VERSLAG over een aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over Hongkong, 20 jaar na de machtsoverdracht
28.11.2017 - (2017/2204(INI))
Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Alyn Smith
ONTWERPAANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT
aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over Hongkong, 20 jaar na de machtsoverdracht
Het Europees Parlement,
– gezien de basiswet van de Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong, die op 4 april 1990 werd aangenomen en op 1 juli 1997 in werking is getreden,
– gezien de gezamenlijke verklaring van de regering van het Verenigd Koninkrijk en de regering van de Volksrepubliek China over de kwestie Hongkong van 19 december 1984, de zogenaamde Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring,
– gezien het jaarverslag 2016 van de Commissie van 26 april 2017 over de speciale administratieve regio Hongkong (JOIN(2017)0016), het jaarverslag 2015 van de Commissie van 25 april 2016 over de speciale administratieve regio Hongkong (JOIN(2016)0010) en het jaarverslag 2014 van de Commissie van 24 april 2015 over de speciale administratieve regio Hongkong (JOIN(2015)0012),
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 22 juni 2016 getiteld "Elementen voor een nieuwe strategie van de EU voor China" (JOIN (2016)0030), de mededeling van de Commissie van 15 oktober 2015 getiteld "Handel voor iedereen" (COM(2015)0497), en de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 over de EU-strategie ten aanzien van China,
– gezien het één-China-beleid van de EU,
– gezien de Overeenkomst betreffende samenwerking in douanezaken tussen de EU en Hongkong van 1999[1],
– gezien de visumvrije toegang tot het Schengengebied[2] en de rest van de Europese Unie voor houders van paspoorten van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en vice versa,
– gezien het mensenrechtenoverleg tussen de EU en China dat in 1995 is opgestart,
– gezien zijn eerdere resoluties over Hongkong, in het bijzonder die van 24 november 2016 over de in China gevangengezette uitgever Gui Minhai[3], van 4 februari 2016 over de zaak van de vermiste boekhandelaars in Hongkong[4], van 15 december 2005 over de mensenrechtensituatie in Tibet en Hongkong[5], van 8 april 2003 over het Derde en Vierde jaarverslag van de Commissie en de Raad aan het Europees Parlement over de speciale administratieve regio Hongkong[6], van 19 december 2002 over Hongkong[7], van 26 oktober 2000 over het Derde en Vierde jaarverslag van de Commissie en de Raad aan het Europees Parlement over de speciale administratieve regio Hongkong[8], van 8 oktober 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad over de Europese Unie en Hongkong: 1997 en verder[9], van 10 april 1997 over de situatie in Hongkong[10],
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 22 juni 2016 getiteld "Elementen voor een nieuwe strategie van de EU voor China" (JOIN (2016)0030), de mededeling van de Commissie van 14 oktober 2015 getiteld "Handel voor iedereen: Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid" (COM(2015)0497), en de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 over de EU-strategie ten aanzien van China,
– gezien zijn eerdere resoluties over China, in het bijzonder die van 16 december 2015[11] en van 14 maart 2013 over de betrekkingen van de EU met China[12],
– gezien artikel 113 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0382/2017),
A. overwegende dat de soevereiniteit over Hongkong op 1 juli 1997 werd overgedragen van het Verenigd Koninkrijk aan de Volksrepubliek China;
B. overwegende dat in de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring van 1984 werd gegarandeerd en in de basiswet van de Speciale Administratieve Regio Hongkong (SAR) van 1990 werd bepaald dat Hongkong de autonomie en de onafhankelijkheid van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht blijft behouden gedurende 50 jaar na de overdracht van de soevereiniteit;
C. overwegende dat de EU en het Europees Parlement grote voorstanders blijven van het ‘één land, twee systemen’-beleid en de hoge graad van autonomie van Hongkong in het kader van China;
D. overwegende dat de EU en Hongkong een jaarlijkse vergadering op hoog niveau houden die de gestructureerde dialoog wordt genoemd, die in 2005 is gestart; overwegende dat de 10e jaarlijkse gestructureerde dialoog op 17 november 2016 is gehouden in Brussel;
E. overwegende dat de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Hongkong steeds hechter worden; overwegende dat de EU de op één na grootste handelspartner van Hongkong is na het Chinese vasteland, en dat Hongkong de op dertien na grootste handelspartner van de EU is voor goederen en een cruciale partner voor handel in diensten; overwegende dat de toekomstige bilaterale betrekkingen moeten profiteren van Hongkongs behoefte aan verdere economische diversificatie, nauwe banden met de nieuwe Zijderoute en sterkere integratie in de Parelrivierdelta; overwegende dat Hongkong in 2016 volgens de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) wereldwijd de op één na grootste doelmarkt voor buitenlandse directe investeringen is;
F. overwegende dat het defensie- en buitenlands beleid van Hongkong onder de bevoegdheid van de regering van de Volksrepubliek China vallen;
G. overwegende dat de basiswet de Speciale Administratieve Regio Hongkong het recht verleent zelfstandig economische betrekkingen met het buitenland te onderhouden en ook lid te zijn van internationale organisaties;
H. overwegende dat ook na 1 juli 1997 verdragen over burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten alsook internationale mensenrechtenovereenkomsten die reeds eerder waren ingevoerd, blijven gelden; overwegende dat ook de Volksrepubliek China internationale overeenkomsten over deze rechten ondertekent en ratificeert en zodoende het belang en het universele karakter van de mensenrechten heeft erkend; overwegende dat China met de EU en andere internationale partners fora voor dialoog over de rechtsstaat heeft gecreëerd;
I. overwegende dat Hongkong lid of geassocieerd lid is van meer dan 20 internationale organisaties, waaronder de Wereldhandelsorganisatie (WHO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Economische Samenwerking Azië-Stille Oceaan (APEC), Interpol, de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur (AIIB), het Internationaal Olympisch Comité, de Internationale Kamer van Koophandel en het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen;
J. overwegende dat Hongkong partij is bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR);
K. overwegende dat de bescherming van de mensenrechten en de individuele vrijheden in de basiswet is vastgelegd;
L. overwegende dat in artikel 27 van de basiswet de vrijheid van meningsuiting, pers en publicatie, en van vereniging, vergadering, optocht en demonstratie worden gegarandeerd;
M. overwegende dat in de artikelen 45 en 68 van de basiswet wordt bepaald dat de hoofdbestuurder en alle leden van de wetgevende raad verkozen worden via algemene verkiezingen;
N. overwegende dat de staatsraad van de Volksrepubliek China op 10 juni 2014 een witboek heeft uitgebracht over de praktijk van het ‘één land, twee systemen’-beleid in Hongkong, waarin wordt benadrukt dat de autonomie van de SAR Hongkong uiteindelijk afhankelijk is van de toestemming van de centrale regering van de Volksrepubliek China;
O. overwegende dat de traditioneel open samenleving van Hongkong het pad heeft geëffend voor de ontwikkeling van een echt en onafhankelijk maatschappelijk middenveld dat actief en constructief deelneemt aan het openbare leven in de SAR;
P. overwegende dat het maatschappelijk middenveld van Hongkong het publiek bewuster heeft gemaakt van burger- en politieke rechten, godsdienst, gezondheidszorg, het milieu, klimaatverandering, politieke participatie van vrouwen, de rechten van huishoudelijk personeel, de rechten van LGBTI's en academische en culturele vrijheden;
Q. overwegende dat Hongkong een levendig meerpartijensysteem heeft; overwegende dat de bevolking van Hongkong in de loop der jaren massademonstraties vóór democratie en de volledige uitvoering van de basiswet heeft gehouden, waaronder de demonstraties van de zogenoemde Paraplubeweging in 2014, alsook de demonstraties over vrijheden van de media en onder andere tegen de verdwijning van verschillende boekhandelaars van Hongkong;
R. overwegende dat een aantal journalisten en andere mediaprofessionals, vaak voorstanders van democratie die uiting gaven aan hun kritische mening, de afgelopen 20 jaar gedwongen werden ontslag te nemen, ertoe bewogen werden over minder gevoelige onderwerpen te schrijven en in sommige gevallen zelfs met geweld werden bedreigd;
S. overwegende dat vier inwoners van Hongkong en één niet-ingezetene die verbonden zijn aan de uitgeverij en boekwinkel van Mighty Current, eind 2015 verdwenen en overwegende dat enkele maanden later bleek dat ze op geheime locaties op het Chinese vasteland werden vastgehouden, en dat een van de vrijgelaten boekverkopers heeft gemeld dat hij werd gedwongen wangedrag te bekennen;
T. overwegende dat in de media in Hongkong de voorbije jaren toenemende zelfcensuur werd vastgesteld over aangelegenheden in verband met het Chinese vasteland, zoals ook bevestigd wordt in enquêtes en verslagen van de journalistenvereniging van Hongkong;
U. overwegende dat Hongkong een onderwijsaanbod van hoog niveau en een hoog academisch niveau heeft, maar dat de academische vrijheid in gevaar is als gevolg van de voortdurende inmenging van de Chinese centrale regering, met name bij de benoeming van de universiteitsraden;
V. overwegende dat een opiniepeiling die met regelmatige tussenpozen wordt georganiseerd door de Universiteit van Hongkong in het kader van haar publieke-opinieprogramma erop wijst dat het gevoel van verbondenheid met China op lange termijn afneemt;
W. overwegende dat het Milieubureau van Hongkong in januari 2017 het sectoroverschrijdende "Hong Kong Climate Action Plan 2030+" heeft gepubliceerd waarin in navolging van de Overeenkomst van Parijs nieuwe doelstellingen voor koolstofemissies worden vastgesteld, namelijk uiterlijk in 2030 de koolstofintensiteit met twee derde en de absolute koolstofuitstoot met een derde te verlagen ten opzichte van de basislijn van 2005;
X. overwegende het belang van de haven van Hongkong voor de Volksrepubliek China en de internationale handel;
1. beveelt de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het volgende aan:
a) er bij de autoriteiten van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en de Volksrepubliek China op aan te dringen dat op dezelfde wijze als het één-China-beleid van de EU de hoeksteen is van het engagement van de EU, met volledige inachtneming van de basiswet van de SAR Hongkong, het ‘één land, twee systemen’-beleid van cruciaal belang is voor de ontwikkeling en verdere versterking en uitbreiding van de huidige en toekomstige betrekkingen met de EU, en dat inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Hongkong dit beginsel op losse schroeven kan zetten en daarom vermeden moet worden;
b) de voortdurende inmenging van de Volksrepubliek China in binnenlandse aangelegenheden van Hongkong te veroordelen, die op lange termijn een bedreiging kan vormen voor de levensvatbaarheid van het ‘één land, twee systemen’-model;
c) de bilaterale dialoog met de regering van de SAR Hongkong te versterken, niet in de laatste plaats door middel van de jaarlijkse gestructureerde dialoog EU-Hongkong, op het gebied van allerlei onderwerpen en beleidsterreinen zoals democratie, mensenrechten, de rechtsstaat, handel, investeringen, financiële diensten, douanerechten, milieu, klimaatverandering, onderzoek en onderwijs, alsmede de tenuitvoerlegging van het ‘één land, twee systemen’-beleid te ondersteunen en de jaarlijkse verslaglegging door de HV/VV en de Commissie aan het Parlement en de Raad over de ontwikkeling in Hongkong voort te zetten;
d) te erkennen dat Hongkong in de loop der jaren is geëvolueerd naar een open samenleving waar de burgers mensenrechten, vrijheden, hoge niveaus van gezondheidszorg en vrijheid en transparantie genieten en een betrouwbaar rechtsstelsel hebben en waar de rechtsstaat en lage niveaus van corruptie heersen, en dat de inwoners van Hongkong het legitieme recht hebben te verwachten dat zij hun levenswijze en deze rechten en waarden onder een hoge mate van autonomie kunnen blijven genieten;
e) te benadrukken dat de eerbiediging van de autonomie van Hongkong essentieel is voor de verdere positieve ontwikkeling van Hongkong en voor gunstige betrekkingen met het Chinese vasteland en voor de hervatting van de dialogen tussen het vasteland en Taiwan;
f) zich volledig te engageren voor de ondersteuning van de autonomie en welvaart van Hongkong en de rechten en vrijheden van de bevolking en uiting te geven aan zijn krachtige steun voor het begin van een politiek hervormingsproces dat voldoet aan internationale normen en de basiswet, die de bevolking van de SAR het recht geeft de hoogste leidinggevende functies te verkiezen en ertoe verkozen te worden, en die het meerderheidsstandpunt binnen de publieke opinie in Hongkong weergeeft;
g) de regering van Hongkong en de Volksrepubliek China er in dit verband toe op te roepen hun verbintenissen na te komen en nogmaals het momentum op te bouwen voor de hervorming van het algemeen stemrecht voor de toekomstige verkiezing van de hoofdbestuurder en de leden van de wetgevende raad in Hongkong, om te beschikken over een kiesstelsel dat democratisch, eerlijk, open en transparant is;
h) manieren te vinden om de democratie en het meerpartijenstelsel in Hongkong te consolideren en bezorgdheid te uiten over de toenemende intimidatie van politieke oppositiepartijen en over de weigering van het handelsregister om een aantal prodemocratische groeperingen te registreren;
i) de recordopkomst tijdens de laatste verkiezingen voor de wetgevende raad in 2016 toe te juichen en tegelijkertijd te betreuren dat de autoriteiten in Hongkong in 2016 hebben geweigerd een nieuwe prodemocratische politieke partij te registreren voor de verkiezingen voor de wetgevende raad en zes kandidaten die voorstanders zijn van meer autonomie voor Hongkong, hebben uitgesloten;
j) de bedreigingen van de persoonlijke veiligheid van democratischgezinde politici, waaronder met ontvoeringen en fysiek geweld, zoals gemeld door een aantal wetgevers, te veroordelen;
k) verheugd te zijn over de vrijlating op borgtocht van de drie leiders van de prodemocratische beweging Joshua Wong, Nathan Law en Alex Chow die recent tot tussen de 6 en 8 maanden gevangenisstraf werden veroordeeld voor ‘onrechtmatige vergadering’, nadat zij vorig jaar tot niet-gevangenisstraffen, waaronder gemeenschapsdienst, werden veroordeeld voor hun deelname aan vreedzame demonstraties; er bij het Hooggerechtshof van Hongkong op aan te dringen de zaken van de heer Wong, de heer Law en de heer Chow te behandelen in overeenstemming met Hongkongs verplichtingen uit hoofde van het internationaal humanitair recht, en er bij de regering van Hongkong op aan te dringen de wet inzake openbare orde te herzien en in lijn te brengen met internationale mensenrechtennormen;
l) er bij China op te wijzen dat hoewel de basiswet, de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring en het ‘één land, twee systemen’-beleid in grote mate worden geëerbiedigd, er toenemende en wijdverbreide vrees bestaat dat er vraagtekens worden geplaatst bij de overeengekomen hoge mate van autonomie van Hongkong of de juridische waarde of de geest van de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring;
m) grote bezorgdheid te uiten over de al dan niet gevraagde interpretaties van het Nationaal Volkscongres over de basiswet voorafgaand aan gerechtelijke uitspraken, de suggestie wekkend dat democratisch verkozen wetgevers moeten worden uitgesloten, waardoor het vertrouwen in de volledige onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in deze bepaalde gevallen wordt ondermijnd; eraan te herinneren dat het rechtsstelsel van Hongkong en de normale gerechtelijke procedures het hoofdinstrument moeten zijn om geschillen op te lossen;
n) te benadrukken dat de afhandeling van de zaak van de vijf vermiste boekhandelaars betreurenswaardige vragen heeft opgeworpen over de in de basiswet vastgestelde autonomie van de SAR en over het gebrek aan duidelijkheid over de rol van wetshandhavingsinstanties van het vasteland in Hongkong;
o) hun bezorgdheid te uiten over de aantijgingen dat Chinese wetshandhavingsinstanties in Hongkong actief zouden zijn, hetgeen een schending van de basiswet zou zijn en in strijd zou zijn met het ‘één land, twee systemen’-beginsel;
p) te benadrukken dat vrijheid van informatie en vrijheid van meningsuiting over het algemeen werden nageleefd, en tegelijkertijd bezorgdheid te uiten over de gestage verslechtering van de persvrijheid in Hongkong met groeiende druk op zowel de gedrukte als de elektronische media, toenemende zelfcensuur vooral met betrekking tot gevoelige onderwerpen over het Chinese vasteland en de regering van Hongkong en de aanscherping van de controle op de verkoop van gevoelige politieke boeken door de monopolisering van de eigendom van nagenoeg alle boekhandels;
q) de bilaterale dialoog met de regering van de SAR Hongkong voort te zetten over een veelheid aan beleidsterreinen alsook over de tenuitvoerlegging van het ‘één land, twee systemen’-beleid;
r) te herhalen dat geen enkele in het kader van de basiswet ingevoerde wetgeving, met inbegrip van wetgeving die op basis van artikel 23 van de basiswet wordt voorgesteld zoals een mogelijke wet inzake nationale veiligheid, invloed mag hebben op de onafhankelijkheid en de exclusieve bevoegdheid van de rechterlijke macht van Hongkong en afbreuk mag doen aan de verplichtingen uit hoofde van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (ICESCR) en vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheden van de media, de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van demonstratie, de vrijheid om vakbonden op te richten en om te staken en de vrijheid van academisch onderzoek en culturele en artistieke expressie mag ondermijnen, en mag worden ingezet tegen mensenrechtenactivisten en critici van de regering;
s) de regionaal gecoördineerde prodemocratische bewegingen aan te moedigen en te ondersteunen als cruciaal middel om Aziatische samenwerking inzake democratie en mensenrechtenkwesties te bevorderen;
t) manieren te zoeken om het maatschappelijk middenveld van Hongkong te ondersteunen, in het bijzonder organisaties die de universele waarden verdedigen en de mensenrechten bevorderen en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de persvrijheid ondersteunen; te benadrukken dat alleen vreedzame vormen van protest en dialoog een manier kunnen zijn om standpunten ten aanzien van geschillen kenbaar te maken;
u) de wetgevende raad van Hongkong aan te bevelen de toekomstige wetgeving inzake de hogesnelheidstrein zorgvuldig af te stemmen in overleg met organisaties uit het maatschappelijk middenveld en de burgers van Hongkong;
v) de academische instellingen van Hongkong aan te moedigen de hoge normen van hun curricula en onderzoek en de academische vrijheden te behouden, maar op dit vlak bezorgdheid te uiten over de procedure voor de benoeming van de universiteitsraden en de inmenging van buitenaf met het doel om schoolprogramma's te veranderen, wat afbreuk zou kunnen doen aan de onafhankelijkheid van instellingen voor hoger onderwijs; te pleiten voor sterkere banden tussen Europese en Hongkongse academische instellingen;
w) aan te dringen op de spoedige aanneming van een antidiscriminatiewet;
x) eraan te herinneren dat de samenleving van Hongkong sterk is beïnvloed door immigratie, met inbegrip van vluchtelingen, en de regering van Hongkong te vragen haar vluchtelingen- en migratiebeleid in lijn te brengen met internationale normen, in het bijzonder waar het niet-begeleide minderjarige vluchtelingen betreft;
y) erop te wijzen dat ook al blijkt uit recente enquêtes dat veel inwoners van Hongkong willen emigreren, het jammer zou zijn als Hongkong er niet in slaagt zijn slimste en beste inwoners te behouden en het verontrustend zou zijn als zovelen, in het bijzonder jongeren, hun geloof in de toekomst zouden verliezen;
z) neemt er met bezorgdheid nota van dat het VN-deskundigenpanel over Noord-Korea in zijn verslagen heeft vastgesteld dat Hongkong een van de twee handelsgebieden is waarin het grootste aantal door Noord-Korea beheerde dekmantelbedrijven actief zijn geweest; wijst erop dat internationale joint ventures met Noord-Korea in strijd zijn met de meest recente resolutie van de VN-Veiligheidsraad (2388) en roept de autoriteiten van Hongkong op maatregelen te nemen naar aanleiding van de bezorgdheden van het VN-deskundigenpanel over Noord-Korea;
aa) de aandacht van de autoriteiten van Hongkong te vestigen op het feit dat volgens een studie stedelijk afval in de afgelopen tien jaar in Hongkong met 80 % is toegenomen (hetgeen meer dan het dubbele is van de bevolkingstoename) en hen bij te staan bij de ontwikkeling van een effectief beleid ter vermindering van het afval, ter bevordering van recycling en andere vormen van circulaire economie en om de bewustmaking over verantwoorde consumptie te verhogen;
ab) aan de Chinese autoriteiten duidelijk te maken dat volledige eerbiediging van de autonomie van Hongkong als model zou kunnen dienen voor een proces van ingrijpende democratische politieke hervormingen in China en de geleidelijke liberalisering en openstelling van de Chinese samenleving;
ac) de inzet van de EU te benadrukken voor de versterking van de democratie, met inbegrip van de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de fundamentele vrijheden en de grondrechten, transparantie en vrijheid van informatie en meningsuiting, in Hongkong;
2. verzoekt zijn Voorzitter deze aanbevelingen te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en ter informatie aan de regering van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en de regering van de Volksrepubliek China.
- [1] PB L 151 van 18.6.1999, blz. 20.
- [2] PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1.
- [3] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0444.
- [4] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0045.
- [5] PB C 286 E van 23.11.2006, blz. 523.
- [6] PB C 064 E van 12.3.2004, blz. 130.
- [7] PB C 031 E van 5.2.2004, blz. 261.
- [8] PB C 197 van 12.7.2001, blz. 387.
- [9] PB C 328 van 26.10.1998, blz. 186.
- [10] PB C 132 van 28.4.1997, blz. 222.
- [11] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0458.
- [12] PB C 36 van 29.1.2016, blz. 126.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
21.11.2017 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 5 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Michèle Alliot-Marie, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Bas Belder, Mario Borghezio, Victor Boştinaru, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Georgios Epitideios, Eugen Freund, Michael Gahler, Sandra Kalniete, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Janusz Korwin-Mikke, Eduard Kukan, Ryszard Antoni Legutko, Barbara Lochbihler, Andrejs Mamikins, Ramona Nicole Mănescu, David McAllister, Tamás Meszerics, Francisco José Millán Mon, Pier Antonio Panzeri, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, Michel Reimon, Jean-Luc Schaffhauser, Alyn Smith, Jordi Solé, Jaromír Štětina, Dubravka Šuica, Charles Tannock, László Tőkés, Ivo Vajgl, Geoffrey Van Orden |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Asim Ademov, Laima Liucija Andrikienė, Jo Leinen, Urmas Paet, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Marietje Schaake, Janusz Zemke |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Alex Mayer, Ivica Tolić |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
45 |
+ |
|
ALDE |
Petras Auštrevičius, Urmas Paet, Marietje Schaake, Ivo Vajgl |
|
ECR |
Bas Belder, Ryszard Antoni Legutko, Charles Tannock, Geoffrey Van Orden |
|
PPE |
Asim Ademov, Michèle Alliot-Marie, Laima Liucija Andrikienė, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Michael Gahler, Sandra Kalniete, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Eduard Kukan, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Ramona Nicole Mănescu, Julia Pitera, Cristian Dan Preda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Ivica Tolić, László Tőkés, Jaromír Štětina, Dubravka Šuica |
|
S&D |
Francisco Assis, Victor Boştinaru, Eugen Freund, Jo Leinen, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, Pier Antonio Panzeri, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Janusz Zemke |
|
VERTS/ALE |
Klaus Buchner, Barbara Lochbihler, Tamás Meszerics, Michel Reimon, Alyn Smith, Jordi Solé |
|
5 |
- |
|
EFDD |
James Carver |
|
ENF |
Jean-Luc Schaffhauser |
|
GUE/NGL |
Javier Couso Permuy |
|
NI |
Georgios Epitideios, Janusz Korwin-Mikke |
|
1 |
0 |
|
ENF |
Mario Borghezio |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding