VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector

8.6.2018 - (COM(2017)0278 – C8-0170/2017 – 2017/0121(COD)) - ***I

Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Merja Kyllönen
Rapporteur voor advies (*):
Martina Dlabajová, Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
(*)  Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement


ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector

(COM(2017)0278 – C8-0170/2017 – 2017/0121(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0278),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 91, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0170/2017,

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 januari 2018[1],

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A8-0206/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Titel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voorstel voor een

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector

tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening")

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1)  Gezien de hoge mobiliteit van het personeelsbestand in de wegvervoersector zijn sectorspecifieke regels nodig om het evenwicht te waarborgen tussen de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen, het vrije verkeer van goederen en de sociale bescherming van bestuurders. Deze richtlijn heeft derhalve ten doel rechtszekerheid en duidelijkheid te bieden en bij te dragen tot de harmonisatie en bevordering van de handhaving, de bestrijding van illegale praktijken en de beperking van de administratieve lasten.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Om tot een veilige, efficiënte en sociaal verantwoordelijke wegvervoersector te komen, moeten enerzijds correcte arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming voor bestuurders worden verzekerd en anderzijds passende bedrijfsomstandigheden en eerlijke concurrentievoorwaarden voor ondernemers.

(1)  Om tot een veilige, efficiënte en sociaal verantwoordelijke wegvervoersector te komen, moeten het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten, correcte arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming voor bestuurders worden verzekerd en moet worden gezorgd voor een passende zakelijk en concurrerend klimaat voor ondernemers, terwijl de in de Verdragen gewaarborgde fundamentele vrijheden, en met name het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten, worden geëerbiedigd.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Nationale regels die worden toegepast op het wegvervoer moeten evenredig en gerechtvaardigd zijn en mogen de uitoefening van in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden, zoals het vrije verkeer van diensten, niet belemmeren of minder aantrekkelijk maken, teneinde de concurrentie binnen de Unie in stand te houden of zelfs te vergroten, maar wel met inachtneming van de arbeidsomstandigheden en sociale bescherming van bestuurders.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Wegvervoersdiensten worden gekenmerkt door een hoge mobiliteit; derhalve moet bijzondere aandacht uitgaan naar het verzekeren dat bestuurders de rechten genieten waarop zij aanspraak kunnen maken en dat ondernemers niet worden geconfronteerd met buitensporige administratieve hinderpalen die hun vrijheid om grensoverschrijdende diensten te verlenen uitermate beperken.

(2)  Wegvervoersdiensten worden gekenmerkt door een hoge mobiliteit; derhalve moet bijzondere aandacht uitgaan naar het verzekeren dat bestuurders de rechten genieten waarop zij aanspraak kunnen maken en dat ondernemers, grotendeels (90 %) kmo's met minder dan tien werknemers, niet worden geconfronteerd met buitensporige administratieve hinderpalen of ongegronde en discriminerende controles die hun vrijheid om grensoverschrijdende diensten te verlenen uitermate beperken.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  Nationale regels die worden toegepast op het wegvervoer moeten evenredig en gerechtvaardigd zijn en mogen de uitoefening van in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden, zoals het vrije verkeer van goederen en de vrijheid om diensten te verlenen, niet belemmeren of minder aantrekkelijk maken, teneinde de concurrentie binnen de Unie, met inbegrip van de kosten van producten en diensten, in stand te houden of zelfs te vergroten, maar wel met inachtneming van de arbeidsomstandigheden en sociale bescherming van bestuurders en de specifieke kenmerken van de sector, aangezien bestuurders zeer mobiele werknemers en geen ter beschikking gestelde werknemers zijn.

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Het evenwicht tussen betere sociale en arbeidsvoorwaarden voor bestuurders en de vrijheid om wegvervoersdiensten te verlenen op basis van eerlijke concurrentie tussen binnen- en buitenlandse ondernemers is van cruciaal belang voor de goede werking van de interne markt.

(3)  Het evenwicht tussen betere sociale en arbeidsvoorwaarden voor bestuurders en de vrijheid om wegvervoersdiensten te verlenen op basis van eerlijke, evenredige en niet-discriminerende concurrentie tussen binnen- en buitenlandse ondernemers is van cruciaal belang voor de goede werking van de interne markt. Derhalve moeten alle nationale wetten en beleidsmaatregelen die op nationaal niveau worden toegepast in de vervoersector positief bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van de interne Europese vervoersruimte en in geen geval leiden tot versnippering van de interne markt. 

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Uit een evaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van de huidige sociale Unieregelgeving inzake wegvervoer is gebleken dat de bestaande wetgeving achterpoortjes bevat en de handhaving tekortschiet. Bovendien worden de regels in de lidstaten op verschillende wijze geïnterpreteerd, toegepast en uitgevoerd. Dat zorgt voor rechtsonzekerheid en een ongelijke behandeling van bestuurders en ondernemers, met nadelige gevolgen voor de arbeidsomstandigheden, de sociale voorwaarden en de concurrentie in de sector.

(4)  Uit een evaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van de huidige sociale Unieregelgeving inzake wegvervoer is gebleken dat de bestaande wetgeving achterpoortjes bevat, de handhaving tekortschiet en dat er sprake is van illegale praktijken, zoals het gebruik van brievenbusondernemingen. Er moet meer nadruk worden gelegd op het tegengaan van zwartwerk in de vervoersector. Bovendien worden de regels in de lidstaten op verschillende wijze geïnterpreteerd, toegepast en uitgevoerd, waardoor bestuurders en ondernemers te maken krijgen met zware administratieve lasten. Dat zorgt voor rechtsonzekerheid, met nadelige gevolgen voor de arbeidsomstandigheden, de sociale voorwaarden en de concurrentie in de sector.

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Om ervoor te zorgen dat Richtlijn 96/71/EG1 bis en Richtlijn 2014/67/EU1 ter van het Europees Parlement en de Raad juist worden toegepast, moeten de controles en de samenwerking op Unieniveau ter bestrijding van fraude op het gebied van de terbeschikkingstelling van bestuurders worden aangescherpt, en moeten er strengere controles worden verricht zodat de sociale bijdragen voor ter beschikking gestelde bestuurders daadwerkelijk worden betaald.

 

_________________

 

1 bis Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

 

1 ter Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Een geschikte, doeltreffende en consequente handhaving van de bepalingen inzake arbeidstijden is van cruciaal belang om de arbeidsomstandigheden van bestuurders te beschermen en concurrentieverstoringen als gevolg van niet-naleving te voorkomen. Daarom is het wenselijk de bestaande eenvormige handhavingsvoorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2006/22/EG uit te breiden tot de controle op de naleving van de bepalingen inzake arbeidstijd zoals vastgelegd in Richtlijn 2002/15/EU.

(5)  Een geschikte, doeltreffende en consequente handhaving van de bepalingen inzake arbeids- en rusttijden is van cruciaal belang om de verkeersveiligheid te verbeteren, de arbeidsomstandigheden van bestuurders te beschermen en concurrentieverstoringen als gevolg van niet-naleving te voorkomen. Daarom is het wenselijk de bestaande eenvormige handhavingsvoorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2006/22/EG uit te breiden tot de controle op de naleving van de bepalingen inzake arbeidstijd zoals vastgelegd in Richtlijn 2002/15/EU. De mogelijkheid om controles van rij- en arbeidstijden te combineren met controles op de naleving van de regels voor de terbeschikkingstelling van bestuurders moet ook beschikbaar worden gesteld zonder extra administratieve rompslomp. Controles op de naleving van de arbeidstijden moeten worden beperkt tot controles die ter plaatse bij vervoersondernemingen worden uitgevoerd zolang er nog geen technologie voorhanden is waarmee controles van de arbeidstijden doeltreffend langs de weg kunnen worden uitgevoerd.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Gezien het specifieke karakter van vervoersdiensten en de directe impact op het vrije verkeer van goederen, en vooral vanwege de verkeersveiligheid, moeten controles langs de weg tot een minimum worden beperkt. Bestuurders mogen niet aansprakelijk worden gesteld voor aanvullende administratieve verplichtingen van hun onderneming. Regels inzake de arbeidstijd dienen uitsluitend ter plaatse bij vervoersondernemingen te worden gecontroleerd.

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  Om efficiëntere, snellere en meer controles langs de weg mogelijk te maken en tegelijkertijd de administratieve druk voor bestuurders te beperken, moet de naleving van Richtlijn 2002/15/EG worden gecontroleerd in het kader van controles bij ondernemingen in plaats van via controles langs de weg.

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  Om een doeltreffende administratieve samenwerking en informatie-uitwisseling te bevorderen, moeten de lidstaten hun nationale elektronische registers aan elkaar koppelen via het systeem van het Europees register van ondernemingen voor vervoer over de weg (ERRU), met als rechtsgrondslag artikel 16, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1071/2009. De lidstaten moeten alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de nationale elektronische registers aan elkaar gekoppeld zijn, zodat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, waaronder weginspecteurs, rechtstreeks en onmiddellijk toegang hebben tot de gegevens en informatie die zijn opgenomen in het ERRU.

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter)  Om een betere en uniformere toepassing van de minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 561/2006, Verordening (EU) nr. 165/2014 en Richtlijn 2002/15/EG mogelijk te maken en het voor wegvervoerondernemingen eenvoudiger te maken om te voldoen aan de administratieve eisen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van bestuurders, moet de Commissie een of meer IMI-modules ontwikkelen voor het indienen van verklaringen van terbeschikkingstelling en een elektronische applicatie waarmee inspecteurs tijdens controles langs de weg rechtstreeks en onmiddellijk toegang hebben tot het ERRU en het IMI.

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis)  Met het oog op eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld voor werknemers en ondernemingen, moet vooruitgang worden geboekt op het vlak van slimme handhaving en moet alle mogelijke ondersteuning worden geboden voor de volledige invoering en het gebruik van risicoclassificatiesystemen. Daartoe moeten de handhavingsinstanties onmiddellijke toegang krijgen tot de nationale elektronische registers (NER's) en tegelijkertijd optimaal gebruik kunnen maken van het Europees register van ondernemingen voor vervoer over de weg (ERRU).

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  Regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers, die van toepassing zijn op het wegvervoer moeten evenwichtig en eenvoudig zijn en geen zware administratieve last vormen voor lidstaten en vervoersondernemingen. Deze regels mogen er niet op gericht zijn activiteiten buiten het land van vestiging van een onderneming te ontmoedigen.

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Er zijn ook problemen vastgesteld bij de toepassing op de zeer mobiele wegvervoersector van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers zoals gespecificeerd in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en de regels inzake administratieve voorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad16. De ongecoördineerde nationale maatregelen voor de toepassing en handhaving van de bepalingen inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector veroorzaken een hoge administratieve druk op ondernemingen die in een ander land van de Unie zijn gevestigd. Daardoor wordt de vrijheid om grensoverschrijdende wegvervoersdiensten te verlenen uitermate beperkt, wat negatieve neveneffecten heeft op de werkgelegenheid.

(9)  Er zijn ook problemen vastgesteld bij de toepassing op de zeer mobiele wegvervoersector van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers zoals gespecificeerd in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en de regels inzake administratieve voorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad16. De ongecoördineerde nationale maatregelen voor de toepassing en handhaving van de bepalingen inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector veroorzaken rechtsonzekerheid, concurrentieverstoringen in de vervoerssector en een hoge administratieve druk op ondernemingen die in een ander land van de Unie zijn gevestigd. Daardoor wordt de vrijheid om grensoverschrijdende wegvervoersdiensten te verlenen uitermate beperkt, wat negatieve neveneffecten heeft op de werkgelegenheid en het concurrentievermogen van vervoersondernemingen. Het is noodzakelijk de administratieve vereisten en controlemaatregelen te harmoniseren om te voorkomen dat vervoerders bij hun terbeschikkingstelling worden geconfronteerd met onnodige en willekeurige vertragingen.

_________________

_________________

15 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

15 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

16 Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

16 Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Lidstaten moeten gegevens en informatie uitwisselen, op administratief gebied samenwerken en elkaar bijstand verlenen via het Informatiesysteem interne markt (IMI), met als rechtsgrondslag Verordening (EU) nr. 1034/2012, om volledige naleving van de voorschriften te bewerkstelligen. Ook moet het IMI worden gebruikt voor het indienen van verklaringen van terbeschikkingstelling tussen de vervoerders en de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaten en voor het actualiseren van deze verklaringen. Om deze laatste doelstelling te kunnen halen, moet er binnen het IMI-systeem een parallelle en openbare interface worden ontwikkeld waartoe vervoerders toegang hebben.

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter)  Alle deelnemers aan de toeleveringsketen voor goederen moeten hun eigen deel van de verantwoordelijkheid op zich nemen voor inbreuken op de in deze richtlijn vastgelegde voorschriften. Dit geldt ook voor gevallen waarin een deelnemer weet heeft van een inbreuk of daar gezien de omstandigheden weet van zou moeten hebben.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quater)  Om ervoor te zorgen dat controlemaatregelen voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector correct worden toegepast zoals bepaald in Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU, moeten de controles en samenwerking op Unieniveau ter bestrijding van fraude in verband met de terbeschikkingstelling van bestuurders worden aangescherpt.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quinquies)  Aannemers moeten worden aangespoord te handelen met maatschappelijke verantwoordelijkheid door gebruik te maken van vervoersondernemingen die voldoen aan de regels in deze richtlijn. Om het gemakkelijker te maken voor aannemers om dergelijke vervoersondernemingen te vinden, moet de Commissie een beoordeling uitvoeren van de bestaande instrumenten en optimale werkmethoden waarmee maatschappelijk verantwoord gedrag van alle deelnemers aan de toeleveringsketen voor goederen wordt gestimuleerd teneinde een Europees platform van betrouwbare vervoersbedrijven op te zetten als daar behoefte aan is.

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Gezien het feit dat er in Europa een gebrek aan bestuurders is, moeten de arbeidsomstandigheden aanzienlijk worden verbeterd om de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Om de doeltreffende en evenredige uitvoering van Richtlijn 96/71/EG in de wegvervoersector te waarborgen, is het noodzakelijk sectorspecifieke regels op te stellen die zijn afgestemd op de bijzondere aard van het zeer mobiele personeelsbestand van de wegvervoersector en een evenwicht te creëren tussen de sociale bescherming van bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen.

(11)  Om de doeltreffende en evenredige uitvoering van Richtlijn 96/71/EG in de wegvervoersector te waarborgen, is het noodzakelijk sectorspecifieke regels op te stellen die zijn afgestemd op de bijzondere aard van het zeer mobiele personeelsbestand van de wegvervoersector en een evenwicht te creëren tussen de sociale bescherming van bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen. De bepalingen van Richtlijn 96/71/EG inzake de terbeschikkingstelling van werknemers en van Richtlijn 2014/67/EU inzake de handhaving van die bepalingen moeten onder de voorwaarden van deze richtlijn van toepassing zijn op de wegvervoersector.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Dergelijke evenwichtige criteria moeten gebaseerd zijn op het concept van voldoende verbondenheid van een bestuurders met het grondgebied van een gastlidstaat. Daarom moet een tijdsdrempel worden ingesteld, waarbij het minimumloon en de minimale jaarlijkse betaalde vakantie van de gastlidstaat op het internationaal wegvervoer van toepassing worden zodra die drempel wordt overschreden. Die tijdsdrempel dient niet van toepassing te zijn op cabotage zoals gedefinieerd bij de Verordeningen (EG) nr. 1072/200918 en 1073/200919, aangezien de volledige vervoersoperatie plaatsvindt in een gastlidstaat. Bijgevolg dienen het minimumloon en de minimale jaarlijkse betaalde vakantie van de gastlidstaat, ongeacht de frequentie en de duur van de door de bestuurder uitgevoerde activiteiten, van toepassing te zijn op cabotage.

(12)  Dergelijke evenwichtige criteria moeten gebaseerd zijn op het concept van voldoende verbondenheid van een bestuurders met het grondgebied van een gastlidstaat. Er is sprake van voldoende verbondenheid bij cabotage zoals gedefinieerd bij de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009, aangezien de volledige vervoersoperatie plaatsvindt in een gastlidstaat. Bijgevolg dienen Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU van toepassing te zijn op cabotage. Bovendien moeten de terbeschikkingstellingsregels tevens van toepassing zijn op het wegtraject in het kader van gecombineerd vervoer als bedoeld in Richtlijn 1992/106/EG, mits dat wegtraject binnen dezelfde lidstaat wordt afgelegd.

__________________

__________________

18 Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

18 Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

19 Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

19 Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis)  Richtlijn 96/71/EG dient van toepassing te zijn op cabotage zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009, aangezien de volledige vervoersoperatie plaatsvindt in een gastlidstaat en er sprake is van rechtstreekse concurrentie met lokale ondernemingen. Bijgevolg dient Richtlijn 96/71/EG, ongeacht de frequentie en de duur van de door de bestuurder uitgevoerde activiteiten, van toepassing te zijn op cabotage.

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 ter)  Aangezien er onvoldoende verbondenheid bestaat van een bestuurder met het grondgebied van een lidstaat van doorvoer, dient douanevervoer niet te worden beschouwd als een situatie van terbeschikkingstelling.

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 quater)  Het wegvervoer is een uiterst mobiele sector en vergt een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot bepaalde loonaspecten. Vervoersondernemingen moeten rechtszekerheid hebben over de regels en vereisten waaraan zij moeten voldoen. Die regels en vereisten moeten duidelijk, begrijpelijk en gemakkelijk toegankelijk zijn voor vervoersondernemingen en moeten doeltreffende controles mogelijk maken. Het is van belang dat nieuwe regels geen onnodige administratieve lasten met zich meebrengen en dat zij naar behoren rekening houden met de belangen van kmo's.

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om een effectieve en efficiënte handhaving van de specifieke regels inzake terbeschikkingstelling van werknemers te verzekeren en onevenredige administratieve lasten voor ondernemers uit andere lidstaten te vermijden, moeten specifieke administratieve en controlemaatregelen voor de wegvervoersector worden vastgesteld, waarbij controle-instrumenten zoals de digitale tachograaf ten volle worden benut.

(13)  Om een effectieve en efficiënte handhaving van de specifieke regels inzake terbeschikkingstelling van werknemers te verzekeren en onevenredige administratieve lasten voor ondernemers uit andere lidstaten te vermijden, moeten specifieke administratieve en controlemaatregelen voor de wegvervoersector worden vastgesteld, waarbij controle-instrumenten zoals de digitale tachograaf ten volle worden benut. Om de complexiteit van de in deze richtlijn en in Richtlijn 96/71/EG vastgestelde verplichtingen beheersbaar te houden, mogen de lidstaten alleen de in deze richtlijn opgenomen en de op de wegvervoersector afgestemde administratieve eisen opleggen aan wegvervoerondernemingen.

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis)  Om de administratieve lasten en het papierwerk voor bestuurders tot een minimum te beperken, verstrekken de vervoersondernemingen alle noodzakelijke documenten die zijn genoemd in de bepalingen over wederzijdse bijstand en samenwerking tussen lidstaten van hoofdstuk III van Richtlijn 2014/67/EU, als de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging van de vervoerder hierom verzoeken.

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter)  Teneinde de uitvoering, toepassing en handhaving van deze richtlijn te vergemakkelijken, moet het Informatiesysteem interne markt (IMI) dat werd ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2012, in de lidstaten worden gebruikt voor de verbeterde grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen regionale en lokale autoriteiten. Het kan ook van voordeel zijn om de functies van het IMI uit te breiden en daarin de indiening en overdracht van eenvoudige verklaringen op te nemen.

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 quater)  Teneinde de administratieve lasten voor vervoersondernemingen – vaak kleine en middelgrote ondernemingen – te beperken, is het zaak om het proces voor de verzending van verklaringen van terbeschikkingstelling door vervoerders te vereenvoudigen door middel van gestandaardiseerde formulieren met enkele vooraf vastgestelde elementen die zijn vertaald naar alle officiële talen van de Unie.

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 quinquies)  Een algemene uitvoering en toepassing van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in het wegvervoer kan gevolgen hebben voor de structuur van de sector goederenvervoer over de weg in de Unie. De lidstaten en de Commissie moeten daarom de impact van dit proces nauwlettend blijven volgen.

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 sexies)  De handhaving moet gericht zijn op inspecties die ter plaatse worden uitgevoerd bij de ondernemingen. Controles langs de weg dienen niet te worden uitgesloten, maar moeten uitsluitend en op niet-discriminerende wijze worden uitgevoerd voor vrachtbrieven of de elektronische versies daarvan, bevestigingen van inschrijvingen vooraf en verklaringen van terugkeer naar het land van vestiging van de ondernemer of het land van verblijf van de bestuurder. Bij controles langs de weg moeten in de eerste plaats de gegevens van tachografen worden onderzocht, die belangrijk zijn voor het vaststellen van de activiteiten van een bestuurder en voertuig gedurende een voortschrijdende periode van vier weken en de geografische dekking van deze activiteiten. De registratie van de landcode kan hierbij nuttig zijn.

Amendement    34

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 septies)  Het effect van de toepassing en de handhaving van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers op de wegvervoersector moet voortdurend worden geëvalueerd door de Commissie. Zij moet hierover verslag uitbrengen aan het Parlement en de Raad en voorstellen indienen voor de verdere vereenvoudiging van de regels en de beperking van de administratieve lasten.

Amendement    35

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 octies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 octies)  Aangezien het noodzakelijk is specifieke regelingen te hebben voor de vervoersector waar verplaatsing de essentie vormt van het werk van bestuurders, moet de toepassing van Richtlijn 96/71/EU op de wegvervoersector samenvallen met de datum van de inwerkingtreding van de wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en de vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector.

Amendement    36

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 nonies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 nonies)   Om de bijlagen van deze richtlijn aan te passen aan de ontwikkelingen op het gebied van beste praktijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van deze bijlagen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

Amendement    37

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis)  De informatie-uitwisseling in het kader van een doeltreffende administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten moet in overeenstemming zijn met de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, die zijn vervat in Verordening (EU) 2016/679.

Amendement    38

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter)  De regels ter waarborging van goede sociale omstandigheden op de Europese markt voor goederenvervoer over de weg moeten door alle partners in de toeleveringsketen worden geëerbiedigd. Teneinde een economisch en sociaal duurzame Europese interne markt tot stand te brengen, moet een keten van verantwoordelijkheid worden vastgesteld en uitgevoerd die alle actoren in de logistieke keten omvat. Het afdwingen van transparantie en aansprakelijkheid en het verbeteren van de sociale en economische gelijkheid zal het beroep van bestuurder aantrekkelijker maken en gezonde concurrentie aanwakkeren.

Amendement    39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 2 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"Deze controles bestrijken ieder jaar een breed en representatief staal van de mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 vallen en van de mobiele werknemers en bestuurders die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/15/EG vallen.";

"Deze controles bestrijken ieder jaar een breed en representatief staal van de mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 vallen en, in het geval van controles die ter plaatse bij ondernemingen worden uitgevoerd, van de mobiele werknemers en bestuurders die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/15/EG vallen. Alleen na de invoering van technologie die doeltreffende wegcontroles mogelijk maakt, voeren de lidstaten wegcontroles uit om de naleving van Richtlijn 2002/15/EG na te gaan. Tot die tijd worden die controles uitsluitend ter plaatse bij de vervoersondernemingen uitgevoerd.";

Amendement    40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 2 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"Iedere lidstaat organiseert de controles op zulke wijze dat ten minste 3 % van de dagen die zijn gewerkt door bestuurders van voertuigen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 561/2006, Verordening (EU) nr. 165/2014 en Richtlijn 2002/15/EG vallen, wordt gecontroleerd.";

"Iedere lidstaat organiseert de controles op zulke wijze dat ten minste 3 % van de dagen die zijn gewerkt door bestuurders van voertuigen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 561/2006, Verordening (EU) nr. 165/2014 en Richtlijn 2002/15/EG vallen, wordt gecontroleerd. Na een wegcontrole en in het geval dat de bestuurder een of meer van de vereiste documenten niet kan overleggen, mag de bestuurder zijn vervoerstraject voortzetten en is de wegvervoeronderneming in de lidstaat van vestiging verplicht de vereiste documenten via de bevoegde autoriteiten te overleggen.";

Amendement    41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter c

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 2 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"4.  De overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 561/2006 aan de Commissie verstrekte informatie omvat het aantal langs de weg gecontroleerde bestuurders, het aantal controles ter plaatse bij ondernemingen, het aantal gecontroleerde werkdagen en het aantal en de aard van de gerapporteerde inbreuken, samen met de vermelding of het personen- of goederenvervoer betreft.";

"4.  De overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 561/2006 aan de Commissie verstrekte informatie omvat het aantal langs de weg gecontroleerde bestuurders, het aantal controles ter plaatse bij ondernemingen, het aantal ter plaatse bij ondernemingen gecontroleerde werkdagen en het aantal en de aard van de gerapporteerde inbreuken, samen met de vermelding of het personen- of goederenvervoer betreft.";

Amendement    42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 bis)  artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

"De lidstaten ondernemen ten minste zesmaal per jaar gezamenlijke wegcontroles waarbij bestuurders en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 vallen, aan wegcontroles worden onderworpen. Deze controles worden tegelijkertijd door de handhavingsinstanties van twee of meer lidstaten elk op hun eigen grondgebied uitgevoerd.";

"De lidstaten ondernemen ten minste zesmaal per jaar gezamenlijke wegcontroles en controles bij ondernemingen waarbij bestuurders en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 561/2006 of Verordening (EU) nr. 165/2014 vallen, aan wegcontroles en controles ter plaatse bij ondernemingen worden onderworpen. Deze controles worden tegelijkertijd door de handhavingsinstanties van twee of meer lidstaten elk op hun eigen grondgebied uitgevoerd. De samengevatte resultaten van de gezamenlijke controles worden openbaar gemaakt overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.";

Amendement    43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 6 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"1.  De controles ter plaatse bij ondernemingen worden georganiseerd in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende soorten van vervoer en van ondernemingen zijn opgedaan. Deze controles worden ook verricht indien er bij wegcontroles ernstige inbreuken zijn vastgesteld op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 of (EU) nr. 165/2014 of Richtlijn 2002/15/EG.";

"1.  De controles ter plaatse bij ondernemingen worden georganiseerd in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende soorten van vervoer en van ondernemingen zijn opgedaan. Deze controles worden ook verricht indien er bij wegcontroles ernstige inbreuken zijn vastgesteld op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014.";

Amendement    44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 7 – lid 1 – letter b

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(4 bis)  in artikel 7, lid 1, wordt letter b) vervangen door:

"b) het verstrekt de Commissie de tweejaarlijkse statistische gegevens overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3820/85;";

"b) het verstrekt de Commissie de tweejaarlijkse statistische gegevens overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 561/2006;";

Amendement    45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter -a bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 – inleidende formule

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a)  in artikel 8, lid 1, wordt de inleidende formule vervangen door:

"1. De in het kader van artikel 17, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 of artikel 19, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 bilateraal ter beschikking gestelde informatie wordt uitgewisseld tussen de aangewezen organen waarvan overeenkomstig artikel 7, lid 2, aan de Commissie mededeling is gedaan. Dit geschiedt:";

"1. De in het kader van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 561/2006 of artikel 40 van Verordening (EU) nr. 165/2014 bilateraal ter beschikking gestelde informatie wordt uitgewisseld tussen de aangewezen organen waarvan overeenkomstig artikel 7 aan de Commissie mededeling is gedaan. Dit geschiedt:";

Amendement    46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"b)  in afzonderlijke gevallen op uitdrukkelijk verzoek van een lidstaat.";

"b)  in afzonderlijke gevallen op specifiek verzoek van een lidstaat, mits de vereiste informatie niet kan worden verkregen door middel van raadpleging van nationale elektronische registers als bedoeld in artikel 16, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1071/2009.";

Amendement    47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"1 bis.  De lidstaat zal de door andere lidstaten krachtens lid 1, onder b), van dit artikel gevraagde informatie bezorgen binnen 25 werkdagen na ontvangst van het verzoek in gevallen die een grondig onderzoek vereisen of in het geval van controles ter plaatse bij de betrokken ondernemingen. De lidstaten kunnen in onderling overleg een kortere termijn overeenkomen. In dringende gevallen of gevallen waarin een eenvoudige raadpleging van de registers volstaat, zoals een risicoclassificatiesysteem, wordt de gevraagde informatie binnen drie werkdagen bezorgd.

"1 bis.  De lidstaat zal de door andere lidstaten krachtens lid 1, onder b), van dit artikel gevraagde informatie bezorgen binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek. In terdege gemotiveerde gevallen die een grondig onderzoek vereisen of in het geval van controles ter plaatse bij de betrokken ondernemingen zal de termijn twintig werkdagen bedragen. De lidstaten kunnen in onderling overleg een kortere termijn overeenkomen. In dringende gevallen of gevallen waarin een eenvoudige raadpleging van de registers volstaat, zoals een risicoclassificatiesysteem, wordt de gevraagde informatie binnen drie werkdagen bezorgd.

Amendement    48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 bis – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als de lidstaat die het verzoek ontvangt van mening is dat het verzoek onvoldoende is gemotiveerd, zal hij de verzoekende lidstaat daarvan binnen tien werkdagen in kennis stellen. De verzoekende lidstaat moet het verzoek dan nader motiveren. Als dat niet mogelijk is, kan de lidstaat het verzoek afwijzen.

Als de lidstaat die het verzoek ontvangt van mening is dat het verzoek onvoldoende is gemotiveerd, zal hij de verzoekende lidstaat daarvan binnen vijf werkdagen in kennis stellen. De verzoekende lidstaat moet het verzoek dan nader motiveren. Als dat niet mogelijk is, kan de lidstaat het verzoek afwijzen.

Amendement    49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 bis – alinea 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als het moeilijk of onmogelijk is om aan een informatieverzoek te voldoen of controles, inspecties of onderzoeken te verrichten, stelt de lidstaat in kwestie de verzoekende lidstaat daarvan binnen tien werkdagen in kennis, met vermelding van de redenen. De betrokken lidstaten zoeken in onderling overleg naar een oplossing voor eventuele moeilijkheden.";

Als het moeilijk of onmogelijk is om te voldoen aan een verzoek om informatie of een verzoek tot het uitvoeren van controles of onderzoeken, stelt de aangezochte lidstaat de verzoekende lidstaat daarvan binnen vijf werkdagen in kennis, en geeft daarbij de redenen op waarmee de moeilijkheid of onmogelijkheid om de relevante informatie te verstrekken naar behoren wordt gerechtvaardigd. De betrokken lidstaten zoeken in onderling overleg naar een oplossing voor eventuele moeilijkheden.";

Amendement    50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 bis – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Als de Commissie zich bewust wordt van een aanhoudend probleem bij de uitwisseling van informatie, of wanneer men blijft weigeren informatie te verstrekken, kan zij passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen, onder meer door zo nodig een onderzoek in te stellen en in het uiterste geval sancties aan de lidstaat op te leggen.";

Amendement    51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(b bis)  artikel 8, lid 2, wordt vervangen door:

"2.  De lidstaten streven ernaar systemen voor elektronische informatie-uitwisseling op te zetten. Volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure, stelt de Commissie een gemeenschappelijke methodologie voor efficiënte informatie-uitwisseling vast.";

"2.  In afwijking van artikel 21 van Richtlijn 2014/67/EU vindt de in de leden 1 en 1 bis van dit artikel vastgestelde informatie-uitwisseling tussen de bevoegde instanties van de lidstaten plaats via het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 opgezette Informatiesysteem interne markt (IMI). De bevoegde autoriteiten van de lidstaten hebben rechtstreekse en onmiddellijke toegang tot gegevens in de nationale elektronische registers via het Europees register van ondernemingen voor vervoer over de weg (ERRU), als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1071/2009.";

Amendement    52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b ter (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 2 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b ter)  in artikel 8 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

 

"2 bis.  De Commissie ontwikkelt een elektronische applicatie waarvan alle EU-lidstaten gebruikmaken en waarmee inspecteurs uiterlijk in 2020 rechtstreeks en onmiddellijk toegang zullen hebben tot het ERRU en het IMI tijdens controles langs de weg en bij vervoersondernemingen. Deze applicatie wordt ontwikkeld via een proefproject.";

Amendement    53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijke formule vast voor het berekenen van een risicoclassificatie voor ondernemingen, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het aantal, de ernst en de frequentie van de inbreuken als met de resultaten van controles waarbij geen inbreuk is vastgesteld en met het feit of alle voertuigen van een vervoersonderneming al dan niet zijn uitgerust met een slimme tachograaf overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 165/2014. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 12, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure.";

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om een gemeenschappelijke formule vast te stellen voor het berekenen van een risicoclassificatie voor ondernemingen, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het aantal, de ernst en de frequentie van de inbreuken als met de resultaten van controles waarbij geen inbreuk is vastgesteld en met het feit of de voertuigen van een vervoersonderneming al dan niet zijn uitgerust met een slimme tachograaf overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 165/2014.";

Amendement    54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 3 – alinea 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(b bis)  de eerste en tweede alinea van lid 3 worden vervangen door:

"3.  Een lijst van inbreuken op de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 is opgenomen in bijlage III.";

"3.  Een lijst van inbreuken op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 is opgenomen in bijlage III.";

Amendement    55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Met het oog op het aanbieden van richtsnoeren voor de waardering van inbreuken op de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85, kan de Commissie in overeenstemming met artikel 12, lid 2, zo nodig bijlage III aanpassen om richtsnoeren op te stellen over een gemeenschappelijk scala van inbreuken die overeenkomstig de ernst ervan worden ingedeeld in categorieën.

Met het oog op het aanbieden van richtsnoeren voor de waardering van inbreuken op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 of (EU) nr. 165/2014, is de Commissie in overeenstemming met artikel 15 bis tot wijziging van bijlage III bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om richtsnoeren op te stellen over een gemeenschappelijk scala van inbreuken die overeenkomstig de ernst ervan worden ingedeeld in categorieën.

Amendement    56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De categorie met betrekking tot de ernstigste inbreuken omvatten de inbreuken die door de niet-naleving van de relevante bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 een hoog risico meebrengen voor dood of zware verwondingen.";

De categorie met betrekking tot de ernstigste inbreuken omvatten de inbreuken die door de niet-naleving van de relevante bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 of (EU) nr. 165/2014 een hoog risico meebrengen voor dood of zware verwondingen.";

Amendement    57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"4.  Om gerichte wegcontroles te vergemakkelijken zijn de gegevens in het nationale risicoclassificatiesysteem ten tijde van de controle toegankelijk voor alle bevoegde controle-instanties van de betrokken lidstaat.

"4.  Om gerichte wegcontroles te vergemakkelijken zijn de gegevens in het nationale risicoclassificatiesysteem en in de nationale registers van vervoersondernemingen en -activiteiten ten tijde van de controle ten minste via een elektronische applicatie waarvan alle lidstaten van de EU gebruikmaken en die rechtstreeks en onmiddellijk toegang biedt tot het ERRU toegankelijk voor alle bevoegde controle-instanties van de betrokken lidstaat.

Amendement    58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De lidstaten stellen de in het nationaal risicoclassificatiesysteem opgeslagen informatie op verzoek beschikbaar van of maken die rechtstreeks toegankelijk voor alle bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, overeenkomstig de in artikel 8 vastgelegde termijnen.";

5.  De lidstaten maken de in het nationaal risicoclassificatiesysteem opgeslagen informatie maken rechtstreeks toegankelijk voor alle bevoegde autoriteiten van andere lidstaten via interoperabele nationale elektronische registers, als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1071/2009. Op deze manier wordt de uitwisseling van informatie en gegevens over vervoerders, inbreuken en risicoclassificaties geconcentreerd en vindt deze uitwisseling plaats via de onderlinge koppeling die het ERRU aanbrengt tussen de verschillende nationale registers van de lidstaten.";

Amendement    59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 11 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"3.  De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijke aanpak vast voor het registreren en controleren van perioden die aan andere werkzaamheden zijn besteed, zoals gedefinieerd in artikel 4, onder e), van Verordening (EG) nr. 561/2006, en van perioden van ten minste één week gedurende welke de chauffeur zich niet in of bij het voertuig bevindt. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.";

"3.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om een gemeenschappelijke aanpak vast te stellen voor het registreren en controleren van perioden die aan andere werkzaamheden zijn besteed, zoals gedefinieerd in artikel 4, onder e), van Verordening (EG) nr. 561/2006, met inbegrip van de vorm en de specifieke gevallen waarin registratie plaatsvindt, en voor het registreren en controleren van perioden van ten minste één week gedurende welke de chauffeur zich niet in of bij het voertuig bevindt en niet in staat is werkzaamheden uit te voeren met dat voertuig.";

Amendement    60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  artikel 12 wordt vervangen door:

"1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 ingestelde comité.

"1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) nr. 165/2014 ingestelde comité. Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.";

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

 

3.  Het comité stelt zijn reglement van orde vast.";

 

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32006L0022&rid=1)

Amendement    61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 13 – letter b

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(8 bis)  in artikel 13 wordt letter b) vervangen door:

"b)  de samenhang in aanpak en een geharmoniseerde interpretatie van Verordening (EEG) nr. 3820/85 tussen verschillende handhavingsinstanties aanmoedigen;";

"b)  de samenhang in aanpak en een geharmoniseerde interpretatie van Verordening (EG) nr. 561/2006 tussen verschillende handhavingsinstanties aanmoedigen;";

Amendement    62

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 ter (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 14

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(8 ter)  artikel 14 wordt vervangen door:

"Artikel 14

"Artikel 14

Onderhandelingen met derde landen

Onderhandelingen met derde landen

Wanneer deze richtlijn in werking is getreden opent de Gemeenschap onderhandelingen met de daarvoor in aanmerking komende derde landen met het oog op de toepassing van regels die gelijkwaardig zijn aan die welke in deze richtlijn zijn vastgelegd.

Wanneer deze richtlijn in werking is getreden opent de Unie onderhandelingen met de daarvoor in aanmerking komende derde landen met het oog op de toepassing van regels die gelijkwaardig zijn aan die welke in deze richtlijn zijn vastgelegd.

In afwachting van de voltooiing van deze onderhandelingen, nemen de lidstaten in hun verslagen aan de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 2 van Verordening (EEG) nr. 3820/85 gegevens op met betrekking tot controles op voertuigen van derde landen.";

In afwachting van de voltooiing van deze onderhandelingen, nemen de lidstaten in hun verslagen aan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 561/2006 gegevens op met betrekking tot controles op voertuigen van derde landen.";

Amendement    63

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – alinea 1 – punt 8 quater (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 15

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(8 quater)  de tekst van artikel 15 wordt vervangen door:

"De wijzigingen van de bijlagen die nodig zijn om ze aan te passen aan de ontwikkeling van de beste praktijken worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure.";

"De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I en II te wijzigen teneinde de nodige aanpassingen in te voeren aan de ontwikkeling van de beste praktijken.";

Amendement    64

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – alinea 1 – punt 8 quinquies (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 quinquies)  het volgende artikel 15 bis wordt ingevoegd:

 

"Artikel 15 bis

 

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

 

1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2.  De in artikel 9, lid 3, en artikel 15 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze richtlijn]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

 

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 9, lid 3, en artikel 15 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4.  Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

 

5.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

6.  Een overeenkomstig artikel 9, lid 3, en artikel 15 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.";

Amendement    65

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Bijlage I – deel A – punt 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a)  in deel A wordt punt 1 vervangen door:

"1.  dagelijkse en wekelijkse rijtijden, onderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden; de registratiebladen van de voorgaande dagen, die volgens artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 aan boord van het voertuig moeten zijn en/of de gegevens die voor dezelfde periode worden opgeslagen op de bestuurderskaart en/of in het geheugen van het controleapparaat overeenkomstig bijlage II en/of op afdrukken;";

"1.  dagelijkse en wekelijkse rijtijden, onderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden; de registratiebladen van de voorgaande dagen, die volgens artikel 36, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 165/2014 aan boord van het voertuig moeten zijn en/of de gegevens die voor dezelfde periode worden opgeslagen op de bestuurderskaart en/of in het geheugen van het controleapparaat overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn en/of op afdrukken;";

Amendement    66

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter -a bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Bijlage I – deel A – punt 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a bis)  in deel A wordt punt 2 vervangen door:

"2. voor de in artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 bedoelde periode, alle gevallen van overschrijding van de toegestane snelheid door het voertuig, d.w.z. alle perioden van meer dan 1 minuut waarin de snelheid van het voertuig meer dan 90 km/h voor voertuigen van de categorie N3, respectievelijk 105 km/h voor voertuigen van de categorie M3 bedraagt (de categorieën N3 en M3 zijn gedefinieerd in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan 1 bis;

"2. voor de in artikel 36, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 165/2014 bedoelde periode, alle gevallen van overschrijding van de toegestane snelheid door het voertuig, d.w.z. alle perioden van meer dan 1 minuut waarin de snelheid van het voertuig meer dan 90 km/h voor voertuigen van de categorie N3, respectievelijk 105 km/h voor voertuigen van de categorie M3 bedraagt (de categorieën N3 en M3 als gedefinieerd in Richtlijn 2007/46/EG1bis);

__________________

__________________

1 bis PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/28/EG van de Commissie (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 27).";

1 bis Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn).";

Amendement    67

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter -a ter (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Bijlage I – deel A – punt 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a ter)  in deel A wordt punt 4 vervangen door:

"4.  de correcte werking van het controleapparaat (vaststelling van eventueel misbruik van het controleapparaat en/of de bestuurderskaart en/of de registratiebladen) of, indien van toepassing, de aanwezigheid van de in artikel 14, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 bedoelde documenten.";

"4.  de correcte werking van het controleapparaat (vaststelling van eventueel misbruik van het controleapparaat en/of de bestuurderskaart en/of de registratiebladen) of, indien van toepassing, de aanwezigheid van de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 561/2006 bedoelde documenten.";

Amendement    68

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Bijlage I – deel A – punt 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"6.  wekelijkse werktijden zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 2002/15/EG.";

"6.  wekelijkse werktijden zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 2002/15/EG, mits de technologie doeltreffende controles mogelijk maakt.";

Amendement    69

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Bijlage I – deel B – alinea 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(b bis)  in deel B wordt alinea 2 vervangen door:

"Bij vaststelling van een inbreuk mogen de lidstaten, waar passend, nagaan of er sprake is van medeaansprakelijkheid bij andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen, zoals bevrachters, expediteurs of onderaannemers, waarbij ook nagegaan mag worden of, in geval van vastgestelde inbreuk, de vervoerscontracten naleving van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 mogelijk maken.";

"Bij vaststelling van een inbreuk mogen de lidstaten, waar passend, nagaan of er sprake is van medeaansprakelijkheid bij andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen, zoals bevrachters, expediteurs of onderaannemers, waarbij ook nagegaan mag worden of, in geval van vastgestelde inbreuk, de vervoerscontracten naleving van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 mogelijk maken.";

Amendement    70

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten passen de punten b) en c) van de eerste alinea van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG niet toe op bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij internationale vervoersactiviteiten verrichten zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009 als de periode waarin die bestuurders voor de uitvoering van die activiteiten op hun grondgebied ter beschikking zijn gesteld, korter is dan of even lang is als [3] dagen in één kalendermaand.

2.  De lidstaten passen Richtlijn 96/71/EG niet toe op bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij internationale vervoersactiviteiten verrichten zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009 en douanevervoer als een bestuurder door een lidstaat rijdt zonder dat er vracht wordt geladen of gelost en zonder dat er passagiers in- of uitstappen.

Amendement    71

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als de periode van terbeschikkingstelling langer is dan [3] dagen passen de lidstaten de punten b) en c) van de eerste alinea van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG toe op de volledige periode van terbeschikkingstelling op hun grondgebied gedurende de in de eerste alinea genoemde periode van één kalendermaand.

Schrappen

Amendement    72

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Ten behoeve van de berekening van de in lid 2 bedoelde perioden van terbeschikkingstelling:

Schrappen

Amendement    73

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  een dagelijkse werktijd van minder dan zes uur op het grondgebied van een gastlidstaat wordt beschouwd als een halve dag;

Schrappen

Amendement    74

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  een dagelijkse werktijd van zes uur of langer op het grondgebied van een gastlidstaat wordt beschouwd als een volledige dag;

Schrappen

Amendement    75

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  onderbrekingen, rusttijden en perioden van beschikbaarheid op het grondgebied van een gastlidstaat worden beschouwd als werktijd.

Schrappen

Amendement    76

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De lidstaten passen Richtlijn 96/71/EG toe op bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij:

 

(a)  cabotagewerkzaamheden uitvoeren zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009.

 

(b)  wegtrajecten afleggen in het kader van gecombineerd vervoer als bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 92/106/EEG, mits het wegtraject wordt afgelegd in dezelfde lidstaat.

Amendement    77

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter.  De lidstaten passen artikel 3, lid 1 bis, [over de duur van de terbeschikkingstelling] van de gewijzigde Richtlijn 96/71/EG niet toe op vervoer over de weg dat onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt.

Amendement    78

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten mogen alleen de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen:

4.  In afwijking van artikel 9 van Richtlijn 2014/67/EU mogen de lidstaten alleen de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen:

Amendement    79

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de verplichting voor een in een andere lidstaat gevestigde wegvervoerondernemer om uiterlijk bij aanvang van de terbeschikkingstelling een verklaring van terbeschikkingstelling te sturen aan de nationale bevoegde autoriteiten, in elektronische vorm en in een officiële taal van de gastlidstaat of in het Engels, waarin alleen de volgende gegevens zijn opgenomen:

(a)  de verplichting voor een in een andere lidstaat gevestigde wegvervoerondernemer om uiterlijk bij aanvang van de terbeschikkingstelling een verklaring en eventuele nieuwe versies daarvan in elektronische vorm bij de nationale bevoegde autoriteiten in te dienen met behulp van het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) als opgezet bij Verordening (EU) nr. 1024/2012, in een officiële taal van de Europese Unie, waarin alleen de volgende gegevens zijn opgenomen:

Amendement    80

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – punt i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i)  de identiteit van de wegvervoeronderneming;

i)  de identiteit van de wegvervoeronderneming, met behulp van haar intracommunautaire btw-identificatienummer;

Amendement    81

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – punt iii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii)  het verwachte aantal ter beschikking gestelde bestuurders en hun identiteit;

iii)  informatie over de ter beschikking gestelde bestuurders, waaronder: de identiteit, het land van verblijf, het land van afdracht van sociale bijdragen, het socialezekerheidsnummer en het rijbewijsnummer;

Amendement    82

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – punt iv

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iv)  de verwachte duur, de voorgenomen begin- en einddatum van de terbeschikkingstelling;

iv)  de gastlidstaten, de voorgenomen begindatum en de geschatte duur en einddatum van de terbeschikkingstelling en de wetgeving die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst;

Amendement    83

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – punt iv bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

iv bis)  de identiteit en de contactgegevens van de ontvangers, mits de vervoersonderneming geen elektronische vrachtbrief (e-CMR) gebruikt;

Amendement    84

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter a – punt vi bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

vi bis)  het adres/de adressen waar wordt geladen en gelost, mits de vervoersonderneming geen elektronische vrachtbrief (e-CMR) gebruikt;

Amendement    85

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig een papieren of elektronische kopie te bewaren van de verklaring van terbeschikkingstelling en een bewijs dat het vervoer plaatsvindt in de gastlidstaat, zoals een elektronische vrachtbrief (e-CMR) of een in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad bedoeld bewijs, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

(b)  de verplichting voor de vervoersonderneming om ervoor te zorgen dat de bestuurder, wanneer daarom bij een wegcontrole wordt gevraagd, in het voertuig beschikt over een papieren of elektronische kopie van de verklaring en een bewijs dat het vervoer plaatsvindt in de gastlidstaat, zoals een elektronische vrachtbrief (e-CMR) of een in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad bedoeld bewijs;

Amendement    86

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig de tachograafgegevens te bewaren, met name de landencodes van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal vervoer over de weg of cabotage, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

(c)  de verplichting voor de wegvervoeronderneming om ervoor te zorgen dat de bestuurder, wanneer daarom bij een wegcontrole wordt verzocht, beschikt over de tachograafgegevens, met name de landencodes van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal vervoer over de weg of cabotage;

Amendement    87

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  de mogelijkheid voor de bestuurder om tijdens een in punt b) en c) van dit artikel bedoelde wegcontrole contact op te nemen met het hoofdkantoor, de vervoersmanager of een andere persoon of entiteit die de gevraagde documenten kan bezorgen;

Amendement    88

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter c ter

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  de verplichting voor de wegvervoeronderneming om na de periode van terbeschikkingstelling papieren of elektronische kopieën van de onder b), c) en e) genoemde documenten beschikbaar te stellen op verzoek van de autoriteiten van de gastlidstaat, binnen een redelijke termijn.

(c ter)  de verplichting voor de wegvervoeronderneming om na de periode van terbeschikkingstelling papieren of elektronische kopieën van de onder b), en c) genoemde documenten beschikbaar te stellen op verzoek van de autoriteiten van de gastlidstaat, binnen een redelijke termijn alsmede documentatie over de beloning van ter beschikking gestelde bestuurders in verband met de periode van terbeschikkingstelling en hun arbeidscontract of een gelijkwaardig document in de zin van artikel 3 van Richtlijn 91/533/EEG1 bis van de Raad, arbeidstijdenoverzichten van het werk van de bestuurder en betalingsbewijzen. Overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van Richtlijn 2014/67/EU richt de bevoegde instantie van de ontvangende lidstaat het daartoe strekkende verzoek aan de bevoegde instantie van de lidstaat van vestiging, die de ondernemer om die informatie vraagt. De ondernemer kan gebruik maken van het IMI om de documentatie in te dienen.

 

__________________

 

1 bis Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever om de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn (PB L 288 van 18.10.1991, blz. 32).

Amendement    89

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig een papieren of elektronische kopie te bewaren van de arbeidsovereenkomst of een gelijkwaardig document in de zin van artikel 3 van Richtlijn 91/533/EEG20 van de Raad, vertaald in een officiële taal van de gastlidstaat of in het Engels, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

Schrappen

__________________

__________________

20 Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever om de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn (PB L 288 van 18.10.1991, blz. 32).

20 Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever om de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn (PB L 288 van 18.10.1991, blz. 32).

Amendement    90

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e)  de verplichting voor de bestuurder om tijdens een wegcontrole op verzoek een papieren of elektronische kopie van de loonstroken van de laatste twee maanden beschikbaar te stellen; de bestuurder mag tijdens een wegcontrole contact opnemen met het hoofdkantoor, de vervoersmanager of een andere persoon of entiteit die deze kopie kan bezorgen;

Schrappen

Amendement    91

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Voor de toepassing van lid 4, onder a), mag de wegvervoerondernemer een verklaring van terbeschikkingstelling indienen voor een periode van maximaal zes maanden.

5.  Voor de toepassing van lid 4, onder a), mag de wegvervoerondernemer een verklaring indienen voor een periode van maximaal zes maanden.

Amendement    92

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  De informatie uit de verklaring wordt voor een periode van 18 maanden bewaard in het register van het IMI met het oog op controles, en is rechtstreeks en onmiddellijk toegankelijk voor alle bevoegde instanties van andere lidstaten, die zijn aangewezen volgens artikel 3 van Richtlijn 2014/67/EU, artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en artikel 7 van Richtlijn 2006/22/EG.

Amendement    93

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 ter.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om een gestandaardiseerd formulier in alle officiële talen van de Unie op te stellen dat zal worden gebruikt om verklaringen in te dienen, en verder specificeert ze de functies van de verklaring in het IMI en de manier waarop de in de punten i) t/m vi bis) van lid 4, punt a), bedoelde informatie moet worden gepresenteerd in de verklaring en ziet ze erop toe dat die informatie uit de verklaringen automatisch wordt vertaald in een taal van de gastlidstaat. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 2 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Amendement    94

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater.  De lidstaten voorkomen bij de uitvoering van de controlemaatregelen onnodige vertragingen die de duur en de data van de terbeschikkingstelling kunnen beïnvloeden.

Amendement    95

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

 

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) nr. 165/2014 ingestelde comité. Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

 

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Amendement    96

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 ter

 

Aansprakelijkheid

 

De lidstaten voorzien in sancties tegen verzenders, expediteurs, contractanten en subcontractanten wegens niet-naleving van artikel 2 van deze richtlijn, wanneer ze weten of gezien de omstandigheden zouden moeten weten dat de vervoersdiensten waartoe zij opdracht geven, in strijd zijn met deze verordening.

 

De lidstaten stellen de regels voor sancties vast die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn en nemen alle maatregelen die nodig zijn om de toepassing van die sancties te garanderen. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig, afschrikkend en niet-discriminerend zijn.

Amendement    97

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 quater

 

Herzieningsclausule over het Europese platform van betrouwbare bedrijven

 

De Commissie voert een beoordeling uit van de bestaande instrumenten en optimale werkmethoden waarmee maatschappelijk verantwoord gedrag van alle deelnemers aan de toeleveringsketen voor goederen wordt gestimuleerd en doet binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn een wetgevingsvoorstel om een Europees vertrouwensplatform op te zetten, als daar behoefte aan is.

Amendement    98

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 quinquies

 

Slimme handhaving

 

1.  Onverminderd Richtlijn 2014/67/EU en om de verplichtingen op grond van artikel 2 van deze richtlijn verder te handhaven, zorgen de lidstaten ervoor dat er op hun grondgebied een samenhangende nationale handhavingsstrategie wordt toegepast. Deze strategie is vooral gericht op ondernemingen met een hoge risicoclassificatie als bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad.

 

2.  Elke lidstaat zorgt ervoor dat de controles als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2006/22/EG in voorkomend geval ook een controle op terbeschikkingstelling omvatten en dat deze controles op niet-discriminerende wijze worden uitgevoerd, met name zonder discriminatie op basis van de nummerplaten van voertuigen die worden gebruikt voor de terbeschikkingstelling.

 

3.  De lidstaten richten hun controles op ondernemingen die geclassificeerd zijn als ondernemingen met een verhoogd risico op inbreuken op de bepalingen van artikel 2 van deze richtlijn, die op hen van toepassing zijn. Daartoe behandelen de lidstaten, in het kader van het risicoclassificatiesysteem dat door hen is ingesteld overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en dat is uitgebreid overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad, het risico op dergelijke inbreuken als een risico op zich.

 

4.  Voor de toepassing van lid 3 hebben de lidstaten toegang tot relevante informatie en gegevens die zijn geregistreerd, verwerkt of opgeslagen door de in hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 165/2014 bedoelde slimme tachograaf, de in artikel 2, lid 4, van deze richtlijn bedoelde verklaringen van terbeschikkingstelling en elektronische vervoersdocumenten, zoals elektronische vrachtbrieven in het kader van het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (eCMR).

 

5.  De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bepaling van de kenmerken van de gegevens waartoe de lidstaten toegang hebben, de voorwaarden voor het gebruik ervan en de technische specificaties voor de doorgifte ervan of voor de toegang ertoe, en met name:

 

(a)  een gedetailleerde lijst van informatie en gegevens waartoe de nationale bevoegde autoriteiten toegang hebben, die ten minste de tijd en plaats van grensoverschrijdingen, laad- en losverrichtingen, de kentekenplaat van het voertuig en de bestuurdersgegevens omvat;

 

(b)  de toegangsrechten van de bevoegde autoriteiten, indien nodig uitgesplitst naar het soort bevoegde autoriteit, het soort toegang en het doel waarvoor de gegevens worden gebruikt;

 

(c)  de technische specificaties voor de doorgifte van of de toegang tot de onder a) bedoelde gegevens, in voorkomend geval met inbegrip van de maximale duur van bewaring van de gegevens, zo nodig uitgesplitst naar het soort gegevens.

 

6.  Persoonsgegevens als bedoeld in dit artikel worden niet langer ingezien of opgeslagen dan strikt noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of waarvoor zij verder worden verwerkt. Persoonsgegevens die niet meer nodig zijn voor deze doeleinden worden vernietigd.

 

7.  Minstens zes keer per jaar verrichten de lidstaten gezamenlijke controles van terbeschikkingstelling langs de weg, die kunnen samenvallen met de controles die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2006/22/EG. Dergelijke controles worden tegelijk uitgevoerd door de voor de handhaving van de regels op het gebied van terbeschikkingstelling bevoegde nationale autoriteiten van twee of meer lidstaten, elk op hun eigen grondgebied. De lidstaten wisselen informatie uit over het aantal en het type overtredingen dat is vastgesteld nadat de gezamenlijke controles langs de weg zijn uitgevoerd.

 

De samengevatte resultaten van de gezamenlijke controles worden openbaar gemaakt overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Amendement    99

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 sexies

 

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

 

Aan de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 worden de volgende punten toegevoegd:

 

8.  Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad; Artikel 8

 

9.  Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector: Artikel 2, lid 5.

Amendement    100

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie evalueert de uitvoering van deze richtlijn, met name het effect van artikel 2, uiterlijk [drie jaar na de omzettingsdatum van deze richtlijn] en brengt bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze richtlijn. Het verslag van de Commissie gaat indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

1.  De Commissie evalueert de uitvoering van deze richtlijn, met name het effect van artikel 2, lid 2, uiterlijk ... [drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] en brengt bij het Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van dat artikel. Het verslag van de Commissie gaat indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Amendement    101

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 3 bis

 

Teneinde de bepalingen van deze richtlijn na te leven, moeten zowel de Commissie als de lidstaten een alomvattend programma instellen voor de vaststelling van en de aanpassing aan de nieuwe regels en vereisten, zowel voor bestuurders als voor alle andere partijen in de procedure: ondernemingen, overheidsinstanties en inspecteurs.

Amendement    102

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten dienen uiterlijk tegen [...] [de omzettingstermijn dient zo kort mogelijk te zijn en mag in het algemeen niet meer dan twee jaar bedragen] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

De lidstaten dienen uiterlijk ... [twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Amendement    103

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De vervoersector is, vanwege zijn erkende zeer mobiele aard, vrijgesteld van de maatregelen die voortvloeien uit de wetgevingshandeling tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG totdat deze richtlijn van toepassing wordt.

Amendement    104

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Tot aan de inwerkingtreding van de handhavingsvoorschriften tot vaststelling van specifieke regels voor de vervoersector van Richtlijn 96/71/EG is de vervoersector vrijgesteld van de maatregelen die voortvloeien uit de wetgevingshandeling houdende wijziging van deze richtlijn.

  • [1]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

TOELICHTING

Een van de belangrijkste doelstellingen van de Commissie-Juncker is om de Europese sociale dimensie te versterken en daarmee een rechtvaardiger Europa te creëren. Binnen het vervoersbeleid, in het bijzonder binnen de wegvervoersector, werd een stap in deze richting gezet met de lancering van het eerste van de drie zogeheten vervoerspakketten van de Commissie op 31 mei 2017.

In de Europese wegvervoersector zijn meer dan vijf miljoen Europeanen werkzaam. Tegelijkertijd zijn de jaarlijkse broeikasgasemissies van de sector goed voor ongeveer een vijfde deel van de emissies van de gehele vervoersector. De doelstelling van het eerste vervoerspakket is om de Europese vervoers- en mobiliteitssector te moderniseren en het concurrentievermogen en de sociale rechtvaardigheid ervan te vergroten, om zo tot een schoner vervoer te komen.

Met de door de Commissie voorgestelde wijzigingen van de bestaande voorschriften voor het wegvervoer wordt beoogd de rechtvaardigheid, doeltreffendheid en sociale verantwoordelijkheid van de sector te vergroten. Tegelijkertijd is het doel om vervoersondernemers te vrijwaren van buitensporige regeldruk en concurrentieverstoring te voorkomen.

Uit een evaluatie van de sociale wetgeving in de wegvervoersector is naar voren gekomen dat het bestaande wetgevingskader diverse tekortkomingen en problemen vertoont, met name wat de tenuitvoerlegging ervan betreft. Ook bestaan er verschillen tussen de manier waarop de diverse lidstaten de wetgeving interpreteren, toepassen en ten uitvoer leggen. Dit heeft niet alleen tot rechtsonzekerheid geleid, maar ook tot ongelijke behandeling van bestuurders en wegvervoerondernemers.

De belangrijkste voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer zijn:

- Richtlijn 2002/15/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen;

- Richtlijn 2006/22/EG inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad;

- Verordening (EG) nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad;

- Richtlijn 2014/67/EU inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening"); en

- Richtlijn 96/71(EG) betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten.

Standpunt van de rapporteur

De rapporteur is van mening dat de in het eerste vervoerspakket opgenomen voorstellen tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG en tot vaststelling van specifieke regels, "lex specialis", voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector (de voorstellen tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU), een juridisch geheel vormen met de voorstellen tot wijziging van de Verordeningen nrs. 561/2006, 165/2014, 1071/2009 en 1072/2009. Van de in het eerste vervoerspakket opgenomen initiatieven moeten met name deze voorstellen inzake de sociale dimensie en de interne markt als een geheel worden behandeld.

In het algemeen wil de rapporteur de Commissie bedanken dat zij, in plaats van afzonderlijke wetgevingsvoorstellen, dit alomvattende voorstel heeft ingediend. De rapporteur is van mening dat het voorstel van de Commissie voldoende elementen bevat om aanzienlijke verbeteringen aan te brengen en zodoende een sociaal rechtvaardiger Europese interne markt tot stand te brengen, de arbeidsomstandigheden van bestuurders te verbeteren, de verkeersveiligheid te bevorderen en sociale dumping te voorkomen. De vele voorstellen – zowel in het eerste als in het tweede vervoerspakket – om door het wegvervoer veroorzaakte milieuschade tegen te gaan, zijn eveneens van belang. Op klimaatgebied dienen aanzienlijke inspanningen te worden geleverd en de voorstellen van de Commissie dragen hiertoe bij.

Lex Specialis – specifieke regels voor de terbeschikkingstelling van bestuurders

De rapporteur wijst erop dat Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers momenteel volledig wordt herzien. Een volledige herziening kan als gerechtvaardigd worden beschouwd. Hier moet echter rekening mee worden gehouden bij de vaststelling van specifieke regels voor het wegvervoer. De rapporteur vindt dat de voorstellen betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers en bestuurders gezamenlijk kunnen worden behandeld, maar maakt een voorbehoud ten aanzien van haar definitieve standpunt totdat de herziening van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers is afgerond.

De rapporteur beschouwt het als gerechtvaardigd en is er voorstander van om het wegvervoer en bestuurders in het wegvervoer niet in de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers maar in afzonderlijke wetgeving te behandelen. In dit verband wil de rapporteur de Commissie bedanken voor haar voorstel betreffende het wegvervoer en voor haar besluit er een afzonderlijk voorstel aan te wijden, omdat zij van mening is dat bij de vaststelling van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers geen rekening is gehouden met de mobiele aard van de door bestuurders verrichte arbeid. Dit is ook een van de belangrijkste redenen waarom de bestaande richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector zo moeilijk ten uitvoer kan worden gelegd. Anderzijds hebben interpretatieproblemen ervoor gezorgd dat de Europese Commissie gerechtelijke stappen heeft moeten ondernemen tegen diverse EU-lidstaten. Deze zaken zijn nog in behandeling bij het Hof van Justitie van de Europese Unie en voor zover de rapporteur weet, is men in afwachting van advies van de Raad en het Parlement in dezen. Onduidelijkheden hebben geleid tot oneerlijke concurrentie in de vervoersector, dumping van de sociale rechten van bestuurders en ongelijkheden tussen de EU-lidstaten voor wat betreft de status van bestuurders. Volgens de rapporteur moeten deze tekortkomingen door middel van de lex specialis worden verholpen en moet de sociale rechtvaardigheid van de vervoersector, die de spil vormt van de interne markt van de EU, worden vergroot, en wel op zo'n manier dat de regels voor alle partijen duidelijk zijn en gemakkelijk ten uitvoer kunnen worden gelegd en kunnen worden gehandhaafd.

De Commissie heeft voorgesteld om bij de onderaanbesteding van internationale vervoersactiviteiten 3 dagen/18 uur speling te geven ten aanzien van de toepassing van de in de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers opgenomen bepalingen inzake vakantiedagen en minimumlonen. Met het oog op een vlotte tenuitvoerlegging en handhaving, en gezien de administratieve lasten waar ondernemingen mee te maken krijgen, meent de rapporteur dat in dit verband naar een andere oplossing moet worden gezocht. Omwille van de duidelijkheid moet de lex specialis daarnaast de andere vervoerssituaties omvatten waarop de wetgeving betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers gelijk vanaf de eerste dag van toepassing is.

Wat betreft de administratieve vereisten en de controlemaatregelen is de Commissie ingenomen met het voorstel voor een gesloten lijst. Een dergelijke lijst voorkomt willekeurige controles en maakt aan iedereen de spelregels duidelijk. Wat betreft de in de verklaring te verstrekken gegevens is de rapporteur van mening dat het voorstel van de Commissie nog moet worden verduidelijkt, in ieder geval met betrekking tot de gegevens over opdrachtgevers voor vervoer. Daarnaast komt de Commissie met een voorstel voor een lijst met de gegevens die bestuurders bij controles langs de kant van de weg moeten verstrekken. Volgens de rapporteur moet nog worden nagegaan in hoeverre deze lijst administratieve lasten met zich meebrengt. Ook moeten de gegevens langs elektronische weg kunnen worden verstrekt. Voorts moet worden onderzocht of de verplichting tot het verstrekken van gegevens voor de vervoersonderneming zou moeten gelden in plaats van voor de bestuurder. De rapporteur is verder van mening dat de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever zou moeten worden gezien als een mogelijk element dat de lidstaten – desgewenst – kunnen toepassen bij de tenuitvoerlegging.

De administratieve vereisten en controlemaatregelen moeten volgens de rapporteur als één geheel worden beschouwd als het erom gaat op welke vervoerstypes de regels betreffende terbeschikkingstelling van toepassing zijn. Wat betreft de administratieve lasten en doeltreffende controles langs de kant van de weg moeten de vereisten redelijk zijn, zodat het vervoer geen vertraging oploopt. De rapporteur vindt het belangrijk dat de digitaliseringsmogelijkheden voor verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten van de lidstaten uitgebreid worden onderzocht en dat in kaart wordt gebracht of er een éénloketsysteem kan worden ingevoerd op basis van de bestaande systemen voor informatie-uitwisseling, waaronder het IMI-systeem.

De rapporteur vindt het uiterst belangrijk dat de sancties die voortvloeien uit niet-naleving van de regels betreffende terbeschikkingstelling, toereikend zijn. In dit verband moeten het betrouwbaarheidssysteem, het risicoclassificatiesysteem en de mogelijkheden waarin Uitvoeringsrichtlijn 2014/67/EU voorziet worden beoordeeld, alsook de toereikendheid ervan.

Verder acht de rapporteur het noodzakelijk dat bij de verdere uitwerking ook de situatie van derde landen, bestuurders en ondernemingen van buiten de EU wordt beoordeeld. Europese wetgeving betreffende de terbeschikkingstelling van bestuurders mag er volgens de rapporteur niet toe leiden dat sociale dumping van bestuurders zich naar buiten de EU verplaatst. Verder is het van belang om eventuele uitzonderingen met betrekking tot zowel het vervoer van goederen als het vervoer van passagiers in kaart te brengen.

Voorstel tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG

De rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Commissie, met name wat de bevordering van grensoverschrijdende informatie-uitwisseling tussen autoriteiten betreft. Bij de verdere uitwerking van het voorstel is het van belang om de digitaliseringsmogelijkheden in kaart te brengen waarmee de informatie-uitwisseling tussen autoriteiten verder kan worden bevorderd.

De rapporteur heeft bedenkingen bij het voorstel van de Commissie om de controle op de naleving van de arbeidstijden onderdeel te laten uitmaken van de controles langs de kant van de weg. Bij de verdere uitwerking van het voorstel moet rekening worden gehouden met het feit dat er verschillen tussen de lidstaten bestaan, zowel als het gaat om de praktische uitvoering van controles op de naleving van de arbeidstijden als om de autoriteiten die de controles uitvoeren. Als de controle op de naleving van de arbeidstijden wordt opgenomen in de controles langs de kant van de weg, moet er een realtimesysteem worden ontwikkeld, met behulp waarvan de naleving van de arbeidstijden als onderdeel van de verrichtingen van slimme tachografen wordt gecontroleerd, zonder dat de bestuurder formulieren aan boord van het voertuig hoeft te hebben.

Wat betreft het risicoclassificatiesysteem is de rapporteur ingenomen met het voorstel om een uniforme formule op te stellen.

Met bovengenoemde punten in het achterhoofd is het van belang om meer vaart te zetten achter de invoering van slimme tachografen. Bij de verdere uitwerking van het voorstel moet grondig worden onderzocht in hoeverre slimme tachografen tevens kunnen worden ingezet voor de algehele controle op de naleving van de regels betreffende de terbeschikkingstelling van bestuurders.

Tot slot

De rapporteur wil erop wijzen dat het binnen het Parlement ontstane meningsverschil – over de vraag of TRAN of EMPL de bevoegde commissie moest worden – pas op 15 november 2017 werd opgelost, waardoor de werkzaamheden vertraging opliepen. Bovendien moet de rapporteur, gezien de complexiteit van de wetgeving en de lopende herziening van de wetgeving betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers, haar verslag hierna nog aanvullen met concrete wijzigingsvoorstellen.

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (4.5.2018)

aan de Commissie vervoer en toerisme

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector
(COM(2017)0278 - C8-0170/2017 – 2017/0121(COD))

Rapporteur voor advies: Martina Dlabajová

(*)  Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement

BEKNOPTE MOTIVERING

Er zijn sectorspecifieke regels voor het wegvervoer nodig om zowel de interne markt zelf als het concurrentievermogen ervan te versterken. Om de vervoersactiviteiten te vergemakkelijken en tegelijkertijd de werknemers te beschermen die in deze sector werkzaam zijn, moeten deze regels eenvoudig, eenvormig, duidelijk en gemakkelijk te handhaven zijn. Bij regels die lastig te handhaven of onduidelijk zijn, is de kans groot dat de gemeenschappelijke regels door de lidstaten op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en op een minder doeltreffende wijze worden gehandhaafd, waardoor de versnippering van de interne markt in de hand wordt gewerkt. Bovendien leiden dergelijke regels geenszins tot betere bescherming van werknemers.

Zoals geconcludeerd in de effectbeoordeling van de Commissie, stroken de bestaande bepalingen en administratieve vereisten niet met de zeer mobiele aard van de arbeid van bestuurders. Hierdoor krijgen ondernemers te maken met een onevenredige regeldruk en ontstaan er ongerechtvaardigde belemmeringen voor het verlenen van grensoverschrijdende diensten.

Met dit ontwerpadvies wordt een verdere vereenvoudiging van de op de vervoersector van toepassing zijnde regels inzake terbeschikkingstelling nagestreefd, evenals een vermindering van de administratieve lasten van ondernemingen en hun bestuurders. De rapporteur stelt uitdrukkelijk voor om het internationaal en transitovervoer uit te sluiten van het toepassingsgebied van de richtlijn terbeschikkingstelling werknemers. Dit voorstel wordt op diverse manieren gerechtvaardigd. Ten eerste betreft het arbeid van zeer mobiele aard: gedurende één en dezelfde dag zijn de werknemers die dergelijke activiteiten uitvoeren, werkzaam in verschillende landen. Ten tweede concurreren de ondernemingen die zich in een bepaald land bezighouden met internationaal of transitovervoer, niet met de beroepsvervoerondernemingen ter plaatse.

Bovendien is de situatie van deze werknemers niet vergelijkbaar met die van gedetacheerde werknemers in andere sectoren die dikwijls gedurende langere perioden in een bepaalde gastlidstaat verblijven. De toepassing van Richtlijn 96/71/EG op het internationaal en transitovervoer zou leiden tot buitensporige administratieve lasten. Hetzelfde zou gelden voor de handhaving ervan. Het zou betekenen dat de toepasselijke nationale wetgeving gedurende één en dezelfde reis dagelijks zou kunnen veranderen. Hierdoor zouden er, volgens de rapporteur, ongerechtvaardigde belemmeringen ontstaan voor een van de fundamentele vrijheden van de EU: het vrije verkeer van diensten.

De rapporteur erkent dat de problemen die voortvloeien uit zogeheten "nomadisch rijden" (waarbij werknemers maanden achtereen in andere landen dan hun thuisland verblijven en gedurende deze lange perioden feitelijk in hun cabines wonen en slapen) moeten worden aangepakt. Ze is echter van mening dat onderhavig voorstel niet de aangewezen plaats is om deze kwestie aan de orde te stellen, maar dat dit moet gebeuren in de wetgevingshandeling op basis van het voorstel van de Commissie (COM(2017) 277) wat betreft de minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden. In dit voorstel is een vereiste opgenomen op grond waarvan de bestuur en het voertuig moeten terugkeren naar de standplaats.

In onderhavig advies wordt voorgesteld om bepaalde elementen van de richtlijn terbeschikkingstelling werknemers (Richtlijn 96/71/EG) en handhavingsrichtlijn 2014/67/EU toe te passen op cabotage. In dit geval ondervinden buitenlandse en lokale ondernemingen rechtstreekse concurrentie van elkaar. Bijgevolg moeten voor de lonen van werknemers vergelijkbare regels gelden. Niettemin dienen deze twee richtlijnen uitsluitend voor cabotage te gelden in de mate waarin dit is bepaald in deze lex specialis, daarbij rekening houdend met de zeer mobiele aard van de arbeid die in deze sector verricht wordt, alsook met de noodzaak tot vermindering van de administratieve lasten.

De rapporteur komt daarom met het voorstel om de methode voor het berekenen van dagelijkse werktijd, die de Commissie had voorgesteld met het oog op het in kaart brengen van detachering, af te schaffen. Zij is van mening dat deze methode in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar zou zijn en onnodige administratieve lasten met zich mee zou brengen, met name wanneer ze wordt toegepast in combinatie met Verordening nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde regels van sociale aard voor het wegvervoer.

Tot slot wordt in het advies gesteld dat deze lex specialis het aangewezen instrument is om de datum van toepassing en de datum van inwerkingtreding van de specifieke regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector vast te stellen. Wanneer deze data mogen worden vastgesteld middels de algemene richtlijn terbeschikkingstelling werknemers, bestaat het risico dat in de vervoersector eerder dan in alle andere sectoren nieuwe regels van toepassing worden (rekening houdend met de algemene benadering van de Commissie op grond waarvan de lidstaten drie jaar de tijd hebben om hun wetgeving aan te nemen en vier jaar om de maatregelen door te voeren). Verder stelt ze voor dat de vervoersector wordt uitgesloten van Richtlijn 96/71/EG totdat de sectorspecifieke wetgeving in kwestie wordt aangenomen.

AMENDEMENTEN

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de bevoegde Commissie vervoer en toerisme onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Om tot een veilige, efficiënte en sociaal verantwoordelijke wegvervoersector te komen, moeten enerzijds correcte arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming voor bestuurders worden verzekerd en anderzijds passende bedrijfsomstandigheden en eerlijke concurrentievoorwaarden voor ondernemers.

(1)  Het vrije verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting zijn grondbeginselen van de interne markt, die zijn opgenomen in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en van essentieel belang zijn voor de goede werking van de interne markt. Om tot een veilige, efficiënte en sociaal verantwoordelijke wegvervoersector te komen, moet worden gezorgd voor een evenwicht tussen het vrije verkeer van vervoerdiensten en correcte arbeidsvoorwaarden, gelijke behandeling en sociale bescherming voor bestuurders en een concurrerend en eerlijk ondernemingsklimaat voor ondernemers.

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  In zijn toespraak over de staat van de Unie van 13 september 2017 kondigde de voorzitter van de Commissie aan dat er een Europese Arbeidsautoriteit zou worden opgericht.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Wegvervoersdiensten worden gekenmerkt door een hoge mobiliteit; derhalve moet bijzondere aandacht uitgaan naar het verzekeren dat bestuurders de rechten genieten waarop zij aanspraak kunnen maken en dat ondernemers niet worden geconfronteerd met buitensporige administratieve hinderpalen die hun vrijheid om grensoverschrijdende diensten te verlenen uitermate beperken.

(2)  Wegvervoersdiensten worden gekenmerkt door een hoge mobiliteit; derhalve moet bijzondere aandacht uitgaan naar het verzekeren dat bestuurders de rechten genieten waarop zij aanspraak kunnen maken en dat er een gelijk speelveld blijft bestaan waarbij niets wordt afgedaan aan de vrijheid om diensten te verlenen.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  Nationale regels die worden toegepast op het wegvervoer moeten evenredig en gerechtvaardigd zijn en mogen de uitoefening van in het VWEU gewaarborgde fundamentele vrijheden, zoals het vrij verrichten van diensten, niet belemmeren of minder aantrekkelijk maken, opdat het concurrentievermogen van de Unie wordt behouden of zelfs vergroot, met inachtneming van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en de sociale bescherming van bestuurders.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  De wegvervoersector is uitermate concurrerend en wordt gekenmerkt door een grote mate van verstoringen als gevolg van oneerlijke forumshoppingpraktijken van ondernemingen, die erop gericht zijn loonkosten, socialezekerheidsbijdragen en andere sociale en arbeidsbijdragen te drukken dan wel te vermijden, hetgeen in het verleden heeft geleid tot een race naar de bodem op het gebied van concurrentie. Een goed functionerende interne markt moet gestoeld zijn op een gelijk speelveld. Daarom zijn er nadere maatregelen vereist om oneerlijke praktijken van wegvervoerondernemers op het gebied van forumshopping te voorkomen, met inbegrip van horizontale maatregelen binnen het Europees vennootschapsrecht, teneinde misbruik van regelingen en de benutting van verschillen op het gebied van regulering door wegvervoerondernemers een halt toe te roepen.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Het evenwicht tussen betere sociale en arbeidsvoorwaarden voor bestuurders en de vrijheid om wegvervoersdiensten te verlenen op basis van eerlijke concurrentie tussen binnen- en buitenlandse ondernemers is van cruciaal belang voor de goede werking van de interne markt.

(3)  Het evenwicht tussen de vrijheid om wegvervoersdiensten te verlenen op basis van niet-discriminerende concurrentie tussen binnen- en buitenlandse ondernemers, de beperking van onnodige administratieve lasten en de verbetering van sociale en arbeidsvoorwaarden voor bestuurders is van cruciaal belang om een soepel functionerende wegvervoersector tot stand te brengen binnen de interne markt.

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Uit een evaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van de huidige sociale Unieregelgeving inzake wegvervoer is gebleken dat de bestaande wetgeving achterpoortjes bevat en de handhaving tekortschiet. Bovendien worden de regels in de lidstaten op verschillende wijze geïnterpreteerd, toegepast en uitgevoerd. Dat zorgt voor rechtsonzekerheid en een ongelijke behandeling van bestuurders en ondernemers, met nadelige gevolgen voor de arbeidsomstandigheden, de sociale voorwaarden en de concurrentie in de sector.

(4)  Uit een evaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van de huidige sociale Unieregelgeving inzake wegvervoer is gebleken dat de bestaande wetgeving achterpoortjes bevat, dat de handhaving tekortschiet en dat er sprake is van illegale praktijken, zoals het gebruik van brievenbusondernemingen. Er moet meer nadruk worden gelegd op het tegengaan van zwartwerk in de vervoersector. Bovendien worden de regels in de lidstaten op verschillende wijze geïnterpreteerd, toegepast en uitgevoerd, waardoor bestuurders en ondernemers te maken krijgen met zware administratieve lasten. Dat zorgt voor rechtsonzekerheid, met nadelige gevolgen voor de arbeidsomstandigheden, de sociale voorwaarden en de concurrentie in de sector.

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Om ervoor te zorgen dat Richtlijn 96/71/EG1 bis en Richtlijn 2014/67/EU1 ter van het Europees Parlement en de Raad juist worden toegepast, moeten de controles en de samenwerking op EU-niveau ter bestrijding van fraude op het gebied van de terbeschikkingstelling van bestuurders worden aangescherpt, en moeten er strengere controles worden verricht om ervoor te zorgen dat de sociale bijdragen voor ter beschikking gestelde bestuurders ook echt worden betaald.

 

_________________

 

1 bis Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

 

1 ter Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Een geschikte, doeltreffende en consequente handhaving van de bepalingen inzake arbeidstijden is van cruciaal belang om de arbeidsomstandigheden van bestuurders te beschermen en concurrentieverstoringen als gevolg van niet-naleving te voorkomen. Daarom is het wenselijk de bestaande eenvormige handhavingsvoorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2006/22/EG uit te breiden tot de controle op de naleving van de bepalingen inzake arbeidstijd zoals vastgelegd in Richtlijn 2002/15/EU.

(5)  Een geschikte, doeltreffende en consequente handhaving van de bepalingen inzake arbeidstijden is van cruciaal belang om de arbeidsomstandigheden van bestuurders te beschermen en concurrentieverstoringen als gevolg van niet-naleving te voorkomen. Daarom is het wenselijk de bestaande eenvormige handhavingsvoorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2006/22/EG uit te breiden tot de controle op de naleving van de bepalingen inzake arbeidstijd zoals vastgelegd in Richtlijn 2002/15/EU. Tijdens wegcontroles dienen de in Richtlijn 2002/15/EG vastgestelde controles te worden beperkt tot de dagelijkse en wekelijkse arbeidstijd, pauzes, rusttijden en nachtdiensten. Controles in verband met andere uit Richtlijn 2002/15/EG voortvloeiende verplichtingen dienen ter plaatse bij de onderneming te worden verricht.

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  De grensoverschrijdende handhaving verloopt moeizaam, inefficiënt en onsamenhangend door een gebrek aan administratieve samenwerking tussen de lidstaten wat betreft de uitvoering van de sociale regelgeving in het wegvervoer. Daarom moet een kader worden ingesteld voor doeltreffende communicatie en wederzijdse bijstand, met inbegrip van de uitwisseling van gegevens over inbreuken en van informatie over goede handhavingspraktijken.

(6)  De grensoverschrijdende handhaving verloopt moeizaam, inefficiënt en onsamenhangend door een gebrek aan administratieve samenwerking tussen de lidstaten en ondersteuning van de Unie wat betreft de uitvoering van de sociale regelgeving in het wegvervoer. Daarom moet een kader worden ingesteld voor doeltreffende communicatie en wederzijdse bijstand, met inbegrip van de uitwisseling van gegevens over inbreuken en van informatie over goede handhavingspraktijken.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Er zijn ook problemen vastgesteld bij de toepassing op de zeer mobiele wegvervoersector van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers zoals gespecificeerd in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en de regels inzake administratieve voorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad16. De ongecoördineerde nationale maatregelen voor de toepassing en handhaving van de bepalingen inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector veroorzaken een hoge administratieve druk op ondernemingen die in een ander land van de Unie zijn gevestigd. Daardoor wordt de vrijheid om grensoverschrijdende wegvervoersdiensten te verlenen uitermate beperkt, wat negatieve neveneffecten heeft op de werkgelegenheid.

(9)  Er zijn ook problemen vastgesteld bij de toepassing op de zeer mobiele wegvervoersector van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers zoals gespecificeerd in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad15 en de regels inzake administratieve voorschriften zoals vastgelegd in Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad16. De ongecoördineerde nationale maatregelen voor de toepassing en handhaving van de bepalingen inzake de terbeschikkingstelling van werknemers in de wegvervoersector veroorzaken een hoge administratieve druk op ondernemingen die in de Unie zijn gevestigd, en zorgen voor oneerlijke concurrentie tussen de ondernemingen in de sector.

__________________

__________________

15 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

15 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

16 Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

16 Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)  Door niet-naleving van de vestigingsregels voor ondernemingen voor internationaal wegvervoer ontstaan er verschillen binnen de interne markt en neemt de oneerlijke concurrentie tussen ondernemingen toe. Er moeten dus strengere en beter te controleren vestigingsvoorwaarden komen voor ondernemingen voor internationaal wegvervoer, met name om de oprichting van brievenbusondernemingen tegen te gaan.

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  In haar voorstel van 8 maart 201617 tot herziening van Richtlijn 96/71/EG heeft de Commissie erkend dat de tenuitvoerlegging van die richtlijn in de zeer mobiele wegvervoersector voor bijzondere juridische vragen en problemen zorgt, en heeft zij aangegeven dat die kwesties best kunnen worden opgelost middels sectorspecifieke wetgeving voor het wegvervoer.

(10)  In haar voorstel van 8 maart 201617 tot herziening van Richtlijn 96/71/EG heeft de Commissie erkend dat de tenuitvoerlegging van die richtlijn in de zeer mobiele wegvervoersector voor bijzondere juridische vragen en problemen zorgt, en heeft zij aangegeven dat die kwesties best kunnen worden opgelost middels sectorspecifieke wetgeving voor het wegvervoer. Aangezien de vervoersector een van de meest kwetsbare sectoren is, moeten de bepalingen voor minimale bescherming van Richtlijn 96/71/EG evenwel worden toegepast op alle werknemers.

__________________

__________________

17 COM(2016)128

17 COM(2016)128

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Aangezien er in de Unie een gebrek aan bestuurders is, moeten de arbeidsomstandigheden aanzienlijk worden verbeterd om de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Om de doeltreffende en evenredige uitvoering van Richtlijn 96/71/EG in de wegvervoersector te waarborgen, is het noodzakelijk sectorspecifieke regels op te stellen die zijn afgestemd op de bijzondere aard van het zeer mobiele personeelsbestand van de wegvervoersector en een evenwicht te creëren tussen de sociale bescherming van bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen.

(11)  Om de doeltreffende en evenredige uitvoering van Richtlijn 96/71/EG in de wegvervoersector te waarborgen, is het noodzakelijk sectorspecifieke regels op te stellen die zijn afgestemd op de bijzondere aard van het zeer mobiele personeelsbestand van de wegvervoersector, de handhaving van deze regels te bevorderen en een evenwicht te creëren tussen de sociale bescherming van bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen.

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Dergelijke evenwichtige criteria moeten gebaseerd zijn op het concept van voldoende verbondenheid van een bestuurders met het grondgebied van een gastlidstaat. Daarom moet een tijdsdrempel worden ingesteld, waarbij het minimumloon en de minimale jaarlijkse betaalde vakantie van de gastlidstaat op het internationaal wegvervoer van toepassing worden zodra die drempel wordt overschreden. Die tijdsdrempel dient niet van toepassing te zijn op cabotage zoals gedefinieerd bij de Verordeningen (EG) nr. 1072/200918 en 1073/200919, aangezien de volledige vervoersoperatie plaatsvindt in een gastlidstaat. Bijgevolg dienen het minimumloon en de minimale jaarlijkse betaalde vakantie van de gastlidstaat, ongeacht de frequentie en de duur van de door de bestuurder uitgevoerde activiteiten, van toepassing te zijn op cabotage.

(12)  Cabotage zoals gedefinieerd bij de Verordeningen (EG) nr. 1072/200918 en 1073/200919 zijn diensten die onder Richtlijn 96/71/EG vallen, aangezien de vervoersoperatie volledig plaatsvindt in een andere lidstaat. Bijgevolg dienen het minimumloon en de minimale jaarlijkse betaalde vakantie van de gastlidstaat, ongeacht de frequentie en de duur van de door de bestuurder uitgevoerde activiteiten, van toepassing te zijn op cabotage.

__________________

__________________

18 Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

18 Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

19 Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

19 Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis)  In verband met de specifieke kenmerken van transitovervoer en de onvoldoende mate van verbondenheid van een bestuurder met het grondgebied van een gastlidstaat, moeten dergelijke vervoersactiviteiten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze richtlijn.

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om een effectieve en efficiënte handhaving van de specifieke regels inzake terbeschikkingstelling van werknemers te verzekeren en onevenredige administratieve lasten voor ondernemers uit andere lidstaten te vermijden, moeten specifieke administratieve en controlemaatregelen voor de wegvervoersector worden vastgesteld, waarbij controle-instrumenten zoals de digitale tachograaf ten volle worden benut.

(13)  Om te kunnen beschikken over duidelijke, uit Richtlijn 96/71/EG [zoals gewijzigd bij COD 2016/0070] en Richtlijn 2014/67/EU voortvloeiende sectorspecifieke regels inzake terbeschikkingstelling van werknemers, een doeltreffende en efficiënte handhaving van deze regels te waarborgen en onevenredige administratieve lasten voor ondernemers uit andere lidstaten te vermijden, moeten er gestandaardiseerde formulieren worden ontwikkeld door de Commissie en beperkte specifieke administratieve en controlemaatregelen voor de wegvervoersector worden vastgesteld, waarbij controle-instrumenten zoals het Informatiesysteem interne markt (IMI), het GNSS-portaal (wereldwijd satellietnavigatiesysteem) voor het wegvervoer en de slimme tachograaf ten volle worden benut.

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis)  Praktijken waarbij moedermaatschappijen in een bepaalde lidstaat het merendeel van de winst opstrijken, waardoor de dochterondernemingen in andere lidstaten slechts beperkte middelen overhouden terwijl zij wel het merendeel van de omzet uit de vervoersactiviteiten genereren, kunnen leiden tot ongelijkheden en een onevenwichtige winstverdeling tussen de lidstaten en moeten daarom worden vermeden. Een van de negatieve sociale gevolgen van dergelijke praktijken is dat de inkomsten van de bestuurders in de lidstaten waar de dochterondernemingen zijn gevestigd, op een lager niveau worden gehouden. Om mogelijke oneerlijke concurrentie in de wegvervoersector aan te pakken, moeten dergelijke praktijken nauwlettend worden onderzocht, met als doel ze te vermijden.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter)  Teneinde de volledige inachtneming van de sociale regelgeving te waarborgen en in afwachting van de oprichting van de Europese Arbeidsautoriteit moeten de bevoegde controleautoriteiten toegang hebben tot alle gegevens die via het IMI-systeem en het GNSS-portaal worden doorgestuurd, en moeten zij die controleren.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 2 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze controles bestrijken ieder jaar een breed en representatief staal van de mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 vallen en van de mobiele werknemers en bestuurders die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/15/EG vallen.

Deze controles bestrijken ieder jaar een breed en representatief staal van de mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen van alle vervoerscategorieën die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 vallen en van de mobiele werknemers en bestuurders die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/15/EG vallen.

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 6 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De controles ter plaatse bij ondernemingen worden georganiseerd in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende soorten van vervoer en van ondernemingen zijn opgedaan. Deze controles worden ook verricht indien er bij wegcontroles ernstige inbreuken zijn vastgesteld op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 of (EU) nr. 165/2014 of Richtlijn 2002/15/EG.

1.  De controles ter plaatse bij ondernemingen worden georganiseerd in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende soorten van vervoer en van ondernemingen zijn opgedaan. Deze controles worden ook verricht indien er bij wegcontroles ernstige inbreuken zijn vastgesteld op de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 of (EU) nr. 165/2014 of Richtlijn 2002/15/EG voor wat betreft de maximale dagelijkse en wekelijkse arbeidstijd of de vereisten met betrekking tot pauzes, rusttijden en nachtdienst.

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 8 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  in afzonderlijke gevallen op uitdrukkelijk verzoek van een lidstaat.

(b)  in afzonderlijke gevallen op specifiek verzoek van een lidstaat.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijke formule vast voor het berekenen van een risicoclassificatie voor ondernemingen, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het aantal, de ernst en de frequentie van de inbreuken als met de resultaten van controles waarbij geen inbreuk is vastgesteld en met het feit of alle voertuigen van een vervoersonderneming al dan niet zijn uitgerust met een slimme tachograaf overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 165/2014. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 12, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijke formule vast voor het berekenen van een risicoclassificatie voor ondernemingen, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het aantal, de ernst en de frequentie van de inbreuken als met de resultaten van controles waarbij geen inbreuk is vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 12, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure.

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Om gerichte wegcontroles te vergemakkelijken zijn de gegevens in het nationale risicoclassificatiesysteem ten tijde van de controle toegankelijk voor alle bevoegde controle-instanties van de betrokken lidstaat.

4.  Om gerichte wegcontroles te vergemakkelijken zijn de gegevens in het nationale risicoclassificatiesysteem ten tijde van de controle toegankelijk voor alle bevoegde controle-instanties van de lidstaten.

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c bis (nieuw)

Richtlijn 2006/22/EG

Artikel 9 – lid 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

"5 bis.  De slimme tachograaf, die gedurende een periode van 56 dagen de locatie van bestuurders aangeeft, wordt uiterlijk 2 januari 2020 ingevoerd voor alle ten behoeve van internationaal vervoer en cabotage gebruikte voertuigen.

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Dit artikel stelt specifieke regels vast met betrekking tot bepaalde aspecten van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector en van Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende administratieve voorschriften en controlemaatregelen voor de terbeschikkingstelling van die bestuurders.

1.  Dit artikel stelt specifieke regels vast met betrekking tot de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector en van Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende administratieve voorschriften en controlemaatregelen voor de terbeschikkingstelling van die bestuurders.

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  De slimme tachograaf, die gedurende een periode van 56 dagen de locatie van bestuurders aangeeft, wordt uiterlijk 2 januari 2020 ingevoerd voor alle ten behoeve van internationaal vervoer en cabotage gebruikte voertuigen.

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter.  Het transitovervoer wordt uitgesloten van het toepassingsgebied van onderhavige richtlijn en van het toepassingsgebied van Richtlijn 96/71/EG.

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten passen de punten b) en c) van de eerste alinea van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG niet toe op bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij internationale vervoersactiviteiten verrichten zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009 als de periode waarin die bestuurders voor de uitvoering van die activiteiten op hun grondgebied ter beschikking zijn gesteld, korter is dan of even lang is als [3] dagen in één kalendermaand.

2.  De lidstaten passen de punten b) en c) van de eerste alinea van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG toe op bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij internationale vervoers- of cabotageactiviteiten verrichten zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1072/2009 en 1073/2009.

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten passen Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU toe op de volledige periode van terbeschikkingstelling op hun grondgebied voor bestuurders in de wegvervoersector die voor de in artikel 1, lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ondernemingen werken, wanneer zij wegtrajecten afleggen in het kader van gecombineerd vervoer als bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 92/106/EEG.

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.  Indien op één en dezelfde dag activiteiten worden verricht in meerdere lidstaten, gelden voor de toepassing van de punten b) en c) van de eerste alinea van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG, de arbeidsvoorwaarden van de lidstaat die voor de ter beschikking gestelde bestuurder het gunstigst zijn.

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten mogen alleen de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen:

4.  Voor elke ter beschikking gestelde bestuurder leggen de lidstaten aan een in een andere lidstaat gevestigde wegvervoerondernemer de verplichting op om zonder onnodige vertraging en uiterlijk bij aanvang van de terbeschikkingstelling een eenvoudige verklaring van terbeschikkingstelling te sturen naar de nationale bevoegde autoriteiten, in een gestandaardiseerde elektronische vorm die door de Commissie is ontwikkeld en beschikbaar is gesteld in alle officiële talen van de Unie, en waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:

(a)  de verplichting voor een in een andere lidstaat gevestigde wegvervoerondernemer om uiterlijk bij aanvang van de terbeschikkingstelling een verklaring van terbeschikkingstelling te sturen aan de nationale bevoegde autoriteiten, in elektronische vorm en in een officiële taal van de gastlidstaat of in het Engels, waarin alleen de volgende gegevens zijn opgenomen:

 

i)  de identiteit van de wegvervoeronderneming;

i)  de identiteit van de wegvervoeronderneming en, in het geval van een dochteronderneming, ook het adres van het hoofdkantoor;

ii)   de contactgegevens van een vervoersmanager of een andere contactpersoon in de lidstaat van vestiging die optreedt als tussenpersoon met de bevoegde autoriteiten van de gastlidstaat waarin de diensten worden verleend en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld;

ii)   de contactgegevens van een vervoersmanager of een andere contactpersoon in de lidstaat van vestiging die optreedt als tussenpersoon met de bevoegde autoriteiten van de gastlidstaat waarin de diensten worden verleend en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld;

iii)  het verwachte aantal ter beschikking gestelde bestuurders en hun identiteit;

iii)  informatie over de ter beschikking gestelde bestuurder, waaronder: de identiteit, het land van verblijf, het arbeidsrecht dat van toepassing is op de arbeidsovereenkomst, het land van betaling van sociale bijdragen en het socialezekerheidsnummer;

iv)  de verwachte duur, de voorgenomen begin- en einddatum van de terbeschikkingstelling;

iv)  de voorgenomen begin- en einddatum van de terbeschikkingstelling van iedere werknemer, onverminderd mogelijke verlenging indien onvoorziene omstandigheden daartoe aanleiding geven;

v)  de kentekenplaten van de voertuigen die voor de terbeschikkingstelling worden gebruikt;

v)  de kentekenplaten van de voertuigen die voor de terbeschikkingstelling worden gebruikt;

vi)  het soort vervoersdiensten: goederen-, passagiers- of internationaal vervoer, cabotage;

vi)  het soort vervoersdiensten: goederen-, passagiers- of internationaal vervoer, cabotage;

De in de eerste alinea bedoelde eenvoudige verklaring mag maximaal zes maanden beslaan en wordt zonder onnodige vertraging elektronisch bijgewerkt door de wegvervoerondernemer, overeenkomstig de huidige feitelijke situatie.

 

4 bis.  De lidstaten mogen daarnaast de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen:

(b)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig een papieren of elektronische kopie te bewaren van de verklaring van terbeschikkingstelling en een bewijs dat het vervoer plaatsvindt in de gastlidstaat, zoals een elektronische vrachtbrief (e-CMR) of een in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad bedoeld bewijs, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

(a) de verplichting voor de wegvervoerondernemer om de bestuurder, met het oog op wegcontroles, een papieren of elektronische versie van de volgende documenten te verstrekken:

 

i)   een kopie van de in lid 4 bedoelde eenvoudige verklaring;

 

ii)   een in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad bedoeld bewijs dat de vervoersactiviteit plaatsvindt in de gastlidstaat;

 

iii)   de elektronische vrachtbrief (e-CMR);

 

iv)   een kopie van de arbeidsovereenkomst, in het Engels of in een van de officiële talen van de gastlidstaat;

 

v)   een kopie van de loonstroken van de laatste twee maanden;

(c)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig de tachograafgegevens te bewaren, met name de landencodes van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal vervoer over de weg of cabotage, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

(b)  de verplichting voor de bestuurder om in het voertuig de relevante tachograafgegevens te bewaren, met name de bestuurderskaart met de geregistreerde grensoverschrijdingen en landencodes van de lidstaten die de bestuurder tijdens internationaal vervoer over de weg of cabotage heeft doorkruist, en om die tijdens een wegcontrole op verzoek beschikbaar te stellen;

(d)  een kopie van de arbeidsovereenkomst of een gelijkwaardig document in de zin van artikel 3 van Richtlijn 91/533/EEG van de Raad20, vertaald in een officiële taal van de gastlidstaat of in het Engels;

 

(e)  de verplichting voor de bestuurder om tijdens een wegcontrole op verzoek een papieren of elektronische kopie van de loonstroken van de laatste twee maanden beschikbaar te stellen; de bestuurder mag tijdens een wegcontrole contact opnemen met het hoofdkantoor, de vervoersmanager of een andere persoon of entiteit die deze kopie kan bezorgen;

 

(f)  de verplichting voor de wegvervoeronderneming om na de periode van terbeschikkingstelling papieren of elektronische kopieën van de onder b), c) en e) genoemde documenten beschikbaar te stellen op verzoek van de autoriteiten van de gastlidstaat, binnen een redelijke termijn.

(c)  de verplichting voor de wegvervoeronderneming om, op verzoek van de autoriteiten van de gastlidstaat, na de periode van terbeschikkingstelling zonder onnodige vertraging papieren of elektronische kopieën van de onder a) en b) genoemde documenten beschikbaar te stellen, met inbegrip van kopieën van de relevante loonstroken.

__________________

__________________

20 Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever om de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn (PB L 288 van 18.10.1991, blz. 32).

 

Amendement    34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.  De lidstaten kunnen aanvullende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen indien in bepaalde situaties of bij nieuwe ontwikkelingen de bestaande administratieve eisen en controlemaatregelen niet lijken te volstaan of onvoldoende efficiënt lijken te zijn om zorg te dragen voor effectief toezicht op de naleving van de bij Richtlijn 96/71/EG, [Richtlijn 2014/67/EU] en deze richtlijn opgelegde verplichtingen, mits deze gerechtvaardigd en evenredig zijn.

Amendement    35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quater.  De lidstaten stellen de Commissie in kennis van en informeren de dienstverrichters over alle in lid 4 bis bedoelde maatregelen die zij toepassen of hebben toegepast. De Commissie deelt die maatregelen aan de andere lidstaten mede. De voor de dienstverrichters bestemde informatie moet algemeen beschikbaar worden gesteld op de in artikel 5 van Richtlijn 2014/67/EU bedoelde officiële nationale website. De Commissie ziet toe op de toepassing van de in lid 4 quater bedoelde maatregelen, gaat na of deze in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en neemt waar nodig de vereiste maatregelen overeenkomstig haar bevoegdheid uit hoofde van het VWEU. De Commissie brengt regelmatig verslag uit aan de Raad over de door de lidstaten meegedeelde maatregelen en, in voorkomend geval, over de stand van zaken van haar beoordeling of analyse.

Amendement    36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quinquies.  Het in artikel 2, lid 4 bis, onder a), b) en c), genoemde bewijs wordt aan boord van het voertuig bewaard en wordt gedurende de wegcontrole voorgelegd aan de bevoegde controlerende ambtenaren van de lidstaat waar de ter beschikking gestelde bestuurder zich op dat moment bevindt.

Amendement    37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 sexies.  Om na te gaan of aan de bepalingen van Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wordt voldaan, controleren de bevoegde autoriteiten van de gastlidstaat gedurende wegcontroles het volgende:

 

(a)   de tachograafgegevens van de dag van controle en van de laatste 56 dagen;

 

(b)   de elektronische vrachtbrief van de dag van controle en van de 56 voorgaande dagen;

 

(c)   de in lid 4 bis, onder a), b) en c), bedoelde documenten.

 

De met de wegcontrole belaste autoriteiten verstrekken alle in de bovenstaande alinea genoemde informatie aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de beoordeling van de naleving van Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU.

 

Om de tenuitvoerlegging van deze richtlijn te vergemakkelijken, verlenen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten hun samenwerking met wederzijdse bijstand en met verstrekking van alle relevante informatie, onder de in Richtlijn 2014/67/EU en in Verordening (EG) nr. 1071/2009 gestelde voorwaarden.

 

Teneinde de doeltreffendheid van grensoverschrijdende handhaving en gerichte controles te vergroten, verlenen de lidstaten aan alle relevante bevoegde autoriteiten real-time toegang tot het IMI, tot de nationale registers die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1071/2009, tot de in lid 4 van dit artikel bedoelde eenvoudige verklaringen van terbeschikkingstelling en tot andere relevante gegevensbanken.

Motivering

Gedurende wegcontroles kan de terbeschikkingstelling van bestuurders niet volledig worden gecontroleerd, omdat de met de wegcontrole belaste autoriteiten niet over de primaire bevoegdheid of de kennis beschikken om terbeschikkingstellingssituaties te beoordelen. Wegcontroles kunnen echter een centrale rol spelen bij de handhaving van de regels voor de terbeschikkingstelling van werknemers in het wegvervoer, mits zij op de juiste wijze worden gecombineerd met bedrijfscontroles door arbeids- en vervoersautoriteiten. Wegcontroles zijn dus bedoeld voor het verzamelen van gegevens die relevant zijn voor terbeschikkingstelling en voor het versturen van deze gegevens naar de autoriteiten van de lidstaten waar de controles plaatsvinden. Deze autoriteiten zullen de informatie uitwisselen met hun tegenhangers uit andere EU-lidstaten. Op deze manier worden snelle en grensoverschrijdende controles op doeltreffende wijze gecombineerd, waarbij het mobiele karakter van de sector in aanmerking wordt genomen.

Amendement    38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 4 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 septies.  Er wordt een Unielijst openbaar gemaakt met wegvervoerders die niet voldoen aan de relevante wettelijke eisen, teneinde de grootst mogelijke transparantie te waarborgen. Deze Unielijst wordt gebaseerd op gemeenschappelijke, op Unieniveau ontwikkelde criteria en wordt jaarlijks door de Europese Arbeidsautoriteit herzien. Wegvervoerders die op de Unielijst staan, krijgen een exploitatieverbod. De verbodsbepalingen van de Unielijst zijn van toepassing op het gehele grondgebied van de lidstaten. In uitzonderlijke gevallen mogen lidstaten unilaterale maatregelen nemen. In noodgevallen en in geval van onvoorziene veiligheidsproblemen krijgen de lidstaten de mogelijkheid om onmiddellijk een exploitatieverbod uit te vaardigen voor hun eigen grondgebied.

Amendement    39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Voor de toepassing van lid 4, onder a), mag de wegvervoerondernemer een verklaring van terbeschikkingstelling indienen voor een periode van maximaal zes maanden.

Schrappen

Motivering

Een verklaring van terbeschikkingstelling voor een groep bestuurders en alle soorten vervoer voor een periode van zes maanden biedt geen enkele meerwaarde voor handhaving, aangezien deze slechts zeer algemene informatie bevat op grond waarvan handhavers de echtheid van de terbeschikkingstelling niet kunnen beoordelen. Een verklaring van terbeschikkingstelling per bestuurder en per situatie van terbeschikkingstelling biedt daarentegen een echte en te handhaven verbondenheid tussen een vervoersactiviteit enerzijds en de bestuurder en het betrokken voertuig anderzijds. Dit is de enige manier om potentieel misbruik aan banden te leggen.

Amendement    40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaten werken nauw samen, verlenen elkaar wederzijdse bijstand en verstrekken alle relevante informatie, onder de in Richtlijn 2014/67/EU en in Verordening (EG) nr. 1071/2009 gestelde voorwaarden.

Amendement    41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater.  Teneinde de doeltreffendheid van grensoverschrijdende handhaving en gerichte controles te vergroten, verlenen de lidstaten aan alle relevante bevoegde autoriteiten real-time toegang tot het IMI, tot de nationale registers die zijn ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1071/2009, tot de in lid 4 van dit artikel bedoelde eenvoudige verklaringen van terbeschikkingstelling en tot andere relevante gegevensbanken.

Amendement    42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten dienen uiterlijk tegen [...] [de omzettingstermijn dient zo kort mogelijk te zijn en mag in het algemeen niet meer dan twee jaar bedragen] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

De lidstaten dienen tegen ... [twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Amendement    43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Tot de in de tweede alinea vermelde datum blijven de Richtlijnen 2003/88/EG, 96/71/EG en 2014/67/EU volledig van toepassing.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Handhavingsvoorschriften en specifieke regels voor het detacheren van bestuurders in de sector van het wegvervoer

Document- en procedurenummers

COM(2017)0278 – C8-0170/2017 – 2017/0121(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

TRAN

15.6.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

EMPL

15.6.2017

Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking

14.12.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Martina Dlabajová

21.9.2017

Behandeling in de commissie

23.1.2018

26.2.2018

 

 

Datum goedkeuring

25.4.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

30

23

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laura Agea, Guillaume Balas, Vilija Blinkevičiūtė, Enrique Calvet Chambon, Michael Detjen, Martina Dlabajová, Lampros Fountoulis, Elena Gentile, Marian Harkin, Czesław Hoc, Danuta Jazłowiecka, Agnes Jongerius, Rina Ronja Kari, Jan Keller, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Jean Lambert, Jérôme Lavrilleux, Patrick Le Hyaric, Verónica Lope Fontagné, Javi López, Thomas Mann, Dominique Martin, Anthea McIntyre, João Pimenta Lopes, Georgi Pirinski, Marek Plura, Dennis Radtke, Terry Reintke, Sofia Ribeiro, Robert Rochefort, Claude Rolin, Siôn Simon, Romana Tomc, Yana Toom, Ulrike Trebesius, Marita Ulvskog, Jana Žitňanská

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Georges Bach, Heinz K. Becker, Rosa D’Amato, Karima Delli, Christelle Lechevalier, Paloma López Bermejo, Evelyn Regner, Anne Sander, Jasenko Selimovic, Michaela Šojdrová, Neoklis Sylikiotis, Flavio Zanonato, Kosma Złotowski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Dominique Bilde, Maria Grapini, Christel Schaldemose, Marco Valli

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

30

+

ALDE

Robert Rochefort

EFDD

Laura Agea, Rosa D'Amato, Marco Valli

GUE/NGL

Rina Ronja Kari, Patrick Le Hyaric, Paloma López Bermejo, Neoklis Sylikiotis

NI

Lampros Fountoulis

PPE

Georges Bach, Jérôme Lavrilleux, Thomas Mann, Dennis Radtke, Sofia Ribeiro, Claude Rolin, Anne Sander

S&D

Guillaume Balas, Michael Detjen, Elena Gentile, Agnes Jongerius, Jan Keller, Javi López, Evelyn Regner, Christel Schaldemose, Siôn Simon, Marita Ulvskog, Flavio Zanonato

VERTS/ALE

Karima Delli, Jean Lambert, Terry Reintke

23

-

ALDE

Enrique Calvet Chambon, Martina Dlabajová, Marian Harkin, Jasenko Selimovic, Yana Toom

ECR

Czesław Hoc, Anthea McIntyre, Ulrike Trebesius, Jana Žitňanská, Kosma Złotowski

ENF

Dominique Bilde, Christelle Lechevalier, Dominique Martin

GUE/NGL

João Pimenta Lopes

PPE

Ádám Kósa, Danuta Jazłowiecka, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Verónica Lope Fontagné, Marek Plura, Michaela Šojdrová

S&D

Vilija Blinkevičiūtė, Maria Grapini, Georgi Pirinski

2

0

PPE

Heinz K. Becker, Romana Tomc

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Handhavingsvoorschriften en specifieke regels voor het detacheren van bestuurders in de sector van het wegvervoer

Document- en procedurenummers

COM(2017)0278 – C8-0170/2017 – 2017/0121(COD)

Datum indiening bij EP

31.5.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

TRAN

15.6.2017

 

 

 

Adviserende commissies

       Datum bekendmaking

EMPL

15.6.2017

 

 

 

Medeverantwoordelijke commissies

       Datum bekendmaking

EMPL

14.12.2017

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Merja Kyllönen

10.7.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

23.1.2018

20.3.2018

15.5.2018

 

Datum goedkeuring

4.6.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

21

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Lucy Anderson, Marie-Christine Arnautu, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune, Michael Cramer, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Marian-Jean Marinescu, Gesine Meissner, Tomasz Piotr Poręba, Gabriele Preuß, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, David-Maria Sassoli, Claudia Schmidt, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, Marita Ulvskog, Wim van de Camp, Marie-Pierre Vieu, Janusz Zemke, Roberts Zīle, Kosma Złotowski, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Bas Eickhout, Michael Gahler, Maria Grapini, Ryszard Antoni Legutko, Bolesław G. Piecha, Marek Plura, Franck Proust, Dario Tamburrano

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Frank Engel, José Manuel Fernandes, Lampros Fountoulis, Barbara Kappel, Andrey Novakov, Marco Valli

Datum indiening

8.6.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

27

+

ALDE

Izaskun Bilbao Barandica, Gesine Meissner, Pavel Telička

ECR

Ryszard Antoni Legutko, Bolesław G. Piecha, Tomasz Piotr Poręba, Roberts Zīle, Kosma Złotowski

GUE/NGL

Merja Kyllönen

PPE

Deirdre Clune, Andor Deli, Frank Engel, José Manuel Fernandes, Michael Gahler, Dieter-Lebrecht Koch, Marian-Jean Marinescu, Andrey Novakov, Marek Plura, Claudia Schmidt, Wim van de Camp, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska

S&D

Inés Ayala Sender, Maria Grapini, Miltiadis Kyrkos, Bogusław Liberadzki, Janusz Zemke, Claudia Țapardel

21

-

ALDE

Dominique Riquet

EFDD

Daniela Aiuto, Dario Tamburrano, Marco Valli

ENF

Marie-Christine Arnautu, Barbara Kappel

GUE/NGL

Marie-Pierre Vieu

NI

Lampros Fountoulis

PPE

Georges Bach, Franck Proust, Massimiliano Salini

S&D

Lucy Anderson, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Gabriele Preuß, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, David-Maria Sassoli, Marita Ulvskog

Verts/ALE

Michael Cramer, Bas Eickhout, Keith Taylor

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 13 juni 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid