VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 wat betreft de regels die van toepassing zijn op de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen

29.10.2018 - (COM(2017)0571 – C8-0326/2017 – 2017/0245(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Tanja Fajon


Procedure : 2017/0245(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0356/2018
Ingediende teksten :
A8-0356/2018
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 wat betreft de regels die van toepassing zijn op de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen

(COM(2017)0571 – C8-0326/2017 – 2017/0245(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0571),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0326/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de bijdragen die de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden, de Tsjechische Senaat, het Griekse parlement, het Spaanse parlement en het Portugese parlement hebben ingediend over het ontwerp van wetgevingshandeling,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0356/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1)  De totstandbrenging van een ruimte waarin het vrije verkeer van personen over binnengrenzen is gegarandeerd, is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Unie. Het waarborgen van de normale werking en het versterken van die ruimte, die gebaseerd is op vertrouwen en solidariteit, moet een gezamenlijke doelstelling zijn van de Unie en de lidstaten die zich ertoe hebben verbonden eraan deel te nemen. Daarnaast is het noodzakelijk om, wanneer zich een situatie voordoet die een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in die ruimte of in delen daarvan, gezamenlijk op te treden, door in uitzonderlijke omstandigheden en als uiterste maatregel tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen toe te staan, en de samenwerking tussen de betrokken lidstaten te versterken.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  In een ruimte van vrij verkeer van personen moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. Binnengrenstoezicht mag alleen opnieuw worden ingevoerd als uiterste middel, voor een beperkte termijn en voor zover dat toezicht noodzakelijk is en evenredig met de vastgestelde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.

(1)  In een ruimte van vrij verkeer van personen moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. Aangezien de tijdelijke herinvoering van binnengrenstoezicht gevolgen heeft voor het vrije verkeer van personen, mag herinvoering alleen plaatsvinden als uiterste middel, voor een beperkte termijn en voor zover dat toezicht noodzakelijk is en evenredig met de vastgestelde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. Een dergelijke maatregel moet worden ingetrokken zodra de redenen die geleid hebben tot de vaststelling ervan wegvallen.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Migratie en het overschrijden van buitengrenzen door een groot aantal onderdanen van derde landen moet niet per definitie worden gezien als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  De vastgestelde ernstige bedreigingen kunnen met verschillende maatregelen worden aangepakt, naargelang hun aard en omvang. De lidstaten beschikken ook over politiebevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)8, die onder bepaalde voorwaarden in de grensgebieden kan worden uitgeoefend. De aanbeveling van de Commissie inzake evenredige politiecontroles en politiële samenwerking in het Schengengebied9 biedt de lidstaten richtsnoeren op dat gebied.

(2)  De vastgestelde ernstige bedreigingen kunnen met verschillende maatregelen worden aangepakt, naargelang hun aard en omvang. Hoewel het duidelijk is dat politiebevoegdheid een ander karakter heeft en andere doelstellingen dient dan grenstoezicht, beschikken de lidstaten ook over politiebevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)8, die onder bepaalde voorwaarden in de grensgebieden kan worden uitgeoefend. De aanbeveling van de Commissie inzake evenredige politiecontroles en politiële samenwerking in het Schengengebied9 biedt de lidstaten richtsnoeren op dat gebied.

__________________

__________________

8 PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.

8 PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.

9 C(2017) 3349 final van 12.5.2017.

9 C(2017) 3349 final van 12.5.2017.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  De lidstaten moeten voorrang geven aan alternatieve maatregelen voordat zij overgaan tot herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen. Met name moet de betrokken lidstaat op basis van een risicobeoordeling, wanneer dit noodzakelijk en gerechtvaardigd is, overwegen om op zijn grondgebied, met inbegrip van grensgebieden en belangrijke vervoersverbindingen, doeltreffender of intensiever politiecontroles uit te voeren, en er daarbij voor zorgen dat deze politiecontroles geen grenstoezicht tot doel hebben. Moderne technologieën kunnen helpen bij het aanpakken van bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. De lidstaten moeten beoordelen of de situatie op passende wijze kan worden aangepakt door middel van intensievere grensoverschrijdende samenwerking, zowel vanuit operationeel oogpunt als wat betreft de informatie-uitwisseling tussen de politie en inlichtingendiensten.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  De ervaring heeft echter uitgewezen dat bepaalde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, zoals grensoverschrijdende terroristische dreigingen of specifieke gevallen van secundaire bewegingen van irreguliere migranten in de Unie, die de herinvoering van grenstoezicht rechtvaardigden, ook lang na het verstrijken van bovengenoemde termijn kunnen blijven bestaan. Het is derhalve nodig en gerechtvaardigd om de voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht geldende termijnen aan de huidige behoeften aan te passen, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat deze maatregel niet wordt misbruikt en een uitzondering blijft, die alleen als uiterste middel kan worden gebruikt. Daartoe moet de algemene termijn die op grond van artikel 25 van de Schengengrenscode van toepassing is, worden verlengd tot een jaar.

(4)  De ervaring heeft echter uitgewezen dat het zelden nodig is opnieuw grenstoezicht aan de binnengrenzen in te voeren voor een periode van meer dan twee maanden. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan het voorkomen dat bepaalde ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid blijven bestaan na het verstrijken van de maximumtermijn van zes maanden die momenteel voor herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen is toegestaan. Het is derhalve noodzakelijk om de voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht geldende termijnen aan te passen, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat deze maatregel niet wordt misbruikt en een uitzondering blijft, die alleen als uiterste middel kan worden gebruikt.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Elke afwijking van het grondbeginsel van het vrije verkeer van personen moet restrictief worden opgevat en het begrip openbare orde veronderstelt dat er sprake is van een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging die een fundamenteel belang van de samenleving aantast.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Om te waarborgen dat het binnengrenstoezicht een uitzondering blijft, moeten de lidstaten een risicobeoordeling betreffende de voorgenomen herinvoering van grenstoezicht of de verlenging daarvan overleggen. Bij de risicobeoordeling moet in het bijzonder worden nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, moet worden aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is en moet worden uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. Ingeval het grenstoezicht langer dan zes maanden duurt, moet in de risicobeoordeling ook retrospectief de doeltreffendheid van het opnieuw ingevoerde grenstoezicht voor de aanpak van de vastgestelde bedreiging worden aangetoond en in detail worden uitgelegd hoe met elke door dergelijke verlenging getroffen aangrenzende lidstaat werd overlegd en hoe deze lidstaten zijn betrokken bij het bepalen van de minst belastende operationele regelingen.

(5)  Om te waarborgen dat het binnengrenstoezicht alleen als uiterste middel wordt heringevoerd en een uitzondering blijft, moeten de lidstaten een risicobeoordeling betreffende de voorgenomen verlenging van het grenstoezicht voor meer dan twee maanden overleggen. Bij de risicobeoordeling moet in het bijzonder worden nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, moet worden aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is, met name door aan te tonen dat alternatieve maatregelen onvoldoende zijn gebleken of onvoldoende worden geacht, en moet worden uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. In de risicobeoordeling moeten ook retrospectief de efficiëntie en de doeltreffendheid van het opnieuw ingevoerde grenstoezicht voor de aanpak van de vastgestelde bedreiging worden aangetoond en in detail worden uitgelegd hoe met elke door dergelijke verlenging getroffen aangrenzende lidstaat werd overlegd en hoe deze lidstaten zijn betrokken bij het bepalen van de minst belastende operationele regelingen. De lidstaten moeten de mogelijkheid houden om waar nodig alle verstrekte informatie of delen daarvan te rubriceren.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Wanneer herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt voorgesteld in verband met specifieke geplande evenementen van uitzonderlijke aard en duur, zoals sportevenementen, moet de periode van herinvoering van dit toezicht zeer nauwkeurig worden omschreven, afgebakend zijn, en gekoppeld zijn aan de werkelijke duur van het evenement.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  De kwaliteit van de door de lidstaat overgelegde risicobeoordeling zal van groot belang zijn voor de beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol moeten bij deze beoordeling worden betrokken.

(6)  De kwaliteit van de door de lidstaat overgelegde risicobeoordeling zal van groot belang zijn voor de beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap, Europol, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten moeten bij deze beoordeling worden betrokken.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  De bevoegdheid van de Commissie om overeenkomstig artikel 27, lid 4, van de Schengengrenscode advies uit te brengen, moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe verplichtingen voor de lidstaten in verband met de risicobeoordeling, inclusief de samenwerking met de betrokken lidstaten. Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen langer dan zes maanden duurt, dient de Commissie verplicht advies uit te brengen. Ook de in artikel 27, lid 5, van de Schengengrenscode bedoelde overlegprocedure moet worden gewijzigd om rekening te houden met de rol van de agentschappen (Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol), met de klemtoon op de praktische uitvoering van diverse aspecten van de samenwerking tussen de lidstaten, met inbegrip van, in voorkomend geval, de coördinatie van verschillende maatregelen aan beide zijden van de grens.

(7)  De in artikel 27, lid 5, van de Schengengrenscode bedoelde overlegprocedure moet worden gewijzigd om rekening te houden met de rol van de agentschappen van de Unie, met de klemtoon op de praktische uitvoering van diverse aspecten van de samenwerking tussen de lidstaten.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Om de herziene regels beter af te stemmen op de uitdagingen in verband met aanhoudende ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, moet een specifieke mogelijkheid worden geboden tot verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor meer dan één jaar. Samen met een dergelijke verlenging moeten ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke nationale maatregelen worden getroffen, zoals de afkondiging van de noodtoestand. In elk geval mag een dergelijke mogelijkheid niet leiden tot een verdere verlenging van het tijdelijke toezicht aan de binnengrenzen tot meer dan twee jaar.

(8)  Om de herziene regels beter af te stemmen op de uitdagingen in verband met aanhoudende ernstige bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, moet een specifieke mogelijkheid worden geboden tot verlenging, bij wijze van uitzondering, van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor meer dan zes maanden. Samen met een dergelijke verlenging moeten ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke nationale maatregelen worden getroffen, zoals de afkondiging van de noodtoestand. In elk geval mag een dergelijke mogelijkheid niet leiden tot een verdere verlenging van het tijdelijke toezicht aan de binnengrenzen tot meer dan één jaar.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  De noodzaak en evenredigheid van de herinvoering van binnengrenstoezicht dient te worden afgewogen tegen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die tot deze herinvoering noopt; dit geldt ook voor andere maatregelen die op nationaal of Unieniveau of op beide niveaus zouden kunnen worden getroffen, en de gevolgen van dergelijk toezicht voor het vrije verkeer van personen binnen de ruimte zonder binnengrenstoezicht dienen in de afweging te worden meegewogen.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  De verwijzing naar artikel 29 in artikel 25, lid 4, moet worden gewijzigd met het oog op de verduidelijking van de verhouding tussen de termijnen die van toepassing zijn op grond van artikel 29 en artikel 25 van de Schengengrenscode.

Schrappen

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  De mogelijkheid om tijdelijk binnengrenstoezicht uit te oefenen als reactie op een specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die langer dan een jaar aanhoudt, moet aan een specifieke procedure worden onderworpen.

(10)  De mogelijkheid om tijdelijk binnengrenstoezicht uit te oefenen als reactie op een specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid die langer dan zes maanden aanhoudt, moet aan een specifieke procedure worden onderworpen, waaraan een aanbeveling van de Raad ten grondslag moet liggen.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Daartoe moet de Commissie advies uitbrengen over de noodzaak en de evenredigheid van een dergelijke verlenging en, in voorkomend geval, over de samenwerking met de aangrenzende lidstaten.

(11)  Daartoe moet de Commissie advies uitbrengen over de noodzaak en de evenredigheid van een dergelijke verlenging. Het Europees Parlement moet onverwijld van de voorgestelde verlenging in kennis worden gesteld. De betrokken lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om bij de Commissie opmerkingen in te dienen, alvorens zij haar advies uitbrengt.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, een dergelijke buitengewone verdere verlenging aanbevelen en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten bepalen, om ervoor te zorgen dat het om een uitzonderlijke maatregel gaat, die slechts zo lang blijft gelden als nodig en gerechtvaardigd is, en consistent is met de maatregelen die ook op het nationale grondgebied zijn getroffen om dezelfde specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid aan te pakken. De aanbeveling van de Raad moet een voorwaarde zijn voor elke verdere verlenging na de periode van een jaar en dus van dezelfde aard zijn als die waarin artikel 29 reeds voorziet.

(13)  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, een dergelijke buitengewone verdere verlenging aanbevelen en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten vaststellen, om ervoor te zorgen dat het om een uitzonderlijke maatregel gaat, die slechts zo lang blijft gelden als nodig en gerechtvaardigd is, en consistent is met de maatregelen die ook op het nationale grondgebied zijn getroffen om dezelfde specifieke bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid aan te pakken. De aanbeveling van de Raad moet een voorwaarde zijn voor elke verdere verlenging na de periode van zes maanden. De aanbeveling van de Raad moet onverwijld aan het Europees Parlement worden toegezonden.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis)  Maatregelen die in het kader van de specifieke procedure worden genomen wanneer de algemene werking van de ruimte zonder binnengrenstoezicht in gevaar is als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden, mogen niet worden verlengd op grond van of gecombineerd met maatregelen die worden genomen in het kader van een andere procedure voor de herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht uit hoofde van Verordening (EU) 2016/399.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter)  Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat een van de krachtens de Verdragen op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, moet de Commissie, als hoedster van de Verdragen toeziend op de toepassing van het Unierecht, overeenkomstig artikel 258 passende maatregelen nemen. Een van de maatregelen die zij kan nemen is de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 25 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uitzondering aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren, gedurende een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen, dan wel voor de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging, indien deze langer is dan dertig dagen, maar niet langer dan zes maanden. De omvang en de duur van het tijdelijk heringevoerde grenstoezicht aan de binnengrenzen blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de ernstige bedreiging te kunnen reageren.

1.  Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uitzondering aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren als uiterste middel. De omvang en de duur van het tijdelijk heringevoerde grenstoezicht aan de binnengrenzen blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de ernstige bedreiging te kunnen reageren.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 25 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt slechts als uiterste middel en in overeenstemming met de artikelen 27, 27 bis, 28 en 29 heringevoerd. Wanneer wordt overwogen het grenstoezicht aan de binnengrenzen krachtens respectievelijk artikel 27, 27 bis, 28 of 29 opnieuw in te voeren, wordt in elk geval rekening gehouden met de in artikel 26, respectievelijk artikel 30 bedoelde criteria.

Schrappen

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 25 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Indien de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in de betrokken lidstaat langer duurt dan de in lid 1 bedoelde periode, kan die lidstaat, rekening houdend met de in artikel 26 vermelde criteria en overeenkomstig artikel 27, het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen op de in lid 1 genoemde gronden, en rekening houdend met nieuwe elementen, verlengen met hernieuwbare perioden die overeenstemmen met de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging en niet langer zijn dan zes maanden.

Schrappen

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 25 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wordt ingevoerd, duurt met inbegrip van de verlengingen overeenkomstig lid 3 niet langer dan een jaar.

Schrappen

In de in artikel 27 bis bedoelde uitzonderlijke gevallen kan die totale periode overeenkomstig dat artikel verder worden verlengd met maximaal twee jaar.

 

In de in artikel 29 bedoelde uitzonderlijke omstandigheden kan de totale periode overeenkomstig lid 1 van dat artikel worden verlengd met maximaal twee jaar."

 

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 26

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 bis)  Artikel 26 wordt vervangen door:

Artikel 26

"Artikel 26

Criteria voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen

Criteria voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen

Indien een lidstaat besluit tot tijdelijke herinvoering, als uiterste middel, van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan, of tot verlenging van dergelijke herinvoering, overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, lid 1, beoordeelt de lidstaat in hoeverre een dergelijke maatregel de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kan verhelpen, en of de maatregel tot die bedreiging in verhouding staat. Bij een dergelijke beoordeling houdt de lidstaat in het bijzonder rekening met het volgende:

Voordat een lidstaat besluit tot tijdelijke herinvoering, als uiterste middel, van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan, of tot verlenging van een dergelijke tijdelijke herinvoering, beoordeelt de lidstaat:

 

a) of de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kan verhelpen;

 

b) of andere maatregelen dan de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zoals nauwere grensoverschrijdende politiële samenwerking of intensievere politiecontroles, de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kunnen verhelpen;

 

c) of de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen tot die bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in verhouding staat, in het bijzonder rekening houdend met:

a) de verwachte gevolgen van de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, met name in geval van terroristische incidenten of bedreigingen, waaronder die welke uitgaan van georganiseerde criminaliteit;

i) de verwachte gevolgen van de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, met name in geval van terroristische incidenten of bedreigingen, waaronder die welke uitgaan van georganiseerde criminaliteit; en

b) de verwachte gevolgen van de maatregel op het vrije verkeer van personen in de ruimte zonder binnengrenstoezicht.

ii) de verwachte gevolgen van de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op het vrije verkeer van personen in de ruimte zonder binnengrenstoezicht.

 

Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder a), van oordeel is dat de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid niet voldoende kan verhelpen, gaat hij niet over tot herinvoering van binnengrenstoezicht.

 

Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder b), van oordeel is dat andere maatregelen dan de tijdelijke herinvoering van binnengrenstoezicht de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kunnen verhelpen, gaat hij niet over tot herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht en neemt hij die andere maatregelen.

 

Wanneer een lidstaat op grond van de eerste alinea, onder c), van oordeel is dat de voorgenomen herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen niet in verhouding staat tot de bedreiging, gaat hij niet over tot herinvoering of verlenging van binnengrenstoezicht."

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-i)  de titel wordt vervangen door:

Procedure voor de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op grond van artikel 25

"Procedure voor de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in geval van een voorzienbare ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid"

Motivering

De titel van artikel 27 moet stroken met de inhoud van het artikel. Dit moet verwarring voorkomen met maatregelen op grond van artikel 28 (gevallen die onmiddellijk optreden vereisen) en artikel 29 (uitzonderlijke omstandigheden waarbij de algemene werking van de ruimte zonder binnengrenstoezicht in gevaar komt).

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i bis (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-i bis)  in artikel 27 wordt vóór lid 1 het volgende lid ingevoegd:

 

"-1.  Indien zich in de ruimte zonder binnengrenstoezicht een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat voordoet, kan die lidstaat bij wijze van uiterste middel en overeenkomstig de criteria van artikel 26 aan alle of bepaalde delen van zijn binnengrenzen grenstoezicht herinvoeren, gedurende een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen dan wel, indien de ernstige bedreiging de termijn van dertig dagen overschrijdt, voor de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging, maar in geen geval voor een langere periode dan twee maanden."

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt -i ter (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 – inleidende formule

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-i ter)  in lid 1 wordt de aanhef vervangen door:

1.   Een lidstaat die overweegt op grond van artikel 25 het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw in te voeren, stelt uiterlijk vier weken vóór de geplande herinvoering, of eerder, indien de tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen nopende omstandigheden minder dan vier weken vóór de geplande herinvoering bekend worden, de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis. Daartoe verstrekt hij de volgende informatie:

"1.  Voor de toepassing van lid -1 stelt de betrokken lidstaat uiterlijk vier weken vóór de geplande herinvoering, of eerder, indien de tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen nopende omstandigheden minder dan vier weken vóór de geplande herinvoering bekend worden, de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis. Daartoe verstrekt hij de volgende informatie:"

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt i

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 – letter a bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i)  aan lid 1 wordt een nieuwe letter a bis) toegevoegd, die als volgt luidt:

Schrappen

a bis)  een risicobeoordeling waarin wordt nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welke delen van de binnengrenzen worden getroffen, wordt aangetoond dat de verlenging van het toezicht een uiterste middel is en wordt uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging zou helpen aanpakken. Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen reeds voor meer dan zes maanden is heringevoerd, wordt in de risicobeoordeling ook uitgelegd hoe de vorige herinvoering van grenstoezicht heeft bijgedragen tot het verhelpen van de vastgestelde bedreiging.

 

De risicobeoordeling bevat ook een gedetailleerd verslag van de coördinatie tussen de betrokken lidstaat en de lidstaat of lidstaten waarmee hij binnengrenzen deelt waaraan grenstoezicht is uitgeoefend.

 

De Commissie deelt de risicobeoordeling met het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol, naargelang het geval.

 

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt i bis (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 – letter a ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

i bis)  In lid 1 wordt het volgende punt a ter) ingevoegd:

 

"a ter)  elke andere maatregel dan de voorgestelde herinvoering van grenstoezicht die door de lidstaat is genomen of wordt overwogen om de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid het hoofd te bieden, alsmede de onderbouwde redenen waarom alternatieve maatregelen zoals nauwere grensoverschrijdende politiële samenwerking of intensievere politiecontroles ontoereikend werden geacht;"

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt ii

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) in voorkomend geval, de maatregelen die de andere lidstaten zouden moeten treffen, zoals overeengekomen vóór de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen.

e) in voorkomend geval, de maatregelen die de andere lidstaten zouden moeten treffen, zoals overeengekomen vóór de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de desbetreffende binnengrenzen.

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 – laatste zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien nodig kan de Commissie de betrokken lidstaat of lidstaten om aanvullende informatie verzoeken, onder meer over de samenwerking met de lidstaten die door de voorgenomen verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden getroffen, alsook om aanvullende informatie die nodig is om na te gaan of de maatregel een uiterste middel is.

Indien nodig kan de Commissie de betrokken lidstaat of lidstaten om aanvullende informatie verzoeken, onder meer over de samenwerking met de lidstaten die door de voorgenomen herinvoering of verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden getroffen, alsook om aanvullende informatie die nodig is om na te gaan of de maatregel een uiterste middel is.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii bis (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

iii bis)  het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

 

"1 bis.  Indien de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in de betrokken lidstaat langer duurt dan twee maanden, kan die lidstaat, rekening houdend met de in artikel 26 vermelde criteria, het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen op de in lid -1 genoemde gronden, en rekening houdend met nieuwe elementen, verlengen met een periode die overeenstemt met de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging en in geen geval langer is dan vier maanden. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie binnen de in lid 1 genoemde termijn in kennis."

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii ter (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

iii ter)  het volgende lid 1 ter wordt ingevoegd:

 

"1 ter.  Voor de toepassing van lid 1 bis verstrekt de betrokken lidstaat, naast de uit hoofde van lid 1 verstrekte informatie, een risicobeoordeling waarin:

 

i)  wordt nagegaan hoelang de vastgestelde bedreiging naar verwachting zal blijven bestaan en welk deel van zijn binnengrenzen is getroffen;

 

ii)  de alternatieve acties en maatregelen worden geschetst die eerder zijn getroffen om de vastgestelde bedreiging aan te pakken;

 

iii)  wordt uitgelegd waarom de onder ii) bedoelde alternatieve acties of maatregelen de bedreiging onvoldoende hebben verholpen;

 

iv)  wordt aangetoond dat de verlenging van het grenstoezicht een uiterste middel is; en

 

v)  wordt uitgelegd hoe grenstoezicht de vastgestelde bedreiging beter zou helpen aanpakken.

 

De in de eerste alinea bedoelde risicobeoordeling bevat ook een gedetailleerd verslag van de samenwerking tussen de betrokken lidstaat en de lidstaat of lidstaten die rechtstreeks door de herinvoering van het grenstoezicht worden geraakt, met inbegrip van de lidstaten waarmee de betrokken lidstaat binnengrenzen deelt waaraan grenstoezicht wordt uitgeoefend.

 

De Commissie deelt de risicobeoordeling met het agentschap en Europol en kan hen in voorkomend geval verzoeken zich daarover uit te spreken.

 

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door de methode voor de risicobeoordeling vast te stellen."

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii quater (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

iii quater)  lid 2 wordt vervangen door:

2.  De in lid 1 bedoelde informatie wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad op hetzelfde moment als waarop zij overeenkomstig dat lid ter kennis van de andere lidstaten en de Commissie wordt gebracht.

2.  De in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad op hetzelfde moment als waarop zij overeenkomstig die leden ter kennis van de andere lidstaten en de Commissie wordt gebracht.

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iii quinquies (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

iii quinquies)  lid 3 wordt vervangen door:

3. Lidstaten die overeenkomstig lid 1 een kennisgeving doen, kunnen, indien nodig en in overeenstemming met het nationale recht, besluiten de informatie gedeeltelijk te rubriceren. Die rubricering van informatie verhindert niet dat de Commissie informatie ter beschikking van het Europees Parlement stelt. De toezending en behandeling van informatie en documenten die uit hoofde van dit artikel aan het Europees Parlement zijn toegezonden, voldoen aan de regels voor het doorsturen en behandelen van gerubriceerde gegevens die tussen het Europees Parlement en de Commissie van toepassing zijn.

"3. Lidstaten die kennisgeving doen, kunnen, indien nodig en in overeenstemming met het nationale recht, alle in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie of delen daarvan rubriceren. Die rubricering verhindert niet dat andere lidstaten die door de tijdelijke herinvoering van de grenscontroles aan de binnengrenzen worden geraakt, via passende en veilige kanalen voor politiële samenwerking toegang hebben tot informatie, en verhindert niet dat de Commissie informatie ter beschikking stelt aan het Europees Parlement. De toezending en behandeling van informatie en documenten die uit hoofde van dit artikel aan het Europees Parlement zijn toegezonden, voldoen aan de regels voor het doorsturen en behandelen van gerubriceerde gegevens die tussen het Europees Parlement en de Commissie van toepassing zijn."

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Na de kennisgeving door de betrokken lidstaat op grond van lid 1 en met het oog op het in lid 5 bedoelde overleg, kan de Commissie of een andere lidstaat, onverminderd artikel 72 VWEU, advies uitbrengen.

Na de kennisgeving door de betrokken lidstaat op grond van de leden 1 en 1 bis en met het oog op het in lid 5 bedoelde overleg, kan de Commissie of een andere lidstaat, onverminderd artikel 72 VWEU, advies uitbrengen.

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien de Commissie betwijfelt of de geplande herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen noodzakelijk dan wel evenredig is, of indien zij overleg over bepaalde aspecten van de kennisgeving wenselijk acht, brengt zij een advies in die zin uit.

Indien de Commissie op basis van de informatie in de kennisgeving of van aanvullende informatie die zij heeft ontvangen, betwijfelt of de geplande herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen noodzakelijk dan wel evenredig is, of indien zij overleg over een bepaald aspect van de kennisgeving wenselijk acht, brengt zij onverwijld een advies in die zin uit.

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt iv

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 4 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer het grenstoezicht aan de binnengrenzen reeds voor zes maanden is heringevoerd, brengt de Commissie advies uit."

Schrappen

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – punt v

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Over de in lid 1 bedoelde informatie en over een advies van de Commissie of een lidstaat op grond van lid 4 wordt overleg gepleegd onder leiding van de Commissie. Waar nodig vindt het overleg onder meer plaats tijdens gezamenlijke vergaderingen tussen de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wil invoeren, de andere lidstaten, in het bijzonder de lidstaten die rechtstreeks door dergelijke maatregelen worden geraakt, en de betrokken agentschappen. De evenredigheid van de voorgenomen maatregelen, de vastgestelde bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, alsook de manieren waarop de uitvoering van de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten wordt gewaarborgd, worden onderzocht. De lidstaat die grenstoezicht aan de binnengrenzen wil herinvoeren of verlengen, houdt bij het uitvoeren van het grenstoezicht zoveel mogelijk rekening met de resultaten van dat overleg.

De in de leden 1 en 1 ter bedoelde informatie en de adviezen van de Commissie of lidstaten als bedoeld in lid 4 zijn het onderwerp van een raadpleging. Deze raadpleging omvat:

 

i)  gezamenlijke vergaderingen tussen de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw wil invoeren, de andere lidstaten, in het bijzonder de lidstaten die rechtstreeks door dergelijke maatregelen worden geraakt, en de Commissie, welke worden gehouden teneinde tussen de lidstaten, indien nodig, wederzijdse samenwerking te organiseren, na te gaan of de maatregelen in verhouding staan tot de gebeurtenissen die aanleiding geven tot de herinvoering van het grenstoezicht, eventuele alternatieve maatregelen te beoordelen en de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid te onderzoeken;

 

ii)  waar nodig, onaangekondigde controles ter plaatse door de Commissie aan de desbetreffende binnengrenzen, zo nodig met steun van deskundigen uit de lidstaten en van het agentschap, Europol of andere bevoegde organen en instanties van de Unie, om na te gaan in hoeverre het grenstoezicht aan die binnengrenzen doeltreffend is en om de naleving van deze verordening te beoordelen; de verslagen van dergelijke onaangekondigde controles ter plaatse worden aan het Europees Parlement toegezonden.

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Specifieke procedure ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan een jaar aanhoudt

Specifieke procedure ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan zes maanden aanhoudt

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  In uitzonderlijke gevallen, wanneer de lidstaat ook na de in artikel 25, lid 4, eerste zin, bedoelde periode met dezelfde ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid wordt geconfronteerd, en wanneer ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke maatregelen zijn genomen om die bedreiging aan te pakken, kan het grenstoezicht, dat tijdelijk opnieuw is ingevoerd om op die bedreiging te reageren, overeenkomstig dit artikel verder worden verlengd.

1.  In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de lidstaat ook na de in artikel 27, lid 1 bis, bedoelde periode met dezelfde ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid wordt geconfronteerd, en wanneer ook op het grondgebied vergelijkbare uitzonderlijke maatregelen zijn genomen om die bedreiging aan te pakken, kan het grenstoezicht, dat tijdelijk opnieuw is ingevoerd om op die bedreiging te reageren, overeenkomstig dit artikel verder worden verlengd.

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Uiterlijk zes weken vóór het verstrijken van de in artikel 25, lid 4, eerste zin, bedoelde periode stelt de lidstaat de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen het toezicht verder te verlengen volgens de in dit artikel vastgestelde specifieke procedure. De kennisgeving bevat de krachtens artikel 27, lid 1, onder a) tot en met e), vereiste informatie. Artikel 27, leden 2 en 3, is van toepassing.

2.  Uiterlijk drie weken vóór het verstrijken van de in artikel 27, lid 1 bis, bedoelde periode stelt de lidstaat de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen het toezicht verder te verlengen volgens de in dit artikel vastgestelde specifieke procedure. Deze kennisgeving bevat alle krachtens artikel 27, leden 1 en 1 ter, vereiste informatie. Artikel 27, leden 2 en 3, is van toepassing.

Amendement    43

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De Commissie brengt advies uit.

3.  De Commissie brengt advies uit over de vraag of de voorgenomen verlenging aan de in de leden 1 en 2 bepaalde vereisten voldoet en of ze noodzakelijk en evenredig is. De betrokken lidstaten kunnen bij de Commissie opmerkingen indienen, alvorens zij haar advies uitbrengt.

Amendement    44

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 27 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De Raad kan, rekening houdend met het advies van de Commissie, aanbevelen dat de lidstaat besluit tot een verdere verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen voor een periode van maximaal zes maanden. Die periode mag ten hoogste driemaal met een bijkomende periode van ten hoogste zes maanden worden verlengd. De Raad vermeldt in de aanbeveling ten minste de in artikel 27, lid 1, onder a) tot en met e), bedoelde informatie. In voorkomend geval bepaalt hij de voorwaarden voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten.

4.  Nadat hij rekening heeft gehouden met het advies van de Commissie, kan de Raad als uiterste middel aanbevelen dat de betrokken lidstaat het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen verder verlengt voor een periode van maximaal zes maanden. De Raad vermeldt in de aanbeveling de in artikel 27, leden 1 en 1 ter, bedoelde informatie en stelt de voorwaarden vast voor samenwerking tussen de betrokken lidstaten.

Amendement    45

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 28 – lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 bis)  Artikel 28, lid 4, wordt vervangen door:

4. Onverminderd artikel 25, lid 4, duurt de totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen is heringevoerd, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel en van verlengingen overeenkomstig lid 3 van dit artikel, niet langer dan twee maanden.

"4. De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen is heringevoerd, duurt, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel en van verlengingen overeenkomstig lid 3 van dit artikel, niet langer dan twee maanden."

Motivering

Deze wijziging vloeit voort uit voorgestelde wijzigingen in andere artikelen.

Amendement    46

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 28 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  een nieuw artikel 28 bis wordt ingevoegd:

 

"Artikel 28 bis

 

Berekening van de periode gedurende welke het grenstoezicht heringevoerd of verlengd wordt wegens een voorzienbare bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, ingeval de ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer dan zes maanden aanhoudt, en in gevallen die onmiddellijk optreden vereisen

 

Bij de berekening van de in de artikelen 27, 27 bis en 28 bedoelde periodes wordt rekening gehouden met elke herinvoering of verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen die heeft plaatsgevonden vóór ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening]."

Amendement    47

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quater (nieuw)

Verordening (EU) 2016/399

Artikel 29 – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 quater)  in artikel 29 wordt lid 5 vervangen door:

5.  Dit artikel geldt onverminderd de maatregelen die de lidstaten op grond van de artikelen 25, 27 en 28 kunnen vaststellen in geval van een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.

"5.  Dit artikel geldt onverminderd de maatregelen die de lidstaten op grond van de artikelen 27, 27 bis en 28 kunnen vaststellen in geval van een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. De totale periode gedurende welke het grenstoezicht aan de binnengrenzen krachtens dit artikel opnieuw wordt ingevoerd of verlengd, mag echter niet worden verlengd door middel van of gecombineerd met maatregelen die uit hoofde van de artikelen 27, 27 bis of 28 getroffen zijn."

TOELICHTING

Het Schengengebied is een van de grootste verwezenlijkingen op het vlak van Europese integratie. Het zorgt immers voor vrij verkeer van niet alleen personen maar ook goederen en diensten en heeft daardoor aanzienlijke voordelen opgeleverd voor de Europese burger en de economie. Europese burgers kunnen gemakkelijk door 26 landen reizen voor vrije tijd, werk of studie, om culturele en sociale banden te smeden en ideeën uit te wisselen. Dankzij de Schengenakkoorden werd het ooit verdeelde en door oorlog verscheurde Europese continent weer verenigd.

Het gebied van vrij verkeer was weliswaar nog nooit zo kwetsbaar als nu vanwege de uitdagingen waarmee de Unie de jongste jaren wordt geconfronteerd, maar verenigd moet een familie van 28 leden deze de baas kunnen. Vanwege een groot gebrek aan wederzijds vertrouwen hebben verscheidene lidstaten de afgelopen jaren jammer genoeg opnieuw binnengrenstoezicht ingevoerd waardoor niet alleen het toekomstige proces van politieke integratie van de Unie maar ook onze economieën in gevaar komen.

De opschorting van de Schengenakkoorden en de herinvoering van permanente grenscontroles zouden de vier fundamentele vrijheden ernstig beknotten en uiterst negatieve economische gevolgen hebben. Volgens ramingen zouden de kosten van een situatie zonder Schengen – afhankelijk van de regio, sector en alternatieve handelskanalen – 5 tot 18 miljard EUR per jaar bedragen. Dat is een prijskaartje dat noch een lidstaat alleen, noch de EU als geheel kan dragen. De Schengenakkoorden moeten dus behouden blijven!

Hoewel de Commissie de hoop koesterde dat de grenscontroles die sinds september 2015 tijdelijk heringevoerd zijn, uiteindelijk zouden worden afgeschaft, bestaan zij tot op heden nog steeds. Op zoek naar een uitweg uit de impasse stelde de Commissie op 27 september 2017 voor om de Schengengrenscode te wijzigen wat betreft het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Volgens de nieuwe regels zouden de lidstaten het toezicht aan de binnengrenzen gedurende een periode van mogelijk zelfs vijf jaar mogen herinvoeren indien er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat.

Daar de huidige regels de lidstaten alleen toestaan dit grenstoezicht voor een periode van maximaal twee jaar weer in te voeren, heeft de Commissie dit voorstel duidelijk gedaan om reeds bestaande praktijken van lidstaten die niet langer met de huidige bepalingen van de Schengengrenscode in overeenstemming zijn, te legaliseren.

Hoewel de medewetgevers van de EU overeenkwamen dat "migratie en het overschrijden van buitengrenzen door een groot aantal onderdanen van derde landen (...) niet per definitie [zou] mogen worden gezien als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid", is het risico van secundaire bewegingen naar aanleiding van de irreguliere grensoverschrijdingen sinds 2015 vaak als reden aangevoerd voor de huidige controles, wat erg zorgwekkend is.

Er valt ongetwijfeld veel te zeggen voor het idee dat irreguliere migratie naar de Unie – en de consequenties hiervan voor het Schengengebied, waarbinnen geen sprake is van binnengrenstoezicht – het gevolg is van een falend gemeenschappelijk Europees asielstelsel voor mensen die internationale bescherming verlangen, en van het uitblijven van de hervorming van dat stelsel.

De huidige praktijken van sommige lidstaten waarin het binnengrenstoezicht nog altijd in stand wordt gehouden, zijn volgens de rapporteur dan ook mogelijk onevenredig, ongerechtvaardigd of onachtzaam, en kunnen zelfs neerkomen op misbruik.

De rapporteur betreurt ook dat aan de voorgestelde wijzigingen geen effectbeoordeling is toegevoegd. Wetgevingshandelingen moeten in het kader van beter wetgeven worden voorafgegaan door een effectbeoordeling. Een dergelijke beoordeling zou met het oog op de moeilijkheden die bij de handhaving van de huidige regels worden ondervonden, zeer wenselijk zijn geweest.

De rapporteur is derhalve sterk gekant tegen de pogingen van de Commissie om de huidige, illegale praktijken van lidstaten met betrekking tot toezicht aan de binnengrenzen te legaliseren. De wijzigingen van de Schengengrenscode met betrekking tot de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen moeten er met name toe dienen het rechtskader te verduidelijken. Deze wijzigingen moeten erop gericht zijn te waarborgen dat het binnengrenstoezicht wordt ingevoerd om aan werkelijke behoeften tegemoet te komen, dat de maatregel evenredig en van tijdelijke aard is, en dat de lidstaten de nodige flexibiliteit krijgen om echte bedreigingen aan te pakken. De nieuwe regels mogen noch aansporen tot herinvoering van het grenstoezicht wanneer hieraan geen duidelijke, objectieve behoefte is, noch tot langere instandhouding van dit toezicht dan nodig is.

De rapporteur ziet de toepasselijke regels graag verduidelijkt en geharmoniseerd teneinde de transparantie te bevorderen en mogelijk misbruik van deze regels duidelijker aan het licht te brengen. De Commissie zal op haar beurt dankzij deze regels beter in staat zijn om op te treden als "hoedster van het Verdrag", met name waar het eventuele inbreukprocedures betreft tegen lidstaten die zich niet aan hun verplichtingen houden.

Voorgestelde wijzigingen

Uit de huidige opbouw van hoofdstuk II van de Schengengrenscode kan niet duidelijk worden afgeleid wat de geldende regels precies behelzen. De rapporteur stelt voor de opbouw te herzien om ervoor te zorgen dat de regels samenhangender en duidelijker zijn en daarmee in de praktijk op betere wijze ten uitvoer kunnen worden gelegd.

De artikelen moeten een duidelijke structuur hebben en logisch zijn opgebouwd uit volledige en afzonderlijke stukken met logische onderdelen, wat momenteel niet het geval is. Artikel 25 moet, zoals in de titel wordt aangegeven, daadwerkelijk voorzien in een "algemeen kader" en de belangrijkste horizontale beginselen met betrekking tot de tijdelijke herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen bij voorzienbare gebeurtenissen omvatten.

Artikel 26, dat beoordelingscriteria voor de tijdelijke herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen omvat, moet dusdanig worden uitgebreid dat lidstaten voortaan uit hoofde van het desbetreffende artikel verplicht zijn aan te tonen dat de herinvoering van grenstoezicht daadwerkelijk als uiterste middel wordt ingezet.

Dit artikel moet worden gevolgd door de artikelen die betrekking hebben op de procedures voor de tijdelijke herinvoering van het binnengrenstoezicht bij voorzienbare gebeurtenissen. Deze artikelen moeten specifieke regels en waarborgen omvatten voor de initiële herinvoering van het toezicht en de eventuele verlenging daarvan.

In dezelfde geest moet in artikel 27 de procedure worden vastgelegd voor de initiële herinvoering van het binnengrenstoezicht voor een periode van maximaal twee maanden, met inbegrip van de mogelijkheid om deze periode met maximaal vier maanden te verlengen. Artikel 27 bis moet de procedure en aanvullende waarborgen met betrekking tot verdere verlenging van het toezicht met, ten hoogste, nog eens zes maanden omvatten. De rapporteur is van mening dat de totale periode van binnengrenstoezicht bij voorzienbare gebeurtenissen krachtens beide artikelen niet langer mag zijn dan één jaar.

Volgens de rapporteur stimuleert verlenging van deze perioden voor de herinvoering van het binnengrenstoezicht, zoals de Commissie voorstelt, de lidstaten niet om voorgenomen maatregelen te beperken tot hetgeen strikt noodzakelijk is en in verhouding staat tot de bedreiging.

Bovendien stelt de rapporteur voor een glijdende schaal van verplichtingen in te voeren, waarbij de lidstaten bij elke verlenging aan aanvullende procedurele waarborgen moeten voldoen. In de vereisten met betrekking tot de eerste verlenging na de oorspronkelijke twee maanden moet, overeenkomstig het voorstel van de Commissie, een verplichting voor de lidstaten worden opgenomen tot overlegging van een gedetailleerde risicobeoordeling. Daarnaast moeten de lidstaten die door de eventuele herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen worden getroffen, nauwer bij de procedure worden betrokken.

Na een periode van zes maanden mag enkel via een formele procedure van de Raad toestemming kunnen worden verkregen voor verdere verlenging van het binnengrenstoezicht. De rapporteur is van oordeel dat lange perioden van binnengrenstoezicht verstrekkende consequenties kunnen hebben voor het in de Verdragen verankerde recht van vrij verkeer, en dat het voor de EU derhalve belangrijk is om op te treden wanneer dit recht door lidstaten dreigt te worden ingeperkt. Daarnaast moet de Commissie, met name wanneer het toezicht voor langere tijd wordt verlengd, onaangekondigd controles kunnen uitvoeren om de toepassing van de regels in de praktijk in het oog te houden.

Er mag geen twijfel meer over bestaan dat de in artikel 29 vastgelegde procedure enkel van toepassing is onder zeer specifieke omstandigheden die duidelijk verschillen van de in de artikelen 25, 27 en 28 genoemde voorwaarden. Het mag daarom niet mogelijk zijn om een beroep te doen op de artikelen 25, 27 en 28 om op willekeurige wijze het uit hoofde van artikel 29 ingevoerde grenstoezicht te verlengen wanneer alle uit het laatstgenoemde artikel voortvloeiende mogelijkheden zijn uitgeput.

Burgers moeten ter bevordering van de transparantie en verantwoordingsplicht beter van de actualiteiten op de hoogte worden gehouden. Er moeten meer mogelijkheden komen voor een open dialoog op nationaal en/of Europees niveau over de consequenties van binnengrenstoezicht binnen het Schengengebied, al moeten daarbij de vereisten inzake vertrouwelijkheid in verband met de openbare orde en de binnenlandse veiligheid in acht genomen worden. Deze overwegingen staan rechtstreeks in verband met de bepaling van de rol die het Europees Parlement in dit proces zou kunnen vervullen.

De rapporteur is daarbij van mening dat het zeer wenselijk is het Europees Parlement goed te informeren en meer bij het proces te betrekken door ervoor te zorgen dat het alle documenten ontvangt die van belang zijn voor democratisch toezicht op de besluiten die betrekking hebben op het gebied zonder binnengrenstoezicht. Ter verwezenlijking van dit doel kan het Parlement tevens hoorzittingen en/of een gestructureerde dialoog met de EU-instellingen en de betrokken lidstaten organiseren.

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Tijdelijke herinvoering van de interne grenscontroles

Document- en procedurenummers

COM(2017)0571 – C8-0326/2017 – 2017/0245(COD)

Datum indiening bij EP

27.9.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

LIBE

26.10.2017

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Tanja Fajon

20.11.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

25.4.2018

21.6.2018

22.10.2018

 

Datum goedkeuring

22.10.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

30

13

12

Bij de eindstemming aanwezige leden

Asim Ademov, Heinz K. Becker, Monika Beňová, Michał Boni, Caterina Chinnici, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Laura Ferrara, Raymond Finch, Romeo Franz, Nathalie Griesbeck, Jussi Halla-aho, Monika Hohlmeier, Brice Hortefeux, Sophia in ‘t Veld, Dietmar Köster, Barbara Kudrycka, Juan Fernando López Aguilar, Barbara Matera, Roberta Metsola, Claude Moraes, József Nagy, Judith Sargentini, Giancarlo Scottà, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Helga Stevens, Bodil Valero, Marie-Christine Vergiat, Harald Vilimsky, Cecilia Wikström, Kristina Winberg, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Ignazio Corrao, Miriam Dalli, Maria Grapini, Marek Jurek, Gilles Lebreton, Jeroen Lenaers, Innocenzo Leontini, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Emilian Pavel, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli, Josep-Maria Terricabras

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Françoise Grossetête, Arndt Kohn, Marlene Mizzi, Tonino Picula, Julia Pitera, Dennis Radtke, Martin Schirdewan, Julie Ward

Datum indiening

29.10.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

30

+

ALDE

Nathalie Griesbeck, Sophia in 't Veld, Angelika Mlinar, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Cecilia Wikström

EFDD

Ignazio Corrao, Laura Ferrara

GUE/NGL

Cornelia Ernst, Martin Schirdewan, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat

S&D

Monika Beňová, Caterina Chinnici, Miriam Dalli, Tanja Fajon, Maria Grapini, Arndt Kohn, Dietmar Köster, Juan Fernando López Aguilar, Marlene Mizzi, Claude Moraes, Emilian Pavel, Tonino Picula, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel, Julie Ward

VERTS/ALE

Romeo Franz, Judith Sargentini, Josep-Maria Terricabras, Bodil Valero

13

-

ECR

Jussi Halla-aho, Marek Jurek, Helga Stevens, Kristina Winberg

EFDD

Raymond Finch

ENF

Gilles Lebreton, Giancarlo Scottà, Harald Vilimsky

PPE

Françoise Grossetête, Monika Hohlmeier, Brice Hortefeux, Nadine Morano, Tomáš Zdechovský

12

0

PPE

Asim Ademov, Heinz K. Becker, Michał Boni, Barbara Kudrycka, Jeroen Lenaers, Innocenzo Leontini, Barbara Matera, Roberta Metsola, József Nagy, Julia Pitera, Dennis Radtke, Csaba Sógor

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 8 november 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid