VERSLAG over de politieke betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika
20.7.2017 - (2017/2027(INI))
Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Javi López
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de politieke betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika
Het Europees Parlement,
– gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name titel V inzake het extern optreden van de EU,
– gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name het vijfde deel, titels I tot en met III en V (De gemeenschappelijke handelspolitiek, Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire hulp, en Internationale overeenkomsten),
– gezien de conclusies van de Raad van 17 oktober 2016 over de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie,
– gezien de mededeling van de Commissie van 30 september 2009 getiteld "De Europese Unie en Latijns-Amerika: een partnerschap van wereldspelers" (COM(2009)0495),
– gezien de sterke culturele, taalkundige, politieke en historische banden die mede het gevolg zijn van de intensieve migratiestromen in de afgelopen decennia tussen de EU-lidstaten en de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (de LAC-landen),
– gezien het jaarverslag van de EU over mensenrechten en democratie in de wereld in 2015 (landen en regio’s),
– gezien de verklaringen van de tot op heden gehouden toppen van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de Europese Unie, met name de verklaring tijdens de tweede top van de EU en de gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische staten (Celac) in Brussel op 10 en 11 juni 2015 over het thema "Vorm geven aan onze gemeenschappelijke toekomst: werken aan welvarende, hechte en duurzame samenlevingen voor onze burgers", waarop de politieke verklaring getiteld "Een partnerschap voor de volgende generatie" werd aangenomen,
– gezien de verklaring van het EU-Celac-forum voor het maatschappelijk middenveld van 11 mei 2015 getiteld "Equality, rights and democratic participation for the peoples of Europe and Latin America and the Caribbean",
– gezien de gezamenlijke persverklaring van de eerste tussentijdse ministeriële top van de EU en de Celac, die werd gehouden in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) op 25 en 26 oktober 2016,
– gezien de verklaring die werd aangenomen tijdens de 25e Ibero-Amerikaanse top van staatshoofden en regeringsleiders, die plaats had in Cartagena de Indias (Colombia) op 28 en 29 oktober 2015 getiteld "Youth, Entrepreneurship and Education",
– gezien de politieke verklaring van de vijfde top van de staatshoofden en regeringsleiders van de Celac, die op 25 januari 2017 in Punta Cana (Dominicaanse Republiek) werd gehouden,
– gezien zijn resolutie van 20 januari 2016 ter ondersteuning van het vredesproces in Colombia[1],
– gezien zijn resoluties over Venezuela, met name die van 8 juni 2016[2] en 27 april 2017[3] over de situatie in Venezuela,
– gezien zijn niet-wetgevingsresolutie van 5 juli 2017 over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst betreffende politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Cuba, anderzijds[4],
– gezien zijn resolutie van 23 oktober 2014 over de verdwijning van 43 studenten in Mexico[5],
– gezien de resoluties van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat), met name de resoluties van 22 september 2016 over handelsaspecten van de verschillende lopende onderhandelingen tussen de EU en de LAC[6], over armoedebestrijding in het kader van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling[7], over de financiering van politieke partijen in de Europese Unie en Latijns-Amerika[8], en over de economische en financiële betrekkingen met de Volksrepubliek China vanuit het oogpunt van het strategisch partnerschap tussen de EU en de LAC[9], en van 29 maart 2014 over feminicide in de Europese Unie en Latijns-Amerika[10],
– gezien de aanbevelingen van EuroLat van 22 september 2016 over migratie, ontwikkeling en de economische crisis[11],
– gezien zijn resolutie van 5 mei 2010 over de strategie van de EU voor de betrekkingen met Latijns-Amerika[12],
– gezien de Verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende artikel 5, lid 2, onder b), punt ii), van Verordening (EU) nr. 233/2014 van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020,
– gezien Verordening (EU) nr. 233/2014 van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020,
– gezien IAO-Verdrag nr. 169 betreffende inheemse en in stamverband levende volken, met name artikel 14 inzake de eigendoms- en bezitsrechten van de betrokken volken ter zake van het land dat zij van oudsher bewonen,
– gezien zijn resolutie van 13 juni 2013 over de rol van de EU bij de bevordering van een breder trans-Atlantisch partnerschap[13],
– gezien de aanbevelingen in het Speciaal Verslag van de Europese Rekenkamer over 'de doeltreffendheid van het combineren van subsidies uit de regionale investeringsfaciliteiten met leningen van financiële instellingen ter ondersteuning van het externe beleid van de EU',
– gezien artikel 52 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A8-0268/2017),
A. overwegende dat de Latijns-Amerikaanse en Caribische regio (LAC) een belangrijke partner vormt voor de EU om samen het hoofd bieden aan de huidige mondiale uitdagingen, zoals de uitbanning van armoede, toegang tot drinkwater, eerbiediging van de mensenrechten, vrede en veiligheid, sociaaleconomische ontwikkeling, gebrekkig bestuur, duurzaamheid, de strijd tegen klimaatverandering, de digitale transformatie en migratiebeheer;
B. overwegende dat het partnerschap tussen de EU en de LAC gebaseerd is op nauwe historische en culturele banden, veelomvattende uitwisselingen tussen volken, sterke en groeiende handels- en investeringsstromen en gedeelde waarden zoals democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;
C. overwegende dat de 33 LAC-landen uiteenlopende politieke, economische en culturele achtergronden hebben, die verschillende benaderingen vereisen binnen een coherent en consistent kader van extern optreden van de EU en waarin de EU-waarden van democratie en mensenrechten altijd moeten worden verdedigd;
D. overwegende dat het reeds lang bestaande partnerschap tussen de EU en de LAC-landen is gebaseerd op historische, menselijke en economische banden, die niet als vanzelfsprekend mogen worden beschouwd en meer horizontaal georiënteerd moeten worden, met als gemeenschappelijke beginselen en waarden eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de rechtsstaat, internationale vrede en veiligheid, en gedeelde steun voor een multilateraal stelsel van mondiaal bestuur op basis van gemeenschappelijke normen en dialoog;
E. overwegende dat de EU en de LAC-landen samen een derde van de totale bevolking van de leden van de Verenigde Naties herbergen en goed zijn voor circa 25 % van het mondiale bbp;
F. overwegende dat het opvoeren van de politieke dialoog en de samenwerking op het gebied van migratie, klimaatverandering, energie en het tegengaan van georganiseerde criminaliteit, evenals het investeren in hechtere sociaaleconomische banden door middel van visumversoepeling, studentenuitwisselingen en samenwerking op het gebied van onderzoek, prioriteiten zijn in het externe optreden van de EU ten aanzien van de LAC-regio;
G. overwegende dat het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, die in 1999 is aangegaan om de betrekkingen tussen beide regio's te versterken, nog niet is geconsolideerd;
H. C. overwegende dat in de LAC-regio in het afgelopen decennium belangrijke veranderingen hebben plaatsgehad, zoals de verheffing van een groot deel van de bevolking tot de middenklasse door middel van economische hervormingen en sociaal beleid, een grotere herverdeling van de rijkdom die in de landen in de regio is gegenereerd, resulterend in betere toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en fatsoenlijke huisvesting, en de algemene consolidering van de democratie, maar ook het einde van de grondstofsupercyclus, waardoor miljoenen mensen kwetsbaar werden voor een terugval in armoede;
I. overwegende dat er na een decennium van indrukwekkende economische groei sprake is van economische stagnatie en zelfs recessie in verschillende landen in de regio, omdat er een einde is gekomen aan de hoge grondstoffenprijzen, waar de meerderheid van de LAC-landen van afhankelijk is, en omdat de Chinese economie, die inmiddels de tweede handelspartner is geworden na de VS, is vertraagd, waardoor een belangrijk deel van de geboekte vooruitgang in gevaar komt en miljoenen mensen weer in armoede dreigen terug te vallen;
J. overwegende dat de publieke opinie in een aantal Latijns-Amerikaanse landen sterk verlangt naar meer democratie, participatie en duurzaam economisch beleid;
K. overwegende dat de rechtsstaat, zoals die tot uiting komt in een stabiel wettelijk kader met de garantie van rechtszekerheid, een cruciaal element is voor het aantrekken van de investeringen die nodig zijn om het economisch herstel te bevorderen;
L. overwegende dat eerbiediging van de rechtsstaat en een stabiel wettelijk en politiek kader beide regio's in staat stellen het vrije ondernemerschap tot bloei te laten komen en een gunstig investeringsklimaat te scheppen, met waarborgen voor de inachtneming van het beginsel van rechtszekerheid;
M. overwegende dat hoge inflatie de groei belemmert en daarom onmiddellijk moet worden aangepakt; overwegende dat een betrouwbare wisselkoers een essentieel element voor de economische ontwikkeling van een land is; overwegende dat het voor het verhogen van de productiviteit, het diversifiëren van de economie en het aantrekken van investeringen uitermate essentieel is om industriebeleid te voeren;
N. overwegende dat de associatieovereenkomsten tussen de EU en de LAC-landen de politieke en handelsdialoog bevorderen en het investeringsklimaat verbeteren door de dienstensector en de markten voor overheidsopdrachten open te stellen, waardoor meer infrastructuurprojecten kunnen worden uitgevoerd;
O. overwegende dat het van groot belang is dat Latijns-Amerika en de EU een gemeenschappelijke agenda formuleren;
P. overwegende dat in de EU in de afgelopen jaren belangrijke verschuivingen te merken waren, zoals de economische crisis, de uitdagingen van de brexit en de vluchtelingencrisis;
Q. overwegende dat de belangrijkste geopolitieke verschuivingen die op dit moment plaatsvinden in de LAC-landen, die gekenmerkt worden door - onder andere - de toenemende aanwezigheid van Aziatische staten die een economisch partnerschap in de regio nastreven, vereisen dat de EU haar positie van oprechte bondgenoot van haar partners in de LAC-regio versterkt, niet alleen in de vorm van economische uitwisselingen, maar ook als partner bij het bevorderen van sociale vooruitgang en bij de verdediging van gemeenschappelijke waarden;
R. overwegende dat de Algemene Overeenkomst EU-Mexico, de associatieovereenkomst tussen de EU en Chili en de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de EU en de Mercosur respectievelijk in 1997, 2003 en 1999 in werking zijn getreden; overwegende dat de lopende onderhandelingen over de actualisering van deze overeenkomsten, vanwege het belang ervan voor zowel de EU als de LAC-landen, een ambitieuze insteek moeten hebben om tot zo modern en progressief mogelijke overeenkomsten te komen;
S. overwegende dat de EU de voornaamste bron van ontwikkelingshulp in de LAC-regio is, getuige het instrument voor ontwikkelingssamenwerking 2014-2020, alsook de voornaamste investeerder en één van de belangrijkste handelspartners van de LAC-regio, en overwegende dat de Europese samenwerking sterk is als resultaat van financiële en driehoekssamenwerking;
T. overwegende dat de Europese Commissie werkt aan een nieuwe agenda voor ontwikkeling in het kader van de Agenda 2030 en dat het concept duurzame ontwikkeling moet worden toegepast op en in alle landen van Latijns-Amerika (waaronder ook de middeninkomenslanden), en dat in deze nieuwe benadering ook andere criteria dan het inkomen per hoofd in aanmerking moeten worden genomen;
U. overwegende dat de LAC-landend stelselmatig de tweede keus zijn bij de vaststelling van de kernprioriteiten van het extern beleid van de EU, ondanks de duidelijke culturele en taalkundige banden die de EU historisch heeft met de LAC-landen, en ondanks de noodzaak om nieuwe bondgenoten te vinden in het licht van haar tanende geopolitieke invloed in de wereld;
V. overwegende de relevantie van het Atlantische bekken in zijn geheel en de noodzaak dat de regio's en landen die ertoe behoren, te weten de Europese Unie, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en de landen langs de Atlantische kust van Afrika, samenwerken om de gemeenschappelijke uitdagingen in deze uitgebreide ruimte gezamenlijk te kunnen aangaan;
W. overwegende dat de eerstvolgende ministeriële conferentie van de WTO in december 2017 wordt gehouden in Buenos Aires en dat daar ook ontmoetingen tussen parlementaire delegaties van de lidstaten zullen plaatsvinden;
X. overwegende dat de tenuitvoerlegging van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling zal zorgen voor universele toegang tot informatie en bescherming van de vrijheid van meningsuiting;
Y. overwegende dat de tien best presterende landen op het gebied van energiegovernance in Latijns-Amerika liggen en Latijns-Amerika over 20 % van de mondiale oliereserves beschikt;
Z. overwegende dat twee landen in Latijns-Amerika, te weten Mexico en Brazilië, zijn geïdentificeerd als strategische partners van de Europese Unie;
1. benadrukt dat het partnerschap tussen de EU en de LAC-landen stoelt op gedeelde beginselen, waarden en belangen, zoals democratie, de mensenrechten, vrede en solidariteit, de rechtsstaat en een onafhankelijke rechterlijke macht, alsook op de toezegging deze in een horizontale relatie gestand te doen, en cruciaal zijn geworden voor de ontwikkeling van de bi-regionale en samenwerkingsuitwisseling; benadrukt dat de EU en de LAC-landen zich in de nasleep van de economische crisis voor gedeelde uitdagingen gesteld zien op het gebied van duurzame economische groei en de strijd tegen werkloosheid, digitale transformatie, sociale inclusie en gendergelijkheid, terwijl zij tegelijkertijd gedeelde waarden hebben;
2. wijst op het feit dat het nieuwe geopolitieke scenario de LAC-regio versterkt als strategische prioriteit en kans voor het buitenlands beleid van de EU, aangezien beide regio's een gemeenschappelijke visie op de wereld delen, gebaseerd op multilateralisme, dialoog, duurzaamheid, de rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en inclusieve open samenlevingen; onderkent de positieve en rijke diversiteit aan actoren in de betrekkingen tussen de EU- en de LAC-landen, waaronder staten, steden en plaatselijke entiteiten, alsook universiteiten, het maatschappelijk middenveld, bedrijven en het Europees Economisch en Sociaal Comité; vraagt om nadere coördinatie van de overeenkomsten, samenwerkingsacties en politieke contacten op hoog niveau;
3. is van oordeel dat de uitbreiding van de politieke en economische samenwerking en het bouwen van sterkere partnerschappen met LAC-landen cruciaal is, als aanvullende acties op bi-regionaal, subregionaal en bilateraal niveau; benadrukt de noodzaak van deze samenwerking om doeltreffend te kunnen bijdragen aan de consolidatie van de economische groei via beleid voor duurzame sociaaleconomische ontwikkeling en om daarbij sociale inclusie, de burgerlijke vrijheden en de mensenrechten te bevorderen en armoede te bestrijden; is van mening dat in het EU-LAC-partnerschap en de associatie-akkoorden rekening moet worden gehouden met de economische verschillen tussen de regio's en asymmetrieën niet mogen worden vergroot; wijst erop dat de aanwezigheid van Europese bedrijven erg belangrijk is voor de economieën van de landen van latijns-Amerika, en beklemtoont dat de bedrijven in kwestie zich aan de bestaande regels moeten houden, respectievelijk zich aan de geldende monitoringprocessen moeten onderwerpen;
4. onderstreept het belang van de EU-Celac-toppen als een instrument van het strategisch bi-regionaal partnerschap in een nieuw kader voor politieke dialoog; verzoekt de EU en Celac dit partnerschap en deze politieke dialoog ook binnen het kader voor zijn thematische dialogen en belangrijkste initiatieven te versterken, zoals het gezamenlijk initiatief inzake onderzoek en innovatie, de gestructureerde dialoog over migratie en het coördinatie- en samenwerkingsmechanisme inzake drugs, en door samen te werken inzake duidelijk omschreven gedeelde belangen teneinde samen de belangrijke mondiale uitdagingen op de gebieden goed bestuur, economische groei, sociale cohesie, cultuur, innovatie en het milieu aan te pakken in multilaterale fora zoals de Verenigde Naties, de G20 en de WTO;
5. wijst nog eens op de toezegging van de EU en de LAC-landen om de samenwerking bij de uitvoering van de mondiale agenda te versterken, en pleit voor een multilaterale aanpak binnen de WTO, als basis voor een open handelssysteem, gebaseerd op voorspelbare, inclusievere, transparante en democratische normen, met een versterkte parlementaire dimensie, die op doeltreffende wijze de doelstellingen van armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling helpen verwezenlijken;
6. spreekt nogmaals zijn steun uit aan regionale integratie binnen de LAC-regio, en benadrukt de noodzaak van meer coördinatie tussen de verschillende regionale integratieregelingen in de regio, terwijl het de verschillen qua integratietempo respecteert; beveelt aan de dialoog, de samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken met Celac, de Mercosur, de Andesgemeenschap (ACN), het Midden-Amerikaans Integratiesysteem (SICA) en de Pacifische Alliantie te versterken, de dialoog over kwesties met een gedeeld belang op te schroeven en het institutioneel kader daarvoor te verstevigen; beveelt aan de regionale initiatieven voor een politieke dialoog, samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken, zoals de Unie van Zuid-Amerikaanse naties (Unasur), de Organisatie van Amerikaanse staten (OAS) en de Caribische Gemeenschap (Caricom), te versterken; benadrukt hoe belangrijk het is de interparlementaire samenwerking tussen de EU en de LAC te stimuleren, met name tussen het Europees Parlement en de verschillende regionale parlementen, en om daarbij politieke en institutionele ervaring en kennis uit te wisselen; is ingenomen met de recent gelanceerde dialoog tussen de Mercosur en de Pacifische Alliantie met het oog op geleidelijke convergentie en nauwer overleg over de toekomstige regionale en mondiale uitdagingen;
7. benadrukt dat politieke stabiliteit, economische regels en institutionele kracht die een waarborg vormen voor eerbiediging van de rechtsstaat en transparantie, hoekstenen zijn van een klimaat van rechtszekerheid dat langetermijninvesteringen aantrekt; beklemtoont dat een dergelijk wettelijk kader sterke democratische instituties en verantwoorde economische planning vereist, evenals inspanningen om de politieke dialoog en economische partnerschappen binnen de regio en met externe partners te versterken; wijst er in dit verband op dat het partnerschap met de EU een centrale rol speelt;
8. wijst op de dynamiek van de Pacifische Alliantie – bestaande uit Chili, Colombia, Mexico en Peru – en verzoekt de vicevoorzitter / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid te onderzoeken of het mogelijk is dat de EU als waarnemer aan deze alliantie deelneemt, zoals een aantal EU-lidstaten reeds doet;
9. benadrukt dat de huidige mondiale uitdagingen, waaronder de mensenrechten, vrede, veiligheid, de bestrijding van corruptie en straffeloosheid, gebrekkig bestuur, een duurzame sociaaleconomische ontwikkeling, de uitroeiing van armoede, de digitale transformatie, massamigratie, gendergelijkheid, cyberveiligheid, georganiseerde misdaad en terrorisme, drugshandel, klimaatverandering, geopolitieke verschuivingen, ongelijkheid binnen en tussen landen, informeel werk en toenemende werkloosheid, nieuwe kansen en samenwerkingskanalen bieden voor het strategisch EU-LAC-partnerschap op basis van een gemeenschappelijke visie en agenda;
10. wijst erop dat ongelijkheid, ondanks een belangrijke economische groei waardoor het niveau van armoede en ongelijkheid is afgenomen, een belangrijke hinderpaal blijft voor de ontwikkeling van de LAC-regio, waar 175 miljoen mensen, met name vrouwen en minderjarigen, in armoede en uitsluiting leven; onderstreept dat economische groei, inclusieve sociale ontwikkeling, de eerlijke verdeling van de welvaart en universele verlening van openbare basisdiensten essentieel zijn om aan deze situatie het hoofd te bieden;
11. brengt in herinnering dat het doel van de uitbanning van armoede en de vermindering van ongelijkheid moet worden nagestreefd door middel van beleid op de gebieden economie, sociale cohesie en integratie, en meer kansen op werk en toegang tot onderwijs, en wijst met klem op de noodzaak om alle burgers te beschermen en de middenklasse te verbreden, los van de gevolgen van economische cycli, de verbeterde levensomstandigheden te consolideren, waaronder middels de vaststelling van ondergrenzen van sociale bescherming, en de democratische waarden en de mensenrechten te eerbiedigen;
12. onderstreept de noodzaak economieën te integreren in mondiale waardeketens, gebaseerd op een circulair economisch model, en het belang te erkennen van het ontwikkelen van bilaterale en multilaterale commerciële overeenkomsten als een doeltreffend middel dat kan bijdragen tot het aanpakken van de gemeenschappelijke mondiale uitdagingen, en fatsoenlijk werk en sociale dialoog te bevorderen als drijvende krachten achter duurzame ontwikkeling; benadrukt dat het belangrijk is om de omstandigheden te scheppen waarin beide regio's kunnen diversifiëren, waardoor ze minder afhankelijk worden van grondstoffen en van mondiale cyclische veranderingen; wijst erop hoe belangrijk het is de uitwisseling van wetenschappelijke en technologische kennis te bevorderen, het menselijk kapitaal te versterken en de werkgelegenheid te diversifiëren, waartoe het essentieel is om de investeringen in onderwijs, opleiding en vaardigheden op te schroeven;
13. verwelkomt het protocol van 11 november 2016 tussen de EU, haar lidstaten, Ecuador, Colombia en Peru betreffende de toetreding van Ecuador tot de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU, Colombia en Peru; herinnert eraan dat deze overeenkomst hoge douanetarieven afschaft en technische barrières voor handel wegneemt, dienstenmarkten liberaliseert, markten voor overheidsopdrachten openstelt en verplichtingen ten aanzien van snelle en doelmatige geschillenbeslechtingsmechanismen oplegt;
14. merkt op dat de EU de grootste buitenlandse investeerder in en de op een na grootste handelspartner van de LAC-regio is, waardoor er een bidirectionele economische relatie bestaat die is gebaseerd op de waarden kwaliteit, maatschappelijke verantwoordelijkheid, werkgelegenheidscreatie, technologieoverdracht en onderzoek en innovatie;
15. maakt zich sterk voor een uitbreiding van het aantal publieke en private partnerschappen om economische ontwikkeling, ondernemerschap, groei en buitenlandse investeringen te bevorderen; benadrukt de noodzaak om de informele economie terug te dringen, onderontwikkeling te bestrijden en het lage concurrentievermogen van kmo's aan te pakken; roept op tot het vergemakkelijken en verbeteren van de mobiliteit tussen beide regio's, en daarbij de wederzijdse consistentie van arbeidsrechten te waarborgen en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels te verbeteren;
16. benadrukt de noodzaak in beide regio's duurzame en effectieve belastingsystemen te ontwikkelen, samen met een passende belastingcultuur, inclusief de oprichting van doeltreffende algemene rekenkamers die economische groei kunnen stimuleren, alsook de ontwikkeling van verzorgingsstaten die publieke goederen en diensten zoals openbaar onderwijs, gezondheidszorg, socialebeschermingsinfrastructuur en veiligheid leveren en veilig stellen voor alle burgers, en herhaalt dat belastingparadijzen en belastingontwijking nadelig zijn voor economische en sociale ontwikkeling, vooruitgang en welvaart, en een goed werkend economisch sociaal herverdelingsbeleid;
17. onderstreept dat economische groei en handel essentiële factoren zijn voor de verwezenlijking van duurzame ontwikkeling, maar niet volstaan om armoede, ongelijkheid en uitsluiting weg te werken; dringt aan op beleid dat bijdraagt tot het wegwerken van deze problemen door gediversifieerde, duurzame en inclusieve groei, waarin sterk de nadruk ligt op sociale kwesties, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten;
18. meent dat de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG's) het belangrijkste doel moet zijn van de samenwerking tussen Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en de EU; dringt er bij de Unie op aan de programma's voor begrotingssteun te versterken;
19. steunt de nieuwe agenda voor ontwikkeling van de Commissie in het kader van de Agenda 2030; herhaalt dat de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de doelstellingen daarvan de belangrijkste instrumenten voor samenwerking tussen de EU en de LAC moeten zijn, met inbegrip van alle dimensies van economische, sociale en duurzame ontwikkeling, en niet alleen de uitbanning van armoede; onderstreept dat de EU officiële ontwikkelingshulp moet blijven bieden aan LAC-landen, met inbegrip van midden- en hogere-inkomenslanden die volgens het differentiatiebeginsel niet langer in aanmerking komen voor bilaterale ontwikkelingssamenwerking, en dat op basis van een nieuwe benadering die niet uitsluitend rekening houdt met het inkomen per hoofd van de bevolking; dringt er met klem bij de Commissie op aan om, uitzonderingsgewijs en in overeenstemming met de verordening betreffende het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, gedurende de volledige looptijd van het instrument in kwestie voor de periode 2014-2020, en ook daarna, door te gaan met de bilaterale samenwerking met en ondersteuning van landen met een laag en een middeninkomen, teneinde hen in staat te stellen de huidige uitdagingen het hoofd te bieden;
20. dringt aan op een betere coördinatie van de steunmaatregelen en -programma's ten behoeve van de LAC-landen, alsook de ultraperifere gebieden en de in de regio gelegen landen en gebieden overzee; dringt erop aan dat de politieke beloften die zijn gedaan op de regionale topbijeenkomsten EU-LAC worden nagekomen en dat daarvoor de nodige financiële middelen worden uitgetrokken;
21. verzoekt de Commissie de beschikbare instrumenten aan te wijzen en daaraan voldoende middelen toe te wijzen onder inachtneming van de beginselen inzake doeltreffendheid, doelgerichte benutting van middelen, harmonisatie, wederzijdse verantwoording, rekenschap en afstemming op de ontwikkelingsstrategieën van de LAC-landen, om de LAC-landen te helpen hun doelstellingen te bereiken en zich aan een hypothetische beperking van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan te passen; dringt erop aan dat deze instrumenten de overdracht van knowhow en opleiding omvatten en de hervorming van het beheer van de belastingen en de overheidsfinanciën ondersteunen, met het oog op de bevordering van groei en hoogwaardige overheidsdiensten;
22. verzoekt de Commissie op haar gemengde steunprogramma's afdwingbare criteria toe te passen betreffende de doeltreffendheid van ontwikkelingssteun, met name wat betreft de eigen verantwoording, de coördinatie met partnerlanden en de additionaliteit, transparantie en controleerbaarheid van de ontwikkelingssteun;
23. herinnert eraan dat de LAC-landen als gevolg van hun geografische en geologische ligging erg kwetsbaar zijn voor natuurrampen, een situatie die nog wordt verergerd door de klimaatverandering, die internationaal moet worden aangepakt in overeenstemming met het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid; verzoekt de Commissie en de LAC-landen om de onderliggende oorzaken van de klimaatverandering aan te pakken en weerbaarheidsmaatregelen en risicopreventiestrategieën en -protocollen vast te stellen, om in noodgevallen snel humanitaire hulp te kunnen mobiliseren;
24. dringt aan op de toepassing in de praktijk van het beginsel van gendergelijkheid, de empowerment van vrouwen en beleid voor de inclusie van vrouwen in alle aspecten van het politieke, economische en maatschappelijke leven, teneinde hun actieve participatie in de samenleving te vergroten, krachtig feminicide te bestrijden, hun fysieke en psychologische veiligheid te waarborgen, gelijke toegang tot de arbeidsmarkt, de eigendom van grond en de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, en hun seksuele en reproductieve rechten te waarborgen; onderstreept dat het belangrijk is om de levens van meisjes en vrouwen te verbeteren; wijst erop dat toegang tot onderwijs derhalve van cruciaal belang is en kan leiden tot een sociale en economische transformatie; is ingenomen met het Inter-Amerikaanse Verdrag inzake de voorkoming, bestraffing en uitbanning van geweld tegen vrouwen (Verdrag van Belém do Para) van 1994, en dringt erop aan het secretariaat een belangrijkere rol te geven in het monitoringmechanisme (Mesecvi) voor dit verdrag; juicht de inwerkingtreding - in 2016 - van het Verdrag van Istanbul van de Raad van Europa toe, en verzoekt de landen in beide regio's die dit verdrag nog niet hebben ondertekend dit alsnog te doen;
25. wijst op het fundamentele belang van overheidsmaatregelen, met name op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, alsook particuliere initiatieven, die mogelijkheden scheppen voor de bijna 30 miljoen jongeren die noch studeren, noch werken; onderstreept dat ontwikkelingsprogramma's ook de problematiek van de vele conflicten, geweld, georganiseerde misdaad en moorden moeten aanpakken, waardoor met name jongeren en adolescenten worden getroffen en die een van de grootste uitdagingen voor de LAC-landen vormen;
26 herinnert nog eens aan het belang van kansen op hoogwaardige banen en onderwijs voor jongeren, aangezien zij de hoop op de toekomstige politieke stabiliteit op de lange termijn van het continent belichamen en hierin een essentiële factor zijn; moedigt verdere samenwerking met economische fondsen aan in de vorm van bilaterale universiteitsdeelname, beurzen, kennisuitwisseling en internationale mobiliteit tussen studenten uit de EU en de LAC, in het bijzonder door het Erasmus+-programma te stimuleren als onderdeel van het in 2015 gelanceerde partnerschap met de Celac op het gebied van hoger onderwijs; merkt met tevredenheid op dat in 2015 het Erasmus+-programma met succes van start is gegaan, met 6 200 mobiliteits- en 3 500 studiebeurzen tot 2020, waarvan de meeste voor Celac-studenten; wijst op de noodzaak de volledige en wederzijdse erkenning van universitaire diploma's te steunen en bi-regionale samenwerking in de kwaliteits- en accreditatiesystemen te versterken;
27. wijst op de belangrijke rol van de samenwerking tussen de EU en Celac op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie, en op het belang van de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderzoeksruimte van de EU en Celac voor het versterken van de samenwerking ten behoeve van de mobiliteit van onderzoekers en docerende academici;
28. onderstreept het cruciale belang van de rechten van kinderen en de noodzaak van strikte naleving door alle EU- en LAC-landen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind;
29. spoort aan tot verdere samenwerking bij het bevorderen van technologische ontwikkeling en het verbeteren van de toegang van de bevolking tot informatie- en communicatietechnologieën met het oog op de aanpassing van onze samenlevingen aan de digitale transformatie;
30. wijst op de algemene trend en de gemeenschappelijke uitdagingen van het afgelopen decennium op het vlak van het promoten van vrijheden en sociale rechten, en op de grote inspanningen die geleverd zijn teneinde inclusief beleid te formuleren voor het beschermen van kwetsbare groepen en het billijk verdelen van welvaart en economische groei, waarmee in de afgelopen 15 jaar een doorslaggevende bijdrage is geleverd om bijna 60 miljoen Latijns-Amerikanen uit de armoede te halen; verzoekt de autoriteiten de democratische beginselen, de grondrechten, en de vrijheden en de veiligheid van alle burgers, met inbegrip van religieuze minderheden, inheemse bevolkingsgroepen, milieu-activisten, de LGBTI-gemeenschap, mensen met een handicap, gedwongen ontheemde en staatloze personen, en de bevolking in plattelandsgebieden, te eerbiedigen en te waarborgen; onderstreept het belang van het waarborgen van de vrijheid van vergadering, van vereniging en van meningsuiting, zowel online als offline;
onderstreept de noodzaak om de rechten en veiligheid van religieuze minderheden en de LGBTI-gemeenschap te garanderen; dringt er bij de LAC-regeringen op aan wetten aan te nemen en maatregelen te treffen om mensenrechtenactivisten en journalisten te beschermen tegen vervolging, bedreiging, lastercampagnes, willekeurige arrestatie, foltering, gedwongen verdwijning en moord, waar zij vaak het doelwit van zijn; roept ertoe op de rechten en belangen van inheemse burgers en bevolkingsgroepen in plattelandsgebieden te waarborgen in het licht van ontwikkelingsprojecten met grote milieueffecten en de werkzaamheden van winningsindustrieën, door in dergelijke gevallen voorafgaande raadplegings- en goedkeuringsmechanismen ten uitvoer te leggen;
32. betreurt de aanvallen op democratisch gekozen oppositieleiders, journalisten, mensenrechtenverdedigers, met name op het gebied van milieu, en hun advocaten; verzoekt de autoriteiten alle nodige maatregelen te nemen om hun fysieke en psychische integriteit te garanderen en onmiddellijk grondig en onpartijdig onderzoek in te stellen teneinde de verantwoordelijken te berechten overeenkomstig internationale normen;
33. herinnert eraan dat de actieve betrokkenheid en raadpleging van maatschappelijke organisaties en ngo's tijdens de onderhandelingen over en de uitvoering van handels- of associatieovereenkomsten moeten worden gewaarborgd;
34. wijst erop dat in overeenkomsten moet worden verwezen naar het recht op vrijheid van meningsuiting en van vergadering in de LAC-landen;
spoort de EU-lidstaten aan om te overwegen wetten aan te nemen die voorzien in de mogelijkheid om activa te bevriezen van en visumbeperkingen in te voeren voor personen die betrokken zijn geweest bij ernstige schendingen van de mensenrechten;
36. herhaalt dat beleid en praktijken inzake migratie de eerbiediging van de mensenrechten moeten garanderen, met bijzondere aandacht voor vrouwen en kwetsbare groepen, zoals minderjarigen, ouderen en mensen met een handicap, waarbij de uitdagingen wat betreft de bescherming van de grenzen en niet-criminalisering van migranten in aanmerking moet worden genomen; onderstreept de noodzaak van een alomvattende aanpak die is gericht op erkenning van de economische en sociale bijdrage die migrerende werknemers leveren aan de gastlanden, het belang van landen van doorreis en de relevantie van het vaststellen van wettelijke manieren om het burgerschap van het gastland te verkrijgen, in het bijzonder rekening houdend met ontheemde personen die asiel behoeven; roept op tot maatregelen om de mobiliteit tussen de landen te vergemakkelijken en te verbeteren, in combinatie met waarborgen met betrekking tot de onderlinge afstemming van arbeidsrechten en betere coördinatie van de socialezekerheidsstelsels;
37. dringt er bij de LAC-landen op aan ervoor te zorgen dat de sociale, milieu- en arbeidsrechten ten volle worden geëerbiedigd; vraagt om de volledige en doeltreffende tenuitvoerlegging van de IAO-verdragen en de eerbiediging van de fundamentele arbeidsnormen, die onder meer de vrijheid van vereniging en het recht op collectief onderhandelen omvatten; wijst voorts op de noodzaak om alle vormen van gedwongen en verplichte arbeid uit te bannen;
38. wijst op de uitdagingen waarvoor beide regio's zich gesteld zien wat betreft defensie en veiligheid, waaronder terrorisme en de strijd tegen drugssmokkel en georganiseerde misdaad, en moedigt aan dat er aanhoudend inspanningen geleverd worden om de defensie- en veiligheidssamenwerking te versterken door middel van politie- en militaire coördinatie, met bijzondere aandacht voor het delen van informatie; spoort de Latijns-Amerikaanse landen aan deel te nemen aan crisisbeheersings- en vredesmissies van de EU, zoals in Colombia en Chili reeds het geval is; stimuleert intensievere militaire samenwerking ten behoeve van de ontwikkeling van speciale noodhulpkorpsen voor humanitaire en natuurrampen; dringt ook aan op intensievere samenwerking op het gebied van maritieme veiligheid, ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing;
39. roept op tot de ondubbelzinnige eerbiediging van het beginsel van territoriale integriteit van staten;
40. betreurt dat de humanitaire hulp is verminderd en verwerpt de verdere beknotting van de hulp in gebieden die deze het meeste nodig hebben (het noordelijke deel van Midden-Amerika, Haïti, Colombia), alsook in gebieden die bijzonder zwaar getroffen zijn door klimaatverandering en natuurrampen;
41. veroordeelt de opstelling van de regeringen in bepaalde landen, die weigeren internationale humanitaire hulp te ontvangen, waardoor zij het in die landen onmogelijk maken in de meest elementaire behoeften te voorzien; verzoekt de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter om bij de bevoegde autoriteiten aan te dringen op het toelaten van deze hulp en om voor ieder land een steunplan voor te stellen;
42. verzoekt de EU zich in te spannen voor de ondersteuning van de LAC-landen die te maken hebben met endemisch geweld en met onacceptabele moordcijfers, standrechtelijke executies en gedwongen verdwijningen, aangezien daadwerkelijke welvaart, waardigheid en geluk niet kunnen bestaan zonder veiligheid; dringt er bij de LAC-landen op aan stappen te nemen om een einde te maken aan de overbevolking in de gevangenissen en om de omstandigheden in de gevangenissen te verbeteren, de fysieke en geestelijke integriteit van de gedetineerden te waarborgen, onderzoek te doen naar foltering en mishandeling en een menselijker behandeling van de gevangenen te bevorderen om de gevangenisopstanden te voorkomen die zich regelmatig voordoen en doden tot gevolg hebben;
wijst op de noodzaak om de samenwerking tussen alle landen van het Atlantische bekken bij de bestrijding van drugssmokkel te versterken en daarbij ook de landen van West-Afrika te betrekken, die een belangrijke schakel vormen in de smokkelroutes voor verdovende middelen tussen Latijns-Amerika en Europa;
44. verzoekt de EU om de Midden-Amerikaanse landen die ernstig te kampen hebben met georganiseerde misdaad, die hun sociale en politieke structuren bedreigt, steun te verlenen;
45. onderstreept dat de Europese Unie de veiligheidsstrategieën van Midden-Amerika en het Caribisch gebied moet blijven ondersteunen;
46. wijst op de dringende noodzaak om de strijd tegen corruptie, belastingfraude en straffeloosheid op te voeren, aangezien die tot de voornaamste hinderpalen behoren die ontwikkeling tegengaan, de eerbiediging van de rechtsstaat, vrije en transparante verkiezingen, de scheiding van de machten en gelijke toegang tot een onafhankelijk, onpartijdig en professioneel rechtsstelsel te verzekeren, goed bestuur te ondersteunen, institutionele tekortkomingen aan te pakken en de administratie te versterken; waardeert het werk dat EUROsociAL op dit gebied heeft verricht;
roept de EU en de LAC-landen op om het corruptieprobleem aan te pakken en te bestrijden door middel van maatregelen die variëren van preventie tot rechtshandhaving en strafrechtelijke vervolging en de effectieve tenuitvoerlegging van multilaterale en internationale anticorruptieverdragen, en wijst erop dat het bestaan van corruptie niet alleen het maatschappelijk en economisch welzijn en de sociale gelijkheid ondermijnt, maar ook de politieke legitimiteit en de kwaliteit van het bestuur; benadrukt dat het ontbreken van een onafhankelijke rechterlijke macht en overheid het wantrouwen in publieke instituties voedt, waardoor de rechtsstaat wordt ondergraven en geweld wordt aangewakkerd; onderstreept dat transparantie, vrije media en burgerparticipatie een 'must' zijn om de bestrijding van corruptie te versterken; is van mening dat er nieuwe internationale maatregelen moeten worden genomen om te komen tot afschaffing van belastingparadijzen, zoals de automatische uitwisseling van fiscale informatie en de opheffing van het bankgeheim;
48. roept op tot verdere samenwerking inzake milieuaangelegenheden, die een belangrijk wederzijds belang vormen, met een speciale nadruk op het proces van energietransitie en decarbonisatie, dat gevolgen zal hebben voor de economieën van beide regio's; wijst op de noodzaak van het steunen van onderzoek naar en de inzet van hernieuwbare energie, natuurbescherming, bosbeheer en beleid om de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering aan te pakken in een regio die sterk getroffen is door de gevolgen ervan, daarbij rekening houdend met de rechten van lokale en inheemse gemeenschappen in gebieden waar natuurlijke hulpbronnen worden gewonnen; benadrukt de noodzaak om initiatieven als Euroclima of het Latijns-Amerikaanse filialennetwerk voor klimaatverandering (Red Iberoamericana de Oficinas de Cambio Climático – RIOCC), in overeenstemming met de agenda van Lima inzake duurzame ontwikkeling, milieu, klimaatverandering en energie, te blijven steunen; onderkent de gemeenschappelijke noodzaak van een energietransitie om de akkoorden van Parijs met succes te kunnen uitvoeren; onderstreept verder de noodzaak van meer investeringen en samenwerking tussen EU- en LAC-instellingen en -bedrijven om gezamenlijk de energietransitie en decarbonisatie van de economie tot stand te brengen en de basisinfrastructuur te verbeteren; benadrukt het belang van verbetering van het bestuur en de gerechtelijke procedures, teneinde bossen te beschermen en ecologische landbouwpraktijken uitte breiden;
49. acht het van fundamenteel belang de onderhandelingen tussen de EU en Mercosur te versnellen teneinde een volledige, evenwichtige en voor beide partijen voordelige associatieovereenkomst te sluiten, zoals de Europese Raad heeft verklaard in zijn conclusies van 9 maart 2017, zodat het bestaande netwerk van overeenkomsten tussen de EU en Latijns-Amerika kan worden voltooid; beklemtoont dat de onderhandelingen moeten worden afgerond en dat voor het eind van de lopende termijn een door het Parlement te ratificeren overeenkomst moet worden gesloten, hetgeen positief zal bijdragen aan de economische groei en de werkgelegenheid in beide economische gebieden, en daarnaast ook onze historische, culturele, politieke betrekkingen en samenwerkingsverbanden alsook het vertrouwen tussen onze volken zal verbeteren;
50. wijst op het belang van het versnellen van de lopende onderhandelingen voor de actualisering van de Algemene Overeenkomst EU-Mexico, en dringt erop aan deze onderhandelingen tegen het eind van 2017 af te ronden; wijst op het belang van het tot stand brengen van de Algemene Overeenkomst EU-Chili voor het eerste trimester van 2018; verzoekt de nationale parlementen van de lidstaten van de EU die dat nog niet hebben gedaan om de Associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika te ratificeren;
51. benadrukt het belang van de recente toetreding van Ecuador tot de multisectorale overeenkomst met Colombia en Peru, en herinnert eraan dat de deur ook openstaat voor Bolivia mocht dat land overwegen tot de overeenkomst toe te treden; is verheugd over de toepassing van de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf in de Schengenlanden voor Peru en Colombia; dringt er in dit verband op aan dezelfde vrijstelling ook voor Ecuador te laten gelden; geeft aan dat deze vrijstellingen bijdragen tot verbetering van de economische en culturele banden van de EU met de landen in kwestie;
52. benadrukt dat het van essentieel belang is om stelselmatig regels inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en clausules ter waarborging van de sociale en de mensenrechten op te nemen in associatie-, handels- en investeringsovereenkomsten tussen de EU en de LAC-landen;
53. wijst erop dat Mexico en Brazilië als strategische partners van de EU zijn aangemerkt, en dringt erop aan ook Argentinië - als hoofdrolspeler in de regio, en als lid van Mercosur en de G20 - deze status toe te kennen, en vindt het kader voor institutionele betrekkingen moet worden vernieuwd;
54. erkent de betekenis van de Ibero-Amerikaanse toppen – die de afgelopen jaren beter zijn gaan functioneren – en wijst op de ondersteunende rol van het tijdelijke voorzitterschap dat wordt uitgeoefend door het Ibero-Amerikaans secretariaat-generaal; onderstreept de toegevoegde waarde van de toppen voor het algemene partnerschap tussen de twee regio's als forum voor dialoog, coördinatie en samenwerking; vraagt in dit verband om een samenwerkingsmechanisme, dat de vorm van een memorandum van overeenstemming of een kadersamenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en/of de EDEO en het Ibero-Amerikaans secretariaat-generaal zou kunnen aannemen, om de betrekkingen tussen beide instanties te optimaliseren en beter te structureren, te ordenen en te systematiseren; is verheugd dat op de jongste Ibero-Amerikaanse top bijzondere aandacht is besteed aan relevante gebieden als jeugd, onderwijs en ondernemerschap;
55. herhaalt dat de EuroLat-Vergadering en de parlementaire delegaties zeer succesvolle en nuttige fora zijn voor de parlementaire dimensie van het strategisch partnerschap, en voor de politieke dialoog tussen de EU en de LAC-landen, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld, waarvan de rol moet worden versterkt, en ook belangrijk zijn voor het overbrengen van de eisen van de burgers aan de EU-Celac-toppen; benadrukt dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat de discussies en conclusies van de EuroLat-Vergadering zichtbaar zijn en verspreid worden, zowel door middel van interactie met de EU-Celac-toppen als via nationale en regionale institutionele kanalen;
56. onderstreept de rol van de Stichting EU-Latijns-Amerika/Cariben als internationale organisatie, en dringt erop aan dat de overeenkomst houdende de oprichting ervan door alle 62 leden snel wordt geratificeerd, hetgeen een belangrijke rol zou spelen bij de ondersteuning van het bi-regionale partnerschap, en vraagt om de oprichting van permanente samenwerkingsverbanden tussen de stichting en de EuroLat-Vergadering;
57. is voorstander van een uitbreiding van het mandaat voor externe leningen van de Europese Investeringsbank voor Latijns-Amerika om activiteiten te ondersteunen en te ontwikkelen in respons op de financieringsbehoeften voor prioritaire gebieden, zoals beperking van de klimaatverandering, ontwikkeling van sociale, economische en milieu-infrastructuur, en ondersteuning van kmo's;
58. vraagt om betere en multilaterale coördinatie tussen de EU-lidstaten in de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Ontwikkelingsbank van Latijns-Amerika (CAF), teneinde hun economische impact op de ontwikkelingsprogramma's voor LAC-landen te maximaliseren;
59. betuigt opnieuw zijn steun aan het vredesproces in Colombia, dat doorslaggevend is voor de toekomst van de Colombianen en voor de stabilisering van de regio waar Colombia deel van uitmaakt, en verbindt zich ertoe de Colombiaanse regering te steunen bij de uitvoering ervan; onderstreept in dit verband dat het belangrijk is dat de gehele Colombiaanse samenleving hierbij betrokken wordt, met name slachtoffers en maatschappelijke organisaties, evenals gedwongen ontheemde personen, alsook leden van de regering, en dat de veiligheid en bescherming van mensenrechtenactivisten en gemeenschapsleiders wordt gegarandeerd; verzoekt de EU en haar lidstaten met klem door te gaan met het geven van politieke en financiële steun, waaronder middels de verordening tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, en in het bijzonder artikel 5, lid 2, daarvan, en het EU-trustfonds voor Colombia, en steunt de rol van de speciale gezant voor Colombia van de VV/HV; spreekt de wens uit dat ook het Nationaal Bevrijdingsleger zich aan het lopende vredesproces committeert;
60. maakt zich ernstige zorgen over de sterk verslechterende situatie met betrekking tot de democratie, de mensenrechten en de sociaaleconomische omstandigheden in Venezuela, in een klimaat van toenemende politieke en maatschappelijke instabiliteit; verzoekt de Venezolaanse regering de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van instituties te waarborgen, en de volledige grondwettelijke autoriteit van de Nationale Vergadering te herstellen; verzoekt de Venezolaanse regering daarnaast alle politieke gevangen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten, en zo spoedig mogelijk een kalender voor vrije en transparante verkiezingen vast te stellen; verzoekt de internationale gemeenschap, de regionale actoren en de VV/HV een brede nationale regering te bevorderen en te steunen, als de enig mogelijke oplossing; verzoekt de VV/HV actief te onderzoeken welke andere mogelijkheden er nog zijn om op constructieve wijze een bijdrage te levere aan de politieke stabilisering van het land; verwerpt in dit verband elke poging om de grondwettelijk erkende bevoegdheden van de Nationale Vergadering over te dragen aan een ander orgaan;
61. is ingenomen met de ondertekening van de overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de EU en Cuba in december 2016; benadrukt het belang van de versnelling van de toepassing ervan, die een positief effect kan hebben op het hele partnerschap tussen de EU en de Celac; benadrukt dat de politieke dialoog en de samenwerkingsovereenkomst moeten bijdragen tot betere leefomstandigheden en sociale rechten van de Cubaanse burgers, tot progressie in de richting van democratie, en respect voor en bevordering van fundamentele vrijheden; beklemtoont dat de geldigheid van de overeenkomst zal afhangen van de tenuitvoerlegging in de praktijk - door de Cubaanse regering - van de mensenrechtenbepalingen in de overeenkomst in overeenstemming met de resoluties van het Europees Parlement;
62. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de Celac-landen.
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0016.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0269.
- [3] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0200.
- [4] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0297.
- [5] Aangenomen teksten, P8_TA(2014)0041.
- [6] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/montevideo_2016/adopted_docs/trade_en.pdf
- [7] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/montevideo_2016/adopted_docs/poverty_en.pdf
- [8] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/montevideo_2016/adopted_docs/pparties_en.pdf
- [9] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/montevideo_2016/adopted_docs/china_en.pdf
- [10] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/athens2014/adopted_docs/femicide/1026102en.pdf
- [11] http://www.europarl.europa.eu/intcoop/eurolat/assembly/plenary_sessions/montevideo_2016/adopted_docs/migration_en.pdf
- [12] Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0141.
- [13] Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0280.
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (31.5.2017)
aan de Commissie buitenlandse zaken
over de politieke betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika
(2017/2027(INI))
Rapporteur: Enrique Guerrero Salom
SUGGESTIES
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. wijst erop dat ongelijkheid, ondanks een belangrijke economische groei waardoor het niveau van armoede en ongelijkheid is afgenomen, een belangrijke hinderpaal blijft voor de ontwikkeling van de regio, waar 175 miljoen mensen, met name vrouwen en jongeren, in armoede en uitsluiting leven; onderstreept dat economische groei, inclusieve sociale ontwikkeling, de eerlijke verdeling van de welvaart en universele verlening van openbare basisdiensten essentieel zijn om aan deze situatie het hoofd te bieden;
2. meent dat de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG's) het belangrijkste doel moet zijn van de samenwerking tussen Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en de EU; verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) om samen met de LAC-landen doeltreffende strategieën vast te stellen om de SDG's te realiseren; dringt er bij de Unie op aan de programma's voor begrotingssteun te versterken;
3. herinnert eraan dat de Unie de belangrijkste steunverlener in de regio is en meent dat de afschaffing van de Europese steun aan de LAC-landen, ook aan de middeninkomenslanden onder hen, waar ongelijkheden blijven bestaan tussen verschillende geografische gebieden, stedelijke en landbouwgebieden, die vooral vrouwen en minderheden treffen, een terugval zou betekenen en hun toekomstige ontwikkeling zou afremmen; verzoekt de Commissie en de Raad zich duidelijk te engageren ten aanzien van de LAC-landen en met name Midden-Amerika, en daarbij naar behoren rekening te houden met het toekomstige partnerschap tussen de EU en de ACS-landen, zodat geen enkel land achterblijft, en de negatieve gevolgen in de landen die recentelijk zijn gegradueerd of zich in een overgangsfase bevinden, te beperken;
4. is van mening dat de Unie in de huidige regionale en mondiale context haar betrekkingen met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied verder moet uitbouwen door op alle gebieden een nauwere samenwerking aan te gaan om zo een bilaterale relatie van het hoogste niveau te bewerkstelligen;
5. verzoekt de Commissie de beschikbare instrumenten aan te wijzen en daaraan voldoende middelen toe te wijzen onder inachtneming van de beginselen inzake doeltreffendheid, doelgerichte benutting van middelen, harmonisatie, wederzijdse verantwoording, rekenschap en afstemming op de ontwikkelingsstrategieën van de LAC-landen, om de LAC-landen te helpen hun doelstellingen te bereiken en zich aan een hypothetische beperking van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan te passen; dringt erop aan dat deze instrumenten de overdracht van knowhow en opleiding omvatten en de hervorming van het beheer van de belastingen en de overheidsfinanciën ondersteunen, met het oog op de bevordering van groei en hoogwaardige overheidsdiensten;
6. steunt het initiatief van de Latijns-Amerikaanse landen om een kaderovereenkomst betreffende de herstructurering van staatsschulden tot stand te brengen onder auspiciën van de Verenigde Naties;
7. betreurt dat de humanitaire hulp is verminderd en verwerpt de verdere beknotting van de hulp in gebieden die deze het meeste nodig hebben (het noordelijke deel van Midden-Amerika, Haïti, Colombia), alsook in gebieden die bijzonder zwaar getroffen zijn door klimaatverandering en natuurrampen;
8. veroordeelt de opstelling van de regeringen in bepaalde landen, die weigeren internationale humanitaire hulp te ontvangen, waardoor zij het in die landen onmogelijk maken in de meest elementaire behoeften te voorzien; verzoekt de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter om bij de bevoegde autoriteiten aan te dringen op het toelaten van deze hulp en om voor ieder land een steunplan voor te stellen;
9. wijst op de dringende noodzaak om de strijd tegen corruptie, belastingfraude en straffeloosheid op te voeren, aangezien die tot de voornaamste hinderpalen behoren die ontwikkeling tegengaan, de eerbiediging van de rechtsstaat, vrije en transparante verkiezingen, de scheiding van de machten en gelijke toegang tot een onafhankelijk, onpartijdig en professioneel rechtsstelsel te verzekeren, goed bestuur te ondersteunen, institutionele tekortkomingen aan te pakken en de administratie te versterken; waardeert het werk dat EUROsociAL op dit gebied heeft verricht;
10. constateert met bezorgdheid dat de gevallen van landroof in de LAC-regio in de afgelopen tien jaar verband houden met de voedsel-diervoeder-brandstof-industrie, alsook met de strategieën voor de bestrijding van klimaatverandering (i.e. bossen doen vallen onder programma's voor koolstofcompensatie zoals bij REDD+); constateert verder dat de toenemende regionale en internationale vraag naar minerale en fossiele brandstoffen heeft geleid tot de verlening van grootschalige mijnbouwconcessies, die grote gevolgen kunnen hebben voor de landrechten van gemeenschappen; roept de landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op om alle legitieme landrechten te erkennen, inclusief informele, inheemse en traditionele eigendomsrechten, in overeenstemming met de FAO-richtlijnen voor verantwoord landbeheer, en acht te slaan op het beginsel van de vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de lokale bevolking die de gevolgen van grondtransacties ondervindt;
11. benadrukt dat er nergens ter wereld meer mensenrechtenactivisten worden vermoord dan in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied; dringt erop aan om in ontwikkelingsprogramma's rekening te houden met de extreme kwetsbaarheid van mensenrechtenactivisten en deze programma's te gebruiken om op ambitieuze wijze bij te dragen aan hun bescherming; vraagt de EDEO om zich extra in te spannen om toezicht te houden op het beheer van fondsen die bestemd zijn voor de bescherming van mensenrechtenactivisten;
12. vraagt om inachtneming van de internationale mensenrechtenverdragen, de deelname van de verschillende regeringen in de regionale instellingen, alsook van de samenwerking met de inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens bij de ontwikkeling van de bilaterale betrekkingen;
13. wijst op het fundamentele belang van overheidsmaatregelen, met name op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, alsook particuliere initiatieven, die mogelijkheden scheppen voor de bijna 30 miljoen jongeren die noch studeren, noch werken; onderstreept dat ontwikkelingsprogramma's ook de problematiek van de vele conflicten, geweld, georganiseerde misdaad en moorden moeten aanpakken, waardoor met name jongeren en adolescenten worden getroffen en die een van de grootste uitdagingen voor de LAC-landen vormen;
14. wijst erop dat het belangrijk is de mogelijkheden van meer buitenlandse investeringen en een grotere participatie van de particuliere sector te verkennen en beide te bevorderen, in een kader waar de mensenrechten, het milieu en de arbeidsrechten worden geëerbiedigd en waar investeerders de door de VN ondersteunde beginselen voor verantwoord investeren onderschrijven en toepassen, terwijl ook de rechtszekerheid van investeringen en het beginsel van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden gewaarborgd;
15. verzoekt de Commissie, gelet op de aanbevelingen die door de Rekenkamer worden gedaan in het speciaal verslag over het combineren van subsidies en leningen (blending), om op haar gemengde steunprogramma's afdwingbare criteria toe te passen betreffende de doeltreffendheid van ontwikkelingssteun, met name wat betreft de eigen verantwoording, de coördinatie met partnerlanden en de additionaliteit, transparantie en controleerbaarheid van de ontwikkelingssteun;
16. roept de EIB en de financiële ontwikkelingsinstellingen van de EU-lidstaten op om zich ervan te vergewissen of bedrijven die steun van hen ontvangen niet aan belastingontwijking doen via offshorecentra en belastingparadijzen, alsook om op doeltreffende wijze de financiële stromen, de schuldhoudbaarheid en de toegevoegde waarde van hun projecten voor duurzame ontwikkeling te volgen en te controleren;
17. onderstreept het belang van een gecoördineerde aanpak op de verschillende beleidsterreinen en het bevorderen van de participatie van alle politieke en sociale actoren, vakbonden en andere maatschappelijke organisaties, en dit zowel op nationaal als op lokaal niveau, met het oog op de verwezenlijking van de SDG's; meent dat publieke goederen die essentieel zijn voor ontwikkeling door de publieke sector aan iedereen ter beschikking moeten worden gesteld, en dat beroepsmogelijkheden tegen mensenrechtenschendingen voor iedereen moeten openstaan, ook wanneer deze worden begaan door bedrijven;
18. onderstreept dat economische groei en handel essentiële factoren zijn voor de verwezenlijking van duurzame ontwikkeling, maar niet volstaan om armoede, ongelijkheid en uitsluiting weg te werken; dringt aan op beleid dat bijdraagt tot het wegwerken van deze problemen door gediversifieerde, duurzame en inclusieve groei, waarin sterk de nadruk ligt op sociale kwesties, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten;
19. benadrukt dat Latijns-Amerika en het Caribisch gebied nog steeds met belangrijke aan staatsschuld gerelateerde problemen kampen; roept op tot een op menselijke behoeften gebaseerde aanpak van de schuldhoudbaarheid middels de tenuitvoerlegging van de UNCTAD-beginselen; verheugt zich in dit verband over het streven van de VN naar een internationaal schuldherstructureringsmechanisme;
20. herinnert eraan dat de LAC-landen als gevolg van hun geografische en geologische ligging erg kwetsbaar zijn voor natuurrampen, een situatie die nog wordt verergerd door de klimaatverandering, die internationaal moet worden aangepakt in overeenstemming met het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid; verzoekt de Commissie en de LAC-landen om de onderliggende oorzaken van de klimaatverandering aan te pakken en weerbaarheidsmaatregelen en risicopreventiestrategieën en -protocollen vast te stellen, om in noodgevallen snel humanitaire hulp te kunnen mobiliseren;
21. vraagt dat de ontwikkelingsprogramma's in de LAC-landen gendermainstreaming toepassen, de fundamentele vrijheden en rechten van vrouwen verdedigen, de seksuele en reproductieve gezondheid van vrouwen waarborgen en hun arbeidskansen bevorderen; onderstreept dat volgens de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (Eclac) iedere dag gemiddeld 12 vrouwen uit de regio overlijden; wijst erop dat de beëindiging van vrouwenmoorden en seksediscriminatie een prioritaire doelstelling voor de ontwikkeling van de regio en de verwezenlijking van de SDG's moet zijn;
22. herinnert aan de toezeggingen van de EU in de actieplannen EU-Celac (Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten) van 2013 en 2015 betreffende de uitbanning van geweld tegen vrouwen, en uit zijn bezorgdheid over de gebrekkige tenuitvoerlegging van hoofdstuk 7 daarvan inzake de bevordering van gendergelijkheid; verzoekt de lidstaten en de EDEO samen te werken en economische en institutionele middelen toe te wijzen om de naleving van de in de actieplannen neergelegde aanbevelingen voor de bevordering van gendergelijkheid te waarborgen, met name ten aanzien van de uitbanning van alle vormen van geweld, overeenkomstig het Verdrag van Belém do Pará, het Verdrag van Istanbul en het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW);
23. dringt aan op een betere coördinatie van de steunmaatregelen en -programma's ten behoeve van de LAC-landen alsook met de ultraperifere gebieden en de in de regio gelegen landen en gebieden overzee; dringt erop aan dat de politieke beloften die zijn gedaan op de regionale topbijeenkomsten EU-LAC worden nagekomen en dat daarvoor de nodige financiële middelen worden uitgetrokken.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
30.5.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
17 0 5 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Beatriz Becerra Basterrechea, Ignazio Corrao, Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Maria Heubuch, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Stelios Kouloglou, Arne Lietz, Linda McAvan, Vincent Peillon, Lola Sánchez Caldentey, Elly Schlein, Eleni Theocharous, Paavo Väyrynen, Bogdan Brunon Wenta, Anna Záborská |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Ádám Kósa, Cécile Kashetu Kyenge, Paul Rübig, Judith Sargentini |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
17 |
+ |
|
ALDE |
Beatriz Becerra Basterrechea, Paavo Väyrynen |
|
ECR |
Eleni Theocharous |
|
EFDD |
Ignazio Corrao |
|
PPE |
Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Ádám Kósa, Paul Rübig, Bogdan Brunon Wenta |
|
S&D |
Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Cécile Kashetu Kyenge, Arne Lietz, Linda McAvan, Vincent Peillon, Elly Schlein |
|
0 |
- |
|
|
|
|
5 |
0 |
|
GUE/NGL |
Stelios Kouloglou, Lola Sánchez Caldentey |
|
PPE |
Anna Záborská, |
|
Verts/ALE |
Maria Heubuch en Judith Sargentini |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
11.7.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0 |
55 7 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Bas Belder, Mario Borghezio, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Aymeric Chauprade, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Arnaud Danjean, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Michael Gahler, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Janusz Korwin-Mikke, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ryszard Antoni Legutko, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, David McAllister, Tamás Meszerics, Francisco José Millán Mon, Javier Nart, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Tonino Picula, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Sofia Sakorafa, Jordi Solé, Jaromír Štětina, Charles Tannock, László Tőkés, Miguel Urbán Crespo, Ivo Vajgl, Elena Valenciano, Geoffrey Van Orden, Hilde Vautmans, Anders Primdahl Vistisen, Boris Zala |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Brando Benifei, Luis de Grandes Pascual, András Gyürk, Javi López, Marietje Schaake, Eleni Theocharous, Ernest Urtasun, Bodil Valero, Paavo Väyrynen, Marie-Christine Vergiat |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Ádám Kósa |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
55 |
+ |
|
ALDE |
Petras Auštrevičius, Iveta Grigule, Javier Nart, Jozo Radoš, Marietje Schaake, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans, Paavo Väyrynen |
|
ECR |
Bas Belder, Ryszard Antoni Legutko, Charles Tannock, Eleni Theocharous, Geoffrey Van Orden, Anders Primdahl Vistisen |
|
EVP |
Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Arnaud Danjean, Michael Gahler, András Gyürk, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ádám Kósa, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Alojz Peterle, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, László Tőkés, Luis de Grandes Pascual, Jaromír Štětina |
|
S&D |
Francisco Assis, Brando Benifei, Andi Cristea, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Arne Lietz, Javi López, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Elena Valenciano, Boris Zala |
|
VERTS/ALE |
Klaus Buchner, Barbara Lochbihler, Tamás Meszerics, Jordi Solé, Ernest Urtasun, Bodil Valero |
|
7 |
- |
|
EFDD |
James Carver |
|
GUE/NGL |
Javier Couso Permuy, Sabine Lösing, Sofia Sakorafa, Miguel Urbán Crespo, Marie-Christine Vergiat |
|
NI |
Janusz Korwin-Mikke |
|
2 |
0 |
|
EFDD |
Fabio Massimo Castaldo |
|
ENF |
Mario Borghezio |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding