VERSLAG over de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland
27.6.2018 - (2017/2225(INI))
Commissie regionale ontwikkeling
Rapporteur: Derek Vaughan
TOELICHTING – SAMENVATTING VAN DE FEITEN EN BEVINDINGEN
Noord-Ierland is een van de armste regio's in Noordwest-Europa. Dit is gedeeltelijk te verklaren door de achteruitgang in bepaalde traditionele industrieën. Daarnaast werd Noord-Ierland decennialang geteisterd door geweld tussen de katholieke en protestantse gemeenschap, een periode die bekendstaat als "the Troubles". Het "Goede Vrijdag-akkoord" of de "Overeenkomst van Belfast" van 1998 maakte de weg vrij voor vrede, doordat de Britse en Ierse regering en de bevolking in het noorden en zuiden tot een machtsverdelingsregeling kwamen die een einde zou maken aan het geweld en de segregatie.
Sinds de ondertekening van het "Goede Vrijdag-akkoord" heeft de Europese Unie een steeds belangrijkere rol gespeeld in de ondersteuning van het vredesproces in Noord-Ierland. Deze ondersteuning heeft twee belangrijke vormen aangenomen. Ten eerste vormt de Europese Unie het algemene politieke kader voor de betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk, de Republiek Ierland en Noord-Ierland. Ten tweede heeft de Europese Unie in haar cohesiebeleid de afgelopen jaren bijzondere aandacht geschonken aan Noord-Ierland om de economische en maatschappelijke ontwikkeling in het kader van het vredesproces te bevorderen. Met dit in het achterhoofd wil het Europees Parlement de impact van het cohesiebeleid van de EU in Noord-Ierland onderzoeken om te bepalen welke weg het vanaf nu wil inslaan.
Noord-Ierland geniet steun van verschillende cohesieprogramma's, in het bijzonder het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, alsmede het Peace-programma voor Noord-Ierland en de Ierse grensregio en grensoverschrijdende Interreg-programma's.
In een aantal gevallen hebben de EU-fondsen in Noord-Ierland hetzelfde doel als in andere Europese regio's, te weten het bevorderen van economische ontwikkeling en maatschappelijke vooruitgang. Er zijn echter ook programma's die toegesneden zijn op de specifieke situatie in Noord-Ierland en bedoeld zijn om bruggen te slaan tussen de twee gemeenschappen en over de grens.
Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) in Noord-Ierland
Het doel van het EFRO-programma in Noord-Ierland voor de periode 2014-2020 is het over de hele linie versterken van het concurrentievermogen. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar de technologieoverdracht op het vlak van onderzoek en ontwikkeling naar bedrijven in Noord-Ierland, waarin 113 miljoen EUR wordt geïnvesteerd.
Meer dan 140 miljoen EUR wordt gebruikt om het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen te versterken, door hen te helpen kapitaal aan te boren via een combinatie van financieringsinstrumenten en subsidies. Meer dan 6 000 bedrijven zullen uiteindelijk financiële en niet-financiële steun hebben gekregen, waarbij het doel is 2 800 banen te creëren. Een derde doel is het bevorderen van alternatieve maatregelen voor een lage CO2-uitstoot in Noord-Ierland. Er is 47 miljoen EUR uitgetrokken om de energie-efficiëntie in de sociale woningbouw te verhogen en duurzaam multimodaal stadsvervoer met een lage CO2-uitstoot in Belfast te bevorderen.
Een voorbeeld van een belangrijk en recent project met financiering uit het EFRO is het bezoekerscentrum van Giant's Causeway, dat het gebied aantrekkelijker maakt voor toeristen en aldus de lokale economie stimuleert.
Het totale budget voor het operationele programma van het EFRO voor Noord-Ierland voor de periode 2014-2020 bedraagt 522 091 481 EUR, waaraan de EU 313 254 888 EUR bijdraagt.
Het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Noord-Ierland
Het belangrijkste doel van het ESF in Noord-Ierland voor 2014-2020 is het verbeteren van vaardigheden, in het bijzonder die van jongeren. Het streven hierbij is om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden door de werkloosheid terug te dringen.
Het operationele programma is met name gericht op het verbeteren van de inzetbaarheid van 40 000 personen, waaronder langdurig werklozen. Het voorziet in loopbaanbegeleiding, adviesverlening en opleidingen voor werkloze jongeren. Een ander doel van het programma is het bevorderen van stages.
Het totale budget van het Europees Sociaal Fonds voor Noord-Ierland voor de periode 2014-2020 bedraagt 513 382 725 EUR, waaraan de EU 205 353 090 EUR bijdraagt.
Het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) in Noord-Ierland
Het programma voor plattelandsontwikkeling voor Noord-Ierland is van bijzonder belang omdat de landbouwsector nog altijd erg belangrijk is voor de lokale economie. Het programma is hoofdzakelijk gericht op het behouden en versterken van ecosystemen, het ontwikkelen van plattelandsgebieden en het verhogen van het concurrentievermogen van de agrovoedingssector.
Zo ontvangen boeren steun om over 12 % van de Noord-Ierse landbouwgrond een overeenkomst af te sluiten en zo de biodiversiteit in stand te houden, en wordt er 1 200 hectare bos aangeplant om de klimaatverandering te temperen. In de periode 2014-2020 zal bijna 20 % van de Noord-Ierse landbouwbedrijven investeringssteun genieten om te herstructureren en te moderniseren. Daarnaast ontvangt 10 % van de landbouwbedrijven en 25 % van de agrovoedingsbedrijven steun om korte toeleveringsketens tot stand te brengen en lokale markten te ontwikkelen. Met het programma worden ook bijna 30 000 opleidingsplaatsen voor landbouwers en andere plattelandsbedrijven gecreëerd. Bovendien wordt verwacht dat elke plattelandsbewoner in Noord-Ierland onder een lokale ontwikkelingsstrategie zal vallen, terwijl grofweg 12 % van de plattelandsbevolking zal profiteren van betere diensten en infrastructuur.
Het totale budget voor het operationele programma voor Noord-Ierland voor de periode 2014-2020 bedraagt 760 100 000 EUR, waaraan de EU 228 400 000 EUR bijdraagt.
Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) in Noord-Ierland
Het EFMZV ondersteunt maritieme en visserijactiviteiten en helpt bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
Het ondersteunt projecten waarmee resultaten worden geboekt op het gebied van duurzame economische groei in de sectoren zeevisserij en aquacultuur. In het bijzonder wordt financiering beschikbaar gesteld voor de verbetering van vissersvaartuigen, waaronder energieverbeteringen en de vervanging van motoren, voor het kweken, de verwerking en afzet van vis, voor investeringen in faciliteiten aan de wal, voor dienstverlening aan de visserijsector, voor het creëren van banen en opleidingen, en voor het mariene milieu en de binnenvisserij.
De totale toekenning van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij aan Noord-Ierland voor de periode 2014-2020 bedraagt 18 310 000 EUR, waaraan de EU 13 730 000 EUR bijdraagt.
Het Peace-programma voor Noord-Ierland en de grensregio van Ierland
Peace IV is een uniek cohesiebeleidsprogramma van de EU dat gericht is op het versterken van een vreedzame en stabiele samenleving door het stimuleren van verzoening in Noord-Ierland en de Ierse grensregio, d.w.z. de graafschappen Cavan, Donegal, Leitrim, Louth, Monaghan en Sligo. Met dit programma wordt beoogd acties te ondersteunen die vertrouwen creëren en mensen samenbrengen op een gemeenschaps- en grensoverschrijdend niveau, en bijdragen aan een inclusieve maatschappij.
Het Peace-programma verschilt van bovengenoemde fondsen en programma's in die zin dat de financiering niet beheerd wordt door nationale of regionale organen, maar door het speciale orgaan voor EU-programma's (Foras Um Chláir Speisialta An AE/Boord O Owre Ocht UE Projecks). Dit is een speciaal grensoverschrijdend orgaan dat is opgericht in het kader van het Goede Vrijdag-akkoord en dat door zowel het Verenigd Koninkrijk als de Republiek Ierland wordt erkend. Het programma heeft vier doelstellingen.
Het doel van inclusief onderwijs is om op basis van het curriculum meer rechtstreeks en duurzaam contact tussen leerlingen en docenten uit alle milieus tot stand te brengen. Het streven is om 350 scholen en 144 000 leerlingen te laten deelnemen aan gezamenlijke onderwijsactiviteiten. Het programma voorziet ook in lerarenopleidingen.
Wat kinderen en jongeren betreft, heeft het programma tot doel te investeren in goede relaties en mentorschapsactiviteiten om de interactie tussen kinderen en jongeren uit alle milieus te vergroten, respect voor diversiteit te bevorderen en hun verlangen om positieve relaties op te bouwen te versterken. Voor de meest achtergestelde, kwetsbare en moeilijk bereikbare kinderen en jongeren voorziet het programma in speciale activiteiten. Meer dan 43 000 kinderen en jongeren zullen hierdoor nieuwe vaardigheden en competenties verwerven. Bij deze activiteiten worden zowel lokale autoriteiten en gemeenschappen als officieel erkende en vrijwilligersorganisaties betrokken.
Door de totstandbrenging van gedeelde ruimtes en diensten wordt getracht de relatie tussen de gemeenschappen in het gebied dat door het project wordt bestreken, en in het bijzonder in Noord-Ierland te veranderen. Hiermee wordt ook de economische en maatschappelijke betrokkenheid tussen de gemeenschappen en over de grens bevorderd. De diensten van het programma zijn gericht op slachtoffers en overlevenden van het conflict en bestaan onder meer uit het behandelen van trauma's, het in kaart brengen van behoeften op het gebied van fysieke en mentale gezondheid en het helpen van gezinnen bij het verwerken van de geschiedenis van het conflict.
Door het opbouwen van positieve relaties wordt getracht respect tussen de gemeenschappen en over de grens tot stand te brengen. Hieronder vallen conflictoplossing en bemiddeling, lokale en regionale projecten om wederzijds vertrouwen en begrip te kweken, projecten om de geschiedenis op een tactvolle manier te onderzoeken, sport-, kunst- en culturele activiteiten en projecten om persoonlijke interactie en mobiliteit tussen inwoners van sterk verdeelde wijken te bevorderen.
Het totale budget voor het operationele programma voor de periode 2014-2020 bedraagt 269 610 967 EUR, waaraan de EU 229 169 320 EUR bijdraagt.
Interreg-programma's in Noord-Ierland
Noord-Ierland neemt samen met aangrenzende delen van de Republiek Ierland en West-Schotland deel aan Interreg-programma V-A. Ook dit programma wordt beheerd door het speciale orgaan voor EU-programma's.
Het is gericht op vier gebieden die van cruciaal belang zijn voor groei en werkgelegenheid: grensoverschrijdende initiatieven voor onderzoek en innovatie, behoud van de inclusieve leefomgeving, duurzame mobiliteit over de grenzen en grensoverschrijdende gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Van bijzonder belang zijn de regelingen ter bevordering van grensoverschrijdend openbaar vervoer en toegang tot moderne gezondheidszorg in de grensregio's.
Het totale budget voor het operationele programma van Interreg-programma V-A Noord-Ierland, Ierland en Schotland voor de periode 2014-2020 bedraagt 282 761 998 EUR, waaraan de EU 240 347 696 EUR bijdraagt.
Noord-Ierland komt ook in aanmerking voor financiering in het kader van Interreg V-B (transnationaal: programma voor de noordelijke periferie en het noordpoolgebied, programma voor Noordwest-Europa en het programma voor het Atlantisch gebied) en Interreg V-C (interregionaal, ofwel in heel Europa).
Informatiebezoek aan Noord-Ierland
Om de impact van het cohesiebeleid in Noord-Ierland beter te kunnen beoordelen, heeft de Commissie regionale ontwikkeling van 21 t/m 23 maart 2018 een delegatie naar Noord-Ierland gestuurd voor een informatiebezoek. Tijdens dit informatiebezoek hebben de leden verschillende belanghebbenden ontmoet om informatie over het cohesiebeleid in Noord-Ierland in te winnen, en bezochten zij enkele projecten die met behulp van de cohesieprogramma's gefinancierd zijn. Zo bezichtigden ze stedelijke projecten in Belfast, grensoverschrijdende projecten in het gebied Derry/Londonderry en plattelandsprojecten in de omgeving van Giant's Causeway.
Meer specifiek bezochten de leden het Skainos Centre in Oost-Belfast en de Girdwood Hub in Noord-Belfast, twee voorbeelden van gemeenschapsoverschrijdende, gedeelde ruimtes. In Derry/Londonderry bezochten ze het North West Regional Science Park (Catalyst Inc), dat kleine en middelgrote ondernemingen in de kenniseconomie helpt te groeien. Bij Giant's Causeway bezichtigden de commissievertegenwoordigers het bezoekerscentrum, dat van belang is om toeristen naar het gebied te lokken, en werden zij geïnformeerd over drie lokale ondernemingen en initiatieven die EU-steun hadden ontvangen ter bevordering van de ontwikkeling van de lokale economie. Daarnaast hebben de leden in Belfast vergaderd met het bureau van de Commissie, het speciale orgaan voor EU-programma's, het ministerie van Financiën en het ministerie van Economische Zaken.
De vergaderingen en projectbezoeken zijn nader beschreven in het missieverslag, dat apart wordt gepubliceerd.
Conclusie
De algemene conclusie van de rapporteur over de impact van het cohesiebeleid op Noord-Ierland is dat het beleid onmiskenbaar een positief effect heeft op het leven in Noord-Ierland, met name in achtergebleven stedelijke en plattelandsgebieden, en op de relatie tussen de gemeenschappen. Het cohesiebeleid van de Europese Unie heeft bijgedragen aan de verbetering van de economische en maatschappelijke situatie in Noord-Ierland die volgde op de tenuitvoerlegging van het vredesproces, wat betekent dat Noord-Ierland momenteel een veel minder grote ontwikkelingsachterstand heeft dan een aantal decennia geleden.
Wat de relatie tussen de gemeenschappen betreft, is met name het Peace-programma van belang. Dit programma wordt beheerd door een onafhankelijk orgaan dat losstaat van nationale of regionale autoriteiten en speciaal gericht is op het leggen van contacten tussen de Noord-Ierse en grensoverschrijdende gemeenschappen. Zonder het door de EU ondersteunde Peace-programma zou het lastig zijn geweest om dit te bereiken.
Wat de toekomst van het cohesiebeleid in Noord-Ierland betreft, is de rapporteur van oordeel dat de cohesiesteun na 2020 voortgezet moet worden, als dat mogelijk is. De opvolgers van het huidige Peace-programma en het Interreg-programma V-A in Noord-Ierland en de grensregio's moeten in dit verband zelfs nog meer prioriteit krijgen, aangezien de financiering voor gemeenschaps- en grensoverschrijdende projecten moet worden voortgezet.
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland
Het Europees Parlement,
– gezien de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland,
– gezien de bepalingen van de Overeenkomst van Belfast van 1998 (Goede Vrijdag-akkoord),
– gezien artikel 52 van zijn Reglement en artikel 1, lid 1, onder e), en bijlage 3 bij het besluit van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2002 betreffende de procedure inzake het verlenen van toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen,
– gezien het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling en het advies van de Commissie begrotingscontrole (A8-0240/2018),
A. overwegende dat het cohesiebeleid van de EU in Noord-Ierland via verschillende instrumenten wordt uitgevoerd, te weten het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, het Peace-programma voor Noord-Ierland en de grensregio en het grensoverschrijdende Interreg-programma;
B. overwegende dat het duidelijk is dat Noord-Ierland een regio is die veel baat heeft gehad bij het cohesiebeleid van de EU; overwegende dat de toezegging voor toekomstige financiering in het ontwerp van het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2021-2027 van de Commissie meer dan welkom is;
C. overwegende dat Noord-Ierland, naast de meer algemene fondsen van het cohesiebeleid, in het bijzonder baat heeft gehad bij speciale grens- en gemeenschapsoverschrijdende programma's, waaronder het Peace-programma;
D. overwegende dat de EU met haar cohesiebeleid, en dan voornamelijk via het Peace-programma, sterk heeft bijgedragen aan het vredesproces in Noord-Ierland, het Goede Vrijdag-akkoord ondersteunt en de verzoening van de gemeenschappen blijft ondersteunen;
E. overwegende dat sinds de invoering van het eerste Peace-programma in 1995 meer dan 1,5 miljard EUR is uitgegeven met het tweeledige doel de cohesie tussen de bij het conflict in Noord-Ierland betrokken gemeenschappen en de aangrenzende graafschappen in Ierland, alsook economische en sociale stabiliteit te bevorderen;
F. overwegende dat het succes van de cohesiesteun van de EU gedeeltelijk te danken is aan het feit dat het wordt gezien als "neutraal geld", d.w.z. geld dat niet rechtstreeks is gekoppeld aan de belangen van een van de gemeenschappen;
1. onderstreept de belangrijke en positieve bijdrage van het cohesiebeleid van de EU aan Noord-Ierland, met name bij het herstel van achtergebleven stedelijke en plattelandsgebieden, bij de aanpak van de klimaatverandering en bij de bevordering van het contact tussen de gemeenschappen en over de grens heen in het kader van het vredesproces; merkt in het bijzonder op dat hulp aan achtergebleven stedelijke en plattelandsgebieden vaak wordt gegeven in de vorm van steun voor nieuwe economische ontwikkelingen die de kenniseconomie bevordert, zoals het Science Park in Belfast en Derry/Londonderry;
2. beklemtoont dat in de huidige financieringsperiode in Noord-Ierland en de naburige regio's meer dan 1 miljard EUR aan financiële bijstand van de EU aan economische en sociale ontwikkeling zal worden besteed, waarvan 230 miljoen EUR aan investeringen in Noord-Ierland via het Peace-programma (met een totaal budget van bijna 270 miljoen EUR) en 240 miljoen EUR via Interreg V-A voor Noord-Ierland, Ierland en Schotland (met een totaal budget van 280 miljoen EUR);
3. is van oordeel dat de speciale EU-programma's voor Noord-Ierland en in het bijzonder het Peace-programma van groot belang zijn voor de instandhouding van het vredesproces, aangezien deze de verzoening en het contact tussen de gemeenschappen en over de grens bevorderen; merkt op dat gemeenschaps- en grensoverschrijdende social hubs en gedeelde diensten in dit verband van bijzonder belang zijn;
4. is verheugd over de belangrijke stappen die in Noord-Ierland zijn ondernomen in het kader van het Peace-programma, en waardeert het werk van alle partijen in dit proces;
5. merkt op dat maatregelen voor het opbouwen van vertrouwen tussen de gemeenschappen en maatregelen voor vreedzame co-existentie, zoals gedeelde ruimtes en steunnetwerken, een belangrijke rol hebben gespeeld in het vredesproces, aangezien gedeelde ruimtes ervoor zorgen dat de gemeenschappen in Noord-Ierland bij gezamenlijke activiteiten als één gemeenschap optreden en wederzijds vertrouwen en respect opbouwen, wat bijdraagt aan het dichten van de kloof;
6. benadrukt het belang van de vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling en de bottom-upbenadering, waardoor alle gemeenschappen worden aangespoord hun steentje bij te dragen aan projecten en het vredesproces aldus vooruit te helpen;
7. merkt op dat alle belanghebbenden in Noord-Ierland achter de handhaving van de doelstellingen van het cohesiebeleid van de EU in de regio staan; beklemtoont in dit verband hoe belangrijk gecoördineerd meerlagig bestuur en het partnerschapsbeginsel zijn;
8. is echter van mening dat er meer gedaan moet worden om bekendheid en zichtbaarheid te geven aan de impact en de noodzaak van de EU-steun in Noord-Ierland, in het bijzonder door de bevolking te informeren over de impact van de door de EU gefinancierde projecten op het vredesproces en de economische ontwikkeling van de regio;
9. juicht het toe dat de beheer- en controlesystemen in de regio's in kwestie goed functioneren en dat de financiële bijstand van de EU derhalve doeltreffend wordt besteed; benadrukt niettemin dat er bij de beoordeling van de resultaten van het Peace-programma niet alleen moet worden gekeken naar de naleving maar ook naar de onderliggende doelstellingen van dit programma;
10. is van mening dat het, zonder afbreuk te doen aan de lopende onderhandelingen tussen de EU en het VK, na 2020 van groot belang zal zijn voor Noord-Ierland om deel te nemen aan bepaalde speciale programma’s van de EU, zoals het Peace-programma en Interreg V-A voor Noord-Ierland, Ierland en Schotland, aangezien dit de economische en maatschappelijke ontwikkeling ten goede komt, met name in achtergebleven, plattelands- en grensgebieden, en wel door de bestaande kloven te dichten; dringt er in de context van het MFK voor de periode na 2020 bovendien op aan dat alle relevante financieringsinstrumenten worden ingezet om de verwezenlijking van de doelstellingen van het cohesiebeleid te kunnen voortzetten;
11. is van mening dat, zonder afbreuk te doen aan de lopende onderhandelingen tussen de EU en het VK, EU-steun voor territoriale samenwerking na 2020, vooral voor grens- en gemeenschapsoverschrijdende projecten, moet worden voortgezet gezien de resultaten van de speciale cohesieprogramma's van de EU voor Noord-Ierland, te weten het Peace-programma en de Interreg-programma's, die van bijzonder belang zijn voor de stabiliteit van de regio; vreest dat het stopzetten van deze programma's de activiteiten ter bevordering van het vertrouwen over de grens heen en tussen gemeenschappen, en daarmee ook het vredesproces in gevaar zou brengen;
12. benadrukt dat 85 % van de financiering voor de Peace- en Interreg-programma's afkomstig is van de EU; acht het dan ook van belang dat de EU de gemeenschappen in Noord-Ierland na 2020 blijft ondersteunen door een actieve rol te spelen in het verstrekken van de beschikbare cohesie- en gemeenschapsoverschrijdende steun in Noord-Ierland en hen zodoende te helpen om maatschappelijke verschillen het hoofd bieden; is in dit verband van mening dat de financiering ook na 2020 op een toereikend niveau moet blijven; benadrukt dat het belangrijk is om de vredesopbouw te kunnen voortzetten;
13. verzoekt de Commissie de ervaring met cohesiesteun in Noord-Ierland, en in het bijzonder met het Peace-programma, als voorbeeld te nemen van hoe de EU conflicten en verdeeldheid tussen gemeenschappen aanpakt; vestigt in dit verband de nadruk op het Noord-Ierse verzoeningsproces als positief voorbeeld voor andere gebieden in de EU die te maken hebben gehad met conflicten;
14. is van mening dat de goede ervaringen met de cohesiesteun en het Peace-programma als EU-model moeten fungeren en moeten worden bevorderd om het wantrouwen tussen gemeenschappen in conflict weg te nemen en duurzame vrede te bewerkstelligen in andere delen van Europa en zelfs wereldwijd;
15. acht het van essentieel belang dat de bevolking van Noord-Ierland, en met name jongeren, kan blijven deelnemen aan economische, maatschappelijke en culturele uitwisselingen in heel Europa, met name tot het programma Erasmus+;
16. wijst op het voornemen van de Commissie om de voortzetting van de Peace- en Interreg-programma's op te nemen in haar voorstel voor het MFK 2021-2027; wijst daarnaast op de standpuntnota van het VK over de toekomst van het cohesiebeleid van april 2018, waarin het VK zich bereid verklaart een mogelijk vervolg op Peace IV en Interreg V-A te onderzoeken voor de periode na 2020 in het kader van een partnerschap met de Noord-Ierse regering, de Ierse regering en de EU, naast zijn toezegging om de verplichtingen in verband met Peace en Interreg in het huidige MFK na te komen;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de wetgevende en uitvoerende macht van Noord-Ierland, en de regeringen en parlementen van de lidstaten en hun regio's.
ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (15.5.2018)
aan de Commissie regionale ontwikkeling
inzake de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland
(2017/2225(INI))
Rapporteur voor advies: Derek Vaughan
SUGGESTIES
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de bevoegde Commissie regionale ontwikkeling onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
– gezien de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland,
– gezien de bepalingen van de Overeenkomst van Belfast van 1998 (Goede Vrijdag-akkoord),
A. overwegende dat Noord-Ierland enorm heeft geprofiteerd van het EU-cohesiebeleid;
B. overwegende dat Noord-Ierland, naast de meer algemene fondsen van het cohesiebeleid, in het bijzonder baat heeft gehad bij speciale grens- en gemeenschapsoverschrijdende programma's, waaronder het PEACE-programma voor Noord-Ierland; overwegende dat deze programma's een doorslaggevende bijdrage aan het vredesproces in Noord-Ierland en aan de ondersteuning van het Goede Vrijdagakkoord hebben geleverd, en de verbroedering tussen de katholieke en de protestantse gemeenschap blijven ondersteunen;
C. overwegende dat sinds de invoering van het eerste PEACE-programma in 1995 meer dan 1,5 miljard EUR is besteed met het tweeledige doel de cohesie tussen de bij het conflict in Noord-Ierland betrokken gemeenschappen en de aangrenzende graafschappen in Ierland, alsook economische en sociale stabiliteit te bevorderen;
1. beklemtoont dat in de huidige financieringsperiode in Noord-Ierland en de naburige regio's meer dan 1 miljard EUR aan financiële bijstand van de EU aan economische en sociale ontwikkeling zal worden besteed, waarvan 230 miljoen EUR investeringen in Noord-Ierland via het PEACE-programma (met een totaal budget van bijna 270 miljoen EUR) en 240 miljoen EUR via INTERREG V-A voor Noord-Ierland, Ierland en Schotland (met een totaal budget van 280 miljoen EUR);
2. erkent de belangrijke rol die het EU-cohesiebeleid heeft vervuld voor het bewaren van de vrede in Noord-Ierland en voor het bevorderen van de verzoening tussen de gemeenschappen;
3. juicht het toe dat de beheer- en controlesystemen in de regio's in kwestie goed functioneren en dat de financiële bijstand van de EU derhalve doeltreffend wordt besteed; benadrukt niettemin dat, naast de naleving ervan, bij de beoordeling van de resultaten van het PEACE-programma ook altijd rekening moet worden gehouden met de onderliggende doelstellingen van dit programma;
4. kan, gezien de terugtrekking van het VK uit de EU, niet voorzien welke oplossing uit de bus zal komen voor Noord-Ierland na 2020, maar benadrukt het belang van een oplossing voor de regio waardoor het belangrijke werk van vredesopbouw kan worden voortgezet;
5. is ervan overtuigd dat het in het belang van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de hele Europese Unie zou zijn door te gaan met het financieren van het PEACE-programma voor Noord-Ierland en het INTERREG V-A-programma voor Noord-Ierland, Ierland en Schotland, teneinde steun te geven voor een vreedzame en voorspoedige ontwikkeling van deze regio's; verzoekt alle partijen om vindingrijke oplossingen te vinden voor de financiering van deze belangrijke doelstellingen;
6. benadrukt dat 85 % van de financiering voor de PEACE- en INTERREG-programma's van de EU komt en dat de projecten die door deze programma’s worden gefinancierd in het gedrang kunnen komen als de EU-financiering wegvalt;
7. is ingenomen met het voorstel van de regering van het VK van augustus 2017 om samen met de Noord-Ierse en de Ierse regering op zoek te gaan naar een mogelijke opvolger van het PEACE IV-programma voor de periode na 2020[1]; benadrukt de positieve reacties in het gezamenlijk verslag van december 2017, waarbij zowel de onderhandelaars van de Europese Unie als van de regering van het VK overeengekomen zijn de mogelijkheden voor toekomstige ondersteuning van de PEACE- en INTERREG-financieringsprogramma's te onderzoeken[2]; wijst bovendien op het voornemen van de Commissie om de voortzetting van deze programma's op te nemen in haar voorstel voor het volgende meerjarig financieel kader[3].
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
15.5.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
11 1 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Zigmantas Balčytis, Jonathan Bullock, Martina Dlabajová, Raffaele Fitto, Ingeborg Gräßle, Cătălin Sorin Ivan, Georgi Pirinski, Claudia Schmidt, Derek Vaughan, Tomáš Zdechovský |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Brian Hayes, Julia Pitera |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
11 |
+ |
|
ALDE |
Martina Dlabajová |
|
ECR |
Raffaele Fitto |
|
PPE |
Ingeborg Gräßle, Brian Hayes, Julia Pitera, Claudia Schmidt, Tomáš Zdechovský |
|
S&D |
Zigmantas Balčytis, Cătălin Sorin Ivan, Georgi Pirinski, Derek Vaughan |
|
1 |
- |
|
EFDD |
Jonathan Bullock |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1] Northern Ireland and Ireland: position paper, paragraph 17, augustus 2017.
- [2] Gezamenlijk verslag van de onderhandelaars van de Europese Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk over de voortgang gedurende fase 1 van de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 VEU met betrekking tot de ordelijke terugtrekking van het Verenigd koninkrijk uit de Europese Unie, par. 55, december 2017.
- [3] Mededeling van de Commissie van 8 december 2017 inzake de stand van de vorderingen met de onderhandelingen die met het Verenigd Koninkrijk worden gevoerd uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (COM(2017)0784, blz. 9.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
20.6.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
32 2 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Mercedes Bresso, Andrea Cozzolino, Rosa D’Amato, John Flack, Aleksander Gabelic, Michela Giuffrida, Ivan Jakovčić, Marc Joulaud, Constanze Krehl, Sławomir Kłosowski, Louis-Joseph Manscour, Martina Michels, Iskra Mihaylova, Andrey Novakov, Konstantinos Papadakis, Mirosław Piotrowski, Stanislav Polčák, Liliana Rodrigues, Ruža Tomašić, Ramón Luis Valcárcel Siso, Ángela Vallina, Monika Vana, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Martina Anderson, John Howarth, Elsi Katainen, Tunne Kelam, Ivana Maletić, Bronis Ropė, Milan Zver |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Jonathan Bullock, Andrzej Grzyb |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
32 |
+ |
|
ALDE |
Ivan Jakovčić, Elsi Katainen, Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg |
|
EFDD |
Rosa D'Amato |
|
GUE/NGL |
Martina Anderson, Martina Michels, Ángela Vallina |
|
PPE |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Andrzej Grzyb, Marc Joulaud, Tunne Kelam, Ivana Maletić, Lambert van Nistelrooij, Andrey Novakov, Stanislav Polčák, Ramón Luis Valcárcel Siso, Joachim Zeller, Milan Zver |
|
S&D |
Mercedes Bresso, Andrea Cozzolino, Aleksander Gabelic, Michela Giuffrida, John Howarth, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Liliana Rodrigues, Derek Vaughan, Kerstin Westphal |
|
VERTS/ALE |
Bronis Ropė, Monika Vana |
|
2 |
- |
|
EFDD |
Jonathan Bullock |
|
NI |
Konstantinos Papadakis |
|
4 |
0 |
|
ECR |
John Flack, Sławomir Kłosowski, Mirosław Piotrowski, Ruža Tomašić |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding