VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

30.1.2017 - (COM(2015)0593 – C8‑0383/2015 – 2015/0272(COD)) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Simona Bonafè


Procedure : 2015/0272(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

(COM(2015)0593 – C8-0383/2015 – 2015/0272(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0593),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8‑0383/2015),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Franse Senaat, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 april 2016[1],

–  gezien het advies van het Comité van de Regio's van 15 juni 2016[2],

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A8‑0013/2017),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Het afvalstoffenbeheer in de Unie moet worden verbeterd met het oog op de bescherming, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens, het behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en de bevordering van een meer circulaire economie.

(1)  Het afvalstoffenbeheer in de Unie moet worden verbeterd met het oog op de bescherming, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens, het behoedzaam en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en de bevordering van de beginselen van de circulaire economie.

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Een schone, effectieve en duurzame circulaire economie vereist dat gevaarlijke stoffen al in de ontwerpfase uit producten worden verwijderd, en in dit verband moet de circulaire economie gevolg geven aan uitdrukkelijke bepalingen in het zevende milieuactieprogramma, waarin wordt gepleit voor de ontwikkeling van niet-toxische materiaalcycli, zodat gerecycleerd afval als belangrijke, betrouwbare bron van grondstoffen voor de Unie kan worden gebruikt.

Motivering

De EU moet zich concentreren op de totstandbrenging van een schone circulaire economie en het eventuele grote risico voorkomen dat het publiek en de markt hun vertrouwen in gerecycleerd materiaal in de toekomst verliezen terwijl er een eindeloze afvalerfenis ontstaat. De grootste last voor recyclers is de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in materialen. De EU moet zich concentreren op het verwijderen van deze gevaarlijke stoffen uit producten en afval, en mag de volksgezondheid en het milieu niet in gevaar brengen door bepaalde soorten bedrijven of producten vrij te stellen van veiligheidsbepalingen en door het onmogelijk te maken om in de toekomst vast te stellen welke materialen gecontamineerd zijn.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter)  Er moet worden gezorgd voor een doeltreffend en energiezuinig beheer van secundaire grondstoffen, en er moet prioriteit worden gegeven aan O&O-inspanningen met het oog daarop. De Commissie moet ook overwegen een voorstel betreffende de indeling van afvalstoffen in te dienen om de creatie van een EU-markt voor secundaire grondstoffen in de hand te werken.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater)  Wanneer gerecycleerd materiaal de economie opnieuw binnenkomt doordat het de einde-afvalfase heeft bereikt, hetzij omdat het beantwoordt aan de specifieke criteria voor de einde-afvalfase, hetzij omdat het wordt opgenomen in een nieuw product, moet het volledig in overeenstemming zijn met de EU-regelgeving inzake chemische stoffen.

Motivering

REACH is niet van toepassing op afval, zoals bepaald in artikel 2, lid 2: "Afvalstoffen als omschreven in Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad zijn geen stof, mengsel of voorwerp in de zin van artikel 3 van deze verordening."

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  De afgelopen jaren is het industriële landschap aanzienlijk veranderd, door de technologische vooruitgang en door de toename van wereldwijde goederenstromen. Die factoren brengen nieuwe uitdagingen met zich op het gebied van milieuvriendelijk afvalbeheer en milieuvriendelijke afvalverwerking, die moeten worden aangepakt door een combinatie van meer onderzoek en doelgerichte regelgevingsinstrumenten. Geplande veroudering is een steeds groter wordend probleem en is intrinsiek strijdig met de doelstellingen van een circulaire economie, en daarom moeten alle belangrijke belanghebbenden, het bedrijfsleven, de klanten en de regelgevende instanties zich samen inspannen om geplande veroudering tegen te gaan.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Door de lidstaten ingediende statistische gegevens zijn voor de Commissie essentieel om de naleving van de afvalwetgeving in alle lidstaten te kunnen beoordelen. De kwaliteit, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van statistieken moet worden verbeterd door één toegangspunt voor alle gegevens over afvalstoffen in te stellen, achterhaalde verslagleggingsvereisten te schrappen, nationale verslagleggingsmethoden af te wegen en een kwaliteitscontroleverslag over de gegevens in te voeren.

(4)  Door de lidstaten ingediende gegevens en informatie zijn voor de Commissie essentieel om de naleving van de afvalwetgeving in alle lidstaten te kunnen beoordelen. De kwaliteit, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de ingediende gegevens moet worden verbeterd door een gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens op basis van betrouwbare bronnen in te voeren, één toegangspunt voor alle gegevens over afvalstoffen in te stellen, achterhaalde verslagleggingsvereisten te schrappen, nationale verslagleggingsmethoden af te wegen en een kwaliteitscontroleverslag over de gegevens in te voeren. Betrouwbare verslaglegging over gegevens betreffende afvalstoffenbeheer is van wezenlijk belang voor een doeltreffende uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens tussen de lidstaten. Bij de verslaglegging over de verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijnen moeten de lidstaten gebruikmaken van de gezamenlijke methodologie die is ontwikkeld door de Commissie, in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten en de nationale autoriteiten die belast zijn met afvalbeheer.

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) wordt gevolgd door een passende verwerking. Met het oog op gelijke marktvoorwaarden en de inachtneming van de afvalwetgeving en het concept van de circulaire economie moet de Commissie gemeenschappelijke normen voor de verwerking van AEEA ontwikkelen, zoals bepaald is in Richtlijn 2012/19/EU.

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Goede verslaggeving van statistische gegevens over afvalbeheer is van wezenlijk belang voor een efficiënte uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens en een gelijk speelveld tussen de lidstaten. Bij de voorbereiding van de verslagen over de naleving van de doelstellingen in die richtlijnen moeten de lidstaten worden verplicht gebruik te maken van de recentste methodologie die is ontwikkeld door de Commissie en de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten.

(5)  Goede verslaggeving van statistische gegevens over afvalbeheer is van wezenlijk belang voor een efficiënte uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens en een gelijk speelveld tussen de lidstaten. Bij de voorbereiding van de verslagen over de naleving van de doelstellingen in die richtlijnen moeten de lidstaten worden verplicht gebruik te maken van de gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens die is ontwikkeld door de Commissie in overleg met de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten.

Motivering

Om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van gegevens in de hele EU te verbeteren en de gemeenschappelijke berekeningsmethoden voor de drie betrokken richtlijnen aan te vullen, moet de Commissie een gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens ontwikkelen.

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Om de in deze richtlijn bepaalde doelstellingen te helpen verwezenlijken en de overgang naar een circulaire economie te stimuleren, moet de Commissie de coördinatie en uitwisseling van informatie en goede praktijken tussen de lidstaten en tussen de verschillende economische sectoren bevorderen. Die uitwisseling kan worden gefaciliteerd door communicatieplatforms die nieuwe industriële oplossingen onder de aandacht kunnen brengen, een beter overzicht van de beschikbare capaciteiten kunnen geven, de afvalindustrie met andere sectoren in contact kunnen helpen brengen en industriële symbiose kunnen helpen bevorderen.

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter)  De afvalhiërarchie als vastgesteld in Richtlijn 2008/98/EG geeft een rangorde aan in de EU-wetgeving inzake afvalpreventie en afvalbeheer. Die hiërarchie is dus van toepassing in de context van autowrakken, batterijen en accu's, afgedankte batterijen en accu's, en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Wanneer ze de doelstelling van deze richtlijn verwezenlijken, moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om rekening te houden met de prioriteiten van de afvalhiërarchie en toe te zien op de praktische uitvoering van die prioriteiten.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Aangezien het steeds meer noodzakelijk is om afval, in overeenstemming met de circulaire economie, binnen de Unie te behandelen en te recyclen, moet er vooral voor worden gezorgd dat de overbrenging van afvalstoffen in overeenstemming met de beginselen en voorschriften van de milieuwetgeving van de Unie geschiedt, met name het beginsel van nabijheid en voorrang voor nuttige toepassing en zelfvoorziening. De Commissie moet onderzoeken of het wenselijk is één loket voor de administratieve procedure voor de overbrenging van afval op te richten teneinde de administratieve lasten te verminderen. De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om de illegale overbrenging van afval te voorkomen.

Amendement     12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis)  Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Richtlijn 2000/53/EG met betrekking tot de gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en het formaat voor de verslaglegging over de gegevens betreffende de uitvoering van de doelstellingen voor hergebruik en terugwinning van autowrakken, en voor de uitvoering van Richtlijn 2012/19/EU met betrekking tot de methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en het formaat voor de verslaglegging over de gegevens betreffende de uitvoering van de doelstellingen voor de inzameling en terugwinning van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad1 bis.

 

________________

 

1 bis Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

Motivering

Een standaardoverweging betreffende de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie moet worden toegevoegd.

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter)  Om de methode vast te stellen voor de verzameling en verwerking van gegevens alsook het formaat voor de verslaglegging over gegevens voor batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (PB l 123 van 12.5.2016, blz. 1). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea -1 (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 6 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

"1.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat alle autowrakken (zelfs tijdelijk) worden opgeslagen en verwerkt overeenkomstig de in artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG vervatte algemene eisen en de technische minimumeisen van bijlage I bij deze richtlijn, onverminderd nationale gezondheids- en milieuvoorschriften."

"1.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat alle autowrakken (zelfs tijdelijk) worden opgeslagen en verwerkt overeenkomstig de prioriteiten van de afvalhiërarchie en de in artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG vervatte algemene eisen en de technische minimumeisen van bijlage I bij deze richtlijn, onverminderd nationale gezondheids- en milieuvoorschriften."

Motivering

Om de coherentie en rechtszekerheid van de EU-afvalwetgeving te waarborgen, is dringend een verwijzing naar de afvalhiërarchie nodig in de artikelen 1, 6 en 7.

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – lid 1 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 7, lid 2, in. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met 1 quinquies is vastgesteld. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

1 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 7, lid 2, in. Zij verzamelen en verwerken deze gegevens volgens de in lid 1 quinquies van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke methode en dienen ze uiterlijk 12 maanden na afloop van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 1 quinquies is vastgesteld.

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – lid 1 quater

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

1 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Totdat de in lid 1 quinquies bedoelde gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens is vastgesteld, bevat het verslag een beoordeling van de organisatie van de gegevensverzameling, de bronnen van de gegevens en de in de lidstaten gebruikte methode. De Commissie beoordeelt tevens de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van deze gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – lid 1 quater bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quater bis.  In het verslag kan de Commissie informatie opnemen over de uitvoering van deze richtlijn in haar geheel en over de gevolgen ervan voor het milieu en de volksgezondheid. Zo nodig gaat dit verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze richtlijn.

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – lid 1 quinquies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 1 bis. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

1 quinquies.  De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast die de gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens vaststellen en het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 1 bis. Die gedelegeerde handelingen worden volgens de in artikel 11 bis bedoelde procedure vastgesteld.

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – lid 1 quinquies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quinquies bis.  Uiterlijk op 31 december 2018 evalueert de Commissie, in het kader van het actieplan voor de circulaire economie en met het oog op de toezegging van de EU om over te stappen naar een circulaire economie, deze richtlijn in haar geheel en met name de werkingssfeer en de doelstellingen, op basis van een effectbeoordeling en rekening houdend met de beleidsdoelstellingen en initiatieven van de Unie voor de circulaire economie. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de overbrenging van gebruikte voertuigen waarvan wordt vermoed dat het autowrakken zijn. Hiertoe worden de richtsnoeren van de correspondenten nr. 9 voor overbrenging van autowrakken gebruikt. De Commissie onderzoekt tevens de mogelijkheid om specifieke doelstellingen per hulpbron vast te stellen, met name voor kritieke grondstoffen. Zo nodig gaat deze evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 9 bis

 

Instrumenten om een omschakeling naar een meer circulaire economie te bevorderen

 

Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten en treffen zij andere maatregelen om stimuli te bieden voor de toepassing van de afvalstoffenhiërarchie. Hierbij kan het gaan om de instrumenten en maatregelen die zijn vermeld in bijlage IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG."

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 22 bis

 

Gegevens

 

1.  De door de lidstaat overeenkomstig de artikelen 10 en 12 ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag.

 

2.  De Commissie stelt overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast ter aanvulling van deze verordening, door de methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en het formaat voor de verslaglegging vast te stellen."

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter -a (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 23 – titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a)  In artikel 23 komt de titel als volgt te luiden:

"Evaluatie"

"Verslaglegging en evaluatie"

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter a

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 23 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie brengt uiterlijk eind 2016 verslag uit over de uitvoering van deze richtlijn en het effect ervan op het milieu, alsook op het functioneren van de interne markt.

1.  De Commissie brengt uiterlijk eind 2016 en vervolgens om de drie jaar verslag uit over de uitvoering van deze richtlijn en het effect ervan op het milieu, alsook op het functioneren van de interne markt.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 23 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  Het volgende lid wordt toegevoegd:

 

"3 bis.  Uiterlijk op 31 december 2018 evalueert de Commissie, in het kader van het actieplan voor de circulaire economie en met het oog op de toezegging van de EU om over te stappen naar een circulaire economie, deze richtlijn in haar geheel, en met name het toepassingsgebied en de doelstellingen ervan, op basis van een effectbeoordeling. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met de beleidsdoelstellingen en initiatieven van de Unie voor de circulaire economie, en met de technische ontwikkeling van nieuwe soorten batterijen die geen gevaarlijke stoffen gebruiken, met name geen zware en andere metalen of metaalionen. De Commissie onderzoekt tevens de mogelijkheid om specifieke doelstellingen per hulpbron vast te stellen, met name voor kritieke grondstoffen. Zo nodig gaat deze evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel."

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 23 bis bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 23 bis bis

 

Instrumenten om een omschakeling naar een meer circulaire economie te bevorderen

 

Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten en treffen zij andere maatregelen om stimuli te bieden voor de toepassing van de afvalstoffenhiërarchie. Hierbij kan het gaan om de instrumenten en maatregelen die zijn vermeld in bijlage IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG."

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 – lid 5 – alinea 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1)  In artikel 8, lid 5, wordt de eerste alinea vervangen door:

"Voor milieubeschermingsdoeleinden kunnen de lidstaten minimum-kwaliteitsnormen voor de verwerking van ingezamelde AEEA invoeren."

"Voor milieubeschermingsdoeleinden voeren de lidstaten minimum-kwaliteitsnormen voor de verwerking van ingezamelde AEEA in."

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 – lid 5 – alinea 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 bis)   In artikel 8, lid 5, wordt de vierde alinea vervangen door:

"Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin minimum-kwaliteitsnormen worden vastgelegd, op basis van met name de normen die zijn ontwikkeld door de Europese normalisatie-instellingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 21, lid 2."

"Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel, en in overeenstemming met het mandaat in Richtlijn 2012/19/EU, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin minimum-kwaliteitsnormen worden vastgelegd. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 21, lid 2."

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – lid 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 16, lid 4. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 5 quinquies, is vastgesteld. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

5 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 16, lid 4, in. Zij verzamelen en verwerken deze gegevens volgens de in lid 5 quinquies van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke methode en dienen ze uiterlijk 12 maanden na afloop van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De lidstaten zorgen ervoor dat de gegevens van alle bij het verzamelen of verwerken van AEEA betrokken actoren worden verzameld. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 5 quinquies, is vastgesteld.

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – lid 5 quater

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

5 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Totdat de in lid 5 quinquies bedoelde gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens is vastgesteld, omvat dit verslag een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode. De Commissie beoordeelt tevens de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van deze gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – lid 5 quater bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater bis.  In het verslag neemt de Commissie informatie op over de uitvoering van de richtlijn in haar geheel en over de gevolgen ervan voor het milieu en de volksgezondheid. Zo nodig gaat dit verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze richtlijn.

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – lid 5 quinquies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 5 bis. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

5 quinquies.  De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast die de gemeenschappelijke methode voor de verzameling en verwerking van gegevens vaststellen en het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 5 bis. Die gedelegeerde handelingen worden volgens de in artikel 20 bedoelde procedure vastgesteld.

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – lid 5 quinquies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quinquies bis.  Bij de in lid 5 quater bedoelde beoordeling evalueert de Commissie, in het kader van het actieplan voor de circulaire economie en met het oog op de toezegging van de EU om over te stappen naar een circulaire economie, deze richtlijn in haar geheel en met name de werkingssfeer en de doelstellingen, op basis van een effectbeoordeling en rekening houdend met de beleidsdoelstellingen en initiatieven van de Unie voor de circulaire economie. De Commissie onderzoekt de mogelijkheid om specifieke doelstellingen per hulpbron vast te stellen, met name voor kritieke grondstoffen. Zo nodig gaat deze evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 16 bis

 

Instrumenten om een omschakeling naar een meer circulaire economie te bevorderen

 

Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten en treffen zij andere maatregelen om stimuli te bieden voor de toepassing van de afvalstoffenhiërarchie. Hierbij kan het gaan om de instrumenten en maatregelen die zijn vermeld in bijlage IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG."

  • [1]  PB C 264 van 20.7.2016, blz. 98.
  • [2]  PB C 17 van 18.1.2017, blz. 46.

TOELICHTING

Dit voorstel heeft tot doel de verplichtingen van de lidstaten inzake verslaglegging te vereenvoudigen en deze af te stemmen op de bepalingen inzake verslaglegging in de kaderrichtlijn afvalstoffen, de richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval en de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen. Verder wil dit voorstel de bepalingen betreffende de comitéprocedure aanpassen aan het Verdrag van Lissabon.

De rapporteur is het in grote lijnen eens met de doelstellingen van het voorstel en is van mening dat de controle op de uitvoering van de doelstellingen gebaseerd moet zijn op degelijke en betrouwbare gegevens. Daarom moeten de lidstaten hun inspanningen toespitsen op de correcte verzameling en indiening van de gegevens bij de Commissie. De wijzigingen willen de kwaliteit van de gegevens verbeteren door een kwaliteitscontrole in de batterijenrichtlijn in te voeren. De Commissie moet, in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek, ook een gemeenschappelijke methode voor de verzameling, ordening en verwerking van gegevens ontwikkelen om te zorgen voor de vergelijkbaarheid van kwaliteitsvolle gegevens. Verder willen de wijzigingen de verplichting voor de Europese Commissie handhaven om de uitvoering van de richtlijnen en de effecten ervan voor het milieu en de volksgezondheid te beoordelen en er verslag over uit te brengen. In de evaluatieverslagen moet de Commissie nagaan of de essentiële onderdelen van de richtlijnen, met inbegrip van de doelstellingen, eventueel moeten worden herzien om ervoor te zorgen dat de wetgeving geschikt is voor het beoogde doel. De verslagen moeten vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen indien verbetering en meer ambitie geboden zijn. Tot slot zijn er wijzigingen aangebracht om de tekst af te stemmen op het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord van 16 april 2016.

Gezien het feit dat afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, batterijen en autowrakken leiden tot steeds diversere afgedankte afvalstoffen en dat deze afvalstoffen een bron van waardevolle en schaarse grondstoffen zijn, moeten de drie richtlijnen in de nabije toekomst worden onderworpen aan een grondige evaluatie in het kader van de circulaire economie, op basis van degelijke effectbeoordeling en waarbij rekening wordt gehouden met een ecologisch ontwerp, de noodzaak om meer secundaire grondstoffen terug te winnen, de technologische ontwikkeling en andere beleidsdoelstellingen en -initiatieven van de Unie voor de circulaire economie.

ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (20.10.2016)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu's, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(COM(2015)0593 – C8‑0383/2015 – 2015/0272(COD))

Rapporteur voor advies: Pavel Telička

BEKNOPTE MOTIVERING

Op 2 december 2015 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket maatregelen voor een circulaire economie vastgesteld, waaronder het actieplan voor de circulaire economie en vier wetgevingsvoorstellen betreffende afvalstoffen. Doel van dit wetgevingsvoorstel is streefcijfers voor afvalvermindering vast te stellen, waaronder streefcijfers voor storten, hergebruik en recycling, die tegen 2030 moeten worden gehaald. Het voorstel bevat ook een ambitieus en geloofwaardig langetermijntraject voor afvalbeheer en recycling.

Hoewel de Commissie ITRE heeft besloten het pakket in vier afzonderlijke dossiers op te splitsen, houden deze nauw verband met elkaar. Veel van de wijzigingen betreffende statistieken en definities van afvalstoffen zijn opgenomen in de kaderrichtlijn afvalstoffen. De doelstellingen en verplichtingen die op deze definities of statistieken zijn gebaseerd, worden in de drie andere richtlijnen gepresenteerd. Daarom moet voor samenhang tussen alle dossiers worden gezorgd.

De rapporteur voor advies is ingenomen met het herziene voorstel van de Europese Commissie omdat het blijk geeft van een bredere, meer holistische en ook meer realistische aanpak. Betrouwbare rapportage van statistische gegevens over afvalbeheer is inderdaad van groot belang om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen de lidstaten en een efficiënt afvalbeheer in de EU. Verdere verbetering op dit gebied is zonder twijfel nodig. De streefcijfers die de Europese Commissie voorstelt, moeten ambitieus, maar ook realistisch zijn en voor alle lidstaten haalbaar zijn. Anders bestaat in de EU het risico van fragmentering van de interne markt en niet-inclusieve en dus ongelijke ontwikkeling op dit gebied. Een langetermijnvisie met voldoende ambitieuze doelen is de juiste werkwijze. De rapporteur heeft echter nog steeds twijfels over de methode die wordt gebruikt om streefcijfers vast te stellen, ongeacht of die passend zijn. Na de verzameling van betrouwbare en vergelijkbare gegevens zal het ook nodig zijn de streefcijfers en ambities te herzien tot het passende niveau. De rapporteur betreurt voorts dat in het hele voorstel geen aandacht wordt besteed aan educatie en voorlichting, die bij de omschakeling centraal zouden moeten staan.

Doel van de wijzigingsrichtlijnen betreffende autowrakken, batterijen en accu's alsook afgedankte batterijen en accu's, en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur is de rapportageverplichting voor de lidstaten te vereenvoudigen. De rapporteur is van oordeel dat de wetgeving voor de lidstaten en het bedrijfsleven moet worden vereenvoudigd, dat hun geen onnodige extra verplichtingen mogen worden opgelegd en dat er een gelijk speelveld tussen de marktdeelnemers moet worden gecreëerd. Het is niet wenselijk nieuwe, extra wetgeving vast te stellen. Wel moet voor bedrijven een klimaat worden geschapen waarin zij, in overeenstemming met de langetermijnstrategie, de meest milieuvriendelijke en kostenefficiënte oplossingen kunnen toepassen. De lidstaten moeten de juiste voorwaarden scheppen, waaronder fiscale stimulansen en ondersteuning van industriële symbiose om dergelijke voorwaarden te scheppen, opdat de fabrikanten hun verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen. De rapporteur vraagt zich echter af of het Commissievoorstel betreffende batterijen en accu's tot dergelijke conclusies zal leiden.

Als de EU op realistische wijze wil omschakelen op een circulaire economie, moet in de EU adequate infrastructuur worden aangelegd en een open markt voor vervoer en afvalbeheer tot stand worden gebracht. Dit is tot nog toe niet gelukt, en in de toekomst kan dat een belemmering vormen voor een efficiënt afvalbeheer in de hele EU. Daarom stelt de rapporteur voor om de Commissie te laten onderzoeken of het wenselijk is één loket voor de administratieve procedure voor de overbrenging van afval op te richten teneinde de administratieve lasten te verminderen en de procedure te versnellen.

Een ander belangrijk onderdeel van het kader is de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) nadat die gescheiden is ingezameld. Gescheiden inzameling van AEEA heeft geen zin als het daarna niet op de passende wijze wordt verwerkt. Sommige EU-lidstaten hebben reeds bindende normen voor de verwerking van AEEA ingevoerd (EN 50625-reeks). Daarom verzoekt de rapporteur de Commissie maatregelen te nemen om de naleving van de EN 50625-reeks inzake de verwerking van AEEA verplicht te maken.

De rapporteur vestigt ook de aandacht op de uitvoer van producten die als elektronisch afval worden beschouwd en secundaire grondstoffen (AEEA, maar ook metaalschroot, plastic enz.) buiten de EU. De EU moet aandacht besteden aan toezicht op de verwerking en recycling van dergelijke materialen buiten haar grondgebied, zoals vermeld in de kaderrichtlijn afvalstoffen, maar ook aan de illegale uitvoer van deze grondstoffen naar derde landen. Dat is vooral een kwestie van handhaving van de bestaande wetgeving. Het Commissievoorstel betreffende afvalwetgeving biedt geen ruimte om deze kwesties aan te pakken. Wel moet de Commissie daar werk van maken bij de herziening van de verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen en daarmee verband houdende wetgeving, met als doel uitvoer buiten de EU te voorkomen, en moet zij zich concentreren op de uitvoering en handhaving van de bestaande wetgeving. Het is een goede zaak dat de Commissie werkt aan verdere voorstellen op gebieden als ecologisch ontwerp en de uitvoering van bepaalde richtlijnen, wat de illegale uitvoer van elektronisch afval kan helpen verminderen.

AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Visum 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

gezien Protocol nr. 2 van het VEU betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid,

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Het afvalstoffenbeheer in de Unie moet worden verbeterd met het oog op de bescherming, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens, het behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en de bevordering van een meer circulaire economie.

(1)  Het afvalstoffenbeheer in de Unie moet worden verbeterd met het oog op de bescherming, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens, het behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de bevordering van een meer circulaire economie, de verhoging van de energie-efficiëntie en de vermindering van de afhankelijkheid van de Unie.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Er moet worden gezorgd voor een doeltreffend en energiezuinig beheer van secundaire grondstoffen, en er moet prioriteit worden gegeven aan O&O-inspanningen met het oog daarop. De Commissie moet ook overwegen een voorstel betreffende de indeling van afvalstoffen in te dienen om de creatie van een EU-markt voor secundaire grondstoffen in de hand te werken.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  De afgelopen jaren is het industriële landschap aanzienlijk veranderd, door de technologische vooruitgang en door de toename van wereldwijde goederenstromen. Die factoren brengen nieuwe uitdagingen met zich op het gebied van milieuvriendelijk afvalbeheer en milieuvriendelijke afvalverwerking, die moeten worden aangepakt door een combinatie van meer onderzoek en doelgerichte regelgevingsinstrumenten. Geplande veroudering is een steeds groter wordend probleem en is intrinsiek strijdig met de doelstellingen van een circulaire economie, en daarom moeten alle belangrijke belanghebbenden, het bedrijfsleven, de klanten en de regelgevende instanties zich samen inspannen om geplande veroudering tegen te gaan.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Door de lidstaten ingediende statistische gegevens zijn voor de Commissie essentieel om de naleving van de afvalwetgeving in alle lidstaten te kunnen beoordelen. De kwaliteit, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van statistieken moet worden verbeterd door één toegangspunt voor alle gegevens over afvalstoffen in te stellen, achterhaalde verslagleggingsvereisten te schrappen, nationale verslagleggingsmethoden af te wegen en een kwaliteitscontroleverslag over de gegevens in te voeren.

(3)  Door de lidstaten ingediende statistische gegevens zijn voor de Commissie essentieel om de naleving van de afvalwetgeving in alle lidstaten te kunnen beoordelen. De kwaliteit, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van statistieken moet worden verbeterd door een geharmoniseerde methode voor de verzameling en verwerking van gegevens in te voeren en door één toegangspunt voor alle gegevens over afvalstoffen in te stellen, te weten Eurostat, en door achterhaalde verslagleggingsvereisten te schrappen, nationale verslagleggingsmethoden af te wegen en een kwaliteitscontroleverslag over de gegevens in te voeren, gebaseerd op een geharmoniseerd model. Betrouwbare verslaglegging over vergelijkbare statistische gegevens betreffende afvalstoffenbeheer is van wezenlijk belang voor een doeltreffende uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens tussen de lidstaten. Bij de voorbereiding van de uitvoeringsverslagen uit hoofde van deze richtlijn moeten de lidstaten gebruikmaken van de recentste methodologie die is ontwikkeld door de Commissie en de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) wordt gevolgd door een passende verwerking. Als sommige, maar niet alle verwerkers van AEEA passende verwerkingshandelingen uitvoeren, zullen milieurisico's ontstaan. Bij Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad1bis is de Commissie gemachtigd gemeenschappelijke normen voor de verwerking van AEEA te ontwikkelen (EN 50625-reeks). Met het oog op een gelijk speelveld en de inachtneming van de afvalwetgeving en het concept van de circulaire economie moet de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen om deze normen juridisch bindend te maken.

 

_____________________

 

1 bis Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38-71).

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Bestaande tekst

Amendement

(4)  Goede verslaggeving van statistische gegevens over afvalbeheer is van wezenlijk belang voor een efficiënte uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens en een gelijk speelveld tussen de lidstaten. Bij de voorbereiding van de verslagen over de naleving van de doelstellingen in die richtlijnen moeten de lidstaten worden verplicht gebruik te maken van de recentste methodologie die is ontwikkeld door de Commissie en de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten.

Schrappen

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  De afvalhiërarchie als vastgesteld in Richtlijn 2008/98/EG geeft een rangorde aan in de EU-wetgeving inzake afvalpreventie en afvalbeheer. Die hiërarchie is dus van toepassing in de context van autowrakken, batterijen en accu's, afgedankte batterijen en accu's, en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Wanneer ze de doelstelling van deze richtlijn verwezenlijken, moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om rekening te houden met de prioriteiten van de afvalhiërarchie en toe te zien op de praktische uitvoering van die prioriteiten.

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken, moet het gemakkelijker en goedkoper worden om afvalstoffen binnen de Unie over te brengen, met eenvoudigere procedures voor bedrijven maar met behoud van de milieunormen. De Commissie moet daar werk van maken wanneer zij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad1 bis herziet.

 

______________

 

1 bis Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  Aangezien het steeds meer noodzakelijk is om afval, in overeenstemming met de circulaire economie, binnen de Unie te behandelen en te recyclen, moet er vooral voor worden gezorgd dat de overbrenging van afvalstoffen in overeenstemming met de beginselen en voorschriften van de milieuwetgeving geschiedt, met name het beginsel van nabijheid en voorrang voor nuttige toepassing en zelfvoorziening. De Commissie moet onderzoeken of het wenselijk is één loket voor de administratieve procedure voor de overbrenging van afval op te richten teneinde de administratieve lasten te verminderen. De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om de illegale overbrenging van afval te voorkomen.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis)  Deze richtlijn is vastgesteld rekening houdend met de verbintenissen in het Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven" van 13 april 2016 en moet worden uitgevoerd en toegepast overeenkomstig de richtsnoeren die in dat akkoord zijn vervat.

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea -1 (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 8 - lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 8, lid 3, wordt vervangen door:

"3.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de producenten voor elk nieuw voertuigtype binnen zes maanden nadat het in de handel is gebracht, demontage-informatie verstrekken. In die informatie worden de verschillende voertuigonderdelen en -materialen en de plaats van alle gevaarlijke stoffen in de voertuigen aangegeven, voorzover de verwerkers die gegevens nodig hebben om aan deze richtlijn te voldoen, in het bijzonder met het oog op het bereiken van de in artikel 7 bedoelde doelstellingen."

"3.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de producenten voor elk nieuw voertuigtype binnen zes maanden nadat het in de handel is gebracht, demontage-informatie verstrekken in elektronisch formaat. In die informatie worden de verschillende voertuigonderdelen en -materialen en de plaats van alle gevaarlijke stoffen in de voertuigen aangegeven, voorzover de verwerkers die gegevens nodig hebben om aan deze richtlijn te voldoen, in het bijzonder met het oog op het bereiken van de in artikel 7 bedoelde doelstellingen."

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 8 bis

 

Instrumenten om een omschakeling op een meer circulaire economie te bevorderen

 

1.  Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten of andere maatregelen. Hiertoe maken de lidstaten gebruik van de economische instrumenten of andere maatregelen die zijn opgenomen in bijlage II bis.

 

2.  De lidstaten delen de Commissie uiterlijk ... [datum achttien maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn invullen] en vervolgens om de vijf jaar mee welke specifieke economische instrumenten of andere maatregelen zij overeenkomstig lid 1 hebben ingevoerd."

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Richtlijn 2000/53/EG

Artikel 9 – leden 1 bis t/m 1 quinquies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 7, lid 2. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met 1 quinquies is vastgesteld. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

1 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 7, lid 2. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden verzameld en verwerkt volgens de geharmoniseerde methode om ervoor te zorgen dat ze vergelijkbaar zijn, en worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 1 quinquies is vastgesteld en die hergebruik van gegevens en open gegevens bevordert. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

1 ter.  De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag.

1 ter.  De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag. Het kwaliteitscontroleverslag wordt opgesteld in een geharmoniseerd formaat.

1 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

1 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens en de beschikbaarheid van open gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt negen maanden na de eerste verslaglegging van de gegevens door de lidstaten en daarna om de drie jaar een verslag opgesteld.

1 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 1 bis. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.".

1 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de geharmoniseerde methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en van het formaat voor de verslaglegging over vergelijkbare gegevens overeenkomstig lid 1 bis en het formaat voor het kwaliteitscontroleverslag als bedoeld in lid 1 ter. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.".

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Bijlage II bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bijlage II bis, als opgenomen in bijlage I bij deze richtlijn, wordt toegevoegd.

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 15 - lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1) Artikel 15, lid 1, wordt vervangen door:

"1.  De verwerking en recycling mag buiten de lidstaat in kwestie of buiten de Gemeenschap plaatsvinden, mits de verzending van de afgedankte batterijen en accu's in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap geschiedt (1)."

"1.  Zonder de prioriteiten van de afvalhiërarchie en de milieugevolgen van het vervoer uit het oog te verliezen, mag de verwerking en recycling buiten de lidstaat in kwestie of buiten de Gemeenschap plaatsvinden, mits de verzending van de afgedankte batterijen en accu's in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap geschiedt (1).

 

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de illegale overbrenging van afval te voorkomen."

__________________

__________________

(1) PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie (PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1).

(1) PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie (PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1).

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 21 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 21 bis

 

Instrumenten om een omschakeling op een meer circulaire economie te bevorderen

 

1.  Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten of andere maatregelen. Hiertoe maken de lidstaten gebruik van de economische instrumenten of andere maatregelen die zijn opgenomen in bijlage IV bis.

 

2.  De lidstaten delen de Commissie uiterlijk ... [achttien maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] en vervolgens om de vijf jaar mee welke specifieke economische instrumenten of andere maatregelen zij overeenkomstig lid 1 hebben ingevoerd."

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 22 bis

 

Verzameling, verwerking van en verslaglegging over gegevens

 

1.  De door de lidstaat overeenkomstig de artikelen 10 en 12 ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag.

 

2.  De methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en het formaat voor de verslaglegging worden door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld."

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 23 – lid 2 – letter b bis (nieuw)

 

Bestaande tekst

Amendement

 

b bis)  aan lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"b bis)  de evolutie van de goedgekeurde maatregelen voor de verwerking van afval van draagbare batterijen en accu's, met inbegrip van een overzicht van hoe de beste beschikbare technieken worden toegepast;";

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Bijlage IV bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis)  Bijlage IV bis, als opgenomen in bijlage II bij deze richtlijn, wordt toegevoegd.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1)   Artikel 4 wordt vervangen door:

"De lidstaten stimuleren, onverminderd de voorschriften van de Uniewetgeving inzake het goed functioneren van de interne markt en inzake productontwerp, met inbegrip van Richtlijn 2009/125/EG, samenwerking tussen producenten, reparateurs en recycleerders, en maatregelen ter bevordering van ontwerp en productie van EEA, met name met oog voor het vergemakkelijken van de reparatie, het hergebruik, de ontmanteling en de nuttige toepassing van AEEA en de onderdelen en materialen daarvan. In deze context nemen de lidstaten passende maatregelen opdat de eisen inzake ecologisch ontwerp die gericht zijn op het vergemakkelijken van het hergebruik en de verwerking van AEEA, vastgesteld in het kader van Richtlijn 2009/125/EG, worden toegepast en zodat specifieke ontwerpelementen of productieprocessen van de producenten het hergebruik van AEEA niet in de weg staan, tenzij de voordelen van deze elementen of processen zwaarder wegen, bij voorbeeld in verband met milieubescherming en/of veiligheidseisen."

De lidstaten stimuleren, onverminderd de voorschriften van de Uniewetgeving inzake het goed functioneren van de interne markt en inzake productontwerp, met inbegrip van Richtlijn 2009/125/EG, samenwerking tussen producenten, reparateurs en recycleerders, en maatregelen ter bevordering van ontwerp en productie van EEA, met name met oog voor het vergemakkelijken van reparatie en hergebruik, de ontmanteling en de nuttige toepassing van AEEA en de onderdelen en materialen daarvan, en zij verbieden het gebruik van technieken voor geplande veroudering in het product. In deze context nemen de lidstaten passende maatregelen opdat de eisen inzake ecologisch ontwerp die gericht zijn op het vergemakkelijken van het hergebruik en de verwerking van AEEA, vastgesteld in het kader van Richtlijn 2009/125/EG, worden toegepast en zodat specifieke ontwerpelementen of productieprocessen van de producenten de reparatie en het hergebruik van AEEA niet in de weg staan, tenzij de voordelen van deze elementen of processen zwaarder wegen, bij voorbeeld in verband met milieubescherming en/of veiligheidseisen."

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 5 – lid 2 – letter a

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 bis)   Artikel 9, lid 2, onder a), wordt vervangen door:

"a)  systemen worden ingevoerd waardoor de laatste houders en de distributeurs dergelijke afvalstoffen ten minste zonder kosten kunnen inleveren. De lidstaten dragen zorg voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de noodzakelijke inzamelingsinrichtingen, met name rekening houdend met de bevolkingsdichtheid;"

"a)  systemen worden ingevoerd waardoor de laatste houders en de distributeurs dergelijke afvalstoffen ten minste zonder kosten kunnen inleveren. De lidstaten dragen zorg voor goede beschikbaarheid en gemakkelijke en regelmatige toegankelijkheid van de noodzakelijke inzamelingsinrichtingen, met name rekening houdend met de bevolkingsdichtheid;"

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 ter (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 6 – titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 ter)  In artikel 6 komt de titel als volgt te luiden:

"Verwijdering en vervoer van ingezamelde AEEA"

"Gebruik van ingezamelde AEEA"

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 quater (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 6 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 quater)  Artikel 6, lid 2, wordt vervangen door het volgende:

"2.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de inzameling en het vervoer van gescheiden ingezamelde AEEA op zodanige wijze plaatsvinden dat de voorbereiding voor hergebruik, de recycling en de inperking van gevaarlijke stoffen optimaal kunnen verlopen.

"2.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de inzameling en het vervoer van gescheiden ingezamelde AEEA op zodanige wijze plaatsvinden dat de voorbereiding voor hergebruik, de recycling en de inperking van gevaarlijke stoffen optimaal kunnen verlopen.

Met het oog op een maximale voorbereiding voor hergebruik bevorderen de lidstaten dat, voorafgaand aan elke verdere overbrenging, de inzamelingssystemen of -faciliteiten, waar dit passend is, in de inzamelpunten voorzien in de scheiding van AEEA die moet worden voorbereid voor hergebruik van ander gescheiden ingezamelde AEEA, met name door personeel van hergebruikcentra toegang te verlenen."

Met het oog op een maximale voorbereiding voor hergebruik bevorderen de lidstaten dat, voorafgaand aan elke verdere overbrenging, de inzamelingssystemen of -faciliteiten, waar dit passend is, in de inzamelpunten voorzien in de scheiding van AEEA die moet worden voorbereid voor hergebruik van ander gescheiden ingezamelde AEEA, met name door personeel van hergebruikcentra toegang te verlenen.

 

Wat betreft de prioriteiten van de afvalhiërarchie en de milieugevolgen van het vervoer en zonder afbreuk te doen aan de toepassing van het beginsel van de producentenverantwoordelijkheid, moet de toegang tot gescheiden ingezamelde AEEA door plaatselijke reparatie- en hergebruikcentra worden aangemoedigd."

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 quinquies (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 - lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 quinquies)   Artikel 8, lid 3, wordt vervangen door:

"3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten of in hun naam handelende derden systemen invoeren voor de nuttige toepassing van AEEA met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken. De producenten kunnen deze systemen individueel of collectief invoeren. De lidstaten dragen er zorg voor dat inrichtingen of bedrijven waar inzamelings- of verwerkingshandelingen worden verricht, de AEEA opslaan en verwerken volgens de technische voorschriften van bijlage VIII."

"3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten of in hun naam handelende derden of derde ondernemers op de markt systemen invoeren voor de nuttige toepassing van AEEA met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken en dat zij doeltreffende informatie verstrekken over de toepassing voor inrichtingen of bedrijven die verwerkingshandelingen verrichten. De producenten kunnen deze systemen individueel of collectief invoeren. De lidstaten dragen er zorg voor dat inrichtingen of bedrijven waar inzamelings- of verwerkingshandelingen worden verricht, de AEEA opslaan en verwerken volgens de technische voorschriften van bijlage VIII."

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 sexies (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 – lid 5 – alinea 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 sexies)  In artikel 8, lid 5, wordt de eerste alinea vervangen door:

Voor milieubeschermingsdoeleinden kunnen de lidstaten minimum-kwaliteitsnormen voor de verwerking van ingezamelde AEEA invoeren.

Voor milieubeschermingsdoeleinden voeren de lidstaten minimum-kwaliteitsnormen voor de verwerking van ingezamelde AEEA in. Zij publiceren deze normen.

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 septies (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 – lid 5 – alinea 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 septies)  In artikel 8, lid 5, wordt de tweede alinea geschrapt.

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 octies (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 8 – lid 5 – alinea 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 octies)  In artikel 8, lid 5, wordt de vierde alinea vervangen door:

Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin minimum-kwaliteitsnormen worden vastgelegd, op basis van met name de normen die zijn ontwikkeld door de Europese normalisatie-instellingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 21, lid 2.

Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel, stelt de Commissie overeenkomstig de machtiging in Richtlijn 2012/19/EU uitvoeringshandelingen vast waarin minimum-kwaliteitsnormen worden vastgelegd, op basis van met name de normen van reeks EN 50625 die zijn ontwikkeld door de Europese normalisatie-instellingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 21, lid 2.

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 - punt -1 nonies (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 10 - lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 nonies) Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

"1.  De verwerkingshandelingen mogen ook buiten de betrokken lidstaat of de Unie plaatsvinden, mits de overbrenging van de AEEA in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 1013/2006 en Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is (2)."

"1.  Zonder de prioriteiten van de afvalhiërarchie en de milieugevolgen van het vervoer uit het oog te verliezen, mogen de verwerkingshandelingen ook buiten de betrokken lidstaat of de Unie plaatsvinden, mits de overbrenging van de AEEA in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 1013/2006 en Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is(2).

 

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de illegale overbrenging van afval te voorkomen."

_________________

____________________

(2) PB L 316 van 4.12.2007, blz.6

(2) PB L 316 van 4.12.2007, blz.6

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 16 – leden 5 bis t/m 5 quinquies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 16, lid 4. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 5 quinquies, is vastgesteld. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

5 bis.  De lidstaten dienen bij de Commissie voor elk kalenderjaar een verslag over de uitvoering van artikel 16, lid 4. Zij dienen deze gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van het verslagjaar waarvoor de gegevens zijn verzameld elektronisch in. De gegevens worden verzameld, verwerkt en toegezonden volgens de geharmoniseerde methode en in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 5 quinquies is vastgesteld en die hergebruik van gegevens en open gegevens bevordert. Het eerste verslag omvat de gegevens voor de periode van 1 januari [enter year of transposition of this Directive + 1 year] tot en met 31 december [enter year of transposition of this Directive + 1 year].

5 ter.  De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag.

5 ter.  De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag. Het kwaliteitscontroleverslag wordt opgesteld in een geharmoniseerd formaat.

5 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt om de drie jaar een verslag opgesteld.

5 quater.  De Commissie beoordeelt de overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens en publiceert een verslag met de resultaten van haar beoordeling. Dit verslag omvat een beoordeling van de manier waarop de gegevensverzameling wordt georganiseerd, van de gegevensbronnen en van de in de lidstaten gebruikte methode, alsook van de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de gegevens en de beschikbaarheid van open gegevens. De beoordeling kan specifieke aanbevelingen voor verbetering omvatten. Er wordt negen maanden na de eerste verslaglegging van de gegevens door de lidstaten en daarna om de drie jaar een verslag opgesteld.

5 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die het formaat bepalen voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 5 bis. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.".

5 quinquies.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de geharmoniseerde methode voor de verzameling en verwerking van gegevens en van het formaat voor de verslaglegging over de gegevens overeenkomstig lid 5 bis en het formaat voor het kwaliteitscontroleverslag als bedoeld in lid 1 ter. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.".

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Artikel 17 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 17 bis

 

Instrumenten om een omschakeling op een meer circulaire economie te bevorderen

 

1.   Om de doelstellingen van deze richtlijn te helpen verwezenlijken, maken de lidstaten gebruik van passende economische instrumenten of andere maatregelen. Hiertoe maken de lidstaten gebruik van de economische instrumenten of andere maatregelen die zijn opgenomen in bijlage X bis.

 

2.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk ... [achttien maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] en vervolgens om de vijf jaar mee welke specifieke economische instrumenten of andere maatregelen zij overeenkomstig lid 1 hebben ingevoerd."

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Bijlage X bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis)  Bijlage X bis, als opgenomen in bijlage III bij deze richtlijn, wordt toegevoegd.

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I (nieuw)

Richtlijn 2000/53/EG

Bijlage II bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bijlage I

 

De volgende bijlage II bis wordt aan Richtlijn 2000/53/EEG toegevoegd:

 

"Bijlage II bis

 

Instrumenten om de toepassing van de afvalhiërarchie en de overgang naar een circulaire economie te bevorderen

 

1.   Economische instrumenten:

 

1.1.  progressieve stijging van de heffingen en/of vergoedingen voor stortplaatsen voor alle afvalcategorieën (stedelijk, inert, overig);

 

1.2.  invoering of verhoging van de heffingen en/of tarieven voor verbranding;

 

1.3.  directe prijssteunregelingen om hergebruik, reparatie en recycling te stimuleren;

 

1.4.  internalisering van de positieve en negatieve externe effecten die verband houden met recycling en primaire grondstoffen;

 

1.5.  invoering van lage btw-tarieven of nultarieven voor reparatie, materialen voor reparatie en de verkoop van tweedehandsproducten;

 

1.6.  progressieve uitbreiding naar het hele grondgebied van de lidstaten van gedifferentieerde afvaltarieven die producenten van stedelijk afval aanmoedigen om hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.7.  groene heffingen of vooruit te betalen verwijderingsheffingen voor producten die niet onder programma's van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen;

 

1.8.  maatregelen om de kostenefficiëntie van bestaande en aankomende regelingen voor producentenverantwoordelijkheid;

 

1.9.  investeringssteun voor projecten die de toepassing van de afvalhiërarchie bevorderen;

 

1.10  uitbreiding van het toepassingsgebied van de regelingen voor producentenverantwoordelijkheid naar nieuwe afvalstromen;

 

1.11.  statiegeld- en andere systemen die producenten van stedelijk afval en marktpartijen stimuleren hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.12.  economische stimulansen voor lokale instanties om preventie te bevorderen en afzonderlijke inzamelingsregelingen te ontwikkelen en te versterken;

 

1.13.  maatregelen om de ontwikkeling van de hergebruiksector te ondersteunen;

 

1.14.  criteria voor groene overheidsopdrachten ter bevordering van de afvalhiërarchie;

 

1.15.  maatregelen voor de geleidelijke afschaffing van schadelijke subsidies die niet stroken met de afvalhiërarchie;

 

1.16.  prikkels ter bevordering van het ontwerp en het op de markt brengen van producten die afval voorkomen, zoals goederen die kunnen worden gerepareerd;

 

2.  Andere maatregelen:

 

2.1.  een specifiek verbod op het verbranden van recycleerbaar afval;

 

2.2.  marktbeperkingen voor producten en verpakkingen voor eenmalig gebruik en niet-recycleerbare producten en verpakkingen;

 

2.3.  technische en fiscale maatregelen om de ontwikkeling van markten voor hergebruikte producten en gerecyclede (inclusief gecomposteerde) materialen te ondersteunen en om de kwaliteit van gerecyclede materialen te verbeteren;

 

2.4.  maatregelen als belastingteruggaven en/of belastingvrijstellingen;

 

2.5.  maatregelen om het bewustzijn van goed afvalbeheer en zwerfvuilvermindering bij het publiek te vergroten, met inbegrip van ad-hoccampagnes om afvalvermindering bij de bron en een hoog participatieniveau in de afzonderlijke inzamelingsregelingen te garanderen;

 

2.6.  maatregelen om te zorgen voor passende coördinatie tussen alle bevoegde publieke instanties die betrokken zijn bij afvalbeheer, en voor de betrokkenheid van andere belangrijke belanghebbenden;

 

2.7.  gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de financiering van de ontwikkeling van de infrastructuur voor afvalbeheer die nodig is om de relevante doelen te behalen;

 

2.8.  gebruik van de Europese structuur– en investeringsfondsen om afvalpreventie, voorbereiding voor hergebruik en recycling te financieren;

 

2.9.  oprichting van communicatieplatforms om de uitwisseling van goede praktijken tussen bedrijfstakken, sociale partners, lokale instanties en ook de lidstaten te bevorderen;

 

2.10.  introductie van een minimumgehalte aan gerecycleerd materiaal in producten;

 

2.11.  andere relevante alternatieven of aanvullende maatregelen met hetzelfde doel."

Amendement    34

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II (nieuw)

Richtlijn 2006/66/EG

Bijlage IV bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bijlage II

 

De volgende bijlage IV bis wordt aan Richtlijn 2006/66/EG toegevoegd:

 

"Bijlage IV bis

 

Instrumenten om de toepassing van de afvalhiërarchie en de overgang naar een circulaire economie te bevorderen

 

1.   Economische instrumenten:

 

1.1.  progressieve stijging van de heffingen en/of vergoedingen voor stortplaatsen voor alle afvalcategorieën (stedelijk, inert, overig);

 

1.2.  invoering of verhoging van de heffingen en/of tarieven voor verbranding;

 

1.3.  directe prijssteunregelingen om hergebruik, reparatie en recycling te stimuleren;

 

1.4.  internalisering van de positieve en negatieve externe effecten die verband houden met recycling en primaire grondstoffen;

 

1.5.  invoering van lage btw-tarieven of nultarieven voor reparatie, materialen voor reparatie en de verkoop van tweedehandsproducten;

 

1.6.  progressieve uitbreiding naar het hele grondgebied van de lidstaten van gedifferentieerde afvaltarieven die producenten van stedelijk afval aanmoedigen om hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.7.  groene heffingen of vooruit te betalen verwijderingsheffingen voor producten die niet onder programma's van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen;

 

1.8.  maatregelen om de kostenefficiëntie van bestaande en aankomende regelingen voor producentenverantwoordelijkheid;

 

1.9.  investeringssteun voor projecten die de toepassing van de afvalhiërarchie bevorderen;

 

1.10  uitbreiding van het toepassingsgebied van de regelingen voor producentenverantwoordelijkheid naar nieuwe afvalstromen;

 

1.11.  statiegeld- en andere systemen die producenten van stedelijk afval en marktpartijen stimuleren hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.12.  economische stimulansen voor lokale instanties om preventie te bevorderen en afzonderlijke inzamelingsregelingen te ontwikkelen en te versterken;

 

1.13.  maatregelen om de ontwikkeling van de hergebruiksector te ondersteunen;

 

1.14.  criteria voor groene overheidsopdrachten ter bevordering van de afvalhiërarchie;

 

1.15.  maatregelen voor de geleidelijke afschaffing van schadelijke subsidies die niet stroken met de afvalhiërarchie;

 

1.16.  prikkels ter bevordering van het ontwerp en het op de markt brengen van producten die afval voorkomen, zoals goederen die kunnen worden gerepareerd;

 

2.  Andere maatregelen:

 

2.1.  een specifiek verbod op het verbranden van recycleerbaar afval;

 

2.2.  marktbeperkingen voor producten en verpakkingen voor eenmalig gebruik en niet-recycleerbare producten en verpakkingen;

 

2.3.  technische en fiscale maatregelen om de ontwikkeling van markten voor hergebruikte producten en gerecyclede (inclusief gecomposteerde) materialen te ondersteunen en om de kwaliteit van gerecyclede materialen te verbeteren;

 

2.4.  maatregelen als belastingteruggaven en/of belastingvrijstellingen;

 

2.5.  maatregelen om het bewustzijn van goed afvalbeheer en zwerfvuilvermindering bij het publiek te vergroten, met inbegrip van ad-hoccampagnes om afvalvermindering bij de bron en een hoog participatieniveau in de afzonderlijke inzamelingsregelingen te garanderen;

 

2.6.  maatregelen om te zorgen voor passende coördinatie tussen alle bevoegde publieke instanties die betrokken zijn bij afvalbeheer, en voor de betrokkenheid van andere belangrijke belanghebbenden;

 

2.7.  gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de financiering van de ontwikkeling van de infrastructuur voor afvalbeheer die nodig is om de relevante doelen te behalen;

 

2.8.  gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen om afvalpreventie, voorbereiding voor hergebruik en recycling te financieren;

 

2.9.  oprichting van communicatieplatforms om de uitwisseling van goede praktijken tussen bedrijfstakken, sociale partners, lokale instanties en ook de lidstaten te bevorderen;

 

2.10.  introductie van een minimumgehalte aan gerecycleerd materiaal in producten;

 

2.11.  andere relevante alternatieven of aanvullende maatregelen met hetzelfde doel."

Amendement    35

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III (nieuw)

Richtlijn 2012/19/EU

Bijlage X bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bijlage III

 

In Richtlijn 2012/19/EG wordt het volgende artikel 43 ter ingevoegd:

 

"Bijlage X bis

 

Instrumenten om de toepassing van de afvalhiërarchie en de overgang naar een circulaire economie te bevorderen

 

1.   Economische instrumenten:

 

1.1.  progressieve stijging van de heffingen en/of vergoedingen voor stortplaatsen voor alle afvalcategorieën (stedelijk, inert, overig);

 

1.2.  invoering of verhoging van de heffingen en/of tarieven voor verbranding;

 

1.3.  directe prijssteunregelingen om hergebruik, reparatie en recycling te stimuleren;

 

1.4.  internalisering van de positieve en negatieve externe effecten die verband houden met recycling en primaire grondstoffen;

 

1.5.  invoering van lage btw-tarieven of nultarieven voor reparatie, materialen voor reparatie en de verkoop van tweedehandsproducten;

 

1.6.  progressieve uitbreiding naar het hele grondgebied van de lidstaten van gedifferentieerde afvaltarieven die producenten van stedelijk afval aanmoedigen om hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.7.  groene heffingen of vooruit te betalen verwijderingsheffingen voor producten die niet onder programma's van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen;

 

1.8.  maatregelen om de kostenefficiëntie van bestaande en aankomende regelingen voor producentenverantwoordelijkheid;

 

1.9.  investeringssteun voor projecten die de toepassing van de afvalhiërarchie bevorderen;

 

1.10  uitbreiding van het toepassingsgebied van de regelingen voor producentenverantwoordelijkheid naar nieuwe afvalstromen;

 

1.11.  statiegeld- en andere systemen die producenten van stedelijk afval en marktpartijen stimuleren hun afval te verminderen, te hergebruiken en te recyclen;

 

1.12.  economische stimulansen voor lokale instanties om preventie te bevorderen en afzonderlijke inzamelingsregelingen te ontwikkelen en te versterken;

 

1.13.  maatregelen om de ontwikkeling van de hergebruiksector te ondersteunen;

 

1.14.  criteria voor groene overheidsopdrachten ter bevordering van de afvalhiërarchie;

 

1.15.  maatregelen voor de geleidelijke afschaffing van schadelijke subsidies die niet stroken met de afvalhiërarchie;

 

1.16.  prikkels ter bevordering van het ontwerp en het op de markt brengen van producten die afval voorkomen, zoals goederen die kunnen worden gerepareerd;

 

2.  Andere maatregelen:

 

2.1.  een specifiek verbod op het verbranden van recycleerbaar afval;

 

2.2.  marktbeperkingen voor producten en verpakkingen voor eenmalig gebruik en niet-recycleerbare producten en verpakkingen;

 

2.3.  technische en fiscale maatregelen om de ontwikkeling van markten voor hergebruikte producten en gerecyclede (inclusief gecomposteerde) materialen te ondersteunen en om de kwaliteit van gerecyclede materialen te verbeteren;

 

2.4.  maatregelen als belastingteruggaven en/of belastingvrijstellingen;

 

2.5.  maatregelen om het bewustzijn van goed afvalbeheer en zwerfvuilvermindering bij het publiek te vergroten, met inbegrip van ad-hoccampagnes om afvalvermindering bij de bron en een hoog participatieniveau in de afzonderlijke inzamelingsregelingen te garanderen;

 

2.6.  maatregelen om te zorgen voor passende coördinatie tussen alle bevoegde publieke instanties die betrokken zijn bij afvalbeheer, en voor de betrokkenheid van andere belangrijke belanghebbenden;

 

2.7.  gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de financiering van de ontwikkeling van de infrastructuur voor afvalbeheer die nodig is om de relevante doelen te behalen;

 

2.8.  gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen om afvalpreventie, voorbereiding voor hergebruik en recycling te financieren;

 

2.9.  oprichting van communicatieplatforms om de uitwisseling van goede praktijken tussen bedrijfstakken, sociale partners, lokale instanties en ook de lidstaten te bevorderen;

 

2.10.  introductie van een minimumgehalte aan gerecycleerd materiaal in producten;

 

2.11.  andere relevante alternatieven of aanvullende maatregelen met hetzelfde doel."

PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Richtlijn tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Document- en procedurenummers

COM(2015)0593 – C8-0383/2015 – 2015/0272(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2015

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

ITRE

14.12.2015

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Pavel Telička

2.2.2016

Behandeling in de commissie

14.6.2016

 

 

 

Datum goedkeuring

13.10.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

55

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nikolay Barekov, Nicolas Bay, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, David Borrelli, Jerzy Buzek, Angelo Ciocca, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, Roger Helmer, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Barbara Kappel, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jaromír Kohlíček, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Ernest Maragall, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Dan Nica, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Carolina Punset, Herbert Reul, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Jean-Luc Schaffhauser, Sergei Stanishev, Neoklis Sylikiotis, Antonio Tajani, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen, Martina Werner, Lieve Wierinck, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Pilar Ayuso, Michał Boni, Rosa D’Amato, Esther de Lange, Cornelia Ernst, Francesc Gambús, Jens Geier, Benedek Jávor, Olle Ludvigsson, Vladimír Maňka, Marian-Jean Marinescu, Clare Moody, Maria Spyraki

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Richtlijn tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Document- en procedurenummers

COM(2015)0593 – C8-0383/2015 – 2015/0272(COD)

Datum indiening bij EP

2.12.2015

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2015

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

ITRE

14.12.2015

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Simona Bonafè

22.12.2015

 

 

 

Behandeling in de commissie

15.6.2016

29.9.2016

 

 

Datum goedkeuring

24.1.2017

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

58

7

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marco Affronte, Pilar Ayuso, Ivo Belet, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Birgit Collin-Langen, Mireille D’Ornano, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Mark Demesmaeker, Stefan Eck, José Inácio Faria, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Jens Gieseke, Julie Girling, Sylvie Goddyn, Françoise Grossetête, Jytte Guteland, György Hölvényi, Anneli Jäätteenmäki, Jean-François Jalkh, Benedek Jávor, Josu Juaristi Abaunz, Karin Kadenbach, Kateřina Konečná, Urszula Krupa, Giovanni La Via, Jo Leinen, Peter Liese, Norbert Lins, Susanne Melior, Massimo Paolucci, Gilles Pargneaux, Piernicola Pedicini, Bolesław G. Piecha, Julia Reid, Frédérique Ries, Michèle Rivasi, Daciana Octavia Sârbu, Annie Schreijer-Pierik, Davor Škrlec, Renate Sommer, Ivica Tolić, Estefanía Torres Martínez, Nils Torvalds, Adina-Ioana Vălean, Jadwiga Wiśniewska, Damiano Zoffoli

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nicola Caputo, Fredrick Federley, Martin Häusling, James Nicholson, Younous Omarjee, Stanislav Polčák, Keith Taylor

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Mary Honeyball, Monika Smolková, Helga Stevens

Datum indiening

30.1.2017