VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s
27.11.2017 - (COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD)) - ***I
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Tiemo Wölken
Rapporteur voor advies (*):
Petra Kammerevert, Commissie cultuur en onderwijs
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- TOELICHTING
- ADVIES van de Commissie cultuur en onderwijs
- ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie
- ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming
- PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s
(COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0594),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0384/2016),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 25 januari 2017[1],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie cultuur en onderwijs, de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0378/2017),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Aanbieders van audiovisuele mediadiensten moeten alles in het werk stellen om ervoor zorgen dat hun technische diensten geleidelijk toegankelijk worden gemaakt voor personen met een visuele of auditieve handicap. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Voor zover doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma's aanbieden, gebruikmaken van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma's, moeten exploitanten, in overeenstemming met het beginsel van contractsvrijheid, de mogelijkheid hebben om de nodige licenties te verkrijgen en aldus de rechthebbenden een passende vergoeding te waarborgen, zodat deze een grote verscheidenheid aan inhoud kunnen blijven aanbieden. Een dergelijke mogelijkheid zou ook in het belang van de consument zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(9 bis) Het in deze verordening opgenomen oorsprongslandbeginsel mag niet van toepassing zijn op ondersteunende onlinediensten die voornamelijk of uitsluitend gericht zijn op het grondgebied van een andere lidstaat dan die waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. Een dergelijke dienst die voornamelijk of uitsluitend gericht is op een bepaalde lidstaat, is een dienst waarvan de programma’s duidelijk gericht zijn op de bevolking van een andere specifieke lidstaat dan de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, en op het kijkers- en luisteraarspubliek dat duidelijk tot de bevolking van die specifieke lidstaat beperkt is, en waarvan het onwaarschijnlijk is dat luisteraars of kijkers te vinden zijn buiten de specifieke lidstaat waar de programma's op gericht zijn. Aspecten die het mogelijk maken om de doelgroep vast te stellen omvatten met name de taal, met inbegrip van de voor ondertiteling gebruikte taal, reclame, nasynchronisatie, het publiek waarop de reclame van de omroeporganisatie is gericht en/of het plaatselijke karakter van de programmering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(11 bis) Deze verordening heeft niet ten doel forumshopping te bevorderen. Om te voorkomen dat een omroeporganisatie zich in een andere lidstaat tracht te vestigen om te ontkomen aan onvoordelige financiële verplichtingen of om te profiteren van gunstiger licentievoorwaarden dan de voorwaarden van de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft, mag het oorsprongslandbeginsel niet van toepassing zijn op onlinediensten die zich voornamelijk of uitsluitend richten op kijkers- en luisteraarspubliek in andere landen dan de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. Bij de beoordeling van de vraag of de onlinedienst zich richt op een kijkers- en luisteraarspubliek buiten de eigen lidstaat, moet worden gekeken naar de kenmerken van de dienst en naar de taalversies die worden aangeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 11 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) Omroepen die hun programmasignalen via een proces van directe injectie doorgeven aan distributeurs, die in de relatie met de omroep derde partijen zijn overeenkomstig de Berner Conventie, voor ontvangst door het publiek, moeten samen met hun distributeurs hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling voor het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. Dergelijke omroeporganisaties en distributeurs vragen de rechthebbenden in kwestie daarom om toestemming voor wat betreft hun respectieve deelname aan zulke handelingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 ter) De in artikel 4 van deze verordening vervatte vrijstelling voor de door de omroeporganisaties uitgeoefende doorgifterechten met betrekking tot hun eigen uitzendingen, mag in geen geval een beperking vormen voor de keuze van rechthebbenden om hun rechten over te dragen aan organisaties voor collectief beheer om aldus een rechtstreeks aandeel in de door de exploitant van een doorgiftedienst betaalde vergoeding te krijgen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) Omroepen die hun programmasignalen via een proces van directe injectie aan distributeurs doorgeven voor ontvangst door het publiek, moeten samen met hun distributeurs hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling voor het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. Dergelijke omroeporganisaties en distributeurs moeten de rechthebbenden in kwestie daarom om toestemming vragen voor wat betreft hun respectieve deelname aan zulke handelingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 19 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 bis) De doorgifte van programma's uit andere lidstaten is een handeling die aan auteursrechten en, in voorkomend geval, aan naburige rechten onderworpen is. Onlinediensten moeten daarom toestemming van alle rechthebbenden verkrijgen voor elk onderdeel van het doorgegeven programma. In overeenstemming met deze verordening moet toestemming worden verleend op contractuele basis, tenzij er een tijdelijke uitzondering is voorzien in bestaande stelsels van wettelijke licenties; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel -1 (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 2 |
Artikel 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toepassing van het beginsel van land van oorsprong op ondersteunende onlinediensten |
Toepassing van het beginsel van land van oorsprong op onlinediensten voor uitzendingen van nieuws- en actualiteitenprogramma’s | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) De handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de toegang tot of het gebruik van de ondersteunende onlinedienst, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
(1) De handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst voor een oorspronkelijke uitzending van programma’s die uitsluitend uit nieuws en actualiteiten bestaan door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen van dergelijke nieuws- en actualiteitenprogramma’s die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de toegang tot of het gebruik van een dergelijke ondersteunende onlinedienst, worden voor de verkrijging van de auteursrechten en naburige rechten en uitoefening van de verkregen auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, het luisteraars- of kijkerspubliek en de taalversie. |
(2) Bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, waaronder de duur van de onlinebeschikbaarheid, het luisteraars- of kijkerspubliek en alle beschikbare taalversies. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Lid 2 vormt geen beperking van de vrijheid van de partijen om afspraken te maken over de specifieke methoden of criteria voor de berekening van het bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong vallen, zoals die op basis van de door de onlinedienst gegenereerde inkomsten van de omroeporganisatie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 ter) Leden 1 en 2 laten de beginselen van territorialiteit en contractsvrijheid uit hoofde van het auteursrecht en alle rechten uit hoofde van Richtlijn 2001/29/EG onverlet. Op grond hiervan blijven de partijen gerechtigd beperkingen van de exploitatie van de in lid 1 genoemde rechten overeen te komen, op voorwaarde dat deze beperkingen in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en het recht van de lidstaten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 quater) De doorgifte van de oorspronkelijke uitzending van een televisie- of radioprogramma van de ene lidstaat naar de andere lidstaat via een ondersteunende onlinedienst zoals omschreven in deze verordening, vindt plaats in overeenstemming met de toepasselijke auteursrechten, naburige rechten en rechten op overig beschermd materiaal, alsmede op basis van individuele en collectieve contracten tussen de houders van de auteursrechten, de houders van de naburige rechten, de rechthebbenden op overig beschermd materiaal en de exploitanten van de doorgiftediensten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 3 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Exploitatie van omroepprogramma's via doorgifte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Doorgifte van werken of ander beschermd materiaal opgenomen in een door een omroeporganisatie aan het publiek meegedeelde oorspronkelijke televisie- of radioprogramma is een handeling van mededeling aan het publiek van een dergelijk programma, ongeacht of de exploitant van de doorgiftedienst dezelfde of andere technische middelen gebruikt dan die welke worden gebruikt voor de oorspronkelijke handeling van uitzending en ongeacht of een dergelijke doorgifte plaatsvindt binnen het feitelijke of bedoelde ontvangstgebied van de oorspronkelijke uitzending. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 5 |
Schrappen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overgangsbepaling |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op overeenkomsten over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten voor handelingen van mededeling aan het publiek en van beschikbaarstelling bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst en handelingen van reproductie die noodzakelijk zijn voor de verlening van de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, die van kracht zijn op [de in artikel 7, lid 2, vermelde datum,], is artikel 2 van toepassing met ingang van [de in artikel 7, lid 2, bedoelde datum + 2 jaar, in te vullen door het Publicatiebureau] indien deze overeenkomsten na die datum verstrijken. |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Uiterlijk [3 jaar na de in artikel 7; lid 2, vermelde datum, in te vullen door het Publicatiebureau] verricht de Commissie een evaluatie van deze verordening verrichten en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de belangrijkste bevindingen. |
(1) Uiterlijk [3 jaar na de in artikel 7, lid 2, vermelde datum, in te vullen door het Publicatiebureau] verricht de Commissie een evaluatie van deze verordening verrichten en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de belangrijkste bevindingen. Er wordt voor gezorgd dat het publiek gemakkelijk en daadwerkelijk toegang heeft tot dit verslag. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige gegevens voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag. |
(2) De lidstaten verstrekken de Commissie tijdig en accuraat de nodige gegevens voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Zij is van toepassing met ingang van [6 maanden na de dag van de bekendmaking ervan, in te vullen door het Publicatiebureau]. |
(2) Zij is van toepassing met ingang van [18 maanden na de dag van de bekendmaking ervan, in te vullen door het Publicatiebureau]. |
- [1] Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
TOELICHTING
Eenvoudiger toegang tot televisie- en radioprogramma's via internet is een centraal element voor de verwezenlijking van de interne markt. De nog altijd bestaande onzichtbare nationale grenzen in de digitale wereld moeten verder geopend worden om de toegang tot online reeds beschikbare digitale inhoud ook grensoverschrijdend te waarborgen. Het is absurd dat digitale inhoud, die gekenmerkt wordt door snelle en gemakkelijke overdraagbaarheid en beschikbaarheid, door nationale barrières belemmerd wordt, terwijl deze barrières voor fysieke goederen al lang niet meer bestaan.
Op het gebied van het auteursrecht is geoblocking zowel het gevolg van versnipperde regelgeving als van de toepassing van het territorialiteitsbeginsel.
De toepassing van het territorialiteitsbeginsel wordt door de verordening niet beperkt, maar de versnippering van de regelgeving wordt door de invoering van een juridische fictie in de vorm van het oorsprongslandbeginsel verholpen. In dat opzicht is de verordening een zeer evenwichtig compromis tussen tegenstrijdige belangen. De rapporteur is geen voorstander van verdere beperkingen, dit om het toepassingsgebied van de verordening niet te klein te maken.
De juridische versnippering leidt tot te hoge transactiekosten, waardoor omroeporganisatie ervan worden weerhouden grensoverschrijdende toegang te bieden. Vanwege het gebrek aan legale mogelijkheden om toegang te bieden kan de maatschappelijke waarde van de werken niet ten volle worden benut. Meer en meer radio- en televisieprogramma's worden niet meer via traditionele kanalen kabel, satelliet en antenne beluisterd of bekeken, maar via internet. Niet alleen de kanalen waarlangs mensen programma's bekijken of beluisteren veranderen, maar ook het hele consumptiepatroon. Er vindt een verschuiving plaats van lineair gebruik van diensten naar niet-lineair gebruik op een ander tijdstip en op een heel scala aan apparaten. Met name bij jongeren is deze verandering zichtbaar. In het voorstel worden nationale licenties echter niet afgeschaft ten gunste van één enkele licentie voor heel Europa, maar wordt het bekende en beproefde beginsel van artikel 1, lid 2, onder b), van Richtlijn 93/83/EEG, het oorsprongslandbeginsel, overgenomen en van toepassing verklaard op onlinediensten. Feitelijk wordt daardoor het beheer van rechten vereenvoudigd, doordat vastgelegd wordt welke nationale wetgeving op het gebied van auteursrecht van toepassing is. Daardoor wordt de belemmering die gevormd wordt door hoge transactiekosten veel kleiner. Er wordt echter geen terbeschikkingstellingsverplichting voor omroepen ingevoerd.
De rapporteur erkent het belang van de Europese filmindustrie en hij zet zich in voor het behoud en de bevordering van deze sector, waarin ongeveer 1 miljoen mensen werkzaam zijn, van scenarioschrijvers, filmploegen, acteurs en actrices tot ondersteunende dienstverleners. Daarnaast draagt deze sector bij tot de culturele diversiteit, die op haar beurt cruciaal is voor het functioneren van de informatiemaatschappij en de democratie.
Het grootste effect wordt echter pas bereikt als deze diversiteit voor eenieder beschikbaar is. Alleen dan kan een breed openbaar debat in gang worden gezet. Met deze verordening wordt de culturele diversiteit bevorderd, en worden de kwantiteit en kwaliteit van het aanbod niet beperkt.
De rapporteur is van oordeel dat de verordening diverse bevolkingsgroepen in de Europese Unie flinke voordelen zal opleveren, die dagelijks voelbaar zullen zijn. De verordening betreffende de totstandbrenging van de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de interne markt (hierna: "portabiliteitsverordening") waarborgt voor betaaldiensten de grensoverschrijdende toegang tot reeds verworven inhoudsdiensten, doch uitsluitend bij een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat. Het gaat daarbij om een tijdelijk verblijf in verband met reizen, vakantie of studie.
De nu voorliggende verordening richt zich echter op groepen personen die permanent in een lidstaat verblijven en desalniettemin gebruik willen maken van onlinediensten van omroeporganisaties die in een andere lidstaat gevestigd zijn.
Het gaat hierbij om ongeveer 13,6 miljoen burgers die actief gebruikmaken van de rechten die zij op grond van het recht van de Unie hebben, zoals het recht op vrij verkeer van personen en het recht op vrij verkeer van werknemers, en hun nakomelingen. Anders dan op de analoge markt is er in dit verband op de digitale markt nog altijd zeer duidelijk sprake van reële grenzen. Het vrije verkeer van personen en het vrije verkeer van goederen zijn binnen de interne markt gewaarborgd, maar de toegang tot omroepuitzendingen en dus tot programma's uit het thuisland niet.
Bovendien zullen de taalminderheden die in diverse lidstaten leven van deze verordening profiteren. Niet te verklaren valt waarom in grensregio's met oude technologieën toegang verkregen kan worden tot programma's in de eigen moedertaal, terwijl dit via internet, inmiddels ook reeds een algemeen gebruikte technologie, niet mogelijk is.
Ook biedt de verordening mogelijkheden om vreemde talen te leren door programma's te beluisteren, hetgeen bijdraagt aan een beter wederzijds begrip.
De Europabrede toegang tot uitzendingen uit andere lidstaten wordt vergemakkelijkt, waarmee een belangrijke bijdrage geleverd wordt aan een Europese openbare ruimte.
Ten slotte worden in het kader van de diensten die onder de portabiliteitsverordening vallen in het algemeen uitsluitend amusementsprogramma's aangeboden, en valt de toegang tot nieuws en informatieve programma's er niet onder. Deze toegang is echter, met name in deze tijd van fake news en afnemend vertrouwen in de traditionele media, zeer essentieel en speelt ook een belangrijke rol als het gaat om het waarborgen van democratie. Gemakkelijker toegang tot programma's uit andere lidstaten is wenselijk voor de informatiemaatschappij waarnaar gestreefd wordt.
Het mededingingsrecht beperkt de contractuele vrijheid slechts voor zover er mededingingsbeperkende overeenkomsten gesloten worden (artikel 101 en 102 VWEU). Het is echter niet het doel van het auteursrecht om schendingen van het primair recht te voorkomen. Voorts heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in het arrest in de zaak Murphy[1] uitdrukkelijk bepaald dat uit de rechtspraak van het Hof aangaande licentieovereenkomsten met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten blijkt dat exclusiviteitsovereenkomsten betreffende uitzending vanuit één enkele lidstaat niet automatisch een schending van het mededingingsrecht inhouden. Daarvan is slechts sprake als er ook andere factoren zijn die tot een dergelijke gevolgtrekking nopen.
Door de uitbreiding van het beginsel van het land van oorsprong vervalt de rechtvaardigingsgrond inzake het mededingingsrecht van het ontbreken van de noodzakelijke uitzendrechten. Er kunnen echter ook andere legitieme belangen zijn op grond waarvan geoblocking gerechtvaardigd is, zoals lokale belangen of culturele voorkeuren.
Dat een regeling noodzakelijk is, wordt verder onderstreept door het feit dat 82 % van de publieke en 62 % van de commerciële omroeporganisaties enige vorm van geoblocking toepassen, hetgeen de toegang tot het aanbod aan informatie duidelijk bemoeilijkt. Het aantal personen dat gebruikmaakt van een VPN-verbinding om toegang tot inhoud te krijgen laat zien dat er behoefte is aan bredere toegang. Hier kan de wetgever op inspelen door legale toegang mogelijk te maken.
De rapporteur stelt voor de Commissietekst op een aantal punten te verbeteren:
• Regels inzake vergoedingen. De rapporteur wijst nogmaals op de grote culturele betekenis van Europese films. Om rekening te houden met de bezwaren die met name door Europese filmmakers naar voren zijn gebracht, stelt de rapporteur voor om artikel 2, lid 2, met betrekking tot vergoedingen te preciseren, en stelt hij in artikel 3 een nieuwe bepaling inzake vergoedingen voor. De voorgestelde precisering moet ervoor zorgen dat rechthebbenden, met name rechthebbenden van nichewerken, een passende aanvullende vergoeding krijgen.
• Het toepassingsgebied van het voorstel, uitsluitend ondersteunende onlinediensten, lijkt, gelet op de technologische ontwikkeling en het zeer snel veranderende aanbod, te beperkt. Om een passende werkingssfeer van de verordening te waarborgen, is de rapporteur van oordeel dat het vereiste dat online-inhoud gerelateerd moet zijn aan een uitzending, geschrapt moet worden. Omroeporganisaties maken ook nu reeds programma's die uitsluitend online beschikbaar zijn.
• Een overgangsbepaling inzake de toepassing van het oorsprongslandbeginsel bij aangekochte films en aangekochte afleveringen van televisieseries die niet in opdracht vervaardigd zijn, zodat de sector in staat is om de bedrijfsmodellen aan de nieuwe regelgeving aan te passen.
• Voorts acht de rapporteur het verlangen van een bepaald tijdsverband niet passend en daarom stelt hij schrapping hiervan voor. Beperkingen in de tijd zijn reeds voorzien in het nationale recht. Volgens de rapporteur moet het aan de overeenkomstsluitende partijen worden overgelaten om overeenstemming te bereiken over de duur van de beschikbaarheid van de inhoud, en daar dan een passende vergoeding voor af te spreken.
• Er wordt een aansprakelijkheid voor directe injectie in het leven geroepen.
• De bepalingen inzake doorgifte via de kabel moeten bij gelijksoortige kabelexploitanten technologieneutraal zijn, om ook op dit gebied rekening te kunnen houden met de technologische vooruitgang.
- [1] Arrest van het Hof van 4 oktober 2011, Gevoegde zaken C-403/08 en C-429/08, overweging 137 e.v.
ADVIES van de Commissie cultuur en onderwijs (29.6.2017)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s
(COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD))
Rapporteur voor advies (*): Petra Kammerevert
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
AMENDEMENTEN
De Commissie cultuur en onderwijs verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën en het internet heeft verandering gebracht in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma’s. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma’s zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s steeds meer onlinediensten aan als nevendienst van hun omroepdiensten, zoals simulcasting en catchupdiensten. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s, niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen. |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën en het internet heeft verandering gebracht en blijft verandering brengen in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma’s. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma’s zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s steeds meer onlinediensten aan, zoals simulcasting, webcasting en catchupdiensten, als aanvulling op hun traditionele lineaire output. Bovendien stellen omroeporganisaties op radio- en televisie-uitzendingen gelijkende programma’s ook uitsluitend online of eerst online beschikbaar. Dergelijke praktijken komen steeds vaker voor, hetgeen te verklaren valt door veranderende marktomstandigheden en consumentenbehoeften. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. De verspreiding van en toegang tot televisie- en radioprogramma’s vindt daarom steeds vaker plaats op multiplatform- en technologisch neutrale basis. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot televisie- en radioprogramma's op elk willekeurig platform in een grenzeloze omgeving, dus niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Er bestaan een aantal belemmeringen die het aanbieden van ondersteunende onlinediensten voor omroepdiensten en de verstrekking van doorgiftediensten in de weg staan en aldus het vrije verkeer van televisie- en radioprogramma’s binnen de Unie hinderen. Omroeporganisaties zenden dagelijks een groot aantal uren nieuws, culturele, politieke, informatieve of amusementsprogramma’s uit. Deze programma’s omvatten een waaier van inhoudelijke items zoals audiovisuele, muzikale, literaire of grafische werken die krachtens het recht van de Unie door auteursrechten en/of naburige rechten worden beschermd. Dit resulteert in een complex proces om rechten te vereffenen van een groot aantal rechthebbenden en voor verschillende categorieën van werken en ander beschermd materiaal. Vaak moeten de rechten moeten worden vereffend in een kort tijdsbestek, met name wanneer programma’s zoals nieuws en actualiteit worden klaargemaakt. Om hun onlinediensten over de grenzen heen ter beschikking te stellen moeten omroeporganisaties de vereiste rechten op werken en ander beschermd materiaal bezitten voor alle betrokken gebieden, hetgeen de verrekening van de rechten nog complexer maakt. |
(3) Omroeporganisaties zenden dagelijks een groot aantal uren nieuws- en actualiteitenprogramma’s uit. Deze programma’s omvatten een waaier van inhoudelijke items zoals audiovisuele, muzikale, literaire of grafische werken die krachtens het recht van de Unie door auteursrechten en/of naburige rechten worden beschermd. Dit resulteert in een complex proces om rechten te vereffenen van een groot aantal rechthebbenden en voor verschillende categorieën van werken en ander beschermd materiaal. Vaak moeten de rechten worden vereffend in een kort tijdsbestek. Om hun onlinediensten over de grenzen heen ter beschikking te stellen moeten omroeporganisaties de vereiste rechten op werken en ander beschermd materiaal bezitten voor alle betrokken gebieden, hetgeen de verrekening van de rechten nog complexer maakt. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma’s aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma’s, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. Het gevaar bestaat ook voor rechthebbenden dat hun werken en andere beschermde materialen zonder vergunning of vergoeding worden geëxploiteerd. |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma’s aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma’s, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) De rechten op werken en ander beschermd materiaal zijn geharmoniseerd onder meer bij Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad16. |
(5) De rechten op werken en ander beschermd materiaal zijn geharmoniseerd onder meer bij Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad16. Deze instrumenten hebben als belangrijkste doelstelling een hoog beschermingsniveau voor de rechthebbenden te verwezenlijken. |
_________________ |
_________________ |
15 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10). |
15 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10). |
16 Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28). |
16 Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28). |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Richtlijn 93/83/EEG17 vergemakkelijkt grensoverschrijdende satellietomroep en doorgifte via de kabel van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie. De werking van deze richtlijn inzake uitzendingen van omroeporganisaties is echter beperkt tot uitzendingen via satelliet en is derhalve niet van toepassing op onlinediensten ter ondersteuning van omroepdiensten terwijl de voorschriften betreffende doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten zich beperken tot de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte via de kabel of radiogolfsystemen en niet van toepassing zijn op de doorgifte door middel van andere technologieën. |
(6) Richtlijn 93/83/EEG17 vergemakkelijkt grensoverschrijdende satellietomroep en doorgifte via de kabel van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie. |
_________________ |
_________________ |
17 Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15). |
17 Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15). |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Daarom moeten de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten voor uitzending en de doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten worden bevorderd door een aanpassing van het rechtskader inzake uitoefening van auteursrechten en naburige rechten dat betrekking heeft op deze activiteiten. |
Schrappen |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De ondersteunende onlinediensten die onder deze verordening vallen, zijn door omroeporganisaties aangeboden diensten met een duidelijke en ondergeschikte relatie ten opzichte van de omroepactiviteiten. Het gaat om diensten die op lineaire wijze en gelijktijdig met de uitzendingen toegang geven tot radio- en televisieprogramma’s, en diensten die binnen een vastgestelde termijn na de uitzending toegang geven tot eerder door de omroeporganisatie uitgezonden televisie- en radioprogramma’s (zogenoemde „gemiste uitzendingen” of "catchupdiensten"). Daarnaast bestaan ondersteunende onlinediensten ook uit diensten die toegang verlenen tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma’s verrijkt of op een andere wijze uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren. Het verlenen van toegang tot individuele werken of andere beschermde materialen die in een televisie- of radioprogramma’s zijn opgenomen, dient niet te worden beschouwd als een ondersteunende onlinedienst. Op dezelfde wijze valt de verstrekking van toegang tot werken of andere beschermde materialen die losstaat van de uitzending, zoals diensten die toegang verlenen tot individuele muziekstukken of audiovisuele werken, muziekalbums of video's, niet onder de definitie van ondersteunende onlinedienst. |
Schrappen |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Door middel van het beginsel van contractuele vrijheid zal het mogelijk blijven de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken of bepaalde taalversies betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie. |
(11) Door middel van het beginsel van contractuele vrijheid en ter ondersteuning van bestaande licentiemodellen, zoals exclusieve territoriale licenties, die de voor audiovisuele producties essentiële financieringsmechanismen alsook de optimale verspreiding en bevordering van culturele diversiteit mogelijk maken, moet het mogelijk blijven de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken, zoals geoblocking of geofiltering, of bepaalde taalversies betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 bis) Achter veel internationale coproductieovereenkomsten zit de gedachte dat de coproductierechten door elke coproducent afzonderlijk en onafhankelijk worden uitgeoefend via een onderlinge verdeling van de exploitatierechten op territoriale basis. Bij de uitoefening van de rechten van elke coproducent moet rekening worden gehouden met de rechten van een andere coproducent, met inachtneming van het aandeel van de partijen in de financiering. In overeenkomsten tussen coproducenten kan worden bepaald dat indien de door een coproducent verleende toestemming voor de mededeling of de beschikbaarstelling van audiovisuele coproducties aan het publiek de waarde van de exploitatierechten van een andere coproducent ernstig aantast, voor het verlenen van toestemming door de eerste coproducent de instemming van die andere coproducent vereist is, bijvoorbeeld indien de taalversie(s) van de beschikbaar gestelde werken, ook in geval van nasynchronisatie of ondertiteling van de versie, overeenkomt (overeenkomen) met de taal of de talen die in ruime kring verstaan worden op het grondgebied dat bij de overeenkomst aan een andere coproducent is toegewezen. Daarom kan in overeenkomsten tussen coproducenten, voor zover dat verenigbaar is met het recht van de Unie, het gebruik van technische maatregelen worden vereist om te voorkomen dat een partij zich mengt in de overeengekomen territoriale exploitatie van een andere partij. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 ter) Met behulp van directe-injectietechnologie kan het programmadragende signaal van een omroeporganisatie uitsluitend aan exploitanten van doorgiftediensten worden doorgegeven. De exploitanten op hun beurt bundelen de signalen en leveren ze aan hun klanten, vaak met inbegrip van andere aanverwante diensten met toegevoegde waarde, zoals catchupdiensten, plaatselijke meeneembaarheid of streamingdiensten. Het aanleveren van door omroeporganisaties gebundelde en beheerde programma's maakt voor de exploitanten van kabeldoorgiftediensten een aanzienlijk deel van hun inkomsten uit. Exploitanten van doorgiftediensten moeten de rechthebbenden blijven vergoeden, ongeacht de gebruikte technologie. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma’s gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet maar met uitzondering van onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten die op het open internet worden aangeboden, dienen van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten omdat deze diensten andere kenmerken vertonen. Zij zijn niet verbonden aan een bepaalde infrastructuur en in vergelijking met bijvoorbeeld de kabel of gesloten IP-netwerken kunnen zij slechts in beperkte mate een gecontroleerde omgeving garanderen. |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten, alsook via een internettoegangsdienst overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad1 bis, verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma’s gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet en onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten die op het open internet worden aangeboden, dienen slechts van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten wanneer zij, in vergelijking met bijvoorbeeld de kabel of gesloten IP-netwerken, geen gesloten omgeving kunnen garanderen. |
|
_________________ |
|
1 bis Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende het open internet en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1). |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele of soortgelijke netwerken en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU18 en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken, mobiele of soortgelijke netwerken en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming te verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU18 en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
__________________ |
__________________ |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) Om aan de vraag van de consument te voldoen moet de uitoefening van doorgifterechten zoals omschreven in deze verordening en in Richtlijn 93/83/EEG van de Raad ook gelden voor functies die nauw verbonden zijn met de lineaire uitzending waarvoor de doorgifterechten verkregen zijn. Diensten met tijdsverschuiving die, zoals contractueel overeengekomen tussen partijen, slechts gedurende een bepaalde periode tijdens of na de doorgifte beschikbaar worden gesteld, zoals op internet gebaseerde PVR (persoonlijke video-opname) en restart-tv, moeten als dergelijke functies worden beschouwd. Een functie die de onlinediensten van een omroeporganisatie vervangt, mag niet worden beschouwd als een functie die nauw verbonden is met de lineaire uitzending waarvoor de doorgifterechten verkregen zijn. De uitoefening van doorgifterechten mag dus niet van toepassing zijn op een dergelijke door de exploitant van een doorgiftedienst aangeboden functie. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om te voorkomen dat de toepassing van het oorsprongslandbeginsel wordt omzeild door de looptijd te verlengen van de bestaande overeenkomsten betreffende de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die van belang zijn voor de verstrekking van een ondersteunende onlinedienst alsmede voor de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, dient het oorsprongslandbeginsel ook op bestaande overeenkomsten te worden toegepast, maar dan met een overgangsperiode. |
Schrappen |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Omroepen die hun programmasignalen via een proces van directe injectie aan distributeurs verzenden voor ontvangst door het publiek, zijn samen met die distributeurs hoofdelijk aansprakelijk voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling aan het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. Dergelijke omroeporganisaties en distributeurs moeten de houders van de rechten in kwestie daarom om toestemming vragen voor wat betreft hun respectieve deelname aan zulke handelingen. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(a bis) "actualiteitenprogramma’s": een genre omroepjournalistiek waarbij de klemtoon ligt op de gedetailleerde analyse en de bespreking van nieuwsfeiten die zich recent hebben voorgedaan of zich tijdens de uitzending afspelen; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(a ter) "nieuwsprogramma’s": een genre programma waarin de klemtoon ligt op loutere en zo snel mogelijke berichtgeving over nieuwsfeiten, vaak met een minimale analyse; |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) „doorgifte”: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG en anders dan de doorgifte via een internettoegangsdienst als bepaald in Verordening (EU) nr. 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad19, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending maar met uitzondering van onlinedoorgifte van televisie- of radioprogramma’s die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond. |
(b) „doorgifte”: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG en anders dan de doorgifte via een internettoegangsdienst als bepaald in Verordening (EU) nr. 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad19, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending maar met uitzondering van onlinedoorgifte van televisie- of radioprogramma’s die uiteindelijk voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond. Onlinedoorgifte valt binnen het toepassingsgebied van deze verordening voor zover zij verbonden is aan een bepaalde infrastructuur of een gecontroleerde gebruikersomgeving kan garanderen; |
__________________ |
__________________ |
19 Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende het open internet en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1). |
19 Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende het open internet en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1). |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) "gesloten omgeving": een omgeving waarin de exploitant van een doorgiftedienst deze dienst alleen aan een afgebakende groep consumenten verleent; |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b ter) "directe injectie": een uit twee of meer stappen bestaand proces waarmee omroeporganisaties hun programmadragende signalen "van punt naar punt" – per draad of via de ether, inbegrepen via satelliet – voor ontvangst door het publiek naar distributeurs verzenden, op zodanige wijze dat de programmadragende signalen tijdens een dergelijke overdracht niet door leden van het publiek kunnen worden ontvangen, waarna de distributeurs deze programma's gelijktijdig, ongewijzigd en integraal aan het publiek aanbieden, zodat het publiek de inhoud kan bekijken of beluisteren via kabel, radiogolfsystemen, satelliet, digitale ether, IP-netwerken of soortgelijke netwerken. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Lid 1 is niet van toepassing op onlinediensten die als geheel overwegend of uitsluitend gericht zijn op een publiek in een lidstaat die niet het land is waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 ter) Lid 1 doet geen afbreuk aan de contractuele vrijheid op het vlak van auteursrecht en laat de uit Richtlijn 2001/29/EG voortvloeiende rechten onverlet. Rechthebbenden en gebruikers van rechten kunnen derhalve overeenkomen de geografische reikwijdte van de rechten die onder het oorsprongslandbeginsel vallen, te beperken, mits zij de toepasselijke voorschriften naleven. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 quater) Lid 1 is niet van toepassing op handelingen van mededeling aan het publiek, beschikbaarstelling aan het publiek en reproductie van: |
|
(i) audiovisuele werken waarvoor een derde partij, met inbegrip van een andere omroeporganisatie, de omroeporganisatie een licentie heeft verleend, tenzij de omroeporganisatie die de in lid 1 bedoelde onlinedienst verstrekt, opdracht heeft gegeven tot die audiovisuele werken en ze volledig heeft gefinancierd; |
|
(ii) audiovisuele coproducties, tenzij ze volledig door de omroeporganisatie zijn gefinancierd; en |
|
(iii) werken of andere beschermde materialen die deel uitmaken van uitzendingen van sportevenementen. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) Het beginsel van contractuele vrijheid waarborgt de mogelijkheid om de exploitatie van onder het in lid 1 bedoelde oorsprongslandbeginsel vallende rechten te beperken, onder meer door absolute territoriale exclusiviteit overeen te komen. Indien besluiten met betrekking tot het Unierecht contractbepalingen in de weg staan waarbij absolute territoriale exclusiviteit verleend en/of opgelegd wordt, is het bepaalde in lid 1 niet langer van toepassing. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Wanneer een auteur zijn doorgifterecht heeft overgedragen aan een omroeporganisatie of een producent, behoudt deze auteur het recht om een billijke vergoeding te ontvangen voor de doorgifte van zijn werk. Het beheer van dit recht kan worden toevertrouwd aan een organisatie voor collectief beheer die de desbetreffende auteurs vertegenwoordigt. |
|
Deze bepaling doet geen afbreuk aan collectieve overeenkomsten, werkafspraken en gezamenlijke vergoedingsregels van omroeporganisaties, producenten en vakbonden voor zover de auteur een billijke vergoeding voor de doorgifte van zijn werk ontvangt. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 5 |
Schrappen |
Overgangsbepaling |
|
Op overeenkomsten over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten voor handelingen van mededeling aan het publiek en van beschikbaarstelling bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst en handelingen van reproductie die noodzakelijk zijn voor de verlening van de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, die van kracht zijn op [de in artikel 7, lid 2, vermelde datum,], is artikel 2 van toepassing met ingang van [de in artikel 7, lid 2, bedoelde datum + 2 jaar, in te vullen door het Publicatiebureau] indien deze overeenkomsten na die datum verstrijken. |
|
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 5 bis |
|
Exploitatie van omroepprogramma's via een proces van directe injectie |
|
Omroeporganisaties die hun programmadragende signalen via een proces van directe injectie aan distributeurs verzenden voor ontvangst door het publiek, zijn samen met die distributeurs hoofdelijk aansprakelijk voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling aan het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. Dergelijke omroeporganisaties en distributeurs vragen de houders van de rechten in kwestie daarom om toestemming voor wat betreft hun respectieve deelname aan zulke handelingen. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Uiterlijk [3 jaar na de in artikel 7; lid 2, vermelde datum, in te vullen door het Publicatiebureau] verricht de Commissie een evaluatie van deze verordening verrichten en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de belangrijkste bevindingen. |
(1) Uiterlijk [3 jaar na de in artikel 7, lid 2, vermelde datum, in te vullen door het Publicatiebureau] verricht de Commissie een evaluatie van deze verordening en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de belangrijkste bevindingen. Er wordt voor gezorgd dat het publiek gemakkelijk en daadwerkelijk toegang heeft tot dit verslag. |
BIJLAGE: LIJST VAN ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR VOOR ADVIES INPUT HEEFT ONTVANGEN
De volgende lijst is op zuiver vrijwillige basis en onder exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur voor advies opgesteld. De rapporteur heeft bij het voorbereiden van dit ontwerpadvies input ontvangen van de volgende entiteiten of personen, tot aan de goedkeuring ervan in de commissie:
Entiteit en/of persoon |
|
Europese Radio Unie (ERU) |
|
European Composer and Songwriter Alliance (ECSA) |
|
European Grouping of Societies of Authors and Composers (GESAC) |
|
International Confederation of Music Publishers (ICMP) |
|
ARD |
|
ZDF |
|
Vodafone |
|
Association of European Radios (AER) |
|
Association for the International Collective Management of Audiovisual Works (AGICOA) |
|
GSM-Association (GSMA) |
|
European Film Agency Directors (EFADs) |
|
Verbraucherzentrale Bundesverband e.V. |
|
Society of Audiovisual Authors (SAA) |
|
Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte (GEMA) |
|
Bundesverband Informationswirtschaft, Telekommunikation und neue Medien e. V. (Bitkom) |
|
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 6.10.2016 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
CULT 6.10.2016 |
||||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
16.3.2017 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Petra Kammerevert 25.10.2016 |
||||
Behandeling in de commissie |
28.2.2017 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.6.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 9 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Dominique Bilde, Andrea Bocskor, Silvia Costa, Angel Dzhambazki, Jill Evans, María Teresa Giménez Barbat, Giorgos Grammatikakis, Petra Kammerevert, Svetoslav Hristov Malinov, Curzio Maltese, Stefano Maullu, Morten Messerschmidt, Luigi Morgano, Momchil Nekov, John Procter, Michaela Šojdrová, Martin Sonneborn, Yana Toom, Helga Trüpel, Sabine Verheyen, Julie Ward, Bogdan Brunon Wenta, Theodoros Zagorakis, Bogdan Andrzej Zdrojewski, Milan Zver, Krystyna Łybacka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Emma McClarkin, Martina Michels |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
David Borrelli |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
19 |
+ |
|
ECR |
Angel Dzhambazki, Emma McClarkin, Morten Messerschmidt, John Procter |
|
PPE |
Andrea Bocskor, Svetoslav Hristov Malinov, Stefano Maullu, Sabine Verheyen, Bogdan Brunon Wenta, Theodoros Zagorakis, Bogdan Andrzej Zdrojewski, Milan Zver, Michaela Šojdrová |
|
S&D |
Silvia Costa, Giorgos Grammatikakis, Momchil Nekov, Julie Ward, Krystyna Łybacka |
|
Verts/ALE |
Helga Trüpel |
|
9 |
- |
|
ALDE |
María Teresa Giménez Barbat, Yana Toom |
|
EFDD |
David Borrelli |
|
ENF |
Dominique Bilde |
|
GUE/NGL |
Curzio Maltese, Martina Michels |
|
NI |
Martin Sonneborn |
|
S&D |
Petra Kammerevert |
|
Verts/ALE |
Jill Evans |
|
1 |
0 |
|
S&D |
Luigi Morgano |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (23.6.2017)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s
(COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD))
Rapporteur voor advies: Jerzy Buzek
BEKNOPTE MOTIVERING
Dit voorstel voor een verordening is bedoeld om te zorgen voor een bredere verspreiding van televisie- en radioprogramma’s door uitbreiding van een aantal beginselen van de richtlijn satellietomroep en doorgifte via kabel van 1993 tot de online-omgeving, inclusief het oorsprongslandbeginsel voor ondersteunende diensten van omroepen en de uitbreiding van het verplicht collectief beheer van rechten voor doorgiftediensten via andere middelen dan de kabel over gesloten netwerken.
De rapporteur onderschrijft de algemene aanpak van de Commissie om het oorsprongslandbeginsel ook toe te passen op ondersteunende onlinediensten van omroepen door het verlenen van licenties voor auteursrechten en naburige rechten op werken te vergemakkelijken. Daarnaast is de rapporteur verheugd over de bepalingen betreffende de uitbreiding van het verplicht collectief beheer van rechten, doch is van oordeel dat ook de doorgifte via het open internet hieronder dient te vallen, mits deze verbonden is aan een gecontroleerde omgeving, zoals een afgebakende op gebruikersregistratie of -verificatie gebaseerde gebruikersgroep.
Tegelijkertijd zij erop gewezen dat deze nieuwe voorschriften verenigbaar zijn met het beginsel van contractuele vrijheid, dat van cruciaal belang is voor de levensvatbaarheid op lange termijn van Europese audiovisuele werken. De rapporteur wenst dat deze bepalingen worden versterkt en dat de Commissie bij de evaluatie van de verordening rekening houdt met de impact van deze verordening op de financiering van en investeringen in audiovisuele werken in Europa.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Om bij te dragen tot de werking van de interne markt, moet worden gezorgd voor een bredere verspreiding van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten ten behoeve van gebruikers in de Unie, door het verlenen van licenties voor auteursrechten en naburige rechten te vergemakkelijken op werken en ander beschermd materiaal in uitzendingen van deze programma’s. Televisie- en radioprogramma’s vormen immers een belangrijk instrument om de culturele en taalkundige verscheidenheid, de sociale cohesie en de toegang tot informatie te bevorderen. |
(1) Om bij te dragen tot de werking van de interne markt en de culturele en taalkundige diversiteit, de sociale cohesie en de toegang tot informatie te bevorderen, moet worden gezorgd voor een bredere verspreiding van televisie- en radioprogramma's uit andere lidstaten ten behoeve van gebruikers in de Unie, door het verlenen van licenties voor auteursrechten en naburige rechten te vergemakkelijken op werken en ander beschermd materiaal in uitzendingen van deze programma's. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) De ontwikkeling van commerciële banden tussen exploitanten van mediadiensten en exploitanten van radiodiensten in de EU-lidstaten moet worden aangemoedigd, zodat op verzoek van een consument die woonachtig is in een bepaalde lidstaat gebundelde diensten kunnen worden aangeboden die ook programma's uit een andere lidstaat omvatten. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën en het internet heeft verandering gebracht in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma’s. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma’s zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s steeds meer onlinediensten aan als nevendienst van hun omroepdiensten, zoals simulcasting en catchupdiensten. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s, niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen. |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën op de onlinemarkt brengt verandering in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma's. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma’s zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma's steeds meer onlinediensten aan als nevendienst van hun omroepdiensten, zoals simulcasting en catchupdiensten, teneinde de reguliere programmering te verrijken. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. De verspreiding van en toegang tot televisie- en radioprogramma's vindt daarom steeds vaker plaats op multiplatform- en technologisch neutrale basis. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot televisie- en radioprogramma's op elk willekeurig platform in een grenzeloze omgeving, dus niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen of daar tijdelijk rondreizen. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) Aanbieders van audiovisuele mediadiensten dienen alles in het werk te stellen om ervoor zorgen dat hun technische diensten geleidelijk toegankelijk worden gemaakt voor personen met een visuele of auditieve handicap. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Er bestaan een aantal belemmeringen die het aanbieden van ondersteunende onlinediensten voor omroepdiensten en de verstrekking van doorgiftediensten in de weg staan en aldus het vrije verkeer van televisie- en radioprogramma’s binnen de Unie hinderen. Omroeporganisaties zenden dagelijks een groot aantal uren nieuws, culturele, politieke, informatieve of amusements-programma's uit. Deze programma’s omvatten een waaier van inhoudelijke items zoals audiovisuele, muzikale, literaire of grafische werken die krachtens het recht van de Unie door auteursrechten en/of naburige rechten worden beschermd. Dit resulteert in een complex proces om rechten te vereffenen van een groot aantal rechthebbenden en voor verschillende categorieën van werken en ander beschermd materiaal. Vaak moeten de rechten worden vereffend in een kort tijdsbestek, met name wanneer programma’s zoals nieuws en actualiteit worden klaargemaakt. Om hun onlinediensten over de grenzen heen ter beschikking te stellen moeten omroeporganisaties de vereiste rechten op werken en ander beschermd materiaal bezitten voor alle betrokken gebieden, hetgeen de verrekening van de rechten nog complexer maakt. |
(3) Omroeporganisaties zenden dagelijks een groot aantal uren programma's met nieuws en actualiteiten uit. Deze programma’s omvatten een waaier van inhoudelijke items zoals audiovisuele, muzikale, literaire of grafische werken die krachtens het recht van de Unie door auteursrechten en/of naburige rechten worden beschermd. Dit resulteert in een complex proces om rechten te vereffenen van een groot aantal rechthebbenden en voor verschillende categorieën van werken en ander beschermd materiaal. Vaak moeten de rechten worden vereffend in een kort tijdsbestek, met name wanneer programma’s zoals nieuws en actualiteit worden klaargemaakt. Om hun onlinediensten over de grenzen heen ter beschikking te stellen moeten omroeporganisaties de vereiste rechten op werken en ander beschermd materiaal bezitten voor alle betrokken gebieden, hetgeen de verrekening van de rechten nog complexer maakt. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma’s aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma’s, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. Het gevaar bestaat ook voor rechthebbenden dat hun werken en andere beschermde materialen zonder vergunning of vergoeding worden geëxploiteerd. |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma’s aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma’s, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. Het gevaar bestaat ook voor rechthebbenden dat hun werken en andere beschermde materialen zonder vergunning of billijke vergoeding worden geëxploiteerd wanneer de toegang tot de dienst niet op basis van individuele abonnementen, een definieerbare gebruikersgroep of tegen een bepaalde vergoeding wordt verleend. Dit gevaar kan echter worden ondervangen door middel van contractuele overeenkomsten. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) De rechten op werken en ander beschermd materiaal zijn geharmoniseerd onder meer bij Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad16. |
(5) De rechten op werken en ander beschermd materiaal zijn geharmoniseerd onder meer bij Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad16, die met name bedoeld is voor de bescherming van rechthebbenden. |
_________________ |
_________________ |
15 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10). |
15 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10). |
16 Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28). |
16 Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28). |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Richtlijn 93/83/EEG17 vergemakkelijkt grensoverschrijdende satellietomroep en doorgifte via de kabel van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie. De werking van deze richtlijn inzake uitzendingen van omroeporganisaties is echter beperkt tot uitzendingen via satelliet en is derhalve niet van toepassing op onlinediensten ter ondersteuning van omroepdiensten terwijl de voorschriften betreffende doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten zich beperken tot de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte via de kabel of radiogolfsystemen en niet van toepassing zijn op de doorgifte door middel van andere technologieën. |
(6) Richtlijn 93/83/EEG17 vergemakkelijkt grensoverschrijdende satellietomroep en doorgifte via de kabel van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie. De werking van deze richtlijn inzake uitzendingen van omroeporganisaties is echter beperkt tot uitzendingen via satelliet en is derhalve niet van toepassing op onlinediensten ter ondersteuning van omroepdiensten terwijl de voorschriften betreffende doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten zich beperken tot de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte via de kabel of radiogolfsystemen. |
__________________ |
__________________ |
17 Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15). |
17 Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15). |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Daarom moeten de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten voor uitzending en de doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten worden bevorderd door een aanpassing van het rechtskader inzake uitoefening van auteursrechten en naburige rechten dat betrekking heeft op deze activiteiten. |
(7) Om de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten voor uitzending en de doorgifte van televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten te bevorderen, is het noodzakelijk dat het specifieke rechtskader inzake uitoefening van auteursrechten en naburige rechten dat betrekking heeft op deze activiteiten wordt aangepast. Grensoverschrijdende onlinetoegang tot Europese inhoud wordt verder versterkt door in de ondersteunende onlinediensten van omroeporganisaties ook onlinediensten op te nemen die uitsluitend bestaan in het aanbieden aan het publiek van werken die onder hun redactionele verantwoordelijkheid worden geproduceerd en uitsluitend online worden uitgezonden. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De ondersteunende onlinediensten die onder deze verordening vallen, zijn door omroeporganisaties aangeboden diensten met een duidelijke en ondergeschikte relatie ten opzichte van de omroepactiviteiten. Het gaat om diensten die op lineaire wijze en gelijktijdig met de uitzendingen toegang geven tot radio- en televisieprogramma’s, en diensten die binnen een vastgestelde termijn na de uitzending toegang geven tot eerder door de omroeporganisatie uitgezonden televisie- en radioprogramma’s (zogenoemde “gemiste uitzendingen” of "catchupdiensten"). Daarnaast bestaan ondersteunende onlinediensten ook uit diensten die toegang verlenen tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma’s verrijkt of op een andere wijze uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren. Het verlenen van toegang tot individuele werken of andere beschermde materialen die in een televisie- of radioprogramma’s zijn opgenomen, dient niet te worden beschouwd als een ondersteunende onlinedienst. Op dezelfde wijze valt de verstrekking van toegang tot werken of andere beschermde materialen die losstaat van de uitzending, zoals diensten die toegang verlenen tot individuele muziekstukken of audiovisuele werken, muziekalbums of video's, niet onder de definitie van ondersteunende onlinedienst. |
(8) De ondersteunende onlinediensten die onder deze verordening vallen, zijn door omroeporganisaties aangeboden diensten met een duidelijke en ondergeschikte relatie ten opzichte van de omroepactiviteiten. Het gaat om diensten die op lineaire wijze en gelijktijdig met de uitzendingen toegang geven tot radio- en televisieprogramma’s, en diensten die binnen een vastgestelde termijn na uitzending toegang geven tot eerder door de omroeporganisatie uitgezonden televisie- en radioprogramma’s of vóór uitzending tot door de omroeporganisatie nog uit te zenden televisie- en radioprogramma’s (bijvoorbeeld “gemiste uitzendingen”/"catchupdiensten” of "previews"). Daarnaast bestaan ondersteunende onlinediensten ook uit diensten die toegang verlenen tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma's verrijkt of op een andere wijze uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren, dan wel uit andere diensten van de omroeporganisatie die uitsluitend bestaan in het aanbieden aan het publiek van werken die door de omroeporganisatie worden geproduceerd. De verstrekking van toegang tot werken of andere beschermde materialen die losstaat van de programmering van de omroeporganisatie, zoals diensten die toegang verlenen tot individuele muziekstukken of audiovisuele werken, muziekalbums of video's, valt niet onder de definitie van ondersteunende onlinedienst. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Aangezien de verstrekking van, de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst geacht wordt uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, terwijl de ondersteunende onlinedienst de facto over de grenzen heen in andere lidstaten kan worden geboden, moet worden gegarandeerd dat de partijen bij het bepalen van het bedrag van de betalingen voor de betrokken rechten, rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de dienst, het kijkers- en luisteraarspubliek, inclusief het publiek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, en in andere lidstaten waar de toegang tot en het gebruik van de ondersteunende onlinedienst plaatsvindt, alsook de taalversie. |
(10) Aangezien de verstrekking van een ondersteunende onlinedienst geacht wordt uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, terwijl de ondersteunende onlinedienst de facto over de grenzen heen in andere lidstaten kan worden geboden, moet worden gegarandeerd dat de partijen bij het bepalen van het bedrag van de betalingen voor de betrokken rechten, rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de dienst, het potentiële en effectieve kijkers- en luisteraarspubliek, inclusief het publiek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, en in andere lidstaten waar de toegang tot en het gebruik van de ondersteunende onlinedienst plaatsvindt, alsook alle taalversies. Onlinediensten die zich als geheel overwegend en voornamelijk richten op een publiek buiten de lidstaat waarin de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, dienen van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Door middel van het beginsel van contractuele vrijheid zal het mogelijk blijven de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken of bepaalde taalversies betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie. |
(11) Deze verordening laat de rechten die worden verleend uit hoofde van Richtlijn 2001/29/EG alsook de verwerving of verkoop van rechten die op contractuele basis voor zulke ondersteunende onlinediensten worden verleend, onverlet. Door middel van de beginselen van territorialiteit en van contractuele vrijheid zal het dan ook mogelijk blijven de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken of bepaalde taalversies betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het nationaal recht en het recht van de Unie. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma’s gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet maar met uitzondering van onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten die op het open internet worden aangeboden, dienen van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten omdat deze diensten andere kenmerken vertonen. Zij zijn niet verbonden aan een bepaalde infrastructuur en in vergelijking met bijvoorbeeld de kabel of gesloten IP-netwerken kunnen zij slechts in beperkte mate een gecontroleerde omgeving garanderen. |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten, alsook bepaalde andere vormen van doorgifte, verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma’s gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet en onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten die op het open internet worden aangeboden, dienen onder het toepassingsgebied van deze verordening te vallen wanneer zij worden verstrekt in een gecontroleerde omgeving zoals een duidelijk afgebakende gebruikersgroep van abonnees of geregistreerde gebruikers die vergelijkbaar is met netwerken met gesloten circuits. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele of soortgelijke netwerken en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU18 en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken, mobiele of soortgelijke netwerken en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
__________________ |
__________________ |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Omroepen die hun programmasignalen via een proces van directe injectie aan distributeurs verzenden voor ontvangst door het publiek, zijn samen met hun distributeurs hoofdelijk aansprakelijk voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling aan het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. Dergelijke omroeporganisaties en distributeurs moeten de houders van de rechten in kwestie daarom om toestemming vragen voor wat betreft hun respectieve deelname aan zulke handelingen. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 ter) De toepassing van auteursrechten en naburige rechten is in sommige gevallen onderverdeeld in verschillende territoriaal bepaalde nationale rechten met verschillende rechthebbenden die in sommige gevallen door een andere entiteit worden uitgeoefend. Een door de organisaties voor collectief beheer bijgehouden gegevensbank is dan ook noodzakelijk om de identiteit van rechthebbenden gemakkelijker te kunnen achterhalen en de sluiting van licentieovereenkomsten tussen omroeporganisaties en exploitanten van doorgiftediensten te vergemakkelijken. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 14 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 quater) De uitzonderingsregeling uit hoofde van artikel 4 voor de door omroeporganisaties uitgeoefende rechten mag in geen geval een beperking vormen voor de keuze van rechthebbenden om hun rechten over te dragen aan organisaties voor collectief beheer om aldus een rechtstreeks aandeel in de door de exploitant van een doorgiftedienst betaalde vergoeding te krijgen. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om te voorkomen dat de toepassing van het oorsprongslandbeginsel wordt omzeild door de looptijd te verlengen van de bestaande overeenkomsten betreffende de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die van belang zijn voor de verstrekking van een ondersteunende onlinedienst alsmede voor de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, dient het oorsprongslandbeginsel ook op bestaande overeenkomsten te worden toegepast, maar dan met een overgangsperiode. |
Schrappen |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Aangezien er sprake kan zijn van een inbreuk op de uitoefening van de rechten van rechthebbenden voor zover verplicht collectief beheer verplicht wordt gesteld voor de uitoefening van het recht van mededeling aan het publiek met betrekking tot doorgiftediensten, dient een dergelijke voorwaarde dan ook op gerichte wijze te worden voorgeschreven voor specifieke diensten alsook om een meer wijdverbreide grensoverschrijdende verspreiding van televisie- en radioprogramma’s mogelijk te maken door een vlottere vereffening van deze rechten. |
(16) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Aangezien er sprake kan zijn van een inbreuk op de uitoefening van de rechten van rechthebbenden voor zover verplicht collectief beheer verplicht wordt gesteld voor de uitoefening van het recht van mededeling aan het publiek met betrekking tot doorgiftediensten, dient een dergelijke voorwaarde dan ook op gerichte wijze te worden voorgeschreven voor specifieke diensten alsook om een meer wijdverbreide grensoverschrijdende verspreiding van televisie- en radioprogramma's en de toegang tot informatie mogelijk te maken door een vlottere vereffening van deze rechten. Daarnaast doen de bepalingen van deze richtlijn geen afbreuk aan regelingen inzake het beheer van rechten in de lidstaten, zoals verruimde collectieve licenties, wettelijke vermoedens van vertegenwoordiging of overdracht, collectief beheer of soortgelijke regelingen, of een combinatie hiervan. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Nadat de verordening gedurende een bepaalde termijn van kracht is geweest, moet deze aan een evaluatie worden onderworpen om onder meer te beoordelen in welke mate de grensoverschrijdende verrichting van ondersteunende onlinediensten is toegenomen ten voordele van de Europese consumenten en dus ook ten voordele van een grotere culturele diversiteit in de Unie. |
(18) Nadat de verordening gedurende een bepaalde termijn van kracht is geweest, moet deze aan een evaluatie worden onderworpen om in het licht van de inwerkingtreding van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de interne markt * onder meer te beoordelen in welke mate de grensoverschrijdende verrichting van ondersteunende onlinediensten is toegenomen ten voordele van de Europese consumenten en dus ook ten voordele van een grotere culturele diversiteit in de Unie en daarbij speciale aandacht te schenken aan het effect ervan op de investering in Europese inhoud. |
|
__________________ |
|
* nog niet vastgesteld. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het bevorderen van de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten en het vergemakkelijken van de doorgifte van televisie- en radioprogramma's uit andere lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel bedoelde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Wat de grensoverschrijdende verlening van ondersteunende onlinediensten betreft, stelt deze verordening mechanismen vast om de vereffening van auteursrechten en naburige rechten te vergemakkelijken. Deze verordening verplicht omroeporganisaties niet deze diensten over de grenzen heen aan te bieden. Evenmin verplicht deze verordening exploitanten van doorgiftediensten in hun diensten televisie- of radioprogramma’s uit andere lidstaten op te nemen. Deze verordening betreft alleen de uitoefening van bepaalde doorgifterechten voor zover dit nodig is om het verlenen van licenties voor auteursrechten en naburige rechten voor dergelijke diensten te vereenvoudigen en alleen met betrekking tot televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie, |
(19) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het bevorderen van de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten van omroepen en het vergemakkelijken van de doorgifte van televisie- en radioprogramma's uit andere lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel bedoelde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Wat de grensoverschrijdende verlening van ondersteunende onlinediensten van omroepen betreft, stelt deze verordening mechanismen vast om de vereffening van auteursrechten en naburige rechten te vergemakkelijken. Deze verordening verplicht omroeporganisaties niet deze diensten over de grenzen heen aan te bieden. Evenmin verplicht deze verordening exploitanten van doorgiftediensten in hun diensten televisie- of radioprogramma’s uit andere lidstaten op te nemen. Deze verordening betreft alleen de uitoefening van bepaalde doorgifterechten voor zover dit nodig is om het verlenen van licenties voor auteursrechten en naburige rechten voor dergelijke diensten te vereenvoudigen en alleen met betrekking tot televisie- en radioprogramma’s uit andere lidstaten van de Unie, |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) „ondersteunende onlinedienst”: een onlinedienst bestaande in het aanbieden aan het publiek, door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, van radio- of televisieprogramma’s gelijktijdig met of voor een bepaalde periode na de uitzending ervan door de omroeporganisatie, alsmede van door of voor de omroeporganisatie geproduceerd materiaal dat een ondersteuning vormt voor die uitzending; |
(a) "ondersteunende onlinedienst": een onlinedienst bestaande in het aanbieden aan het publiek, door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie van de volgende diensten: |
|
i) "catchupdienst": een dienst bestaande in het aanbieden aan het publiek voor een periode van beperkte duur van radio- en televisieprogramma’s na de uitzending ervan door de omroeporganisatie; |
|
ii) "gelijktijdige dienst": een dienst bestaande in het aanbieden aan het publiek van radio- en televisieprogramma’s op lineaire wijze gelijktijdig met de uitzending ervan; |
|
iii) "uitgebreide ondersteunende diensten inzake audiovisueel materiaal": diensten bestaande in het verlenen van toegang tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma’s verrijkt of anderszins uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren. |
|
Deze definities gelden ook voor door een omroeporganisatie verstrekte onlinediensten bestaande in het aanbieden aan het publiek van door een omroeporganisatie geproduceerde werken die uitsluitend online worden uitgezonden; |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) „doorgifte”: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG en anders dan de doorgifte via een internettoegangsdienst als bepaald in Verordening (EU) nr. 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad19, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending maar met uitzondering van onlinedoorgifte van televisie- of radioprogramma’s die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond. |
(b) "doorgifte": de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, in een gesloten omgeving, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending of onlinedoorgifte van televisie- of radioprogramma’s die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte gelijkwaardig is met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wordt verricht in een gesloten omgeving en door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond en waarvoor die partij de desbetreffende rechten heeft verworven. Onlinedoorgifte valt onder het toepassingsgebied van deze verordening, mits deze plaatsvindt in een gecontroleerde omgeving en de groep ontvangers van die doorgifte duidelijk kan worden gedefinieerd. |
__________________ |
|
19 Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende het open internet en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1). |
|
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) "directe injectie": een proces van twee of meer stappen waarin omroeporganisaties de signalen waarmee zij hun radio- en televisieprogramma's verspreiden aan dienstverleners doorgeven voor ontvangst door het publiek, waarbij de doorgifte via een private lijn van punt tot punt – per draad of via de ether, waaronder ook per satelliet – en op zodanige wijze plaatsvindt dat de signalen tijdens deze doorgifte niet door het publiek kunnen worden opgevangen. Dienstverleners bieden deze programma's vervolgens gelijktijdig in een ongewijzigde en integrale versie aan het publiek aan, opdat het publiek ze via kabel, radiogolven, satelliet, digitale ether, IP-netwerken of mobiele of soortgelijke netwerken kan bekijken of beluisteren. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) De handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de toegang tot of het gebruik van de ondersteunende onlinedienst, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
(1) De handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling van nieuws- en actualiteitenprogramma's, die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen van nieuws- en actualiteitenprogramma's, die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de ondersteunende onlinedienst, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Lid 1 laat de beginselen van territorialiteit en contractuele vrijheid overeenkomstig de auteursrechten alsook de rechten uit hoofde van Richtlijn 2001/29/EG onverlet. Op grond hiervan blijven de partijen gerechtigd beperkingen voor de exploitatie van de in lid 1 genoemde rechten overeen te komen, op voorwaarde dat deze beperkingen in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en het recht van de lidstaten. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, het luisteraars- of kijkerspubliek en de taalversie. |
(2) Bij de vaststelling van het passende bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, het luisteraars- of kijkerspubliek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft of in andere lidstaten en de verschillende taalversies. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) Geschillen over de uitoefening van de rechten uit hoofde van dit artikel vallen onder de bevoegdheid en jurisdictie van die lidstaat waarin de omroeporganisatie die de onlinedienst verstrekt is gevestigd. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 ter) Lid 1 is niet van toepassing op ondersteunende onlinediensten die overwegend en voornamelijk gericht zijn op publiek buiten de lidstaat, waarin de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Auteurs die hun recht op doorgifte van een werk hebben overgedragen aan een producent, behouden een niet voor afstand vatbaar recht op een billijke vergoeding voor de doorgifte ervan. Dit recht kan alleen worden uitgeoefend door een organisatie voor collectief beheer die de desbetreffende auteurs vertegenwoordigt, tenzij deze vergoeding via een andere overeenkomst inzake collectief beheer aan de auteurs van het audiovisuele werk wordt gegarandeerd. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) De lidstaten zien erop toe dat bij het integrale hergebruik van onlinediensten van omroeporganisaties een collectieve overeenkomst, die een representatieve vereniging van gebruikers van de werken of verenigingen van gebruikers voor een bepaalde groep werken heeft gesloten, tot rechthebbenden van dezelfde groep die nog niet door de representatieve vereniging vertegenwoordigd zijn, kan worden uitgebreid. De niet-vertegenwoordigde rechthebbenden kunnen zich te allen tijde uitspreken tegen deze uitbreiding en hun rechten individueel of collectief binnen een andere groepering uitoefenen. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 ter) Organisaties voor collectief beheer houden een gegevensbank bij met informatie over de toepassing van de auteursrechten en naburige rechten, waaronder de houder van een recht, het type gebruik, het grondgebied en de voor de beschermde werken geldende termijn. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 quater) De leden 1 tot en met 5 zijn van toepassing op dienstverleners die via directe injectie ontvangen televisie- en radioprogramma's van omroeporganisaties aan het publiek doorgeven. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 4 bis |
|
Exploitatie van omroepprogramma's via een proces van directe injectie |
|
Omroepen die hun programmadragende signalen via een proces van directe injectie aan distributeurs verzenden voor ontvangst door het publiek, zijn samen met hun distributeurs hoofdelijk aansprakelijk voor de enkele en ondeelbare handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling aan het publiek, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG, die zij samen uitvoeren. In dat geval dienen zowel de omroeporganisatie als de distributeurs die bij dit proces zijn betrokken, van de desbetreffende rechthebbenden toestemming te krijgen voor hun respectieve deelname aan en exploitatie van zulke handelingen. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 5 |
Schrappen |
Overgangsbepaling |
|
Op overeenkomsten over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten voor handelingen van mededeling aan het publiek en van beschikbaarstelling bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst en handelingen van reproductie die noodzakelijk zijn voor de verlening van de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, die van kracht zijn op [de in artikel 7, lid 2, vermelde datum,], is artikel 2 van toepassing met ingang van [de in artikel 7, lid 2, bedoelde datum + 2 jaar, in te vullen door het Publicatiebureau] indien deze overeenkomsten na die datum verstrijken. |
|
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Zij is van toepassing met ingang van [6 maanden na de dag van de bekendmaking ervan, in te vullen door het Publicatiebureau]. |
(2) Zij is van toepassing met ingang van [12 maanden na de dag van de bekendmaking ervan, in te vullen door het Publicatiebureau]. |
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 6.10.2016 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ITRE 6.10.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Angelika Mlinar 21.11.2016 |
||||
Behandeling in de commissie |
24.4.2017 |
25.4.2017 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.6.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
40 15 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, David Borrelli, Cristian-Silviu Buşoi, Jerzy Buzek, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Christian Ehler, Fredrick Federley, Adam Gierek, Theresa Griffin, András Gyürk, Rebecca Harms, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jaromír Kohlíček, Peter Kouroumbashev, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Paloma López Bermejo, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Csaba Molnár, Dan Nica, Angelika Niebler, Aldo Patriciello, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Michel Reimon, Herbert Reul, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Vladimir Urutchev, Kathleen Van Brempt, Henna Virkkunen, Lieve Wierinck, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pilar Ayuso, Francesc Gambús, Françoise Grossetête, Constanze Krehl, Werner Langen, Olle Ludvigsson, Florent Marcellesi, Anne Sander, Davor Škrlec |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
40 |
+ |
|
ECR |
Edward Czesak, Hans-Olaf Henkel, Zdzisław Krasnodębski, Evžen Tošenovský |
|
PPE |
Pilar Ayuso, Bendt Bendtsen, Jerzy Buzek, Cristian-Silviu Buşoi, Christian Ehler, Francesc Gambús, Françoise Grossetête, András Gyürk, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Werner Langen, Janusz Lewandowski, Angelika Niebler, Aldo Patriciello, Herbert Reul, Paul Rübig, Anne Sander, Algirdas Saudargas, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen |
|
S&D |
José Blanco López, Adam Gierek, Theresa Griffin, Eva Kaili, Peter Kouroumbashev, Constanze Krehl, Miapetra Kumpula-Natri, Olle Ludvigsson, Edouard Martin, Csaba Molnár, Dan Nica, Miroslav Poche, Patrizia Toia, Kathleen Van Brempt, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
|
15 |
- |
|
ALDE |
Fredrick Federley, Kaja Kallas, Angelika Mlinar, Morten Helveg Petersen, Lieve Wierinck |
|
EFDD |
David Borrelli, Dario Tamburrano |
|
GUE |
Xabier Benito Ziluaga, Jaromír Kohlícek, Paloma López Bermejo |
|
Verts/ALE |
Jakop Dalunde, Rebecca Harms, Florent Marcellesi, Michel Reimon, Davor Škrlec |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (6.6.2017)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma's
(COM(2016)0594 – C8‑0384/2016 – 2016/0284(COD))
Rapporteur voor advies: Vicky Ford
AMENDEMENTEN
De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën en het internet heeft verandering gebracht in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma's. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma's zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma's steeds meer onlinediensten aan als nevendienst van hun omroepdiensten, zoals simulcasting en catchupdiensten. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma's bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot uitzendingen van televisie- en radioprogramma’s, niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen. |
(2) De ontwikkeling van digitale technologieën en het internet heeft verandering gebracht in de distributie van en de toegang tot televisie- en radioprogramma's. Gebruikers verwachten steeds vaker toegang te krijgen tot dergelijke programma's zowel live als on-demand, langs traditionele weg zoals via satelliet of kabel maar ook via onlinediensten. Omroeporganisaties bieden daarom naast hun eigen uitzendingen van televisie- en radioprogramma's steeds meer onlinediensten aan als nevendienst van hun omroepdiensten, zoals simulcasting en catchupdiensten. Exploitanten van doorgiftediensten, die uitzendingen van televisie- en radioprogramma's bundelen in pakketten en deze tegelijkertijd met oorspronkelijke uitzending van de programma's ongewijzigd en integraal aan gebruikers aanbieden, maken gebruik van verschillende doorgiftetechnieken zoals kabel, satelliet, digitale ether, IP-netwerken in gesloten circuit of mobiele netwerken alsmede het open internet. Van de kant van de gebruikers is er een toenemende vraag naar toegang tot televisie- en radioprogramma's, waaronder catchupdiensten, niet alleen uit hun eigen lidstaat maar ook uit andere lidstaten van de Unie, ook van leden van taalminderheden van de Unie en personen die in een andere lidstaat dan hun lidstaat van herkomst wonen. Deze toenemende vraag is een positieve ontwikkeling en geoblocking mag voor de audiovisuele inhoud die in de Unie wordt geproduceerd en online wordt uitgezonden niet de norm zijn. Het model van territoriale financiering voor Europese inhoud is echter van levensbelang voor het succes van de Europese audiovisuele sector. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma's aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma's, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. Het gevaar bestaat ook voor rechthebbenden dat hun werken en andere beschermde materialen zonder vergunning of vergoeding worden geëxploiteerd. |
(4) Exploitanten van doorgiftediensten, die gewoonlijk meerdere programma’s aanbieden waarin gebruik wordt gemaakt van een groot aantal werken en andere beschermde materialen in de doorgegeven televisie- en radioprogramma's, beschikken over een zeer korte termijn om de nodige licenties te verkrijgen en ondervinden dus een zware last bij het vereffenen van de rechten. Het gevaar bestaat ook voor rechthebbenden dat hun werken en andere beschermde materialen zonder vergunning of passende vergoeding worden geëxploiteerd. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De ondersteunende onlinediensten die onder deze verordening vallen, zijn door omroeporganisaties aangeboden diensten met een duidelijke en ondergeschikte relatie ten opzichte van de omroepactiviteiten. Het gaat om diensten die op lineaire wijze en gelijktijdig met de uitzendingen toegang geven tot radio- en televisieprogramma’s, en diensten die binnen een vastgestelde termijn na de uitzending toegang geven tot eerder door de omroeporganisatie uitgezonden televisie- en radioprogramma's (zogenoemde "gemiste uitzendingen" of "catchupdiensten"). Daarnaast bestaan onlinediensten ook uit diensten die toegang verlenen tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma’s verrijkt of op een andere wijze uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren. Het verlenen van toegang tot individuele werken of andere beschermde materialen die in televisie- of radioprogramma's zijn opgenomen, dient niet te worden beschouwd als een ondersteunende onlinedienst. Op dezelfde wijze valt de verstrekking van toegang tot werken of andere beschermde materialen die losstaat van de uitzending, zoals diensten die toegang verlenen tot individuele muziekstukken of audiovisuele werken, muziekalbums of video's, niet onder de definitie van ondersteunende onlinedienst. |
(8) De ondersteunende onlinediensten die onder deze verordening vallen, zijn door omroeporganisaties aangeboden diensten, waaronder diensten die op lineaire wijze gelijktijdig met de uitzendingen toegang geven tot radio- en televisieprogramma’s en niet-lineaire diensten die ten vroegste een maand vóór, of tijdens of na de uitzending door de omroeporganisatie toegang geven tot televisie- en radioprogramma's (zogenoemde streamingdiensten en "gemiste uitzendingen" of "catchupdiensten"). Daarnaast bestaan onlinediensten ook uit diensten die toegang verlenen tot materiaal dat de door de omroeporganisatie uitgezonden radio- en televisieprogramma’s verrijkt of op een andere wijze uitbreidt, onder meer door de mogelijkheid om de inhoud van het desbetreffende programma vooraf, langer, uitgebreider of achteraf te bekijken of te beluisteren, alsook tot materiaal dat speciaal geproduceerd is voor de onlineomgeving. Het verlenen van toegang tot individuele werken of andere beschermde materialen die in televisie- of radioprogramma's zijn opgenomen, dient niet te worden beschouwd als een ondersteunende onlinedienst. Evenmin valt de verstrekking van toegang tot muziekalbums of video's onder de definitie van ondersteunende onlinedienst. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Aangezien de verstrekking van, de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst geacht wordt uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, terwijl de ondersteunende onlinedienst de facto over de grenzen heen in andere lidstaten kan worden geboden, moet worden gegarandeerd dat de partijen bij het bepalen van het bedrag van de betalingen voor de betrokken rechten, rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de dienst, het kijkers- en luisteraarspubliek, inclusief het publiek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, en in andere lidstaten waar de toegang tot en het gebruik van de ondersteunende onlinedienst plaatsvindt, alsook de taalversie. |
(10) Aangezien de verstrekking van, de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst geacht wordt uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, terwijl de ondersteunende onlinedienst de facto over de grenzen heen in andere lidstaten kan worden geboden, moet worden gegarandeerd dat de partijen bij het bepalen van de passende vergoeding die betaald moet worden voor de betrokken rechten, rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de dienst, het werkelijke en het potentiële kijkers- en luisteraarspubliek, inclusief het publiek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft, en in andere lidstaten waar de toegang tot en het gebruik van de ondersteunende onlinedienst plaatsvindt, alsook alle beschikbare taalversies en ondertitelde versies. Voorts staat deze vergoeding in een redelijke verhouding tot de economische waarde van de geleverde dienst. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Door middel van het beginsel van contractuele vrijheid zal het mogelijk blijven de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken of bepaalde taalversies betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie. |
(11) Er zij op gewezen dat het door middel van het beginsel van contractuele vrijheid mogelijk zal zijn de exploitatie te blijven beperken van de rechten die onder het bij deze verordening voorgeschreven oorsprongslandbeginsel vallen, zoals de tenuitvoerlegging van Richtlijn 93/83/EEG heeft aangetoond, met name wat bepaalde uitzendingstechnieken of bepaalde taalversies en de aard en uitvoering van bepaalde overeenkomsten betreft, op voorwaarde dat dergelijke beperkingen van de exploitatie van deze rechten in overeenstemming zijn met het nationale recht en het recht van de Unie. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 bis) Zoals verklaard door het Hof van Justitie is de verkrijging door rechthebbenden van een passende vergoeding voor de exploitatie van hun werken of ander materiaal in overeenstemming met artikel 101 VWEU. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 ter) Deze verordening staat, conform het beginsel van contractuele vrijheid, niet in de weg aan bestaande licentiemodellen, zoals territoriale licentieverlening, en doet geen afbreuk aan bestaande bepalingen van het nationale overeenkomstenrecht inzake auteursrechten die betrekking hebben op een passende vergoeding, noch aan bestaande oplossingen voor collectief beheer van doorgifte binnen een lidstaat. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma's gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet maar met uitzondering van onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten die op het open internet worden aangeboden, dienen van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten omdat deze diensten andere kenmerken vertonen. Zij zijn niet verbonden aan een bepaalde infrastructuur en in vergelijking met bijvoorbeeld de kabel of gesloten IP-netwerken kunnen zij slechts in beperkte mate een gecontroleerde omgeving garanderen. |
(12) Exploitanten van via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met open of gesloten circuits, mobiele en soortgelijke netwerken aangeboden doorgiftediensten verstrekken diensten die gelijkwaardig zijn met die welke door exploitanten van kabeldoorgiftediensten worden verstrekt, wanneer zij een oorspronkelijke uitzending van televisie- of radioprogramma’s gelijktijdig, ongewijzigd en integraal voor ontvangst door het publiek uit een andere lidstaat doorgeven, indien deze oorspronkelijke uitzending via een draad of via de ether, inbegrepen via satelliet maar met uitzondering van onlinedoorgifte, plaatsvindt en voor ontvangst door het publiek is bestemd. Zij moeten derhalve binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en gebruik kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten. Doorgiftediensten op IP-basis, of deze nu op gesloten circuits of op het open internet worden aangeboden, dienen in het toepassingsgebied van deze verordening te worden opgenomen en dienen gebruik te kunnen maken van het mechanisme van collectief beheer van rechten, mits zij een gecontroleerde omgeving waarborgen die vergelijkbaar is met gesloten netwerken en mits blijkt dat de diensten verstrekt worden aan een duidelijk afgebakende groep abonnees of geregistreerde gebruikers. Opname van deze diensten in het toepassingsgebied van de verordening is van groot belang om tegemoet te komen aan de wensen van consumenten en portabiliteit van deze diensten in de lidstaat van verblijf en daarbuiten mogelijk te maken door middel van het mechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2017/... van het Europees Parlement en de Raad1 bis. |
|
__________________ |
|
1 bis Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de interne markt (2015/0284(COD)). |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele of soortgelijke netwerken en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU18 en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
(13) Om rechtszekerheid te verlenen aan exploitanten van doorgiftediensten via satelliet, digitale ether, IP-netwerken met gesloten circuits, mobiele of soortgelijke netwerken, en via het open internet voor zover een gecontroleerde omgeving en een afgebakende gebruikersgroep zijn gegarandeerd, en om verschillen in nationaal recht met betrekking tot dergelijke doorgiftediensten te ondervangen, moeten voorschriften worden toegepast die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor de doorgifte via de kabel in de zin van Richtlijn 93/83/EEG. De voorschriften van die richtlijn voorzien in de verplichting dat het recht om een exploitant van een doorgiftedienst toestemming verlenen dan wel te weigeren wordt uitgeoefend via een organisatie voor collectief beheer. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen van Richtlijn 2014/26/EU18 en met name de bepalingen daarvan die betrekking hebben op rechten van rechthebbenden betreffende de keuze van een organisatie voor collectief beheer. |
__________________ |
__________________ |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
18 Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72). |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) Distributeurs, zoals kabelexploitanten of beheerders van platforms, die via een proces van directe injectie programmadragende signalen ontvangen voor ontvangst door het publiek, dienen onder de bepalingen inzake verplicht collectief beheer van deze verordening te vallen, ook als voorafgaand aan de doorgifte van het signaal door de distributeur geen mededeling aan het publiek is gedaan. Distributeurs dienen derhalve toestemming te krijgen van de desbetreffende houders van rechten om deze handelingen die onderworpen zijn aan collectief beheer te verrichten. Het begrip "directe injectie" is een technische term voor de specifieke situatie dat kabelexploitanten of andere beheerders van platforms het signaal voor uitzending rechtstreeks vanuit het gebouw van de omroeporganisatie of via een gesloten netwerk ontvangen, in die zin dat dit signaal niet wordt doorgegeven voor ontvangst door het publiek voordat het door de exploitant die het signaal ontvangt wordt doorgegeven. In een dergelijke situatie, die zich in de regel voordoet in een lidstaat, is er slechts sprake van één enkele mededeling aan het publiek van het desbetreffende programmadragende signaal. Deze verduidelijking is van belang om verdere complexiteit bij de uitlegging van het begrip mededeling aan het publiek, die gevolgen zou hebben die verder strekken dan alleen doorgifte, te voorkomen. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) De toepassing van auteursrechten en naburige rechten is in sommige gevallen verdeeld in verschillende territoriaal afgebakende nationale rechten, waarbij sprake is van verschillende houders van rechten en rechten die in sommige gevallen door een andere entiteit worden uitgeoefend. Er is daarom een gegevensbank nodig die wordt bijgehouden door organisaties voor collectief beheer, zodat gemakkelijker kan worden bepaald wie de houders van de rechten zijn en omroeporganisaties en exploitanten van doorgiftediensten gemakkelijker licentieovereenkomsten kunnen sluiten. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om te voorkomen dat de toepassing van het oorsprongslandbeginsel wordt omzeild door de looptijd te verlengen van de bestaande overeenkomsten betreffende de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die van belang zijn voor de verstrekking van een ondersteunende onlinedienst alsmede voor de toegang tot of het gebruik van een ondersteunende onlinedienst, dient het oorsprongslandbeginsel ook op bestaande overeenkomsten te worden toegepast, maar dan met een overgangsperiode. |
Schrappen |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Aangezien er sprake kan zijn van een inbreuk op de uitoefening van de rechten van rechthebbenden voor zover verplicht collectief beheer verplicht wordt gesteld voor de uitoefening van het recht van mededeling aan het publiek met betrekking tot doorgiftediensten, dient een dergelijke voorwaarde dan ook op gerichte wijze te worden voorgeschreven voor specifieke diensten alsook om een meer wijdverbreide grensoverschrijdende verspreiding van televisie- en radioprogramma's mogelijk te maken door een vlottere vereffening van deze rechten. |
(16) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Aangezien er sprake kan zijn van een inbreuk op de uitoefening van de rechten van rechthebbenden voor zover verplicht collectief beheer verplicht wordt gesteld voor de uitoefening van het recht van mededeling aan het publiek met betrekking tot doorgiftediensten, dient een dergelijke voorwaarde dan ook op gerichte wijze te worden voorgeschreven voor specifieke diensten alsook om een meer wijdverbreide grensoverschrijdende verspreiding van televisie- en radioprogramma's mogelijk te maken door een vlottere vereffening van deze rechten. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan bestaande of toekomstige regelingen van de lidstaten inzake het beheer van rechten, zoals verruimde collectieve licenties, wettelijke vermoedens van vertegenwoordiging of overdracht, collectief beheer of soortgelijke regelingen of een combinatie daarvan. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Nadat de verordening gedurende een bepaalde termijn van kracht is geweest, moet deze aan een evaluatie worden onderworpen om onder meer te beoordelen in welke mate de grensoverschrijdende verrichting van ondersteunende onlinediensten is toegenomen ten voordele van de Europese consumenten en dus ook ten voordele van een grotere culturele diversiteit in de Unie. |
(18) Nadat de verordening gedurende een bepaalde termijn van kracht is geweest, moet deze, in overeenstemming met de beginselen van betere regelgeving aan een evaluatie worden onderworpen om het effect van de verordening te beoordelen, en dan met name in welke mate de grensoverschrijdende verrichting van ondersteunende onlinediensten is toegenomen ten voordele van de Europese consumenten en dus ook ten voordele van een grotere culturele diversiteit in de Unie. Deze evaluatie moet, waar passend, worden gecoördineerd met de bepalingen ter verbetering van de grensoverschrijdende toegang tot inhoud op platforms voor video-op-aanvraag die, in de vorm van een geschillenbeslechtingsmechanisme, in artikel 10 van Richtlijn 2017/... van het Europees Parlement en de Raad1 bis zijn opgenomen. Als dit mechanisme niet leidt tot een aanzienlijke toename van de grensoverschrijdende beschikbaarheid van inhoud op platforms voor video-op-aanvraag, moet nagedacht worden over uitbreiding van de werkingssfeer van deze verordening tot deze diensten. |
|
_________________ |
|
1 bis Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt, COM(2016)0593. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) „ondersteunende onlinedienst”: een onlinedienst bestaande in het aanbieden aan het publiek, door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, van radio- of televisieprogramma’s gelijktijdig met of voor een bepaalde periode na de uitzending ervan door de omroeporganisatie, alsmede van door of voor de omroeporganisatie geproduceerd materiaal dat een ondersteuning vormt voor die uitzending; |
a) "ondersteunende onlinedienst": een onlinedienst bestaande in het aanbieden aan het publiek, door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, van door of voor de omroeporganisatie geproduceerde radio- of televisieprogramma's, met inbegrip van coproducties, ten vroegste een maand voor, gelijktijdig met, tijdens of voor een bepaalde periode na de uitzending ervan door de omroeporganisatie, alsmede van door of voor de omroeporganisatie geproduceerd of gecoproduceerd materiaal dat een ondersteuning vormt voor die uitzending; |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) „doorgifte”: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG en anders dan de doorgifte via een internettoegangsdienst als bepaald in Verordening (EU) nr. 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending maar met uitzondering van onlinedoorgifte van televisie- of radioprogramma’s die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond. |
b) "doorgifte": de ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in Richtlijn 93/83/EEG, in een gecontroleerde omgeving, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een oorspronkelijke uitzending uit een andere lidstaat, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending, van televisie- of radioprogramma's die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, mits deze doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de oorspronkelijke uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan de uitzending plaatsvond. |
__________________ |
|
1 Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en –diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1). |
|
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) "directe injectie": een proces dat bestaat uit twee of meer stappen, waarmee omroeporganisaties hun programmadragende signalen via een private lijn "van punt naar punt" naar een distributeur verzenden, op zodanige wijze dat de programmadragende signalen tijdens de overdracht niet door leden van het publiek kunnen worden ontvangen, waarna de distributeur deze programma's ongewijzigd en integraal aan het publiek aanbiedt, zodat het publiek de inhoud kan bekijken of beluisteren via kabel, radiogolfsystemen, satelliet, digitale ether, IP-netwerken of soortgelijke netwerken. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1) De handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de toegang tot of het gebruik van de ondersteunende onlinedienst, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. |
1) Onverminderd de mogelijkheid van overdracht van exclusieve rechten worden de handelingen van mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling aan het publiek die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de reproductiehandelingen die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de toegang tot of het gebruik van de ondersteunende onlinedienst, voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft. Geschillen over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten vallen onder de jurisdictie van deze lidstaat. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2) Bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, het luisteraars- of kijkerspubliek en de taalversie. |
2) Bij de vaststelling van het passende bedrag van de betalingen voor de rechten die onder het beginsel van het land van oorsprong als bedoeld in lid 1 vallen, houden de partijen rekening met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst zoals de kenmerken van de ondersteunende onlinedienst, het luisteraars- of kijkerspubliek, het potentiële luisteraars- of kijkerspubliek in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft of in eventuele andere betrokken lidstaten en alle taalversies en ondertitelde versies. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis) De leden 1 t/m 5 zijn eveneens van toepassing op gevallen van directe injectie, als bedoeld in artikel 1, onder b bis. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 ter) Organisaties voor collectief beheer houden een databank bij met alle informatie met betrekking tot de toepassing van auteursrechten en naburige rechten, met onder meer de naam van de houder van het recht, het type gebruik, het grondgebied waarvoor het recht geldt en de geldigheidsduur. |
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s |
||||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 6.10.2016 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
IMCO 6.10.2016 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Vicky Ford 11.10.2016 |
||||
Vervangen rapporteur voor advies |
Julia Reda |
||||
Behandeling in de commissie |
9.2.2017 |
20.3.2017 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
11.5.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 6 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Dita Charanzová, Carlos Coelho, Anna Maria Corazza Bildt, Daniel Dalton, Nicola Danti, Dennis de Jong, Pascal Durand, Ildikó Gáll-Pelcz, Evelyne Gebhardt, Sergio Gutiérrez Prieto, Robert Jarosław Iwaszkiewicz, Antonio López-Istúriz White, Eva Maydell, Jiří Pospíšil, Virginie Rozière, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Olga Sehnalová, Jasenko Selimovic, Ivan Štefanec, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Mylène Troszczynski, Anneleen Van Bossuyt, Marco Zullo |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Lucy Anderson, Pascal Arimont, Birgit Collin-Langen, Edward Czesak, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Kaja Kallas, Arndt Kohn, Julia Reda, Adam Szejnfeld, Marc Tarabella, Ulrike Trebesius |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Anne-Marie Mineur |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
30 |
+ |
|
ALDE |
Dita Charanzová, Kaja Kallas, Jasenko Selimovic |
|
ECR |
Edward Czesak, Daniel Dalton, Ulrike Trebesius |
|
EFDD |
Marco Zullo |
|
PPE |
Pascal Arimont, Carlos Coelho, Birgit Collin-Langen, Anna Maria Corazza Bildt, Ildikó Gáll-Pelcz, Antonio López-Istúriz White, Eva Maydell, Jiří Pospíšil, Andreas Schwab, Ivan Štefanec, Adam Szejnfeld, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein |
|
S&D |
Lucy Anderson, Nicola Danti, Evelyne Gebhardt, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sergio Gutiérrez Prieto, Arndt Kohn, Virginie Rozière, Christel Schaldemose, Olga Sehnalová, Catherine Stihler, Marc Tarabella |
|
6 |
- |
|
ECR |
Anneleen Van Bossuyt |
|
ENF |
Mylène Troszczynski |
|
GUE/NGL |
Anne-Marie Mineur, Dennis de Jong |
|
Verts/ALE |
Pascal Durand, Julia Reda |
|
1 |
0 |
|
EFDD |
Robert Jarosław Iwaszkiewicz |
|
Key to symbols:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2016)0594 – C8-0384/2016 – 2016/0284(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
14.9.2016 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 6.10.2016 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
INTA 6.10.2016 |
ITRE 6.10.2016 |
IMCO 6.10.2016 |
CULT 6.10.2016 |
|
Geen advies Datum besluit |
INTA 12.10.2016 |
|
|
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
CULT 16.3.2017 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Tiemo Wölken 12.10.2016 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
23.3.2017 |
29.5.2017 |
7.9.2017 |
|
|
Datum goedkeuring |
21.11.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
14 9 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Max Andersson, Joëlle Bergeron, Marie-Christine Boutonnet, Jean-Marie Cavada, Mady Delvaux, Rosa Estaràs Ferragut, Enrico Gasbarra, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Gilles Lebreton, António Marinho e Pinto, Jiří Maštálka, Emil Radev, Julia Reda, Evelyn Regner, Pavel Svoboda, József Szájer, Axel Voss, Francis Zammit Dimech, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Isabella Adinolfi, Daniel Buda, Angelika Niebler, Tiemo Wölken |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
John Flack, Emma McClarkin, Sabine Verheyen |
||||
Datum indiening |
27.11.2017 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
14 |
+ |
|
ALDE ECR EFDD ENF PPE S&D |
Jean-Marie Cavada John Flack, Emma McClarkin Joëlle Bergeron Marie-Christine Boutonnet, Gilles Lebreton Daniel Buda, Rosa Estaràs Ferragut, Angelika Niebler, József Szájer, Axel Voss, Francis Zammit Dimech, Tadeusz Zwiefka Enrico Gasbarra |
|
9 |
- |
|
ALDE GUE:NGL S&D VERTS/ALE |
António Marinho e Pinto Jiří Maštálka Mady Delvaux, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Evelyn Regner, Tiemo Wölken Max Andersson, Julia Reda |
|
1 |
0 |
|
EFDD |
Isabella Adinolfi |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding