VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
15.5.2017 - (COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD)) - ***I
Begrotingscommissie
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteurs: José Manuel Fernandes, Udo Bullmann
(Gezamenlijke commissieprocedure – artikel 55 van het Reglement)
Rapporteurs voor advies (*):
Eva Kaili, Commissie industrie, onderzoek en energie
Inés Ayala Sender, Commissie vervoer en toerisme
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie
- PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
- ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme
- ADVIES van de Commissie begrotingscontrole
- ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
- ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling
- PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0597),
– gezien artikel 294, lid 2, de artikelen 172 en 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0375/2016),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van donderdag 15 december 2016[1],
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 7 december 2016[2],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het gezamenlijk overleg van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken overeenkomstig artikel 55 van het Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie, de Commissie vervoer en toerisme, de Commissie begrotingscontrole, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie regionale ontwikkeling (A8-0198/2017),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie haar voorstel door een nieuwe tekst vervangt, ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aanbrengt of voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[3]*
op het voorstel van de Commissie
---------------------------------------------------------
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 172 en 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Gezien Advies nr. 2/2016 van de Europese Rekenkamer[4],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 2014[5] is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een groei van het bruto binnenlands product met 2 % in 2015, al vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel, maar de werkloosheidspercentages liggen nog steeds hoger dan voor de crisis. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen de effecten van het EFSI op de groei nu nog niet volledig worden vastgesteld aangezien grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar het tempo is nog bescheiden en ligt nog onder historische niveaus.
(2) Dit positieve momentum moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend, waarbij deze ten goede moeten komen aan de reële economie. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties, zodat er een aanzienlijk macro-economisch effect wordt teweeggebracht en werkgelegenheid wordt gecreëerd.
(3) Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen", waarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn, waarbij ook wordt gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, aan een opschaling van het venster voor kleine en middelgrote bedrijven (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en aan een versterking van de Europese investeringsadvieshub (EIAH).
(4) Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd ▐, ligt op ▐ schema om vanuit kwantitatief oogpunt zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Met name in het venster kmo's is er sprake van een snelle marktrespons en -absorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht, waarbij werd voortgebouwd op het aanvankelijke gebruik van bestaande mandaten van het Europees Investeringsfonds (EIF) - InnovFin SMEG, COSME LGF en risicokapitaal - om sneller van start te gaan. Om die reden is het venster kmo's in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Een groter deel van de financiering moet worden toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's.
(5) Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd: "Het investeringsplan voor Europa, met name het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken."
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. De gedrevenheid om deze kwantitatieve doelstelling te behalen, moet evenwel niet prevaleren boven de additionaliteit van de geselecteerde projecten. De Commissie wil daarom niet alleen de investeringsperiode van het EFSI verlengen en de financiële capaciteit ervan uitbreiden, maar eveneens de additionaliteit verhogen. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven.
(6 bis) Het potentieel van het EFSI en de tenuitvoerlegging ervan kan niet volledig worden benut zonder de uitvoering van activiteiten die zijn gericht op de versterking van de interne markt, het scheppen van een gunstig bedrijfsklimaat en de uitvoering van sociaal evenwichtige en duurzame structurele hervormingen. Daarnaast zijn goed gestructureerde projecten die deel uitmaken van de investerings- en ontwikkelingsplannen die op het niveau van de lidstaten worden uitgevoerd, van groot belang voor het welslagen van het EFSI. De lidstaten worden daarom gevraagd capaciteitsopbouw met betrekking tot duurzame investeringen te ondersteunen, met name op regionaal en lokaal niveau, en te waarborgen dat de daarvoor benodigde administratieve structuren worden opgezet.
(7) Voor de periode na 2020 moet de Commissie, in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader, een wetgevingsvoorstel presenteren voor een alomvattende investeringsregeling om het gebrek aan investeringen in de Unie doeltreffend aan te pakken. Dat wetgevingsvoorstel moet gebaseerd zijn op de conclusies van het verslag van de Commissie en de onafhankelijke evaluatie die uiterlijk op 31 december 2018 aan het Europees Parlement en de Raad moeten worden voorgelegd. In dit verslag en de onafhankelijke evaluatie moet eveneens de toepassing van Verordening (EU) 2015/1017, zoals herzien bij deze verordening, in de verlengde EFSI-periode worden onderzocht.
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, en aan de nakoming van de verbintenis van de Unie om de broeikasgasemissies tegen 2050 met 80 - 95 % terug te dringen, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie-interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast moet de steun die uit het EFSI wordt verleend voor snelwegen worden beperkt tot de ondersteuning van particuliere en/of publieke investeringen in vervoer in de cohesielanden, in minder ontwikkelde regio's of in grensoverschrijdende vervoersprojecten of gevallen waar deze steun nodig is voor de opwaardering, het behoud en de verbetering van de verkeersveiligheid, ontwikkeling van intelligente vervoerssystemen of waarborging van de integriteit en normen van de bestaande snelwegen binnen het trans-Europese vervoersnetwerk, met name veilige parkeerplaatsen, alternatieve tankstations voor schone brandstof en oplaadsystemen voor elektrische voertuigen. Wat de digitale sector betreft en in het kader van een ambitieus Uniebeleid voor de digitale economie, moeten doelstellingen voor nieuwe digitale infrastructuurvoorzieningen worden vastgesteld, teneinde ervoor te zorgen dat de digitale kloof wordt gedicht en de Unie in het nieuwe tijdperk van het zogenaamde 'internet der dingen', 'blockchain'-technologie en cyber- en netwerkveiligheid mondiaal een voortrekkerstrol kan spelen. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen.
(8 bis) Om de tijdens de klimaatconferentie van Parijs (COP 21) vastgestelde doelstellingen van de Unie te verwezenlijken, moet het bestuur nadere richtsnoeren verstrekken met betrekking tot subsidiabele projecten en de totale portefeuille van het EFSI, in het bijzonder wat betreft COP21. Om de klimaatacties in het kader van het EFSI te versterken, moet de EIB haar ervaring als belangrijkste verstrekker van klimaatfinanciering benutten en internationaal erkende methoden gebruiken om aan het klimaat gerelateerde elementen en kosten vast te stellen.
(8 ter) De culturele en creatieve sector speelt een belangrijke rol bij de herindustrialisering van Europa, is een motor voor groei, en stimuleert door zijn strategische positie innovatie in andere bedrijfstakken, zoals toerisme, detailhandel en digitale technologieën. Het EFSI moet kmo's helpen om kapitaaltekorten in die sector op te vangen en moet met name zijn gericht op projecten met een hoger risico dan de projecten die momenteel worden gefinancierd door Creatief Europa en de garantiefaciliteit.
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten of regio's met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur of de TEN-V- en TEN-E-netwerken, moeten, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben, een goede indicatie van de additionaliteit geven.
(9 bis) De naleving van het additionaliteitscriterium is afhankelijk van regiospecifieke economische omstandigheden, aangezien een project in de ene regio wellicht wel additionaliteit biedt, maar in een andere regio niet. Het investeringscomité dient daarom rekening te houden met regiospecifieke omstandigheden wanneer het de naleving van het additionaliteitscriterium beoordeelt.
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting worden gecombineerd▐, onder meer met EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen door extra middelen van particuliere investeerders aan te trekken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. Hoewel de Commissie hierover reeds concrete richtsnoeren heeft gepubliceerd, moet de aanpak van het combineren van het EFSI met Uniefondsen verder worden uitgewerkt, waarbij rekening moet worden gehouden met economische doeltreffendheid en toereikende hefboomwerking. Het gecombineerde gebruik van het EFSI en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) kan het EFSI helpen een bredere geografische dekking te verwezenlijken.
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. Gezien het feit dat er geen beperking zou moeten bestaan ten aanzien van de omvang van de voor EFSI-steun in aanmerking komende projecten, mogen indieners van kleinschalige projecten niet worden ontmoedigd om EFSI-financiering aan te vragen. Er zijn bovendien verdere maatregelen nodig om de technische bijstand en de promotie van het EFSI in deze regio's te versterken.
(11 bis) Investeringsplatformen zijn een essentieel instrument voor de aanpak van marktfalen, met name voor de financiering van meervoudige, regionale of thematische projecten, waaronder projecten op het gebied van energie-efficiëntie, en grensoverschrijdende projecten. Het is daarom belangrijk partnerschappen met nationale stimuleringsbanken of -instellingen aan te moedigen, onder meer met het oog op de oprichting van investeringsplatformen. In het kader van deze partnerschappen moet het investeringscomité, overeenkomstig de desbetreffende richtsnoeren van het bestuur, een passend deel van de EU-garantie rechtstreeks aan de investeringsplatformen en nationale stimuleringsbanken of -instellingen kunnen toekennen, en het besluit inzake de selectie van projecten vervolgens aan deze entiteiten kunnen delegeren. In dergelijke gevallen moet het investeringscomité het recht behouden om te allen tijde toezicht uit te oefenen op de procedure voor de selectie van projecten, teneinde te garanderen dat zij in overeenstemming met deze verordening wordt toegepast.
(11 ter) Deze mogelijkheid om rechtstreeks EU-garanties te verstrekken aan investeringsplatformen en nationale stimuleringsbanken of -instellingen mag onder geen beding leiden tot een algehele discriminatie jegens lidstaten die dergelijke entiteiten niet hebben opgezet en mag ook geen geografische concentratie tot gevolg hebben.
(12) De Unie moet voor de EFSI-ondersteuning van investeringen een Uniegarantie (hierna de "EU-garantie" genoemd) van ten hoogste 26 miljard EUR over de volledige investeringsperiode verlenen, waarvan ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar moet zijn vóór 6 juli 2018.
(13) Aangenomen wordt dat als de EU-garantie wordt gecombineerd met een door de EIB te verstrekken bedrag van 7,5 miljard EUR, de EFSI-steun een bedrag van 100 miljard EUR aan extra investeringen door de EIB en het EIF zou moeten genereren. Het door het EFSI gesteunde bedrag van 100 miljard EUR genereert tot aan het eind van 2020 naar verwachting ten minste 500 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie.
(14) Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, moet een bedrag van 650 000 000 EUR uit de niet-toegewezen marges onder de plafonds van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 voor dat doel worden geoormerkt, hetgeen via de jaarlijkse begrotingsprocedure moet worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad[6]. Voorts moet 1 645 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie.
(15) Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft.
(16) Gelet op de uitzonderlijke en naar verwachting aanhoudende marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI worden uitgebreid. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven en sociale dienstverleners, onder meer via de ontwikkeling en inzet van nieuwe instrumenten die beantwoorden aan de behoeften en de specifieke kenmerken van de sector.
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, op de hoogte zijn van het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/1017 wordt verleend, te verhogen. In de financieringsovereenkomst moet een duidelijke verwijzing naar het EFSI worden opgenomen.
(18) Ter verhoging van de transparantie van de EFSI-verrichtingen moet het investeringscomité in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt en waarin inzage kan worden verkregen, uitleggen waarom een verrichting naar zijn oordeel een EU-garantie moet krijgen, en moet het in dit verband met name ingaan op de inachtneming van het additionaliteitscriterium. Na de ondertekening van een verrichting met EU-garantie moet het scorebord van indicatoren openbaar worden gemaakt.
(18 bis) Het scorebord moet in strikte overeenstemming met deze verordening en Gedelegeerde Verordening /EU) 2015/1558[7] en de bijlagen hierbij, door het investeringscomité worden gebruikt als een instrument voor een onafhankelijke en transparante beoordeling, teneinde het gebruik van de EU-garantie te prioriteren voor verrichtingen met hogere scores en een hogere meerwaarde. De EIB moet de scores en indicatoren vooraf meten en de resultaten bij voltooiing van een project monitoren.
(18 ter) Het bestuur moet de investeringsrichtsnoeren herzien en hierin een minimumdrempel voor de verschillende criteria van het scorebord opnemen, teneinde de beoordeling van projecten te verbeteren.
(19) Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen. Bij de uitvoering van haar verrichtingen mag de EIB geen gebruik maken van, betrokken zijn bij of middelen verstrekken aan begunstigden die gebruik maken van belastingontwijkingsconstructies, met name agressieve fiscale planningsregelingen, overeenkomstig het recht van de Unie en Unie-aanbevelingen en -richtsnoeren.
(20) Daarnaast zijn technische verduidelijkingen nodig voor de inhoud van de overeenkomst over het beheer van het EFSI en voor de verlening van de EU-garantie en voor de daaronder vallende instrumenten, waaronder de dekking van het risico van wisselkoersschommelingen in bepaalde situaties. De overeenkomst met de EIB betreffende het beheer van het EFSI en betreffende de verlening van de EU-garantie moet overeenkomstig deze verordening worden aangepast.
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op eventuele tekortkomingen bij de tenuitvoerlegging van het EFSI. Voor de EIAH is een belangrijke rol weggelegd bij de versterking van de positie van projectontwikkelaars om hen in staat te stellen levensvatbare, duurzame en kwalitatief hoogwaardige projecten te lanceren. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten of regio's zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en van de COP21. ▐ De EIAH moet ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversifiëren, en de EIB waar nodig proactief ondersteunen bij het creëren en opzetten van projecten, alsook bij het stimuleren van vraag. De activiteiten van de EIAH moeten de bestaande structuren aanvullen en overlappingen met de diensten in de lidstaten moeten worden vermeden. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. Het wordt noodzakelijk geacht dat de EIAH, waar nodig, een sterke lokale aanwezigheid heeft om de lokale kennis over het EFSI te vergroten en beter rekening te houden met lokale behoeften. De EIAH moet streven naar de sluiting van samenwerkingsovereenkomsten met nationale stimuleringsbanken of - instellingen in iedere lidstaat, en zo nodig de lidstaten bijstaan bij de oprichting van nationale stimuleringsbanken of - instellingen. Om deze doelstellingen te bereiken dient de personeelscapaciteit van de EIAH in overeenstemming te zijn met de taken waar hij mee wordt belast.
(21 bis) Teneinde marktfalen en lacunes in de markt aan te pakken, adequate aanvullende investeringen te genereren en het geografische en regionale evenwicht van door het EFSI ondersteunde verrichtingen te bevorderen, is een geïntegreerde en gestroomlijnde benadering nodig om groei, werkgelegenheid en investeringen te stimuleren. Een prijsstellingsbeleid moet aan het realiseren van deze doelstellingen bijdragen.
(21 ter) Teneinde de investeringsdoelstellingen van Verordening (EU) nr. 2015/1017 te bevorderen, moet blending met bestaande fondsen worden aangemoedigd om te voorzien in voldoende concessionaliteit in de algemene financieringsvoorwaarden, waaronder de prijsstelling, van EFSI-verrichtingen.
(22) ▐ Verordening (EU) 2015/1017 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) 2015/1017 wordt als volgt gewijzigd:
(-1) in punt 4, wordt punt b) vervangen door:
"b) grensoverschrijdende, meerlanden-, regionale of macroregionale platformen waarin partners uit diverse lidstaten, regio's of derde landen worden samengebracht die geïnteresseerd zijn in projecten in een bepaald geografische gebied;"
(1) artikel 4, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
a) in punt a) wordt punt ii) vervangen door:
"ii) het bedrag, dat niet lager mag zijn dan 7 500 000 000 EUR in garanties of contanten, en de voorwaarden van de financiële bijdrage die via het EFSI door de EIB moet worden verstrekt;";
a bis) in punt a) wordt punt iv) vervangen door:
"iv) de prijsstelling voor verrichtingen in het kader van de EU-garantie, die in overeenstemming moet zijn met het algemene prijsstellingsbeleid van de EIB overeenkomstig het doel van deze verordening. Wanneer krappere economische en financiële marktomstandigheden de verwezenlijking van een levensvatbaar project zouden belemmeren, wordt de prijsstelling van de garantie aangepast, teneinde het geografische en regionale evenwicht van door het EFSI ondersteunde verrichtingen te bevorderen en marktfalen aan te pakken;";
a ter) in punt b) wordt punt iii) vervangen door:
"iii) een bepaling dat het bestuur besluiten bij consensus moet nemen, en dat ingeval geen consensus kan worden bereikt, het bestuur bij vier vijfde meerderheid van zijn leden besluit;"
a quater) in punt b), wordt punt iv), vervangen door:
"iv) de procedure voor de benoeming van de algemeen directeur en de adjunct-algemeen-directeur, hun bezoldiging en arbeidsvoorwaarden▐, de regels en procedures betreffende de vervanging in hun ambt en betreffende de verantwoordingsplicht, onverminderd deze verordening;";
b) in punt c) wordt punt i) vervangen door:
"i) in overeenstemming met artikel 11, nadere regels betreffende de verlening van de EU-garantie, waaronder nadere regels betreffende de dekking ervan, betreffende de vastgestelde dekking van portefeuilles van specifieke soorten instrumenten en betreffende de respectieve gebeurtenissen die aanleiding geven tot een mogelijk beroep op de EU-garantie;";
(1 bis) artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:
"1. Voor de toepassing van deze verordening betekent "additionaliteit" de ondersteuning door het EFSI van verrichtingen die tot doel hebben marktfalen of suboptimale investeringssituaties te verhelpen en die in de periode waarin de EU-garantie kan worden benut niet of niet in dezelfde mate door de EIB, het EIF of onder bestaande financiële instrumenten van de Unie hadden kunnen worden uitgevoerd zonder EFSI-steun. De door het EFSI ondersteunde projecten hebben, terwijl zij ten doel hebben de in artikel 9, lid 2, vastgelegde algemene doelstellingen te ondersteunen en werkgelegenheid en duurzame groei te creëren, doorgaans een hoger risicoprofiel dan projecten die door de normale EIB-verrichtingen ondersteund worden en de EFSI-portefeuille heeft in het algemeen een hoger risicoprofiel dan de portefeuille investeringen die de EIB in het kader van haar gebruikelijk investeringsbeleid voor de inwerkingtreding van deze verordening, ondersteunt.
▐
EIB-projecten met een risico dat lager is dan het minimumrisico in het kader van speciale activiteiten van de EIB mogen eveneens door het EFSI worden ondersteund indien het gebruik van de EU-garantie noodzakelijk is om te zorgen voor additionaliteit als omschreven in de eerste alinea van dit lid.
▐
Om marktfalen en suboptimale investeringssituaties beter aan te pakken, en zo complementariteit te waarborgen en aldus verdringing van deelnemers op dezelfde markt te voorkomen, hebben speciale activiteiten van de EIB die door het EFSI worden ondersteund, bij voorkeur en indien naar behoren gemotiveerd, de kenmerken van achterstelling, en nemen zij een ondergeschikte positie ten aanzien van investeerders in, evenals deelneming in risicodelende instrumenten, grensoverschrijdende kenmerken, blootstelling aan specifieke risico's of andere onderscheidbare aspecten als verder beschreven in bijlage II.
▐
Onverminderd de eis om aan de in de eerste alinea omschreven definitie van additionaliteit te voldoen, vormen de volgende elementen een belangrijke indicatie van additionaliteit:
- projecten die een risico dragen dat overeenkomt met de speciale activiteiten van de EIB, als omschreven in artikel 16 van de EIB-statuten en in de richtsnoeren voor kredietrisicobeleid van de EIB, in het bijzonder wanneer het gaat om projecten in minder ontwikkelde of overgangsregio's;
- projecten waarbij twee of meer lidstaten door infrastructuur met elkaar worden verbonden of waarbij infrastructuur of diensten in verband met infrastructuur worden uitgebreid van één lidstaat naar één of meer andere lidstaten;
▐
(2 bis) aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:
"2 bis. Overeenkomstig het prijsstellingsbeleid moet het EFSI:
- bij voorkeur en indien dit naar behoren is gemotiveerd, een ondergeschikte positie innemen ten aanzien van andere investeerders, en waarborgen dat de prijsstelling van zijn verrichtingen wordt gedifferentieerd, indien nodig inclusief blending, om projecten in staat te stellen middelen optimaal te benutten en rekening te houden met lokale marktomstandigheden; en
- indien dit nodig is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het EFSI en de aanpak van marktfalen en investeringskloven, waarborgen dat de prijsniveaus voor verrichtingen van het type eigen vermogen lager blijven dan de marktprijzen voor hetzelfde type verrichtingen.
(3) in artikel 6, lid 1, worden de inleidende woorden vervangen door:
"In de EFSI-overeenkomst wordt bepaald dat het EFSI projecten moet ondersteunen die gericht zijn op de aanpak van marktfalen of suboptimale investeringssituaties en die:";
(3 bis) artikel 6, lid 2, wordt vervangen door:
"2 Er bestaan geen beperkingen met betrekking tot de omvang van projecten die in aanmerking komen voor EFSI-ondersteuning voor de door de EIB of het EIF via financiële intermediairs uitgevoerde verrichtingen. Om ervoor te zorgen dat EFSI-steun eveneens kleinschalige projecten bereikt, breiden de EIB en het EIF de samenwerking met nationale stimuleringsbanken of -instellingen uit en bevorderen zij de mogelijkheden die worden geboden door het opzetten van investeringsplatformen."
(4) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
(-a) Het volgende lid wordt toegevoegd:
"1 bis. Alle bij de bestuursstructuren van het EFSI betrokken instellingen en organen streven ernaar genderevenwicht te waarborgen in alle bestuursorganen van het EFSI."
(-aa) In lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:
"Het bestuur bestaat uit vijf leden: drie benoemd door de Commissie, een benoemd door de EIB en een benoemd door het Europees Parlement. Het bestuur kiest voor een eenmalig hernieuwbare vaste termijn van drie jaar uit zijn midden een voorzitter. Het bestuur streeft ernaar bij consensus te besluiten. Ingeval geen consensus kan worden bereikt, neemt het bestuur zijn besluiten bij vier vijfde meerderheid van zijn leden."
(-a ter) in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:
"De uitvoerige notulen van de vergaderingen van het bestuur worden gepubliceerd zodra zij zijn goedgekeurd door het bestuur. Het Europees Parlement wordt onverwijld in kennis gesteld van deze publicatie."
(-a quater) In lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:
"5 In de EFSI-overeenkomst wordt bepaald dat het EFSI een algemeen directeur moet hebben, die verantwoordelijk moet zijn voor het behoorlijke dagelijks bestuur van het EFSI alsmede voor de voorbereiding en het voorzitterschap van de vergaderingen van het in lid 6 bedoelde investeringscomité. De algemeen directeur dient aan het Europees Parlement verantwoording af te leggen over de werkzaamheden van het investeringscomité."
(-a quinquies) In lid 5 wordt de tweede alinea vervangen door:
"De algemeen directeur wordt bijgestaan door een adjunct-algemeen-directeur. De algemeen directeur neemt deel aan de vergaderingen van het bestuur als niet-stemgerechtigd lid. Ingeval de algemeen directeur vergaderingen of delen van vergaderingen van het bestuur niet kan bijwonen, neemt de adjunct-algemeen-directeur deel aan deze vergaderingen of delen ervan als niet-stemgerechtigd lid.";
(-a sexies) in lid 6 wordt de eerste alinea vervangen door:
‘6. "Aan de hand van een open en transparante selectieprocedure, overeenkomstig de in deze verordening vastgelegde bepalingen, selecteert het bestuur een kandidaat voor elk van de functies van algemeen directeur en adjunct-algemeen-directeur, die beiden een vergoeding zullen ontvangen uit de algemene begroting van de Unie."
(a) lid 8 wordt als volgt gewijzigd:
i) punt e) wordt vervangen door:
"e) klimaatactie, milieubescherming en milieubeheer;";
ii) het volgende punt l) wordt toegevoegd:
"l) landbouw, visserij en aquacultuur.";
b) in lid 10 wordt de tweede zin vervangen door:
"Elk lid van het investeringscomité deelt het bestuur, de directeur en de adjunct-directeur onverwijld alle informatie mee die nodig is om op continue basis de afwezigheid van belangenconflicten na te gaan.";
c) aan lid 11 wordt de volgende zin toegevoegd:
"De directeur is verantwoordelijk voor het inlichten van het bestuur over alle inbreuken▐ , en stelt passende actie voor en voert deze uit.";
d) in lid 12, tweede alinea, wordt de tweede zin vervangen door:
"Besluiten waarmee het gebruik van de EU-garantie wordt goedgekeurd worden openbaar en toegankelijk gemaakt middels uitvoerige notulen. De publicatie van deze besluiten vermeldt de redenen van het besluit, waarbij met name wordt ingegaan op de inachtneming van het additionaliteitscriterium en licht toe hoe het in lid 14 genoemde scorebord van indicatoren werd gebruikt om het gebruik van de EU-garantie te rechtvaardigen.
Het scorebord is een instrument waarmee het investeringscomité het gebruik van de EU-garantie prioriteert voor verrichtingen met hogere scores en een hogere meerwaarde. Het is openbaar toegankelijk nadat het definitieve besluit ten aanzien van een project is genomen. De publicatie bevat geen commercieel gevoelige informatie.
In geval van commercieel gevoelige besluiten stuurt de EIB de besluiten en de informatie over de projectontwikkelaars of financiële intermediairs aan het Europees Parlement op de datum waarop de desbetreffende financiering ten einde komt, of op een eerdere datum indien er geen sprake meer is van commerciële gevoeligheid. De besluitvorming in het investeringscomité wordt geschraagd door de documentatie die door de EIB is verstrekt.
De EIB verstrekt het Europees Parlement, de Raad en de Commissie jaarlijks een lijst met alle besluiten van het investeringscomité waarmee het gebruik van de EU-garantie wordt afgewezen, evenals een compilatie van de resultaten van het scorebord. Hierbij worden strikte vertrouwelijkheidseisen in acht genomen.";
d bis) lid 14 wordt vervangen door:
"14 De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 23, leden 1 tot en met 3 en lid 5, gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door de totstandbrenging van een scorebord van indicatoren dat door het investeringscomité moet worden gebruikt om een onafhankelijke en transparante beoordeling van het mogelijke en daadwerkelijke gebruik van de EU-garantie te waarborgen. Dergelijke gedelegeerde handelingen worden voorbereid in nauw overleg met de EIB.
Het bestuur herziet de investeringsrichtsnoeren en neemt hierin een minimumdrempel op voor de verschillende criteria van het scorebord, teneinde de beoordeling van projecten te verbeteren.";
(4 bis) In artikel 8, eerste alinea, komt punt b) als volgt te luiden:
"b) bij die verrichtingen entiteiten betrokken zijn die gelegen of gevestigd zijn in een of meer lidstaten en die verrichtingen zich uitstrekken tot of plaatsvinden in samenwerking met entiteiten in een of meer derde landen die binnen de werkingssfeer van het Europees nabuurschapsbeleid vallen, inclusief het strategisch partnerschap, het uitbreidingsbeleid, de Europese Economische Ruimte of de Europese Vrijhandelsassociatie, of tot een land of gebied overzee, als opgenomen in bijlage II bij het VWEU, ongeacht of er een partner is in die derde landen of landen of gebieden overzee.";
(5) Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
(-a) in lid 2, wordt de inleidende formule vervangen door:
"2 De EU-garantie wordt verleend voor financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB welke door het in artikel 7, lid 7, bedoelde investeringscomité zijn goedgekeurd, dan wel voor aan het EIF verstrekte financiering of garanties voor de uitvoering van financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB in overeenstemming met artikel 11, lid 3. Overeenkomstig de richtsnoeren van het bestuur, kan het investeringscomité een passend deel van de EU-garantie rechtstreeks aan de investeringsplatformen en nationale stimuleringsbanken of -instellingen toekennen, en het besluit inzake de selectie van projecten aan deze entiteiten delegeren. Het investeringscomité behoudt te allen tijde het recht om toezicht uit te oefenen op de procedure voor de selectie van projecten, teneinde te garanderen dat zij in overeenstemming met deze verordening wordt toegepast.
De betrokken verrichtingen stroken met het Uniebeleid en ondersteunen een of meer van de volgende algemene doelstellingen:";
-a bis) aan lid 2, onder c), wordt het volgende punt toegevoegd:
"iii bis)spoorweginfrastructuur en overige spoorwegprojecten;"
(-a ter) in lid 2, onder e), worden de volgende punten ingevoegd:
"i bis) blockchaintechnologie;
i ter) het internet der dingen;
i quater) infrastructuren voor cyberveiligheid en de bescherming van netwerken;"
(-a quater) lid 2, onder g) ii) wordt als volgt gewijzigd:
"ii) de culturele en creatieve bedrijfstakken, waar sectorspecifieke financiële mechanismen, via interactie met het programma Creatief Europa en de garantiefaciliteit, worden toegestaan om passende leningen te verstrekken aan de culturele en creatieve bedrijfstakken.";
(-a quinquies) lid 2, onder g) v) wordt als volgt gewijzigd:
"v) sociale infrastructuur, sociale dienstverlening en sociale en solidaire economie."
a) aan lid 2 worden de volgende punten h) en i) toegevoegd:
"h) duurzame landbouw, visserij, aquacultuur en de overige sectoren van de bio-economie en de bio-industrie;
i) in het kader van de vereisten van deze verordening, voor de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's als vermeld in respectievelijk bijlage I en bijlage II bij Uitvoeringsbesluit 2014/99/EU van de Commissie[8], andere industrie en diensten die voor EIB-steun in aanmerking komen.";
b) aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Het bestuur verstrekt hiertoe nadere richtsnoeren en beoordelingsinstrumenten, in het bijzonder met betrekking tot subsidiabele projecten en de totale portefeuille van het EFSI, met name wat betreft COP21. Deze richtsnoeren moeten ervoor zorgen dat ten minste 40 % van de EFSI-financiering in het venster infrastructuur en innovatie dient ter ondersteuning van projecten met componenten die bijdragen aan klimaatactie, zulks in aansluiting bij de COP21-verbintenissen.";
c) lid 3 wordt vervangen door:
"3. De investeringsperiode gedurende welke de EU-garantie kan worden verleend ter ondersteuning van financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, loopt tot:
a) 31 december 2020, voor verrichtingen van de EIB waarvoor uiterlijk op 31 december 2022 een overeenkomst tussen de EIB en de begunstigde of financieel intermediair is ondertekend;
b) 31 december 2020, voor verrichtingen van het EIF waarvoor uiterlijk op 31 december 2022 een overeenkomst tussen het EIF en de financieel intermediair is ondertekend.";
d) lid 4 wordt geschrapt;
d bis) Het volgende lid wordt toegevoegd:
"4 bis. Indien een overheidsautoriteit in een lidstaat een investeringsplatform of een nationale stimuleringsbank of -instelling opricht met dezelfde doelstellingen als het EFSI, werkt de EIB hiermee samen. Dit geldt eveneens voor investeringsplatformen of nationale stimuleringsbanken of -instellingen die reeds zijn opgericht en die dezelfde doelstellingen als het EFSI nastreven."
d ter) in lid 5 wordt de derde alinea vervangen door:
"Onverminderd artikel 7, lid 7, kan het investeringscomité, na een grondige evaluatie, besluiten een partnerschap met een investeringsplatform of met een nationale stimuleringsbank of -instelling te beëindigen."
(5 bis) artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:
"1. Voor de toepassing van artikel 9, lid 2, en overeenkomstig artikel 11, gebruiken de EIB, en, in voorkomend geval, nationale stimuleringsbanken of -instellingen en investeringsplatformen de EU-garantie om het aan de in lid 2 van dit artikel vermelde instrumenten verbonden risico af te dekken.";
(6) in artikel 10, lid 2, wordt punt a) vervangen door:
"(a) leningen, garanties, tegengaranties, kapitaalmarktinstrumenten, enigerlei andere vormen van financierings- of kredietverbeteringsinstrumenten van de EIB, zoals achtergestelde schuld, deelnemingen of quasi-deelnemingen, onder meer ten behoeve van nationale stimuleringsbanken of -instellingen, investeringsplatformen of -fondsen;";
(7) artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 1 wordt vervangen door:
"1. Het bedrag van de EU-garantie mag op geen enkel moment meer belopen dan 26 000 000 000 EUR, waarvan overeenkomstig lid 3 een deel kan worden toegewezen aan EIB-financiering of -garanties aan het EIF. De totale nettobetalingen uit de algemene begroting van de Unie in het kader van de EU-garantie mogen niet meer bedragen dan 26 000 000 000 EUR en mogen vóór 6 juli 2018 niet meer bedragen dan 16 000 000 000 EUR.";
b) lid 3 wordt vervangen door:
"3. Ingeval de EIB financiering of garanties aan het EIF verstrekt met het oog op de uitvoering van financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB, biedt de EU-garantie een volledige dekking voor dergelijke financiering of garanties mits de EIB een bedrag van ten minste 4 000 000 000 EUR aan financiering of garanties zonder dekking door de EU-garantie verstrekt, tot een aanvankelijke limiet van 6 500 000 000 EUR. Onverminderd lid 1 kan het bestuur deze limiet in passende gevallen aanpassen tot een maximumbedrag van 8 000 000 000 EUR, zonder dat dit de EIB verplicht om de bedragen boven de aanvankelijke limiet aan te vullen.
(c) in lid 6 worden de punten a) en b) vervangen door:
"a) met betrekking tot de in artikel 10, lid 2, onder a), bedoelde schuldinstrumenten: de hoofdsom en alle rente en overeenkomstig de voorwaarden van de financieringsverrichtingen aan de EIB verschuldigde, maar niet door haar ontvangen bedragen tot het moment van de wanbetaling; verliezen die voortvloeien uit schommelingen van andere valuta's dan de euro op markten waarop de mogelijkheden tot langetermijnhedging beperkt zijn; met betrekking tot achtergestelde schuld worden uitstel, verlaging of een vereiste exit als wanbetaling beschouwd;
b) met betrekking tot de in artikel 10, lid 2, onder a), bedoelde investeringen in de vorm van deelnemingen of quasi-deelnemingen: de geïnvesteerde bedragen en de eraan verbonden financieringskosten en verliezen die voortvloeien uit schommelingen van andere valuta's dan de euro;";
(8) artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 5 wordt vervangen door:
"5. De in lid 2 bedoelde middelen van het garantiefonds worden aangewend om een niveau (streefbedrag) te bereiken dat passend is voor de totale EU-garantieverplichtingen. Het streefbedrag wordt vastgesteld op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen.";
(b) lid 7 wordt vervangen door:
"7. Indien de omvang van het garantiefonds op of na 1 juli 2018 als gevolge van een beroep op de EU-garantie daalt tot onder 50 % van het streefbedrag of indien deze volgens een risicobeoordeling van de Commissie binnen een jaar tot onder dat niveau kan dalen, dient de Commissie een verslag in over de buitengewone maatregelen die dan vereist kunnen zijn.";
(c) de leden 8, 9 en 10 worden vervangen door:
"8. Nadat een beroep op de EU-garantie is gedaan, worden de in lid 2, onder b) en d), bedoelde middelen van het garantiefonds waarmee het streefbedrag wordt overschreden, binnen de grenzen van de in artikel 9 vastgelegde investeringsperiode aangewend om de EU-garantie opnieuw op het volledige bedrag te brengen.
9. De in lid 2, onder c), bedoelde middelen van het garantiefonds worden gebruikt om de EU-garantie tot het volledige bedrag terug te brengen.
10. Ingeval de EU-garantie volledig wordt hersteld tot een bedrag van 26 000 000 000 EUR, worden alle bedragen in het garantiefonds die het streefbedrag overschrijden overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 als interne bestemmingsontvangsten teruggeboekt naar de algemene begroting van de Unie, teneinde begrotingslijnen aan te vullen die wellicht zijn gebruikt als bron van herschikking naar het garantiefonds.";
(9) artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
i) in de eerste alinea wordt de tweede zin vervangen door:
"Dergelijke ondersteuning omvat de verlening van gerichte ondersteuning met betrekking tot het gebruik van technische bijstand voor het structureren van projecten, het gebruik van innovatieve financiële instrumenten en het gebruik van publiek-private partnerschappen en, in voorkomend geval, het verlenen van advies over relevante vraagstukken in verband met het Unierecht, daarbij rekening houdend met de bijzonderheden en de behoeften van de lidstaten met minder ontwikkelde financiële markten evenals de situatie in verschillende sectoren.";
ii) aan de tweede alinea wordt de volgende zin toegevoegd:
"De EIAH ondersteunt ook de voorbereiding van projecten op het gebied van de circulaire economie of klimaatactie of componenten ervan, met name in het kader van COP21, de voorbereiding van projecten in de digitale sector en de voorbereiding van de in artikel 5, lid 1, vijfde alinea, bedoelde projecten.";
(b) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
i) punt c) wordt vervangen door:
"c) het stimuleren van lokale kennis met het oog op een vlottere verstrekking van de EFSI-steun in de hele Unie en het actief bijdragen aan het in punt 8 van bijlage II beschreven doel van sectorale en geografische diversificatie van het EFSI door de EIB en de nationale stimuleringsbanken of -instellingen te ondersteunen bij het creëren en ontwikkelen van verrichtingen, in het bijzonder in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's, en door de vraag naar EFSI-steun waar nodig te stimuleren;";
ii) punt e) wordt vervangen door:
"e) het verlenen van proactieve adviserende ondersteuning bij de oprichting van investeringsplatformen, in het bijzonder grensoverschrijdende en macroregionale investeringsplatformen waar meerdere lidstaten en/of regio's bij betrokken zijn, zo nodig met een lokale aanwezigheid;";
ii bis) het volgende punt wordt toegevoegd:
"e bis) het benutten van het potentieel om, onder meer via investeringsplatformen, kleinschalige projecten aan te trekken en te financieren;"
iii) het volgende punt f) wordt toegevoegd:
"f) het verlenen van advies over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering (zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility)), met het EFSI teneinde de administratieve lasten te verminderen en een oplossing te bieden voor praktische problemen in verband met het gebruik van dergelijke gecombineerde financieringsbronnen.";
iii bis) het volgende punt wordt toegevoegd:
"f bis) het verstrekken van proactieve ondersteuning om de in artikel 8, lid 1, onder b) genoemde verrichtingen te bevorderen en aan te moedigen.";
(c) lid 5 wordt vervangen door:
"5. Om het in lid 1 genoemde doel te realiseren en op lokaal niveau zo goed mogelijke adviserende steun te verlenen, streeft de EIAH ernaar gebruik te maken van de deskundigheid van de EIB, de Commissie, nationale stimuleringsbanken of -instellingen en de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en investeringsfondsen.";
(c bis) Het volgende lid wordt toegevoegd:
"5 bis. De EIAH maakt gebruikt van de in artikel 16, lid 2 bis, bedoelde lijst, teneinde op proactieve wijze en in voorkomend geval mogelijke projectontwikkelaars bij te staan bij de verdere uitwerking van hun voorstellen voor financiering in het kader van het EFSI."
(d) in lid 6 wordt de tweede zin vervangen door:
"De samenwerking tussen enerzijds de EIAH en anderzijds een nationale stimuleringsbank of -instelling, een internationale financieringsinstelling of een instelling of beheersautoriteit, waaronder die welke als nationaal adviseur optreden, die een deskundigheid hebben die relevant is voor de doeleinden van het EIAH, kan de vorm van een contractueel partnerschap aannemen. De EIAH streeft ernaar samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met nationale stimuleringsbanken of -instellingen in elke lidstaat. In de lidstaten waar dergelijke instellingen niet bestaan, verleent de EIAH in voorkomend geval en op verzoek van de betrokken lidstaat, proactieve adviserende ondersteuning voor de oprichting ervan.";
(d bis) Het volgende lid wordt toegevoegd:
"6 bis. Om actief te zorgen voor een breed geografisch bereik van de adviesdiensten in de gehele Unie en om lokale kennis over het EFSI succesvol te versterken, wordt indien nodig en rekening houdend met bestaande steunregelingen, gezorgd voor een lokale aanwezigheid van de EIAH, teneinde ter plaatse concrete, proactieve bijstand op maat te verlenen. Er wordt met name voorzien in een lokale aanwezigheid in lidstaten of regio's die moeilijkheden ondervinden bij de ontwikkeling van projecten in het kader van het EFSI. De EIAH streeft ernaar de overdracht van kennis aan regionale en lokale instanties te bevorderen en waarborgt de voortdurende opbouw van regionale en lokale expertise.";
d ter) lid 7 wordt vervangen door:
"7 Er wordt een jaarlijks referentiebedrag van 20 000 000 EUR beschikbaar gesteld uit de algemene begroting van de Unie om bij te dragen aan de dekking van de kosten van de EIAH-verrichtingen in de periode tot en met 31 december 2020 voor de door de EIAH op grond van lid 2 verleende diensten die een aanvulling vormen op de diensten die reeds worden verleend in het kader van andere Unieprogramma's, voor zover deze kosten niet worden gedekt door het resterende bedrag afkomstig van de in lid 4 bedoelde vergoedingen."
(9 bis) Artikel 16, lid 2, letter f, wordt vervangen door:
"f) een beschrijving van de projecten waarbij de steun van de Europese structuur- en investeringsfondsen wordt gecombineerd met de steun uit het EFSI, het totale bedrag van de bijdragen uit iedere bron alsmede het risicoprofiel van ieder project;"
(9 ter) aan artikel 16, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:
"j bis) uitvoerige informatie betreffende de belastingbetalingen die voortvloeien uit financierings- en investeringsverrichtingen van het EIB in het kader van het EFSI.";
(9 quater) In artikel 16 wordt het volgende lid ingevoegd:
"2 bis. De EIB legt iedere zes maanden een lijst met alle ingediende investeringsvoorstellen betreffende het gebruik van de EU-garantie voor aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de EIAH, met inbegrip van de voorstellen die niet voor indiening bij het investeringscomité zijn voorgeselecteerd. Hierbij worden strikte vertrouwelijkheidseisen in acht genomen.";
(9 quinquies) In artikel 16 wordt het volgende lid ingevoegd:
"5 bis. Aan het einde van de investeringsperiode stelt de Commissie een verslag op over de geaggregeerde effecten en de geschiktheid van het prijsstellingsbeleid en stuurt zij dit verslag naar het Europees Parlement en het bestuur. De bevindingen van dit verslag worden in aanmerking genomen.";
(9 sexies) In artikel 16 wordt het volgende lid toegevoegd:
"6 bis. De Commissie dient een jaarlijks verslag in met de details van alle projecten per beleidsterrein die via het EFSI steun hebben ontvangen, het totale bedrag van de bijdrage van iedere bron, en de risicoprofielen.";
(10) artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 6 wordt vervangen door:
"6. Uiterlijk op 31 december 2018 en 30 juni 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening.;
b) lid 7 wordt vervangen door:
"7 De Commissie presenteert, in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader, een wetgevingsvoorstel voor een alomvattende investeringsregeling om het gebrek aan investeringen in de Unie doeltreffend aan te pakken. In het voorstel wordt terdege rekening gehouden met de conclusies van het verslag van 31 december 2018, waarin een onafhankelijke beoordeling is opgenomen en dat tijdig wordt ingediend zodat het in aanmerking kan worden genomen."
b bis) lid 8 wordt vervangen door:
"8 Het in lid 6 genoemde verslag bevat een beoordeling met betrekking tot het gebruik van het in artikel 7, lid 14, en bijlage II, vermelde scorebord, in het bijzonder wat betreft de geschiktheid van iedere pijler en de respectievelijke rol ervan in de beoordeling. Het verslag wordt, indien van toepassing en naar behoren gemotiveerd op grond van de bevindingen, vergezeld van een voorstel tot herziening van de in artikel 7, lid 14, genoemde gedelegeerde handeling.";
(11) aan artikel 19 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"De EIB en het EIF informeren eindbegunstigden, met inbegrip van kmo's, over het bestaan van de EFSI-steun of verplichten financiële intermediairs daartoe en brengen deze informatie duidelijk zichtbaar aan in de financieringsovereenkomst, met name in het geval van kmo's, en in alle contracten die betrekking hebben op ondersteuning uit het EFSI, om op die manier de bekendheid van het publiek met en de zichtbaarheid van het EFSI te vergroten.";
(11 bis) artikel 20, lid 2, wordt vervangen door:
"2 Met het oog op lid 1 van dit artikel krijgt de Rekenkamer, indien zij hierom verzoekt en in overeenstemming met artikel 287, lid 3, VWEU, volledige toegang tot alle documenten of informatie die nodig zijn om haar taken uit te voeren.";
(12) artikel 22, lid 1, wordt vervangen door:
"1. Bij hun financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, voldoen de EIB, het EIF en alle financiële intermediairs aan de desbetreffende normen en toepasselijke wetten inzake het voorkomen van witwassen van geld en de bestrijding van terrorisme, belastingfraude en belastingontduiking.
▌
In hun onder deze verordening vallende financierings- of investeringsverrichtingen maken de EIB en het EIF geen gebruik van, laten zij zich niet in met en verstrekken zij geen middelen aan begunstigden die gebruik maken van belastingontwijkingsconstructies, en met name agressieve fiscale planningsregelingen, of praktijken die niet voldoen aan de EU-criteria inzake goede fiscale governance, zoals vastgelegd in de rechtshandelingen van de Unie, de conclusies van de Raad, mededelingen van de Commissie of eventuele formele kennisgevingen van de Commissie.
▌
Met name onderhouden de EIB en het EIF geen zakelijke betrekkingen met entiteiten die opgericht of gevestigd zijn in rechtsgebieden die niet met de Unie samenwerken bij de toepassing van de internationaal overeengekomen fiscale normen en het Unierecht inzake transparantie en uitwisseling van informatie.
Bij het sluiten van overeenkomsten met financiële tussenpersonen zetten de EIB en het EIF de in dit artikel opgenomen voorschriften om in de contracten in kwestie en verlangen zij verslaglegging per land over de naleving ervan. De EIB en het EIF maken de lijst van financiële intermediairs met wie zij samenwerken openbaar en actualiseren deze lijst voortdurend.
Na overleg met de Commissie en belanghebbenden herzien en actualiseren de EIB en het EIF hun beleid inzake niet-coöperatieve rechtsgebieden uiterlijk na de vaststelling van de Unielijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden. Elk daaropvolgend jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van dit beleid.
(13) in artikel 23, lid 2, eerste alinea, worden de eerste en de tweede zin vervangen door:
"De in artikel 7, leden 13 en 14, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 4 juli 2015. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie.";
(14) bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
▐
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
BIJLAGE
bij het
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
Bijlage
(1) punt 2 wordt als volgt gewijzigd:
a) aan punt b) worden de volgende alinea's toegevoegd:
"EFSI-steun voor snelwegen is beperkt tot publieke en/of particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden, in minder ontwikkelde regio's of in grensoverschrijdende vervoersprojecten of gevallen waar deze steun nodig is voor opwaardering en onderhoud, verbetering van de verkeersveiligheid, ontwikkeling van ITS of garantie van de integriteit en standaarden van de bestaande snelwegen binnen het trans-Europese vervoersnetwerk, met name veilige parkeerplaatsen, alternatieve centrales voor schone brandstof en oplaadsystemen voor elektrische voertuigen
Steun uit het EFSI is ook uitdrukkelijk mogelijk voor het onderhoud en de opwaardering van bestaande vervoersinfrastructuur.";
b) in punt c) wordt de tweede zin vervangen door:
"In deze context zal de EIB naar verwachting de financiering uit hoofde van het EFSI verstrekken teneinde een totaal streefbedrag van ten minste 500 000 000 000 EUR aan publieke of private investeringen te halen, met inbegrip van financiering die beschikbaar wordt gesteld door het EIF in het kader van EFSI-verrichtingen met betrekking tot de instrumenten als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder b), door nationale stimuleringsbanken of -instellingen en teneinde de toegang tot financiering voor entiteiten met ten hoogste 3 000 werknemers te verbeteren.";
(2) in punt 3 wordt een punt d) toegevoegd:
"d) een verrichting wordt doorgaans onder speciale activiteiten ingedeeld als een of meer van de volgende kenmerken aanwezig is:
– achterstelling bij andere kredietverleners, met inbegrip van nationale stimuleringsbanken en particuliere kredietverleners;
– deelneming in risicodelingsinstrumenten waarbij de ingenomen positie de EIB blootstelt aan een hoog risiconiveau;
– blootstelling aan specifieke risico's, zoals onbewezen technologie, afhankelijkheid van nieuwe, onervaren of risicovolle tegenpartijen, ongewone financiële constructies of risico's voor de EIB, de sector of geografie in kwestie;
– kenmerken van het type eigen vermogen, zoals resultaatafhankelijke uitkeringen; of
– andere onderscheidbare aspecten die volgens de EIB-richtsnoeren voor het kredietrisicobeleid leiden tot een hogere risicoblootstelling.";
(2 bis) aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:
"d bis)bij de beoordeling van de additionaliteit wordt er aandacht besteed aan regio-specifieke omstandigheden."
(3) aan punt 5 wordt de volgende zin toegevoegd:
"Zodra de EU-garantie is ondertekend, wordt het scorebord openbaar gemaakt, met uitzondering van de commercieel gevoelige informatie.";
(4) punt 6 wordt als volgt gewijzigd:
(a) punt b) wordt als volgt gewijzigd:
i) de eerste en de tweede zin achter het eerste streepje worden vervangen door:
"Voor verrichtingen van het type vreemd vermogen voert de EIB of het EIF haar of zijn standaard risicobeoordeling uit, waarvan de berekening van de verwachte wanbetalings- en invorderingspercentages een onderdeel vormt. Op basis van deze parameters bepaalt de EIB of het EIF het risico voor elke verrichting.";
ii) de eerste zin achter het tweede streepje wordt vervangen door:
"Aan elke verrichting van het type vreemd vermogen wordt een risicoclassificatie verbonden (de rangschikking van leentransacties) aan de hand van het systeem van de EIB of het EIF voor het rangschikken van leningen.";
iii) de eerste zin achter het derde streepje wordt vervangen door:
"Projecten zijn economisch en technisch haalbaar en de financiering van de EIB wordt samengesteld in overeenstemming met beginselen van gezond bankbeleid en voldoet aan de beginselen voor risicobeheersing op hoog niveau die de EIB of het EIF in interne richtsnoeren heeft vastgesteld.";
iii bis) het vierde streepje wordt als volgt vervangen:
De tarieven voor producten van het type vreemd vermogen worden bepaald in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening."
(b) punt c) wordt als volgt gewijzigd:
i) de tweede zin achter het eerste streepje wordt vervangen door:
"De vaststelling of een verrichting al dan niet risico's van het type eigen vermogen meebrengt, ongeacht de juridische vorm en nomenclatuur ervan, wordt gebaseerd op de standaardbeoordeling van de EIB of het EIF.";
ii) de eerste zin achter het tweede streepje wordt vervangen door:
"De EIB-verrichtingen van het type eigen vermogen worden uitgevoerd in overeenstemming met de interne voorschriften en procedures van de EIB of het EIF.";
ii bis) het derde streepje wordt vervangen door:
De tarieven voor investeringen van het type eigen vermogen worden bepaald in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening."
(5) in punt 7, onder c), wordt het woord "eerste" geschrapt;
(6) punt 8 wordt als volgt gewijzigd:
(a) in de tweede zin van de eerste alinea wordt het woord "eerste" geschrapt;
(b) in de eerste zin van de eerste alinea van punt a) wordt het woord "eerste" geschrapt;
(c) in de eerste zin van punt b) wordt het woord "eerste" geschrapt.
- [1] PB C 75 van 10.3.2017, blz. 57.
- [2] Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
- [3] * Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.
- [4] PB C 465 van 13.12.2016, blz. 1.
- [5] COM(2014) 903 final.
- [6] Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).
- [7] Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1558 van de Commissie van 22 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad met de instelling van een scorebord van indicatoren voor de toepassing van de EU-garantie (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 20).
- [8] Uitvoeringsbesluit nr. 2014/99/EU van de Commissie van 18 februari 2014 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020, PB L 50 van 20.2.2014, blz. 22.
ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (3.4.2017)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
Rapporteur voor advies: Eva Kaili
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
De huidige geringe groei en het trage herstel van de Europese Unie in de periode na de crisis zijn het resultaat van een productiedaling als gevolg van factoren zoals een vertraging van de technologische vooruitgang, een structurele verschuiving naar sectoren met een lage productie en hoge hefboomratio's. Het is daarom van cruciaal belang dat wij onze krachten bundelen en ons er gezamenlijk voor inzetten om, op economisch, ecologisch en sociaal verantwoorde wijze, het gevaar van een langdurige stagnatie af te wenden.
Voor ITRE zijn de belangrijkste prioriteiten de optimalisering van de energiesector, de telecommunicatiesector, digitale technologieën, O&I, het midden- en kleinbedrijf en de nieuwe en traditionele industriële kaders, een en ander in overeenstemming met haar takenpakket. Deze sectoren vormen het fundament voor de hoognodige versnelling van de productiviteitsgroei.
Uw rapporteur is van oordeel dat EFSI 2.0 kansen biedt om de Europese productiviteit te doen aantrekken, en een dynamisch instrument is om het huidige investeringskader in de EU te hervormen, door het economische ecosysteem te harmoniseren, de bureaucratische rompslomp te verminderen en een einde te maken aan slechte coördinatie en structurele fricties.
Het EFSI is echter geen cohesiebeleidsinstrument. Het fonds is bedoeld om de economische capaciteit van de EU te versterken en de lidstaten te helpen hun investeringskloof te overbruggen. Het EFSI is een mechanisme dat meerwaarde moet leveren en dat bedoeld is om de bestaande financiële middelen en faciliteiten te verhogen en aan te vullen, maar dat er niet mee mag concurreren. Daaruit vloeit voort dat het EFSI nooit cohesiefondsen en gelijksoortige instrumenten mag vervangen.
Om zijn investeringsdoelen te bereiken, moet het EFSI een bijdrage leveren aan de benutting van het economisch potentieel van elke lidstaat, in alle geografische gebieden en in alle sectoren. Helaas wordt de EFSI-steun nog niet op evenwichtige wijze over de geografische gebieden en economische sectoren verdeeld.
Uw rapporteur benadrukt dat de EU geen groei kan verwezenlijken of banen en welvaart kan creëren door op de oude voet verder te gaan. Er moet een inzet geleverd worden voor de middellange en lange termijn. Daarvoor is doorzettingsvermogen nodig. We moeten geen sprintje trekken, maar een marathon lopen. De EIB en de Commissie, de twee instellingen die primair verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het EFSI, moeten ook deze mentaliteit aan de dag leggen. Zo snel mogelijk geld uitgeven mag niet het doel zijn. Inhoud, additionaliteit en geografische spreiding zijn van groter belang dan de snelheid waarmee de fondsen worden geabsorbeerd.
In dit advies legt ITRE met name de focus op energie, telecommunicatie, onderzoek, digitale technologieën en het midden- en kleinbedrijf en richt zij zich op de huidige zwakke punten van het EFSI en op de aanpak van sectoraal en geografisch marktfalen en suboptimale investeringssituaties, die nu door middel van EFSI 2.0 verholpen moeten worden.
Op basis van bovenstaande redenering stelt uw rapporteur met betrekking tot EFSI 2.0 de volgende wijzigingen voor:
Additionaliteit moet bij de door het EFSI ondersteunde projecten een grotere rol spelen. De EIB moet ervoor zorgen dat zij beter in staat is projecten met meer risico te accepteren, door middel van risicotoedelingsinstrumenten en garanties voor eerste verliezen, die met name van nut kunnen zijn bij infrastructuurprojecten.
Transparantie en controleerbaarheid van het selectieproces moeten een belangrijk ex-antevereiste vormen voor de beoordeling van additionaliteit en voor de tenuitvoerlegging van de EFSI-verordening, en moeten worden gewaarborgd door EFSI 2.0.
Geografische spreiding moet gegarandeerd worden door het probleem aan te pakken van de uiteenlopende risicopremies die voor gelijke projecten in verschillende landen betaald moeten worden wegens de uiteenlopende risicoprofielen van de lidstaten.
De derde pijler van het Investeringsplan voor Europa (het wegnemen van belemmeringen voor investeringen) is een belangrijke voorwaarde voor het succes van het EFSI, maar dergelijke belemmeringen mogen niet aangevoerd worden om de geringe absorptie van EFSI-middelen door cohesielanden of lidstaten die meer onder de recente financiële crisis hebben geleden te rechtvaardigen.
De Commissie moet nauw met de EIB samenwerken om de rol van nationale stimuleringsbanken te versterken en om in die landen die nog geen nationale stimuleringsbank hebben een dergelijke bank op te richten.
De Commissie moet, om nieuwe geldstromen aan te trekken, nauw samenwerken met de financiële regelgevende instanties in de EU, zodat financiële instellingen meer kunnen investeren in langetermijnprojecten op het gebied van infrastructuur, doordat er minder regelgevende beperkingen gelden voor hun financiële balansen.
De strikte uitvoering van het stabiliteits- en groeipact mag voor de lidstaten geen belemmering vormen om voor investeringen in infrastructuur gebruik te maken van het EFSI. De Commissie moet met het oog hierop beleidsmaatregelen vaststellen.
Speciale nadruk moet worden gelegd op projecten in afgelegen gebieden of in minder ontwikkelde regio's die de groei en de werkgelegenheid bevorderen.
CEF-subsidies en andere soortgelijke instrumenten mogen niet concurreren met het EFSI of met de marktgerichte benadering van het fonds om nieuwe financieringsbronnen aan te boren en ongebruikt kapitaal te benutten. Een optimale mix van financieringsbronnen is daarom noodzakelijk voor het waarborgen van succesvolle investeringen in de EU. Er moet gekeken worden naar het regelgevend kader dat deze mix mogelijk moet maken. Het omnibusvoorstel inzake het Financieel Reglement moet hiertoe een aanzet geven.
Er moeten meer multinationale infrastructuurprojecten worden gestart. De Commissie moet ernaar streven streven om de uiteenlopende regelgeving in de verschillende lidstaten te harmoniseren, Dit is nodig voor een snellere uitvoering van infrastructuurprojecten waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, of van grensoverschrijdende projecten.
Voor het succes van het EFSI is het onontbeerlijk dat de rol van de EIAH wordt versterkt en uitgebreid. Deze investeringshub moet lokale autoriteiten, npi's en investeerders bijstaan, waar nodig de oprichting van investeringsplatforms ondersteunen, hulp bieden bij de oprichting van spv's en ppp's, en belanghebbenden adviseren op het gebied van innovatieve financieringsbronnen, met name in infrastructuurprojecten, energieprojecten en projecten in de digitale sector.
Overeenkomstig de doelstellingen van de klimaatovereenkomst van Parijs moet minstens 40 % van de door EFSI gesteunde projecten bijdragen aan klimaatmaatregelen, en moet het EFSI minstens 20 % bijdragen aan projecten voor energie-efficiëntie. Projecten met fossiele brandstoffen moeten vermeden worden.
In overeenstemming met de concurrentievoordelen die de EU heeft op het gebied van digitale technologieën moet het EFSI de toekomstgerichte digitale sector de hoogste prioriteit verlenen voor het verstrekken van financiering, met name voor projecten ter uitbreiding van de capaciteit en infrastructuur van internetverbindingen, cyberveiligheid, netwerken, blockchainplatforms, het internet der dingen en dergelijke. Deze prioriteit moet worden ondersteund door deskundigen uit de betreffende sectoren in de EIAH en op het besluitvormend niveau van de EIB.
Het EFSI moet inspelen op de investeringskloof in het onderzoek, met name in sectoren die een pioniersrol vervullen en sectoren met een lage technologische paraatheid, die naar verwachting de komende 20 jaar de consumentenvraag zullen sturen en bepalen.
De Commissie en de EIB moeten samenwerken aan het proactief vaststellen van rechtsgebieden die minder bereid zijn tot samenwerking, en moeten duidelijke en openbaar toegankelijke criteria vaststellen ter versterking van de juridische basis van het EFSI, zonder de normen van de Unie op het gebied van fiscaal bestuur aan te tasten.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde commissies (de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken) onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(4) Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, ligt goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Met name in het loket ("venster") voor kmo's is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om die reden is het venster kmo's in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Een groter deel van de financiering moet worden toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's. |
(4) De eerste periode van tenuitvoerlegging van het EFSI leverde aanzienlijke en bemoedigende resultaten op. Het is nog te vroeg om de volledige impact van het EFSI op het dichten van de investeringskloof, het terugdringen van het hoge werkloosheidsniveau en de verbetering van de huidige povere groeicijfers sinds de recente financiële crisis te beoordelen. Desondanks blijkt uit actuele gegevens dat er op verschillende gebieden ruimte is voor verbetering, onder meer wat betreft de complementariteit met de andere pijlers van het investeringsplan, een betere spreiding over alle lidstaten, additionaliteit, governance en het aantrekken van duurzame investeringen ter bestrijding van klimaatverandering. Volgens de door de EIB uitgevoerde evaluatie van de werking van het EFSI in de periode tot en met 30 juni 2016 zijn er ook aanwijzingen dat het EFSI achterblijft als het gaat om ondertekende verrichtingen en uitbetalingen. Bovendien is gebleken dat de marktabsorptie in het venster kmo's sneller verloopt dan in het venster infrastructuur en innovatie, maar dat wordt wellicht veroorzaakt door het feit dat de projecten verschillend van aard zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Naar verwachting zal het EFSI medio 2018 de beoogde 315 miljard EUR aan extra investeringen hebben gemobiliseerd. Noch deze economische gevolgen, noch de maatschappelijke en milieugevolgen van het EFSI worden echter op onafhankelijke wijze beoordeeld. Er zij aan herinnerd dat het EFSI primair gericht is op het ondersteunen van projecten die de burgers van de Unie maatschappelijke en milieuvoordelen op de lange termijn, hoogwaardige vaste banen en infrastructuren opleveren. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd: "Het investeringsplan voor Europa, met name het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken. |
(5) Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd dat het investeringsplan voor Europa, met name het EFSI concrete resultaten heeft opgeleverd. Wat betreft de verdeling over de geografische gebieden en verschillende sectoren is er echter nog altijd sprake van inefficiëntie en onevenwichtigheden. De geografische verdeling in de periode tot en met 30 juni 2016 was zodanig dat 63 % van de in het kader van het venster infrastructuur en innovatie ondertekende projecten geconcentreerd was in het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje, en 91 % van de projecten in de EU-15-lidstaten. Daar stond tegenover dat 54 % van de in het kader van het venster kmo's ondertekende projecten geconcentreerd was in Italië, Frankrijk en Duitsland, en 93 % van de projecten in de EU-15-lidstaten. Er moet speciale aandacht uitgaan naar de financieel zwakke Oost-Europese lidstaten, om deze landen te helpen de huidige investeringsproblemen te overwinnen en hun concurrentiekracht te versterken. Gelet op die onevenwichtigheden en op bestaande financiële fricties, structurele belemmeringen, regelgevingskaders en het risicomijdend gedrag van investeerders, moet de Commissie ambitieuze initiatieven in gang zetten om particuliere investeringen te bevorderen en moet zij verder gaan met de noodzakelijke herziening van wetgeving, om financiële instellingen in staat te stellen meer infrastructuurprojecten in hun portfolio's op te nemen, en tevens het midden- en kleinbedrijf te financieren, en daarbij op efficiënte wijze gebruik te maken van de beperkte begrotingsmiddelen. Daarnaast zij erop gewezen dat bestaande structurele tekortkomingen in bepaalde lidstaten ertoe leiden dat er minder EFSI-middelen beschikbaar zijn voor andere lidstaten. Om die reden moet geen enkele lidstaat het recht hebben om meer dan 10 % van het EFSI-mechanisme te gebruiken | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven. |
(6) Gezien de positieve indicatoren wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. |
(8) Het versterkte EFSI moet bestaand marktfalen en suboptimale investeringssituaties aanpakken en doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de toekomst van Europa, die gericht zijn op het realiseren van een duurzaam hoog niveau van menselijk kapitaal, hoogwaardige banen (met name voor jongeren), groei en concurrentievermogen, waarbij beter gelet wordt op additionaliteit, alsmede op het verbeteren van de sociale cohesie en sociale inclusie, zodat het welzijn van de burgers van de Unie verbetert. Daarnaast moet geïnvesteerd worden in energie, milieu en klimaat, daaraan gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer, toerisme en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, en aan de nakoming van de verbintenis van de Unie om de broeikasgasemissies tegen 2050 met 80-95 % terug te dringen, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire projecten op het gebied van de interconnectie van elektriciteit, energie-efficiëntieprojecten en projecten op het gebied van de circulaire economie, met name als deze bijdragen aan de verbetering van de energiezekerheid van de Unie en een positieve invloed hebben op de betrokkenheid van particulieren en plaatselijke gemeenschappen, alsmede op de aanpassing van energienetten, de opslag en distributie van hernieuwbare energie en alternatieve energiebronnen voor voertuigen en de bouwsector. Zoals uit de bevindingen tot op heden blijkt, is de brede steun van het EFSI aan projecten op het gebied van energie, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie gepaard gegaan met een even grote vermindering van de gewone investeringen van de EIB in deze sectoren, waarmee het additionaliteitsbeginsel volledig buitenspel wordt gezet. De kredietverstrekking in het kader van het EFSI moet een aanvulling vormen op de normale investeringsactiviteiten van de EIB. Daarnaast moeten, wat de digitale sector betreft en in het kader van een ambitieus Uniebeleid voor de digitale economie, doelstellingen voor nieuwe digitale infrastructuurvoorzieningen worden vastgesteld, teneinde ervoor te zorgen dat de digitale kloof wordt gedicht en de Unie in het nieuwe tijdperk van het zogenaamde 'internet of things', 'blockchain'-technologie en cyber- en netwerkveiligheid mondiaal een voortrekkerstrol kan spelen. Daarnaast moet als criterium voor het succes van het EFSI worden gekeken naar de bijstand die verleend is aan beleidsgebieden die geleden hebben onder een vermindering van investeringen ter financiering van het EFSI, zoals onderzoeksbeurzen, met name voor projecten met een laag niveau van technologische paraatheid. Er moet uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland betrokken is. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. Uit het EFSI mag geen steun worden verleend voor projecten in verband met fossiele brandstoffen – met name infrastructuur – en kerninstallaties. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(8 bis) Er zij opgemerkt dat de EIB in zijn speciale activiteiten die door het EFSI worden ondersteund, systematisch gebruikmaakt van deelneming in instrumenten voor risicodeling met zijn mede-investeerders. Bijgevolg is het zaak dat de EIB, in gevallen van blending dwingend of in andere gevallen wanneer dit nodig en relevant is, optreedt in de vorm van een "garantie voor eerste verliezen" in het kader van genoemde activiteiten, teneinde de additionaliteit van het EFSI-mechanisme te optimaliseren en meer particuliere middelen aan te trekken. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 8 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(8 ter) Er zij aan herinnerd dat de grote mogendheden met het oog op het domineren van de technologische en wetenschappelijke concurrentie allemaal over een militair-industrieel complex beschikken. Derhalve is het absoluut noodzakelijk dat ook de Unie hierover beschikt door, met behulp van steun uit het EFSI, zeer grote financiële middelen te besteden aan de opbouw van een Europese defensie-industrie waarvan de onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen aanzienlijke gevolgen zullen hebben voor de maatschappij en dus voor de economie. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben |
(9) Bij elk project moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van het EFSI, stelselmatig worden beoordeeld, gedocumenteerd en gerapporteerd. De EIB moet met betrekking tot elk gefinancierd project analytische gegevens publiceren en van elk project een beoordeling vooraf en een beoordeling achteraf publiceren, tezamen met een uitvoerige toelichting over de indicatoren en de toegepaste selectie- en beoordelingscriteria. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. De additionaliteit moet tevens aangescherpt worden door middel van geografische factoren, zoals de herkomst van de begunstigde of de geografische bestemming van het project. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie vallen en twee of meer lidstaten met elkaar verbinden, met name indien ten minste één lidstaat een cohesieland is, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, gezien de complexiteit ervan en de hoge meerwaarde ervan voor de Unie. Daarnaast moeten door het EFSI ondersteunde projecten ook geacht worden additionaliteit te bieden wanneer ze maatschappelijke en milieuvoordelen op de lange termijn genereren. Er moet een activiteitenverslag worden opgesteld over op welke wijze en in welke omvang rekening is gehouden met sociale en milieufactoren. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(9 bis) De EIB heeft reeds een scala aan producten ontwikkeld om de bereidheid tot het nemen van risico's te stimuleren, met name via instrumenten voor risicodeling met mede-investeerders. De EIB moet optreden door te voorzien in garanties voor eerste verliezen, om de additionaliteit van het EFSI te optimaliseren en meer particuliere middelen aan te trekken en de investeringen te doen toenemen, met name in de sector infrastructuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 9 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(9 ter) Transparantie is een essentiële voorwaarde bij de beoordeling van de subsidiabiliteit en in de goedkeurings- en selectiefase van projecten en moet ook worden weerspiegeld in de manier waarop de besluitvorming plaatsvindt. De rol van het bestuur en het investeringscomité moet nader worden verduidelijkt. De uitkomsten van hun besluiten in het kader van de selectieprocedure moeten additionaliteit garanderen en de redenen voor afwijzing van een project moeten openbaar worden gemaakt. Het is daarom belangrijk om de verantwoordingsplicht van de besluitvormers te blijven benadrukken, zodat gewaarborgd wordt dat eventuele problemen bij de uitvoering van Verordening (EU) 2015/1017 zich bij deze verordening niet opnieuw voordoen. Daarnaast moet de Commissie vaststaande, duidelijke, objectieve en openbaar beschikbare criteria vaststellen om de rechtszekerheid te verbeteren en te zorgen voor goed fiscaal bestuur, met name voor investeringsactiviteiten waarbij entiteiten betrokken zijn die banden hebben met niet-coöperatieve jurisdicties. Daarnaast is transparantie noodzakelijk met betrekking tot de methodologie die de EIB hanteert om de rentevoet voor zijn financieringsactiviteiten via het EFSI vast te stellen. Buitensporig hoge premies voor landenrisico's mogen er niet toe leiden dat begunstigden uit lidstaten die in een achterstandssituatie verkeren besluiten niet deel te nemen. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. |
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. Gezien de inherente complexiteit van die instrumenten moet de EIAH ook richtsnoeren formuleren inzake de meest geschikte financieringsinstrumenten en de beste mix van financieringsbronnen. Bovendien moet de EIAH als marktgestuurd instrument dat advies verstrekt inzake investeringen in verschillende marktsectoren, in voorkomend geval ook toegang verlenen tot de expertise van andere adviesinstanties met relevante gespecialiseerde kennis van specifieke marktsectoren. Het succes van het EFSI hangt in grote mate af van het stimuleren van verdere samenwerking tussen de EIAH en andere adviesinstanties, vooral in sectoren en niches op de markt waar verdergaande specialisatie en grondiger kennis vereist zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(10 bis) Wijst op de noodzaak om, met het oog op de verbetering van de prestaties van het EFSI op nationaal en regionaal niveau, de samenwerking tussen de EIB, beheerder van het EFSI, en de nationale stimuleringsbanken of -instellingen te versterken. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. |
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd, teneinde een evenwichtige verdeling van projecten over de hele Unie te waarborgen, zodat alle lidstaten toegang hebben tot financiering. Om bij te dragen aan het streven van de Unie naar economische, sociale en territoriale samenhang, vermindering van regionale verschillen, het realiseren van hoogwaardige banen en het verbreden van de productiebasis van de lidstaten, met name de lidstaten die het zwaarst getroffen zijn door de financiële crisis en regio's die achterblijven bij de gemiddelde groei van het bbp in de Unie, is een veel betere geografische spreiding van de EFSI-steun noodzakelijk, in overeenstemming met de richtsnoeren voor geografische diversificatie en concentratie, en moet de rol van de EIAH worden versterkt. Hierbij moet het EFSI echter zijn marktgestuurde karakter behouden. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(14) Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, moet een overschrijving worden gedaan uit het beschikbare CEF-budget waarin Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad voorziet4 . Voorts moet 1 145 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie. |
(14) Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, is een passende aanpassing nodig van het streefpercentage van het EU-garantiefonds om de nodige verhoging van de financiering mogelijk te maken zonder dat de schaarse middelen van het beschikbare CEF- en Horizon 2020-budget, waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad4 en Verordening nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad5, hoeven te worden verminderd, overeenkomstig de presentatie in de door de Commissie uitgevoerde evaluatie. Voorts moet 1 145 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie. | ||||||||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
4 Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129). |
4 Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129). | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
5 Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG Voor de EER relevante tekst (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104). | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(15) Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft. |
(15) Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 32 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) Het is van groot belang om te onderzoeken of en in welke omvang de strikte toepassing van het pact voor stabiliteit en groei voor sommige lidstaten, en met name die lidstaten die zwaarder onder de recente financiële crisis te lijden hebben gehad, een belemmering vormt om direct of indirect in het EFSI te participeren middels de financiering van individuele projecten en investeringsplatforms uit publieke middelen. Daarnaast moet onderzocht worden of het beschouwen van directe of indirecte bijdragen van lidstaten en regionale en lokale overheden als eenmalige maatregelen in het kader van het stabiliteits- en groeipact leidt tot meer banen en groei. Deze maatregelen zullen de lidstaten helpen bij het doorvoeren van de hervormingen die nodig zijn voor het consolideren van de groei van de plaatselijke economieën. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 15 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 ter) Voorts zij opgemerkt dat het EFSI een financiële faciliteit is die is opgezet als aanvulling op bestaande financiële instrumenten, zoals de ESIF, het cohesiefonds en de CEF, en niet om er mee te concurreren. Voor een eventuele verlenging van het EFSI tot na het huidige MFK moet gekeken worden naar andere financieringsbronnen dan de in Verordening (EU) nr. 1291/2013 vermelde financieringsbronnen, gezien de gevaren voor de positie van Europa als wereldleider op het gebied van wetenschap, onderzoek en ontdekkingen. Het EFSI moet dus geen vervanging (of gedeeltelijke vervanging) worden voor het bestaande cohesiefonds en de structuurfondsen en daarmee samenhangende faciliteiten, noch het belang daarvan aantasten. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(16) Gelet op de uitzonderlijke en naar verwachting aanhoudende marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI worden uitgebreid. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven, onder meer via de ontwikkeling en inzet van nieuwe instrumenten. |
(16) Gelet op de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI extra middelen krijgen en moeten de capaciteiten van de advieshub ter ondersteuning van kmo's worden uitgebreid. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te verhogen. |
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief start-ups en kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/1017 wordt verleend, te verhogen. Het EFSI-logo moet duidelijk zichtbaar worden aangebracht in de financieringsovereenkomst, vooral wanneer het gaat om kmo's, om de zichtbaarheid van het EFSI als initiatief van de Unie te vergroten. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. |
(21) De EIAH moet worden versterkt door middel van grotere toegankelijkheid en transparantie, en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten met een daadwerkelijke additionaliteit, waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, of projecten in grensgebieden en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren en bundelen van projecten door haar lokale aanwezigheid in lidstaten met een beperkte capaciteit maar met een groot investeringspotentieel te versterken. Een verhoging van de middelen is nodig om de EIAH in staat te stellen om kantoren op te richten die gaan fungeren als regionale clusters voor technische bijstand en om ervoor te zorgen dat voorlichtingsmateriaal beschikbaar is in alle talen van de lidstaten. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de bijzonderheden van de lidstaten zoals de maturiteit van financiële markten, de beperkte ervaring met het gebruik van ingewikkelde financiële instrumenten en specifieke obstakels in verband met de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van projecten. Daarnaast moet de EIAH actief samenwerken met gevestigde nationale stimuleringsbanken of -instellingen, samen met de Commissie de lidstaten bijstaan bij de oprichting van nationale stimuleringsbanken, bijdragen tot de oprichting van sectorale, thematische of regionale investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI, alsmede advies verlenen over de subsidiabiliteitscriteria die gelden voor deze fondsen. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 21 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
(21 bis) De mogelijkheid om bepaalde EFSI-financiering aan te bieden in de vorm van deelname in de gefinancierde projecten moet serieus worden overwogen. Gezien de mogelijkheid dat bepaalde financiering in deze vorm wordt aangeboden, is het passend dit systeem ook te integreren in publieke projecten waarvoor financiering wordt aangevraagd. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||
(22) Verordening (EU) nr. 1316/2013 en Verordening (EU) 2015/1017 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
(22) Verordening (EU) 2015/1017 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, | ||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 6 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt -i (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – punt d | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt i bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – punt f | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt -ii (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – punt h | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt ii bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – alinea 8 – punt l bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter d Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 12 – alinea 2 – zin 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – letter e – punten i bis tot en met i quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – punt i bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – alinea 1 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter d bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 7 – alinea 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 12 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a – punt ii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 1 – alinea 2 – zin 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt i Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt c | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt ii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt e | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt f | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii ter (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – alinea 2 – punt f ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter b Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 18 – leden 7 en 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 19 – alinea 1 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 22 – lid 1 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EU) nr. 1316/2013 Artikel 5 – lid 1 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EU) nr. 1316/2013 Artikel 5 – lid 1 – letter c | |||||||||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ITRE 3.10.2016 |
||||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Eva Kaili 16.11.2016 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Datum goedkeuring |
3.4.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 13 6 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, Reinhard Bütikofer, Jerzy Buzek, Edward Czesak, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, Rebecca Harms, Eva Kaili, Kaja Kallas, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jeppe Kofod, Jaromír Kohlíček, Peter Kouroumbashev, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Csaba Molnár, Dan Nica, Angelika Niebler, Morten Helveg Petersen, Carolina Punset, Michel Reimon, Herbert Reul, Paul Rübig, Massimiliano Salini, Jean-Luc Schaffhauser, Neoklis Sylikiotis, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Vladimir Urutchev, Kathleen Van Brempt, Martina Werner, Lieve Wierinck, Hermann Winkler, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pilar Ayuso, Rosa D’Amato, Françoise Grossetête, Barbara Kudrycka, Marian-Jean Marinescu, Victor Negrescu, Sofia Sakorafa, Davor Škrlec, Theodor Dumitru Stolojan |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
György Hölvényi, Julia Reda |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
37 |
+ |
|
ECR |
Edward Czesak, Ashley Fox, Zdzisław Krasnodębski, Evžen Tošenovský |
|
PPE |
Pilar Ayuso, Bendt Bendtsen, Jerzy Buzek, Françoise Grossetête, György Hölvényi, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Barbara Kudrycka, Janusz Lewandowski, Marian-Jean Marinescu, Angelika Niebler, Paul Rübig, Massimiliano Salini, Theodor Dumitru Stolojan, Vladimir Urutchev, Hermann Winkler, Anna Záborská |
|
S&D |
José Blanco López, Adam Gierek, Theresa Griffin, Eva Kaili, Jeppe Kofod, Peter Kouroumbashev, Miapetra Kumpula-Natri, Edouard Martin, Csaba Molnár, Victor Negrescu, Dan Nica, Patrizia Toia, Kathleen Van Brempt, Martina Werner, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
|
13 |
- |
|
ALDE |
Fredrick Federley, Kaja Kallas, Angelika Mlinar, Morten Helveg Petersen, Carolina Punset, Lieve Wierinck |
|
EFDD |
Rosa D'Amato, Dario Tamburrano |
|
ENF |
Jean-Luc Schaffhauser |
|
GUE/NGL |
Xabier Benito Ziluaga, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis |
|
PPE |
Herbert Reul |
|
6 |
0 |
|
GUE/NGL |
Jaromír Kohlíček |
|
VERTS/ALE |
Reinhard Bütikofer, Rebecca Harms, Julia Reda, Michel Reimon, Davor Škrlec |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme (28.3.2017)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
Rapporteur voor advies: Inés Ayala Sender (*)
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
Met het EFSI II-voorstel wil de Commissie de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) verlengen en technische versterkingen voor het EFSI en de Europese investeringsadvieshub (European Investment Advisory Hub, EIAH) invoeren. Het voorstel gaat vergezeld van een evaluatie door de Commissie van het gebruik van de budgettaire garantie van de EU sinds de start van het EFSI in juli 2015. De Europese Rekenkamer heeft een advies gepubliceerd met als titel "EFSI: een vroegtijdig voorstel voor verlenging en uitbreiding" (advies nr. 2/2016).
Wat de doelstellingen betreft die zijn vastgesteld voor het EU-transportbeleid en de bijdrage van het EFSI om deze te realiseren, is de rapporteur van mening dat met name de volgende elementen van het voorstel relevant zijn en in dit advies aan bod moeten komen:
verlenging van het EFSI tot het einde van het huidige MFK en verhoging van de investeringsdoelstelling tot 500 miljard EUR (EFSI I: 315 miljard EUR, inclusief een
verhoging van de EU-garantie tot 26 miljard EUR (EFSI I: 16 miljard EUR) en aanpassing van het streefpercentage van het EU-garantiefonds tot 35 % van de totale garantieverplichtingen van de EU (EFSI I: 50 %), hetgeen gedeeltelijk gefinancierd zou worden met een
bijkomende overheveling van de Connecting Europe Facility (CEF), door 155 miljoen EUR weg te snijden in de transportsector en 345 miljoen EUR in de energiesector,
versterkte additionaliteitsbepalingen voor projecten (voor het aanpakken van marktfalen of suboptimale investeringssituaties), met betrekking tot projecten in het infrastructuur- en innovatieloket waarbij twee of meer lidstaten met elkaar worden verbonden,
een bijkomende focus op projecten die bijdragen tot het realiseren van de COP21-doelstellingen van het klimaatbeleid, waarop minstens 40 % van de EFSI-financiering binnen het infrastructuur- innovatieloket gericht moet zijn,
uitsluiting van steun voor snelwegen, tenzij voor particuliere investeringen in cohesielanden of in grensoverschrijdende projecten waarbij minstens één cohesieland betrokken is,
betere technische ondersteuning voor projecten waarbij meerdere lidstaten betrokken zijn, inclusief een combinatie van het EFSI met andere bronnen van EU-financiering, zoals de ESIF, Horizon 2020 en de CEF, en een sectorale en geografische diversificatie van het EFSI.
De rapporteur is van mening dat het EFSI moet dienen als effectief instrument voor het genereren van bijkomende investeringen en banen in transportinfrastructuur en mobiliteit. De weliswaar beperkte ervaring die tot nu toe is opgedaan, leert evenwel dat bijkomende maatregelen nodig zijn om een groter hefboomeffect te creëren met betrekking tot het potentieel van het fonds in de transportsector. Aangezien de transportprojecten goed zijn voor slechts 8 % van de totale door het EFSI gefinancierde projecten, of 11 miljard EUR, is er in feite aanzienlijke ruimte om de aantrekkelijkheid van het fonds voor de lidstaten, regionale en lokale instanties en projectontwikkelaars te verbeteren wat financiering, subsidiabiliteitscriteria en technische ondersteuning betreft.
Het EFSI kan meerwaarde op het gebied van transport opleveren, als het functioneert als instrument ter aanvulling, niet als concurrent, van het succesvolle CEF-programma, waarvoor te veel aanmeldingen zijn. Met de CEF wordt het trans-Europese transportnetwerk gefinancierd in het kader van coherente langetermijnprioriteiten die zijn overeengekomen en die de medewetgevers in het kader van een grondig proces controleren. De rapporteur is tegen de verdere overheveling van middelen om EFSI II te financieren en herinnert eraan dat al 4 miljard EUR is weggehaald bij de CEF en Horizon 2020 voor EFSI I. Bijkomende besparingen zijn immers niet nodig: uit de evaluatie van het EFSI door de Commissie blijkt integendeel dat het streefpercentage van de EU-garantie licht kan worden aangepast. In feite is het zo dat, als het streefpercentage van EFSI I niet was vastgesteld op 50 %, van in het begin minder besparingen bij de CEF nodig waren geweest. Tot slot moet de Commissie, alvorens te besluiten over een toekomstige voortzetting of wijziging van het EFSI, het EFSI niet alleen volledig evalueren, maar ook alle wettelijke verplichtingen nakomen met betrekking tot de conclusies van de evaluatie, die de medewetgevers in de EFSI I-verordening hebben vastgesteld.
Gelet op het bovenstaande stelt de rapporteur voor het EFSI II-voorstel van de Commissie als volgt te wijzigen:
behoud van de huidige financiële enveloppe voor de CEF en het transportonderdeel hiervan,
aanpassing van het streefpercentage voor het EU-garantiefonds tot 32 % van de totale EU-garantieverplichtingen,
de additionaliteitsbepalingen moeten complexe multinationale en grensoverschrijdende projecten omvatten, inclusief de essentiële corridors en andere delen van het essentiële netwerk die zijn geïdentificeerd door de CEF, de SESAR en het ERTMS, om de voltooiing te verkrijgen van de TEN-T-netwerkprojecten die anders niet zouden worden uitgevoerd, gezien de beperkte middelen die overblijven in de CEF,
het gebruik van de EU-garantie moet een specifiek streefpercentage omvatten van 20 % voor transport, waarbij ook moet worden bijgedragen tot het realiseren van de doelstellingen van het klimaatbeleid,
de deelname van de lidstaten en de regionale en lokale overheden aan EFSI-projecten of -instrumenten moet worden behandeld als een eenmalige bijdrage, die moet worden afgetrokken van de structurele fiscale inspanning die de lidstaten worden verwacht te realiseren,
Europese groeperingen voor territoriale samenwerking moeten in aanmerking komen als partners voor de EU-garantie om grensoverschrijdende / multinationale projecten te verlichten,
EFSI-steun voor snelwegen moet mogelijk zijn voor projecten die overeenkomen met de TEN-T-doelstellingen en de doelstellingen van het transportbeleid (bijvoorbeeld verbetering van de verkeersveiligheid, ontwikkeling van ITS, onderhoud van TEN-T-wegen),
de rol van de EIAH als adviseur van regionale overheden en projectontwikkelaars, inclusief voor multinationale en grensoverschrijdende projecten en voor het bevorderen van de combinatie van het EFSI met de CEF, moet worden versterkt,
behoud van de artikelen 18, leden 7 en 8, waarin staat dat de toekomst van het EFSI wordt bepaald op basis van een onafhankelijke evaluatie.
AMENDEMENTEN
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie en Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Er moeten inspanningen worden geleverd om de investeringen te verhogen door te zorgen voor meer transparantie en media-aandacht, technische bijstand te verlenen in alle projectfasen en een slimmer gebruik van de financiële middelen aan te moedigen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. |
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer, toerisme en de digitale transformatie. Bovendien moet er ook de excessieve concentratie in bepaalde beleidssectoren mee worden aangepakt, alsmede geografische onevenwichten in de investeringen, om bij te dragen tot de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie en toenemende verschillen in de diverse regio's en lidstaten te voorkomen. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Bovendien wordt EFSI-steun voor snelwegen beperkt tot de ondersteuning van particuliere en/of publieke investeringen in vervoer in de cohesielanden, in minder ontwikkelde regio's of in grensoverschrijdende vervoersprojecten of gevallen waar deze steun nodig is voor opwaardering en onderhoud, verbetering van de verkeersveiligheid, ontwikkeling van ITS of garantie van de integriteit en standaarden van de bestaande snelwegen binnen het trans-Europese transportnetwerk, met name veilige parkeerplaatsen, alternatieve centrales voor schone brandstof en oplaadsystemen voor elektrische voertuigen. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
8 bis) De EIB maakt in zijn speciale activiteiten die door het EFSI worden ondersteund, systematisch gebruik van deelneming in instrumenten voor risicodeling met zijn mede-investeerders. Verzoekt de EIB bijgevolg, wanneer dit nodig en relevant is, op te treden in de vorm van garantie van het eerste verlies in het kader van de genoemde activiteiten, teneinde de additionaliteit van het EFSI-mechanisme te optimaliseren en meer particuliere middelen aan te trekken. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben |
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Om te zorgen voor een betere vertegenwoordiging van de entiteiten die behoefte hebben aan de EFSI-garantie, is het wenselijk om rotatie mogelijk te maken binnen het bestuur en leden op te nemen van diverse diensten van de Commissie; bijvoorbeeld degene die verantwoordelijk zijn voor vervoers- en milieubeleid. Overeenkomstig het additionaliteitsbeginsel mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur zoals het ERTMS, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. |
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)) en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. Er moet worden gezorgd voor samenhang en synergie-effecten tussen alle vormen van steun van de Unie. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(10 bis) Wijst op de noodzaak om, met het oog op de verbetering van de prestaties van het EFSI op nationaal en regionaal niveau, de samenwerking tussen de EIB, beheerder van het EFSI, en de nationale stimuleringsbanken te versterken. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. |
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's, de ultraperifere regio's en de overgangsregio's te verhogen en de geografische onevenwichten te corrigeren, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(11 bis) Om optimale omstandigheden voor duurzaamheid en succes te waarborgen moeten projecten geworteld zijn in het lokale en regionale niveau en in samenwerking met het lokale en regionale niveau worden uitgevoerd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(14) Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, moet een overschrijving worden gedaan uit het beschikbare CEF-budget waarin Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad4 voorziet. Voorts moet 1 145 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie. |
(14) Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, is een passende aanpassing nodig van het streefpercentage van het EU-garantiefonds om de nodige verhoging van de financiering mogelijk te maken zonder dat de schaarse middelen van het beschikbare CEF- en Horizon 2020-budget, waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad4, hoeven te worden verminderd, overeenkomstig de presentatie in de door de Commissie uitgevoerde evaluatie. Voorts moet 1 145 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie. | ||||||||||||||||||||||||
__________________ |
__________________ | ||||||||||||||||||||||||
4 Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129). |
4 Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129). | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 16 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(16 bis) Het EFSI heeft op doeltreffende wijze het volume weten te verhogen van speciale activiteiten van de EIB ten gunste van kmo's, maar is niet succesvol geweest wat betreft de vergroting van het volume van de transportprojecten tot voldoende omvang, met name in de cohesielanden. Gezien de grote Europese meerwaarde van vervoersprojecten en de enorme investeringsbehoeften is het derhalve noodzakelijk om verdere maatregelen door te voeren om de moeilijkheden van de lidstaten en projectontwikkelaars bij het voorstellen van infrastructuurprojecten beter aan te pakken. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(16 ter) Vervoers- en mobiliteitsprojecten kunnen moeilijk te financieren zijn vanwege de lagere rendementen, de lange termijn van de investeringen en het hogere risico- en onzekerheidsniveau. Om het bestaande sectorale onevenwicht van de door het EFSI gefinancierde projecten te verminderen en het probleem van suboptimale investeringen in vervoersinfrastructuur in de Unie aan te pakken, moet de EIAH samen met de Commissie specifieke maatregelen vaststellen om op vereenvoudigde en minder bureaucratische wijze de combinatie mogelijk te maken van het EFSI met subsidies of andere publieke financiering uit de begroting van de EU of de lidstaten. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te verhogen. |
(17) De EIB en het EIF moeten het EFSI promoten om de zichtbaarheid van dit belangrijke instrument te vergroten. Bovendien moeten zij ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/1017 wordt verleend, te verhogen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(19) Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen. |
(19) Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen, gezien de noodzaak van een veiligere benadering om fraude met deze verrichtingen te voorkomen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. |
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften, sectoren en regio's die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen en projecten op het gebied van duurzaam vervoer. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het blenden van andere bronnen van Uniefinanciering (zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de CEF) met het EFSI teneinde synergie-effecten te bereiken tussen de verschillende bronnen van steun van de Unie. De steunverlening door de EIAH moet gemakkelijk toegankelijk en transparant zijn en de zichtbaarheid ervan voor potentiële projectontwikkelaars moet worden verbeterd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 21 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(21 bis) Het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid is gebaseerd op een gedetailleerde analyse van de plannen van de lidstaten inzake budgettaire, macro-economische en structurele hervormingen en bezorgt de lidstaten landspecifieke aanbevelingen. Aansluitend hierbij moet de EIB de Commissie informeren over de vaststellingen met betrekking tot belemmeringen en flessenhalzen voor investeringen in de lidstaten die zij doet bij het uitvoeren van investeringsoperaties die vallen onder deze verordening. De Commissie moet onder andere met deze vaststellingen rekening houden bij de werkzaamheden die zij verricht in de context van het verbeteren van het investeringsklimaat door sectorale en andere investeringsbelemmeringen weg te nemen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 21 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(21 ter) Aangezien het uitblijven van structurele hervormingen de grootste belemmering vormt voor investeringen, zou EFSI-steun ook kunnen worden gekoppeld aan succesvolle ontwikkelingen op het gebied van economisch en fiscaal beleid in het kader van het Europees semester, op basis van de aanbevelingen voor landen met door een overschot of een tekort veroorzaakte onevenwichten met een grensoverschrijdend effect. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 6 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter -a (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 3 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter -a bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter -a ter (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 5 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter -a quater (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 7 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – sub ii bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – letter k bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – punt i bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – alinea 1 bis | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – letter c – punt iii bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt i Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt ii Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter e | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii ter (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter f ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii quater (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter f quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter b Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 18 – leden 7 en 8 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 19 – lid 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter a Verordening (EU) 2015/1017 Bijlage II – afdeling 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter a Verordening (EU) 2015/1017 Bijlage II – punt 2 – punt b – alinea 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Bijlage – punt 3 Verordening (EU) 2015/1017 Bijlage II, - punt 5 | |||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
F |
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
TRAN 3.10.2016 |
||||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Inés Ayala Sender 25.10.2016 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Behandeling in de commissie |
26.1.2017 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
23.3.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
32 8 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Deirdre Clune, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Tania González Peñas, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Miltiadis Kyrkos, Peter Lundgren, Gesine Meissner, Cláudia Monteiro de Aguiar, Jens Nilsson, Markus Pieper, Gabriele Preuß, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, Jill Seymour, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, István Ujhelyi, Wim van de Camp, Elissavet Vozemberg-Vrionidi, Janusz Zemke, Roberts Zīle, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Hugues Bayet, Mark Demesmaeker, Bas Eickhout, Markus Ferber, Maria Grapini, Franck Proust, Patricija Šulin, Matthijs van Miltenburg |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Herbert Dorfmann |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
32 |
+ |
|
ALDE |
Gesine Meissner, Dominique Riquet, Pavel Telička, Matthijs van Miltenburg |
|
ECR |
Mark Demesmaeker, Jacqueline Foster, Roberts Zīle |
|
PPE |
Georges Bach, Deirdre Clune, Herbert Dorfmann, Markus Ferber, Dieter-Lebrecht Koch, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Cláudia Monteiro de Aguiar, Markus Pieper, Franck Proust, Massimiliano Salini, Patricija Šulin, Elissavet Vozemberg-Vrionidi, Luis de Grandes Pascual, Wim van de Camp |
|
S&D |
Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Ismail Ertug, Maria Grapini, Miltiadis Kyrkos, Jens Nilsson, Gabriele Preuß, Christine Revault D'Allonnes Bonnefoy, Claudia Țapardel, István Ujhelyi, Janusz Zemke |
|
8 |
- |
|
EFDD |
Peter Lundgren, Jill Seymour |
|
GUE/NGL |
Tania González Peñas, Merja Kyllönen |
|
S&D |
Nicolas Bayet |
|
Verts/ALE |
Michael Cramer, Bas Eickhout, Keith Taylor |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
|
Correcties op de eindstemming en voorgenomen stemgedrag |
|
+ |
Hugues Bayet |
|
- |
|
|
0 |
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (12.4.2017)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
Rapporteur voor advies: Hannu Takkula
AMENDEMENTEN
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken, die ten principale bevoegd zijn, onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Visum 5 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gezien Advies nr. 2/2016 van de Europese Rekenkamer1 bis, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
_________________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1 bis PB C 465 van 13.12.2016, blz. 1. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 20143 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een groei van het bruto binnenlands product met 2 % in 2015, al vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historische niveaus. |
(1) Ondanks het bestaan van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), blijft het probleem van de investeringskloof in de Unie bestaan. Het gebrek aan investeringen wordt veroorzaakt door een ernstige terugval van de totale vraag en door de effecten van het bezuinigingsbeleid. De investeringsaanpak in de Unie moet radicaal worden gewijzigd, waarbij de werkelijke oorzaken van de financiële crisis moeten worden aangepakt en het economische-governancekader moet worden herzien om productieve investeringen die een meerwaarde kunnen bieden voor de reële economie en de samenleving in alle lidstaten permanent te stimuleren; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_________________ |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 COM(2014)0903 final. |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen", waarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn, waarbij ook wordt gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, aan een opschaling van het venster voor kleine en middelgrote bedrijven (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en aan een versterking van de Europese investeringsadvieshub (EIAH). |
(3) Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen", waarin is geschetst wat de situatie tot op heden is en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn, zoals een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, een opschaling van het venster voor kleine en middelgrote bedrijven (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en een versterking van de Europese investeringsadvieshub (EIAH). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Het EFSI is een onderdeel van het investeringsplan - een alomvattende strategie die is ontworpen om de onzekerheid aan te pakken waarmee publieke en particuliere investeringen zijn omgeven en om het tekort aan investeringen in de Unie te verminderen. De strategie berust op drie pijlers: het beschikbaar maken van financiering voor investeringen, ervoor zorgen dat de investeringen de reële economie bereiken en het verbeteren van het investeringsklimaat in de Unie. Met het oog op geografische diversifiëring is het van essentieel belang dat het investeringsklimaat in de Unie wordt verbeterd door investeringsbelemmeringen weg te nemen. Het EFSI vormt een aanvulling op andere maatregelen die nodig zijn om het tekort aan investeringen in de Unie te verminderen en, door als een garantiefonds te fungeren, biedt het een stimulans voor nieuwe investeringen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven. |
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Momenteel is er in de Unie nog steeds een investeringskloof en is er bezorgdheid over het feit dat het EFSI onvoldoende gediversifieerd is, zowel in sectoraal als in geografisch opzicht, vanwege de suboptimale toewijzing van de investeringen, de financiering van projecten met een grote milieu-impact en twijfels omtrent de additionaliteit. Desondanks heeft de Commissie, amper één jaar na de operationele inzet van het EFSI en toen er nog geen onafhankelijke evaluatie van het EFSI had plaatsgevonden waaraan een eventuele herziening verbonden was, een voorstel gelanceerd om het fonds te verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden. |
(7) In Verordening (EU) 2015/1017 is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 5 juli 2018 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag moet indienen met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van Verordening (EU) 2015/1017. De Commissie moet uiterlijk op 30 juni 2020 nog zo'n verslag indienen dat, indien van toepassing, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 en, in overeenstemming met het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven, van een effectbeoordeling. Dit wetgevingsvoorstel moet de strategische investeringen van de Unie op een duurzaam niveau zekerstellen, bevorderen en opvoeren gedurende de hele financiële periode van het meerjarig financieel kader na 2020. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(7 bis) Om haar taken te kunnen verrichten moet de Rekenkamer uiterlijk op 31 mei van elk jaar toegang krijgen tot het jaarverslag van de Commissie inzake het beheer van het garantiefonds. In dit opzicht moeten de controlerechten van de Rekenkamer als vastgelegd in artikel 287 VWEU volledig worden geëerbiedigd en moet het verslag van de Commissie tijdig worden ingediend bij het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie-interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. |
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van nieuwe financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit ten opzichte van andere bestaande instrumenten van de Unie en van de belangrijkste verrichtingen van de EIB. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, bio-economie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en grensoverschrijdende netwerken, en de digitale transformatie in alle sectoren. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie-interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen en koolstofintensieve vervoersprojecten, tenzij deze absoluut nodig zijn voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben |
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Het doel van additionaliteit moet beperkt blijven tot de garantie dat er alleen projecten worden geselecteerd die gezien hun hogere risicoprofiel anders geen financiering op de markt hadden gekregen. De voorwaarde van additionaliteit moet eenvoudig blijven en de basis vormen voor andere financieringscriteria die makkelijker meetbaar zijn. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. |
(11) Om de absorptie van het EFSI in alle regio's, ook in de minder ontwikkelde, afgelegen, ultraperifere en overgangsregio's, te verhogen en om het geografische en sectorale onevenwicht van de EFSI-steun aan te pakken, moeten de algemene doelstellingen en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor EFSI-steun, worden verruimd, waarbij de Europese investeringsadvieshub meer wordt ingezet om technische bijstand te verlenen voor het genereren van projecten op regionaal en lokaal niveau in de hele Unie alsook om te zorgen voor betere communicatie en zichtbaarheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15) Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft. |
(15) Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund en van het feit dat er geen beroep wordt gedaan op de EU-garantie, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(16 bis) De procedures voor de verwerkingsverrichtingen moeten worden vereenvoudigd opdat de informatie die de eindbegunstigden, met name kmo's, moeten verstrekken, beperkt blijft tot het minimum dat nodig is om deze verrichtingen te doen slagen zonder de kmo's te belasten met buitensporige bureaucratie. Tegelijkertijd moet prioriteit worden verleend aan transparantie van de procedures. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te verhogen. |
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden en potentiële investeerders uit de particuliere sector, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/1017 wordt verleend, te verhogen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19) Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen. |
(19) Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten in ieder opzicht de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. |
(21) De EIAH moet worden versterkt, onder meer door te voorzien in de mogelijkheid om zijn begroting te verhogen wanneer dat gerechtvaardigd is, en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en van de COP21. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea's 3, 4 en 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter d Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 7 – lid 12 – alinea 2 – tweede zin | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter c Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 3 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter c Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 3 – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter d Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 9 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt i Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt ii Verordening (EU) 2015/2017 Artikel 14 – lid 2 – punt e | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt iii Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt f | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 14 – lid 9 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 16 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter a bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 18 – lid 6 – alinea 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter b Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 18 – leden 7 en 8 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 19 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw) Verordening (EU) 2015/1017 Artikel 20 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
CONT 15.12.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Hannu Takkula 21.11.2016 |
||||
Vervangen rapporteur voor advies |
Michael Theurer |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Behandeling in de commissie |
22.3.2017 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
12.4.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
18 4 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Jonathan Arnott, Inés Ayala Sender, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Luke Ming Flanagan, Ingeborg Gräßle, Cătălin Sorin Ivan, Jean-François Jalkh, Arndt Kohn, Bogusław Liberadzki, Fulvio Martusciello, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Claudia Schmidt, Bart Staes, Hannu Takkula, Indrek Tarand, Marco Valli, Derek Vaughan, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Monika Hohlmeier, Julia Pitera, Miroslav Poche |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
18 |
+ |
|
ALDE PPE S&D Verts/ALE |
Nedzhmi Ali, Martina Dlabajová, Hannu Takkula Tamás Deutsch, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Fulvio Martusciello, Julia Pitera, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Claudia Schmidt Inés Ayala Sender, Cătălin Sorin Ivan, Arndt Kohn, Bogusław Liberadzki, Miroslav Poche, Derek Vaughan Bart Staes, Indrek Tarand |
|
4 |
- |
|
EFDD ENF GUE/NGL |
Jonathan Arnott, Marco Valli Jean-François Jalkh Luke Ming Flanagan |
|
1 |
0 |
|
PPE |
Joachim Zeller |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (2.3.2017)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
Rapporteur voor advies: Krzysztof Hetman
BEKNOPTE MOTIVERING
In 2014 heeft de Europese Commissie, samen met de Europese Investeringsbank als strategische partner, het investeringsplan voor Europa aangekondigd, waarin het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) centraal staat. De EFSI-verordening is in juli 2015 in werking getreden, aanvankelijk voor een periode van drie jaar. Het EFSI had tot doel het economische herstel en het concurrentievermogen van Europa te bevorderen door 315 miljard EUR aan publieke en private financiering uit te trekken voor strategische investeringen. Het moest andere fondsen en maatregelen van de Europese Unie aanvullen en de doelstelling van economische, sociale en territoriale samenhang in de hele Unie helpen verwezenlijken.
Op 14 september 2016 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening ingediend om de looptijd van het EFSI te verlengen tot het einde van het huidige meerjarig financiële kader en om het investeringsplan van het EFSI uit te breiden teneinde tegen 2020 minstens 500 miljard EUR uit te trekken. Daartoe stelt de Commissie voor om de EU-garantie te verhogen van 16 miljard tot 26 miljard EUR, terwijl de EIB haar kapitaal zou verhogen van 5 miljard tot 7,5 miljard EUR. De Commissie is van plan vast te houden aan het centrale concept van additionaliteit van het EFSI, en dus alleen verrichtingen te steunen die tot doel hebben marktfalen of suboptimale investeringssituaties te verhelpen. Met haar voorstel beoogt de Commissie ook de geografische dekking van het EFSI uit te breiden en de EFSI-absorptie in minder ontwikkelde regio's te vergroten. In dit verband is de Commissie voornemens het combineren van het EFSI met andere bronnen van EU-financiering aan te moedigen. Ten slotte is de Commissie van plan de transparantie van de investeringsbesluiten en de governanceprocedures te vergroten.
De rapporteur stemt in grote lijnen met het voorstel en de uitbreiding van het EFSI in, hoewel er op een aantal belangrijke tekortkomingen moet worden gewezen. Er is een duidelijke gebrek aan evenwicht tussen het gebruik van het EFSI in de EU-15 (91 % van het EFSI) en de EU-13 (9 % van het EFSI). Eén lidstaat heeft zelfs helemaal geen gebruik gemaakt van EFSI-financiering. Het voorstel om het EFSI te combineren met de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) biedt een mogelijkheid om deze situatie te verhelpen en de gewenste resultaten te bereiken. Er dient echter te worden benadrukt dat het cohesiebeleid, als belangrijkste investeringsbeleid van de EU, niet alleen voor investeringen zorgt, maar ook structurele hervormingen, de ontwikkeling van menselijk kapitaal en het scheppen van duurzame werkgelegenheid in de hand werkt. Daarom moet erop worden toegezien dat het EFSI andere EU-fondsen en -instrumenten, met name de Europese structuur- en investeringsfondsen, ook in de toekomstige financiële vooruitzichten niet vervangt of verdringt.
Bovendien is er in de projecten die door het EFSI worden ondersteund, ook een gebrek aan evenwicht tussen de verschillende sectoren. Zo ondersteunt dit mechanisme bijvoorbeeld zeer weinig sociale investeringen. Dit zou kunnen komen doordat het rechtstreekse rendement van sociale investeringen minder zichtbaar is en doordat sociale actoren vaak over minder administratieve capaciteit beschikken en minder ervaring hebben met het beheren van grote investeringsprojecten. Niettemin vindt de rapporteur het van groot belang om het volledige sociale en menselijke potentieel van het EFSI te ondersteunen en om de participatie van sociale actoren te steunen en te faciliteren. Als dat op een verstandige manier gebeurt, kan dat meer banen en duurzame groei opleveren. Daarom is de rapporteur van mening dat de activiteiten van de Europese investeringsadvieshub moeten worden versterkt en voor alle belanghebbenden, met inbegrip van sociale ondernemingen en sociale diensten, op gelijke wijze toegankelijk moeten zijn.
Ten slotte uit de rapporteur zijn bezorgdheid over het gebrek aan gegevens over het aantal banen, en met name duurzame banen, dat dankzij de door het EFSI gesteunde projecten is gecreëerd. Voor de algemene beoordeling van de resultaten van het EFSI in de toekomst zou het zeer nuttig zijn om dit soort gegevens te verzamelen.
AMENDEMENTEN
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||
(7) Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden. |
(7) Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden. De Commissie dient een uitgebreide effectbeoordeling uit te voeren ter onderbouwing van eventuele toekomstige voorstellen. | ||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||
|
(8 bis) Daarnaast is het gepast de sociale dimensie van het EFSI te versterken door meer aandacht te besteden aan onderwijs en opleiding, beroepsopleidingen, de verwerving van vaardigheden, levenslang leren, innovatie op het gebied van gezondheidszorg en geneesmiddelen, maatschappelijke dienstverlening, sociale huisvesting en kinderopvang. | ||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 8 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben |
(9) Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, duidelijker worden gedefinieerd en aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben | ||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||
|
(17 bis) Er moeten grootschalige voorlichtingscampagnes in de lidstaten worden georganiseerd om de dialoog met de nationale en lokale autoriteiten te intensiveren. Dit zou een toename van de particuliere investeringen mogelijk maken en regionale en sectorale concentratie voorkomen. | ||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 2 – punt 8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 2 – punt 8 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 4 – lid 2 – letter f – punt iv | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter -a (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 3 – alinea 1 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt -i (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – alinea 3 – inleidende formule | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt i bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – alinea 8 – letter f | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt i ter (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – letter k | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter d Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 12 – alinea 2 – tweede zin | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 bis – lid 2 – letter g – inleidende formule | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – letter g – punt i | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a ter (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – letter g – punt v | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a quater (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – letter g – punt v bis (nieuw) | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – alinea 2 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a – punt i Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 1 – alinea 1 – tweede zin | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a – punt i bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a – punt ii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 1 – alinea 2 – tweede zin | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt i Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt ii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter e | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 3 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 5 | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 16 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 23 – lid 5 bis (nieuw). | |||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
EMPL 3.10.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Krzysztof Hetman 23.11.2016 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Behandeling in de commissie |
25.1.2017 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
28.2.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
34 12 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Laura Agea, Guillaume Balas, Tiziana Beghin, Vilija Blinkevičiūtė, Enrique Calvet Chambon, Ole Christensen, Lampros Fountoulis, Elena Gentile, Arne Gericke, Marian Harkin, Czesław Hoc, Agnes Jongerius, Jan Keller, Ádám Kósa, Kostadinka Kuneva, Jean Lambert, Jérôme Lavrilleux, Patrick Le Hyaric, Jeroen Lenaers, Verónica Lope Fontagné, Thomas Mann, Dominique Martin, Anthea McIntyre, Joëlle Mélin, Elisabeth Morin-Chartier, Georgi Pirinski, Marek Plura, Sofia Ribeiro, Maria João Rodrigues, Claude Rolin, Anne Sander, Sven Schulze, Romana Tomc, Marita Ulvskog, Renate Weber, Tatjana Ždanoka, Jana Žitňanská |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Maria Arena, Heinz K. Becker, Sergio Gutiérrez Prieto, Krzysztof Hetman, Paloma López Bermejo, Evelyn Regner, Jasenko Selimovic, Csaba Sógor |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Ulrike Rodust |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
34 |
+ |
|
ALDE PPE
S&D
VERTS/ALE |
Enrique Calvet Chambon, Marian Harkin, Jasenko Selimovic, Renate Weber Heinz K. Becker, Krzysztof Hetman, Ádám Kósa, Jérôme Lavrilleux, Jeroen Lenaers, Verónica Lope Fontagné, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Marek Plura, Sofia Ribeiro, Claude Rolin, Anne Sander, Sven Schulze, Csaba Sógor, Romana Tomc, Maria Arena, Guillaume Balas, Vilija Blinkevičiūtė, Ole Christensen, Elena Gentile, Sergio Gutiérrez Prieto, Agnes Jongerius, Jan Keller, Georgi Pirinski, Evelyn Regner, Maria João Rodrigues, Ulrike Rodust, Marita Ulvskog Jean Lambert, Tatjana Ždanoka |
|
12 |
- |
|
ECR EFDD ENF GUE/NGL NI |
Arne Gericke, Czesław Hoc, Anthea McIntyre, Jana Žitňanská Laura Agea, Tiziana Beghin Dominique Martin, Joëlle Mélin Kostadinka Kuneva, Patrick Le Hyaric, Paloma López Bermejo Lampros Fountoulis |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (28.3.2017)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub
(COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD))
Rapporteur voor advies: Mercedes Bresso
BEKNOPTE MOTIVERING
Het cohesiebeleid is het belangrijkste investeringsbeleid van de EU om de economische groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid te stimuleren, de levenskwaliteit van de EU-burgers te verhogen en duurzame ontwikkeling op lange termijn te bewerkstelligen. Dat beleid alleen volstaat echter niet om voor het investeringspeil te zorgen dat nodig is om de Europese economie voldoende te doen groeien.
Met het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) heeft de EU een innoverend instrument gecreëerd, een eerste experiment met als doel een nieuwe weg uit te stippelen en nieuwe investeringsoplossingen te vinden. In deze tijd waarin de overheidsmiddelen meer dan ooit onder druk staan, wil het EFSI zorgen voor een maximale impact van overheidsmiddelen en tegelijkertijd particuliere investeringen aantrekken.
Hoewel zowel de ESI-fondsen als het EFSI instrumenten zijn om de economische groei en de strategische investeringen met een Europese meerwaarde te ondersteunen, ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie, zijn er belangrijke verschillen tussen deze fondsen qua toepassingsgebied en doelstellingen.
De rapporteur is ervan overtuigd dat het advies van de Commissie regionale ontwikkeling met betrekking tot de wijzigingen van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 enerzijds tot doel moet hebben te waarborgen dat die instrumenten beter gecoördineerd worden, zodat er meer synergie ontstaat en gezorgd wordt voor complementariteit om overlappingen in de steunverlening door de diverse instrumenten en fondsen van de Europese Unie te voorkomen, en anderzijds moeten zorgen voor daadwerkelijke additionaliteit van met name de door ESIF ondersteunde initiatieven en projecten.
Investeringsplatforms zijn optimaal om de synergie tussen de ESI-fondsen en het EFSI te benutten, omdat dat flexibele instrumenten zijn waarmee economisch haalbare projecten en initiatieven kunnen worden geïdentificeerd en gefinancierd en potentiële investeerders kunnen worden aangetrokken, zodat de overheidsmiddelen die beschikbaar worden gesteld uit de Europese begroting en door de EIB-groep en de nationale stimuleringsbanken en -instellingen kunnen worden aangevuld met particuliere middelen.
De inbreng van de ESI-fondsen in het EFSI via investeringsplatforms moet groter worden, met investeringsinstrumenten op regionaal, sectoraal (waarbij ook meerdere lidstaten betrokken zijn in een specifieke sector) en nationaal niveau (ook door bundeling van bepaalde investeringsprojecten op het grondgebied van een lidstaat).
Grensoverschrijdende projecten (waaronder de rapporteur alle projecten verstaat en niet alleen die waarbij minstens één cohesieland betrokken is) moeten van belang worden geacht voor de ontwikkeling van EFSI-projecten. Met name kan zowel fysieke infrastructuur – met speciale nadruk op de meest duurzame, zoals spoorwegen – als niet-fysieke infrastructuur, zoals e-infrastructuur, IT-netwerken en onderzoeks- en innovatienetwerken, een strategische rol spelen voor de verwezenlijking van de van de groei- en ontwikkelingsdoelstellingen van het EFSI.
Tegen die achtergrond is de rapporteur ervan overtuigd dat een specifieke regeling voor de mogelijke combinatie van de instrumenten een mogelijke oplossing vormt, mits dat gebeurt in coördinatie met de beheersautoriteiten. De herziening van de EFSI-verordening moet stroken met de wijzigingen die momenteel worden aangebracht in de financieringsverordeningen ("Omnibus"), en met name in de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening), zodat daadwerkelijke synergie en een doeltreffende wisselwerking tussen de verschillende instrumenten gewaarborgd worden.
Ook wordt nogmaals gewezen op het belang van geografisch evenwicht in de hele Unie, zodat wordt bijgedragen tot economische, sociale en territoriale samenhang. In die zin moeten de landen die de door het EFSI geboden mogelijkheden nog niet optimaal hebben kunnen benutten, ook al wordt territoriale of sectorale earmarking vermeden, ook door de Europese autoriteiten worden ondersteund, bijvoorbeeld door middel van doeltreffendere technische bijstand, ook op lokaal niveau, maar tevens door middel van coördinatie van de inspanningen van de territoriale bureaus van de EIB.
In dit verband moeten de EIB en de Commissie eveneens zorgen voor versterking van de instrumenten voor de beoordeling van de resultaten van de ondernomen projecten, zodat de impact ervan voor de Europese economische, sociale en territoriale samenhang kan worden gemeten.
AMENDEMENTEN
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(1) Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 20143 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een groei van het bruto binnenlands product met 2 % in 2015, al vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historische niveaus. |
(1) Inmiddels is er in de Unie al vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De Commissie stelt dat de omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, al concrete resultaten opleveren, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. | |||||||||||||||||||||
_________________ |
| |||||||||||||||||||||
3 COM(2014) 903 final. |
| |||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(2) Dit positieve momentum moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties. |
Schrappen | |||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(3 bis) Op 11 november 2016 publiceerde de Europese Rekenkamer Advies nr. 2/2016 getiteld "EFSI: een vroegtijdig voorstel voor verlenging en uitbreiding", waarin zij verklaart dat "de plannen van de Europese Commissie om het investeringsfonds dat de kern vormt van het 'plan-Juncker' te vergroten en uit te breiden, te snel [werden] opgesteld en met weinig bewijs dat de uitbreiding gerechtvaardigd is". De Europese Rekenkamer wees er ook op dat "er geen alomvattende effectbeoordeling [is] verricht" en plaatste vraagtekens bij "de schrapping van de bepaling waarin de voortzetting van het EFSI wordt gekoppeld aan de resultaten van een onafhankelijke evaluatie". Voorts benadrukte zij dat "het risico bestaat dat het multiplicatoreffect wordt overschat" en dat de genoemde doelstellingen en resultaten op verwachtingen gebaseerd waren en niet op concrete, nauwkeurige, duidelijke of directe statistieken. | |||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(4) Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, ligt goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Met name in het loket ("venster") voor kmo's is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om die reden is het venster kmo's in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Een groter deel van de financiering moet worden toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's. |
(4) Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, hoopt zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Er zijn echter grote verschillen tussen de lidstaten qua investeringen, en dat is een belangrijke tekortkoming van het EFSI die snel moet worden aangepakt. Met name in het loket ("venster") voor kmo's is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om die reden is het venster kmo's in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Een groter deel van de financiering moet worden toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's. | |||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Artikel 18, lid 6, en artikel 18, lid 7, van Verordening (EU) nr. 2015/1017 voorzien in een voorstel om diezelfde verordening vóór 5 juli 2018 te wijzigen en schrijven voor dat dit voorstel moet worden ondersteund door een onafhankelijke beoordeling van de vraag of het EFSI "zijn doelstellingen bereikt en (...) handhaving van een regeling ter ondersteuning van investeringen gerechtvaardigd is". Die beoordeling werd pas gepresenteerd toen de Commissie haar voorstel tot uitbreiding van het EFSI al had ingediend. | |||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven. |
(6) Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Het fonds heeft op enkele punten succes gehad, zoals bij het waarborgen van additionaliteit, geografisch evenwicht en duurzaamheid van de gefinancierde projecten, maar heeft ook diverse tekortkomingen vertoond. De Commissie heeft een uitbreiding van het voorstel aangekondigd waarmee het EFSI wordt verdubbeld, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit, teneinde het EFSI beter af te stemmen op de doelstellingen van de Unie inzake cohesie en integratie. De door de Commissie voorgestelde wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om te proberen de capaciteit van het EFSI nog verder te vergroten, kunnen de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven. | |||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 6 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(6 bis) Op 11 november 2016 concludeerde de Europese Rekenkamer dat het nog te vroeg was om de economische, sociale en milieueffecten te meten of om conclusies te trekken ten aanzien van de vraag of het EFSI op weg was zijn doelstellingen te bereiken. Een uitgebreide effectbeoordeling moet de vereiste gegevens verschaffen om vast te stellen of het EFSI al dan niet moet worden uitgebreid. | |||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(7) Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden. |
(7) Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden en de bestaande fondsen en programma's van de Unie aan te vullen, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), die de belangrijkste fondsen blijven om cohesie en investeringen in alle lidstaten en regio's te ondersteunen met als doel groei en werkgelegenheid te bevorderen en ontwikkelingskloven tussen regio's van de Unie te verkleinen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(7 bis) Voorstellen voor de verlenging van de investeringsperiode na 2020 moeten voorafgegaan worden door en gebaseerd zijn op onafhankelijke evaluaties, waarin onderzocht wordt of het EFSI zijn doelstellingen bereikt, in het bijzonder met betrekking tot de additionaliteit van projecten en het effect op groei en werkgelegenheid. | |||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 7 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(7 ter) Voorstellen voor de uitbreiding van het EFSI moeten niet tot doel hebben het budget van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) te vervangen of te verlagen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. |
(8) Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen, met het bevorderen van publieke en private partnerschappen en het ondersteunen van strategische investeringen met versterkte additionaliteit en hoge sociale, ecologische, territoriale en economische meerwaarde, en moet ook de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie omvatten. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de in artikel 174 VWEU bedoelde regio's. Het gaat onder meer om investeringen die inhaken op actuele economische trends, zoals op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. De bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, moet worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(10) Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. |
(10) Het combineren van niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financieringsinstrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moet worden aangemoedigd omdat het de efficiëntie van de EFSI-interventie kan verhogen. Het gecombineerde gebruik is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden. Het gecombineerde gebruik van EFSI en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) kan bijdragen tot de verwezenlijking van een bredere geografische dekking van het EFSI. Wel is het zeer belangrijk dat het EFSI geen subsidies vervangt of verdringt en dat de additionaliteit van het EFSI wordt gehandhaafd. | |||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(10 bis) Het potentieel van EFSI om een opwaartse ontwikkeling van de arbeidsmarkten teweeg te brengen en duurzame banen te scheppen, moet meer zichtbaarheid krijgen, zoals dat bij het cohesiebeleid het geval is, en er moeten betrouwbare gegevens ter zake worden verzameld en geanalyseerd. | |||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(11) Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd. |
(11) In het verslag van de Europese Investeringsbank (EIB) over de evaluatie van de werking van het Europees Fonds voor strategische investeringen, dat op 6 oktober 2016 werd gepubliceerd, wordt bedrukt dat het noodzakelijk is het geografische onevenwicht in de EFSI-steun aan te pakken, onder meer door de algemene doelstellingen en de projecten die voor EFSI-steun in aanmerking komen te verruimen en door de rol van de Europese investeringsadvieshub te versterken. Om de cohesiedoelen van de Unie te bereiken en de absorptie van het EFSI te verhogen, vooral in minder ontwikkelde en overgangsregio's, moeten met het oog daarop maatregelen worden genomen om de sectorale en geografische diversificatie van het EFSI te vergroten en te beschermen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(11 bis) Het EFSI en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) moeten worden gezien als instrumenten die elkaar aanvullen bij het ondersteunen van strategische, duurzame investeringen met Europese meerwaarde met het oog op de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen van de Unie, zoals de klimaatdoelstellingen, die kunnen bijdragen tot territoriale ontwikkeling en cohesie. De reikwijdte, doelstellingen, grondgedachte en opzet van het EFSI en de ESIF zijn echter verschillend, evenals hun wet- en regelgevingskader. | |||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(11 ter) Er moet meer reclame worden gemaakt voor het EFSI in kandidaat-lidstaten en landen die een toetredingsaanvraag hebben ingediend, aangezien het EFSI in die landen heel weinig bekendheid geniet en er tot dusver in die landen geen projecten gefinancierd zijn door het EFSI. | |||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(16) Gelet op de uitzonderlijke en naar verwachting aanhoudende marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI worden uitgebreid. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven, onder meer via de ontwikkeling en inzet van nieuwe instrumenten. |
(16) Gelet op de uitzonderlijke en naar verwachting aanhoudende marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI worden uitgebreid, met name in minder ontwikkelde en overgangsregio's. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven, alsook naar bedrijven die zich bezighouden met duurzame en digitale projecten, onder meer via de ontwikkeling en inzet van nieuwe instrumenten en de diversificatie van financieringsbronnen door meervoudige financiering zoals crowdfunding aan te moedigen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te verhogen. |
(17) De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de verschillende EU-steuninstrumenten die afzonderlijk of in combinatie met EFSI kunnen worden gebruikt en moeten bijstand verlenen bij het kiezen van het meest geschikte instrument of combinatie van instrumenten, om de bekendheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te vergroten en het opzetten van investeringsprojecten met een brede sectorale en geografische spreiding aan te moedigen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(17 bis) Er moeten bewustmakingscampagnes worden gevoerd met betrekking tot EFSI-investeringsprojecten. In die context moet de EIB informatie en resultaten van effectbeoordelingen met betrekking tot verrichtingen en uitgevoerde projecten openbaar maken en daarbij de meerwaarde en additionaliteit ervan vermelden. Ook moet de EIB voor elk gefinancierd project analytische gegevens publiceren, zodat er een verband kan worden aangetoond tussen die gegevens en door het EFSI gecreëerde banen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(21) De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. |
(21) De EIAH moet worden versterkt en moet met het oog daarop over een passend budget beschikken. De activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. | |||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 4 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 5 – lid 1 – alinea 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – sub -i (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 8 – alinea 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter d Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 7 – lid 12 – alinea 2 – zin 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 9 – lid 2 – alinea 1 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a – sub i Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 1 – alinea 1 – zin 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – sub i Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter c | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – punt ii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – letter e | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b – sub iii Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 2 – punt f | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 14 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 16 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 ter (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 16 – lid 2 – punt f | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 quater (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 16 – lid 6 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 – letter a Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 18 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 Verordening (EU) nr. 2015/1017 Artikel 19 – lid 1 bis | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter -a (nieuw) Verordening (EU) nr. 2015/1017 Bijlage II – afdeling 2 – letter a – streepje 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter a Verordening (EU) nr. 2015/1017 Bijlage II – afdeling 2 – letter b | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 6 – letter c Verordening (EU) nr. 2015/1017 Bijlage II – afdeling 8 – letter b | ||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
REGI 3.10.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Mercedes Bresso 11.10.2016 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Datum goedkeuring |
21.3.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 5 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Andrea Cozzolino, Rosa D’Amato, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Constanze Krehl, Andrew Lewer, Louis-Joseph Manscour, Martina Michels, Iskra Mihaylova, Jens Nilsson, Andrey Novakov, Mirosław Piotrowski, Stanislav Polčák, Liliana Rodrigues, Fernando Ruas, Monika Smolková, Ruža Tomašić, Ramón Luis Valcárcel Siso, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Derek Vaughan, Kerstin Westphal |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Andor Deli, Josu Juaristi Abaunz, Ivana Maletić, Demetris Papadakis, Tomasz Piotr Poręba, Julia Reid, Davor Škrlec, Damiano Zoffoli, Milan Zver |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Luigi Morgano |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
29 |
+ |
|
ALDE |
Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg |
|
ECR |
Andrew Lewer, Mirosław Piotrowski, Tomasz Piotr Poręba, Ruža Tomašić |
|
PPE |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Andor Deli, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Ivana Maletić, Andrey Novakov, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Ramón Luis Valcárcel Siso, Milan Zver, Lambert van Nistelrooij |
|
S&D |
Andrea Cozzolino, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Luigi Morgano, Jens Nilsson, Demetris Papadakis, Liliana Rodrigues, Monika Smolková, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Damiano Zoffoli |
|
5 |
- |
|
EFDD |
Rosa D'Amato, Julia Reid |
|
GUE/NGL |
Josu Juaristi Abaunz, Martina Michels |
|
Verts/ALE |
Davor Škrlec |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0597 – C8-0375/2016 – 2016/0276(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
14.9.2016 |
|
|
|
|
Commissies ten principale Datum bekendmaking |
BUDG 3.10.2016 |
ECON 3.10.2016 |
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
CONT 15.12.2016 |
EMPL 3.10.2016 |
ENVI 3.10.2016 |
ITRE 3.10.2016 |
|
|
TRAN 3.10.2016 |
REGI 3.10.2016 |
AGRI 3.10.2016 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
ENVI 29.9.2016 |
AGRI 29.9.2016 |
|
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
ITRE 19.1.2017 |
TRAN 19.1.2017 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Udo Bullmann 26.1.2017 |
José Manuel Fernandes 26.1.2017 |
|
|
|
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.1.2017 |
||||
Behandeling in de commissie |
20.3.2017 |
3.4.2017 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
15.5.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
65 11 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Gerolf Annemans, Jonathan Arnott, Jean Arthuis, Hugues Bayet, Pervenche Berès, Reimer Böge, Udo Bullmann, Lefteris Christoforou, Gérard Deprez, Manuel dos Santos, José Manuel Fernandes, Jonás Fernández, Eider Gardiazabal Rubial, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, Roberto Gualtieri, Brian Hayes, Gunnar Hökmark, Danuta Maria Hübner, Cătălin Sorin Ivan, Petr Ježek, Barbara Kappel, Othmar Karas, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Alain Lamassoure, Werner Langen, Olle Ludvigsson, Marisa Matias, Gabriel Mato, Bernard Monot, Clare Moody, Luigi Morgano, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Luděk Niedermayer, Jan Olbrycht, Stanisław Ożóg, Urmas Paet, Pina Picierno, Paul Rübig, Pirkko Ruohonen-Lerner, Pedro Silva Pereira, Peter Simon, Jordi Solé, Theodor Dumitru Stolojan, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Indrek Tarand, Michael Theurer, Isabelle Thomas, Ramon Tremosa i Balcells, Marco Valli, Tom Vandenkendelaere, Miguel Viegas, Daniele Viotti, Marco Zanni, Stanisław Żółtek |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Xabier Benito Ziluaga, Richard Corbett, Andrea Cozzolino, Bas Eickhout, Doru-Claudian Frunzulică, Heidi Hautala, Ramón Jáuregui Atondo, Eva Kaili, Krišjānis Kariņš, Jeppe Kofod, Georgios Kyrtsos, Eva Maydell, Nils Torvalds, Tomáš Zdechovský |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Julia Reda, Bart Staes, Jarosław Wałęsa, Lambert van Nistelrooij |
||||
Datum indiening |
15.5.2017 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
65 |
+ |
|
ALDE |
Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Gérard Deprez, Petr Ježek, Urmas Paet, Michael Theurer, Nils Torvalds, Ramon Tremosa i Balcells |
|
ECR |
Zbigniew Kuźmiuk, Stanisław Ożóg |
|
PPE |
Reimer Böge, Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, Brian Hayes, Gunnar Hökmark, Danuta Maria Hübner, Othmar Karas, Krišjānis Kariņš, Georgios Kyrtsos, Alain Lamassoure, Werner Langen, Gabriel Mato, Eva Maydell, Siegfried Mureşan, Luděk Niedermayer, Jan Olbrycht, Paul Rübig, Theodor Dumitru Stolojan, Tom Vandenkendelaere, Jarosław Wałęsa, Tomáš Zdechovský, Lambert van Nistelrooij, Patricija Šulin |
|
S&D |
Hugues Bayet, Pervenche Berès, Udo Bullmann, Richard Corbett, Andrea Cozzolino, Jonás Fernández, Doru-Claudian Frunzulică, Eider Gardiazabal Rubial, Roberto Gualtieri, Cătălin Sorin Ivan, Ramón Jáuregui Atondo, Eva Kaili, Jeppe Kofod, Olle Ludvigsson, Clare Moody, Luigi Morgano, Victor Negrescu, Pina Picierno, Pedro Silva Pereira, Peter Simon, Paul Tang, Isabelle Thomas, Daniele Viotti, Manuel dos Santos |
|
VERTS/ALE |
Bas Eickhout, Heidi Hautala, Julia Reda, Jordi Solé, Bart Staes, Indrek Tarand |
|
11 |
- |
|
ECR |
Bernd Kölmel |
|
EFDD |
Jonathan Arnott, Marco Valli |
|
ENF |
Gerolf Annemans, Bernard Monot, Marco Zanni, Stanisław Żółtek |
|
GUE/NGL |
Xabier Benito Ziluaga, Marisa Matias, Miguel Viegas |
|
NI |
Eleftherios Synadinos |
|
2 |
0 |
|
ECR |
Pirkko Ruohonen-Lerner |
|
ENF |
Barbara Kappel |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding