbruikt en waarvan de broeikasgasemissies onder de nulclassificatie vallen in een installatie of in het kader van een activiteit van een vliegtuigexploitant die onder de EU-ETS valt. | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
_________________________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
1bis Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16). | ||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Installaties die uitsluitend gebruikmaken van biomassa zijn momenteel uitgesloten van het toepassingsgebied van de ETS. In de huidige ETS wordt bovendien alle in installaties gebruikte biomassa als koolstofneutraal beschouwd en vaste biomassa niet aan duurzaamheidscriteria onderworpen. Een aanzienlijk deel van de emissies wordt derhalve niet in aanmerking genomen. Het is van essentieel belang de nulclassificatie voor biomassa op te heffen en biomassa aan duurzaamheidscriteria te binden. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(9) De lidstaten moeten, in overeenstemming met de staatssteunregels, voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten de veilinginkomsten ook gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. |
(9) De lidstaten moeten, in overeenstemming met de staatssteunregels, voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. Met het oog op de wereldwijde verantwoordelijkheid van de Unie moeten de lidstaten onverwijld financiële ondersteuning verlenen aan de door de minst ontwikkelde landen geleverde inspanningen gericht op de ontwikkeling van emissiearme technologieën op basis van het beginsel van technologische neutraliteit en de vermindering van het klimaatveranderingseffect. In dit verband moet een aanzienlijk percentage van de middels de veiling van rechten door de lidstatengegenereerde inkomsten worden toegewezen aan internationale fondsen, met name: het Groen Klimaatfonds, het fonds voor de minst ontwikkelde landen en het speciaal klimaatveranderingsfonds. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten de veilinginkomsten ook gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
De luchtvaartsector moet in dezelfde mate bijdragen aan de verlagingsdoelstelling van broeikasgassen tegen 2030 als andere sectoren vallend onder de EU-ETS. Overeenkomstig het standpunt van het EP inzake het ETS-voorstel voor de luchtvaart van 2007, en om aan te sluiten op het internationale luchtvaartrecht, moeten alle ontvangsten van de EU-ETS voor de luchtvaart gebruikt worden om de klimaatverandering tegen te gaan. Om in de ontwikkelingslanden vertrouwen op te bouwen in deze beleidsmaatregel van de EU, moeten alle opbrengsten van de luchtvaart-ETS toegewezen worden aan internationale financiering van klimaatmaatregelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 sexies | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement houdt verband met amendement 9. Alle rechten voor de luchtvaartsector moeten worden geveild door de lidstaten. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 9 – alinea 2 en 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Met het Akkoord van Parijs zijn de landen overeengekomen de temperatuurstijging ver beneden de 2°C te houden en te streven naar een maximale stijging van 1,5°C. De voorgestelde lineaire factor voor de ETS is onvoldoende om zelfs het laagste percentage te verwezenlijken van de EU-doelstelling voor 2050 van 80-90 % onder de niveaus van 1990, als overeengekomen op basis van een doelstelling van 2°C. Om beter aan te sluiten bij het Akkoord van Parijs wordt voorgesteld de lineaire factor aan te passen tot 2,8 %, overeenstemmend met een verlaging voor de hele economie van 95 % beneden 1990 tegen 2050, d.w.z. het hoogste percentage van de doelstelling van de EU voor 2050, waarbij als tweede stap een herzieningsclausule ingevoerd moet worden om de lineaire factor aan te kunnen passen na evaluaties door de VN. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
De Europese Commissie moet: | |||||||||||||||||||||||||||||||
een rechtvaardig overgangsfonds instellen als een sterk, EU-breed ondersteuningsmechanisme voor werknemers en regio's die nadelen ondervinden van de overgang naar een koolstofarme economie. | |||||||||||||||||||||||||||||||
- een internationaal klimaatactiefonds instellen dat het Groen Klimaatfonds rechtstreeks aanvult en ertoe bijdraagt dat er niet alleen gebruik wordt gemaakt van steunbudgetten om internationale klimaatactie te financieren. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Het aandeel rechten voor het moderniseringsfonds, het rechtvaardig overgangsfonds en het Internationaal Klimaatactiefonds moet worden toegevoegd aan de te veilen rechten. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Overeenkomstig het standpunt van het Parlement inzake het klimaatpakket van 2008 moeten alle ontvangsten (of het equivalent in financiële waarde) van de EU-ETS worden bestemd voor klimaatmaatregelen en moet 50% worden besteed aan de collectieve bijdrage van de EU aan internationale klimaatfinanciering. De collectieve toezegging door de EU en haar lidstaten zal de invloed van de EU bij de UNFCCC-onderhandelingen en de doeltreffendheid van de klimaatfinanciering van de EU ten goede komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 – lid 3 – punt k | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
De MOL zijn bijzonder kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering en zijn slechts in zeer geringe mate verantwoordelijk voor de emissie van broeikasgassen. Daarom moet bijzondere prioriteit worden gegeven aan de behoeften van de MOL door EU-ETS-rechten te gebruiken ter financiering van klimaatmaatregelen, in het bijzonder voor de aanpassing aan de effecten van klimaatverandering. Een collectieve toezegging door de EU zou de invloed van de EU tijdens de UNFCCC-onderhandelingen doen toenemen, en financiering via het Groen Klimaatfonds zou anderen stimuleren om een deel van hun eigen koolstofbeprijzingsregelingen aan het fonds bij te dragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter d Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 bis – lid 6 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
De voorgestelde formulering "moeten" is juridisch dubbelzinnig. Hoewel een geharmoniseerd systeem wenselijk kan zijn, is het juridisch ondeugdelijk de lidstaten te verplichten staatssteun te gebruiken, en om die reden is het woord "mogen" teruggeplaatst. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
De genoemde kleinschalige investeringen spelen een cruciale rol bij de modernisering van de energiesector en de overgang naar een koolstofarme economie, en moeten daarom uitdrukkelijk worden benadrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 10 quinquies – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Aan de begunstigde lidstaten moet het recht worden toegekend om op zichzelf staande kleinschalige projecten te selecteren, met name als zij in het kader van het bestaande plan/programma zouden worden uitgevoerd, teneinde het moderniseringsfonds af te stemmen op de nationale situatie. In dat geval volstaat een eenvoudige kennisgeving aan de raad van advies. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 11 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:02003L0087-20151029&qid=1458208850750&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Overeenkomstig het standpunt van het EP inzake de ETS van 2008 en de overeenkomst over het klimaatpakket van 2009, moeten alle economische sectoren bijdragen aan de verlaging van emissies, met inbegrip van de internationale maritieme scheepvaart en de luchtvaart. Bij ontbreken van maatregelen in het kader van de IMO moet een fonds worden opgericht waar scheepsexploitanten aan moeten bijdragen voor emissies in EU-havens en tijdens reizen van en naar EU-havens. Indien deze klimaatmaatregel niet leidt tot verlaagde emissies gelijk aan het emissieniveau van de desbetreffende exploitanten, moet het verschil worden geschrapt uit de marktstabiliteitsreserve. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 27 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1464179550809&uri=CELEX:02003L0087-20151029) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 ter (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel -28 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||
Met het Akkoord van Parijs zijn de landen overeengekomen de temperatuurstijging ver beneden de 2°C te houden en te streven naar een maximale stijging van 1,5°C. Om beter aan te sluiten bij het Akkoord van Parijs wordt voorgesteld de lineaire factor aan te passen tot 2,8 %, overeenstemmend met een verlaging voor de hele economie van 95 % beneden 1990 tegen 2050, d.w.z. het hoogste percentage van de doelstelling van de EU voor 2050, waarbij als tweede stap een herzieningsclausule ingevoerd moet worden om de lineaire factor aan te kunnen passen na de evaluatieprocessen van de UNFCCC en het Akkoord van Parijs. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 quater (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Bijlage I – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1464179550809&uri=CELEX:02003L0087-20151029) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 quinquies (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Bijlage I – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1464179550809&uri=CELEX:02003L0087-20151029) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Bijlage III Richtlijn 2003/87/EG Bijlage IV – deel A | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1464179550809&uri=CELEX:02003L0087-20151029) |
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Kostenefficiënte emissiereducties en koolstofarme investeringen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 7.9.2015 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
DEVE 17.12.2015 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Jordi Sebastià 20.10.2015 |
||||
Behandeling in de commissie |
24.5.2016 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
12.7.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
12 11 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Louis Aliot, Ignazio Corrao, Nirj Deva, Doru-Claudian Frunzulică, Maria Heubuch, György Hölvényi, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Arne Lietz, Linda McAvan, Norbert Neuser, Maurice Ponga, Cristian Dan Preda, Lola Sánchez Caldentey, Elly Schlein, Eleni Theocharous, Bogdan Brunon Wenta, Anna Záborská |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Seb Dance, Jordi Sebastià, Adam Szejnfeld, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Maria Arena, Petras Auštrevičius |
||||
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Kostenefficiënte emissiereducties en koolstofarme investeringen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2015)0337 – C8-0190/2015 – 2015/0148(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
15.7.2015 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 7.9.2015 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
DEVE 17.12.2015 |
BUDG 7.9.2015 |
ITRE 7.9.2015 |
IMCO 7.9.2015 |
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 3.9.2015 |
IMCO 22.9.2015 |
|
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
ITRE 10.3.2016 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Ian Duncan 16.9.2015 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
21.6.2016 |
29.9.2016 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
15.12.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
53 5 7 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marco Affronte, Pilar Ayuso, Zoltán Balczó, Catherine Bearder, Ivo Belet, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Birgit Collin-Langen, Mireille D’Ornano, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Ian Duncan, Bas Eickhout, Eleonora Evi, José Inácio Faria, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Jens Gieseke, Julie Girling, Sylvie Goddyn, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Jytte Guteland, György Hölvényi, Anneli Jäätteenmäki, Jean-François Jalkh, Benedek Jávor, Karin Kadenbach, Kateřina Konečná, Giovanni La Via, Peter Liese, Norbert Lins, Valentinas Mazuronis, Susanne Melior, Miroslav Mikolášik, Massimo Paolucci, Piernicola Pedicini, Bolesław G. Piecha, Frédérique Ries, Daciana Octavia Sârbu, Annie Schreijer-Pierik, Davor Škrlec, Renate Sommer, Ivica Tolić, Jadwiga Wiśniewska, Tiemo Wölken, Damiano Zoffoli |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Caterina Chinnici, Linnéa Engström, Merja Kyllönen, Ulrike Müller, Bart Staes, Keith Taylor, Mihai Ţurcanu, Claude Turmes, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Linnéa Engström, Olle Ludvigsson, Jiří Maštálka, Jens Nilsson |
||||
Datum indiening |
13.1.2017 |
||||