VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming

22.5.2018 - (COM(2017/0772/2) – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Elisabetta Gardini
Rapporteur voor advies (*):
Željana Zovko, Commissie ontwikkelingssamenwerking
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement


Procedure : 2017/0309(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming

(COM(2017/0772/2) – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017/0772/2)),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 196 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0409/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen en het standpunt in de vorm van amendementen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Begrotingscommissie, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0180/2018),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt de Commissie geen herschikkingen te gebruiken voor de financiering van nieuwe beleidsprioriteiten die in de loop van een lopend meerjarig financieel kader worden vastgesteld, omdat dit onvermijdelijk een negatief effect zal hebben op de uitvoering van andere belangrijke activiteiten van de Unie;

4. verzoekt de Commissie in het volgende meerjarig financieel kader dat in 2021 van start gaat, te voorzien in voldoende financiering voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM), voortbouwend op de huidige herziening van het UCPM;

5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Het EU-mechanisme voor civiele bescherming (hierna "het mechanisme" genoemd), ingesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad12 is gericht op het versterken van de samenwerking tussen de Unie en de lidstaten en het faciliteren van de coördinatie op het terrein van civiele bescherming, om zodoende te komen tot een betere respons van de Unie ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.

(1)  Het EU-mechanisme voor civiele bescherming (hierna "het mechanisme" genoemd), ingesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad12 is gericht op het versterken van de samenwerking tussen de Unie, de lidstaten en hun regio's en het faciliteren van de coördinatie op het terrein van civiele bescherming, om zodoende te komen tot een betere respons van de Unie ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.

_________________

_________________

12 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

12 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kunnen overal ter wereld plaatsvinden, vaak zonder waarschuwing. Of het nu door de mens of door de natuur veroorzaakte rampen betreft, zij komen steeds vaker voor, in steeds extremere en complexere vorm, nog versterkt door de gevolgen van de klimaatverandering, en zonder rekening te houden met nationale grenzen. De gevolgen van rampen voor de mens, het milieu en de economie kunnen aanzienlijk zijn.

(3)  Door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kunnen overal ter wereld plaatsvinden, vaak zonder waarschuwing. Of het nu door de mens of door de natuur veroorzaakte rampen betreft, zij komen steeds vaker voor, in steeds extremere en complexere vorm, nog versterkt door de gevolgen van de klimaatverandering, en zonder rekening te houden met nationale grenzen. De gevolgen van rampen voor de mens, het milieu, de samenleving en de economie kunnen van onvoorzienbare omvang zijn. Helaas kan bij dergelijke rampen opzet in het spel zijn, bijvoorbeeld in het geval van terroristische aanslagen.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Uit recente ervaring is gebleken dat door een beroep te doen op een louter vrijwillig aanbod van wederzijdse bijstand, gecoördineerd en gefaciliteerd door het Uniemechanisme, niet altijd kan worden gegarandeerd dat voldoende capaciteit beschikbaar wordt gesteld om in toereikende mate tegemoet te komen aan de fundamentele behoeften van bevolkingsgroepen die door een ramp worden getroffen, noch dat het milieu en de eigendom in voldoende mate veilig worden gesteld. Dit is speciaal het geval wanneer lidstaten tegelijk worden getroffen door herhaaldelijke rampen en collectieve capaciteit ontoereikend is.

(4)  Uit recente ervaring is gebleken dat door een beroep te doen op een louter vrijwillig aanbod van wederzijdse bijstand, gecoördineerd en gefaciliteerd door het Uniemechanisme, niet altijd kan worden gegarandeerd dat voldoende capaciteit beschikbaar wordt gesteld om in toereikende mate tegemoet te komen aan de fundamentele behoeften van bevolkingsgroepen die door een ramp worden getroffen, noch dat het milieu en de eigendom in voldoende mate veilig worden gesteld. Dit is speciaal het geval wanneer lidstaten tegelijk worden getroffen door herhaaldelijke en onverwachte rampen, of deze nu door de natuur of door de mens veroorzaakt worden, en collectieve capaciteit ontoereikend is. Om dergelijke tekortkomingen te verhelpen en nieuwe gevaren het hoofd te kunnen bieden, dienen alle Unie-instrumenten op geheel flexibele wijze te worden ingezet, onder meer door een actieve participatie van de civiele samenleving te bevorderen. Niettemin moeten de lidstaten passende preventieve maatregelen treffen om in nationale capaciteit te voorzien die volstaat om adequaat te kunnen optreden bij rampen.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)   Het voorkomen van bosbranden is van wezenlijk belang in het kader van de wereldwijde inspanningen ter vermindering van de CO2-uitstoot. De verbranding van bomen en van bodems met een hoog turfgehalte bij bosbranden leidt namelijk tot de uitstoot van CO2. Zo blijkt uit studies dat branden de oorzaak vormen van 20 % van de wereldwijde CO2-uitstoot, hetgeen meer is dan de totale uitstoot van alle vervoermiddelen op aarde (voertuigen, schepen en vliegtuigen).

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie. Tot dit doel moeten de lidstaten op regelmatige basis risico-evaluaties met elkaar delen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties aan elkaar zijn gekoppeld. Daarnaast moet de Commissie in staat worden gesteld om van de lidstaten te eisen hun specifieke preventie- en paraatheidsplannen in verband met specifieke rampen mede te delen, met name om de algemene steunverlening van de Unie voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. De administratieve rompslomp moet worden teruggebracht en het preventiebeleid moet worden versterkt, met inbegrip van de noodzakelijke koppelingen met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen die zijn genoemd in overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/201313.

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie. Tot dit doel moeten de lidstaten op regelmatige basis risico-evaluaties met betrekking tot hun nationale veiligheids- en beveiligingsrisico's met elkaar delen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van de beheersing van door de natuur of door de mens veroorzaakte rampen, waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties aan elkaar zijn gekoppeld. Daarnaast moet de Commissie in staat worden gesteld om van de lidstaten te eisen hun specifieke preventie- en paraatheidsplannen in verband met specifieke rampen, waaronder door de mens veroorzaakte rampen, mede te delen, met name om de algemene steunverlening van de Unie, in het bijzonder van het Europees Milieuagentschap (EEA), voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. Het is absoluut noodzakelijk om de administratieve rompslomp terug te brengen en het preventiebeleid te versterken, onder meer door een sterkere koppeling en samenwerking met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen die zijn genoemd in overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/201313.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Risico's vormen een negatieve prikkel voor de ontwikkeling van regio's. Preventie en risicobeheersing vereisen een bijstelling van beleidsmaatregelen en institutionele kaders en een versterking van de lokale, nationale en regionale capaciteit voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van risicobeheersingsmaatregelen waarbij coördinatie tussen tal van actoren nodig is. Het is van essentieel belang om risicokaarten voor regio's en/of lidstaten op te stellen en de responscapaciteit en preventieve maatregelen te versterken, waarbij bijzondere nadruk moet worden gelegd op klimaatrisico's. Van essentieel belang is ook dat risicokaarten rekening houden met risico's die van de huidige onbestendigheid van het klimaat uitgaan, alsook met prognoses met betrekking tot de ontwikkeling van de klimaatverandering.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  Bij de ontwikkeling van hun risicobeoordeling en risicobeheersplanning dienen de lidstaten rekening te houden met de specifieke risico's voor in het wild levende dieren en het dierenwelzijn. De Commissie dient de verspreiding van informatie over door rampen getroffen dieren in heel Europa te stimuleren. De opleidingsprogramma's en cursussen op dit gebied moeten verder worden ontwikkeld.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 quater)  Veel lidstaten kenden in 2017 een bijzonder lang en hevig bosbrandseizoen, waarbij alleen al in één lidstaat meer dan honderd doden te betreuren waren. Het gebrek aan beschikbare capaciteit, zoals beschreven in het verslag inzake de tekorten van de responscapaciteit1 bis, en het onvermogen van de Europese responscapaciteit in noodsituaties (EERC, of de vrijwillige pool) om tijdig te reageren op alle 17 verzoeken voor bijstand bij bosbranden, hebben aangetoond dat het vrijwillige karakter van de bijdrage van de lidstaten ontoereikend is in het geval van noodsituaties met een grote impact die meerdere lidstaten tegelijk treffen.

 

_________________

 

1 bis Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de vorderingen en resterende tekorten van de Europese responscapaciteit in noodsituaties, 17.2.2017.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 quinquies)  Buurlanden die over dezelfde deskundigheid en structuren beschikken en doorgaans te maken hebben met dezelfde rampen en risico's, zijn de meest aangewezen partners voor een verdieping van de samenwerking.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Er bestaat een noodzaak om het collectieve vermogen tot rampenparaatheid en rampenrespons te versterken met name door wederzijdse steunverlening in Europa. Naast een versterking van de mogelijkheden die reeds worden geboden door de Europese responscapaciteit voor noodsituaties (EERC, of de vrijwillige pool), vanaf heden de "Europese pool voor civiele bescherming" genoemd, moet de Commissie ook rescEU opzetten. De samenstelling van rescEU moet noodresponscapaciteit omvatten inzake bosbranden, grootschalige overstromingen en aardbevingen, alsook een veldhospitaal en medische teams volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie die snel kunnen worden ontplooid.

(6)  Er bestaat een noodzaak om het collectieve vermogen tot rampenparaatheid en rampenrespons te versterken met name door wederzijdse steunverlening in Europa. Naast een versterking van de mogelijkheden die reeds worden geboden door de Europese responscapaciteit voor noodsituaties (EERC, of de vrijwillige pool), vanaf heden de "Europese pool voor civiele bescherming" genoemd, moet de Commissie ook rescEU opzetten. De samenstelling van rescEU moet noodresponscapaciteit omvatten inzake bosbranden, grootschalige overstromingen en aardbevingen, terroristische aanslagen en chemische, biologische, radiologische en nucleaire aanslagen, alsook een veldhospitaal en medische teams volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie die snel kunnen worden ontplooid. In dit verband moet worden benadrukt hoe belangrijk het is om de specifieke capaciteit van de lokale en regionale autoriteiten te versterken en hierbij te betrekken, aangezien zij als eerste bij rampen optreden. Deze autoriteiten moeten samenwerkingsmodellen ontwikkelen waarbinnen gemeenschappen beste praktijken kunnen uitwisselen, waardoor hun de mogelijkheid wordt geboden zelf bij te dragen aan de ontwikkeling van hun weerbaarheid tegen natuurrampen.

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  De regionale en lokale autoriteiten spelen een belangrijke rol bij rampenpreventie en -beheersing en hun responscapaciteit moet op passende wijze worden geïntegreerd in de in het kader van dit besluit uitgevoerde coördinatie- en inzetactiviteiten, in overeenstemming met het institutioneel en juridisch kader van de lidstaten, teneinde overlappingen zoveel mogelijk te voorkomen en interoperabiliteit te bevorderen. Deze autoriteiten kunnen een belangrijke preventieve rol vervullen en moeten tevens als eersten reageren in de nasleep van een ramp, tezamen met hun vrijwilligerscapaciteit. Er is dan ook behoefte aan doorlopende samenwerking op lokaal, regionaal en grensoverschrijdend niveau met het doel gemeenschappelijke waarschuwingssystemen in te voeren voor snelle interventie vóór de rescEU wordt gemobiliseerd, evenals regelmatige voorlichtingscampagnes over maatregelen voor een eerste respons.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de beschikbaarheid te garanderen van capaciteit in gevallen waar een effectieve rampenrespons in andere situaties niet zou kunnen worden verzekerd, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen. Het verstrekken van deze capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons.

(7)  De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare materiële en technische capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, ook in het geval van grensoverschrijdende gebeurtenissen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid en inzetbaarheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de beschikbaarheid te garanderen van materiële en technische capaciteit, waaronder capaciteit voor het redden van ouderen of personen met een handicap, in gevallen waar een effectieve rampenrespons anders niet gewaarborgd zou zijn, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen, zoals grensoverschrijdende epidemieën. Het verstrekken van specifieke passende uitrusting en van capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons. Er moet voor een optimaal en transparant gebruik van de financiële middelen worden gezorgd.

Motivering

Wanneer via het Uniemechanisme capaciteit wordt gemobiliseerd, is snelheid van het allergrootste belang, zoals blijkt uit de tragische gevolgen van de laattijdige inzet van blusvliegtuigen bij de recentste bosbranden in Zuid-Europa. Medefinanciering door de EU moet altijd plaatsvinden op voorwaarde van volledige transparantie en verantwoordingsplicht.

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis)  Veel lidstaten worden geconfronteerd met een gebrek aan materiële en technische uitrusting wanneer zich onverwachte rampen voordoen. Het Uniemechanisme moet het daarom mogelijk maken dat de hoeveelheid materiële en technische uitrusting indien nodig wordt uitgebreid, met name om personen met een handicap, ouderen of zieken te redden.

Amendement    14

Voorstel voor een besluit

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Met het oog op grotere efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen en op grotere samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten is het noodzakelijk een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming op te zetten dat is gebaseerd op bestaande structuren.

(9)  Opleiding, onderzoek en innovatie zijn essentiële aspecten van de samenwerking op het gebied van civiele bescherming. De efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen, de bevordering van innovatie en dialoog alsmede samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten moeten op basis van bestaande structuren worden versterkt, met participatie van en uitwisseling van informatie met kenniscentra, universiteiten, onderzoekers en andere expertise die in de lidstaten aanwezig is.

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Aangezien de versterking van de civiele bescherming in het licht van de evolutie van rampen, zowel aan het weer gerelateerde rampen als rampen die verband houden met interne veiligheid, een van de belangrijkste prioriteiten in de hele Europese Unie is, is het van essentieel belang om de instrumenten van de Unie een sterkere territoriale en vanuit de gemeenschap geleide dimensie te geven, omdat actie vanuit de lokale gemeenschap de snelste en meest effectieve manier is om door rampen veroorzaakte schade te beperken.

Amendement    16

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme.

(10)  Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme, maar niet ten koste van de financiële middelen die zijn toegewezen aan andere belangrijke beleidsterreinen van de Unie, bijvoorbeeld ter bevordering van rechten, gelijkheid en burgerschap, justitie of menselijke ontwikkeling in de hele wereld, waaronder in het bijzonder alle middelen die zijn toegewezen aan programma's en projecten inzake gendergelijkheid en empowerment van vrouwen, aangezien de tenuitvoerlegging van sommige van deze programma's buitengewoon succesvol is gebleken: de betalingstoewijzingen voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" bedroegen de afgelopen drie jaar meer dan 99 %.

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". Een absorptiepercentage van bijna 100 % voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" impliceert dat er geen nieuwe middelen uit dit programma kunnen worden ingezet zonder specifieke projecten en organisaties negatief te beïnvloeden. De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid wijst voortdurend op de noodzaak de middelen voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" te verhogen met het oog op het Daphne-programma en gendergelijkheidsprogramma's.

Amendement    17

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Voor het herziene Uniemechanisme moeten afzonderlijke financiering en begrotingstoewijzingen worden gegarandeerd. Aangezien negatieve gevolgen voor de financiering van bestaande meerjarenprogramma's moeten worden voorkomen, dient de verhoging van de financiering voor de gerichte herziening van het Uniemechanisme in de jaren 2018, 2019 en 2020 uitsluitend afkomstig te zijn van alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/20131 bis van de Raad, waarbij met name een beroep moet worden gedaan op het flexibiliteitsinstrument.

 

___________________

 

1 bis Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". In plaats daarvan moet de nodige aanvullende financiering worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

Amendement    18

Voorstel voor een besluit

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Er bestaat behoefte aan een vereenvoudiging van de procedures van het Uniemechanisme om de toegang van de lidstaten te verzekeren tot de steun en de capaciteit die nodig zijn om zo spoedig mogelijk te antwoorden op natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.

(11)  Er bestaat behoefte aan vereenvoudiging en stroomlijning alsmede meer flexibiliteit van de procedures van het Uniemechanisme om ervoor te zorgen dat lidstaten snel toegang hebben tot de steun en de capaciteit die nodig zijn om zo spoedig en efficiënt mogelijk te reageren op natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.

Amendement    19

Voorstel voor een besluit

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Met het oog op een zo groot mogelijk gebruik van de bestaande financieringsinstrumenten en steun voor de lidstaten bij de hulpverlening, meer bepaald bij rampen buiten de Unie, dient te worden voorzien in een afwijking van artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad14, in gevallen waarin financiering wordt toegstaan uit hoofde van de artikelen 21, 22, en 23 van Besluit nr. 1313/2013/EU.

(12)  Met het oog op een zo groot mogelijk gebruik van de bestaande financieringsinstrumenten en steun voor de lidstaten bij de hulpverlening, waaronder bij rampen buiten de Unie, dient te worden voorzien in een afwijking van artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad14, in gevallen waarin financiering wordt toegestaan uit hoofde van de artikelen 21, 22, en 23 van Besluit nr. 1313/2013/EU. Ondanks deze afwijking moet, in welke toekomstige financiële architectuur van de Unie dan ook, de financiering van activiteiten voor civiele bescherming en in het bijzonder humanitaire hulp, duidelijk gescheiden blijven en volledig in lijn zijn met de verschillende doelstellingen en wettelijke vereisten van de architectuur in kwestie.

__________________

__________________

14 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

14 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Amendement    20

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende preventie-activiteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15. Evenzo moet de samenhang worden verzekerd met internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende preventie-activiteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15. De programma's voor territoriale samenwerking in het kader van het cohesiebeleid voorzien in specifieke acties inzake weerbaarheid tegen rampen, risicopreventie en risicobeheersing, evenals verdere inspanningen voor sterkere integratie en verhoogde synergieën. Verder moeten alle acties samenhangen met en actief bijdragen aan het nakomen van internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

__________________

__________________

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

Amendement    21

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis)  Het is van essentieel belang dat de tot dusver bij het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en informatiesysteem ("Common Emergency Communication and Information System" – CECIS) aangemelde modules worden gehandhaafd opdat op verzoeken om bijstand kan worden gereageerd en deelname aan het opleidingsstelsel in de thans gebruikelijke vorm mogelijk blijft.

Motivering

Dit verschaft een kader voor het verzamelen van gevalideerde informatie over de situatie, het verspreiden van deze informatie onder de lidstaten en het uitwisselen van ervaring die bij de operaties is opgedaan. De handhaving van de aangemelde modules zou voor Oostenrijk betekenen dat tien modules van de brandweerorganisaties van de deelstaten niet uit het systeem zouden worden teruggetrokken.

Amendement    22

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter)  Het is eveneens van belang om het Uniemechanisme, dat zich beperkt tot de periode vlak na een ramp, te koppelen met andere EU-instrumenten die gericht zijn op het herstel van schade, zoals het Solidariteitsfonds.

Amendement    23

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 quater)  Het is van essentieel belang dat het Solidariteitsfonds wordt aangepast door de verplichting in te voeren om milieuschade te herstellen en het bbp per inwoner van de regio of de lidstaat in plaats van het mondiale bbp als indicator te gebruiken voor de goedkeuring ervan, teneinde te voorkomen dat grote dichtbevolkte regio's met een laag welvaartspeil niet in aanmerking komen voor middelen uit het fonds. Het is van groot belang om de door een ramp aan het milieu berokkende schade op economische wijze te waarderen, met name als het om gebieden met een hoge natuurwaarde gaat, zoals beschermde gebieden of gebieden die deel uitmaken van het Natura 2000-netwerk, teneinde die getroffen gebieden te herstellen.

Amendement    24

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 quinquies)  De Unie moet tevens aandacht besteden aan technische bijstand en opleiding, zodat de zelfredzaamheid van gemeenschappen kan worden verbeterd en zij beter voorbereid zijn om snel te reageren en de gevolgen van een ramp binnen de perken te houden. Specifieke opleidingen en training voor personen die taken uitoefenen op het gebied van de openbare veiligheid, zoals gemeenschapsleiders, personeel in de sociale en medische sector, de reddingsdiensten en de brandweer alsmede lokale vrijwilligersgroepen die snel beschikbaar interventiemateriaal paraat hebben, kunnen helpen de gevolgen van een ramp binnen de perken te houden en het aantal dodelijke slachtoffers zowel tijdens als in de nasleep van een crisis te beperken.

Amendement    25

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)  het vergroten van de beschikbaarheid en het gebruik van wetenschappelijke kennis over rampen.

e)  het vergroten van de beschikbaarheid en het gebruik van wetenschappelijke kennis over rampen, ook in de ultraperifere regio's en de landen en gebieden overzee (LGO);

Amendement    26

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 1 – punt e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  in lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"e bis)  het beperken van de mogelijke onmiddellijke gevolgen van rampen voor mensenlevens en het cultureel en natuurlijk erfgoed;"

Amendement    27

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – alinea 1 – punt e ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter)  in lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"e ter)  het intensiveren van de samenwerkings- en coördinatieactiviteiten op grensoverschrijdend niveau."

Amendement    28

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  verbeteren van de kennisbasis betreffende rampenrisico's en vergemakkelijken van de uitwisseling van kennis, de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, informatie en beste praktijken, met name onder lidstaten die met dezelfde risico's worden geconfronteerd.

a)  verbeteren van de kennisbasis betreffende rampenrisico's en verder vergemakkelijken en bevorderen van samenwerking en de uitwisseling van kennis, de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en innovatie, beste praktijken en informatie, met name onder lidstaten die met dezelfde risico's worden geconfronteerd;

Amendement    29

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis)  In artikel 5, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"a bis)  harmoniseren van informatie en richtsnoeren inzake waarschuwingssystemen, ook op grensoverschrijdend niveau;"

Amendement    30

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – punt f

 

Bestaande tekst

Amendement

 

3 ter)  In artikel 5, lid 1, wordt punt f) vervangen door het volgende:

f)  bundelen en verspreiden van door de lidstaten verstrekte informatie; organiseren van de uitwisseling van ervaring in verband met de beoordeling van het risicobeheersingsvermogen; samen met de lidstaten en uiterlijk 22 december 2014 opstellen van richtsnoeren betreffende de inhoud, de methode en de structuur van deze beoordelingen; en faciliteren van de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van preventie en paraatheidsplanning, onder meer door middel van vrijwillige collegiale toetsingen;

"f)  bundelen en verspreiden van door de lidstaten verstrekte informatie; organiseren van de uitwisseling van ervaring in verband met de beoordeling van het risicobeheersingsvermogen; samen met de lidstaten en uiterlijk per 22 december 2019 opstellen van nieuwe richtsnoeren betreffende de inhoud, de methode en de structuur van deze beoordelingen; en faciliteren van de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van preventie en paraatheidsplanning, onder meer door middel van vrijwillige collegiale toetsingen;"

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1523544518145&uri=CELEX:32013D1313)

Amendement    31

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – alinea 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  uiterlijk op 22 december 2018 en vervolgens om de drie jaar opstellen van risicobeoordelingen op nationaal of passend subnationaal niveau en deze aan de Commissie ter beschikking stellen;

a)  uiterlijk op 22 december 2018 en vervolgens om de drie jaar opstellen van risicobeoordelingen op nationaal of passend subnationaal niveau, in overleg met relevante lokale en regionale autoriteiten en in overeenstemming met het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering, en deze aan de Commissie ter beschikking stellen, op basis van een met de Commissie overeengekomen model, met gebruikmaking van de bestaande nationale informatiesystemen;

Amendement    32

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – alinea 1 – letter d

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  het bepaalde onder d) wordt vervangen door:

d) op vrijwillige basis deelnemen aan collegiale toetsingen van de beoordeling van het risicobeheersingsvermogen.

"d)   op vrijwillige basis deelnemen aan collegiale toetsingen betreffende het risicobeheersingsvermogen met het oog op de vaststelling van maatregelen om bestaande lacunes te dichten."

Motivering

Dit amendement dient ter verheldering van de reikwijdte van de maatregelen in het kader van de algemene herziening van artikel 6.

Amendement    33

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een samenvatting van de relevante elementen van de risicobeheersingsplanning dient uiterlijk op 31 januari 2019, en vervolgens om de drie jaar, bij de Commissie te worden ingediend, met inbegrip van informatie over de uitgekozen preventie- en paraatheidsmaatregelen. Daarnaast kan de Commissie van de lidstaten vragen specifieke preventie- en paraatheidsplannen mede te delen die zowel de inspanningen op de korte als op de lange termijn moeten bestrijken. De Unie onderzoekt terdege de vooruitgang die door de lidstaten wordt geboekt inzake rampenpreventie en rampenparaatheid als onderdeel van elke toekomstige toepasselijke ex-antevoorwaarde in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen.

Een samenvatting van de relevante elementen van de risicobeheersingsplanning dient uiterlijk op 31 januari 2019, en vervolgens om de drie jaar, bij de Commissie te worden ingediend, met inbegrip van informatie over de uitgekozen preventie- en paraatheidsmaatregelen en overeenkomstig een door middel van een uitvoeringshandeling vastgesteld model. Deze uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Daarnaast kan de Commissie van de lidstaten vragen specifieke preventie- en paraatheidsplannen mede te delen die zowel de inspanningen op de korte als op de lange termijn moeten bestrijken. Deze inspanningen kunnen maatregelen van de lidstaten omvatten om investeringen op basis van risicobeoordelingen te bevorderen en om een betere wederopbouw na rampen te waarborgen. Er moet voor worden gezorgd dat de bijkomende lasten voor de nationale of subnationale overheidsdiensten tot een minimum worden beperkt.

Amendement    34

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie kan tevens een specifiek overlegmechanisme opzetten om passende preventie- en paraatheidsplanning en -coördinatie tussen de lidstaten die vaak door rampen worden getroffen, te bevorderen.

De Commissie kan tevens, in samenwerking met de lidstaten, een specifiek overlegmechanisme opzetten om passende preventie- en paraatheidsplanning en -coördinatie tussen de lidstaten die vaak door rampen worden getroffen, te bevorderen. De Commissie en de lidstaten bevorderen bovendien, waar mogelijk, de samenhang tussen rampenrisicobeheer en strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering.

Motivering

Bij het besluit van de Commissie om een mogelijk specifiek overlegmechanisme op te zetten moeten de lidstaten betrokken worden die integrerend deel uitmaken van het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Amendement    35

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – alinea 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

 

"De Commissie kan passende maatregelen treffen indien zij van oordeel is dat de preventie-inspanningen van een lidstaat gezien de risico's waarmee de betrokken lidstaat wordt geconfronteerd, onvoldoende zijn."

Amendement    36

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 8 – alinea 1 – letter k

 

Bestaande tekst

Amendement

 

4 bis)  In artikel 8, lid 1, wordt letter k) vervangen door:

k)  in nauw overleg met de lidstaten uitvoeren van extra ondersteunende en aanvullende paraatheidacties teneinde de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling te verwezenlijken.

"k)  in nauw overleg met de lidstaten uitvoeren van extra ondersteunende en aanvullende paraatheidacties, onder meer door coördinatie met andere instrumenten van de Unie, teneinde de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling te verwezenlijken."

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32013R1303&from=EN)

Amendement    37

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter)  In artikel 9 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"1 bis.  De lidstaten versterken de relevante administratieve capaciteit van de bevoegde regionale en lokale overheden, in overeenstemming met hun institutioneel en juridisch kader."

Amendement    38

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 10 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de planning van responsoperaties bij rampen in het kader van het Uniemechanisme, onder meer door het opstellen van scenario’s voor respons op rampen gebaseerd op de risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, onder a), en het overzicht van risico's als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit.

1.  De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de planning van responsoperaties bij natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen in het kader van het Uniemechanisme, onder meer door het opstellen van scenario’s voor respons op rampen gebaseerd op de risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, onder a), en het overzicht van risico's als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), het in kaart brengen van de beschikbare middelen, waaronder grondverzetmachines, wagens met elektrische generatoraggregaten en mobiel brandmaterieel, en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit.

Amendement    39

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Er wordt een Europese pool voor civiele bescherming opgericht. Deze bestaat uit een pool van vooraf toegezegde responscapaciteit van de lidstaten en omvat modules, andere responscapaciteit en deskundigen.

1.  Er wordt een Europese pool voor civiele bescherming opgericht. Deze bestaat uit een vrijwillige pool van vooraf toegezegde responscapaciteit van de lidstaten en omvat modules, andere responscapaciteit en deskundigen.

Motivering

De verplichte aanmelding van capaciteit is voor sommige lidstaten en hun vrijwilligerssystemen niet mogelijk. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat lidstaten mogelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking kunnen stellen, bijvoorbeeld vanwege overmacht.

Amendement    40

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Aangezien de lidstaten met het oog op de beperking van veiligheids- en beveiligingsrisico's in de eerste plaats voor nationale preventie moeten zorgen, vormt de Europese pool voor civiele bescherming een aanvulling op bestaande nationale capaciteit.

Amendement    41

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Op basis van geïdentificeerde risico's bepaalt de Commissie het soort en de hoeveelheid cruciale responscapaciteit die nodig is voor de Europese pool voor civiele bescherming (hierna "capaciteitsdoelen" genoemd). De Commissie houdt de vooruitgang bij het realiseren van de capaciteitsdoelen en de resterende tekortkomingen in het oog en spoort de lidstaten aan deze aan te pakken. De Commissie kan conform artikel 20, artikel 21, lid 1, onder i), en artikel 21, lid 2, de lidstaten ondersteunen bij deze activiteiten.

2.  Op basis van ter plekke geïdentificeerde behoeften en risico's bepaalt de Commissie in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten het soort en de hoeveelheid cruciale responscapaciteit die nodig is voor de Europese pool voor civiele bescherming (hierna "capaciteitsdoelen" genoemd). De Commissie houdt de vooruitgang bij het realiseren van de capaciteitsdoelen en de resterende tekortkomingen in het oog en spoort de lidstaten aan deze aan te pakken. De Commissie kan conform artikel 20, artikel 21, lid 1, onder i), en artikel 21, lid 2, de lidstaten ondersteunen bij deze activiteiten.

Motivering

In het licht van het subsidiariteitsbeginsel is het doelmatiger wanneer de behoeften ter plekke worden geanalyseerd en de Commissie hier niet alleen, maar in samenwerking met de lidstaten optreedt.

Amendement    42

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter c

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De responscapaciteit die de lidstaten beschikbaar stellen voor de Europese pool voor civiele bescherming wordt beschikbaar gesteld voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC, tenzij de lidstaten worden geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie waardoor de taken in eigen land aanzienlijk in het gedrang zouden komen.

7.  De responscapaciteit die de lidstaten beschikbaar stellen voor de Europese pool voor civiele bescherming wordt beschikbaar gesteld voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC, tenzij er sprake is van een binnenlandse noodsituatie of overmacht, of wanneer de lidstaten worden geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie waardoor de taken in eigen land aanzienlijk in het gedrang zouden komen. De definitieve beslissing over de inzet ervan wordt genomen door de lidstaat die de betrokken responscapaciteit heeft geregistreerd.

Amendement    43

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter c

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 8 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer dergelijke responscapaciteit wordt ingezet, blijft zij onder de leiding en controle van de betrokken lidstaten staan en kan zij, wanneer een lidstaat met een uitzonderlijke situatie wordt geconfronteerd waardoor de taken in eigen land aanzienlijk in het gedrang komen en deze responscapaciteit niet beschikbaar kan worden gehouden, worden teruggetrokken. In dergelijke gevallen wordt overleg gepleegd met de Commissie.

Wanneer dergelijke responscapaciteit wordt ingezet, blijft zij onder de leiding en controle van de betrokken lidstaten staan en kan zij, indien die lidstaten met een binnenlandse noodsituatie of overmacht worden geconfronteerd of indien zij op grond van een uitzonderlijke situatie niet in staat zijn deze responscapaciteit beschikbaar te houden, worden teruggetrokken. In dergelijke gevallen wordt overleg gepleegd met de Commissie.

Amendement    44

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  rescEU wordt opgericht om hulp te verlenen waar de bestaande capaciteit geen doeltreffende respons op rampen mogelijk maakt.

1.  rescEU wordt opgericht om hulp te verlenen in buitengewone omstandigheden waar op nationaal niveau geen capaciteit beschikbaar is of de bestaande capaciteit geen doeltreffende respons op rampen mogelijk maakt. De rescEU-capaciteit wordt niet gebruikt ter vervanging van de eigen capaciteit van de lidstaten en hun desbetreffende verantwoordelijkheden.

Amendement    45

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  rescEU is uit de volgende capaciteit samengesteld:

2.  rescEU is samengesteld uit capaciteit die een aanvulling vormt op de bestaande capaciteit in de lidstaten, met de bedoeling om die aan te vullen en te versterken, en is bedoeld om huidige en toekomstige risico's het hoofd te kunnen bieden. De capaciteit wordt vastgesteld op basis van eventuele tekorten aan responscapaciteit op het gebied van volksgezondheid, industriële, ecologische, seismische en vulkanische rampen, massabewegingen en grootschalige noodsituaties, overstromingen en branden, waaronder bosbranden, en terroristische aanvallen en chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen.

 

Op basis van de vastgestelde tekorten omvat rescEU ten minste capaciteit op de volgende gebieden:

a) bestrijding van bosbranden uit de lucht;

a) bestrijding van bosbranden uit de lucht;

b) pompen met hoog debiet;

b) pompen met hoog debiet;

c) stedelijke zoek- en reddingsoperaties;

c) stedelijke zoek- en reddingsoperaties;

d) veldhospitalen en medische noodteams.

d) veldhospitalen en medische noodteams.

Amendement    46

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De aard van die capaciteit blijft flexibel en kan evolueren om het hoofd te kunnen bieden aan toekomstige evoluties en uitdagingen, zoals de gevolgen van klimaatverandering.

Amendement    47

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Op basis van vastgestelde risico's en uitgaande van een multirisico-aanpak is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

4. Op basis van vastgestelde risico's en capaciteit, alsmede de in artikel 6 bedoelde risicobeheersingsplanning, en uitgaande van een multirisico-aanpak is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

Indien dit wegens een ramp of een dreigende ramp om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 31 neergelegde procedure van toepassing op op grond van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Indien dit wegens een ramp of een dreigende ramp om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 31 neergelegde procedure van toepassing op op grond van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Amendement    48

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De Commissie stelt kwaliteitseisen vast voor de responscapaciteit die deel uitmaakt van rescEU. De kwaliteitseisen zijn gebaseerd op erkende internationale standaarden voor zover dergelijke standaarden reeds bestaan.

5.  De Commissie stelt in samenwerking met de lidstaten kwaliteitseisen vast voor de responscapaciteit die deel uitmaakt van rescEU. De kwaliteitseisen zijn gebaseerd op erkende internationale standaarden voor zover dergelijke standaarden reeds bestaan.

Amendement    49

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de bevelvoering en controle over de rescEU-capaciteit onder haar bevoegdheid houdt.

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de strategische coördinatie over de rescEU-capaciteit onder haar bevoegdheid houdt en de autoriteit is ten aanzien van de inzet ervan, terwijl de operationele bevelvoering in handen blijft van de verantwoordelijke autoriteiten in de ontvangende lidstaten.

Amendement    50

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8.  In het geval van inzet van de rescEU-capaciteit komt de Commissie met de verzoekende lidstaat de operationele ontplooiing overeen. De verzoekende lidstaat faciliteert de operationele coördinatie van zijn eigen capaciteit met de rescEU-activiteiten tijdens de operaties.

8.  Wanneer de rescEU-capaciteit wordt ingezet komt de Commissie via het ERCC met de verzoekende lidstaat de operationele ontplooiing overeen. De verzoekende lidstaat faciliteert de operationele coördinatie van zijn eigen capaciteit met de rescEU-activiteiten tijdens de operaties.

Amendement    51

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.  Indien de Commissie uitrusting ter beschikking stelt zoals voor de bestrijding van bosbranden uit de lucht, door middel van aanschaf, leasing of verhuring, worden de volgende punten gewaarborgd:

10.  Indien de Commissie uitrusting ter beschikking stelt zoals voor de bestrijding van bosbranden uit de lucht, door middel van aanschaf, leasing of verhuring, worden de volgende punten gewaarborgd:

a)  In geval van aanschaf van de uitrusting, voorziet een akkoord tussen de Commissie en de lidstaat in de registratie van de uitrusting in die lidstaat.

a)  In geval van aanschaf van de uitrusting, voorziet een akkoord tussen de Commissie en de lidstaat in de registratie van de uitrusting in die lidstaat.

b)  In geval van leasing of verhuring volstaat de registratie van de uitrusting in een lidstaat.

b)  In geval van leasing of verhuring is de registratie van de uitrusting in een lidstaat niet verplicht.

 

b bis)  Het commerciële beheer van de luchtvaartuigen wordt toegewezen aan door het EASA gecertificeerde exploitanten.

Amendement    52

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad om de twee jaar over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt.

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad jaarlijks over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt.

Motivering

Om te zorgen voor volledige parlementaire controle en toezicht op het proces en om mogelijke veranderingen met budgettaire gevolgen zo vroeg mogelijk op te sporen, wordt voorgesteld dat het Parlement en de Raad jaarlijks geactualiseerde informatie krijgen over de voortgang van de versterking van het Uniemechanisme, met inbegrip van verplichte informatie over de budgettaire en kostenontwikkelingen.

Amendement    53

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 bis – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Deze informatie omvat een overzicht van de budgettaire en kostenontwikkelingen, met een gedetailleerde technische en financiële beoordeling, nauwkeurige informatie over de kostenstijgingen en wijzigingen in de vereiste typen responscapaciteit en de eventuele kwaliteitseisen van deze capaciteiten, en de redenen voor deze verhogingen of wijzigingen.

Motivering

Om te zorgen voor volledige parlementaire controle en toezicht op het proces en om mogelijke veranderingen met budgettaire gevolgen zo vroeg mogelijk op te sporen, wordt voorgesteld dat het Parlement en de Raad jaarlijks geactualiseerde informatie krijgen over de voortgang van de versterking van het Uniemechanisme, met inbegrip van verplichte informatie over de budgettaire en kostenontwikkelingen.

Amendement    54

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie zet een netwerk op van relevante actoren en instellingen inzake civiele bescherming en rampenbeheersing, die tezamen met de Commissie een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming vormen.

De Commissie zet een netwerk op van relevante actoren en instellingen inzake civiele bescherming en rampenbeheersing, met inbegrip van kenniscentra, universiteiten en onderzoekers, die tezamen met de Commissie een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming vormen. De Commissie houdt daarbij rekening met de expertise die in de lidstaten beschikbaar is en de expertise van de organisaties die op dit gebied actief zijn.

Amendement    55

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – tweede alinea – inleidende zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen en kennisverspreiding de volgende taken uit, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra, waar passend:

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen en kennisverspreiding de volgende taken uit, daarbij strevend naar een genderevenwichtige samenstelling, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra, waar passend;

Amendement    56

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – alinea 2 – punt a

 

Bestaande tekst

Amendement

 

9 bis)  Artikel 13, lid 1, punt a), wordt vervangen door:

a) het opzetten en beheren van een opleidingsprogramma voor het personeel voor civiele bescherming en crisisbeheersing inzake preventie van, paraatheid bij en respons op rampen. Het programma omvat onder meer gezamenlijke cursussen en een systeem voor de uitwisseling van deskundigen waarbij individuele personen naar een andere lidstaat kunnen worden gedetacheerd.

"a)  het opzetten en beheren van een opleidingsprogramma voor het personeel voor civiele bescherming en crisisbeheersing inzake preventie van, paraatheid bij en respons op rampen. Het programma omvat onder meer gezamenlijke cursussen en een systeem voor de uitwisseling van deskundigen waarbij individuele personen naar een andere lidstaat kunnen worden gedetacheerd. Er wordt een nieuw Erasmusprogramma voor civiele bescherming opgezet in overeenstemming met de regels en beginselen van Verordening (EU) nr. 1288/2013*;

Het opleidingsprogramma heeft ten doel de coördinatie, compatibiliteit en complementariteit van de in de artikelen 9 en 11 bedoelde capaciteiten alsmede de bekwaamheid van de in artikel 8, onder d) en f), bedoelde deskundigen te verbeteren.

Het Erasmusprogramma voor civiele bescherming heeft eveneens ten doel de coördinatie, compatibiliteit en complementariteit van de in de artikelen 9, 11 en 12 bedoelde capaciteiten alsmede de bekwaamheid van de in artikel 8, onder d) en f), bedoelde deskundigen te verbeteren.

 

Het Erasmusprogramma voor civiele bescherming omvat een internationale dimensie ter ondersteuning van het externe optreden van de Unie, met inbegrip van de betrokken ontwikkelingsdoelstellingen, dankzij de samenwerking tussen lidstaten en tussen partnerlanden.

 

_______________

 

* Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van "Erasmus+": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Motivering

De rapporteur acht het noodzakelijk artikel 13, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU te wijzigen, hoewel het nieuwe voorstel voor een besluit van de Commissie hierin niet voorziet. Met het amendement wordt beoogd samenhang tot stand te brengen tussen de doelstellingen van het voorstel van de Commissie. De oprichting van een Erasmusprogramma voor civiele bescherming draagt bij aan de ontwikkeling van een geharmoniseerde Europese opleidingsstandaard uitgaande van een gelijk basisopleidingsniveau voor het personeel voor civiele bescherming van alle lidstaten.

Amendement    57

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – alinea 2 – punt f

 

Bestaande tekst

Amendement

 

9 ter)  Artikel 13, lid 1, punt f), wordt vervangen door:

f)  het stimuleren en aanmoedigen van de invoering en toepassing van relevante nieuwe technologieën ten behoeve van het Uniemechanisme.

"f)  het stimuleren van onderzoek en innovatie en het aanmoedigen van de invoering en toepassing van relevante nieuwe technologieën ten behoeve van het Uniemechanisme."

Amendement    58

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 quater (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 quater)  Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"3 bis.  De Commissie breidt de opleidingscapaciteiten uit en bevordert de uitwisseling van kennis en ervaring tussen het kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming en internationale organisaties en derde landen, teneinde bij te dragen aan de nakoming van internationale verbintenissen met betrekking tot rampenrisicovermindering, met name binnen de context van het kader van Sendai."

Motivering

Dit aanvullende lid is bedoeld om de uitwisseling van kennis en ervaring te bevorderen, met inbegrip van het potentieel voor het uitbreiden van opleidingscapaciteiten naar derde landen (zoals vermeld in de tussentijdse evaluatie), om zo toekomstige responsoperaties te verbeteren en de samenhang met het kader van Sendai te versterken.

Amendement    59

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 16 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

11 bis)  Artikel 16, lid 2, wordt vervangen door:

2.  Interventies als bedoeld in dit artikel kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen.

‘2.  Interventies als bedoeld in dit artikel kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen. In het geval van door de mens veroorzaakte rampen of complexe noodsituaties definieert de Commissie, in overleg met humanitaire actoren, duidelijk de reikwijdte van de interventie en de relatie ervan met de bij de bredere humanitaire respons betrokken partijen, teneinde de samenhang met de Europese consensus over humanitaire hulp te waarborgen, evenals de eerbiediging van humanitaire beginselen."

Motivering

Tijdens de tussentijdse evaluatie van het civiele beschermingsmechanisme werd vastgesteld dat de vervaagde definitie van civiele beschermingsinterventie in humanitaire responsoperaties, binnen een veranderend landschap van responsoperaties, gevolgen heeft gehad voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het mechanisme. Dit amendement op onderhavig besluit is bedoeld om de reikwijdte van civiele beschermingsinterventies bij door de mens veroorzaakte rampen en complexe noodsituaties waarbij tevens humanitaire hulp wordt verleend, te verduidelijken.

Amendement    60

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 19 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De noodzakelijke kredieten voor het Uniemechanisme worden geleidelijk door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, rekening houdend met alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad*, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van het flexibiliteitsinstrument, zoals vermeld in bijlage I.

 

____________________

 

* Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". In plaats daarvan moet de nodige aanvullende financiering worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

Amendement    61

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 20 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Elke steun of financiering die wordt verstrekt uit hoofde van dit besluit, dient de nodige zichtbaarheid te geven aan de Unie, met inbegrip van het logo van de Unie voor de capaciteit die wordt genoemd onder de artikelen 11, 12 en 21, lid 2, onder c).

Elke steun of financiering die wordt verstrekt uit hoofde van dit besluit, dient de nodige zichtbaarheid te geven aan de Unie, met inbegrip van het logo van de Unie voor de capaciteit die wordt genoemd onder de artikelen 11, 12 en 21, lid 2, onder c). Er wordt een communicatiestrategie ontwikkeld om de concrete resultaten van de acties in het kader van het Uniemechanisme onder de aandacht van de burgers te brengen.

Amendement    62

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 23 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De financiële steun van de Unie voor het vervoer van capaciteit van de lidstaten die niet vooraf is bestemd voor de Europese pool voor civiele bescherming, bedraagt niet meer dan 55 % van de totale subsidiabele kosten. Om in aanmerking te komen voor dergelijke financiële steun, stellen de lidstaten een lijst op met de gehele capaciteit waarover zij beschikken, naast de capaciteit die vooraf is vastgelegd voor de Europese pool, evenals de betreffende beheersstructuren, om te kunnen reageren op industriële, seismische en vulkanische rampen en rampen voor de volksgezondheid, massabewegingen en grootschalige noodsituaties, overstromingen, bosbranden, evenals terroristische aanvallen en chemische, biologische, radiologische en nucleaire aanslagen.

Amendement    63

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 16

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd.

2.  Er dient synergie, complementariteit en meer coördinatie te worden ontwikkeld met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid – met inbegrip van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie –, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid, zonder het nodig is de middelen van die gebieden te herschikken. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd, waarbij de onderscheiden en onafhankelijke aard van die acties en de financiering ervan in acht worden genomen en voor overeenstemming met de Europese consensus over humanitaire hulp wordt gezorgd.

Motivering

In het licht van het voorstel van de Commissie voor artikel 26, lid 1, dat financiering van civiele beschermingsacties uit verschillende bronnen toestaat, wordt met het voorgestelde amendement beoogd de duidelijke differentiatie tussen humanitaire en civiele beschermingsoperaties en de financiering ervan te waarborgen.

Amendement    64

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 32 – lid 1 – punt g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g)  het opzetten, beheren en in stand houden van rescEU, als bedoeld in artikel 12, met inbegrip van criteria voor besluiten tot inzet en operationele procedures;

g)  het opzetten, beheren en in stand houden van rescEU, als bedoeld in artikel 12, met inbegrip van criteria voor besluiten tot inzet, operationele procedures en de voorwaarden voor de inzet van de rescEU-capaciteit op nationaal niveau door een lidstaat en de hiermee verband houdende financiële en andere regelingen;

Amendement    65

Voorstel voor een besluit

Bijlage I (nieuw)

 

 

Amendement

BIJLAGE I

INDICATIEVE EXTRA FINANCIËLE TOEWIJZINGEN VOOR DE PERIODE 2018-2020

 

 

2018

2019

2020

TOTAAL

Totale extra kredieten in rubriek 3*

Vastleggingskredieten

19,157

115,2

122,497

256,854

 

Betalingskredieten

11

56,56

115,395

182,955

Totale extra kredieten in rubriek 4*

Vastleggingskredieten

2

2

2,284

6,284

 

Betalingskredieten

0,8

1,8

2,014

4,614

Totale extra kredieten in de rubrieken 3 en 4 samen*

Vastleggingskredieten

21,157

117,2

124,781

263,138

 

Betalingskredieten

11,8

58,36

117,409

187,569

(cijfers in miljoen EUR)

* De volledige bedragen moeten via het flexibiliteitsinstrument beschikbaar worden gesteld.

Motivering

De benodigde extra financiering voor deze herziening van het Uniemechanisme in de jaren 2018-2020 moet in het besluit zelf nader worden omschreven aan de hand van een op zichzelf staande, gedetailleerde bijlage I. Eventuele extra middelen die voor de financiering van deze herziening van Uniemechanisme nodig zijn, moeten worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

TOELICHTING

Een zorgwekkende situatie

Natuurrampen nemen aanzienlijk toe in Europa en wereldwijd, zowel in frequentie als in omvang, en vormen een ernstige bedreiging voor de samenleving, de economie en de ecosystemen.

De ernst van het probleem blijkt duidelijk uit de natuurrampen die bijvoorbeeld in 2017 hebben plaatsgevonden. Alleen al in Europa hebben deze rampen tot tweehonderd sterfgevallen geleid. De branden die in 2017 hebben gewoed, hebben zware verwoestingen in Zuid-Europa aangericht: meer dan een miljoen hectaren zijn verbrand en ruim honderd personen zijn in slechts zes maanden tijd omgekomen. Eveneens in 2017 werd het Europees overzees grondgebied in de Caraïben herhaaldelijk geraakt door tropische stormen, waarbij Europa de grenzen van zijn steuncapaciteit bereikte. Van nog onverwachter aard waren de zeer hevige orkanen die, opnieuw in 2017, tot ernstige overstromingen en vernietigingen aan de Noord-Atlantische kant van Europa hebben geleid.

Het toekomstscenario dat naar voren komt uit wetenschappelijk onderzoek is nog zorgwekkender en voorspelt dat dergelijke fenomenen in intensiteit zullen toenemen. Jaren als 2017 zullen geen uitzondering, maar eerder de norm, gaan vormen. Zonder enige twijfel vormt de klimaatverandering de voornaamste oorzaak hiervan, waardoor de negatieve gevolgen van gebeurtenissen veroorzaakt door extreme weersomstandigheden in omvang zijn toegenomen. Niet voor niets is klimaatverandering omschreven als "een van de ernstigste bedreigingen wereldwijd voor de volksgezondheid in de twintigste eeuw".

Ruimte voor verbetering

Met dit scenario voor ogen heeft de Europese Unie echter niet stil gezeten. De Europese Unie heeft de afgelopen jaren een stevige reeks maatregelen in reactie op de rampen genomen; het Uniemechanisme voor civiele bescherming (Union Civil Protection Mechanism - UCPM) vormt de belangrijkste maatregel van dit nieuwe systeem. Het heeft een ondersteunende functie en heeft de lidstaten erbij geholpen hun inspanningen om rampen te voorkomen en risico's te verkleinen zo doeltreffend mogelijk te laten verlopen. Het mechanisme is binnen en buiten de EU ingezet, dankzij het Europese Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC). In de kort geleden uitgebrachte halftijdse beoordeling van het mechanisme wordt benadrukt dat het mechanisme "een tastbaar bewijs van de Europese solidariteit" is.

Bij de laatste optredens bij gebeurtenissen als het bosbrandenseizoen in 2017 of de migratiecrisis in 2015-2016 is echter de gebrekkige doeltreffendheid van het mechanisme aan het licht gekomen.

Het huidige model is gebaseerd op vrijwillige bijdragen van de lidstaten, die op preventieve basis hun capaciteit aan het ERCC (hieronder Europese pool voor civiele bescherming) ter beschikking stellen in ruil voor financiële steun van de Unie ter dekking van uitgaven zoals aanpassings-, certificerings- en vervoerskosten. Dit systeem is echter onvoldoende gebleken bij de respons op grootschalige rampen die tegelijkertijd verschillende lidstaten treffen. De voornaamste belemmering wanneer in de eerste plaats van nationale capaciteit wordt uitgegaan bestaat erin dat deze niet in de EU beschikbaar is als de capaciteit op nationaal niveau wordt ingezet.

De Europese Unie kan slechts de veiligheid van haar burgers bij rampen waarborgen indien zij beschikt over een sterker mechanisme met een solide en betrouwbare responscapaciteit. Er is dan ook behoefte aan een ambitieuzer mechanisme.

Toekomstvisie

Een volledig Uniemechanisme voor civiele bescherming dient te worden gestut door de volgende drie kernelementen:

1. Een daadwerkelijke Europese capaciteit voor civiele bescherming. Het toekomstige mechanisme moet worden uitgerust met extra capaciteit in vergelijking met de momenteel in de lidstaten bestaande capaciteit, en daarnaast over een eigen capaciteit beschikken. Er moet een daadwerkelijke Europese capaciteit voor civiele bescherming worden opgericht. Deze nieuwe capaciteit moet de lacunes in de nationale responssystemen dichten. De capaciteit moet niet dienen ter vervanging of herhaling van de inspanningen van de lidstaten, maar deze indien nodig aanvullen.

Voor de totstandbrenging van deze capaciteit zal de Unie de aanschaf financieren van nieuwe middelen, zoals blusvliegtuigen. De nieuwe capaciteit zou tot stand kunnen worden gebracht door middel van leasecontracten of door de reparatie of update van bestaande capaciteiten, waaraan de Unie een substantiële bijdrage zou moeten leveren. Ook andere financiële stimulansen kunnen in overweging worden genomen. Zo zou de Unie de kosten van het Europese mechanisme of de vervoerskosten kunnen dragen.

Enkele van deze elementen zijn reeds in het huidige Europese mechanisme voorzien. Het uitgangspunt is dus gunstig. Het lage cofinancieringsniveau van het huidige systeem leidt er echter toe dat er niet naar behoren van de stimulansen gebruik wordt gemaakt.

2. Samenhang van de capaciteit met de andere bestaande instrumenten. Het nieuwe mechanisme moet ook meer samenhang vertonen, zowel binnen als buiten de EU. Dit betekent dat de oprichting van de capaciteit gepaard moet gaan met grotere inspanningen van de lidstaten in termen van preventie. Het nieuwe systeem moedigt alle spelers aan hun verantwoordelijkheid te nemen. Preventie zal een sleutelrol innemen bij rampenbeheer en moet in de toekomst verder worden ontwikkeld. Het nieuwe mechanisme zoals hier wordt geschetst staat dus niet op zichzelf, maar bouwt voort op de andere Europese instrumenten en legt de nadruk op risicopreventie.

Er moet echter niet alleen naar samenhang worden gestreefd bij preventie maar ook bij de respons op rampen. Het nieuwe mechanisme moet optimaal worden gecoördineerd met de andere, bestaande EU-instrumenten voor rampenrespons, zoals het instrument voor humanitaire hulp. Door de twee instrumenten met elkaar in overeenstemming te brengen zal de Unie zowel buiten als binnen de EU samenhangender en doeltreffender kunnen optreden.

3. Een juiste toewijzing van de middelen. Als direct gevolg van de twee bovenstaande elementen moet de EU in de toekomst haar financiële steun opvoeren. Het huidige budget van 368 miljoen EUR voor de periode 2014 -2020 dat aan het mechanisme is toegekend, is onbeduidend in vergelijking met de meer dan 433 miljard EUR aan economisch verlies dat vanaf 1980 in de lidstaten ten gevolge van extreme weersomstandigheden is geleden.

Naast en in aansluiting op de verhoogde Europese financiering zou de Unie een coördinerende rol op zich moeten nemen. De Europese Unie zou de leiding over en het toezicht op de eventuele nieuwe Europese capaciteit voor civiele bescherming volledig op zich moeten nemen. Aangezien de Unie volledig in de aanschaf van middelen voor de nieuwe capaciteit zal voorzien, zal zij ook het eigendom hierover behouden.

Bovendien dient een Erasmusprogramma voor civiele bescherming te worden ingesteld opdat de reeds bestaande samenwerking tussen de lidstaten kan worden versterkt.

Het is ten slotte het vermelden waard dat burgers nog altijd voorstanders van een Europese civiele bescherming zijn. Door de jaren heen laten de Eurobarometer-gegevens zien dat volgens 90 % van de ondervraagden de EU een bijdrage moet leveren aan de coördinatie van de reactie op rampen op haar grondgebied door middel van haar rol op het vlak van civiele bescherming. Het grootste gedeelte van de EU-burgers (56 %) meent dat het eigen land niet over voldoende middelen beschikt om alleen het hoofd te kunnen bieden aan alle grote rampen. Uit deze gegevens blijkt dat de burgers een Europa willen dat haar burgers beschermt.

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (25.4.2018)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
(COM(2017)0772/2 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

Rapporteur voor advies: Željana Zovko (*)

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissie – Artikel 54 van het Reglement

BEKNOPTE MOTIVERING

Europa en de rest van de wereld zien zich geconfronteerd met een groeiend aantal rampen, met veel slachtoffers en materiële schade tot gevolg. De frequentie en intensiteit van weergerelateerde rampen, met name overstromingen en bosbranden, nemen ook toe als gevolg van klimaatverandering. Het Uniemechanisme voor civiele bescherming[1] heeft tot doel de coördinatie van de acties van de lidstaten te ondersteunen, aan te vullen en te faciliteren met het doel de preventie van, gereedheid voor en respons op rampen te verbeteren. Het Uniemechanisme voor civiele bescherming kan worden geactiveerd in respons op rampen die zich voordoen binnen en buiten de Unie (dit laatste vertegenwoordigt meer dan de helft van alle activeringen van het mechanisme). In het geval van respons op rampen buiten de Unie wordt het Uniemechanisme voor civiele bescherming vaak parallel aan de verlening van humanitaire assistentie door de EU geactiveerd.

Het voorstel van de Commissie[2] tot wijziging van dit besluit dat momenteel wordt behandeld door het Europees Parlement en de Raad is erop gericht: 1) de capaciteiten van de EU en de lidstaten om te reageren op rampen te versterken door een vaste hoeveelheid middelen te reserveren op EU-niveau (rescEU) die kunnen worden ingezet bij besluit van de Commissie, en door de bijdrage van de lidstaten aan de Europese pool voor civiele bescherming doeltreffender te maken; 2) de doeltreffendheid van preventieve actie en de samenhang met ander EU-beleid te versterken; en 3) een vereenvoudigde en doeltreffende administratieve procedure met betrekking tot de werking van het mechanisme te bevorderen.

In dit DEVE-advies aan de Commissie ENVI ondersteunt de rapporteur de versterking van de capaciteiten van de EU en de lidstaten om te reageren op rampen en benadrukt deze tegelijkertijd dat het subsidiariteitsbeginsel volledig dient te worden gerespecteerd. Met het oog hierop wil de rapporteur een aantal wijzigingen aanbrengen in het voorstel van de Commissie en in het huidige besluit op basis van, onder andere, de uitkomsten van recente evaluaties[3].

De doelstellingen van de belangrijkste wijzigingen zijn:

•  de dimensie van internationale samenwerking van het Uniemechanisme voor civiele bescherming versterken, met inbegrip van door middel van uitbreiding van de opleidingscapaciteiten en de uitwisseling van kennis. Het is bovendien de bedoeling dat hiermee de internationale inspanningen om het risico van rampen te verlagen (met name het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030) worden ondersteund;

•  de behoefte aan een duidelijke definitie van de reikwijdte van de operaties van het Uniemechanisme voor civiele bescherming benadrukken in door menselijk handelen veroorzaakte of complexe noodsituaties, in lijn met de Europese consensus over humanitaire hulp. Onderstrepen dat deze activiteiten – en de financieringsinstrumenten ervan – volledig gedifferentieerd moeten blijven, ook bij het zoeken naar synergieën en complementariteit;

•  erop toezien dat de capaciteiten op EU-niveau (rescEU) een aanvulling vormen op, en niet de plaats innemen van, de ontwikkeling van capaciteiten ter bescherming van de bevolking op nationaal niveau, door de medefinanciering van transportkosten voor middelen die geen deel uitmaken van de Europese pool voor civiele bescherming.

AMENDEMENTEN

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Met het oog op grotere efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen en op grotere samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten is het noodzakelijk een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming op te zetten dat is gebaseerd op bestaande structuren.

(9)  Met het oog op grotere efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen en op grotere samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten is het noodzakelijk een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming op te zetten dat is gebaseerd op bestaande structuren. Met dit netwerk moeten de betrekkingen met internationale organisaties en derde landen worden bevorderd en verstevigd om de samenwerking op het gebied van rampenrisicovermindering te versterken, en moet een bijdrage worden geleverd aan de verbintenissen die zijn aangegaan binnen de context van het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030.

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Met het oog op een zo groot mogelijk gebruik van de bestaande financieringsinstrumenten en steun voor de lidstaten bij de hulpverlening, meer bepaald bij rampen buiten de Unie, dient te worden voorzien in een afwijking van artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad14, in gevallen waarin financiering wordt toegestaan uit hoofde van de artikelen 21, 22, en 23 van Besluit nr. 1313/2013/EU.

(12)  Met het oog op een zo groot mogelijk gebruik van de bestaande financieringsinstrumenten en steun voor de lidstaten bij de hulpverlening, meer bepaald bij rampen buiten de Unie, dient te worden voorzien in een afwijking van artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad14, in gevallen waarin financiering wordt toegestaan uit hoofde van de artikelen 21, 22, en 23 van Besluit nr. 1313/2013/EU. Ondanks deze afwijking moet, in welke toekomstige financiële architectuur van de Unie dan ook, de financiering van activiteiten voor civiele bescherming en in het bijzonder humanitaire hulp, duidelijk gescheiden blijven en volledig in lijn zijn met de verschillende doelstellingen en wettelijke vereisten van de architectuur in kwestie.

__________________

__________________

14 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

14 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende preventie-activiteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15. Evenzo moet de samenhang worden verzekerd met internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende preventie-activiteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15. Verder moeten alle acties samenhangen met en actief bijdragen tot de nakoming van internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

__________________

__________________

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 bis)  in artikel 5 wordt lid 2 vervangen door:

2.  Op verzoek van een lidstaat, een derde land of de Verenigde Naties of een VN-organisatie kan de Commissie een deskundigenteam ter plaatse uitzenden om advies over preventiemaatregelen te verstrekken.

"2.  Daarnaast kan de Commissie, op verzoek van een lidstaat, een derde land, de Verenigde Naties of een VN-organisatie, of op eigen initiatief, na de instemming te hebben verkregen van de relevante belanghebbenden, een deskundigenteam ter plaatse uitzenden om advies over preventiemaatregelen te verstrekken."

Motivering

Dit amendement op onderhavig besluit is bedoeld om de Commissie een actievere rol toe te staan als het aankomt op het inzetten van deskundigen in preventiemissies, ook in derde landen, aangezien dit hun zichtbaarheid en toegankelijkheid kan verhogen. Deze missies kunnen, zoals beschreven in de tussentijdse evaluatie – samen met andere instrumenten – bijdragen aan de versterking van de internationale samenwerking op het gebied van civiele bescherming en kunnen de samenhang met het kader van Sendai vergroten.

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 2 – letter a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  bestrijding van bosbranden op de grond;

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Op basis van vastgestelde risico's en uitgaande van een multirisico-aanpak is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

4.  Op basis van vastgestelde risico's, uitgaande van een multirisico-aanpak en de ervaring van de lidstaten op het gebied van civiele bescherming, en na overleg met de relevante crisisgevoelige regio's, is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de bevelvoering en controle over de rescEU-capaciteit onder haar bevoegdheid houdt.

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de bevoegdheid met betrekking tot de inzet van de rescEU-capaciteit behoudt.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(9 bis)  In artikel 13 wordt lid 3 vervangen door:

3.  Op verzoek van een lidstaat, derde land, de Verenigde Naties of een VN-organisatie kan de Commissie een deskundigenteam ter plaatse uitzenden om advies te verstrekken over paraatheidsmaatregelen.

"3.  Daarnaast kan de Commissie, op verzoek van een lidstaat, een derde land, de Verenigde Naties of een VN-organisatie, of op eigen initiatief, na de instemming te hebben verkregen van de relevante belanghebbenden, een deskundigenteam ter plaatse uitzenden om advies over paraatheidsmaatregelen te verstrekken."

Motivering

Dit amendement op onderhavig besluit is bedoeld om de Commissie een actievere rol toe te staan als het aankomt op het inzetten van deskundigen in paraatheidsmissies, ook in derde landen, aangezien dit hun zichtbaarheid en toegankelijkheid kan verhogen. Deze missies kunnen, zoals beschreven in de tussentijdse evaluatie – samen met andere instrumenten – bijdragen aan de versterking van de internationale samenwerking op het gebied van civiele bescherming en kunnen de samenhang met het kader van Sendai vergroten.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter)  Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"3 bis.  De Commissie breidt de opleidingscapaciteiten uit en bevordert de uitwisseling van kennis en ervaring tussen het kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming en internationale organisaties en derde landen, teneinde bij te dragen aan de nakoming van internationale verbintenissen met betrekking tot rampenrisicovermindering, met name binnen de context van het kader van Sendai."

Motivering

Dit aanvullende lid is bedoeld om de uitwisseling van kennis en ervaring te bevorderen, met inbegrip van het potentieel voor het uitbreiden van opleidingscapaciteiten naar derde landen (zoals vermeld in de tussentijdse evaluatie), om zo toekomstige responsoperaties te verbeteren en de samenhang met het kader van Sendai te versterken.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 16 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(11 bis)  Artikel 16, lid 2, wordt vervangen door:

2.  Interventies als bedoeld in dit artikel kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen.

"2.  Interventies als bedoeld in dit artikel kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen. In het geval van door de mens veroorzaakte rampen of complexe noodsituaties zal de Commissie, in overleg met humanitaire actoren, de reikwijdte van de interventie en de relatie ervan met de bij de bredere humanitaire respons betrokken partijen duidelijk definiëren, teneinde de samenhang met de Europese consensus over humanitaire hulp te waarborgen, evenals de eerbiediging van humanitaire beginselen."

Motivering

Tijdens de tussentijdse evaluatie van het civiele beschermingsmechanisme werd vastgesteld dat de vervaagde definitie van civiele beschermingsinterventie in humanitaire responsoperaties, binnen een veranderend landschap van responsoperaties, gevolgen heeft gehad voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het mechanisme. Dit amendement op onderhavig besluit is bedoeld om de reikwijdte van civiele beschermingsinterventies bij door de mens veroorzaakte rampen en complexe noodsituaties waarbij tevens humanitaire hulp wordt verleend, te verduidelijken.

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 23 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Bij middelen die niet zijn vastgelegd voor de Europese pool voor civiele bescherming, bedraagt de financiële steun van de Unie voor vervoermiddelen ten hoogste 55 % van de totale kosten die voor financiering in aanmerking komen. Om in aanmerking te komen voor dergelijke financiering dienen de lidstaten een register te openen van alle middelen voor civiele bescherming die, naast de middelen die zijn vastgelegd voor de Europese pool, beschikbaar zijn voor rampenrespons.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 16

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd.

2.  Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd, waarbij de onderscheiden en onafhankelijke aard van de acties en de financiering ervan in acht worden genomen en voor overeenstemming met de Europese consensus over humanitaire hulp wordt gezorgd.

Motivering

In het licht van het voorstel van de Commissie voor artikel 26, lid 1, dat financiering van civiele beschermingsacties uit verschillende bronnen toestaat, wordt met het voorgestelde amendement beoogd de duidelijke differentiatie tussen humanitaire en civiele beschermingsoperaties en de financiering ervan te waarborgen.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Uniemechanisme voor civiele bescherming

Document- en procedurenummers

COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

DEVE

14.12.2017

Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking

15.3.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Željana Zovko

8.2.2018

Behandeling in de commissie

20.2.2018

20.3.2018

 

 

Datum goedkeuring

24.4.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Ignazio Corrao, Mireille D’Ornano, Nirj Deva, Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Maria Heubuch, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Arne Lietz, Linda McAvan, Norbert Neuser, Vincent Peillon, Cristian Dan Preda, Lola Sánchez Caldentey, Elly Schlein, Eleni Theocharous, Paavo Väyrynen, Bogdan Brunon Wenta, Anna Záborská, Joachim Zeller, Željana Zovko

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Pál Csáky, Monika Vana

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

21

+

ALDE

Paavo Väyrynen

ECR

Eleni Theocharous

EFDD

Ignazio Corrao, Mireille D'Ornano

GUE/NGL

Lola Sánchez Caldentey

PPE

Pál Csáky, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Cristian Dan Preda, Bogdan Brunon Wenta, Anna Záborská, Joachim Zeller, Željana Zovko

S&D

Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Arne Lietz, Linda McAvan, Norbert Neuser, Vincent Peillon, Elly Schlein

VERTS/ALE

Maria Heubuch, Monika Vana

0

-

 

 

1

0

ECR

Nirj Deva

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

  • [1]  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013.
    betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
  • [2]  Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming 2017/0309 (COD)
  • [3]  Tussentijdse evaluatie van het Uniemechanisme voor civiele bescherming voor de periode 2014-2016 (eindverslag), augustus 2017
    Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de tussentijdse evaluatie van het Uniemechanisme voor civiele bescherming voor de periode 2014-2016 {SWD(2017) 287 final}
    Europese Rekenkamer, speciaal verslag 33/2017, "Uniemechanisme voor civiele bescherming: de coördinatie van de rampenrespons buiten de EU is over het algemeen doeltreffend geweest"

ADVIES van de Begrotingscommissie (25.4.2018)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
(COM(2017)0772/2 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

Rapporteur voor advies: José Manuel Fernandes

BEKNOPTE MOTIVERING

De rapporteur is ingenomen met het voorstel tot wijziging van het huidige Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM) om ervoor te zorgen dat de Unie haar burgers in Europa en daarbuiten doeltreffender steun kan bieden bij crises en in noodsituaties, onder meer door middel van grotere inspanningen op het gebied van rampenpreventie. Hij herinnert eraan dat het UCPM een van de meest tastbare uitingen is van de kernwaarde van solidariteit van de EU.

De rapporteur benadrukt dat investeren in preventie en rampenparaatheid de beste vorm van bescherming is, niet alleen omdat het de meeste mogelijkheden biedt om levens te redden en menselijk leed te voorkomen, maar ook omdat het kan voorkomen dat er na een ramp enorme herstelkosten ontstaan. Volgens de berekeningen van de Commissie zelf wordt met 1 EUR die aan rampenparaatheid wordt besteed, tot wel 7 EUR bespaard op hulpverlening.

De rapporteur is ervan overtuigd dat het huidige systeem al lang had moeten worden herzien. De respons van de Unie op een aantal recente rampen heeft op pijnlijke wijze de ontoereikendheid van het huidige, vrijwillige systeem aan het licht gebracht. Met name ontbrak het tijdens de bosbrandseizoenen 2016 en 2017 aan beschikbare middelen, waardoor slechts 10 van de 17 verzoeken om hulp bij bosbranden konden worden ingewilligd, en dan nog vaak met grote vertraging, met ruim 100 doden tot gevolg. In verscheidene verslagen is ook gewezen op de leemten in de beschikbaarheid van bepaalde kritische responscapaciteiten, met wat betreft blusvliegtuigen, opvangplekken en mogelijk ook andere soorten middelen.

De rapporteur is van mening dat de voorgestelde structuur met twee elkaar aanvullende pijlers, namelijk enerzijds een Europese pool voor civiele bescherming met vooraf toegezegde responscapaciteit van de lidstaten en anderzijds de zogenoemde "rescEU", een speciale reserve van responscapaciteit met bevelvoering en controle op Unieniveau, die als laatste toevlucht moet dienen, de meest geschikte en doeltreffende manier is om de beperkingen van het huidige kader te verhelpen. Door de middelen optimaal te bundelen en schaalvoordelen te genereren, zal het versterkte UCPM ook aanzienlijke besparingen voor de lidstaten opleveren.

De rapporteur herinnert eraan dat de totale kosten van het voorstel van de Commissie voor de periode 2018-2020 worden geraamd op 280 miljoen EUR, waarvan 256,9 miljoen EUR in rubriek 3, "Veiligheid en burgerschap", 6,3 miljoen EUR in rubriek 4, "Europa als wereldspeler" en 16,9 miljoen EUR in rubriek 5, "Administratieve uitgaven". Van de voorgestelde beleidsuitgaven is 54 % bestemd voor paraatheid, met inbegrip van de aankoop of leasing van middelen voor rescEU, 37 % voor respons en 9 % voor preventieactiviteiten. Het voorstel voorziet ook in de aanwerving van 100 extra personeelsleden over een periode van drie jaar. De rapporteur acht deze voorstellen evenredig met de omvang en het doel van de herziening.

De rapporteur is verheugd over het voorstel om het flexibiliteitsinstrument te gebruiken om het leeuwendeel (88 %) van de benodigde extra middelen te dekken. Hij is echter sterk gekant tegen de voorgestelde herschikking van middelen uit bestaande programma's in de rubrieken 3 en 4 ten belope van 31,3 miljoen EUR. Zoals de Begrotingscommissie herhaaldelijk heeft benadrukt, moeten belangrijke nieuwe beleidsvoorstellen vergezeld gaan van nieuwe middelen. Bovendien vertonen veel van de betrokken programma's, zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie", uitstekende uitvoeringspercentages en worden zij al jaren ondergefinancierd. Daarom stelt de rapporteur voor om het volledige bedrag van de benodigde extra middelen in de rubrieken 3 en 4 te financieren via het flexibiliteitsinstrument, zoals in een nieuwe bijlage I wordt nader beschreven.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 2 bis (nieuw)

Ontwerpresolutie

Amendement

 

2 bis. verzoekt de Commissie geen herschikkingen te gebruiken voor de financiering van nieuwe beleidsprioriteiten die in de loop van een lopend meerjarig financieel kader worden vastgesteld, omdat dit onvermijdelijk een negatief effect zal hebben op de uitvoering van andere belangrijke activiteiten van de Unie;

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie".

Amendement    2

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 2 ter (nieuw)

Ontwerpresolutie

Amendement

 

2 ter. verzoekt de Commissie in het volgende meerjarig financieel kader dat in 2021 van start gaat, te voorzien in voldoende financiering voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voortbouwend op de huidige herziening;

Motivering

Om voort te bouwen op de huidige herziening van het Uniemechanisme, waarbij zowel het beleid als de financiering worden versterkt, zal het belangrijk zijn dat de Commissie een ambitieuze financiële enveloppe voor het Uniemechanisme na 2020 voorstelt wanneer zij haar nieuwe voorstellen voor het volgende meerjarig financieel kader indient.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de beschikbaarheid te garanderen van capaciteit in gevallen waar een effectieve rampenrespons in andere situaties niet zou kunnen worden verzekerd, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen. Het verstrekken van deze capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons.

(7) De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid en inzetbaarheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de snelle beschikbaarheid te garanderen van capaciteit in gevallen waar een effectieve rampenrespons in andere situaties niet zou kunnen worden verzekerd, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen. Het verstrekken van deze capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons. Er moet voor een optimaal en transparant gebruik van de financiële middelen worden gezorgd.

Motivering

Wanneer via het Uniemechanisme capaciteiten worden gemobiliseerd, is snelheid van het allergrootste belang, zoals blijkt uit de tragische gevolgen van de laattijdige inzet van blusvliegtuigen bij de recentste bosbranden in Zuid-Europa. Medefinanciering door de EU moet altijd plaatsvinden op voorwaarde van volledige transparantie en verantwoordingsplicht.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme.

(10) Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme, maar niet ten koste van de financiële middelen die zijn toegewezen aan andere belangrijke beleidsgebieden van de Unie, bijvoorbeeld ter bevordering van rechten, gelijkheid en burgerschap, justitie of menselijke ontwikkeling in de hele wereld.

Motivering

Wanneer via het Uniemechanisme capaciteiten worden gemobiliseerd, is snelheid van het allergrootste belang, zoals blijkt uit de tragische gevolgen van de laattijdige inzet van blusvliegtuigen bij de recentste bosbranden in Zuid-Europa. Medefinanciering door de EU moet altijd plaatsvinden op voorwaarde van volledige transparantie en verantwoordingsplicht.

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Voor het herziene Uniemechanisme voor civiele bescherming moeten afzonderlijke financiering en begrotingstoewijzingen worden gegarandeerd. Aangezien negatieve gevolgen voor de financiering van bestaande meerjarenprogramma's moeten worden voorkomen, dient de verhoging van de financiering voor de gerichte herziening van het Uniemechanisme voor civiele bescherming in de jaren 2018, 2019 en 2020 uitsluitend afkomstig te zijn van alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/20131 bis van de Raad, waarbij met name een beroep moet worden gedaan op het flexibiliteitsinstrument.

 

___________________

 

1 bis Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". In plaats daarvan moet de nodige aanvullende financiering worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad om de twee jaar over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt.

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad elk jaar over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt.

Motivering

Om te zorgen voor volledige parlementaire controle en toezicht op het proces en om mogelijke veranderingen met budgettaire gevolgen zo vroeg mogelijk op te sporen, wordt voorgesteld dat het Parlement en de Raad jaarlijks geactualiseerde informatie krijgen over de voortgang van de versterking van het Uniemechanisme, met inbegrip van verplichte informatie over de budgettaire en kostenontwikkelingen.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 bis – alinea-1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Deze informatie omvat een overzicht van de budgettaire en kostenontwikkelingen, met een gedetailleerde technische en financiële beoordeling, nauwkeurige informatie over de kostenstijgingen en wijzigingen in de vereiste typen responscapaciteit en de eventuele kwaliteitseisen van deze capaciteiten, en de redenen voor deze verhogingen of wijzigingen.

Motivering

Om te zorgen voor volledige parlementaire controle en toezicht op het proces en om mogelijke veranderingen met budgettaire gevolgen zo vroeg mogelijk op te sporen, wordt voorgesteld dat het Parlement en de Raad jaarlijks geactualiseerde informatie krijgen over de voortgang van de versterking van het Uniemechanisme, met inbegrip van verplichte informatie over de budgettaire en kostenontwikkelingen.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 19 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De noodzakelijke kredieten voor het Uniemechanisme worden geleidelijk door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, rekening houdend met alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad*, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van het flexibiliteitsinstrument, zoals vermeld in bijlage I.

 

____________________

 

* Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". In plaats daarvan moet de nodige aanvullende financiering worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Bijlage I (nieuw)

 

 

Amendement

BIJLAGE I

INDICATIEVE EXTRA FINANCIËLE TOEWIJZINGEN VOOR DE PERIODE 2018-2020

 

 

2018

2019

2020

TOTAAL

Totale extra kredieten in rubriek 3*

VK

19,157

115,2

122,497

256,854

 

BK

11

56,56

115,395

182,955

Totale extra kredieten in rubriek 4*

VK

2

2

2,284

6,284

 

BK

0,8

1,8

2,014

4,614

Totale extra kredieten in de rubrieken 3 en 4 samen*

VK

21,157

117,2

124,781

263,138

 

BK

11,8

58,36

117,409

187,569

(cijfers in miljoen EUR)

* De volledige bedragen moeten via het flexibiliteitsinstrument beschikbaar worden gesteld.

Motivering

De benodigde extra financiering voor deze herziening van het Uniemechanisme in de jaren 2018-2020 moet in het besluit zelf nader worden omschreven aan de hand van een op zichzelf staande, gedetailleerde bijlage I. Eventuele extra middelen die voor de financiering van deze herziening van Uniemechanisme nodig zijn, moeten worden uitgetrokken met gebruikmaking van de flexibiliteitsbepalingen van de MFK-verordening.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Uniemechanisme voor civiele bescherming

Document- en procedurenummers

COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

BUDG

14.12.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

José Manuel Fernandes

13.12.2017

Behandeling in de commissie

22.3.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

24.4.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean Arthuis, Richard Ashworth, Reimer Böge, Gérard Deprez, Manuel dos Santos, André Elissen, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, John Howarth, Bernd Kölmel, Vladimír Maňka, Siegfried Mureşan, Liadh Ní Riada, Jan Olbrycht, Răzvan Popa, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Indrek Tarand, Inese Vaidere, Monika Vana, Tiemo Wölken, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Jean-Paul Denanot, Anneli Jäätteenmäki, Ivana Maletić, Andrey Novakov, Tomáš Zdechovský

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE ADVISERENDE COMMISSIE

27

+

ALDE

Jean Arthuis, Gérard Deprez, Anneli Jäätteenmäki

ECR

Bernd Kölmel

GUE/NGL

Liadh Ní Riada

PPE

Richard Ashworth, Reimer Böge, José Manuel Fernandes, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Ivana Maletić, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Inese Vaidere, Tomáš Zdechovský

S&D

Jean-Paul Denanot, Eider Gardiazabal Rubial, John Howarth, Vladimír Maňka, Răzvan Popa, Manuel dos Santos, Tiemo Wölken

VERTS/ALE

Indrek Tarand, Monika Vana

2

-

ENF

André Elissen, Marco Zanni

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (30.4.2018)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
(COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

Rapporteur voor advies: Daniel Buda

BEKNOPTE MOTIVERING

Het Europese mechanisme voor civiele bescherming is een belangrijk instrument van de Europese Unie om snel te kunnen reageren op noodsituaties die zich kunnen voordoen in gebieden binnen en buiten de Europese Unie, en maakt gecoördineerde bijstand mogelijk door het delen van middelen in alle deelnemende landen. Het mechanisme moet echter verbeterd worden op het gebied van preventie, paraatheid, organisatie en rampenbestrijdingscapaciteit.

De rapporteur is van mening dat het Uniemechanisme voor civiele bescherming een cruciale rol speelt bij de tenuitvoerlegging van artikel 196 VWEU, waarin wordt bepaald dat "de Unie [...] de samenwerking [bevordert] tussen de lidstaten om zodoende te komen tot een grotere doeltreffendheid van de systemen ter voorkoming van en bescherming tegen natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen".

In dit verband is de rapporteur ingenomen met het initiatief van de Europese Commissie, waarmee beoogd wordt het huidige solidariteitsmechanisme te vereenvoudigen en te versterken met een grotere financiële inspanning van de Europese Unie. Naast de nationale capaciteiten kan hiermee een reservecapaciteit worden opgezet ter versterking van de middelen van de lidstaten.

De rapporteur wijst op de reeds bestaande bijdrage uit de Europese structuur- en investeringsfondsen ter bevordering van risicopreventie en -beheer, en de aanpassing aan klimaatverandering. Bovendien is hij van mening dat, ter vergemakkelijking van een snelle en effectieve inzet, de mobilisatie van rescEU-middelen op regionaal niveau aangepakt moet worden, met name door de capaciteiten van lokale en regionale overheden erbij te betrekken en te versterken, om zo beter te kunnen inspelen op de specifieke kenmerken van de getroffen regio’s.

Het benutten van de synergieën tussen de verschillende Uniemiddelen is een belangrijke factor voor verbeterde doeltreffendheid en meer efficiëntie op het gebied van duurzame rampenpreventie en -bestrijding. De rapporteur pleit dan ook voor een betere samenwerking en coördinatie tussen de verschillende instrumenten, met inbegrip van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU), in een geïntegreerde aanpak.

De rapporteur steunt ook het voorstel van de Commissie om een netwerk van vaardigheden en expertise van verschillende lidstaten op dit gebied op te zetten, en stelt voor om kenniscentra en universiteiten daarbij te betrekken.

Ten slotte is de rapporteur van mening dat een betere communicatiestrategie moet worden ontwikkeld om de acties en de resultaten in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming zichtbaarder te maken voor burgers, en hun vertrouwen in de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en aan te pakken, te versterken.

AMENDEMENTEN

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een besluit

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Het EU-mechanisme voor civiele bescherming (hierna "het mechanisme" genoemd), ingesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad12 is gericht op het versterken van de samenwerking tussen de Unie en de lidstaten en het faciliteren van de coördinatie op het terrein van civiele bescherming, om zodoende te komen tot een betere respons van de Unie ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.

(1)  Het EU-mechanisme voor civiele bescherming (hierna "het mechanisme" genoemd), ingesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad12 is gericht op het versterken van de samenwerking tussen de Unie, de lidstaten en hun regio's en het faciliteren van de coördinatie op het terrein van civiele bescherming, om zodoende te komen tot een betere respons van de Unie ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.

_________________

_________________

12 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

12 Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kunnen overal ter wereld plaatsvinden, vaak zonder waarschuwing. Of het nu door de mens of door de natuur veroorzaakte rampen betreft, zij komen steeds vaker voor, in steeds extremere en complexere vorm, nog versterkt door de gevolgen van de klimaatverandering, en zonder rekening te houden met nationale grenzen. De gevolgen van rampen voor de mens, het milieu en de economie kunnen aanzienlijk zijn.

(3)  Door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kunnen overal ter wereld plaatsvinden. Of zulke rampen nu door de natuur worden veroorzaakt en worden versterkt door de klimaatverandering of aan de mens te wijten zijn – waaronder ook nieuwe bedreigingen, zoals voor de binnenlandse veiligheid –, zij komen steeds vaker voor, in steeds extremere en complexere vorm, en houden geen rekening met nationale grenzen. De gevolgen van rampen voor mens, milieu en economie op de middellange en lange termijn zijn vaak aanzienlijk.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Uit recente ervaring is gebleken dat door een beroep te doen op een louter vrijwillig aanbod van wederzijdse bijstand, gecoördineerd en gefaciliteerd door het Uniemechanisme, niet altijd kan worden gegarandeerd dat voldoende capaciteit beschikbaar wordt gesteld om in toereikende mate tegemoet te komen aan de fundamentele behoeften van bevolkingsgroepen die door een ramp worden getroffen, noch dat het milieu en de eigendom in voldoende mate veilig worden gesteld. Dit is speciaal het geval wanneer lidstaten tegelijk worden getroffen door herhaaldelijke rampen en collectieve capaciteit ontoereikend is.

(4)  Uit recente ervaringen is gebleken dat een beroep op een louter vrijwillig aanbod van wederzijdse bijstand, gecoördineerd en gefaciliteerd door het Uniemechanisme, niet altijd kan garanderen dat voldoende capaciteit beschikbaar wordt gesteld om op tijd en in toereikende mate tegemoet te komen aan de fundamentele behoeften van bevolkingsgroepen die door een ramp worden getroffen, noch dat het milieu en de eigendom in voldoende mate veilig worden gesteld. Dit is met name het geval wanneer lidstaten en hun regio's, evenals lidstaten en regio's in de nabije omgeving, worden getroffen door herhaaldelijke en gelijktijdige rampen en de collectieve responscapaciteit ontoereikend is. Het systeem behoeft verbetering en de lidstaten moeten adequate preventieve maatregelen nemen om de nationale capaciteit te bewaren en uit te bouwen tot een omvang die volstaat om naar behoren op rampen te kunnen reageren.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie. Tot dit doel moeten de lidstaten op regelmatige basis risico-evaluaties met elkaar delen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties aan elkaar zijn gekoppeld. Daarnaast moet de Commissie in staat worden gesteld om van de lidstaten te eisen hun specifieke preventie- en paraatheidsplannen in verband met specifieke rampen mede te delen, met name om de algemene steunverlening van de Unie voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. De administratieve rompslomp moet worden teruggebracht en het preventiebeleid moet worden versterkt, met inbegrip van de noodzakelijke koppelingen met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen die zijn genoemd in overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/201313.

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie op alle niveaus, aangezien de gevolgen van de klimaatverandering overal waarneembaar en van nature grensoverschrijdend zijn. Hiertoe moeten de lidstaten in overleg met hun lokale en regionale autoriteiten risico-evaluaties uitwisselen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing, ook bij grensoverschrijdende gebeurtenissen, waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties zo snel mogelijk aan elkaar worden gekoppeld, onder meer via scholing en beroepsopleiding. Daarnaast moet de Commissie waar nodig van de lidstaten eisen dat zij voorzien in specifieke opleidings-, preventie-, paraatheids- en evacuatieplannen voor specifieke rampen, zoals aardbevingen, droogte, hittegolven, bosbranden, overstromingen en watertekorten, met inbegrip van humanitaire en technologische rampen, met name om de algemene steunverlening van de Unie voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. Het is van essentieel belang dat de administratieve rompslomp wordt teruggebracht en dat het preventiebeleid en de operationele capaciteit – ook op grensoverschrijdend niveau – worden versterkt, onder andere door betere koppelingen en coördinatie met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, met name de Europese structuur- en investeringsfondsen die worden genoemd in artikel 1 en overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/201313, en het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. In dit verband moet worden benadrukt dat de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) al een bijdrage leveren aan de bevordering van de aanpassing aan klimaatverandering en aan risicopreventie en -beheer, en dat er in verband met die doelstelling ex-antevoorwaarden gelden.

_________________

_________________

13 Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  De macroregionale strategieën van de Unie kunnen een hoogwaardig kader voor samenwerking bieden, met het doel operationele preventieve maatregelen vast te stellen en respons- en beheerscentra op te richten, waarbij ook samenwerking met naburige derde landen mogelijk is.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Er bestaat een noodzaak om het collectieve vermogen tot rampenparaatheid en rampenrespons te versterken met name door wederzijdse steunverlening in Europa. Naast een versterking van de mogelijkheden die reeds worden geboden door de Europese responscapaciteit voor noodsituaties (EERC, of de vrijwillige pool), vanaf heden de "Europese pool voor civiele bescherming" genoemd, moet de Commissie ook rescEU opzetten. De samenstelling van rescEU moet noodresponscapaciteit omvatten inzake bosbranden, grootschalige overstromingen en aardbevingen, alsook een veldhospitaal en medische teams volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie die snel kunnen worden ontplooid.

(6)  Er bestaat een noodzaak om het collectieve vermogen tot scholing voor rampen, rampenparaatheid en rampenrespons te versterken, met name door doeltreffende wederzijdse steunverlening en samenwerking in Europa, teneinde de voorspelbaarheid van interventies te vergroten en de inzettermijn aanzienlijk te verkorten. Naast een versterking van de mogelijkheden die reeds worden geboden door de Europese responscapaciteit voor noodsituaties (EERC, of de "civiele bijstandsplicht"), voortaan de "Europese pool voor civiele bescherming" genoemd, moet de Commissie ook rescEU opzetten. De samenstelling van rescEU moet een specifieke gezamenlijke noodresponscapaciteit omvatten voor natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals bosbranden, grootschalige overstromingen, aardbevingen, terroristische bedreigingen en andere onvoorziene gebeurtenissen, bijvoorbeeld een acuut gebrek aan geneesmiddelen, alsook een veldhospitaal en medische teams volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie die kunnen worden ingezet om snel en gelijktijdig op verschillende locaties in actie te komen. Op verzoek moeten operationele rescEU-middelen beschikbaar worden gesteld voor responsoperaties om capaciteitstekorten aan te pakken en de inspanningen in het kader van de pool voor civiele bescherming te versterken. Er moeten specifieke bepalingen worden opgenomen voor interventies in de ultraperifere regio's en de landen en gebieden overzee (LGO), gezien hun ligging op grote afstand van het Europese continent en hun specifieke kenmerken.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  De regionale en lokale autoriteiten spelen een belangrijke rol bij rampenpreventie en -beheersing en hun responscapaciteit moet op passende wijze worden geïntegreerd in de in het kader van dit besluit uitgevoerde coördinatie- en inzetactiviteiten, in overeenstemming met het institutioneel en juridisch kader van de lidstaten, teneinde overlappingen zoveel mogelijk te voorkomen en interoperabiliteit te bevorderen. Deze autoriteiten kunnen een belangrijke preventieve rol vervullen en moeten tevens als eerste reageren in de nasleep van een ramp, tezamen met hun vrijwilligers. Er is dan ook behoefte aan doorlopende samenwerking op lokaal, regionaal en grensoverschrijdend niveau met het doel gemeenschappelijke waarschuwingssystemen in te voeren voor snelle interventie vóór de rescEU wordt gemobiliseerd, evenals regelmatige voorlichtingscampagnes over maatregelen voor een eerste respons.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter)  Om een snelle en effectieve inzet te vergemakkelijken moet de mobilisatie van rescEU-middelen ook een territoriaal aspect hebben en rekening houden met het belang van een aanpak op regionaal en lokaal niveau, en waar nodig een vanuit de gemeenschap geleide aanpak, teneinde goed te kunnen inspelen op de specifieke kenmerken van de regio's en de door een ramp veroorzaakte schade te beperken.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de beschikbaarheid te garanderen van capaciteit in gevallen waar een effectieve rampenrespons in andere situaties niet zou kunnen worden verzekerd, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen. Het verstrekken van deze capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons.

(7)  De Unie moet in staat zijn om de lidstaten bij te staan indien de beschikbare materiële en technische capaciteit niet volstaat voor een doeltreffende respons op rampen, ook in het geval van grensoverschrijdende gebeurtenissen, door bij te dragen aan de financiering van leasing- of verhuringsregelingen, met het oog op een snelle toegang tot dergelijke capaciteit, of door de financiering van de aankoop ervan. Hierdoor zou de doeltreffendheid van het Uniemechanisme aanzienlijk worden vergroot, door de beschikbaarheid te garanderen van materiële en technische capaciteit, waaronder capaciteit voor het redden van ouderen of personen met een handicap, in gevallen waar een effectieve rampenrespons anders niet gewaarborgd zou zijn, met name bij rampen die een wijdverbreide impact hebben of een aanzienlijk aantal lidstaten treffen. Het verstrekken van specifieke passende uitrusting en van capaciteit door de Unie moet schaalvoordelen opleveren en leiden tot een betere coördinatie bij rampenrespons.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Met het oog op grotere efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen en op grotere samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten is het noodzakelijk een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming op te zetten dat is gebaseerd op bestaande structuren.

(9)  Opleiding, onderzoek en innovatie zijn essentiële aspecten van de samenwerking op het gebied van civiele bescherming. Met het oog op grotere efficiëntie en doelmatigheid van opleiding en oefeningen, bevordering van innovatie door inzet van nieuwe technologieën zoals hightech uitrusting alsmede de nieuwste wetenschappelijke bevindingen om een doeltreffender toezicht in stedelijke en bosgebieden te waarborgen, en verdieping van de dialoog en samenwerking tussen de nationale civiele-beschermingsautoriteiten en -diensten van de lidstaten, ook in grensoverschrijdend verband, is het noodzakelijk om een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming op te zetten dat is gebaseerd op bestaande structuren en waarbij onderzoekers, onderzoeks- en opleidingscentra van lidstaten, universiteiten en waar nodig kenniscentra en maatschappelijke organisaties betrokken worden. In het geval van de ultraperifere gebieden en de LGO moet ervoor worden gezorgd dat zij eveneens in dit netwerk worden opgenomen, naast meer samenwerking met derde landen op het gebied van scholing en preventie- en responscapaciteit.

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Er bestaat behoefte aan een vereenvoudiging van de procedures van het Uniemechanisme om de toegang van de lidstaten te verzekeren tot de steun en de capaciteit die nodig zijn om zo spoedig mogelijk te antwoorden op natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.

(11)  Er bestaat behoefte aan vereenvoudiging en stroomlijning alsmede meer flexibiliteit van de procedures van het Uniemechanisme om ervoor te zorgen dat lidstaten snel toegang hebben tot de steun en de capaciteit die nodig zijn om zo spoedig en efficiënt mogelijk te reageren op natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende preventie-activiteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15. Evenzo moet de samenhang worden verzekerd met internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

(13)  Het is van belang te garanderen dat de lidstaten en hun lokale en regionale autoriteiten, alle noodzakelijke maatregelen treffen om door de natuur of de mens veroorzaakte rampen doeltreffend te voorkomen en hun gevolgen te verminderen, onder meer door onderhoud van bossen, beheer van ontvlambaar materiaal en bosbouwplanning. De bepalingen moeten het verband versterken tussen acties voor preventie, paraatheid en respons in het kader van het Uniemechanisme. Er moet ook worden gezorgd voor samenhang met andere relevante wetgeving van de Unie inzake de preventie en het beheer van rampenrisico's, met inbegrip van grensoverschrijdende en intergemeentelijke preventie- en vroegtijdige-waarschuwingsactiviteiten en respons op bedreigingen zoals ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de volksgezondheid15, met inbegrip van ongevallen met radioactieve, biologische of chemische stoffen. De programma's voor territoriale samenwerking in het kader van het cohesiebeleid omvatten specifieke acties inzake weerbaarheid tegen rampen en risicopreventie en -beheer. Grotere inspanningen voor een sterkere integratie en meer synergieën zijn daarom noodzakelijk. Evenzo moet de samenhang worden verzekerd met internationale verbintenissen zoals het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. Daarnaast moeten er regelingen worden getroffen voor betere coördinatie met het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU), met het oog op de natuurrampenrespons.

__________________

__________________

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

15 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis)  De Unie moet tevens aandacht besteden aan technische bijstand en opleiding, zodat de zelfredzaamheid van gemeenschappen kan worden verbeterd en zij beter voorbereid zijn om snel te reageren en de gevolgen van een ramp binnen de perken te houden. Specifieke opleidingen en training voor personen die taken uitoefenen op het gebied van de openbare veiligheid, zoals gemeenschapsleiders, personeel in de sociale en medische sector, de reddingsdiensten en de brandweer alsmede lokale vrijwilligersgroepen die snel beschikbaar interventiemateriaal paraat hebben, kunnen helpen de gevolgen van een ramp binnen de perken te houden en het aantal dodelijke slachtoffers zowel tijdens als in de nasleep van een crisis te beperken.

Amendement    14

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter -a (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 1 – letter c

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a)  In lid 1 wordt letter c) vervangen door:

c)  Het bevorderen van een snelle en efficiënte respons bij rampen of bij dreigende rampen; en

c)  Het bevorderen van een snelle en efficiënte respons bij rampen of bij dreigende rampen, ook door het inzetten van adequate materiële en technische capaciteit voor urgente reddingsoperaties;

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 1 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)  het vergroten van de beschikbaarheid en het gebruik van wetenschappelijke kennis over rampen.

e)  het vergroten van de beschikbaarheid en het gebruik van wetenschappelijke kennis over rampen, ook in de ultraperifere regio's en de LGO;

Amendement    16

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  Aan lid 1 wordt het volgende punt e bis) toegevoegd:

 

e bis)  het intensiveren van de samenwerkings- en coördinatieactiviteiten op grensoverschrijdend niveau;

Amendement    17

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  verbeteren van de kennisbasis betreffende rampenrisico's en vergemakkelijken van de uitwisseling van kennis, de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, informatie en beste praktijken, met name onder lidstaten die met dezelfde risico's worden geconfronteerd.

a)  bevordering van onderwijs, bewustmaking, verbeteren van de kennisbasis betreffende rampenrisico's en vergemakkelijken van de dialoog, uitwisseling van kennis en samenwerking, de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en innovatie, met aanbevelingen en kortetermijnvoorspellingen, informatie en beste praktijken, met name onder lidstaten en hun lokale en regionale autoriteiten, de naburige derde landen en waar nodig de ultraperifere regio's en LGO die met dezelfde risico's worden geconfronteerd;

Amendement    18

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – letter a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis)  Aan artikel 5, lid 1, wordt letter a bis) toegevoegd:

 

a bis)  op verzoek hulp bieden bij de besluitvorming;

Amendement    19

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – letter a ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter)  Aan artikel 5, lid 1, wordt letter a ter) toegevoegd:

 

a ter)  harmoniseren van informatie en richtsnoeren inzake waarschuwingssystemen, ook op grensoverschrijdend niveau;

Amendement    20

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quater (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 5 – lid 1 – letter h

 

Bestaande tekst

Amendement

 

3 ter)  In artikel 5, lid 1, wordt letter h) vervangen door:

h)  bevorderen van het gebruik van verschillende financiële middelen van de Unie die duurzame rampenpreventie kunnen ondersteunen en de lidstaten en regio's ertoe aanmoedigen deze financieringsmogelijkheden te benutten;

h)  bevorderen van het gebruik en de coördinatie van verschillende financiële middelen van de Unie die duurzame rampenpreventie en -respons kunnen ondersteunen en lidstaten en regio's ertoe aanmoedigen deze financieringsmogelijkheden te benutten voor meer synergie, onder meer door hun materiële en technische middelen uit te breiden en te moderniseren;

Amendement    21

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  uiterlijk op 22 december 2018 en vervolgens om de drie jaar opstellen van risicobeoordelingen op nationaal of passend subnationaal niveau en deze aan de Commissie ter beschikking stellen;

a)  uiterlijk op 22 december 2018 en vervolgens om de twee jaar opstellen van risicobeoordelingen op nationaal of passend subnationaal niveau, in samenwerking met de betrokken lokale en regionale autoriteiten, en deze aan de Commissie ter beschikking stellen;

Amendement    22

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 6 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een samenvatting van de relevante elementen van de risicobeheersingsplanning dient uiterlijk op 31 januari 2019, en vervolgens om de drie jaar, bij de Commissie te worden ingediend, met inbegrip van informatie over de uitgekozen preventie- en paraatheidsmaatregelen. Daarnaast kan de Commissie van de lidstaten vragen specifieke preventie- en paraatheidsplannen mede te delen die zowel de inspanningen op de korte als op de lange termijn moeten bestrijken. De Unie onderzoekt terdege de vooruitgang die door de lidstaten wordt geboekt inzake rampenpreventie en rampenparaatheid als onderdeel van elke toekomstige toepasselijke ex-antevoorwaarde in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen.

Een samenvatting van de relevante elementen van de risicobeheersingsplanning dient uiterlijk op 31 januari 2019, en vervolgens om de twee jaar, bij de Commissie te worden ingediend, met inbegrip van informatie over de uitgekozen preventie- en paraatheidsmaatregelen. Daarnaast kan de Commissie de lidstaten verzoeken specifieke preventie- en paraatheidsplannen mede te delen en voorziet zij de lidstaten van een richtinggevend kader voor de voorbereiding van deze plannen, die zowel de inspanningen op de korte als op de lange termijn moeten bestrijken. De Unie onderzoekt terdege de vooruitgang die door de lidstaten, ook op regionaal en lokaal niveau, wordt geboekt inzake rampenpreventie en rampenparaatheid als onderdeel van een krachtiger toekomstig mechanisme voor ex-antevoorwaarden voor investeringen in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen.

Amendement    23

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 8 – lid 1 – letter k

 

Bestaande tekst

Amendement

 

4 bis.  In artikel 8, lid 1, wordt letter k) vervangen door:

k)  in nauw overleg met de lidstaten uitvoeren van extra ondersteunende en aanvullende paraatheidacties teneinde de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling te verwezenlijken.

"k)  in nauw overleg met de lidstaten uitvoeren van extra ondersteunende en aanvullende paraatheidacties, onder meer door coördinatie met andere instrumenten van de Unie, teneinde de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling te verwezenlijken."

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32013R1303

Amendement    24

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter)  In artikel 9 wordt het volgende lid ingevoegd na lid 1:

 

"1 bis.  De lidstaten versterken de relevante administratieve capaciteit van de bevoegde regionale en lokale overheden, in overeenstemming met hun institutioneel en juridisch kader."

Amendement    25

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 10 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de planning van responsoperaties bij rampen in het kader van het Uniemechanisme, onder meer door het opstellen van scenario’s voor respons op rampen gebaseerd op de risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, onder a), en het overzicht van risico's als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit.

1.  De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de planning van responsoperaties bij natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen in het kader van het Uniemechanisme, onder meer door het opstellen van scenario’s voor respons op rampen gebaseerd op de risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, onder a), en het overzicht van risico's als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit.

Amendement    26

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Er wordt een Europese pool voor civiele bescherming opgericht. Deze bestaat uit een pool van vooraf toegezegde responscapaciteit van de lidstaten en omvat modules, andere responscapaciteit en deskundigen.

1.  Er wordt een Europese pool voor civiele bescherming opgericht. Deze bestaat uit een geheel van vooraf toegestane responscapaciteit van de lidstaten en omvat modules, andere responscapaciteit en deskundigen, op basis van het beginsel van de civiele bijstandsplicht.

Amendement    27

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter d

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 11 – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.  Verwijzingen naar de Europese responscapaciteit voor noodsituaties, EERC en de vrijwillige pool worden beschouwd als verwijzingen naar de Europese pool voor civiele bescherming.

10.  Verwijzingen naar de Europese responscapaciteit voor noodsituaties, EERC en de civiele bijstandsplicht worden beschouwd als verwijzingen naar de Europese pool voor civiele bescherming.

Amendement    28

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)  stedelijke zoek- en reddingsoperaties;

c)  zoek- en reddingsoperaties in stedelijk, bergachtig en bosgebied;

Amendement    29

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Op basis van vastgestelde risico's en uitgaande van een multirisico-aanpak is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

Op basis van vastgestelde risico's en uitgaande van een multirisico-aanpak en de noodzaak van flexibiliteit ten aanzien van de responscapaciteit, is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30, ten einde de vereiste typen responscapaciteit vast te stellen bovenop de responscapaciteit die bedoeld is in lid 2 van dit artikel, en om de samenstelling van rescEU dienovereenkomstig aan te passen. De samenhang met andere beleidsonderdelen van de Unie wordt gewaarborgd.

Amendement    30

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de bevelvoering en controle over de rescEU-capaciteit onder haar bevoegdheid houdt.

7.  De rescEU-capaciteit is beschikbaar voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme naar aanleiding van een verzoek om bijstand via het ERCC. Het besluit tot de inzet ervan wordt door de Commissie genomen, die de bevelvoering en controle over de rescEU-capaciteit onder haar bevoegdheid houdt en die een gemeenschappelijke voertaal gebruikt en gestandaardiseerde begrippen die begrijpelijk zijn voor alle eenheden die worden ingezet bij rampen.

Amendement    31

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8.  In het geval van inzet van de rescEU-capaciteit komt de Commissie met de verzoekende lidstaat de operationele ontplooiing overeen. De verzoekende lidstaat faciliteert de operationele coördinatie van zijn eigen capaciteit met de rescEU-activiteiten tijdens de operaties.

8.  In het geval van inzet van de rescEU-capaciteit komt de Commissie met de verzoekende lidstaat of lidstaten waar nodig de operationele ontplooiing overeen. De verzoekende lidstaat faciliteert de operationele coördinatie van zijn eigen capaciteit, inclusief de responscapaciteit van regionale en lokale overheden, evenals die van vrijwilligers, met de rescEU-activiteiten tijdens de operaties.

Amendement    32

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9.  Waar nodig faciliteert de Commissie de coördinatie van de verschillende responscapaciteiten via het ERCC overeenkomstig de artikelen 15 en 16.

9.  Waar nodig faciliteert de Commissie de coördinatie van de verschillende responscapaciteit door rekening te houden met onder meer de noodzaak om te kiezen voor een regionale aanpak en door, waar nodig, gebruik te maken van grensoverschrijdende regelingen op basis van beschikbaarheid en nabijheid. Die coördinatie wordt ook gefaciliteerd via het ERCC overeenkomstig de artikelen 15 en 16.

Amendement    33

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie zet een netwerk op van relevante actoren en instellingen inzake civiele bescherming en rampenbeheersing, die tezamen met de Commissie een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming vormen.

De Commissie zet een netwerk op van relevante actoren en instellingen inzake civiele bescherming en rampenbeheersing, met inbegrip van onderzoeks- en opleidingscentra, universiteiten, onderzoekers en kenniscentra die waar nodig tezamen met de Commissie een kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming vormen dat ook zal openstaan voor de uitwisseling van kennis en beste praktijken met derde landen.

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen en kennisverspreiding de volgende taken uit, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra, waar nodig:

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen, kennisverspreiding, communicatie en bewustmakingsprogramma's de volgende taken uit, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra.

Amendement    34

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – letter a

 

Bestaande tekst

Amendement

 

9 bis)  In artikel 13, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

a)  het opzetten en beheren van een opleidingsprogramma voor het personeel voor civiele bescherming en crisisbeheersing inzake preventie van, paraatheid bij en respons op rampen. Het programma omvat onder meer gezamenlijke cursussen en een systeem voor de uitwisseling van deskundigen waarbij individuele personen naar een andere lidstaat kunnen worden gedetacheerd.

a)  het opzetten en beheren van een opleidingsprogramma voor het personeel voor civiele bescherming en crisisbeheersing inzake gespecialiseerde expertise op het gebied van preventie van, paraatheid bij en respons op rampen. Het programma maakt waar nodig gebruik van bestaande kenniscentra en universiteiten, en omvat onder meer gezamenlijke cursussen en een systeem voor de uitwisseling van deskundigen waarbij individuele personen naar een andere lidstaat kunnen worden gedetacheerd. Het programma omvat ook bepalingen inzake samenwerking met naburige derde landen.

Amendement    35

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – letter f

 

Bestaande tekst

Amendement

 

9 ter)  Artikel 13, lid 1, letter f), wordt vervangen door:

f)  het stimuleren en aanmoedigen van de invoering en toepassing van relevante nieuwe technologieën ten behoeve van het Uniemechanisme.

f)  het stimuleren van onderzoek en innovatie en het aanmoedigen van de invoering en toepassing van relevante nieuwe technologieën ten behoeve van het Uniemechanisme.

Amendement    36

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 20 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Elke steun of financiering die wordt verstrekt uit hoofde van dit besluit, dient de nodige zichtbaarheid te geven aan de Unie, met inbegrip van het logo van de Unie voor de capaciteit die wordt genoemd onder de artikelen 11, 12 en 21, lid 2, onder c).

Elke steun of financiering die wordt verstrekt uit hoofde van dit besluit, dient te zorgen voor de nodige zichtbaarheid van de Unie, met inbegrip van het logo van de Unie voor de capaciteit die wordt genoemd onder de artikelen 11, 12 en 21, lid 2, onder c). Er moet een communicatiestrategie worden ontwikkeld om de acties in het kader van het Uniemechanisme zichtbaar te maken voor burgers en om hun vertrouwen in de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en aan te pakken, te vergroten.

Amendement    37

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter b – punt i

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 21 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)  kosten die samenhangen met het upgraden of repareren van de responscapaciteiten tot een staat van gereedheid en beschikbaarheid waardoor zij kunnen worden ingezet in het kader van de Europese pool voor civiele bescherming, conform de kwaliteitseisen voor de Europese pool voor civiele bescherming en, voor zover van toepassing, de tijdens het certificeringsproces geformuleerde aanbevelingen ("aanpassingskosten"). Deze kosten kunnen onder meer kosten omvatten die verband houden met de inzetbaarheid, de interoperabiliteit van modules en andere responscapaciteit, de autonomie, zelfvoorziening, vervoerbaarheid, verpakking en andere noodzakelijke kosten, mits deze specifiek samenhangen met de deelname van de capaciteit aan de Europese pool voor civiele bescherming.

c)  kosten die samenhangen met het upgraden of repareren van de responscapaciteiten tot een staat van gereedheid en beschikbaarheid waardoor zij kunnen worden ingezet in het kader van de Europese pool voor civiele bescherming, conform de kwaliteitseisen voor de Europese pool voor civiele bescherming en, voor zover van toepassing, de tijdens het certificeringsproces geformuleerde aanbevelingen ("aanpassingskosten"). Deze kosten kunnen onder meer kosten omvatten die verband houden met de inzetbaarheid, de interoperabiliteit van modules en andere responscapaciteit, de autonomie, zelfvoorziening, vervoerbaarheid, verpakking en andere noodzakelijke kosten, waaronder de kosten van het promoten van vrijwilligerswerk in verband met civiele bescherming en het opleiden van vrijwilligers, mits deze specifiek samenhangen met de deelname van de capaciteit aan de Europese pool voor civiele bescherming.

Amendement    38

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 16

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd.

2.  Er dient synergie, complementariteit en meer coördinatie te worden ontwikkeld met andere instrumenten van de Unie, zoals instrumenten op het gebied van cohesiebeleid – met inbegrip van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie –, plattelandsontwikkeling, onderzoek, gezondheids-, migratie- en veiligheidsbeleid, zonder het nodig is de middelen van die gebieden te herschikken. Bij optreden in humanitaire crises in derde landen zorgt de Commissie voor complementariteit en samenhang van acties die uit hoofde van dit besluit worden gefinancierd en acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1257/96 worden gefinancierd.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Uniemechanisme voor civiele bescherming

Document- en procedurenummers

COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

REGI

14.12.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Daniel Buda

7.12.2017

Behandeling in de commissie

24.1.2018

27.3.2018

 

 

Datum goedkeuring

26.4.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pascal Arimont, Victor Boştinaru, Rosa D’Amato, Aleksander Gabelic, Michela Giuffrida, Ivan Jakovčić, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Iskra Mihaylova, Konstantinos Papadakis, Stanislav Polčák, Liliana Rodrigues, Fernando Ruas, Ruža Tomašić, Monika Vana, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Derek Vaughan, Kerstin Westphal

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Petras Auštrevičius, Daniel Buda, John Howarth, Ivana Maletić, Bronis Ropė, Damiano Zoffoli

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Marek Plura, Boris Zala

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

25

+

ALDE

Petras Auštrevičius, Ivan Jakovčić, Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg

EFDD

Rosa D’Amato

PPE

Pascal Arimont, Daniel Buda, Ivana Maletić, Marek Plura, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Lambert van Nistelrooij

S&D

Victor Boştinaru, Aleksander Gabelic, Michela Giuffrida, John Howarth, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Liliana Rodrigues, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Boris Zala, Damiano Zoffoli

VERTS/ALE

Bronis Ropė, Monika Vana

1

-

NI

Konstantinos Papadakis

1

0

ECR

Ruža Tomašić

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

4.4.2018

STANDPUNT IN DE VORM VAN AMENDEMENTEN

van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming

(COM)2017/0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD))

namens de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid: Angelika Mlinar (rapporteur)

AMENDEMENTEN

De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid dient bij de bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in:

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Gendergelijkheid is een fundamentele waarde van de Unie, die in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten is opgenomen, en de Unie heeft toegezegd deze waarde te integreren in al haar activiteiten. In het bijzonder is in artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het beginsel van gendermainstreaming neergelegd, door te stellen dat de Unie er bij elk optreden naar streeft de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen.

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie. Tot dit doel moeten de lidstaten op regelmatige basis risico-evaluaties met elkaar delen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties aan elkaar zijn gekoppeld. Daarnaast moet de Commissie in staat worden gesteld om van de lidstaten te eisen hun specifieke preventie- en paraatheidsplannen in verband met specifieke rampen mede te delen, met name om de algemene steunverlening van de Unie voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. De administratieve rompslomp moet worden teruggebracht en het preventiebeleid moet worden versterkt, met inbegrip van de noodzakelijke koppelingen met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen die zijn genoemd in overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/20131.

(5)  Preventie is van groot belang voor de bescherming tegen rampen en vraagt om verdere actie. Tot dit doel moeten de lidstaten op regelmatige basis risico-evaluaties met elkaar delen, alsook samenvattingen van hun rampenrisicobeheersplanning, met het oog op een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing waarbij preventie-, paraatheids- en responsacties aan elkaar zijn gekoppeld. De lidstaten moeten zorgen voor omvattende gendergevoelige programmering, aangezien natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen alsook milieubeleid andere gevolgen hebben voor vrouwen dan voor mannen. Met het oog op een billijke en doeltreffende rampenrisicovermindering en een versterking van de mechanismen voor civiele bescherming moet daarom in alle fasen – van preventie tot paraatheid en respons – rekening worden gehouden met de genderdimensie, onder meer in de gezamenlijke risico-evaluaties en interventies op het gebied van crisisbeheersing in zowel conflict- als postconflictsituaties. Daarnaast moet de Commissie in staat worden gesteld om van de lidstaten te eisen hun specifieke preventie- en paraatheidsplannen in verband met specifieke rampen mede te delen, met name om de algemene steunverlening van de Unie voor rampenrisicobeheer te maximaliseren. De administratieve rompslomp moet worden teruggebracht en het preventiebeleid moet worden versterkt, met inbegrip van de noodzakelijke koppelingen met andere essentiële beleidsacties en instrumenten van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen die zijn genoemd in overweging 2 van Verordening (EU) nr. 1303/20131.

_____________________

_____________________

1 Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

1 Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) De Unie moet bij elk optreden rekening houden met het feit dat vrouwen niet alleen de onmiddellijke gevolgen van een ramp ondervinden, maar mogelijk specifieke behoeften op het vlak van gezondheidszorg hebben. De lidstaten en de Unie moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat zwangere vrouwen de nodige medische zorg ontvangen.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 7 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter)  In alle stadia van risicobeheer moet worden voorzien in sanitaire en hygiënische voorzieningen, diensten en middelen, met bijzondere aandacht voor en besef van de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes.

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 7 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 quater)  Vrouwen en meisjes lopen een verhoogd risico op fysiek en seksueel geweld in noodsituaties. Het is derhalve van essentieel belang dat rampenbeheersingsprojecten maatregelen omvatten om gendergebaseerd geweld te voorkomen en doeltreffend het hoofd te bieden, zoals maatregelen om de veiligheid van vrouwen te waarborgen in de nasleep van een ramp, waarbij diensten worden verleend om de slachtoffers van gendergebaseerd geweld te ondersteunen door middel van gezondheidszorg, psychologische ondersteuning en andere vormen van bijstand. De problematiek in verband met geweld tegen vrouwen en meisjes moet worden aangepakt in de bestaande opleidingen en handboeken op het gebied van risicovermindering en noodrespons.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Teneinde de specifieke risico's waarmee vrouwen en meisjes in noodsituaties worden geconfronteerd te voorkomen en doeltreffender het hoofd te bieden, moet het personeel dat belast is met planning, inzet en beheer op het gebied van rampenrisicobeheersing en civiele bescherming een gendergevoelige opleiding krijgen. De lopende dialoog en samenwerking tussen het kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming en netwerken en organisaties van vrouwenrechtenactivisten met expertise op het vlak van milieurampen zijn daarom van essentieel belang om te komen tot een volledig transversale aanpak van rampenpreventie, -paraatheid en -respons in de Unie en de lidstaten.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme.

(10)  Om het functioneren van de rescEU-capaciteit te verzekeren moeten extra financiële toewijzingen beschikbaar worden gesteld voor financiële acties in het kader van het Uniemechanisme, maar niet ten koste van de financiële enveloppes die zijn toegewezen aan andere belangrijke beleidsterreinen van de Unie, bijvoorbeeld ter bevordering van rechten, gelijkheid en burgerschap, justitie of menselijke ontwikkeling in de hele wereld, waaronder in het bijzonder alle middelen die zijn toegewezen aan programma's en projecten inzake gendergelijkheid en empowerment van vrouwen, aangezien de tenuitvoerlegging van sommige van deze programma's buitengewoon succesvol is (de betalingstoewijzingen voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" bedroegen de afgelopen drie jaar meer dan 99 %).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie". Een absorptiepercentage van bijna 100 % voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" impliceert dat er geen nieuwe middelen uit dit programma kunnen worden ingezet zonder specifieke projecten en organisaties negatief te beïnvloeden. De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid wijst voortdurend op de noodzaak de middelen voor het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" te verhogen met het oog op het Daphne-programma en gendergelijkheidsprogramma's.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Voor het herziene Uniemechanisme voor civiele bescherming moeten afzonderlijke financiering en begrotingstoewijzingen worden gegarandeerd. Aangezien negatieve gevolgen voor de financiering van bestaande meerjarenprogramma's moeten worden voorkomen, dient de verhoging van de financiering voor de gerichte herziening van het Uniemechanisme voor civiele bescherming in de jaren 2018, 2019 en 2020 uitsluitend afkomstig te zijn van alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/20131 bis van de Raad, waarbij met name een beroep moet worden gedaan op het flexibiliteitsinstrument.

 

___________________

 

1 bis Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie".

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter)  Bij de planning en toewijzing van middelen en budgettering voor het herziene Uniemechanisme voor civiele bescherming moet ook het perspectief van genderbudgettering worden toegepast, dat gepaard gaat met een gendergebaseerde beoordeling, om bij de aanpak van noodsituaties het genderperspectief beter te integreren in de inspanningen op het gebied van risicobeheer en rampenpreventie.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 3 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  vooruitgang in de implementatie van het rampenpreventiekader, die wordt afgemeten aan het aantal lidstaten dat een samenvatting van zijn risicobeoordelingen, een evaluatie van zijn risicobeheersingsvermogen, en een samenvatting van zijn rampenrisicobeheersplanning als bedoeld in artikel 6 ter beschikking van de Commissie heeft gesteld;

a)  vooruitgang in de implementatie van het rampenpreventiekader, die wordt afgemeten aan het aantal lidstaten dat een samenvatting van zijn risicobeoordelingen, een evaluatie van zijn risicobeheersingsvermogen, en een samenvatting van zijn rampenrisicobeheersplanning als bedoeld in artikel 6 ter beschikking van de Commissie heeft gesteld. de beoordelingen zijn gendergevoelig;

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 12 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad om de twee jaar over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt.

De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad om de twee jaar over de vooruitgang met betrekking tot operaties en de vooruitgang die in verband met de artikelen 11 en 12 wordt geboekt, met specifieke gegevens over de inclusie van gendergelijkheid.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen en kennisverspreiding de volgende taken uit, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra, waar passend; '

Het netwerk voert op het gebied van opleiding, oefeningen, geleerde lessen en kennisverspreiding de volgende taken uit, daarbij strevende naar een genderevenwichtige samenstelling, in nauwe coördinatie met de relevante kenniscentra, waar passend; '

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 bis)  Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

2 bis.  Bij de tenuitvoerlegging van de in lid 1 genoemde taken zorgen de Commissie en de lidstaten ervoor dat in de opleidings- en kwalificatieprocessen, alsook in de handboeken inzake risicovermindering en noodrespons, een genderperspectief wordt geïntegreerd, met een speciale focus op de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes;

Motivering

Met dit aanvullende lid wordt beoogd gendergevoeligheid te integreren in het kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming via opleidingen en handboeken.

Amendement    14

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 ter (nieuw)

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 13 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 ter)  Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

3 bis.  De Commissie zorgt ervoor dat gegevens op het vlak van rampen naar geslacht worden uitgesplitst, zoals vereist uit hoofde van het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering, teneinde de rol van vrouwen bij de planning van risicovermindering en het genderperspectief gedurende het gehele proces in aanmerking te nemen;

Motivering

Dit aanvullende lid is bedoeld om bij gegevensverzameling op het vlak van rampen rekening te houden met gendergevoeligheid. Voor de bevordering en versterking van samenwerking zijn data en statistieken van essentieel belang, aangezien hiermee rampenrisico's beter kunnen worden begrepen en uiteindelijk aangepakt. In het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering wordt duidelijk meegedeeld dat de betreffende gegevens moeten worden uitgesplitst.

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12

Besluit nr. 1313/2013/EU

Artikel 19 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het bedrag van 480.630.000 euro in lopende prijzen is afkomstig van rubriek 3 ("Veiligheid en burgerschap") en 150.936.000 euro in lopende prijzen is afkomstig van rubriek 4 ("De EU als mondiale partner") van het meerjarig financieel kader.

De noodzakelijke kredieten voor het Uniemechanisme worden geleidelijk door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, rekening houdend met alle middelen die beschikbaar zijn op grond van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad*, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van het flexibiliteitsinstrument.

 

____________________

 

* Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Motivering

Nieuwe beleidsvoorstellen moeten vergezeld gaan van nieuwe middelen. De rapporteur is sterk gekant tegen het gebruik van herschikkingen ten koste van succesvolle maar chronisch ondergefinancierde programma's zoals het programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" en het programma "Justitie".

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

EU-mechanisme voor civiele bescherming

Document‑ en procedurenummers

COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

FEMM

8.2.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Angelika Mlinar

21.2.2018

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Uniemechanisme voor civiele bescherming

Document- en procedurenummers

COM(2017)0772 – C8-0409/2017 – 2017/0309(COD)

Datum indiening bij EP

23.11.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

ENVI

14.12.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

AFET

14.12.2017

DEVE

14.12.2017

BUDG

14.12.2017

REGI

14.12.2017

 

FEMM

8.2.2018

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

20.3.2018

 

 

 

Medeverantwoordelijke commissies

       Datum bekendmaking

DEVE

15.3.2018

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Elisabetta Gardini

16.1.2018

 

 

 

Behandeling in de commissie

20.3.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

17.5.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

48

8

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pilar Ayuso, Zoltán Balczó, Ivo Belet, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Birgit Collin-Langen, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Stefan Eck, Bas Eickhout, José Inácio Faria, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Jens Gieseke, Julie Girling, Sylvie Goddyn, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Jytte Guteland, György Hölvényi, Anneli Jäätteenmäki, Benedek Jávor, Urszula Krupa, Jo Leinen, Peter Liese, Lukas Mandl, Valentinas Mazuronis, Susanne Melior, Rory Palmer, Massimo Paolucci, Piernicola Pedicini, Bolesław G. Piecha, Pavel Poc, John Procter, Julia Reid, Annie Schreijer-Pierik, Davor Škrlec, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Ivica Tolić, Nils Torvalds, Adina-Ioana Vălean, Damiano Zoffoli

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nikos Androulakis, Nicola Caputo, Esther Herranz García, Jan Huitema, Peter Jahr, Karol Karski, Ulrike Müller, Stanislav Polčák, Bart Staes, Dubravka Šuica, Tiemo Wölken

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

John Flack, Jaromír Kohlíček, Miltiadis Kyrkos

Datum indiening

23.5.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

48

+

ALDE

Gerben-Jan Gerbrandy, Anneli Jäätteenmäki, Valentinas Mazuronis, Ulrike Müller, Nils Torvalds

ECR

Karol Karski, Urszula Krupa, Bolesław G. Piecha

EFDD

Piernicola Pedicini

PPE

Pilar Ayuso, Ivo Belet, Birgit Collin-Langen, Angélique Delahaye, José Inácio Faria, Karl-Heinz Florenz, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Jens Gieseke, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Esther Herranz García, György Hölvényi, Peter Jahr, Peter Liese, Lukas Mandl, Stanislav Polčák, Annie Schreijer-Pierik, Ivica Tolić, Dubravka Šuica, Adina-Ioana Vălean

S&D

Nikos Androulakis, Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nicola Caputo, Nessa Childers, Miriam Dalli, Seb Dance, Jytte Guteland, Miltiadis Kyrkos, Jo Leinen, Susanne Melior, Rory Palmer, Massimo Paolucci, Pavel Poc, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Tiemo Wölken, Damiano Zoffoli

8

-

ALDE

Jan Huitema

ECR

John Flack, John Procter

ENF

Sylvie Goddyn

VERTS/ALE

Bas Eickhout, Benedek Jávor, Davor Škrlec, Bart Staes

5

0

EFDD

Julia Reid

GUE/NGL

Stefan Eck, Jaromír Kohlíček

NI

Zoltán Balczó

PPE

Julie Girling

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 30 mei 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid