VERSLAG over de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië
15.10.2018 - (2017/2281(INI))
Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Petras Auštrevičius
TOELICHTING – SAMENVATTING VAN DE FEITEN EN BEVINDINGEN
Vier jaar na ondertekening van de drie associatieovereenkomsten (AO's) met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) en twee jaar na hun volledige inwerkingtreding, heeft het Europees Parlement, overeenkomstig zijn sterke betrokkenheid bij zijn dichtstbijzijnde oostelijke partners en bij hun steeds diepere betrekkingen met de EU, besloten de mate van uitvoering van deze overeenkomsten te evalueren.
De Commissie buitenlandse zaken heeft in mei 2018, ter aanvulling op zijn regelmatige en frequente bijeenkomsten met de Moldavische overheid, oppositieleiders en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, alsook met de Europese Commissie en vertegenwoordigers van de EDEO, een onderzoeksmissie naar Moldavië ondernomen en drie deskundigenonderzoeken – over de herziening van het kiesstelsel, de uitvoering van de AO, en het institutioneel kader voor deze uitvoering – laten uitvoeren, die gedurende de laatste 6 maanden zijn gepubliceerd.
De bevindingen van de Commissie buitenlandse zaken schetsen een gemêleerd beeld van de uitvoering van de associatieovereenkomst met Moldavië. Op een aantal gebieden die onder de AO/DCFTA vallen, is ontegenzeggelijk vooruitgang geboekt. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn de resolute maatregelen die zijn genomen om de financiële sector systematisch te verbeteren en zo het risico op herhaling van een grootschalige bankfraude, zoals de fraude die in 2014 is onthuld, tot een minimum te beperken, alsook de toenemende samenwerking op energiegebied en de indrukwekkende toename van de bilaterale handel door de uitvoering van de DCFTA. Deze ontwikkelingen zijn echter overschaduwd door een steeds sterkere achteruitgang van kernwaarden met betrekking tot democratische normen – waarden die een essentieel onderdeel van de AO vormen en die ook gekoppeld zijn aan zowel de financiële bijstand van de EU aan de Moldavische staat als aan de visumvrijstelling voor Moldavische burgers.
De Commissie buitenlandse zaken benadrukt in dit verslag met name haar bezorgdheid over de volgende zaken:
1. Verkiezingen: herziening van het kiesstelsel die niet voldoet aan de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië; annulering van de recente lokale verkiezingen voor het burgemeesterschap van Chișinău om dubieuze redenen en op niet-transparante wijze; druk op oppositieleiders of lokale overheden (met name burgemeesters); exorbitante en niet-transparante partijfinanciering.
2. Rechtsstaat: gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht; beïnvloeding door commerciële belangen en sommige politici; beperkte vooruitgang bij het bestrijden van corruptie – ook door recente belastinghervormingen waardoor het risico van witwassen zou kunnen toenemen – en het vervolgen van de verantwoordelijken voor bankfraude van 1 miljard USD en grootschalige witwasaffaires; buitensporige strafzaken tegen politieke tegenstanders, hun advocaten en/of hun families, alsook tegen mensenrechtenactivisten, onafhankelijke rechters, journalisten en critici van de Moldavische overheid.
3. Media en maatschappelijk middenveld: monopolisering van de media en de reclamemarkt en verzwakking van onafhankelijke nieuwsvoorziening; laattijdige tenuitvoerlegging van de nieuwe wet inzake audiovisuele media; pogingen om de vrijheid van demonstratie te beperken en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in diskrediet te brengen.
Naast de oproep aan de Moldavische overheid om deze zorgen, in overeenstemming met de AO en ander bilaterale toezeggingen, met voorrang te behandelen, bevat het verslag ook het standpunt van het Europees Parlement naar aanleiding van deze ontwikkelingen:
1. Er mag pas een beslissing over toekomstige verlening van macrofinanciële bijstand worden genomen na de in februari 2019 geplande parlementsverkiezingen en op voorwaarde dat deze plaatsvinden in overeenstemming met internationaal erkende normen die worden beoordeeld door gespecialiseerde internationale instanties. Het Europees Parlement herhaalt in dit verband dat het bereid is de volgende parlementsverkiezingen te observeren.
2. Tevens moet de uitbetaling van alle begrotingsondersteunende programma's worden uitgesteld totdat er daadwerkelijke vooruitgang in democratische normen wordt geboekt.
3. In de tussentijd moeten de fondsen worden toegewezen aan de ondersteuning van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media in Moldavië, alsook aan de private sector en lokale overheden.
4. Er wordt herinnerd aan de opschortingsclausules in de overeenkomsten tussen de EU en Moldavië, met name de artikelen 2 en 455 van de AO en de anticorruptie- en antiwitwasbenchmarks die zijn gekoppeld aan visumliberalisering.
Ten slotte wordt in het verslag wordt aandacht besteed aan het bestaande institutioneel kader voor uitvoering van de AO, zowel door Moldavië als door de EU, waarbinnen de nadruk ligt op personeels- en deskundige capaciteit om de volledige tenuitvoerlegging van relevante wetgeving en het toezicht daarop te waarborgen. Er wordt in het bijzonder een specifieke ondersteuningsgroep voor Moldavië voorgesteld, mits er vooruitgang wordt geboekt inzake de democratische normen, om de verlening van deskundigheid aan de Moldavische staat op te schalen.
De betrekkingen tussen de EU en Moldavië zijn uiteraard afhankelijk van het democratisch debat, zowel in de EU als in Moldavië. In de EU leiden spaarzame gevallen van politieke standpunten op grond van nationale overwegingen en zogenaamde geopolitieke argumenten de overgrote meerderheid niet af van haar vastberaden focus op wat belangrijk is voor de EU- en de Moldavische burgers: het nakomen van gezamenlijke toezeggingen om de gedeelde waarden van democratie, rechtsstaat, goed bestuur en de bescherming van de mensen- en grondrechten te respecteren.
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 8 en titel V, met name de artikelen 21, 22, 36 en 37, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), alsook het vijfde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),
– gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, die op 1 juli 2016 in werking is getreden,
– gezien zijn eerdere resoluties, met name die van 5 juli 2018 over de politieke crisis in Moldavië naar aanleiding van de ongeldigverklaring van de burgemeestersverkiezingen in Chișinău[1], van 15 november 2017 over het Oostelijk Partnerschap, in aanloop naar de top in november 2017[2], van 4 juli 2017 over toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië[3], en van 21 januari 2016 over de associatieovereenkomsten/diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne[4],
– gezien de ondertekening in november 2017 van een memorandum van overeenstemming, een leningsovereenkomst en een subsidieovereenkomst inzake microfinanciële bijstand ter waarde van 100 miljoen EUR voor de periode 2017-2018,
– gezien het Moldavische nationale actieplan voor de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen Moldavië en de Europese Unie in de periode 2017-2019,
– gezien het gezamenlijke werkdocument van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) over het uitvoeringsverslag van de associatieovereenkomst met Moldavië van 3 april 2018 (SWD(2018)0094),
– gezien de gezamenlijke verklaringen van de toppen van het Oostelijk Partnerschap, waarvan de meest recente op 24 november 2017 in Brussel heeft plaatsgevonden,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken over Moldavië van 26 februari 2018,
– gezien het verslag van Transparency International met als titel "The State of Corruption: Armenia, Azerbaijan, Georgia, Moldova and Ukraine", gepubliceerd op 2 juli 2015,
– gezien de adviezen en aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (ODIHR) en de Commissie van Venetië van de Raad van Europa, met name dat van 15 maart 2018 over de herziening van het kiesstelsel in Moldavië,
– gezien de aanbevelingen en werkzaamheden van de Parlementaire Vergadering Euronest, het forum voor het maatschappelijk middenveld van het Oostelijk Partnerschap en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in Moldavië,
– gezien de resultaten van het bezoek van de Commissie Buitenlandse zaken aan Moldavië op 3 en 4 april 2018,
– gezien de deskundigenstudies die in opdracht van de Commissie buitenlandse zaken zijn opgesteld, waaronder de studie over de herziening van de kiesstelsels van drie associatielanden in het oostelijk nabuurschap – Oekraïne, Georgië en Moldavië – en de gevolgen daarvan voor de politieke ontwikkelingen in deze landen, gepubliceerd op 26 oktober 2017[5], de Europese uitvoeringsbeoordeling van de associatieovereenkomsten tussen de EU en Moldavië, Georgië en Oekraïne, gepubliceerd op 28 juni 2018[6], en de vergelijkende studie over de ontwikkeling van een institutioneel kader voor de uitvoering van de associatieovereenkomsten in Georgië, Moldavië en Oekraïne, gepubliceerd in juli 2018[7],
– gezien artikel 52 van zijn Reglement en artikel 1, lid 1, onder e), van en bijlage 3 bij het besluit van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2002 betreffende de procedure inzake het verlenen van toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A8-0322/2018),
A. overwegende dat de politieke en economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië zijn verdiept in het kader van het Oostelijk Partnerschap en met name met de ondertekening, op 27 juni 2014, en de inwerkingtreding, op 1 juli 2016, van de associatieovereenkomst (AO) EU-Moldavië, die een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) omvat;
B. overwegende dat de AO is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, waaronder "[e]erbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden zoals deze zijn vastgesteld in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en gedefinieerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de Slotakte van Helsinki van 1975 van de Conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa van 1990";
C. overwegende dat Moldavië zich middels deze overeenkomst heeft verbonden tot ingrijpende binnenlandse hervormingen, op basis van het EU-recht en de EU-praktijk, op uiteenlopende terreinen, ter bevordering van goed bestuur, economische ontwikkeling en nauwere samenwerking met de EU; overwegende dat de EU ter ondersteuning van deze inspanningen heeft toegezegd om Moldavië substantiële financiële en begrotingsbijstand te verlenen, ten belope van 1,14 miljard EUR aan toegewezen middelen sinds 2007, plus financiering voor regionale programma's;
D. overwegende dat de DCFTA goederen en diensten uit Moldavië geprivilegieerde toegang biedt tot de EU-markt; overwegende dat de handel tussen de EU en Moldavië dankzij de DCFTA in 2017 met 20 % is toegenomen, tot 4 miljard EUR; overwegende dat de EU momenteel de grootste handelspartner van Moldavië is, goed voor 55 % van de totale handel; overwegende dat de EU ook de grootste investeerder in Moldavië is; overwegende dat de eerste cijfers met betrekking tot 2018 deze positieve trend bevestigen; overwegende dat het preferentiebenuttingspercentage van 90 % laat zien hoe profijtelijk de diepe en brede vrijhandelszone is voor Moldavische ondernemingen, werknemers en burgers; overwegende dat er vooruitgang is geboekt op uiterst belangrijke gebieden zoals sanitaire en fytosanitaire maatregelen, technische handelsbelemmeringen, douane en openbare aanbestedingen; overwegende dat er interne adviesgroepen zijn opgericht overeenkomstig de bepalingen van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling en dat deze tot nu toe drie keer zijn samengekomen;
E. overwegende dat de EU bovendien, in ruil voor hervormingen in Moldavië op het gebied van justitie en veiligheid, onder meer met betrekking tot corruptiebestrijding, in 2014 heeft ingestemd met visumvrij reizen naar het Schengengebied voor Moldavische burgers die een biometrisch paspoort bezitten; overwegende dat tijdens de eerste twee jaar dat deze regeling ten uitvoer werd gelegd, meer dan 1,5 miljoen Moldavische burgers gebruik hebben gemaakt van visumvrij reizen;
F. overwegende dat de EU herhaaldelijk haar bezorgdheid heeft geuit over de achteruitgang van de democratische normen ten gevolge van recente besluiten van de Moldavische overheid, zoals de ongeldigverklaring van de lokale verkiezingen in Chișinău in juni 2018, om dubieuze redenen en op niet-transparante wijze, de herziening van het kiesstelsel die in juli 2017 is aangenomen ondanks het negatieve advies het ODIHR en de Commissie van Venetië, het gebrek aan vooruitgang bij de vervolging van de verantwoordelijken voor de bankfraude ten belope van 1 miljard USD die in 2014 aan het licht is gebracht, en het toenemende aantal mensenrechtenschendingen, die met name gericht zijn tegen onafhankelijke rechters, journalisten en politieke tegenstanders;
G. overwegende dat de EU vanwege die ontwikkelingen in 2017 de laatste twee tranches van het begrotingssteunprogramma voor hervormingen van de justitiële sector niet heeft betaald omdat de Moldavische overheid zich onvoldoende heeft ingespannen voor de hervorming van deze sector, en in 2018 de betaling van de eerste tranche van de macrofinanciële bijstand heeft opgeschort wegens niet-naleving van de politieke voorwaarden bij het besluit van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017, waarin staat dat "als randvoorwaarde voor de toekenning van macrofinanciële bijstand geldt dat het begunstigde land doeltreffende democratische mechanismen eerbiedigt, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgt";
H. overwegende dat sinds deze besluiten ook recentere ontwikkelingen zorgwekkend waren, met name het in juli 2018 aangenomen pakket belastinghervormingen, dat een belastingamnestieregeling omvat die het risico op witwassen vergroot, en de toegenomen druk die wordt uitgeoefend op de oppositie en haar vreedzame demonstraties en op kleine, onafhankelijke mediakanalen, die moeite hebben om hun werkzaamheden nog te verrichten ondanks de aanneming van de nieuwe wet inzake audiovisuele media in juli 2018;
I. overwegende dat Transparency International Moldavië in zijn corruptieperceptie-index 2017 op de 122e plaats heeft gezet van 180 landen, samen met Azerbeidzjan en Mali; overwegende dat Moldavië op de wereldindex voor persvrijheid van Reporters Without Borders de 81e plaats inneemt van 180 landen, een daling ten opzichte van plaats 56 in 2014;
Algemene beginselen en gemeenschappelijke waarden
1. benadrukt het belang van de AO/DCFTA en neemt nota van de beperkte vooruitgang die Moldavië tot op heden heeft geboekt; benadrukt echter dat een volledige uitvoering van de AO/DCFTA, met name wat betreft politieke hervormingen, een topprioriteit moet zijn, waarmee een verdere verdieping van de betrekkingen tussen de EU en het land mogelijk wordt gemaakt, hetgeen alle Moldavische burgers ten goede komt, en waarmee meer perspectief wordt geboden met betrekking tot het Oostelijk Partnerschap-plus-beleid (EaP+-beleid) als voorgestaan door het Parlement;
2. prijst de moedige actoren voor positieve veranderingen in Moldavië, met name degenen die naar aanleiding van de bankfraude ten belope van 1 miljard USD (12 % van het bbp) in 2014 het voortouw nemen bij de inspanningen om de bankensector te hervormen, die volgens de EU en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moeten worden voortgezet; is verheugd dat het IMF in juli 2018 een positieve evaluatie heeft gemaakt van de uitvoering van het door het IMF ondersteunde programma; roept Moldavische politici en de Moldavische rechterlijke macht in zijn geheel op om zich bij deze inspanningen aan te sluiten om, in overeenstemming met de toezeggingen in de AO, het land te hervormen en corruptie te bestrijden, aangezien een gebrek aan politieke wil een van de voornaamste knelpunten voor geloofwaardige hervormingen is; roept alle politieke krachten op om een constructieve dialoog te voeren in het belang van het land;
3. drukt zijn ernstige bezorgdheid uit over de verslechterende houding ten opzichte van democratische normen in Moldavië, waarbij de kernwaarden die Moldavië met name in het kader van de AO heeft onderschreven, zoals democratie – met inbegrip van eerlijke en transparante verkiezingen waarbij de wil van de burgers wordt gerespecteerd en een democratisch meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat – met inbegrip van een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht – worden ondermijnd doordat de regerende politieke leiders in geheime verstandhouding staan met de zakenwereld en geen tegenstand krijgen van een groot deel van de wetgevende en rechterlijke macht, waardoor de Republiek Moldavië wordt gegijzeld door oligarchische belangen en de economische en politieke macht in handen is van een kleine groep mensen die invloed uitoefenen op het parlement, de regering, politieke partijen, de overheidsdiensten, de politie, de rechterlijke macht en de media, wat er toe leidt dat de wetgeving op zeer onbevredigende wijze ten uitvoer wordt gelegd en nauwelijks ten goede komt aan de burgers; herhaalt dat het vastberaden is te focussen op de nakoming van de toezeggingen om de gemeenschappelijke waarden te respecteren en niet te zwichten voor ongeloofwaardige zogenaamde geopolitieke argumenten;
4. betreurt de opzettelijke schending van de politieke voorwaarden met betrekking tot democratische normen in Moldavië, met name de recente wijzigingen in de nationale kieswetgeving, waarbij geen gevolg is gegeven aan een aantal van de voornaamste aanbevelingen in het gezamenlijk advies van het ODHIR en de Commissie van Venetië, alsook de schorsing van Dorin Chirtoacă als burgemeester van Chișinău en de ongeldigverklaring van de verkiezing van Andrei Năstase, die de EU ertoe hebben gebracht de uitbetaling van macrofinanciële bijstand en openstaande betalingen van begrotingssteun op te schorten;
5. blijft op zijn standpunt dat er pas over de toekomstige uitbetaling van macrofinanciële bijstand mag worden beslist na de voor februari 2019 geplande parlementsverkiezingen en op voorwaarde dat deze plaatsvinden in overeenstemming met internationaal erkende normen en worden beoordeeld door gespecialiseerde internationale instanties, en dat de uitbetaling uit alle begrotingsteunprogramma's moet worden opgeschort totdat er daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt op het vlak van democratische normen, met inbegrip van de hervorming van het rechtswezen en gerechtelijke stappen tegen de verantwoordelijken voor de bankfraude, in overeenstemming met de resolutie van het Europees Parlement van 5 juli 2018; vraagt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden ondertussen verder middelen te herbestemmen voor steun aan het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media in Moldavië, alsook aan de particuliere sector en lokale overheden, onder meer in het kader van nieuwe partnerschaps- en ontwikkelingsprojecten, bij voorkeur in coördinatie met bijstand van andere EU-landen, en de inspanningen te coördineren met andere organisaties zoals het IMF om meer samenhang te brengen in de voorwaardelijkheid van de financiële bijstand; wacht met terughoudendheid op de uitkomst van de herziening van de kieswet door de Juridische Commissie voor benoemingen en immuniteiten van het Moldavische parlement; vraagt de Europese Commissie een mechanisme te ontwikkelen om de hervormingen te monitoren, met duidelijke benchmarks;
6. herinnert aan de inhoud van de artikelen 2 en 455 van de AO, waarin wordt bepaald dat de eerbiediging van democratische beginselen een essentieel onderdeel van de AO vormt, hetgeen in geval deze worden geschonden ook kan leiden tot opschorting van de met deze overeenkomst samenhangende rechten; herhaalt dat er veel inspanningen nodig zijn om te blijven voldoen aan de benchmarks inzake corruptiebestrijding en witwassen; vraagt dat toekomstige overeenkomsten ook afhankelijk worden gemaakt van een hervorming van het rechtswezen en een grondig onderzoek naar en vervolging van degenen die verantwoordelijk zijn voor de fraude ten belope van 1 miljard USD; herinnert tevens aan de anticorruptie- en antiwitwasbenchmarks die aan het beleid van visumliberalisering verbonden zijn;
Het institutionele kader voor de uitvoering van de overeenkomst
7. is ingenomen met de aanneming van tal van wetten in overeenstemming met de toezeggingen die Moldavië in het kader van de AO heeft gedaan; onderstreept evenwel hoe belangrijk het is dat die wetten spoedig volledig ten uitvoer worden gelegd om het uiteindelijke doel te bereiken, namelijk dat de AO leidt tot een tastbare en duurzame verbetering van de levensomstandigheden van de gewone burgers in Moldavië;
8. dringt aan op een grotere betrokkenheid van het parlement, de premier en de minister van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie bij de politieke monitoring en controle op hoog niveau van de uitvoering van de AO, met name door een verdere stroomlijning van de desbetreffende parlementaire en overheidsstructuren en een versterking van hun administratieve capaciteit en de coördinatie en synchronisatie van de plannen van de vakministeries en de volledige en doeltreffende uitvoering ervan;
9. is ingenomen met de oprichting van de interparlementaire assemblee van Georgië, Moldavië en Oekraïne en met de eerste bijeenkomst, die op 8-9 juni 2018 in Kiev is gehouden; spoort deze assemblee aan om ook toe te zien op de uitvoering van de associatieovereenkomsten;
10. dringt er bij de Moldavische overheid op aan zich meer in te spannen voor de uitvoering van de AO en haar maatregelen – met name via het nationale actieplan voor de uitvoering van de AO zelf – te organiseren per specifieke sector en te behalen resultaten in plaats van per artikel van de AO, teneinde gedetailleerde prioriteiten en een volgorde voor de maatregelen vast te laten stellen door ter zake deskundige afdelingen op basis van effectbeoordelingen;
11. verzoekt de EDEO en de Commissie om, mits er vooruitgang wordt geboekt met democratische normen, een speciale EU-steungroep voor Moldavië op te zetten teneinde meer expertise te verstrekken, met name wat betreft de aanpassing van de Moldavische wetgeving aan de EU-wetgeving, en, als aan de voorwaarden is voldaan, de verlening van financiële bijstand aan Moldavië ter ondersteuning van de uitvoering van de AO te coördineren;
12. dringt er bij de EDEO en de Commissie op aan de interne capaciteit te vergroten om het toezicht op de uitvoering van de AO te verscherpen, met name door de desbetreffende personele middelen aanzienlijk uit te breiden en over te gaan tot een kwalitatieve beoordeling van de vooruitgang, met name door screeningprocessen in te voeren om te beoordelen in hoeverre de door de AO vereiste afstemming op het EU-acquis daadwerkelijk is gerealiseerd;
13. is ingenomen met de versterkte dialoog op ministersniveau met Moldavië en met andere geassocieerde partners over associatiegerelateerde hervormingen op handelsgebied, en steunt, mits er vooruitgang wordt geboekt met democratische normen, het opzetten van dergelijke dialogen op andere gebieden waarop de AO betrekking heeft, zoals politieke kwesties, justitie, vrijheid en veiligheid en sectorale samenwerking;
14. herinnert aan en steunt het advies van de Commissie van Venetië over de herziening van het kiesstelsel in Moldavië, dat luidt dat er (afgezien van de steun van de Democratische Partij en de Socialistische Partij) geen consensus bestaat over de overgang naar een gemengd kiesstelsel voor de parlementsverkiezingen en dat deze overgang zou kunnen leiden tot ongewenste beïnvloeding van kandidaten door zakelijke belangen; herhaalt daarom zijn oproep aan de Moldavische overheid om het kiesstelsel te verbeteren teneinde ervoor te zorgen dat toekomstige verkiezingen een afspiegeling zijn van de wil van de Moldavische burgers en niet slechts van een select gezelschap; verzoekt de Moldavische overheid de aanbevelingen van het ODIHR volledig ten uitvoer te leggen, met name wat partijfinanciering en vrije en pluriforme media betreft; herhaalt dat het bereid is waarnemer te zijn bij de volgende parlementsverkiezingen in Moldavië;
Politieke dialoog en hervorming, samenwerking op het gebied van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
15. is bezorgd over het feit dat de in juli 2018 aangenomen wet inzake audiovisuele mediadiensten nog op het laatste moment is gewijzigd zonder dat het maatschappelijk middenveld daarover is geraadpleegd; dringt er bij de Moldavische overheid op aan deze wet inzake volledig ten uitvoer te leggen overeenkomstig de Europese normen inzake vrije en pluriforme media, zoals als aanbevolen door de Europese Commissie en de Commissie van Venetië; benadrukt dat het belangrijk is dat het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media daarbij echt worden geraadpleegd en dat er een nieuwe reclamewet wordt aangenomen; benadrukt dat alle pogingen om de pluriformiteit van de media te ondermijnen, en met name om verdere kartelvorming in de mediawereld en de aanverwante reclamemarkt te stimuleren, moeten worden voorkomen; dringt er bij de Moldavische overheid op aan de nieuwe reclamewet aan te nemen na een echte raadpleging van het maatschappelijk middenveld; merkt met bezorgdheid op dat de media momenteel sterk gemonopoliseerd zijn en onderworpen zijn aan politieke en zakelijke belangen in Moldavië; vraagt dat media-eigendom transparant wordt gemaakt en dat onafhankelijke media, met name lokale kanalen, speciale steun krijgen zodat ze kunnen voldoen aan de bepalingen van de mediawet inzake verplichte lokale berichtgeving; benadrukt hoe belangrijk het is dat de regelgevende instantie op mediagebied echt onafhankelijk is;
16. is ingenomen met de inspanningen om het openbaar bestuur en het beheer van de overheidsfinanciën te hervormen en spoort aan tot verdere stappen om de transparantie te vergroten;
17. is verheugd over de goede samenwerking op het gebied van het GBVB en met name de hoge mate van afstemming op de GBVB-verklaringen, over de deelname aan missies en operaties van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), en over de samenwerking tussen Moldavië en de NAVO; stelt vast dat na de intrekking van de nationale veiligheidsstrategie door de president van Moldavië vooruitgang is geboekt met de vaststelling van een nieuwe nationale defensiestrategie en het nieuwe actieplan voor de uitvoering daarvan in de periode 2017-2021; is ingenomen met de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de EU en Moldavië inzake de uitwisseling van gerubriceerde informatie;
18. prijst de Moldavische overheid voor de toenemende verbetering van de betrekkingen met Tiraspol, met name door de uitvoering van vertrouwenwekkende maatregelen zoals het openen van de brug tussen Gura Bîcului en Bîcioc en het ondertekenen van zes extra protocollen, waardoor het leven van burgers aan beide kanten van de Dnjestr wordt vergemakkelijkt; herhaalt dat de EU resoluut opkomt voor en haar steun toezegt aan de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Moldavië en de inspanningen om de kwestie Transnistrië op vreedzame wijze op te lossen; steunt onvoorwaardelijke de inspanningen van de OVSE, de EU en andere stakeholders en moedigt de autoriteiten aan om met name samen te werken met kmo's uit Transnistrië, deze mate van betrokkenheid verder te verhogen en extra inspanningen te leveren om de mensenrechten te bevorderen en alle uitspraken van het EHRM na te leven; vraagt de Moldavische overheid meer inspanningen te leveren voor de tenuitvoerlegging van een gewijzigde wet inzake de speciale wettelijke status van Gagaoezië;
Rechtsstaat en goed bestuur
19. dringt er bij de autoriteiten op aan de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en doeltreffendheid te waarborgen van de rechterlijke macht en gespecialiseerde anticorruptie-instellingen, waaronder de hoge raad van aanklagers, het nationale anticorruptiecentrum, het anticorruptiebureau van het openbaar ministerie, de nationale integriteitsinstantie en het agentschap voor terugvordering van criminele vermogensbestanddelen, met name door voldoende middelen te blijven toewijzen om te zorgen voor transparante aanstellingsprocedures met deelname van onafhankelijke en deskundige recruiters, en grondwetswijzigingen aan te nemen in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië, met name om de initiële benoemingstermijn voor rechters van vijf jaar af te schaffen, de samenstelling van de hoge raad voor de magistratuur te veranderen en de rol ervan te versterken en het Moldavische parlement de bevoegdheid te ontnemen om rechters van het hooggerechtshof te benoemen; is ernstig bezorgd over de selectieve justitiële praktijk van de Moldavische rechterlijke macht en wijst erop dat zij volgens het recentste verslag van Transparency International slechts in beperkte mate onafhankelijk is van de uitvoerende macht en wordt gebruikt als instrument tegen politieke tegenstanders en zakelijke belangen; merkt op hoe belangrijk het is een goede staat van dienst op te bouwen wat betreft onderzoeken naar corruptiezaken, onder meer met betrekking tot hooggeplaatste personen;
20. is ingenomen met de in juli 2018 aangenomen wetswijzigingen met als doel rechters meer op basis van verdienste te selecteren en te bevorderen en meer verantwoording te laten afleggen;
21. herhaalt zijn oproepen naar aanleiding van het eerste en tweede rapport-Kroll – die volledig openbaar moeten worden gemaakt – om alle verantwoordelijken voor de in 2014 aan het licht gekomen bankfraude ten belope van 1 miljard USD spoedig en op transparante wijze te vervolgen en de gestolen vermogensbestanddelen terug te vorderen; neemt er nota van dat de Moldavische autoriteiten een strategie voor de terugvordering van vermogensbestanddelen hebben vastgesteld, maar stelt met bezorgdheid vast dat het onderzoek naar deze zaak op weinig doeltreffende wijze is gevoerd; benadrukt dat de rechtbanken concreet bewijsmateriaal niet meer mogen veronachtzamen en de hangende zaken en de zaken waarnaar onderzoek wordt gedaan, met name de zaak-Ilhan Shor, spoedig moeten behandelen in openbare hoorzittingen; benadrukt dat de politieke keuze om de banken met overheidsgeld te redden, het zware verlies aan vertrouwen in de Moldavische politiek nog heeft verergerd; vraagt de Raad persoonlijke sancties te overwegen en vraagt de desbetreffende EU-lidstaten bijstand te verlenen bij het onderzoek;
22. is bezorgd over het verhoogde risico op witwassen na de overhaaste aanneming in juli 2018 van het zogenoemde "pakket belastinghervormingen", dat een belastingamnestieregeling omvat waardoor illegaal verkregen vermogensbestanddelen kunnen worden gelegaliseerd; vraagt dat het pakket wordt gewijzigd om dergelijke achterdeurtjes te dichten en is intussen van plan nauwlettend toe te zien op de uitvoering ervan, in coördinatie met de Commissie, de EDEO en andere internationale organisaties;
23. benadrukt dat ook andere soorten georganiseerde misdaad moeten worden aangepakt en ontmoedigd, zoals wapensmokkel, mensenhandel en grootschalige witwaspraktijken, met name vanuit Rusland; wijst op de verantwoordelijkheid van rechters bij het handhaven van de rechtsstaat en benadrukt dat rechtmatig veroordeelde rechters hun straf moeten uitzitten;
24. vraagt om, naar het voorbeeld van Oekraïne, directe onlineraadpleging van de elektronische vermogensdeclaraties van belangrijke politici en bestuurders mogelijk te maken;
25. verzoekt de Moldavische autoriteiten internationale beginselen en best practices in acht te nemen om te zorgen voor een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld; onderstreept de essentiële rol van het maatschappelijk middenveld bij het monitoren van de uitvoering van hervormingen en bij het bevorderen van de transparantie en verantwoordingsplicht van openbare instellingen; verwacht met name dat er in de toekomst geen wetgeving wordt aangenomen die binnen- of buitenlandse financiering van Moldavische ngo's en maatschappelijke organisaties belemmert of die hun administratieve en rapportagelast onnodig verhoogt; betreurt dat de participatie van burgers in een aantal gevallen is beperkt, bijvoorbeeld toen de centrale kiesraad in maart 2018 het verzoek om een referendum te houden over wijzigingen in het kiesstelsel, verwierp;
Eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden
26. is bezorgd over tekenen die wijzen op een verdere inperking van de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in Moldavië, en vraagt de autoriteiten onverwijld een eind te maken aan onrechtmatige of onevenredige strafrechtelijke vervolging – soms op basis van valse beschuldigingen – van en selectieve rechtspleging tegen politieke tegenstanders, hun advocaten en/of hun families; hekelt het feit dat monitoring van processen door EU-lidstaten of door de EDEO-delegatie steeds meer wordt bemoeilijkt doordat rechtszaken achter gesloten deuren plaatsvinden; is met name bezorgd over rechtszaken tegen mensenrechtenactivisten, onafhankelijke rechters zoals Domnica Manole en Gheorghe Balan, journalisten en mensen die kritiek hebben op de regering of de voorzitter van de Democratische Partij van Moldavië, Vladimir Plahotniuc; dringt er bij de autoriteiten op aan het recht op een eerlijk proces en de eerbiediging van de mensenrechten in gevangenissen te garanderen; benadrukt dat er een effectief onderzoek moet worden gevoerd naar vermeende foltering in gevangenissen en psychiatrische instellingen; vraagt de autoriteiten ook de vrijheid van vergadering en meningsuiting te waarborgen, en met name het recht om vreedzame demonstraties te houden, en dit grondrecht strikt te eerbiedigen in overeenstemming met de internationale normen;
27. is verheugd dat er in 2017 een nieuwe nationale strategie voor gendergelijkheid is aangenomen en vraagt de autoriteiten deze volledig ten uitvoer te leggen;
28. vraagt de autoriteiten de inspanningen om de mensenrechten en fundamentele vrijheden te beschermen, met name waar het kwetsbare groepen betreft, te intensiveren door haatzaaien, geweld, sociale uitsluiting en discriminatie – die nog steeds zeer zorgwekkend zijn – jegens LGBTQI-personen, personen met een handicap en minderheden zoals de Roma-bevolking, alsook haatzaaien en discriminatie op basis van geslacht of politieke overtuiging, te bestrijden;
29. veroordeelt ten stelligste de recente uitlevering/ontvoering van Turkse staatsburgers aan Turkije wegens hun vermeende banden met de Gülen-beweging, in strijd met de rechtsstaat en de fundamentele mensenrechten; dringt er bij de Moldavische overheid op aan ervoor te zorgen dat alle uitleveringsverzoeken van derde landen op transparante wijze worden behandeld volgens gerechtelijke procedures die volledig stroken met de Europese beginselen en normen;
Handel en economische samenwerking
30. is verheugd dat de Moldavische uitvoer naar de EU aanzienlijk is toegenomen als gevolg van de inwerkingtreding van de DCFTA en dat de EU de grootste investeerder in Moldavië is, maar betreurt dat dit niet heeft geleid tot een verbetering van de sociale en economische situatie van de burgers; waarschuwt dat het gebrek aan vooruitgang bij het verbeteren van de levensstandaard van de bevolking de acceptatie door de bevolking van een pro-Europese richting voor het land in gevaar brengt;
31. benadrukt het belang van een onafhankelijke rechterlijke macht en van corruptiebestrijding, alsook van een vermindering van de administratieve en bureaucratische last om het investerings- en ondernemingsklimaat te verbeteren;
32. spoort aan tot verdere vooruitgang op het gebied van sanitaire en fytosanitaire normen en bescherming van geografische aanduidingen;
33. vraagt om een doeltreffende naleving van bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling en internationale verbintenissen, en in het bijzonder om een correcte tenuitvoerlegging van de voornaamste IAO-verdragen.
34. beschouwt de afstemming van de regelgeving op het EU-acquis als de belangrijkste dimensie van de DCFTA, omdat daadwerkelijke toegang tot de EU-markt en hervormingen sterk afhangen van de correcte tenuitvoerlegging en handhaving van de betreffende wetgeving; is er zich van bewust dat dit een aanzienlijke uitdaging vormt voor het bestuur, de instellingen en de overheidsdiensten in Moldavië, en moedigt de Commissie aan om adequate technische en financiële steun te verlenen;
Energie en andere samenwerkingsgebieden
35. is ingenomen met de uitvaardiging van de energiewet in 2017 als verdere stap in de omzetting van het derde energiepakket, en spoort ertoe aan concrete stappen te nemen om de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie voor energie ANRE te waarborgen; stelt vast dat Moldavië inspanningen heeft geleverd om hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie te bevorderen, en acht het van cruciaal belang dat agro-ecologische landbouwmethoden in het kader van duurzame plattelandsontwikkeling worden bevorderd;
36. vraagt om meer vastberaden maatregelen op het gebied van milieubescherming, met name met betrekking tot het beheer van water uit de Dnjestr, afvalbeheer en klimaatverandering, vooral wat betreft de tenuitvoerlegging en coördinatie van de wetgeving;
Institutionele bepalingen
37. vraagt de EU, de lidstaten en Moldavië nog meer aan voorlichting te doen over de uitvoering van de AO en de verwachte voordelen van de betreffende hervormingen en nauwe integratie met de EU voor de burgers van Moldavië; wijst erop dat Russische desinformatie moet worden bestreden door middel van op feiten gebaseerde, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige informatie in de voornaamste talen die in Moldavië worden gebruikt;
38. herhaalt zijn voornemen om het toezicht op de uitvoering van internationale overeenkomsten met de oostelijke partners van de EU op te schroeven; dringt er nogmaals bij de Commissie en de EDEO op aan vaker en gedetailleerder schriftelijk verslag uit te brengen aan het Parlement en de Raad over de uitvoering van deze overeenkomsten;
39. is van mening dat het nuttig is om de Moldavische autoriteiten al in de fase van de opstelling van de betreffende wetgeving te betrekken, aangezien het proces daardoor inclusiever wordt en de omzettingskosten voor Moldavië worden verminderd, en vraagt de Commissie ten volle gebruik te maken van de voorafgaande raadplegingen;
40. merkt op dat in de evaluatie van de uitvoering van de DCFTA sterk wordt gefocust op handelsstromen en handelsbelemmeringen; verzoekt de Commissie de uitvoering van de diepe en brede vrijhandelszone op passende wijze te monitoren en te beoordelen en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan de omzetting en tenuitvoerlegging van het acquis, alsook aan het effect op de Moldavische samenleving, en een openbaar en volledig jaarverslag op te stellen, onder meer over de door de EU verstrekte technische en financiële steun;
41. vraagt de EDEO en de Commissie alle jaarlijkse uitvoeringsverslagen over de associatie op hetzelfde moment te publiceren en tegelijkertijd een vergelijkende evaluatie te publiceren van de voortgang bij de uitvoering van de AO/DCFTA door elk van de associatiepartners ten opzichte van specifieke benchmarks;
42. is voornemens jaarlijkse verslagen op te stellen over de uitvoering van de associatieovereenkomsten;
°
° °
43. verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de Europese Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, alsook aan de president, de regering en het parlement van de Republiek Moldavië.
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0303.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0440.
- [3] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0283.
- [4] PB C 11 van 12.1.2018, blz. 82.
- [5] Studie getiteld "The electoral reforms in three association countries of the Eastern Neighbourhood – Ukraine, Georgia and Moldova", Europees Parlement, 26 oktober 2017.
- [6] Europese uitvoeringsbeoordeling getiteld "Association agreements between the EU and Moldova, Georgia and Ukraine", Europees Parlement, 28 juni 2018.
- [7] Studie getiteld "The Development of an Institutional Framework for the Implementation of the Association Agreements in Georgia, Moldova and Ukraine", Europees Parlement, juli 2018.
ADVIES van de Commissie internationale handel (21.6.2018)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië
(2017/2281(INI))
Rapporteur voor advies: David Martin
SUGGESTIES
De Commissie internationale handel verzoekt de bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
A. overwegende dat er sinds 2014 sprake is van een diepe en brede vrijhandelszone EU-Moldavië;
B. overwegende dat de export vanuit Moldavië naar de EU met meer dan 15 % is toegenomen sinds de diepe en brede vrijhandelszone in werking is getreden en dat Moldavië momenteel voor 66 % van zijn export van de EU afhankelijk is;
C. overwegende dat het preferentiebenuttingspercentage van 90 % laat zien hoe profijtelijk de diepe en brede vrijhandelszone voor Moldavische ondernemingen, werknemers en burgers is;
D. overwegende dat de effectieve tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelszone afhankelijk is van de voortgaande inspanningen van het land om de hervormingen op het vlak van rechtsstaat, bestuur, institutionele capaciteit en openbare administratie, met inbegrip van met handel samenhangende gebieden, op te voeren;
E. overwegende dat vooruitgang is geboekt op uiterst belangrijke gebieden zoals sanitaire en fytosanitaire maatregelen, technische handelsbelemmeringen, douane en openbare aanbestedingen;
F. overwegende dat interne adviesgroepen zijn opgericht overeenkomstig de bepalingen van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling en dat deze tot nu toe drie keer zijn samengekomen;
1. is verheugd over de aanzienlijke toename van de invoer vanuit Moldavië naar de EU ten gevolge ven de inwerkingtreding van de diepe en brede vrijhandelszone; wijst erop dat de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst een motor van economische diversificatie moet zijn, en moedigt de Commissie dan ook aan om Moldavië te ondersteunen bij het in kaart brengen van de belangrijkste gebieden die voorrang moeten krijgen bij de uitvoering van de DCFTA; is van mening dat de dimensie van handelsliberalisering zorgvuldig moet worden beheerd teneinde de kosten zo laag mogelijk en de voordelen voor Moldavië zo hoog mogelijk te houden;
2. is ingenomen met de schepping van ongeveer 1 500 banen door middel van steun aan kleine bedrijven en wijst er nogmaals op dat de kleine en middelgrote ondernemingen en starters blijvend gestimuleerd moeten worden, in het bijzonder gezien hun belangrijke bijdrage aan de economische groei, werkgelegenheid, innovatie en ondernemingscreativiteit;
3. onderstreept dat er met de diepe en brede vrijhandelszone uiteindelijk naar wordt gestreefd de levensomstandigheden van de Moldavische burgers op tastbare en duurzame wijze te verbeteren aangezien het land nog steeds een van de armste van Europa is, en dringt er derhalve bij de autoriteiten op aan om doeltreffende hervormingen door te voeren ter verbetering van de levensstandaard;
4. verwacht dat Moldavië de hervormingen voortzet, en dit niet alleen op rechtstreeks met handel samenhangende gebieden, zoals herstructurering van de financiële sector en de energiesector, maar ook op het gebied van de rechtsstaat, de overheid, de justitiële sector, het beheer en de doeltreffendheid van openbare middelen, vrijheid van de media, gendergelijkheid en emancipatie van vrouwen, en versterkte corruptiebestrijding; herinnert eveneens aan het belang van de daadwerkelijke uitvoering van recent ingevoerde hervormingen en juridische instrumenten; roept op tot concrete maatregelen in alle genoemde sectoren in overeenstemming met de verwachtingen die werden benadrukt in de resolutie van het Parlement over macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië[1], waarin wordt verwezen naar de verschillende debatten over de situatie in Moldavië en de pleidooien van het Parlement voor transparante hervormingsinspanningen en strikte voorwaarden gekoppeld aan tastbare resultaten op gebieden die verbetering behoeven; prijst het besluit tot omzetting van de antiwitwasrichtlijn van de EU;
5. beschouwt harmonisatie van de regelgeving met het acquis van de EU als de belangrijkste dimensie van de diepe en brede vrijhandelszone, omdat daadwerkelijke toegang tot de EU-markt en hervorming sterk afhangen van de juiste tenuitvoerlegging en handhaving van de desbetreffende wetgeving; is er zich van bewust dat dit een aanzienlijke uitdaging vormt voor het bestuur, de instellingen en de openbare administratie in Moldavië en spoort de Commissie aan om adequate technische en financiële steun te verlenen; dringt er bij de Commissie op aan om na te denken over de oprichting van een ondersteuningsgroep voor Moldavië, zoals degene die werd opgericht voor Oekraïne;
6. is van mening dat de praktijk om de Moldavische autoriteiten te betrekken vanaf het moment van het opstellen van de relevante wetgeving nuttig is aangezien hierdoor het proces inclusiever wordt en de omzettingskosten voor Moldavië worden verminderd, en verzoekt de Commissie ten volle gebruik te maken van de voorafgaande raadplegingen;
7. onderstreept de sleutelrol van de interne adviesgroepen bij het toezicht op de diepe en brede vrijhandelszone en herinnert eraan dat toereikende financiering en een evenwichtige vertegenwoordiging van het maatschappelijk middenveld door de partijen moet worden gewaarborgd;
8. merkt op dat de evaluatie van de uitvoering van de diepe en brede vrijhandelszone sterk gericht is op handelsstromen en handelsbelemmeringen; verzoekt de Commissie om op passende wijze toe te zien op de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelszone en deze te beoordelen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de omzetting en tenuitvoerlegging van het acquis, alsmede aan de gevolgen voor de Moldavische samenleving, en een openbaar en volledig jaarverslag op te stellen, onder meer over de door de EU verstrekte technische en financiële steun;
9. dringt aan op doeltreffende naleving van bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling en internationale verbintenissen, en in het bijzonder de correcte uitvoering van de belangrijkste IAO-verdragen.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
21.6.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
31 3 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
William (The Earl of) Dartmouth, Laima Liucija Andrikienė, Tiziana Beghin, Salvatore Cicu, Santiago Fisas Ayxelà, Eleonora Forenza, Nadja Hirsch, Yannick Jadot, France Jamet, Elsi Katainen, Patricia Lalonde, Danilo Oscar Lancini, Bernd Lange, David Martin, Emmanuel Maurel, Anne-Marie Mineur, Sorin Moisă, Alessia Maria Mosca, Franck Proust, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Tokia Saïfi, Adam Szejnfeld |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Goffredo Maria Bettini, Reimer Böge, Klaus Buchner, Dita Charanzová, Danuta Maria Hübner, Sajjad Karim, Sander Loones |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Czesław Hoc, John Howarth, Dietmar Köster, Kosma Złotowski |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
31 |
+ |
|
ALDE |
Dita Charanzová, Nadja Hirsch, Elsi Katainen, Patricia Lalonde |
|
ECR |
Czesław Hoc, Sajjad Karim, Sander Loones |
|
EFDD |
Tiziana Beghin, William (The Earl of) Dartmouth |
|
GUE/NGL |
Eleonora Forenza, Lola Sánchez Caldentey |
|
PPE |
Laima Liucija Andrikienė, Reimer Böge, Salvatore Cicu, Santiago Fisas Ayxelà, Danuta Maria Hübner, Sorin Moisă, Franck Proust, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Tokia Saïfi, Adam Szejnfeld |
|
S&D |
Goffredo Maria Bettini, John Howarth, Dietmar Köster, Bernd Lange, David Martin, Emmanuel Maurel, Alessia Maria Mosca, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández |
|
VERTS/ALE |
Klaus Buchner, Yannick Jadot |
|
3 |
- |
|
ENF |
France Jamet, Danilo Oscar Lancini |
|
GUE/NGL |
Anne-Marie Mineur |
|
1 |
0 |
|
ECR |
Kosma Złotowski |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0283.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
9.10.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
31 5 17 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Michèle Alliot-Marie, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Goffredo Maria Bettini, Victor Boştinaru, Klaus Buchner, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Georgios Epitideios, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Wajid Khan, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Ramona Nicole Mănescu, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Clare Moody, Javier Nart, Pier Antonio Panzeri, Ioan Mircea Paşcu, Tonino Picula, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Michel Reimon, Sofia Sakorafa, Jean-Luc Schaffhauser, Jordi Solé, Dobromir Sośnierz, Dubravka Šuica, Charles Tannock, László Tőkés, Ivo Vajgl, Anders Primdahl Vistisen, Boris Zala |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Ana Gomes, Andrzej Grzyb, Norica Nicolai, Gilles Pargneaux, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Helmut Scholz, Igor Šoltes, Bodil Valero, Marie-Christine Vergiat, Željana Zovko |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Ivan Štefanec |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
31 |
+ |
|
ALDE |
Petras Auštrevičius, Javier Nart, Jozo Radoš, Ivo Vajgl |
|
ECR |
Charles Tannock, Anders Primdahl Vistisen |
|
EFDD |
Fabio Massimo Castaldo |
|
PPE |
Michèle Alliot-Marie, Lorenzo Cesa, Andrzej Grzyb, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, David McAllister, Ramona Nicole Mănescu, Francisco José Millán Mon, Cristian Dan Preda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Ivan Štefanec, Dubravka Šuica, László Tőkés, Željana Zovko |
|
S&D |
Francisco Assis, Ana Gomes |
|
VERTS/ALE |
Klaus Buchner, Barbara Lochbihler, Michel Reimon, Jordi Solé, Igor Šoltes, Bodil Valero |
|
5 |
- |
|
ALDE |
Norica Nicolai |
|
ENF |
Jean-Luc Schaffhauser |
|
NI |
Georgios Epitideios, Dobromir Sośnierz |
|
S&D |
Ioan Mircea Paşcu |
|
17 |
0 |
|
GUE/NGL |
Javier Couso Permuy, Sabine Lösing, Sofia Sakorafa, Helmut Scholz, Marie-Christine Vergiat |
|
S&D |
Goffredo Maria Bettini, Victor Boştinaru, Andi Cristea, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Wajid Khan, Arne Lietz, Clare Moody, Pier Antonio Panzeri, Gilles Pargneaux, Tonino Picula, Boris Zala |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding