VERSLAG over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes
22.11.2017 - (2017/2096(IMM))
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Laura Ferrara
ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes
Het Europees Parlement,
– gezien het op 30 mei 2017 door de Permanente Vertegenwoordiging van Portugal bij de Europese Unie doorgezonden en door de plaatsvervangend procureur-generaal van de Portugese Republiek ondertekende verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes in het kader van een bij het Openbaar Ministerie van de rechtbank van Peso da Régua in het district Vila Reale lopende strafrechtelijke procedure (ref. NUIPC 430/16.6T9LSBP) waarvan op 12 juni 2017 ter plenaire vergadering kennis is gegeven,
– na Ana Gomes overeenkomstig artikel 9, lid 6, van zijn Reglement te hebben gehoord,
– gezien artikel 8 van Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, en artikel 6, lid 2, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,
– gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 mei 1964, 10 juli 1986, 15 en 21 oktober 2008, 19 maart 2010, 6 september 2011 en 17 januari 2013[1],
– gezien artikel 157, lid 2, van de grondwet van de Portugese Republiek en artikel 11 van het Statuut van de leden van de Assemblée van de Portugese Republiek,
– gezien artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, en artikel 9 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0363/2017),
A. overwegende dat het verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes is ingediend door een officier van justitie van het Openbaar Ministerie van de Portugese Republiek van het district Vila Real, procureur-generaal van de districtsrechtbank van Peso de Régua, naar aanleiding van verklaringen van mevrouw Gomes in een interview in het dagblad Diàrio de Noticias, dat door hetzelfde dagblad op 29 april 2016 op internet is gepubliceerd; overwegende dat het verzoek is ingediend met het oog op het inleiden van een strafrechtelijke procedure tegen mevrouw Gomes, zodat zij in het kader van die procedure kan worden gehoord;
B. overwegende dat het krantenartikel berichtte over lopende onderzoeken bij de Viana scheepswerven en dat mevrouw Gomes over de verkoop volgens haar voor een habbekrats van de ferry Atlântida had opgemerkt dat een en ander steeds meer op een flagrant geval van corruptie begon te lijken;
C. overwegende dat het bij de beweerdelijk door mevrouw Gomes begane feiten theoretisch om drie strafbare feiten gaat, te weten belediging van een organisme, dienst of rechtspersoon, als bedoeld in en strafbaar in de zin van artikel 187, lid 1 en lid 2, onder a) en artikel 183, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht, alsook van twee civiele partijen, een strafbaar feit dat bestraft kan worden met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van ten minste 120 dagelijkse eenheden;
D. overwegende dat artikel 8 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie bepaalt dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden, en dat zij evenmin kunnen worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht;
E. overwegende dat in artikel 5 van het Reglement van het Europees Parlement wordt bepaald dat het Parlement zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheden met betrekking tot voorrechten en immuniteiten inzet voor de handhaving van zijn integriteit als democratische wetgevende vergadering en de waarborging van de onafhankelijkheid van zijn leden bij de uitvoering van hun taken;
F. overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat een door een lid buiten het Europees Parlement afgelegde verklaring kan worden aangemerkt als een in de uitoefening van zijn ambt uitgebrachte mening in de zin van artikel 8 van het Protocol, wanneer de uitspraak een suggestieve beoordeling inhoudt die in rechtstreeks en duidelijk verband staat met de uitoefening van zijn ambt als lid van het Europees Parlement; overwegende dat bijgevolg niet de plaats waar de verklaring is afgelegd, doch de aard en de inhoud ervan in dezen bepalend zijn;
G. overwegende dat heden ten dage het publieke debat steeds meer plaatsvindt buiten de vergaderzalen van het Parlement, en wel via de media in de vorm van perscommuniqués, interviews, blogs en op het internet;
H. overwegende dat de uitspraken van mevrouw Gomes in het desbetreffende interview zijn gedaan in het kader van de uitoefening van haar ambt als lid van het Europees Parlement en met name in het kader van haar functie als ondervoorzitter van de Enquêtecommissie die onderzoek moet doen naar vermeende inbreuken op en gevallen van wanbeheer bij de toepassing van het Unierecht met betrekking tot witwaspraktijken, belastingontwijking en belastingontduiking;
I. overwegende dat de uitspraken van mevrouw Gomes rechtstreeks verband houden met haar verklaringen in het televisieprogramma "TVI24 – Cara a Cara – Ana Gomes versus Carlos Abreu Amorim" dat op 29 november 2013 werd uitgezonden en waarvoor het Europees Parlement haar immuniteit had verdedigd[2];
J. overwegende dat de door mevrouw Gomes gedane uitspraken vallen binnen het kader van haar werkzaamheden bij het Europees Parlement;
1. besluit de immuniteit van Ana Gomes niet op te heffen;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn bevoegde commissie onmiddellijk te doen toekomen aan de bevoegde autoriteit van de Portugese Republiek en aan Ana Gomes.
- [1] Arrest van het Hof van Justitie van 12 mei 1964, Wagner/Fohrmann en Krier, 101/63, ECLI:EU:C:1964:28; arrest van het Hof van Justitie van 10 juli 1986, Wybot/Faure e.a., 149/85, ECLI:EU:C:1986:310; arrest van het Gerecht van 15 oktober 2008, Mote/Parlement, T-345/05, ECLI:EU:T:2008:440; arrest van het Hof van Justitie van 21 oktober 2008, Marra/De Gregorio en Clemente, C-200/07 en C-201/07, ECLI:EU:C:2008:579; arrest van het Gerecht van 19 maart 2010, Gollnisch/Parlement, T-42/06, ECLI:EU:T:2010:102; arrest van het Hof van Justitie van 6 september 2011, Patriciello, C-163/10, ECLI:EU:C:2011:543; arrest van het Gerecht van 17 januari 2013, Gollnisch/Parlement, T-346/11 en T-347/11, ECLI:EU:T:2013:23
- [2] Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes (rapporteur: Heidi Hautala - Commissie juridische zaken: besluit van het Europees Parlement van 13 november 2014 over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Ana Gomes (2014/2045(IMM)).
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
20.11.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
13 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Joëlle Bergeron, Kostas Chrysogonos, Mady Delvaux, António Marinho e Pinto, Evelyn Regner, Pavel Svoboda, Axel Voss, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Daniel Buda, Evelyne Gebhardt, Heidi Hautala, Virginie Rozière, Tiemo Wölken |
||||