VERSLAG over de benoeming van Tony James Murphy tot lid van de Rekenkamer
12.1.2018 - (C8‑0402/2017 – 2017/0820(NLE))
Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Indrek Tarand
ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de benoeming van Tony James Murphy tot lid van de Rekenkamer
(C8‑0402/2017 – 2017/0820(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 286, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C8‑0402/2017),
– gezien artikel 121 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0002/2018),
A. overwegende dat zijn Commissie begrotingscontrole de kwalificaties van de voorgedragen kandidaat heeft onderzocht, met name gelet op de in artikel 286, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde voorwaarden;
B. overwegende dat de Commissie begrotingscontrole de door de Raad voorgedragen kandidaat voor het lidmaatschap van de Rekenkamer op 11 januari 2018 heeft gehoord;
1. brengt positief advies uit over de voordracht van de Raad voor de benoeming van Tony James Murphy tot lid van de Rekenkamer;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en, ter informatie, aan de Rekenkamer, de overige instellingen van de Europese Unie en de controle-instellingen van de lidstaten.
BIJLAGE 1: CURRICULUM VITAE VAN Tony James Murphy
WERKERVARING |
|
|
1/5/2017–heden |
Directeur van kamer IV – Marktregulering en concurrerende economie |
||
Europese Rekenkamer, Luxemburg (Luxemburg) |
|||
Verantwoordelijkheden zijn onder meer: ▪ Assisteren en adviseren van de leden van de kamer bij de uitvoering van hun taken ▪ Organisatie en beheer van de taken van de kamer ▪ Controle van de kwaliteit van controlewerkzaamheden ▪ Coördinatie van personeelszaken (ongeveer 100 personeelsleden die controles uitvoeren) ▪ Vertegenwoordiging van de Rekenkamer tijdens bijeenkomsten en evenementen |
|||
1/1/2013–30/4/2017 |
Kabinetschef van mevrouw IVANOVA |
||
Europese Rekenkamer, Luxemburg (Luxemburg) |
|||
Verantwoordelijk voor het beheer van het kabinet van mevrouw IVANOVA, Bulgaars lid van de Rekenkamer, met als taken onder meer: ▪ Hulp bij planning en doorlopende monitoring van de controletaken waarvoor mevrouw Ivanova het rapporterende lid is ▪ Hulp bij het opstellen van verschillende publicaties van de Rekenkamer op het gebied van financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles, op beleidsdomeinen met betrekking tot economische, sociale en territoriale cohesie, over onderwerpen zoals jeugdwerkgelegenheid en financiële instrumenten ▪ Presentatie van speciale verslagen voor verschillende doelgroepen ▪ Hulp bij de organisatie van evenementen (zoals bijeenkomsten op hoog niveau, conferentie, controlebezoeken) ▪ Ondersteuning van het lid bij de voorbereiding en follow-up van vergaderingen van kamer IV en van de Rekenkamer, en vanaf oktober 2016, toen het lid deken van de kamer werd, ook van het Administratief comité ▪ Screening van documenten van andere kamers om de belangrijkste informatie eruit te halen ▪ Het lid op de hoogte houden van de relevante interne en externe ontwikkelingen ▪ Contacten leggen en goede werkrelaties onderhouden met andere kabinetten, directeurs, hoofdmanagers, de controleurs die betrokken zijn bij taken waarvoor het lid het rapporterende lid is, andere Europese instellingen zoals de Commissie en het Europees Parlement, de nationale overheden en de pers |
|||
1/4/2007-31/12/2012 |
Hoofd van de eenheid Interne audit |
|
Europese Commissie - Directoraat-generaal Economische en financiële zaken - Eenheid Interne audit (ECFIN 01), Luxemburg (Luxemburg) |
||
Verrichten van onafhankelijke interne controle- en consultingactiviteiten onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de directeur-generaal Supervisie en ondersteuning van personeelsleden van de eenheid, verantwoordelijk voor de kwaliteit en het tijdige verschijnen van de controleverslagen en andere output |
||
2008 |
Voorzitter van het auditcomité |
|
Europees Investeringsfonds (EIF) |
||
Als voorzitter de vergaderingen van het auditcomité plannen en leiden, met inbegrip van het presenteren van het jaarverslag aan de algemene jaarvergadering van het EIF |
||
2007 |
Lid van het auditcomité |
|
Europees Investeringsfonds (EIF) |
||
Ik werd benoemd tot vertegenwoordiger van de Commissie in het auditcomité van het EIF voor de begrotingsjaren 2007 en 2008, en trad op als lid in 2007. |
||
1/6/2003-31/3/2007 |
Auditor |
|
Europese Commissie - Directoraat-generaal Economische en financiële zaken - Eenheid Interne audit (ECFIN 01), Luxemburg (Luxemburg) |
||
▪ Nauwe samenwerking met het eenheidshoofd bij de uitvoering van de risicobeoordeling van ECFIN 01 en de daaropvolgende invoering van een strategisch driejarenplan en een jaarlijks werkprogramma voor de eenheid Uitvoering van opdrachten met betrekking tot betrouwbaarheid en consultancy, en sterk betrokken bij de redactie van controleverslagen en andere output van de eenheid (bv. activiteitenverslagen, jaarlijks advies inzake interne controle) ▪ Verantwoordelijk voor supervisie en evaluatie van het werk van andere collega's in de eenheid, onderhoud van contacten met de Rekenkamer en ook betrokken bij regelmatige contacten met de interne controledienst |
||
1/11/1999-31/5/2003 |
Gedetacheerd nationaal deskundige |
|
Europese Commissie - Directoraat-generaal Economische en financiële zaken - Eenheid Interne audit (ECFIN 01) |
||
▪ Ondersteuning bij het uitvoeren van controles onder leiding van functionarissen in graad A binnen de eenheid ▪ Wijziging van werkprocedures en werkwijze op basis van eerdere ervaringen in afwezigheid van een informaticasysteem voor het beheer van controles |
||
1/4/2007-31/10/1999 |
Senior controleur (manager van verschillende teams van controleurs) |
|
Bureau van de controleur-generaal en auditeur-generaal (Ierse Rekenkamer), Dublin, Ierland |
||
▪ Manager van controleteams in de afdeling Volksgezondheid van september 1994 tot oktober 1997 Verantwoordelijk voor de controle van een aantal openbare ziekenhuizen en regionale gezondheidsautoriteiten (jaarbegroting tussen 3 miljoen EUR en 450 miljoen EUR) ▪ In november 1997 overgestapt naar de afdeling Onderwijs, met soortgelijke verantwoordelijkheden voor verschillende entiteiten in de onderwijssector, met inbegrip van universiteiten, regionale onderwijsautoriteiten en semiopenbare entiteiten |
||
1998–1999 |
Voorzitter van het auditcomité |
|
Raad van Europa, Straatsburg (Frankrijk) |
||
Voorzitten van vergaderingen van het auditcomité en verantwoordelijk voor de afronding van het jaarverslag, in coördinatie met andere leden van het comité |
||
1997 |
Lid van het auditcomité |
|
Raad van Europa, Straatsburg (Frankrijk) |
||
Door de Ierse Rekenkamer aangeduid om als lid van het auditcomité deel te nemen |
||
1/10/1979–31/8/1994 |
Stagiair-controleur, assistent-controleur, controleur |
|
Bureau van de controleur-generaal en auditeur-generaal (Ierse Rekenkamer), Dublin, Ierland |
||
▪ Initieel in opleiding als lid van een controleteam betrokken bij de controle van verschillende semiopenbare bedrijven, daarna lid van een controleteam betrokken bij de controle van verschillende ministeries en semiopenbare bedrijven, en uiteindelijk hoofd van een controleteam betrokken bij de controle van de Office of the Revenue Commissioners (belastingdienst) ▪ Assistent van het Ierse lid van de Rekencommissie van Eurocontrol, Brussel, voor de begrotingsjaren 1991 en 1992 |
||
ONDERWIJS EN OPLEIDING |
|
|
1997–2006 |
Lid van het IIA (Institute of Internal Auditors) en na examens in november 2005 benoemd tot erkend intern controleur |
|
|
1989 |
Lid van de Association of Chartered Certified Accountants (Vereniging van erkende beëdigde accountants) |
|
|
1979–1984 |
Geassocieerd lid van de Association of Chartered Certified Accountants (Vereniging van erkende beëdigde accountants) |
|
|
1979 |
Leaving Certificate (baccalaureaat) |
|
|
PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN |
|
|
Moedertaal |
Engels |
|||||
|
|
|||||
Andere talen |
BEGRIP |
SPREEKVAARDIGHEID |
SCHRIJFVAARDIGHEID |
|||
Luisteren |
Lezen |
Mondelinge interactie |
Mondelinge productie |
|
||
Iers |
|
|||||
|
Leaving Certificate |
|||||
Frans |
B2 |
B2 |
B2 |
B2 |
B2 |
|
|
bij de Commissie niveaus 4-8 voltooid van augustus 2000 tot juli 2002 |
|||||
Duits |
B2 |
B2 |
B2 |
B2 |
B2 |
|
|
bij de Commissie niveaus 1-8 voltooid van oktober 2002 tot juli 2006 |
|||||
|
Niveaus: A1 en A2: Elementair niveau - B1 en B2: Onafhankelijk niveau - C1 en C2: Vaardig niveau |
|||||
Communicatieve vaardigheden |
▪ Uitstekende teamgeest en een sterk vermogen om zich aan een multiculturele omgeving aan te passen ▪ Een uitgebouwd netwerk van professionele contacten binnen de Rekenkamer, en met de audit- en controlegemeenschap in de Europese Commissie, agentschappen en andere organen van de Unie ▪ Ervaring met presentaties voor conferenties en seminars |
|
Organisationele/bestuurlijke vaardigheden |
▪ Kan leiding geven en andere teamleden motiveren ▪ Kan te leveren prestaties organiseren en voltooien en toegevoegde waarde creëren binnen overeengekomen termijnen ▪ Sterk analytisch vermogen ▪ Besluitvaardig en pragmatische, oplossingsgerichte aanpak van problemen ▪ Sterk in het nemen van initiatief |
|
Werkgerelateerde vaardigheden |
▪ Uitstekende kennis van de professionele controlenormen en -praktijken ▪ Uitstekende kennis van de interne-controlenormen die in de Commissie toegepast worden ▪ Goede kennis van het Financieel Reglement en de sectorale wetgeving met betrekking tot het cohesiebeleid, regulering van de markten en concurrerende economie ▪ Zeer goede redactionele vaardigheden ▪ Analytische en objectieve aanpak van de te controleren activiteiten ▪ Detailgericht en grote persoonlijke inzet ▪ Bereid om nieuwe methodes en benaderingen te proberen |
|
Digitale vaardigheden |
▪ Regelmatige gebruiker van Microsoft Office ▪ Vertrouwd met AMS en ASSYST ▪ Eerder al in grote mate ervaring gehad met IDEA (auditsoftware om gegevens te extraheren en te analyseren) en met een op Lotus Notes gebaseerd systeem voor het beheer van controles |
|
BIJLAGE 2: ANTWOORDEN VAN Tony James Murphy OP DE VRAGENLIJST
Beroepservaring
1. Gelieve uw beroepservaring op het gebied van overheidsfinanciën te vermelden, of dat nu ervaring is op het vlak van begrotingsplanning, begrotingsuitvoering of -beleid, begrotingscontrole of audits.
Ik heb een lange en ruime ervaring van meer dan 35 jaar op het gebied van controle van de overheidsfinanciën. Deze ervaring heb ik opgedaan op nationaal en Europees niveau, en betreft zowel interne als externe controles. Ik was, als teamlid en als teamleider, betrokken bij financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles.
Ik ben mijn loopbaan begonnen bij het Bureau van de controleur-generaal en auditeur-generaal, de Ierse Rekenkamer, waar ik mijn basisopleiding over overheidscontrole heb genoten en de professionele kwalificatie van erkend beëdigd accountant heb verworven.
Tijdens mijn loopbaan in de Ierse Rekenkamer ben ik opgeklommen van stagiair-auditor tot teamleider en uiteindelijk auditleider. Ik was betrokken bij controle van verschillende ministeries, de belastingdienst en vele door de overheid gefinancierde organen. Als auditleider was ik verantwoordelijk voor de planning, uitvoering en rapportage van controles van gezondheids- en onderwijsinstanties in heel Ierland, waaronder regionale gezondheidsdiensten, ziekenhuizen, universiteiten en lokale onderwijsinstanties. Ik maakte bij de Ierse Rekenkamer ook kennis met controle op Europees niveau in een multiculturele omgeving doordat ik twee jaar als assistent van het Ierse lid van de Rekencommissie van Eurocontrol heb gewerkt. Daarna kreeg ik een mandaat als lid van het auditcomité van de Raad van Europa, waarvan ik het tweede jaar ook voorzitter was.
Omdat ik uitgebreider ervaring wilde opdoen met betrekking tot overheidscontrole in een multiculturele en meertalige omgeving, ben ik in november 1999 begonnen bij de Europese Commissie, in de eenheid Interne audit van DG Economische en financiële zaken. Ik bleef er tot december 2012, behaalde er mijn kwalificatie als beëdigd intern controleur en was bijna zes jaar eenheidshoofd. Daarnaast werd ik benoemd tot vertegenwoordiger van de Europese Commissie in het auditcomité van het Europees Investeringsfonds, wat ik twee jaar lang gedaan heb.
Ik breidde mijn professionele ervaring nog verder uit door over te stappen naar de Europese Rekenkamer in januari 2016, als kabinetschef van een in kamer II van de Rekenkamer werkzaam lid. In deze hoedanigheid was ik nauw betrokken bij financiële en nalevingscontroles voor de hoofdstukken van het jaarverslag van de Rekenkamer in verband met economische, sociale en territoriale cohesie. Met betrekking tot doelmatigheidscontroles was ik actief betrokken bij een aantal speciale verslagen over jeugdwerkgelegenheid en over financiële instrumenten, financiering van micro-ondernemers, binnenwateren, stedelijk vervoer en onderwijs. In deze functie ondersteunde ik het lid bij de presentatie van verslagen aan de Commissie begrotingscontrole en andere commissies van het Europees Parlement, en kwam ik vaak in contact met mensen in hoge functies binnen de Commissie, zoals Eurocommissarissen.
Ik werd benoemd tot directeur van kamer IV van de Rekenkamer in mei 2017, wat het management inhoudt van ongeveer 100 personeelsleden die controles uitvoeren met betrekking tot onderzoek en innovatie, EU-agentschappen en gemeenschappelijke ondernemingen, de eengemaakte markt en mededinging, handel, douane en belastingen en financiële en economische governance. In deze hoedanigheid ondersteun ik de zes leden van kamer IV en ben ik verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de prestaties van de kamer. Deze prestaties omvatten onder meer de betrouwbaarheidsverklaring voor "Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid", financiële, wettigheids- en nalevingscontroles van Europese agentschappen en gemeenschappelijke ondernemingen, en speciale verslagen met betrekking tot bovengenoemde gebieden.
Ik ben van mening dat, indien ik word benoemd, mijn ruime professionele en managementervaring met overheidscontrole in nationale en internationale omgevingen en mijn twee beroepskwalificaties inzake accountancy en audits een positief effect zullen hebben op de werkzaamheden van de Rekenkamer.
2. Wat zijn de belangrijkste successen die u tijdens uw loopbaan heeft geboekt?
Tijdens mijn jarenlange ervaring met overheidscontroles heb ik een aantal belangrijke dingen gerealiseerd. Ik zou de volgende drie verwezenlijkingen willen benadrukken:
– De Ierse Rekenkamer kreeg in 1994 de opdracht om controles uit te voeren van een aantal belangrijke openbare instanties, wat voorheen de taak van controleurs van lokale regeringen was. Ik werd benoemd tot auditleider voor een aantal van deze instanties, waaronder regionale gezondheidsdiensten en ziekenhuizen met een jaarlijkse begroting van 3 miljoen EUR tot 450 miljoen EUR. Dit was een grote uitdaging, omdat de gezondheidssector volledig nieuw terrein was voor de Rekenkamer en er dus geen eerdere ervaring op dat gebied was. De grootste uitdaging bestond erin om binnen een zeer korte termijn de aanpak van de controles te bepalen, en de programma's uit te werken die door mijn teams uitgevoerd moesten worden, om ons in staat te stellen een oordeel uit te brengen over hun jaarrekeningen. Dit moest worden voltooid binnen de wettelijke termijnen en moest verzekeren dat de Rekenkamer eventuele problemen met betrekking tot wettigheid, regelmatigheid en goed financieel beheer kon signaleren. Dankzij een kader dat qua aanpak en methodiek zeer robuust was, werden de deadlines werden gehaald en konden probleempunten worden gesignaleerd.
– De tweede verwezenlijking die ik onder de aandacht wil brengen, heeft te maken met mijn rol in de ontwikkeling van de interne auditfunctie in DG ECFIN. Toen ik eind 1999 in de Commissie begon, deed interne controle er net zijn intrede, met interne auditcapaciteiten (IAC’s) die in alle directoraten-generaal werden opgericht. Ik had hier in de Ierse Rekenkamer ervaring mee opgedaan en had dus een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het werkprogramma, de methodologie, en het bepalen van regels en procedures voor de interne auditfunctie in DG ECFIN, zodat deze aan de internationale controlenormen zou voldoen. Dit werd uitgevoerd in samenwerking met de interne auditdienst en de andere IAC's in de Commissie via regelmatige bijeenkomsten van het netwerk, dat Auditnet genoemd werd, en daaraan gekoppelde werkgroepen over specifieke kwesties. Later, toen ik eenheidshoofd was, werd er een evaluatie uitgevoerd door een bedrijf van externe controleurs, waaruit bleek dat de eenheid in het algemeen voldeed aan de toepasselijk internationale controlenormen.
– Ten derde zou ik willen verwijzen naar mijn betrokkenheid bij de reeks van drie speciale verslagen over jeugdwerkgelegenheid, die uitgegeven werden toen ik kabinetschef was voor een lid van de Rekenkamer. Deze betrokkenheid omvatte analyse, redactie en verduidelijking van de centrale boodschappen, en voorbereiding van een communicatiestrategie om de boodschappen aan de betrokken partijen te presenteren. Ik was ook verantwoordelijk voor het plannen van de werkzaamheden en de organisatie van de teams, vooral voor het eerste verslag over de jongerengarantie, waarbij ik zeer sterk betrokken was. Mijns inziens is dit een bijzonder belangrijk thema voor Europese burgers, vooral voor jongeren die moeilijk een baan vinden. De eerste controle had betrekking op het ontwerp van de EU-jongerengarantie en was innovatief, omdat de controle werd uitgevoerd voordat de garantie daadwerkelijk was ingevoerd. De controle bracht dus potentiële risico’s voor de latere tenuitvoerlegging aan het licht, waardoor de Europese Commissie, de lidstaten en de begrotingsautoriteiten, te weten het Europees Parlement en de Raad, nog op deze risico's konden inspelen. In de derde controle in de reeks werd gekeken naar de daadwerkelijke uitvoering, in termen van behaalde resultaten van de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief in een aantal lidstaten. Het middelste verslag in de reeks was een speciaal verslag met betrekking tot de jongerenactieteams, in verband met de herprogrammering van EU-middelen voor maatregelen tegen jeugdwerkloosheid. Ik ben van oordeel dat deze reeks verslagen een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het debat over de toekomstige koers van de jongerengarantie. De drie verslagen werden goed ontvangen door CONT en hebben geleid tot vruchtbare discussies en uiteindelijk een conferentie op hoog niveau van de Rekenkamer, in de gebouwen van het Europees Parlement.
3. In hoeverre heeft u beroepservaring opgedaan bij internationale multiculturele en meertalige organisaties of instellingen die in andere landen dan uw thuisland zijn gevestigd?
Werken in een meertalige en multiculturele omgeving was een van mijn doelstellingen. Het bleek een zeer verrijkende ervaring te zijn. 18 jaar geleden ben ik bij de EU begonnen. Ik heb 12 jaar in DG ECFIN gewerkt en zes jaar in de Europese Rekenkamer, allebei in Luxemburg. Naast mijn werk bij de EU-instellingen heb ik ook internationale ervaring opgedaan als lid van een aantal auditcomités, bijvoorbeeld bij Eurocontrol in Brussel en de Raad van Europa in Straatsburg, toen ik bij de Ierse Rekenkamer werkte, en tot slot ook in het auditcomité van het Europees Investeringsfonds in Luxemburg als vertegenwoordiger van de Europese Commissie.
4. Heeft men u kwijting verleend voor de managementtaken die u voorheen uitvoerde, indien een dergelijke procedure van toepassing is?
In de loop van mijn carrière is een dergelijke procedure nooit van toepassing geweest.
5. Welke van de door u vervulde functies waren het gevolg van een politieke benoeming?
Geen.
6. Wat zijn de drie belangrijkste beslissingen waarbij u tijdens uw loopbaan betrokken bent geweest?
De belangrijkste beslissingen in mijn loopbaan zijn verbonden met mijn grootste verwezenlijkingen. Deze hebben allemaal te maken met overheidscontroles. De eerste belangrijke beslissing was om bij de Ierse Rekenkamer te gaan werken en de professionele kwalificatie van erkend beëdigd accountant te halen, wat het fundament heeft gevormd voor mijn loopbaan in overheidscontroles.
De tweede belangrijke beslissing was om gevolg te geven aan mijn wens om in een multiculturele en meertalige omgeving te gaan werken door bij de Europese Commissie in dienst te gaan. Dit was zowel persoonlijk als professioneel een verrijkende ervaring, waardoor ik als collega in contact kwam met professionals uit verschillende culturen en met verschillende opvattingen, wat mijn horizon heeft verbreed.
Een derde belangrijke beslissing was om te gaan werken in het kabinet van een lid van de Rekenkamer. Deze ervaring vormde een goede aanvulling op mijn beroepservaring. Ik werd betrokken bij technische aspecten van controles en het gaf me ook een groter inzicht in de behoeften en verwachtingen van stakeholders van de Rekenkamer. Ik kreeg er ook de kans om contact te leggen met leden van het Europees Parlement, met name de Commissie begrotingscontrole, en met commissarissen en directeuren-generaal in de Europese Commissie.
Onafhankelijkheid
7. In het Verdrag wordt bepaald dat de leden van de Rekenkamer hun ambt "volkomen onafhankelijk" uitoefenen. Hoe zou u bij de uitoefening van uw toekomstige functie invulling geven aan deze verplichting?
Als extern controleur van de EU en bewaker van de financiële belangen van de burgers, is de Rekenkamer een onafhankelijke instelling. Alle personeelsleden moeten de ethische richtsnoeren van de instelling naleven en de governance is in handen van volledig onafhankelijke leden.
Niet alleen wordt in artikel 285 en artikel 286 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gewezen op de noodzaak van volledige onafhankelijkheid van de leden van de Europese rekenkamer; het is ook een integrale vereiste van de belangrijke overheidsauditnorm die geldt voor hoge controle-instanties, ISSAI 1: de verklaring van Lima. Ook op grond van ISSAI 30 (gedragscode) is vereist dat mensen die bij een hoge controle-instantie werken zowel in realiteit als in perceptie vrij zijn van beperkingen inzake onafhankelijkheid en objectiviteit, als gevolg van politieke vooringenomenheid, het deel uitmaken van het management, zelfevaluatie, financiële of andere persoonlijke belangen, of een band met, of andere ongepaste beïnvloeding door, anderen. Dit beginsel wordt ook erkend in de gedragscode voor leden van de Rekenkamer, die alle leden van de Rekenkamer moeten aanvaarden en naleven.
Als ik benoemd word, zal ik bij mijn toekomstige taken als lid van de Rekenkamer de ethische normen, die ik momenteel naleef als directeur bij de Rekenkamer, blijven naleven, en zal ik mijn taken volledig in overeenstemming met de relevante regelgeving en verordeningen uitvoeren. Ik wens te benadrukken dat ik me in de loop van mijn carrière altijd onafhankelijk en objectief heb moeten opstellen, in alle verschillende functies die ik heb bekleed, conform de ethische verplichtingen die voortvloeien uit mijn lidmaatschap van professionele accountancy- en controleorganen.
Indien er zich een situatie zou voordoen waarbij er sprake is van een echt of vermeend belangenconflict, zou ik het advies van de ethische commissie van de Rekenkamer inwinnen door te overleggen met de president van de Rekenkamer, en zou ik hun beslissing respecteren.
8. Heeft u of hebben uw naaste familieleden (uw ouders, broers en zussen, wettelijke partner en kinderen) zakelijke of financiële belangen of andere verplichtingen waardoor een conflict met uw toekomstige taken zou kunnen optreden?
Nee
9. Bent u bereid om al uw financiële belangen en andere verplichtingen aan de voorzitter van de Rekenkamer te onthullen en ze openbaar te maken?
Ja
10. Bent u momenteel betrokken bij een gerechtelijke procedure? Zo ja, verstrek nadere bijzonderheden.
Nee
11. Hebt u een actieve of uitvoerende rol in de politiek, en zo ja, op welk niveau? Heeft u de afgelopen 18 maanden een politieke functie vervuld? Zo ja, verstrek nadere bijzonderheden.
Nee
12. Zou u een functie waarvoor u gekozen bent, of een actieve functie met verantwoordelijkheden in een politieke partij opgeven als u wordt benoemd tot lid van de Rekenkamer?
Niet van toepassing
13. Hoe zou u te werk gaan bij een zaak die verband houdt met een ernstige onregelmatigheid, of zelfs fraude en/of corruptie, waarbij personen uit uw lidstaat van herkomst betrokken zijn?
Mijns inziens moet kordaat opgetreden worden om te demonstreren dat fraude en corruptie met EU-middelen niet getolereerd wordt. Dergelijke gevallen schaden het beeld dat burgers hebben van de werking van de EU-instellingen, en leiden tot de perceptie dat onvoldoende gecontroleerd wordt dat het geld van de belastingbetalers daadwerkelijk voor de beoogde doeleinden gebruikt wordt.
In artikel 325 VWEU is duidelijk bepaald dat de Unie en de lidstaten fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, moeten bestrijden, en dat de Rekenkamer daarbij een belangrijke rol heeft.
In de internationale standaard van hoge controle-instanties (ISSAI) 1240 is bepaald dat de primaire verantwoordelijkheid voor de preventie en detectie van fraude ligt bij degenen die met governance en beheer van activiteiten belast zijn, zoals de Commissie, de autoriteiten van de lidstaten en de begunstigden van EU-middelen. De Rekenkamer heeft in de strijd tegen fraude en corruptie, als de onafhankelijke controle-instantie van de EU, de taak zich professioneel sceptisch op te stellen en professionele oordelen te verstrekken gedurende de volledige controleprocedure, en eventuele materiële onjuistheden als gevolg van fraude te identificeren, bewijsmateriaal over risico's te verzamelen en gevallen te melden aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met de nodige documentatie.
Indien ik op zware onregelmatigheden of fraude zou stoten, waarbij personen uit mijn eigen lidstaat betrokken zijn, zou ik dit op dezelfde manier behandelen als elk ander geval uit elke andere lidstaat. Ik zou de standaardprocedure van de Rekenkamer voor beoordeling en melding van gevallen aan OLAF volgen, en ik zou onmiddellijk actie ondernemen om eventueel daaropvolgend onderzoek niet in het gedrang te brengen.
Uitoefening van het ambt
14. Wat zijn volgens u de belangrijkste kenmerken van een cultuur van goed financieel beheer in eender welke openbare dienst? Hoe zou de Rekenkamer hiertoe kunnen bijdragen?
Een cultuur van goed financieel beheer moet de burger een redelijke mate van garantie bieden dat het geld van de belastingbetaler, een beperkt bedrag, op de meest economische, efficiënte en effectieve manier benut wordt (de drie E's) om de belangen van de burger zo goed mogelijk te dienen. Om deze garantie te kunnen waarmaken, is een kader nodig dat stoelt op verantwoordingsplicht en transparantie, dat de volgende onderdelen omvat:
– Een duidelijke richting in strategieën en doelstellingen;
– Voldoende beheerscapaciteit om dit te verzekeren;
– Een robuust controlekader om wettigheid en regelmatigheid van uitgaven te waarborgen;
– Democratische verantwoordingsplicht in termen van transparante verslaglegging en publicatie van behaalde resultaten;
– Een governancestructuur die verzekert dat ethische normen nageleefd worden.
De Rekenkamer moet bij de controles van goed financieel beheer deze componenten beoordelen, zodat tekortkomingen geïdentificeerd kunnen worden en aanbevelingen gedaan kunnen worden om deze op te lossen, ter verbetering van de situatie in de toekomst.
15. Volgens het Verdrag moet de Rekenkamer het Parlement bijstaan in de uitoefening van zijn bevoegdheid voor controle op de uitvoering van de begroting. Hoe zou u de samenwerking tussen de Rekenkamer en het Europees Parlement (in het bijzonder de Commissie begrotingscontrole) verder verbeteren om zowel het overheidstoezicht op de algemene uitgaven als het rendement ervan te bevorderen?
In artikel 287 VWEU is bepaald dat de Rekenkamer het Europees Parlement en de Raad de verklaring voorlegt waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de regelmatigheid en de wettigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, die in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt. Aan die verklaring kunnen specifieke beoordelingen worden toegevoegd voor ieder belangrijk werkterrein van de Unie.
Uit hoofde van artikel 319 VWEU, verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad kwijting aan de Commissie voor de uitvoering van de begroting. Te dien einde onderzoekt het, na de Raad, de rekeningen, de financiële balans en het evaluatieverslag genoemd in artikel 318, het jaarverslag van de Rekenkamer tezamen met de antwoorden van de gecontroleerde instellingen op de opmerkingen van de Rekenkamer, de in artikel 287, lid 1, tweede alinea, genoemde verklaring, alsmede de relevante speciale verslagen van de Rekenkamer.
Op basis van de hierboven genoemde vereisten uit hoofde van het Verdrag, heeft de Rekenkamer de cruciale taak relevante informatie te verstrekken aan het EP en aan CONT om het overheidstoezicht op de algemene uitgaven en de kosteneffectiviteit te versterken. De Rekenkamer moet ervoor zorgen dat deze informatie in de vorm van jaarverslagen en speciale verslagen op een duidelijke en tijdige manier wordt verspreid, en dat de belangrijkste aan te pakken kwesties benadrukt worden zodat CONT er aandacht aan kan besteden, met als doel bij te dragen tot de besluitvormingsprocedure voor EU-beleid. Tijdige verslagen zijn essentieel voor CONT, zodat over de relevante bevindingen gedebatteerd kan worden met het oog op de formulering van nieuwe beleidsdoelstellingen of de uitbreiding van bestaande doelstellingen. De Rekenkamer zet zich continu in voor verbeteringen inzake duidelijkheid, relevantie en tijdigheid, en dit wordt weerspiegeld in de invoering van nieuwe producten zoals landscape reviews, briefingdocumenten en snelle controles. Deze aanpassingen van de Rekenkamer aan een veranderende omgeving worden met instemming onthaald, en blijven nodig om de relevantie te vergroten en te beantwoorden aan de verwachtingen van betrokken partijen, met behoud van onafhankelijkheid.
Daarom is voortdurende interactie en communicatie tussen de leden van de Rekenkamer en CONT essentieel. Als mijn benoeming wordt goedgekeurd, zal ik in dit opzicht proactief zijn, aangezien ik CONT beschouw als een cruciale partner voor de Rekenkamer. Naast de bestaande gewoonte om speciale verslagen te presenteren aan CONT, zijn ook de deelname van leden van de Rekenkamer aan werkbezoeken van CONT en overleg met CONT met het oog op een grotere relevantie van de onderwerpen in het jaarlijks werkprogramma van de Rekenkamer, welkome ontwikkelingen, die ik ten volle ondersteun en waar ik aan zal meewerken.
16. Wat is volgens u de toegevoegde waarde van doelmatigheidscontroles en hoe moeten de bevindingen worden geïntegreerd in de beheerprocedures?
Doelmatigheidscontroles zijn een aanvulling op financiële en nalevingscontroles en zijn even belangrijk om besluitvormers en beheerders die activiteiten en programma's uitvoeren te informeren over economie, efficiëntie en effectiviteit. Gezien de budgettaire beperkingen momenteel en waarschijnlijk ook in de toekomst, moeten deze drie aspecten met betrekking tot EU-fondsen gemaximaliseerd worden, teneinde bij te dragen aan goede governance, verantwoordingsplicht en transparantie.
Naleving van normen en regelgeving is noodzakelijk, maar het is ook zeer belangrijk dat beoordeeld wordt of de door de EU gefinancierde programma's/activiteiten de beleidsdoelstellingen op de meest kosteneffectieve en efficiënte manier halen. De resultaten van doelmatigheidscontroles, met inbegrip van aanbevelingen om problemen tegen te gaan, moeten door het management overwogen worden en moeten opgenomen worden in de procedures om prestaties in de toekomst te verbeteren. Ook follow-up van de uitvoering van aanbevelingen is belangrijk, en CONT heeft in dit verband een taak te vervullen, op basis van feedback van de Commissie en follow-upverslagen van de Rekenkamer.
De timing van doelmatigheidscontroles en inachtneming van de conclusies en bevindingen moet goed gepland worden, zodat zij op tijd beschikbaar zijn om als input voor de besluitvormingsprocedure over het gebruik van EU-middelen kunnen dienen, voor toekomstige herzieningen van verordeningen, de bepaling van beleidsdoelstellingen en het ontwerp van programma's in de toekomst.
17. Hoe kan de samenwerking tussen de Rekenkamer, de nationale controle-instanties en het Europees Parlement (Commissie begrotingscontrole) worden verbeterd op het punt van de controle van de EU-begroting?
Zoals vereist uit hoofde van artikel 287 VWEU, moeten de Rekenkamer en de nationale controle-instanties samenwerken in onderling vertrouwen en met behoud van hun onafhankelijkheid. Dit werd gerealiseerd, er is een sterk uitgebouwd samenwerkingskader tussen deze instellingen via het Contactcomité. De toegevoegde waarde van de samenwerking tussen de Rekenkamer en de hoge controle-instanties ligt in de bevordering van wederzijds leren, het delen van kennis, benchmarking en de ontwikkeling van beste praktijken. Door bovendien dubbel werk met betrekking tot controles te vermijden, kan samenwerking een kosteneffectieve manier zijn om de resultaten van controles te versterken en de administratieve belasting voor de gecontroleerde instantie te verminderen. De gewone vergaderingen van het Contactcomité zijn een gelegenheid om problemen te bespreken, werkprogramma's te delen en overeenkomsten over het uitvoeren van gezamenlijke controles te sluiten.
Nationale controle-instanties houden zich vooral bezig met controle van nationale fondsen, maar dergelijke samenwerkingen hebben een toegevoegde waarde, ze zijn relevant en doeltreffend aangezien EU-fondsen vele nationale beleidsmaatregelen medefinancieren. Dit is vooral relevant voor beleidsgebieden die onder gedeeld beheer worden uitgevoerd, wat voor ongeveer 80 % van de EU-begroting het geval is. Op dit gebied kunnen gezamenlijke controles de meeste voordelen opleveren.
De Rekenkamer onderhoudt duurzame rechtstreekse betrekkingen met zowel CONT als de nationale controle-instanties, en kan er dus voor zorgen dat de samenwerking en coördinatie met betrekking tot controles van de EU-begroting gemaximaliseerd worden. Uiteindelijk streven de drie partijen ernaar om overheidsmiddelen zo effectief, efficiënt en economisch mogelijk te gebruiken, en door effectief samen te werken is het geheel meer dan de som van de drie delen.
18. Hoe zou u de verslaglegging van de Rekenkamer verder ontwikkelen teneinde het Europees Parlement van alle noodzakelijke informatie te voorzien met betrekking tot de juistheid van de gegevens die door de lidstaten aan de Europese Commissie worden verstrekt?
De Rekenkamer heeft bezorgdheden geuit over de tekortkomingen met betrekking tot de door de lidstaten verstrekte gegevens. In speciale verslagen van de Rekenkamer wordt steevast melding gemaakt van tekortkomingen met betrekking tot de robuustheid van toezichts- en verslagleggingssystemen. De jaarlijkse activiteitenverslagen van DG's, die een betrouwbaarheidsverklaring bevatten en die een belangrijk onderdeel van de governancestructuur van de Europese Commissie vormen, zijn een voorbeeld dat het belang van dergelijke gegevens aantoont.
Gezien de huidige focus op prestaties en de resultaten van door de EU gefinancierde activiteiten, is het essentieel dat volledige en betrouwbare gegevens beschikbaar zijn op het niveau van de lidstaten, en dat hierover tijdig en uitgebreid verslag wordt uitgebracht. Zo kunnen de resultaten van deze activiteiten beoordeeld worden, en kunnen besluitvormers deze inzien en de beperkte EU-fondsen toekennen aan de projecten met de grootste impact. De programmeringscyclus is nog niet gekoppeld aan de doelmatigheidscontroles, en dit zorgt voor moeilijkheden bij CONT, aangezien de begrotingen voor uitgaven in de toekomst goedgekeurd moeten worden zonder duidelijk zicht op de resultaten en de impact van de bestaande programma's en activiteiten.
De Rekenkamer moet dit probleem onder de aandacht van CONT blijven brengen, moet aanbevelingen doen om te verzekeren dat de lidstaten deze problemen in de toekomst aanpakken, en moet belangrijke informatie over prestaties doorgeven, met inachtneming van onder meer administratieve belasting en kosten/baten.
Andere vraagstukken
19. Zou u uw kandidatuur intrekken indien het Parlement een ongunstig advies uitbrengt over uw benoeming als lid van de Rekenkamer?
Ja.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Gedeeltelijke vervanging van de leden van de Rekenkamer - kandidaat IE |
||||
Document‑ en procedurenummers |
14272/2017 – C8-0402/2017 – 2017/0820(NLE) |
||||
Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring |
15.11.2017 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
CONT 16.11.2017 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Indrek Tarand 30.11.2017 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
11.1.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
11.1.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
15 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Inés Ayala Sender, Martina Dlabajová, Ingeborg Gräßle, Arndt Kohn, Bogusław Liberadzki, Bart Staes, Indrek Tarand, Tomáš Zdechovský, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Brian Hayes, Marian-Jean Marinescu |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Norbert Erdős, Wolf Klinz, Sven Schulze, Lieve Wierinck |
||||
Datum indiening |
12.1.2018 |
||||