VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas

11.4.2018 - (COM(2017)0660 – C8-0394/2017 – 2017/0294(COD)) - ***I

Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Jerzy Buzek


Procedure : 2017/0294(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0143/2018

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas

(COM(2017)0660 – C8-0394/2017 – 2017/0294(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0660),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 194, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0394/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Franse Senaat, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van ...[1],

–  gezien het advies van het Comité van de Regio's van ...[2],

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A8-0143/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Deze richtlijn heeft tot doel de resterende obstakels voor de voltooiing van de interne markt voor aardgas, die het gevolg zijn van de niet-toepassing van de marktregels van de Unie op gaspijpleidingen van en naar derde landen, op te heffen. Door de bij deze richtlijn ingevoerde wijzigingen wordt ervoor gezorgd dat de regels die gelden voor gastransmissiepijpleidingen tussen twee of meer lidstaten, binnen de Unie ook gelden voor pijpleidingen van en naar derde landen. Dit zorgt voor de samenhang van het rechtskader binnen de Unie, terwijl concurrentiedistorsies in de interne energiemarkt van de Unie worden voorkomen. Dit zal marktdeelnemers ook meer transparantie en rechtszekerheid bieden over de toepasselijke wettelijke regeling, in het bijzonder investeerders in de gasinfrastructuur en netgebruikers.

(3)  Deze richtlijn heeft tot doel de resterende obstakels voor de voltooiing van de interne markt voor aardgas, die het gevolg zijn van de niet-toepassing van de marktregels van de Unie op gaspijpleidingen van en naar derde landen, op te heffen. Door de bij deze richtlijn ingevoerde wijzigingen wordt ervoor gezorgd dat de regels die gelden voor gastransmissiepijpleidingen tussen twee of meer lidstaten, binnen de Unie ook gelden voor pijpleidingen van en naar derde landen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de interne markt voor aardgas van de Unie. Dit zorgt voor de samenhang van het rechtskader binnen de Unie en biedt ruimte voor de noodzakelijke reflectie over de strategische belangen van de lidstaten en de algemene voorzieningszekerheid en energie-onafhankelijkheid van de Unie, terwijl concurrentiedistorsies in de interne energiemarkt van de Unie worden voorkomen. Dit zal marktdeelnemers ook meer transparantie en rechtszekerheid bieden over de toepasselijke wettelijke regeling, in het bijzonder investeerders in de gasinfrastructuur en netgebruikers.

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Om rekening te houden met de specifieke regels van de Unie die van toepassing zijn op gaspijpleidingen van en naar derde landen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2009/73/EG toe te staan voor pijpleidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn reeds voltooid zijn. De datum voor de toepassing van andere ontvlechtingsmodellen dan ontvlechting van de eigendom moet worden aangepast voor gaspijpleidingen van en naar derde landen.

(4)  Om de energie-unie te voltooien en de regels daarvan te laten gelden voor gaspijpleidingen van en naar derde landen, in volledige overeenstemming met de wetgeving van de Unie, moeten de lidstaten uitsluitend na aanbeveling van de Commissie, met name met betrekking tot de mededinging op en de werking en doeltreffendheid van de interne energiemarkt, de voorzieningszekerheid en de diversificatie van energiebronnen en leveranciers, de mogelijkheid hebben om afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2009/73/EG toe te staan voor pijpleidingen die op de datum van goedkeuring van dit voorstel reeds voltooid waren. De datum voor de toepassing van andere ontvlechtingsmodellen dan ontvlechting van de eigendom moet worden aangepast voor gaspijpleidingen van en naar derde landen.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  De toepasselijkheid van Richtlijn 2009/73/EG voor gaspijpleidingen van en naar derde landen blijft beperkt tot de territoriale grenzen van het rechtsgebied van de Unie. Wat betreft de offshorepijpleidingen, moet zij in de territoriale wateren en de exclusieve economische zones van de lidstaten van toepassing zijn.

(5)  De toepasselijkheid van Richtlijn 2009/73/EG voor gaspijpleidingen van en naar derde landen blijft beperkt tot de territoriale grenzen van het rechtsgebied van de Unie. Wat betreft de offshorepijpleidingen, moet zij in de territoriale wateren en de exclusieve economische zones van de lidstaten van toepassing zijn, in overeenstemming met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos).

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  De lidstaten moeten concrete maatregelen nemen ter ondersteuning van een breder gebruik van biogas en uit biomassa verkregen gas, groene waterstof en synthetisch methaan uit hernieuwbare energie, waarvan de producenten zonder discriminatie toegang tot het gasnet moeten krijgen, mits die toegang permanent verenigbaar is met de relevante technische voorschriften en veiligheidsnormen.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  De lidstaten moeten waarborgen dat, rekening houdend met de nodige kwaliteitsvoorschriften, biogas en/of gas uit biomassa, groene waterstof en synthetisch methaan uit hernieuwbare energie en andere soorten gas een niet-discriminerende toegang tot het gasnet krijgen, op voorwaarde dat deze toegang permanent verenigbaar is met de desbetreffende technische regels en veiligheidsnormen. Deze regels en normen moeten het technisch mogelijk en veilig maken dat deze gassen worden ingevoerd in en getransporteerd via het aardgasnet, en moeten ook rekening houden met de chemische kenmerken van deze gassen.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 1 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-1)  Artikel 1, lid 2, wordt vervangen door:

2.  De bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften voor aardgas, waartoe ook LNG behoort, zijn tevens op niet-discriminerende wijze van toepassing op biogas en uit biomassa verkregen gas, voor zover het technisch mogelijk en veilig is dergelijke gassen te injecteren in en te transporteren via het aardgassysteem.

"2.  De bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften voor aardgas, waartoe ook LNG behoort, zijn tevens op niet-discriminerende wijze van toepassing op biogas en uit biomassa verkregen gas, groene waterstof en synthetisch methaan uit hernieuwbare energie en andere soorten gas, voor zover het technisch mogelijk en veilig is dergelijke gassen te injecteren in en te transporteren via het aardgassysteem."

(http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2009:211:0094:0136:nl:PDF)

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1 bis)   Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"2 bis.  Wat betreft de gasinfrastructuur die een lidstaat verbindt met een derde land, is deze richtlijn van toepassing binnen de territoriale grenzen van het rechtsgebied van de Unie. Wat betreft de offshorepijpleidingen, is deze richtlijn van toepassing in de territoriale wateren en de exclusieve economische zones van de lidstaten."

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 2 – punt 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17)  "interconnector": transmissieleiding die een grens tussen lidstaten of tussen lidstaten en derde landen overschrijdt of overspant, tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie;

(17)  "gasinterconnector": transmissieleiding, met inbegrip van de fysieke entrypunten uit en exitpunten naar een derde land, die een grens tussen lidstaten of tussen lidstaten en derde landen overschrijdt of overspant, tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie, met inbegrip van de territoriale wateren en de exclusieve economische zones van de lidstaten;

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 9 – lid 8 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) Aan lid 8 wordt de volgende zin toegevoegd:

 

"De Commissie wordt onverwijld in kennis gesteld van elk besluit dat genomen werd overeenkomstig de tweede alinea, letter b), van dit lid, samen met alle relevante informatie."

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 9 – lid 9 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie wordt onverwijld in kennis gesteld van elk besluit dat genomen werd overeenkomstig de tweede alinea, letter b), van dit lid, samen met alle relevante informatie.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 34 – lid 4 – zin 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Aan artikel 34, lid 4, wordt de volgende vierde zin toegevoegd:

 

"Wanneer de derde landen waarmee overleg moet worden gepleegd, niet op het overleg ingaan, mogen de betrokken lidstaten het vereiste besluit nemen."

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 36 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-a)  Lid 1 wordt vervangen door:

1.  Grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten, dat wil zeggen interconnectoren, LNG- en opslaginstallaties, kunnen op verzoek voor een vastgestelde periode worden ontheven van het bepaalde in de artikelen 9, 32, 33 en 34, en artikel 41, leden 6, 8 en 10, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

"1.  Grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten, dat wil zeggen gasinterconnectoren, LNG- en opslaginstallaties die na 1 januari 2019 met hun commerciële activiteiten starten, kunnen op verzoek voor een vastgestelde periode van maximum 5 jaar worden ontheven van het bepaalde in de artikelen 9, 32, 33 en 34, en artikel 41, leden 6, 8 en 10, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:

a)   de investering versterkt de mededinging bij de levering van gas en versterkt de leverings- en voorzieningszekerheid;

a)  de investering versterkt de mededinging bij de levering van gas en versterkt de leverings- en voorzieningszekerheid;

b)   het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend;

b)  het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend;

c)   de infrastructuur is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd;

c)  de infrastructuur is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd;

d)   er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die infrastructuur; en

d)  er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die infrastructuur; en

e)   de ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne markt voor aardgas, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waaraan die infrastructuur is gekoppeld.

e)  de ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging op de relevante markten waarop de investering waarschijnlijk een effect zal hebben, de efficiënte werking van de interne markt voor aardgas van de Unie, de efficiënte werking van het betrokken gereguleerde systeem of de diversificatie en de aardgasvoorzieningszekerheid van en -levering in de Unie of een lidstaat."

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1520584216051&uri=CELEX:32009L0073)

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter -a (nieuw)") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter -a (nieuw)" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 36 – lid 3 – zin 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de betrokken infrastructuur onder het rechtsgebied van een lidstaat en één of meer derde landen valt, raadpleegt de nationale regulerende instantie de betrokken autoriteiten van de derde landen alvorens een besluit te nemen.

Alvorens het besluit te nemen, raadpleegt de nationale regulerende instantie:

 

a)  de nationale regulerende instanties van de lidstaten waarvan de markten waarschijnlijk een effect zullen ondervinden van de nieuwe infrastructuur; en

 

b)  de betrokken autoriteiten van de derde landen, wanneer de betrokken infrastructuur onder het rechtsgebied van een lidstaat en één of meer derde landen valt.

 

Wanneer de autoriteiten van derde landen waarmee overleg moet worden gepleegd, niet binnen drie maanden op het overleg ingaan, mag de betrokken nationale regulerende instantie het vereiste besluit nemen.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 36 – lid 4 – alinea 2 – zin 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de betrokken infrastructuur ook onder het rechtsgebied van één of meer derde landen valt, plegen de nationale regelgevende instanties van de lidstaten overleg met de bevoegde autoriteiten van de derde landen alvorens een besluit te nemen, om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze richtlijn met betrekking tot de betrokken infrastructuur consequent worden toegepast tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie.

Wanneer de betrokken infrastructuur ook onder het rechtsgebied van één of meer derde landen valt, plegen de nationale regelgevende instanties van de lidstaten overleg met de bevoegde autoriteiten van de derde landen alvorens een besluit te nemen, om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze richtlijn met betrekking tot de betrokken infrastructuur consequent worden toegepast tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie. Dergelijke besluiten worden onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht, samen met alle relevante informatie.

 

Wanneer de autoriteiten van derde landen waarmee overleg moet worden gepleegd, niet binnen drie maanden op het overleg ingaan, mag de betrokken nationale regulerende instantie het vereiste besluit nemen.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 36 – lid 6 – alinea 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

b bis)  Lid 6, tweede alinea, wordt vervangen door:

Bij de besluitvorming over de ontheffing wordt per geval nagegaan of er voorwaarden gesteld moeten worden met betrekking tot de duur van de ontheffing en de niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur. Bij de vaststelling van deze voorwaarden wordt met name rekening gehouden met de aan te leggen extra capaciteit of de wijziging van de bestaande capaciteit, de looptijd van het project en de nationale omstandigheden.

"Bij de besluitvorming over de ontheffing wordt per geval nagegaan of er voorwaarden gesteld moeten worden met betrekking tot de duur van de ontheffing en de niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur. Bij de vaststelling van deze voorwaarden wordt met name rekening gehouden met de aan te leggen extra capaciteit of de wijziging van de bestaande capaciteit, de looptijd van het project en de nationale omstandigheden, alsook met de diversificatie en de aardgasvoorzieningszekerheid van en -levering in de Unie of een lidstaat."

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b bis (nieuw)") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b bis (nieuw)" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b ter (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 36 – lid 9 – alinea 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

b ter)  Lid 9, eerste alinea, wordt vervangen door:

Binnen twee maanden na ontvangst van een kennisgeving kan de Commissie een besluit nemen waarbij zij de kennisgevende instanties verzoekt het besluit tot verlening van een ontheffing te wijzigen of in te trekken. Deze termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de kennisgeving. Die termijn van twee maanden kan met twee extra maanden worden verlengd indien de Commissie om aanvullende informatie verzoekt. Deze termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de volledige informatie. De termijn van twee maanden kan ook worden verlengd wanneer zowel de Commissie als de betrokken regulerende instantie daarmee instemt.

"Binnen twee maanden na ontvangst van een kennisgeving kan de Commissie een besluit nemen waarbij zij de kennisgevende instanties verzoekt het besluit tot verlening van een ontheffing te wijzigen of in te trekken. Wanneer de Commissie een dergelijk besluit neemt ten aanzien van nieuwe gasinfrastructuur van en naar een derde land, houdt zij rekening met eventuele beperkende maatregelen, zoals economische sancties, die de Unie aan dat derde land heeft opgelegd. De termijn van twee maanden kan met twee extra maanden worden verlengd indien de Commissie om aanvullende informatie verzoekt. Deze termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de volledige informatie. De termijn van twee maanden kan ook worden verlengd wanneer zowel de Commissie als de betrokken regulerende instantie daarmee instemt."

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1520584216051&uri=CELEX:32009L0073)

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b ter (nieuw)") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b ter (nieuw)" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw)

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 41 – lid 8

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(6 bis)   In artikel 41 wordt lid 8 vervangen door:

8.  Bij de vaststelling of goedkeuring van de tarieven of methoden en de balanceringsdiensten zorgen de regulerende instanties ervoor dat de transmissie- en distributiesysteembeheerders passende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie te verbeteren, de marktintegratie en de leverings- en voorzieningszekerheid te versterken en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen.

"8.  Bij de vaststelling of goedkeuring van de tarieven of methoden en de balanceringsdiensten zorgen de regulerende instanties ervoor dat de transmissie- en distributiesysteembeheerders passende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie te verbeteren, de marktintegratie en de leverings- en voorzieningszekerheid te versterken en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen. Wat betreft de infrastructuur die een lidstaat verbindt met een derde land tussen de grens van het rechtsgebied van de Unie en het eerste interconnectiepunt met het netwerk van de Unie, moet bij de vaststelling van de tarieven of methoden rekening worden gehouden met alle kosten van het project."

De referentie naar het wijzigingsvoorstel in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw)") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 42 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  Regulerende instanties plegen overleg en werken samen met de betrokken autoriteiten van derde landen wat de werking van de gaspijpleidingen van en naar derde landen betreft, om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze richtlijn met betrekking tot de betrokken infrastructuur consequent worden toegepast tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie.

6.  Regulerende instanties plegen overleg en werken samen met de betrokken autoriteiten van derde landen wat de werking van de gaspijpleidingen van en naar derde landen betreft, om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze richtlijn met betrekking tot de betrokken infrastructuur consequent worden toegepast tot aan de grens van het rechtsgebied van de Unie.

 

Wanneer de autoriteiten van derde landen waarmee overleg moet worden gepleegd, niet binnen drie maanden op het overleg ingaan, mag de betrokken nationale regulerende instantie het vereiste besluit nemen.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 7") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 6" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 49 – lid 9 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Met betrekking tot de gaspijpleidingen van en naar derde landen die vóór [PO: datum van goedkeuring van deze richtlijn] zijn voltooid, mogen de lidstaten afwijken van de artikelen 9, 10, 11 en 32 en van artikel 41, leden 6, 8 en 10, voor de gedeelten van die pijpleidingen tussen de grens van het rechtsgebied van de Unie en het eerste interconnectiepunt, op voorwaarde dat de afwijking niet ten koste gaat van de mededinging op of de efficiënte werking van de interne markt voor aardgas in de Unie of van de energievoorzieningszekerheid in de Unie.

Met betrekking tot de gaspijpleidingen van en naar derde landen die vóór [PO: datum van goedkeuring van dit voorstel] zijn voltooid, mogen de lidstaten, na aanbeveling van de Commissie, tijdelijk afwijken van de artikelen 9, 10, 11 en 32 en van artikel 41, leden 6, 8 en 10, voor de gedeelten van die pijpleidingen tussen de grens van het rechtsgebied van de Unie en het eerste interconnectiepunt, op voorwaarde dat de afwijking niet ten koste gaat van de mededinging op of de efficiënte werking van de interne markt voor aardgas in de Unie of van de energievoorzieningszekerheid in de Unie. De Commissie, de Groep coördinatie gas en het Agentschap worden onverwijld van een dergelijke ontwerpafwijking in kennis gesteld, samen met alle relevante informatie en een gedetailleerde analyse van het effect van de afwijking en de gaspijpleiding op de interne markt voor aardgas en de voorzieningszekerheid in de Unie. Binnen drie maanden na de datum van ontvangst van een dergelijke kennisgeving doet de Commissie een aanbeveling over de vraag of de afwijking in overeenstemming is met de geldende voorschriften inzake mededinging, de doeltreffende werking van de markt en de voorzieningszekerheid in de Unie, alsook met de relevante beginselen en hoofddoelstellingen van het energiebeleid van de Unie, inclusief die van de energie-unie. In bijzonder complexe gevallen mag de Commissie de in dit lid bedoelde termijn met drie extra maanden verlengen. De Groep coördinatie gas en het Agentschap kunnen de Commissie hun opmerkingen voorleggen over de vraag of de ontwerpafwijking in overeenstemming is met de in dit artikel neergelegde beginselen. De Commissie maakt de aanbeveling onverwijld openbaar. De betrokken lidstaat houdt ten volle rekening met de aanbeveling van de Commissie. Indien de betrokken lidstaat afwijkt van de aanbeveling van de Commissie, moet de lidstaat dit afdoende motiveren op basis van betrouwbare data en objectieve criteria, en deze motivering openbaar maken. In geen geval wordt een afwijking toegestaan vóór de Commissie haar aanbeveling heeft uitgebracht of vóór de termijn voor het uitbrengen van de aanbeveling is verstreken.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 8") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 7" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 49 – lid 9 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De afwijking is in de tijd beperkt; er kunnen voorwaarden aan worden verbonden die bijdragen tot de verwezenlijking van de hierboven vermelde eisen.

De afwijking is in de tijd beperkt; er worden voorwaarden aan verbonden die bijdragen tot de verwezenlijking van de hierboven vermelde eisen.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 8") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 7" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Richtlijn 2009/73/EG

Artikel 49 – lid 9 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de betrokken pijpleiding in het rechtsgebied van meer dan één lidstaat ligt, besluit de lidstaat in het rechtsgebied waarvan het eerste interconnectiepunt ligt over een afwijking voor de pijpleiding.

Wanneer de betrokken pijpleiding in het rechtsgebied van meer dan één lidstaat ligt, besluit de lidstaat in het rechtsgebied waarvan het eerste fysieke exitpunt van de interconnector ligt over een afwijking voor de pijpleiding. Vóór een dergelijke afwijking wordt verleend, pleegt de lidstaat in het rechtsgebied waarvan het eerste interconnectiepunt ligt overleg met de lidstaten waarmee de infrastructuur van deze lidstaat is verbonden, waarbij die lidstaten toegang krijgen tot alle relevante informatie, en houdt deze lidstaat rekening met het advies van die lidstaten.

[De referentie naar het wijzigingsbesluit in het kopje ("Artikel 1 – alinea 1 – punt 8") stemt overeen met "Artikel 1 – alinea 1 – punt 7" van het Commissievoorstel. Deze discrepantie is te wijten aan een foute nummering in het Commissievoorstel (Artikel 1, alinea 1, punt 3 komt twee keer voor), in alle taalversies behalve Hongaars.]

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [PO: één jaar na inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [PO: drie maanden na inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

TOELICHTING

Energieveiligheid en het waarborgen van betaalbare en duurzame energie voor alle Europese consumenten zijn de belangrijkste doelstellingen van de strategie voor de energie-unie die op 25 februari 2015 door de Commissie is vastgesteld. Om deze doelstellingen te verwezenlijken is een samenhangend en stabiel wettelijk kader nodig. De rapporteur toont zich dan ook verheugd over de vaststelling van het voorstel tot wijziging van de bestaande gasrichtlijn door de Commissie, die hiermee tegemoetkomt aan herhaalde oproepen van leden van het Europees Parlement. Naar de mening van de rapporteur toont dit voorstel, met zijn beperkte reikwijdte en veeleer technische inhoud, dat ruimere bepalingen van de richtlijn reeds algemeen toegepast worden. Hij is er echter van overtuigd dat de voorgestelde herziening een antwoord biedt op de lacunes in de regelgeving die het gevolg zijn van uiteenlopende interpretaties van de bestaande wetgeving en de selectieve benadering van sommige lidstaten en sommige marktdeelnemers bij de toepassing van de richtlijnen van het derde energiepakket op gaspijplijnen die de Europese Unie binnenkomen.

Ongeacht artikel 194 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (het "Verdrag van Lissabon") laat de bijgewerkte richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad geen enkele ruimte voor twijfel of onjuiste interpretatie met betrekking tot het feit dat de energievoorschriften van de Unie volledig van toepassing zijn op alle gasinfrastructuur van en naar derde landen tot de territoriale grenzen van het rechtsgebied van de Unie. Wat betreft offshorepijpleidingen zijn de voorschriften van de Unie van toepassing in de territoriale wateren en de exclusieve economische zones van de lidstaten. Deze voorschriften omvatten de scheiding van transportnetbeheerders, toegang voor derde partijen, tariefregelingen en transparantievereisten, en zijn van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de interne energiemarkt van de EU alsook voor de voorzieningszekerheid en energie-onafhankelijkheid, met name in de context van de toenemende gasinvoer van de Unie.

De rapporteur onderschrijft ook het voorstel van de Commissie om de definitie van "interconnector" aan te passen, zodat deze ook geldt voor infrastructuur die de EU met derde landen verbindt. Dat is volledig in overeenstemming met vroegere voorstellen van de Commissie in het kader van het pakket "Schone energie voor alle Europeanen" en vormt een nieuwe stap in de richting van de noodzakelijke compatibiliteit van de elektriciteits- en gasmarkten in de Unie.

Het voorstel van de Commissie tot wijziging van de geldende gasrichtlijn, dat volledige juridische duidelijkheid en transparantie geeft over de geldende wetgeving, verzekert volgens de rapporteur een gelijk speelveld voor alle deelnemers op de energiemarkt van de EU en biedt investeringszekerheid en -voorspelbaarheid op de lange termijn. Dit zijn sleutelelementen voor elke betrouwbare investeerder of beheerder die bereid is zich te houden aan eerlijke en gelijke voorschriften. Deze elementen zijn echter ook van vitaal belang voor de Europese burgers en industrie. Zij versterken de marktconcurrentie en moeten dus leiden tot lagere prijzen en niet-discriminerende behandeling van alle klanten. Tot slot zijn de voorgestelde wijzigingen belangrijk voor de voltooiing en voor de veerkracht van onze energie-unie, gebaseerd op beginselen en waarden, niet op uitzonderingen.

Rekening houdend met wat voorafgaat, meent de rapporteur dat het voorstel van de Commissie aan het gestelde doel beantwoordt en tegemoetkomt aan de algemene verwachtingen van het Europees Parlement. Hij stelt echter voor om de bepalingen aan te vullen en verder te versterken, in overeenstemming met de aanpak van de Commissie.

De rapporteur doet de onderstaande voorstellen.

1)  Om alle twijfel over de territoriale reikwijdte van het rechtsgebied van de lidstaten weg te nemen, moet de territoriale toepasbaarheid van de richtlijn in de tekst ervan worden gepreciseerd, door de bewoordingen van overweging 5 van de preambule over te nemen. Deze verduidelijking biedt een grotere rechtszekerheid en helpt verdere onjuiste interpretaties van de gasrichtlijn te voorkomen, hetgeen de hoofddoelstelling van het Commissievoorstel is.

2)  De nationale regelgevende instanties moeten het recht hebben om tarieven en methoden vast te stellen of goed te keuren waarin rekening wordt gehouden met alle kosten in verband met de aanleg en exploitatie van de gasinfrastructuur tussen de lidstaten en derde landen. Derhalve moeten alle kosten voor gasinfrastructuurprojecten tussen de lidstaten en derde landen naar behoren en op transparante wijze worden aangetoond.

3)  Het kan weliswaar gerechtvaardigd zijn om voor reeds voltooide gasinfrastructuur te voorzien in de mogelijkheid van afwijking van bepaalde voorschriften van de richtlijn, maar de Europese Commissie moet naar behoren bij het desbetreffende besluit worden betrokken. Dit is noodzakelijk om een zo groot mogelijke samenhang van de regelgeving op de interne markt te handhaven en om ervoor te zorgen dat een dergelijke afwijking niet ten koste gaat van de efficiënte werking van de interne markt voor aardgas, van de energievoorzieningszekerheid in de Unie of van de relevante beginselen van het energiebeleid van de Unie, met inbegrip van de hoofddoelstellingen van de energie-unie. Met het oog op de verdere voltooiing van de interne energiemarkt van de Unie moet de duur van een afwijking van bepaalde voorschriften van de richtlijn uitdrukkelijk in de tekst worden vermeld en mag een afwijking niet langer duren dan tien jaar na de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn.

4)  Gezien de beperkte reikwijdte en het technische karakter van het Commissievoorstel, alsook het feit dat het duidelijkheid schept over de toepasbaarheid van het derde energiepakket op projecten waarbij derde landen betrokken zijn, moet een periode van drie maanden voor omzetting volstaan.

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas

Document- en procedurenummers

COM(2017)0660 – C8-0394/2017 – 2017/0294(COD)

Datum indiening bij EP

8.11.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ITRE

29.11.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

ECON

29.11.2017

ENVI

29.11.2017

IMCO

29.11.2017

 

Geen advies

       Datum besluit

ECON

23.1.2018

ENVI

13.12.2017

IMCO

4.12.2017

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Jerzy Buzek

17.11.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

28.11.2017

11.1.2018

22.2.2018

 

Datum goedkeuring

21.3.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

13

9

Bij de eindstemming aanwezige leden

Zigmantas Balčytis, Nikolay Barekov, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, Jonathan Bullock, Cristian-Silviu Buşoi, Reinhard Bütikofer, Jerzy Buzek, Angelo Ciocca, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, Rebecca Harms, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jeppe Kofod, Jaromír Kohlíček, Peter Kouroumbashev, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Christelle Lechevalier, Janusz Lewandowski, Paloma López Bermejo, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Dan Nica, Angelika Niebler, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Dennis Radtke, Julia Reda, Paul Rübig, Massimiliano Salini, Algirdas Saudargas, Sven Schulze, Neoklis Sylikiotis, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Kathleen Van Brempt, Henna Virkkunen, Martina Werner, Hermann Winkler, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Gunnar Hökmark, Luděk Niedermayer, Răzvan Popa, Dominique Riquet, Pavel Telička

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Gerolf Annemans, Rosa D’Amato

Datum indiening

11.4.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

41

+

ALDE

Kaja Kallas, Angelika Mlinar, Morten Helveg Petersen, Dominique Riquet, Pavel Telička

ECR

Nikolay Barekov, Edward Czesak, Ashley Fox, Hans-Olaf Henkel, Zdzisław Krasnodębski, Evžen Tošenovský

PPE

Bendt Bendtsen, Cristian-Silviu Buşoi, Jerzy Buzek, Gunnar Hökmark, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Janusz Lewandowski, Angelika Niebler, Luděk Niedermayer, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Henna Virkkunen, Anna Záborská

S&D

Zigmantas Balčytis, José Blanco López, Adam Gierek, Jeppe Kofod, Miapetra Kumpula-Natri, Edouard Martin, Dan Nica, Miroslav Poche, Răzvan Popa, Kathleen Van Brempt, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho

VERTS/ALE

Reinhard Bütikofer, Jakop Dalunde, Rebecca Harms, Julia Reda, Claude Turmes

13

-

EFDD

Jonathan Bullock

ENF

Gerolf Annemans, Angelo Ciocca, Christelle Lechevalier

GUE/NGL

Jaromír Kohlíček, Neoklis Sylikiotis

PPE

Sven Schulze, Hermann Winkler

S&D

Theresa Griffin, Eva Kaili, Peter Kouroumbashev, Patrizia Toia, Martina Werner

9

0

EFDD

Rosa D'Amato, Dario Tamburrano

GUE/NGL

Xabier Benito Ziluaga, Paloma López Bermejo

PPE

Pilar del Castillo Vera, Nadine Morano, Dennis Radtke, Massimiliano Salini, Vladimir Urutchev

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 28 maart 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid