VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004

23.11.2018 - (COM(2016)0815 – C8-0521/2016 – 2016/0397(COD)) - ***I

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Guillaume Balas


Procedure : 2016/0397(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0386/2018

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004

(COM(2016)0815 – C8-0521/2016 – 2016/0397(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0815),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0521/2016),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Senaat, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 juli 2017[1],

–  gezien het advies van het Comité van de Regio's van 12 juli 2017[2],

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie verzoekschriften (A8-0386/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Ontwerpwetgevingsresolutie

Visum 5

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

—  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 juli 20171,

—  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 5 juli 20171,

__________________

__________________

1 PB C 345 van 13.10.2017, blz. 85.

1 PB C 345 van 13.10.2017, blz. 85.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Visum 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Gezien het advies van het Comité van de Regio's1 bis,

 

__________________

 

1bis PB C 342 van 12.10.17, blz. 65.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Met ingang van 1 mei 2010 is bij de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 een gemoderniseerd systeem voor de coördinatie van de sociale zekerheid van toepassing geworden.

(1)  Met ingang van 1 mei 2010 is bij de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 een gemoderniseerd systeem voor de coördinatie van de sociale zekerheid van toepassing geworden, met uitzondering van de bepalingen inzake de invoering van het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (EESSI), dat de bevoegde autoriteiten en organen moet helpen om sneller en veiliger informatie uit te wisselen.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Uit evaluaties en discussies in de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels is naar voren gekomen dat het moderniseringsproces op het gebied van prestaties bij langdurige zorg, werkloosheidsuitkeringen en gezinsuitkeringen moet worden voortgezet.

(3)  Uit evaluaties en discussies in de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels is naar voren gekomen dat het moderniseringsproces op het gebied van prestaties bij langdurige zorg, werkloosheidsuitkeringen en gezinsuitkeringen moet worden voortgezet om de regels met betrekking tot die prestaties rechtvaardiger, duidelijker en gemakkelijker toepasbaar te maken door middel van de uitwisseling van ervaringen en goede administratieve praktijken. Om dergelijke uitwisselingen te vergemakkelijken, moet het gebruik van nieuwe technologieën worden bevorderd.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  De definities en criteria voor het vaststellen van handicaps en invaliditeit verschillen zeer van lidstaat tot lidstaat, hetgeen een belangrijke belemmering kan vormen voor de wederzijdse erkenning van nationale besluiten over kwesties inzake handicaps en invaliditeit, met name ten aanzien van de toegang tot specifieke diensten en faciliteiten, en waardoor mensen met een handicap of invaliditeit buitengewoon benadeeld kunnen worden op het gebied van de sociale zekerheid wanneer zij naar een andere lidstaat verhuizen. Het is derhalve noodzakelijk om, ter vergemakkelijking van het reizen en de verplaatsing van mensen met een handicap of invaliditeit van de ene lidstaat naar de andere, te zorgen voor de goedkeuring van een gemeenschappelijke Europese definitie in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD) en voor de wederzijdse erkenning door de lidstaten van de status van invaliditeit, vooral middels de snelle invoering van de Europese gehandicaptenkaart in alle lidstaten, die zal worden gekoppeld aan de Europese ziekteverzekeringskaart en de Europese socialezekerheidskaart.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Om te zorgen voor de doeltreffende uitvoering en handhaving van het UNCRPD en de overdraagbaarheid van invaliditeitsuitkeringen te garanderen, moet de vaststelling worden bevorderd van een gemeenschappelijke definitie, criteria en methoden voor de evaluatie van invaliditeit (het percentage invaliditeit) met het oog op de coördinatie van de sociale zekerheid.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater)  Het is belangrijk de gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidsstelsels van de Unie te respecteren, zoals bedoeld in de conclusies van de Raad van 22 juni 2006 betreffende de gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidsstelsels van de Europese Unie1 bis, met name de overkoepelende waarden universaliteit, toegang tot hoogwaardige zorg, rechtvaardigheid en solidariteit. Dit is vooral belangrijk voor categorieën burgers die noch in loondienst werken noch werk zoeken, zoals studenten, wier mobiliteit moet worden gehandhaafd middels passende toegang tot socialezekerheidsuitkeringen, met inbegrip van een ziekteverzekering, in het EU-gastland. Zoals de Raad heeft verklaard "[betekent] [u]niversaliteit [...] dat niemand de toegang tot gezondheidszorg wordt ontzegd; [houdt] solidariteit [...] nauw verband met de financiële regeling van onze nationale gezondheidsstelsels en de noodzaak om toegankelijkheid voor iedereen te garanderen; [heeft] billijkheid [...] betrekking op gelijke toegang naargelang van de behoefte, ongeacht bevolkingsgroep, geslacht, leeftijd, sociale status of vermogen om te betalen".

 

______________

 

1bis PB C 146 van 22.6.2006, blz. 1.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Het blijft van essentieel belang dat de coördinatieregels gelijke tred houden met de veranderende juridische en maatschappelijke context waarin zij functioneren door het burgers gemakkelijker te maken hun rechten uit te oefenen en tegelijkertijd te zorgen voor juridische duidelijkheid, een eerlijke en rechtvaardige verdeling van de financiële lasten tussen de organen van de lidstaten en administratieve eenvoud en uitvoerbaarheid van de regels.

(4)  Het blijft van essentieel belang dat de coördinatieregels gelijke tred houden met de veranderende juridische en maatschappelijke context waarin zij functioneren door het burgers gemakkelijker te maken hun rechten uit te oefenen en tegelijkertijd te zorgen voor rechtszekerheid, een eerlijke en rechtvaardige verdeling van de financiële lasten tussen de organen van de lidstaten en administratieve eenvoud en uitvoerbaarheid van de regels. In dit verband moet naar behoren rekening worden gehouden met Richtlijn 2000/78/EG van de Raad1 bis en met het UNCRPD, en met name artikel 27 daarvan. Deze verordening is van cruciaal belang voor de goede werking van de interne markt en het vrij verkeer van personen. In dit licht moet de coördinatie van de sociale zekerheid worden afgestemd op allerlei verschillende socialezekerheidsstelsels in de lidstaten.

 

__________________________________

 

1 bis Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Daarom is het al even cruciaal om te kunnen beschikken over transparante en publiekelijk toegankelijke gegevens, aangeleverd door de Commissie en de lidstaten in de vorm van specifieke en gedetailleerde studies, die een rationeel en effectief debat op nationaal en Unieniveau mogelijk maken over het daadwerkelijke volume en de effectieve impact in economische en maatschappelijke termen van de mogelijke gevallen van fraude of misbruik van de nationale socialezekerheidsstelsels, evenals over de versterking van de coördinatie-elementen die het vertrouwen tussen de diverse openbare diensten voor arbeidsvoorziening kunnen vergroten op het moment dat deze georganiseerde controletaken en taken ter bevordering van de integratie van mobiele werklozen op de arbeidsmarkt op zich nemen.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter)  De vrijheid van verkeer is een hoeksteen van de interne markt. De interne markt functioneert echter niet zonder wederzijds vertrouwen. Om de voordelen van mobiliteit te beschermen, moet de Unie misbruik, fraude en oneerlijke concurrentie bestrijden.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 quater)  In zijn resolutie van 15 maart 2017 over belemmeringen voor het vrij verkeer van EU-burgers en voor hun recht te werken in de interne markt onderstreept het Parlement de noodzaak "de overdraagbaarheid van socialezekerheidsuitkeringen (bijv. overheidspensioenen, zorgverzekeringen, werkloosheidsuitkeringen en gezinstoelagen) te waarborgen en zo de belemmeringen voor arbeidsmobiliteit in de EU terug te dringen" en dringt het Parlement aan op "kordate en doeltreffende stappen om te komen tot een gecoördineerd systeem van geaccumuleerde sociale bijdragen en uitkeringen voor iedereen in de EU, zoals een socialezekerheidskaart waarmee het gemakkelijker wordt om socialezekerheidsbijdragen en ‑rechten te traceren".

 

______________

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 quinquies)  Maatregelen ter vergemakkelijking van de vaststelling en handhaving van socialezekerheidsrechten en ‑uitkeringen in de gehele Unie moeten worden bevorderd, zoals de invoering van een Europese socialezekerheidskaart, die moet worden verbonden met de bestaande Europese ziekteverzekeringskaart en de Europese gehandicaptenkaart, en die alle gebieden van de sociale zekerheid omvat.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 sexies)  Ter verbetering van de mobiliteit van werknemers, studenten en werkzoekenden in de hele Unie is het essentieel dat de lidstaten aan iedereen zonder onderscheid de toegang tot de Europese ziekteverzekeringskaart waarborgen, met inbegrip van tijdelijke werknemers, zelfstandigen en degenen die in een atypisch dienstverband werkzaam zijn, alsmede studenten en mobiele werkzoekenden.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 septies)  Grensoverschrijdende gezondheidszorg is van bijzonder belang om een billijke coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te waarborgen. In dit verband loopt de uitvoering van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad1 bis sterk uiteen van lidstaat tot lidstaat. Vooral artikel 7 van deze richtlijn moet zonder onderscheid worden uitgevoerd om te zorgen voor de vrijheid van verkeer van de burgers van de Unie en hun gezinnen.

 

______________

 

1 bis Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Het is noodzakelijk de rechtszekerheid te garanderen door te verduidelijken dat de toegang tot sociale voorzieningen voor economisch niet-actieve mobiele EU-burgers in het gastland afhankelijk kan worden gesteld van het recht van die burger op legaal verblijf in die lidstaat in overeenstemming met Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van de burgers van de Unie en hun gezinsleden op vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten.33Daartoe moet een economisch niet-actieve burger duidelijk worden onderscheiden van een werkzoekende aan wie het verblijfsrecht rechtstreeks wordt verleend uit hoofde van artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Schrappen

______________

 

33 PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.

 

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Uitkeringen bij langdurige zorg zijn tot dusver niet expliciet opgenomen in de materiële werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 maar gecoördineerd als prestaties bij ziekte, wat heeft geleid tot rechtsonzekerheid voor zowel de organen als de personen die aanspraak maken op prestaties bij langdurige zorg. Er moet een stabiel rechtskader worden ontwikkeld dat is afgestemd op prestaties bij langdurige zorg binnen de verordening zodat deze uitkeringen duidelijk worden gedefinieerd.

(6)  Uitkeringen bij langdurige zorg zijn tot dusver niet expliciet opgenomen in de materiële werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 maar gecoördineerd als prestaties bij ziekte. Deze uitkeringen bij langdurige zorg moeten duidelijk worden gedefinieerd en de regels moeten worden bijgewerkt om rekening te houden met de specifieke kenmerken ervan. Het is belangrijk te verduidelijken dat zowel economisch inactieve als economisch actieve mensen behoefte kunnen hebben aan langdurige zorg. Prestaties bij langdurige zorg zijn bedoeld om personen te helpen om hun dagelijkse activiteiten uit te voeren, teneinde hun persoonlijke autonomie te bevorderen, ook op de werkplek.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  Op 13 september 2017 zei de voorzitter van de Europese Commissie in zijn toespraak over de staat van de Unie dat er "in een Unie van gelijken [...] geen tweederangswerknemers [horen] te zijn" en dat het "absurd [is] dat we wel een Bankautoriteit hebben die toezicht houdt op de normen voor het bankwezen, maar geen gemeenschappelijke Arbeidsautoriteit die toeziet op eerlijkheid in de eengemaakte markt". In zijn resolutie van 14 september 2016 over sociale dumping in de Europese Unie heeft het Europees Parlement de lidstaten aangemoedigd "om, in voorkomend geval, bilaterale ad-hoctaskforces en, daar waar nodig, een multilaterale taskforce op te richten bestaande uit nationale bevoegde autoriteiten en arbeidsinspecties, teneinde, met toestemming van alle betrokken lidstaten, ter plaatse grensoverschrijdende controles te verrichten – met inachtneming van de wetgeving van de lidstaat waar de controles worden doorgevoerd – indien het vermoeden bestaat van sociale dumping, illegale arbeidsomstandigheden of fraude, en om brievenbusmaatschappijen, frauduleuze aanwervingsbureau[s] en de niet-naleving van regels, resulterend in de uitbuiting van werknemers, in kaart te brengen".

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter)  Verordening (EG) nr. 883/2004 schept een algemeen correct juridisch kader. Op de lidstaten berust de morele verplichting, daar waar burgers een administratieve lastendruk ervaren, deze door middel van bilaterale afspraken trachten te verminderen. Er dient gestreefd te worden naar nationale organen die de premieafdracht bij grensoverschrijdende activiteiten in de betreffende lidstaat begeleiden. Uiteraard met inachtneming van de Europese wetgeving. Tevens dient gewerkt te worden aan een elektronisch instrument om relevante gegevens voor controle gemakkelijker te kunnen uitwisselen, zodat nationale arbeidsinspecties snel toegang kunnen krijgen tot de door hen vereiste gegevens. De verordening dient hiervoor nauw aan te sluiten op Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad 1 bis.

 

_______________________

 

1 bis Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quater)  De technologische ontwikkeling biedt nieuwe mogelijkheden voor coördinatie, uitwisseling van informatie en handhaving. Naar het voorbeeld van de Belgische Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid1 bis zou een systeem voor elektronische netwerkvorming tussen alle relevante socialezekerheidsinstanties in het leven kunnen worden geroepen om de onderlinge contacten, de transparantie en de verantwoordingsplicht te versterken.

 

__________________

 

1 bis https://www.ksz-bcss.fgov.be/nl

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quinquies)  In zijn resolutie van 14 januari 2014 over doeltreffende arbeidsinspecties als middel om de arbeidsomstandigheden in Europa te verbeteren, wees het Europees Parlement "erop dat een elektronisch netwerk van alle betrokken sociale instanties naar het voorbeeld van de Belgische 'Crossroads Bank for Social Security' [Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid], waardoor gegevens gemakkelijker kunnen worden uitgewisseld, een nuttig instrument is om nationale arbeidsinspecties snel toegang te geven tot de door hen benodigde gegevens" en vroeg het de Commissie "om een fraudebestendige Europese socialezekerheidskaart of ander elektronisch document op zijn merites te beoordelen en eventueel in te voeren, waarop alle gegevens opgeslagen zijn die voor het controleren van de arbeidsrelatie relevant zijn, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden, en waarvoor strenge regels van gegevensbescherming gelden, in het bijzonder waar privacygevoelige persoonsgegevens worden verwerkt".

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 sexies)  Het is ter optimalisering van het vrij verkeer van personen noodzakelijk om de samenhang tussen deze coördinatie en de coördinatie van de belastingstelsels, met volstrekte inachtneming van eigen kenmerken van deze stelsels en van het beginsel van subsidiariteit, nader te onderzoeken.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 septies) In de resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2017 over belemmeringen voor het vrij verkeer van EU-burgers en voor hun recht te werken in de interne markt werd met name gepleit voor "kordate en doeltreffende stappen om te komen tot een gecoördineerd systeem van geaccumuleerde sociale bijdragen en uitkeringen voor iedereen in de EU, zoals een socialezekerheidskaart waarmee het gemakkelijker wordt om socialezekerheidsbijdragen en -rechten te traceren".

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 octies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 octies)  Indien er voor een bepaalde groep personen, die in een andere lidstaat werken dan ze wonen en de bepalingen 45 tot en met 48 VWEU ertoe leiden dat er nadelen ontstaan ten opzichte van werknemers die geen gebruik hebben gemaakt van het vrij verkeer van werknemers – dit als gevolg van het niet op elkaar afgestemd zijn van socialezekerheidsstelsels waardoor er gedurende een bepaalde periode een significant lagere bescherming is dan voor de nationale burgers én de coördinatieregels deze situatie niet kunnen oplossen – dan dient de lidstaat waar betreffende persoon met zijn gezin woont, in overleg met betrokken lidstaten, een regeling te treffen om deze nadelen op te lossen.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Om duidelijkheid te geven over de terminologie in het EU-recht moet de term "terbeschikkingstelling" alleen worden gebruikt voor de terbeschikkingstelling van werknemers in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten34. Om te zorgen voor consistentie in de behandeling tussen werknemers en zelfstandigen is het bovendien noodzakelijk dat de bijzondere regels voor de vaststelling van het toepasselijke recht in het geval van werknemers die tijdelijk ter beschikking zijn gesteld of zijn uitgezonden naar een andere lidstaat consequent worden toegepast op zowel werknemers als zelfstandigen.

(7)  Om duidelijkheid te geven over de terminologie in het EU-recht moet de term "terbeschikkingstelling" alleen worden gebruikt voor de terbeschikkingstelling van werknemers in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten34. In de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 moet aan werknemers die zich in een situatie van terbeschikkingstelling bevinden, met inbegrip van de werknemers die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 96/71/EG vallen, worden gerefereerd als "uitgezonden" in plaats van "ter beschikking gesteld". Om te zorgen voor consistentie in de behandeling tussen werknemers en zelfstandigen is het bovendien noodzakelijk dat de bijzondere regels voor de vaststelling van het toepasselijke recht in het geval van werknemers die tijdelijk zijn uitgezonden naar een andere lidstaat consequent worden toegepast op zowel werknemers als zelfstandigen.

__________________________________

__________________________________

34 PB L 018 van 21.01.1997, blz. 1.

34 PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Op het gebied van werkloosheidsuitkeringen moeten de regels voor de samentelling van verzekeringstijdvakken door alle lidstaten op dezelfde wijze worden toegepast. Met uitzondering van grensoverschrijdende arbeiders als bedoeld in artikel 65, lid 2, moeten de regels voor de samentelling van tijdvakken met het oog op de toekenning van het recht op werkloosheidsuitkering worden onderworpen aan de voorwaarde dat een verzekerde laatstelijk ten minste drie maanden in die lidstaat verzekerd is geweest. De voorheen bevoegde lidstaat moet bevoegd worden voor alle verzekerden die niet aan deze voorwaarde voldoen. In dit geval moet inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van laatste verzekering hetzelfde effect hebben als inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar de werkloze werknemer voorheen verzekerd was.

(8)  Op het gebied van werkloosheidsuitkeringen moeten de regels voor de samentelling van verzekeringstijdvakken door alle lidstaten op dezelfde wijze worden toegepast. Met uitzondering van grensoverschrijdende arbeiders als bedoeld in artikel 65, lid 2, moeten de regels voor de samentelling van tijdvakken met het oog op de toekenning van het recht op werkloosheidsuitkering worden onderworpen aan de voorwaarde dat een verzekerde laatstelijk ten minste één dag in die lidstaat verzekerd is geweest.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Naar aanleiding van de aanbevelingen in het verslag over het EU-burgerschap 201335 moet de minimumduur van de export van werkloosheidsuitkeringen worden verlengd van drie tot zes maanden, zodat werklozen die naar een andere lidstaat verhuizen meer mogelijkheden krijgen om naar werk te zoeken, betere kansen hebben om te integreren op de arbeidsmarkt en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden kunnen worden aangepakt, ook over de grenzen heen.

(9)  Naar aanleiding van de aanbevelingen in het verslag over het EU-burgerschap 201335 moet de minimumduur van de export van werkloosheidsuitkeringen worden verlengd van drie tot zes maanden, zodat de mobiliteit van werklozen die naar een andere lidstaat verhuizen wordt verbeterd en zij meer mogelijkheden krijgen om naar werk te zoeken, betere kansen hebben om zich om te scholen en te integreren op de arbeidsmarkt en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden kunnen worden aangepakt, ook over de grenzen heen.

_______________________________

__________________________________

35 COM(2013) 269 final.

35 COM(2013) 269 final.

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Er moet worden gezorgd voor een grotere gelijkheid van behandeling voor grensarbeiders en grensoverschrijdende werknemers door ervoor te zorgen dat grensarbeiders een werkloosheidsuitkering ontvangen van de lidstaat waar zij het laatst werkzaam waren, mits zij ten minste gedurende de laatste twaalf maanden in die lidstaat hebben gewerkt.

(10)  Er moet worden gezorgd voor een grotere gelijkheid van behandeling voor grensarbeiders en grensoverschrijdende werknemers door hen te laten kiezen of zij een werkloosheidsuitkering wensen te ontvangen van de lidstaat waar zij het laatst werkzaam waren, of van de lidstaat waar zij wonen, teneinde de waarschijnlijkheid te vergroten dat zij werk vinden in de lidstaat waar zij de grootste kans op werk hebben.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Het is eveneens belangrijk dat de samenwerking tussen de nationale bevoegde autoriteiten wordt versterkt en dat het toepasselijke regelgevingskader wordt verduidelijkt zodat de lidstaat waar personen het laatst werkzaam waren, de lidstaten waar zij daarvoor werkzaam waren en de lidstaat waar zij wonen zich niet elk, in het nadeel van de verzekerden, onbevoegd verklaren voor de betaling van prestaties. De communicatie tussen de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de werkzoekende laatst actief was en de werkzoekende vindt plaats in de taal van de werkzoekende. Het is ook noodzakelijk dat grensoverschrijdende werknemers de mogelijkheid hebben zich ter beschikking te stellen aan een grensoverschrijdende dienst voor arbeidsvoorziening, vooropgesteld dat er een dergelijke dienst is in het geografische gebied waar zij werk zoeken.

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter)  Aangezien de coördinatieregels niet kunnen voorkomen dat mobiele burgers minder bescherming genieten dan niet-mobiele burgers, worden de lidstaten aangemoedigd bilaterale oplossingen te vinden overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 883/2004, zoals gewijzigd bij de onderhavige verordening.

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 quater)  De lidstaten moeten kunnen voorzien in aanvullende toeslagen om de kloof te overbruggen tussen de werkloosheidsuitkeringen betaald door de lidstaat waar de werkloze het laatst werkzaam was en die van de lidstaat van zijn/haar woonplaats.

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 quinquies)  Er moeten grensoverschrijdende arbeidsbemiddelingsdiensten worden uitgewerkt die zo goed mogelijk zijn afgestemd op de situatie in de grensgebieden om de werkzoekenden te begeleiden bij hun zoektocht naar een nieuwe baan.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen gedurende tijdvakken van kinderopvoeding, zijn erop gericht te voldoen aan de individuele en persoonlijke behoeften van de ouder die onderworpen is aan de wetgeving van de bevoegde lidstaat; zij onderscheiden zich in die zin van andere gezinstoelagen dat zij ten doel hebben de ouder te compenseren voor inkomsten- of loonderving tijdens een periode die is besteed aan het opvoeden van een kind, en niet alleen tegemoet te komen in de algemene gezinslasten.

(11)  Gezinsuitkeringen die hoofdzakelijk zijn bedoeld om aanvullend inkomen toe te kennen, om het wegens kinderopvoeding gederfd inkomen geheel of gedeeltelijk te vervangen of die in de plaats komen van inkomen dat de betrokkene om die reden niet kan verdienen, zijn erop gericht te voldoen aan de individuele en persoonlijke behoeften van de ouder die onderworpen is aan de wetgeving van de bevoegde lidstaat; zij onderscheiden zich in die zin van andere gezinstoelagen dat zij ten doel hebben de ouder te compenseren voor inkomsten- of loonderving tijdens een periode die is besteed aan het opvoeden van een kind, en niet alleen tegemoet te komen in de algemene gezinslasten.

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  Het is zaak ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten binnen een redelijke termijn de gewone verblijfplaats vaststellen met het oog op de vaststelling van de socialezekerheidsuitkeringen.

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moet de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Europese Commissie worden overgedragen voor wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt – onder meer op deskundigenniveau – en dat die raadplegingen worden gehouden in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving van 13 april 201636. Om ervoor te zorgen dat alle partijen gelijkelijk bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden betrokken, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

(12)  Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moeten de bijlagen bij deze verordening en bij Verordening (EG) nr. 987/2009 periodiek worden gewijzigd.

_________________________________

 

36 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1-14.

 

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om de lidstaten te ondersteunen in de bestrijding van fraude en fouten bij de toepassing van de coördinatieregels, moet aanvullende bepalingen worden vastgesteld die het mogelijk maken de verwerking van persoonsgegevens van personen op wie de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van toepassing zijn, te vergemakkelijken. Dit zou een lidstaat in staat stellen de gegevens die in het bezit zijn van zijn bevoegde organen periodiek te vergelijken met die in het bezit van een andere lidstaat om vast te stellen welke fouten of inconsistenties nader onderzoek vereisen.

(13)  Om de lidstaten te ondersteunen in de bestrijding van fraude en fouten bij de toepassing van de coördinatieregels, moet de verwerking van persoonsgegevens van personen op wie de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van toepassing zijn, worden vergemakkelijkt, waarbij het relevante acquis van de Unie inzake de bescherming van persoonsgegevens – en met name Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad – altijd volledig en zonder uitzonderingen moet worden geëerbiedigd1 bis. Dit zou een lidstaat in staat stellen de gegevens die in het bezit zijn van zijn bevoegde organen periodiek te vergelijken met die in het bezit van een andere lidstaat om vast te stellen welke fouten of inconsistenties nader onderzoek vereisen.

 

__________________

 

1 bis Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  De coördinatieregels kunnen alleen doeltreffend en efficiënt functioneren, als de regels voor het vaststellen van de toepasselijke wetgeving voor werknemers die hun economische werkzaamheden in twee of meer lidstaten verrichten, worden verduidelijkt met het oog op meer analogie met de voorwaarden die van toepassing zijn op personen die ter beschikking gesteld of uitgezonden worden om in één lidstaat economisch actief te zijn. Bovendien mogen de terbeschikkingstellingsregels die in de voortzetting van de toepasselijke wetgeving voorzien, alleen worden toegepast op personen die reeds eerder een band hadden met het socialezekerheidsstelsel van de lidstaat van herkomst.

(16)  De coördinatieregels kunnen alleen doeltreffend en efficiënt functioneren als de regels voor het vaststellen van de toepasselijke wetgeving voor werknemers die hun economische werkzaamheden in twee of meer lidstaten verrichten, worden verduidelijkt met het oog op meer analogie met de voorwaarden die van toepassing zijn op personen die uitgezonden worden om in één lidstaat economisch actief te zijn. Bovendien mogen de regels die in de voortzetting van de toepasselijke wetgeving voorzien, alleen worden toegepast op personen die reeds eerder een band hadden met het socialezekerheidsstelsel van de lidstaat van herkomst.

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis)  Ter versterking van de band tussen de aanzienlijke werkzaamheden van de onderneming en de wetgeving die van toepassing is op de persoon die deze onderneming tijdelijk ter beschikking stelt in een andere lidstaat, is het belangrijk te benadrukken dat de aanzienlijke werkzaamheden onder meer moeten worden gekenmerkt door een aandeel van meer dan 25 % van de jaarlijkse omzet die wordt behaald in de lidstaat van waaruit de persoon ter beschikking wordt gesteld.

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17)  Er moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Europese Commissie worden verleend om uniforme voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de artikelen 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 883/2004. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren37.

(17)  Met het oog op de aanvulling van deze verordening door de invoering van een standaardprocedure voor de vaststelling van de omstandigheden waarin het document moet worden afgegeven en die waarin het document moet worden ingetrokken omdat de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de artikelen 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 883/2004 als gewijzigd bij de onderhavige verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven37. Om ervoor te zorgen dat alle partijen gelijkelijk bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden betrokken, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

_________________________________

_________________________________

37 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

37 PB L 123 van 12.5.2016, blz.1.

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis)  De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werd geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en heeft advies uitgebracht1 bis.

 

_________________________________

 

1 bis. PB C 91 van 26.4.2007, blz. 15.

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 2 – tweede zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Aan overweging 2 wordt de volgende zin toegevoegd:

Schrappen

"Artikel 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie waarborgt iedere burger van de Unie het recht op vrij verkeer, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld."

 

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In overweging 5 wordt na "wordt gegarandeerd dat alle betrokkenen binnen de Gemeenschap krachtens de verschillende nationale wetgevingen gelijke behandeling genieten" de volgende tekst ingevoegd:

(2)  Overweging 5 wordt vervangen door:

", onder de in Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden40 vastgestelde voorwaarden met betrekking tot de toegang van economisch niet-actieve mobiele EU-burgers tot bepaalde socialezekerheidsuitkeringen in het gastland."

"(5)  Het is noodzakelijk dat in het kader van deze coördinatie wordt gegarandeerd dat alle betrokkenen binnen de Unie krachtens de verschillende nationale wetgevingen gelijke behandeling genieten en dat burgers worden ondersteund bij de uitoefening van hun bij de Verdragen gegarandeerde recht op vrij verkeer, niet in de laatste plaats door duidelijk te maken welke lidstaat erop moet toezien dat zij toegang hebben tot en in aanmerking komen voor prestaties in het kader van het relevante socialezekerheidsstelsel."

__________________________________

 

40 PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.

 

Motivering

Recital (5) emphasises the obligation to ensure equality of treatment which is contained in Article 4 of Regulation 883/2004. It is not appropriate at this point in time to add limitations to this principle given that the case law in this area is still evolving. This suggested amendment also reflects the position of the Council (ST 13139/2017) that recital (5) of Regulation 883/2004 should not be amended. Moreover, there are circumstances in which the principle of equality of treatment applies without Directive 2004/38 also applying, for example as regards the exportability of benefits where a citizen is not residing in the competent Member State. All references to economically inactive citizen, social security benefits and Directive 2004/38 should therefore be deleted.

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 bis)  Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de lidstaten het recht hebben om de toegang van economisch niet-actieve burgers in het gastland tot socialezekerheidsuitkeringen die geen sociale bijstand in de zin van Richtlijn 2004/38/EG vormen, afhankelijk te maken van een wettelijk verblijfsrecht in de zin van die richtlijn. De verificatie van het wettelijk verblijfsrecht moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het vereiste van Richtlijn 2004/38/EG. Daartoe moet een economisch niet-actieve burger duidelijk worden onderscheiden van een werkzoekende aan wie het verblijfsrecht rechtstreeks wordt verleend uit hoofde van artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met het oog op meer juridische duidelijkheid voor burgers en instellingen is een codificatie van deze jurisprudentie noodzakelijk.

Schrappen

Amendement    43

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 ter)  De lidstaten moeten ervoor zorgen dat economisch niet-actieve mobiele EU-burgers niet worden verhinderd te voldoen aan de voorwaarde over een verzekering te beschikken die de ziektekosten in het gastland volledig dekt, zoals vastgesteld in Richtlijn 2004/38/EG. Dit kan inhouden dat het dergelijke burgers wordt toegestaan evenredig bij te dragen aan een stelsel voor ziekteverzekering in de lidstaat waar zij gewoonlijk wonen.

(5 ter)  De lidstaten moeten ervoor zorgen dat economisch niet-actieve mobiele EU-burgers niet worden verhinderd te voldoen aan de voorwaarde over een verzekering te beschikken die de ziektekosten in het gastland volledig dekt, zoals vastgesteld in Richtlijn 2004/38/EG. Dit moet ten minste inhouden dat het dergelijke burgers wordt toegestaan evenredig bij te dragen aan een stelsel voor ziekteverzekering of op andere wijze te voldoen aan de relevante criteria voor toegang tot ziekteverzekering in de lidstaat waar zij gewoonlijk wonen.

Motivering

De toegang tot een omvattende ziekteverzekering is een fundamenteel recht. Niet-actieve mobiele burgers moeten ook in de lidstaat waar zij wonen in aanmerking kunnen komen voor een ziekteverzekering. De lidstaten moeten zich op bindende richtsnoeren kunnen baseren wanneer zij hun ziektekostenverzekeringsstelsel toegankelijk maken voor niet-actieve mobiele EU-burgers.

Amendement    44

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5 quater

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 quater)  Ondanks de uit Richtlijn 2004/38/EG of anderszins uit het recht van de Unie voortvloeiende beperkingen van het recht op gelijke behandeling voor economisch niet-actieve personen, mag niets in deze verordening afbreuk doen aan de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende grondrechten, met name het recht op menselijke waardigheid (artikel 1), het recht op leven (artikel 2) en het recht op gezondheidszorg (artikel 35).

Schrappen

Amendement    45

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 20

 

Bestaande tekst

Amendement

 

4 bis. Overweging 20 wordt vervangen door:

(20)  Wat betreft prestaties bij ziekte en uitkeringen bij moederschap of daarmee gelijkgesteld vaderschap, is het noodzakelijk aan verzekerden en hun gezinsleden die in een andere dan de bevoegde lidstaat wonen of verblijven, bescherming te garanderen.

"(20)  Wat betreft prestaties bij ziekte, langdurige zorg en uitkeringen bij moederschap of daarmee gelijkgesteld vaderschap, is het noodzakelijk aan verzekerden en hun gezinsleden die in een andere dan de bevoegde lidstaat wonen of verblijven, bescherming te garanderen."

Amendement    46

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 24

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"(24)  Prestaties bij langdurige zorg voor verzekerden en hun gezinsleden moeten worden gecoördineerd volgens specifieke regels die in beginsel de regels voor prestaties bij ziekte volgen overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Er moet ook in specifieke bepalingen worden voorzien ingeval verstrekkingen en uitkeringen bij langdurige zorg elkaar overlappen."

"(24)  Conform de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie moeten prestaties bij langdurige zorg voor verzekerden en hun gezinsleden in beginsel verder worden gecoördineerd volgens de regels voor prestaties bij ziekte. Deze regels moeten echter rekening houden met de specifieke kenmerken van prestaties bij langdurige zorg. Er moet ook in specifieke bepalingen worden voorzien ingeval verstrekkingen en uitkeringen bij langdurige zorg elkaar overlappen."

Amendement    47

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 35 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"(35 bis)  Gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen tijdens een periode waarin een kind wordt opgevoed, zijn individuele rechten die de ouder persoonlijk toekomen onder de voorwaarden van de wetgeving van de bevoegde lidstaat. Gezien de specifieke aard van deze gezinsuitkeringen moeten zij in deel I van bijlage XIII bij deze verordening worden opgenomen en uitsluitend voor de betrokken ouder worden voorbehouden. De lidstaat met secundaire bevoegdheid kan ervoor kiezen dat de prioriteitsregels niet op gezinsuitkeringen van toepassing zijn, als de rechten op gezinsuitkeringen op grond van de wetgeving van de bevoegde lidstaat en op grond van de wetgeving van de lidstaat waar de gezinsleden wonen, elkaar overlappen. Een lidstaat die ervoor kiest de prioriteitsregels niet toe te passen, moet dat consequent doen ten aanzien van alle rechthebbende personen in een analoge situatie en moet in deel II van bijlage XIII worden opgenomen."

"(35 bis)  Gezinsuitkeringen die hoofdzakelijk bedoeld zijn ter vervanging, geheel of gedeeltelijk, van niet-verdiend inkomen of inkomen dat de betrokkene niet kan verdienen wegens opvoedverplichtingen, of voor de toekenning van aanvullend inkomen, kunnen worden onderscheiden van andere gezinsbijslagen ter tegemoetkoming van de gezinslasten. Omdat dergelijke uitkeringen kunnen worden beschouwd als individuele rechten die de ouder persoonlijk toekomen onder de voorwaarden van de wetgeving van de bevoegde lidstaat, moet het mogelijk zijn ze exclusief toe te kennen aan de betrokken ouder. Dergelijke individuele uitkeringen moeten in deel I van bijlage XIII bij deze verordening worden opgenomen. De lidstaat met secundaire bevoegdheid kan ervoor kiezen dat de prioriteitsregels niet op gezinsuitkeringen van toepassing zijn, als de rechten op gezinsuitkeringen op grond van de wetgeving van de bevoegde lidstaat en op grond van de wetgeving van de lidstaat waar de gezinsleden wonen, elkaar overlappen. Een lidstaat die ervoor kiest de prioriteitsregels niet toe te passen, moet dat consequent doen ten aanzien van alle rechthebbende personen in een analoge situatie en op voorwaarde dat de desbetreffende uitkeringen zijn opgenomen in deel II van bijlage XIII."

Amendement    48

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 39 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"(39 bis)  Het relevante EU-acquis inzake gegevensbescherming – en met name Verordening (EU) nr. 679/2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) 42 – is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening."

"(39 bis)  Het relevante EU-acquis inzake gegevensbescherming – en met name Verordening (EU) nr. 679/2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)42 – is volledig en zonder uitzonderingen van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens die onder deze verordening vallen."

__________________________________

__________________________________

42 PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1-88.

42 PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1.

Amendement    49

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 46

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(46) Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moet de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Europese Commissie worden overgedragen voor wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt – onder meer op deskundigenniveau – en dat die raadplegingen worden gehouden in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving van 13 april 201643. Om er met name voor te zorgen dat alle partijen in gelijke mate bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden betrokken, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

Schrappen

__________________

 

43 COM(2015) 216 final.

 

Amendement    50

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 47

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(47)  Deze verordening eerbiedigt de grondrechten, neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht – met name de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), de vrijheid van beroep en het recht om te werken (artikel 15), het recht op eigendom (artikel 17), het recht op non-discriminatie (artikel 21), de rechten van het kind (artikel 24), de rechten van ouderen (artikel 25), de integratie van personen met een handicap (artikel 26), het recht op gezins- en beroepsleven (artikel 33), het recht op sociale zekerheid en sociale bijstand (artikel 34), het recht op gezondheidszorg (artikel 35) en het recht op vrijheid van verkeer en van verblijf (artikel 45) – en moet in overeenstemming met die rechten en beginselen worden uitgevoerd.

(47)  Deze verordening eerbiedigt de grondrechten, neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht – met name het recht op menselijke waardigheid (artikel 1), het recht op leven (artikel 2), de eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven (artikel 7), de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), de vrijheid van beroep en het recht om te werken (artikel 15), het recht op eigendom (artikel 17), het recht op non-discriminatie (artikel 21), gelijkheid van mannen en vrouwen (artikel 23), de rechten van het kind (artikel 24), de rechten van ouderen (artikel 25), de integratie van personen met een handicap (artikel 26), het recht op gezins- en beroepsleven (artikel 33), het recht op sociale zekerheid en sociale bijstand (artikel 34), het recht op gezondheidszorg (artikel 35) en het recht op vrijheid van verkeer en van verblijf (artikel 45), evenals het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden – en moet in overeenstemming met die rechten en beginselen worden uitgevoerd.

Amendement    51

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 48 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(48 bis)  Niets in deze verordening mag de in het Sociaal Handvest van de Raad van Europa erkende autonome rechten en plichten, en met name het recht op sociale zekerheid (artikel 12), het recht op sociale en geneeskundige bijstand (artikel 13), het recht van migrerende werknemers en hun gezinnen op bescherming en bijstand (artikel 19) en het recht op bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting (artikel 30), beperken. De betrokken lidstaten moeten deze verordening in overeenstemming die rechten en beginselen uitvoeren.

Amendement    52

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 48 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(48 ter)  De nieuwe bepalingen met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen voor grensarbeiders zouden in bepaalde gevallen kunnen leiden tot een verslechtering van de gunstige voorwaarden voor hun terugkeer naar de arbeidsmarkt. Het is dan ook onontbeerlijk dat de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van de grensarbeider wordt versterkt en dat het regelgevingskader bijvoorbeeld de in de lidstaat van de woonplaats te nemen stappen vergemakkelijkt door de bevoegdheid te verduidelijken van de dienst voor arbeidsvoorziening die verantwoordelijk is voor de opvolging ervan en dat de uitwisselingen tussen het bevoegde orgaan van de lidstaat waar de werkzoekende laatst actief was en de werkzoekende gebeuren in de taal van deze laatste.

Amendement    53

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 48 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(48 quater)  De lidstaten mogen voorzien in aanvullende toeslagen om de kloof te overbruggen tussen de werkloosheidsuitkeringen betaald door de lidstaat waar de werkloze het laatst werkzaam was en die van de lidstaat van zijn/haar woonplaats.

Amendement    54

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 48 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(48 quinquies)  Niets in deze verordening houdt een beperking in van de in het Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van de Raad van Europa erkende autonome rechten en plichten in de betrokken lidstaten.

Amendement    55

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 48 sexies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(48 sexies)  Er moet ook worden toegezien op de versterking van de samenwerking tussen bevoegde overheden en de verduidelijking van het van toepassing zijnde regelgevende kader opdat de lidstaten – waar de werknemer het laatst werkzaam was, vroeger werkzaam was en/of woont – zich niet onbevoegd verklaren om de storting van de werkloosheidsuitkeringen te verzekeren, ten nadele van de verzekerden.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  In punt c) worden de woorden "titel III, hoofdstukken 1 en 3" vervangen door de woorden "titel III, hoofdstukken 1, 1 bis en 3".

Schrappen

Amendement    57

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt c

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  Punt c) wordt vervangen door:

c)  wordt onder "verzekerde", ten aanzien van de onder titel III, hoofdstukken 1 en 3, vallende takken van sociale zekerheid, verstaan iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden die voor het recht op prestaties worden gesteld door de wetgeving van de uit hoofde van titel II bevoegde lidstaat, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening;

"c)  wordt onder "verzekerde", ten aanzien van de onder titel III, hoofdstukken 1 en 3, vallende takken van sociale zekerheid, verstaan iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden die voor het recht op prestaties worden gesteld door de wetgeving van de uit hoofde van titel II bevoegde lidstaat, voor ten minste één van de onder het toepasselijke hoofdstuk vallende risico's, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening."

Amendement    58

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt i – letter l – punt ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  In punt i), onder 1, ii), worden na de woorden "titel III, hoofdstuk 1 inzake prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen" de woorden "en hoofdstuk 1 bis inzake prestaties bij langdurige zorg" ingevoegd.

Schrappen

Amendement    59

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt i – letter l – punt ii

 

Bestaande tekst

Amendement

 

b bis)  Punt i), onder 1, ii) wordt vervangen door:

ii)  wat betreft verstrekkingen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 1 inzake prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, eenieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend dan wel als huisgenoot wordt aangemerkt krachtens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont.

"ii)  wat betreft verstrekkingen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 1 inzake prestaties bij ziekte, langdurige zorg en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, eenieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend dan wel als huisgenoot wordt aangemerkt krachtens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont."

Amendement    60

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt v bis – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)  In punt v bis), i), worden na de woorden "titel III, hoofdstuk 1 (prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen)" de woorden "en hoofdstuk 1 bis (prestaties bij langdurige zorg)" ingevoegd en wordt de laatste zin geschrapt.

Schrappen

Amendement    61

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter c bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt v bis – punt i

 

Bestaande tekst

Amendement

 

c bis)  In punt v bis) wordt punt i) vervangen door:

i)  in de zin van titel III, hoofdstuk 1 (prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen): verstrekkingen waarin voorzien wordt door de wetgeving van een lidstaat en welke bedoeld zijn om de kosten van medische verzorging en de met deze verzorging verbonden producten en diensten te verstrekken, beschikbaar te stellen, rechtstreeks te betalen of terug te betalen. Daartoe behoren verstrekkingen bij langdurige zorg;

"i)  in de zin van titel III, hoofdstuk 1 (prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen): verstrekkingen waarin voorzien wordt door de wetgeving van een lidstaat en welke bedoeld zijn om de kosten van medische verzorging en de met deze verzorging verbonden producten en diensten te verstrekken, beschikbaar te stellen, rechtstreeks te betalen of terug te betalen. Daartoe behoren ook verstrekkingen bij langdurige zorg waarin voorzien wordt door de wetgeving van een lidstaat en welke bedoeld zijn om langdurige zorg te verstrekken, beschikbaar te stellen, rechtstreeks te betalen of de kosten ervan terug te betalen;"

Amendement    62

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt v ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

v ter)  "prestatie bij langdurige zorg": alle verstrekkingen, uitkeringen of combinaties van beide voor personen die wegens ouderdom, invaliditeit, ziekte of gebrekkige gezondheid gedurende langere tijd aanzienlijke bijstand van een of meer andere personen nodig hebben om essentiële dagelijkse activiteiten uit te voeren, onder meer om hun persoonlijke autonomie te bevorderen; inbegrepen zijn uitkeringen die worden toegekend aan of bestemd zijn voor de persoon die dergelijke bijstand verleent;

v ter)  "prestatie bij langdurige zorg": verstrekkingen of uitkeringen die bedoeld zijn om te voorzien in de zorg- of ondersteuningsbehoeften van personen die wegens ouderdom, invaliditeit, ziekte of gebrekkige gezondheid gedurende langere tijd bijstand van een of meer andere personen nodig hebben om hun essentiële dagelijkse activiteiten uit te voeren, teneinde hun persoonlijke autonomie te bevorderen, onder meer op de werkplek; inbegrepen zijn prestaties die met hetzelfde doel worden toegekend aan de persoon of personen die dergelijke bijstand verleent of verlenen;

Amendement    63

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt v ter bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

v ter bis)  onder "voortzetting van een behandeling" wordt verstaan dat een ziektegeval verder wordt onderzocht, gediagnosticeerd en behandeld voor de volledige duur ervan;

Amendement    64

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – punt v ter ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

v ter ter)  onder "voortzetting van langdurige zorg" wordt verstaan dat de toekenning van verstrekkingen bij langdurige zorg wordt voortgezet op grond van de behoefte aan zorg die werd vastgesteld voorafgaande aan de pensionering en die na die datum blijft bestaan.

Amendement    65

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 3 – lid 1 – letter a

 

Bestaande tekst

Amendement

 

9 bis.  In artikel 3, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

a)  prestaties bij ziekte;

a)  "prestaties bij ziekte en langdurige zorg;"

Amendement    66

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 10

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 3 – lid 1 – letter b bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.  In artikel 3, lid 1, wordt na punt b) het volgende punt ingevoegd:

Schrappen

"b bis)  prestaties bij langdurige zorg;"

 

Amendement    67

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

11.   Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt vervangen door:

Schrappen

"Artikel 4

 

Gelijke behandeling

 

1.  Tenzij in deze verordening anders bepaald, hebben personen op wie de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn, dezelfde rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van elke lidstaat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat.

 

2.  Een lidstaat mag eisen dat de toegang van een economisch niet-actieve in die lidstaat wonende persoon tot socialezekerheidsuitkeringen in die lidstaat afhankelijk wordt gemaakt van de in Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden44 vastgestelde voorwaarden inzake het recht op wettelijk verblijf.

 

___________________________________

 

44 PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.

 

Amendement    68

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter a

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 11 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  In lid 2 worden de woorden "prestaties bij ziekte voor behandeling voor onbepaalde tijd" vervangen door de woorden "uitkeringen bij langdurige zorg".

Schrappen

Amendement    69

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 11 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  Lid 2 wordt vervangen door:

2.  Voor de toepassing van deze titel worden de personen die een uitkering ontvangen omdat of als gevolg van het feit dat zij een werkzaamheid uitvoeren in loondienst of een werkzaamheid anders dan in loondienst, beschouwd als personen die die werkzaamheid verrichten. Deze regel geldt niet voor uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of aan nabestaanden, prestaties in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten, of prestaties bij ziekte voor behandeling voor onbepaalde tijd.

"2.  Voor de toepassing van deze titel worden de personen die een uitkering ontvangen omdat of als gevolg van het feit dat zij een werkzaamheid uitvoeren in loondienst of een werkzaamheid anders dan in loondienst, beschouwd als personen die die werkzaamheid verrichten. Deze regel geldt niet voor uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of aan nabestaanden, prestaties in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten, prestaties bij ziekte voor behandeling voor onbepaalde tijd, of uitkeringen voor langdurige zorg waarvoor de zorgbehoevende in aanmerking komt."

Amendement    70

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter a ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 11 – lid 3 – letter c

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a ter)  Lid 3, onder c), wordt vervangen door:

c)  geldt voor degene die een werkloosheidsuitkering ontvangt overeenkomstig artikel 65 volgens de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats, de wetgeving van die lidstaat;

"c)  geldt voor degene die een werkloosheidsuitkering ontvangt overeenkomstig artikel 65 volgens de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats of van de lidstaat waar hij het laatst werkzaam was in loondienst of anders dan in loondienst, de wetgeving van die lidstaat;"

Amendement    71

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter a quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 11 – lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a quater) Lid 4 wordt vervangen door:

4.   Voor de toepassing van deze titel worden al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in die lidstaat. Niettemin geldt voor degene die werkzaamheden in loondienst verricht aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart en voor die werkzaamheden wordt betaald door een onderneming of een persoon die zijn zetel of domicilie in een andere lidstaat heeft, de wetgeving van laatstgenoemde lidstaat, indien hij zijn woonplaats in die lidstaat heeft. De onderneming of de persoon die het loon betaalt, wordt voor de toepassing van genoemde wetgeving als werkgever aangemerkt.

"4.   Voor de toepassing van deze titel worden al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in die lidstaat. Niettemin geldt voor degene die werkzaamheden in loondienst verricht aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart en voor die werkzaamheden wordt betaald door een werkgever die zijn zetel in een andere lidstaat heeft, de wetgeving van laatstgenoemde lidstaat, indien hij zijn woonplaats in die lidstaat heeft."

Amendement    72

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter b

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 11 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Werkzaamheden van een lid van het cockpit- of het cabinepersoneel dat met betrekking tot luchtpassagiers of luchtvrachtvervoer diensten verricht, worden beschouwd als werkzaamheden die uitsluitend worden verricht in de lidstaat waar het lid zijn thuisbasis heeft, zoals gedefinieerd in subdeel FTL van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 83/2014 van de Commissie van 29 januari 201445."

5.  Werkzaamheden van een lid van het cockpit- of het cabinepersoneel dat met betrekking tot luchtpassagiers of luchtvrachtvervoer diensten verricht, worden beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in de lidstaat waar het lid zijn thuisbasis heeft, zoals gedefinieerd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 83/2014 van de Commissie van 29 januari 201445."

__________________

__________________

45 PB L 28 van 31.1.2014, blz. 17.

45 PB L 28 van 31.1.2014, blz. 17.

Amendement    73

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 12

Artikel 12

Bijzondere regels

Bijzondere regels

1.  Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt gedetacheerd in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten46 of uitgezonden om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits

1.  Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt uitgezonden om voor zijn rekening voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits:

de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene niet ter beschikking wordt gesteld of wordt uitgezonden om een eerder in de zin van dit artikel ter beschikking gestelde of uitgezonden persoon – al dan niet in loondienst – te vervangen.

a)  de te verwachten of werkelijke duur van die werkzaamheden niet meer dan 18 maanden bedraagt;

 

b)  de wetgeving van de lidstaat waar de werkgever is gevestigd gedurende ten minste drie maanden voor het begin de werkzaamheden in loondienst van de betrokkene op de betrokkene van toepassing is;

 

c)  het bevoegde orgaan van de lidstaat waar de werkgever is gevestigd, in kennis is gesteld van de uitzending en een verzoek om de voortgezette toepassing van zijn wetgeving heeft ontvangen, voordat de werkzaamheden aanvangen. Een dergelijk formeel verzoek hoeft niet te worden gedaan wanneer werkzaamheid een zakenreis betreft.

2.  Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene geen andere ter beschikking gestelde persoon – al dan niet in loondienst – vervangt.

2.  Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits:

 

a)  de te verwachten of werkelijke duur van die werkzaamheden niet meer dan 18 maanden bedraagt;

 

b)  de betrokkene tijdens een periode van minstens drie maanden onmiddellijk voorafgaand aan het begin van zijn werkzaamheden was onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar hij normaliter zijn werkzaamheden verricht;

 

c)  het bevoegde orgaan van de lidstaat waar de betrokkene werkzaamheden pleegt te verrichten in kennis is gesteld van de werkzaamheden in de andere lidstaat en voor het begin van de werkzaamheden een verzoek heeft ontvangen om zijn wetgeving te blijven toepassen. Een dergelijk formeel verzoek hoeft niet te worden gedaan wanneer de verrichte werkzaamheid een zakenreis betreft.

 

2 bis.  Voor de toepassing van de leden 1 en 2 moet, wanneer uitgezonden werknemers op dezelfde plaats en voor hetzelfde of soortgelijk werk worden vervangen, rekening worden gehouden met de totale duur van de uitzending van de betrokken werknemers.

 

Wanneer een werknemer de maximumperiode van uitzending heeft bereikt, mag uit hoofde van de wetgeving van de eerste lidstaat tot drie maanden na het einde van de meest recente uitzendingsperiode geen verdere uitzending van dezelfde werknemer of zelfstandige door dezelfde ondernemingen naar dezelfde lidstaat worden toegestaan. In specifieke omstandigheden mag een afwijking van de tweede alinea worden toegestaan.

_________________________________

 

46 PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

 

Amendement    74

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 13 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

13 bis.  In artikel 13 wordt lid 1 vervangen door:

1.  Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing:

"1.  Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing:

a) de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij aldaar een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht, of

a)  de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij aldaar een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht,

b) indien hij niet een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht in de lidstaat waar hij woont:

b)  de wetgeving van de lidstaat waar hij het grootste aandeel van zijn werkzaamheden verricht, indien hij niet woont in een van de lidstaten waar hij een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in loondienst verricht; of

 

b bis)  de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien het aandeel van de werkzaamheden gelijk is."

i) de wetgeving van de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de onderneming of de werkgever zich bevindt, indien hij in dienst is van één onderneming of werkgever, of

 

ii) de wetgeving van de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de ondernemingen of de werkgevers zich bevindt, indien hij in dienst is van twee of meer ondernemingen of werkgevers die hun zetel of domicilie in slechts één lidstaat hebben, of

 

(iii) de wetgeving van de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de onderneming of de werkgever zich bevindt, niet zijnde de lidstaat waar hij woont, indien hij in dienst is van twee of meer ondernemingen of werkgevers die hun zetel of domicilie hebben in twee lidstaten, waarvan één de lidstaat is waar de betrokkene woont, of

 

iv) de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij in dienst is van twee of meer ondernemingen of werkgevers, waarvan ten minste twee hun zetel of domicilie in verschillende lidstaten hebben, niet zijnde de lidstaat waar de betrokkene woont.

 

Amendement    75

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 13 – lid 4 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

14.  In Artikel 13 wordt het volgende lid 4 bis ingevoegd na lid 4:

Schrappen

"4 bis.  Op degene die een werkloosheidsuitkering in de ene lidstaat ontvangt en tegelijkertijd werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in een andere lidstaat verricht, is de wetgeving van toepassing van de lidstaat die de werkloosheidsuitkering betaalt.".

 

Amendement    76

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

14 bis.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 15 bis

 

Journalisten-correspondenten van Europese media die werkzaam zijn in een andere lidstaat

 

Journalisten-correspondenten van Europese media die werkzaam zijn in een andere lidstaat kunnen kiezen tussen toepassing van de wetgeving van de lidstaat waar zij werkzaam zijn, toepassing van de wetgeving van de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn of toepassing van de wetgeving van de lidstaat waar de zetel van hun belangrijkste werkgever zich bevindt."

Amendement    77

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Titel III – hoofdstuk 1 - titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 ter.  In titel III, hoofdstuk 1, wordt de titel vervangen door:

Prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen

"Prestaties bij ziekte, langdurige zorg, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen"

Amendement    78

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 19

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 quater.  Artikel 19 wordt vervangen door:

Artikel 19

"Artikel 19

Verblijf buiten de bevoegde staat

Verblijf buiten de bevoegde staat

1.  Tenzij anders bepaald in lid 2, hebben een verzekerde en zijn gezinsleden die verblijven in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat, recht op de verstrekkingen welke tijdens het verblijf medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verstrekt door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof de betrokkenen krachtens die wetgeving verzekerd waren.

1.  Tenzij anders bepaald in lid 2, hebben een verzekerde en zijn gezinsleden die verblijven in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat, recht op de verstrekkingen welke tijdens het verblijf noodzakelijk worden op medische gronden of vanwege de behoefte aan langdurige zorg, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verstrekt door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof de betrokkenen krachtens die wetgeving verzekerd waren.

2.  De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de verstrekkingen die om praktische redenen tijdens een verblijf in een andere lidstaat worden verstrekt op voorwaarde dat dit vooraf is overeengekomen tussen de betrokkene en het orgaan dat de zorg verstrekt.

2.  De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de verstrekkingen die om praktische redenen tijdens een verblijf in een andere lidstaat worden verstrekt op voorwaarde dat dit vooraf is overeengekomen tussen de betrokkene en het verstrekkende orgaan."

Amendement    79

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter 14 quinquies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 20 – titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 quinquies.  In artikel 20 wordt de titel vervangen door:

Reizen met het oogmerk verstrekkingen te ontvangen buiten de woonstaat (of lidstaat van de woonplaats)

"Reizen met het oogmerk verstrekkingen te ontvangen — Toestemming voor een passende behandeling en langdurige zorg buiten de woonstaat (of lidstaat van de woonplaats)"

Amendement    80

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter 14 sexies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 20 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 sexies.  In artikel 20 wordt lid 2 vervangen door:

2.  Een verzekerde die van het bevoegde orgaan toestemming heeft gekregen om zich naar een andere lidstaat te begeven met het oogmerk om daar een voor zijn gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan, heeft recht op verstrekkingen die voor rekening van het bevoegde orgaan worden verleend door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof hij krachtens die wetgeving verzekerd was. De toestemming mag niet worden geweigerd wanneer de desbetreffende behandeling behoort tot de prestaties waarin de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont, voorziet, en die behandeling hem, gelet op zijn gezondheidstoestand van dat moment en het te verwachten ziekteverloop, in laatstbedoelde lidstaat niet kan worden gegeven binnen een termijn die medisch verantwoord is.

"2.  Een verzekerde die van het bevoegde orgaan toestemming heeft gekregen om zich naar een andere lidstaat te begeven met het oogmerk om daar een voor zijn gezondheidstoestand passende behandeling of langdurige zorg te ondergaan, heeft recht op verstrekkingen die voor rekening van het bevoegde orgaan worden verleend door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof hij krachtens die wetgeving verzekerd was. De toestemming mag niet worden geweigerd wanneer de desbetreffende behandeling of langdurige zorg behoort tot de prestaties waarin de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont, voorziet, en die behandeling hem, gelet op zijn gezondheidstoestand van dat moment en het te verwachten ziekteverloop, in laatstbedoelde lidstaat niet kan worden gegeven binnen een termijn die medisch verantwoord is, of binnen een redelijke termijn, gelet op zijn behoefte op dat moment aan langdurige zorg en de te verwachten ontwikkeling van die behoefte."

Amendement    81

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 septies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 25

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 septies.  Artikel 25 wordt vervangen door:

Artikel 25

"Artikel 25

Pensioenen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten dan de lidstaat van de woonplaats in gevallen waarin er een recht op verstrekkingen bestaat in een andere lidstaat dan de lidstaat van de woonplaats

Pensioenen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten dan de lidstaat van de woonplaats in gevallen waarin er een recht op verstrekkingen bestaat in een andere lidstaat dan de lidstaat van de woonplaats

Ingeval degene die een pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten, woont in een lidstaat waarvan de wetgeving voor het recht op verstrekkingen geen voorwaarden stelt inzake verzekering of inzake het al dan niet in loondienst verrichten van werkzaamheden, en waarvan de betrokkene geen enkel pensioen ontvangt, komen de kosten voor verstrekkingen voor de betrokkene en zijn gezinsleden voor rekening van het krachtens de regels van artikel 24, lid 2, aangewezen orgaan van een van de lidstaten die bevoegd zijn voor zijn pensioenen, voorzover genoemde pensioengerechtigde en zijn gezinsleden recht zouden hebben op deze verstrekkingen indien zij zouden wonen in die lidstaat.

Ingeval degene die een pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten, woont in een lidstaat waarvan de wetgeving voor het recht op verstrekkingen geen voorwaarden stelt inzake verzekering of inzake het al dan niet in loondienst verrichten van werkzaamheden, en waarvan de betrokkene geen enkel pensioen ontvangt, komen de kosten voor verstrekkingen voor de betrokkene en zijn gezinsleden voor rekening van het krachtens de regels van artikel 24, lid 2, aangewezen orgaan van een van de lidstaten die bevoegd zijn voor zijn pensioenen, voor zover genoemde pensioengerechtigde en zijn gezinsleden recht zouden hebben op verstrekkingen indien zij zouden wonen in die lidstaat."

Motivering

Het woord "deze" zou op zodanige wijze kunnen worden geïnterpreteerd dat een lidstaat weigert de verstrekkingen voor langdurige zorg te vergoeden omdat er geen recht bestaat op deze verstrekkingen voor langdurige zorg uit hoofde van de wetgeving van deze lidstaat. Dit lijkt niet het doel van dit artikel te zijn.

Amendement    82

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 octies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 27 – titel

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 octies.  In artikel 27 wordt de titel vervangen door:

Verblijf van de pensioengerechtigde en zijn gezinsleden in een andere lidstaat dan die waar zij wonen — Verblijf in de bevoegde lidstaat — Toestemming voor een passende behandeling buiten de lidstaat van woonplaats

"Verblijf van de pensioengerechtigde en zijn gezinsleden in een andere lidstaat dan die waar zij wonen — Verblijf in de bevoegde lidstaat — Toestemming voor een passende behandeling of langdurige zorg buiten de lidstaat van woonplaats"

Amendement    83

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 novies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 27 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 novies.   In artikel 27 wordt lid 3 vervangen door:

3.  Artikel 20 is van overeenkomstige toepassing op een pensioengerechtigde en zijn gezinsleden wanneer zij verblijven in een andere lidstaat dan die waar zij wonen, met het oogmerk om aldaar een voor hun gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan.

"3.  Artikel 20 is van overeenkomstige toepassing op een pensioengerechtigde en zijn gezinsleden wanneer zij verblijven in een andere lidstaat dan die waar zij wonen, met het oogmerk om aldaar een voor hun gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan of langdurige zorg te ontvangen."

Amendement    84

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 decies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 28 – lid 1 – alinea 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 decies.  In artikel 28, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

Een grensarbeider die een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ontvangt, blijft bij ziekte recht hebben op verstrekkingen in de lidstaat waar hij het laatst zijn werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht, voor zover zulks betrekking heeft op de voortzetting van een in die lidstaat gestarte behandeling. Onder "voortzetting van een behandeling" wordt verstaan dat een ziektegeval verder wordt onderzocht, gediagnosticeerd en behandeld voor de volledige duur ervan.

"Een grensarbeider die een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ontvangt, blijft bij ziekte of de behoefte aan langdurige zorg recht hebben op verstrekkingen in de lidstaat waar hij het laatst zijn werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht, voor zover zulks betrekking heeft op de voortzetting van een in die lidstaat gestarte behandeling of langdurige zorg."

Amendement    85

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 undecies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 28 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 undecies.  Artikel 28, lid 2, wordt vervangen door:

2.  Een pensioengerechtigde die in de laatste vijf jaar voor de ingangsdatum van een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ten minste twee jaar als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht, heeft recht op verstrekkingen in de lidstaat waar hij deze activiteiten als grensarbeider heeft verricht, indien deze lidstaat en de lidstaat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen, daarvoor hebben gekozen en beide zijn opgenomen in de lijst in bijlage V.

"2.  Een pensioengerechtigde die in de laatste tien jaar voor de ingangsdatum van een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ten minste twee jaar als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht, heeft recht op verstrekkingen in de lidstaat waar hij deze activiteiten als grensarbeider heeft verricht, indien deze lidstaat en de lidstaat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen, daarvoor hebben gekozen en beide zijn opgenomen in de lijst in bijlage V."

Amendement    86

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 duodecies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 28 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 duodecies.  Artikel 28, lid 3, wordt vervangen door:

3.  Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een vroegere grensarbeider of op zijn nabestaanden, indien zij in de in lid 2 bedoelde periodes recht hadden op verstrekkingen op grond van artikel 18, lid 2, zulks ook indien de grensarbeider voor de pensionering overleden is, mits hij gedurende twee van de laatste vijf jaar voor zijn overlijden als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht.

"3.  Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een vroegere grensarbeider of op zijn nabestaanden, indien zij in de in lid 2 bedoelde periodes recht hadden op verstrekkingen op grond van artikel 18, lid 2, zulks ook indien de grensarbeider voor de pensionering overleden is, mits hij gedurende twee van de laatste tien jaar voor zijn overlijden als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht."

Amendement    87

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 terdecies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 30

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 terdecies.  Artikel 30 wordt vervangen door:

Artikel 30

"Artikel 30

Premies of bijdragen ten laste van de pensioengerechtigden

Premies of bijdragen ten laste van de pensioengerechtigden

1.  Het orgaan van een lidstaat dat krachtens de door dat orgaan toegepaste wetgeving belast is met het inhouden van de premies of bijdragen ter dekking van prestaties bij ziekte en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, kan slechts deze premies of bijdragen, welke worden berekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving, heffen en innen voorzover de kosten voor de verstrekkingen die moeten worden verleend krachtens de artikelen 23 tot en met 26, worden gedragen door een orgaan van genoemde lidstaat.

1.  Het orgaan van een lidstaat dat krachtens de door dat orgaan toegepaste wetgeving belast is met het inhouden van de premies of bijdragen ter dekking van prestaties bij ziekte, langdurige zorg en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, kan slechts deze premies of bijdragen, welke worden berekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving, heffen en innen voor zover de kosten voor de verstrekkingen die moeten worden verleend krachtens de artikelen 23 tot en met 26, worden gedragen door een orgaan van genoemde lidstaat.

2.  Wanneer een pensioengerechtigde, in de in artikel 25 bedoelde gevallen, krachtens de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, premies of bijdragen, of soortgelijke inhoudingen verschuldigd is voor het verkrijgen van prestaties bij ziekte en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, zijn deze niet invorderbaar uit hoofde van zijn woonplaats aldaar.

2.  Wanneer een pensioengerechtigde in de in artikel 25 bedoelde gevallen krachtens de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, premies of bijdragen, of soortgelijke inhoudingen verschuldigd is voor het verkrijgen van prestaties bij ziekte en langdurige zorg en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, zijn deze niet invorderbaar uit hoofde van zijn woonplaats aldaar."

Amendement    88

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 32 – lid 3 – letter a – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i)  rechten die verkregen zijn op grond van werkzaamheden – al dan niet in loondienst – van de verzekerde;

i)  rechten die verkregen zijn op grond van werkzaamheden – al dan niet in loondienst – van de verzekerde, met inbegrip van rechten uit hoofde van de toepassing van artikel 11, lid 2, en lid 3, onder c);

Motivering

The Proposal does not contain any provisions relating to circumstances in which a parent receives benefits relating to incapacity for work (or maternity benefit, paternity benefit), parental benefit or unemployment benefit. It is important to make clear that, in accordance with Article 11(2), persons receiving cash benefits because of or as a result of their activity as an employed or self-employed person are considered to be pursuing said employment or activity. If therefore a parent receives instance benefits relating to incapacity for work or unemployment benefit because of or as a result of their employment, the resulting derivative right is not to be treated differently than any resulting directly from the employment.

Amendement    89

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 33 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 bis.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 33 bis

 

Prestaties bij langdurige zorg

 

"1.  De Administratieve Commissie stelt, na raadpleging van de sociale partners, representatieve verenigingen van begunstigden en de betrokken beroepsorganen, een gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn en of de prestatie wordt verstrekt aan de zorgbehoevende of aan de zorgverlenende.

 

2.  Wanneer een onder dit hoofdstuk vallende prestatie bij langdurige zorg ook de kenmerken heeft van prestaties die uit hoofde van een ander hoofdstuk van titel III worden gecoördineerd, mogen de lidstaten, in afwijking van lid 1, dergelijke prestaties coördineren in overeenstemming met de regels die in dat andere hoofdstuk zijn vastgelegd, waarbij zij specificeren welk hoofdstuk van toepassing is, mits:

 

a)   de uitkomst van een dergelijke coördinatie ten minste even gunstig is voor de begunstigden als de coördinatie als prestatie bij langdurige zorg uit hoofde van dit hoofdstuk; en

 

b)  de prestatie bij langdurige zorg is opgenomen in bijlage XII."

Amendement    90

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 16

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 34

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16.  Artikel 34 wordt geschrapt.

Schrappen

Amendement    91

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 16 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 34

 

Bestaande tekst

Amendement

 

16 bis.  Artikel 34 wordt vervangen door:

Artikel 34

Artikel 34

Samenloop van prestaties bij langdurige zorg

Samenloop van prestaties bij langdurige zorg

1.  Indien een begunstigde van een uitkering voor langdurige zorg die moet worden behandeld als een ziekteprestatie en die derhalve wordt verstrekt door de lidstaat die bevoegd is ten aanzien van de uitkeringen krachtens artikel 21 of artikel 29, tegelijk uit hoofde van dit hoofdstuk aanspraak kan maken op verstrekkingen voor hetzelfde doel van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat, en een orgaan in eerstbedoelde lidstaat tevens krachtens artikel 35 de kosten van genoemde verstrekkingen moet terugbetalen, is de in artikel 10 ter vervatte algemene bepaling ter voorkoming van samenloop van prestaties van toepassing, behoudens uitsluitend de volgende beperking: indien de betrokkene aanspraak maakt op de verstrekking en die ontvangt, wordt het bedrag van de uitkering verminderd met het bedrag van de verstrekking waarop aanspraak is gemaakt of zou kunnen worden gemaakt bij het orgaan van de eerstbedoelde lidstaat dat de kosten moet terugbetalen.

"1.  Indien een begunstigde van een op grond van artikel 21 of artikel 29 verleende uitkering bij langdurige zorg tegelijk uit hoofde van dit hoofdstuk aanspraak kan maken op verstrekkingen voor hetzelfde doel van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat, en een orgaan in eerstbedoelde lidstaat tevens krachtens artikel 35 de kosten van genoemde verstrekkingen moet terugbetalen, is de in artikel 10 ter vervatte algemene bepaling ter voorkoming van samenloop van prestaties van toepassing, behoudens uitsluitend de volgende beperking: indien de betrokkene aanspraak maakt op de verstrekking en die ontvangt, wordt het bedrag van de uitkering verminderd met het bedrag van de verstrekking waarop aanspraak is gemaakt of zou kunnen worden gemaakt bij het orgaan van de eerstbedoelde lidstaat dat de kosten moet terugbetalen.

2.  De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de uitkeringen en de verstrekkingen waarop lid 1 van toepassing is.

2.  De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de uitkeringen en de verstrekkingen waarop lid 1 van toepassing is.

3.  Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten kunnen besluiten tot afwijkende of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1.

3.  Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten kunnen besluiten tot afwijkende of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1."

Amendement    92

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 17

Verordening (EG) nr. 883/2004

Hoofdstuk 1 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

17.  Na artikel 35 wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd:

Schrappen

"HOOFDSTUK 1 bis

 

Prestaties bij langdurige zorg

 

Artikel 35 bis

 

Algemene bepalingen

 

1.  Onverminderd de specifieke bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 17 tot en met 32 van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg.

 

2.  De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg die aan de criteria van artikel 1, punt v ter), van deze verordening voldoen, en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn.

 

3.  In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten uitkeringen bij langdurige zorg verlenen in overeenstemming met de andere hoofdstukken van titel III, als de uitkering en de specifieke voorwaarden met betrekking tot de uitkering in bijlage XII worden vermeld en het resultaat van een dergelijke coördinatie voor de begunstigden ten minste even gunstig is als wanneer de uitkering krachtens dit hoofdstuk werd gecoördineerd.

 

Artikel 35 ter

 

Samenloop van prestaties bij langdurige zorg

 

1.  Als een begunstigde van uit hoofde van de wetgeving van de bevoegde lidstaat verleende uitkeringen bij langdurige zorg tegelijkertijd en krachtens dit hoofdstuk verstrekkingen bij langdurige zorg ontvangt van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat en als een orgaan in de eerste lidstaat de kosten van die verstrekkingen ook moet terugbetalen krachtens artikel 35 quater, is de algemene bepaling van artikel 10 ter voorkoming van de samenloop van prestaties van toepassing, met alleen de volgende beperking: het bedrag van de uitkering wordt verminderd met het terugvorderbare bedrag voor de verstrekking, dat krachtens artikel 35 quater kan worden gevorderd van het orgaan van de eerste lidstaat.

 

2.  Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van die lidstaten kunnen besluiten tot andere of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1.

 

Artikel 35 quater

 

Vergoedingen tussen organen onderling

 

1.  Artikel 35 is van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg.

 

2.  Als de wetgeving van een lidstaat waar het uit hoofde van dit hoofdstuk bevoegde orgaan zich bevindt, niet voorziet in verstrekkingen bij langdurige zorg, wordt het orgaan dat in die lidstaat uit hoofde van hoofdstuk 1 bevoegd is of zou zijn voor de vergoeding van in een andere lidstaat verleende verstrekkingen bij ziekte, ook als het bevoegde orgaan beschouwd uit hoofde van hoofdstuk 1 bis."

 

Amendement    93

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 19

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 61

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 61

Artikel 61

Specifieke regels voor de samentelling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst

Specifieke regels voor de samentelling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst

1.  Behoudens in de in artikel 65, lid 2, bedoelde gevallen wordt de toepassing van artikel 6 afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk, overeenkomstig de wetgeving op grond waarvan de uitkeringen worden aangevraagd, een tijdvak van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst van ten minste drie maanden heeft vervuld.

1.  Behoudens lid 2 houdt het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud, het herstel of de duur van het recht op uitkering afhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst, voor zover nodig, rekening met de krachtens de wetgeving van elke andere lidstaat vervulde tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst, alsof deze tijdvakken overeenkomstig de door dat orgaan toegepaste wetgeving waren vervuld. Voor deze samentelling worden door de bevoegde lidstaat alleen de tijdvakken samengeteld die op grond van de wetgeving van de lidstaat waar zij zijn vervuld in aanmerking zijn genomen voor het verkrijgen en behouden van het recht op een werkloosheidsuitkering.

2.  Als een werkloze niet voldoet aan de voorwaarden voor de samentelling van tijdvakken overeenkomstig lid 1 omdat de totale duur van zijn/haar meest recent vervulde tijdvakken van verzekering of van werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in die lidstaat minder dan drie maanden bedraagt, heeft die persoon recht op werkloosheidsuitkeringen volgens de wetgeving van de lidstaat waar hij/zij eerder dergelijke tijdvakken heeft vervuld onder de voorwaarden en met de beperkingen die zijn vastgesteld in artikel 64 bis.

2.  De toepassing van lid 1 wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene overeenkomstig de wetgeving op grond waarvan de uitkeringen worden aangevraagd de volgende tijdvakken heeft vervuld:

 

a)  tijdvakken van verzekering van ten minste één dag, indien deze wetgeving tijdvakken van verzekering vereist;

 

b)  tijdvakken van werkzaamheden in loondienst van ten minste één dag, indien deze wetgeving tijdvakken van werkzaamheden in loondienst vereist; of

 

c)  tijdvakken van werkzaamheden anders dan in loondienst van ten minste één dag, indien deze wetgeving tijdvakken van werkzaamheden anders dan in loondienst vereist.

Amendement    94

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 19 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 62 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

19 bis.  In artikel 62 wordt lid 1 vervangen door:

1.  Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving bepaalt dat voor de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van het vroegere loon of beroepsinkomen, houdt uitsluitend rekening met het loon of het beroepsinkomen dat betrokkene heeft genoten voor de laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, die hij onder die wetgeving heeft verricht.

"1.  Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving bepaalt dat voor de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van het vroegere loon of beroepsinkomen, houdt rekening met het loon of het beroepsinkomen dat betrokkene heeft genoten voor de laatste werkzaamheid of werkzaamheden, al dan niet in loondienst, die hij onder die wetgeving heeft verricht."

Amendement    95

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter a

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  In lid 1, onder c), wordt het woord "drie" vervangen door "zes" en de woorden "van drie maanden tot maximaal zes maanden" door "van zes maanden tot het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen";

"c)  het recht op uitkering wordt gehandhaafd gedurende een tijdvak van zes maanden vanaf de datum waarop de werkloze niet langer ter beschikking stond van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat die hij of zij heeft verlaten, zonder dat de totale duur waarover uitkering wordt verleend, de totale duur mag overschrijden waarover hij of zij krachtens de wetgeving van bedoelde lidstaat recht op uitkering heeft; de bevoegde diensten of organen kunnen de termijn van zes maanden verlengen tot het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen;"

Amendement    96

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter b

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  In lid 3 wordt het woord "drie" vervangen door "zes" en de woorden "maximaal zes maanden" door "het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen".

b)  Lid 3 wordt vervangen door:

 

"3.  Behoudens gunstiger wetgeving van de bevoegde lidstaat, bedraagt het maximale totale tijdvak tussen twee tijdvakken van werkzaamheden in loondienst waarin het recht op uitkeringen op grond van lid 1 wordt gehandhaafd ten hoogste zes maanden; deze periode kan door de bevoegde diensten of het bevoegde orgaan worden verlengd tot het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen."

Amendement    97

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 21

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

21.  Na artikel 64 wordt het volgende artikel 64 bis ingevoegd:

Schrappen

"Artikel 64 bis

 

Bijzondere regels voor werklozen die naar een andere lidstaat zijn verhuisd zonder te voldoen aan de voorwaarden van artikel 61, lid 1, en artikel 64

 

In de in artikel 61, lid 2, bedoelde situaties wordt de lidstaat waarvan de wetgeving eerder op de werkloze van toepassing was, bevoegd voor het verlenen van werkloosheidsuitkeringen. Zij worden op kosten van het bevoegde orgaan verleend gedurende de in artikel 64, lid 1, onder c), vastgestelde periode, als de werkloze zich ter beschikking stelt van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van de meest recente verzekering en zich aan de in de wetgeving van die lidstaat vastgestelde voorwaarden houdt. Artikel 64, leden 2 tot en met 4, is van overeenkomstige toepassing."

 

Amendement    98

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 22

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 65

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 65

Artikel 65

Werklozen die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden in een andere dan de bevoegde lidstaat woonden

Werklozen die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden in een andere dan de bevoegde lidstaat woonden

1.  Een werkloze die tijdens het verrichten van zijn/haar laatste werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde, stelt zich ter beschikking van de vroegere werkgever of van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat. Hij/zij ontvangt uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de bevoegde lidstaat, alsof hij/zij in die lidstaat woonde. Deze uitkeringen worden door het orgaan van de bevoegde lidstaat verleend.

1.  Een werkloze die tijdens het verrichten van zijn/haar laatste werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde, stelt zich ter beschikking van de vroegere werkgever of van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat. Hij/zij ontvangt uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de bevoegde lidstaat, alsof hij/zij in die lidstaat woonde. Deze uitkeringen worden door het orgaan van de bevoegde lidstaat verleend. hij /zij kan zich daarnaast ter beschikking stellen van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de lidstaat waar hij/zij woont. Hij of zij kan zich ook ter beschikking stellen van een grensoverschrijdende dienst voor arbeidsvoorziening, mits deze dienst bestaat in het geografische gebied waar hij of zij naar werk zoekt.

 

1 bis.  De autoriteiten van de bevoegde lidstaat en die van de lidstaat van de woonplaats werken nauw samen en verduidelijken bij de werkzoekenden de bevoegdheid van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening die verantwoordelijk is voor hun controle. Ze zorgen er eveneens voor dat de uitwisselingen tussen het bevoegde orgaan en de werkzoekende gebeuren in een taal die voor die laatste begrijpelijk is, eventueel door er de adviseurs van EURES bij te betrekken die aanwezig zijn binnen die diensten.

2.  In afwijking van lid 1 stelt een volledig werkloze die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde en niet ten minste twaalf maanden werkloosheidsverzekering uitsluitend onder de wetgeving van de bevoegde lidstaat had vervuld, zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van zijn/haar woonplaats. Hij/zij ontvangt uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van zijn/haar woonplaats, alsof hij/zij alle tijdvakken van verzekering onder de wetgeving van die lidstaat had vervuld. Die uitkeringen worden door het orgaan van de lidstaat van zijn/haar woonplaats verleend. Bij wijze van alternatief kan een in dit lid bedoelde volledig werkloze die alleen recht zou hebben op een werkloosheidsuitkering uit hoofde van de nationale wetgeving van de bevoegde lidstaat als hij/zij daar woonde, in plaats daarvan verkiezen zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van die lidstaat te stellen en uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat te ontvangen, alsof hij/zij daar woonde.

2.  Wanneer een in lid 1 bedoelde werkloze zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van zijn/haar woonplaats stelt, in overeenstemming met de tweede alinea van dat lid, ontvangt hij/zij uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van zijn/haar woonplaats, alsof hij/zij alle tijdvakken van verzekering onder de wetgeving van die lidstaat heeft vervuld. Die uitkeringen worden door het orgaan van de lidstaat van zijn/haar woonplaats verleend.

3.  Als een in lid 1 of 2 bedoelde volledig werkloze zich niet of niet langer ter beschikking wenst te stellen van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat – na zich daar eerder te hebben ingeschreven – en werk wenst te zoeken in de lidstaat van zijn/haar woonplaats of de lidstaat waar hij/zij het laatst werkzaam was, is artikel 64 van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 64, lid 1, onder a). Het bevoegde orgaan kan het in de eerste zin van artikel 64, lid 1, onder c), bedoelde tijdvak verlengen tot het einde van de periode waarin een recht op uitkering bestaat.

3.  Als een in lid 1 of 2 bedoelde volledig werkloze zich niet langer ter beschikking wenst te stellen van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat – na zich daar eerder te hebben ingeschreven – en werk wenst te zoeken in de lidstaat van zijn/haar woonplaats of de lidstaat waar hij/zij het laatst werkzaam was, is artikel 64 van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 64, lid 1, onder a). Het bevoegde orgaan kan het in de eerste zin van artikel 64, lid 1, onder c), bedoelde tijdvak verlengen tot het einde van de periode waarin een recht op uitkering bestaat.

4.  Een in dit artikel bedoelde volledig werkloze kan zich niet alleen ter beschikking stellen van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat maar ook van de diensten voor arbeidsvoorziening van de andere lidstaat.

 

5.  De leden 2 tot en met 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op iemand die gedeeltelijk of periodiek werkloos is.

 

 

5 bis.  De door het orgaan van de woonplaats verleende uitkeringen krachtens lid 2 blijven ten laste van dit orgaan. Onverminderd lid 7 vergoedt het bevoegde orgaan van de lidstaat aan welks wetgeving de betrokkene het laatst onderworpen was, echter het orgaan van de woonplaats volledig voor de uitkeringen die gedurende ten hoogste de eerste vier maanden door laatstgenoemd orgaan zijn verstrekt. De bijzonderheden betreffende de vergoeding worden vastgesteld in de toepassingsverordening.

 

5 ter.  Het in lid 5 bis bedoelde tijdvak van vergoeding wordt evenwel op acht maanden gebracht wanneer de betrokkene tijdens de voorafgaande 24 maanden gedurende tijdvakken van ten minste twaalf maanden al dan niet in loondienst heeft gewerkt in de lidstaten aan welks wetgeving hij het laatst onderworpen was, indien die tijdvakken in aanmerking komen voor de vaststelling van het recht op werkloosheidsuitkering.

 

5 quater.  Voor de toepassing van de leden 5 bis en 5 ter kunnen twee of meer lidstaten of hun bevoegde autoriteiten andere wijzen van vergoeding vaststellen of van iedere vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen afzien.

Motivering

De invoering van een periode van 12 maanden waarna een grensarbeider een uitkering kan aanvragen in de lidstaat waar hij het laatst werkzaam was, zal waarschijnlijk tot meer administratieve problemen leiden. Wanneer grensarbeiders in plaats daarvan de keuze krijgen of zij een uitkering wensen aan te vragen in de lidstaat waar zij het laatst werkzaam waren, of in de lidstaat waar zij wonen, worden de administratieve problemen verminderd en wordt de betrokkenen de mogelijkheid gegeven om werk te zoeken in de lidstaat waar zij de grootste kans op werk hebben. Wanneer dit amendement wordt aangenomen, moeten overal in de tekst overeenkomstige wijzigingen worden aangebracht.

Amendement    99

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 23

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 68 ter – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  In deel 1 van bijlage XIII vermelde gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen gedurende tijdvakken van kinderopvoeding worden alleen verleend aan de persoon op wie de wetgeving van de bevoegde lidstaat van toepassing is, en er bestaat geen afgeleid recht voor zijn/haar gezinsleden op dergelijke uitkeringen. Artikel 68 bis van deze verordening is niet van toepassing op dergelijke uitkeringen en het bevoegde orgaan is niet verplicht rekening te houden met een uit hoofde van artikel 60, lid 1, van de toepassingsverordening ingediende aanvraag door de andere ouder, een als ouder beschouwde persoon of een instelling die de voogdij over het kind of de kinderen uitoefent.

1.  In deel 1 van bijlage XIII vermelde gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen of toekenning van aanvullend inkomen gedurende tijdvakken van kinderopvoeding worden alleen verleend aan de persoon op wie de wetgeving van de bevoegde lidstaat van toepassing is, en er bestaat geen afgeleid recht voor zijn/haar gezinsleden op dergelijke uitkeringen. Artikel 68 bis van deze verordening is van toepassing op uitkeringen in situaties waarin de individuele begunstigde van gezinsuitkeringen die dienen ter vervanging van het inkomen tijdens de kinderopvoeding zijn of haar onderhoudsverplichtingen niet voldoet.

Motivering

In gevallen waarin de begunstigde in een andere lidstaat woont dan zijn of haar kinderen en deze persoon zijn of haar onderhoudsverplichtingen niet voldoet, kunnen de bevoegde autoriteiten – volgens het voorstel van de Commissie – de uitkering niet langer direct aan de kinderen of de andere ouder verstrekken. Deze situatie moet worden vermeden.

Amendement    100

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 23 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 71 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

23 bis.  Artikel 71, lid 1, wordt vervangen door:

1.  De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna "Administratieve Commissie" genoemd, die bij de Europese Commissie is ingesteld, is samengesteld uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, die eventueel door technische adviseurs wordt bijgestaan. Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie.

"1.   De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna "Administratieve Commissie" genoemd, die bij de Europese Commissie is ingesteld, is samengesteld uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, die eventueel door technische adviseurs wordt bijgestaan. Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie, een vertegenwoordiger van het Europees Parlement en, indien van toepassing, vertegenwoordigers van de sociale partners, alsmede begunstigden, met inbegrip van vertegenwoordigers van de organisaties van gehandicapten, nemen als adviseurs deel aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie."

Amendement    101

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 24

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 75 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat hun organen alle wettelijke en andere bepalingen – met inbegrip van de besluiten van de Administratieve Commissie – op de gebieden en onder de voorwaarden van deze verordening en de toepassingsverordening kennen en toepassen.

1.  De bevoegde autoriteiten zorgen er in overeenstemming met hun nationale wetgeving en/of praktijken voor dat hun relevante organen alle wettelijke en andere bepalingen – met inbegrip van de besluiten van de Administratieve Commissie – op de gebieden en onder de voorwaarden van deze verordening en de toepassingsverordening kennen en toepassen.

Amendement    102

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 24

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 75 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Met het oog op de correcte vaststelling van de toepasselijke wetgeving bevorderen de bevoegde autoriteiten de samenwerking tussen organen en arbeidsinspecties in hun lidstaten.

2.  Met het oog op de correcte vaststelling van de toepasselijke wetgeving bevorderen de bevoegde autoriteiten de samenwerking tussen de passende betrokken organen, zoals de arbeidsinspecties en belastingdiensten in hun lidstaten.

Amendement    103

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 25

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 76 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de procedure die moet worden gevolgd om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de toepassing van de artikelen 12 en 13 van deze verordening. Die handelingen stellen een standaardprocedure inclusief termijnen vast voor

1.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot nadere bepaling van de procedure die moet worden gevolgd om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de toepassing van de artikelen 12 en 13 van deze verordening en van de artikelen 14, 15 en 16 van de toepassingsverordening. Die handelingen stellen een standaardprocedure inclusief termijnen vast voor

–  de afgifte, de vorm en de inhoud van een draagbaar document waarin officieel wordt vermeld welke socialezekerheidswetgeving op de houder van toepassing is,

–  de afgifte, de fraudebestendigheid garanderende elektronische vorm en de inhoud met verplichte informatie, van een draagbaar document waarin officieel wordt vermeld welke socialezekerheidswetgeving op de houder van toepassing is en, wanneer dit beschikbaar is, met inbegrip van een uniek Europees socialezekerheidsnummer,

  de vaststelling van de omstandigheden waarin het document wordt afgegeven,

 

–  de elementen die gecontroleerd moeten worden voordat het document kan worden afgegeven,

–  de elementen die gecontroleerd moeten worden voordat het document kan worden afgegeven, gecorrigeerd of ingetrokken,

  de intrekking van het document wanneer de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden.

 

Amendement    104

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 25 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 79

 

Bestaande tekst

Amendement

 

25 bis.  Artikel 79 wordt vervangen door:

Artikel 79

"Artikel 79

Financiering van activiteiten op het gebied van de sociale zekerheid

Financiering van activiteiten op het gebied van de sociale zekerheid

In het kader van deze verordening en van de toepassingsverordening kan de Europese Commissie de volgende activiteiten geheel of gedeeltelijk financieren:

In het kader van deze verordening en van de toepassingsverordening kan de Europese Commissie de volgende activiteiten geheel of gedeeltelijk financieren:

a)   activiteiten ter verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten en organen voor de sociale zekerheid van de lidstaten, met name van elektronische gegevensuitwisseling;

a)  activiteiten ter verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten en organen voor de sociale zekerheid van de lidstaten, met name van elektronische gegevensuitwisseling, zoals een elektronisch netwerksysteem voor de sociale zekerheid;

b)   alle andere activiteiten die ten doel hebben om, met behulp van de meest geschikte middelen, informatie aan de onder deze verordening vallende personen en hun vertegenwoordigers te verstrekken over de rechten en plichten die uit deze verordening voortvloeien.

b)  alle andere activiteiten die ten doel hebben om, met behulp van de meest geschikte middelen, zoals een Europees socialezekerheidsnummer, informatie aan de onder deze verordening vallende personen en hun vertegenwoordigers te verstrekken over de rechten en plichten die uit deze verordening voortvloeien."

Amendement    105

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 27

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel -88 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

26 bis.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel -88

 

Afgifte en intrekking van draagbare documenten ter staving van de socialezekerheidswetgeving die van toepassing is

 

De Commissie stelt voor [...] gedelegeerde handelingen vast overeenkomstig artikel 88 bis, tot aanvulling van de artikelen 12 en 13 van deze verordening en de artikelen 14, 15 en 16 van de toepassingsverordening, door het vaststellen van een standaardprocedure met betrekking tot:

 

a)  de vaststelling van situaties waarin de draagbare documenten ter staving van de socialezekerheidswetgeving die van toepassing is op de houder, als bedoeld in artikel 76 bis, eerste streepje, moeten worden afgegeven, gecorrigeerd of ingetrokken; en

 

b)  de intrekking van een dergelijke document wanneer de juistheid of de geldigheid ervan om gerechtvaardigde redenen worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden."

Amendement    106

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 27

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 88 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 88 bis

Artikel 88 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Europese Commissie voor onbepaalde tijd toegekend met ingang van de [datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) xxxx].

2.  De in de artikelen -88 en 88 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van ... [datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) xxxx - COD 2016/397]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de periode van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met periodes van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke periode tegen deze verlenging verzet.

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen -88 en 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

4.   Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5.   Zodra de Europese Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Zodra de Europese Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.  Een overeenkomstig artikel 88 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement en de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar hebben gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Europese Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6.  Een overeenkomstig de artikelen -88 en 88 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement en de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar hebben gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Europese Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Amendement    107

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 7

Verordening (EG) nr. 883/2004

Bijlage XII – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

UITKERINGEN BIJ LANGDURIGE ZORG VERSTREKT IN AFWIJKING VAN ARTIKEL 35 BIS, LID 1, VAN HOOFDSTUK I BIS

UITKERINGEN BIJ LANGDURIGE ZORG VERSTREKT IN AFWIJKING VAN ARTIKEL 33 BIS, LID 1, VAN HOOFDSTUK I

Amendement    108

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Overweging 13

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-1.  Overweging 13 wordt vervangen door:

(13)   Deze verordening voorziet in maatregelen en procedures om de mobiliteit van werknemers en werklozen te bevorderen. Volledig werkloos geworden grensarbeiders kunnen zich ter beschikking stellen van de arbeidsvoorzieningsdienst in zowel het woonland als de lidstaat waar zij hun laatste werkzaamheden hebben verricht. Zij hebben evenwel alleen aanspraak op een uitkering van de lidstaat waar zij wonen.

"(13)   Deze verordening voorziet in maatregelen en procedures om de mobiliteit van werknemers en werklozen te bevorderen. Volledig werkloos geworden grensarbeiders kunnen zich ter beschikking stellen van de arbeidsvoorzieningsdienst in zowel het woonland als de lidstaat waar zij hun laatste werkzaamheden hebben verricht. "

Amendement    109

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 987/2009

Overweging 26

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26)  Ter bescherming van de rechten van de betrokkenen moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle verzoeken om gegevens en alle antwoorden noodzakelijk en evenredig zijn voor de correcte uitvoering van Verordening (EG) nr. 883/2004 en deze verordening overeenkomstig de Europese wetgeving inzake gegevensbescherming. Het recht op een uitkering mag niet automatisch worden ingetrokken als gevolg van de uitwisseling van gegevens en alle besluiten op basis van de uitwisseling van gegevens moeten de grondrechten en de vrijheden van de betrokkene eerbiedigen door op voldoende bewijs gebaseerd te zijn en via een faire beroepsprocedure aangevochten te kunnen worden.

(26)  Ter bescherming van de rechten van de betrokkenen moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle verzoeken om gegevens en alle antwoorden noodzakelijk en evenredig zijn voor de correcte uitvoering van Verordening (EG) nr. 883/2004 en deze verordening overeenkomstig de Europese wetgeving inzake gegevensbescherming. Het relevante acquis van de Unie inzake gegevensbescherming – en met name Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad1 bis – is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening. Het recht op een uitkering mag niet automatisch worden ingetrokken als gevolg van de uitwisseling van gegevens en alle besluiten op basis van de uitwisseling van gegevens moeten de grondrechten en de vrijheden van de betrokkene eerbiedigen door op voldoende bewijs gebaseerd te zijn en via een faire beroepsprocedure aangevochten te kunnen worden.

 

_________________

 

1 bis Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Motivering

In overeenstemming met de opmerkingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Amendement    110

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 1 – lid 2 – letter e bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"e bis) "fraude": elk opzettelijk handelen of elk opzettelijk nalaten te handelen dat tot doel heeft socialezekerheidsuitkeringen te verwerven of te ontvangen of de betaling van socialezekerheidsbijdragen te vermijden en dat in strijd is met de wetgeving van een lidstaat;"

"e bis)  "fraude": elk opzettelijk handelen of elk opzettelijk nalaten te handelen dat tot doel heeft socialezekerheidsuitkeringen te verwerven of te ontvangen of de betaling van socialezekerheidsbijdragen te vermijden en dat in strijd is met de wetgeving van een lidstaat, in overeenstemming met de basisverordening en met de toepassingsverordening;"

Amendement    111

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 2 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Wanneer iemands rechten of verplichtingen waarop de basis- en de toepassingsverordening van toepassing zijn, zijn vastgesteld of bepaald, kan het bevoegde orgaan het orgaan in de lidstaat van woonplaats of verblijf verzoeken om persoonsgegevens over de betrokkene. Het verzoek en het eventuele antwoord betreffen informatie die de bevoegde lidstaat in staat stelt fouten op te sporen in de feiten waarop een document of een besluit tot vaststelling van iemands rechten en plichten uit hoofde van de basis- of de toepassingsverordening is gebaseerd. Het verzoek kan ook worden ingediend als er geen twijfel bestaat over de geldigheid of de juistheid van de informatie die in het document is vermeld of waarop het besluit is gebaseerd in een specifiek geval. Het verzoek om informatie en het eventuele antwoord moeten noodzakelijk en evenredig zijn.

5.  Wanneer iemands rechten of verplichtingen waarop de basis- en de toepassingsverordening van toepassing zijn, zijn vastgesteld of bepaald, kan het bevoegde orgaan het orgaan in de lidstaat van woonplaats of verblijf verzoeken om persoonsgegevens over de betrokkene te verstrekken, in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679. Het verzoek en het eventuele antwoord zijn beperkt tot informatie die de bevoegde lidstaat in staat stelt fouten op te sporen in de feiten waarop een document of een besluit tot vaststelling van iemands rechten en plichten uit hoofde van de basis- of de toepassingsverordening is gebaseerd. Het verzoek kan ook worden ingediend als er geen twijfel bestaat over de geldigheid of de juistheid van de informatie die in het document is vermeld of waarop het besluit is gebaseerd in een specifiek geval. Het verzoek om informatie en het eventuele antwoord moeten gemotiveerd, noodzakelijk en evenredig zijn.

Motivering

In overeenstemming met de opmerkingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Amendement    112

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 2 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van de soorten verzoeken om gegevens en antwoorden uit hoofde van lid 5 en de Europese Commissie geeft de nodige bekendheid aan die lijst. Alleen in die lijst opgenomen verzoeken om gegevens en antwoorden zijn toegestaan.

6.  De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van de soorten verzoeken om gegevens en antwoorden uit hoofde van lid 5, identificeert welke entiteiten het recht moeten krijgen zulke verzoeken in te dienen en stelt de toepasselijke procedures en waarborgen vast. De Commissie geeft de nodige bekendheid aan die lijst. Alleen in die lijst opgenomen verzoeken om gegevens en antwoorden zijn toegestaan.

Motivering

In overeenstemming met de opmerkingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Amendement    113

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 5 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De door het orgaan van een lidstaat voor de toepassing van de basisverordening en de toepassingsverordening afgegeven documenten over iemands situatie en de ondersteunende bewijsstukken op grond waarvan de documenten zijn afgegeven, zijn voor de organen van de andere lidstaten bindend zolang zij niet door de lidstaat waar zij zijn afgegeven, zijn ingetrokken of ongeldig zijn verklaard. Dergelijke documenten zijn alleen geldig als alle verplichte delen zijn ingevuld.

1.  De door het orgaan van een lidstaat voor de toepassing van de basisverordening en de toepassingsverordening afgegeven documenten over iemands situatie en de ondersteunende bewijsstukken op grond waarvan de documenten zijn afgegeven, zijn voor de organen van de andere lidstaten bindend op voorwaarde dat zij niet door de lidstaat waar zij zijn afgegeven, zijn ingetrokken of ongeldig zijn verklaard. Dergelijke documenten zijn alleen geldig als alle verplichte delen zijn ingevuld.

Amendement    114

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Bij twijfel aan de geldigheid van documenten of de juistheid van de feiten waarop zij gebaseerd zijn, verzoekt het orgaan van de lidstaat dat het document ontvangt, het orgaan van afgifte om opheldering en eventueel om intrekking van het document.

2.  Bij twijfel aan de geldigheid van documenten of de juistheid van de feiten waarop zij gebaseerd zijn, verzoekt het orgaan van de lidstaat dat het document ontvangt, het orgaan van afgifte om opheldering en eventueel om intrekking van het document.

a)  Het orgaan van afgifte dat een dergelijk verzoek ontvangt, heroverweegt de gronden voor de afgifte van het document en gaat – indien nodig – over tot de intrekking of de correctie ervan binnen 25 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek. Als onweerlegbaar wordt vastgesteld dat de aanvrager van het document fraude heeft begaan, gaat het orgaan van afgifte onmiddellijk en met terugwerkende kracht over tot de intrekking of de correctie van het document.

a)  Het orgaan van afgifte dat een dergelijk verzoek ontvangt, heroverweegt de gronden voor de afgifte van het document en gaat – indien nodig – over tot de intrekking of de correctie ervan binnen 25 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek. Als onweerlegbaar wordt vastgesteld dat de aanvrager van het document fraude heeft begaan, gaat het orgaan van afgifte onmiddellijk en met terugwerkende kracht over tot de intrekking of de correctie van het document.

b)  Als het orgaan van afgifte – na de gronden voor de afgifte van het document te hebben heroverwogen – geen enkele fout kan vaststellen, stuurt het alle ondersteunende bewijsstukken binnen 20 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek naar het orgaan dat het verzoek heeft ingediend. In dringende gevallen – waarbij de redenen voor de urgentie duidelijk in het verzoek worden vermeld – gebeurt dit binnen twee werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek, ook al is het mogelijk dat het orgaan van afgifte zijn beraadslagingen uit hoofde van lid 2, onder a), nog niet heeft afgerond.

b)  Als het orgaan van afgifte – na de gronden voor de afgifte van het document te hebben heroverwogen – geen enkele fout kan vaststellen, stuurt het alle ondersteunende bewijsstukken binnen 25 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek naar het orgaan dat het verzoek heeft ingediend. In gevallen die dringend zijn omdat de bescherming van de rechten van de betrokkene in het geding komt, gebeurt dit binnen twee werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek, ook al is het mogelijk dat het orgaan van afgifte zijn beraadslagingen uit hoofde van lid 2, onder a), nog niet heeft afgerond.

c)  Als het orgaan dat het verzoek heeft ingediend, na ontvangst van de ondersteunende bewijsstukken blijft twijfelen aan de geldigheid van documenten of aan de juistheid van de feiten of gegevens waarop zij gebaseerd zijn, kan het daarvoor bewijsmateriaal voorleggen, een nieuw verzoek om opheldering indienen en – in voorkomend geval – om de intrekking van dat document door het orgaan van afgifte verzoeken overeenkomstig de bovenvermelde procedure en termijnen.

c)  Als het orgaan dat het verzoek heeft ingediend, na ontvangst van de ondersteunende bewijsstukken blijft twijfelen aan de geldigheid van documenten of aan de juistheid van de feiten of gegevens waarop zij gebaseerd zijn, legt het daarvoor bewijsmateriaal voor, dient het een nieuw verzoek om opheldering in en verzoekt het – in voorkomend geval – om de intrekking van dat document door het orgaan van afgifte overeenkomstig de bovenvermelde procedure en termijnen.

 

c bis)  Als het orgaan van afgifte niet binnen de toepasselijke onder b), genoemde termijn antwoordt en als er twijfel bestaat over de geldigheid van een draagbaar document waarin officieel wordt vermeld welke socialezekerheidswetgeving op de houder van toepassing is, of over de juistheid van de feiten waarop zij gebaseerd zijn, stelt het orgaan dat het verzoek heeft ingediend het orgaan van afgifte van deze situatie in kennis, en kan het verzoeken dat een waarborgsom wordt betaald ter hoogte van de bijdragen die de lidstaat waar de werkzaamheid wordt uitgevoerd zou ontvangen, in overeenstemming met artikel 73, lid 3, indien de wetgeving van de laatste van toepassing zou zijn. Deze waarborgsom wordt terugbetaald aan de eerste lidstaat als wordt vastgesteld dat de wetgeving van die lidstaat van toepassing is op de betrokkene. Als wordt bepaald dat op de betrokkene de wetgeving van de lidstaat waar de werkzaamheid wordt uitgevoerd van toepassing is, wordt de aan die lidstaat betaalde waarborgsom meegerekend bij de verrekening van bijdragen in ovenstemming met artikel 73, lid 3.

Amendement    115

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 5 – lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

7 bis.  Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:

4.  Worden de betrokken organen het niet eens, dan kan door de bevoegde autoriteiten de zaak aan de Administratieve Commissie worden voorgelegd, zulks op zijn vroegst één maand na de datum waarop het orgaan dat het document heeft ontvangen, zijn verzoek heeft ingediend. De Administratieve Commissie tracht binnen zes maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing te vinden.

"4.  Worden de betrokken organen het niet eens, dan kan door de bevoegde autoriteiten de zaak aan de Administratieve Commissie worden voorgelegd. De Administratieve Commissie vindt binnen drie maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing. De betrokken bevoegde autoriteiten en organen treffen de noodzakelijke maatregelen om het besluit van de Administratieve Commissie toe te passen, zulks onverminderd het recht van de betrokken autoriteiten, organen en personen om gebruik te maken van de rechtsmiddelen, respectievelijk zich te wenden tot de rechterlijke instanties, zoals bepaald in de wetgevingen van de lidstaten, deze verordening en de Verdragen."

Amendement    116

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 ter.  aan artikel 5 wordt het volgend lid 4 bis toegevoegd:

 

"4 bis.   Onverminderd de leden 1 tot en met 4 en wanneer het orgaan dat het verzoek heeft ingediend in het kader van een gerechtelijk onderzoek bewijs heeft verkregen dat een document waarin officieel wordt vermeld welke socialezekerheidswetgeving op de houder van toepassing is of waarin officieel wordt vermeld dat de feiten waarop het is gebaseerd juist zijn, is verkregen door middel van fraude, verzoekt dit orgaan het orgaan van afgifte dit document binnen 25 dagen na ontvangst van het verzoek in te trekken of te corrigeren. Het document wordt met terugwerkende kracht door het orgaan van afgifte ingetrokken of gecorrigeerd. Als het orgaan van afgifte het betrokken document niet intrekt of corrigeert in overeenstemming met de eerste alinea, kan het orgaan dat het verzoek heeft ingediend zich tot een nationale rechter wenden om te bepalen of het betrokken document buiten beschouwing mag worden gelaten wegens fraude."

Motivering

.

Amendement    117

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 6 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

7 quater.  In artikel 6 wordt lid 3 vervangen door:

3.   Worden de betrokken organen of autoriteiten het niet eens, dan kan door de bevoegde autoriteiten de zaak aan de Administratieve Commissie worden voorgelegd, zulks op zijn vroegst één maand na de datum waarop het meningsverschil als bedoeld in lid 1 en lid 2 is ontstaan. De Administratieve Commissie tracht binnen zes maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing te vinden.

"3.   Worden de betrokken organen of autoriteiten het niet eens binnen drie maanden vanaf de datum waarop het meningsverschil zich voordoet, dan wordt door de bevoegde autoriteiten de zaak aan de Administratieve Commissie voorgelegd, zulks op zijn vroegst één maand na de datum waarop het in lid 1 en lid 2 bedoelde meningsverschil is ontstaan. De Administratieve Commissie tracht binnen zes maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing te vinden."

Amendement    118

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 quinquies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 quinquies.  In artikel 7 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"1 bis.   De voorlopige berekening van een in lid 1 bedoelde uitkering of premie geschiedt uiterlijk één maand na de indiening van het verzoek door de betrokken persoon."

Amendement    119

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 sexies (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 11 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

7 sexies.  Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door:

1.   Indien tussen de organen van twee of meer lidstaten een verschil van mening bestaat over de vaststelling van de woonplaats van een persoon op wie de basisverordening van toepassing is, stellen deze organen in onderlinge overeenstemming het centrum van de belangen van de betrokkene vast op basis van een algemene beoordeling van alle beschikbare informatie met betrekking tot relevante feiten. Hiertoe behoren onder meer, in voorkomend geval:

"1.  Indien tussen de organen van twee of meer lidstaten een verschil van mening bestaat over de vaststelling van de woonplaats van een persoon op wie de basisverordening van toepassing is, stellen deze organen uiterlijk drie maanden nadat het meningsverschil zich heeft voorgedaan, in onderlinge overeenstemming het centrum van de belangen van de betrokkene vast op basis van een algemene beoordeling van alle beschikbare informatie met betrekking tot relevante feiten. Hiertoe behoren onder meer, in voorkomend geval:"

Amendement    120

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter a

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, van de basisverordening slaat degene "die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht en die door die werkgever naar een andere lidstaat wordt uitgezonden of gedetacheerd in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten" ook op wie is aangeworven om naar een andere lidstaat te worden uitgezonden of ter beschikking te worden gesteld, op voorwaarde dat de wetgeving van de uitzendende lidstaat onmiddellijk voor het begin van zijn/haar werkzaamheden in loondienst al op de betrokkene van toepassing is overeenkomstig titel II van de basisverordening.

1.  Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, van de basisverordening slaat degene "die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt uitgezonden naar een andere lidstaat" ook op wie is aangeworven om naar een andere lidstaat te worden uitgezonden, op voorwaarde dat de wetgeving van de uitzendende lidstaat onmiddellijk voor het begin van zijn/haar werkzaamheden in loondienst al op de betrokkene van toepassing is overeenkomstig titel II van de basisverordening.

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    121

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis)  Lid 2 wordt vervangen door:

2. Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, van de basisverordening hebben de woorden "die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht" betrekking op een werkgever die normaliter op het grondgebied van de lidstaat waar hij is gevestigd substantiële werkzaamheden verricht die verder gaan dan louter intern beheer. Dit wordt vastgesteld aan de hand van alle criteria die de door de werkgever uitgevoerde werkzaamheden kenmerken. De ter zake dienende criteria moeten zijn toegesneden op de specifieke kenmerken van elke werkgever en de ware aard van de werkzaamheden.

"2.  Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, van de basisverordening hebben de woorden "die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht" betrekking op een werkgever die normaliter substantiële werkzaamheden verricht. Om vast te stellen of een onderneming daadwerkelijk substantiële werkzaamheden verricht die verder gaan dan louter intern beheer en/of administratieve activiteiten, voeren de bevoegde instanties een algemene beoordeling uit van alle feitelijke elementen die, gedurende een langere periode, kenmerkend zijn voor de werkzaamheden die een onderneming verricht in de lidstaat waar zij is gevestigd. Deze elementen kunnen met name omvatten:

 

a)  de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belasting en socialezekerheidspremies betaalt, en waar zij, indien van toepassing, overeenkomstig het nationaal recht een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties;

 

b)  de plaats waar werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden uitgezonden;

 

c)  het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers, enerzijds, en haar klanten, anderzijds;

 

d)  de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief personeel heeft;

 

e)  het aantal overeenkomsten en/of de grootte van de omzet in de lidstaat van vestiging, rekening houdend met onder andere de specifieke situatie van nieuwe ondernemingen en kmo's."

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    122

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter a ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter)  Lid 3 wordt vervangen door:

3. Voor de toepassing van artikel 12, lid 2, van de basisverordening is degene "die werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten" iemand die normaliter substantiële werkzaamheden verricht op het grondgebied van de lidstaat waar hij is gevestigd. Met name moet hij zijn werkzaamheden reeds enige tijd hebben uitgeoefend voor de datum waarop hij een beroep wenst te doen op dat artikel en, gedurende iedere periode van tijdelijke werkzaamheden in een andere lidstaat, in de lidstaat waar hij is gevestigd de nodige voorwaarden blijven vervullen voor de uitoefening van zijn werkzaamheden zodat hij hiermee kan doorgaan na zijn terugkeer.

"3. Voor de toepassing van artikel 12, lid 2, van de basisverordening is degene "die werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten" iemand die normaliter substantiële werkzaamheden verricht op het grondgebied van de lidstaat waar hij is gevestigd. Met name moet hij reeds enige tijd voldoende werkzaamheden hebben uitgeoefend voor de datum waarop hij een beroep wenst te doen op dat artikel en, gedurende iedere periode van tijdelijke werkzaamheden in een andere lidstaat, in de lidstaat waar hij is gevestigd de nodige voorwaarden blijven vervullen voor de uitoefening van zijn werkzaamheden zodat hij hiermee kan doorgaan na zijn terugkeer."

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    123

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter a quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quater)  Na punt 4 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"4 bis.  Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, onder c) en artikel 12, lid 2, onder c), van de basisverordening, wordt verstaan onder "zakenreis" een tijdelijke activiteit die verband houdt met de zakelijke belangen van de werkgever, met uitzondering van het verrichten van diensten of het leveren van goederen, zoals het bijwonen van interne en externe bedrijfsvergaderingen, het bijwonen van conferenties en congressen, het onderhandelen over zakelijke transacties, het verrichten van verkoop- of marketingactiviteiten, het uitvoeren van interne of klantencontroles, het onderzoeken van zakelijke kansen, of het bijwonen en ontvangen van opleiding."

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    124

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  Na lid 8 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"8 bis.  Voor de toepassing van artikel 13, lid 1, onder b), van de basisverordening, wordt het grootste aandeel van de werkzaamheden bepaald door het gemiddeld per week gewerkte aantal uren te vergelijken in elke lidstaat waar de persoon werkzaamheden verricht."

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    125

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – letter b ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 14 – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter)  Lid 10 wordt vervangen door:

10.  Voor de vaststelling van de toepasselijke wetgeving op grond van de leden 8 en 9, houden de betrokken organen rekening met de verwachte situatie in de volgende twaalf kalendermaanden.

"10.  De toepasselijke wetgeving in de zin van artikel 13 van de basisverordening moet worden vastgesteld voor een periode van maximaal 24 maanden. Na deze periode wordt de toepasselijke wetgeving opnieuw beoordeeld in het licht van de situatie van de werknemer."

Motivering

Dit amendement integreert de criteria die werden ontwikkeld om het begrip "substantiële werkzaamheden" te definiëren in Richtlijn 2014/67/EG.

Amendement    126

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – punt 8 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 15 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

8 bis.   Artikel 15, lid 1, wordt vervangen door:

1. Indien een persoon zijn werkzaamheid uitoefent in een andere lidstaat dan de op grond van titel II van de basisverordening bevoegde lidstaat, stelt de werkgever of, in het geval van iemand die geen werkzaamheid in loondienst verricht, de betrokkene zelf, indien mogelijk van tevoren, het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing blijft, daarvan in kennis, tenzij anders is bepaald in artikel 16 van de toepassingsverordening. Dit orgaan verstrekt de in artikel 19, lid 2, van de uitvoeringsverordening bedoelde verklaring aan de betrokkene en stelt onverwijld informatie betreffende de overeenkomstig artikel 11, lid 3, onder b), of artikel 12 van de basisverordening op de betrokkene van toepassing zijnde wetgeving ter beschikking van het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de werkzaamheid wordt uitgeoefend.

"1.  Indien een persoon zijn of haar werkzaamheid uitoefent in een andere lidstaat of in meerdere andere lidstaten dan de op grond van titel II van de basisverordening bevoegde lidstaat, stelt de werkgever of, in het geval van iemand die geen werkzaamheid in loondienst verricht, de betrokkene zelf, het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing blijft, daarvan van tevoren in kennis, tenzij anders is bepaald in artikel 16 van de toepassingsverordening. Dit orgaan stelt onverwijld informatie betreffende de overeenkomstig artikel 11, lid 3, onder b), artikel 12 of artikel 13 van de basisverordening op de betrokkene van toepassing zijnde wetgeving ter beschikking van de betrokkene en van het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de werkzaamheid wordt uitgeoefend.

 

 

 

1 bis.  Voor de toepassing van artikel 12 stelt de werkgever of, in het geval van iemand die geen werkzaamheid in loondienst verricht, de betrokkene zelf het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing blijft, daarvan van tevoren in kennis.

 

Tenzij de door de betrokkene uitgevoerde werkzaamheid een zakenreis is, doet het bevoegde orgaan binnen een termijn van 20 werkdagen na deze kennisgeving al het onderstaande:

 

a)  het beoordeelt of wordt voldaan aan de voorwaarden voor de voortgezette toepassing van de wetgeving van de relevante lidstaat;

 

b)  het verstrekt de in artikel 19, lid 2, van de toepassingsverordening bedoelde verklaring aan de betrokkene;

 

c)  het stelt onverwijld informatie betreffende de wetgeving die op grond van artikel 12 van de basisverordening op de werknemer of zelfstandige van toepassing is, ter beschikking van het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht.

 

Op verzoek van het bevoegde orgaan van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht, deelt het in kennis gestelde orgaan niet alleen de resultaten mee, maar de volledige details van de in de in lid 2, onder a), bedoelde beoordeling.

 

Indien het in kennis gestelde bevoegde orgaan deze beoordeling niet beschikbaar stelt aan het orgaan van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht, betaalt het een dagelijkse vergoeding waarvan het bedrag gelijk is aan de premies die de laatste zou ontvangen als de wetgeving van het in kennis gestelde orgaan van toepassing zou zijn.

 

Gedurende de in lid 2, onder a), bedoelde beoordeling blijft op de werknemer of de zelfstandige de wetgeving van de lidstaat van het in kennis gestelde bevoegde orgaan van toepassing.

 

Indien, na de in lid 2, onder a), bedoelde beoordeling wordt geoordeeld dat op de werknemer of zelfstandige de wetgeving van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht van toepassing is, is de wetgeving van deze lidstaat met terugwerkende kracht van toepassing en worden de premies dienovereenkomstig vergoed en betaald."

 

 

Amendement    127

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 bis.  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 15 bis

 

Verstrekking van de verklaring

 

1.  Teneinde de tijdige verstrekking van de in artikel 19, lid 2, bedoelde verklaringen te garanderen, wordt administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand voor de uitvoering van artikel 15, lid 1, toegepast aan de hand van het Informatiesysteem interne markt (IMI) dat is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad1 bis.

 

2.  De lidstaten zien erop toe dat de in artikel 19, lid 2, bedoelde verklaringen elektronisch worden afgegeven aan de betrokkenen en aan de werkgevers.

 

_________________

 

1 bis Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie ("de IMI-verordening") (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 1)."

Motivering

Tot dusver geven nog niet alle lidstaten de PDA1-formulieren in elektronische vorm af en bezorgen ze deze evenmin tijdig aan de lidstaat van ontvangst. Dit leidt tot vertragingen die lastig zijn voor de betrokken burgers en werkgevers. Om het vrij verkeer te verbeteren en de samenwerking inzake sociale zekerheid te verbeteren, moeten de lidstaten het document in elektronische vorm afgeven. Wat de samenwerking betreft, moeten de lidstaten gebruikmaken van het IMI dat precies ontwikkeld is om de samenwerking inzake grensoverschrijdende aangelegenheden te verbeteren.

Amendement    128

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 10

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 16 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Als dat orgaan bepaalt dat de wetgeving van een andere lidstaat van toepassing is, doet het dat voorlopig en brengt het het orgaan van de lidstaat dat het als bevoegd voor deze voorlopige beslissing beschouwt, onverwijld op de hoogte. De beslissing wordt definitief uiterlijk twee maanden nadat het door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan ervan op de hoogte is gebracht, tenzij het laatstgenoemde orgaan het eerste orgaan en de betrokkenen meedeelt dat het de voorlopige vaststelling nog niet kan aanvaarden of er een ander standpunt over inneemt.

3.  Als dat orgaan bepaalt dat de wetgeving van een andere lidstaat van toepassing is, doet het dat voorlopig en brengt het het orgaan van de lidstaat dat het als bevoegd voor deze voorlopige beslissing beschouwt, onverwijld op de hoogte. De beslissing wordt definitief uiterlijk twee maanden nadat het door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan ervan op de hoogte is gebracht, tenzij het laatstgenoemde orgaan het eerste orgaan en de betrokken personen en de betrokken werkgever meedeelt dat het de voorlopige vaststelling nog niet kan aanvaarden of er een ander standpunt over inneemt.

Amendement    129

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 10

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 16 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving voorlopig of definitief van toepassing is verklaard, brengt de betrokkene en/of zijn/haar werkgever onverwijld op de hoogte.

5.  Het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving voorlopig of definitief van toepassing is verklaard, brengt de betrokkene en zijn/haar werkgever onverwijld op de hoogte.

Amendement    130

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 19 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Indien zulks nodig is voor de uitoefening van wetgevende bevoegdheden op nationaal of EU-niveau, wordt relevante informatie over de socialezekerheidsrechten en -plichten van de betrokkenen rechtstreeks uitgewisseld tussen de bevoegde organen en de arbeidsinspecties, de immigratiediensten of de belastingdiensten van de betrokken lidstaten. Daarbij kunnen ook persoonsgegevens worden verwerkt voor andere doeleinden dan de uitoefening of handhaving van rechten en plichten uit hoofde van de basisverordening en deze verordening, met name om de naleving van relevante wettelijke verplichtingen inzake arbeid, gezondheid en veiligheid, immigratie en fiscaal recht te waarborgen. Nadere bijzonderheden worden bij besluit van de Administratieve Commissie vastgesteld.

4.  Indien zulks nodig is voor de uitoefening van wetgevende bevoegdheden op nationaal of EU-niveau, wordt relevante informatie over de socialezekerheidsrechten en -plichten van de betrokkenen rechtstreeks uitgewisseld tussen de bevoegde organen en de arbeidsinspecties, de immigratiediensten of de belastingdiensten van de betrokken lidstaten, met volledige inachtneming van de privacy. Daarbij kunnen ook persoonsgegevens worden verwerkt voor andere doeleinden dan de uitoefening of handhaving van rechten en plichten uit hoofde van de basisverordening en deze verordening, uitsluitend om de naleving van relevante wettelijke verplichtingen inzake arbeid, gezondheid en veiligheid, immigratie en fiscaal recht te waarborgen. De diensten die verantwoordelijk zijn voor de socialezekerheidsgegevens stellen betrokkenen in kennis van de doorgifte van die gegevens aan een andere overheidsinstantie en van de doeleinden van de verdere verwerking in overeenstemming met het beginsel van eerlijke verwerking zoals vastgelegd in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad1 bis en artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad1 ter. De diensten waaraan de socialezekerheidsgegevens worden doorgegeven, stellen de betrokkenen in kennis van hun identiteit, de doeleinden van de verwerking en de categorieën van gegevens die worden verwerkt in overeenstemming met artikel 11, lid 1, onder a) tot en met c), van Richtlijn 95/46/EG en artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2016/679. Nadere bijzonderheden worden bij besluit van de Administratieve Commissie vastgesteld.

 

_____________

 

1 bis Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

 

1 ter Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Motivering

In overeenstemming met de opmerkingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Amendement    131

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 20 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

11 bis.  Artikel 20, lid 1, wordt vervangen door:

1.   De betrokken organen verstrekken het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving op grond van titel II van de basisverordening van toepassing is, de nodige gegevens voor de vaststelling van de datum waarop deze wetgeving van toepassing wordt, alsook de premies en bijdragen die de betrokkene en zijn werkgevers ingevolge die wetgeving verschuldigd zijn.

"1.   De betrokken organen verstrekken het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving op grond van titel II van de basisverordening van toepassing is, de nodige gegevens voor de vaststelling van de datum waarop deze wetgeving van toepassing wordt, alsook de premies en bijdragen die de betrokkene en zijn werkgevers ingevolge die wetgeving en Richtlijn 96/71/EG voor de berekening van de bijdragen op basis van de betaalde bezoldiging verschuldigd zijn."

Amendement    132

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 20 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

12.  Na artikel 20 wordt het volgende artikel 20 bis ingevoegd:

Schrappen

"Artikel 20 bis

 

Bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen

 

1. De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de procedure die moet worden gevolgd om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de toepassing van de artikelen 12 en 13 van de basisverordening. Die handelingen stellen een standaardprocedure inclusief termijnen vast voor:

 

  de afgifte, de vorm en de inhoud van een draagbaar document waarin officieel wordt vermeld welke socialezekerheidswetgeving op de houder van toepassing is,

 

  de vaststelling van de omstandigheden waarin het document wordt afgegeven,

 

  de elementen die gecontroleerd moeten worden voordat het document kan worden afgegeven,

 

  de intrekking van het document wanneer de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden.

 

2. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/201154 bedoelde onderzoeksprocedure.

 

3. De Commissie wordt bijgestaan door de Administratieve Commissie, die een comité is in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011."

 

_________________________________

 

54 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13-18.

 

Amendement    133

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 987/2009

Titel III – hoofdstuk 1 - titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"Prestaties bij ziekte, moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen en prestaties bij langdurige zorg".

Prestaties bij ziekte, langdurige zorg, moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen

Amendement    134

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 22 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

13 bis.  In artikel 22 wordt lid 1 vervangen door:

 

 

1.  De bevoegde autoriteiten of organen zien erop toe dat alle noodzakelijke informatie betreffende de procedures en voorwaarden voor de toekenning van verstrekkingen ter beschikking van de verzekerden wordt gesteld wanneer zulke verstrekkingen worden ontvangen op het grondgebied van een andere lidstaat dan die van het bevoegde orgaan.

"1.  De bevoegde autoriteiten of organen zien erop toe dat alle noodzakelijke informatie betreffende de procedures en voorwaarden voor de toekenning van verstrekkingen ter beschikking van de verzekerden wordt gesteld wanneer zulke verstrekkingen worden ontvangen op het grondgebied van een andere lidstaat dan die van het bevoegde orgaan. Teneinde de coördinatie van prestaties bij langdurige zorg te verbeteren, stelt de Europese Commissie informatie beschikbaar over welk orgaan verantwoordelijk is voor welke prestaties in elke lidstaat."

 

 

Amendement    135

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 23 – laatste zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

14.  Aan het eind van artikel 23 wordt de volgende zin toegevoegd:

Schrappen

"Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg."

 

Amendement    136

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 23

 

Bestaande tekst

Amendement

 

14 bis.  Artikel 23 wordt vervangen door:

Artikel 23

"Artikel 23

Toe te passen stelsel als er in het land van de woon- of verblijfplaats meer dan één stelsel bestaat

Toe te passen stelsel als er in het land van de woon- of verblijfplaats meer dan één stelsel bestaat

Indien de wetgeving van de lidstaat van de woon- of verblijfplaats voor meer dan één categorie verzekerden meer dan één verzekeringsstelsel voor ziekte en moederschap of vaderschap kent, worden voor de toepassing van artikel 17, artikel 19, lid 1, en de artikelen 20, 22, 24 en 26 van de basisverordening de bepalingen van de wetgeving met betrekking tot het algemeen stelsel voor werknemers gevolgd.

Indien de wetgeving van de lidstaat van de woon- of verblijfplaats voor meer dan één categorie verzekerden meer dan één verzekeringsstelsel voor ziekte, langdurige zorg en moederschap of vaderschap kent, worden voor de toepassing van artikel 17, artikel 19, lid 1, en de artikelen 20, 22, 24 en 26 van de basisverordening de bepalingen van de wetgeving met betrekking tot het algemeen stelsel voor werknemers gevolgd."

Amendement    137

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 24 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

15.  In artikel 24, lid 3, worden de woorden "en 26" vervangen door ", 26 en 35 bis".

Schrappen

Amendement    138

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 15 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 25 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

15 bis.  In artikel 25 wordt lid 1 vervangen door:

1.   Voor de toepassing van artikel 19 van de basisverordening verstrekt de verzekerde de zorgverlener in de lidstaat van verblijf een door het bevoegd orgaan uitgereikt document waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Indien de verzekerde niet in het bezit is van een dergelijk document, vraagt het orgaan van de verblijfplaats het document op verzoek, of indien anderszins noodzakelijk, bij het bevoegde orgaan op.

"1.  Voor de toepassing van artikel 19 van de basisverordening verstrekt de verzekerde de zorgverlener of de verlener van langdurige zorg in de lidstaat van verblijf een door het bevoegd orgaan uitgereikt document waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Indien de verzekerde niet in het bezit is van een dergelijk document, vraagt het orgaan van de verblijfplaats het document op verzoek, of indien anderszins noodzakelijk, bij het bevoegde orgaan op."

Amendement    139

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 15 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 25 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

15 ter.  In artikel 25 wordt lid 3 vervangen door:

3.  Met de in artikel 19, lid 1, van de basisverordening genoemde verstrekkingen worden verstrekkingen bedoeld die in de lidstaat van verblijf volgens zijn wetgeving worden verleend en die medisch noodzakelijk worden om te voorkomen dat de verzekerde vóór het einde van zijn geplande verblijf naar de bevoegde lidstaat moet terugkeren om er de behandeling te ontvangen die hij nodig heeft.

"3.  Met de in artikel 19, lid 1, van de basisverordening genoemde verstrekkingen worden verstrekkingen bedoeld die in de lidstaat van verblijf volgens zijn wetgeving worden verleend en die noodzakelijk worden op medische gronden of wegens de behoefte aan langdurige zorg om te voorkomen dat de verzekerde vóór het einde van zijn geplande verblijf naar de bevoegde lidstaat moet terugkeren om er de behandeling of de langdurige zorg te ontvangen die hij nodig heeft."

Amendement    140

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 15 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 26

 

Bestaande tekst

Amendement

 

15 quater.  Artikel 26 wordt vervangen door:

Artikel 26

"Artikel 26

Geplande geneeskundige verzorging

Geplande geneeskundige verzorging

A. Toestemmingsprocedure

A. Toestemmingsprocedure

1.  Voor de toepassing van artikel 20, lid 1, van de basisverordening wordt door de verzekerde een door het bevoegde orgaan verstrekt document aan het orgaan van de verblijfplaats overgelegd. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bevoegd orgaan verstaan het orgaan dat de kosten van de geplande behandeling voor zijn rekening neemt; in de in artikel 20, lid 4, en artikel 27, lid 5, van de basisverordening bedoelde gevallen, waarin de in de lidstaat van de woonplaats toegekende verstrekkingen op basis van vaste bedragen worden vergoed, is het bevoegde orgaan het orgaan van de woonplaats.

1.  Voor de toepassing van artikel 20, lid 1, van de basisverordening wordt door de verzekerde een door het bevoegde orgaan verstrekt document aan het orgaan van de verblijfplaats overgelegd. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bevoegd orgaan verstaan het orgaan dat de kosten van de geplande behandeling of langdurige zorg voor zijn rekening neemt; in de in artikel 20, lid 4, en artikel 27, lid 5, van de basisverordening bedoelde gevallen, waarin de in de lidstaat van de woonplaats toegekende verstrekkingen op basis van vaste bedragen worden vergoed, is het bevoegde orgaan het orgaan van de woonplaats.

2.  De verzekerde die niet in de bevoegde lidstaat woont verzoekt om de toestemming aan het orgaan van de woonplaats, dat het verzoek onverwijld aan het bevoegde orgaan doorzendt. In dat geval geeft het orgaan van de woonplaats in een verklaring aan dat in de lidstaat van de woonplaats is voldaan aan de voorwaarden van artikel 20, lid 2, tweede zin, van de basisverordening. De gevraagde toestemming kan door het bevoegde orgaan alleen geweigerd worden indien, in overeenstemming met het oordeel van het orgaan van de woonplaats, in de lidstaat van de woonplaats van de verzekerde niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 20, lid 2, tweede zin, van de basisverordening, of indien dezelfde behandeling binnen een medisch verantwoorde termijn, gelet op de gezondheidstoestand van dat moment en het te verwachten ziekteverloop van de betrokkene, in de bevoegde lidstaat zelf kan worden gegeven. Het bevoegde orgaan stelt het orgaan van de woonplaats in kennis van zijn besluit. Is binnen de in de nationale wetgeving vastgestelde termijnen geen antwoord ontvangen, dan wordt de toestemming geacht door het bevoegde orgaan te zijn verleend.

2.  De verzekerde die niet in de bevoegde lidstaat woont, verzoekt om de toestemming aan het orgaan van de woonplaats, dat het verzoek onverwijld aan het bevoegde orgaan doorzendt. In dat geval geeft het orgaan van de woonplaats in een verklaring aan dat in de lidstaat van de woonplaats is voldaan aan de voorwaarden van artikel 20, lid 2, tweede zin, van de basisverordening. De gevraagde toestemming kan door het bevoegde orgaan alleen geweigerd worden indien, in overeenstemming met het oordeel van het orgaan van de woonplaats, in de lidstaat van de woonplaats van de verzekerde niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 20, lid 2, tweede zin, van de basisverordening, of indien dezelfde behandeling of langdurige zorg binnen een medisch verantwoorde termijn of op grond van een langdurige zorgbehoefte, gelet op de gezondheidstoestand of zorgbehoefte van dat moment en het te verwachten ziekteverloop van de betrokkene, in de bevoegde lidstaat zelf kan worden gegeven. Het bevoegde orgaan stelt het orgaan van de woonplaats in kennis van zijn besluit. Is binnen de in de nationale wetgeving vastgestelde termijnen geen antwoord ontvangen, dan wordt de toestemming geacht door het bevoegde orgaan te zijn verleend.

3.  Indien een niet in de bevoegde lidstaat woonachtige verzekerde een dringende levensreddende behandeling nodig heeft en de toestemming niet kan worden geweigerd op grond van de tweede zin van artikel 20, lid 2, van de basisverordening, wordt de toestemming door het orgaan van de woonplaats verleend namens het bevoegde orgaan, dat onverwijld door het orgaan van de woonplaats wordt ingelicht. Het bevoegde orgaan aanvaardt de bevindingen en behandelingskeuzen van artsen die zijn erkend door het orgaan van de woonplaats dat toestemming verleent met betrekking tot de noodzaak van een dringende levensreddende behandeling.

3.  Indien een niet in de bevoegde lidstaat woonachtige verzekerde een dringende levensreddende behandeling nodig heeft en de toestemming niet kan worden geweigerd op grond van de tweede zin van artikel 20, lid 2, van de basisverordening, wordt de toestemming door het orgaan van de woonplaats verleend namens het bevoegde orgaan, dat onverwijld door het orgaan van de woonplaats wordt ingelicht. Het bevoegde orgaan aanvaardt de bevindingen en behandelingskeuzen van artsen die zijn erkend door het orgaan van de woonplaats dat toestemming verleent met betrekking tot de noodzaak van een dringende levensreddende behandeling.

4.  Tijdens de procedure voor het verlenen van de toestemming behoudt het bevoegde orgaan steeds de mogelijkheid de verzekerde door een door het orgaan gekozen arts in de lidstaat van de woon- of verblijfplaats te laten onderzoeken.

4.  Tijdens de procedure voor het verlenen van de toestemming behoudt het bevoegde orgaan als er sprake is van een behoefte aan langdurige zorg steeds de mogelijkheid de verzekerde te laten onderzoeken door een door het orgaan gekozen arts of deskundige in de lidstaat van de woon- of verblijfplaats.

5.  Het orgaan van de verblijfplaats stelt, onverminderd enige beslissing inzake de toestemming, het bevoegde orgaan in voorkomend geval ervan in kennis dat een aanvulling op de door de toestemming gedekte behandeling uit medisch oogpunt nodig blijkt.

5.  Het orgaan van de verblijfplaats stelt, onverminderd enige beslissing inzake de toestemming, het bevoegde orgaan in voorkomend geval ervan in kennis dat een aanvulling op de door de toestemming gedekte behandeling uit medisch oogpunt of in verband met de zorgbehoefte nodig blijkt.

B.  Rechtstreekse betaling van de door de verzekerde gemaakte kosten in verband met verstrekkingen

B.  Rechtstreekse betaling van de door de verzekerde gemaakte kosten in verband met verstrekkingen

6.  Onverminderd lid 7, is artikel 25, leden 4 en 5, van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing.

6.  Onverminderd lid 7, is artikel 25, leden 4 en 5, van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing.

7.  Indien de verzekerde de kosten voor een medische behandeling waarvoor toestemming is verleend geheel of gedeeltelijk zelf heeft betaald en de kosten die het bevoegde orgaan op grond van lid 6 verplicht is aan het orgaan van de verblijfplaats of aan de verzekerde zelf te vergoeden (werkelijke kostprijs) lager zijn dan de kosten die het voor dezelfde behandeling in de bevoegde lidstaat zou hebben moeten dragen (fictieve kostprijs), dan vergoedt het bevoegde orgaan op verzoek de door de verzekerde gemaakte kosten van de behandeling tot het bedrag waarmee de fictieve kostprijs de werkelijke kostprijs overstijgt. Het vergoede bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de verzekerde, waarbij ook rekening kan worden gehouden met het bedrag dat de verzekerde zou hebben moeten betalen indien de behandeling in de bevoegde lidstaat had plaatsgevonden.

7.  Indien de verzekerde de kosten voor een medische behandeling waarvoor toestemming is verleend geheel of gedeeltelijk zelf heeft betaald en de kosten die het bevoegde orgaan op grond van lid 6 verplicht is aan het orgaan van de verblijfplaats of aan de verzekerde zelf te vergoeden (werkelijke kostprijs) lager zijn dan de kosten die het voor dezelfde behandeling in de bevoegde lidstaat zou hebben moeten dragen (fictieve kostprijs), dan vergoedt het bevoegde orgaan op verzoek de door de verzekerde gemaakte kosten van de behandeling tot het bedrag waarmee de fictieve kostprijs de werkelijke kostprijs overstijgt. Het vergoede bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de verzekerde, waarbij ook rekening kan worden gehouden met het bedrag dat de verzekerde zou hebben moeten betalen indien de behandeling in de bevoegde lidstaat had plaatsgevonden.

C. Reis- en verblijfkosten in het kader van een geplande behandeling

C.  Reis- en verblijfkosten in het kader van een geplande behandeling

8.  Indien toestemming is verleend voor een behandeling in een andere lidstaat, en de nationale wetgeving van het bevoegde orgaan voorziet in de vergoeding van de aan de behandeling verbonden reis- en verblijfkosten van de verzekerde, worden deze kosten voor de betrokkene en zo nodig voor een begeleider door dat orgaan betaald.

8.  Indien toestemming is verleend voor een behandeling in een andere lidstaat, en de nationale wetgeving van het bevoegde orgaan voorziet in de vergoeding van de aan de behandeling verbonden reis- en verblijfkosten van de verzekerde, worden deze kosten voor de betrokkene en zo nodig voor een begeleider door dat orgaan betaald.

D. Gezinsleden

D.  Gezinsleden

9.  De leden 1 tot en met 8 zijn van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van de verzekerden.

9.  De leden 1 tot en met 8 zijn van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van de verzekerden."

Amendement    141

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 16

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 28 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16.  In artikel 28, lid 1, worden de woorden "overeenkomstig artikel 35 bis daarvan" toegevoegd na de woorden "op grond van artikel 21, lid 1, van de basisverordening".

Schrappen

Amendement    142

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 17

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 31 – titel en leden 1 en 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

17.  Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Schrappen

(c)  De titel wordt vervangen door:

 

"Toepassing van artikel 35 ter van de basisverordening";

 

(d)  In lid 1 worden de woorden "artikel 34" vervangen door "artikel 35 ter";

 

(e)  In lid 2 worden de woorden "artikel 34, lid 2" vervangen door "artikel 35 bis, lid 2".

 

Motivering

Artikel 35 ter wordt geschrapt.

Amendement    143

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 17 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 32 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

17 bis.  In artikel 32 wordt lid 1 vervangen door:

1.  Wanneer een persoon of een groep personen op verzoek is vrijgesteld van verplichte ziekteverzekering en die personen dus niet zijn gedekt door een ziekteverzekeringsstelsel waarop de basisverordening van toepassing is, wordt het orgaan van een andere lidstaat, louter ten gevolge van die vrijstelling, niet verantwoordelijk voor de kosten van de verstrekkingen of uitkeringen die uit hoofde van titel III, hoofdstuk I, van de basisverordening aan die personen of hun gezinsleden worden verleend.

"1.  Wanneer een persoon of een groep personen op verzoek is vrijgesteld van verplichte ziekteverzekering of de verzekering voor langdurige zorg en die personen dus niet zijn gedekt door een stelsel van ziekteverzekering of de verzekering voor langdurige zorg waarop de basisverordening van toepassing is, wordt het orgaan van een andere lidstaat, louter ten gevolge van die vrijstelling, niet verantwoordelijk voor de kosten van de verstrekkingen of uitkeringen die uit hoofde van titel III, hoofdstuk I, van de basisverordening aan die personen of hun gezinsleden worden verleend."

Amendement    144

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 18

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 32 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

18.  Aan artikel 32 wordt na lid 3 het volgende lid 4 toegevoegd:

Schrappen

"4.  Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg."

 

Amendement    145

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 21

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 55 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

21.  In artikel 55, lid 7, worden de woorden "artikel 65 bis, lid 3" vervangen door "artikel 64 bis en artikel 65 bis, lid 3".

Schrappen

Amendement    146

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 22

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 55 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

22.  Na artikel 55 wordt het volgende artikel 55 bis ingevoegd:

Schrappen

"Artikel 55 bis

 

Verplichting van de dienst voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van de meest recente verzekering

 

In de in artikel 61, lid 2, van de basisverordening bedoelde situatie stuurt het orgaan van de lidstaat van de meest recente verzekering onmiddellijk een document naar het bevoegde orgaan van de lidstaat van de vorige verzekering waarin het volgende wordt vermeld: de datum waarop de betrokkene werkloos is geworden; het overeenkomstig zijn/haar wetgeving vervulde tijdvak van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst; de relevante omstandigheden van de werkloosheid die op het recht op uitkeringen van invloed kunnen zijn; de datum van registratie als werkloze en het adres van de werkloze.".

 

Amendement    147

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 24

Verordening (EG) nr. 987/2009

Titel IV – hoofdstuk 1 - titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

24.  De benaming van titel IV, hoofdstuk 1, wordt als volgt gewijzigd:

Schrappen

"HOOFDSTUK I

 

Vergoeding van de kosten voor prestaties op grond van de artikelen 35, 35 quater en 41 van de basisverordening"

 

Motivering

De titel hoeft niet te worden gewijzigd aangezien artikel 35 quater werd geschrapt (langdurige zorg).

Amendement    148

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 26

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 65 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De gemiddelde jaarlijkse kosten per persoon voor elke leeftijdsklasse in een bepaald jaar worden uiterlijk aan het eind van het tweede jaar na het jaar in kwestie aan de Rekencommissie meegedeeld.

1.  De gemiddelde jaarlijkse kosten per persoon voor elke leeftijdsklasse in een bepaald jaar worden uiterlijk aan het eind van het tweede jaar na het jaar in kwestie aan de Rekencommissie meegedeeld, waarbij de verstrekkingen voor ziekte en langdurige zorg afzonderlijk worden vermeld.

Motivering

De kosten voor verstrekkingen voor ziekte en langdurige zorg moeten afzonderlijk worden vermeld in de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten, zodat de debiteurlidstaat de kosten gemakkelijker kan opsplitsen.

Amendement    149

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 26 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 66 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

26 bis.  Artikel 66, lid 2, wordt vervangen door:

2.  De in de artikelen 35 en 41 van de basisverordening bedoelde vergoedingen tussen de organen van de lidstaten lopen via het verbindingsorgaan. Er kan worden voorzien in een afzonderlijk verbindingsorgaan voor vergoedingen op grond van artikel 35 en artikel 41 van de basisverordening.

"2.  De in de artikelen 35 en 41 van de basisverordening bedoelde vergoedingen tussen de organen van de lidstaten lopen via het verbindingsorgaan. Er kan worden voorzien in een afzonderlijk verbindingsorgaan voor de vergoedingen op grond van de artikelen 35 en 41 van de basisverordening. Wederzijdse schuldvorderingen worden verrekend tussen de verbindingsorganen. Voor dergelijke wederzijdse verrekeningen stelt de Administratieve Commissie uitvoerige regelingen vast. "

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:02009R0987-20170411&from=NL)

Motivering

De mogelijkheid om onderlinge vorderingen te verrekenen moet worden ingevoerd om het vertrouwen in het beginsel van loyale samenwerking te bewaren en te voldoen aan de economische levensvatbaarheid voor de door socialezekerheidsorganen vereiste begroting. Het aantal betalingstransacties zou worden beperkt aangezien alleen de overtollige bedragen internationaal zouden worden betaald.

Amendement    150

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 26 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 67

 

Bestaande tekst

Amendement

 

26 ter.  Artikel 67 wordt vervangen door:

Artikel 67

"Artikel 67

Termijnen voor de indiening en betaling van schuldvorderingen

Termijnen voor de indiening en betaling van schuldvorderingen

1.   De op grond van de werkelijke uitgaven vastgestelde schuldvorderingen worden uiterlijk 12 maanden na afloop van het kalenderhalfjaar waarin deze vorderingen in de rekeningen van het crediteurorgaan zijn ingeschreven, bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat ingediend.

1.  De op grond van de werkelijke uitgaven vastgestelde schuldvorderingen worden uiterlijk 12 maanden na afloop van het kalenderhalfjaar waarin deze vorderingen in de rekeningen van het crediteurorgaan zijn ingeschreven, bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat ingediend. Uiterlijk zes maanden nadat de schuldvordering bij het verbindingsorgaan is ingediend, wordt er aan de schuldvordering voldaan.

2.  De voor een kalenderjaar op grond van vaste bedragen vastgestelde schuldvorderingen moeten bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat worden ingediend binnen 12 maanden na de maand waarin de gemiddelde kosten voor het jaar in kwestie in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De in artikel 64, lid 4, van de toepassingsverordening bedoelde inventarissen worden uiterlijk aan het eind van het jaar volgend op het referentiejaar ingediend.

2.  De voor een kalenderjaar op grond van vaste bedragen vastgestelde schuldvorderingen moeten bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat worden ingediend binnen 12 maanden na de maand waarin de gemiddelde kosten voor het jaar in kwestie in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De in artikel 64, lid 4, van de toepassingsverordening bedoelde inventarissen worden uiterlijk aan het eind van het jaar volgend op het referentiejaar ingediend.

3.  In het in artikel 6, lid 5, tweede alinea, van de toepassingsverordening bedoelde geval neemt de in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgelegde termijn geen aanvang voordat het bevoegde orgaan is vastgesteld.

3.  De in de leden 1 en 2 bedoelde periode neemt geen aanvang voor de datum waarop het crediteurorgaan op de hoogte is van de schuldvordering van het debiteurorgaan. Schuldvorderingen mogen worden ingediend voor prestatieperioden die niet verder teruggaan dan de voorbije vijf kalenderjaren. De indiening van schuldvorderingen bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat is doorslaggevend.

4.  Schuldvorderingen die na de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

4.  Schuldvorderingen die na de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

5.  De schuldvorderingen worden door het debiteurorgaan binnen 18 maanden na afloop van de maand waarin zij bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat zijn ingediend, betaald aan het in artikel 66 van de toepassingsverordening bedoelde verbindingsorgaan van de crediteurlidstaat. Dit geldt niet voor de schuldvorderingen die het debiteurorgaan om een gegronde reden binnen deze termijn heeft afgewezen.

5.  De schuldvorderingen worden door het debiteurorgaan binnen 12 maanden na afloop van de maand waarin zij bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat zijn ingediend, betaald aan het in artikel 66 van de toepassingsverordening bedoelde verbindingsorgaan van de crediteurlidstaat. Dit geldt niet voor de schuldvorderingen die het debiteurorgaan om een gegronde reden binnen deze termijn heeft afgewezen. Het verbindingsorgaan van de crediteurlidstaat geeft binnen 12 maanden na afloop van de maand waarin de afwijzing werd ontvangen antwoord op die afwijzing. Wanneer een dergelijk antwoord niet wordt gegeven, wordt de afwijzing geacht te zijn aanvaard.

6.  Betwistingen betreffende een schuldvordering worden geregeld uiterlijk binnen 36 maanden na de maand waarin de schuldvordering is ingediend.

6.  Betwistingen betreffende een schuldvordering worden geregeld uiterlijk binnen 36 maanden na de maand waarin de schuldvordering is ingediend.

7.  De Rekencommissie faciliteert de definitieve afsluiting van de rekeningen in gevallen waarin er geen regeling binnen de in lid 6 vastgelegde termijn kan worden getroffen, en zij geeft op gemotiveerd verzoek van een van de partijen haar advies over een betwisting binnen zes maanden na de maand waarin de zaak aan haar is voorgelegd.

7.  De Rekencommissie faciliteert de definitieve afsluiting van de rekeningen in gevallen waarin er geen regeling binnen de in lid 6 vastgelegde termijn kan worden getroffen, en zij geeft op gemotiveerd verzoek van een van de partijen haar advies over een betwisting binnen negen maanden na de maand waarin de zaak aan haar is voorgelegd. De Rekencommissie ontvangt het verzoek uiterlijk negen maanden na afloop van de in lid 6 vastgestelde periode."

Amendement    151

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 26 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 68 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

26 quater.  Artikel 68, lid 2, wordt vervangen door:

2.  De interest wordt berekend op basis van de referentievoet die door de Europese Centrale Bank wordt toegepast op haar belangrijkste herfinancieringsverrichtingen. De toegepaste referentievoet is die welke geldt op de eerste dag van de maand waarin de betaling verschuldigd is.

"2.  De interest wordt berekend op basis van de referentievoet die door de Europese Centrale Bank wordt toegepast op haar belangrijkste herfinancieringsverrichtingen plus acht procentpunten. De toegepaste referentievoet is die welke geldt op de eerste dag van de maand waarin de betaling verschuldigd is."

Amendement    152

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 27

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 70

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

27.  Artikel 70 wordt geschrapt.

Schrappen

Amendement    153

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 28

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 73 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als de onrechtmatig betaalde premies meer bedragen dan de betrokken natuurlijke en/of rechtspersoon aan het als bevoegd aangemerkte orgaan verschuldigd is, betaalt het orgaan dat de premies onrechtmatig heeft ontvangen, het teveel betaalde bedrag terug aan de betrokken natuurlijke en/of rechtspersoon.

Als de onrechtmatig betaalde premies meer bedragen dan de betrokken natuurlijke en/of rechtspersoon aan het als bevoegd aangemerkte orgaan verschuldigd is, betaalt het orgaan dat de premies onrechtmatig heeft ontvangen, het teveel betaalde bedrag terug aan de betrokken natuurlijke en/of rechtspersoon in overeenstemming met de nationale wetgeving.

Amendement    154

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 28

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 73 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Het bestaan van termijnen krachtens nationale wetgeving vormt geen geldige reden om de vereffening van schuldvorderingen tussen organen uit hoofde van dit artikel te weigeren.

4.  Het bestaan van termijnen en toepassingsprocedures krachtens nationale wetgeving vormt geen geldige reden om de vereffening van schuldvorderingen tussen organen uit hoofde van dit artikel te weigeren.

Amendement    155

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 29

Richtlijn 987/2009/EG

Artikel 75 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.   De lidstaat waar de betrokkene bij de terugbetaling van de socialezekerheidsbijdragen momenteel woont of verblijft, brengt de lidstaat die de terugbetaling dient uit te voeren binnen 25 werkdagen op de hoogte van het resultaat van de terugbetaling.

Amendement    156

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 30

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 76 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.  De aangezochte partij bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 kalenderdagen na de ontvangst van het verzoek.

Amendement    157

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 31 – letter b

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 77 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.  De aangezochte partij bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 kalenderdagen na de ontvangst van het verzoek.

Amendement    158

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 32 – letter d

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 78 – leden 6 bis, 6 ter en 6 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.  Indien de valuta van de aangezochte partij niet dezelfde is als die van de verzoekende partij, vermeldt de verzoekende autoriteit het bedrag van de in te vorderen schuldvordering in beide valuta.

 

6 ter.  De in het kader van de invorderingsbijstand te gebruiken wisselkoers is de laatste wisselkoers die door de Europese Centrale Bank is bekendgemaakt vóór de verzending van het verzoek.

 

6 quater.  De aangezochte partij bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 kalenderdagen na de ontvangst van het verzoek.

Amendement    159

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 33

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 79 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.   Er kan één enkele titel voor het nemen van executiemaatregelen in de lidstaat van de aangezochte partij worden afgegeven die betrekking heeft op meerdere schuldvorderingen en op meerdere personen overeenkomstig de oorspronkelijke titel of titels voor het nemen van executiemaatregelen in de lidstaat van de verzoekende partij.

Amendement    160

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 34 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 80 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  Het volgende lid wordt toegevoegd:

 

"2 bis.  Ongeacht de bedragen die door de aangezochte partij bij wijze van rente zijn geïnd, wordt een schuldvordering geïnd geacht in verhouding tot de inning van het bedrag dat is uitgedrukt in de nationale valuta van de lidstaat van de aangezochte partij op basis van de in het verzoek vermelde wisselkoers."

Amendement    161

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 35 – letter d

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 81 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  Voor de omrekening van het bedrag van de schuldvordering die het gevolg is van een wijziging in de valuta van de lidstaat van de aangezochte partij gebruikt de verzoekende partij dezelfde wisselkoers als in haar oorspronkelijke verzoek.

Amendement    162

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 39

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 85 bis – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  In onderlinge overeenstemming tussen de verzoekende partij en de aangezochte partij en overeenkomstig de door de aangezochte partij vastgestelde regeling kunnen door de verzoekende partij gemachtigde ambtenaren, met het oog op de bevordering van de in deze afdeling bedoelde wederzijdse bijstand,:

1.  In onderlinge overeenstemming tussen de verzoekende partij en de aangezochte partij en in overeenstemming met de door de aangezochte partij vastgestelde regeling kunnen door de verzoekende partij of door de Europese Arbeidsautoriteit gemachtigde ambtenaren en verantwoordelijken, met het oog op de bevordering van de in deze afdeling bedoelde wederzijdse bijstand:

Amendement    163

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 39

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 85 bis – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  aanwezig zijn bij administratief onderzoek op het grondgebied van de lidstaat van de aangezochte partij;

b)  aanwezig zijn bij administratief onderzoek op het grondgebied van de lidstaat van de aangezochte partij en/of de verzoekende partij;

Amendement    164

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 39

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 85 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Als de in de lidstaat van de aangezochte partij geldende wetgeving zulks toestaat, kan in de in lid 1, onder b), bedoelde overeenkomst worden bepaald dat ambtenaren van de lidstaat van de verzoekende partij personen mogen ondervragen en dossiers mogen onderzoeken.

2.  Als de in de lidstaat van de aangezochte partij geldende wetgeving zulks toestaat, kan in de in lid 1, onder b), bedoelde overeenkomst worden bepaald dat ambtenaren of verantwoordelijken van de lidstaat van de verzoekende partij en, indien nodig, van de Europese Arbeidsautoriteit, personen mogen ondervragen en dossiers mogen onderzoeken.

Amendement    165

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 40 – letter b

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 87 – lid 6 – laatste zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als het orgaan dat verzocht is de controle uit te voeren, echter ook gebruikmaakt van de bevindingen voor de toekenning van uitkeringen aan de betrokkene volgens de wetgeving die het toepast, vordert het de in de vorige zin bedoelde uitgaven niet terug.

Als het orgaan dat verzocht is de controle uit te voeren, echter ook gebruikmaakt van de bevindingen voor de toekenning van uitkeringen aan de betrokkene voor eigen rekening volgens de wetgeving die het toepast, vordert het de in de vorige zin bedoelde uitgaven niet terug.

Motivering

Er moet duidelijk worden gemaakt dat alleen in gevallen waarin het aangezochte orgaan ook gebruikmaakt van de bevindingen voor de toekenning van uitkeringen aan de betrokkene voor eigen rekening, dit orgaan de bedoelde uitgaven niet mag terugvorderen. In gevallen waarin het orgaan van verblijf de bevindingen gebruikt om uitkeringen toe te kennen voor rekening van het bevoegde orgaan, worden de daadwerkelijke uitgaven voor de controles terugbetaald.

Amendement    166

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 40 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 89 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

40 bis.  In artikel 89 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"1 bis.   De organen van de bevoegde autoriteiten stellen aan burgers op verzoek een kopie van hun persoonlijk dossier ter hand samen met beknopte en gepersonaliseerde informatie over de regels inzake de vaststelling van de bevoegde organen en hun rechten en aanspraken uit hoofde van de basisverordening en de toepassingsverordening."

Amendement    167

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2, punt 9 bis [invoeging van een nieuw artikel 15 bis in Verordening (EG) nr. 987/2009] is van toepassing vanaf [5 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening – COD2016/0397].

  • [1] PB C 345 van 13.10.2017, blz. 85.
  • [2] PB C 342 van 12.10.2017, blz. 65.

TOELICHTING

De bedoeling van het herzieningsvoorstel van de Commissie is om de mobiliteit van personen te bevorderen om te vermijden dat zij rechten verliezen wanneer ze zich verplaatsen in Europa (de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) en om de continuïteit van hun sociale bescherming te garanderen wanneer zij zich van de ene nationale wetgeving naar de andere begeven.

De Europese Commissie brengt op het gebied van de coördinatie van werkloosheidsuitkeringen op drie punten wijzigingen aan:

1) De duur van de export van werkloosheidsuitkeringen wordt verlengd van drie tot zes maanden en de lidstaten krijgen de mogelijkheid om deze termijn te verlengen tot uitputting van de rechten. De rapporteur steunt dit voorstel en stelt voor om de duur van de export uit te breiden tot de limieten van de verkregen rechten op een werkloosheidsuitkering. Uit de voor de Commissie uitgevoerde studie blijkt dat een langere exportperiode voor werkloosheidsuitkeringen de kans vergroot dat werklozen opnieuw een baan vinden.

2) De lidstaat waar een werkzoekende het laatst werkzaam was, zal rekening moeten houden met de elders vervulde tijdvakken van verzekering indien deze werkzoekende ten minste drie maanden in die lidstaat werkzaam is geweest. In het andere geval is het de lidstaat waar de werkzoekende voorheen werkzaam was die hem de desbetreffende uitkeringen moet betalen. De huidige situatie lijkt voor de bevoegde organen van de lidstaten enigszins onduidelijk. De rapporteur wenst in herinnering te brengen dat samentelling een van de basisbeginselen van deze wetgeving vormt. Hij stelt dan ook voor om het minimumtijdvak van werkzaamheden dat is vereist voor samentelling in de lidstaat waar iemand het laatst werkzaam was, te verlagen tot één maand.

3) Tot slot zal in het geval van grensarbeiders de lidstaat waar de grensarbeider het laatst heeft gewerkt verantwoordelijk worden gesteld voor de betaling van de werkloosheidsuitkering wanneer de betrokkene daar gedurende ten minste twaalf maanden heeft gewerkt. Volgens de huidige regels is de lidstaat waar de grensarbeider woont bevoegd, ongeacht het feit dat de grensarbeiders hun sociale bijdragen betalen in de lidstaat waar zij werkzaam zijn.

Het lijkt legitiem dat de lidstaat die de sociale bijdragen ontvangt ook instaat voor de betaling van de werkloosheidsuitkeringen, maar de rapporteur is van mening dat de bepalingen verduidelijking behoeven om te vermijden dat de door de Commissie voorgestelde evolutie uitmondt in praktische, administratieve of taalkundige problemen of in problemen met het opleidingsaanbod. Voorts moet ook de bevoegdheid van de diensten voor arbeidsvoorziening worden verduidelijkt.

De Commissie stelt voor om een specifiek hoofdstuk te wijden aan prestaties bij langdurige zorg, die zijn gebaseerd op de logica van ziekte-uitkeringen. De rapporteur is a priori voorstander van dit initiatief, maar wenst dat de Administratieve Commissie nauwer samenwerkt met de vertegenwoordigers van de sociale partners, de beroepsorganisaties en de betrokken begunstigden, met name bij het opstellen van de lijst van prestaties die onder dit nieuwe hoofdstuk zouden vallen.

Het is de bedoeling om met het voorstel de recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in verband met de toegang voor economisch niet-actieve mobiele EU-burgers tot sociale uitkeringen op te nemen. De rapporteur neemt nota van deze rechtspraak, maar meent dat het niet aan de Europese wetgevers is om de beslissingen van het Hof te codificeren.

De rapporteur sluit zich eveneens aan bij de bedoeling van de Commissie om een standaardprocedure in te stellen voor de afgifte, de vorm en de inhoud van het draagbare document waarin wordt vermeld dat iemand is aangesloten bij de sociale zekerheid, en om vast te stellen in welke situaties dit document wordt afgegeven en hoe het kan worden ingetrokken wanneer de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden. De rapporteur stelt voor om de samenwerking tussen bevoegde instanties te versterken en is van mening dat het beginsel van loyale samenwerking dient te worden geconsolideerd middels het vastleggen van kortere antwoordtermijnen, waarbij het uitblijven van een antwoord ertoe moet leiden dat de bevoegdheid wordt overgeheveld naar de andere bevoegde autoriteit.

Om de uitwisselingen tussen instanties te optimaliseren en de bescherming van de personen waarop de verordening betrekking heeft te garanderen, is de rapporteur voorstander van de invoering van nieuwe instrumenten ("Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid", een operationeel elektronisch netwerk voor de verbinding van socialezekerheidsorganen, een "Europese elektronische socialezekerheidskaart" en een "Europees socialezekerheidsnummer") en wenst hij dat de documenten waarin de verordeningen voorzien digitaal worden gemoderniseerd.

Voorts acht de rapporteur het onontbeerlijk dat het regelgevingskader wordt verduidelijkt dat van toepassing is op ter beschikking gestelde werknemers (verplicht minimumtijdvak van aansluiting bij de sociale zekerheid van de lidstaat van herkomst, voorafgaande afgifte van het draagbaar document vóór aanvang van de terbeschikkingstelling,...), op zelfstandigen en op personen die gelijktijdig meerdere types werkzaamheden uitvoeren.

Tot slot is de rapporteur gekant tegen de indexering van gezinsuitkeringen op basis van de woonplaats van de kinderen: de gegevens zijn misschien niet volledig en dekken niet alle onder de coördinatieverordening vallende landen, maar er dient aan te worden herinnerd dat minder dan één procent van de gezinstoelagen wordt betaald aan kinderen die in een andere lidstaat wonen dan de lidstaat waar hun ouder/ouders werkzaam is/zijn. In dit verband zou een indexeringssysteem dat zorgt voor een lokalisering en actualisering van het bedrag van de toelagen al naargelang de woonplaats van de kinderen voor de overheidsfinanciën een complex en duur systeem vereisen.

De rapporteur uit de wens dat tijdens de debatten over de herziening van de coördinatieverordeningen afstand wordt genomen van houdingen en karikaturen die uitmonden in processen over "sociaal toerisme", "veralgemeende fraude" of "verdoken protectionisme". Indien goed uitgevoerd, moet deze herziening het mogelijk maken om de continuïteit van de sociale rechten van burgers te garanderen en tegelijkertijd kwaliteitsvolle mobiliteit in Europa te bevorderen.

BIJLAGE: LIJST VAN ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN

De rapporteur wenst bekend te maken dat hij tijdens de opstelling van het verslag onder andere door de volgende vertegenwoordigers van belanghebbenden en lobbyisten zijn benaderd:

Entity and/or person

Arnaud Emériau

Délégué permanent, Représentation des Institutions Françaises de sécurité sociale auprès de l'UE (REIF)

Delphine Rudelli

UIMM, Directeur “Relations européennes et internationales”

Chiara Lorenzini

Policy Adviser, Fédération européenne des travailleurs du bâtiment et du bois

Jean-Francois Macours

Conseiller juridique, Fédération générale du travail de Belgique

Isabelle Ory,

Journaliste.Correspondante à Bruxelles. rtsinfo, Europe1, Le_Figaro

Henri Lourdelle

Conseiller, Fédération Européenne des Retraités et des Personnes Agées

Claire Champeix

Policy Officer, Eurocarers – European Association Working for Carers

Liina Carr, Confederal Secretary

Claude Denagtergal, AdvisorAdministrative assistant, European Trade Union Confederation

 

Eugenio Quintieri

Secretary General, European Builders Confederation EBC

Gilles Kounowski

Directeur des Relations Européennes, Internationales et de la coopération, Caisse nationale des allocations familiales

Rebekah Smith

Senior Adviser; Social Affairs Department, Business Europe

Werner Buelen

European Federation of Building and Woodworkers (EFBWW)

Arsène Schmitt

Président du Comité de Défense des Travailleurs Frontaliers de la Moselle

Kaare Barslev

Minister Counsellor, Permanent Representation of Denmark to the EU

Jordi Curell,

director of Labour Mobility at the Directorate-General for Employment, Social Affairs and Inclusion

European Commission

Stefanie Klein, Deutsche Verbindungsstelle

Myriam Diallo, Conseillère

Federation Francaise Du Batiment

Patrick Liébus,

Président de la Confédération de l’artisanat et des petites entreprises du bâtiment (CAPEB)

Cécile Sauveur,

Directrice du pôle juridique et social , CAPEB

Claude Denagtergal

Advisor, European Trade Union Confederation

Dr. David Pascal Dion

Head of unit, DG Employment, Social Affairs and Inclusion

European Commission

Thomas Heidener

Head of Office, Danish Trade Union Office

Kaia Iva

Estonian Minister of Social Protection

Philip Von Brocksdorff

Groupe des Travailleurs, Malte, rapporteur du CESE sur la communication concernant la proposition de nouveau règlement pour coordonner les régimes de sécurité sociale dans l'UE

Judite Berkemeier

Secrétariat du Comité économique et social européen/Section SOC

Garance Pineau

Directeur adjoint, Direction des Relations Sociales

Mouvement des entreprises de France - MEDEF

ADVIES van de Commissie verzoekschriften (24.4.2018)

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004
(COM(2016)0815 – C8-0521/2016 – 2016/0397(COD))

Rapporteur voor advies: Soledad Cabezón Ruiz

BEKNOPTE MOTIVERING

Op 13 december 2016 heeft de Europese Commissie haar voorstel bekendgemaakt voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004. Het voorstel heeft tot doel de bestaande regelgeving voor de coördinatie van de sociale zekerheid te moderniseren en te vereenvoudigen teneinde te beantwoorden aan de sociale en economische realiteit in de lidstaten en het burgers gemakkelijker te maken in het kader van deze regelingen hun rechten uit te oefenen.

Uw rapporteur is van mening dat elke wijziging van de bestaande regels inzake de coördinatie van de sociale zekerheid moet worden geleid door de gemeenschappelijke waarden van universaliteit, rechtvaardigheid en solidariteit, vooral ten aanzien van de toegang tot verstrekkingen in de gezondheidszorg. Vooral studenten en gehandicapten moeten zonder onderscheid de overdraagbaarheid van hun rechten en aanspraken op sociale zekerheid behouden wanneer zij van de ene lidstaat naar de andere verhuizen.

In dit verband neemt uw rapporteur nota van het nieuwe, door de Commissie voorgestelde hoofdstuk over prestaties bij langdurige zorg en is ingenomen met het feit dat invaliditeitsuitkeringen nu duidelijk onder dit hoofdstuk vallen. Zij stelt voor dat de Administratieve Commissie nauw samenwerkt met verenigingen van begunstigden, met inbegrip van vertegenwoordigers van organisaties van gehandicapten, bij het vaststellen van de gedetailleerde lijst van uitkeringen die onder dit hoofdstuk vallen. Uw rapporteur onderstreept tevens dat moet worden gezorgd voor de snelle invoering van de Europese gehandicaptenkaart in alle EU-lidstaten, en doet een beroep op de Administratieve Commissie om de vaststelling van een gemeenschappelijke definitie en criteria inzake invaliditeit met het oog op de sociale zekerheid te bevorderen. Uw rapporteur hoopt dat de invoering van de Europese gehandicaptenkaart ruimte laat voor discussies over de onder deze kaart vallende verstrekkingen, teneinde verdere belangrijke verstrekkingen op het gebied van zorg, gezondheidszorg en bijstand op te nemen, opdat mensen met een handicap volledig kunnen genieten van hun vrijheid van verkeer in de EU.

De Commissie verzoekschriften ontvangt regelmatig verzoekschriften over alle gebieden van sociale zekerheid in grensoverschrijdende situaties. Aan de Commissie verzoekschriften worden regelmatig kwesties voorgelegd inzake de overdraagbaarheid van pensioenrechten en uitkeringen, vooral in verband met de lange wachttijden voor het verkrijgen van adequate informatie van de bevoegde autoriteiten, alsmede inzake de berekening van de pensioenen van burgers die in meer dan één lidstaat hebben gewerkt. Uw rapporteur stelt voor termijnen vast te stellen waarbinnen de organen van de bevoegde lidstaten de gewone verblijfplaats van aanvragers moeten vaststellen, het bedrag van uitkeringen moeten berekenen en mogelijke meningsverschillen met andere lidstaten moeten oplossen. Toegang tot gepersonaliseerde en beknopte informatie op dit vaak complexe gebied is eveneens zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat burgers zonder onderscheid hun vrijheid van verkeer en werken in de EU kunnen uitoefenen.

Deze voorstellen dragen bij tot het streven van de Commissie om de uitoefening van de burgerrechten te bevorderen en tegelijkertijd te zorgen voor juridische duidelijkheid en afdwingbaarheid van de regels inzake de coördinatie van de sociale zekerheid, en toe te zien op de eerbiediging van de overkoepelende waarden van universaliteit, rechtvaardigheid en solidariteit die in de gehele Europese Unie worden gedeeld.

AMENDEMENTEN

De Commissie verzoekschriften verzoekt de bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  De definities en criteria voor het vaststellen van handicaps en invaliditeit verschillen zeer van lidstaat tot lidstaat, hetgeen een belangrijke belemmering kan vormen voor de wederzijdse erkenning van nationale besluiten over kwesties inzake handicaps en invaliditeit, met name ten aanzien van de toegang tot specifieke diensten en faciliteiten, en waardoor mensen met een handicap of invaliditeit buitengewoon benadeeld kunnen worden op het gebied van de sociale zekerheid wanneer zij naar een andere lidstaat verhuizen. Het is derhalve noodzakelijk om, ter vergemakkelijking van het reizen en de verplaatsing van mensen met een handicap of invaliditeit van de ene lidstaat naar de andere, te zorgen voor de goedkeuring van een gemeenschappelijke Europese definitie in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD) en voor de wederzijdse erkenning door de lidstaten van de status van invaliditeit, vooral middels de snelle invoering van de Europese gehandicaptenkaart in alle lidstaten, die zal worden gekoppeld aan de Europese ziekteverzekeringskaart en de Europese socialezekerheidskaart.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Om te zorgen voor de doeltreffende uitvoering en handhaving van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD) en de overdraagbaarheid van invaliditeitsuitkeringen, moet de vaststelling worden bevorderd van een gemeenschappelijke definitie, criteria en methoden voor de evaluatie van invaliditeit (percentage invaliditeit) met het oog op de coördinatie van de sociale zekerheid.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater)  Het is belangrijk de gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidsstelsels van de Unie te respecteren, zoals bedoeld in de conclusies van de Raad van 22 juni 2006 betreffende de gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidsstelsels van de Europese Unie1 bis, met name de overkoepelende waarden universaliteit, toegang tot hoogwaardige zorg, rechtvaardigheid en solidariteit. Dit is vooral belangrijk voor categorieën burgers die noch in loondienst werken noch een baan zoeken, zoals studenten, wier mobiliteit moet worden gehandhaafd middels hun passende toegang tot socialezekerheidsuitkeringen, met inbegrip van een ziekteverzekering, in het EU-gastland. Volgens de Raad betekent "universaliteit dat niemand de toegang tot gezondheidszorg wordt ontzegd; [houdt] solidariteit [...] nauw verband met de financiële regeling van onze nationale gezondheidsstelsels en de noodzaak om toegankelijkheid voor iedereen te garanderen; billijkheid heeft betrekking op gelijke toegang naar gelang van de behoefte, ongeacht bevolkingsgroep, geslacht, leeftijd, sociale status of vermogen om te betalen."

 

______________

 

1 bis PB C 146 van 22.6.2006, blz. 1.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  In zijn resolutie van 15 maart 2017 over belemmeringen voor het vrij verkeer van EU-burgers en voor hun recht te werken in de interne markt1 bis onderstreept het Parlement de noodzaak "de overdraagbaarheid van socialezekerheidsuitkeringen (bijv. overheidspensioenen, zorgverzekeringen, werkloosheidsuitkeringen en gezinstoelagen) te waarborgen en zo de belemmeringen voor arbeidsmobiliteit in de EU terug te dringen" en dringt het Parlement aan op "kordate en doeltreffende stappen om te komen tot een gecoördineerd systeem van geaccumuleerde sociale bijdragen en uitkeringen voor iedereen in de EU, zoals een socialezekerheidskaart waarmee het gemakkelijker wordt om socialezekerheidsbijdragen en -rechten te traceren".

 

______________

 

1 bis Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0083.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter)  Maatregelen ter vergemakkelijking van de vaststelling en handhaving van socialezekerheidsrechten en -uitkeringen in de gehele Unie moeten worden bevorderd, zoals de invoering van een Europese socialezekerheidskaart, die moet worden verbonden met de bestaande Europese ziekteverzekeringskaart en de Europese gehandicaptenkaart, en die alle gebieden van de sociale zekerheid omvat.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 quater)  Ter verbetering van de mobiliteit van werknemers, studenten en werkzoekenden in de hele Unie is het essentieel dat de lidstaten aan iedereen zonder onderscheid de toegang tot de Europese ziekteverzekeringskaart waarborgen, met inbegrip van tijdelijke werknemers, zelfstandigen en degenen die in een atypisch dienstverband werkzaam zijn, alsmede studenten en mobiele werkzoekenden.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 quinquies)  Grensoverschrijdende gezondheidszorg is van bijzonder belang om een billijke coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te waarborgen. In dit verband loopt de uitvoering van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad1 bis sterk uiteen van lidstaat tot lidstaat. Vooral artikel 7 van deze richtlijn moet zonder onderscheid worden uitgevoerd om te zorgen voor de vrijheid van verkeer van de burgers van de Unie en hun gezinnen.

 

______________

 

1 bis Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Op het gebied van werkloosheidsuitkeringen moeten de regels voor de samentelling van verzekeringstijdvakken door alle lidstaten op dezelfde wijze worden toegepast. Met uitzondering van grensoverschrijdende arbeiders als bedoeld in artikel 65, lid 2, moeten de regels voor de samentelling van tijdvakken met het oog op de toekenning van het recht op werkloosheidsuitkering worden onderworpen aan de voorwaarde dat een verzekerde laatstelijk ten minste drie maanden in die lidstaat verzekerd is geweest. De voorheen bevoegde lidstaat moet bevoegd worden voor alle verzekerden die niet aan deze voorwaarde voldoen. In dit geval moet inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van laatste verzekering hetzelfde effect hebben als inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar de werkloze werknemer voorheen verzekerd was.

(8)  Op het gebied van werkloosheidsuitkeringen moeten de regels voor de samentelling van verzekeringstijdvakken door alle lidstaten op dezelfde wijze worden toegepast. Met uitzondering van grensoverschrijdende arbeiders als bedoeld in artikel 65, lid 2, moeten de regels voor de samentelling van tijdvakken met het oog op de toekenning van het recht op werkloosheidsuitkering worden onderworpen aan de voorwaarde dat een verzekerde laatstelijk ten minste één maand in die lidstaat verzekerd is geweest. De voorheen bevoegde lidstaat moet bevoegd worden voor alle verzekerden die niet aan deze voorwaarde voldoen. In dit geval moet inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van laatste verzekering hetzelfde effect hebben als inschrijving bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar de werkloze werknemer voorheen verzekerd was.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Naar aanleiding van de aanbevelingen in het verslag over het EU-burgerschap 201335 moet de minimumduur van de export van werkloosheidsuitkeringen worden verlengd van drie tot zes maanden, zodat werklozen die naar een andere lidstaat verhuizen meer mogelijkheden krijgen om naar werk te zoeken, betere kansen hebben om te integreren op de arbeidsmarkt en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden kunnen worden aangepakt, ook over de grenzen heen.

(9)  De duur van de export van werkloosheidsuitkeringen moet worden verlengd tot uitputting van de door de werkzoekende opgebouwde rechten, zodat werklozen die naar een andere lidstaat verhuizen meer mogelijkheden krijgen om naar werk te zoeken, betere kansen hebben om te herkwalificeren en te integreren op de arbeidsmarkt en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden kunnen worden aangepakt, ook over de grenzen heen.

__________________

__________________

35 COM(2013) 269 final.

35 COM(2013) 269 final.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  Het is zaak ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten binnen een redelijke termijn de gewone verblijfplaats vaststellen met het oog op de vaststelling van de socialezekerheidsuitkeringen.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 ter)  Personen moeten hun gewone verblijfplaats kunnen kiezen om socialezekerheidsuitkeringen vast te stellen, waarbij de bevoegde autoriteiten de verblijfplaats binnen een redelijke termijn erkennen op basis van een voldoende aangetoonde band met de betrokken lidstaat.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moet de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Europese Commissie worden overgedragen voor wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt – onder meer op deskundigenniveau – en dat die raadplegingen worden gehouden in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving van 13 april 201636. Om er met name voor te zorgen dat alle partijen in gelijke mate bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden betrokken, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

(12)  Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moeten de bijlagen bij deze verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009 regelmatig worden gewijzigd.

__________________

 

36 PB L 123 van 12.5.2016, blz.1.

 

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om de lidstaten te ondersteunen in de bestrijding van fraude en fouten bij de toepassing van de coördinatieregels, moet aanvullende bepalingen worden vastgesteld die het mogelijk maken de verwerking van persoonsgegevens van personen op wie de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van toepassing zijn, te vergemakkelijken. Dit zou een lidstaat in staat stellen de gegevens die in het bezit zijn van zijn bevoegde organen periodiek te vergelijken met die in het bezit van een andere lidstaat om vast te stellen welke fouten of inconsistenties nader onderzoek vereisen.

(13)  Om de lidstaten te ondersteunen in de bestrijding van fraude en fouten bij de toepassing van de coördinatieregels, moet aanvullende bepalingen worden vastgesteld die het mogelijk maken de verwerking van persoonsgegevens van personen op wie de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van toepassing zijn, te vergemakkelijken, met inachtneming van het desbetreffende acquis van de Unie inzake gegevensbescherming, met name Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad1 bis. Dit zou een lidstaat in staat stellen de gegevens die in het bezit zijn van zijn bevoegde organen periodiek te vergelijken met die in het bezit van een andere lidstaat om vast te stellen welke fouten of inconsistenties nader onderzoek vereisen.

 

______________

 

1 bis Verordening (EU) nr. 679/2016 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Ter bespoediging van de procedure voor de verificatie en de intrekking van documenten (met name betreffende de op de houder toepasselijke socialezekerheidswetgeving) in geval van fraude en fouten moeten de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen het orgaan dat een document afgeeft, en het orgaan dat om de intrekking ervan verzoekt, worden versterkt. Bij twijfel over de geldigheid van een document of over de juistheid van het ondersteunend bewijsmateriaal of bij een meningsverschil tussen lidstaten met betrekking tot de vaststelling van de toepasselijke wetgeving is het in het belang van de lidstaten en de betrokken personen dat de betrokken organen binnen een redelijke termijn een akkoord bereiken.

(15)  Ter bespoediging van de procedure voor de verificatie, rectificatie en de intrekking van documenten (met name betreffende de op de houder toepasselijke socialezekerheidswetgeving) in geval van fraude en fouten moeten de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen het orgaan dat een document afgeeft, en het orgaan dat om de intrekking ervan verzoekt, worden versterkt. Bij twijfel over de geldigheid van een document of over de juistheid van het ondersteunend bewijsmateriaal of bij een meningsverschil tussen lidstaten met betrekking tot de vaststelling van de toepasselijke wetgeving is het in het belang van de lidstaten en de betrokken personen dat de betrokken organen binnen een redelijke termijn een akkoord bereiken. Wanneer binnen de vastgestelde termijnen geen antwoord wordt ontvangen, wordt het orgaan dat het verzoek heeft ingediend bevoegd om te bepalen welke wetgeving toepasselijk is.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 bis)  Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de lidstaten het recht hebben om de toegang van economisch niet-actieve burgers in het gastland tot socialezekerheidsuitkeringen die geen sociale bijstand in de zin van Richtlijn 2004/38/EG vormen, afhankelijk te maken van een wettelijk verblijfsrecht in de zin van die richtlijn. De verificatie van het wettelijk verblijfsrecht moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het vereiste van Richtlijn 2004/38/EG. Daartoe moet een economisch niet-actieve burger duidelijk worden onderscheiden van een werkzoekende aan wie het verblijfsrecht rechtstreeks wordt verleend uit hoofde van artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met het oog op meer juridische duidelijkheid voor burgers en instellingen is een codificatie van deze jurisprudentie noodzakelijk.

Schrappen

Motivering

De afwijking van het beginsel van gelijke behandeling in het geval van de meer dan 700 000 economisch niet-actieve mobiele burgers vormt een grote leemte in de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in de Europese Unie. De door de Commissie voorgestelde wijzigingen zullen noch tot meer rechtszekerheid noch tot een verbetering van de situatie van de betrokken burgers leiden. Daarom dient er geen verwijzing naar Richtlijn 2004/38/EG in de verordening te worden opgenomen.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 5 quater

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 quater)  Ondanks de uit Richtlijn 2004/38/EG of anderszins uit het recht van de Unie voortvloeiende beperkingen van het recht op gelijke behandeling voor economisch niet-actieve personen, mag niets in deze verordening afbreuk doen aan de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende grondrechten, met name het recht op menselijke waardigheid (artikel 1), het recht op leven (artikel 2) en het recht op gezondheidszorg (artikel 35).

(5 quater)  Ondanks de uit Richtlijn 2004/38/EG of anderszins uit het recht van de Unie voortvloeiende beperkingen van het recht op gelijke behandeling voor economisch niet-actieve personen, mag niets in deze verordening afbreuk doen aan de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende grondrechten, met name het recht op menselijke waardigheid (artikel 1), het recht op leven (artikel 2), het recht op sociale zekerheid en sociale bijstand (artikel 34) en het recht op gezondheidszorg (artikel 35).

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 24 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis)  Na overweging 24 wordt de volgende overweging ingevoegd:

 

"(24 bis)  Niets in deze verordening mag een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat een grond verlenen om enkel op basis van de toepassing ervan bij de takken van sociale zekerheid die onder deze verordening vallen, het verblijf van economisch niet-actieve personen te weigeren."

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 883/2004

Overweging 46

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(46)  Om deze verordening tijdig aan de ontwikkelingen op nationaal niveau te kunnen aanpassen, moet de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Europese Commissie worden overgedragen voor wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt – onder meer op deskundigenniveau – en dat die raadplegingen worden gehouden in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving van 13 april 201643. Om er met name voor te zorgen dat alle partijen in gelijke mate bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden betrokken, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

Schrappen

__________________

 

43 COM(2015) 216 final.

 

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter d

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1 – alinea 1 – punt v ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

v ter)  "v ter) "prestatie bij langdurige zorg": alle verstrekkingen, uitkeringen of combinaties van beide voor personen die wegens ouderdom, invaliditeit, ziekte of gebrekkige gezondheid gedurende langere tijd aanzienlijke bijstand van een of meer andere personen nodig hebben om essentiële dagelijkse activiteiten uit te voeren, onder meer om hun persoonlijke autonomie te bevorderen; inbegrepen zijn uitkeringen die worden toegekend aan of bestemd zijn voor de persoon die dergelijke bijstand verleent;"

v ter)  "prestatie bij langdurige zorg": alle verstrekkingen, uitkeringen of combinaties van beide voor personen die wegens ouderdom, invaliditeit, ziekte of gebrekkige gezondheid gedurende langere tijd bijstand van een of meer andere personen nodig hebben om essentiële dagelijkse activiteiten uit te voeren, onder meer om hun persoonlijke autonomie te bevorderen; inbegrepen zijn uitkeringen die worden toegekend aan of bestemd zijn voor de persoon die dergelijke bijstand verleent;"

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 4 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Een lidstaat mag eisen dat de toegang van een economisch niet-actieve in die lidstaat wonende persoon tot socialezekerheidsuitkeringen in die lidstaat afhankelijk wordt gemaakt van de in Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden vastgestelde voorwaarden inzake het recht op wettelijk verblijf44.

Schrappen

__________________

 

44 PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.

 

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt gedetacheerd in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten46 of uitgezonden om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene niet ter beschikking wordt gesteld of wordt uitgezonden om een eerder in de zin van dit artikel ter beschikking gestelde of uitgezonden persoon – al dan niet in loondienst – te vervangen.

1.  Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt gedetacheerd om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits:

 

a)  de te verwachten of werkelijke duur van die werkzaamheden niet meer dan zes maanden bedraagt en de betrokkene niet ter beschikking wordt gesteld of wordt uitgezonden om een eerder in de zin van dit artikel ter beschikking gestelde of uitgezonden persoon – al dan niet in loondienst – te vervangen; en

 

b)  de betrokkene tijdens een periode van minstens zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan zijn werkzaamheden in loondienst reeds was onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar zijn werkgever is gevestigd.

__________________

 

46 PB L 018 van 21.01.1997, blz. 1.

 

Motivering

De gemiddelde duur van de terbeschikkingstelling bedraagt volgens de Commissie minder dan vier maanden. Daarom is het redelijk dat na zes maanden de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat van de werkzaamheden van toepassing is.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 12 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene geen andere ter beschikking gestelde persoon – al dan niet in loondienst – vervangt.

2.  Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits:

 

a)  de te verwachten of werkelijke duur van die werkzaamheden niet meer dan zes maanden bedraagt en de betrokkene geen andere ter beschikking gestelde persoon – al dan niet in loondienst – vervangt, en

 

b)  de betrokkene tijdens een periode van minstens zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan zijn werkzaamheden reeds was onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar hij normaliter zijn werkzaamheden verricht.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De lidstaten zorgen ervoor dat economisch niet-actieve mobiele EU-burgers en werkzoekenden toegang hebben tot een uitgebreide ziekteverzekering in de gastlidstaat door dergelijke burgers toe te staan evenredig bij te dragen aan een ziekteverzekering of op een andere manier aan de desbetreffende criteria te voldoen voor toegang tot een ziekteverzekering in de lidstaat waar zij gewoonlijk wonen.

Motivering

Een uitgebreide ziekteverzekering is een grondrecht. Niet-actieve mobiele burgers moeten ook in de lidstaat waar zij wonen in aanmerking kunnen komen voor een ziekteverzekering. De lidstaten moeten kunnen bouwen op bindende richtsnoeren wanneer ze hun ziekteverzekeringsstelsel toegankelijk maken voor niet-actieve mobiele EU-burgers.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 17

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 35 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg die aan de criteria van artikel 1, punt v ter), van deze verordening voldoen, en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn.

2.    De Administratieve Commissie stelt, na een passende raadpleging van de betrokken sociale partners, de representatieve verenigingen van begunstigden, met inbegrip van de organisaties van gehandicapten, en alle betrokken belanghebbenden, een volledige en gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg die aan de criteria van artikel 1, punt v ter), van deze verordening voldoen, en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 17

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 35 bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De Administratieve Commissie zorgt voor de snelle invoering van een Europese gehandicaptenkaart in alle lidstaten, en ondersteunt de vaststelling van een gemeenschappelijke definitie en criteria inzake invaliditeit voor de toepassing van deze verordening en de toepassingsverordening.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 52 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

18 bis.  Aan artikel 52 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"1 bis.   Binnen drie maanden na indiening van een verzoek om een uitkering berekenen de bevoegde organen de hoogte van de uitkering en kennen zij deze toe."

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 19

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 61 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Behoudens in de in artikel 65, lid 2, bedoelde gevallen wordt de toepassing van artikel 6 afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk, overeenkomstig de wetgeving op grond waarvan de uitkeringen worden aangevraagd, een tijdvak van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst van ten minste drie maanden heeft vervuld.

1.  Behoudens in de in artikel 65, lid 2, bedoelde gevallen wordt de toepassing van artikel 6 afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk, overeenkomstig de wetgeving op grond waarvan de uitkeringen worden aangevraagd, een tijdvak van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst van ten minste een maand heeft vervuld.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 19

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 61 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Als een werkloze niet voldoet aan de voorwaarden voor de samentelling van tijdvakken overeenkomstig lid 1 omdat de totale duur van zijn/haar meest recent vervulde tijdvakken van verzekering of van werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in die lidstaat minder dan drie maanden bedraagt, heeft die persoon recht op werkloosheidsuitkeringen volgens de wetgeving van de lidstaat waar hij/zij eerder dergelijke tijdvakken heeft vervuld onder de voorwaarden en met de beperkingen die zijn vastgesteld in artikel 64 bis.

2.  Als een werkloze niet voldoet aan de voorwaarden voor de samentelling van tijdvakken overeenkomstig lid 1 omdat de totale duur van zijn/haar meest recent vervulde tijdvakken van verzekering of van werkzaamheden – al dan niet in loondienst – in die lidstaat minder dan een maand bedraagt, heeft die persoon recht op werkloosheidsuitkeringen volgens de wetgeving van de lidstaat waar hij/zij eerder dergelijke tijdvakken heeft vervuld onder de voorwaarden en met de beperkingen die zijn vastgesteld in artikel 64 bis.

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter a

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  In lid 1, onder c), wordt het woord "drie" vervangen door "zes" en de woorden "van drie maanden tot maximaal zes maanden" door "van zes maanden tot het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen";

a)  lid 1, onder c), wordt vervangen door het volgende:

 

"c) het recht op werkloosheidsuitkeringen blijft behouden totdat deze uitkeringen aflopen;"

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  Lid 2 wordt geschrapt;

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32004R0883&from=EN)

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter b

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 64 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  In lid 3 wordt het woord "drie" vervangen door "zes" en de woorden "maximaal zes maanden" door "het einde van de periode waarin de betrokkene recht heeft op uitkeringen".

b)   Lid 3 wordt geschrapt.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 23 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 71 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

23 bis.  Artikel 71, lid 1, wordt vervangen door:

1.  De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna "Administratieve Commissie" genoemd, die bij de Europese Commissie is ingesteld, is samengesteld uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, die eventueel door technische adviseurs wordt bijgestaan. Een vertegenwoordiger van 1 de Europese Commissie neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie.

1.   De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna "Administratieve Commissie" genoemd, die bij de Europese Commissie is ingesteld, is samengesteld uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, die eventueel door technische adviseurs wordt bijgestaan. Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie, een vertegenwoordiger van het Europees Parlement en, indien van toepassing, vertegenwoordigers van de sociale partners, alsmede begunstigden, met inbegrip van vertegenwoordigers van de organisaties van gehandicapten, nemen als adviseurs deel aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie.

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32004R0883&from=EN)

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 25

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 76 bis – lid 1 – streepje 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

–  de intrekking van het document wanneer de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden.

–  de intrekking van het document:

 

  wanneer de juistheid en de geldigheid ervan worden betwist door het bevoegde orgaan in de lidstaat van de werkzaamheden;

 

  wanneer binnen de vastgestelde termijn geen antwoord wordt ontvangen van het orgaan van afgifte.

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 27

Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 88

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

27.  Artikel 88 wordt vervangen door:

Schrappen

 

 

"Artikel 88

 

Delegeren van de bevoegdheid om de bijlagen bij te werken

 

De Europese Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 88 bis vast te stellen om de bijlagen bij deze verordening en de toepassingsverordening periodiek op verzoek van de Administratieve Commissie te wijzigen.

 

Artikel 88 bis

 

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

 

1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2.  De in artikel 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Europese Commissie voor onbepaalde tijd toegekend met ingang van de [datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) xxxx].

 

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4.  Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

 

5.  Zodra de Europese Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

6.  Een overeenkomstig artikel 88 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement en de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar hebben gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Europese Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

 

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 1 – lid 2 – letter e bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e bis)  "fraude": elk opzettelijk handelen of elk opzettelijk nalaten te handelen dat tot doel heeft socialezekerheidsuitkeringen te verwerven of te ontvangen of de betaling van socialezekerheidsbijdragen te vermijden en dat in strijd is met de wetgeving van een lidstaat;

e bis)  "fraude": elk opzettelijk handelen of elk opzettelijk nalaten te handelen waarmee schade aan de organen wordt berokkend en dat tot doel heeft socialezekerheidsuitkeringen te verwerven of te ontvangen, de betaling van socialezekerheidsbijdragen te omzeilen, of de aansluitingsregels van het socialezekerheidsstelsel van een lidstaat te omzeilen en dat in strijd is met de wetgeving van de lidstaat, de basisverordening of de toepassingsverordening;

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 2 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Wanneer iemands rechten of verplichtingen waarop de basis- en de toepassingsverordening van toepassing zijn, zijn vastgesteld of bepaald, kan het bevoegde orgaan het orgaan in de lidstaat van woonplaats of verblijf verzoeken om persoonsgegevens over de betrokkene. Het verzoek en het eventuele antwoord betreffen informatie die de bevoegde lidstaat in staat stelt fouten op te sporen in de feiten waarop een document of een besluit tot vaststelling van iemands rechten en plichten uit hoofde van de basis- of de toepassingsverordening is gebaseerd. Het verzoek kan ook worden ingediend als er geen twijfel bestaat over de geldigheid of de juistheid van de informatie die in het document is vermeld of waarop het besluit is gebaseerd in een specifiek geval. Het verzoek om informatie en het eventuele antwoord moeten noodzakelijk en evenredig zijn.

5.  Wanneer iemands rechten of verplichtingen waarop de basis- en de toepassingsverordening van toepassing zijn, zijn vastgesteld of bepaald, kan het bevoegde orgaan het orgaan in de lidstaat van woonplaats of verblijf verzoeken om persoonsgegevens over de betrokkene, met volledige inachtneming van de vereisten inzake de privacy. Het verzoek en het eventuele antwoord zijn beperkt tot informatie die de bevoegde lidstaat in staat stelt fouten op te sporen in de feiten waarop een document of een besluit te worden beperkt tot vaststelling van iemands rechten en plichten uit hoofde van de basis- of de toepassingsverordening is gebaseerd. Het verzoek kan ook worden ingediend als er geen twijfel bestaat over de geldigheid of de juistheid van de informatie die in het document is vermeld of waarop het besluit is gebaseerd in een specifiek geval. Het verzoek om informatie en het eventuele antwoord moeten gemotiveerd, noodzakelijk en evenredig zijn.

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 6 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

7 bis.  Artikel 6, lid 3, wordt vervangen door:

3.   Worden de betrokken organen of autoriteiten het niet eens, dan kan door de bevoegde autoriteiten de zaak aan de Administratieve Commissie worden voorgelegd, zulks op zijn vroegst één maand na de datum waarop het meningsverschil als bedoeld in lid 1 en lid 2 is ontstaan. De Administratieve Commissie tracht binnen zes maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing te vinden.

3.   Worden de betrokken organen of autoriteiten het niet eens, dan wordt door de bevoegde autoriteiten de zaak binnen drie maanden vanaf de datum waarop het meningsverschil zich voordoet aan de Administratieve Commissie voorgelegd, zulks op zijn vroegst één maand na de datum waarop het meningsverschil als bedoeld in lid 1 en lid 2 is ontstaan. De Administratieve Commissie tracht binnen zes maanden na de datum waarop de zaak aan haar is voorgelegd, een voor beide zijden aanvaardbare oplossing te vinden.

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1517319430937&uri=CELEX:32009R0987)

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 ter.  Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"1 bis.   De voorlopige berekening van een in lid 1 bedoelde uitkering of bijdrage geschiedt uiterlijk één maand na de indiening van het verzoek door de betrokken persoon."

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 11 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

7 quater.  Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door:

1.   Indien tussen de organen van twee of meer lidstaten een verschil van mening bestaat over de vaststelling van de woonplaats van een persoon op wie de basisverordening van toepassing is, stellen deze organen in onderlinge overeenstemming het centrum van de belangen van de betrokkene vast op basis van een algemene beoordeling van alle beschikbare informatie met betrekking tot relevante feiten. Hiertoe behoren onder meer, in voorkomend geval:

1.   Indien tussen de organen van twee of meer lidstaten een verschil van mening bestaat over de vaststelling van de woonplaats van een persoon op wie de basisverordening van toepassing is, stellen deze organen uiterlijk drie maanden nadat het meningsverschil zich heeft voorgedaan, in onderlinge overeenstemming het centrum van de belangen van de betrokkene vast op basis van een algemene beoordeling van alle beschikbare informatie met betrekking tot relevante feiten. Hiertoe behoren onder meer, in voorkomend geval:

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32009R0987&from=EN

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 19 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Indien zulks nodig is voor de uitoefening van wetgevende bevoegdheden op nationaal of EU-niveau, wordt relevante informatie over de socialezekerheidsrechten en -plichten van de betrokkenen rechtstreeks uitgewisseld tussen de bevoegde organen en de arbeidsinspecties, de immigratiediensten of de belastingdiensten van de betrokken lidstaten. Daarbij kunnen ook persoonsgegevens worden verwerkt voor andere doeleinden dan de uitoefening of handhaving van rechten en plichten uit hoofde van de basisverordening en deze verordening, met name om de naleving van relevante wettelijke verplichtingen inzake arbeid, gezondheid en veiligheid, immigratie en fiscaal recht te waarborgen. Nadere bijzonderheden worden bij besluit van de Administratieve Commissie vastgesteld.

4.  Indien zulks nodig is voor de uitoefening van wetgevende bevoegdheden op nationaal of EU-niveau, wordt relevante informatie over de socialezekerheidsrechten en -plichten van de betrokkenen rechtstreeks uitgewisseld tussen de bevoegde organen en de arbeidsinspecties, de immigratiediensten of de belastingdiensten van de betrokken lidstaten, met volledige inachtneming van de vereisten inzake de privacy. Daarbij kunnen ook persoonsgegevens worden verwerkt voor andere doeleinden dan de uitoefening of handhaving van rechten en plichten uit hoofde van de basisverordening en deze verordening, maar slechts om de naleving van relevante wettelijke verplichtingen inzake arbeid, gezondheid en veiligheid, immigratie en fiscaal recht te waarborgen. Nadere bijzonderheden worden bij besluit van de Administratieve Commissie vastgesteld.

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 26 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 67 – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

26 bis)  Artikel 67, lid 5, wordt vervangen door:

5.  De schuldvorderingen worden door het debiteurorgaan binnen 18 maanden na afloop van de maand waarin zij bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat zijn ingediend, betaald aan het in artikel 66 van de toepassingsverordening bedoelde verbindingsorgaan van de crediteurlidstaat. Dit geldt niet voor de schuldvorderingen die het debiteurorgaan om een gegronde reden binnen deze termijn heeft afgewezen.

5.  De schuldvorderingen worden door het debiteurorgaan binnen 12 maanden na afloop van de maand waarin zij bij het verbindingsorgaan van de debiteurlidstaat zijn ingediend, betaald aan het in artikel 66 van de toepassingsverordening bedoelde verbindingsorgaan van de crediteurlidstaat. Dit geldt niet voor de schuldvorderingen die het debiteurorgaan om een gegronde reden binnen deze termijn heeft afgewezen.

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CONSLEG:2009R0987:20130108:NL:HTML

Motivering

De huidige termijn van 18 maanden moet tot 12 maanden worden ingekort om de kostendruk te verlichten die op het verbindingsorgaan rust wanneer het een uitkering moet voorfinancieren.

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 40 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 987/2009

Artikel 89 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

40 bis.  Aan artikel 89 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"1 bis.   De organen van de bevoegde autoriteiten stellen aan burgers op verzoek een kopie van hun persoonlijk dossier ter hand samen met beknopte en gepersonaliseerde informatie over de regels inzake de vaststelling van de bevoegde organen en hun rechten en aanspraken uit hoofde van de basisverordening en de toepassingsverordening."

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32009R0987&from=EN

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Coördinatie van socialezekerheidsstelsels

Document- en procedurenummers

COM(2016)0815 – C8-0521/2016 – 2016/0397(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

EMPL

19.1.2017

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

PETI

19.1.2017

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Soledad Cabezón Ruiz

10.2.2017

Behandeling in de commissie

21.2.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

24.4.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

26

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Beatriz Becerra Basterrechea, Soledad Cabezón Ruiz, Andrea Cozzolino, Pál Csáky, Rosa Estaràs Ferragut, Eleonora Evi, Peter Jahr, Rikke-Louise Karlsson, Jude Kirton-Darling, Svetoslav Hristov Malinov, Lukas Mandl, Notis Marias, Roberta Metsola, Miroslavs Mitrofanovs, Marlene Mizzi, Gabriele Preuß, Virginie Rozière, Yana Toom, Jarosław Wałęsa, Cecilia Wikström

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Elisabetta Gardini, Kostadinka Kuneva, Ángela Vallina

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Rosa D’Amato, Pascal Durand, Miroslavs Mitrofanovs, Remo Sernagiotto

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

26

+

ALDE

ECR

EFDD

GUE/NGL

NI

PPE

 

S&D

VERTS/ALE

Beatriz Becerra Basterrechea, Yana Toom, Cecilia Wikström

Notis Marias, Remo Sernagiotto

Rosa D’Amato, Eleonora Evi

Kostadinka Kuneva, Ángela Vallina

Rikke-Louise Karlsson

Pál Csáky, Rosa Estaràs Ferragut, Elisabetta Gardini, Peter Jahr, Svetoslav Hristov Malinov, Lukas Mandl, Roberta Metsola, Jarosław Wałęsa

Soledad Cabezón Ruiz, Andrea Cozzolino, Jude Kirton-Darling, Marlene Mizzi, Gabriele Preuß, Virginie Rozière

Pascal Durand, Miroslavs Mitrofanovs

0

-

 

 

1

0

 

Sven Schulze

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Coördinatie van socialezekerheidsstelsels

Document- en procedurenummers

COM(2016)0815 – C8-0521/2016 – 2016/0397(COD)

Datum indiening bij EP

14.12.2016

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

EMPL

19.1.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

BUDG

19.1.2017

LIBE

19.1.2017

FEMM

19.1.2017

PETI

19.1.2017

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

12.1.2017

LIBE

13.2.2017

FEMM

21.3.2017

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Guillaume Balas

14.3.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

21.6.2017

28.11.2017

27.2.2018

 

Datum goedkeuring

20.11.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

19

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laura Agea, Guillaume Balas, Brando Benifei, Mara Bizzotto, Vilija Blinkevičiūtė, Enrique Calvet Chambon, David Casa, Ole Christensen, Michael Detjen, Martina Dlabajová, Lampros Fountoulis, Elena Gentile, Marian Harkin, Czesław Hoc, Danuta Jazłowiecka, Agnes Jongerius, Rina Ronja Kari, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Jean Lambert, Jérôme Lavrilleux, Patrick Le Hyaric, Jeroen Lenaers, Verónica Lope Fontagné, Thomas Mann, Dominique Martin, Anthea McIntyre, Joëlle Mélin, Miroslavs Mitrofanovs, Elisabeth Morin-Chartier, Emilian Pavel, João Pimenta Lopes, Georgi Pirinski, Dennis Radtke, Terry Reintke, Sofia Ribeiro, Robert Rochefort, Maria João Rodrigues, Claude Rolin, Siôn Simon, Romana Tomc, Marita Ulvskog, Renate Weber, Jana Žitňanská

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Amjad Bashir, Rosa D’Amato, Paloma López Bermejo, Edouard Martin, Anne Sander, Sven Schulze, Helga Stevens, Ivo Vajgl

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Dietmar Köster

Datum indiening

23.11.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

29

+

ALDE

Robert Rochefort

EFDD

Laura Agea, Rosa D'Amato

ENF

Dominique Martin, Joëlle Mélin

GUE/NGL

Patrick Le Hyaric, Paloma López Bermejo

NI

Lampros Fountoulis

PPE

David Casa, Jérôme Lavrilleux, Verónica Lope Fontagné, Elisabeth Morin-Chartier, Sofia Ribeiro, Claude Rolin, Anne Sander

S&D

Guillaume Balas, Brando Benifei, Vilija Blinkevičiūtė, Michael Detjen, Elena Gentile, Dietmar Köster, Edouard Martin, Emilian Pavel, Georgi Pirinski, Maria João Rodrigues, Marita Ulvskog

VERTS/ALE

Jean Lambert, Miroslavs Mitrofanovs, Terry Reintke

19

-

ALDE

Martina Dlabajová, Ivo Vajgl

ECR

Amjad Bashir, Czesław Hoc, Anthea McIntyre, Helga Stevens, Jana Žitňanská

GUE/NGL

Rina Ronja Kari

PPE

Danuta Jazłowiecka, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Jeroen Lenaers, Thomas Mann, Dennis Radtke, Sven Schulze, Romana Tomc

S&D

Ole Christensen, Agnes Jongerius, Siôn Simon

5

0

ALDE

Enrique Calvet Chambon, Marian Harkin, Renate Weber

ENF

Mara Bizzotto

GUE/NGL

João Pimenta Lopes

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 10 december 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid