VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 teneinde ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de sector
7.6.2018 - (COM(2017)0281 – C8-0169/2017 – 2017/0123(COD)) - ***I
Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Ismail Ertug
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 teneinde ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de sector
(COM(2017)0281 – C8- 0169/2017– 2017/0123(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0281),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 91, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0169/2017),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité van 18 januari 2018[1],
– na raadpleging van het Comité van de Regio's,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A8-0204/2018),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Tenzij anders bepaald in nationale wetgeving, waren de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer tot dusver niet van toepassing op ondernemingen die uitsluitend vervoersactiviteiten uitvoerden met motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden.Het aantal van dergelijke ondernemingen, zowel op de nationale als internationale vervoersmarkten, gaat in stijgende lijn. Ten gevolge daarvan hebben verscheidene lidstaten besloten de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1071/2009 toe te passen op die ondernemingen. Teneinde aan de hand van gemeenschappelijke regels te zorgen voor een minimumniveau van professionalisering van de sector die voertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton gebruikt en aldus de concurrentievoorwaarden tussen alle marktdeelnemers dichter bij elkaar te brengen, moet deze bepaling worden geschrapt; de eisen inzake werkelijke en duurzame vestiging en voldoende financiële draagkracht moeten daarentegen verplicht worden gesteld. |
(2) Tenzij anders bepaald in nationale wetgeving, waren de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer tot dusver niet van toepassing op ondernemingen die uitsluitend vervoersactiviteiten uitvoerden met motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa, met inbegrip van die van de aanhangwagen(s), van hoogstens 3,5 ton. Het aantal van dergelijke ondernemingen gaat in stijgende lijn. Ten gevolge daarvan hebben verscheidene lidstaten besloten de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1071/2009 toe te passen op die ondernemingen. Teneinde eventuele mazen te dichten en aan de hand van gemeenschappelijke regels te zorgen voor een minimumniveau van professionalisering van de sector die motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa, met inbegrip van die van de aanhangwagen(s), van 2,4 tot 3,5 ton gebruikt voor internationaal vervoer en aldus de concurrentievoorwaarden tussen alle marktdeelnemers dichter bij elkaar te brengen, moeten de eisen voor de uitoefening van het beroep van wegvervoerondernemer voor iedereen gelijk van toepassing zijn, waarbij onevenredige administratieve lasten moeten worden vermeden. Aangezien deze verordening alleen van toepassing is op ondernemingen die goederen voor rekening van derden vervoeren, vallen ondernemingen die vervoer voor eigen rekening verrichten, niet onder deze bepaling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) In haar effectbeoordeling raamt de Commissie dat bedrijven in de periode 2020-2035 tussen 2,7 en 5,2 miljard EUR zullen besparen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat wegvervoersondernemingen die in een lidstaat zijn gevestigd, werkelijk en duurzaam in die lidstaat aanwezig zijn en hun bedrijfsactiviteiten vanuit die lidstaat uitvoeren. In het licht van de opgedane ervaring moeten de bepalingen inzake het bestaan van een werkelijke en duurzame vestiging dan ook worden verduidelijkt. |
(4) Om het verschijnsel van zogenaamde "brievenbusmaatschappijen" te bestrijden en eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld op de interne markt te garanderen, zijn duidelijkere vestigingscriteria, intensievere monitoring en handhaving en een betere samenwerking tussen de lidstaten noodzakelijk. Wegvervoersondernemingen die in een lidstaat zijn gevestigd, moeten werkelijk en duurzaam in die lidstaat aanwezig zijn, hun vervoersactiviteiten daadwerkelijk vanuit die lidstaat uitvoeren en substantiële activiteiten vanuit die lidstaat verrichten. In het licht van de opgedane ervaring moeten de bepalingen inzake het bestaan van een werkelijke en duurzame vestiging dan ook worden verduidelijkt en verscherpt, waarbij onevenredige administratieve lasten moeten worden vermeden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) Aangezien ernstige schendingen van de regels van de Unie betreffende de detachering van werknemers en de wetgeving inzake contractuele verplichtingen, een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt en de sociale bescherming van werknemers, moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus. |
(7) Aangezien ernstige schendingen van de regels van de Unie betreffende de detachering van werknemers, cabotage en de wetgeving inzake contractuele verplichtingen, een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt en de sociale bescherming van werknemers, moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(10) Ondernemingen die goederenvervoer over de weg verrichten met uitsluitend motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden, moeten een minimumniveau van financiële draagkracht hebben teneinde te garanderen dat zij over de middelen beschikken om hun activiteiten op stabiele en duurzame basis te verrichten. Aangezien de activiteiten in kwestie meestal beperkt zijn in omvang, moeten de overeenkomstige eisen echter minder streng zijn dan die welke van toepassing zijn op exploitanten die gebruik maken van voertuigen of combinaties van voertuigen die het bovenvermelde maximum overschrijden. |
(10) Ondernemingen die goederenvervoer over de weg verrichten met uitsluitend motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa, met een toelaatbare maximummassa, met inbegrip van die van de aanhangwagen(s), van 2,4 tot 3,5 ton en die internationale wegvervoersactiviteiten verrichten, moeten een minimumniveau van financiële draagkracht hebben teneinde te garanderen dat zij over de middelen beschikken om hun activiteiten op stabiele en duurzame basis te verrichten. Aangezien de activiteiten die met deze voertuigen worden verricht meestal beperkt zijn in omvang, moeten de overeenkomstige eisen echter minder streng zijn dan die welke van toepassing zijn op exploitanten die gebruikmaken van voertuigen of combinaties van voertuigen die het bovenvermelde maximum overschrijden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) De informatie over vervoerders in de nationale elektronische registers moet zo volledig mogelijk zijn teneinde de bevoegde nationale autoriteiten die de relevante regels toepassen, een voldoende overzicht te bieden van de onderzochte vervoerders. Met name informatie over het registratiekenteken van de voertuigen waarover de vervoerder beschikt, het aantal werknemers dat hij in dienst heeft, zijn risicocategorie en financiële toestand moet betere nationale en grensoverschrijdende handhaving van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 mogelijk maken. De regels betreffende het nationale elektronische register moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) De informatie over vervoerders in de nationale elektronische registers moet volledig en actueel zijn teneinde de bevoegde nationale autoriteiten die de relevante regels toepassen, een voldoende overzicht te bieden van de onderzochte vervoerders. Met name informatie over het registratiekenteken van de voertuigen waarover de vervoerder beschikt, het aantal werknemers dat hij in dienst heeft en zijn risicocijfer, moet betere nationale en grensoverschrijdende handhaving van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 en andere betreffende Uniewetgeving mogelijk maken. Om wetshandhavers, ook die welke wegcontroles verrichten, een duidelijk en volledig overzicht te geven van de vervoerders die worden gecontroleerd, moeten zij bovendien rechtstreeks en in real time toegang hebben tot alle relevante informatie. Daarom moeten de nationale elektronische registers interoperabel zijn en moeten de gegevens die hierin zijn opgenomen, rechtstreeks en in real time toegankelijk zijn voor alle aangewezen wetshandhavers van alle lidstaten. De regels betreffende het nationale elektronische register moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(13) De regels betreffende nationaal vervoer dat op tijdelijke basis wordt verricht door niet-ingezeten vervoerders in een lidstaat van ontvangst ("cabotage"), moeten duidelijk, eenvoudig en gemakkelijk te handhaven zijn, waarbij het tot dusver bereikte niveau van liberalisering over het algemeen moet worden behouden. |
(13) De regels betreffende nationaal vervoer dat op tijdelijke basis wordt verricht door niet-ingezeten vervoerders in een lidstaat van ontvangst ("cabotage"), moeten duidelijk, eenvoudig en gemakkelijk te handhaven zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) Om de controle te vergemakkelijken en de onzekerheid weg te nemen, moet de beperking van het aantal cabotageritten na een internationale vervoersactiviteit worden afgeschaft en worden vervangen door een beperking van het aantal dagen dat voor dergelijke activiteiten beschikbaar is. |
(14) Om lege ritten te voorkomen, moet cabotagevervoer, met specifieke beperkingen, worden toegestaan in de ontvangende lidstaat of in aangrenzende lidstaten. Om de controle te vergemakkelijken en de onzekerheid weg te nemen, moet de beperking van het aantal cabotageritten na een internationale vervoersactiviteit worden afgeschaft en worden vervangen door een beperking van de periode die binnen één lidstaat voor dergelijke activiteiten beschikbaar is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) Om te voorkomen dat cabotagevervoer systematisch wordt verricht, waardoor een permanente of doorlopende activiteit zou kunnen ontstaan die de nationale markt verstoort, moet de periode die in één ontvangende lidstaat voor cabotagevervoer beschikbaar is, worden verkort. Bovendien mag het wegvervoerders niet worden toegestaan om binnen een bepaalde termijn in dezelfde ontvangende lidstaat opnieuw cabotagevervoer te verrichten zolang zij geen nieuw internationaal vervoer hebben verricht vanuit de lidstaat waar de onderneming is gevestigd. Deze bepaling laat de verrichting van internationaal vervoer onverlet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(15) De regels die wegvervoerders moeten volgen om aan te tonen dat zij de cabotageregels naleven, moeten worden verduidelijkt. Het gebruik en de verzending van elektronische vervoersinformatie moet daartoe worden erkend; dit moet de indiening van relevante bewijzen en de behandeling ervan door de bevoegde autoriteiten vergemakkelijken. Het formaat dat voor dat doel wordt gebruikt, moet de betrouwbaarheid en de authenticiteit garanderen. Aangezien in het vervoer en de logistiek steeds vaker gebruik wordt gemaakt van efficiënte elektronische uitwisseling van informatie, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de regelgevingskaders en -bepalingen met betrekking tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures coherent zijn. |
(15) Effectieve en efficiënte handhaving van de regels is een voorwaarde voor eerlijke concurrentie op de interne markt. Een verdere digitalisering van de handhavingsinstrumenten is essentieel om handhavingscapaciteit vrij te maken, onnodige administratieve lasten voor internationale vervoerders en met name kmo's te verminderen, zich beter te concentreren op vervoerders met een hoog risico en frauduleuze praktijken op te sporen. Opdat vervoersdocumenten papierloos worden, moet het gebruik van elektronische documenten in de toekomst de regel worden, met name de elektronische vrachtbrief in het kader van het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (eCMR). De regels die wegvervoerders moeten volgen om aan te tonen dat zij de cabotageregels naleven, moeten worden verduidelijkt. Het gebruik en de verzending van elektronische vervoersinformatie moet daartoe worden erkend; dit moet de indiening van relevante bewijzen en de behandeling ervan door de bevoegde autoriteiten vergemakkelijken. Het formaat dat voor dat doel wordt gebruikt, moet de betrouwbaarheid en de authenticiteit garanderen. Aangezien in het vervoer en de logistiek steeds vaker gebruik wordt gemaakt van efficiënte elektronische uitwisseling van informatie, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de regelgevingskaders en -bepalingen met betrekking tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures coherent zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) De spoedige invoering van de slimme tachograaf is van het grootste belang, aangezien deze de handhavingsautoriteiten in staat zal stellen wegcontroles te verrichten om inbreuken en onregelmatigheden sneller en efficiënter vast te stellen, hetgeen tot een betere handhaving van deze verordening zou leiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
(16) De regels inzake internationaal vervoer zijn gericht tot vervoersondernemingen; deze ondernemingen moeten dan ook de gevolgen van eventuele schendingen van deze regels dragen. Om misbruiken te voorkomen door ondernemingen waaraan wegvervoerders hun vervoersdiensten uitbesteden, moeten de lidstaten ook voorzien in sancties voor bevrachters en expediteurs in geval zij bewust opdracht geven voor vervoersdiensten die schendingen inhouden van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1072/2009. |
(16) De regels inzake internationaal vervoer zijn gericht tot vervoersondernemingen; deze ondernemingen moeten dan ook de gevolgen van eventuele schendingen van deze regels dragen. Om misbruiken te voorkomen door ondernemingen waaraan wegvervoerders hun vervoersdiensten uitbesteden, moeten de lidstaten ook voorzien in sancties voor verzenders, bevrachters, expediteurs, contractanten en subcontractanten indien deze weten dat de vervoersdiensten waartoe zij opdracht geven, schendingen inhouden van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1072/2009. Wanneer ondernemingen die vervoersdiensten uitbesteden, deze diensten laten verrichten door vervoersondernemingen met een laag risicocijfer, moet hun aansprakelijkheid worden beperkt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 16 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(16 bis) De voorgestelde Europese Arbeidsautoriteit [...] heeft tot doel de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de nationale bevoegde autoriteiten te ondersteunen en te vergemakkelijken met het oog op de effectieve handhaving van de betreffende Uniewetgeving. Ter ondersteuning en vergemakkelijking van de handhaving van deze verordening kan de Autoriteit een belangrijke rol spelen door de bevoegde autoriteiten bij te staan bij het uitwisselen van informatie, de lidstaten te ondersteunen bij capaciteitsopbouw door het uitwisselen en opleiden van personeel, en de lidstaten bij te staan bij het organiseren van gecoördineerde controles. Dit zou het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten versterken, effectieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten bevorderen, en fraude en misbruik van de regels helpen bestrijden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt i Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 4 – punt a | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt ii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 4 – punt b – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De definitie van "niet-commercieel vervoer" dient activiteiten zonder winstoogmerk te behelzen.Louter charitatieve activiteiten, zoals busdiensten in de gemeenschap, waarbij een financiële bijdrage wordt betaald voor het vervoer, mogen niet worden uitgezonderd van deze vrijstelling. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – punt a | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – punt a bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter c Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – punt d | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter d bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – punt f | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt iii bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 6 – punt b –punt xii bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 6 – lid 2 bis – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 7 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 7 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 8 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A32009R1071) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 12 – lid 2 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 14 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt -i bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 2 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt i Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 2 – punt h | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt ii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt ii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – alinea 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt ii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – alinea 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter b bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A32009R1071) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter b ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A32009R1071) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 18 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 3 – punt a | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 3 – punt b | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 3 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 3 – punt d | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 26 – lid 5 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 5 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter a bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 2 – lid 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze definitie is noodzakelijk om regels vest te stellen voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in COM(2017)0278. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 4 – lid 1 – punt c | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter a Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter c Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 4 bis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – titel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 2 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 2 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 2 quinquies (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 14 bis – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 17 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 17 – lid 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
- [1] PB C 0 van 0.0.0000, blz. 0.
TOELICHTING
ACHTERGROND
De wegvervoerssector is een uitermate belangrijke sector, die een cruciale rol speelt bij het functioneren van onze samenleving. In de sector werken ruim 11 miljoen mensen; de sector vervoert bijna de helft van al het vrachtvolume in de EU.
Op 31 mei 2017 heeft de Commissie een "mobiliteitspakket" aangenomen. Doel hiervan is te zorgen voor eerlijke concurrentie, de bestaande regels te vereenvoudigen, de interne markt van de EU te behouden en de rechten van werknemers in deze sector te waarborgen.
Het mobiliteitspakket bevat meerdere wetsvoorstellen. Een daarvan is het huidige voorstel tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 over de toegang tot goederenvervoer over de weg en het beroep van een wegvervoersonderneming. Deze verordeningen bevatten bepalingen waaraan ondernemingen moeten voldoen als ze willen opereren op de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg of op andere nationale markten dan hun eigen (cabotage).
De effectiviteit van deze verordeningen heeft echter te lijden van verschillen in de interpretatie van de bepalingen, inconsistenties in de handhavingspraktijk en een gebrek aan samenwerking tussen de lidstaten. Dit heeft weer geleid tot juridische onzekerheid en ongelijke mededingingsvoorwaarden voor wegvervoersondernemingen.
De voorstellen van de Commissie introduceren wijzigingen op vier verschillende gebieden: brievenbusmaatschappijen, lichte bedrijfsvoertuigen, cabotage en handhaving.
Bepaalde vervoerders vestigen "schijndochterondernemingen" in lidstaten met lage lonen om zo te profiteren van loonverschillen, terwijl ze feitelijk uitsluitend actief zijn in lidstaten met hoge lonen. Dit leidt tot een oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van vervoerders die gewoon gevestigd zijn in de lidstaat waar zij hoofdzakelijk opereren.
Om het gebruik van brievenbusmaatschappijen tegen te gaan stelt de Commissie voor de criteria voor vestiging aan te scherpen. Zo kan worden gewaarborgd dat de vervoerder ook echt actief is in diens lidstaat van vestiging. Voorbeelden hiervan zijn dat op deze vestiging bedrijfsactiviteiten moeten worden gevoerd, activa moeten worden gehouden en personeelsleden moeten worden aangesteld die in verhouding staan tot de activiteit.
Bovendien wil de Commissie de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied stroomlijnen. De lidstaten moeten nauwer met elkaar samenwerken om brievenbusmaatschappijen te ontmaskeren en moeten waar nodig inspecties ter plaatse verrichten.
Momenteel zijn lichte bedrijfsvoertuigen (voertuigen van minder dan 3,5 ton) uitgesloten van het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1071/2009. De lidstaten mogen echter een aantal bepalingen van de verordening toepassen op lichte bedrijfsvoertuigen die geregistreerd staan op hun grondgebied. Dit leidt tot een lappendeken aan vereisten binnen de EU. Omdat het gebruik van lichte bedrijfsvoertuigen naar verwachting de komende jaren alleen maar zal toenemen, stelt de Commissie voor deze voertuigen te onderwerpen aan een aantal van de regels met betrekking tot de toegang tot het beroep.
Op het moment is cabotage – het vervoer van goederen binnen een lidstaat door een vervoersbedrijf dat gevestigd is in een andere lidstaat – onderworpen aan bepaalde beperkingen. Op grond van de huidige EU-regels mogen er cabotageactiviteiten plaatsvinden binnen zeven dagen van een internationale levering.
De huidige bepalingen zijn echter erg lastig te handhaven. De controleautoriteiten vereisen papieren documenten voor een aantal cabotageactiviteiten. Dit lijkt echter niet effectief te werken. Ook zijn binnen de gehele EU de regels op niet-uniforme wijze ten uitvoer gelegd. Dit leidt tot administratieve last, juridische onzekerheid, oneerlijke concurrentie en wantrouwen tussen nationale en buitenlandse vervoerders.
Omdat cabotage voornamelijk geconcentreerd is in een beperkt aantal lidstaten, kunnen de onduidelijke regels en uitvoering ervan een behoorlijke invloed hebben op de nationale marktdeelnemers die actief zijn in een lidstaat waar cabotage een groot onderdeel uitmaakt van de nationale vervoersmarkt. Dit heeft vooral te maken met aanzienlijke verschillen ten aanzien van lonen, belastingstelsels, sociale bijdragen en arbeidsvoorzieningen. De Commissie concludeert dat de sector nog niet klaar is voor liberalisering.
De Commissie stelt daarom een nieuwe regel voor: onbeperkte cabotageactiviteiten binnen vijf dagen na internationaal vervoer. Dit wordt gekoppeld aan een strikte toepassing van het minimumloon en de rechten op betaalde vakantie van de ontvangende lidstaten vanaf de eerste cabotageactiviteit, de mogelijkheid om de rechtmatigheid van cabotage te bewijzen op basis van elektronische documenten (bijv. eCMR) en de verplichting van lidstaten om een minimaal percentage aan cabotagecontroles te verrichten.
Om de verschillende niveaus van effectiviteit van controles tussen lidstaten aan te pakken, stelt de Commissie een reeks jaarlijkse verplichte drempels voor cabotagecontroles en gezamenlijke (grensoverschrijdende) controles voor. Verder wil de Commissie aan de hand van regels voor de uitwisseling van informatie de samenwerking tussen de lidstaten verbeteren. Ook wil zij gerichte controles mogelijk maken door te voorzien in een risicobeoordeling op basis van een Europees register van wegvervoersondernemingen, alsook het gebruik van slimme tachografie en e-documenten nog verder bevorderen.
ADVIES VAN DE RAPPORTEUR
De rapporteur verwelkomt het mobiliteitspakket aangezien er grote behoefte bestaat aan herziening van de wetgeving om de huidige regels te verbeteren. Het pakket bevat diverse belangrijke wetsteksten en de rapporteur benadrukt het belang om te zorgen voor onderlinge verbanden om zo de regels duidelijk te houden. Coherente regelgeving is van belang om mazen in de wet te vermijden, die vaak aan de basis staan van oneerlijke concurrentie voor ondernemingen. In dit opzicht acht de rapporteur het betreurenswaardig dat de herziening van de richtlijn gecombineerd vervoer, Richtlijn 92/106/EEG, is afgescheiden van het eerste deel van het mobiliteitspakket en pas later zal worden uitgebracht.
De rapporteur onderschrijft de doelstelling van de Commissie om de regels te verhelderen en zo het gelijke speelveld en de eerlijke concurrentie binnen de sector te verbeteren, zonder daarbij een onnodige administratieve last te creëren. Dit betreft met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's). Het bijwerken van de wetgeving is tevens nodig met het oog op de technologische verbetering en digitalisering van het vervoer. Dit is van cruciaal belang om te zorgen voor effectieve handhaving van de regels.
De rapporteur gelooft echter dat het voorstel op diverse punten kan worden verbeterd teneinde te zorgen voor evenwichtige voorwaarden voor eerlijke concurrentie en strikte handhaving, zodat de voordelen van de eengemaakte markt ook echt tot wasdom kunnen komen.
De rapporteur steunt de voorstellen van de Commissie ter bestrijding van brievenbusmaatschappijen. Er zijn momenteel meer dan 400 brievenbusmaatschappijen in de EU. Deze zijn gevestigd door vervoerders die opereren in lidstaten met hoge lonen en die onrechtmatig willen profiteren van de lagere arbeidskosten of belastingen in andere lidstaten. Deze marktdeelnemers maken gebruik van de mazen in de wet en van de lakse handhaving, hetgeen leidt tot oneerlijke concurrentie.
Het is van belang de vereisten met betrekking tot de vestiging van werkelijke bedrijfsaanwezigheid te verduidelijken en de gegevens die moeten worden opgenomen in de nationale elektronische registers aan te vullen, teneinde een beter beeld te krijgen van het eigenaarschap van een onderneming.
Voorts is de rapporteur van oordeel dat de opname van kleine bedrijfsvoertuigen in de wetgeving inderdaad nodig is, aangezien er op de markt steeds meer gebruik wordt gemaakt van dit soort voertuigen. De regels daarvoor moeten derhalve gelijk zijn. Het is echter ook cruciaal te bedenken dat de wegvervoerssector bestaat uit tal van kleine en middelgrote ondernemingen die zich alleen richten op nationale vervoersactiviteiten. De rapporteur stelt daarom voor om het toepassingsgebied van deze verordening te beperken tot alleen kleine bedrijfsvoertuigen die internationaal actief zijn (hetgeen slechts 10 % van alle kleine bedrijfsvoertuigen betreft).
De rapporteur gelooft echter dat voor die kleine bedrijfsvoertuigen alle vier de criteria moeten gelden, dus ook die van "betrouwbaarheidsstatus" en "vakbekwaamheid", alsook het vereiste om een communautaire vergunning te hebben. Hierdoor kan worden gezorgd dat internationaal vervoer door kleine bedrijfsvoertuigen voldoet aan de minimumnormen van het beroep, die ook gelden voor de rest van de wegvervoerssector. Om de administratieve last verder te beperken stelt de rapporteur voor om kleine bedrijfsvoertuigen (minder dan 2,4 ton) uit te sluiten van het toepassingsgebied.
Voor wat betreft cabotage benadrukt de rapporteur het doel van dit soort activiteiten – namelijk het reduceren van de uitstoot van lege vrachtwagens die terugkeren van internationaal vervoer – alsmede het feit dat dergelijk vervoer slechts tijdelijk wordt verricht. Indien internationaal vervoer bijvoorbeeld wordt gecombineerd met bepaalde nationale activiteiten op de terugweg, kan dit bijdragen aan de efficiëntie van het vervoer en het aantal lege ritten terugdringen.
Op dit moment worden de cabotageregels echter misbruikt en kunnen buitenlandse vervoersondernemingen door systematisch gebruik te maken van cabotage, bij herhaling nationale vervoersactiviteiten verrichten. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en sociale dumping. Omdat cabotageactiviteiten hetzelfde zijn als nationale vervoersactiviteiten, herinnert de rapporteur eraan dat de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers, Richtlijn 96/71/EG, moet worden toegepast. Hierop wordt ook gewezen in het Commissievoorstel over die richtlijn.
De voorstellen van de Commissie gaan helaas niet in op het probleem van systematische cabotage. De rapporteur gelooft dat het van groot belang is om dit probleem aan te pakken. Het is eveneens belangrijk om ervoor te zorgen dat vervoersondernemingen geen misbruik kunnen maken van de richtlijn gecombineerd vervoer om zo de cabotageregels te omzeilen.
De rapporteur stelt daarom een betere definitie voor van wat nu precies een internationale vervoersactiviteit omvat die recht geeft op cabotage. Systematische cabotage kan bijvoorbeeld worden tegengegaan door de waarde van de internationale vervoersovereenkomst op te nemen. Verder stelt de rapporteur voor de tijdsduur gedurende welke cabotageactiviteiten mogen worden verricht, te beperken om zo het tijdelijke karakter ervan te onderstrepen.
Tot slot gelooft de rapporteur dat het aanscherpen van de handhaving absoluut cruciaal is om ongeacht welke doelstelling van het voorstel te verwezenlijken. Op dit moment is de handhaving zeer gebrekkig en bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten. De rapporteur stel derhalve voor de bepalingen inzake administratieve samenwerking en handhaving aan te scherpen. Bevoegde autoriteiten moeten eenvoudiger toegang hebben tot nationale registers, willen zij ook controles kunnen uitvoeren. Daarnaast moet het gebruik van slimme tachografie worden gestimuleerd en moet er tussen lidstaten meer uitwisseling van goede praktijken en opleidingen op het gebied van handhaving plaatsvinden.
ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (30.4.2018)
aan de Commissie vervoer en toerisme
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 teneinde ze aan te passen aan ontwikkelingen in de sector
(COM(2017)0281 – C8-0169/2017 – 2017/0123(COD))
Rapporteur voor advies: Verónica Lope Fontagné
BEKNOPTE MOTIVERING
Inleiding
Op 31 mei 2017 diende de Commissie een voorstel in voor een verordening houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen, en van Verordening (EG) nr. 1072/2009 betreffende de toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.
Met dit voorstel beoogt de Commissie de goede werking van de interne markt voor wegvervoer en de efficiëntie en concurrentiekracht ervan te ondersteunen, aangezien uit de in 2014-2015 uitgevoerde ex post-evaluatie van deze verordeningen bleek dat deze doelstelling slechts in beperkte mate was verwezenlijkt. In de evaluatie werd vastgesteld dat de belangrijkste problemen verband hielden met tekortkomingen van de regels en gebrekkige handhaving.
Standpunt van de rapporteur
De rapporteur deelt de basisdoelstellingen van het voorstel van de Commissie, maar is van mening dat de goedkeuring van een aantal van de voorgestelde maatregelen de praktische uitvoering ervan in de sector wegvervoer zou bemoeilijken, aangezien deze overmatige administratieve belemmeringen voor bedrijven kunnen creëren, met name voor kmo's, wat uiteindelijk ten koste zou gaan van een goede werking van de interne markt.
Daarnaast moet erop worden gewezen dat de Commissie dit voorstel tegelijkertijd indiende met het voorstel voor de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector en het voorstel voor de richtlijn betreffende rijtijden, zodat deze logischerwijs in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld.
De rapporteur is van mening dat met deze voorstellen een evenwicht moet worden bereikt tussen een goede werking van de interne markt en de handhaving van gepaste arbeidsnormen en -omstandigheden.
Een eerste stap naar de verwezenlijking daarvan dient te bestaan uit de bestrijding van illegale arbeid in de vervoerssector, en met name van zogenaamde brievenbusbedrijven en schijnzelfstandigen.
Het is belangrijk hierbij de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening te eerbiedigen, die grondbeginselen van het Unierecht vormen en respectievelijk in de artikelen 49 en 56 VWEU zijn verankerd. Het is echter, zoals de Commissie constateert, noodzakelijk ervoor te zorgen dat wegvervoersondernemingen die in een lidstaat zijn gevestigd, werkelijk en duurzaam in die lidstaat aanwezig zijn en hun bedrijfsactiviteiten vanuit die lidstaat uitvoeren.
Het toezicht moet worden versterkt en bedrijven die vrijwillig de nationale en communautaire voorschriften niet naleven, moeten worden onderworpen aan doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties. Dit soort gedragingen, die weliswaar slechts bij een klein deel van de ondernemingen voorkomen en niet representatief zijn voor de hele sector, vormen oneerlijke concurrentie, verstoren de werking van de interne markt en garanderen werknemers geen gepaste arbeidsomstandigheden.
Het wegvervoer in de EU is goed voor 5 miljoen directe arbeidsplaatsen en vertegenwoordigt bijna 2 % van het bbp van de Unie. De EU heeft echter te kampen met een gebrek aan beroepschauffeurs. Om deze reden, en aangezien een stagnatie van het vervoer een verlammend effect heeft op de economie, moet de EU maatregelen nemen om jongeren aan te trekken tot de sector en de huidige beroepskrachten vast te houden.
De rapporteur is het ermee eens dat de noodzakelijke vereisten voor de naleving van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 duidelijk moeten zijn, alsook moeten zijn afgestemd op de aard van de activiteit en de omvang van de onderneming, zonder overmatige administratieve barrières te vormen.
In dit verband en aangezien de gedeeltelijke toepassing van Verordening (EG) nr. 1071/2009 op lichte bedrijfsvoertuigen een toename van de exploitatiekosten van 4 tot 10 % zou betekenen, terwijl deze voertuigen amper 0,11 % van het internationale verkeer in tonkilometers vertegenwoordigen, wordt het voorstel om de bestaande vrijstelling voorzien in artikel 1, lid 4, onder a), geheel af te schaffen zonder eerst over gegevens te beschikken die de noodzaak daarvan aantonen, als niet proportioneel beschouwd.
Gezien het mobiele karakter van de activiteiten van wegvervoerders, alsook de praktische moeilijkheden om te voorzien hoeveel tijd nodig is voor internationale dienstverlening, heeft de rapporteur haar twijfels over de concrete administratieve gevolgen van de opname van de detachering van werknemers als criterium voor de beoordeling van hun betrouwbaarheid.
Wat betreft cabotage onderschrijft de rapporteur het belang van flexibilisering, alsook van de toepassing van duidelijke, eenvoudige en gemakkelijk te handhaven normen. Het feit dat deze activiteiten echter mogelijk vanaf het begin binnen het toepassingsgebied van de richtlijn inzake de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector zullen vallen, zal niet alleen de toepassing van de voorschriften bemoeilijken, maar ook exportactiviteiten duurder maken en de winstgevendheid van het internationale vervoer nadelig beïnvloeden, en daarmee de interne markt en de arbeidsmarkt.
AMENDEMENTEN
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie vervoer en toerisme onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(2) Tenzij anders bepaald in nationale wetgeving, waren de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer tot dusver niet van toepassing op ondernemingen die uitsluitend vervoersactiviteiten uitvoerden met motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden. Het aantal van dergelijke ondernemingen die hun bedrijfsactiviteiten zowel op de nationale als op de internationale markt uitoefenen, gaat in stijgende lijn. Ten gevolge daarvan hebben verscheidene lidstaten besloten de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1071/2009 toe te passen op die ondernemingen. Teneinde aan de hand van gemeenschappelijke regels te zorgen voor een minimumniveau van professionalisering van de sector die voertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton gebruikt en aldus de concurrentievoorwaarden tussen alle marktdeelnemers dichter bij elkaar te brengen, moet deze bepaling worden geschrapt; de eisen inzake werkelijke en duurzame vestiging en voldoende financiële draagkracht moeten daarentegen verplicht worden gesteld. |
(2) Tenzij anders bepaald in nationale wetgeving, waren de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer tot dusver niet van toepassing op ondernemingen die uitsluitend vervoersactiviteiten uitvoerden met motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden. Het aantal van dergelijke ondernemingen gaat in stijgende lijn, en dit voornamelijk op de nationale vervoersmarkt wegens het gebruik van lichte bedrijfsvoertuigen in steden en op kortere routes. Ten gevolge daarvan hebben verscheidene lidstaten besloten de regels inzake toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1071/2009 toe te passen op die ondernemingen. Teneinde te zorgen voor een minimumniveau van professionalisering van de sector, het gebruik van mazen in de wetgeving te voorkomen en een eerlijkere concurrentie op de internationale markt te bewerkstelligen zonder vervoersondernemingen, in het bijzonder kmo's, onnodige administratieve en financiële lasten op te leggen, moeten de vereisten voor de uitoefening van het beroep van wegvervoerondernemer evenzeer gelden voor ondernemingen die voertuigen of combinaties van voertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton gebruiken en werkzaam zijn op het gebied van internationaal vervoer en cabotage. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) In haar effectbeoordeling raamt de Commissie dat bedrijven in de periode 2020-2035 tussen 2,7 en 5,2 miljard EUR zullen besparen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(3) Op dit ogenblik hebben de lidstaten het recht om, naast de in Verordening (EG) nr. 1071/2009 bepaalde voorwaarden, nog andere voorwaarden voor de toegang tot het beroep van wegvervoersondernemer op te leggen. Deze mogelijkheid bleek niet noodzakelijk om te reageren op dringende behoeften en heeft op het gebied van de toegang verschillen doen ontstaan. Ze moet derhalve worden geschrapt. |
(3) De lidstaten hebben het recht om, naast de in Verordening (EG) nr. 1071/2009 bepaalde voorwaarden, nog andere voorwaarden voor de toegang tot het beroep van wegvervoersondernemer op te leggen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) Hoewel het wegvervoer in de Unie goed is voor 5 miljoen directe arbeidsplaatsen en bijna 2 % van het bbp van de Unie vertegenwoordigt, heeft de Unie te kampen met een tekort aan beroepschauffeurs, vooral onder jongeren en vrouwen. Om het beroep toegankelijker en aantrekkelijker te maken voor jongeren en vrouwen en de huidige werknemers vast te houden, vooral in het geval van kmo's, moeten zwartwerk en schijnzelfstandigheid worden teruggedrongen en de bestaande administratieve procedures worden versoepeld zodat ze geen overmatige belasting vormen voor kleinere bedrijven of zelfstandigen. De evaluatie van Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 heeft uitgewezen dat onnodige administratieve en regelgevende lasten wegen op zowel overheidsinstellingen als vervoersondernemingen. Een verduidelijking van de regels en verdere administratieve vereenvoudiging zijn noodzakelijk voor een concurrerende en efficiënte transportsector en een betere handhaving. Ook moeten technologische ontwikkelingen verder ondersteund en aangegrepen worden. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(4) Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat wegvervoersondernemingen die in een lidstaat zijn gevestigd, werkelijk en duurzaam in die lidstaat aanwezig zijn en hun bedrijfsactiviteiten vanuit die lidstaat uitvoeren. In het licht van de opgedane ervaring moeten de bepalingen inzake het bestaan van een werkelijke en duurzame vestiging dan ook worden verduidelijkt. |
(4) Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat wegvervoersondernemingen die in een lidstaat zijn gevestigd, werkelijk en duurzaam in die lidstaat aanwezig zijn en hun bedrijfsactiviteiten vanuit die lidstaat uitvoeren. De vrijheid van vestiging is een hoeksteen van de interne markt. Het bestaan van brievenbusondernemingen en schijnzelfstandigheid in de vervoerssector heeft echter geleid tot een wildgroei aan ongeoorloofde praktijken die afbreuk doen aan het imago van de sector, aangezien zij de arbeidskosten op illegale wijze verlagen en geen garanties bieden voor een correcte naleving van de arbeidswetgeving. In het licht van de opgedane ervaring moeten de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1071/2009 betreffende de voorwaarden inzake de vestigingseis, inzake het bestaan van een werkelijke en duurzame vestiging, dan ook worden verduidelijkt en moet ervoor gezorgd en erop toegezien worden dat ze ten uitvoer gelegd worden, door scherper te controleren en zo een einde te maken aan de illegale praktijk van zogenoemde brievenbusondernemingen en schijnzelfstandigheid. Het is ook nodig nauwere samenwerking, gezamenlijke controles, de vaststelling van ambitieuzere streefcijfers en de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te bevorderen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(6) Aangezien schendingen van nationale belastingregels een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt, moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus. |
(6) Aangezien schendingen van nationale belastingregels een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt, moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus en moeten ze ter afschrikking ook worden bestraft met sancties die in verhouding staan tot de geconstateerde schending. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(7) Aangezien ernstige schendingen van de regels van de Unie betreffende de detachering van werknemers en de wetgeving inzake contractuele verplichtingen, een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt en de sociale bescherming van werknemers, moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus. |
(7) Aangezien ernstige schendingen van de regels van de Unie betreffende de detachering van werknemers, cabotage en de wetgeving inzake contractuele verplichtingen, een aanzienlijk effect kunnen hebben op de eerlijke concurrentie op de wegvervoersmarkt en de sociale bescherming van werknemers moeten dergelijke schendingen worden toegevoegd aan de punten die relevant zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(8) Gezien het belang van eerlijke concurrentie op de markt, moet met dergelijke schendingen van de regels van de Unie rekening worden gehouden bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van vervoersmanagers en vervoersondernemingen. De bevoegdheid van de Commissie om de ernst van de relevante schendingen te definiëren, moet dienovereenkomstig worden verduidelijkt. |
(8) Gezien het belang van eerlijke concurrentie op de markt, moet met dergelijke schendingen van de regels van de Unie en de situatie van de betrokken werknemers rekening worden gehouden bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van vervoersmanagers en vervoersondernemingen. De bevoegdheid van de Commissie om de ernst van de relevante schendingen te definiëren, moet dienovereenkomstig worden verduidelijkt. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(10) Ondernemingen die goederenvervoer over de weg verrichten met uitsluitend motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden, moeten een minimumniveau van financiële draagkracht hebben teneinde te garanderen dat zij over de middelen beschikken om hun activiteiten op stabiele en duurzame basis te verrichten. Aangezien de activiteiten in kwestie meestal beperkt zijn in omvang, moeten de overeenkomstige eisen echter minder streng zijn dan die welke van toepassing zijn op exploitanten die gebruikmaken van voertuigen of combinaties van voertuigen die het bovenvermelde maximum overschrijden. |
(10) Ondernemingen die internationaal goederenvervoer over de weg verrichten met uitsluitend motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa van hoogstens 3,5 ton of combinaties van voertuigen die dat maximum niet overschrijden, moeten een toereikend niveau van financiële draagkracht hebben teneinde te garanderen dat zij over de middelen beschikken om hun activiteiten op stabiele en duurzame basis te verrichten, en moeten over de middelen beschikken om aan hun verplichtingen inzake de lonen en sociale bijdragen voor hun werknemers te voldoen. Aangezien de activiteiten in kwestie meestal beperkt zijn in omvang, moeten de overeenkomstige eisen echter minder streng zijn dan die welke van toepassing zijn op exploitanten die gebruikmaken van voertuigen of combinaties van voertuigen die het bovenvermelde maximum overschrijden, en mogen zij geen onnodige belasting vormen voor kleinere bedrijven of zelfstandigen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(11) De informatie over vervoerders in de nationale elektronische registers moet zo volledig mogelijk zijn teneinde de bevoegde nationale autoriteiten die de relevante regels toepassen, een voldoende overzicht te bieden van de onderzochte vervoerders. Met name informatie over het registratiekenteken van de voertuigen waarover de vervoerder beschikt, het aantal werknemers dat hij in dienst heeft, zijn risicocategorie en financiële toestand moet betere nationale en grensoverschrijdende handhaving van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 mogelijk maken. De regels betreffende het nationale elektronische register moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) De informatie over vervoerders in de nationale elektronische registers moet voortdurend worden bijgewerkt teneinde de bevoegde nationale autoriteiten die de relevante regels toepassen, een voldoende overzicht te bieden van de onderzochte vervoerders. Met name informatie over het registratiekenteken van de voertuigen waarover de vervoerder beschikt, het aantal werknemers dat hij in dienst heeft, zijn risicocategorie en financiële toestand moet betere nationale en grensoverschrijdende handhaving van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 mogelijk maken. Bovendien moeten de nationale elektronische registers interoperabel zijn en moeten de gegevens die hierin zijn opgenomen, direct toegankelijk zijn voor rechtshandhavingsambtenaren van alle lidstaten, die wegcontroles verrichten. De regels betreffende het nationale elektronische register moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(13) De regels betreffende nationaal vervoer dat op tijdelijke basis wordt verricht door niet-ingezeten vervoerders in een lidstaat van ontvangst ("cabotage"), moeten duidelijk, eenvoudig en gemakkelijk te handhaven zijn, waarbij het tot dusver bereikte niveau van liberalisering over het algemeen moet worden behouden. |
(13) Cabotageritten zijn hoofdzakelijk bedoeld om lege terugritten naar het land van vestiging te voorkomen en dragen ertoe bij het brandstofverbruik en de emissies terug te dringen en de winstgevendheid van ondernemingen en bijgevolg de interne markt en de arbeidsmarkt te verbeteren. De regels betreffende nationaal vervoer dat op tijdelijke basis wordt verricht door niet-ingezeten vervoerders in een lidstaat van ontvangst ("cabotage"), moeten duidelijk, eenvoudig toepasbaar voor vervoerders en gemakkelijk te handhaven zijn. Deze regels moeten stroken met de toepasselijke wetgeving, waarbij het tot dusver bereikte niveau van liberalisering moet worden behouden, zonder aan het grondbeginsel van het vrij verrichten van diensten op de interne markt en de bescherming van gedetacheerde werknemers te tornen. Om het tijdelijke karakter te waarborgen en eventuele misbruiken of marktverstoringen alsmede het risico op systematische cabotage door "brievenbusbedrijven" of zogenoemde nomadische bestuurders te voorkomen, zijn de in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad1 bis vastgestelde regels van de Unie in de wegvervoerssector vanaf de eerste dag van toepassing op cabotageritten. | ||||||||||||||||||||||||
|
_______________ | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(14) Om de controle te vergemakkelijken en de onzekerheid weg te nemen, moet de beperking van het aantal cabotageritten na een internationale vervoersactiviteit worden afgeschaft en worden vervangen door een beperking van het aantal dagen dat voor dergelijke activiteiten beschikbaar is. |
(14) Om de controle te vergemakkelijken en de onzekerheid weg te nemen, mag het aantal cabotageritten na een internationale vervoersactiviteit binnen een periode van 48 uur niet worden beperkt. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) Na afloop van de cabotageritten mogen wegvervoersondernemingen in de lidstaat van ontvangst gedurende zeven dagen geen verdere cabotageritten uitvoeren met hetzelfde voertuig of, in het geval van een samenstel van voertuigen, met de trekker van dat samenstel. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(14 ter) De milieu-efficiëntie van het wegvervoer is een aspect dat van groot belang is voor het behalen van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. In 2012 reed bijna een kwart van alle vrachtvoertuigen in de Unie leeg rond, in veel gevallen ten gevolge van de restricties betreffende cabotageritten. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 14 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(14 quater) In overweging 17 van Verordening (EG) nr. 1072/2009 is uitdrukkelijk bepaald dat Richtlijn 96/71/EG van toepassing is op vervoersondernemingen die cabotagevervoer verrichten. Aangezien cabotage een rechtstreekse deelname aan de vervoersmarkt van de gastlidstaat impliceert, kan alleen zo een eerlijk speelveld worden bereikt. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(15) De regels die wegvervoerders moeten volgen om aan te tonen dat zij de cabotageregels naleven, moeten worden verduidelijkt. Het gebruik en de verzending van elektronische vervoersinformatie moet daartoe worden erkend; dit moet de indiening van relevante bewijzen en de behandeling ervan door de bevoegde autoriteiten vergemakkelijken. Het formaat dat voor dat doel wordt gebruikt, moet de betrouwbaarheid en de authenticiteit garanderen. Aangezien in het vervoer en de logistiek steeds vaker gebruik wordt gemaakt van efficiënte elektronische uitwisseling van informatie, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de regelgevingskaders en -bepalingen met betrekking tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures coherent zijn. |
(15) Effectieve en efficiënte handhaving van de regels is een voorwaarde voor eerlijke concurrentie op de interne markt en voor de garantie dat de rechten van werknemers worden beschermd. Het is van cruciaal belang de handhaving verder te digitaliseren om handhavingscapaciteit vrij te maken, onnodige administratieve lasten weg te nemen en beter in te gaan op de situatie van vervoersondernemingen met een verhoogd risico. Het is onontbeerlijk gebruik te maken van slimme tachografen en elektronische vervoersdocumenten (eCMR) en deze zo snel mogelijk bij te werken. De regels die wegvervoerders moeten volgen om aan te tonen dat zij de cabotageregels naleven, moeten worden verduidelijkt. Het gebruik en de verzending van elektronische vervoersinformatie moet daartoe worden erkend; dit moet de indiening van relevante bewijzen en de behandeling ervan door de bevoegde autoriteiten vergemakkelijken. Het formaat dat voor dat doel wordt gebruikt, moet de betrouwbaarheid en de authenticiteit garanderen. Aangezien in het vervoer en de logistiek steeds vaker gebruik wordt gemaakt van efficiënte elektronische uitwisseling van informatie, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de regelgevingskaders en -bepalingen met betrekking tot de vereenvoudiging van de administratieve procedures coherent zijn. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) Een verdere digitalisering van de handhavingsinstrumenten is een voorwaarde voor de goede werking van de interne markt, waarbij onnodige administratieve lasten worden beperkt en de regels in het wegvervoer doeltreffend en efficiënt worden gehandhaafd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a – punt i Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 4 – letter a | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 1 – lid 6 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 3 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – letter a | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter -a bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – letter a bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter d bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a – punt iii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 6 – lid 1 – alinea 3 – letter b – punt xii bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 6 – lid 2 bis – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 7 – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 7 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 7 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 8 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A32009R1071) | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 12 – lid 2 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter -a (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt -i (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – letter a bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt -i bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – punt c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt -i ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – punt c bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt i Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – punt h | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a – punt ii Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32009R1071&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter b bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 16 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:32009R1071) | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1071/2009 Artikel 18 – lid 9 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 bis | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 quater (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 1 – lid 5 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 – letter a Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 2 – punt 6 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 3 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX%3A32009R1072) | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter a ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter b Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter c Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 - lid 4 bis | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 – letter c bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 8 – lid 4 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 9 – alinea 1 – letter e bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 bis – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 - punt 7 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 10 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 14 bis | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 17 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 1072/2009 Artikel 17 – lid 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 om ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de sector |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2017)0281 – C8-0169/2017 – 2017/0123(COD) |
||||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
TRAN 15.6.2017 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
EMPL 15.6.2017 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Verónica Lope Fontagné 3.10.2017 |
||||
Behandeling in de commissie |
23.1.2018 |
26.2.2018 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
25.4.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
31 19 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Laura Agea, Guillaume Balas, Vilija Blinkevičiūtė, Enrique Calvet Chambon, Michael Detjen, Martina Dlabajová, Lampros Fountoulis, Elena Gentile, Marian Harkin, Danuta Jazłowiecka, Agnes Jongerius, Rina Ronja Kari, Jan Keller, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Jean Lambert, Jérôme Lavrilleux, Patrick Le Hyaric, Jeroen Lenaers, Verónica Lope Fontagné, Javi López, Thomas Mann, Dominique Martin, Anthea McIntyre, João Pimenta Lopes, Georgi Pirinski, Marek Plura, Dennis Radtke, Terry Reintke, Sofia Ribeiro, Robert Rochefort, Claude Rolin, Siôn Simon, Romana Tomc, Yana Toom, Ulrike Trebesius, Marita Ulvskog, Jana Žitňanská |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Georges Bach, Heinz K. Becker, Karima Delli, Christelle Lechevalier, Paloma López Bermejo, Evelyn Regner, Anne Sander, Jasenko Selimovic, Helga Stevens, Neoklis Sylikiotis, Flavio Zanonato, Kosma Złotowski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Dominique Bilde, Maria Grapini, Karoline Graswander-Hainz |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
31 |
+ |
|
ALDE |
Robert Rochefort |
|
EFDD |
Laura Agea |
|
GUE/NGL |
Rina Ronja Kari, Patrick Le Hyaric, Paloma López Bermejo, Neoklis Sylikiotis |
|
NI |
Lampros Fountoulis |
|
PPE |
Georges Bach, Jérôme Lavrilleux, Jeroen Lenaers, Thomas Mann, Dennis Radtke, Sofia Ribeiro, Claude Rolin, Anne Sander |
|
S&D |
Guillaume Balas, Vilija Blinkevičiūtė, Michael Detjen, Elena Gentile, Karoline Graswander-Hainz, Agnes Jongerius, Jan Keller, Javi López, Georgi Pirinski, Evelyn Regner, Siôn Simon, Marita Ulvskog, Flavio Zanonato |
|
VERTS/ALE |
Karima Delli, Jean Lambert, Terry Reintke |
|
19 |
- |
|
ALDE |
Enrique Calvet Chambon, Martina Dlabajová, Marian Harkin, Jasenko Selimovic, Yana Toom |
|
ECR |
Anthea McIntyre, Ulrike Trebesius, Jana Žitňanská, Kosma Złotowski |
|
ENF |
Dominique Bilde, Christelle Lechevalier, Dominique Martin |
|
PPE |
Heinz K. Becker, Danuta Jazłowiecka, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Verónica Lope Fontagné, Marek Plura, Romana Tomc |
|
3 |
0 |
|
ECR |
Helga Stevens |
|
GUE/NGL |
João Pimenta Lopes |
|
S&D |
Maria Grapini |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 om ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de sector |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2017)0281 – C8-0169/2017 – 2017/0123(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
31.5.2017 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
TRAN 15.6.2017 |
|
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
EMPL 15.6.2017 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Ismail Ertug 12.7.2017 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
23.1.2018 |
15.5.2018 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
4.6.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 15 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Daniela Aiuto, Lucy Anderson, Marie-Christine Arnautu, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune, Michael Cramer, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Marian-Jean Marinescu, Gesine Meissner, Tomasz Piotr Poręba, Gabriele Preuß, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, David-Maria Sassoli, Claudia Schmidt, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, Marita Ulvskog, Wim van de Camp, Marie-Pierre Vieu, Janusz Zemke, Roberts Zīle, Kosma Złotowski, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Bas Eickhout, Michael Gahler, Maria Grapini, Ryszard Antoni Legutko, Bolesław G. Piecha, Marek Plura, Franck Proust, Dario Tamburrano |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Frank Engel, José Manuel Fernandes, Lampros Fountoulis, Barbara Kappel, Andrey Novakov, Marco Valli |
||||
Datum indiening |
7.6.2018 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
30 |
+ |
|
ALDE |
Izaskun Bilbao Barandica, Gesine Meissner, Dominique Riquet, Pavel Telička |
|
EFDD |
Daniela Aiuto, Dario Tamburrano, Marco Valli |
|
GUE/NGL |
Merja Kyllönen |
|
PPE |
Georges Bach, Deirdre Clune, Andor Deli, Frank Engel, José Manuel Fernandes, Michael Gahler, Dieter-Lebrecht Koch, Marian-Jean Marinescu, Marek Plura, Claudia Schmidt, Wim van de Camp, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska |
|
S&D |
Lucy Anderson, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Gabriele Preuß, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, David-Maria Sassoli, Marita Ulvskog, Janusz Zemke |
|
15 |
- |
|
ECR |
Ryszard Antoni Legutko, Bolesław G. Piecha, Tomasz Piotr Poręba, Roberts Zīle, Kosma Złotowski |
|
ENF |
Marie-Christine Arnautu, Barbara Kappel |
|
GUE/NGL |
Marie-Pierre Vieu |
|
NI |
Lampros Fountoulis |
|
PPE |
Andrey Novakov, Franck Proust, Massimiliano Salini |
|
VERTS/ALE |
Michael Cramer, Bas Eickhout, Keith Taylor |
|
3 |
0 |
|
S&D |
Inés Ayala Sender, Maria Grapini, Claudia Țapardel |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding