VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006
10.11.2017 - (COM(2016)0882 – C8-0533/2017 – 2016/0408(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Carlos Coelho
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006
(COM(2016)0882 – C8-0533/2017 – 2016/0408(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0882),
– gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 77, lid 2, onder b) en d), en 79, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0533/2017),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0347/2017),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) De doelstellingen, de technische architectuur en de financiering van het SIS moeten worden omschreven, er moeten voorschriften betreffende het volledige werkingstraject en het gebruik van het systeem worden vastgesteld, en de verantwoordelijkheden dienen te worden gedefinieerd, evenals de in het systeem op te nemen categorieën gegevens, het doel van en de criteria voor de opneming van de gegevens, de autoriteiten die toegang hebben tot de gegevens, het gebruik van biometrische identificatiemiddelen en verdere voorschriften inzake gegevensverwerking. |
(6) De doelstellingen, de technische architectuur en de financiering van het SIS moeten worden omschreven, er moeten voorschriften betreffende het volledige werkingstraject en het gebruik van het systeem worden vastgesteld, en de verantwoordelijkheden dienen te worden gedefinieerd, evenals de in het systeem op te nemen categorieën gegevens, het doel van en de criteria voor de opneming van de gegevens, regels voor het wissen van signaleringen, de autoriteiten die toegang hebben tot de gegevens, het gebruik van biometrische identificatiemiddelen en verdere voorschriften inzake gegevensbescherming en gegevensverwerking. |
Motivering | |
In deze verordening dienen eveneens regels inzake het wissen van overbodige signaleringen en inzake specifieke gegevensbeschermingskwesties met betrekking tot het SIS te worden vastgesteld. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) De bevoegde autoriteiten moeten specifieke informatie in het SIS kunnen opnemen over eventuele bijzondere, onveranderlijke objectieve fysieke kenmerken van een persoon. Deze informatie kan betrekking hebben op kenmerken zoals piercings, tatoeages, merktekens, littekens enz. Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad1bis mogen de in het SIS opgenomen gegevens echter geen gevoelige informatie over een persoon prijsgeven, zoals etniciteit, godsdienst, handicap, gender of seksuele gerichtheid. |
|
_______________ |
|
1 bis Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1). |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Het SIS omvat een centraal systeem (het centrale SIS) en nationale systemen met een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS-databank. Aangezien het SIS het belangrijkste instrument voor de uitwisseling van informatie in Europa is, moet het systeem zowel op centraal als op nationaal niveau ononderbroken operationeel zijn. Daarom moet elke lidstaat een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS-databank en een back-up daarvan opzetten. |
(7) Het SIS omvat een centraal systeem (het centrale SIS) en nationale systemen die een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS-databank kunnen bevatten. Aangezien het SIS het belangrijkste instrument voor de uitwisseling van informatie in Europa is, moet het systeem zowel op centraal als op nationaal niveau ononderbroken operationeel zijn. Om deze reden moet er ook een betrouwbaar gemeenschappelijk back-upsysteem van het centrale SIS bestaan (een actief-actieve oplossing) dat verzekert dat SIS-gegevens bij storingen, upgrades of onderhoud van het centrale systeem ononderbroken beschikbaar blijven voor de eindgebruikers. Er zijn aanzienlijke investeringen nodig om het centrale systeem en het back-upsysteem daarvan en de communicatie-infrastructuur te versterken en te verbeteren. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Er moet een handboek worden bijgehouden met gedetailleerde voorschriften voor de uitwisseling van bepaalde aanvullende informatie over de in de signalering gevraagde maatregel. De nationale autoriteiten van elke lidstaat (de Sirene-bureaus) moeten zorgen voor de uitwisseling van deze informatie. |
(8) Er moet een handboek worden bijgehouden met gedetailleerde voorschriften voor de uitwisseling van bepaalde aanvullende informatie over de in de signalering gevraagde maatregel (het Sirene-handboek). De nationale autoriteiten van elke lidstaat (de Sirene-bureaus) moeten zorgen voor de snelle en doeltreffende uitwisseling van deze informatie. In het geval van signaleringen betreffende terroristische misdrijven of kinderen ondernemen de Sirene-bureaus onmiddellijk actie. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Met het oog op de efficiënte uitwisseling van aanvullende informatie over de in de signalering gevraagde maatregel, dient de werking van de Sirene-bureaus te worden versterkt door nadere voorschriften vast te stellen inzake de beschikbare middelen, de opleiding van gebruikers en de tijd om te reageren op verzoeken van andere Sirene-bureaus. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) Om volledig gebruik te kunnen maken van de functies van het SIS, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de eindgebruikers en het personeel van de Sirene-bureaus geregeld regelmatig worden bijgeschoold, onder meer over gegevensbeveiliging en bescherming. In samenwerking met het nationale Sirene-bureau moeten nationale normen worden opgesteld voor de opleiding van eindgebruikers inzake beginselen en werkmethoden op het gebied van gegevenskwaliteit. De lidstaten moeten een beroep doen op het personeel van de Sirene-bureaus om bij te dragen aan de opleiding voor alle autoriteiten die signaleringen opnemen, waarbij de nadruk moet liggen op de kwaliteit van de gegevens en maximale benutting van SIS II. De opleiding moet worden gegeven overeenkomstig het handboek voor Sirene-opleiders. De Sirene-bureaus moeten, voor zover mogelijk, ook ten minste eenmaal per jaar een uitwisseling van medewerkers met andere Sirene-bureaus organiseren. De lidstaten worden aangemoedigd passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat door personeelsverloop vaardigheden en ervaring verloren gaan. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de accuraatheid van de in het SIS opgenomen gegevens, dient het Agentschap de verantwoordelijkheid te krijgen om de gegevenskwaliteit te verbeteren door een centraal instrument voor het monitoren van de gegevenskwaliteit in te voeren, en om op gezette tijden verslag uit te brengen aan de lidstaten. |
(11) Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de accuraatheid van de in het SIS opgenomen gegevens, dient het Agentschap de verantwoordelijkheid te krijgen om de gegevenskwaliteit te verbeteren door een centraal instrument voor het monitoren van de gegevenskwaliteit in te voeren, en om op gezette tijden verslag uit te brengen aan de lidstaten. Om de kwaliteit van de gegevens in het SIS verder te verhogen, moet het Agentschap ook opleidingen over het gebruik van het SIS aanbieden aan nationale opleidingsinstanties en, voor zover mogelijk, aan het personeel van Sirene en aan eindgebruikers. Deze opleiding moet met name gericht zijn op maatregelen om de kwaliteit van de SIS-gegevens te verbeteren. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Om het gebruik van het SIS voor het analyseren van trends in migratiedruk en grensbeheer beter te kunnen monitoren, moet het Agentschap in staat zijn om, zonder gevaar voor de integriteit van de gegevens, een geavanceerde capaciteit te ontwikkelen voor statistische rapportage aan de lidstaten, de Commissie, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Hiertoe moet een centraal statistisch register worden opgezet. De statistieken die worden opgesteld, mogen geen persoonsgegevens bevatten. |
(12) Om het gebruik van het SIS voor het analyseren van trends inzake migratiedruk en grensbeheer beter te kunnen monitoren, moet het Agentschap in staat zijn om, zonder gevaar voor de integriteit van de gegevens, een geavanceerde capaciteit te ontwikkelen voor statistische rapportage aan de lidstaten, het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Hiertoe moet een centraal statistisch register worden opgezet. De statistieken die in het register worden bewaard of aan de hand van het register worden opgesteld, mogen geen persoonsgegevens bevatten zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad1 bis. |
|
________________ |
|
1bis Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1). |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Er dienen gegevenscategorieën aan het SIS te worden toegevoegd zodat de eindgebruikers met kennis van zaken en zonder tijdverlies een besluit kunnen nemen op basis van een signalering. Daartoe is het van belang dat signaleringen met het oog op weigering van toegang en verblijf informatie bevatten over de beslissing die ten grondslag ligt aan de signalering. Om de identificatie te vergemakkelijken en meervoudige identiteiten op te sporen, moet de signalering bovendien een verwijzing naar het persoonlijke identificatiedocument of -nummer bevatten en, indien beschikbaar, een kopie van dat document. |
(13) Er dienen gegevenscategorieën aan het SIS te worden toegevoegd zodat de eindgebruikers met kennis van zaken en zonder tijdverlies een besluit kunnen nemen op basis van een signalering. Daartoe is het van belang dat signaleringen met het oog op weigering van toegang en verblijf informatie bevatten over de beslissing die ten grondslag ligt aan de signalering. Om de identificatie te vergemakkelijken en meervoudige identiteiten op te sporen, moet de signalering bovendien een verwijzing naar het persoonlijke identificatiedocument of -nummer bevatten en, indien beschikbaar, een kleurenkopie van dat document. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Het SIS moet de verwerking van biometrische gegevens mogelijk maken om de betrouwbare identificatie van de desbetreffende personen te vergemakkelijken. In hetzelfde verband moet het SIS ook de mogelijkheid bieden om gegevens van personen van wie de identiteit is misbruikt, te verwerken (om problemen als gevolg van verkeerde identificatie te voorkomen), mits daarbij passende waarborgen worden geboden, met name de instemming van de betrokken persoon en een strikte beperking van de doeleinden waarvoor dergelijke gegevens rechtmatig kunnen worden verwerkt. |
(15) Het SIS moet de verwerking van biometrische gegevens mogelijk maken om de betrouwbare identificatie van de desbetreffende personen te vergemakkelijken. Elke opneming en elk gebruik van foto's, gezichtsopnamen of dactyloscopische gegevens mogen niet verder reiken dan nodig is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken, moeten op grond van het recht van de Unie toegestaan zijn, en de grondrechten in acht nemen, met inbegrip van het belang van het kind, en in overeenstemming zijn met de toepasselijke bepalingen op het gebied van gegevensbescherming als vastgesteld in de rechtsinstrumenten van het SIS, Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad1 bis. In hetzelfde verband moet het SIS ook de mogelijkheid bieden om gegevens van personen van wie de identiteit is misbruikt, te verwerken (om problemen als gevolg van verkeerde identificatie te voorkomen), mits daarbij passende waarborgen worden geboden, met name de instemming van de betrokken persoon en een strikte beperking van de doeleinden waarvoor dergelijke persoonsgegevens rechtmatig kunnen worden verwerkt. |
|
_______________ |
|
1 bis Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89). |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) De lidstaten moeten het voor eindgebruikers technisch mogelijk maken om telkens wanneer zij een nationale politie- of immigratiedatabank mogen bevragen, een parallelle bevraging uit te voeren in het SIS overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad44. Dit moet ervoor zorgen dat het SIS zijn functie als voornaamste compenserende maatregel in het gebied zonder binnengrenstoezicht kan vervullen en dat de grensoverschrijdende dimensie van de criminaliteit en de mobiliteit van criminelen beter wordt aangepakt. |
(16) De lidstaten moeten het voor eindgebruikers technisch mogelijk maken om telkens wanneer zij een nationale politie- of immigratiedatabank mogen bevragen, een parallelle bevraging uit te voeren in het SIS met volledige inachtneming van artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad44 en artikel 5 van Verordening (EU) 2016/679. Dit moet ervoor zorgen dat het SIS zijn functie als voornaamste compenserende maatregel in het gebied zonder binnengrenstoezicht kan vervullen en dat de grensoverschrijdende dimensie van de criminaliteit en de mobiliteit van criminelen beter wordt aangepakt. |
__________________ |
__________________ |
44 Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89). |
|
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Er moet worden vastgesteld onder welke voorwaarden dactyloscopische gegevens en gezichtsopnamen mogen worden gebruikt voor identificatiedoeleinden. Het gebruik van gezichtsopnamen voor identificatiedoeleinden in het SIS moet mede borg staan voor consistentie in grenstoezichtprocedures waar voor de identificatie en de verificatie van de identiteit dactyloscopische gegevens en gezichtsopnamen moeten worden gebruikt. In geval van twijfel over de identiteit van een persoon moet bevraging aan de hand van dactyloscopische gegevens verplicht zijn. Het gebruik van gezichtsopnamen voor identificatiedoeleinden is alleen toegestaan in het kader van regulier grenstoezicht bij zelfbedieningsloketten en e-gates. |
(17) Er moet worden vastgesteld onder welke voorwaarden dactyloscopische gegevens, foto's en gezichtsopnamen mogen worden gebruikt voor identificatiedoeleinden. Het gebruik van dactyloscopische gegevens en gezichtsopnamen voor identificatiedoeleinden in het SIS moet mede borg staan voor consistentie in grenstoezichtprocedures waar voor de identificatie en de verificatie van de identiteit vingerafdrukken en gezichtsopnamen moeten worden gebruikt. Indien de identiteit van een persoon niet met behulp van andere middelen kan worden vastgesteld, moet bevraging aan de hand van dactyloscopische gegevens verplicht zijn. Voordat een nieuwe signalering wordt opgenomen, moet het mogelijk zijn de vingerafdrukken te toetsen om te controleren of de persoon al onder een andere identiteit of andere signalering in het SIS is opgenomen. Het gebruik van gezichtsopnamen voor identificatiedoeleinden is alleen toegestaan in het kader van regulier grenstoezicht bij zelfbedieningsloketten en e-gates. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) De invoering van een mechanisme voor geautomatiseerde vingerafdrukidentificatie binnen het SIS vormt een aanvulling op het reeds bestaande Prümmechanisme voor wederzijdse grensoverschrijdende onlinetoegang tot bepaalde nationale DNA-databanken en geautomatiseerde vingerafdrukidentificatiesystemen. Via het Prümmechanisme kunnen nationale vingerafdrukidentificatiesystemen onderling worden gekoppeld, wat betekent dat een lidstaat een verzoek kan indienen om na te gaan of de dader van een strafbaar feit van wie vingerafdrukken zijn aangetroffen, bekend is in een andere lidstaat. Het Prümmechanisme controleert of de eigenaar van de vingerafdrukken op een bepaald tijdstip bekend is; wordt de identiteit van de eigenaar op een later tijdstip bekend in een lidstaat, dan zal de eigenaar derhalve niet noodzakelijkerwijs worden gevangengenomen. Met het SIS-mechanisme voor het doorzoeken van dactyloscopische gegevens kan de dader actief worden gezocht. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Het toetsen van op een plaats delict aangetroffen vingerafdrukken aan de in het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens moet worden toegestaan indien met een hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de afdrukken die van de dader van het terroristische misdrijf of andere ernstige strafbare feit zijn. Onder ernstige strafbare feiten worden de strafbare feiten verstaan in de zin van Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad45, en onder terroristische misdrijven de krachtens het nationale recht strafbare feiten in de zin van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad46. |
(18) Het toetsen van op een plaats delict aangetroffen volledige of onvolledige reeksen vingerafdrukken of handpalmafdrukken aan de in het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens moet worden toegestaan indien met een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de afdrukken die van de dader van het terroristische misdrijf of andere ernstige strafbare feit zijn en mits de bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om de identiteit van de persoon met behulp van andere nationale, internationale of Uniedatabanken vast te stellen. |
__________________ |
__________________ |
45 Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1). |
|
46 Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3). |
|
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Er kan een hoger niveau van doeltreffendheid, harmonisatie en samenhang worden bereikt door te eisen dat alle inreisverboden die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG47 hebben uitgevaardigd, in het SIS worden opgenomen, en door gemeenschappelijke regels vast te stellen voor het opnemen van een dergelijke signalering na de terugkeer van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land. De lidstaten moeten alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het tijdstip waarop de onderdaan van het derde land het Schengengebied verlaat, volledig samenvalt met het tijdstip waarop de signalering in het SIS wordt geactiveerd. Op die manier moet worden gewaarborgd dat de inreisverboden bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen doeltreffend worden uitgevoerd en afdoende wordt voorkomen dat de betrokken personen het Schengengebied terug binnenkomen. |
(20) Er kan een hoger niveau van doeltreffendheid, harmonisatie en samenhang worden bereikt door te eisen dat alle inreisverboden die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG47 hebben uitgevaardigd, in het SIS worden opgenomen, en door gemeenschappelijke regels vast te stellen voor het opnemen van een dergelijke signalering na de terugkeer van een irregulier verblijvende onderdaan van een derde land. De lidstaten moeten alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het tijdstip waarop de onderdaan van het derde land het Schengengebied verlaat, volledig samenvalt met het tijdstip waarop de signalering in het SIS wordt geactiveerd. Op die manier moet worden gewaarborgd dat de inreisverboden bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen doeltreffend worden uitgevoerd en afdoende wordt voorkomen dat de betrokken personen het Schengengebied terug binnenkomen. |
_________________ |
_________________ |
47 Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98). |
47 Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98). |
Motivering | |
Formulering aangepast voor technische doeleinden. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(21) Er moeten bindende regels worden vastgesteld voor overleg tussen nationale autoriteiten wanneer een onderdaan van een derde land in het bezit is of kan komen van een in een bepaalde lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, en een andere lidstaat voornemens is deze onderdaan van een derde land te signaleren met het oog op weigering van toegang en verblijf, of zulks reeds heeft gedaan. Dergelijke situaties leiden tot grote onzekerheid bij grenswachters en politie- en immigratieautoriteiten. Daarom dient een bindende termijn voor spoedig overleg te worden bepaald waarbinnen een definitief resultaat moet worden bereikt, teneinde te voorkomen dat personen die een dreiging vormen, het Schengengebied binnenkomen. |
(21) Er moeten bindende regels worden vastgesteld voor overleg tussen nationale autoriteiten wanneer een onderdaan van een derde land in het bezit is of kan komen van een in een bepaalde lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, en een andere lidstaat voornemens is deze onderdaan van een derde land te signaleren met het oog op weigering van toegang en verblijf, of zulks reeds heeft gedaan. Dergelijke situaties leiden tot grote onzekerheid bij grenswachters en politie- en immigratieautoriteiten. Daarom dient te worden gezorgd voor duidelijke richtsnoeren en een bindende termijn voor spoedig overleg waarbinnen een definitief resultaat moet worden bereikt, teneinde ervoor te zorgen dat diegenen die het recht hebben rechtmatig in de Unie te verblijven de Unie zonder problemen kunnen binnenkomen en dat diegenen die geen recht hebben de EU binnen te komen de toegang wordt verhinderd. |
Motivering | |
De overweging mag niet vooruitlopen op het resultaat van het overleg tussen lidstaten. In sommige gevallen zal de betrokkene een verblijfstitel krijgen. In andere gevallen kan er een inreisverbod tegen de betrokkene worden uitgevaardigd. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Signaleringen mogen niet langer in het SIS worden bewaard dan nodig is voor het met de signalering nagestreefde doel. Om de administratieve lasten voor de autoriteiten die betrokken zijn bij de verwerking van persoonsgegevens voor andere doeleinden, te beperken, moet de maximale bewaartermijn voor signaleringen met het oog op weigering van toegang en verblijf in overeenstemming worden gebracht met de mogelijke maximumduur van inreisverboden die overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG worden uitgevaardigd. Derhalve moet de bewaartermijn voor signaleringen van personen worden vastgesteld op maximaal vijf jaar. In de regel moeten signaleringen van personen na vijf jaar automatisch worden gewist in het SIS. Besluiten om signaleringen van personen te bewaren, dienen gebaseerd te zijn op een uitvoerige individuele beoordeling. De lidstaten moeten signaleringen van personen binnen de vastgestelde periode controleren en statistieken bijhouden van het aantal signaleringen van personen waarvan de bewaartermijn is verlengd. |
(23) Signaleringen mogen niet langer in het SIS worden bewaard dan nodig is voor het met de signalering nagestreefde specifieke doel. Derhalve moet de toetsingstermijn voor signaleringen van personen worden vastgesteld op maximaal drie jaar. In de regel moeten signaleringen van personen na drie jaar worden gewist in het SIS. Besluiten om signaleringen van personen te bewaren, dienen gebaseerd te zijn op een uitvoerige individuele beoordeling. De lidstaten moeten signaleringen van personen binnen de vastgestelde periode controleren en statistieken bijhouden van het aantal signaleringen van personen waarvan de bewaartermijn is verlengd. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Voor het opnemen van de datum waarop een SIS-signalering verstrijkt en het verlengen van de geldigheidsduur van een SIS-signalering moet de evenredigheidsvereiste in acht worden genomen, in de zin dat moet worden onderzocht of een concreet geval gepast, relevant en belangrijk genoeg is om opneming van een signalering in het SIS te rechtvaardigen. In het geval van strafbare feiten in de zin van de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad49 moet voor de betrokken onderdanen van derde landen altijd een signalering van weigering met het oog op toegang en verblijf worden gecreëerd, rekening houdend met het hoge dreigingsniveau en de algemene negatieve gevolgen van dergelijke activiteiten. |
(24) Voor het opnemen van de datum waarop een SIS-signalering verstrijkt en het verlengen van de geldigheidsduur van een SIS-signalering moet de evenredigheidsvereiste in acht worden genomen, in de zin dat moet worden onderzocht of een concreet geval gepast, relevant en belangrijk genoeg is om opneming van een signalering in het SIS te rechtvaardigen. In het geval van strafbare feiten in de zin van Richtlijn (EU) 2017/541 moet, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, voor de onderdanen van derde landen een signalering van weigering met het oog op toegang en verblijf worden gecreëerd, rekening houdend met het hoge dreigingsniveau en de algemene negatieve gevolgen van dergelijke activiteiten. Hierbij moet rekening gehouden worden met mogelijke bedreigingen van de openbare orde of de nationale veiligheid, en overeenkomstig internationale verplichtingen uit hoofde van internationaal recht, met name het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen; |
__________________ |
|
49 Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3). |
|
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) De integriteit van de SIS-gegevens is van essentieel belang. Daarom moeten voldoende waarborgen worden geboden ten aanzien van de beveiliging van het volledige verwerkingstraject, zowel op centraal als op nationaal niveau. De instanties die betrokken zijn bij de gegevensverwerking, moeten zich houden aan de beveiligingseisen die in deze verordening worden vastgesteld, en moeten een uniforme procedure voor het melden van incidenten volgen. |
(25) De integriteit van de SIS-gegevens is van essentieel belang. Daarom moeten voldoende waarborgen worden geboden ten aanzien van de beveiliging van het volledige verwerkingstraject, zowel op centraal als op nationaal niveau. De instanties die betrokken zijn bij de gegevensverwerking, moeten zich houden aan de beveiligingseisen die in deze verordening worden vastgesteld, moeten daartoe de juiste opleiding hebben gekregen, moeten een uniforme procedure voor het melden van incidenten volgen en moeten op de hoogte zijn gebracht van alle ter zake doende strafbare feiten en sancties. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) De overeenkomstig deze verordening in het SIS verwerkte gegevens mogen niet worden doorgegeven aan of ter beschikking worden gesteld van derde landen of internationale organisaties. |
(26) De overeenkomstig deze verordening in het SIS verwerkte gegevens en de desbetreffende uitgewisselde aanvullende informatie mogen niet worden doorgegeven aan of ter beschikking gesteld van derde landen of internationale organisaties. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Met het oog op een efficiëntere besluitvorming van de immigratieautoriteiten over het recht van onderdanen van derde landen om het grondgebied van de lidstaten binnen te komen en er te verblijven, alsook over de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen, dient aan deze autoriteiten toegang tot het SIS te worden verleend in het kader van deze verordening. |
(27) Met het oog op een efficiëntere besluitvorming van de immigratieautoriteiten over het recht van onderdanen van derde landen om het grondgebied van de lidstaten binnen te komen en er te verblijven, alsook over de terugkeer van irregulier verblijvende onderdanen van derde landen, dient aan deze autoriteiten toegang tot het SIS te worden verleend in het kader van deze verordening. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) Wanneer autoriteiten van de lidstaten in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerken, is Verordening (EU) 2016/67950 van toepassing, tenzij Richtlijn (EU) 2016/68051 van toepassing is. Wanneer de instellingen en organen van de Unie bij het uitvoeren van hun taken in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerken, is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing52. De bepalingen van Richtlijn (EU) 2016/680, Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EG) nr. 45/2001 moeten in deze verordening waar nodig nader worden gespecificeerd. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door Europol is Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving53 (de Europol-verordening) van toepassing. |
(28) Wanneer autoriteiten van de lidstaten in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerken, is Verordening (EU) 2016/67950 van toepassing, tenzij de verwerking wordt uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten, de tenuitvoerlegging van straffen of de bescherming tegen bedreigingen van de openbare veiligheid. |
__________________ |
__________________ |
50 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1). |
50 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1). |
51 Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89). |
|
52 Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1). |
|
53 Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 25.5.2016, blz. 53). |
|
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 28 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(28 bis) Wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten persoonsgegevens verwerken met het oog op de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten, de tenuitvoerlegging van straffen of de bescherming tegen gevaren voor de openbare orde, zijn de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/680 van toepassing. Alleen aangewezen autoriteiten die zijn belast met de voorkoming, de opsporing of het onderzoek van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten en ten aanzien waarvan de lidstaten kunnen garanderen dat zij alle bepalingen van deze verordening en die van Richtlijn (EU) 2016/680, zoals omgezet in het nationale recht, toepassen onder voorbehoud van verificatie door de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de overeenkomstig artikel 41, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/680 opgerichte toezichthoudende autoriteit, en wier toepassing van deze verordening is onderworpen aan evaluatie in het kader van het bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad ingestelde mechanisme, mogen het recht hebben de in het SIS opgeslagen gegevens te raadplegen. |
|
__________________ |
|
1 bis Verordening (EU) nr. 1053/2013 van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 259 van 6.11.2013, blz. 27). |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 28 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(28 ter) Wanneer de instellingen en organen van de Unie bij het uitvoeren van hun taken in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerken, is Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing. |
|
__________________ |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 28 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(28 quater) Wanneer Europol in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerkt, is Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad1 bis van toepassing. |
|
__________________ |
|
1 bis Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 25.5.2016, blz. 53). |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 28 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(28 quinquies) De bepalingen van Richtlijn (EU) 2016/680, Verordening (EU) 2016/679, Verordening (EU) 2016/794 en Verordening (EG) nr. 45/2001 moeten in deze verordening waar nodig nader worden gespecificeerd. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) De nationale onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten moeten monitoren of de lidstaten de persoonsgegevens in het kader van deze verordening rechtmatig verwerken. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de rechten van betrokkenen op inzage van hun in het SIS opgeslagen persoonsgegevens en op rectificatie en wissing van die gegevens, alsmede inzake de rechtsmiddelen voor de nationale gerechten en de wederzijdse erkenning van besluiten in dat verband. De lidstaten moeten hieromtrent jaarlijkse statistieken verstrekken. |
(31) De overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680 ingestelde nationale onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten (toezichthoudende autoriteiten) moeten monitoren of de lidstaten de persoonsgegevens in het kader van deze verordening rechtmatig verwerken, met inbegrip van de uitwisseling van aanvullende informatie, en moeten voldoende middelen krijgen voor het vervullen van deze taak. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de rechten van betrokkenen op inzage van hun in het SIS opgeslagen persoonsgegevens en op rectificatie, beperking van de verwerking en wissing van die gegevens, alsmede inzake de rechtsmiddelen voor de nationale gerechten en de wederzijdse erkenning van besluiten in dat verband. De lidstaten moeten hieromtrent jaarlijkse statistieken verstrekken. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 32 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(32 bis) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient toezicht uit te oefenen op de werkzaamheden van de instellingen en organen van de Unie in verband met de verwerking van persoonsgegevens. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de toezichthoudende autoriteiten dienen samen te werken bij het toezicht op het SIS. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) Verordening (EU) 2016/794 (de Europol-verordening) bepaalt dat Europol ondersteuning en versterking biedt voor het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun onderlinge samenwerking bij de bestrijding van terrorisme en andere vormen van zware criminaliteit, en in dat verband analyses en dreigingsevaluaties verstrekt. Om het werk van Europol, met name in het kader van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel, te vergemakkelijken, dient Europol toegang te krijgen tot de in deze verordening bedoelde signaleringscategorieën. Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel speelt een belangrijke strategische rol in de bestrijding van activiteiten die irreguliere migratie faciliteren, en moet toegang krijgen tot signaleringen van personen wie de toegang tot en het verblijf op het grondgebied van een lidstaat is geweigerd op strafrechtelijke gronden of vanwege niet-naleving van de voorwaarden voor toegang en verblijf. |
(33) Verordening (EU) 2016/794 (de Europol-verordening) bepaalt dat Europol ondersteuning en versterking biedt voor het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun onderlinge samenwerking bij de bestrijding van terrorisme en andere vormen van zware criminaliteit, en in dat verband analyses en dreigingsevaluaties verstrekt. Om het werk van Europol, met name in het kader van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel, te vergemakkelijken, dient Europol toegang te krijgen tot de in deze verordening bedoelde signaleringscategorieën. |
Motivering | |
Het is niet duidelijk op grond waarvan de Commissie een verband legt tussen personen voor wie een inreisverbod geldt en het bevorderen van irreguliere migratie. Dit soort profilering mag niet worden gesteund. | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Om de kloof op het gebied van informatie-uitwisseling over terrorisme en met name over buitenlandse terroristische strijders – in welk geval het monitoren van bewegingen van essentieel belang is — te overbruggen, moeten de lidstaten met Europol informatie over met terrorisme verband houdende activiteiten, treffers en gerelateerde gegevens uitwisselen en parallel daarmee een signalering opnemen in het SIS. Dit moet het Europees Centrum voor terrorismebestrijding van Europol in staat stellen te verifiëren of in de databanken van Europol aanvullende contextuele informatie beschikbaar is, en hoogwaardige analyses op te stellen die bijdragen aan het ontwrichten van terroristische netwerken en, waar mogelijk, aan het voorkomen van aanslagen. |
(34) Om de kloof op het gebied van informatie-uitwisseling over terrorisme en met name over buitenlandse terroristische strijders – in welk geval het monitoren van bewegingen van essentieel belang is — te overbruggen, moeten de lidstaten met Europol informatie over met terrorisme verband houdende activiteiten, treffers en aanverwante gegevens uitwisselen, evenals informatie als de maatregel niet kan worden uitgevoerd, en parallel daarmee een signalering opnemen in het SIS. Deze informatie-uitwisseling dient te gebeuren overeenkomstig de toepasselijke gegevensbeschermingsbepalingen van Verordening (EU) 2016/679, Richtlijn (EU) 2016/680 en Verordening (EU) 2016/794. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Met het oog op een optimaal gebruik van het SIS moeten duidelijke regels worden vastgesteld voor het verwerken en downloaden van SIS-gegevens door Europol, met dien verstande dat de bescherming van de gegevens daarbij wordt gewaarborgd overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2016/794. Wanneer bij bevraging van het SIS door Europol blijkt dat een lidstaat een signalering heeft opgenomen, mag Europol de gevraagde maatregel niet uitvoeren. Europol dient in zulke gevallen de betrokken lidstaat op de hoogte te brengen zodat deze de follow-up van de zaak op zich kan nemen. |
(35) Met het oog op een optimaal gebruik van het SIS moeten duidelijke regels worden vastgesteld voor het verwerken en downloaden van SIS-gegevens door Europol, met dien verstande dat de bescherming van de gegevens daarbij wordt gewaarborgd overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2016/794. Wanneer bij bevraging van het SIS door Europol blijkt dat een lidstaat een signalering heeft opgenomen, mag Europol de gevraagde maatregel niet uitvoeren. Europol dient in zulke gevallen onmiddellijk de betrokken lidstaat op de hoogte te brengen zodat deze de follow-up van de zaak op zich kan nemen. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) In het kader van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad54 moet de ontvangende lidstaat leden van de Europese grens- en kustwachtteams en door het Europees Grens- en kustwachtagentschap ingezette teams van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken, toestaan Europese databanken te raadplegen wanneer dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen als vastgesteld in het operationele plan inzake grenscontroles, grensbewaking en terugkeer. Andere ter zake relevante agentschappen van de Unie, meer bepaald het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en Europol, kunnen deskundigen aan de ondersteuningsteams voor migratiebeheer toevoegen die geen personeelslid van deze agentschappen van de Unie zijn. Het inzetten van de Europese grens- en kustwachtteams, de teams van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken en de ondersteuningsteams voor migratiebeheer heeft tot doel technische en operationele versterking te bieden aan lidstaten die daarom verzoeken, met name aan lidstaten die worden geconfronteerd met onevenredig grote uitdagingen op het gebied van migratie. De Europese grens- en kustwachtteams, de teams van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken en de ondersteuningsteams voor migratiebeheer hebben voor de uitvoering van hun taken toegang nodig tot het SIS via een technische interface van het Europees Grens- en kustwachtagentschap die wordt aangesloten op het centrale SIS. Wanneer bij bevraging van het SIS door het team of de teams van personeelsleden blijkt dat een lidstaat een signalering heeft uitgevaardigd, voert het betrokken team- of personeelslid de gevraagde maatregel alleen uit indien de ontvangende lidstaat daartoe toestemming heeft verleend. In zulke gevallen moeten de betrokken lidstaten op de hoogte worden gebracht met het oog op verdere follow-up van de zaak. |
(36) In het kader van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad56 moet de ontvangende lidstaat de door het Europees Grens- en kustwachtagentschap ingezette teamleden zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 toestaan Europese databanken te raadplegen wanneer dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen als vastgesteld in het operationele plan inzake grenscontroles, grensbewaking en terugkeer. Andere ter zake relevante agentschappen van de Unie, meer bepaald het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en Europol, kunnen deskundigen aan de ondersteuningsteams voor migratiebeheer toevoegen die geen personeelslid van deze agentschappen van de Unie zijn. Het inzetten van de teams zoals bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 en de ondersteuningsteams voor migratiebeheer heeft tot doel technische en operationele versterking te bieden aan lidstaten die daarom verzoeken, met name aan lidstaten die worden geconfronteerd met onevenredig grote uitdagingen op het gebied van migratie. De teams zoals bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 en de ondersteuningsteams voor migratiebeheer hebben voor de uitvoering van hun taken toegang nodig tot het SIS via een technische interface van het Europees Grens- en kustwachtagentschap die wordt aangesloten op het centrale SIS. Wanneer bij bevraging van het SIS door het team of de teams van personeelsleden blijkt dat een lidstaat een signalering heeft uitgevaardigd, voert het betrokken team- of personeelslid de gevraagde maatregel alleen uit indien de ontvangende lidstaat daartoe toestemming heeft verleend. In zulke gevallen moeten de betrokken lidstaten op de hoogte worden gebracht met het oog op verdere follow-up van de zaak. |
_________________ |
_________________ |
54 Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1). |
54 Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1). |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Krachtens Verordening (EU) 2016/1624 moet het Europees Grens- en kustwachtagentschap risicoanalyses opstellen. Deze risicoanalyses moeten alle aspecten bestrijken die relevant zijn voor het Europese geïntegreerde grensbeheer, met name dreigingen die de werking of de veiligheid van de buitengrenzen kunnen aantasten. Signaleringen die overeenkomstig deze verordening in het SIS worden ingevoerd, met name met het oog op weigering van toegang en verblijf, bevatten relevante informatie voor het beoordelen van mogelijke dreigingen voor de buitengrenzen en moeten derhalve beschikbaar zijn ten behoeve van risicoanalyses die door het Europees Grens- en kustwachtagentschap moeten worden opgesteld. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft voor de uitvoering van zijn taken op het gebied van risicoanalyses toegang nodig tot het SIS. Overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)55 moet de centrale ETIAS-eenheid van het Europees Grens- en kustwachtagentschap bovendien via het ETIAS verificaties in het SIS verrichten om de reisautorisatieaanvragen te beoordelen en hiertoe onder meer na te gaan of de betrokken onderdaan van een derde land die een reisautorisatie aanvraagt, in het SIS is gesignaleerd. Met het oog daarop moet de in het Europees Grens- en kustwachtagentschap ingebedde centrale ETIAS-eenheid, voor zover dat voor de uitvoering van haar opdracht vereist is, toegang hebben tot het SIS, meer bepaald tot alle categorieën signaleringen van onderdanen van derde landen te wier aanzien een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf is opgenomen of te wier aanzien een beperkende maatregel is genomen om de toegang tot of de doorreis via het grondgebied van de lidstaten te beletten. |
[(37) Overeenkomstig [Verordening .../... van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)] moet de binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap opgerichte centrale ETIAS-eenheid bovendien via het ETIAS verificaties in het SIS verrichten om de reisautorisatieaanvragen te beoordelen en hiertoe onder meer na te gaan of de betrokken onderdaan van een derde land die een reisautorisatie aanvraagt, in het SIS is gesignaleerd. Met het oog daarop moet de in het Europees Grens- en kustwachtagentschap ingebedde centrale ETIAS-eenheid, voor zover dat voor de uitvoering van haar opdracht strikt noodzakelijk is, toegang hebben tot het SIS, meer bepaald tot alle categorieën signaleringen van onderdanen van derde landen ten aanzien van wie een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf is opgenomen of ten aanzien van wie een beperkende maatregel is genomen om de toegang tot of de doorreis via het grondgebied van de lidstaten te beletten.] |
__________________ |
|
55 COM (2016)731 final. |
|
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 38 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) Bepaalde aspecten van het SIS kunnen vanwege hun technische aard, hun gedetailleerdheid en de noodzaak van regelmatige bijwerking niet uitputtend worden geregeld in deze verordening. Het gaat dan bijvoorbeeld over technische voorschriften inzake het opnemen, bijwerken, wissen en opzoeken van gegevens, gegevenskwaliteit en opzoekregels inzake biometrische identificatiemiddelen, regels inzake compatibiliteit en prioriteit van signaleringen, het toevoegen van markeringen (flags), het koppelen van signaleringen, het bepalen van de datum waarop signaleringen binnen de maximumtermijn verstrijken en de uitwisseling van aanvullende informatie. Met betrekking tot deze aspecten moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. In de technische voorschriften moet aandacht worden besteed aan de vlotte werking van de nationale applicaties. |
(38) Bepaalde aspecten van het SIS kunnen vanwege hun technische aard, hun gedetailleerdheid en de noodzaak van regelmatige bijwerking niet uitputtend worden geregeld in deze verordening. Het gaat dan bijvoorbeeld over technische voorschriften inzake het opnemen, bijwerken, wissen en opzoeken van gegevens, gegevenskwaliteit, het toevoegen van markeringen (flags), en het koppelen van signaleringen. Met betrekking tot deze aspecten moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. In de technische voorschriften moet aandacht worden besteed aan de vlotte werking van de nationale applicaties. |
Motivering | |
Ingediend om de consistentie met latere amendementen te waarborgen. | |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 38 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(38 bis) De correcte toepassing van deze verordening is in het belang van alle lidstaten en is noodzakelijk om het Schengengebied als ruimte zonder interne grenscontroles te kunnen handhaven. Om de correcte toepassing van deze verordening door de lidstaten te verzekeren, is het van bijzonder groot belang om evaluaties via het bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 ingestelde mechanisme te verrichten. De lidstaten dienen daarom snel gevolg te geven aan eventuele tot hen gerichte aanbevelingen. Wanneer aanbevelingen niet worden opgevolgd, dient de Commissie gebruik te maken van de haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden. |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 40 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Met het oog op transparantie moet het Agentschap om de twee jaar een verslag opstellen over de technische werking van het centrale SIS en de communicatie-infrastructuur, met inbegrip van de beveiliging ervan, alsmede over de uitwisseling van aanvullende informatie. Om de vier jaar moet de Commissie een algemene evaluatie opstellen. |
(40) Met het oog op transparantie moet het Agentschap een jaar na de ingebruikneming van het SIS een verslag opstellen over de technische werking van het centrale SIS en de communicatie-infrastructuur, met inbegrip van de beveiliging ervan, alsmede over de uitwisseling van aanvullende informatie. Om de twee jaar moet de Commissie een algemene evaluatie opstellen. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 40 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(40 bis) Teneinde een soepele werking van het SIS te waarborgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot: |
|
- de vaststelling van een handboek met nadere voorschriften voor de uitwisseling van aanvullende informatie (het Sirene-handboek); |
|
- de voorschriften voor het opnemen van biometrische identificatiemiddelen in het SIS; |
|
- de vaststelling van de procedure voor het aanwijzen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor het opnemen van signaleringen van onderdanen van derde landen ten aanzien van wie een beperkende maatregel is genomen; |
|
- het gebruik van foto's en gezichtsopnamen voor het identificeren van personen; alsmede |
|
- wijzigingen van de datum van toepassing van deze verordening. |
|
Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven1 bis. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
|
____________________ |
|
1 bis PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 42 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(42) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. Deze verordening is met name gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor iedereen die op het grondgebied van de Europese Unie verblijft, en de bescherming van irreguliere migranten tegen uitbuiting en mensenhandel, door identificatie van deze personen, met volledige inachtneming van de bescherming van persoonsgegevens, mogelijk te maken. |
(42) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. Deze verordening dient de bescherming van persoonsgegevens zoals vastgelegd in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie volledig te eerbiedigen en is daarnaast gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor iedereen die op het grondgebied van de Europese Unie verblijft, en de bescherming van irreguliere migranten tegen uitbuiting en mensenhandel. Wanneer het om kinderen gaat, moet het belang van het kind de eerste overweging vormen. |
Motivering | |
Taalkundige aanpassing om nogmaals duidelijk te maken dat persoonsgegevens moeten worden beschermd, aangezien dat een grondrecht is. Het laatste deel van de laatste zin is verwarrend en misleidend. | |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 42 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(42 bis) Alle maatregelen die in verband met het SIS worden genomen moeten in overeenstemming zijn met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De lidstaten moeten richtsnoeren toepassen die gezamenlijk moeten worden vastgesteld en gemonitord door het Asielagentschap van de Europese Unie en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, voor een gemeenschappelijke praktijk inzake het nemen van vingerafdrukken en gezichtsopnamen van irreguliere onderdanen van derde landen, en die gebaseerd zijn op de checklist die is opgesteld door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. Bij de procedure voor het nemen van vingerafdrukken en het maken van gezichtsopnamen moeten de lidstaten te allen tijde de waardigheid en de lichamelijke integriteit van minderjarigen eerbiedigen. De lidstaten mogen minderjarigen niet dwingen om medewerking te verlenen aan het nemen van vingerafdrukken. |
Motivering | |
Op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind moeten kinderen met menselijkheid en respect behandeld worden en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn leeftijd. Er moet daarom bijzondere aandacht besteed worden aan de specifieke situatie van minderjarigen. Het belang van het kind dient altijd voorop te staan. | |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 49 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(49) Wat Bulgarije en Roemenië betreft, vormt deze verordening een rechtsbesluit dat op het Schengenacquis voortbouwt, of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en moet deze verordening worden gelezen in samenhang met Besluit 2010/365/EU van de Raad betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en Roemenië66. |
(49) Wat Bulgarije en Roemenië betreft, vormt deze verordening een rechtsbesluit dat op het Schengenacquis voortbouwt, of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en moet deze verordening leiden tot wijziging van Besluit 2010/365/EU van de Raad betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en Roemenië66 zodat die twee lidstaten de bepalingen van deze verordening volledig kunnen toepassen en uitvoeren. |
_________________ |
_________________ |
66 PB L 166 van 1.7.2010, blz. 17. |
66 PB L 166 van 1.7.2010, blz. 17. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 53 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(53) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en heeft op … een advies uitgebracht, |
(53) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en heeft op 3 mei 2017 een advies uitgebracht, |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 53 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(53 bis) Geen enkele wijziging of nieuwe bepaling van deze verordening mag een onnodige belemmering vormen voor lidstaten die tot het Schengengebied zullen toetreden of in het proces van toetreding zitten. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Toepassingsgebied |
Onderwerp |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In deze verordening worden ook bepalingen vastgesteld betreffende de technische architectuur van het SIS, betreffende de verantwoordelijkheden van de lidstaten en van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, en betreffende algemene gegevensverwerking, de rechten van de betrokken personen en aansprakelijkheid. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Motivering | |
Correctie van een fout. | |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) "signalering": een in het SIS opgenomen reeks gegevens, inclusief biometrische identificatiemiddelen als bedoeld in artikel 22, aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten een persoon kunnen identificeren met het oog op het uitvoeren van een specifieke maatregel; |
(a) "signalering": een in het SIS opgenomen reeks gegevens aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten een persoon kunnen identificeren met het oog op het uitvoeren van een specifieke maatregel; |
Motivering | |
In de definitie van "signalering" hoeft niet te worden aangegeven welke soort gegevens in een signalering kunnen worden opgenomen. De vraag welke gegevens dienen te worden opgenomen in een signalering wordt in artikel 20 ("Categorieën gegevens") behandeld. | |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter b – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) "aanvullende informatie": andere informatie dan de in het SIS opgeslagen signaleringsgegevens, die gerelateerd is aan SIS-signaleringen en die moet worden uitgewisseld: |
(b) "aanvullende informatie": andere informatie dan de in het SIS opgeslagen signaleringsgegevens, die gerelateerd is aan SIS-signaleringen en die moet worden uitgewisseld door de Sirene-bureaus: |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) "persoonsgegevens": iedere vorm van informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (betrokkene); |
(e) "persoonsgegevens": iedere vorm van informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (betrokkene); voor de toepassing van deze definitie wordt onder identificeerbare natuurlijke persoon verstaan een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online-identificator of een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon; |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) "alias": identiteit die wordt aangenomen door een persoon die onder een andere identiteit bekend is; |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) "identificeerbare natuurlijke persoon": een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon; |
Schrappen |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) "verwerking van persoonsgegevens": een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen in logbestanden, ordenen, structureren, opslaan, veranderen of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzenden, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, beperken van de verwerking, wissen of vernietigen van gegevens; |
(g) "verwerking van persoonsgegevens": een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, vastleggen in logbestanden, ordenen, structureren, opslaan, veranderen of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzenden, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, beperken van de verwerking, wissen of vernietigen van gegevens; |
Motivering | |
In het Commissievoorstel wordt "vastleggen" uit het huidige besluit van de Raad inzake SIS II vervangen door "vastleggen in logbestanden". Hoewel het passend is om "vastleggen in logbestanden" toe te voegen aan de lijst van acties die als verwerking worden beschouwd, dient ook "vastleggen" in die lijst te blijven staan. | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter h – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) bij de bevraging blijkt dat een andere lidstaat een signalering in het SIS heeft opgenomen, |
(2) bij de bevraging blijkt dat een lidstaat een signalering in het SIS heeft opgenomen; |
Motivering | |
Een “treffer” kan zich ook voordoen als de signalering is opgenomen door de lidstaat van de gebruiker. | |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k bis) "biometrische identificatiemiddelen": persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met betrekking tot de fysieke of fysiologische kenmerken van een natuurlijke persoon op grond waarvan eenduidige identificatie van die natuurlijke persoon mogelijk is of wordt bevestigd (gezichtsopnamen, dactyloscopische gegevens); |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) "dactyloscopische gegevens": gegevens over vingerafdrukken en handpalmafdrukken, die vanwege hun uniciteit en de referentiepunten die zij bevatten, accurate en definitieve vergelijkingen mogelijk maken ten aanzien van de identiteit van een persoon; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
|
|
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter n bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(n bis) "gezichtsopname": een digitale afbeelding van het gezicht met een resolutie en een kwaliteit die voldoende zijn voor gebruik van de afbeelding voor biometrische matching; |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) "ernstige strafbare feiten": feiten als bedoeld in artikel 2, leden 1 en 2, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ van 13 juni 200268; |
Schrappen |
_________________ |
|
68 Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1). |
|
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter p | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(p) "terroristische misdrijven": overeenkomstig het nationale recht strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van 13 juni 200269. |
(p) "terroristische misdrijven": overeenkomstig het nationale recht strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 12, en artikel 14 van Richtlijn (EU) 2017/541. |
__________________ |
|
69 Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3). |
|
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) een nationaal systeem (N.SIS) in elk van de lidstaten, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS. Een N.SIS bevat een gegevensbestand (nationale kopie) met een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS-databank en een N.SIS-back-up. N.SIS en de back-up daarvan kunnen tegelijkertijd worden gebruikt om een ononderbroken beschikbaarheid voor de eindgebruikers te waarborgen; |
(b) een nationaal systeem (N.SIS) in elk van de lidstaten, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS. Een N.SIS kan een gegevensbestand (nationale kopie) met een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS-databank en een N.SIS-back-up bevatten. N.SIS en de back-up daarvan kunnen tegelijkertijd worden gebruikt om een ononderbroken beschikbaarheid voor de eindgebruikers te waarborgen; |
Motivering | |
De lidstaten dienen er niet toe te worden verplicht een nationale kopie op te zetten om de toegankelijkheid van het systeem te waarborgen, gezien de risico's voor de gegevensbeveiliging die hieraan verbonden zijn. Met het oog op volledige beschikbaarheid moet de voorkeur worden gegeven aan andere oplossingen op centraal niveau. | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Een back-up van de communicatie-infrastructuur wordt ontwikkeld om de ononderbroken beschikbaarheid van het SIS verder te waarborgen. Nadere voorschriften voor deze back-up van de communicatie-infrastructuur worden door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Motivering | |
Om de ononderbroken beschikbaarheid van het SIS verder te waarborgen, moet een tweede communicatie-infrastructuur beschikbaar zijn en worden gebruikt in geval van problemen met de hoofdcommunicatie-infrastructuur. | |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. SIS-gegevens worden opgenomen, bijgewerkt, gewist en opgezocht via de verschillende N.SIS-systemen. Er is een gedeeltelijke of volledige nationale kopie beschikbaar om op het grondgebied van elk van de lidstaten die een dergelijke kopie gebruiken, geautomatiseerde bevraging mogelijk te maken. De gedeeltelijke nationale kopie bevat ten minste de gegevens als bedoeld in artikel 20, lid 2, onder a) tot en met v), van deze verordening. De N.SIS-gegevensbestanden van andere lidstaten kunnen niet worden bevraagd. |
2. SIS-gegevens worden opgenomen, bijgewerkt, gewist en opgezocht via de verschillende N.SIS-systemen. |
Motivering | |
De lidstaten moeten niet worden verplicht om over een nationale kopie te beschikken om de beschikbaarheid van het systeem te verzekeren, in verband met het gegevensbeveiligingsrisico. Met het oog op volledige beschikbaarheid moet de voorkeur worden gegeven aan andere oplossingen op centraal niveau. | |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. CS-SIS zorgt voor technische toezichts- en beheersfuncties en de CS-SIS-back-up kan alle functies van het belangrijkste CS-SIS overnemen wanneer dit uitvalt. CS-SIS en de back-up ervan bevinden zich op twee technische locaties van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, dat is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1077/201170 (het Agentschap). CS-SIS en de back-up ervan kunnen een extra kopie van de SIS-databank bevatten en kunnen gelijktijdig voor operationele doeleinden worden gebruikt, op voorwaarde dat elk van beide systemen afzonderlijk in staat is alle verrichtingen met betrekking tot SIS-signaleringen te verwerken. |
3. CS-SIS zorgt voor technische toezichts- en beheersfuncties en de CS-SIS-back-up kan alle functies van het belangrijkste CS-SIS overnemen wanneer dit uitvalt. CS-SIS en de back-up ervan bevinden zich op technische locaties van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, dat is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1077/201170 (het Agentschap). CS-SIS en de back-up ervan bevatten een extra kopie van de SIS-databank en worden gelijktijdig voor operationele doeleinden gebruikt, op voorwaarde dat elk van beide systemen afzonderlijk in staat is alle verrichtingen met betrekking tot SIS-signaleringen te verwerken. |
__________________ |
__________________ |
70 Opgericht bij Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1). |
70 Opgericht bij Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1). |
Motivering | |
Om de ononderbroken beschikbaarheid van het SIS ook in de toekomst te kunnen waarborgen, met meer gegevens en meer gebruikers, moeten oplossingen op centraal niveau worden nagestreefd. Naast een extra kopie moet een actieve oplossing worden geïmplementeerd. Het Agentschap moet zich niet beperken tot de bestaande twee technische locaties indien een oplossing het gebruik van een andere locatie vereist. | |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 4 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. CS-SIS levert de nodige diensten voor het opnemen en verwerken van SIS-gegevens, inclusief voor bevragingen van de SIS-databank. CS-SIS zorgt voor: |
4. CS-SIS levert de nodige diensten voor het opnemen en verwerken van SIS-gegevens, inclusief voor bevragingen van de SIS-databank. Voor de lidstaten die een nationale kopie gebruiken, verzorgt CS-SIS: |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat is verantwoordelijk voor het waarborgen van de ononderbroken werking van N.SIS, de aansluiting van N.SIS op NI-SIS en de ononderbroken beschikbaarheid van SIS-gegevens voor de eindgebruikers. |
Elke lidstaat is verantwoordelijk voor het waarborgen van de ononderbroken werking van N.SIS en de aansluiting van N.SIS op NI-SIS. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Elke lidstaat is verantwoordelijk voor het waarborgen van de ononderbroken beschikbaarheid van SIS-gegevens voor de eindgebruikers, in het bijzonder door een tweede aansluiting op NI-SIS tot stand te brengen. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat zendt zijn signaleringen door via zijn N.SIS-instantie. |
Elke lidstaat neemt op basis van alle beschikbare informatie die onder het toepassingsgebied van deze verordening valt signaleringen op en zendt zijn signaleringen door via zijn N.SIS-instantie. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat wijst de autoriteit (Sirene-bureau) aan die ervoor zorgt dat alle aanvullende informatie overeenkomstig het in artikel 8 bedoelde Sirene-handboek wordt uitgewisseld en beschikbaar is. |
Elke lidstaat wijst een nationale autoriteit aan die 24 uur per dag, zeven dagen per week operationeel is en ervoor zorgt dat alle aanvullende informatie overeenkomstig het in artikel 8 bedoelde Sirene-handboek wordt uitgewisseld en beschikbaar is (het Sirene-bureau). Het Sirene-bureau fungeert voor de lidstaten als enig contactpunt voor de uitwisseling van aanvullende informatie in verband met signaleringen en maakt mogelijk dat passende maatregelen worden vastgesteld wanneer signaleringen van personen of voorwerpen in het SIS zijn opgenomen en die personen of voorwerpen bij raadpleging van het systeem na een treffer worden gevonden. |
Motivering | |
Verduidelijking van de structuur en de taken van de Sirene-bureaus zoals reeds opgenomen in het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 26 februari 2013 tot vaststelling van het Sirene-handboek en andere uitvoeringsmaatregelen voor het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). | |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Aanvullende informatie wordt uitgewisseld overeenkomstig het Sirene-handboek en met gebruikmaking van de communicatie-infrastructuur. De lidstaten verstrekken de technische en personele middelen die nodig zijn om de ononderbroken beschikbaarheid en uitwisseling van aanvullende informatie te waarborgen. Indien de communicatie-infrastructuur niet voorhanden is, kunnen de lidstaten andere afdoende beveiligde technische middelen gebruiken voor de uitwisseling van aanvullende informatie. |
1. Aanvullende informatie wordt uitgewisseld overeenkomstig het Sirene-handboek en met gebruikmaking van de communicatie-infrastructuur. De lidstaten verstrekken de technische en personele middelen die nodig zijn om de ononderbroken beschikbaarheid en tijdige en doeltreffende uitwisseling van aanvullende informatie te waarborgen. Indien de communicatie-infrastructuur niet voorhanden is, maken de lidstaten gebruik van de in artikel 4, lid 1, onder c), bedoelde back-up van de communicatie-infrastructuur. In laatste instantie kunnen andere afdoende beveiligde technische middelen, zoals Siena, worden gebruikt voor de uitwisseling van aanvullende informatie. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Sirene-bureaus verrichten hun taak snel en efficiënt, in het bijzonder door een verzoek zo spoedig mogelijk, en niet later dan twaalf uur na het te hebben ontvangen, te beantwoorden. |
3. De Sirene-bureaus verrichten hun taak snel en efficiënt, in het bijzonder door een verzoek om aanvullende informatie zo spoedig mogelijk, maar niet later dan zes uur na het te hebben ontvangen, uitvoerig te beantwoorden. In het geval van signaleringen betreffende terroristische misdrijven en signaleringen van kinderen zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, onder c), van Verordening [politiële samenwerking] ondernemen de Sirene-bureaus onmiddellijk actie. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Sirene-formulieren die door het aangezochte Sirene-bureau met de hoogste prioriteit moeten worden behandeld, kunnen worden voorzien van de vermelding "URGENT", met vermelding van de reden voor de urgentie. |
Motivering | |
Bepaling overgenomen uit het Sirene-handboek. | |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Nadere voorschriften voor de uitwisseling van aanvullende informatie worden door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld in de vorm van een handboek, "Sirene-handboek” genoemd. |
4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis een gedelegeerde handeling vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van een handboek met nadere voorschriften voor de uitwisseling van aanvullende informatie (Sirene-handboek). |
Motivering | |
Gelet op het huidige handboek en het bestaande wetgevingskader voor SIS II dient het Sirene-handboek te worden vastgesteld middels een gedelegeerde handeling, aangezien het ten dele meer een aanvulling op de basishandelingen vormt dan een uitvoering ervan. Het feit dat dat treffers in het geval van mogelijke ernstige bedreigingen voor de veiligheid volgens het handboek "onmiddellijk" moeten worden gemeld, terwijl dit volgens de verordening "zo spoedig mogelijk" moet gebeuren, is hiervoor een voorbeeld. In overweging 6 van het handboek (PB L 44 van 18.02.2015) wordt zelfs het volgende opgemerkt: "Er moet beslist een nieuwe, versnelde procedure worden vastgesteld voor het uitwisselen van informatie over signaleringen met het oog op onopvallende of gerichte controles [...]." | |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zorgen er met behulp van de door CS-SIS geleverde diensten voor dat de gegevens die in de nationale kopie zijn opgeslagen, door middel van in artikel 4, lid 4, bedoelde automatische bijwerkingen, identiek en consistent zijn met de SIS-databank en dat een opzoeking in die nationale kopie een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan een opzoeking in de SIS-databank. De eindgebruikers ontvangen de gegevens die zij voor de uitvoering van hun taken nodig hebben, met name alle gegevens die vereist zijn om de betrokkene te identificeren en om de gevraagde maatregel uit te voeren. |
2. De lidstaten zorgen er met behulp van de door CS-SIS geleverde diensten voor dat de gegevens die zijn opgeslagen in een nationale kopie die een lidstaat op vrijwillige basis heeft aangemaakt, door middel van in artikel 4, lid 4, bedoelde automatische bijwerkingen identiek en consistent zijn met de SIS-databank en dat een opzoeking in die vrijwillig aangemaakte nationale kopie een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan een opzoeking in de SIS-databank. De eindgebruikers ontvangen, voor zover mogelijk, de gegevens die zij voor de uitvoering van hun taken nodig hebben, met name, indien nodig, alle beschikbare gegevens om de betrokkene te kunnen identificeren en om de gevraagde maatregel te kunnen uitvoeren. |
Motivering | |
Niet alle gegevens over alle personen die zijn gesignaleerd zullen voor de lidstaten beschikbaar zijn. Een open verplichting opleggen om de eindgebruikers gegevens te verstrekken die misschien niet beschikbaar zijn, maakt het omslachtig en onlogisch. Het is ook niet duidelijk op wie deze verplichting rust. | |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In het kader van het bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 ingestelde mechanisme worden regelmatig tests uitgevoerd om na te gaan of de nationale kopieën aan de technische en functionele vereisten voldoen en met name of opzoekingen in de nationale kopie dezelfde resultaten opleveren als die in de SIS-databank. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) onbevoegden de toegang tot de voor de verwerking van persoonsgegevens gebruikte gegevensverwerkingsfaciliteiten wordt ontzegd (controle op de toegang tot de faciliteiten); |
(b) onbevoegden de toegang tot de voor de verwerking van persoonsgegevens gebruikte gegevensverwerkingsapparatuur en -faciliteiten wordt ontzegd (apparatuur, toegangscontrole en controle op de toegang tot de faciliteiten); |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) wordt voorkomen dat gegevens onrechtmatig in het SIS worden verwerkt en dat in het SIS verwerkte gegevens onrechtmatig worden gewijzigd of verwijderd (controle op het invoeren van gegevens); |
Motivering | |
Bepaling overgenomen uit artikel 34 van de Eurodac-verordening. | |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) wordt gewaarborgd dat alle autoriteiten met toegangsrecht tot het SIS of tot de gegevensverwerkingsfaciliteiten profielen opstellen waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om toegang te krijgen tot gegevens en gegevens in te voeren, bij te werken, te wissen en te doorzoeken, en dat deze profielen desgevraagd onverwijld ter beschikking worden gesteld van de nationale toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in artikel 50, lid 1 (personeelsprofielen); |
(g) wordt gewaarborgd dat alle autoriteiten met toegangsrecht tot het SIS of tot de gegevensverwerkingsfaciliteiten profielen opstellen waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om toegang te krijgen tot gegevens en gegevens in te voeren, bij te werken, te wissen en te doorzoeken, en dat deze profielen desgevraagd onmiddellijk ter beschikking worden gesteld van de nationale toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in artikel 50, lid 1 (personeelsprofielen); |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k bis) ervoor wordt gezorgd dat het geïnstalleerde systeem in geval van storing opnieuw kan worden ingezet (herstel); |
Motivering | |
Bepaling overgenomen uit het Eurodac-voorstel. | |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 – letter k ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k ter) ervoor wordt gezorgd dat de functies van het SIS correct worden uitgevoerd, dat eventuele functionele storingen gesignaleerd worden (betrouwbaarheid) en dat in het SIS opgeslagen persoonsgegevens niet door verkeerd functioneren van het systeem beschadigd kunnen worden (integriteit); |
Motivering | |
Bepaling overgenomen uit het Eurodac-voorstel. | |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Indien een lidstaat bij de uitvoering van taken in verband met het SIS samenwerkt met een externe contractant, ziet die lidstaat nauwlettend toe op de werkzaamheden van die contractant om de naleving van alle bepalingen van deze verordening te waarborgen, waaronder met name de bepalingen inzake beveiliging, vertrouwelijkheid en gegevensbescherming. |
Motivering | |
In 2012 zijn gegevens gelekt door een hack bij een externe contractant in Denemarken. De lidstaten moeten het toezicht op dergelijke bedrijven versterken. | |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De logbestanden bevatten met name het relaas van de signaleringen, de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, een verwijzing naar het soort toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit en van de persoon die met de verwerking van de gegevens is belast. |
2. Elk logbestand bevat met name het relaas van de signalering, de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, de verwerkte gegevens alsmede de naam van de bevoegde autoriteit en van de persoon die een bevraging uitvoert en de gegevens verwerkt. |
Motivering | |
Lid 3 voorziet in een uitzonderlijke regeling inzake logbestanden voor opzoekingen aan de hand van dactyloscopische gegevens of gezichtsopnamen. | |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als voor de bevraging dactyloscopische gegevens of gezichtsopnamen worden gebruikt overeenkomstig artikel 22, bevatten de logbestanden met name het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, een verwijzing naar het soort toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit en van de persoon die met de verwerking van de gegevens is belast. |
3. Als voor de bevraging dactyloscopische gegevens of gezichtsopnamen worden gebruikt overeenkomstig artikel 22, bevatten de logbestanden, in afwijking van lid 2, het soort verwerkte gegevens in plaats van de eigenlijke gegevens. |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De voorschriften voor en de opmaak van logbestanden worden vastgesteld door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden ten vroegste één jaar en ten laatste drie jaar na het creëren ervan gewist. |
4. De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden twee jaar na het creëren ervan gewist. |
Motivering | |
Formulering aangepast aan de aanbevelingen van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming. Met het oog op de rechtszekerheid moet de bewaartermijn voor logbestanden nauwkeurig worden gespecificeerd. | |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zorgen ervoor dat elke autoriteit met toegangsrecht tot SIS-gegevens de nodige maatregelen treft om aan deze verordening te voldoen, en, indien nodig, samenwerkt met de nationale toezichthoudende autoriteit. |
De lidstaten zorgen ervoor dat elke autoriteit met toegangsrecht tot SIS-gegevens de nodige maatregelen treft om aan deze verordening te voldoen, en samenwerkt met de nationale toezichthoudende autoriteit. |
Motivering | |
De nationale autoriteiten met toegang tot het SIS zouden moeten samenwerken met de nationale toezichthoudende autoriteit. Een dergelijk voorschrift houdt een verplichting voor de lidstaat in, die bijgevolg niet het recht mag hebben om te kiezen wanneer hij al dan niet samenwerkt. | |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Alvorens te worden gemachtigd tot de verwerking van in het SIS opgeslagen gegevens, en vervolgens op regelmatige basis, krijgt het personeel van de autoriteiten met toegangsrecht tot het SIS een adequate opleiding over de regels inzake gegevensbeveiliging en -bescherming en de procedures voor gegevensverwerking, zoals uiteengezet in het Sirene-handboek. Het personeel wordt op de hoogte gebracht van alle ter zake doende strafbare feiten en sancties. |
1. Alvorens te worden gemachtigd tot de verwerking van in het SIS opgeslagen gegevens, en vervolgens op regelmatige basis, krijgt het personeel van de autoriteiten met toegangsrecht tot het SIS een adequate opleiding over de regels inzake gegevensbeveiliging, grondrechten, met inbegrip van het recht op gegevensbescherming en de procedures voor gegevensverwerking, zoals uiteengezet in het Sirene-handboek. Het personeel wordt op de hoogte gebracht van alle ter zake doende strafbare feiten en sancties die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 53 bis van deze verordening. |
|
2. De lidstaten beschikken over een nationaal opleidingsprogramma over het SIS. Dit opleidingsprogramma omvat opleiding voor de eindgebruikers en voor het personeel van de Sirene-bureaus. |
|
3. Ten minste eenmaal per jaar worden gemeenschappelijke cursussen georganiseerd om de samenwerking tussen de Sirene-bureaus te verbeteren. Daartoe worden de medewerkers in de gelegenheid gesteld om collega's van andere Sirene-bureaus te ontmoeten, informatie over nationale werkwijzen uit te wisselen en een samenhangend en gelijkwaardig kennisniveau te ontwikkelen. |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het operationele beheer van het centrale SIS. Het Agentschap zorgt er in samenwerking met de lidstaten voor dat te allen tijde de beste beschikbare technologie wordt gebruikt voor het centrale SIS, uitgaande van een kosten-batenanalyse. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Motivering | |
Correctie van een fout. | |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) begrotingsuitvoeringstaken; |
Motivering | |
Het Agentschap dient met alle taken te worden belast die betrekking hebben op de communicatie-infrastructuur. Het is niet zinvol om vast te houden aan de opdeling van die taken tussen het Agentschap en de Commissie. | |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c ter) aanschaf en vernieuwing; |
Motivering | |
Het Agentschap moet worden belast met alle taken met betrekking tot de communicatie-infrastructuur. Het is niet zinvol om vast te houden aan de opdeling van die taken tussen het Agentschap en de Commissie. | |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 – letter c quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c quater) contractuele aangelegenheden. |
Motivering | |
Het Agentschap moet worden belast met alle taken met betrekking tot de communicatie-infrastructuur. Het is niet zinvol om vast te houden aan de opdeling van die taken tussen het Agentschap en de Commissie. | |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie wordt belast met alle andere taken die betrekking hebben op de communicatie-infrastructuur, met name: |
Schrappen |
(a) begrotingsuitvoeringstaken; |
|
(b) aanschaf en vernieuwing; |
|
(c) contractuele aangelegenheden. |
|
Motivering | |
Het Agentschap moet worden belast met alle taken met betrekking tot de communicatie-infrastructuur. Het is niet zinvol om vast te houden aan de opdeling van die taken tussen het Agentschap en de Commissie. | |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het Agentschap ontwikkelt en onderhoudt een mechanisme en procedures voor het uitvoeren van kwaliteitscontroles op de gegevens in CS-SIS en brengt regelmatig verslag uit aan de lidstaten. Het Agentschap rapporteert regelmatig aan de Commissie welke kwesties zijn geconstateerd en welke lidstaten hierbij zijn betrokken. Het mechanisme, de procedures en de uitlegging inzake de naleving op het gebied van gegevenskwaliteit worden door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld en ontwikkeld. |
5. Het Agentschap ontwikkelt en onderhoudt een mechanisme en procedures voor het uitvoeren van kwaliteitscontroles op de gegevens in CS-SIS en brengt regelmatig verslag uit aan de lidstaten. Het Agentschap rapporteert regelmatig aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie welke kwesties zijn geconstateerd en welke lidstaten hierbij zijn betrokken. Het mechanisme, de procedures en de uitlegging inzake de naleving op het gebied van gegevenskwaliteit worden door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld en ontwikkeld. |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Het Agentschap verricht ook taken met betrekking tot het aanbieden van opleiding in het technische gebruik van het SIS en inzake maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de kwaliteit van de SIS-gegevens. |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) onbevoegden de toegang tot de voor de verwerking van persoonsgegevens gebruikte gegevensverwerkingsfaciliteiten wordt ontzegd (controle op de toegang tot de faciliteiten); |
(b) onbevoegden de toegang tot de voor de verwerking van persoonsgegevens gebruikte gegevensverwerkingsapparatuur en -faciliteiten wordt ontzegd (apparatuur, toegangscontrole en controle op de toegang tot de faciliteiten); |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) wordt voorkomen dat gegevens onrechtmatig in het SIS worden verwerkt en dat in het SIS verwerkte gegevens onrechtmatig worden gewijzigd of verwijderd (controle op het invoeren van gegevens); |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) profielen worden opgesteld waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om toegang te krijgen tot de gegevens of de gegevensverwerkingsvoorzieningen, en opdat deze profielen desgevraagd onverwijld ter beschikking worden gesteld van de in artikel 51 bedoelde Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (personeelsprofielen); |
(g) profielen worden opgesteld waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om toegang te krijgen tot de gegevens of de gegevensverwerkingsvoorzieningen, en opdat deze profielen desgevraagd onmiddellijk ter beschikking worden gesteld van de in artikel 51 bedoelde Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (personeelsprofielen); |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k bis) ervoor wordt gezorgd dat het geïnstalleerde systeem in geval van storing opnieuw kan worden ingezet (herstel); |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter k ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k ter) ervoor wordt gezorgd dat de functies van het SIS correct worden uitgevoerd, dat eventuele functionele storingen gesignaleerd worden (betrouwbaarheid) en dat in het SIS opgeslagen persoonsgegevens niet door verkeerd functioneren van het systeem beschadigd kunnen worden (integriteit); |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – letter k quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k quater) voor de beveiliging van zijn technische locaties wordt gezorgd. |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Indien het Agentschap bij de uitvoering van taken in verband met het SIS samenwerkt met een externe contractant, ziet het nauwlettend toe op de werkzaamheden van die contractant om de naleving van alle bepalingen van deze verordening te waarborgen, waaronder met name de bepalingen inzake beveiliging, vertrouwelijkheid en gegevensbescherming. |
Motivering | |
In 2012 zijn SIS-gegevens in gevaar gekomen na een hack via een externe contractant in Denemarken. Het Agentschap moet het toezicht op dergelijke bedrijven versterken. | |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De logbestanden bevatten met name het relaas van de signaleringen, de datum en het tijdstip van de gegevenstransmissie, het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, een verwijzing naar het soort toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit die met de verwerking van de gegevens is belast. |
2. Elk logbestand bevat met name het relaas van de signaleringen, de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, de verwerkte gegevens alsmede de naam van de bevoegde autoriteit en van de persoon die de bevraging uitvoert en de gegevens verwerkt. |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als voor de bevraging dactyloscopische gegevens of gezichtsopnamen worden gebruikt overeenkomstig de artikelen 22 en 28, bevatten de logbestanden met name het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, een verwijzing naar het soort toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit en van de persoon die met de verwerking van de gegevens is belast. |
3. Als voor de bevraging dactyloscopische gegevens of gezichtsopnamen worden gebruikt overeenkomstig de artikelen 22 en 28, bevatten de logbestanden, in afwijking van lid 2, het soort verwerkte gegevens in plaats van de eigenlijke gegevens. |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De voorschriften voor en de opmaak van logbestanden worden vastgesteld door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden ten vroegste één jaar en ten laatste drie jaar na het creëren ervan gewist. De logbestanden die het relaas van de signaleringen bevatten, worden één tot drie jaar na het wissen van de signaleringen gewist. |
4. De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden twee jaar na het creëren ervan gewist. De logbestanden die het relaas van de signaleringen bevatten, worden twee jaar na het wissen van de signaleringen gewist. |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie organiseert in samenwerking met de nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geregeld campagnes om het publiek te informeren omtrent de doelstellingen van het SIS, de in het SIS opgeslagen gegevens, de autoriteiten die toegang hebben tot het SIS, en de rechten van de betrokkenen. De lidstaten ontwikkelen en implementeren in samenwerking met hun nationale toezichthoudende autoriteiten de nodige beleidsinitiatieven om hun burgers algemene voorlichting over het SIS te geven. |
Bij aanvang van de toepassing van deze verordening organiseert de Commissie in samenwerking met de nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een campagne om burgers van de Unie en onderdanen van derde landen te informeren omtrent de doelstellingen van het SIS, de in het SIS opgeslagen gegevens, de autoriteiten die toegang hebben tot het SIS, en de rechten van de betrokkenen. De Commissie herhaalt dergelijke campagnes op gezette tijden en ten minste eenmaal per jaar, in samenwerking met de nationale controleautoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. De lidstaten ontwikkelen en implementeren in samenwerking met hun nationale toezichthoudende autoriteiten de nodige beleidsinitiatieven om hun burgers en ingezetenen algemene voorlichting over het SIS te geven. De lidstaten dragen er zorg voor dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor een dergelijk voorlichtingsbeleid. |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onverminderd artikel 8, lid 1, en de bepalingen van deze verordening met betrekking tot de opslag van extra gegevens, bevat het SIS alleen de door elke lidstaat verstrekte categorieën gegevens, als vereist voor de in artikel 24 genoemde doeleinden. |
1. Onverminderd artikel 8, lid 1, en de bepalingen van deze verordening met betrekking tot de opslag van extra gegevens, bevat het SIS alleen de door elke lidstaat verstrekte categorieën gegevens, als vereist voor de in artikel 24 en artikel 27 genoemde doeleinden. |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor gesignaleerde personen worden uitsluitend de onderstaande gegevens opgenomen: |
2. Voor met het oog op weigering van toegang of verblijf gesignaleerde personen worden uitsluitend de onderstaande gegevens opgenomen: |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) bijzondere, onveranderlijke objectieve fysieke kenmerken; |
(e) bijzondere, onveranderlijke objectieve fysieke kenmerken, die geen verband houden met specifieke categorieën van persoonsgegevens die zijn gedefinieerd in artikel 9 van Verordening (EU) 2016/679, waaronder etniciteit, godsdienst, handicap, geslacht of seksuele gerichtheid; |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) geslacht; |
(h) geslacht; |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) de vermelding of de betrokken persoon gewapend, gewelddadig of ontsnapt is of is betrokken bij activiteiten die vallen onder de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad inzake terrorismebestrijding; |
(j) de vermelding of de betrokken persoon gewapend, gewelddadig of ontsnapt is of is betrokken bij activiteiten die vallen onder de artikelen 3 tot en met 12 en 14 van Richtlijn (EU) 2017/541; |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) koppeling(en) met andere SIS-signaleringen in overeenstemming met artikel 38; |
(o) koppeling(en) met andere SIS-signaleringen in overeenstemming met artikel 43; |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter q – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– eerdere veroordelingen als bedoeld in artikel 24, lid 2, onder a); |
– eerdere veroordelingen als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), i), en lid 2 ter; |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter q – streepje 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– ernstige veiligheidsdreigingen als bedoeld in artikel 24, lid 2, onder b); |
– ernstige veiligheidsdreigingen als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), ii); |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter q – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
- een inreisverbod als bedoeld in artikel 24, lid 3; of |
- een inreisverbod dat is uitgevaardigd volgens de procedures die zijn vastgesteld in Richtlijn 2008/115/EG als bedoeld in artikel 24, lid 3; of |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter r | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(r) soort strafbaar feit (voor signaleringen op grond van artikel 24, lid 2); |
(r) soort strafbaar feit (voor signaleringen op grond van artikel 24, lid 1); |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter x | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(x) dactyloscopische gegevens; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter y bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(y bis) gegevens als bedoeld onder a) tot en met d), f) tot en met g), en i), die zijn opgenomen in een geldig identificatiedocument/geldige identificatiedocumenten in het bezit van de betrokken persoon, anders dan het onder s) tot en met v) bedoelde document, voor zover deze gegevens niet in het laatstgenoemde document beschikbaar zijn. |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De technische voorschriften worden ook gebruikt voor opzoekingen in CS-SIS, in nationale kopieën en in technische kopieën als bedoeld in artikel 36. Zij zijn gebaseerd op gemeenschappelijke normen die zijn vastgesteld en ontwikkeld door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De technische voorschriften voor het doorzoeken van de in lid 2 bedoelde gegevens worden vastgesteld en ontwikkeld overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Deze technische voorschriften worden ook gebruikt voor opzoekingen in CS-SIS, in nationale kopieën en in technische kopieën als bedoeld in artikel 36, en zijn gebaseerd op gemeenschappelijke normen die zijn vastgesteld en ontwikkeld door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
Schrappen |
Motivering | |
Deze bepaling is opgenomen in lid 3. | |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op grond van artikel 24, lid 2, worden onderdanen van derde landen onder alle omstandigheden door de lidstaten gesignaleerd, indien het betrokken strafbare feit valt onder de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad inzake terrorismebestrijding71. |
Schrappen |
__________________ |
|
71 Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3). |
|
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Specifieke voorschriften voor opneming van foto's, gezichtsopnamen en dactyloscopische gegevens |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de voorschriften voor het opnemen van biometrische identificatiemiddelen in het SIS overeenkomstig deze verordening. Die voorschriften omvatten onder meer het aantal op te nemen vingerafdrukken, de methode om deze te nemen en de minimumnorm voor de kwaliteit waaraan alle biometrische identificatiemiddelen moeten voldoen. |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een signalering wordt niet opgenomen indien de in artikel 20, lid 2, onder a), g), k), m), n) en q), genoemde gegevens ontbreken. Wanneer een signalering is gebaseerd op een beslissing als bedoeld in artikel 24, lid 2, worden tevens de in artikel 20, lid 2, onder r), genoemde gegevens opgenomen. |
1. Een signalering wordt niet opgenomen indien de in artikel 20, lid 2, onder a), b), g), h), i), k), m), n) en q), genoemde gegevens ontbreken. Wanneer een signalering is gebaseerd op een beslissing als bedoeld in artikel 24, lid 1, worden tevens de in artikel 20, lid 2, onder r), genoemde gegevens opgenomen. |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Daarnaast worden, voor zover beschikbaar, alle andere in artikel 20, lid 2, genoemde gegevens opgenomen. |
2. Onverminderd artikel 22 worden daarnaast, voor zover beschikbaar en op voorwaarde dat aan de voorwaarden voor het opnemen van de gegevens is voldaan, de andere in artikel 20, lid 2, genoemde gegevens opgenomen. |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 23 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 23 bis |
|
Verenigbaarheid van signaleringen |
|
1. Voor opneming van een nieuwe signalering controleert de lidstaat of deze persoon reeds in het SIS is gesignaleerd. |
|
2. Voor een en dezelfde persoon of een en hetzelfde voorwerp mag een lidstaat in het SIS II slechts één signalering opnemen. Indien nodig kunnen andere lidstaten evenwel nieuwe signaleringen voor eenzelfde persoon opnemen, mits de signaleringen verenigbaar zijn. De verenigbaarheid wordt gewaarborgd overeenkomstig lid 3. |
|
3. Regels inzake de verenigbaarheid van signaleringen worden vastgesteld in het Sirene-handboek als bedoeld in artikel 8, lid 4. Een lidstaat die een nieuwe signalering wil opnemen met betrekking tot een persoon die reeds in het SIS is gesignaleerd, controleert of de signaleringen verenigbaar zijn. Indien ze verenigbaar zijn, mag de lidstaat de nieuwe signalering opnemen. Als de signaleringen onverenigbaar zijn, wordt via de uitwisseling van aanvullende informatie overleg gepleegd tussen de Sirene-bureaus om tot een akkoord te komen in overeenstemming met de prioriteitsorde van de signaleringen zoals bepaald in het Sirene-handboek. Van deze prioriteitsorde van de signaleringen kan na overleg tussen de Sirene-bureaus worden afgeweken, indien wezenlijke nationale belangen in het geding zijn. |
Motivering | |
Bepalingen uit het huidige Sirene-handboek die te belangrijk zijn om niet in de verordening te worden opgenomen. | |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Gegevens over met het oog op weigering van toegang en verblijf gesignaleerde onderdanen van derde landen worden in het SIS opgenomen op grond van een nationale signalering ingevolge een beslissing die de bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteiten met inachtneming van de nationale wettelijke procedurevoorschriften hebben gegeven op basis van een individuele beoordeling. Het recht van beroep tegen deze beslissingen wordt uitgeoefend overeenkomstig het nationale recht. |
1. Na een nationaal besluit vaardigen lidstaten een signalering uit met het oog op weigering van toegang en verblijf uitsluitend indien achtereenvolgens aan de volgende voorwaarden is voldaan: |
|
(a) de signalering wordt uitsluitend uitgevaardigd indien aan ten minste één van de volgende voorwaarden is voldaan: |
|
(i) een onderdaan van een derde land is in een lidstaat schuldig bevonden aan een strafbaar feit waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar geldt; |
|
(ii) er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat een onderdaan van een derde land een ernstig strafbaar feit of terroristisch misdrijf heeft gepleegd of er zijn aanwijzingen dat een onderdaan van een derde land overweegt een dergelijk feit te plegen op het grondgebied van een lidstaat; |
|
(b) de lidstaat: |
|
(i) verricht vervolgens een individuele beoordeling of de aanwezigheid van de betrokken onderdaan van een derde land op het grondgebied van een lidstaat een bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid; |
|
(ii) neemt vervolgens een administratieve of een rechterlijke beslissing, wanneer de lidstaat concludeert dat de onderdaan van het derde land een dergelijke bedreiging vormt. |
|
Pas nadien vaardigt de lidstaat een signalering uit met het oog op weigering van toegang en verblijf. |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien de in lid 1 bedoelde beslissing is gegeven omdat de aanwezigheid van de betrokken onderdaan van een derde land op het grondgebied van een lidstaat een bedreiging kan vormen voor de openbare orde of veiligheid of de nationale veiligheid, wordt een signalering opgenomen. Dit is in het bijzonder het geval bij: |
Schrappen |
(a) een onderdaan van een derde land die in een lidstaat schuldig is bevonden aan een strafbaar feit waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste één jaar geldt; |
|
(b) een onderdaan van een derde land ten aanzien van wie er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat hij een ernstig strafbaar heeft gepleegd, of er duidelijke aanwijzingen zijn dat hij overweegt een dergelijk feit te plegen op het grondgebied van een lidstaat. |
|
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Personen te wier aanzien een beslissing wordt gegeven op grond van lid 1, onder b), ii), hebben het recht daartegen beroep in te stellen. Het recht van beroep wordt uitgeoefend overeenkomstig het nationale recht. Dergelijke beroepen dienen een doeltreffende voorziening in rechte te omvatten. |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Indien een onderdaan van een derde land in een lidstaat schuldig is bevonden aan een strafbaar feit als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541 met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel van ten minste vijf jaar, zijn de lidstaten niet verplicht een beoordeling te verrichten op grond van lid 2 of op grond van artikel 21, voorafgaande aan een administratieve of rechterlijke beslissing betreffende die persoon. De lidstaten nemen een beslissing uitsluitend wanneer dit geen bedreiging voor de openbare orde of de nationale veiligheid oplevert en in overeenstemming met hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht. |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien de in lid 1 bedoelde beslissing is gegeven omdat een inreisverbod is uitgevaardigd overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG, wordt een signalering opgenomen. De signalerende lidstaat zorgt ervoor dat de signalering in het SIS van kracht wordt op het moment waarop de betrokken onderdaan van een derde land terugkeert naar het derde land. De bevestiging van de terugkeer wordt aan de signalerende lidstaat meegedeeld overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2018/xxx [terugkeerverordening]. |
3. Indien de in lid 1, onder b), ii), bedoelde beslissing is gegeven omdat een inreisverbod is uitgevaardigd overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG, wordt een signalering opgenomen. De signalerende lidstaat zorgt ervoor dat de signalering in het SIS van kracht wordt wanneer de betrokken onderdaan van een derde land het grondgebied van de lidstaten verlaat. De bevestiging van de terugkeer wordt aan de signalerende lidstaat meegedeeld overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2018/xxx [terugkeerverordening]. |
Motivering | |
Ter verduidelijking van de tekst. | |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 26 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een lidstaat die overweegt een verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf af te geven aan een onderdaan van een derde land die door een andere lidstaat is gesignaleerd met het oog op weigering van toegang en verblijf, pleegt eerst door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie overleg met de signalerende lidstaat en houdt rekening met de belangen van die lidstaat. De signalerende lidstaat geeft binnen zeven dagen een definitief antwoord. Indien de lidstaat die overweegt een verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf af te geven, daadwerkelijk tot afgifte beslist, wordt de signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf gewist. |
1. Voordat een lidstaat formeel beslist een verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf af te geven aan een onderdaan van een derde land die door een andere lidstaat is gesignaleerd met het oog op weigering van toegang en verblijf, pleegt hij eerst door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie overleg met de signalerende lidstaat en houdt rekening met de belangen van die lidstaat. De signalerende lidstaat geeft binnen zeven dagen een definitief antwoord. De uiteindelijke beslissing om een verblijfstitel andere machtiging tot verblijf af te geven aan een onderdaan van een derde land blijft voorbehouden aan de raadplegende lidstaat. Als wordt overgegaan tot afgifte van een verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, wordt de signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf onmiddellijk gewist. |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 26 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een lidstaat die overweegt een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf op te nemen voor een onderdaan van een derde land die in het bezit is van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, pleegt eerst door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie overleg met de lidstaat die de verblijfstitel heeft afgegeven, en houdt rekening met de belangen van die lidstaat. De lidstaat die de titel heeft afgegeven, geeft binnen zeven dagen een definitief antwoord. Indien de lidstaat die de titel heeft afgegeven, beslist deze te handhaven, wordt de signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf niet opgenomen. |
2. Voordat een lidstaat beslist een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf op te nemen voor een onderdaan van een derde land die in het bezit is van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, pleegt hij eerst door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie overleg met de lidstaat die de verblijfstitel heeft afgegeven, en houdt rekening met het advies van die lidstaat. De lidstaat die de titel heeft afgegeven, geeft binnen zeven dagen een definitief antwoord. Indien de lidstaat die de titel heeft afgegeven, beslist deze te handhaven, wordt de signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf niet opgenomen. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij de aanneming van de desbetreffende maatregel overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor het opnemen, bijwerken en wissen van deze signaleringen namens de andere lidstaten. De procedure voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat wordt vastgesteld en ontwikkeld door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
2. Bij de aanneming van de desbetreffende maatregel overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor het opnemen, bijwerken en wissen van deze signaleringen namens de andere lidstaten. |
Motivering | |
Aangezien geen enkel element van de procedure in de basishandeling is vastgelegd, strekt een maatregel tot vaststelling van de procedure niet zozeer tot de waarborging van eenvormige voorwaarden voor de toepassing ervan, maar vormt zij meer een aanvulling op die handeling. Daarom is er een gedelegeerde handeling nodig in plaats van een uitvoeringshandeling. | |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis een gedelegeerde handeling vast te stellen met betrekking tot de procedure voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat als bedoeld in lid 2. |
Motivering | |
Aangezien geen enkel element van de procedure in de basishandeling is vastgelegd, strekt een maatregel tot vaststelling van de procedure niet zozeer tot de waarborging van eenvormige voorwaarden voor de toepassing ervan, maar vormt zij meer een aanvulling op die handeling. Daarom is er een gedelegeerde handeling nodig in plaats van een uitvoeringshandeling. | |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 27 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 27 bis |
|
Te nemen maatregelen met betrekking tot een signalering |
|
1. In geval van een treffer met betrekking tot een onderdaan van een derde land die in overeenstemming met de artikelen 24 en 27 is gesignaleerd, weigert de bevoegde autoriteit: |
|
(a) onverminderd het bepaalde in artikel 6, lid 5, van Verordening (EU) 2016/399, de toegang overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2016/399; |
|
(b) onverminderd het bepaalde in artikel 22, van Verordening (EG) 810/2009, een visum overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) 810/2009; |
|
(c) onverminderd artikel 38 van Verordening [Verordening tot instelling van het ETIAS], een reisautorisatie overeenkomstig artikel 31 van die verordening. |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Specifieke voorschriften voor verificaties of bevragingen met foto's, gezichtsopnamen en dactyloscopische gegevens |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In het SIS opgeslagen foto's, gezichtsopnamen en dactyloscopische gegevens worden opgevraagd om de identiteit van een persoon die naar aanleiding van een alfanumerieke bevraging van het SIS is gelokaliseerd, te verifiëren. |
1. Indien in het SIS opgeslagen foto’s, gezichtsopnamen, dactyloscopische gegevens in een signalering zijn opgenomen, worden deze gegevens opgevraagd om de identiteit van een persoon die naar aanleiding van een alfanumerieke bevraging van het SIS is gevonden, te bevestigen. |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Voordat een nieuwe signalering wordt opgenomen, mogen de vingerafdrukken worden getoetst om te controleren of de persoon al onder een andere identiteit in het SIS is opgenomen. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Ook dactyloscopische gegevens mogen worden gebruikt om een persoon te identificeren. In het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens worden voor identificatiedoeleinden gebruikt indien de identiteit van de persoon niet met behulp van andere middelen kan worden vastgesteld. |
2. Ook dactyloscopische gegevens mogen worden gebruikt om een persoon te identificeren. In het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens worden slechts voor identificatiedoeleinden gebruikt indien de identiteit van de persoon niet met behulp van alfanumerieke gegevens kan worden vastgesteld. Daartoe omvat het centrale SIS een geautomatiseerd systeem voor de identificatie van vingerafdrukken (AFIS). |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening stellen de lidstaten een geautomatiseerd systeem voor de identificatie van vingerafdrukken ter beschikking van de eindgebruikers. Daartoe nemen zij de nodige maatregelen en passen zij, indien nodig, hun N.SIS aan. |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens in verband met signaleringen op grond van artikel 24 kunnen tevens worden doorzocht aan de hand van volledige of onvolledige reeksen vingerafdrukken of handpalmafdrukken die zijn aangetroffen op de plaats van het delict dat wordt onderzocht, mits met een hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de afdrukken die van de dader zijn en mits de bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om de identiteit van de persoon met behulp van andere nationale, Europese of internationale databanken vast te stellen. |
3. In het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens in verband met signaleringen op grond van de artikelen 24 en 27 kunnen tevens worden doorzocht aan de hand van volledige of onvolledige reeksen vingerafdrukken of handpalmafdrukken die zijn aangetroffen op de plaats waar een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit is gepleegd dat wordt onderzocht, mits met een hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de afdrukken die van de dader van het terroristische misdrijf of ander ernstig strafbaar feit zijn en mits de bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om de identiteit van de persoon met behulp van andere nationale, Europese of internationale databanken vast te stellen. |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Indien uit de definitieve identificatie overeenkomstig dit artikel blijkt dat het resultaat van de van het centrale systeem ontvangen vergelijking niet overeenkomt met de voor vergelijking toegezonden dactyloscopische gegevens, gaan de lidstaten onmiddellijk over tot verwijdering van het vergelijkingsresultaat en delen zij dit zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie werkdagen aan het Agentschap mee. |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Zodra dit technisch haalbaar is en mits voor de identificatie een hoge mate van betrouwbaarheid kan worden gewaarborgd, mogen foto's en gezichtsopnamen worden gebruikt om een persoon te identificeren. Identificatie op basis van foto's en gezichtsopnamen is uitsluitend toegestaan bij reguliere grensdoorlaatposten met zelfbedieningssystemen en automatische grenstoezichtsystemen. |
4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis een gedelegeerde handeling vast te stellen met betrekking tot het gebruik van foto's en gezichtsopnamen om personen te identificeren en de technische normen hiervoor, met inbegrip van de bevraging evenals de identificatie en de bevestiging van de identiteit. De Commissie stelt die gedelegeerde handeling vast zodra het technisch haalbaar is met een hoge mate van betrouwbaarheid aan de hand van foto's en gezichtsopnamen personen te identificeren. Identificatie op basis van foto's en gezichtsopnamen is uitsluitend toegestaan bij reguliere grensdoorlaatposten met zelfbedieningssystemen en automatische grenstoezichtsystemen. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) andere rechtshandhavingsactiviteiten die worden uitgevoerd met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten in de betrokken lidstaat; |
(c) het voorkomen, opsporen en onderzoeken van onder Richtlijn (EU) 2016/680 vallende terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten in de betrokken lidstaat; |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(d bis) veiligheidscontroles in het kader van procedures die verband houden met verzoeken om internationale bescherming, voor zover die autoriteiten geen "beslissingsautoriteiten" zijn zoals gedefinieerd in artikel 2, onder f), van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad1 bis, en in voorkomend geval voor het verstrekken van advies overeenkomstig Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad1 ter. |
|
____________ |
|
1 bis Richtlijn 2013/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 26 juni 2013 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 180 van 24.12.2008, blz. 60). |
|
1 ter Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 1). |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van artikel 24, leden 2 en 3, en artikel 27 hebben ook de nationale gerechtelijke autoriteiten, met inbegrip van de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, met het oog op de uitvoering van hun in de nationale wetgeving vastgestelde taken, recht op toegang tot de in het SIS opgenomen gegevens en tot directe bevraging daarvan. |
2. Voor de toepassing van artikel 24, leden 1 en 3, en artikel 27 hebben ook de nationale gerechtelijke autoriteiten, met inbegrip van de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, met het oog op de uitvoering van hun in de nationale wetgeving vastgestelde taken, recht op toegang tot de in het SIS opgenomen gegevens en tot directe bevraging daarvan. |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Ook de in lid 1, onder d), bedoelde autoriteiten hebben recht op toegang tot en bevraging van gegevens over persoonsdocumenten die zijn opgenomen overeenkomstig artikel 38, lid 2, onder j) en k), van Verordening (EU) 2018/xxx [politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken]. Het toegangsrecht van deze autoriteiten wordt uitgeoefend overeenkomstig de wetgeving van de onderscheiden lidstaten. |
3. Ook de in lid 1, onder d), bedoelde autoriteiten hebben recht op toegang tot en bevraging van gegevens over persoonsdocumenten die zijn opgenomen overeenkomstig artikel 38, lid 2, onder j) en k), van Verordening (EU) 2018/xxx [politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken]. Het toegangsrecht van deze autoriteiten wordt uitgeoefend overeenkomstig deze verordening en het Unierecht inzake gegevensbescherming. |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) heeft binnen de grenzen van zijn mandaat recht op toegang tot en bevraging van in het SIS opgenomen gegevens. |
1. Het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) heeft, voor zover nodig voor de uitoefening van zijn mandaat, recht op toegang tot en bevraging van in het SIS opgenomen gegevens. |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien Europol bij een bevraging een signalering in het SIS aantreft, stelt Europol de signalerende lidstaat daarvan in kennis via de kanalen als bedoeld in Verordening (EU) 2016/794. |
2. Indien Europol bij een bevraging een signalering in het SIS aantreft, stelt Europol de signalerende lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis door de uitwisseling van aanvullende informatie via de communicatie-infrastructuur en overeenkomstig het Sirene-handboek. Totdat Europol de functies voor de uitwisseling van aanvullende informatie kan gebruiken, stelt het de signalerende lidstaat in kennis via de kanalen als bedoeld in Verordening (EU) 2016/794. |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Door bevraging van het SIS verkregen informatie wordt alleen gebruikt indien de betrokken lidstaat daarmee instemt. Indien de betrokken lidstaat het gebruik van dergelijke informatie toestaat, wordt deze door Europol behandeld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794. Europol deelt die informatie alleen mee aan andere landen en organen indien de betrokken lidstaat daarmee instemt. |
3. Door bevraging van het SIS verkregen informatie wordt alleen gebruikt indien de betrokken signalerende lidstaat daarmee instemt. Indien de betrokken lidstaat het gebruik van dergelijke informatie toestaat, wordt deze door Europol behandeld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794. Europol deelt die informatie alleen mee aan andere landen en organen indien de betrokken signalerende lidstaat daarmee instemt, met volledige inachtneming van het Unierecht inzake gegevensbescherming. |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Europol kan de betrokken lidstaat om nadere informatie verzoeken overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794. |
4. Europol kan de signalerende lidstaat om nadere informatie verzoeken overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794. |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 5 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de toegang tot in het SIS opgenomen gegevens te beperken tot specifiek daartoe gemachtigd personeel van Europol; |
(b) de toegang tot in het SIS opgenomen gegevens te beperken tot specifiek daartoe gemachtigd personeel van Europol dat deze toegang nodig heeft om zijn taken te kunnen uitoefenen; |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 5 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) maatregelen als bedoeld in de artikelen 10 en 11 te nemen en toe te passen; |
(c) maatregelen als bedoeld in de artikelen 10, 11, 13 en 14 te nemen en toe te passen; |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. In lid 6 bedoelde kopieën die leiden tot de aanleg van offline gegevensbanken, worden maximaal 48 uur bewaard. Deze duur kan in noodsituaties worden verlengd, totdat de noodsituatie is beëindigd. Europol meldt dergelijke verlengingen aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
7. In lid 6 bedoelde kopieën die leiden tot de aanleg van offline gegevensbanken, worden maximaal 48 uur bewaard. Wanneer Europol een offline gegevensbank met SIS-gegevens aanmaakt, stelt het de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in kennis van het bestaan van die gegevensbank. |
Motivering | |
De tekst van de Commissie verleent Europol onterecht het recht om een offline gegevensbank met SIS-gegevens bij te houden zo lang het beweert dat er sprake is van een noodsituatie. Aangezien Europol toegang heeft tot SIS, is het echter absoluut niet noodzakelijk dat Europol de gegevens langer dan de aanvankelijke 48 uur in een offline gegevensbank zou bijhouden, hetgeen een onnodig risico zou opleveren. Europol moet daarom de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming op de hoogte brengen telkens als het een dergelijke offline gegevensbank aanmaakt. | |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Europol mag aanvullende informatie inzake SIS-signaleringen ontvangen en verwerken, op voorwaarde dat de in de leden 2 tot en met 7 bedoelde voorschriften inzake gegevensverwerking naar behoren worden toegepast. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Om de rechtmatigheid van de gegevensverwerking te verifiëren, interne monitoring uit te voeren en een adequate beveiliging en integriteit van de gegevens te waarborgen, houdt Europol logbestanden bij van elke toegang tot en bevraging van het SIS. Deze logbestanden en documentatie worden niet beschouwd als illegale downloads of kopieën van een deel van het SIS. |
9. Om de rechtmatigheid van de gegevensverwerking te verifiëren, interne monitoring uit te voeren en een adequate beveiliging en integriteit van de gegevens te waarborgen, houdt Europol logbestanden bij van elke toegang tot en bevraging van het SIS. Deze logbestanden bevatten met name de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, het soort verwerkte gegevens, en de naam van de persoon die met de verwerking van de gegevens is belast. Deze logbestanden en documentatie worden niet beschouwd als illegale downloads of kopieën van een deel van het SIS. De inhoud, bewaartermijn en opmaak van en de voorschriften voor de logbestanden worden vastgesteld in overeenstemming met artikel 12. |
Motivering | |
Deze bepaling moet worden afgestemd op het bepaalde met betrekking tot de verantwoordelijkheden van de lidstaten in artikel 12. | |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. Europol wordt door de lidstaten onmiddellijk in kennis gesteld van alle op grond van artikel 24 gecreëerde signaleringen en van treffers met betrekking tot deze signaleringen ingeval een persoon door een lidstaat wordt gezocht in verband met een strafbaar feit als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541. |
Motivering | |
Deze bepaling moet worden afgestemd op het bepaalde met betrekking tot de verantwoordelijkheden van de lidstaten in artikel 12. | |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Overeenkomstig artikel 40, lid 8, van Verordening (EU) 2016/1624 hebben de leden van de Europese grens- en kustwachtteams, van teams van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken en van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer, binnen de grenzen van hun mandaat, recht op toegang tot en bevraging van in het SIS ingevoerde gegevens. |
1. Overeenkomstig artikel 40, lid 8, van Verordening (EU) 2016/1624 hebben de teamleden in de zin van artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 en de leden van ondersteuningsteams voor migratiebeheer, binnen de grenzen van hun mandaat, recht op toegang tot en bevraging van in het SIS ingevoerde gegevens, overeenkomstig deze verordening. Zij hebben dit recht uitsluitend voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat en voor zover het operationele plan voor een specifieke operatie dit vereist. |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in lid 1 bedoelde toegang tot en bevraging van in het SIS ingevoerde gegevens door leden van de Europese grens- en kustwachtteams, van teams van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken en van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer verloopt via de in artikel 32, lid 2, bedoelde technische interface die wordt opgezet en onderhouden door het Europees Grens- en kustwachtagentschap. |
2. De in lid 1 bedoelde toegang tot en bevraging van in het SIS ingevoerde gegevens door teamleden in de zin van artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 en de leden van ondersteuningsteams voor migratiebeheer, verloopt via de in artikel 32, lid 2, bedoelde technische interface die wordt opgezet en onderhouden door het Europees Grens- en kustwachtagentschap. |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien een lid van een Europees grens- en kustwachtteam, van een team van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken of van een ondersteuningsteam voor migratiebeheer bij een bevraging een signalering in het SIS aantreft, wordt de signalerende lidstaat daarvan in kennis gesteld. Overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) 2016/1624 wordt door de teamleden uitsluitend op een SIS-signalering gereageerd op instructie van en, als algemene regel, in aanwezigheid van grenswachters of bij met terugkeer verband houdende taken betrokken personeel van de ontvangende lidstaat waar zij actief zijn. De ontvangende lidstaat mag de teamleden toestaan namens hem op te treden. |
3. Indien een teamlid in de zin van artikel 2, punt 8 van Verordening (EU) 2016/1624 of een lid van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer bij een bevraging een signalering in het SIS aantreft, wordt de signalerende lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. Overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) 2016/1624 wordt door de teamleden uitsluitend op een SIS-signalering gereageerd op instructie van en, als algemene regel, in aanwezigheid van grenswachters of bij met terugkeer verband houdende taken betrokken personeel van de ontvangende lidstaat waar zij actief zijn. De ontvangende lidstaat mag de teamleden toestaan namens hem op te treden. |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Elke toegang en bevraging door een lid van een Europese grens- en kustwachtteam, van een team van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken of van een ondersteuningsteam voor migratiebeheer wordt overeenkomstig artikel 12 in een logbestand vastgelegd en elk gebruik dat dit lid maakt van de gegevens waartoe hij toegang heeft gekregen, wordt geregistreerd. |
4. Om de rechtmatigheid van de gegevensverwerking te verifiëren, interne monitoring uit te voeren en een adequate beveiliging en integriteit van de gegevens te waarborgen, houdt het Europees Grens- en kustwachtagentschap logbestanden bij van elke toegang tot en bevraging van het SIS door teamleden in de zin van artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624 of door leden van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer. Deze logbestanden bevatten met name de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, het soort voor de bevraging gebruikte gegevens, een verwijzing naar het soort verwerkte gegevens, en de naam van de persoon die met de verwerking van de gegevens is belast. Deze logbestanden en documentatie worden niet beschouwd als illegale downloads of kopieën van een deel van het SIS. De inhoud, bewaartermijn en opmaak van en de voorschriften voor de logbestanden worden vastgesteld in overeenstemming met artikel 12. |
Motivering | |
De toepasselijke bepalingen moeten identiek zijn aan die voor Europol. | |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De toegang tot in het SIS opgenomen gegevens wordt beperkt tot een specifiek lid van een Europese grens- en kustwachtteam, van een team van personeelsleden die betrokken zijn bij met terugkeer verband houdende taken of van een ondersteuningsteam voor migratiebeheer, en wordt niet uitgebreid tot andere teamleden. |
5. De toegang tot in het SIS opgenomen gegevens wordt beperkt tot een specifiek teamlid in de zin van artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2016/1624, of een lid van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer, op voorwaarde dat het personeel de vereiste opleiding heeft gevolgd. De toegang wordt niet uitgebreid tot andere teamleden. |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Ter waarborging van de beveiliging en de vertrouwelijkheid worden de maatregelen als bedoeld in de artikelen 10 en 11 vastgesteld. |
6. Ter waarborging van de beveiliging en de vertrouwelijkheid worden de maatregelen als bedoeld in de artikelen 10, 11, 13 en 14 vastgesteld en toegepast. |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft, met het oog op het opstellen van analyses van de dreigingen die de werking of de veiligheid van de buitengrenzen kunnen aantasten, recht op toegang tot en bevraging van in het SIS opgenomen gegevens, overeenkomstig de artikelen 24 en 27. |
1. Naar behoren gemachtigde personeelsleden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap hebben met het oog op het uitvoeren van kwetsbaarheids- en risicobeoordelingen als bedoeld in de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) 2016/1624, toegang tot de in het centrale gegevensregister opgenomen statistische gegevens als bedoeld in artikel 54, lid 6. |
Motivering | |
Frontex hoeft alleen toegang te krijgen tot persoonsgegevens in SIS-signaleringen voor zover het betrokken is bij operaties waarvoor artikel 31 in toegang tot het systeem voorziet. De geaggregeerde statistische gegevens volstaan volledig om zijn mandaat te kunnen uitvoeren. | |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van artikel 31, lid 2, en lid 1 van dit artikel wordt door het Europees Grens- en kustwachtagentschap een technische interface opgezet en onderhouden die een rechtstreekse verbinding met het centrale SIS mogelijk maakt. |
2. Voor de toepassing van artikel 31, lid 2, wordt door het Europees Grens- en kustwachtagentschap een technische interface opgezet en onderhouden die een rechtstreekse verbinding met het centrale SIS mogelijk maakt. |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien het Europees Grens- en kustwachtagentschap bij een bevraging een signalering in het SIS aantreft, stelt het de signalerende lidstaat daarvan in kennis. |
Schrappen |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft voor het vervullen van de taken waarmee het op grond van de verordening tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) is belast, recht op toegang tot en verificatie van in het SIS opgenomen gegevens, overeenkomstig de artikelen 24 en 27. |
[4. Naar behoren gemachtigd personeel van de centrale ETIAS-eenheid binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft voor zover nodig voor het vervullen van elke taak waarmee het op grond van de verordening tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) is belast, recht op toegang tot en verificatie van in het SIS opgenomen gegevens, overeenkomstig de artikelen 24 en 27. |
Motivering | |
Er dient te worden gespecificeerd dat de toegang tot het SIS in verband met het ETIAS beperkt is tot de centrale ETIAS-eenheid, en niet voor het gehele agentschap geldt. | |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Indien het Europees Grens- en kustwachtagentschap bij een verificatie overeenkomstig lid 2 een signalering in het SIS aantreft, is de procedure als bedoeld in artikel 22 van de verordening tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) van toepassing. |
Schrappen |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Elke toegang en bevraging door het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt overeenkomstig artikel 12 in een logbestand vastgelegd en elk gebruik dat dit agentschap maakt van de gegevens waartoe het toegang heeft, wordt geregistreerd. |
Schrappen |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Het is niet toegestaan om delen van het SIS te verbinden met een computersysteem voor gegevensverzameling en -verwerking dat door of bij het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt gebruikt, en evenmin om in het SIS opgeslagen gegevens waartoe het Europees Grens- en kustwachtagentschap toegang heeft, over te dragen naar een dergelijk systeem, tenzij zulks noodzakelijk is voor het uitvoeren van de taken op grond van de verordening tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS). Er mag geen deel van het SIS worden gedownload. Het registreren van de toegang en de bevraging in logbestanden wordt niet beschouwd als illegaal downloaden of kopiëren van SIS-gegevens. |
8. Het is niet toegestaan om delen van het SIS te verbinden met een computersysteem voor gegevensverzameling en -verwerking dat door of bij het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt gebruikt, noch om in het SIS opgeslagen gegevens waartoe het Europees Grens- en kustwachtagentschap toegang heeft, over te dragen naar een dergelijk systeem. Er mag geen deel van het SIS worden gedownload. Het registreren van de toegang en de bevraging in logbestanden wordt niet beschouwd als illegaal downloaden of kopiëren van SIS-gegevens. |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Ter waarborging van de beveiliging en de vertrouwelijkheid worden de maatregelen als bedoeld in de artikelen 10 en 11 vastgesteld. |
9. Ter waarborging van de beveiliging en de vertrouwelijkheid stelt het Europees Grens- en kustwachtagentschap de maatregelen als bedoeld in de artikelen 10, 11, 13 en 14 vast en past het deze toe. |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bewaartermijn voor signaleringen |
Toetsingstermijn voor signaleringen |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in het SIS overeenkomstig deze verordening opgenomen signaleringen worden niet langer bewaard dan nodig is voor het met de opneming nagestreefde doel. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uiterlijk vijf jaar na de opneming van een signalering in het SIS toetst de signalerende lidstaat de noodzaak van verdere bewaring. |
2. Uiterlijk drie jaar na de opneming van een signalering in het SIS toetst de signalerende lidstaat de noodzaak van verdere bewaring. |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer het personeel in een Sirene-bureau dat verantwoordelijk is voor de coördinatie en de verificatie van de kwaliteit van de gegevens, constateert dat een signalering van een persoon haar doel heeft bereikt en uit het SIS moet worden gewist, stelt het de autoriteit die de signalering heeft opgenomen daarvan in kennis. Uiterlijk 30 kalenderdagen na ontvangst van deze kennisgeving meldt de autoriteit dat de signalering is of zal worden gewist, of motiveert zij waarom de signalering wordt bewaard. Indien de autoriteit binnen de termijn van 30 kalenderdagen niet in die zin reageert, wordt de signalering gewist door het personeel van het Sirene-bureau. Wanneer zich herhaaldelijk dergelijke kwesties voordoen, melden de Sirene-bureaus dat aan hun nationale toezichthoudende autoriteit. |
4. Zodra het personeel in een Sirene-bureau dat verantwoordelijk is voor de coördinatie en de verificatie van de kwaliteit van de gegevens, constateert dat een signalering van een persoon haar doel heeft bereikt en uit het SIS moet worden gewist, stelt het de autoriteit die de signalering heeft opgenomen daarvan onmiddellijk in kennis. Uiterlijk zeven kalenderdagen na ontvangst van die kennisgeving meldt de autoriteit dat de signalering is of zal worden gewist, of motiveert zij waarom de signalering wordt bewaard. Indien de autoriteit binnen de termijn van zeven dagen niet in die zin reageert, wordt de signalering gewist door het personeel van het Sirene-bureau. Wanneer zich herhaaldelijk dergelijke kwesties voordoen, melden de Sirene-bureaus dat aan hun nationale toezichthoudende autoriteit. |
Motivering | |
Aangezien de evaluatie onder meer tot doel heeft overbodige signaleringen uit het SIS te wissen, dienen de Sirene-bureaus op te treden zodra zij constateren dat een signalering moet worden geschrapt. De relevante autoriteit heeft normaal gezien geen maand de tijd nodig om te bepalen of een signalering kan worden gewist, in het bijzonder aangezien het Sirene-bureau dat al heeft beoordeeld. Een periode van zeven dagen is meer dan voldoende om te beslissen of een signalering moet worden bewaard. | |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Vóór het verstrijken van de toetsingstermijn kan de signalerende lidstaat, op grond van een grondige individuele beoordeling die wordt geregistreerd, besluiten de signalering langer te bewaren indien dit vereist is voor het met de signalering nagestreefde doel. In dat geval is lid 2 tevens van toepassing op de verlenging. Elke verlenging van een signalering wordt doorgegeven aan CS-SIS. |
5. Vóór het verstrijken van de toetsingstermijn kan de signalerende lidstaat, op grond van een grondige individuele beoordeling die wordt geregistreerd, besluiten de signalering langer te bewaren indien dit vereist is voor en evenredig is aan het met de signalering nagestreefde doel. In dat geval is lid 2 tevens van toepassing op de verlenging. Elke verlenging van een signalering wordt doorgegeven aan CS-SIS. |
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De lidstaten houden statistieken bij van het aantal signaleringen waarvan de bewaartermijn overeenkomstig lid 5 is verlengd. |
7. De lidstaten houden statistieken bij van het aantal signaleringen waarvan de bewaartermijn overeenkomstig lid 5 is verlengd en zenden die statistieken toe aan de in artikel 50 bedoelde toezichthoudende autoriteiten. |
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Signaleringen met het oog op weigering van toegang en verblijf uit hoofde van artikel 24 worden gewist wanneer de beslissing die eraan ten grondslag lag, is ingetrokken door de bevoegde autoriteit, in voorkomend geval na de in artikel 26 bedoelde overlegprocedure. |
1. Signaleringen met het oog op weigering van toegang en verblijf uit hoofde van artikel 24 worden gewist wanneer de beslissing die eraan ten grondslag lag, is ingetrokken door de bevoegde autoriteit, in voorkomend geval na de in artikel 26 bedoelde overlegprocedure of na het verstrijken van de signalering overeenkomstig artikel 34. |
Motivering | |
Net zoals in het dossier rond politiële en justitiële samenwerking bestaat er een bepaling inzake de bewaartermijnen voor signaleringen, waarin is vastgelegd dat een signalering automatisch verstrijkt als een lidstaat niet beslist om ze te verlengen. Wanneer een signalering verstrijkt, moet zij uiteraard worden gewist. | |
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Signaleringen van onderdanen van derde landen ten aanzien van wie een in artikel 27 bedoelde beperkende maatregel is genomen, worden gewist wanneer de maatregel tot uitvoering van het reisverbod is beëindigd, geschorst of nietig verklaard. |
2. Signaleringen van onderdanen van derde landen ten aanzien van wie een in artikel 27 bedoelde beperkende maatregel is genomen, worden gewist zodra de maatregel tot uitvoering van het reisverbod is beëindigd, geschorst of nietig verklaard of zodra de signalering is verstreken overeenkomstig artikel 34. |
Motivering | |
Net zoals in het dossier rond politiële en justitiële samenwerking bestaat er een bepaling inzake de bewaartermijnen voor signaleringen, waarin is vastgelegd dat een signalering automatisch verstrijkt als een lidstaat niet beslist om ze te verlengen. Wanneer een signalering verstrijkt, moet zij uiteraard worden gewist. | |
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. In aanvulling op de leden 1 tot en met 3 van dit artikel worden signaleringen zo nodig ook gewist na de verenigbaarheidscontrole als bedoeld in artikel 23 bis. |
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten mogen de in artikel 20 bedoelde gegevens verwerken met het oog op de weigering van toegang tot en verblijf op hun grondgebied. |
1. De lidstaten mogen de in artikel 20 bedoelde gegevens uitsluitend verwerken met het oog op de weigering van toegang tot en verblijf op hun grondgebied. |
Amendement 179 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 3 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in lid 2 bedoelde technische kopieën die leiden tot de aanleg van offline gegevensbanken, worden maximaal 48 uur bewaard. Deze duur kan in noodsituaties worden verlengd, totdat de noodsituatie is beëindigd. |
De in lid 2 bedoelde technische kopieën die leiden tot de aanleg van offline gegevensbanken, worden maximaal 48 uur bewaard. |
Motivering | |
In overeenstemming met andere ingediende amendementen vormt het aanmaken van offline gegevensbanken een duidelijk bijkomend veiligheidsrisico met betrekking tot SIS-gegevens. Er is geen reden om toe te laten dat dergelijke gegevensbanken voor onbeperkte duur zouden kunnen worden bijgehouden op grond van een vermeende noodsituatie. | |
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 3 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten houden een actuele inventaris van deze kopieën bij, stellen deze inventaris ter beschikking van hun nationale toezichthoudende autoriteit, en zorgen ervoor dat de bepalingen van deze verordening, met name artikel 10, op deze kopieën worden toegepast. |
De lidstaten houden een actuele inventaris van deze kopieën bij, stellen deze inventaris ter beschikking van hun nationale toezichthoudende autoriteit alsook van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, en zorgen ervoor dat de bepalingen van deze verordening, met name artikel 10, op deze kopieën worden toegepast. |
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Elk gebruik van gegevens dat in strijd is met de leden 1 tot en met 6, wordt naar het nationale recht van de onderscheiden lidstaten aangemerkt als oneigenlijk gebruik. |
7. Elk gebruik van gegevens dat in strijd is met de leden 1 tot en met 6, wordt naar het nationale recht van de onderscheiden lidstaten aangemerkt als oneigenlijk gebruik, en onderworpen aan sancties overeenkomstig artikel 53 bis van deze Verordening. |
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Iedere lidstaat verstrekt het Agentschap een lijst van zijn bevoegde autoriteiten die op grond van deze verordening gemachtigd zijn tot directe bevraging van in het SIS opgenomen gegevens, alsmede alle wijzigingen van die lijst. In de lijst wordt voor elke autoriteit vermeld welke gegevens zij voor welke doeleinden mag bevragen. Het Agentschap zorgt voor de jaarlijkse bekendmaking van deze lijst in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
8. Iedere lidstaat verstrekt het Agentschap een lijst van zijn bevoegde autoriteiten die op grond van deze verordening gemachtigd zijn tot directe bevraging van in het SIS opgenomen gegevens, alsmede alle wijzigingen van die lijst. In de lijst wordt voor elke autoriteit vermeld welke gegevens zij voor welke doeleinden mag bevragen. Het Agentschap zorgt voor de jaarlijkse bekendmaking van deze lijst in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie onderhoudt een openbaar toegankelijke website die deze informatie bevat. Zij zorgt ervoor dat de website te allen tijde actueel is. |
Amendement 183 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Informatie bij niet-uitvoering van een signalering |
Procedure bij niet-uitvoering van een signalering |
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer een gevraagde maatregel niet kan worden uitgevoerd, stelt de aangezochte lidstaat de signalerende lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis. |
Wanneer een gevraagde maatregel niet kan worden uitgevoerd, is de volgende procedure van toepassing: |
|
(a) de aangezochte lidstaat stelt de signalerende lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis via zijn Sirene-bureau en geeft de redenen daarvoor aan in overeenstemming met het Sirene-handboek; |
|
(b) de betrokken lidstaten kunnen dan afspreken welke maatregel wordt getroffen, met inachtneming van hun eigen nationaal recht en de rechtsinstrumenten voor het SIS II; |
|
(c) als een maatregel met betrekking tot personen die betrokken zijn bij activiteiten zoals bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541 niet kan worden uitgevoerd, stelt de aangezochte lidstaat Europol daarvan onmiddellijk in kennis. |
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Wanneer een signalerende lidstaat over relevante aanvullende of gewijzigde gegevens beschikt zoals vermeld in artikel 20, lid 2, vult hij de signalering onmiddellijk aan of corrigeert deze. |
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Wanneer een andere lidstaat over relevante aanvullende of gewijzigde alfanumerieke gegevens beschikt zoals vermeld in artikel 20, lid 3, zendt hij deze onmiddellijk door aan de signalerende lidstaat zodat die de signalering kan vervolledigen. |
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer een andere dan de signalerende lidstaat aanwijzingen heeft dat een gegeven in een signalering onjuist is of onrechtmatig is opgenomen, deelt hij dit zo spoedig mogelijk, maar niet later dan tien dagen nadat hij kennis heeft genomen van de aanwijzingen, mee aan de signalerende lidstaat door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie. De signalerende lidstaat toetst de mededeling en corrigeert of wist zo nodig het betrokken gegeven onverwijld. |
3. Wanneer een andere dan de signalerende lidstaat aanwijzingen heeft dat een gegeven in een signalering onjuist is of onrechtmatig is opgenomen, deelt hij dit zo spoedig mogelijk, maar niet later dan twee werkdagen nadat hij kennis heeft genomen van de aanwijzingen, mee aan de signalerende lidstaat door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie. De signalerende lidstaat toetst de mededeling en corrigeert of wist zo nodig het betrokken gegeven binnen zeven werkdagen na de kennisgeving. |
Motivering | |
Het rechtzetten van fouten in het SIS dient voor iedereen een prioriteit te zijn. Als een lidstaat een fout opmerkt in een signalering die door een andere lidstaat is opgenomen, dient zij geen tien dagen te wachten alvorens zij de signalerende lidstaat in kennis stelt van die fout. Dat dient onmiddellijk te gebeuren, en uiterlijk binnen 48 uur. Evenzo dient de signalerende lidstaat, zodra zij in kennis is gesteld van de mogelijke fout, zeven dagen de tijd te krijgen om de fout recht te zetten of uit te leggen waarom er geen sprake is van een fout. Dit strookt met het voorgestelde amendement op artikel 34, lid 4, inzake de maatregelen die moeten worden getroffen om signaleringen te wissen zodra de Sirene-bureaus hebben laten weten dat die signaleringen overbodig zijn. | |
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de lidstaten twee maanden nadat de aanwijzingen aan het licht zijn gekomen, nog geen overeenstemming hebben bereikt overeenkomstig lid 3, legt de niet-signalerende lidstaat de zaak voor aan de betrokken nationale toezichthoudende autoriteiten, die een besluit ter zake nemen. |
4. Wanneer de lidstaten twee maanden nadat de aanwijzingen aan het licht zijn gekomen, nog geen overeenstemming hebben bereikt overeenkomstig lid 3, legt de niet-signalerende lidstaat de zaak voor aan de betrokken nationale toezichthoudende autoriteiten en aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die overeenkomstig artikel 52 in samenwerking ter zake een besluit nemen. |
Amendement 189 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De lidstaten wisselen aanvullende informatie uit, indien een klacht wordt ingediend door een persoon die stelt niet diegene te zijn die door middel van een signalering wordt opgespoord. Indien na controle blijkt dat het inderdaad twee verschillende personen betreft, wordt de klager ingelicht over de in artikel 42 bedoelde maatregelen. |
5. De lidstaten wisselen aanvullende informatie uit, indien een klacht wordt ingediend door een persoon die stelt niet diegene te zijn die door middel van een signalering wordt opgespoord. Indien na controle blijkt dat het inderdaad twee verschillende personen betreft, wordt de klager ingelicht over de in artikel 42 bedoelde maatregelen en over zijn recht van beroep overeenkomstig artikel 49, lid 1. |
Motivering | |
Wanneer een persoon verkeerd geïdentificeerd wordt in het SIS, dient hij het recht te hebben om beroep in te stellen in overeenstemming met artikel 49, lid 1. Hij of zij dient hierover te worden ingelicht zodra duidelijk wordt dat er sprake is van een verkeerde identificatie. | |
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een lidstaat die een signalering opneemt met betrekking tot een persoon die reeds in het SIS is gesignaleerd, treft met de eerste signalerende lidstaat een regeling omtrent de opneming van de signalering. De regeling komt tot stand op basis van de uitwisseling van aanvullende informatie. |
Schrappen |
Motivering | |
Deze bepaling is al opgenomen en beter uitgelegd in artikel 23 ter over de "verenigbaarheid van signaleringen". | |
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke gebeurtenis die gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van het SIS en het SIS schade of verlies kan toebrengen, wordt beschouwd als een veiligheidsincident, met name wanneer toegang tot gegevens kan zijn verkregen of wanneer de beschikbaarheid, de integriteit of de vertrouwelijkheid van gegevens in gevaar is gekomen of kan zijn gekomen. |
1. Elke gebeurtenis die gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van het SIS en het SIS schade of verlies kan toebrengen, wordt beschouwd als een veiligheidsincident, met name wanneer onrechtmatig toegang tot gegevens kan zijn verkregen of wanneer de beschikbaarheid, de integriteit of de vertrouwelijkheid van gegevens in gevaar is gekomen of kan zijn gekomen. |
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten melden veiligheidsincidenten aan de Commissie, het Agentschap en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Het Agentschap meldt veiligheidsincidenten aan de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
3. Onverminderd de melding en mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens ingevolge artikel 33 van Verordening (EU) 2016/679 of artikel 30 van Richtlijn (EU) 2016/680, melden de lidstaten veiligheidsincidenten onmiddellijk aan de Commissie, het Agentschap, de nationale toezichthoudende autoriteit en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. In het geval van een veiligheidsincident bij het centrale SIS meldt het Agentschap deze veiligheidsincidenten onmiddellijk aan de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 193 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Informatie over een veiligheidsincident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de werking van het SIS in een lidstaat of bij het Agentschap, of voor de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens die door andere lidstaten zijn opgenomen of toegezonden, wordt verstrekt aan de lidstaten en gerapporteerd in overeenstemming met het door het Agentschap voorgelegde incidentenbeheerplan. |
4. Informatie over een veiligheidsincident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de werking van het SIS in een lidstaat of bij het Agentschap, of voor de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens die door andere lidstaten zijn opgenomen of toegezonden, wordt onmiddellijk aan de lidstaten verstrekt en gerapporteerd in overeenstemming met het door het Agentschap voorgelegde incidentenbeheerplan. |
Amendement 194 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De lidstaten en eu-LISA werken in het geval van een veiligheidsincident samen. |
Amendement 195 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. In het geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens worden de betrokkenen hiervan op de hoogte gesteld overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 2016/679 of artikel 31 van Richtlijn (EU) nr. 2016/680. |
Amendement 196 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 quater. De Commissie meldt ernstige incidenten onmiddellijk aan het Europees Parlement en de Raad. |
Amendement 197 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 quinquies. Wanneer een veiligheidsincident is veroorzaakt door het oneigenlijke gebruik van gegevens, zien de lidstaten, Europol, Eurojust en het Europees Grens- en kustwachtagentschap erop toe dat er sancties of disciplinaire maatregelen kunnen worden opgelegd in overeenstemming met artikel 53 bis. |
Motivering | |
Wanneer een veiligheidsincident is veroorzaakt door iemand met toegang tot het SIS die de gegevens op oneigenlijke wijze heeft gebruikt, dienen er sancties te worden opgelegd aan die persoon. | |
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) het Sirene-bureau neemt contact op met de verzoekende autoriteit om zich ervan te vergewissen of de signalering dezelfde persoon betreft; |
(a) het Sirene-bureau neemt onmiddellijk contact op met de verzoekende autoriteit om zich ervan te vergewissen of de signalering dezelfde persoon betreft; |
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) indien uit de kruiscontrole blijkt dat de in de nieuwe signalering bedoelde persoon en de reeds in het SIS gesignaleerde persoon inderdaad dezelfde persoon zijn, volgt het Sirene-bureau de in artikel 39, lid 6, bedoelde procedure voor opneming van meervoudige signaleringen. Indien uit de controle blijkt dat het om twee verschillende personen gaat, bekrachtigt het Sirene-bureau het verzoek om opneming van de nieuwe signalering en voegt het de nodige elementen toe om verkeerde identificatie te voorkomen. |
(b) indien uit de kruiscontrole blijkt dat de in de nieuwe signalering bedoelde persoon en de reeds in het SIS gesignaleerde persoon inderdaad dezelfde persoon zijn, volgt het Sirene-bureau de in artikel 23 bis, bedoelde procedure voor opneming van meervoudige signaleringen. Indien uit de controle blijkt dat het om twee verschillende personen gaat, bekrachtigt het Sirene-bureau het verzoek om opneming van de nieuwe signalering en voegt het de nodige elementen toe om verkeerde identificatie te voorkomen. |
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de daadwerkelijk met de signalering beoogde persoon kan worden verward met een persoon wiens identiteit is misbruikt, voegt de signalerende lidstaat in de signalering gegevens betreffende de laatstbedoelde persoon toe, voor zover deze uitdrukkelijk daarmee instemt, om nadelige gevolgen van verkeerde identificatie te voorkomen. |
1. Wanneer de daadwerkelijk met de signalering beoogde persoon kan worden verward met een persoon wiens identiteit is misbruikt, voegt de signalerende lidstaat in de signalering gegevens betreffende de laatstbedoelde persoon toe, voor zover deze uitdrukkelijk daarmee instemt, om nadelige gevolgen van verkeerde identificatie te voorkomen. Een persoon van wie de identiteit is misbruikt, heeft het recht zijn instemming met de verwerking van deze gegevens in te trekken. |
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 3 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor de toepassing van dit artikel mogen slechts de volgende persoonsgegevens in het SIS worden opgenomen en verwerkt: |
3. Voor de toepassing van dit artikel en voor zover de persoon wiens identiteit is misbruikt daar uitdrukkelijk mee instemt voor elke gegevenscategorie, mogen slechts de volgende persoonsgegevens in het SIS worden opgenomen en verwerkt: |
Motivering | |
Er moet worden herhaald dat de vermelde persoonsgegevens alleen in het SIS mogen worden opgenomen als de persoon wiens identiteit is misbruikt daar uitdrukkelijk mee instemt. | |
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 3 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) geslacht; |
(h) gender; |
Amendement 203 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De in lid 3 bedoelde gegevens worden gewist op hetzelfde moment als de overeenkomstige signalering, of eerder indien de betrokken persoon daarom verzoekt. |
5. De in lid 3 bedoelde gegevens worden gewist zodra de persoon wiens identiteit werd misbruikt, daarom verzoekt, of op hetzelfde moment als de overeenkomstige signalering wordt gewist. |
Motivering | |
De tekst van de Commissie is enigszins misleidend. Het is duidelijker om eerst te vermelden dat de persoon wiens identiteit werd misbruikt het recht heeft om de gegevens zodra hij of zij dat wenst te laten wissen. Als deze persoon daar niet om verzoekt, worden de gegevens vanzelfsprekend gewist wanneer de overeenkomstige signalering wordt gewist. | |
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer het Agentschap in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerkt, is Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing. |
1. Wanneer het Agentschap of het Europees Grens- en kustwachtagentschap in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerkt, is Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing. |
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de in artikel 29 van deze verordening bedoelde autoriteiten in het kader van deze verordening persoonsgegevens verwerken, is Verordening (EU) 2016/679 van toepassing, tenzij de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/680 van toepassing zijn. |
2. Wanneer in het kader van deze verordening persoonsgegevens worden verwerkt, is Verordening (EU) 2016/679 van toepassing, tenzij de verwerking wordt uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met het oog op de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten, de tenuitvoerlegging van straffen of de bescherming tegen bedreigingen van de openbare veiligheid. |
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Wanneer de bevoegde nationale autoriteiten persoonsgegevens verwerken met het oog op de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten, de tenuitvoerlegging van straffen of de bescherming tegen gevaren voor de openbare veiligheid, zijn de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/680 van toepassing. |
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Wanneer Europol overeenkomstig artikel 30 van deze verordening persoonsgegevens verwerkt, is Verordening (EG) nr. 2016/794 van toepassing. |
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/680 zijn van toepassing op de verwerking van gegevens door bevoegde nationale autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van bedreigingen van de openbare veiligheid. |
Schrappen |
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Recht op inzage in gegevens, rectificatie van onjuiste gegevens en wissing van onrechtmatig opgeslagen gegevens |
Recht op inzage in gegevens, rectificatie en afscherming van onjuiste gegevens en wissing van onrechtmatig opgeslagen gegevens |
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het recht van betrokkenen op inzage in hen betreffende, in het SIS opgenomen gegevens en op rectificatie en wissing van deze gegevens wordt uitgeoefend overeenkomstig het recht van de lidstaat bij welke zij een beroep op dit recht doen. |
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 15, 16, 17 en 18 van Verordening (EU) 2016/679 heeft elke onderdaan van een derde land het recht hem betreffende in het SIS opgenomen gegevens in te zien of te verkrijgen en het recht dat de hem of haar betreffende gegevens die onjuist zijn, worden gecorrigeerd of aangevuld, onrechtmatig opgenomen gegevens worden gewist en gegevensverwerking wordt beperkt. |
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In voorkomend geval zijn de artikelen 14 tot en met 18 van Richtlijn (EU) 2016/680 van toepassing. |
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In dergelijke gevallen schrijven de lidstaten voor dat de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene zonder onnodige vertraging schriftelijk in kennis stelt van een eventuele weigering of beperking van de inzage en van de redenen voor die weigering of beperking. Die informatie kan achterwege worden gelaten wanneer de verstrekking daarvan een van de doeleinden van dit lid ondermijnen. De lidstaten voorzien erin dat de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene in kennis stelt van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende instantie of om beroep in te stellen bij de rechter. |
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 4 – alinea 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten bepalen dat de verwerkingsverantwoordelijke de feitelijke of juridische redenen die aan het besluit ten grondslag liggen, documenteert. Die informatie wordt ter beschikking gesteld van de toezichthoudende autoriteiten. |
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 4 – alinea 1 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Voor dergelijke gevallen treffen de lidstaten maatregelen die ertoe strekken dat de betrokkene zijn rechten ook via de bevoegde toezichthoudende autoriteit kan uitoefenen. |
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De betrokkene wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld, en in elk geval binnen 60 dagen vanaf de datum waarop hij om inzage heeft verzocht, of binnen een kortere termijn indien het nationale recht in die mogelijkheid voorziet. |
5. De betrokkene wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld, en in elk geval binnen 30 dagen vanaf de datum waarop hij om inzage heeft verzocht, of binnen een kortere termijn indien het nationale recht in die mogelijkheid voorziet, ongeacht of hij zich op het grondgebied van de Unie bevindt. |
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De betrokkene wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van het gevolg dat wordt gegeven aan de uitoefening van zijn recht op rectificatie of wissing van gegevens, en in elk geval binnen drie maanden vanaf de datum waarop hij om rectificatie of wissing heeft verzocht, of binnen een kortere termijn indien het nationale recht in die mogelijkheid voorziet. |
6. De betrokkene wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van het gevolg dat wordt gegeven aan de uitoefening van zijn recht op rectificatie, wissing en beperking van verwerking van gegevens, en in elk geval uiterlijk 60 dagen vanaf de datum waarop hij om rectificatie, wissing of beperking van verwerking heeft verzocht, of binnen een kortere termijn indien het nationale recht in die mogelijkheid voorziet. De betrokkene wordt in kennis gesteld uit hoofde van dit lid, ongeacht of hij zich op het grondgebied van de Unie bevindt. |
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Aan overeenkomstig deze verordening gesignaleerde onderdanen van derde landen wordt overeenkomstig de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 95/46/EG informatie verstrekt. Deze informatie wordt schriftelijk verstrekt en gaat vergezeld van een afschrift van of verwijzing naar de aan de in artikel 24, lid 1, bedoelde nationale beslissing die aan de signalering ten grondslag ligt. |
1. Aan overeenkomstig deze verordening gesignaleerde onderdanen van derde landen wordt overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) 2016/679 of de artikelen 12 en 13 van Richtlijn (EU) 2016/680 zo spoedig mogelijk, en in elk geval uiterlijk 30 dagen na het creëren van hen betreffende signaleringen, informatie verstrekt door de signalerende lidstaat. Deze informatie wordt schriftelijk verstrekt en gaat vergezeld van een afschrift van of verwijzing naar de aan de in artikel 24, lid 1, bedoelde nationale beslissing die aan de signalering ten grondslag ligt. |
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze informatie wordt echter niet verstrekt: |
2. Deze informatie wordt niet verstrekt indien de nationale wetgeving voorziet in een beperking van het recht op informatie, met name ter vrijwaring van de nationale veiligheid, de landsverdediging, de openbare veiligheid, dan wel met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten. |
(a) indien |
|
i) de persoonsgegevens niet bij de betrokken onderdaan van een derde land zijn verkregen, |
|
alsmede |
|
ii) de verstrekking van de informatie onmogelijk blijkt of onevenredig veel moeite zou kosten; |
|
(b) indien de betrokken onderdaan van een derde land reeds over deze informatie beschikt; |
|
(c) indien het nationale recht voorziet in een beperking van het recht op informatie, met name ter vrijwaring van de nationale veiligheid, de landsverdediging, de openbare veiligheid, dan wel met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen of vervolgen van strafbare feiten. |
|
(De nummering in de Engelse versie van het Commissievoorstel is onjuist.) | |
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Eenieder heeft het recht om naar aanleiding van een hem betreffende signalering bij de naar het recht van elke lidstaat bevoegde rechter of instantie beroep in te stellen met het oog op inzage, rectificatie, wissing of schadevergoeding in verband met de signalering. |
1. Onverminderd de artikelen 77 tot en met 82 van Verordening (EU) 2016/679 en de artikelen 52 tot en met 56 van Richtlijn (EU) 2016/680 heeft eenieder het recht om naar aanleiding van een hem betreffende signalering bij de naar het nationale recht van elke lidstaat bevoegde rechter of instantie beroep in te stellen met het oog op inzage, rectificatie, wissing, een beperking van verwerking en schadevergoeding in verband met de signalering. |
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Met het oog op een samenhangend overzicht van de toegepaste rechtsmiddelen wordt de nationale toezichthoudende autoriteiten verzocht een standaard statistisch systeem te ontwikkelen om jaarlijks verslag uit te brengen over: |
Met het oog op een samenhangend overzicht van de toegepaste rechtsmiddelen ontwikkelen de nationale autoriteiten een standaard statistisch systeem om jaarlijks verslag uit te brengen over: |
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 3 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) het aantal verzoeken om rectificatie van onjuiste gegevens en wissing van onrechtmatig opgeslagen gegevens dat bij de verwerkingsverantwoordelijke is ingediend, en het aantal gevallen waarin de gegevens zijn gerectificeerd of gewist; |
(c) het aantal verzoeken om rectificatie van onjuiste gegevens en wissing of beperking van verwerking van onrechtmatig opgeslagen gegevens dat bij de verwerkingsverantwoordelijke is ingediend, en het aantal gevallen waarin de gegevens zijn gerectificeerd of gewist; |
Amendement 222 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 3 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) het aantal verzoeken om rectificatie van onjuiste gegevens en wissing van onrechtmatig opgeslagen gegevens dat bij de nationale toezichthoudende autoriteit is ingediend; |
(d) het aantal verzoeken om rectificatie van onjuiste gegevens en wissing of beperking van verwerking van onrechtmatig opgeslagen gegevens dat bij de nationale toezichthoudende autoriteit is ingediend; |
Amendement 223 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 3 – alinea 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) het aantal zaken waarin de rechter de verzoeker in het gelijk heeft gesteld met betrekking tot een aspect van de zaak; |
(f) het aantal zaken waarin de rechter de verzoeker in het gelijk heeft gesteld met betrekking tot een aspect van de zaak en het aantal zaken waarin een schadevergoeding is verkregen; |
Amendement 224 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zien erop toe dat hun aangewezen nationale toezichthoudende autoriteiten waaraan de bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk VI van Richtlijn (EU) 2016/680 of hoofdstuk VI van Verordening (EU) 2016/679 zijn toegekend, de rechtmatigheid van de verwerking van SIS-persoonsgegevens op hun grondgebied, de doorgifte van SIS-gegevens vanuit dat grondgebied en de uitwisseling en verdere verwerking van aanvullende informatie op onafhankelijke wijze monitoren. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 225 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De nationale toezichthoudende autoriteiten zien erop toe dat ten minste om de vier jaar een audit van de gegevensverwerking in N.SIS wordt uitgevoerd overeenkomstig internationale auditnormen. De audit wordt uitgevoerd door de nationale toezichthoudende autoriteiten of wordt door de nationale toezichthoudende autoriteiten rechtstreeks uitbesteed aan een onafhankelijke auditor op het gebied van gegevensbescherming. De onafhankelijke auditor blijft te allen tijde onder de controle en de verantwoordelijkheid van de nationale toezichthoudende autoriteiten staan. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 226 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten zien erop toe dat de nationale toezichthoudende autoriteiten over voldoende middelen beschikken om hun taken uit hoofde van deze verordening te kunnen vervullen. |
3. De lidstaten zien erop toe dat de nationale toezichthoudende autoriteiten over voldoende middelen beschikken om hun taken uit hoofde van deze verordening te kunnen vervullen. Zij dragen er zorg voor dat hun nationale toezichthoudende autoriteiten toegang hebben tot ondersteuning van deskundigen op het gebied van biometrische gegevens. |
Amendement 227 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Toezicht op het Agentschap |
Toezicht op de Agentschappen |
Amendement 228 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ziet erop toe dat de activiteiten van het Agentschap op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming zijn met deze verordening. De taken en bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 46 en 47 van Verordening (EG) nr. 45/2001 zijn van overeenkomstige toepassing. |
1. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op de activiteiten van het Agentschap, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens en draagt er zorgt voor dat die activiteiten in overeenstemming zijn met deze verordening. De taken en bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 46 en 47 van Verordening (EG) nr. 45/2001 zijn van overeenkomstige toepassing. |
Amendement 229 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ziet erop toe dat ten minste om de vier jaar een audit van de activiteiten van het Agentschap op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens wordt uitgevoerd overeenkomstig internationale auditnormen. Het auditrapport wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad, het Agentschap, de Commissie en de nationale toezichthoudende autoriteiten. Voordat het rapport wordt aangenomen, wordt het Agentschap in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. |
2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ziet erop toe dat ten minste om de vier jaar een audit van de activiteiten van het Agentschap, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens wordt uitgevoerd overeenkomstig internationale auditnormen. Het auditrapport wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad, het Agentschap, de Commissie en de nationale toezichthoudende autoriteiten. Voordat het rapport wordt aangenomen, wordt het Agentschap in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. |
Amendement 230 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming worden voldoende middelen ter beschikking gesteld zodat hij de taken kan vervullen die aan hem krachtens deze verordening zijn toevertrouwd, met inbegrip van de ondersteuning van deskundigen op het gebied van biometrische gegevens. |
Amendement 231 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken actief samen en zorgen voor een gecoördineerd toezicht op het SIS, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden en verantwoordelijkheden. |
1. De nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken actief met elkaar samen binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden en verantwoordelijkheden in overeenstemming met artikel [62] van [nieuwe verordening betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens]. |
Amendement 232 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Om de twee jaar zendt het bij Verordening (EU) 2016/679 ingestelde comité een gezamenlijk activiteitenverslag over het gecoördineerde toezicht toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. |
4. Het bij Verordening (EU) 2016/679 ingestelde comité zendt jaarlijks een gezamenlijk activiteitenverslag over het gecoördineerde toezicht toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. |
Amendement 233 Voorstel voor een verordening Hoofdstuk 10 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
AANSPRAKELIJKHEID |
AANSPRAKELIJKHEID EN SANCTIES |
Amendement 234 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat is aansprakelijk voor schade die door het gebruik van N.SIS aan een persoon is toegebracht. Dit geldt tevens wanneer de schade is toegebracht door de signalerende lidstaat doordat deze feitelijk onjuiste gegevens heeft aangeleverd of gegevens onrechtmatig heeft opgeslagen. |
1. Elke lidstaat en eu-LISA zijn aansprakelijk voor materiële en immateriële schade die ten gevolge van een onrechtmatige verwerking, een andere handeling die onverenigbaar is met deze verordening, of het gebruik van N.SIS aan een persoon is toegebracht. Dit geldt tevens wanneer de schade is toegebracht door de signalerende lidstaat doordat deze feitelijk onjuiste gegevens heeft aangeleverd of gegevens onrechtmatig heeft opgeslagen. |
Amendement 235 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Elke persoon of lidstaat die materiële of immateriële schade heeft geleden als gevolg van een onrechtmatige gegevensverwerking of een andere handeling die strijdig is met de bepalingen van deze verordening, is gerechtigd om van de lidstaat die voor de geleden schade verantwoordelijk is, of van eu-LISA als die voor de geleden schade verantwoordelijk is, een vergoeding te ontvangen. De lidstaat of eu-LISA wordt geheel of gedeeltelijk van deze aansprakelijkheid ontheven indien de lidstaat/eu-LISA bewijst dat het schadeveroorzakende feit niet aan de lidstaat/eu-LISA kan worden toegeschreven. Op vorderingen tegen een lidstaat tot schadevergoeding zijn de bepalingen van de nationale wetgeving van de verwerende lidstaat van toepassing, in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680. |
Amendement 236 Voorstel voor een verordening Artikel 53 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 53 bis |
|
Sancties |
|
De lidstaten zorgen ervoor dat oneigenlijke verwerking van in het SIS opgeslagen gegevens en de eventuele uitwisseling van aanvullende informatie in strijd met deze verordening, bestraft wordt overeenkomstig het nationaal recht. De sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend en omvatten administratieve en strafrechtelijke sancties. |
|
Europol en het Europese Grens- en kustwachtagentschap zien erop toe dat hun personeelsleden of hun teamleden die onder hun gezag toegang hebben tot het SIS en in het SIS opgenomen gegevens verwerken in strijd met deze verordening, aan disciplinaire maatregelen van het agentschap of, in geval van teamleden, van hun lidstaat van herkomst, onderworpen worden. |
Amendement 237 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Agentschap stelt dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse algemene en naar lidstaat uitgesplitste statistieken op over het aantal records per signaleringscategorie, het aantal treffers per signaleringscategorie, het aantal keren dat het SIS is doorzocht en het aantal keren dat toegang tot het SIS is verkregen om een signalering in te voeren, bij te werken of te wissen, inclusief statistieken over de in artikel 26 bedoelde overlegprocedure. De opgestelde statistieken bevatten geen persoonsgegevens. Het statistische jaarverslag wordt openbaar gemaakt. |
3. Het Agentschap stelt dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse algemene en naar lidstaat uitgesplitste statistieken op over het aantal records per signaleringscategorie, het aantal treffers per signaleringscategorie, het aantal keren dat het SIS is doorzocht en het aantal keren dat toegang tot het SIS is verkregen om een signalering in te voeren, aan te vullen, bij te werken of te wissen, inclusief statistieken over de in artikel 26 bedoelde overlegprocedure. De opgestelde statistieken bevatten geen persoonsgegevens. Het statistische jaarverslag wordt openbaar gemaakt. |
Amendement 238 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap verstrekken het Agentschap en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 7 en 8 bedoelde verslagen op te stellen. |
4. De lidstaten, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap verstrekken het Agentschap en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 3, 7 en 8 bedoelde verslagen op te stellen. |
Amendement 239 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het Agentschap verstrekt alle statistische verslagen die het opstelt aan de lidstaten, de Commissie, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Om de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie te monitoren, kan de Commissie het Agentschap vragen om, op gezette tijden of ad hoc, aanvullende gerichte statistische verslagen te verstrekken over de prestaties of het gebruik van de SIS- en Sirene-communicatie. |
5. Het Agentschap verstrekt alle statistische verslagen die het opstelt en op verzoek alle specifieke statistische verslagen aan het Europees Parlement, de Raad, de lidstaten, de Commissie, Europol, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Om de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie te monitoren, kan de Commissie het Agentschap vragen om, op gezette tijden of ad hoc, aanvullende gerichte statistische verslagen te verstrekken over de prestaties of het gebruik van de SIS- en Sirene-communicatie. |
Amendement 240 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 6 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor de toepassing van de leden 3, 4 en 5 van dit artikel en artikel 15, lid 5, wordt door het Agentschap op zijn technische locaties een centraal register opgezet, geïmplementeerd en gehost, met daarin de in lid 3 van dit artikel en in artikel 15, lid 5, bedoelde gegevens, aan de hand waarvan geen personen kunnen worden geïdentificeerd en aan de hand waarvan de Commissie en de in lid 5 bedoelde agentschappen verslagen en statistieken op maat kunnen verkrijgen. Het Agentschap verleent de lidstaten, de Commissie, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitsluitend voor het opstellen van verslagen en statistieken toegang tot het centrale register, door middel van beveiligde toegang via de communicatie-infrastructuur, toegangscontrole en specifieke gebruikersprofielen. |
Voor de toepassing van de leden 3, 4 en 5 van dit artikel en artikel 15, lid 5, wordt door het Agentschap op zijn technische locaties een centraal register opgezet, geïmplementeerd en gehost, met daarin de in lid 3 van dit artikel en in artikel 15, lid 5, bedoelde gegevens, aan de hand waarvan geen personen kunnen worden geïdentificeerd en aan de hand waarvan de Commissie en de in lid 5 bedoelde agentschappen verslagen en statistieken op maat kunnen verkrijgen. Op verzoek en uitsluitend voor het opstellen van verslagen en statistieken verleent het Agentschap de lidstaten, de Commissie, Europol, Eurojust en het Europees Grens- en kustwachtagentschap, toegang tot het centrale register, specifieke onderwerpen en informatie, door middel van beveiligde toegang via de communicatie-infrastructuur, toegangscontrole en specifieke gebruikersprofielen. |
Amendement 241 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Twee jaar na de ingebruikneming van het SIS, en vervolgens om de twee jaar, legt het Agentschap aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de technische werking van het centrale SIS en de communicatie-infrastructuur, alsmede over de beveiliging ervan, en over de bilaterale en multilaterale uitwisseling van aanvullende informatie tussen de lidstaten. |
7. Een jaar na de ingebruikneming van het SIS, en vervolgens om de twee jaar, legt het Agentschap aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de technische werking van het centrale SIS en de communicatie-infrastructuur, alsmede over de beveiliging ervan, over de invoering van het geautomatiseerd vingerafdrukidentificatiesysteem en de bilaterale en multilaterale uitwisseling van aanvullende informatie tussen de lidstaten. |
Amendement 242 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Drie jaar na de ingebruikneming van het SIS, en vervolgens om de vier jaar, stelt de Commissie een algemene evaluatie op van het centrale SIS en van de bilaterale en multilaterale uitwisseling van aanvullende informatie tussen de lidstaten. In deze algemene evaluatie worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen, wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, worden de toepassing van deze verordening ten aanzien van het centrale SIS en de beveiliging van het centrale SIS beoordeeld en wordt bekeken welke gevolgen een en ander heeft voor toekomstige werkzaamheden. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. |
8. Eén jaar na de ingebruikneming van het SIS, en vervolgens om de twee jaar, stelt de Commissie een algemene evaluatie op van het centrale SIS en van de bilaterale en multilaterale uitwisseling van aanvullende informatie tussen de lidstaten. In deze algemene evaluatie wordt rekening gehouden met het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen, wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, worden de toepassing van deze verordening ten aanzien van het centrale SIS en de beveiliging van het centrale SIS beoordeeld en wordt bekeken welke gevolgen een en ander heeft voor toekomstige werkzaamheden. Het algemene evaluatieverslag heeft tevens betrekking op de invoering van een automatische functie van vingerafdrukbestanden en op de voorlichtingscampagnes over het SIS die door de Commissie worden georganiseerd in overeenstemming met artikel 19. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. |
Amendement 243 Voorstel voor een verordening Artikel 54 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 54 bis |
|
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie |
|
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. |
|
2. De in artikel 8, lid 4, artikel 22, lid -1, artikel 27, lid 2 bis, artikel 28, lid 4, en artikel 58, lid 2 bis, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
|
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8, lid 4, artikel 22, lid -1, artikel 27, lid 2 bis, artikel 28, lid 4, en artikel 58, lid 2 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
|
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. |
|
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. |
|
6. Een overeenkomstig artikel 8, lid 4, artikel 22, lid -1, artikel 27, lid 2 bis, artikel 28, lid 4, en artikel 58, lid 2 bis, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
Amendement 244 Voorstel voor een verordening Artikel 58 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zij is van toepassing met ingang van de datum die door de Commissie wordt vastgesteld nadat: |
2. Zij is van toepassing met ingang van [één jaar na de datum van inwerkingtreding], met uitzondering van artikel 5, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 1, artikel 15, leden 5 en 6, artikel 20, leden 3 en 4, artikel 22, leden -1 en 2, artikel 27, lid 2 bis, artikel 28, lid 4, artikel 42, lid 4, artikel 54, lid 6, artikel 54 bis, artikel 55 en artikel 58, lid 2 bis, die met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening van toepassing zijn. |
(a) de vereiste uitvoeringsmaatregelen zijn aangenomen; |
|
(b) de lidstaten aan de Commissie hebben meegedeeld dat de nodige technische en juridische maatregelen zijn genomen om SIS-gegevens te verwerken en aanvullende informatie uit te wisselen op grond van deze verordening; |
|
(c) het Agentschap aan de Commissie heeft meegedeeld dat tests van CS-SIS en de interactie tussen CS-SIS en N.SIS zijn afgerond. |
|
Motivering | |
Er dient een vaste toepassingsdatum worden vastgelegd die echter waar nodig moet worden aangepast middels een gedelegeerde handeling (zie hieronder het amendement op lid 2 bis). In de tussentijd moeten de voor de uitvoeringsmaatregelen en de gedelegeerde handelingen noodzakelijke bepalingen onmiddellijk van toepassing zijn, zodat direct na de inwerkingtreding een begin kan worden gemaakt met de werkzaamheden ter voorbereiding van die maatregelen. | |
Amendement 245 Voorstel voor een verordening Artikel 58 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot wijzigingen van de datum van toepassing van deze verordening. |
TOELICHTING
Achtergrond
Het huidige wetgevingskader voor het Schengeninformatiesysteem II ("SIS II") werd weliswaar reeds in 2006/2007 overeengekomen, maar trad pas op 9 april 2013 in werking, toen het SIS II operationeel was.
Na deze zeer betreurenswaardige vertraging en ondanks het feit dat de investeringen in SIS II acht keer hoger zijn uitgevallen dan geraamd, heeft het systeem zich echter tot een Europees succesverhaal ontwikkeld. Zoals uit het evaluatieverslag van de Commissie en de SIS II-statistieken blijkt, is het aantal signaleringen en treffers gestaag toegenomen.
Toch valt er voor de lidstaten nog veel te verbeteren. De beoordeling die bij de onderhavige voorstellen is gevoegd en de evaluaties en aanbevelingen inzake het Schengenevaluatiemechanisme hebben een aantal ernstige problemen in verband met een gebrekkige of onjuiste tenuitvoerlegging van het wetgevingskader voor SIS II aan het licht gebracht. Deze problemen reiken van kwaliteitsproblemen en gebrek aan opleiding van eindgebruikers tot onvoldoende informatie over signaleringen en vertragingen bij de follow-up van treffers door de Sirene-bureaus. Dit is vooral zorgwekkend als het om terrorisme gaat.
Het SIS wordt regelmatig aan evaluaties onderworpen en de onderhavige voorstellen zij, evenals de wijzigingen in dit ontwerpverslag, een uitvloeisel daarvan. De rapporteur verzoekt de lidstaten echter om alle tot hen gerichte aanbevelingen spoedig op te volgen en onverwijld alle nodige maatregelen te treffen om volledig gebruik te kunnen maken van de functies van het SIS II waarin het wetgevingskader voorziet.
Standpunt van de rapporteur inzake de nieuwe voorstellen
De rapporteur is verheugd over de voorstellen van de Commissie, aangezien zij erop gericht zijn het SIS verder te versterken door het echt Europese karakter ervan benadrukken, de hoofdkenmerken ervan te handhaven en de tekortkomingen op nationaal niveau aan te pakken.
De rapporteur is evenwel van mening dat er verdere verbeteringen mogelijk zijn en stelt in dit ontwerpverslag daarom een reeks desbetreffende wijzigingen voor. Die wijzigingen kunnen in de volgende rubrieken worden ingedeeld:
Architectuur
De rapporteur is zich er ten volle van bewust dat het systeem moet worden versterkt opdat het steeds grotere hoeveelheden gegevens, met name biometrische gegevens, nieuwe zoekfuncties en meer gebruikers aankan. Het is duidelijk dat het SIS als centraal en grootschalig Europees IT-systeem voor rechtshandhaving en grensbewaking te allen tijde met een hoge mate van betrouwbaarheid beschikbaar moet zijn voor de eindgebruikers. De rapporteur betwijfelt echter dat de door de Commissie voorgestelde oplossing waarbij de lidstaten ertoe worden verplicht een nationale kopie op te zetten, de juiste weg is. Gezien de daaraan verbonden risico's voor de gegevensbescherming en de beveiliging is het Parlement altijd al sceptisch geweest ten aanzien van nationale kopieën, evenals ten aanzien van technische kopieën. Desondanks heeft het, bij wijze van compromis, aanvaard dat de lidstaten desgewenst een nationale kopie kunnen opzetten. Dit geldt nog steeds. Het Parlement acht het echter niet aanvaardbaar om lidstaten die ervoor hebben gekozen geen kopie op te zetten, daartoe alsnog te verplichten. Nadat overeenstemming was bereikt over het wetgevingskader voor SIS II, zijn aanzienlijke inspanningen geleverd en middelen uitgegeven om een functionerend centraal systeem tot stand te brengen. De rapporteur is ervan overtuigd dat verdere inspanningen dienen te worden ondernomen om de ononderbroken beschikbaarheid van het systeem op dit niveau te waarborgen. Hij stelt daarom een reeks wijzigingen voor om de beschikbaarheid van het centrale systeem voor de eindgebruikers te verbeteren en de capaciteiten ervan te verhogen. Met name moet CS-SIS een kopie omvatten en moet er een backupsysteem worden opgezet dat te allen tijde simultaan operationeel is. In dat verband dient ook te worden overwogen om de betrouwbaarheid en de beveiliging te versterken door alle essentiële onderdelen van de architectuur, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur te dupliceren. Tot slot dient eu-LISA als enige instantie verantwoordelijk te zijn voor de communicatie-infrastructuur.
Toegang tot het systeem
De Commissie stelt voor om de toegangsmogelijkheden voor een reeks Europese agentschappen te verbreden. De rapporteur stemt weliswaar in met dit voorstel, maar stelt niettemin een aantal wijzigingen voor die erop gericht zijn de omstandigheden waarin zij toegang kunnen verkrijgen tot SIS-gegevens nauwkeuriger te omlijnen onder verwijzing naar de bestaande mandaten van de respectieve agentschappen. Daarnaast stelt hij voor om de waarborgen in dit verband te versterken door te voorzien in voorafgaande opleiding, het bijhouden van logbestanden en toezicht.
De rapporteur is overtuigd van de meerwaarde van het systeem en erkent dat de nieuwe uitdagingen op het gebied van beveiliging moeten worden aangepakt. Dit houdt met name in dat alle relevante nationale bevoegde autoriteiten toegang moeten krijgen tot het systeem. Die toegang dient echter te worden verleend op voorwaarde dat alle wettelijke bepalingen inzake gegevensbescherming van toepassing zin op deze autoriteiten en dat de toezichthoudende autoriteiten de correcte toepassing van de wettelijke bepalingen kunnen controleren, onder meer via het Schengenevaluatiemechanisme.
Gegevensbeveiliging
Gezien de aard van de gegevens die in het SIS zijn opgeslagen, is gegevensbeveiliging van essentieel belang. De rapporteur erkent dat eu-LISA en de lidstaten op dit gebied aanzienlijke inspanningen hebben geleverd. Desondanks kan het geval waarin het SIS via een externe dienstverlener in Denemarken is gehackt, worden gezien als waarschuwing dat de inspanningen in dit opzicht moeten worden geïntensiveerd. De rapporteur is ingenomen met de door de Commissie voorgestelde nieuwe bepalingen over veiligheidsincidenten. Hij stelt wel een aantal amendementen op deze bepalingen voor, vooral wat betreft de samenwerking tussen de verschillende institutionele actoren en de lidstaten. Tegen de achtergrond van de Deense zaak stelt hij tevens voor dat de lidstaten en eu-LISA nauwlettend toezicht houden op de werkzaamheden van contractanten. Tot slot wordt een aantal andere vereisten inzake gegevensbeveiliging ingevoegd die ook voor andere grootschalige IT-systemen gelden.
Gegevensbescherming
Gegevensbescherming in verband met het SIS is een ingewikkelde kwestie op grond van het tweeledige karakter van het systeem als databank op het gebied van immigratie én rechtshandhaving. Bovendien zijn de verschillende gebruikers ervan op Europees en nationaal niveau onderworpen aan zeer uiteenlopende wettelijke regelingen. Er moet echter alles aan worden gedaan om passende waarborgen te bieden die robuust genoeg moeten zijn om hun nut in de dagelijkse praktijk te kunnen bewijzen. Dergelijke waarborgen zijn even belangrijk voor de integriteit en de legitimiteit van het systeem als een succesvolle toepassing ervan. Daarom wordt een reeks wijzigingen voorgesteld die vooral moeten verduidelijken welke voorschriften van toepassing zijn. Daarnaast wordt een aantal bepalingen versterkt en verder in overeenstemming gebracht met het Europese kader voor gegevensbescherming.
Signaleringen ter fine van weigering van toegang
De rapporteur is verheugd over het voorstel van de Commissie met betrekking tot de overlegprocedure die dient te worden toegepast om te voorkomen dat een onderdaan van een derde land door een lidstaat is gesignaleerd met het oog op weigering van toegang en tegelijkertijd in het bezit is van een verblijfstitel van een andere lidstaat. De rapporteur spreekt zijn steun uit voor alle inspanningen gericht op verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten. Samenwerking is een essentiële factor voor de goede werking van het Schengengebied als ruimte zonder interne grenzen.
De rapporteur betreurt echter dat de Commissie niet heeft getracht de criteria te harmoniseren die van toepassing zijn op de opneming in het SIS van signaleringen met het oog op weigering van toegang tot het Schengengebied. Het Parlement heeft in het verleden in de onderhandelingen over het kader voor SIS II aangedrongen op een sterkere harmonisatie. Als compromis werd destijds de volgende herzieningsclausule opgenomen:
"De toepassing van dit artikel wordt drie jaar na de in artikel 55, lid 2, bedoelde datum door de Commissie geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie komt de Commissie, door gebruik van haar initiatiefrecht op grond van het Verdrag, met de nodige voorstellen tot wijziging van de bepalingen van dit artikel, met het oog op een grotere harmonisatie van de criteria voor de opneming van signaleringen."
Helaas is het enige voorstel dat de Commissie in dit verband heeft gedaan erop gericht deze bepaling te schrappen.
De rapporteur stelt derhalve een aantal wijzigingen voor om een grotere mate van harmonisatie te bereiken. Tot besluit stelt hij tevens voor om personen die zijn veroordeeld voor terroristische misdrijven, te signaleren ter fine van weigering van toegang.
Inwerkingtreding van de nieuwe voorschriften
Het Schengengebied ziet zich momenteel met een moeilijke situatie geconfronteerd. Terrorisme en migratie hebben ertoe geleid dat over een langere periode interne grenscontroles worden uitgevoerd, wat nieuwe uitdagingen met zich brengt die aanstonds dienen te worden aangepakt. De rapporteur is derhalve van mening dat hierbij voor het SIS een essentiële rol is weggelegd en dat het oplossingen kan bieden. Het voorstel dient daarom zo spoedig mogelijk te worden goedgekeurd, omdat het erom gaat het grootste, best geïmplementeerde en meest gebruikte gecentraliseerde Europese informatiesysteem te upgraden om zo in concrete en snelle oplossingen te voorzien voor de problemen waarmee de Europese burgers te maken hebben. De rapporteur stelt daarom voor dat het nieuwe wetgevingskader een jaar naar de inwerkingtreding ervan van toepassing wordt. In de verordening dient een vaste datum te worden ingevoegd om langdurige vertraging, zoals opgetreden bij het wetgevingskader voor SIS II, te voorkomen.
ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (26.7.2017)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006
(COM(2016)0882 – C8-0533/2016 – 2016/0408(COD))
Rapporteur voor advies: Hilde Vautmans
AMENDEMENTEN
De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(14 bis) Er zullen uiterst gevoelige biometrische gegevens worden verzameld. Gezien de gevoeligheid van deze gegevens moeten de verzameling en het gebruik ervan grondig worden geanalyseerd alvorens wordt besloten tot opname ervan in het SIS. Biometrische identificatiemiddelen moeten alleen ingevoerd en geraadpleegd kunnen worden onder specifieke voorwaarden die aan het evenredigheidsbeginsel van het wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens voldoen. | ||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(21) Er moeten bindende regels worden vastgesteld voor overleg tussen nationale autoriteiten wanneer een onderdaan van een derde land in het bezit is of kan komen van een in een bepaalde lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, en een andere lidstaat voornemens is deze onderdaan van een derde land te signaleren met het oog op weigering van toegang en verblijf, of zulks reeds heeft gedaan. Dergelijke situaties leiden tot grote onzekerheid bij grenswachters en politie- en immigratieautoriteiten. Daarom dient een bindende termijn voor spoedig overleg te worden bepaald waarbinnen een definitief resultaat moet worden bereikt, teneinde te voorkomen dat personen die een dreiging vormen, het Schengengebied binnenkomen. |
(21) Er moeten bindende regels worden vastgesteld voor overleg tussen nationale autoriteiten wanneer een onderdaan van een derde land in het bezit is of kan komen van een in een bepaalde lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere machtiging tot verblijf, en een andere lidstaat voornemens is deze onderdaan van een derde land te signaleren met het oog op weigering van toegang en verblijf, of zulks reeds heeft gedaan. Dergelijke situaties leiden tot grote onzekerheid bij grenswachters en politie- en immigratieautoriteiten. Daarom moeten er duidelijke richtsnoeren en een bindende termijn voor spoedig overleg worden bepaald waarbinnen een definitief resultaat moet worden bereikt, teneinde te voorkomen dat personen die een dreiging vormen, het Schengengebied binnenkomen. | ||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(26) De overeenkomstig deze verordening in het SIS verwerkte gegevens mogen niet worden doorgegeven aan of ter beschikking worden gesteld van derde landen of internationale organisaties. |
(26) De overeenkomstig deze verordening in het SIS verwerkte en opgeslagen gegevens en de reeds aan bevoegde instanties verstrekte SIS-gegevens mogen niet worden doorgegeven aan of ter beschikking worden gesteld van derde landen of internationale organisaties. | ||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 42 bis (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 42 ter (nieuw) | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 42 quater (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(42 quater) Alle maatregelen die in verband met het SIS worden genomen moeten in overeenstemming zijn met het Handvest van de grondrechten van de Unie. De lidstaten moeten richtsnoeren toepassen die gezamenlijk moeten worden vastgesteld en gemonitord door het Asielagentschap van de Europese Unie en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, voor een gemeenschappelijke praktijk inzake het nemen van vingerafdrukken en gezichtsopnamen van irreguliere onderdanen van derde landen, en die gebaseerd zijn op de checklist die is opgesteld door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. Bij de procedure voor het nemen van vingerafdrukken en het maken van gezichtsopnamen moeten de lidstaten te allen tijde de waardigheid en de lichamelijke integriteit van minderjarigen eerbiedigen. De lidstaten mogen minderjarigen niet dwingen om medewerking te verlenen aan het nemen van vingerafdrukken. | ||||||||||||
Motivering | |||||||||||||
Op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind moeten kinderen met menselijkheid en respect behandeld worden en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn of haar leeftijd. Er moet daarom bijzondere aandacht besteed worden aan de specifieke situatie van minderjarigen. Het belang van het kind dient altijd voorop te staan. | |||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 53 bis (nieuw) | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
|
(53 bis) Geen enkele wijziging of nieuwe bepaling van deze verordening mag een onnodige belemmering vormen voor lidstaten die tot het Schengengebied zullen toetreden of in het proces van toetreding zitten. | ||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – alinea 1 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 – letter s | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(s) categorie van het identificatiedocument; |
(s) categorie van de actuele of eerdere identificatiedocumenten of andere documenten die door deze persoon tot dat moment onder een alias zijn gebruikt; | ||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – punt 2 – letter u | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
(u) nummer(s) van het identificatiedocument; |
(u) nummer(s) van de actuele of eerdere identificatiedocumenten of andere documenten die door deze persoon tot dat moment onder een alias zijn gebruikt; | ||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. Gegevens over met het oog op weigering van toegang en verblijf gesignaleerde onderdanen van derde landen worden in het SIS opgenomen op grond van een nationale signalering ingevolge een beslissing die de bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteiten met inachtneming van de nationale wettelijke procedurevoorschriften hebben gegeven op basis van een individuele beoordeling. Het recht van beroep tegen deze beslissingen wordt uitgeoefend overeenkomstig het nationale recht. |
1. Gegevens over met het oog op weigering van toegang en verblijf gesignaleerde onderdanen van derde landen worden in het SIS opgenomen op grond van een nationale signalering ingevolge een beslissing die het "ne bis in idem"-beginsel eerbiedigt en die de bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteiten met inachtneming van de nationale wettelijke procedurevoorschriften hebben gegeven op basis van een individuele beoordeling. Overeenkomstig Verordening 2016/679 worden het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het recht om tegen een dergelijke beslissing in beroep te gaan, alsmede het recht op toegang tot persoonsgegevens en het recht om deze gegevens te laten wissen, aan te vullen of te rectificeren, gewaarborgd, onder meer voor onderdanen van derde landen die zich niet op het grondgebied van de Unie bevinden. | ||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 2 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
2. Voor de toepassing van artikel 24, leden 2 en 3, en artikel 27 hebben ook de nationale gerechtelijke autoriteiten, met inbegrip van de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, met het oog op de uitvoering van hun in de nationale wetgeving vastgestelde taken, recht op toegang tot de in het SIS opgenomen gegevens en tot directe bevraging daarvan. |
2. Toegang tot het SIS is voorbehouden aan geautoriseerd personeel van aangewezen autoriteiten dat passende scholing op het gebied van gegevensbeveiliging en -bescherming heeft gevolgd. Voor de toepassing van artikel 24, leden 2 en 3, en artikel 27 hebben ook de nationale gerechtelijke autoriteiten, met inbegrip van de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, met het oog op de uitvoering van hun in de nationale wetgeving vastgestelde taken, recht op toegang tot de in het SIS opgenomen gegevens en tot directe bevraging daarvan. | ||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. Het recht van betrokkenen op inzage in hen betreffende, in het SIS opgenomen gegevens en op rectificatie en wissing van deze gegevens wordt uitgeoefend overeenkomstig het recht van de lidstaat bij welke zij een beroep op dit recht doen. |
1. Het recht van betrokkenen op inzage in hen betreffende, in het SIS opgenomen gegevens en op rectificatie en wissing van deze gegevens wordt uitgeoefend overeenkomstig het recht van de lidstaat bij welke zij een beroep op dit recht doen, ongeacht of zij zich op het grondgebied van de Unie bevinden. | ||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 | |||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||
1. Eenieder heeft het recht om naar aanleiding van een hem betreffende signalering bij de naar het recht van elke lidstaat bevoegde rechter of instantie beroep in te stellen met het oog op inzage, rectificatie, wissing of schadevergoeding in verband met de signalering. |
1. Eenieder heeft het recht om naar aanleiding van een hem of haar betreffende signalering bij de naar het recht van elke lidstaat bevoegde rechter of instantie beroep in te stellen met het oog op inzage, rectificatie, wissing of schadevergoeding in verband met de signalering, ongeacht of hij of zij zich op dat moment op het grondgebied van de Unie bevindt. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Invoering, werking en gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0882 – C8-0533/2016 – 2016/0408(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 6.4.2017 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFET 6.4.2017 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Hilde Vautmans 15.5.2017 |
||||
Datum goedkeuring |
11.7.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 14 21 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Bas Belder, Mario Borghezio, Victor Boştinaru, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Aymeric Chauprade, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Arnaud Danjean, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Michael Gahler, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Janusz Korwin-Mikke, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ryszard Antoni Legutko, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, David McAllister, Tamás Meszerics, Francisco José Millán Mon, Javier Nart, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Tonino Picula, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Sofia Sakorafa, Jordi Solé, Jaromír Štětina, Charles Tannock, László Tőkés, Miguel Urbán Crespo, Ivo Vajgl, Elena Valenciano, Hilde Vautmans, Boris Zala |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Brando Benifei, Luis de Grandes Pascual, Javi López, Eleni Theocharous, Ernest Urtasun, Bodil Valero, Paavo Väyrynen, Marie-Christine Vergiat, Željana Zovko |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Frank Engel |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
27 |
+ |
|
ALDE |
Petras Auštrevičius, Iveta Grigule, Javier Nart, Jozo Radoš, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans, Paavo Väyrynen |
|
ECR |
Bas Belder, Ryszard Antoni Legutko, Charles Tannock, Eleni Theocharous |
|
EFDD |
Fabio Massimo Castaldo |
|
S&D |
Francisco Assis, Brando Benifei, Victor Boştinaru, Andi Cristea, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Arne Lietz, Javi López, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Elena Valenciano, Boris Zala |
|
14 |
- |
|
EFDD |
James Carver |
|
ENF |
Mario Borghezio |
|
GUE/NGL |
Javier Couso Permuy, Sabine Lösing, Sofia Sakorafa, Miguel Urbán Crespo, Marie-Christine Vergiat |
|
NI |
Janusz Korwin-Mikke |
|
Verts/ALE |
Klaus Buchner, Barbara Lochbihler, Tamás Meszerics, Jordi Solé, Ernest Urtasun, Bodil Valero |
|
21 |
0 |
|
NI |
Aymeric Chauprade |
|
PPE |
Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Arnaud Danjean, Frank Engel, Michael Gahler, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Alojz Peterle, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, Jaromír Štětina, László Tőkés, Željana Zovko, Luis de Grandes Pascual |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Invoering, werking en gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0882 – C8-0533/2016 – 2016/0408(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
22.12.2016 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 6.4.2017 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 6.4.2017 |
BUDG 6.4.2017 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 12.1.2017 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Carlos Coelho 9.3.2017 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
30.3.2017 |
10.7.2017 |
28.9.2017 |
6.11.2017 |
|
Datum goedkeuring |
6.11.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 3 5 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Asim Ahmedov Ademov, Gerard Batten, Monika Beňová, Malin Björk, Michał Boni, Daniel Dalton, Rachida Dati, Raymond Finch, Kinga Gál, Ana Gomes, Sylvie Guillaume, Monika Hohlmeier, Filiz Hyusmenova, Sophia in ‘t Veld, Dietmar Köster, Barbara Kudrycka, Cécile Kashetu Kyenge, Juan Fernando López Aguilar, Monica Macovei, Roberta Metsola, Claude Moraes, Péter Niedermüller, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Marie-Christine Vergiat, Udo Voigt, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Kristina Winberg, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Carlos Coelho, Anna Maria Corazza Bildt, Pál Csáky, Miriam Dalli, Gérard Deprez, Marek Jurek, Jeroen Lenaers, Elly Schlein, Barbara Spinelli, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Axel Voss |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Max Andersson, André Elissen, Karin Kadenbach, Peter Kouroumbashev, Julia Reda, Sofia Ribeiro, Bart Staes, Julie Ward, Wim van de Camp |
||||
Datum indiening |
10.11.2017 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
45 |
+ |
|
ALDE |
Gérard Deprez, Filiz Hyusmenova, Sophia in 't Veld, Cecilia Wikström |
|
ECR |
Marek Jurek, Monica Macovei, Helga Stevens |
|
EFDD |
Kristina Winberg |
|
NI |
Udo Voigt |
|
PPE |
Asim Ahmedov Ademov, Michał Boni, Carlos Coelho, Anna Maria Corazza Bildt, Pál Csáky, Rachida Dati, Kinga Gál, Monika Hohlmeier, Barbara Kudrycka, Jeroen Lenaers, Roberta Metsola, Sofia Ribeiro, Csaba Sógor, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Traian Ungureanu, Axel Voss, Wim van de Camp |
|
S&D |
Monika Beňová, Miriam Dalli, Ana Gomes, Sylvie Guillaume, Karin Kadenbach, Peter Kouroumbashev, Cécile Kashetu Kyenge, Dietmar Köster, Juan Fernando López Aguilar, Claude Moraes, Péter Niedermüller, Elly Schlein, Birgit Sippel, Julie Ward, Josef Weidenholzer |
|
Verts/ALE |
Max Andersson, Julia Reda, Judith Sargentini, Bart Staes |
|
3 |
- |
|
ENF |
André Elissen, Auke Zijlstra |
|
GUE/NGL |
Malin Björk |
|
5 |
0 |
|
ECR |
Daniel Dalton |
|
EFDD |
Gerard Batten, Raymond Finch |
|
GUE/NGL |
Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding