VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen en Richtlijn 2006/126/EG betreffende het rijbewijs

20.10.2017 - (COM(2017)0047 – C8-0025/2017 – 2017/0015(COD)) - ***I

Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Peter Lundgren


Procedure : 2017/0015(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0321/2017
Ingediende teksten :
A8-0321/2017
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen en Richtlijn 2006/126/EG betreffende het rijbewijs

(COM(2017)0047 – C8-0025/2017 – 2017/0015(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0047),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 91 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0025/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 31 mei 2017[1],

–  na raadpleging van het Comité van de Regio's,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0321/2017),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1)  In haar witboek van 28 maart 2011 stelde de Commissie dat het noodzakelijk was om door middel van onderzoek en de invoering van al beschikbare technologische vernieuwingen vorderingen te maken in de richting van een concurrerende vorm van uitstootarme mobiliteit zodat er, dankzij harmonisatie van het beleid van de lidstaten, vooruitgang kan worden geboekt richting een echte interne markt voor de vervoersector.

Amendement2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  Het streefcijfer voor de vermindering van de broeikasgasemissies van de transportsector is vastgesteld op 20 % onder het niveau van 2008; dat doel moet uiterlijk in 2030 zijn bereikt. Met het oog daarop moeten bestuurders op passende wijze worden opgeleid om zo efficiënt mogelijk te rijden. Dit moet worden bereikt door duurzame mobiliteit te stimuleren door middel van de bevordering van voertuigen die zijn uitgerust met motoren die op alternatieve brandstoffen rijden, alsook door duurzamere vormen van vervoer, zoals het gebruik van hogecapaciteitsvoertuigen in het vervoer over de weg of het intermodale vervoer.

Amendement3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Om te waarborgen dat de lidstaten eenzelfde uitlegging hanteren bij de toepassing van vrijstellingen van het toepassingsgebied van deze richtlijn, moet de Commissie de betekenis van "voornaamste activiteit" in de zin van deze richtlijn verduidelijken.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Rekening houdend met de ontwikkelingen op het gebied van opleiding en onderwijs en teneinde ervoor te zorgen dat Richtlijn 2003/59/EG een grotere impact heeft op de verkeersveiligheid en dat de opleiding beter afgestemd wordt op de behoeften van bestuurders, moeten verkeersveiligheidsthema’s, zoals gevarenperceptie en de bescherming van kwetsbare weggebruikers, en zuinig rijden een grotere plaats krijgen in de opleiding.

(6)  Rekening houdend met de ontwikkelingen op het gebied van opleiding en onderwijs en teneinde ervoor te zorgen dat Richtlijn 2003/59/EG een grotere impact heeft op de verkeersveiligheid en dat de opleiding beter afgestemd wordt op de behoeften van bestuurders, moeten verkeersveiligheidsthema's, zoals gevarenperceptie en de bescherming van kwetsbare weggebruikers, en met name van voetgangers, fietsers en personen met beperkte mobiliteit, en zuinig rijden een grotere plaats krijgen in de opleiding. Nieuwe technologieën op het gebied van wegvervoer, zoals het rijden met geconnecteerde voertuigen, moeten aan bod komen in die opleiding.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  Intelligente vervoerssystemen bieden mogelijkheden voor de verwezenlijking van de doelstellingen met betrekking tot de verlaging van het ongevallenpercentage, de beperking van emissies en de ontwikkeling van een concurrerende Europese vervoerssector, en daarom is het essentieel dat bestuurders worden opgeleid om het potentieel daarvan te benutten.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter)  Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en om het gebruik van nieuwe technologieën en nieuwe soorten alternatieve aandrijfsystemen te bevorderen, moet het berekende gewicht van het alternatieve aandrijfsysteem niet worden meegenomen bij de berekening van de totale massa van het voertuig.

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen de organisatie van opleidingen te moderniseren door voor een deel van de opleiding een beroep te doen op ICT, zoals e-learning en gemengd leren, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de opleiding.

(7)  De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen de organisatie van opleidingen te verbeteren, te moderniseren en te harmoniseren door voor een deel van de opleiding een beroep te doen op ICT, zoals e-learning en gemengd leren, en daarbij te zorgen voor de hoogste kwaliteit, een goede uitvoering en doeltreffendheid van de opleiding en disciplines die betrekking hebben op gevoelige onderwerpen uit te sluiten, zoals het besturen van voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen, zware goederen of dieren en het rijden in ongunstige weersomstandigheden.

Amendement8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Om de samenhang tussen de verschillende vormen van de op grond van de EU-regelgeving vereiste opleiding te waarborgen, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen verschillende types relevante opleidingen te combineren, bijvoorbeeld door de opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, het vervoer van dieren of de omgang met personen met een handicap te combineren met de opleiding waarin Richtlijn 2003/59/EG voorziet.

(8)  Om de samenhang tussen de verschillende vormen van de op grond van de EU-regelgeving vereiste opleiding te waarborgen, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen verschillende types relevante opleidingen te combineren, bijvoorbeeld door de opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, het vervoer van dieren of de omgang met personen met een handicap te combineren met de opleiding waarin Richtlijn 2003/59/EG voorziet, alsook met opleiding inzake het vervoer van zware goederen en het vervoer bij ongunstige weersomstandigheden.

Amendement9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Om te voorkomen dat verschillen tussen de praktijken in de lidstaten een belemmering vormen voor de wederzijdse erkenning en afbreuk doen aan het recht van bestuurders om nascholing te volgen in de lidstaat waar zij werken, moet aan de autoriteiten van de lidstaten de verplichting worden opgelegd om documenten uit te reiken die de wederzijdse erkenning waarborgen voor elke bestuurder die aan de eisen van Richtlijn 2003/59/EG voldoet.

(9)  Om te voorkomen dat verschillen tussen de praktijken in de lidstaten een belemmering vormen voor de wederzijdse erkenning en afbreuk doen aan het recht van bestuurders om nascholing te volgen in de lidstaat waar zij werken, moet aan de autoriteiten van de lidstaten de verplichting worden opgelegd om de kwalificatiekaart bestuurder uit te reiken, in de door de standaardmodellen voorgeschreven vorm, die de wederzijdse erkenning waarborgt voor elke bestuurder die aan de eisen van Richtlijn 2003/59/EG voldoet.

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Om het risico van verschillende interpretaties van "niet-commercieel vervoer van personen of goederen" te vermijden, moet dit concept worden geïnterpreteerd volgens de eenvormige definitie die ervan wordt gegeven in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Gezien de doelstelling van het witboek om de broeikasgasemissie met 60 % te verminderen en het aantal door conventionele brandstoffen aangedreven voertuigen in het stedelijk vervoer te halveren tussen nu en 2030 en voor 2050 volledig uit te bannen, moeten de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2006/126/EG en het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie de mogelijkheid krijgen om op hun grondgebied het besturen van door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen met een gewicht tot 4 250 kg met een B-rijbewijs toe te staan, op voorwaarde dat de gewichtsoverschrijding van het voertuig uitsluitend toe te schrijven is aan de massa van het alternatieve-brandstofsysteem ervan en dat het gebruik van deze voertuigen bijdraagt tot de reductie van broeikasgasemissies en de verbetering van de luchtkwaliteit. Bovendien moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de bestuurders van dergelijke voertuigen verplicht een aanvullende opleiding volgen, opdat ook de positieve effecten op de verkeersveiligheid aan bod komen en milieubewust rijden wordt aangemoedigd.

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  De Commissie heeft geconstateerd dat bij ongeveer 33 % van alle in de EU door vrachtwagens afgelegde ritten een lidstaatgrens wordt overschreden. Vervoersondernemers moeten daarom weten waar zij informatie kunnen krijgen over de verschillende wetgevingen die voor hun beroepsgroep gelden, en daarmee moet rekening worden gehouden bij het opzetten van opleidingsprogramma's voor het desbetreffende getuigschrift van vakbekwaamheid.

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 ter)  Gezien de tekortkomingen met betrekking tot de communicatie over de verschillende geldende wetgevingen waarbij de vervoersactiviteiten in de Unie worden geregeld, is het noodzakelijk om een gemeenschappelijke databank te creëren waarin actuele informatie wordt opgeslagen over de regelgeving op het gebied van vervoer, die ten minste in diverse van de meest gebruikte talen in de Unie moet worden vertaald om een aantal van de obstakels weg te nemen die de invoering van een efficiënte en concurrerende interne Europese vervoersmarkt in de weg staan.

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter a

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  voertuigen in gebruik bij of onder controle van de strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer en diensten verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde, voor zover het vervoer voortvloeit uit de opdrachten waarmee die diensten zijn belast;

b)  voertuigen in gebruik bij of onder controle van de strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer, de diensten verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en medische noodvervoersdiensten, voor zover het vervoer voortvloeit uit de opdrachten waarmee die diensten zijn belast;

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 2 – letter c

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  letter c wordt vervangen door:

c)  voertuigen die op de weg worden getest in verband met technische verbeteringen, reparatie of onderhoud, en nieuwe of omgebouwde voertuigen die nog niet in het verkeer zijn gebracht;

c)  voertuigen die op de weg worden getest in verband met technische verbeteringen, reparatie en onderhoud, en nieuwe of omgebouwde voertuigen die nog niet in het verkeer zijn gebracht, of voertuigen zonder passagiers die terug naar en/of uit het depot worden gereden door onderhoudspersoneel;"

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 2 – letter e – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Deze richtlijn is evenmin van toepassing op personen die een rijbewijs of een getuigschrift van vakbekwaamheid willen behalen overeenkomstig artikel 6 en artikel 8, lid 1, wanneer die personen een aanvullende rijopleiding op de werkplek volgen, op voorwaarde dat de betrokkenen worden begeleid door een andere persoon die houder is van een getuigschrift van vakbekwaamheid, of door een rijinstructeur, voor de categorie van het voertuig dat daarvoor wordt gebruikt;

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 2 – letter g bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  de volgende letter g bis wordt toegevoegd:

 

g bis)   voertuigen die binnen een straal van minder dan 100 km van hun standplaats worden gebruikt, mits het rijden met het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is.

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter c

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 2 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h)  voertuigen die door landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt- of visserijbedrijven worden gebruikt, of zonder bestuurder worden gehuurd, voor het vervoer van goederen in het kader van hun eigen bedrijvigheid, mits het rijden met het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is.;

h)  voertuigen die door landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt- of visserijbedrijven worden gebruikt, of zonder bestuurder worden gehuurd, voor het vervoer van goederen of noodzakelijke artikelen in het kader van hun eigen bedrijvigheid, mits het rijden met het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is.;

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 7 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De nascholing is een opleiding die houders van een getuigschrift van vakbekwaamheid in de gelegenheid stelt de voor hun werk essentiële kennis te actualiseren, waarbij speciale nadruk wordt gelegd op verkeersveiligheid en een rationeel brandstofverbruik.

De nascholing is een opleiding die houders van een getuigschrift van vakbekwaamheid in de gelegenheid stelt de voor hun werk essentiële kennis te actualiseren en waarbij gedurende tenminste één dag speciale nadruk wordt gelegd op verkeersveiligheid, gezondheid en veiligheid op het werk en rationeel brandstofverbruik, bijvoorbeeld door middel van milieubewust rijden.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 7 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  de tweede alinea wordt vervangen door:

Deze opleiding wordt georganiseerd door een overeenkomstig deel 5 van bijlage I erkend opleidingscentrum. Indien een bestuurder van werkgever verandert, moet met de reeds gevolgde nascholing rekening gehouden worden.

Deze opleiding wordt georganiseerd door een overeenkomstig deel 5 van bijlage I erkend opleidingscentrum. Een aanzienlijk deel van de opleiding wordt gegeven in de vorm van conventioneel klassikaal onderwijs, een tweede deel bestaat uit praktijklessen op een oefenterrein en een derde deel kan worden gegeven met behulp van hoogwaardige simulatoren. Indien een bestuurder van werkgever verandert, moet met de reeds gevolgde nascholing rekening gehouden worden.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 7 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De nascholing heeft ten doel de kennis over bepaalde onderwerpen op de lijst van deel 1 van bijlage I opnieuw te bestuderen en uit te diepen. De nascholing omvat telkens minstens één onderwerp in verband met verkeersveiligheid en bestrijkt diverse onderwerpen. Bij de bepaling van de opleidingsthema’s wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van het door de bestuurder verricht vervoer en met ontwikkelingen op het gebied van de geldende regelgeving en technologie.;

De nascholing heeft ten doel de kennis over bepaalde onderwerpen op de lijst van deel 1 van bijlage I opnieuw te bestuderen en uit te diepen. De nascholing omvat telkens minstens één onderwerp in verband met verkeersveiligheid en bestrijkt diverse onderwerpen. Bij de bepaling van de opleidingsthema’s wordt rekening gehouden met ontwikkelingen in de desbetreffende wetgeving en technologie. Voor zover mogelijk wordt ook rekening gehouden met de specifieke opleidingsbehoeften van de bestuurder;

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Op basis van de in artikel 6 en in artikel 8, lid 1, bedoelde getuigschriften, brengen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inachtneming van artikel 5, leden 2 en 3, en artikel 8, de geharmoniseerde EU-code 95 als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 2006/126/EG naast de overeenkomstige rijbewijscategorieën aan op:

Op basis van de in artikel 6 en in artikel 8, lid 1, bedoelde getuigschriften, brengen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inachtneming van artikel 5, leden 2 en 3, en artikel 8, de geharmoniseerde EU-code 95 als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 2006/126/EG naast de overeenkomstige rijbewijscategorieën aan op:

–   hetzij het rijbewijs,

  het rijbewijs,

–   hetzij de "kwalificatiekaart bestuurder" die is opgesteld overeenkomstig het in bijlage II beschreven model;

  of, indien het onmogelijk is de code op het rijbewijs aan te brengen, de "kwalificatiekaart bestuurder" die is opgesteld overeenkomstig het in bijlage II beschreven model;

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 – lid 1 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De door de lidstaten afgegeven kwalificatiekaarten worden onderling erkend. Bij de afgifte van de kaart vergewissen de bevoegde autoriteiten zich ervan dat het rijbewijs waarvan het nummer op de kaart vermeld staat, nog geldig is.

De door de lidstaten afgegeven kwalificatiekaarten worden onderling erkend. Bij de afgifte van de kaart vergewissen de bevoegde autoriteiten zich ervan dat het rijbewijs voor de betrokken voertuigcategorie nog geldig is.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  a) Bestuurders als bedoeld in artikel 1, onder b, die goederenvervoer over de weg verrichten, bewijzen met behulp van het bij Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad(*) ingestelde bestuurdersattest dat zij de kwalificatie bezitten en de opleiding hebben genoten die door deze richtlijn worden verlangd. Dit bestuurdersattest wordt wederzijds erkend voor de toepassing van deze richtlijn, zelfs wanneer de relevante EU-code er niet op aangebracht is.

2.  Bestuurders als bedoeld in artikel 1, onder b), die goederenvervoer over de weg verrichten, hebben ook het recht met behulp van het bij Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad(*) ingestelde bestuurdersattest te bewijzen dat zij de kwalificatie bezitten en de opleiding hebben genoten die door deze richtlijn worden verlangd, mits het attest de EU-code 95 draagt. Voor de toepassing van deze richtlijn brengt de lidstaat van afgifte de EU-code 95 aan in het veld "Opmerkingen" van het attest, wanneer de betrokken bestuurder voldoet aan de in deze richtlijn bedoelde eisen inzake kwalificatie en opleiding.

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  Bestuurders als bedoeld in artikel 1, onder b), die personenvervoer over de weg verrichten, bewijzen op één van de volgende manieren dat zij de kwalificatie bezitten en de opleiding hebben genoten die door deze richtlijn zijn verlangd:

Schrappen

-  hetzij aan de hand van de EU-code die is aangebracht op het rijbewijs van EU-model, als zij houder zijn van een dergelijk rijbewijs;

 

-  hetzij aan de hand van de in bijlage II bedoelde "kwalificatiekaart bestuurder" waarop de overeenkomstige EU-code is aangebracht;

 

-  hetzij aan de hand van een nationaal certificaat waarvan de lidstaten de geldigheid op hun grondgebied onderling erkennen.

 

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Bestuurdersattesten die niet zijn voorzien van de EU-code 95 en die vóór ... [PB: de in artikel 3, lid 1, genoemde datum invoegen] zijn afgegeven overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1072/2009, en met name lid  7 daarvan, worden met betrekking tot de naleving van de in deze richtlijn bedoelde opleidingseisen aanvaard als bewijs van kwalificatie tot de datum waarop zij verstrijken.

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  Het volgende artikel wordt toegevoegd:

 

"Artikel 10 bis

 

Register en controle

 

Vóór … [PB: datum invoegen:12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] zetten de lidstaten een gezamenlijk Unienetwerk van nationale databanken op en sluiten zij daarop aan, om informatie te delen over afgegeven getuigschriften van vakbekwaamheid en over personen die eerder een vals getuigschrift hebben gebruikt of betrokken zijn geweest bij het vervaardigen of verspreiden van zulke getuigschriften.

 

Dat netwerk van onderling samenwerkende nationale databanken wordt zo opgezet dat de bevoegde autoriteiten het recht krijgen om bij een controle langs de weg of een onderzoek in realtime te controleren of het getuigschrift van vakbekwaamheid geldig is en informatie in te winnen over het getuigschrift van vakbekwaamheid van de persoon of over eerdere betrokkenheid bij de vervaardiging of verspreiding van vervalste getuigschriften. Het netwerk kan ook door de nationale autoriteiten van afgifte worden gebruikt bij de behandeling van aanvragen voor een getuigschrift van vakbekwaamheid."

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/126/EG

Artikel 4 – lid 4 – letter h

 

Bestaande tekst

Amendement

 

b bis)  letter h) wordt als volgt gewijzigd:

"h)  Categorie D1:

"h)  Categorie D1:

motorvoertuigen ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste 16 personen, de bestuurder niet meegerekend, en met een maximumlengte van 8 m; aan motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een toegestane maximale massa van ten hoogste 750 kg;"

motorvoertuigen ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste 22 personen, de bestuurder niet meegerekend, en met een maximumlengte van 8 m, met inbegrip van motorvoertuigen van deze categorie waaraan een aanhangwagen is gekoppeld met een toegestane maximale massa van ten hoogste 750 kg;";

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/126/EG

Artikel 6 – lid 4 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  aan artikel 6, lid 4, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"b bis)  door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 96/53/EG van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten, tot een gewicht van 4 250 kg, op voorwaarde dat de gewichtsoverschrijding van het voertuig tot boven 3 500 kg uitsluitend toe te schrijven is aan de massa van het alternatieve-brandstofsysteem ervan en dat het gebruik van deze voertuigen bijdraagt tot de reductie van broeikasgasemissies en de verbetering van de luchtkwaliteit; bovendien zorgen de lidstaten ervoor dat de bestuurders van dergelijke voertuigen verplicht een aanvullende opleiding volgen teneinde de positieve effecten op de verkeersveiligheid aan bod te brengen en milieubewust rijden aan te moedigen."

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [PB: gelieve de datum 18 maanden na de inwerkingtreding in te voegen] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [PB: gelieve datum in te vullen - 24 maanden na de datum van inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel1 – punt 1.2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  Het volgende punt 1.2 bis wordt toegevoegd:

 

1.2 bis.  Doelstelling: weten hoe te handelen bij extreme weersomstandigheden

 

weten en begrijpen hoe een reis bij extreme weersomstandigheden, zoals bij extreem hoge of lage temperaturen, met ijs bedekte wegen, sneeuwval of zware regenval, voorbereid en gepland moet worden; vertrouwd zijn met het gebruik van veiligheidsuitrusting, zoals sneeuwkettingen, en begrijpen wanneer een reis uitgesteld of geannuleerd moet worden wegens extreme weersomstandigheden.

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a – letter c

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – dee1 – punt 1.3– alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Optimalisering van het brandstofverbruik dankzij de toepassing van kennis betreffende de punten 1.1 en 1.2, het belang van te anticiperen op de verkeersstroom, rijden op veilige afstand en de snelheid van het voertuig benutten, constante snelheid, een vlotte rijstijl en de juiste bandendruk.;

Optimalisering van het brandstofverbruik dankzij de toepassing van kennis betreffende de punten 1.1 en 1.2, het belang van te anticiperen op de verkeersstroom, rijden op veilige afstand en de snelheid van het voertuig benutten, constante snelheid, een vlotte rijstijl en de juiste bandendruk, alsook vertrouwdheid met intelligente vervoerssystemen die zuinig rijden en een betere routeplanning mogelijk maken.;

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a – letter d

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage – deel 1.3 bis – alinea 1 – letter a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a)  zich bewust zijn van gevaarlijke situaties op de weg en dergelijke situaties kunnen herkennen; in staat zijn om doeltreffend met stress en gevaarlijk rijgedrag om te gaan.

Amendement    34

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a – letter d

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage – deel 1.3 bis – alinea 2 – letter a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  herkennen van potentieel gevaarlijke situaties zoals bestuurders die zijn afgeleid door bijv. smartphones en andere elektronische apparaten, evenals technologie aan boord van het voertuig.

Amendement    35

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a – letter d bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Artikel 1 – deel 1.3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)  het volgende punt 1.3 ter wordt toegevoegd:

 

1.3 ter  Doelstelling: de beroepsopleiding van beroepsbestuurders aanpassen aan hun profiel:

 

tijdens de praktische opleiding van beroepsbestuurders moeten de onderwerpen worden benadrukt in verband met vervoer, verkeersveiligheid, gezondheid en veiligheid op het werk, de verbetering van digitale kennis en vaardigheden, en het aanleren van milieubewuste rijmethoden. De inhoud van de opleiding moet overeenstemmen met de individuele opleidingsbehoeften van bestuurders naar gelang hun beroepsprofiel.

Amendement    36

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a –letter g bis (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel 1 – punt 2.2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

g bis)  punt 2.2 wordt vervangen door:

"2.2. Doelstelling: de regelgeving betreffende het goederenvervoer kennen:

"2.2.  Doelstelling: de regelgeving betreffende het goederenvervoer kennen:

documenten met betrekking tot vervoersexploitatie, uit standaardcontracten voor goederenvervoer voortvloeiende verplichtingen, opstelling van de documenten die het vervoerscontract uitmaken, internationale transportvergunningen, verplichtingen van het Verdrag betreffende de Overeenkomst tot Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg, opstelling van de internationale vrachtbrief, grensoverschrijdingen, expediteurs, speciale, de goederen begeleidende documenten."

documenten met betrekking tot vervoersexploitatie, aan boord mee te nemen documenten, verbod op het gebruik van bepaalde wegen, tolheffingen, uit standaardcontracten voor goederenvervoer voortvloeiende verplichtingen, opstelling van de documenten die het vervoerscontract uitmaken, internationale transportvergunningen, verplichtingen van het Verdrag betreffende de Overeenkomst tot Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg, opstelling van de internationale vrachtbrief, grensoverschrijdingen, expediteurs, speciale, de goederen begeleidende documenten.";

Amendement    37

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter a –letter g ter (nieuw)

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel 1 – punt 2.2 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

g ter)  in punt 2.2 wordt de volgende alinea ingevoegd:

 

De EU-richtlijnen en -verordeningen kennen waarbij het goederen- en personenvervoer over de weg wordt geregeld en weten waar de wetgeving betreffende verkeersveiligheid en de sociale wetgeving van de verschillende lidstaten van de Europese Unie kunnen worden gevonden;

Amendement    38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b – letter a

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel 2 – punt 2.1– alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen toestaan dat de opleiding ten dele wordt gevolgd via ICT-tools, zoals e-learning, en zien toe op de kwaliteit van de aangeboden opleiding; andere op grond van de EU-regelgeving verplichte opleiding mag als een onderdeel van de opleiding worden beschouwd. Dit omvat, doch niet uitsluitend, opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad(*), opleiding inzake de omgang met personen met een handicap op grond Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad(**) en opleiding over het vervoer van dieren op grond van Verordening (EG) nr. 1/2005(***).

De lidstaten kunnen toestaan dat de opleiding ten dele ook wordt gegeven via ICT-tools , zoals e-learning, onder het toezicht en de algemene verantwoordelijkheid van het erkend opleidingscentrum, waarbij erop wordt toegezien dat de hoogste kwaliteit, de goede uitvoering en de doeltreffendheid van de opleiding worden gehandhaafd en dat de onderwerpen worden gekozen waarvoor de ICT-tools het efficiëntst kunnen worden gebruikt. De lidstaten eisen met name een betrouwbare gebruikersidentificatie en passende controlemiddelen. De lidstaten kunnen specifieke opleiding die op grond van andere EU-regelgeving verplicht is, als een onderdeel van de opleiding beschouwen. Dit omvat, doch niet uitsluitend, opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad(*), opleiding inzake de omgang met personen met een handicap op grond Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad(**) en opleiding over het vervoer van dieren op grond van Verordening (EG) nr. 1/2005(***).

Amendement    39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter c

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Door een erkend opleidingscentrum worden nascholingscursussen georganiseerd. Deze cursussen duren 35 uur per vijf jaar en worden gegeven in modules van ten minste zeven uur. Dergelijke nascholingscursussen kunnen ten dele worden gegeven met behulp van hoogwaardige simulatoren en middels ICT-tools zoals e-learning, mits de kwaliteit van de opleiding wordt gewaarborgd. Minstens één van de modules van zeven uur wordt besteed aan een verkeersveiligheidsthema. De inhoud van de opleiding wordt afgestemd op de specifieke behoeften van het door de bestuurder verrichte vervoer en op de relevante ontwikkelingen op het gebied van technologie en regelgeving. Tijdens de modules van zeven uur komen verschillende thema's aan bod.

Door een erkend opleidingscentrum worden nascholingscursussen georganiseerd. Deze cursussen duren 35 uur per vijf jaar en worden gegeven in modules van ten minste zeven uur die over ten minste twee opeenvolgende dagen en ten hoogste drie dagen mogen worden gespreid. Een aanzienlijk deel van de opleiding wordt gegeven in de vorm van conventioneel klassikaal onderwijs, een tweede deel bestaat uit praktijklessen op een oefenterrein en een derde deel kan door het erkend opleidingscentrum worden gegeven met behulp van hoogwaardige simulatoren en ICT-tools zoals e-learning. Wanneer gebruik wordt gemaakt van e-learning zorgt het erkend opleidingscentrum ervoor dat de goede kwaliteit van de opleiding gehandhaafd wordt en kiest het onderwerpen waarvoor de ICT-tools het efficiëntst kunnen worden gebruikt. De lidstaten eisen met name een betrouwbare gebruikersidentificatie en passende controlemiddelen. De opleiding door middel van e-learning duurt ten hoogste 10 uur.

 

Minstens één van de modules van de opleidingscursussen wordt besteed aan een verkeersveiligheidsthema. Wat de inhoud van de opleiding betreft, wordt rekening gehouden met relevante ontwikkelingen op wetgevings- en technologisch gebied en, voor zover mogelijk, met de specifieke opleidingsbehoeften van de bestuurder. Tijdens de 35 uur moeten verschillende onderwerpen aan bod komen, inclusief herhalingsopleiding indien blijkt dat de bestuurder specifieke corrigerende opleiding nodig heeft.

Amendement    40

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1 – punt 1 – letter c

Richtlijn 2003/59/EG

Bijlage I – deel 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voltooide specifieke opleiding die verplicht is op grond van andere EU-regelgeving mag als één van de modules van zeven uur worden beschouwd. Dit omvat, doch niet uitsluitend, opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG, opleiding inzake het vervoer van dieren op grond Verordening (EU) nr. 1/2005 en, voor het vervoer van passagiers, opleiding over de omgang met personen met een handicap op grond van Verordening (EU) nr. 181/2011.;

De lidstaten mogen voltooide specifieke opleiding die verplicht is op grond van andere EU-regelgeving als één van de modules van zeven uur beschouwen. Dit omvat, doch niet uitsluitend, opleiding inzake het vervoer van dieren, die verplicht is op grond Verordening (EG) nr. 1/2005 en, voor het vervoer van passagiers, opleiding over de omgang met personen met een handicap op grond van Verordening (EU) nr. 181/2011. Voltooide specifieke opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG, mag als twee van de modules van zeven uur worden gerekend.

  • [1]  PB C 288 van 31.8.2017, blz. 115.

TOELICHTING

Het wegvervoer is van cruciaal belang voor de Europese economie en zal dat ten minste in de nabije toekomst ook blijven, ongeacht of het om goederen- of personenvervoer gaat. Moderne ontwikkelingen zoals het uitbesteden van de productie naar andere landen of de voortschrijdende verschuiving in de richting van de digitale economie, met inbegrip van online shopping, hebben tot gevolg dat de transportbedrijven steeds meer en steeds vaker dan voorheen vracht door Europa moeten vervoeren en tegelijkertijd moeten proberen competitief te blijven door in de kosten van hun activiteiten te snoeien. Die besnoeiingen gaan helaas vaak ten koste van de opleiding en bekwaamheden van chauffeurs of van hun sociale omstandigheden, wat er vaak toe heeft geleid dat er op de Europese wegen meer ongelukken plaatsvonden waarbij vrachtwagens betrokken waren.

De doeltreffendheid en veiligheid van het wegvervoer hangen in verregaande mate samen met de kwaliteit van de gebruikte voertuigen en de bekwaamheid van de bestuurders die voor de transportbedrijven werken. Daarom zijn de kwalificatie en bijscholing van bestuurders en de mogelijkheid om die bekwaamheden te controleren en de desbetreffende wetgeving te handhaven in de hele EU zo belangrijk en moeten ze regelmatig worden bijgewerkt om aan te sluiten bij de snelle veranderingen die zich in de sector voordoen.

De rapporteur verwelkomt en steunt het Commissievoorstel en stelt enkele wijzigingen voor om met het oog daarop de herziene richtlijnen extra waardevol te maken door de veiligheid en de gelijke voorwaarden in de gehele EU te verbeteren. Die wijzigingen zijn onder meer bedoeld om meer flexibiliteit te bieden bij de keuze en uitvoering van de opleiding of om de voorschriften aan te passen aan de specifieke behoeften van bestuurders. Ook worden er enkele vrijstellingen voorgesteld, zoals die welke het mogelijk maakt bestuurders op het bedrijf zelf te laten opleiden door hun gecertificeerde collega's, of die op grond waarvan voertuigen die door landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt- of visserijbedrijven worden gebruikt op speciale voorwaarden hun eigen goederen mogen vervoeren, of de vrijstellingen op grond waarvan door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen, zoals elektrische vrachtwagens, mogen worden gebruikt.

Tot slot stelt de rapporteur ook speciale voorschriften voor met het oog op het opleiden van bestuurders om veilig te rijden in extreme weersomstandigheden, en introduceert hij het idee om een EU-breed register in te voeren om de autoriteiten te helpen bij het handhaven van de wettelijke voorschriften van die richtlijnen en het bestrijden van de illegale handel in valse getuigschriften.

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen

Document- en procedurenummers

COM(2017)0047 – C8-0025/2017 – 2017/0015(COD)

Datum indiening bij EP

1.2.2017

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

TRAN

1.3.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

EMPL

1.3.2017

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

EMPL

9.3.2017

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Peter Lundgren

3.4.2017

 

 

 

Datum goedkeuring

12.10.2017

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

47

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Daniela Aiuto, Lucy Anderson, Marie-Christine Arnautu, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Deirdre Clune, Luis de Grandes Pascual, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Peter Lundgren, Cláudia Monteiro de Aguiar, Renaud Muselier, Jens Nilsson, Markus Pieper, Tomasz Piotr Poręba, Gabriele Preuß, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, David-Maria Sassoli, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, István Ujhelyi, Wim van de Camp, Elissavet Vozemberg-Vrionidi, Janusz Zemke, Roberts Zīle, Kosma Złotowski, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Jakop Dalunde, Bas Eickhout, André Elissen, Michael Gahler, Kateřina Konečná, Jozo Radoš, Evžen Tošenovský, Matthijs van Miltenburg, Henna Virkkunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Herbert Dorfmann, Jaromír Kohlíček

Datum indiening

23.10.2017

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

47

+

ALDE

Jozo Radoš, Dominique Riquet, Pavel Telička, Matthijs van Miltenburg

ECR

Jacqueline Foster, Tomasz Piotr Poręba, Evžen Tošenovský, Roberts Zīle, Kosma Złotowski

EFDD

Daniela Aiuto, Peter Lundgren

ENF

Marie-Christine Arnautu, André Elissen

GUE/NGL

Jaromír Kohlíček, Kateřina Konečná, Merja Kyllönen

PPE

Georges Bach, Deirdre Clune, Andor Deli, Herbert Dorfmann, Michael Gahler, Dieter-Lebrecht Koch, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Cláudia Monteiro de Aguiar, Renaud Muselier, Markus Pieper, Massimiliano Salini, Henna Virkkunen, Elissavet Vozemberg-Vrionidi, Luis de Grandes Pascual, Wim van de Camp

S&D

Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Jens Nilsson, Gabriele Preuß, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, David-Maria Sassoli, Claudia Țapardel, István Ujhelyi, Janusz Zemke

Verts/ALE

Jakop Dalunde, Bas Eickhout, Keith Taylor

0

-

 

 

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding