VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de monitoring en de rapportering van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen

30.1.2018 - (COM(2017)0279 - C8-0168/2017 – 2017/0111(COD) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Damiano Zoffoli


Procedure : 2017/0111(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0010/2018

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de monitoring en de rapportering van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen

(COM(2017)0279 - C8-0168/2017 – 2017/0111(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0279),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0168/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 oktober 2017[1],

–  na raadpleging van het Comité van de Regio's,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0010/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  Om te garanderen dat deze doelstelling wordt verwezenlijkt, moeten de lidstaten betere werkwijzen hanteren bij opleidingen op het gebied van energie-efficiënt rijden, en die opleidingen aanprijzen. Verder moet het gebruik van nieuwe technologieën worden bevorderd die de efficiëntie vergroten en het brandstofverbruik en de CO2-emissies verminderen, naast het gebruik van ontwerpen die aerodynamischer zijn en de optimalisering van het laadplan. Met het oog op de vermindering van het brandstofverbruik moeten de lidstaten overwegen middelen in te zetten voor de modernisering van het bestand aan zware bedrijfsvoertuigen en het onderhoud en de verbetering van snelwegen, en het gebruik te bevorderen van banden met een lage rolweerstand, lichtere aanhangwagens en alternatieve brandstoffen zoals waterstof of brandstoffen die afkomstig zijn van de recycling en verwerking van kunststoffen.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Om de Overeenkomst van Parijs te kunnen nakomen, moeten de broeikasgasemissies van de vervoerssector tegen 2050 vrijwel nihil zijn.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  De broeikasgasemissies van vrachtwagens, bussen en touringcars (d.w.z. zware bedrijfsvoertuigen) zijn momenteel verantwoordelijk voor ongeveer 25 % van de emissies van het wegvervoer in de Unie en zullen naar verwachting nog toenemen tegen 2030. Er moeten effectieve maatregelen worden genomen om de emissies van zware bedrijfsvoertuigen in te perken, zodat de vervoerssector een bijdrage levert aan de noodzakelijke emissiereductie.

(4)  De broeikasgasemissies van vrachtwagens, bussen en touringcars (d.w.z. zware bedrijfsvoertuigen) zijn momenteel verantwoordelijk voor ongeveer 25 % van de emissies van het wegvervoer in de Unie en zullen, als geen bijkomende maatregelen worden genomen, naar verwachting tegen 2030 30 % uitmaken van de totale CO2-emissies van het wegvervoer. De emissies van zware bedrijfsvoertuigen zullen tussen 2010 en 2030 toenemen met 10 % en tussen 2010 en 2050 met 17 % als er geen actie wordt ondernomen om dit te voorkomen. Er moeten effectieve maatregelen worden genomen om de emissies van zware bedrijfsvoertuigen in te perken, zodat de vervoerssector een bijdrage levert aan de noodzakelijke emissiereductie, waarbij tegelijkertijd het concurrentievermogen van de industrie moet worden gestimuleerd en vervoerders nuttige informatie moet worden verstrekt om goede keuzen te kunnen maken. Daarnaast kunnen er ook emissiereducties worden verwezenlijkt door oplossingen te ontwikkelen en stimulansen te bieden voor optimale belading, platooning, het opleiden van bestuurders, de vernieuwing van het voertuigenpark, de vermindering van verkeersopstoppingen en investeringen in infrastructuuronderhoud.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  In haar mededeling van 2014 betreffende een strategie voor de vermindering van het brandstofverbruik en de CO2-emissie van zware bedrijfsvoertuigen13 heeft de Commissie erkend dat dergelijke maatregelen alleen kunnen worden ingevoerd als er een gereguleerde procedure is om de CO2-emissies en het brandstofverbruik te bepalen.

(5)  In haar mededeling van 2014 betreffende een strategie voor de vermindering van het brandstofverbruik en de CO2-emissie van zware bedrijfsvoertuigen13 heeft de Commissie erkend dat dergelijke maatregelen alleen kunnen worden ingevoerd als er een gereguleerde procedure is om de CO2-emissies en het brandstofverbruik te bepalen. In haar mobiliteitspakket "Europa in beweging" van 2017 plande de Commissie een voorstel voor normen voor zware bedrijfsvoertuigen voor de eerste helft van 2018. De tijdige publicatie van dat voorstel is cruciaal voor de snelle invoering van dergelijke nieuwe normen.

__________________

__________________

13 COM(2014) 285 final.

13 COM(2014) 285 final.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  Vervoersbedrijven zijn vaak kleine en middelgrote ondernemingen. Bovendien hebben zij nog geen toegang tot gestandaardiseerde informatie om technologieën voor brandstofefficiëntie te evalueren en voertuigen te vergelijken om weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen en hun brandstofkosten terug te dringen, die goed zijn voor meer dan een kwart van hun bedrijfskosten.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Informatie over de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moet openbaar worden gemaakt zodat alle marktdeelnemers met kennis van zaken aankoopbeslissingen kunnen nemen. Alle voertuigfabrikanten zullen de prestaties van hun voertuigen kunnen vergelijken met die van andere merken. Dit zal de fabrikanten verder stimuleren om te innoveren en zal hun concurrentievermogen dus versterken. Deze informatie zal beleidsmakers op EU- en lidstaatniveau ook een solide basis bieden voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van het gebruik van energiezuinige voertuigen. Het is dan ook passend dat de waarden inzake CO2-emissie en brandstofverbruik die voor ieder zwaar bedrijfsvoertuig worden bepaald overeenkomstig Verordening (EU) [.../...]15 [Opoce to include correct reference], worden gemonitord, aan de Commissie worden gerapporteerd, en beschikbaar worden gesteld aan het publiek.

(7)  Informatie over de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moet openbaar worden gemaakt, zodat alle marktdeelnemers met kennis van zaken aankoopbeslissingen kunnen nemen en een optimale transparantie gegarandeerd is. Alle voertuigfabrikanten zullen de prestaties van hun voertuigen kunnen vergelijken met die van andere merken. Dit zal de fabrikanten verder stimuleren om te innoveren en de ontwikkeling in de richting van energiezuinigere voertuigen aandrijven, en zal het concurrentievermogen dus versterken. Deze informatie zal beleidsmakers op EU- en lidstaatniveau ook een solide basis bieden voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van het gebruik van energiezuinige voertuigen. Het is dan ook passend dat de waarden inzake CO2-emissie en brandstofverbruik die voor ieder zwaar bedrijfsvoertuig worden bepaald overeenkomstig Verordening (EU) [.../...]15 [PB: correcte referentie invoegen], worden gemonitord, aan de Commissie worden gerapporteerd, en beschikbaar worden gesteld aan het publiek.

_________________

_________________

15 Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ...,blz. ...).

15 Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ...,blz. ...).

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Om een volledig beeld te krijgen van de samenstelling van het zwarevoertuigenpark van de Unie, de ontwikkeling ervan door de jaren heen en het potentiële effect op de uitstoot van CO2, is het passend de registratiegegevens van alle nieuwe zware voertuigen en aanhangwagens, met inbegrip van alle gegevens over de aandrijfsystemen en de carrosserie, te monitoren en te rapporteren.

(8)  Om een volledig beeld te krijgen van de samenstelling van het zwarevoertuigenpark van de Unie, de ontwikkeling ervan door de jaren heen en het potentiële effect op de uitstoot van CO2, is het passend de registratiegegevens van alle nieuwe zware voertuigen en aanhangwagens, met inbegrip van alle gegevens over de aandrijfsystemen en de carrosserie, te monitoren en te rapporteren. De specifieke verantwoordelijkheden voor monitoring en rapportering van gegevens worden vastgesteld in artikel 4 respectievelijk artikel 5.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  Het monitoring- en rapporteringssysteem moet eenvoudig te gebruiken zijn voor alle ondernemingen die actief zijn in de vervoerssector, ongeacht hun omvang en hun middelen.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  De gegevens over CO2-emissies en brandstofverbruik zullen beschikbaar zijn voor bepaalde nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in [2019] worden geregistreerd. Vanaf die datum moeten de bevoegde instanties van de lidstaten dan ook worden verplicht om gegevens te verstrekken over nieuwe registraties en moeten fabrikanten worden verplicht de technische gegevens over die voertuigen te verstrekken.

(9)  De gegevens over CO2-emissies en brandstofverbruik zullen beschikbaar zijn voor bepaalde nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in [2019] worden geregistreerd. Vanaf die datum moeten de bevoegde instanties van de lidstaten dan ook worden verplicht om gegevens te verstrekken over nieuwe registraties en moeten fabrikanten worden verplicht de technische gegevens te verstrekken over de voertuigen die in het toepassingsgebied vallen van Verordening (EU) […/…] van de Commissie 1 bis+.

 

__________________

 

1 bis Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ...,blz. ...).

 

+ PB: correcte referentie invoegen.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Opdat de marktdeelnemers zich beter kunnen voorbereiden op wijzigingen in de regelgeving, moet de Commissie uiterlijk 30 juni 2018 een tijdschema publiceren voor de beoogde toepassing van de uit hoofde van Verordening (EU) 2017/2400 van de Commissie ontwikkelde Vecto-software (calculator voor de berekening van het energieverbruik van voertuigen) op essentiële technologieën en innovaties die de emissies van het vrachtvervoer over de weg verminderen. De Commissie moet ook onverwijld de overeenkomstig Verordening (EG) 595/2009 opgestelde Vecto-testprocedure actualiseren en uitbreiden naar alle categorieën zware bedrijfsvoertuigen, met inbegrip van alle alternatieve aandrijfsystemen, aanhangwagens en nieuwe typen alternatieve brandstoffen die op de markt beschikbaar zullen komen, om alle mogelijke zware bedrijfsvoertuigen te dekken. Het is daarom van belang dat de Commissie de omvang van de monitoring- en rapporteringsverplichtingen waarin deze verordening voorziet, regelmatig evalueert en in voorkomend geval wetgevingsvoorstellen indient.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter)  Het monitoring- en rapporteringssysteem moet gebruiksvriendelijk zijn voor alle vervoersexploitanten ongeacht hun omvang en middelen. De Commissie moet dit systeem actief bevorderen, om ervoor te zorgen dat het een reële impact heeft op de sector en om de beschikbaarheid van de gerapporteerde gegevens beter bekend te maken.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  De resultaten van het toetsen van Vecto-inputbestanden op conformiteit van de productie moeten ook worden gemonitord en aan de Commissie worden gerapporteerd.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter)  De analyse door de Commissie van de gegevens die de lidstaten en de fabrikanten voor het voorgaande kalenderjaar hebben toegezonden, moet zo aan het publiek worden gepresenteerd dat de prestaties van het zwarevoertuigenpark van de Unie en van elke lidstaat, alsmede van elke fabrikant duidelijk worden getoond, zodat vergelijkingen mogelijk zijn bij het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde CO2-emissies, rekening houdend met eventuele verschillen in het productassortiment van de fabrikanten en het opgegeven opdrachtprofiel.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)   Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de gemonitorde en gerapporteerde gegevens solide en betrouwbaar zijn. Daarom moet de Commissie de middelen hebben om de uiteindelijke gegevens te verifiëren en, indien nodig, te corrigeren. Daarom moeten in de monitoringvereisten ook parameters worden opgenomen aan de hand waarvan de gegevens adequaat kunnen worden getraceerd en geverifieerd.

(11)  Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de gemonitorde en gerapporteerde gegevens solide en betrouwbaar zijn. Daarom moet de Commissie de middelen hebben om de uiteindelijke gegevens te verifiëren en, indien nodig, te corrigeren. Als bij verificatie door de Commissie van de juistheid en kwaliteit van de gerapporteerde gegevens blijkt dat een van de in deze verordening vastgestelde vereisten opzettelijk of nalatig niet is nageleefd, moet de Commissie de fabrikant in kwestie een administratieve boete opleggen wegens overtreding van deze verordening. De administratieve boete moet doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Daarom moeten in de monitoringvereisten ook parameters worden opgenomen aan de hand waarvan de gegevens adequaat kunnen worden getraceerd en geverifieerd.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Gezien de ervaring die het Europees Milieuagentschap heeft opgedaan bij het monitoren en rapporteren van gegevens over CO2-emissies overeenkomstig Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad16 voor nieuwe personenauto’s en Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad17 voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, is het passend om het EEA bevoegd te maken voor de uitwisseling van gegevens met bevoegde instanties en fabrikanten en het beheer van de uiteindelijke databank namens de Commissie. Het is ook dienstig de monitoring- en rapporteringsprocedures voor zware voertuigen zoveel mogelijk op één lijn te brengen met de bestaande procedures voor lichte voertuigen.

(12)  Gezien de ervaring die het Europees Milieuagentschap heeft opgedaan bij het monitoren en rapporteren van gegevens over CO2-emissies overeenkomstig Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad16 voor nieuwe personenauto’s en Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad17 voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, is het passend om het EEA bevoegd te maken voor de uitwisseling van gegevens met de bevoegde instanties van de lidstaten en de fabrikanten en het beheer van de uiteindelijke databank, die kosteloos en in een digitaal doorzoekbaar formaat toegankelijk moet zijn voor vervoerders en derden, namens de Commissie. Het is ook dienstig de monitoring- en rapporteringsprocedures voor zware voertuigen zoveel mogelijk op één lijn te brengen met de bestaande procedures voor lichte voertuigen.

__________________

__________________

16 Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.2.2009, blz. 1).

16 Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.2.2009, blz. 1).

17 Verordening (EU) nr. 510/2011 van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1).

17 Verordening (EU) nr. 510/2011 van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1).

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis)  In haar mobiliteitspakket "Europa in beweging" van 2017 plande de Commissie een voorstel voor CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen voor de eerste helft van 2018. Ambitieuze CO2-streefcijfers voor zware bedrijfsvoertuigen voor 2025 moeten worden beschouwd als het ultieme doel van dit wetgevingspad en moeten uiterlijk 30 april 2018 door de Commissie worden ingediend.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 ter)  De Commissie moet onverwijld een test voor de verificatie op de weg ontwikkelen die verplicht door de fabrikanten van de oorspronkelijke uitrusting (OEM's) onder toezicht van onafhankelijke, geaccrediteerde organen moet worden uitgevoerd, om eventuele verschillen tussen de gesimuleerde en de feitelijke CO2-waarden van een volledig zwaar bedrijfsvoertuig te identificeren. Onafhankelijke derden moeten in technische diensten of geaccrediteerde laboratoria onafhankelijke tests kunnen uitvoeren en moeten toegang krijgen tot de vereiste gegevens. De resultaten van deze tests moeten in overeenstemming met deze verordening worden gemonitord en gerapporteerd en moeten openbaar worden gemaakt.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 quater)  Het dieselgate-schandaal heeft ten aanzien van de typegoedkeuring van lichte voertuigen laten zien hoe belangrijk de rol van onafhankelijke organen is voor het toezicht op door de fabrikanten uitgevoerde tests en dat het tegelijkertijd van essentieel belang is derden de mogelijkheid te bieden onafhankelijke tests uit te voeren, omdat dit toezicht en zulke tests bijdragen aan de verbetering van de transparantie, de geloofwaardigheid en de resultaten van de verificatie-, monitoring- en rapporteringssystemen.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om voor gelijkvormige voorwaarden voor de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde bepalingen inzake de verificatie en correctie van de gecontroleerde data te zorgen, moeten de uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

Schrappen

__________________

 

18 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

 

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de gegevensvereisten en de monitoring- en rapporteringsprocedures ook op langere termijn relevant blijven om te bepalen welk aandeel van de totale uitstoot van CO2 is toe te schrijven aan het zwarevoertuigenpark, en om de beschikbaarheid van gegevens over nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de in de bijlagen vastgestelde gegevensvereisten en monitoring- en rapporteringsprocedures. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de gegevensvereisten en de monitoring- en rapporteringsprocedures ook op langere termijn relevant blijven om te bepalen welk aandeel van de totale uitstoot van CO2 is toe te schrijven aan het zwarevoertuigenpark, en om de beschikbaarheid van gegevens over nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën te garanderen en een passende verificatie en correctie van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de in de bijlagen vastgestelde gegevensvereisten en monitoring- en rapporteringsprocedures, ten aanzien van tests voor de verificatie op de weg en tot vaststelling van verificatie- en correctiemaatregelen voor gegevens die de lidstaten en fabrikanten uit hoofde van deze verordening rapporteren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij deze verordening worden de vereisten vastgesteld voor de monitoring en de rapportering van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in de Europese Unie worden geregistreerd.

Bij deze verordening worden de vereisten vastgesteld voor de monitoring en de rapportering van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in de Europese Unie worden geregistreerd, en voor de resultaten van het toetsen van Vecto-inputbestanden op conformiteit van de productie.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De productiedatum is de datum van ondertekening van het certificaat van overeenstemming of, in voorkomend geval, de datum van ondertekening van het individuelegoedkeuringscertificaat.

De productiedatum is de datum van de simulatie die vermeld staat in het klantinformatiedossier, zoals bedoeld in bijlage I, aanhangsel 2, bij Verordening (EU) …/… van de Commissie [PB: het nummer van de verordening in document Ares(2017)1900557 invoegen].

Motivering

De door de Commissie voorgestelde productiedatum valt samen met een proces waar fabrikanten weinig controle over hebben. Individuele goedkeuring wordt uitgevoerd door dealers en distributeurs op het moment van registratie van het voertuig. Dit gebeurt mogelijk lang nadat de fabrikant het voertuig heeft overgedragen, en deze datum is de fabrikant om die reden niet bekend. De datum van het klantdossier met de CO2-emissies komt overeen met de datum van de conformiteit van de productie voor voertuigen overeenkomstig de typegoedkeuring van volledige voertuigen.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.   De fabrikanten rapporteren technische gegevens over zware bedrijfsvoertuigen die in het toepassingsgebied vallen van Verordening nr. [.../...]+.

 

_____________

 

+  PB: nummer invullen van Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ..., blz. ...).

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie houdt een centraal register bij voor de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens. Het register wordt openbaar gemaakt, met uitzondering van de gegevens van de velden 1, 24, 25, 32, 33, 39 en 40 als gespecificeerd in deel B van bijlage I.

1.  De Commissie houdt een centraal register bij voor de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens. Het register wordt openbaar gemaakt, met uitzondering van de gegevens van de velden 1, 21 bis, 21 ter, 24, 25, 26 bis, 32, 33, 34 bis, 39, 40, 73 bis en 73 ter als gespecificeerd in deel B van bijlage I, waartoe de Commissie op verzoek toegang verleent aan derden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad1 bis.

 

___________________

 

1 bis Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13).

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De Commissie kan zelf de kwaliteit van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens verifiëren.

2.  De Commissie verifieert zelf de juistheid en de kwaliteit van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens. Dit proces kan in overleg met de bevoegde instanties en de fabrikanten worden uitgevoerd en kan ook worden aangevuld met bijkomende ondersteuning van derden.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Wanneer de Commissie op fouten in de gegevens wordt gewezen of op basis van haar eigen verificatie discrepanties in de dataset vaststelt, neemt zij waar passend de nodige maatregelen om de gegevens in het in artikel 6 vermelde centrale register te corrigeren.

3.  Wanneer de Commissie op fouten in de gegevens wordt gewezen of op basis van haar eigen verificatie discrepanties in de dataset vaststelt, neemt zij de nodige maatregelen om de gegevens in het in artikel 6 vermelde centrale register te corrigeren. De lidstaten en de fabrikanten hebben de mogelijkheid fouten binnen drie maanden na de datum van kennisgeving te corrigeren.

 

Wanneer de Commissie vaststelt dat een fabrikant de gegevens opzettelijk heeft vervalst, verplicht zij onverwijld de bevoegde instanties die gegevens te corrigeren, en neemt zij overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG passende maatregelen.

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Als bij verificatie door de Commissie van de juistheid en kwaliteit van de overeenkomstig artikel 5 gerapporteerde gegevens blijkt dat een van de in deze verordening vastgestelde vereisten opzettelijk of nalatig niet is nageleefd, legt de Commissie de fabrikant in kwestie een administratieve boete op wegens overtreding van deze verordening. De administratieve boete is doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

 

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen met betrekking tot niet-naleving, de berekening van de administratieve boetes en de methode voor de inning van de boetes.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Uit de analyse blijkt ten minste hoe het zwarevoertuigenpark van de Unie, alsook dat van elke fabrikant presteert met betrekking tot het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde CO2-emissies. Ook wordt rekening gehouden met het gebruik van nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën, indien deze gegevens beschikbaar zijn.

2.  Uit de analyse blijkt ten minste hoe het zwarevoertuigenpark van de Unie, alsook dat van elke fabrikant in vergelijking presteert met betrekking tot het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde CO2-emissies, mede rekening houdend met de verschillen in het productassortiment van de fabrikanten en het opgegeven opdrachtprofiel. Ook wordt rekening gehouden met het gebruik van nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën en alle alternatieve aandrijfsystemen, indien gegevens hierover beschikbaar zijn. In de door de Commissie gepubliceerde analyse wordt ook rekening gehouden met de grote verscheidenheid aan opdrachtprofielen die met het zwarevoertuigenpark verbonden is.

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Uiterlijk op 30 juni 2018 publiceert de Commissie een tijdschema voor de beoogde toepassing van het in artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/2400 van de Commissie vermelde simulatie-instrument (Vecto) op essentiële technologieën en innovaties die de emissies van het vrachtvervoer over de weg verminderen.

 

De Commissie evalueert deze verordening regelmatig en dient waar nodig wetgevingsvoorstellen in met het oog op de uitbreiding van de monitoring- en rapporteringsverplichtingen tot alle categorieën zware bedrijfsvoertuigen, met inbegrip van alle alternatieve aandrijfsystemen, aanhangwagens en nieuwe, met alternatieve brandstoffen aangedreven motortypen.

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 8 bis

 

CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen en test op de weg

 

De Commissie presenteert, waar van toepassing, uiterlijk op 30 april 2018 een wetgevingsvoorstel inzake normen voor de CO2-emissies van zware bedrijfsvoertuigen voor 2025 die in overeenstemming zijn met de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie.

 

Dit voorstel gaat vergezeld van een studie over maatregelen voor een verdere vermindering van de CO2-emissies in het goederenvervoer over de weg, met inbegrip van het opleiden van bestuurders, platooning, het Europees modulair systeem (EMS), banden met een lage rolweerstand en vrachtconsolidatie.

 

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen ter aanvulling van deze verordening vast. In die gedelegeerde handelingen wordt het volgende bepaald:

 

a)  de OEM's voeren uiterlijk vanaf 31 december 2020 verplicht een verificatietest op de weg uit onder toezicht van een onafhankelijk, geaccrediteerd orgaan;

 

b)  onafhankelijke derden wordt toegestaan in technische diensten of geaccrediteerde laboratoria onafhankelijke tests uit te voeren;

 

c)  de test en de testresultaten worden overeenkomstig deze verordening gemonitord en gerapporteerd, en de Commissie draagt er zorg voor dat de resultaten op verzoek aan derden beschikbaar worden gesteld; en

 

d)  de Commissie brengt jaarlijks, uitgaande van de rapporten van de lidstaten, verslag uit over een eventuele kloof tussen het brandstofverbruik tijdens de test op de weg en dat onder realistische omstandigheden.

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Toekenning van uitvoeringsbevoegdheden

Schrappen

De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de in artikel 7, leden 2 en 3, bedoelde verificatie- en correctiemaatregelen bepalen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11 bedoelde onderzoeksprocedure.

 

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met het oog op de vaststelling van de in artikel 7, leden 2 en 3, bedoelde verificatie- en correctiemaatregelen.

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 11

Schrappen

Comitéprocedure

 

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 9 van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Comité klimaatverandering21. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

 

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

 

 

 

21 Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1).

 

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De bevoegdheid om de in artikel 10 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt de Commissie met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor onbepaalde tijd verleend.

2.  De bevoegdheid om de in de artikel 7, lid 3 bis, en de artikelen 8 bis en 10 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt de Commissie met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor een periode van vijf jaar verleend.

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1 – deel B – Kopje – Kolom 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bron

Bron

Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

 

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – tabel – rij 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

17

nominaal motorvermogen

1.2.2.

Voornaamste motorspecificaties

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

17

nominaal motorvermogen

1.2.2

Voornaamste motorspecificaties

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 21 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

21 bis

WHSC g/kWh en CO2

 

Voornaamste motorspecificaties

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 21 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

21 ter

WHTC g/kWh en CO2

 

Voornaamste motorspecificaties

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 26 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

26 bis

overbrengingsrendement

 

Voornaamste transmissiespecificaties

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 34 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

34 bis

asrendement

 

Voornaamste asspecificaties

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 56

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

56

opdrachtprofiel (lange afstanden, regionaal, stedelijk, bouw)

2.1.1

Simulatieparameters (voor iedere combinatie van opdrachtprofiel / belasting / brandstof)

 

Amendement

56

opdrachtprofiel (lange afstanden, lange afstanden (EMS), regionaal, regionaal (EMS), stedelijk, bouw)

2.1.1

Simulatieparameters (voor iedere combinatie van opdrachtprofiel / belasting / brandstof)

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – tabel – rij 57 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

57 bis

Brandstof (diesel / benzine / lpg / cng / ...)

2.1.3

Simulatieparameters (voor iedere combinatie van opdrachtprofiel / belasting / brandstof)

Amendement    43

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – tabel – rij 67

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

67

CO2-emissies (uitgedrukt in g/km, g/t-km, g/p-km, g/m³-km)

2.3.13-2.3.16

CO2-emissies en brandstofverbruik (voor iedere combinatie van opdrachtprofiel / belasting / brandstof)

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

67

CO2-emissies (uitgedrukt in g/km, g/t-km, g/p-km, g/m2-km, g/m³-km)

2.3.13-2.3.16

CO2-emissies en brandstofverbruik (voor iedere combinatie van opdrachtprofiel / belasting / brandstof)

Amendement    44

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 73 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

73 bis

resultaten van tests m.b.t. de conformiteit van de productie

 

Conformiteit van de productie

Amendement    45

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 73 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

73 ter

resultaten van tests op de weg / echte rijtests

 

 

Amendement    46

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – rij 74 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

 

 

 

 

Amendement

Nr.

Monitoringparameters

Bron Aanhangsel 1 van bijlage I bij Verordening [.../...]

Beschrijving

74 bis

resultaten van verificatietests achteraf

 

 

  • [1]  Nog niet verschenen in het Publicatieblad.

TOELICHTING

De opwarming van de aarde is een reëel probleem, dat moet worden aangepakt met duidelijke en moedige beslissingen; de Europese Unie heeft in de Europese Raad van oktober 2014 een bindend en ambitieus streefcijfer bepaald wat de reductie van broeikasgassen betreft van ten minste 40 % voor de gehele economie tegen 2030.

Ook de vervoerssector moet op significante wijze bijdragen om deze doelstelling te realiseren, gezien het feit dat in 2014 25 % van de koolstofdioxide die werd uitgestoten door de sector van het wegvervoer, afkomstig was van zware bedrijfsvoertuigen, d.w.z. 5 % van de totale koolstofemissies van de Europese Unie.

Tot nog toe werden de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in de Europese Unie in de handel worden gebracht, niet op objectieve en vergelijkbare wijze gecertificeerd, gemonitord of gerapporteerd, zoals wel het geval is voor auto's en aanhangwagens; door deze leemte in de wetgeving beschikken we momenteel niet over betrouwbare gegevens over de samenstelling van het voertuigenpark van in de Europese Unie geregistreerde zware bedrijfsvoertuigen, de ontwikkeling ervan door de jaren heen en het potentiële effect ervan op de uitstoot van CO2.

Dit gebrek aan duidelijkheid levert in de eerste plaats een beperking op voor vrachtvervoerders, in hoofdzaak kleine en middelgrote ondernemers, voor wie brandstof meer dan een kwart uitmaakt van de courante uitgaven, maar ook voor lokale bestuurders, die bij de aankoop van nieuwe vervoersmiddelen voor het openbaar vervoer, niet kunnen weten welke de efficiëntste modellen zijn die op de markt verkrijgbaar zijn.

Het gebrek aan transparantie beperkt bovendien de mededinging tussen de fabrikanten, die niet worden gestimuleerd om te innoveren, en maakt het moeilijk om gemeenschappelijke acties uit te voeren op nationaal of Europees niveau om de emissies van broeikasgassen door zware voertuigen te verminderen.

In de strategie voor zware bedrijfsvoertuigen uit 2014 heeft de Commissie besloten specifieke acties te ondernemen om in deze informatieleemten te voorzien, volledige markttransparantie te realiseren en te beschikken over zekere en controleerbare gegevens over de CO2-emissies en het verbruik van zware bedrijfsvoertuigen, om uiteindelijk CO2-normen voor de emissies van deze voertuigen te kunnen vaststellen.

Ten eerste heeft de Commissie een simulatie-instrument ontwikkeld – de "vehicle energy consumption calculation tool" (VECTO) – om het brandstofverbruik en de CO2-emissies van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen op vergelijkbare en kostenefficiënte manier te berekenen.

Ten tweede heeft zij een nieuwe verordening voorgesteld voor de bepaling van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen (de zogenoemde certificeringsverordening) in het kader van de bestaande typegoedkeuringswetgeving, die in februari 2018 in werking moet treden.

Overeenkomstig de certificeringsverordening zullen van ieder nieuw zwaar voertuig dat onder deze verordening valt en in de EU in de handel wordt gebracht, de CO2-emissies en het brandstofverbruik moeten worden gesimuleerd met de VECTO-software.

Met de certificeringsverordening worden de leemten op transparantiegebied slechts ten dele aangepakt, aangezien informatie over de prestaties van een specifiek voertuig enkel ter beschikking worden gesteld van individuele kopers van dit voertuig en aan de nationale autoriteiten van het land waar het voertuig wordt geregistreerd.

Ten derde bepaalt de Commissie met het onderhavige voorstel voor een verordening dat de CO2-emissies en de verbruiksgegevens van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die aan de certificeringsprocedure worden onderworpen, zullen worden gemonitord en dat hierover zal worden gerapporteerd zodat de lacune in de kennis wordt opgevuld en de markt volledig transparant wordt. Dankzij deze derde stap zullen de relevante gegevens die door de fabrikanten met behulp van de certificeringsmethode worden verkregen, worden gemonitord en bekend worden gemaakt aan het publiek, met uitzondering van een aantal gegevens dat alleen zal worden gerapporteerd aan de Commissie. De lidstaten moeten daarentegen gegevens verstrekken over alle nieuwe voertuigen die voor het eerst in de Unie worden geregistreerd.

Als laatste stap zullen ambitieuze CO2-normen worden bepaald voor de emissies van zware bedrijfsvoertuigen; de rapporteur hoopt dat de Commissie het desbetreffende voorstel indient in het eerste trimester van 2018, zodat het voor het einde van deze legislatuur kan worden goedgekeurd.

De rapporteur is het eens met de benadering van de Commissie en het parcours dat tot dusver is gevolgd om te komen tot de vaststelling van normen inzake de CO2-emissies van zware bedrijfsvoertuigen, maar vindt het nodig enkele wijzigingen aan te brengen om het voorstel voor een verordening nog aan te scherpen.

In de eerste plaats moet duidelijker het verband worden aangegeven tussen het voorstel voor een verordening inzake monitoring en rapportering en het voorstel voor de certificeringsverordening, met name wat de respectieve toepassingsgebieden betreft.

Met de door de rapporteer voorgestelde amendementen wordt verduidelijkt dat de fabrikanten aan de Commissie alleen de gegevens moeten verstrekken over de voertuigtypen die onder de certificeringsverordening vallen.

De lidstaten moeten daarentegen gegevens verstrekken over alle nieuwe voertuigen die voor het eerst in de Unie worden geregistreerd.

Omdat de certificeringsverordening zich zal ontwikkelen in opeenvolgende fasen, is het belangrijk dat de Commissie zo spoedig mogelijk een tijdschema opstelt met duidelijke termijnen en werkwijzen voor de toepassing van de VECTO-software op de diverse typen zware bedrijfsvoertuigen waarvoor nog geen regelgeving bestaat, zoals bussen, sommige typen vrachtwagens en aanhangwagens, elektrische en hybride zware bedrijfsvoertuigen en zware bedrijfsvoertuigen die worden aangedreven met alternatieve brandstoffen die beschikbaar zullen worden op de markt, en dat de conformiteitsprocedure en de werking van de VECTO-software voor deze diverse voertuigtypen wordt geactualiseerd.

Een ander essentieel element waarvoor de rapporteur besloten heeft actie te ondernemen, heeft betrekking op de transparantie van het systeem.

De amendementen die de rapporteur indient, hebben als doel volledige markttransparantie te creëren, zodat wordt voorzien in de bestaande informatieleemten en de exploitanten in de sector met meer kennis van zaken aankoopbeslissingen kunnen nemen, de fabrikanten meer gestimuleerd worden om te innoveren en de overheid toegang krijgt tot volledige gegevens voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid te bevordering van het gebruik van zware bedrijfsvoertuigen die efficiënter zijn en minder vervuilen, bijvoorbeeld oor middel van belastingen en verkeersheffingen.

Om deze doelstelling te realiseren acht de rapporteur het nuttig in bijlage I, deel B, waar de gegevens staan opgesomd die de fabrikanten moeten monitoren rapporteren aan de Commissie, de resultaten van het testen van de conformiteit van de productie toe te voegen.

De gegevens in bijlage I, deel B, worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën: gegevens die moeten worden gerapporteerd aan de Commissie en bekend moeten worden gemaakt aan het publiek en gegevens die moeten worden gerapporteerd aan de Commissie, die, als voldaan is aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1367/2006, de gegevens kan doorgeven aan de derden die erom hebben verzocht.

Deze derden, bijvoorbeeld universiteiten, onderzoekscentra, ngo's, regio's enz. zullen op die manier onafhankelijke verificaties kunnen uitvoeren van de authenticiteit van de door de fabrikanten verstrekte gegevens, zodat nieuwe schandalen als dat van de dieselemissies van auto's (dieselgate) en de vorming van nieuwe, toekomstige kartels, zoals hetgeen waarvoor de Commissie onlangs boetes heeft opgelegd, waarbij de belangrijkste vrachtwagenfabrikanten betrokken waren, kunnen worden voorkomen.

De rapporteur vraagt de Commissie bovendien zo spoedig mogelijk een test te ontwikkelen voor het verifiëren van de CO2-emissies van zware bedrijfsvoertuigen op de weg, in reële omstandigheden, om eventuele verschillen te kunnen vaststellen tussen de gesimuleerde en de effectieve CO2-waarden van een voertuig, waarbij de tests moeten worden uitgevoerd onder toezicht van onafhankelijk organen en de resultaten overeenkomstig de onderhavige verordening moeten worden gemonitord en gerapporteerd.

Wat het rapport betreft dat de Commissie jaarlijks moet publiceren, acht de rapporteur het belangrijk dat de gerapporteerde gegevens niet alleen worden geaggregeerd per lidstaat en per fabrikant, maar dat ook rekening wordt gehouden met de diverse productassortiment van de fabrikanten en de opdrachtprofielen van de diverse voertuigen, om gedeeltelijke en vervormde interpretaties van de gegevens te voorkomen en te zorgen voor een betere afspiegeling van de realiteit.

Voorts is de rapporteur van mening dat, wat de verificaties betreft van de kwaliteit van de gegevens die de lidstaten en de fabrikanten overeenkomstig de onderhavige verordening aan de Commissie moeten verstrekken, moet worden voorzien in administratieve boetes ingeval onregelmatigheden of verschillen worden vastgesteld, bijvoorbeeld de rapportering van andere gegevens dan degene die gecertificeerd zijn of slechts een gedeeltelijke rapportering van gegevens.

Tot slot is de rapporteur van mening dat, om ervoor te zorgen dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de bijgehouden en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren, deze maatregelen moeten worden vastgesteld door middel van gedelegeerde handelingen.

ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme (8.12.2017)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de monitoring en de rapportering van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen
(COM(2017)0279 – C8-0168/2017 – 2017/0111(COD))

Rapporteur: Nicola Caputo

BEKNOPTE MOTIVERING

De EU heeft zichzelf ambitieuze doelstellingen gesteld om de uitstoot tot 2030 terug te dringen, waaraan de vervoerssector moet bijdragen. De sector zware bedrijfsvoertuigen is een grote bron van emissies, die goed is voor 5 % van de totale uitstoot in de EU, ongeveer 20 % van alle vervoersemissies en bijna 25 % van de emissies van het wegvervoer. Als er geen actie wordt ondernomen, zal de laatstgenoemde categorie waarschijnlijk stijgen naar ongeveer 30 % in 2050.

Tegelijkertijd zijn de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen tot nu toe niet op objectieve en vergelijkbare wijze bijgehouden, en daarom zijn er geen betrouwbare gegevens beschikbaar over de omvang daarvan op wagenpark- en voertuigniveau. Op dit moment is de informatie omtrent brandstofgebruik waarover kopers van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen beschikken gebaseerd op verschillende test- en simulatiemethoden die afhankelijk zijn van de fabrikant en dus niet rechtstreeks vergelijkbaar zijn. Deze lacune in de kennis heeft geleid tot: 1) minder concurrerende druk op fabrikanten van zware bedrijfsvoertuigen om innovatie en de inzet van energie-efficiënte technologieën te stimuleren; 2) de situatie dat vervoersbedrijven, in de meeste gevallen kmo's, niet in staat zijn om de meest brandstofefficiënte voertuigen te kiezen en te besparen op hun brandstofkosten; en 3) stokkende maatregelen op nationaal of EU-niveau om de CO2-uitstoot van zware bedrijfsvoertuigen terug te dringen.

Om deze lacune in de kennis te dichten heeft de Commissie in haar strategie voor zware bedrijfsvoertuigen uit 2014 de volgende driestapsbenadering voorgesteld: de eerste maatregel was het ontwikkelen van een IT-simulatie-instrument, de zogeheten VECTO (calculator om het energieverbruik van voertuigen te berekenen) om de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van verschillende zware bedrijfsvoertuigen op vergelijkbare wijze te berekenen bij alle fabrikanten. De tweede stap was de ontwikkeling van een certificeringsmethode voor de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen voordat ze op de EU-markt gebracht worden, uit hoofde van de wetgeving inzake typegoedkeuringen.

Met de laatste stap – het huidige voorstel – wordt deze informatie beschikbaar voor alle belanghebbenden zodat alle relevante gegevens die door de fabrikanten zijn berekend volgens de certificeringsmethode kunnen worden bijgehouden, gerapporteerd en gepubliceerd op EU-niveau en beschikbaar kunnen worden gesteld aan overheidsinstanties, vervoersbedrijven en voertuigfabrikanten.

In dit voorstel voor een verordening worden precieze vereisten vastgesteld voor het toezicht op en de verslaglegging over de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in de EU geregistreerd zijn. Vanaf 2020 moeten de bevoegde autoriteiten in de lidstaten en fabrikanten van zware bedrijfsvoertuigen een lijst met parameters indienen (zoals het brandstofverbruik voor verschillende rijcycli, verschillende maatstaven, CO2-uitstoot, voertuigspecificaties en gebruikte technologieën) van alle nieuwe voertuigen die op de markt zijn gebracht. Het Europees Milieuagentschap zal op Europees niveau een centrale gegevensbank beheren waarin de ingediende gegevens worden opgeslagen die openbaar toegankelijk zullen zijn (behalve bepaalde gevoelige gegevens). De fabrikanten en de bevoegde autoriteiten zullen verantwoordelijk zijn voor de accuraatheid en de kwaliteit van de door hen ingediende gegevens. De Commissie kan echter ook zelf de kwaliteit van de ingediende gegevens verifiëren en in voorkomend geval de noodzakelijke maatregelen nemen om de in het centrale register gepubliceerde gegevens te corrigeren. De Commissie zal een jaarverslag opstellen met haar analyse van de door de lidstaten en de fabrikanten ingediende gegevens. De analyse zal bestaan uit cijfers over het gemiddelde brandstofgebruik en de gemiddelde CO2-uitstoot van het zwarevoertuigenpark van de Unie als geheel en van elke fabrikant afzonderlijk. Ook moet rekening worden gehouden met gegevens over het gebruik van nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën.

De rapporteur is ingenomen met dit voorstel om gegevens over de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuw geregistreerde zware bedrijfsvoertuigen in de EU bij te houden en te verspreiden, aan de hand van een gezamenlijk overeengekomen methode. De brandstofefficiëntie van zware bedrijfsvoertuigen is de laatste decennia weliswaar verbeterd, maar vervoersondernemingen in de EU (overwegend kmo's die slechts enkele voertuigen in gebruik hebben) hebben geen toegang tot gestandaardiseerde informatie om technologieën voor brandstofefficiëntie te evalueren en vrachtwagens te vergelijken en op grond daarvan een weloverwogen aankoopbeslissing te nemen die aansluit op hun behoeften en waarmee ze hun brandstofkosten kunnen terugdringen, die goed zijn voor ongeveer een kwart van hun bedrijfskosten.

Met dit voorstel wordt ook uitvoering gegeven aan de Europese strategie voor emissiearme mobiliteit van 2016, die onder meer als doel heeft de broeikasgasemissies van het wegvervoer tot 2050 met ten minste 60 % te verminderen en de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen drastisch te verlagen. Met het oog daarop mag er niet voorbij worden gegaan aan redelijke maatregelen om tevens de uitstoot van zware bedrijfsvoertuigen te verlagen. In de afgelopen twintig jaar zijn er bindende CO2-limieten ingesteld voor personenauto's en bestelwagens in de EU. Zware bedrijfsvoertuigen worden echter tot nu toe niet onderworpen aan vergelijkbare CO2-limieten. De Commissie is van plan met voorstellen te komen die mogelijk ook emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen omvatten. Dat is echter alleen mogelijk met goed bijgehouden en gerapporteerde CO2-emissies aan de hand van een gezamenlijk overeengekomen methode.

De rapporteur is van mening dat moet worden gegarandeerd dat de officiële VECTO-gegevens over brandstofverbruik en CO2-uitstoot openbaar moet worden gemaakt. Tevens moet de Commissie, nadat de ervaringen met het VECTO-systeem in kaart zijn gebracht, met voorstellen komen om testen voor emissies onder reële rijomstandigheden (RDE) uit te voeren.

AMENDEMENTEN

De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  Om te garanderen dat deze doelstelling wordt verwezenlijkt, moeten de lidstaten betere werkwijzen hanteren bij opleidingen op het gebied van energie-efficiënt rijden, en die opleidingen aanprijzen. Verder moet het gebruik van nieuwe technologieën worden bevorderd die de efficiëntie vergroten en het brandstofverbruik en de CO2-emissies verminderen, naast het gebruik van ontwerpen die aerodynamischer zijn en de optimalisering van het laadplan. Met het oog op de vermindering van het brandstofverbruik moeten de lidstaten overwegen middelen in te zetten voor de modernisering van het HDV-wagenpark en het onderhoud en de verbetering van snelwegen, en het gebruik te bevorderen van banden met een lage rolweerstand, lichtere aanhangwagens en alternatieve brandstoffen zoals waterstof of brandstoffen die afkomstig zijn van de recycling en verwerking van kunststoffen.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Om de Overeenkomst van Parijs te kunnen nakomen, moeten de broeikasgasemissies van de vervoerssector uiterlijk in 2050 vrijwel nihil zijn.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater)  Gezien de doelstelling om tot 2050 toe te werken naar een verlaging van 60 % van de vervoersemissies ten opzichte van 1990, is het belangrijk dat de Commissie de VECTO (calculator om het energieverbruik van voertuigen te berekenen) evalueert en actualiseert om de blijvende efficiëntie en de vergelijkbaarheid van de resultaten te garanderen bij de berekening van het brandstofverbruik en de CO2-emissies van zware voertuigen.

Motivering

De VECTO-methodologie houdt bijvoorbeeld geen rekening met de aerodynamica van aanhangwagens, terwijl daar een aanzienlijke reductie te behalen valt. In de huidige versie van VECTO worden verbeteringen bij aanhangwagens niet meegenomen, omdat de in de VECTO-methodologie gedefinieerde aanhangwagen een "standaard"-aanhangwagen is. Hetzelfde geldt voor het lagere brandstofverbruik dankzij een hybride aandrijving: het VECTO-instrument is in zijn huidige vorm niet bedoeld om dergelijke technologische verbeteringen in acht te nemen.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  De broeikasgasemissies van vrachtwagens, bussen en touringcars (d.w.z. zware bedrijfsvoertuigen) zijn momenteel verantwoordelijk voor ongeveer 25 % van de emissies van het wegvervoer in de Unie en zullen naar verwachting nog toenemen tegen 2030. Er moeten effectieve maatregelen worden genomen om de emissies van zware bedrijfsvoertuigen in te perken, zodat de vervoerssector een bijdrage levert aan de noodzakelijke emissiereductie.

(4)  De broeikasgasemissies van vrachtwagens, bussen en touringcars (d.w.z. zware bedrijfsvoertuigen) zijn momenteel verantwoordelijk voor ongeveer 25 % van de emissies van het wegvervoer en 20 % van alle vervoersemissies in de Unie en zullen naar verwachting snel verder toenemen tegen 2030. Er moeten diverse effectieve en tijdige maatregelen worden genomen om de emissies van zware bedrijfsvoertuigen die in productie of gebruik zijn in te perken, zodat de vervoerssector een bijdrage levert aan de noodzakelijke emissiereductie.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  De bijdrage van diverse maatregelen in verband met vervoersefficiëntie, alternatieve brandstoffen, weginfrastructuur, voertuigtechnologie en -intermodaliteit is noodzakelijk voor de ontwikkeling van een alomvattende aanpak om de emissies in de vervoerssector te verlagen. In het geval van zware bedrijfsvoertuigen kunnen de emissiereducties ook worden verwezenlijkt door oplossingen te ontwikkelen en stimulansen in het leven te roepen voor optimale belading, platooning, het opleiden van bestuurders, de vernieuwing van het voertuigenpark, de vermindering van verkeersopstoppingen en investeringen in infrastructuuronderhoud.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  In haar mededeling van 2014 betreffende een strategie voor de vermindering van het brandstofverbruik en de CO2-emissie13 van zware bedrijfsvoertuigen heeft de Commissie erkend dat dergelijke maatregelen alleen kunnen worden ingevoerd als er een gereguleerde procedure is om de CO2-emissies en het brandstofverbruik te bepalen.

(5)  In haar mededeling van 2014 betreffende een strategie voor de vermindering van het brandstofverbruik en de CO2-emissie13 van zware bedrijfsvoertuigen heeft de Commissie erkend dat dergelijke maatregelen alleen kunnen worden ingevoerd als er een gereguleerde procedure is om de CO2-emissies en het brandstofverbruik te bepalen. In haar mobiliteitspakket "Europa in beweging" van 2017 kwam de Commissie met een voorstel voor normen voor zware bedrijfsvoertuigen voor de eerste helft van 2018. De tijdige publicatie van dat voorstel is cruciaal voor de snelle invoering van dergelijke nieuwe normen.

__________________

__________________

13 COM(2014) 285 final.

13 COM(2014) 285 final.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  De brandstofefficiëntie van zware bedrijfsvoertuigen is de laatste decennia weliswaar verbeterd, maar vervoersondernemingen (overwegend kmo's die slechts enkele voertuigen in gebruik hebben) hebben nog geen toegang tot gestandaardiseerde informatie om brandstofefficiënte technologieën te evalueren en voertuigen te vergelijken teneinde weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen en de brandstofkosten te verlagen die ongeveer een kwart van hun bedrijfskosten vormen.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Informatie over de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moet openbaar worden gemaakt zodat alle marktdeelnemers met kennis van zaken aankoopbeslissingen kunnen nemen. Alle voertuigfabrikanten zullen de prestaties van hun voertuigen kunnen vergelijken met die van andere merken. Dit zal de fabrikanten verder stimuleren om te innoveren en zal hun concurrentievermogen dus versterken. Deze informatie zal beleidsmakers op EU- en lidstaatniveau ook een solide basis bieden voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van het gebruik van energiezuinige voertuigen. Het is dan ook passend dat de waarden inzake CO2-emissie en brandstofverbruik die voor ieder zwaar bedrijfsvoertuig worden bepaald overeenkomstig Verordening (EU) [.../...]15 [Opoce to include correct reference], worden gemonitord, aan de Commissie worden gerapporteerd, en beschikbaar worden gesteld aan het publiek.

(7)  Informatie over de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moet openbaar worden gemaakt zodat alle marktdeelnemers met kennis van zaken aankoopbeslissingen kunnen nemen en derden toezicht kunnen houden op de inspanningen die worden gedaan om CO2-emissies te beperken. Alle voertuigfabrikanten zullen de prestaties van hun voertuigen kunnen vergelijken met die van andere merken. Dit zal de fabrikanten verder stimuleren om te innoveren en zal hun concurrentievermogen dus versterken. Deze informatie zal beleidsmakers op EU- en lidstaatniveau ook een solide basis bieden voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van het gebruik van energiezuinige voertuigen en zal de betrouwbaarheid van het VECTO-instrument ten goede komen, de transparantie verbeteren en innovatie en het concurrentievermogen aanwakkeren. Teneinde de gegevens gemakkelijker te kunnen vergelijken en de kwaliteit en de transparantie van de gegevens te waarborgen, is het dan ook passend dat de waarden inzake CO2-emissie en brandstofverbruik die voor ieder zwaar bedrijfsvoertuig worden bepaald overeenkomstig Verordening (EU) [.../...]15 [Opoce to include correct reference], worden gemonitord, aan de Commissie worden gerapporteerd, en onmiddellijk en op uniforme wijzebeschikbaar worden gesteld aan het publiek op basis van een geharmoniseerde methodiek.

__________________

__________________

15 Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ...,blz. ...).

15 Verordening (EU) [.../...] tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bepaling van de CO2-emissie en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L ... van ..., blz. ...).

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Om een volledig beeld te krijgen van de samenstelling van het zwarevoertuigenpark van de Unie, de ontwikkeling ervan door de jaren heen en het potentiële effect op de uitstoot van CO2, is het passend de registratiegegevens van alle nieuwe zware voertuigen en aanhangwagens, met inbegrip van alle gegevens over de aandrijfsystemen en de carrosserie, te monitoren en te rapporteren.

(8)  Om een volledig beeld te krijgen van de samenstelling van het zwarevoertuigenpark van de Unie, de ontwikkeling ervan door de jaren heen en het potentiële effect op de uitstoot van CO2, is het passend de registratiegegevens van alle nieuwe zware voertuigen en aanhangwagens, met inbegrip van alle gegevens over de efficiëntie van deaandrijfsystemen en motoren en de meest relevante carrosserieonderdelen, te monitoren en te rapporteren. Nauwe samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de voertuigfabrikanten bij het monitoren en rapporteren van de gegevens is belangrijk.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  De gegevens over CO2-emissies en brandstofverbruik zullen beschikbaar zijn voor bepaalde nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in [2019] worden geregistreerd. Vanaf die datum moeten de bevoegde instanties van de lidstaten dan ook worden verplicht om gegevens te verstrekken over nieuwe registraties en moeten fabrikanten worden verplicht de technische gegevens over die voertuigen te verstrekken.

(9)  De gegevens over CO2-emissies en brandstofverbruik zullen beschikbaar zijn voor bepaalde nieuwe zware bedrijfsvoertuigen die in [2019] worden geregistreerd. Vanaf die datum moeten de bevoegde instanties van de lidstaten dan ook worden verplicht om gegevens te verstrekken over nieuwe registraties en moeten fabrikanten worden verplicht op verzoek de technische gegevens over de voertuigen te verstrekken indien deze beschikbaar zijn.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  De technische gegevens die van essentieel belang zijn voor de bepaling van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moeten openbaar worden gemaakt om de voertuigspecificaties en de daarmee samenhangende prestaties transparanter te maken en de concurrentie tussen fabrikanten aan te zwengelen. Alleen informatie die gevoelig ligt met het oog op de bescherming van persoonsgegevens en eerlijke mededinging mogen niet worden bekendgemaakt. Het is echter duidelijk in het algemeen belang dat technische gegevens die van essentieel belang zijn om de prestaties van voertuigen te bepalen ter beschikking worden gesteld. Het publiek mag daarom niet de toegang tot dergelijke gegevens worden ontzegd.

(10)  De technische gegevens die relevant zijn voor de bepaling van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van een voertuig moeten openbaar worden gemaakt om de voertuigspecificaties en de daarmee samenhangende prestaties transparanter te maken en de concurrentie tussen fabrikanten aan te zwengelen. Alleen informatie die gevoelig ligt met het oog op de bescherming van persoonsgegevens en eerlijke mededinging mogen niet worden bekendgemaakt. Aangezien het duidelijk in het algemeen belang is dat technische gegevens die relevant zijn om de prestaties van voertuigen te bepalen en te evalueren ter beschikking worden gesteld, moeten alle gerapporteerde gegevens openbaar worden gemaakt, met uitzondering van persoonsgegevens of commercieel gevoelige gegevens.

 

De Commissie moet beoordelen of het passend is om erkende derden op verzoek geanonimiseerde toegang te verschaffen tot de hierboven genoemde gegevens en onder welke voorwaarden dit moet geschieden zonder de concurrentie in gevaar te brengen, en in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel indienen om deze verordening op dat vlak te wijzigen.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de gemonitorde en gerapporteerde gegevens solide en betrouwbaar zijn. Daarom moet de Commissie de middelen hebben om de uiteindelijke gegevens te verifiëren en, indien nodig, te corrigeren. Daarom moeten in de monitoringvereisten ook parameters worden opgenomen aan de hand waarvan de gegevens adequaat kunnen worden getraceerd en geverifieerd.

(11)  Aangezien de bevoegde autoriteiten van de lidstaten samen met de voertuigfabrikanten verantwoordelijk zijn voor de nauwkeurigheid en kwaliteit van de opgeslagen gegevens (lijst met parameters: brandstofverbruik tijdens de verschillende rijcycli, CO2-emissies, specificaties van de voertuigen en gebruikte technologieën), is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de gemonitorde en gerapporteerde gegevens solide en betrouwbaar zijn. Daarom moet de Commissie de middelen hebben om de uiteindelijke gegevens te verifiëren en, indien nodig, te corrigeren. Daarom moeten in de monitoringvereisten ook parameters worden opgenomen aan de hand waarvan de gegevens adequaat kunnen worden getraceerd en geverifieerd, waarbij altijd de privacywetgeving terdege in acht moet worden genomen.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  De Commissie moet, na de ervaringen met de calculator om het energieverbruik van voertuigen te berekenen (VECTO) in kaart te hebben gebracht, met wetgevingsvoorstellen komen om de emissies van zware bedrijfsvoertuigen onder reële rijomstandigheden te testen.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om voor gelijkvormige voorwaarden voor de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde bepalingen inzake de verificatie en correctie van de gecontroleerde data te zorgen, moeten de uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

Schrappen

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de gegevensvereisten en de monitoring- en rapporteringsprocedures ook op langere termijn relevant blijven om te bepalen welk aandeel van de totale uitstoot van CO2 is toe te schrijven aan het zwarevoertuigenpark, en om de beschikbaarheid van gegevens over nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de in de bijlagen vastgestelde gegevensvereisten en monitoring- en rapporteringsprocedures. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de gegevensvereisten en de monitoring- en rapporteringsprocedures ook op langere termijn relevant blijven om te bepalen welk aandeel van de totale uitstoot van CO2 is toe te schrijven aan het zwarevoertuigenpark, en om de beschikbaarheid van gegevens over nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën te garanderen en de passende controle en correctie van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de in de bijlagen vastgestelde gegevensvereisten en monitoring- en rapporteringsprocedures. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Centraal register voor gegevens over zware bedrijfsvoertuigen

Centrale databank voor gegevens over zware bedrijfsvoertuigen

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie houdt een centraal register bij voor de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens. Het register wordt openbaar gemaakt, met uitzondering van de gegevens van de velden 1, 24, 25, 32, 33, 39 en 40 als gespecificeerd in deel B van bijlage I.

1.  De Commissie houdt een centrale databank bij voor de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens. De databank wordt openbaar gemaakt, is gratis toegankelijk in een digitaal doorzoekbaar formaat met uitzondering van de gegevens van de velden 1, 4, 5, 23, 24, 25, 32, 33, 39 en 40 als gespecificeerd in deel B van bijlage I. Voordat de gegevens openbaar gemaakt worden, stelt de Commissie de lidstaten en de fabrikanten in kwestie op de hoogte. De Commissie beoordeelt of het passend is om erkende derden op verzoek geanonimiseerde toegang te verschaffen tot de in de eerste alinea genoemde gegevens en onder welke voorwaarden dit moet geschieden zonder de concurrentie in gevaar te brengen, en in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel indienen om deze verordening op dat vlak te wijzigen.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De Commissie kan zelf de kwaliteit van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens verifiëren.

2.  De Commissie verifieert zelf regelmatig de kwaliteit van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 gerapporteerde gegevens aan de hand van een representatief monster. Zij kan controles uitvoeren om de kwaliteit te verifiëren van de methoden die gehanteerd zijn om de gegevens te verkrijgen, daarbij gebruikmakend van alle beschikbare en passende test- en meettechnologieën.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Wanneer de Commissie op fouten in de gegevens wordt gewezen of op basis van haar eigen verificatie discrepanties in de dataset vaststelt, neemt zij waar passend de nodige maatregelen om de gegevens in het in artikel 6 vermelde centrale register te corrigeren.

3.  Wanneer de Commissie op fouten in de gegevens wordt gewezen of op basis van haar eigen verificatie discrepanties in de dataset vaststelt, neemt zij de nodige maatregelen om de gegevens in de in artikel 6 vermelde centrale databank te corrigeren. De lidstaten en de fabrikanten hebben de mogelijkheid fouten binnen drie maanden na de kennisgeving te corrigeren.

 

Wanneer de Commissie vaststelt dat een fabrikant de gegevens opzettelijk heeft vervalst, verzoekt zij de bevoegde instanties onverwijld de gegevens te corrigeren en passende maatregelen te nemen overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Indien melding wordt gemaakt van frauduleuze praktijken of fouten in de bij de Commissie ingediende informatie en gegevens, krijgen de klokkenluiders een specifieke status en bescherming binnen het algemene juridische kader voor de bescherming van klokkenluiders, gezien het risico en het algemeen belang dat met hun melding gemoeid is. Indien deze frauduleuze praktijken zijn gemeld bij de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en/of de voertuigfabrikant en deze niet op deugdelijke wijze zijn gemeld bij de Commissie, kan de Commissie strafmaatregelen nemen door gedelegeerde handelingen vast te stellen.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Uit de analyse blijkt ten minste hoe het zwarevoertuigenpark van de Unie, alsook van dat van elke fabrikant, presteert met betrekking tot het gemiddelde brandstofverbruik en de gemiddelde CO2-emissies. Ook wordt rekening gehouden met het gebruik van nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën, indien deze gegevens beschikbaar zijn.

2.  Uit de analyse blijkt ten minste hoe het zwarevoertuigenpark van de Unie, alsook van dat van elke fabrikant, presteert met betrekking tot het brandstofverbruik en de CO2-emissies voor de verschillende gebruikscycli van de motor, volgens het classificatiesysteem van VECTO. Ook wordt rekening gehouden met het gebruik van nieuwe en geavanceerde CO2-beperkende technologieën, indien deze gegevens beschikbaar zijn, met inbegrip van alternatieve motoren en/of alternatieve brandstoffen. Voor elke categorie vervoersfuncties worden fabrikanten met elkaar vergeleken zodat de vergelijkingen valide zijn.

Motivering

Voertuigfabrikanten bieden hun uitrusting vaak aan voor het uitvoeren van volledig verschillende vervoersfuncties. Zodoende kunnen de prestaties van de fabrikanten niet worden bepaald aan de hand van een eenvoudige prestatievergelijking, aangezien er eigenlijk een vergelijking moet worden uitgevoerd van bijvoorbeeld ritten over hoofdwegen of korte stadsritten.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  De Commissie herziet onverwijld de VECTO-testprocedure, om daarin uiterlijk in 2020 op technologisch neutrale wijze alle categorieën zware bedrijfsvoertuigen, aanhangwagens en alle op alternatieve wijze aangedreven voertuigen, zoals hybride en emissieloze aandrijfsystemen op te nemen, en om alle relevante gegevens te rapporteren.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 9

Schrappen

Toekenning van uitvoeringsbevoegdheden

 

De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de in artikel 7, leden 2 en 3, bedoelde verificatie- en correctiemaatregelen bepalen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11 bedoelde onderzoeksprocedure.

 

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening om te besluiten over de in artikel 7, leden 2 en 3 bedoelde controle- en correctiemaatregelen.

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 11

Schrappen

Comitéprocedure

 

De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 9 van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Comité klimaatverandering. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

 

Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

 

Motivering

Het is cruciaal dat de Commissie beschikt over de passende middelen, procedures en maatregelen voor de uitvoering van haar taak om de kwaliteit van de gemonitorde en gerapporteerde gegevens te controleren en te corrigeren. Die maatregelen moeten dan ook worden vastgesteld met behulp van gedelegeerde handelingen.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – tabel – rij 26 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

26 bis.  overbrengingsrendement

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B – tabel – rij 34 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

34 bis.  asrendement

PROCEDURE – ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Toezicht op en verslaglegging inzake de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen

Document‑ en procedurenummers

COM(2017)0279 – C8-0168/2017 – 2017/0111(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

15.6.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

TRAN

15.6.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Nicola Caputo

30.6.2017

Behandeling in de commissie

11.10.2017

 

 

 

Datum goedkeuring

4.12.2017

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

4

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune, Michael Cramer, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Dieter-Lebrecht Koch, Miltiadis Kyrkos, Marian-Jean Marinescu, Jens Nilsson, Salvatore Domenico Pogliese, Gabriele Preuß, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, Keith Taylor, Pavel Telička, Wim van de Camp, Janusz Zemke, Roberts Zīle

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nicola Caputo, Jakop Dalunde, Mark Demesmaeker, Michael Gahler, Jozo Radoš, Henna Virkkunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Mike Hookem, Claudiu Ciprian Tănăsescu

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

28

+

ALDE

Izaskun Bilbao Barandica, Jozo Radoš, Dominique Riquet, Pavel Telička

ECR

Mark Demesmaeker, Jacqueline Foster, Roberts Zīle

PPE

Georges Bach, Deirdre Clune, Andor Deli, Michael Gahler, Dieter-Lebrecht Koch, Marian-Jean Marinescu, Salvatore Domenico Pogliese, Massimiliano Salini, Henna Virkkunen, Wim van de Camp

S&D

Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Nicola Caputo, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Miltiadis Kyrkos, Jens Nilsson, Gabriele Preuß, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Janusz Zemke

4

-

EFDD

Mike Hookem

VERTS/ALE

Michael Cramer, Jakop Dalunde, Keith Taylor

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Het toezicht op en de verslaglegging inzake de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik van nieuwe zware bedrijfsvoertuigen

Document- en procedurenummers

COM(2017)0279 – C8-0168/2017 – 2017/0111(COD)

Datum indiening bij EP

31.5.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

15.6.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

BUDG

15.6.2017

ITRE

15.6.2017

TRAN

15.6.2017

 

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

29.6.2017

ITRE

21.6.2017

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Damiano Zoffoli

21.6.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

6.11.2017

 

 

 

Datum goedkeuring

24.1.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

24

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marco Affronte, Pilar Ayuso, Catherine Bearder, Ivo Belet, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Alberto Cirio, Birgit Collin-Langen, Seb Dance, Mark Demesmaeker, Stefan Eck, José Inácio Faria, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Arne Gericke, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Jytte Guteland, Anneli Jäätteenmäki, Karin Kadenbach, Kateřina Konečná, Urszula Krupa, Giovanni La Via, Jo Leinen, Peter Liese, Joëlle Mélin, Susanne Melior, Miroslav Mikolášik, Gilles Pargneaux, Bolesław G. Piecha, John Procter, Julia Reid, Frédérique Ries, Daciana Octavia Sârbu, Annie Schreijer-Pierik, Renate Sommer, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Ivica Tolić, Adina-Ioana Vălean, Jadwiga Wiśniewska, Damiano Zoffoli

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nikos Androulakis, Eleonora Evi, Elena Gentile, Rebecca Harms, Martin Häusling, Norbert Lins, Nuno Melo, Ulrike Müller, Marijana Petir, Christel Schaldemose, Bart Staes, Keith Taylor, Carlos Zorrinho

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

France Jamet, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Jiří Maštálka

Datum indiening

30.1.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

36

+

ALDE

Catherine Bearder, Gerben-Jan Gerbrandy, Anneli Jäätteenmäki, Ulrike Müller, Frédérique Ries

ECR

Mark Demesmaeker, Arne Gericke, Julie Girling, John Procter

EFDD

Eleonora Evi

GUE/NGL

Stefan Eck, Kateřina Konečná, Jiří Maštálka

S&D

Nikos Androulakis, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Seb Dance, Elena Gentile, Jytte Guteland, Karin Kadenbach, Jo Leinen, Susanne Melior, Gilles Pargneaux, Christel Schaldemose, Daciana Octavia Sârbu, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Damiano Zoffoli, Carlos Zorrinho

Verts/ALE

Marco Affronte, Rebecca Harms, Martin Häusling, Bart Staes, Keith Taylor

24

-

ECR

Bolesław G. Piecha

EFDD:

Julia Reid

ENF :

France Jamet, Joëlle Mélin

PPE:

Pilar Ayuso, Ivo Belet, Alberto Cirio, Birgit Collin-Langen, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Jens Gieseke, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Giovanni La Via, Peter Liese, Norbert Lins, Nuno Melo, Miroslav Mikolášik, Marijana Petir, Annie Schreijer-Pierik, Renate Sommer, Ivica Tolić, Adina-Ioana Vălean

3

0

ECR

Urszula Krupa, Jadwiga Wiśniewska

PPE

José Inácio Faria

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 12 februari 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid