VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen ("bni-verordening") en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad
30.1.2018 - (COM(2017)0329 – C8-0192/2017 – 2017/0134(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Roberto Gualtieri
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen ("bni-verordening") en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad
(COM(2017)0329 – C8-0192/2017 – 2017/0134(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0329),
– gezien artikel 294, lid 2, en de artikel 338, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0192/2017),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0009/2018),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[1]*
op het voorstel van de Commissie
---------------------------------------------------------
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen ("bni-verordening") en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(-1) Het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni) vormt de basis voor de berekening van het grootste aandeel van de eigen middelen in de begroting van de Unie.
(1) Omdat een steeds groter deel van de eigen middelen van de Unie op het bni van de lidstaten gebaseerd is, moet de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van dit aggregaat verder worden versterkt.
(2) Wanneer statistieken rechtstreeks voor administratieve doeleinden en voor beleidsvorming op het niveau van de Unie en op nationaal en regionaal niveau worden gebruikt, is statistische integriteit via de inachtneming van de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken zoals herzien en bijgewerkt op 28 september 2011 door het Comité voor het Europees statistisch systeem, en van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad[2], van bijzonder belang.
(3) Deze gegevens zijn ook een belangrijk analytisch gereedschap voor de coördinatie van het economische beleid van de lidstaten en voor het beleid van de Unie op verschillende beleidsterreinen, alsook voor de activiteiten op het gebied van onderzoek.
(4) In overeenstemming met artikel 2, lid 7, van Besluit 2014/335/EU van de Raad, Euratom, wordt met het oog op het vaststellen van de eigen middelen onder bni verstaan een jaarlijks bni, uitgedrukt in marktprijzen, zoals bepaald in bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 ("ESR 2010"). ▌Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad[3] werd ingetrokken overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad[4] en behoudens het bepaalde in artikel 10, lid 2, van dat besluit.
(5) Het is van essentieel belang dat bni-gegevens van de lidstaten vergelijkbaar zijn, en daarom moeten de toepasselijke definities en registratieregels van ESR 2010 worden gevolgd. Daarom moeten de evaluatieprocedures en de daadwerkelijk gebruikte basisgegevens de mogelijkheid bieden die definities en registratieregels correct toe te passen.
(6) Het is van essentieel belang dat de bronnen en methoden die voor de berekening van het bni worden gebruikt, betrouwbaar zijn. Daarom moeten waar mogelijk beproefde technieken worden toegepast op solide, geschikte en actuele basisstatistieken.
(7) Het is essentieel dat de bni-gegevens volledig zijn▌. Daarom moet hierin ook rekening worden gehouden met informele, niet-geregistreerde en andere activiteiten en transacties die niet in statistische enquêtes of bij fiscale, sociale of andere administratieve autoriteiten worden gemeld. Voor een betere bni-dekking is vereist dat geschikte statistische grondslagen en evaluatieprocedures worden ontwikkeld om betrouwbare statistieken te produceren en, indien van toepassing, de vereiste aanpassingen te maken.
(8) Om uniforme voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening met het oog op het verstrekken van bni-gegevens ten behoeve van de eigen middelen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend tot het nemen van maatregelen met betrekking tot de structuur van de bronnen en methoden die voor de productie van bni-gegevens en de componenten daarvan worden gebruikt▌. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad[5].
(8 bis) Om de betrouwbaarheid, de volledigheid en de hoogst mogelijke mate van vergelijkbaarheid van bni-gegevens te waarborgen, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd wat betreft de vaststelling van de inhoud van het overzicht van de bronnen en methoden die zijn gebruikt om bni-gegevens te produceren, alsook van de maatregelen die de betrouwbaarheid, de volledigheid en de vergelijkbaarheid van de bni-gegevens waarborgen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven[6]. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(9) Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad [7] voorziet in controlebezoeken in de lidstaten ten behoeve van de controle van de eigen middelen. Naast deze inspecties moet de Commissie het recht krijgen bni-informatiebezoeken uit te voeren om de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de bni-gegevens te waarborgen. De deelname van vertegenwoordigers van nationale statistische autoriteiten aan bni-informatiebezoeken aan andere lidstaten is van essentieel belang om de transparantie en nauwkeurigheid van het bni-proces te vergroten.
(10) Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 223/2009 is het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) gevraagd professionele sturing te geven.
(11) Het bni-comité zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad[8] heeft adviezen uitgebracht en de Commissie geadviseerd en bijgestaan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Binnen de strategie die gericht is op een nieuwe structuur voor het Europees statistisch systeem om de coördinatie en het partnerschap in een duidelijke piramidevormige structuur binnen het systeem te verbeteren, moet het Comité voor het Europees statistisch systeem, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 223/2009, een adviserende rol hebben en de Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Daarom moet het bni-comité, voor zover het erom gaat de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden uit hoofde van de huidige verordening bij te staan, worden vervangen door het ESS-comité. Als het echter gaat om andere functies die voordien uit hoofde van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door het bni-comité werden vervuld en die geen verband houden met het bijstaan van de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden, moet de Commissie een formele deskundigengroep oprichten die haar voor die andere doeleinden zal bijstaan.
(12) Bij Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad[9] en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 zijn procedures in het leven geroepen om de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van het bnp en het bni te controleren en te evalueren binnen het bnp-comité en het bni-comité, waarin de lidstaten en de Commissie nauw samenwerken. Die procedure moet worden aangepast om rekening te houden met het gebruik van het bni voor de vaststelling van de eigen middelen volgens ESR 2010, het herziene tijdschema voor de indiening van gegevens ten behoeve van de eigen middelen en de recente ontwikkelingen binnen het Europees statistisch systeem. Die handelingen moeten daarom worden ingetrokken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Hoofdstuk I
Definitie en berekening van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen
Artikel 1
1. Het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni) en het bruto binnenlands product tegen marktprijzen (bbp) worden gedefinieerd in overeenstemming met het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010), dat bij Verordening (EU) nr. 549/2013 is ingesteld.
2. In overeenstemming met punt 8.89 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt het bbp gedefinieerd als het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd:
a) vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
a) vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (consumptie en bruto-investeringen) en het saldo van uitvoer en invoer van goederen en diensten;
b) vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
3. In overeenstemming met punt 8.94 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt het bni gedefinieerd als het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen, bruto-exploitatieoverschot en bruto gemengd inkomen. Het bni is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten institutionele eenheden aan niet-ingezeten institutionele eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten institutionele eenheden uit het buitenland ontvangen.
Hoofdstuk II
Indiening van bni-gegevens en aanvullende informatie
Artikel 2
1. De lidstaten berekenen het bni zoals gedefinieerd in artikel 1 naast de nationale rekeninggegevensdiensten.
2. In het kader van de opstelling van de nationale rekeningen verschaffen de lidstaten de Commissie (Eurostat) ieder jaar voor het einde van september cijfers voor het bni-aggregaat en de componenten daarvan overeenkomstig de in artikel 1 opgenomen definities. De totalen voor het bbp en de componenten daarvan worden verstrekt volgens de drie benaderingswijzen waarnaar in artikel 1, lid 2, wordt verwezen. De verstrekte gegevens worden voor het voorgaande jaar doorgestuurd en alle wijzigingen van de gegevens van vroegere jaren moeten tegelijk worden doorgegeven.
3. Het doorsturen van de in lid 2 bedoelde gegevens gaat vergezeld van een verslag over de kwaliteit van de bni-gegevens. Dit verslag beschrijft nauwkeurig de methodologie die is gebruikt voor het produceren van de gegevens en bevat met name een beschrijving van belangrijke veranderingen in de gebruikte bronnen en methoden, alsmede een verklaring voor herzieningen van eerdere bni-ramingen.
Artikel 3
1. ▌De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een overzicht van de bronnen en methoden die zijn gebruikt om bni-gegevens en de componenten daarvan overeenkomstig ESR 2010 te produceren.
1 bis. De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast overeenkomstig artikel 6 bis bij deze verordening door de inhoud van het in lid 1 bedoelde overzicht vast te leggen, evenals het tijdschema voor de actualisering daarvan.
2. De Commissie stelt ▌uitvoeringshandelingen vast die de gedetailleerde structuur ▌van het in lid 1 bedoelde overzicht beschrijven. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
▌
Hoofdstuk III
Procedures en toezicht op de berekening van het bni
Artikel 4
De Commissie richt een formele deskundigengroep op, die bestaat uit door de lidstaten aangewezen gekwalificeerde vertegenwoordigers en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie en die de Commissie adviseert en zijn standpunt kenbaar maakt over de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de bni-berekeningen, de uitvoering van deze verordening controleert en jaarlijks advies uitbrengt over de geschiktheid van de bni-gegevens van de lidstaten voor de vaststelling van de eigen middelen.
Artikel 5
1. De Commissie controleert of de bronnen, het gebruik ervan en de methoden die zijn opgenomen in het in artikel 3, lid 1, vermelde overzicht voldoen aan ESR 2010. Daartoe wordt gebruikgemaakt van een controlemodel dat door de Commissie, in nauwe samenwerking met de in artikel 4 bedoelde deskundigengroep, is opgesteld. Het model is gebaseerd op de beginselen van collegiale toetsing en kosteneffectiviteit.
1 bis. De bni-gegevens moeten betrouwbaar, volledig en vergelijkbaar zijn.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 6 bis gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van de in de eerste alinea vastgelegde bepalingen, door maatregelen op te stellen die de betrouwbaarheid, de volledigheid en de hoogst mogelijke mate van vergelijkbaarheid van bni-gegevens waarborgen.
Artikel 6
1. Onverminderd de in artikel 2 van Verordening (EG, Euratom) nr. 608/2014 bedoelde controles kan de Commissie (Eurostat), indien dit nodig wordt geacht, in de lidstaten bni-informatiebezoeken afleggen.
2. Tijdens informatiebezoeken in de lidstaten kan de Commissie (Eurostat) verzoeken om te worden bijgestaan door deskundigen op het gebied van nationale rekeningen die de nationale statistische autoriteiten vertegenwoordigen en wordt zij daartoe aangemoedigd.
De deskundigen op het gebied van nationale rekeningen worden ingeschreven op een lijst, samengesteld op basis van vrijwillige voorstellen die door de Commissie (Eurostat) zijn ontvangen van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de rapportage van nationale rekeningen.
Deelname van de lidstaten aan deze bezoeken geschiedt op vrijwillige basis.
Artikel 6 bis
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 3, lid 1 bis, en in artikel 5, lid 1 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van … [datum van inwerkingtreding van deze verordening][10].
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 1 bis, en artikel 5, lid 1 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6. Een overeenkomstig artikel 3, lid 1 bis, en artikel 5, lid 1 bis, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 7
1. Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Hoofdstuk IV
Slotbepalingen
Artikel 8
Uiterlijk op 31 december 2022 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening.
Artikel 9
Richtlijn 89/130/EEG, Euratom en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 worden ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken handelingen worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening volgens de concordantietabellen in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 10
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
- [1] * Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.
- [2] Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
- [3] Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).
- [4] Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105).
- [5] Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13) .
- [6] PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
- [7] Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).
- [8] Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen ("BNI-verordening") (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
- [9] Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal product tegen marktprijzen (PB L 49 van 21.2.1989, blz. 26).
- [10] Publicatiebureau, gelieve de juiste datum in te voegen.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni-verordening) |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2017)0329 – C8-0192/2017 – 2017/0134(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
20.6.2017 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 3.7.2017 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
BUDG 3.7.2017 |
|
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 29.6.2017 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Roberto Gualtieri 6.7.2017 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
6.11.2017 |
11.1.2018 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
24.1.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
53 4 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gerolf Annemans, Burkhard Balz, Hugues Bayet, Pervenche Berès, Udo Bullmann, David Coburn, Esther de Lange, Markus Ferber, Jonás Fernández, Sven Giegold, Roberto Gualtieri, Brian Hayes, Cătălin Sorin Ivan, Barbara Kappel, Wajid Khan, Wolf Klinz, Philippe Lamberts, Werner Langen, Sander Loones, Bernd Lucke, Olle Ludvigsson, Ivana Maletić, Fulvio Martusciello, Gabriel Mato, Costas Mavrides, Bernard Monot, Caroline Nagtegaal, Luděk Niedermayer, Stanisław Ożóg, Dimitrios Papadimoulis, Sirpa Pietikäinen, Dariusz Rosati, Pirkko Ruohonen-Lerner, Anne Sander, Martin Schirdewan, Molly Scott Cato, Pedro Silva Pereira, Peter Simon, Kay Swinburne, Paul Tang, Ramon Tremosa i Balcells, Ernest Urtasun, Marco Valli, Tom Vandenkendelaere, Jakob von Weizsäcker, Marco Zanni |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Enrique Calvet Chambon, Matt Carthy, Herbert Dorfmann, Paloma López Bermejo, Thomas Mann, Emmanuel Maurel, Luigi Morgano, Lieve Wierinck |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Edward Czesak, Manolis Kefalogiannis, Rainer Wieland |
||||
Datum indiening |
30.1.2018 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
53 |
+ |
|
ALDE |
Enrique Calvet Chambon, Wolf Klinz, Caroline Nagtegaal, Ramon Tremosa i Balcells, Lieve Wierinck |
|
ECR |
Edward Czesak, Sander Loones, Bernd Lucke, Stanisław Ożóg, Pirkko Ruohonen-Lerner, Kay Swinburne |
|
EFDD |
Marco Valli |
|
ENF |
Barbara Kappel |
|
GUE/NGL |
Matt Carthy, Paloma López Bermejo, Dimitrios Papadimoulis, Martin Schirdewan |
|
PPE |
Burkhard Balz, Herbert Dorfmann, Markus Ferber, Brian Hayes, Manolis Kefalogiannis, Esther de Lange, Werner Langen, Ivana Maletić, Thomas Mann, Fulvio Martusciello, Gabriel Mato, Luděk Niedermayer, Sirpa Pietikäinen, Dariusz Rosati, Anne Sander, Tom Vandenkendelaere, Rainer Wieland |
|
S&D |
Hugues Bayet, Pervenche Berès, Udo Bullmann, Jonás Fernández, Roberto Gualtieri, Cătălin Sorin Ivan, Wajid Khan, Olle Ludvigsson, Emmanuel Maurel, Costas Mavrides, Luigi Morgano, Pedro Silva Pereira, Peter Simon, Paul Tang, Jakob von Weizsäcker |
|
VERTS/ALE |
Sven Giegold, Philippe Lamberts, Molly Scott Cato, Ernest Urtasun |
|
4 |
- |
|
EFDD |
David Coburn |
|
ENF |
Gerolf Annemans, Bernard Monot, Marco Zanni |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding