VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
27.11.2018 - (COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD)) - ***I
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Massimiliano Salini
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- TOELICHTING
- ADVIES van de Begrotingscommissie
- ADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
- ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme
- ADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
- PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
(COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0447),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 189, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0258/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de Commissie vervoer en toerisme en de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A8-0405/2018),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Ontwerpwetgevingsresolutie Visum 5 bis (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
– gezien de mededeling van de Commissie van 14 september 2016, getiteld "Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt – Naar een Europese gigabitmaatschappij" (COM(2016)0587) en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2016)0300), |
Amendement 2 Ontwerpwetgevingsresolutie Visum 5 ter (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
– gezien de mededeling van de Commissie van 14 september 2016, getiteld "5G voor Europa: een actieplan" (COM(2016)0588) en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2016)0306), |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Ruimtevaarttechnologie, -gegevens en -diensten zijn onmisbaar geworden in het dagelijks leven van de Europeanen en spelen een essentiële rol in de instandhouding van tal van strategische belangen. De ruimtevaartindustrie van de Unie is reeds een van de meest concurrerende ter wereld. De opkomst van nieuwe spelers en de ontwikkeling van nieuwe technologieën brengen echter een omwenteling teweeg in de traditionele industriële modellen. Het is derhalve van cruciaal belang dat de Unie een leidende speler op het wereldtoneel blijft met een ruime vrijheid van handelen op het gebied van de ruimtevaart, dat zij wetenschappelijke en technische vooruitgang aanmoedigt en het concurrentie- en innovatievermogen van de bedrijfstakken van de ruimtevaartsector in de Unie ondersteunt, met name kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en innovatieve ondernemingen. |
(1) Ruimtevaarttechnologie, -gegevens en -diensten zijn onmisbaar geworden in het dagelijks leven van de Europeanen en spelen een essentiële rol in de instandhouding van tal van strategische belangen. De ruimtevaartindustrie van de Unie is reeds een van de meest concurrerende ter wereld. De opkomst van nieuwe spelers en de ontwikkeling van nieuwe technologieën brengen echter een omwenteling teweeg in de traditionele industriële modellen. Het is derhalve van cruciaal belang dat de Unie een leidende speler op het wereldtoneel blijft met een ruime vrijheid van handelen op het gebied van de ruimtevaart, dat zij wetenschappelijke en technische vooruitgang aanmoedigt en het concurrentie- en innovatievermogen van de bedrijfstakken van de ruimtevaartsector in de Unie ondersteunt, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en innovatieve ondernemingen. Tegelijkertijd is het belangrijk om een passende omgeving tot stand te brengen waarin ondernemingen die actief zijn in de ruimtevaartsector, op gelijke voet kunnen concurreren. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De ontwikkeling van de ruimtevaartsector is van oudsher gekoppeld aan veiligheid. In veel gevallen zijn de uitrusting, onderdelen en instrumenten die worden gebruikt in de ruimtevaartsector goederen voor tweeërlei gebruik. De mogelijkheden die de ruimtevaart biedt voor de veiligheid van de Unie en haar lidstaten moeten derhalve worden benut. |
(2) De ontwikkeling van de ruimtevaartsector is van oudsher gekoppeld aan veiligheid. In veel gevallen kunnen de uitrusting, onderdelen en instrumenten die in de ruimtevaartsector worden gebruikt, op meerdere gebieden worden ingezet. De mogelijkheden die de ruimtevaart en autonome toegang tot de ruimte bieden op het gebied van de veiligheid en onafhankelijkheid van de Unie en haar lidstaten moeten derhalve worden benut. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma's ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma's ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. De continuïteit van deze initiatieven, evenals de acceptatie en het gebruik ervan, moeten worden gewaarborgd en verbeterd, zodat ze een prominente rol kunnen blijven spelen met het oog op nieuwe technologische ontwikkelingen en veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, aan de nieuwe behoeften van de gebruikers kunnen voldoen en kunnen worden ingezet voor politieke prioriteiten. Daarnaast moet het Programma het gebruik van op ruimtevaart gebaseerde diensten bevorderen, zodat alle lidstaten en hun burgers ten volle van het Programma kunnen profiteren. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat zij autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte handhaaft, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceerdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceerinfrastructuren. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke infrastructuren te ondersteunen. Met name indien grondinfrastructuur die nodig is om lanceringen uit te voeren in overeenstemming met de behoeften van het programma moet worden gehandhaafd of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen deels in het kader van het Programma te financieren, overeenkomstig het Financieel Reglement en indien een duidelijke meerwaarde van de EU kan worden vastgesteld, om een betere kostenefficiëntie te bekomen voor het Programma. |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat haar autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte in stand wordt gehouden, met inbegrip van alternatieve lanceringstechnologieën en innovatieve systemen of diensten, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceringsdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceringsfaciliteiten. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke faciliteiten te ondersteunen. Met name indien de ondersteunende ruimtevaartinfrastructuur op de grond die nodig is om lanceringen in lijn met de behoeften van het Programma uit te voeren, moet worden onderhouden of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen overeenkomstig het Financieel Reglement deels via het Programma te financieren, alsook indien een duidelijke Europese meerwaarde kan worden vastgesteld, met het oog op de bevordering van de kostenefficiëntie van het Programma. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Teneinde het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie te versterken en capaciteiten te verwerven in het ontwerpen, bouwen en exploiteren van haar eigen systemen, moer de Unie steun verlenen aan de oprichting, groei en ontwikkeling van de gehele ruimtevaartindustrie. De opkomst van een ondernemings- en innovatiegezind model zal eveneens worden ondersteund op Europees, regionaal en nationaal niveau, door middel van de oprichting van ruimtevaarthubs waarin de ruimtevaart-, digitale en gebruikerssectoren samen worden gebracht. De Unie moet de groei ondersteunen van ruimtevaartondernemingen die hun hoofdzetel in de Unie hebben, o.a. door hen te steunen bij het verkrijgen van toegang tot risicofinanciering, gezien het feit dat er binnen de Unie een gebrek is aan passende toegang tot particulier risicokapitaal voor start-ups op het gebied van ruimtevaart, en door innovatiepartnerschappen te creëren (de "first-contract"-benadering). |
(5) Teneinde het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie te versterken en haar vermogen op het gebied van de vormgeving, bouw en exploitatie van haar eigen systemen op te bouwen, moet de Unie de oprichting, groei en ontwikkeling van de gehele ruimtevaartindustrie ondersteunen. De opkomst van een ondernemings- en innovatiegezind model moet op Europees, regionaal en nationaal niveau worden ondersteund door middel van initiatieven zoals ruimtevaarthubs, waarin de ruimtevaart-, de digitale en de gebruikerssector samen worden gebracht. Ter bevordering van ondernemerschap en vaardigheden moet door de ruimtevaarthubs en de digitale-innovatiehubs worden samengewerkt. De Unie moet de oprichting en groei van ruimtevaartondernemingen die hun hoofdzetel in de Unie hebben, ondersteunen door hen onder meer te steunen bij het verkrijgen van toegang tot risicofinanciering, aangezien er binnen de Unie een gebrek is aan passende toegang tot particulier risicokapitaal voor start-ups die actief zijn op het gebied van de ruimtevaart, en door innovatiepartnerschappen tot stand te brengen (de "first contract"-benadering). |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Dankzij een brede dekking en de capaciteit om te helpen bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen heeft het ruimtevaartprogramma van de Unie (het "Programma") een sterke internationale dimensie. De Commissie moet derhalve de mogelijkheid krijgen om namens de Unie activiteiten op het internationale toneel te beheren en te coördineren, met name om de belangen van de Unie en haar lidstaten, o.a. op het vlak van frequenties, te behartigen op internationale fora, de technologie en industrie van de Unie te promoten, en samenwerking aan te moedigen op het vlak van opleiding, met inachtname van het belang van het waarborgen van de wederkerigheid van de rechten en plichten van de partijen. Het is van bijzonder belang dat de Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie in de organen van het internationale programma Cospas-Sarsat of in de relevante sectorale VN-organen, met inbegrip van de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Mondiale Meteorologische Organisatie. |
(6) Dankzij een brede dekking en het vermogen om te helpen bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen heeft het ruimtevaartprogramma van de Unie (het "Programma") een sterke internationale dimensie. De Commissie moet derhalve de mogelijkheid krijgen om namens de Unie activiteiten op het internationale toneel te beheren en te coördineren, met name om de belangen van de Unie en haar lidstaten, o.a. op het vlak van frequenties, te behartigen op internationale fora. De Commissie moet de economische diplomatie versterken om de technologie en industrie van de Unie te promoten, en samenwerking aan te moedigen op het vlak van opleiding, met inachtneming van het belang van het waarborgen van de wederkerigheid van de rechten en plichten van de partijen en eerlijke concurrentie op internationaal niveau. Het is van bijzonder belang dat de Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie in de organen van het internationale programma Cospas-Sarsat of in de relevante sectorale VN-organen, met inbegrip van de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Mondiale Meteorologische Organisatie. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger verantwoord gedrag in de ruimte bevorderen en de mogelijkheid om toe te treden tot de relevante VN-verdragen onderzoeken. |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk gedrag in de ruimte bevorderen, met name door te zoeken naar oplossingen om de verspreiding van ruimteschroot tegen te gaan, en de mogelijkheid onderzoeken om toe te treden tot de relevante VN-verdragen, waaronder het Verdrag inzake de beginselen waaraan de activiteiten van Staten zijn onderworpen bij het onderzoek en gebruik van de kosmische ruimte met inbegrip van de maan en andere hemellichamen (het "Verdrag inzake de kosmische ruimte"). |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Het programma heeft doelstellingen die soortgelijk zijn aan die van andere programma's van de Unie, met name Horizon Europa, InvestEU, het Europees Defensiefonds en de fondsen in het kader van Verordening (EU) [verordening gemeenschappelijke bepalingen]. Cumulatieve financiering uit deze programma's moet derhalve worden voorzien, op voorwaarde dat zij betrekking hebben op dezelfde kostenposten, in het bijzonder via regelingen voor aanvullende financiering uit EU-programma's waar de beheersvoorschriften dit toelaten – hetzij achtereenvolgens, afwisselend of door een combinatie van middelen voor de gezamenlijke financiering van acties, met, waar mogelijk, innovatiepartnerschappen en blendingverrichtingen. Tijdens de uitvoering van het programma moet de Commissie daarom de bevordering van synergieën met andere aanverwante programma's van de Unie mogelijk maken, met, waar mogelijk, gebruikmaking van de toegang tot risicokapitaal, innovatiepartnerschappen en cumulatieve of gecombineerde financiering. |
(8) Het programma heeft doelstellingen die soortgelijk zijn aan die van andere programma's van de Unie, met name Horizon Europa, InvestEU, het Europees Defensiefonds en de fondsen in het kader van Verordening (EU) [verordening gemeenschappelijke bepalingen]. Daarom moet uit deze programma's cumulatieve financiering worden verstrekt, op voorwaarde dat zij betrekking hebben op dezelfde kosten, in het bijzonder via regelingen voor aanvullende financiering uit EU-programma's waar de beheersvoorschriften dit toelaten – hetzij achtereenvolgens, afwisselend of door een combinatie van middelen voor de gezamenlijke financiering van acties, met, waar mogelijk, innovatiepartnerschappen en blendingverrichtingen. Tijdens de uitvoering van het programma moet de Commissie daarom de bevordering van synergieën met andere aanverwante programma's van de Unie mogelijk maken, met, waar mogelijk, gebruikmaking van de toegang tot risicokapitaal, innovatiepartnerschappen en cumulatieve of gecombineerde financiering. Het is van belang dat er voor continuïteit wordt gezorgd tussen de oplossingen die in het kader van Horizon Europa en andere programma's van de Unie worden ontwikkeld en de onderdelen van het Programma. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Er zijn meer dan 200 000 mensen werkzaam in de Europese ruimtevaartsector. Het is derhalve van essentieel belang dat de ontwikkeling van moderne infrastructuur in deze sector wordt voortgezet om zo economische upstream- en downstreamactiviteiten te stimuleren. Om het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie in de toekomst te waarborgen, moet het Programma bovendien de ontwikkeling van geavanceerde vaardigheden op verwante gebieden alsook onderwijs- en opleidingsactiviteiten ondersteunen, en moet daarbij bijzondere aandacht worden besteed aan meisjes en vrouwen, teneinde het volledige potentieel van de burgers van de Unie op dit gebied te benutten. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) Het Programma moet de synergieën tussen de ruimte- en de vervoerssector benutten, aangezien ruimtevaarttechnologieën een strategische rol spelen in het slimmer, efficiënter, veiliger en duurzamer maken en het beter integreren van vervoer over land, ter zee, in de lucht en in de ruimte, en tegelijkertijd zal een groeiende, innovatieve vervoerssector de vraag naar innovatieve en moderne ruimtevaarttechnologieën doen toenemen. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Eventuele inkomsten die gegenereerd zouden worden door het Programma moeten door de Unie worden geïnd ter gedeeltelijke compensatie van de investeringen die zij reeds heeft gedaan, en worden gebruikt ter ondersteuning van de doelstellingen van het Programma. In contracten die met organisaties uit de privésector worden gesloten, kan om dezelfde reden worden voorzien in een mechanisme voor het delen van deze ontvangsten. |
(14) Inkomsten die gegenereerd worden door onderdelen van het Programma, moeten door de Unie worden geïnd ter gedeeltelijke compensatie van de investeringen die zij reeds heeft gedaan, en worden gebruikt ter ondersteuning van de verwezenlijking van de doelstellingen van het Programma. In contracten die met organisaties uit de privésector worden gesloten, kan om dezelfde reden worden voorzien in een mechanisme voor het delen van deze ontvangsten. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Het programma steunt op complexe technologieën die continu in ontwikkeling zijn. Het steunen op dergelijke technologieën zorgt voor onzekerheden en risico's voor aanbestedingsovereenkomsten die in het kader van dit programma worden afgesloten, voor zover deze overeenkomsten betrekking hebben op toezeggingen op lange termijn ten aanzien van uitrusting of diensten. Specifieke maatregelen inzake aanbestedingsovereenkomsten zijn derhalve vereist naast de regels die zijn vastgesteld in het Financieel Reglement. Het moet dus mogelijk zijn om een opdracht te gunnen in de vorm van een opdracht met voorwaardelijke tranches, onder bepaalde voorwaarden in het kader van de uitvoering van een contract een wijziging door middel van aanhangsels bij dat contract te introduceren, of een minimumniveau van uitbesteding aan onderaannemers op te leggen. Ten slotte kunnen prijzen van overeenkomsten, gezien de technologische onzekerheden die de onderdelen van het Programma kenmerken, niet altijd accuraat worden voorspeld, en moet het derhalve mogelijk zijn om overeenkomsten af te sluiten zonder een strikte vaste prijs vast te leggen en om clausules in te bouwen om de financiële belangen van de Unie te waarborgen. |
(16) Het programma steunt op complexe technologieën die continu in ontwikkeling zijn. Het steunen op dergelijke technologieën zorgt voor onzekerheden en risico's voor aanbestedingsovereenkomsten die in het kader van dit programma worden afgesloten, voor zover deze overeenkomsten betrekking hebben op toezeggingen op lange termijn ten aanzien van uitrusting of diensten. Specifieke maatregelen inzake aanbestedingsovereenkomsten zijn derhalve vereist naast de regels die zijn vastgesteld in het Financieel Reglement. Het moet dus mogelijk zijn om een opdracht te gunnen in de vorm van een opdracht met voorwaardelijke tranches, onder bepaalde voorwaarden in het kader van de uitvoering van een contract een wijziging door middel van aanhangsels bij dat contract te introduceren, of een minimumniveau van uitbesteding aan onderaannemers, en met name aan kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups, op te leggen. Ten slotte kunnen prijzen van overeenkomsten, gezien de technologische onzekerheden die de onderdelen van het Programma kenmerken, niet altijd accuraat worden voorspeld, en moet het derhalve mogelijk zijn om overeenkomsten af te sluiten zonder een strikte vaste prijs vast te leggen en om clausules in te bouwen om de financiële belangen van de Unie te waarborgen. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Een goed publiek bestuur van het Programma vereist een strikte verdeling van de verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken entiteiten om dubbel werk te voorkomen en kostenoverschrijdingen en vertragingen te voorkomen. |
(25) Een goed publiek bestuur van het Programma vereist een strikte verdeling van de verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken entiteiten om dubbel werk te voorkomen en kostenoverschrijdingen en vertragingen te voorkomen, en moet erop gericht zijn prioriteit toe te kennen aan het gebruik van de bestaande Europese infrastructuur en de ontwikkeling van de industriële en beroepssector van de Unie. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 25 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(25 bis) De ruimtevaartprogramma's zijn gebruikersgestuurd en vereisen daarom de daadwerkelijke en voortdurende betrokkenheid van vertegenwoordigers van de gebruikers bij de uitvoering en ontwikkeling ervan. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) De lidstaten zijn reeds lange tijd actief op het gebied van de ruimtevaart. Zij beschikken over systemen, infrastructuur, nationale agentschappen en organen die verband houden met de ruimtevaart. Zij kunnen bijgevolg een grote bijdrage aan het Programma leveren, met name de uitvoering ervan, en moeten worden verplicht ten volle samen te werken met de Unie voor de promotie van de diensten en toepassingen van het programma. De Commissie moet in staat zijn om de middelen waarover de lidstaten beschikken te mobiliseren, de lidstaten te belasten met taken van niet-regelgevende aard bij de uitvoering van het Programma en een beroep te doen op hun bijstand. Bovendien moeten de betrokken lidstaten alle nodige maatregelen moeten nemen om de op hun grondgebied gevestigde grondstations te beschermen. Daarnaast moeten de lidstaten en de Commissie met elkaar en met de bevoegde internationale organen en regelgevende instanties samenwerken om ervoor te zorgen dat de frequenties die nodig zijn voor het Programma beschikbaar zijn en beschermd worden, om de volledige ontwikkeling en exploitatie van op de aangeboden diensten gebaseerde toepassingen mogelijk te maken, overeenkomstig Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid15. |
(26) De lidstaten zijn reeds lange tijd actief op het gebied van de ruimtevaart. Zij beschikken over systemen, infrastructuur, nationale agentschappen en organen die verband houden met de ruimtevaart. Zij kunnen bijgevolg een grote bijdrage aan het Programma leveren, en met name aan de uitvoering ervan, en moeten ter bevordering van de diensten en toepassingen van het programma worden verplicht ten volle samen te werken met de Unie. De Commissie moet in staat zijn om de middelen waarover de lidstaten beschikken te mobiliseren, de lidstaten te belasten met taken van niet-regelgevende aard bij de uitvoering van het Programma en een beroep te doen op hun bijstand. Bovendien moeten de betrokken lidstaten alle nodige maatregelen nemen om de op hun grondgebied gevestigde grondstations te beschermen. Daarnaast moeten de lidstaten en de Commissie met elkaar en met de bevoegde internationale organen en regelgevende instanties samenwerken om ervoor te zorgen dat de frequenties die nodig zijn voor het Programma beschikbaar zijn en adequaat worden beschermd, om de volledige ontwikkeling en exploitatie van op de aangeboden diensten gebaseerde toepassingen mogelijk te maken, overeenkomstig Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid15. |
__________________ |
__________________ |
15 Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7). |
15 Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7). |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Als promotor van het algemene belang van de Unie, is het de taak van de Commissie om het Programma uit te voeren, de algehele verantwoordelijkheid te dragen en het gebruik ervan te bevorderen. Om de middelen en competenties van de verschillende belanghebbenden te optimaliseren, moet de Commissie bepaalde taken kunnen delegeren. De Commissie is ook het best geplaatst om de belangrijkste technische en operationele specificaties vast te stellen die noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van systemen en diensten uit te voeren. |
(27) Als voorvechtster van het algemene belang van de Unie, is het de taak van de Commissie om toezicht te houden op de uitvoering van het Programma, de algehele verantwoordelijkheid te dragen en het gebruik ervan te bevorderen. Om de middelen en competenties van de verschillende belanghebbenden te optimaliseren, moet de Commissie bepaalde taken kunnen delegeren. Bovendien is de Commissie het best geplaatst om de belangrijkste vereisten vast te stellen die nodig zijn om de ontwikkeling van systemen en diensten ten uitvoer te leggen. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) De missie van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma ("het Agentschap"), dat is opgericht als vervanger en opvolger van het bij Verordening (EU) nr. 912/2010 opgerichte Europees GNSS-Agentschap, is om bij te dragen aan het Programma, met name wat betreft veiligheid. Bepaalde taken die verband houden met de beveiliging en de promotie van het Programma moeten derhalve worden toegewezen aan het Agentschap. In het bijzonder met betrekking tot veiligheid en gezien de ervaring van het Agentschap op dit gebied, moet het Agentschap worden belast met de beveiligingshomologatietaken voor alle acties van de Unie op het gebied van ruimtevaart. Bovendien moet het Agentschap de taken uitvoeren die de Commissie aan het Agentschap overdraagt door middel van een of meerdere bijdrageovereenkomsten die betrekking hebben op verschillende andere specifieke taken die verband houden met het Programma. |
(28) De missie van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma ("het Agentschap"), dat is opgericht als vervanger en opvolger van het bij Verordening (EU) nr. 912/2010 opgerichte Europese GNSS-Agentschap, is om bij te dragen aan het Programma, met name wat betreft veiligheid, cyberbeveiliging en de bevordering van de diensten en de downstreamsector. Taken die verband houden met deze gebieden moeten derhalve worden toegewezen aan het Agentschap. Het Agentschap moet in het bijzonder, gezien zijn ervaring op het gebied van veiligheid, worden belast met de beveiligingshomologatietaken voor alle acties van de Unie op het gebied van ruimtevaart. Voortbouwend op zijn goede staat van dienst op het gebied van de bevordering van de acceptatie van Galileo en Egnos door de gebruikers en de markt en met het oog op de bevordering van de programma's als pakket, moet het Agentschap ook worden belast met promotie- en commercialiseringsactiviteiten in het kader van Copernicus. Bovendien moet het Agentschap de taken uitvoeren die de Commissie aan het Agentschap overdraagt door middel van een of meerdere bijdrageovereenkomsten die betrekking hebben op verschillende andere specifieke taken die verband houden met het Programma. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Het Europees Ruimteagentschap is een internationale organisatie met uitgebreide expertise op het vlak van ruimtevaart die in 2004 een kaderovereenkomst afsloot met de Europese Gemeenschap. Het is derhalve een belangrijke partner bij de uitvoering van het Programma waarmee gepaste relaties moeten worden aangeknoopt. In dit verband, en in overeenstemming met het Financieel Reglement, is het belangrijk om een overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap te sluiten met het Europees Ruimteagentschap die van toepassing is op alle financiële relaties tussen de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap en die hun samenhang waarborgt, in overeenstemming met de kaderovereenkomst met het Europees Ruimteagentschap, en met name met artikel 5 daarvan. Aangezien het Europees Ruimteagentschap geen EU-orgaan is en niet is onderworpen aan het recht van de Unie, is het echter van essentieel belang dat, ter bescherming van de belangen van de Unie en haar lidstaten, een dergelijke overeenkomst afhankelijk wordt gesteld van de invoering van passende bedrijfsvoorschriften in het Europees Ruimteagentschap. De overeenkomst moet ook alle nodige bepalingen bevatten om de financiële belangen van de Unie te vrijwaren. |
(29) Het Europees Ruimteagentschap (ESA) is een internationale organisatie met uitgebreide expertise op het vlak van ruimtevaart die in 2004 een kaderovereenkomst afsloot met de Europese Gemeenschap. Het ESA is derhalve een belangrijke partner bij de uitvoering van het Programma waarmee gepaste betrekkingen moeten worden aangeknoopt. In dit verband, en in overeenstemming met het Financieel Reglement, is het belangrijk om een overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap te sluiten met het Europees Ruimteagentschap die van toepassing is op alle financiële betrekkingen tussen de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap en hun samenhang waarborgt, in overeenstemming met de kaderovereenkomst met het Europees Ruimteagentschap, en met name met artikel 5. Aangezien het Europees Ruimteagentschap geen EU-orgaan is en niet is onderworpen aan het recht van de Unie, is het van essentieel belang dat deze overeenkomst, ter bescherming van de belangen van de Unie en haar lidstaten, adequate vereisten bevat met betrekking tot de bedrijfsvoorschriften van het Europees Ruimteagentschap. De overeenkomst moet ook alle nodige bepalingen bevatten ter waarborging van de financiële belangen van de Unie. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Teneinde de vertegenwoordiging van gebruikers structureel te verankeren in het bestuur van Govsatcom en de behoeften en vereisten van gebruikers over nationale grenzen en burgerlijk-militaire tussenschotten te aggregeren, moeten de relevante entiteiten van de Unie die nauwe betrekkingen hebben met de gebruikers, zoals het Europees Defensieagentschap, het Europees Grens- en kustwachtagentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, het Europees Bureau voor visserijcontrole, het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, het militair plannings- en uitvoeringsvermogen, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen en het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties, coördinatietaken hebben ten aanzien van bepaalde groepen gebruikers. Op geaggregeerd niveau moeten het Agentschap en het Europees Defensieagentschap respectievelijk de burgerlijke en de militaire gebruikersgemeenschappen vertegenwoordigen en kunnen zij het operationele gebruik, de vraag, de naleving van vereisten en veranderende behoeften en vereisten monitoren. |
(31) Teneinde de vertegenwoordiging van gebruikers structureel in het bestuur van Govsatcom op te nemen en hun behoeften en vereisten over nationale grenzen te tillen en te verenigen, moeten de relevante entiteiten van de Unie die nauwe betrekkingen hebben met de gebruikers, zoals het Europees Grens- en kustwachtagentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, het Europees Bureau voor visserijcontrole, het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen en het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties, een coördinerende rol spelen ten aanzien van specifieke gebruikersgroepen. Op dit verenigde niveau moet het Agentschap de gebruikersgemeenschap vertegenwoordigen en het operationele gebruik, de vraag, de naleving van vereisten en veranderende behoeften en vereisten kunnen monitoren. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Om de veilige uitwisseling van informatie te garanderen, moeten passende regels worden vastgesteld om te zorgen voor gelijkwaardigheid van beveiligingsregels voor de verschillende overheids- en particuliere entiteiten, alsook natuurlijke personen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Programma. |
(36) Om de veilige uitwisseling van informatie te garanderen, moeten passende regels worden vastgesteld om te zorgen voor gelijkwaardigheid van beveiligingsregels voor de verschillende overheids- en private entiteiten, alsook natuurlijke personen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Programma. Daartoe moeten diverse niveaus van toegang tot informatie worden vastgesteld, die uiteraard ook moeten worden beveiligd. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 36 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(36 bis) De cyberbeveiliging van Europese ruimtevaartinfrastructuur, zowel op de grond als in de ruimte, is essentieel om de continuïteit van de exploitatie van de systemen te waarborgen, alsook hun effectieve vermogen om de taken continu uit te voeren en de vereiste diensten te verlenen. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 38 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) In een toenemend aantal economische sleutelsectoren, met name vervoer, telecommunicatie, landbouw en energie, neemt het gebruik van satellietnavigatiesystemen gestaag toe, om nog maar te zwijgen van de synergieën met activiteiten in verband met de veiligheid en defensie van de Europese Unie en haar lidstaten. Volledige controle van satellietnavigatie moet daarom de technologische onafhankelijkheid van de Unie, ook op de langere termijn voor de onderdelen van de infrastructuur, garanderen en zorgen voor de strategische autonomie van de Unie. |
(38) In een toenemend aantal belangrijke economische sectoren, en met name in de sectoren vervoer, telecommunicatie, landbouw en energie, neemt het gebruik van satellietnavigatiesystemen gestaag toe. Satellietnavigatie speelt ook een belangrijke rol op het gebied van de veiligheid van de Europese Unie en haar lidstaten. Volledige controle van satellietnavigatie moet daarom de technologische onafhankelijkheid van de Unie, ook op de langere termijn voor de onderdelen van de infrastructuur, garanderen en zorgen voor de strategische autonomie van de Unie. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 40 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Het doel van Egnos is de verbetering van de kwaliteit van open signalen van bestaande mondiale systemen voor satellietnavigatie, met name die welke worden uitgestoten door het Galileo-systeem. De door Egnos geboden diensten moeten als prioriteit het binnen Europa gelegen grondgebied van de lidstaten dekken, voor deze doelstelling met inbegrip van de Azoren, de Canarische eilanden en Madeira, met als doel dit grondgebied te dekken tegen het einde van 2025. Afhankelijk van de technische haalbaarheid en, voor de bescherming van mensenlevens, op basis van internationale overeenkomsten, kan de geografische dekking van de door Egnos geleverde diensten naar andere regio's in de wereld worden uitgebreid. Onverminderd Verordening [2018/XXXX] [EASA-Verordening] en de noodzakelijke kwaliteitsmonitoring van de dienstverlening van Galileo voor doeleinden in de luchtvaart moet worden opgemerkt dat hoewel de door Galileo uitgezonden signalen doeltreffend kunnen worden gebruikt om de positionering van vliegtuigen te vergemakkelijken, enkel plaatselijke of regionale augmentatiesystemen zoals Egnos in Europa diensten op het vlak van luchtverkeersbeheer (ATM) en luchtvaartnavigatie (ANS) mogen verlenen. |
(40) Egnos is gericht op de verbetering van de kwaliteit van open signalen van bestaande mondiale systemen voor satellietnavigatie, en met name van signalen die worden uitgezonden door het Galileo-systeem. De door Egnos geboden diensten moeten als prioriteit het binnen Europa gelegen grondgebied van de lidstaten dekken, voor deze doelstelling met inbegrip van de Azoren, de Canarische eilanden en Madeira, met als doel dit grondgebied te dekken tegen het einde van 2025. Afhankelijk van de technische haalbaarheid en, voor de bescherming van mensenlevens, op basis van internationale overeenkomsten, kan de geografische dekking van de door Egnos geleverde diensten naar andere regio's in de wereld worden uitgebreid. Onverminderd Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad1 bis en de noodzakelijke kwaliteitsmonitoring van de dienstverlening en veiligheidsprestaties van Galileo voor doeleinden in de luchtvaart moet worden opgemerkt dat hoewel de door Galileo uitgezonden signalen doeltreffend kunnen worden gebruikt om de positionering van vliegtuigen te vergemakkelijken, enkel plaatselijke of regionale augmentatiesystemen zoals Egnos in Europa diensten op het vlak van luchtverkeersbeheer (ATM) en luchtvaartnavigatie (ANS) mogen verlenen. |
|
_________________ |
|
1 bis Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1). |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 40 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(40 bis) Egnos kan van nut zijn voor de precisielandbouw en kan Europese landbouwers helpen om verspilling tegen te gaan, het overmatig gebruik van meststoffen en herbiciden te verminderen, en de oogstopbrengsten te optimaliseren. Egnos heeft al een belangrijke "gebruikersgemeenschap", maar het aantal landbouwmachines dat verenigbaar is met navigatietechnologie, is beperkter. Deze kwestie moet worden aangepakt. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) Het is van essentieel belang dat de continuïteit, de duurzaamheid en de toekomstige beschikbaarheid van de door de Galileo- en Egnossystemen geleverde diensten worden gewaarborgd. In een veranderende omgeving en een snel veranderende markt moet hun ontwikkeling ook worden voortgezet en nieuwe generaties van deze systemen moeten worden voorbereid. |
(41) Het is van essentieel belang dat de continuïteit, de duurzaamheid, de veiligheid, de betrouwbaarheid, de nauwkeurigheid en de toekomstige beschikbaarheid van de door de Galileo- en Egnossystemen geleverde diensten worden gewaarborgd. Met het oog op de veranderende omgeving en de markt die zich in snel tempo ontwikkelt, moeten deze diensten verder worden ontwikkeld en moeten daarnaast voorbereidingen worden getroffen voor de nieuwe generaties van deze systemen. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 44 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(44 bis) Ter ondersteuning van de exploitatie van de door Galileo en Egnos verleende diensten en ter ondersteuning van de downstreamdiensten, met name in de vervoerssector, moeten de bevoegde autoriteiten gemeenschappelijke normen en certificeringen ontwikkelen op internationaal niveau. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 45 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(45) Gezien het belang voor Galileo en Egnos van hun grondinfrastructuur en het effect ervan op hun veiligheid, moet de bepaling van de locatie van de infrastructuur door de Commissie gebeuren. De stationering van de grondinfrastructuur van de systemen moet volgens een open en transparant proces blijven verlopen. |
Schrappen |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 46 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Teneinde de socio-economische voordelen van Galileo en Egnos te maximaliseren, voornamelijk op het vlak van veiligheid, moet het gebruik van de door Egnos en Galileo verleende diensten in andere beleidsdomeinen van de Unie worden bevorderd waar dit gerechtvaardigd is en voordelen kan opleveren. |
(46) Teneinde de socio-economische voordelen van Galileo en Egnos te maximaliseren, voornamelijk op het vlak van veiligheid, moet het gebruik van de door Egnos en Galileo verleende diensten waar mogelijk in andere beleidsdomeinen van de Unie worden opgenomen. Daarnaast is het van belang om tijdens dit proces maatregelen te treffen ter bevordering van het gebruik van deze diensten in alle lidstaten. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 47 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, onder meer op het gebied van milieu, met inbegrip van landbouw, biodiversiteit, grondgebruik, bosbouw, plattelandsontwikkeling, visserij en klimaatverandering, alsook op het gebied van cultureel erfgoed, civiele bescherming, veiligheid, ook van infrastructuur, en de digitale economie. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 48 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Copernicus moet tevens voortbouwen op en continuïteit verzekeren met de werkzaamheden en verworvenheden in het kader van Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma van de Europese Unie voor aardobservatie en ‑monitoring (Copernicus)17 en Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten18 ter oprichting van zijn voorloper, het programma voor wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES), en de voorschriften voor de implementatie van zijn initiële operationele diensten. Hierbij moet rekening worden gehouden met recente tendensen op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkelingen en innovaties die gevolgen hebben voor het domein van de aardobservatie, alsook ontwikkelingen op het vlak van de analyse van big data en artificiële intelligentie en verwante strategieën en initiatieven op het niveau van de Unie19. In de mate van het mogelijke moet gebruik worden gemaakt van de capaciteiten voor satellietobservaties van de lidstaten, het Europees Ruimteagentschap, Eumetsat20 en andere entiteiten, met inbegrip van commerciële initiatieven in Europa, waardoor ook wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een levensvatbare commerciële ruimtevaartsector in Europa. Indien haalbaar en passend moet tevens gebruik worden gemaakt van de beschikbare in-situ- en aanvullende gegevens die in hoofdzaak door de lidstaten worden verstrekt overeenkomstig Richtlijn 2007/2/EG21. De Commissie moet samenwerken met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap om voor Copernicus een efficiënte toegang tot en een efficiënt gebruik van de in-situgegevens te verzekeren. |
(48) Er moet worden voortgebouwd op bestaande vermogens en deze moeten worden aangevuld met nieuwe elementen, die gezamenlijk kunnen worden ontwikkeld door de bevoegde entiteiten. Daartoe moet de Commissie nauw samenwerken met het Europees Ruimteagentschap, de lidstaten en, in voorkomend geval, andere entiteiten die over ruimtevaartactiva en activa in de ruimte beschikken. Copernicus moet tevens voortbouwen op en de continuïteit verzekeren van de werkzaamheden en verworvenheden in het kader van Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad17, waarbij het programma van de Europese Unie voor aardobservatie en ‑monitoring (Copernicus) werd vastgesteld, en Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad18, waarbij de voorloper van Copernicus werd vastgesteld, het programma voor wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid (GMES), evenals de voorschriften voor de tenuitvoerlegging van de initiële operationele diensten van het programma. Hierbij moet rekening worden gehouden met recente tendensen op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkelingen en innovaties die gevolgen hebben voor het domein van aardobservatie, alsook ontwikkelingen op het vlak van de analyse van big data en kunstmatige intelligentie en verwante strategieën en initiatieven op het niveau van de Unie19. Er moet zo goed mogelijk gebruik worden gemaakt van het satellietobservatievermogen van de lidstaten, het Europees Ruimteagentschap, Eumetsat20 en andere entiteiten, met inbegrip van commerciële initiatieven in Europa, waardoor ook wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een levensvatbare commerciële ruimtevaartsector in Europa. Indien dit haalbaar en passend wordt geacht, moet tevens gebruik worden gemaakt van de beschikbare in-situ- en aanvullende gegevens die in hoofdzaak door de lidstaten worden verstrekt overeenkomstig Richtlijn 2007/2/EG21. De Commissie moet samenwerken met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap om voor Copernicus een efficiënte toegang tot en een efficiënt gebruik van de in-situgegevens te verzekeren. |
__________________ |
__________________ |
17 Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44). |
17 Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44). |
18 Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011 tot 2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1). |
18 Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1). |
19 Mededeling "Artificial Intelligence for Europe" (Kunstmatige intelligentie voor Europa) (COM(2018) 237 final), Mededeling "Towards a common European data space" (Naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte) (COM(2018) 232 final), Proposal for a Council Regulation on establishing the European High Performance Computing Joint Undertaking (Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming high performance computing) (COM(2018) 8 final). |
19 Mededeling "Kunstmatige intelligentie voor Europa" (COM(2018) 237 final), mededeling "Naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte" (COM(2018) 232 final), voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (COM(2018) 8 final). |
20 De Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten. |
20 De Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten. |
21 Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire). |
21 Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire). |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 49 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(49 bis) Het potentieel van Copernicus moet volledig worden benut en moet ten goede komen aan de gehele Europese gemeenschap en economie, en niet alleen aan de rechtstreekse begunstigden. Daartoe moeten meer maatregelen worden genomen om de acceptatie ervan door gebruikers aan te moedigen en meer te doen om niet-specialisten in staat te stellen de gegevens te gebruiken, hetgeen de groei, de werkgelegenheid en de kennisoverdracht zal stimuleren. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 52 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaartinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies). Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring uitgebreid worden tot de poolgebieden en de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) ondersteunen. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken ter verdere aanvulling van de capaciteiten van Copernicus. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen om tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaartinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies, waarvan de haalbaarheid momenteel door het Europees Ruimteagentschap wordt bestudeerd, met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van de mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies). Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring worden uitgebreid tot de poolgebieden en moeten de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) worden ondersteund. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken om het vermogen van Copernicus verder aan te vullen. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen en zo tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 53 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(53) In het kader van de taak van Copernicus op het vlak van gegevens- en informatieverwerking moet het programma de duurzaamheid op lange termijn en de verdere ontwikkeling van zijn kerndiensten waarborgen door informatie te verstrekken om te voldoen aan de behoeften van de overheidssector en de behoeften die voortvloeien uit de internationale verplichtingen van de Unie, en om optimaal gebruik te maken van de kansen voor commerciële exploitatie. In het bijzonder moet Copernicus op lokaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau, informatie leveren over de toestand van de atmosfeer; informatie over de toestand van de oceanen; informatie inzake landmonitoring ter ondersteuning van de uitvoering van lokale, nationale en Europese beleidsmaatregelen; informatie ter ondersteuning van de aanpassing aan of de mitigatie van klimaatverandering; geospatiale informatie ter ondersteuning van crisisbeheersing, met inbegrip van preventiemaatregelen, waarborging van de naleving van milieuvoorschriften, evenals civiele bescherming, met inbegrip van ondersteuning van het externe optreden van de Unie. De Commissie dient passende contractuele regelingen vast te stellen ter bevordering van de continuïteit van de dienstverlening. |
(53) In het kader van de taak van Copernicus op het vlak van gegevens- en informatieverwerking moet het programma de duurzaamheid op lange termijn en de verdere ontwikkeling van zijn kerndiensten waarborgen, en informatie verstrekken om te voldoen aan de behoeften van de overheidssector en de behoeften die voortvloeien uit de internationale verplichtingen van de Unie, alsook om optimaal gebruik te maken van de kansen voor commerciële exploitatie. In het bijzonder moet Copernicus op lokaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau, informatie verstrekken over de toestand van de atmosfeer, waaronder informatie over de luchtkwaliteit, informatie over de toestand van de oceanen, informatie inzake landmonitoring, ter ondersteuning van de uitvoering van lokale, nationale en Europese beleidsmaatregelen, informatie ter ondersteuning van de aanpassing aan en de beperking van de klimaatverandering, en geospatiale informatie ter ondersteuning van het beheer van noodsituaties, onder andere door middel van preventiemaatregelen, de waarborging van de naleving van milieuvoorschriften, en civiele bescherming, met inbegrip van steun voor het externe optreden van de Unie. De Commissie dient passende contractuele regelingen vast te stellen ter bevordering van de continuïteit van de dienstverlening. |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 54 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(54 bis) Om de doelstellingen van Copernicus op duurzame wijze te verwezenlijken, kan een comité (het Copernicus-subcomité) worden opgericht om de Commissie bij te staan bij de coördinatie van de bijdragen aan Copernicus door de Unie, de gebruikersfora en de lidstaten, alsook door intergouvernementele organisaties en de private sector, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van het bestaande vermogen en lacunes op het niveau van de Unie worden vastgesteld. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 55 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(55) Door de uitvoering van de Copernicusdiensten moeten diensten bovendien gemakkelijker ingang kunnen vinden bij het publiek, aangezien gebruikers zo kunnen inspelen op de beschikbaarheid en de ontwikkeling van diensten, alsmede op samenwerking met lidstaten en andere partijen. Daartoe moeten de Commissie en de entiteiten waaraan zij de levering van diensten heeft toevertrouwd nauw samenwerken met verschillende gebruikersgemeenschappen in Europa bij de verdere ontwikkeling van het aanbod van Copernicusdiensten en -informatie, om aan de veranderende behoeften van de publieke sector en het beleid te voldoen en zodoende een zo breed mogelijke benutting van aardobservatiegegevens te verwezenlijken. De Commissie en de lidstaten moeten samenwerken om de in-situcomponent van Copernicus te ontwikkelen en om de integratie van in-situgegevensreeksen met gegevensreeksen uit de ruimtevaart te vergemakkelijken met het oog op verbeterde Copernicusdiensten. |
(55) Door de uitvoering van de Copernicusdiensten moeten diensten bovendien gemakkelijker ingang kunnen vinden bij het publiek, aangezien gebruikers zo kunnen inspelen op de beschikbaarheid en de ontwikkeling van diensten, alsmede op samenwerking met lidstaten en andere partijen. Daartoe moeten het Agentschap en de aan Copernicus toevertrouwde entiteiten nauw samenwerken met verschillende gebruikersgemeenschappen in Europa bij de verdere ontwikkeling van het aanbod van Copernicusdiensten en -informatie, om aan de veranderende behoeften van de overheidssector en het beleid te voldoen en zodoende in het belang van de Europese burgers een zo breed mogelijke benutting van aardobservatiegegevens te verwezenlijken. De Commissie en de lidstaten moeten samenwerken om het in-situ-onderdeel van Copernicus te ontwikkelen en om de integratie van in-situgegevensreeksen met gegevensreeksen uit de ruimtevaart te vergemakkelijken met het oog op verbeterde Copernicusdiensten. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 56 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(56 bis) De lidstaten, de Commissie en de bevoegde entiteiten moeten op gezette tijden informatiecampagnes over de voordelen van Copernicus voeren, zodat alle potentiële gebruikers toegang hebben tot de relevante informatie en gegevens. |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 57 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(57 bis) De klimaatveranderingsdiensten van Copernicus bevinden zich nog in een pre-operationele fase, maar liggen desalniettemin goed op schema, aangezien het aantal gebruikers tussen 2015 en 2016 is verdubbeld. Alle klimaatveranderingsdiensten moeten zo snel mogelijk volledig operationeel worden om zo de continue stroom van gegevens te leveren die nodig is voor doeltreffende maatregelen ter beperking van en ter aanpassing aan de klimaatverandering. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 59 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(59) Teneinde het gebruik van aardobservatiegegevens en -technologieën door lokale overheden, kleine en middelgrote ondernemingen, wetenschappers en onderzoekers te bevorderen en te faciliteren, moeten speciale netwerken voor Copernicus-gegevensdistributie, waaronder nationale en regionale instanties, worden bevorderd middels op gebruikersacceptatie gerichte activiteiten. Hiertoe moeten de Commissie en de lidstaten ernaar streven nauwere banden te smeden tussen Copernicus en beleidsmaatregelen op EU- en nationaal niveau teneinde de vraag naar commerciële toepassingen en diensten aan te moedigen, en ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups, in staat te stellen toepassingen te ontwikkelen op basis van gegevens en informatie van Copernicus met het oog op de ontwikkeling van een concurrerend ecosysteem voor aardobservatiegegevens in Europa. |
(59) Teneinde het gebruik van aardobservatiegegevens en -technologieën door lokale en regionale overheden, kleine en middelgrote ondernemingen, wetenschappers en onderzoekers te bevorderen en te faciliteren, moeten speciale netwerken voor Copernicus-gegevensdistributie, waaronder nationale en regionale instanties, worden bevorderd door middel van activiteiten die gericht zijn op de acceptatie ervan door gebruikers. Hiertoe moeten de Commissie en de lidstaten ernaar streven nauwere banden te smeden tussen Copernicus en beleidsmaatregelen op EU- en nationaal niveau teneinde de vraag naar commerciële toepassingen en diensten te stimuleren en ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups, in staat te stellen toepassingen te ontwikkelen op basis van gegevens en informatie van Copernicus met het oog op de ontwikkeling van een concurrerend ecosysteem voor aardobservatiegegevens in Europa. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 59 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(59 bis) Gezien het grote potentieel van satellietbeelden voor een duurzaam en efficiënt beheer van hulpbronnen, waarbij bijvoorbeeld tijdig betrouwbare informatie over de toestand van gewassen en de bodemgesteldheid wordt verstrekt, moet die dienst verder worden verbeterd om aan de behoeften van de eindgebruiker te voldoen en de koppeling van gegevens te waarborgen. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 62 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(62) Naar aanleiding van de verzoeken van het Europees Parlement en de Raad heeft de Unie een ondersteuningskader voor ruimtebewaking en monitoring (SST) vastgesteld bij Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van een ondersteuningskader voor ruimtebewaking en monitoring24. Ruimteschroot is inmiddels een ernstige bedreiging voor de beveiliging, de veiligheid en de haalbaarheid van ruimtevaartactiviteiten. Het SST is derhalve essentieel om de continuïteit van de componenten van het Programma en hun bijdragen aan het beleid van de Unie te vrijwaren. Door de verspreiding van ruimteschroot te proberen voorkomen, draagt het SST bij aan het waarborgen van duurzame en gegarandeerde toegang tot en het gebruik van de ruimte, een mondiaal gemeengoed. |
(62) Naar aanleiding van de verzoeken van het Europees Parlement en de Raad heeft de Unie een ondersteuningskader voor ruimtebewaking en -monitoring (SST) vastgesteld bij Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad24. Ruimteschroot is inmiddels een ernstige bedreiging voor de beveiliging, de veiligheid en de haalbaarheid van ruimtevaartactiviteiten. Het SST is derhalve essentieel om de continuïteit van de onderdelen van het Programma en de bijdrage daarvan aan het beleid van de Unie te verzekeren. Door te trachten de verspreiding van ruimteschroot voorkomen, draagt het SST bij aan de waarborging van duurzame en gegarandeerde toegang tot en het gebruik van de ruimte – een mondiaal gemeengoed. Het SST is ook bedoeld om de voorbereiding van Europese "saneringsprojecten" in een baan om de aarde te vergemakkelijken. |
__________________ |
__________________ |
24 PB L 158 van 27.5.2014, blz. 227. |
24 Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van een ondersteuningskader voor ruimtebewaking en monitoring (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 227). |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Overweging 63 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(63) Binnen het SST moet verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van de prestaties en autonomie van SST-capaciteiten. Te dien einde moet het leiden tot de oprichting van een autonome Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte, die is gebaseerd op gegevens uit het netwerk van SST-sensoren. De SST moet ook steun blijven verlenen voor de exploitatie en verstrekking van SST-diensten. Aangezien het SST een gebruikersgestuurd systeem is, moeten passende mechanismen worden ingevoerd om de behoeften van de gebruikers te verzamelen, met inbegrip van die welke betrekking hebben op de veiligheid. |
(63) Binnen het SST moet verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van de prestaties en autonomie van het SST-vermogen. Te dien einde moet het leiden tot de oprichting van een autonome Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte, die is gebaseerd op gegevens uit het netwerk van SST-sensoren. De catalogus zou het voorbeeld kunnen volgen van andere landen die actief zijn in de ruimtevaart en een deel van de gegevens beschikbaar kunnen stellen voor niet-commerciële en onderzoeksdoeleinden. Het SST moet ook de exploitatie en verstrekking van SST-diensten blijven ondersteunen. Aangezien het SST een gebruikersgestuurd systeem is, moeten passende mechanismen worden ingevoerd om de behoeften van de gebruikers te verzamelen, waaronder behoeften op het gebied van veiligheid en de doorgifte van nuttige informatie aan en door openbare instellingen, ter verbetering van de doeltreffendheid van het systeem. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Overweging 67 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(67) Daarnaast moet het SST een aanvulling vormen op de bestaande beperkingsmaatregelen, zoals de richtlijnen inzake het beperken van ruimteschroot van de Commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (COPUOS) en de richtsnoeren voor de houdbaarheid op lange termijn van activiteiten in de ruimte of andere initiatieven om de veiligheid, de beveiliging en de duurzaamheid van activiteiten in de ruimte te garanderen. Met het oog op het verminderen van de risico's op botsingen moet het SST ook synergieën nastreven met initiatieven voor actieve verwijdering en passivering van ruimteschroot. Het SST moet bijdragen tot het vreedzame gebruik en de vreedzame verkenning van de ruimte. De toename van de activiteiten in de ruimte kan gevolgen hebben voor de internationale initiatieven op het gebied van het ruimteverkeersbeheer. De Unie moet deze ontwikkelingen monitoren en kan ze in aanmerking nemen in het kader van de tussentijdse evaluatie van het huidige meerjarig financieel kader. |
(67) Daarnaast moet het SST een aanvulling vormen op de bestaande beperkingsmaatregelen, zoals de richtlijnen inzake het beperken van ruimteschroot van de Commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (COPUOS) en de richtsnoeren voor de houdbaarheid op lange termijn van activiteiten in de ruimte of andere initiatieven om de veiligheid, de beveiliging en de duurzaamheid van activiteiten in de ruimte te garanderen. Om het risico op botsingen te verminderen, moet het SST ook synergieën nastreven met initiatieven die gericht zijn op de bevordering van de ontwikkeling en de uitrol van de voor actieve verwijdering van ruimteschroot ontworpen technologische systemen. Het SST moet bijdragen tot het vreedzame gebruik en de vreedzame verkenning van de ruimte. De toename van de activiteiten in de ruimte kan gevolgen hebben voor de internationale initiatieven op het gebied van het beheer van ruimteverkeer. De Unie moet deze ontwikkelingen monitoren en kan ze in aanmerking nemen in het kader van de tussentijdse evaluatie van het huidige MFK. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Overweging 70 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(70) Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Een ruimteweerfunctie moet derhalve worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op de bestaande capaciteiten op nationaal niveau en op het niveau van de Unie en moet brede deelname van lidstaten en betrokkenheid van de private sector mogelijk maken. |
(70) Extreme en grootschalige weersverschijnselen in de ruimte kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Er moet derhalve een ruimteweerfunctie worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico's in verband met weersverschijnselen in de ruimte en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico's in verband met weersverschijnselen in de ruimte te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op het bestaande vermogen op nationaal en EU-niveau en moet de brede betrokkenheid van lidstaten, internationale organisaties en de private sector mogelijk maken. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 73 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(73) Govsatcom is een gebruikersgericht programma met een sterke veiligheidsdimensie. De gebruikstoepassingen van Govsatcom kunnen worden geanalyseerd voor drie hoofdgroepen: crisisbeheersing, waaronder mogelijk civiele en militaire missies van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, humanitaire crises en maritieme noodsituaties; bewaking, waaronder mogelijk bewaking aan en voor de grenzen, aan de zeegrenzen en op zee, en monitoring van de illegale handel; en belangrijke infrastructuur, waaronder mogelijk het diplomatieke netwerk, politiecommunicatie, kritieke infrastructuur (bijvoorbeeld energie, vervoer, waterkeringen) en ruimte-infrastructuur. |
(73) Govsatcom is een gebruikersgericht programma met een sterke veiligheidsdimensie. De gebruikstoepassingen van Govsatcom kunnen worden geanalyseerd voor drie hoofdgroepen: crisisbeheersing, natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, humanitaire crises en maritieme noodsituaties; bewaking, waaronder mogelijk bewaking aan en voor de grenzen, aan de zeegrenzen en op zee, en monitoring van de illegale handel; en belangrijke infrastructuur, waaronder mogelijk het diplomatieke netwerk, politiecommunicatie, digitale infrastructuur (zoals datacentra en servers), kritieke infrastructuur (zoals energie, vervoer, waterkeringen, bv. dammen) en ruimte-infrastructuur. |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 78 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(78) Voor de gebruikers van satellietcommunicatie is de gebruikersapparatuur de uiterst belangrijke operationele interface. De EU-Govsatcom-aanpak maakt het voor de meeste gebruikers mogelijk om gebruik te blijven maken van hun bestaande gebruikersapparatuur voor Govsatcom-diensten voor zover zij gebruikmaken van technologieën van de Unie. |
(78) De operationele interface is voor de gebruikers van satellietcommunicatie de cruciale gebruikersapparatuur. De EU-Govsatcom-aanpak moet het voor gebruikers mogelijk maken om gebruik te blijven maken van hun bestaande gebruikersapparatuur voor Govsatcom-diensten. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Overweging 86 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden op dit gebied van het Europees Ruimteagentschap. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, in het bijzonder op het vlak van duurzaam voedsel en duurzame natuurlijke hulpbronnen, klimaatmonitoring, slimme steden, geautomatiseerde voertuigen, veiligheid en rampenbeheersing. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren die gebruik moeten maken van infrastructuren die de Unie bezit, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. Onderzoeksinfrastructuren, met name netwerken voor observatie ter plaatse, zullen essentiële elementen zijn van de infrastructuur voor observatie ter plaatse waardoor de Copernicus-diensten mogelijk worden. |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden van het Europees Ruimteagentschap op dit gebied. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Het is van belang dat de continuïteit tussen de via Horizon Europa ontwikkelde oplossingen en de activiteiten van de onderdelen van het Programma wordt gewaarborgd. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, met betrekking tot de voornaamste Europese beleidsmaatregelen. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren waarbij gebruik moet worden gemaakt van infrastructuur waarover de Unie reeds beschikt, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. De onderzoeksinfrastructuur, en met name de netwerken voor observatie ter plaatse, zal van essentieel belang zijn voor de observatie-infrastructuur ter plaatse die ter ondersteuning dient van de Copernicus-diensten. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Overweging 87 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(87) Bij Verordening (EU) nr. 912/2010 is een EU-agentschap genaamd Europees GNSS-Agentschap opgericht om bepaalde aspecten van de Galileo- en Egnos-satellietnavigatieprogramma's te beheren. De onderhavige verordening bepaalt met name dat het Europees GNSS-Agentschap nieuwe taken krijgt, niet alleen ten aanzien van Galileo en Egnos, maar ook voor andere onderdelen van het programma, met name op het gebied van beveiligingshomologatie. De naam, de taken en de organisatorische aspecten van het Europese GNSS-Agentschap moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast. |
(87) Bij Verordening (EU) nr. 912/2010 werd het zogenaamde Europese GNSS-Agentschap opgericht, dat zich moest richten op het beheer van bepaalde aspecten van de Galileo- en Egnos-satellietnavigatieprogramma's. In de verordening werd in het bijzonder bepaald dat het Europese GNSS-Agentschap nieuwe taken zou krijgen, niet alleen in het kader van Galileo en Egnos, maar ook in verband met andere onderdelen van het Programma, met name op het gebied van beveiligingshomologatie en cyberbeveiliging. De naam, de taken en de organisatorische aspecten van het Europese GNSS-Agentschap moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Overweging 88 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(88) Met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied, dat niet langer beperkt zal zijn tot Galileo en Egnos, moet het Europees GNSS-Agentschap worden aangepast. De continuïteit van de activiteiten van de het Europees GNSS-Agentschap, onder andere op het gebied van rechten en verplichtingen, personeel en de geldigheid van genomen besluiten, moet echter door het Agentschap worden gewaarborgd. |
(88) Met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied, dat niet langer beperkt zal zijn tot Galileo en Egnos, moet het Europees GNSS-Agentschap veranderingen ondergaan. Wanneer de Commissie taken aan het Agentschap toevertrouwt, moet zij voor passende financiering voor het beheer en de uitvoering van die taken zorgen, waaronder voor voldoende personele en financiële middelen. De continuïteit van de activiteiten van het Europees GNSS-Agentschap, onder andere op het gebied van rechten en verplichtingen, personeel en de geldigheid van genomen besluiten, moet echter door het Agentschap worden gewaarborgd. |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) "weersomstandigheden in de ruimte": van nature optredende veranderingen in de omstandigheden tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen voor de aarde kunnen hebben; |
(2) "weersverschijnselen in de ruimte": van nature optredende variaties in de ruimte tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de aarde of voor de infrastructuur in de ruimte; |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) "omgevingsbewustzijn in de ruimte" (space situational awareness, "SSA"): een alomvattende benadering van de voornaamste gevaren in de ruimte, waaronder botsingen tussen satellieten en ruimteschroot, ruimteweerverschijnselen en aardscheerders; |
(5) "omgevingsbewustzijn in de ruimte" (space situational awareness, SSA): diepgaande kennis van en uitgebreid inzicht in de voornaamste gevaren in de ruimte, waaronder botsingen tussen satellieten en ruimteschroot, weersverschijnselen in de ruimte en aardscheerders; |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) "blendingverrichtingen": door de EU-begroting ondersteunde acties, onder meer in het kader van blendingfaciliteiten overeenkomstig artikel 2, lid 6, van het Financieel Reglement, waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financieringsinstrumenten uit de EU-begroting worden gecombineerd met terugbetaalbare vormen van steun van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering of andere openbare financiële instellingen, alsmede van commerciële financiële instellingen en investeerders; |
(6) "blendingverrichting": een door de EU-begroting ondersteunde actie, ook binnen blendingfaciliteiten, overeenkomstig artikel 2, lid 6, van het Financieel Reglement, waarbij niet-terugvorderbare vormen van steun en/of financieringsinstrumenten en/of begrotingsgaranties uit de EU-begroting worden gecombineerd met terugvorderbare vormen van steun van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering of andere openbare financiële instellingen, alsmede van commerciële financiële instellingen en investeerders; |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) "SST-gegevens": de fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte die door SST-sensoren zijn geregistreerd of de baanparameters van voorwerpen in de ruimte die zijn afgeleid van de waarnemingen van SST-sensoren in het kader van het SST-onderdeel (ruimtebewaking en -monitoring, "space surveillance and tracking"); |
(10) "SST-gegevens": de fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte, met inbegrip van ruimteschroot, die door SST-sensoren zijn geregistreerd of de baanparameters van voorwerpen in de ruimte die zijn afgeleid van de waarnemingen van SST-sensoren in het kader van het onderdeel met betrekking tot het ondersteuningskader voor ruimtebewaking en -monitoring (het SST-onderdeel); |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) "Copernicusinformatie van derden": informatie die op basis van een vergunning via andere kanalen dan de Sentinel-satellieten van Copernicus wordt verstrekt om binnen activiteiten in het kader van Copernicus te worden gebruikt; |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
"Copernicuskerngebruikers" die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie en de aanvullende taak hebben de evolutie van Copernicus aan te drijven; hieronder vallen de instellingen en organen van de Unie en Europese nationale of regionale openbare instanties die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak voor de vaststelling, uitvoering, handhaving of monitoring van beleid op het gebied van milieu, civiele bescherming, veiligheid of beveiliging; |
"Copernicuskerngebruikers": gebruikers die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie en de aanvullende taak hebben de evolutie van Copernicus aan te drijven; hieronder vallen de instellingen en organen van de Unie en Europese nationale of regionale overheidsinstanties die belast zijn met een openbaredienstverleningstaak in verband met de vaststelling, uitvoering, handhaving of monitoring van beleid op het gebied van milieu, cultureel erfgoed, civiele bescherming, veiligheid, ook van infrastructuur, of beveiliging; |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
"Copernicuskerndiensten": de operationele diensten die geclusterd zijn in het gegevens- en informatieverwerkingsonderdeel of het dienstenonderdeel, die van algemeen en gemeenschappelijk belang zijn voor de lidstaten en de Unie; |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(23 bis) "ruimtevaartsector": sector die in de volgende twee sectoren kan worden onderverdeeld: |
|
"upstreamsector": sector die activiteiten omvat die gericht zijn op de verwezenlijking van een operationeel ruimtevaartsysteem en de verkenning van de ruimte; |
|
"downstreamsector": sector die activiteiten omvat met betrekking tot de exploitatie van satellietgegevens voor de ontwikkeling van ruimtevaartgerelateerde producten en diensten voor eindgebruikers. |
Motivering | |
De term "ruimtevaartsector" moet nader worden toegelicht en worden onderverdeeld in een "upstreamsector" en een "downstreamsector". | |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een autonoom wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) voor civiel gebruik dat onder civiele controle staat en bestaat uit een constellatie van satellieten, centra en een mondiaal netwerk van grondstations, dat diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdmeting verleent en de veiligheidsbehoeften- en vereisten volledig integreert ("Galileo"); |
a) een autonoom wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) voor civiel gebruik dat onder civiele controle staat en bestaat uit een constellatie van satellieten, centra en een mondiaal netwerk van grondstations, dat diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdmeting verleent, waarbij in voorkomend geval de veiligheidsbehoeften- en vereisten in acht worden genomen ("Galileo"); |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een autonoom, door gebruikers gestuurd aardobservatiesysteem dat onder civiele controle staat en geo-informatiegegevens en -diensten verleent, en dat bestaat uit satellieten, infrastructuur op de grond, faciliteiten voor gegevens- en informatieverwerking en verspreidingsinfrastructuur, en de veiligheidsbehoeften- en vereisten volledig integreert ("Copernicus"); |
c) een autonoom, gebruikersgestuurd aardobservatiesysteem dat onder civiele controle staat en op basis van een beleid van kosteloze en open gegevens geo-informatiegegevens en -diensten verleent, en dat bestaat uit satellieten, infrastructuur op de grond, faciliteiten voor gegevens- en informatieverwerking en verspreidingsinfrastructuur, waarbij de veiligheidsbehoeften- en vereisten volledig in acht worden genomen ("Copernicus"); |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een systeem voor ruimtebewaking en -monitoring dat is gericht op de het verbeteren, opereren en leveren van gegevens, informatie en diensten op het gebied van de bewaking en monitoring van actieve en inactieve ruimtevaartuigen, afgeworpen trappen van draagraketten, schroot en schrootfragmenten die zich in een baan om de aarde bewegen, en dat wordt aangevuld door observatieparameters in verband met de monitoring weeromstandigheden in de ruimte en het risico van aardscheerders die de aarde naderen ("SST"); |
d) een systeem voor ruimtebewaking en -monitoring dat gericht is op de verbetering, exploitatie en verstrekking van gegevens, informatie en diensten op het gebied van de bewaking en monitoring van ruimteschroot en (in)actieve ruimtevaartuigen die zich in een baan om de aarde bewegen, dat wordt aangevuld door observatieparameters met betrekking tot de monitoring van weersverschijnselen in de ruimte en de risico's in verband met aardscheerders (het "SST"); |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorts omvat het programma maatregelen om voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve ruimtevaartsector. |
Voorts omvat het Programma maatregelen voor de waarborging van autonome toegang tot de ruimte, alsook maatregelen voor het aanpakken van cyberbedreigingen, voor de bevordering van een innovatieve en concurrerende ruimtevaartsector en voor de ondersteuning van diplomatie op het gebied van ruimtevaart. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De doelstellingen van het programma zijn: |
1. Met het Programma worden de volgende algemene doelstellingen nagestreefd: |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het verstrekken, of het leveren van een bijdrage tot het verstrekken van, hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, veilige met de ruimtevaart verband houdende gegevens, informatie en diensten zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, waarbij aan de bestaande en toekomstige behoeften wordt voldaan en dit in overeenstemming met de politieke prioriteiten van de Unie, onder meer wat betreft klimaatverandering, veiligheid en defensie; |
a) het verstrekken van of het leveren van een bijdrage aan de verstrekking van hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, beveiligde gegevens, informatie en diensten die verband houden met de ruimtevaart, zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, waarbij aan de bestaande en toekomstige behoeften en de politieke prioriteiten van de Unie wordt voldaan; alsook het ondersteunen van het vermogen van de Unie en haar lidstaten om onafhankelijk empirisch onderbouwde besluiten te nemen; |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het maximaliseren van de socio-economische voordelen, onder meer door bevordering van een zo ruim mogelijk gebruik van de gegevens, informatie en diensten die door de onderdelen van het programma worden verstrekt; |
b) het maximaliseren van de socio-economische voordelen, zowel binnen als buiten de Unie, met name door de Europese downstreamsector te versterken en zo de groei en de werkgelegenheid in de Unie te bevorderen, alsook door een optimale acceptatie van de diensten en een zo ruim mogelijk gebruik van de gegevens, informatie en diensten die door de onderdelen van het Programma worden verstrekt, te bevorderen; |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) het verhogen van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, haar handelingsvrijheid en haar strategische onafhankelijkheid, met name op het vlak van technologische, op bewijzen gestoelde besluitvorming; |
c) het verhogen van de veiligheid evenals de cyberbeveiliging van de Unie en haar lidstaten en het versterken van haar strategische onafhankelijkheid, met name op industrieel en technologisch vlak; |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het versterken van het Europese industriële en wetenschappelijke ecosysteem op het gebied van de ruimtevaart door een samenhangend kader tot stand te brengen waarin de uitmuntendheid van Europese opleidingen en knowhow, de ontwikkeling van hoogwaardige ontwerpen, het productievermogen en de strategische visie die nodig is in een steeds concurrerendere sector worden gecombineerd; |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) het bevorderen van de rol van Unie op het internationale niveau als een voortrekker in de ruimtevaartsector en het versterken van de rol van de Unie bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer wat betreft klimaatverandering en duurzame ontwikkeling. |
d) het bevorderen van de rol van Unie als voortrekster in de ruimtevaartsector op internationaal niveau en het versterken van haar rol bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer met betrekking tot duurzame ontwikkeling. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) het versterken van de diplomatie van de Unie in de ruimtevaartsector en het aanmoedigen van internationale samenwerking om het bewustzijn van de ruimte als gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid te vergroten; |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d ter) het bevorderen van de technologie en industrie van de Unie, alsook van het beginsel van wederkerigheid en eerlijke concurrentie op internationaal niveau; |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d quater) het verbeteren van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten op diverse gebieden, en met name op het gebied van vervoer (luchtvaart, met inbegrip van onbemande luchtvaartuigen, spoorwegvervoer, navigatie, wegvervoer, autonoom rijden), de aanleg en monitoring van infrastructuur, landmonitoring en milieu. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) voor Galileo en Egnos: het verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; |
a) voor Galileo en Egnos: het op lange termijn en continu verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
b) voor Copernicus: het op lange termijn verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en ‑informatie, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van de gebruikersgestuurde beleidsmaatregelen en acties van de Unie en haar lidstaten; |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte ("SSA"): het versterken van de SST-capaciteiten om voorwerpen in de ruimte te monitoren, bewaken en identificeren, ruimteweer te monitoren en de NEO-capaciteiten van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden; |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte (SSA): het versterken van het SST-vermogen om voorwerpen in de ruimte en ruimteschroot te bewaken, te monitoren en te identificeren, alsook van het vermogen om weersverschijnselen in de ruimte te monitoren en de NEO-vermogens van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden; |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) het bijdragen, waar dat voor het programma vereist is, tot een autonoom, veilig en kostenefficiënt ruimtevaartvermogen; |
e) het waarborgen van een autonoom, veilig en kostenefficiënt ruimtevaartvermogen; |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) het ondersteunen en versterken van het concurrentievermogen, ondernemerschap, vaardigheden en de innovatiecapaciteiten van natuurlijke en -rechtspersonen in de Unie die in die sector actief zijn of dat wensen te worden, met name wat de positie en de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen betreft. |
f) het bevorderen van de ontwikkeling van een krachtige en concurrerende Europese ruimtevaarteconomie en het maximaliseren van de mogelijkheden voor Europese ondernemingen uit alle regio's van de Unie, ongeacht hun omvang. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het programma ondersteunt: |
Het Programma ondersteunt door middel van synergieën met andere programma's en financieringsregelingen van de EU en het ESA: |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de levering van lanceerdiensten voor behoeften van het programma; |
a) de verlening van lanceringsdiensten in het kader van het Programma, met inbegrip van geaggregeerde lanceringsdiensten voor de Unie en voor andere entiteiten, op hun verzoek, rekening houdend met de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie overeenkomstig artikel 25, om het concurrentievermogen van Europese draagraketten en industrieën op de wereldmarkt te vergroten; |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte; |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte, waaronder alternatieve lanceringstechnologieën en innovatieve systemen of diensten, rekening houdend met de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten overeenkomstig artikel 25; |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de noodzakelijke aanpassingen aan de ruimtevaartinfrastructuur op de grond, waar dat voor de behoeften van het programma vereist is. |
c) waar dit met het oog op de doelstellingen van het Programma vereist is, de nodige steun voor het onderhoud, de aanpassing en de ontwikkeling van de ruimtevaartinfrastructuur, en met name van bestaande infrastructuur, rakettrajecten en onderzoekscentra. |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Acties ter ondersteuning van een innovatieve ruimtevaartsector voor de Unie |
Acties ter ondersteuning van een innovatieve en concurrerende Europese ruimtevaartsector |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) innovatieactiviteiten voor een optimaal gebruik van ruimtevaarttechnologieën, -infrastructuur en -diensten; |
a) innovatieactiviteiten die gericht zijn op de ontwikkeling en het optimaal gebruik van ruimtevaarttechnologieën, -infrastructuur en -diensten; |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) passende maatregelen om het gebruik van innovatieve oplossingen die voortvloeien uit onderzoeks- en innovatieactiviteiten te vergemakkelijken, met name door middel van synergieën met andere fondsen van de Unie, zoals Horizon Europa en InvestEU, ter ondersteuning van de ontwikkeling van de downstreamsectoren van alle onderdelen van het Programma; |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) versterking van de Europese ruimtevaartsector in de exportmarkt; |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de oprichting van innovatiepartnerschappen op het gebied van ruimtevaart voor de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende diensten; |
b) de oprichting van innovatiepartnerschappen op het gebied van ruimtevaart met het oog op de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende producten of diensten om aan de behoeften in het kader van het Programma te voldoen; |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) de vormgeving, beproeving, tenuitvoerlegging en toepassing van gegevensgestuurde interoperabele ruimtevaartoplossingen voor overheidsdiensten, de bevordering van innovatie en de vaststelling van gemeenschappelijke kaders om het volledige potentieel van overheidsdiensten voor burgers en bedrijven te benutten; |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) ondernemerschap, vanaf de eerste fasen tot de opschaling, overeenkomstig artikel 21 en andere financieringsbepaling als bedoeld in artikel 18 en hoofdstuk II van titel III: |
c) ondernemerschap, ook in een vroeg stadium tot schaalvergroting, overeenkomstig artikel 21 en door een beroep te doen op andere bepalingen inzake toegang tot financiering als bedoeld in artikel 18 en titel III, hoofdstuk I; |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) samenwerking tussen ondernemingen, in de vorm van ruimtevaarthubs op regionaal en nationaal niveau, waarin actoren en gebruikers uit de ruimtevaartsector en de digitale sector worden samengebracht en waarmee steun wordt verleend aan burgers en ondernemingen bij de ontwikkeling van ondernemerschap en vaardigheden; |
d) samenwerking in de vorm van een netwerk van ruimtevaarthubs, waarin actoren en gebruikers uit de ruimtevaartsector en de digitale sector worden samengebracht, met name op regionaal en nationaal niveau, en waarmee steun, faciliteiten en diensten worden verleend aan burgers en ondernemingen ter ontwikkeling van ondernemerschap en vaardigheden; de bevordering van samenwerking tussen de ruimtevaarthubs en de digitale-innovatiehubs die in het kader van het programma Digitaal Europa zijn opgericht; |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) de mogelijke ontwikkeling van een "first contract"-strategie voor de benadering van alle relevante spelers uit de overheidssector en de private sector om de ontwikkeling van start-ups op het gebied van ruimtevaart te ondersteunen; |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter d ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d ter) synergieën met de vervoerssector, de ruimtevaartsector en de digitale sector om het bredere gebruik van nieuwe technologieën (zoals e‑call, de digitale tachograaf, verkeerstoezicht en ‑beheer, autonoom rijden, onbemande voertuigen en drones) te bevorderen en in te spelen op behoeften zoals veilige en naadloze connectiviteit, precieze plaatsbepaling, intermodaliteit en interoperabiliteit, om zo het concurrentievermogen van vervoersdiensten en de vervoersindustrie te vergroten; |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding; |
e) activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding, zodat geavanceerde vaardigheden op het vlak van ruimtevaart kunnen worden ontwikkeld; |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) toegang tot verwerkings- en testinstallaties; |
f) toegang tot verwerkings- en testfaciliteiten voor beroepsbeoefenaren uit de overheidssector en de private sector, studenten en ondernemers; |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) het derde land of de internationale organisatie geen beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het programma verleent; |
c) het derde land of de internationale organisatie in kwestie geen beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het Programma of toegang tot gevoelige of gerubriceerde informatie verleent; |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) de strategische en soevereine belangen van de Unie op alle relevante gebieden, met inbegrip van de Europese strategische autonomie op technologisch of industrieel gebied, in voorkomend geval in stand houdt; |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie treft de nodige maatregelen om te waarborgen dat de contracten, overeenkomsten of andere regelingen in verband met de in lid 1 bedoelde activiteiten bepalingen bevatten waarin voor die activa een passende eigendomsregeling wordt vastgesteld en, wat punt c) betreft, waarin wordt vastgelegd dat de Unie de PRS-ontvangers vrijelijk kan gebruiken overeenkomstig Besluit nr. 1104/2011/EU. |
3. De Commissie treft de nodige maatregelen om te waarborgen dat de contracten, overeenkomsten of andere regelingen in verband met de in lid 2 bedoelde activiteiten bepalingen bevatten waarin voor die activa een passende eigendoms- en gebruiksregeling wordt vastgesteld en, wat punt c) betreft, waarin wordt vastgelegd dat de Unie de PRS-ontvangers vrijelijk kan gebruiken en het gebruik ervan kan toestaan overeenkomstig Besluit nr. 1104/2011/EU. |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De door de onderdelen van het programma geleverde diensten, gegevens en informatie worden verstrekt zonder enige expliciete of impliciete garantie ten aanzien van de kwaliteit, nauwkeurigheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel ervan. Daartoe treft de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de gebruikers van die diensten, gegevens en informatie op gepaste wijze in kennis worden gesteld van het ontbreken van dergelijke garantie. |
De door de onderdelen van het Programma geleverde diensten, gegevens en informatie worden verstrekt zonder enige expliciete of impliciete garantie ten aanzien van de kwaliteit, nauwkeurigheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en geschiktheid ervan voor een bepaald doel, tenzij een dergelijke garantie door de toepasselijke Uniewetgeving wordt vereist voor de verlening van de desbetreffende diensten. Daartoe treft de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de gebruikers van die diensten, gegevens en informatie op gepaste wijze in kennis worden gesteld van het ontbreken van dergelijke garantie. |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen [16] miljard EUR in lopende prijzen. |
De financiële middelen voor de uitvoering van het Programma voor de periode 2021-2027 bedragen [16,9] miljard EUR in lopende prijzen. |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: [5,8] miljard EUR; |
b) voor Copernicus: [6] miljard EUR; |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) voor SSA/Govsatcom: [0,5] miljard EUR. |
c) voor SSA/Govsatcom: [1,2] miljard EUR. |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in artikel 3 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in de artikelen 3, 5 en 6 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) in alle lidstaten, in de hele toeleveringsketen, een zo breed en open mogelijke deelname van startende ondernemingen, nieuwe marktdeelnemers en kleine en middelgrote ondernemingen en andere marktdeelnemers bevorderen, waaronder de vereiste van onderaanneming door de inschrijvers; |
a) in de hele Unie en in de hele toeleveringsketen, een zo breed en open mogelijke deelname van alle marktdeelnemers, en in het bijzonder startende ondernemingen, nieuwe marktdeelnemers en kleine en middelgrote ondernemingen bevorderen, waaronder de vereiste van onderaanneming door de inschrijvers; |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de onafhankelijkheid van de Unie bevorderen, met name op technologisch vlak; |
d) de strategische onafhankelijkheid van de Unie bevorderen, met name op industrieel en technologisch vlak, in de hele waardeketen; |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) de beginselen van open toegang en eerlijke mededinging in de gehele industriële bevoorradingsketen in acht te nemen, inschrijving op basis van transparante en tijdige informatie, duidelijke bekendmaking van de geldende voorschriften voor aanbestedingen, selectie- en gunningscriteria en alle andere noodzakelijk informatie die alle potentiële inschrijvers gelijke kansen; |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Om nieuwe marktdeelnemers, kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen aan te moedigen en om een zo groot mogelijke geografische dekking te bieden en de strategische autonomie van de Unie te beschermen, kan de aanbestedende dienst de inschrijver verzoeken een deel van de opdracht door middel van een open aanbesteding op het passende niveau van onderaanneming uit te besteden aan bedrijven buiten de groep waartoe de inschrijver behoort. |
1. Om nieuwe marktdeelnemers, met name kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen aan te moedigen en om een zo groot mogelijke geografische dekking te bieden en de strategische autonomie van de Unie te beschermen, tracht de aanbestedende dienst de inschrijver te verzoeken een deel van de opdracht door middel van een open aanbesteding op het passende niveau van onderaanneming uit te besteden aan bedrijven buiten de groep waartoe de inschrijver behoort. |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De aanbestedende dienst drukt het deel van de opdracht dat in onderaanneming moet worden gegeven, uit door middel van een minimum- en een maximumpercentage. |
2. De aanbestedende dienst drukt het deel van de opdracht dat in onderaanneming moet worden gegeven aan de industrie op alle niveaus, overeenkomstig lid 1, uit door middel van een minimum- en een maximumpercentage. |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Eventuele afwijking van een verzoek overeenkomstig lid 1 wordt door de inschrijver gemotiveerd. |
3. Eventuele afwijking van een verzoek overeenkomstig lid 1 wordt door de inschrijver gemotiveerd en door de aanbestedende autoriteit beoordeeld. |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij een gezamenlijke oproep tot het indienen van voorstellen worden gezamenlijke procedures voor de selectie en beoordeling van voorstellen vastgesteld. Bij die procedures moet een evenwichtige groep deskundigen betrokken zijn, benoemd door elke partij. |
Bij een gezamenlijke oproep tot het indienen van voorstellen worden gezamenlijke procedures voor de selectie en beoordeling van voorstellen vastgesteld. Bij de procedures wordt een evenwichtige groep van door alle partijen aangestelde deskundigen betrokken. Dergelijke deskundigen voeren geen evaluaties uit en adviseren en ondersteunen niet in aangelegenheden waarin zij tegenstrijdige belangen hebben. |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In aanvulling op de bepalingen van [artikel 165] van het Financieel Reglement kunnen de Commissie en het Agentschap gezamenlijke aanbestedingsprocedures uitvoeren met het Europees Ruimteagentschap of andere internationale organisaties die bij de uitvoering van de onderdelen van het programma zijn betrokken. |
1. In aanvulling op de bepalingen van [artikel 165] van het Financieel Reglement kunnen de Commissie en/of het Agentschap gezamenlijke aanbestedingsprocedures uitvoeren met het Europees Ruimteagentschap of andere internationale organisaties die bij de uitvoering van de onderdelen van het programma zijn betrokken. |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien dat voor de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten noodzakelijk is, in het bijzonder wat betreft het waarborgen van de integriteit en veerkracht van de Unie-systemen en de onafhankelijkheid van de industriële basis waarop zij steunen, stelt de Commissie voor de aanbesteding, subsidies of prijzen die onder deze titel vallen de nodige subsidiabiliteitsvoorwaarden vast. Daartoe wordt bijzondere aandacht besteed aan de voorwaarde dat in aanmerking komende ondernemingen in een lidstaat zijn gevestigd, de relevante werkzaamheden binnen de Unie zullen verrichten en dat de lidstaten of onderdanen van de lidstaten feitelijke zeggenschap over die ondernemingen hebben. Die voorwaarden worden vermeld in de documenten in verband met de aanbesteding, subsidie of prijs, naargelang van het geval. In het geval van aanbesteding zijn de voorwaarden van toepassing op de gehele levenscyclus van de resulterende opdracht. |
Indien dat voor de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten noodzakelijk is, in het bijzonder wat betreft het waarborgen van de integriteit en veerkracht van de Unie-systemen en de onafhankelijkheid van de industriële basis waarop zij steunen, stelt de Commissie voor de aanbesteding, subsidies of prijzen die onder deze titel vallen de nodige subsidiabiliteitsvoorwaarden vast. Daartoe wordt bijzondere aandacht besteed aan de voorwaarde dat in aanmerking komende ondernemingen in een lidstaat zijn gevestigd en de relevante werkzaamheden binnen de Unie zullen verrichten. Die voorwaarden worden vermeld in de documenten in verband met de aanbesteding, subsidie of prijs, naargelang van het geval. In het geval van aanbesteding zijn de voorwaarden van toepassing op de gehele levenscyclus van de resulterende opdracht. |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een strikte verdeling van de taken en verantwoordelijkheden tussen de bij de uitvoering van het programma betrokken entiteiten, met name tussen de lidstaten, de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap; |
a) een strikte verdeling van de taken en verantwoordelijkheden tussen de bij de uitvoering van het programma betrokken entiteiten, met name tussen de lidstaten, de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap, op basis van de bevoegdheden van elk van de entiteiten, wat zorgt voor meer transparantie, een betere doeltreffendheid en kostenefficiëntie en wat een overlapping van activiteiten vermijdt; |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een strenge controle van het programma, onder meer om te waarborgen dat alle entiteiten zich, binnen hun respectieve bevoegdheden en overeenkomstig deze verordening, strikt aan de ramingen voor de kosten en het tijdschema houden; |
b) een strenge controle van het programma, onder meer om te waarborgen dat alle entiteiten zich, binnen hun respectieve bevoegdheden en overeenkomstig deze verordening, strikt aan de ramingen voor de kosten en technische prestaties houden; |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten; |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten, onder meer door de raadpleging van de adviserende gebruikersfora op nationaal en EU-niveau; |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie, of voor de in artikel 30 bedoelde taken, het Agentschap, kan specifieke taken toevertrouwen aan lidstaten of nationale agentschappen of aan groepen lidstaten of nationale agentschappen. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om te zorgen voor een goede werking van het programma en om het gebruik ervan te bevorderen, waaronder door de voor het programma benodigde frequenties te helpen beschermen. |
2. De Commissie, of voor de in artikel 30 bedoelde taken, het Agentschap, kan specifieke taken toevertrouwen aan lidstaten of aan groepen lidstaten, op basis van een specifieke goedkeuring per geval. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om te zorgen voor een goede werking van het programma en om het gebruik ervan te bevorderen, waaronder door de voor het programma benodigde frequenties op een gepast niveau te helpen beschermen. |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten streven naar een proactieve en gecoördineerde raadpleging van gemeenschappen van eindgebruikers, in het bijzonder met betrekking tot Galileo, Egnos en Copernicus, ook via adviserende gebruikersfora. |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie heeft de algemene verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma, met inbegrip van het beveiliging. In overeenstemming met deze verordening stelt zij de prioriteiten en de ontwikkeling op de lange termijn van het programma vast, en houdt zij toezicht op de uitvoering ervan, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan het effect ervan op andere beleidsterreinen van de Unie. |
1. De Commissie heeft de algemene verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma en de verantwoordelijkheid met betrekking tot beveiliging voor de onderdelen van het programma die niet aan het Agentschap zijn toevertrouwd krachtens artikel 30. In overeenstemming met deze verordening stelt zij de prioriteiten en de ontwikkeling op de lange termijn van het programma vast, en houdt zij toezicht op de uitvoering ervan, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan het effect ervan op andere beleidsterreinen van de Unie. |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie beheert die onderdelen van het programma waarvan het beheer niet aan andere entiteiten is toevertrouwd. |
2. De Commissie beheert die onderdelen van het programma waarvan het beheer niet aan de andere in artikel 30, 31 en 32 bedoelde entiteiten is toevertrouwd. |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende entiteiten die betrokken zijn bij het programma en coördineert de activiteiten van die entiteiten. |
3. De Commissie zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende entiteiten die betrokken zijn bij het programma en coördineert de activiteiten van die entiteiten, en waarborgt de volledige bescherming van de belangen van de Unie, het behoorlijke beheer van haar middelen en de toepassing van haar voorschriften, in het bijzonder die met betrekking tot aanbestedingen. Derhalve sluit de Commissie een overeenkomst over een financieel kaderpartnerschap met het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap in verband met de taken die aan deze twee entiteiten zijn toevertrouwd, zoals bedoeld in artikel 31 bis. |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast overeenkomstig artikel 105 betreffende de specifieke bepaling met betrekking tot de werking en de governance van de functie met betrekking tot ruimteweer en de NEO-functie. |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien dat voor de goede werking van het programma en de soepele dienstverlening door de onderdelen van het programma noodzakelijk is, stelt de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen, de technische en operationele specificaties voor de uitvoering en ontwikkeling van die onderdelen en de daardoor geleverde diensten vast, na raadpleging van de gebruikers en alle andere relevante belanghebbenden. Bij het vaststellen van die technische en operationele specificaties voorkomt de Commissie dat het algemene beveiligingsniveau wordt verlaagd en zorgt zij voor achterwaartse compatibiliteit. |
Indien dat voor de goede werking van het programma en de soepele dienstverlening door de onderdelen van het programma noodzakelijk is, stelt de Commissie, door middel van gedelegeerde handelingen, de eisen van hoog niveau voor de uitvoering en ontwikkeling van die onderdelen en de daardoor geleverde diensten vast, na raadpleging van de gebruikers en alle andere relevante belanghebbenden, met inbegrip van de downstreamsector. Bij het vaststellen van die eisen van hoog niveau voorkomt de Commissie dat het algemene beveiligingsniveau wordt verlaagd en zorgt zij voor achterwaartse compatibiliteit. |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 4 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Deze gedelegeerde handelingen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 21. |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie bevordert en waarborgt de ingebruikneming en het gebruik van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten in de publieke en de private sectoren, waaronder door de juiste ontwikkeling van die diensten te ondersteunen en een stabiel klimaat op de lange termijn te bevorderen. Zij ontwikkelt synergieën tussen de toepassingen van de verschillende onderdelen van het programma. Ook zorgt zij voor complementariteit, consistentie, synergieën en de koppeling tussen het programma en andere acties en programma's van de Unie. |
5. De Commissie zorgt voor complementariteit, consistentie, synergieën en de koppeling tussen het programma en andere acties en programma's van de Unie. Zij ondersteunt en levert in nauwe samenwerking met het Agentschap en, waar van toepassing, het Europees Ruimteagentschap en de aan Copernicus toegewezen entiteiten bijdragen aan: |
|
- de activiteiten in verband met de acceptatie en het gebruik van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten in de publieke en private sector, |
|
- de ontwikkeling van synergieën tussen de aanvragen, |
|
- de toereikende ontwikkeling van deze diensten, |
|
- de bevordering van een stabiel klimaat op lange termijn. |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Waar passend zorgt zij voor de coördinatie met de activiteiten in de ruimtevaartsector die worden verricht op nationaal, internationaal en Unieniveau. De Commissie moedigt samenwerking tussen de lidstaten aan en bevordert de convergentie van hun technische vermogens en ontwikkeling op het gebied van ruimtevaart. |
6. Waar passend en in samenwerking met het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap zorgt de Commissie voor de coördinatie met de activiteiten in de ruimtevaartsector die worden verricht op nationaal, internationaal en Unieniveau. De Commissie moedigt samenwerking tussen de lidstaten aan en bevordert de convergentie van hun technische vermogens en ontwikkeling op het gebied van ruimtevaart. |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) de acceptatie en het gebruik bevorderen en waarborgen van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten, met inbegrip van de ontwikkeling van downstreamtoepassingen en -diensten op basis van de onderdelen van het programma; |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter b ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b ter) maatregelen nemen ter ondersteuning van een innovatie ruimtesector in de Unie, overeenkomstig artikel 6; |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter b quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b quater) toegang ondersteunen tot financiering via de financiële instrumenten onder titel III en InvestEU, alsook, in samenwerking met de EIB, via de financieringsinstrumenten die door deze laatste zijn ingevoerd en die met name gericht zijn op kmo's; |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) communicatie- en promotieactiviteiten verrichten, alsmede activiteiten in verband met de commercialisering van de door Galileo en Egnos geboden diensten; |
c) communicatie- en promotieactiviteiten verrichten, alsmede activiteiten in verband met de commercialisering van met name de door Galileo, Egnos en Copernicus geboden diensten; |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) wat Galileo en Egnos betreft: Galileo en Egnos beheren, als bedoeld in artikel 43; |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de Commissie technische deskundigheid leveren. |
d) de Commissie technische deskundigheid leveren, en daarbij vermijden dat dubbel werk geleverd wordt met de taken van het ESA uit hoofde van artikel 27 en artikel 31. |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de exploitatie van Egnos en Galileo beheren, als bedoeld in artikel 43; |
Schrappen |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) aanbevelingen verstrekken aan de Commissie over de prioriteiten op ruimtevaartgebied in Horizon Europa, en deelnemen aan de tenuitvoerlegging daarvan; |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) uitvoeringsactiviteiten in verband met de ontwikkeling van downstreamtoepassingen en -diensten op basis van de onderdelen van het programma. |
Schrappen |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie kan andere taken aan het Agentschap toevertrouwen, waaronder activiteiten op het gebied van communicatie, promotie en marketing van gegevens en informatie, alsook activiteiten op het gebied van ingebruikneming door gebruikers wat de andere onderdelen van het programma dan Galileo en Egnos betreft. |
3. De Commissie kan andere taken aan het Agentschap toevertrouwen, maar moet daarbij dubbel werk vermijden en zich baseren op een verbeterde efficiëntie bij de uitvoering van de doelstellingen van het programma. |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het Agentschap kan, met het oog op de vervulling van zijn taken, partnerschapsovereenkomsten of andere overeenkomsten afsluiten met nationale ruimtevaartagentschappen, een groep van nationale ruimtevaartagentschappen of andere entiteiten. |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De in de leden 2 en 3 bedoelde taken worden door de Commissie toegewezen door middel van een bijdrageovereenkomst overeenkomstig [artikel 2, lid 18] en [titel VI] van het Financieel Reglement. |
4. De in de leden 2 en 3 bedoelde taken worden door de Commissie toegewezen door middel van een bijdrageovereenkomst overeenkomstig [artikel 2, lid 18] en [titel VI] van het Financieel Reglement en worden geëvalueerd in overeenstemming met artikel 102, lid 6, van deze verordening, in het bijzonder wat betreft het Copernicus-onderdeel. |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Wanneer de Commissie taken aan het Agentschap toevertrouwt, zorgt zij voor passende financiering voor het beheer en de uitvoering van die taken, waaronder voldoende personele en financiële middelen. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) wat Copernicus betreft: de ontwikkeling, het ontwerp en de constructie van de ruimtevaartinfrastructuur van Copernicus, met inbegrip van de werkzaamheden van die infrastructuur; |
a) wat Copernicus betreft: de ontwikkeling, het ontwerp en de constructie van de grond- en ruimtevaartinfrastructuur van Copernicus, met inbegrip van de werkzaamheden van die infrastructuur; |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) wat Galileo en Egnos betreft: evolutie van systemen, ontwikkeling van het grondsegment en het ontwerp en de ontwikkeling van satellieten; |
b) wat Galileo en Egnos betreft: steun voor het Agentschap bij de uitvoering van zijn kerntaken. Wanneer daarin is voorzien in specifieke overeenkomsten tussen het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap, aanbestedingen in naam van en voor het Agentschap met betrekking tot de evolutie van systemen, ontwikkeling van het grondsegment en het ontwerp en de ontwikkeling van het ruimtesegment; |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) wat alle onderdelen van het programma betreft: onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten op zijn vakgebied. |
c) wat alle onderdelen van het programma betreft: onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten betreffende de infrastructuur van onderdelen van het programma. |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) aanmoediging van de samenwerking tussen de lidstaten en bevordering van de convergentie van hun technische vermogens en ontwikkelingen in het ruimtesegment. |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie sluit een overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap met het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap zoals voorzien in [artikel 130] van het Financieel Reglement. In de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap: |
Schrappen |
– worden de verantwoordelijkheden en verplichtingen van het Europees Ruimteagentschap met betrekking tot het programma duidelijk gedefinieerd; |
|
– wordt vereist dat het Europees Ruimteagentschap voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van het Unie-programma, met name wat de verwerking van gerubriceerde informatie betreft; |
|
– worden de voorwaarden voor het beheer van de aan het Europees Ruimteagentschap toegewezen fondsen vastgelegd, met name op het gebied van openbare aanbestedingen, beheersprocedures, de te verwachten resultaten, gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren, de te treffen maatregelen in geval van een gebrekkige of uitvoering frauduleuze van contracten voor wat betreft de kosten, het tijdschema en de resultaten, de communicatiestrategie en de eigendomsregeling voor alle materiële en immateriële activa; die voorwaarden zijn conform de titels III en V van deze verordening en het Financieel Reglement; |
|
– wordt deelname van de Commissie vereist, en indien relevant van het Agentschap, bij de bijeenkomsten van de Raad voor de beoordeling van de inschrijvingen va het Europees Ruimteagentschap die betrekking hebben op het programma; |
|
– worden de toezicht- en controlemaatregelen vastgesteld, die met name een systeem voor kostenraming omvatten, alsmede systematische verstrekking van informatie aan de Commissie of, waar passend, aan het Agentschap, over de kosten en het tijdschema en, indien er een verschil is tussen de voorziene begrotingen, prestaties en tijdschema, corrigerende maatregelen om te waarborgen dat de activiteiten binnen de grenzen van de begrotingstoewijzingen worden gerealiseerd en aan het Europees Ruimteagentschap op te leggen sancties indien dat verschil rechtstreeks te wijten is aan dat agentschap; |
|
– worden de beginselen voor de vergoeding van het Europees Ruimteagentschap vastgelegd, die evenredig moet zijn aan de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren taken, conform de marktprijzen en de vergoedingen van de andere betrokken entiteiten, waaronder de Unie, en, waar dat passend is, op prestatie-indicatoren kan worden gebaseerd; die vergoeding mag geen betrekking hebben op algemene kosten die niet zijn verbonden aan de activiteiten die door de Unie aan het Europees Ruimteagentschap zijn toevertrouwd. |
|
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het sluiten van de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap als bedoeld in lid 2 is afhankelijk van de oprichting binnen het Europees Ruimteagentschap van interne structuren en een operationele methode, met name voor besluitvorming, beheermethoden en aansprakelijkheid, waarmee de belangen van de Unie maximaal kunnen worden beschermd en waarmee haar besluiten kunnen worden nageleefd, waaronder die met betrekking op de door het Europees Ruimteagentschap gefinancierde activiteiten die gevolgen voor het programma hebben. |
Schrappen |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Onverminderd de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap als bedoeld in lid 4 kunnen de Commissie of het Agentschap het Europees Ruimteagentschap verzoeken om de technische deskundigheid en de informatie die nodig zijn voor de uitoefening van de aan hen toegewezen taken in het kader van deze verordening. |
Schrappen |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 31 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 31 bis |
|
De overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap |
|
1. De Commissie sluit een overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap met het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap zoals voorzien in [artikel 130] van het Financieel Reglement. In de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap: |
|
a) worden de rollen, verantwoordelijkheden en verplichtingen van de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap met betrekking tot het programma duidelijk gedefinieerd; |
|
b) worden de instrumenten voor de coördinatie en beheersing van de uitvoering van de programmaonderdelen duidelijk gedefinieerd, met inachtneming van de rol en verantwoordelijkheden die de Commissie heeft met betrekking tot de algehele coördinatie van de programmaonderdelen; |
|
c) wordt vereist dat het Europees Ruimteagentschap voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van het Unie-programma, met name wat de verwerking van gerubriceerde informatie betreft; |
|
d) worden de voorwaarden voor het beheer van de aan het Europees Ruimteagentschap toegewezen fondsen vastgelegd, waaronder de toepassing van de Unieregels voor openbare aanbestedingen indien uit naam van en namens de Unie wordt aanbesteed, beheersprocedures, de te verwachten resultaten, gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren, de te treffen maatregelen in geval van een gebrekkige of uitvoering frauduleuze van contracten voor wat betreft de kosten, het tijdschema en de resultaten, de communicatiestrategie en de eigendomsregeling voor alle materiële en immateriële activa; die voorwaarden zijn conform de titels III en V van deze verordening en het Financieel Reglement; |
|
e) wordt deelname van de Commissie en, wanneer relevant, van het Agentschap vereist bij de bijeenkomsten van de Raad voor de beoordeling van de inschrijvingen van het Europees Ruimteagentschap die betrekking hebben op het programma indien deze laatste aanbesteedt uit naam van en namens de Unie op grond van lid 1 bis; |
|
f) worden de toezicht- en controlemaatregelen vastgesteld, die met name een systeem voor kostenraming omvatten, alsmede systematische verstrekking van informatie aan de Commissie of, waar passend, aan het Agentschap, over de kosten en het tijdschema en, indien er een verschil is tussen de voorziene begrotingen, prestaties en tijdschema, corrigerende maatregelen om te waarborgen dat de activiteiten binnen de grenzen van de begrotingstoewijzingen worden gerealiseerd en aan het Europees Ruimteagentschap op te leggen sancties indien dat verschil rechtstreeks te wijten is aan dat agentschap; |
|
g) worden de beginselen voor de vergoeding van het Europees Ruimteagentschap vastgelegd, rekening houdend met het kostenmodel als openbare entiteit, die evenredig moet zijn aan de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren taken, conform de marktprijzen en de vergoedingen van de andere betrokken entiteiten, waaronder de Unie, en, waar dat passend is, op prestatie-indicatoren kan worden gebaseerd; die vergoeding mag geen betrekking hebben op algemene kosten die niet zijn verbonden aan de activiteiten die door de Unie aan het Europees Ruimteagentschap zijn toevertrouwd; |
|
h) wordt geëist dat het Europees Ruimteagentschap volledige bescherming waarborgt van de belangen van de Unie en haar beslissingen, wat ook kan betekenen dat het Europees Ruimteagentschap zijn besluitvormings- en beheermethoden en aansprakelijkheidsbepalingen moet aanpassen. |
|
2. Onverminderd de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap als bedoeld in artikel 31 bis kunnen de Commissie of het Agentschap het Europees Ruimteagentschap verzoeken om de technische deskundigheid en de informatie die nodig zijn voor de uitoefening van de aan hen toegewezen taken in het kader van deze verordening. De voorwaarden voor dergelijke verzoeken en de tenuitvoerlegging ervan worden wederzijds overeengekomen. |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Rol van andere entiteiten |
Rol van Eumetsat en andere entiteiten |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie kan de uitvoering van de onderdelen van het programma door middel van bijdrageovereenkomsten geheel of gedeeltelijk toewijzen aan andere entiteiten dan de in artikel 30 en 31 bedoelde entiteiten, waaronder: |
1. De Commissie kan de uitvoering van de volgende taken door middel van bijdrageovereenkomsten geheel of gedeeltelijk toewijzen aan andere entiteiten dan de in artikel 30 en 31 bedoelde entiteiten, waaronder: |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de werking van de ruimtevaartinfrastructuur van Copernicus of van delen daarvan, aan Eumetsat; |
a) de modernisering en werking van de ruimtevaartinfrastructuur van Copernicus of van delen daarvan, aan Eumetsat; |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de uitvoering van de Copernicusdiensten of onderdelen daarvan, aan relevante agentschappen, organen of organisaties. |
b) de uitvoering van de Copernicusdiensten of onderdelen daarvan, aan relevante agentschappen, organen of organisaties, die ook de verwerving van informatie van derde partijen beheren. |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie zal bij de uitvoering van het programma het wetenschappelijke en technische advies van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in acht nemen. |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beveiliging van het programma moet worden gebaseerd op de volgende beginselen: |
De beveiliging van het programma wordt gebaseerd op de volgende beginselen: |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) rekening houden met de ervaringen van de lidstaten op het gebied van beveiliging en inspiratie putten uit hun beste praktijken; |
a) rekening houden met de ervaringen van de lidstaten op het gebied van beveiliging en inspiratie putten uit hun beste praktijken en nationale wetten; |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) rekening houden met de ervaring die is opgedaan tijdens de exploitatie van Galileo, Egnos en Copernicus; |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie zorgt op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen voor een hoge mate van beveiliging, in het bijzonder met betrekking tot: |
De Commissie en het Agentschap zorgen op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen voor een hoge mate van beveiliging, in het bijzonder met betrekking tot: |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Te dien einde zorgt de Commissie ervoor dat voor elk onderdeel van het programma een risico- en dreigingsanalyse wordt uitgevoerd. Op basis van die risico- en dreigingsanalyse, stelt zij, door middel van uitvoeringshandelingen, voor elk onderdeel van het programma de algemene beveiligingsvereisten vast. Daarbij houdt de Commissie rekening met de gevolgen van die vereisten voor de goede werking van dat onderdeel, met name wat de kosten, het risicobeheer en het tijdschema betreft, en zorgt zij ervoor het algemene beveiligingsniveau niet te verlagen en geen afbreuk te doen aan de werking van de op dat onderdeel gebaseerde bestaande apparatuur. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Te dien einde voeren de Commissie en het Agentschap, in overleg met de eindgebruikers in de lidstaten en met de relevante entiteiten die de uitvoering van een onderdeel van het programma beheren, een risico- en dreigingsanalyse uit voor de onderdelen Copernicus, SST en Govsatcom. Het Agentschap voert een risico- en dreigingsanalyse uit voor de onderdelen Galileo en Egnos. Op basis van die risico- en dreigingsanalyse stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen voor elk onderdeel van het programma de algemene beveiligingsvereisten vast in overleg met eindgebruikers in de lidstaten en met de relevante entiteiten die de uitvoering van een onderdeel van het programma beheren. Daarbij houdt de Commissie rekening met de gevolgen van die vereisten voor de goede werking van dat onderdeel, met name wat de kosten, het risicobeheer en het tijdschema betreft, en zorgt zij ervoor het algemene beveiligingsniveau niet te verlagen en geen afbreuk te doen aan de werking van de op dat onderdeel gebaseerde bestaande apparatuur. De algemene beveiligingsvereisten bevatten de procedures die moeten worden gevolgd wanneer de beveiliging van de Unie of haar lidstaten door de exploitatie van een onderdeel in het gedrang kan komen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De entiteit die verantwoordelijk is voor het beheer van een onderdeel van het programma is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van dat onderdeel en verricht te dien einde een risico- en dreigingsanalyse en alle nodige activiteiten om de beveiliging van dat onderdeel te waarborgen en in het oog te houden, waaronder met name het vaststellen van technische specificaties en operationele procedures, en ziet erop toe dat deze aan de in lid 1 bedoelde algemene beveiligingsvereisten voldoen. |
2. De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van de onderdelen Copernicus, SST en Govsatcom. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van de onderdelen Galileo en Egnos. Te dien einde verrichten zij alle nodige activiteiten om de beveiliging van de onderdelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn te waarborgen en in het oog te houden, waaronder met name het vaststellen van technische specificaties en operationele procedures, en zien zij erop toe dat deze aan de in lid 1, derde alinea, bedoelde algemene beveiligingsvereisten voldoen. |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 3 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Agentschap: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 3 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) waarborgt de cyberbeveiliging van het programma; |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 4 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) nemen maatregelen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke noodzakelijk zijn voor de bescherming van Europese kritieke infrastructuren zoals bedoeld in Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren29 en aan die welke noodzakelijk zijn voor de bescherming van de eigen nationale kritieke infrastructuren, teneinde zorg te dragen voor de bescherming van de ruimtevaartinfrastructuren op de grond die integraal deel uitmaken van het programma en die op hun grondgebied gelegen zijn; |
a) nemen maatregelen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke noodzakelijk zijn voor de bescherming van Europese kritieke infrastructuren zoals bedoeld in Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren29 en aan die welke noodzakelijk zijn voor de bescherming van de eigen nationale kritieke infrastructuren, teneinde zorg te dragen voor de bescherming van de ruimtevaartinfrastructuren die integraal deel uitmaken van het programma en die op hun grondgebied gelegen zijn; |
__________________ |
__________________ |
29 PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75. |
29 PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75. |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De entiteiten die betrokken zijn bij het programma nemen alle nodige maatregelen om de beveiliging van het programma te waarborgen. |
5. De entiteiten die betrokken zijn bij het programma nemen alle nodige maatregelen om de beveiliging van het programma te waarborgen, ook in het licht van de in de risicoanalyse vastgestelde problemen. |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een vertegenwoordiger van het Europees Ruimteagentschap wordt uitgenodigd om de vergaderingen van de Raad voor de beveiligingshomologatie als waarnemer bij te wonen. Bij uitzondering kunnen ook vertegenwoordigers van agentschappen van de Unie, derde landen of internationale organisaties worden uitgenodigd om vergaderingen als waarnemers bij te wonen voor aangelegenheden die die derde landen of internationale organisaties rechtstreeks aanbelangen, in het bijzonder aangelegenheden met betrekking tot de aan hen toebehorende of op hun grondgebied ingerichte infrastructuur. Regelingen voor die deelname van vertegenwoordigers van derde landen of internationale organisaties en de voorwaarden ervan worden in de desbetreffende overeenkomsten vastgelegd en stemmen overeen met het reglement van orde van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
2. Een vertegenwoordiger van het Europees Ruimteagentschap wordt uitgenodigd om de vergaderingen van de Raad voor de beveiligingshomologatie als waarnemer bij te wonen. Bij uitzondering kunnen ook vertegenwoordigers van agentschappen van de Unie, derde landen of internationale organisaties worden uitgenodigd om vergaderingen als waarnemers bij te wonen, in het bijzonder voor aangelegenheden met betrekking tot de aan hen toebehorende of op hun grondgebied ingerichte infrastructuur. Regelingen voor die deelname van vertegenwoordigers van derde landen of internationale organisaties en de voorwaarden ervan worden in de desbetreffende overeenkomsten vastgelegd en stemmen overeen met het reglement van orde van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het beheer, het onderhoud, de voortdurende verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de grondinfrastructuur, in het bijzonder netwerken, locaties en ondersteuningsfaciliteiten, met inbegrip van opwaardering en het beheer inzake veroudering; |
b) het beheer, het onderhoud, de voortdurende verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de grondinfrastructuur, met inbegrip van de infrastructuur die zich buiten het grondgebied van de Unie bevindt, maar die noodzakelijk is met het oog op een volledige dekking door Galileo en Egnos van de grondgebieden van de lidstaten die geografisch in Europa liggen, in het bijzonder netwerken, locaties en ondersteuningsfaciliteiten, met inbegrip van opwaardering en het beheer inzake veroudering; |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de ontwikkeling van toekomstige generaties van de systemen en de evolutie van de door Galileo en Egnos aangeboden diensten, onverminderd toekomstige besluiten over de financiële vooruitzichten van de Unie; |
c) de ontwikkeling van toekomstige generaties van de systemen en de evolutie van de door Galileo en Egnos aangeboden diensten, onverminderd toekomstige besluiten over de financiële vooruitzichten van de Unie, rekening houdend met de behoeften van relevante belanghebbenden; |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) de ondersteuning van de ontwikkeling en evolutie van fundamentele technologische elementen, zoals met Galileo compatibele chipsets en ontvangers; |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c ter) de ondersteuning van de ontwikkeling van downstreamtoepassingen van Egnos en Galileo, en van geïntegreerde downstreamtoepassingen met gebruikmaking van zowel Egnos/Galileo als Copernicus; |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) de levering en de marktontwikkeling van de door Galileo en Egnos aangeboden diensten; |
e) de levering en de marktontwikkeling van de door Galileo en Egnos aangeboden diensten, met name om de in artikel 4, lid 1, bedoelde sociaal-economische voordelen te maximaliseren; |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een dienst beveiliging van levens (de "Safety-of-Life Service" of SoL), zonder heffingen voor de rechtstreekse gebruiker, die informatie verschaft voor plaatsbepaling en synchronisering met een hoog niveau van continuïteit, beschikbaarheid en nauwkeurigheid en die een integriteitsfunctie omvat waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd voor slecht functioneren of "buiten tolerantie"-signalen van Galileo en andere GNSS'en die het versterkt binnen het dekkingsgebied, met name ten behoeve van gebruikers voor wie veiligheid essentieel is, in het bijzonder voor luchtvaartnavigatiediensten in de burgerluchtvaart. |
c) een dienst beveiliging van levens (de "Safety-of-Life Service" of SoL), zonder heffingen voor de rechtstreekse gebruiker, die informatie verschaft voor plaatsbepaling en tijdsynchronisering met een hoog niveau van continuïteit, beschikbaarheid, nauwkeurigheid en integriteit. Deze dienst wordt verleend in overeenstemming met de EASA-verordening om te verzekeren dat de eisen voor de luchtvaartveiligheid worden nageleefd, en omvat een integriteitsfunctie waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd voor slecht functioneren of "buiten tolerantie"-signalen van Galileo en andere GNSS'en die het versterkt binnen het dekkingsgebied, met name ten behoeve van gebruikers voor wie veiligheid essentieel is, in het bijzonder voor luchtvaartnavigatiediensten in de burgerluchtvaart. |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in lid 1 bedoelde diensten worden met voorrang aangeboden op het grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
De in lid 1 bedoelde diensten worden met voorrang aangeboden op het grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt, met als doel uiterlijk eind 2023 de continentale grondgebieden te dekken en uiterlijk eind 2025 alle grondgebieden. |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De kosten van een dergelijke uitbreiding, met inbegrip van de daaraan verbonden specifieke exploitatiekosten voor deze regio's, worden niet gedekt door de in artikel 11 bedoelde begroting. Een dergelijke uitbreiding mag niet leiden tot vertraging in het aanbieden van de in lid 1 bedoelde diensten op het gehele grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
3. De kosten van een dergelijke uitbreiding, met inbegrip van de daaraan verbonden specifieke exploitatiekosten voor deze regio's, worden niet gedekt door de in artikel 11 bedoelde begroting, maar de Commissie neemt de exploitatie van partnerschapsprogramma's en -overeenkomsten en, indien van toepassing, de ontwikkeling van specifieke financiële instrumenten ter ondersteuning ervan in overweging. Een dergelijke uitbreiding mag niet leiden tot vertraging in het aanbieden van de in lid 1 bedoelde diensten op het gehele grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Compatibiliteit en interoperabiliteit |
Compatibiliteit, interoperabiliteit en normalisering |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Galileo en Egnos, en de daardoor aangeboden diensten, zijn compatibel en operabel met andere satellietnavigatiesystemen en met conventionele radionavigatiemiddelen, indien de nodige vereisten van compatibiliteit en interoperabiliteit in internationale overeenkomsten zijn vastgelegd. |
2. Galileo en Egnos, en de daardoor aangeboden diensten, zijn wederzijds compatibel en operabel met andere satellietnavigatiesystemen en met conventionele radionavigatiemiddelen, indien de nodige vereisten van compatibiliteit en interoperabiliteit in internationale overeenkomsten zijn vastgelegd. |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Galileo en Egnos streven ernaar te voldoen aan internationale normen en certificeringen. |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Copernicus wordt uitgevoerd door voort te bouwen op eerdere investeringen van de Unie en, in voorkomend geval, gebruik te maken van de nationale of regionale capaciteiten van de lidstaten, rekening houdend met de capaciteiten van commerciële leveranciers van vergelijkbare gegevens en informatie en de noodzaak om de concurrentie en de marktontwikkeling. |
1. Copernicus wordt uitgevoerd door voort te bouwen op eerdere investeringen van de Unie, het Europees Ruimteagentschap en Eumetsat en, in voorkomend geval, gebruik te maken van de nationale of regionale capaciteiten van de lidstaten, rekening houdend met de capaciteiten van commerciële leveranciers van vergelijkbare gegevens en informatie en de noodzaak om de concurrentie en de marktontwikkeling. |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij de levering van gegevens en informatie streeft Galileo naar een volledig, vrij en open gegevensbeleid. |
2. Bij de levering van gegevens en informatie past Galileo een volledig, vrij en open gegevensbeleid toe. |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3 – letter a – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– de ontwikkeling en de exploitatie van de Sentinels van Copernicus; |
– de ontwikkeling en de exploitatie van de Sentinel-satellieten van Copernicus; |
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een onderdeel voor de toegang tot en de verspreiding van gegevens, dat infrastructuur en diensten omvat voor het waarborgen van het opzoeken en raadplegen van, het toegang krijgen tot en de verspreiding en benutting van Copernicusgegevens en -informatie; |
c) een onderdeel voor de toegang tot en de verspreiding van gegevens, dat infrastructuur en diensten omvat voor het waarborgen van het opzoeken en raadplegen van, de archivering op lange termijn van, het toegang krijgen tot en de verspreiding en benutting van Copernicusgegevens en -informatie, op een gebruiksvriendelijke manier; |
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een onderdeel voor de acceptatie door de gebruikers en de marktontwikkeling overeenkomstig artikel 29, lid 5, dat relevante activiteiten, middelen en diensten omvat om Copernicus en gegevens en diensten ervan op alle niveaus te bevorderen teneinde de in artikel 4, lid 1, bedoelde socio-economische voordelen te maximaliseren. |
d) een onderdeel voor de acceptatie door de gebruikers, de capaciteitsopbouw en de marktontwikkeling overeenkomstig artikel 29, lid 5, dat relevante activiteiten, middelen en diensten omvat om Copernicus en gegevens en diensten ervan op alle niveaus te bevorderen teneinde de in artikel 4, lid 1, bedoelde socio-economische voordelen te maximaliseren. |
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Om zijn mondiale dimensie en complementariteit te versterken, rekening houdend met de bestaande internationale overeenkomsten en coördinatieprocessen, bevordert Galileo de internationale coördinatie van de observatiesystemen en de desbetreffende uitwisseling van gegevens. |
4. Om zijn mondiale dimensie en complementariteit te versterken, rekening houdend met de bestaande en toekomstige internationale overeenkomsten en coördinatieprocessen, bevordert Galileo de internationale coördinatie van de observatiesystemen en de desbetreffende uitwisseling van gegevens. |
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gegevensverwerving |
In aanmerking komende acties |
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) acties om te zorgen voor continuïteit van de bestaande Sentinel-missies en om verdere Sentinels te ontwikkelen, lanceren, onderhouden en exploiteren, waarbij prioriteit wordt gegeven aan: observatiecapaciteiten voor het monitoren van de antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, waardoor de polen kunnen worden bestreken en innovatieve milieutoepassingen in de domeinen landbouw, bossen en waterbeheer mogelijk worden gemaakt; |
a) acties om te zorgen voor continuïteit van de bestaande Sentinel-missies en om verdere Sentinels te ontwikkelen, lanceren, onderhouden en exploiteren, zoals: observatiecapaciteiten voor het monitoren van de antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, waardoor de polen kunnen worden bestreken en innovatieve milieutoepassingen in de domeinen landbouw, bossen en waterbeheer mogelijk worden gemaakt; |
Amendement 179 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) acties om toegang te verlenen tot gegevens van derden die nodig zijn voor het genereren van Copernicusdiensten of voor gebruik door de instellingen, agentschappen en gedecentraliseerde diensten van de Unie; |
b) acties om toegang te verlenen tot gegevens van derden die nodig zijn voor het genereren van Copernicusdiensten of voor gebruik door de eindgebruikers, waarbij prioriteit wordt gegeven aan gegevens verstrekt en/of gefinancierd openbare entiteiten in de lidstaten, zoals nationale agentschappen; |
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – alinea 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) ondersteuning van de ontwikkeling van relevante downstreamtoepassingen en -diensten van Copernicus. |
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de volgende diensten: |
Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de volgende kerndiensten: |
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, bodemkwaliteit, woestijnvorming, culturele erfgoedsites, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen en met name ontbossing, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; de lidstaten zullen de informatie en gegevens als gevolg van de monitoring van het landbouwareaal met betrekking tot de mate van landbedekking en het gebruik van landbouwgrond kunnen gebruiken om de administratieve lasten bij het toekennen van landbouwsubsidies verder te verminderen; |
Amendement 183 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
– het in kaart brengen van landbouwgronden die geïrrigeerd moeten worden, oogstprognoses en landgebruik, en het zorgen voor een betere voedselveiligheid en -kwaliteit door het beschermen van het milieu; |
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
– monitoring van visserijactiviteiten, teneinde voor een betere voedselveiligheid en -kwaliteit te zorgen door het beschermen van het milieu; |
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) de monitoring van de steun voor de tenuitvoerlegging van het beleid van de Unie; |
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het SST-onderdeel ondersteunt de volgende activiteiten: |
Het SST-programma streeft ernaar de Unie geleidelijk aan uit te rusten met een autonome SST-capaciteit. |
|
Het SST-onderdeel ondersteunt de volgende activiteiten: |
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de oprichting, ontwikkeling en exploitatie van een netwerk van op de grond en/of in de ruimte gestationeerde sensoren van de lidstaten, met inbegrip van sensoren die zijn ontwikkeld met tussenkomst van het Europees Ruimteagentschap en op nationaal niveau beheerde sensoren van de Unie, voor het bewaken en volgen van voorwerpen en voor het ontwikkelen van een Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte die is aangepast aan de behoeften van de in artikel 55 bedoelde gebruikers; |
a) de oprichting, ontwikkeling en exploitatie van een netwerk van op de grond en/of in de ruimte gestationeerde sensoren van de lidstaten of van de Unie, met inbegrip van sensoren die zijn ontwikkeld met tussenkomst van het Europees Ruimteagentschap en op nationaal niveau beheerde sensoren van de Unie, voor het bewaken en volgen van voorwerpen en voor het ontwikkelen van een Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte die is aangepast aan de behoeften van de in artikel 55 bedoelde gebruikers; |
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Lidstaten die wensen deel te nemen aan de levering van de in artikel 54 bedoelde SST-diensten, dienen een gezamenlijk voorstel in bij de Commissie waarin wordt aangetoond dat aan de onderstaande criteria is voldaan: |
Lidstaten die wensen deel te nemen aan de levering van de in artikel 54 bedoelde SST-diensten, dienen een individueel of gezamenlijk voorstel in bij de Commissie waarin wordt aangetoond dat aan de onderstaande criteria is voldaan: |
Amendement 189 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, nadere regels vast met betrekking tot de werking van het organisatorisch kader van de deelname van de lidstaten aan SST. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
8. De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast overeenkomstig artikel 105 betreffende de specifieke bepaling ter bepaling van nadere regels met betrekking tot de werking van het organisatorisch kader van de deelname van de lidstaten aan SST. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Artikel 58 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 58 bis |
|
Toezicht op vraag en aanbod voor SST |
|
Voor 31 december 2024 evalueert de Commissie de uitvoering van het SST-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit van sensoren op de grond en in de ruimte, en voltooit zij de productie van de Europese catalogus waarin in artikel 53, lid 1 bis, is voorzien. |
|
Bij de evaluatie wordt met name onderzocht of aanvullende ruimte- en grondinfrastructuur nodig is. |
|
De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte- en grondinfrastructuur in het kader van het SST-onderdeel. |
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het opzetten van een Europese NEO-catalogus. |
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In het kader van het Govsatcom-onderdeel worden capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie samengebracht in een gemeenschappelijke pool op het niveau van de Unie van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie. Dit onderdeel omvat: |
In het kader van het Govsatcom-onderdeel worden capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie samengebracht in een gemeenschappelijke pool op het niveau van de Unie van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie met gepaste beveiligingsvereisten. Dit onderdeel kan bestaan uit:: |
Amendement 193 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de ontwikkeling, bouw en exploitatie van de infrastructuur van het grondsegment; |
a) de ontwikkeling, bouw en exploitatie van de infrastructuur van het grond- en ruimtesegment; |
Amendement 194 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, het dienstenpakket vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van een lijst van categorieën van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie en de eigenschappen daarvan, met inbegrip van geografische dekking, frequentie, bandbreedte, gebruikersapparatuur en beveiligingsaspecten. Die maatregelen worden gebaseerd op de in lid 1 bedoelde operationele en beveiligingsvereisten en geven prioriteit aan diensten die op het niveau van de Unie aan gebruikers worden aangeboden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
3. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, het dienstenpakket vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van een lijst van categorieën van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie en de eigenschappen daarvan, met inbegrip van geografische dekking, frequentie, bandbreedte, gebruikersapparatuur en beveiligingsaspecten. Die maatregelen worden gebaseerd op de in lid 1 bedoelde operationele en beveiligingsvereisten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 195 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het in lid 3 bedoelde dienstenpakket houdt rekening met bestaande commercieel beschikbare diensten om de concurrentie op de interne markt niet te verstoren. |
Amendement 196 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) rechtspersonen die overeenkomstig de procedure voor beveiligingshomologatie van artikel 36 naar behoren zijn gehomologeerd voor het aanbieden van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie, op basis van de in artikel 34, lid 1, bedoelde specifieke beveiligingsvereisten voor het Govsatcom-onderdeel. |
b) rechtspersonen die overeenkomstig de procedure voor beveiligingshomologatie van artikel 36 naar behoren zijn gehomologeerd voor het aanbieden van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie. |
Amendement 197 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) De aanbieders van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie in het kader van dit onderdeel voldoen aan de specifieke beveiligingsvereisten voor het Govsatcom-onderdeel als bedoeld in artikel 34, lid 1. |
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in een gezamenlijk pool samengebrachte capaciteiten, diensten en gebruikersapparatuur op het gebied van satellietcommunicatie worden gedeeld en geprioriteerd tussen Govsatcom-deelnemers op basis van een analyse van de beveiligingsrisico's door de gebruikers op het niveau van de Unie en de lidstaten. Bij deze deling en prioritering wordt voorrang gegeven aan gebruikers op het niveau van de Unie. |
1. De in een gezamenlijk pool samengebrachte capaciteiten, diensten en gebruikersapparatuur op het gebied van satellietcommunicatie worden gedeeld en geprioriteerd tussen Govsatcom-deelnemers op basis van een analyse van de beveiligingsrisico's door de gebruikers op het niveau van de Unie en de lidstaten. |
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Artikel 66 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Govsatcom-hubs houden rekening met bestaande commercieel beschikbare diensten om de concurrentie op de interne markt niet te verstoren. |
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Artikel 69 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor het einde van 2024 evalueert de Commissie de uitvoering van het Govsatcom-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit op het gebied van satellietcommunicatie. Bij de evaluatie wordt met name onderzocht of er aanvullende ruimte-infrastructuur nodig is. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte-infrastructuur in het kader van het Govsatcom-onderdeel. |
Voor het einde van 2024 evalueert de Commissie, in samenwerking met de verantwoordelijke entiteiten, de uitvoering van het Govsatcom-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit op het gebied van satellietcommunicatie. Bij de evaluatie wordt met name onderzocht of er aanvullende ruimte-infrastructuur nodig is. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte-infrastructuur in het kader van het Govsatcom-onderdeel. |
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De zetel van het Agentschap is gevestigd in Praag (Tsjechië). |
De zetel van het Agentschap is gevestigd in Praag (Tsjechië). Overeenkomstig de behoeften van het programma kunnen er lokale kantoren van het Agentschap als bedoeld in artikel 79, lid 2, worden geopend. |
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De leden van de Raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van de kerntaken van het Agentschap, met inachtneming van hun relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. Het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaten trachten het verloop van hun vertegenwoordigers in de Raad van bestuur te beperken om te zorgen voor continuïteit in de activiteiten. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de Raad van bestuur. |
4. De leden van de Raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van de taken van het Agentschap, met inachtneming van hun relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. Het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaten trachten het verloop van hun vertegenwoordigers in de Raad van bestuur te beperken om te zorgen voor continuïteit in de activiteiten. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de Raad van bestuur. |
Amendement 203 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De ambtstermijn van de leden van de Raad van bestuur en van hun plaatsvervangers bedraagt vier jaar en kan eenmaal worden verlengd. |
5. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur en van hun plaatsvervangers bedraagt vier jaar en kan worden verlengd. |
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Raad van bestuur houdt tweemaal per jaar een gewone vergadering. Daarnaast komt de Raad van bestuur, op initiatief van zijn voorzitter of op verzoek van ten minste een derde van zijn leden, bijeen. |
3. De Raad van bestuur houdt ten minste tweemaal per jaar een gewone vergadering. Daarnaast komt de Raad van bestuur, op initiatief van zijn voorzitter of op verzoek van ten minste een derde van zijn leden, bijeen. |
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Voor onderdelen van het programma die het gebruik van gevoelige nationale infrastructuur met zich meebrengen, mogen enkel de vertegenwoordigers van de lidstaten die over dergelijke infrastructuur beschikken en de vertegenwoordiger van de Commissie deelnemen aan de vergaderingen en de beraadslagingen van de Raad van bestuur en aan de stemming. Indien de voorzitter van de Raad van bestuur geen lidstaat vertegenwoordigt die over dergelijke infrastructuur beschikt, wordt hij/zij vervangen door een van de vertegenwoordigers van een lidstaat die over dergelijke infrastructuur beschikt. |
5. Voor onderdelen van het programma die het gebruik van gevoelige nationale infrastructuur met zich meebrengen, mogen de vertegenwoordigers van de lidstaten en de vertegenwoordiger van de Commissie deelnemen aan de vergaderingen en de beraadslagingen van de Raad van bestuur, maar mogen enkel de vertegenwoordigers van de lidstaten die dergelijke infrastructuur bezitten deelnemen aan de stemming. Indien de voorzitter van de Raad van bestuur geen lidstaat vertegenwoordigt die over dergelijke infrastructuur beschikt, wordt hij/zij vervangen door een van de vertegenwoordigers van een lidstaat die over dergelijke infrastructuur beschikt. |
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Artikel 77 – lid 2 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) hij stelt uiterlijk op 30 juni van het eerste jaar van het meerjarig financieel kader als bedoeld in artikel 312 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het meerjarig werkprogramma van het Agentschap op voor de periode die onder het meerjarig financieel kader valt, na er, zonder enige wijziging, het deel in te hebben opgenomen dat de Raad voor de veiligheidsaccreditatie overeenkomstig artikel 80, onder a), heeft opgesteld en na het advies van de Commissie te hebben ontvangen. Het Europees Parlement wordt geraadpleegd over dit meerjarig werkprogramma; |
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Artikel 77 – lid 2 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) hij stelt transparantieregelingen over industriële contracten vast en wordt hiervan regelmatig op de hoogte gehouden door de uitvoerend directeur; |
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) hij voldoet aan de transparantieregelingen over industriële contracten en brengt de Raad van bestuur hiervan op de hoogte; |
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De uitvoerend directeur beslist of het voor de efficiënte en effectieve uitvoering van de taken van het Agentschap noodzakelijk is een of meer personeelsleden te vestigen in een of meer lidstaten. Alvorens te beslissen een plaatselijk kantoor te openen, vraagt de uitvoerend directeur de toestemming van de Commissie, de Raad van bestuur en de betrokken lidstaat/lidstaten. In het besluit wordt het toepassingsgebied van de in dat lokale kantoor te verrichten activiteiten omschreven, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het Agentschap worden vermeden. Het kan nodig zijn een zetelovereenkomst met de betrokken lidstaat/lidstaten te sluiten. |
2. De uitvoerend directeur beslist of het voor de efficiënte en effectieve uitvoering van de taken van het Agentschap noodzakelijk is een of meer personeelsleden te vestigen in een of meer lidstaten. Alvorens te beslissen een plaatselijk kantoor te openen, vraagt de uitvoerend directeur de toestemming van de Raad van bestuur en de betrokken lidstaat/lidstaten. In het besluit wordt het toepassingsgebied van de in dat lokale kantoor te verrichten activiteiten omschreven, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het Agentschap worden vermeden. Het kan nodig zijn een zetelovereenkomst met de betrokken lidstaat/lidstaten te sluiten. Waar mogelijk wordt de impact met betrekking tot personeelstoewijzing en begroting opgenomen in het jaarlijkse werkprogramma, en dit project wordt in elk geval ter kennis van de begrotingsautoriteit gebracht overeenkomstig artikel 84, lid 11. |
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Artikel 88 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het personeel van het Agentschap moet worden betaald uit de eigen middelen van het Agentschap en in voorkomend geval via de middelen die door de Commissie worden toegewezen indien door de Commissie aan het Agentschap gedelegeerde taken worden uitgevoerd. |
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Artikel 89 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De uitvoerend directeur wordt op grond van verdiensten en van door bewijsstukken gedocumenteerde bestuurlijke en leidinggevende vaardigheden, alsook relevante bekwaamheid en ervaring, door de Raad van bestuur benoemd aan de hand van een door de Commissie voorgestelde lijst van kandidaten, na een transparant algemeen vergelijkend onderzoek volgend op de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie of elders. |
De uitvoerend directeur wordt op grond van verdiensten en van door bewijsstukken gedocumenteerde bestuurlijke en leidinggevende vaardigheden, alsook relevante bekwaamheid en ervaring, door de Raad van bestuur benoemd aan de hand van een door de Commissie voorgestelde lijst van ten minste drie kandidaten, na een transparant algemeen vergelijkend onderzoek volgend op de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie of elders. |
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Artikel 89 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Op basis van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de in de eerste alinea bedoelde beoordeling, kan de Raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal met ten hoogste vier jaar verlengen. |
Op basis van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de in de eerste alinea bedoelde beoordeling, kan de Raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal met ten hoogste vijf jaar verlengen. |
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Artikel 92 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Zetelovereenkomst en operationele voorwaarden |
Overeenkomst met betrekking tot de zetel en de lokale kantoren en operationele voorwaarden |
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Artikel 92 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De nodige regelingen betreffende de huisvesting van het Agentschap in de lidstaat van vestiging en de voorzieningen die deze lidstaat moet treffen, alsmede de bijzondere regels die in de lidstaat van vestiging van toepassing zijn op de uitvoerend directeur, de leden van de Raad van bestuur, de werknemers van het Agentschap en hun gezinsleden, worden vastgelegd in een zetelovereenkomst tussen het Agentschap en de lidstaat van vestiging, die gesloten wordt nadat de Raad van bestuur deze heeft goedgekeurd. |
1. De nodige regelingen betreffende de huisvesting van het Agentschap in de lidstaten van vestiging en de voorzieningen die deze lidstaat moet treffen, alsmede de bijzondere regels die in de lidstaten van vestiging van toepassing zijn op de uitvoerend directeur, de leden van de Raad van bestuur, de werknemers van het Agentschap en hun gezinsleden, worden vastgelegd in een overeenkomst met betrekking tot de zetel en de lokale kantoren tussen het Agentschap en de lidstaat waar de zetel of de lokale infrastructuur zich bevindt, die gesloten wordt nadat de Raad van bestuur deze heeft goedgekeurd. |
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Artikel 98 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Agentschap staat open voor deelname van derde landen die met de Unie overeenkomsten in die zin hebben gesloten. |
1. Het Agentschap staat open voor deelname van derde landen en internationale organisaties die met de Unie overeenkomsten in die zin hebben gesloten. |
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Artikel 101 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie stelt een methode vast voor de vaststelling van kwalitatieve indicatoren voor een nauwkeurige beoordeling van de vorderingen bij de verwezenlijking van de in artikel 4, lid 1, onder a), b) en c), genoemde algemene doelstellingen. Op basis van deze methode vult de Commissie de bijlage uiterlijk op 1 januari 2021 aan. |
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, maar uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen. |
2. De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, maar uiterlijk drie jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen. Een specifiek deel van deze evaluatie is gewijd aan de governance van het programma, bedoeld om informatie op te leveren over of er wijzigingen moeten worden aangebracht aan taken en bevoegdheden die aan de verschillende actoren van het programma zijn toevertrouwd. |
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. |
4. De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, en laat de evaluatie waar nodig gepaard gaan met een nieuw wetgevingsvoorstel. |
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 6 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 30 juni 2024, en vervolgens om de vijf jaar, evalueert de Commissie de prestaties van het Agentschap, in het bijzonder met betrekking tot de doelstellingen, het mandaat, de taken en de locatie ervan overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het Agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijziging. Deze evaluatie betreft ook het beleid van het Agentschap inzake belangenconflicten en de onafhankelijkheid en de autonomie van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
Uiterlijk op 30 juni 2024, en vervolgens om de drie jaar, evalueert de Commissie de prestaties van het Agentschap, in het bijzonder met betrekking tot de doelstellingen, het mandaat, de taken en de locatie ervan overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het Agentschap te wijzigen, met name ten aanzien van de mogelijkheid er overeenkomstig artikel 30 aanvullende taken aan toe te vertrouwen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijziging. Deze evaluatie betreft ook het beleid van het Agentschap inzake belangenconflicten en de onafhankelijkheid en de autonomie van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Artikel 105 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in de artikelen 52 en 101 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd tot en met 31 december 2028. |
2. De in de artikelen 52 en 101 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend tot en met 31 december 2028. |
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Artikel 107 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat samenkomt in specifieke configuraties/subgroepen voor elk van de onderdelen van het programma (Galileo en Egnos, Copernicus, SSA, Govsatcom). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. |
Amendement 222 Voorstel voor een verordening Artikel 107 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Door de Unie gesloten internationale overeenkomsten kunnen, voor zover van toepassing, voorzien in de deelname van vertegenwoordigers van derde landen of van internationale organisaties aan de werkzaamheden van het comité, onder de bij het reglement van orde ervan vastgestelde voorwaarden, met inachtneming van de veiligheid van de Unie. |
TOELICHTING
De Europese Commissie is erg ambitieus met de publicatie en goedkeuring van het MFK. Het Oostenrijkse voorzitterschap is de uitdaging aangegaan en heeft een kort en ambitieus tijdschema vastgesteld. Het Europees Parlement is bereid ditzelfde ritme aan te houden.
De Europese Commissie heeft het voorstel op 6 juni gepubliceerd en de rapporteur probeert de bevestiging van de plenaire vergadering te krijgen om in december van start te gaan met de interinstitutionele overeenkomst. Als gevolg van dit strikte en strakke tijdschema had de rapporteur één maand de tijd om het verslag, waarin wordt ingegaan op de twee eerdere programma's en twee nieuwe initiatieven, op te stellen.
De rapporteur heeft besloten dit strakke tijdschema te eerbiedigen. Daarom richt het verslag zich op de belangrijkste aspecten van het voorstel, te weten begroting – met verwijzing naar SSA-, Govsatcom- en transversale activiteiten –, governance, industrieel concurrentievermogen en ruimtevaartdiplomatie, toegang tot ruimte en veiligheid en, in het bijzonder, cyberbeveiliging.
In het verslag wordt niet ingegaan op een deel van de artikelen en op de overwegingen, maar de rapporteur kan nog steeds besluiten deze te wijzigen door middel van amendementen. Wegens de tijdsdruk geeft hij er de voorkeur aan een samenhangende benadering voor de belangrijkste vraagstukken te presenteren.
Vanuit de ruimte opererende diensten en toepassingen hebben een grote invloed op het welzijn en de veiligheid van de Europese burgers, nu en in de toekomst, en op de Europese industriële basis. Het is daarom van groot belang om de ruimtevaarteconomie te stimuleren zodat alle lidstaten, hun burgers en hun industrieën de vruchten van dit ruimtevaartprogramma, waarvan de gebruikers de uiteindelijke begunstigden zijn, volledig kunnen plukken.
Het ontstaan van nieuwe gemeenschappen, publiek en privaat, wordt gewaardeerd, maar de ontwikkeling ervan moet zijn gebaseerd op de veranderende behoeften van de belangrijkste gebruikers. De verschillende onderdelen van het programma moeten zich baseren op een analyse van opties om tegemoet te komen aan de nieuwe behoeften van gebruikers, onder meer op het vlak van de uitvoering en de monitoring van beleidsmaatregelen van de Unie die de continue en effectieve betrokkenheid van gebruikers vereisen, met name met betrekking tot de definitie en validering van vereisten.
De Europese Commissie stelt voor de bestaande Galileo-, Egnos- en Copernicus-programma's samen te voegen in één programma en hier twee nieuwe initiatieven aan toe te voegen: SSA en Govsatcom. Met een volledig geïntegreerd ruimtevaartprogramma, een ontwikkeling die wordt aangemoedigd in het ruimtevaartbeleid voor Europa, kunnen de synergieën worden benut tussen de onderdelen en de effectiviteit en kostenefficiëntie worden verhoogd. Eén enkel samenhangend kader zal toekomstige investeringen aanmoedigen, de zichtbaarheid vergroten en meer flexibiliteit bieden.
De rapporteur is ingenomen met de aanzienlijke verhoging van de financiering voor het ruimtevaartprogramma om de continuïteit van Galileo, Egnos en Copernicus te garanderen. Het is belangrijk dat met de begroting hypermoderne en innovatieve Galileo-, Egnos- en Copernicus-initiatieven worden ondersteund, zodat de voordelen van navigatie en aardobservatie optimaal kunnen worden benut. De exploitatie, de ingebruikneming en het gebruik van gegevens en diensten, met name voor de downstreamsector, zullen gunstig zijn voor gebruikers en het Europese bedrijfsleven, waardoor de groei en werkgelegenheid in de Unie worden bevorderd.
De rapporteur betreurt het gebrek aan ambitie in de nieuw SSA- en Govsatcom-initiatieven. De Europese Unie en lidstaten investeren in grote hoeveelheden kritieke infrastructuur die moet worden beschermd. De mogelijkheid voor een dreiging "van bovenaf" zal de komende jaren toenemen. Het toenemende aantal constellaties met een zeer groot aantal satellieten in de ruimte leidt ertoe dat het druk wordt. Daarnaast is er veel ruimteschroot. Dit brengt de veiligheid van de activiteiten in gevaar omdat het risico bestaat dat ruimtevaartuigen onderling of met ruimteschroot botsen. Bovendien kunnen er zich door het weer in de ruimte ook verschillende soorten onvoorziene gebeurtenissen voordoen. Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren.
Europa moet autonoom kunnen voorzien in zijn behoeften en veiligheid in deze zeer strategische sector en worden beschouwd als een betrouwbare gesprekspartner op internationaal niveau.
Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is onontbeerlijk voor veiligheidsactoren. Het bundelen en delen van deze belangrijke bron van veiligheid op Unieniveau zorgt ervoor dat de Unie haar burgers beter kan beschermen. De middelen die worden toegewezen voor Govsatcom lijken onvoldoende om tegemoet te komen aan potentiële verzoeken en voor het beheer van de activiteiten en het verschaffen van Europese infrastructuur.
De cyberbeveiliging van de infrastructuur op de grond en in de ruimte is cruciaal om de continuïteit van de werking van de systemen en hun effectieve vermogen om ononderbroken taken uit te voeren en de vereiste diensten te leveren te kunnen garanderen.
Het is daarom noodzakelijk specifieke transversale activiteiten te plannen en te bepalen welke entiteit verantwoordelijk is voor het integrale toezicht op aspecten van cyberbeveiliging. Naast het waarborgen van de specifieke behoeften, in overeenstemming met de algemene indicaties die worden bepaald door de Europese organen die de aspecten van cyberbeveiliging overzien en met de betrokkenheid van andere belanghebbenden, is het ook belangrijk om beleid en operationele procedures op te stellen en hun samenhangende toepassing door de verschillende onderdelen te monitoren.
Europa is een van de wereldleiders in de ruimte, maar moet zich wel inspannen om zijn capaciteiten bij te houden en verder te ontwikkelen. In een geopolitieke omgeving die steeds onzekerder wordt, moeten investeringen in de ruimte een institutionele prioriteit blijven om het leiderschap, het concurrentievermogen, de duurzaamheid en de autonomie van Europa in dit strategische domein in de toekomst te behouden.
Dit is van groot belang in een context waarin traditionele grootmachten in de ruimte buitengewoon actief blijven en nieuwe spelers tegelijkertijd een steeds grotere uitdaging vormen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartsector.
In het ruimtevaartprogramma dat de Europese Commissie voorstelt, wordt de belangrijke rol van de Europese industrie wel erkend, maar worden de instrumenten om een sterke, innovatieve, concurrerende en gediversifieerde industriële basis in Europa te handhaven en ontwikkelen, onvoldoende ondersteund. Het is belangrijk om in alle lidstaten een zo breed en open mogelijke deelname van startende ondernemingen, nieuwe marktdeelnemers en kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen, in zowel de upstream- als de downstreammarkt, in de hele toeleveringsketen en in de sector die toepassingen en diensten levert.
Het internationale concurrentievermogen van de Europese industrieën moet worden bevorderd door geschikte voorwaarden tot stand te brengen zodat zij op gelijke voet kunnen concurreren met de grote spelers in de ruimtevaart. Om nieuwe zakelijke kansen te creëren voor de Europese ruimtevaartindustrie, moedigt de rapporteur de Commissie sterk aan gebruik te maken van economische diplomatie om internationale samenwerkingen tot stand te brengen en het bewustzijn omtrent ruimtevaart wereldwijd te vergroten.
De industrie moet kunnen concurreren, zodat zij activiteiten kan uitvoeren met dezelfde niveaus van betrouwbaarheid en veiligheid voor het publiek, maar op een manier die economische efficiënter is. Als dit gebeurt, moet de industrie haar expertise kunnen aanbieden in een context van eerlijke mededinging, zonder verstoring van de markt, zodat publieke middelen kunnen worden bespaard door de meest efficiënte oplossing toe te passen.
Voorts moet het Europese ruimtevaartprogramma autonome toegang tot de ruimte bevorderen door de aggregatie van lanceringen, de ontwikkeling van alternatieve lanceertechnologieën en het ondersteunen van infrastructuur op de grond.
Internationale concurrenten in landen die toegang tot de ruimte hebben, met name de VS, Rusland en China, genieten van een sterk beschermde institutionele thuismarkt met hogere institutionele prijzen en aanbestedingscontracten met een langere duur.
Daarom kunnen internationale concurrenten lanceerdiensten aanbieden tegen een aanzienlijk hogere prijs dan de Europese industrie en toch concurrerend zijn. Om veiligheids- en economische redenen is het belangrijk om een gelijk speelveld te creëren, autonome toegang tot de ruimte te garanderen en de Europese industrie in staat te stellen op internationaal niveau te concurreren.
De doelstellingen van het ruimtevaartprogramma zullen ook worden nagestreefd door middel van synergieën met andere Europese programma's en financieringsinstrumenten. Het voorstel zal ervoor zorgen dat de toegang tot risicofinanciering voor startende ondernemingen in de ruimtevaartsector zal verbeteren. Tegelijkertijd zal de Commissie de mogelijkheid onderzoeken van een speciaal eigenvermogensinstrument binnen het InvestEU-programma. Het nieuwe ruimtevaartprogramma zal innovatiepartnerschappen creëren om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en aan te schaffen, toegang tot test- en verwerkingsinstallaties te faciliteren en certificering en normalisering te bevorderen. Het programma zal samenhang en synergieën met Horizon Europa nastreven, waardoor koppelingen tussen acties op het gebied van ruimtegerelateerd onderzoek en innovatie wordt gegarandeerd. De rapporteur betreurt dat er geen specifieke begroting is voor ruimteonderzoek binnen Horizon Europa om investeerders zekerheid te bieden en het concurrentievermogen en leiderschap van Europese industrieën in deze belangrijke sector te waarborgen.
Om het programma soepel te kunnen uitvoeren, is goede governance nodig, evenals een juiste verdeling van taken en rollen en duidelijke verhoudingen tussen de belangrijke spelers, te weten de Europese Commissie, het hernoemde Agentschap van de Europese Unie voor het Ruimtevaartprogramma (het Agentschap) en het Europees Ruimteagentschap (ESA). In de governance moet ook rekening worden gehouden met de rol van lidstaten en hun agentschappen en andere internationale Europese spelers.
De Europese Commissie heeft de overkoepelende verantwoordelijkheid voor het programma, de beveiliging ervan en de coördinatie van de activiteiten van de entiteiten die bij het programma zijn betrokken.
Het Agentschap heeft in de afgelopen jaren meer bevoegdheden gekregen en kan meer taken uitvoeren. Als het Agentschap verantwoordelijk wordt voor de beveiligingshomologatie en eventueel voor de cyberbeveiliging en promotie van de diensten en downstreamtoepassingen van het programma, zal de Europese Commissie moeten investeren in zijn uitbreiding in de vorm van een verhoging van het aantal ambtenaren en geografische verbreding, eventueel door het openen van nieuwe lokale kantoren.
De rol van het ESA is fundamenteel voor de technische en operationele steun van de EU voor de uitvoering van duidelijk gedefinieerde onderdelen van het ruimtevaartprogramma, waarbij procedures en regels in acht moeten worden genomen die in overeenstemming zijn met die van de Europese Unie.
ADVIES van de Begrotingscommissie (11.10.2018)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
(COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD))
Rapporteur voor advies: John Howarth
BEKNOPTE MOTIVERING
De waarde van de ruimtevaartindustrie in de Europese Unie beloopt naar schatting 53 tot 62 miljard euro aan toegevoegde waarde en verschaft werk aan 231 000 mensen. Het ruimtevaartprogramma van de Europese Unie heeft tot doel de veiligheid van de Unie te verhogen en voor technologische onafhankelijkheid te zorgen, een aantal van de dringendste wereldwijde uitdagingen aan te pakken, zoals het bestrijden van de klimaatverandering, het bevorderen van technologische innovatie en het bieden van sociale en economische voordelen aan bedrijven en mensen in Europa. Het programma zal zich blijven richten op het verbeteren van de drie vlaggenschipprojecten van de EU: Galileo (satellietnavigatie), Copernicus (aardobservatie) en Egnos (navigatie voor de "beveiliging van levens"), alsmede het ontwikkelen van STT (veiligheid in de ruimte) en het lanceren van het Govsatcom-initiatief (veilige satellietcommunicatie).
Met het voorstel wil de Commissie tijdens de MFK-periode van 2021-2027 Galileo/Egnos financieren ten belope van 8,6 miljard EUR in 2018 (constante prijzen) (9,7 miljard EUR in lopende prijzen) en Copernicus ten belope van 5,1 miljard EUR (5,8 miljard EUR). Voor STT en Govsatcom is 0,4 miljard EUR (0,5 miljard EUR) uitgetrokken. Het ruimtevaartprogramma beloopt in totaal 1, 25 % van de vastleggingen voor het MFK in de periode 2021-2027. Alle cijfers moeten als indicatieve cijfers worden beschouwd totdat het MFK-proces is afgesloten en zij worden hier in constante prijzen uitgedrukt om een directe vergelijking met de vorige MFK-periode mogelijk te maken.
Het Europese ruimtevaartprogramma stelt de lidstaten in staat technologische voordelen te verwezenlijken dankzij een programma dat voor elke afzonderlijke lidstaat te groot zou zijn om doeltreffend te kunnen concurreren. Aldus bieden de technologie, de gegevens en de diensten van het ruimtevaartprogramma, naast rechtstreekse voordelen voor de werkgelegenheid en steun voor een concurrerende ruimtevaartsector, een grote meerwaarde voor de begrotingen van de Europese Unie, mede maar niet uitsluitend voor het visserijbeleid, de milieu- en klimaatprogramma's, precisielandbouw en de modellering en het beheer van vervoer en verkeer. De EU zou moeten trachten informatie uit het ruimtevaartprogramma te gebruiken om voortaan een beter gefundeerde begrotingsplanning en besluitvorming op deze en andere gebieden mogelijk te maken.
De Commissie heeft te kennen gegeven dat zij voornemens is op basis van het bestaande Agentschap voor het Europees wereldwijd satellietnavigatiesysteem een Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma op te richten om een eengemaakt en vereenvoudigd systeem van bestuur in te stellen, waarbij het Europees Ruimteagentschap de voornaamste partner voor de uitvoering van het programma zal blijven. Het voornemen om een grotere nadruk te leggen op de marketing, het beheer en het bestuur van het programma via het hernoemde agentschap is toe te juichen. Aan de instelling van een nieuwe bestuursstructuur zijn financiële risico's verbonden en derhalve wordt de nadruk gelegd op duidelijkheid in de strategie, alsmede op de verdeling van taken, verantwoordelijkheid en toezicht bij het bestuur van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma teneinde de financiële risico's af te zwakken.
Het programma is gebaseerd op technologie en vaardigheden die zeer gespecialiseerd en soms uniek zijn waarbij van nieuwe ontwikkelingen gebruik wordt gemaakt. Derhalve moet het programma functioneren in het kader van een MFK dat afdoende flexibel is om de kostenschommelingen en nieuwe ontwikkelingen te ondervangen en binnen een regelgevingskader dat voldoende flexibel is om het belang van de Unie, het programma en de lidstaten te dienen.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat zij autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte handhaaft, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceerdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceerinfrastructuren. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke infrastructuren te ondersteunen. Met name indien grondinfrastructuur die nodig is om lanceringen uit te voeren in overeenstemming met de behoeften van het programma moet worden gehandhaafd of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen deels in het kader van het Programma te financieren, overeenkomstig het Financieel Reglement en indien een duidelijke meerwaarde van de EU kan worden vastgesteld, om een betere kostenefficiëntie te bekomen voor het Programma. |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat zij autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte handhaaft, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceerdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceerinfrastructuren. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke infrastructuren te ondersteunen. Met name indien grondinfrastructuur die nodig is om lanceringen uit te voeren in overeenstemming met de behoeften van het programma moet worden gehandhaafd of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen deels in het kader van het Programma te financieren, overeenkomstig het Financieel Reglement en indien een duidelijke meerwaarde van de EU kan worden vastgesteld, om een betere kostenefficiëntie te bekomen voor het Programma op basis van een flexibel meerjarig financieel kader waarmee op veranderende omstandigheden kan worden gereageerd. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal dit Programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de verwezenlijking van de algemene doelstelling dat 25 % van de EU-begroting de klimaatdoelstellingen moet ondersteunen. De betrokken acties zullen tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het programma worden vastgesteld en zullen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de betrokken evaluatie- en herzieningsprocedures. |
(13) Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om als voortrekker de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal dit Programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de snelle verwezenlijking van de algemene doelstelling dat 30 % van de EU-begroting de klimaatdoelstellingen moet ondersteunen, alsmede aan de integratie van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen in alle beleidsmaatregelen van de Unie. De betrokken acties zullen tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het programma worden vastgesteld en zullen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de betrokken evaluatie- en herzieningsprocedures. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Aangezien het Programma in principe door de Unie wordt gefinancierd, moeten in het kader van dit programma afgesloten aanbestedingsovereenkomsten voldoen aan de regels van de Unie. In dit verband moet de Unie ook verantwoordelijk zijn voor het definiëren van de doelstellingen die moeten worden nagestreefd met betrekking tot overheidsopdrachten. |
(15) Aangezien het Programma in principe door de Unie wordt gefinancierd, moeten in het kader van dit programma afgesloten aanbestedingsovereenkomsten voldoen aan de regels van de Unie en moet hierbij terdege rekening worden gehouden met de criteria inzake milieu, samenleving en ondernemingsbestuur. In dit verband moet de Unie ook verantwoordelijk zijn voor het definiëren van de doelstellingen die moeten worden nagestreefd met betrekking tot overheidsopdrachten. De algehele uitvoering van het Programma, met inbegrip van de aanbestedingsprocedures, moet stroken met de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling, met name ten aanzien van de gendergelijkheid. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Een goed publiek bestuur van het Programma vereist een strikte verdeling van de verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken entiteiten om dubbel werk te voorkomen en kostenoverschrijdingen en vertragingen te voorkomen. |
(25) Een goed publiek bestuur van het Programma vereist een strikte verdeling van de verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken entiteiten, met name tussen het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en het Europees Ruimteagentschap, om nodeloos dubbel werk te voorkomen en kostenoverschrijdingen en vertragingen te voorkomen. De Commissie moet de taken en communicatie coördineren en controleren op basis van de beginselen van het Verdrag van Lissabon1 bis en van het Kaderakkoord tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap1 ter. |
|
__________________ |
|
1 bis Artikel 189, lid 3, van het Verdrag van Lissabon. |
|
1 ter "Overwegende dat de partijen erkennen dat zij specifieke complementaire en wederzijds versterkende kwaliteiten hebben en zich ertoe hebben verbonden op een doeltreffende en voor beide partijen voordelige wijze samen te werken en hierbij nodeloos dubbel werk te vermijden." |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 39 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(39) Het Galileo-programma beoogt de invoering en exploitatie van de eerste specifiek voor civiele doeleinden ontworpen mondiale infrastructuur voor navigatie en plaatsbepaling per satelliet, die door diverse publieke en particuliere actoren in Europa en in de hele wereld kan worden gebruikt. Galileo functioneert onafhankelijk van andere bestaande of potentiële systemen en draagt zo onder meer bij tot de strategische autonomie van de Unie. De tweede generatie van het systeem moet vóór 2030 geleidelijk worden ingevoerd, aanvankelijk met beperkte operationele capaciteit. |
(39) Het Galileo-programma beoogt op basis van het voorbereidende werk van het Europees Ruimteagentschap de invoering en exploitatie van de eerste specifiek voor civiele doeleinden ontworpen mondiale infrastructuur voor navigatie en plaatsbepaling per satelliet, die door diverse publieke en particuliere actoren in Europa en in de hele wereld kan worden gebruikt. Galileo functioneert onafhankelijk van andere bestaande of potentiële systemen en draagt zo onder meer bij tot de strategische autonomie van de Unie. De tweede generatie van het systeem moet vóór 2030 geleidelijk worden ingevoerd, aanvankelijk met beperkte operationele capaciteit. |
Motivering | |
Galileo is gebaseerd op het voorbereidende werk van het Europees Ruimteagentschap, wat in het voorstel van de Commissie niet duidelijk is. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
23 bis) "ruimtevaartsector": |
|
"de upstream-sector", die activiteiten omvat die leiden tot een operationeel ruimtevaartsysteem en verkenning van de ruimte; |
|
"de downstream-sector", die activiteiten omvat met betrekking tot het exploiteren van satellietgegevens voor de ontwikkeling van ruimtevaartgerelateerde producten en diensten voor eindgebruikers. |
Motivering | |
De term ruimtevaartsector moet verder worden gedefinieerd en worden opgesplitst in een upstream- en een downstream-sector. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorts omvat het programma maatregelen om voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve ruimtevaartsector. |
Voorts omvat het programma maatregelen voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve en concurrerende ruimtevaartsector. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) het verhogen van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, haar handelingsvrijheid en haar strategische onafhankelijkheid, met name op het vlak van technologische, op bewijzen gestoelde besluitvorming; |
c) het verhogen van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, haar handelingsvrijheid en haar strategische onafhankelijkheid, met name op het vlak van technologische, doeltreffende, op bewijzen gestoelde en kostenbesparende besluitvorming; |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen [16] miljard EUR in lopende prijzen. |
1. De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen 14 816 938 000 EUR in prijzen van 2018 (16,7 miljard EUR in lopende prijzen). |
De indicatieve verdeling van het in lid 1 bedoelde bedrag is als volgt: |
De indicatieve verdeling van het in lid 1 bedoelde bedrag is als volgt: |
a) voor Galileo en Egnos: [9,7] miljard EUR; |
a) voor Galileo en Egnos: 8 606 245 580 EUR in prijzen van 2018 (9,7 miljard EUR in lopende prijzen); |
b) voor Copernicus: [5,8] miljard EUR; |
b) voor Copernicus: 5 146 002 510 EUR in prijzen van 2018 (5,8 miljard EUR in lopende prijzen); |
c) voor SSA/Govsatcom: [0,5] miljard EUR. |
c) voor SSA/Govsatcom: 1 064 689 910 EUR in prijzen van 2018 (1,2 miljard EUR in lopende prijzen). |
Motivering | |
Overeenkomstig het besluit van de Conferentie van voorzitters van 13 september 2018 weerspiegelt het compromisamendement de laatste uitsplitsing van het MFK per programma zoals bepaald in het tussentijds verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027 — het standpunt van het Parlement met betrekking tot een akkoord. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in artikel 3 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in de artikelen 3 en 6 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
Motivering | |
Ondersteuning van de ontwikkeling van een sterke, concurrerende en innovatieve ruimtevaartsector moet een van de doelstellingen zijn. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De door de onderdelen van het programma gegenereerde ontvangsten worden toegevoegd aan de begroting van de Unie en gebruikt voor de financiering van het onderdeel dat de ontvangst genereerde. |
1. De door de onderdelen van het programma gegenereerde ontvangsten worden toegevoegd aan de begroting van de Unie en gebruikt voor de financiering van elk onderdeel van het programma. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 – streepje 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– worden de beginselen voor de vergoeding van het Europees Ruimteagentschap vastgelegd, die evenredig moet zijn aan de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren taken, conform de marktprijzen en de vergoedingen van de andere betrokken entiteiten, waaronder de Unie, en, waar dat passend is, op prestatie-indicatoren kan worden gebaseerd; die vergoeding mag geen betrekking hebben op algemene kosten die niet zijn verbonden aan de activiteiten die door de Unie aan het Europees Ruimteagentschap zijn toevertrouwd. |
– worden de beginselen voor de vergoeding van het Europees Ruimteagentschap vastgelegd, die evenredig moet zijn aan de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren taken, conform de vergoedingen van de andere betrokken entiteiten, waaronder de Unie, en, waar dat passend is, op prestatie-indicatoren kan worden gebaseerd; die vergoeding mag geen betrekking hebben op algemene kosten die niet zijn verbonden aan de activiteiten die door de Unie aan het Europees Ruimteagentschap zijn toevertrouwd. |
Motivering | |
Voor veel diensten zijn er geen echte "marktprijzen". | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Copernicus wordt uitgevoerd door voort te bouwen op eerdere investeringen van de Unie en, in voorkomend geval, gebruik te maken van de nationale of regionale capaciteiten van de lidstaten, rekening houdend met de capaciteiten van commerciële leveranciers van vergelijkbare gegevens en informatie en de noodzaak om de concurrentie en de marktontwikkeling. |
1. Copernicus wordt uitgevoerd door voort te bouwen op eerdere investeringen van de Unie en financiering door het Europees Ruimteagentschap en, in voorkomend geval, gebruik te maken van de nationale of regionale capaciteiten van de lidstaten, rekening houdend met de capaciteiten van commerciële leveranciers van vergelijkbare gegevens en informatie en de noodzaak om de concurrentie en de marktontwikkeling te bevorderen. |
Motivering | |
De financiering van Copernicus wordt gedeeld door de Europese Unie (70 %) en het Europees Ruimteagentschap (30 %). | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en vier vertegenwoordigers van de Commissie, die allen stemrecht hebben, en één vertegenwoordiger zonder stemrecht die wordt aangewezen door het Europees Parlement. |
1. De Raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat, vier vertegenwoordigers van de Commissie en één vertegenwoordiger die wordt aangewezen door het Europees Parlement, die allen stemrecht hebben. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 101 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie dient elk jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van het Programma. Het verslag omvat onder andere informatie met betrekking tot het risicobeheer, de totale kosten, de jaarlijkse exploitatiekosten, de resultaten van de aanbestedingen, de ontvangsten, het tijdschema en de prestaties van het Programma en het Agentschap. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD) |
||||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 14.6.2018 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
BUDG 14.6.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
John Howarth 12.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
13.9.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
9.10.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 1 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Richard Ashworth, Reimer Böge, Lefteris Christoforou, Gérard Deprez, Manuel dos Santos, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, John Howarth, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Siegfried Mureşan, Jan Olbrycht, Younous Omarjee, Răzvan Popa, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Jordi Solé, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Inese Vaidere, Monika Vana, Daniele Viotti, Tiemo Wölken |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Andrey Novakov |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Eleonora Evi, Auke Zijlstra |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
30 |
+ |
|
ALDE |
Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Gérard Deprez |
|
ECR |
Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk |
|
NI |
Eleftherios Synadinos |
|
PPE |
Richard Ashworth, Reimer Böge, Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Inese Vaidere |
|
S&D |
Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Iris Hoffmann, John Howarth, Vladimír Maňka, Răzvan Popa, Manuel dos Santos, Daniele Viotti, Tiemo Wölken |
|
Verts/ALE |
Jordi Solé, Monika Vana |
|
1 |
- |
|
ENF |
Auke Zijlstra |
|
2 |
0 |
|
EFDD |
Eleonora Evi |
|
GUE/NGL |
Younous Omarjee |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (15.11.2018)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
(COM(2018)0447 – C8‑0258/2018 – 2018/0236(COD))
Rapporteur voor advies: Adina‑Ioana Vălean
AMENDEMENTEN
De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid verzoekt de bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De ontwikkeling van de ruimtevaartsector is van oudsher gekoppeld aan veiligheid. In veel gevallen zijn de uitrusting, onderdelen en instrumenten die worden gebruikt in de ruimtevaartsector goederen voor tweeërlei gebruik. De mogelijkheden die de ruimtevaart biedt voor de veiligheid van de Unie en haar lidstaten moeten derhalve worden benut. |
(2) De ontwikkeling van de ruimtevaartsector is van oudsher gekoppeld aan veiligheid. In veel gevallen zijn de uitrusting, onderdelen en instrumenten die worden gebruikt in de ruimtevaartsector goederen voor tweeërlei gebruik. De mogelijkheden die de ruimtevaart biedt voor de veiligheid en onafhankelijkheid van de Unie en haar lidstaten moeten derhalve worden benut. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) De ruimtevaartsector is heden ten dage van cruciaal belang voor talrijke beleidsterreinen van de Unie en de lidstaten op gebieden zoals milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming en preventie, veiligheid en beveiliging, alsmede de digitale economie. Verdere potentiële toepassingen, met inbegrip van ruimtevaartoplossingen voor klimaatverandering, moeten worden afgebakend en actief worden nagestreefd. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals de aanpassing aan en de matiging van de klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger verantwoord gedrag in de ruimte bevorderen en de mogelijkheid om toe te treden tot de relevante VN-verdragen onderzoeken. |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger verantwoord gedrag in de ruimte bevorderen, met name ten aanzien van de toenemende hoeveelheid ruimteschroot, en de mogelijkheid om toe te treden tot de relevante VN-verdragen onderzoeken. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal dit Programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de verwezenlijking van de algemene doelstelling dat 25 % van de EU-begroting de klimaatdoelstellingen moet ondersteunen. De betrokken acties zullen tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het programma worden vastgesteld en zullen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de betrokken evaluatie- en herzieningsprocedures. |
(13) Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen van de Unie en haar toezeggingen om als voortrekker de Overeenkomst van Parijs en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal dit Programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de snelle verwezenlijking van de algemene doelstelling dat 30 % van de EU-begroting de klimaatdoelstellingen moet ondersteunen, alsmede aan de integratie van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen in alle beleidsmaatregelen van de Unie. De betrokken acties zullen tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het programma worden vastgesteld en zullen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de betrokken evaluatie- en herzieningsprocedures. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 47 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, biodiversiteit, landgebruik, bodembescherming, de gezondheid van de zeeën, civiele bescherming en preventie, veiligheid en de digitale economie. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 47 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(47 bis) Het aantal gebruiker van de diensten van Copernicus voor wat betreft de klimaatverandering stijgt voortdurend en is tussen 2015 en 2016 verdubbeld. Het is zaak deze diensten volledig operationeel te maken om te zorgen voor een grotere beschikbaarheid van de gegevens die nodig zijn voor de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 62 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(62 bis) Het vervoer van ruimtevaartuigen en hun onderdelen vanaf de aarde in de ruimte brengt hoge operationele kosten en aanzienlijke gevolgen voor het milieu met zich mee. Om het aantal reizen naar de ruimte en aldus de emissie van broeikasgassen te verminderen, zouden ruimtevaartuigen moeten worden onderworpen met het oog op hergebruik in de ruimte. Voorts zou een doelstelling op lange termijn de productie van duurzame energie in de ruimte mogelijk moeten maken door de in de ruimte beschikbare hulpbronnen te gebruiken, bijvoorbeeld het opzetten van waterstofproductie die het bijtanken van ruimtevaartuigen mogelijk maakt. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 64 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(64) De exploitatie van SST-diensten moet gebaseerd zijn op een partnerschap tussen de Unie en de lidstaten en gebruikmaken van bestaande en toekomstige nationale deskundigheid en systemen, waaronder die welke via het Europees Ruimteagentschap of door de Unie zijn ontwikkeld. Het moet mogelijk zijn om financiële steun te bieden voor de ontwikkeling van nieuwe SST-sensoren. Indachtig het gevoelige karakter van de SST, moet de controle over nationale sensoren en hun exploitatie, onderhoud en vernieuwing en de verwerking van gegevens die tot de verstrekking van SST-diensten leidt een bevoegdheid van de deelnemende lidstaten blijven. |
(64) De exploitatie van SST-diensten moet gebaseerd zijn op een partnerschap tussen de Unie en de lidstaten en gebruikmaken van bestaande en toekomstige deskundigheid en systemen van de lidstaten en van het Europees Ruimteagentschap (ESA), waaronder die welke via het ESA of door de Unie zijn ontwikkeld. Het moet mogelijk zijn om financiële steun te bieden voor de ontwikkeling van nieuwe SST-sensoren. Indachtig het gevoelige karakter van de SST, moet de controle over nationale en ESA-sensoren en hun exploitatie, onderhoud en vernieuwing en de verwerking van gegevens die tot de verstrekking van SST-diensten leidt een bevoegdheid van de lidstaten blijven. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 67 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(67) Daarnaast moet het SST een aanvulling vormen op de bestaande beperkingsmaatregelen, zoals de richtlijnen inzake het beperken van ruimteschroot van de Commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (COPUOS) en de richtsnoeren voor de houdbaarheid op lange termijn van activiteiten in de ruimte of andere initiatieven om de veiligheid, de beveiliging en de duurzaamheid van activiteiten in de ruimte te garanderen. Met het oog op het verminderen van de risico's op botsingen moet het SST ook synergieën nastreven met initiatieven voor actieve verwijdering en passivering van ruimteschroot. Het SST moet bijdragen tot het vreedzame gebruik en de vreedzame verkenning van de ruimte. De toename van de activiteiten in de ruimte kan gevolgen hebben voor de internationale initiatieven op het gebied van het ruimteverkeersbeheer. De Unie moet deze ontwikkelingen monitoren en kan ze in aanmerking nemen in het kader van de tussentijdse evaluatie van het huidige meerjarig financieel kader. |
(67) Daarnaast moet het SST een aanvulling vormen op de bestaande beperkingsmaatregelen, zoals de richtlijnen inzake het beperken van ruimteschroot van de Commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (COPUOS) en de richtsnoeren voor de houdbaarheid op lange termijn van activiteiten in de ruimte of andere initiatieven om de veiligheid, de beveiliging en de duurzaamheid van activiteiten in de ruimte te garanderen. Met het oog op het verminderen van de risico's op botsingen moet het SST ook synergieën nastreven met initiatieven voor actieve verwijdering en passivering van ruimteschroot, ook middels de ontwikkeling van technologische instrumenten voor de actieve verwijdering van dit schroot. Het SST moet bijdragen tot het vreedzame gebruik en de vreedzame verkenning van de ruimte. De toename van de activiteiten in de ruimte kan gevolgen hebben voor de internationale initiatieven op het gebied van het ruimteverkeersbeheer. De Unie moet deze ontwikkelingen monitoren en kan ze in aanmerking nemen in het kader van de tussentijdse evaluatie van het huidige meerjarig financieel kader. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 70 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(70) Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Een ruimteweerfunctie moet derhalve worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op de bestaande capaciteiten op nationaal niveau en op het niveau van de Unie en moet brede deelname van lidstaten en betrokkenheid van de private sector mogelijk maken. |
(70) Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Een ruimteweerfunctie moet derhalve worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico's in verband met ruimteweersverschijnselen te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op de bestaande capaciteiten op nationaal niveau, op ESA-niveau en op het niveau van de Unie en moet brede deelname van lidstaten en betrokkenheid van de private sector mogelijk maken. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 71 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(71) Het Witboek van de Commissie over de toekomst van Europa25, de Verklaring van Rome van de staatshoofden en regeringsleiders van 27 EU-lidstaten26 en verscheidene resoluties van het Europees Parlement brengen in herinnering dat de EU een belangrijke rol te spelen heeft in het waarborgen van een veilig en veerkrachtig Europa dat in staat is om uitdagingen zoals regionale conflicten, terrorisme, cyberbedreigingen en toenemende migratiedruk het hoofd te bieden. Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is een onmisbaar instrument voor veiligheidsactoren, en het bundelen en delen van deze belangrijke hulpbron op het niveau van de Unie versterkt een Unie die haar burgers beschermt. |
(71) Het Witboek van de Commissie over de toekomst van Europa25, de Verklaring van Rome van de staatshoofden en regeringsleiders van 27 EU-lidstaten26 en verscheidene resoluties van het Europees Parlement brengen in herinnering dat de Unie een belangrijke rol te spelen heeft in het waarborgen van een veilig en veerkrachtig Europa dat in staat is om te helpen uitdagingen zoals klimaatverandering, regionale conflicten, terrorisme, cyberbedreigingen en toenemende migratiedruk het hoofd te bieden. Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is een onmisbaar instrument voor veiligheidsactoren, en het bundelen en delen van deze belangrijke hulpbron op het niveau van de Unie versterkt een Unie die haar burgers beschermt. |
_________________ |
_________________ |
25 https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/witboek_over_de_toekomst_van_europa_nl.pdf |
25 https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/witboek_over_de_toekomst_van_europa_nl.pdf |
26 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/intm/146072.pdf |
26 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/intm/146072.pdf |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2) "weersomstandigheden in de ruimte": van nature optredende veranderingen in de omstandigheden tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen voor de aarde kunnen hebben; |
2) "weersomstandigheden in de ruimte": van nature optredende veranderingen in de omstandigheden tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen voor de aarde of voor op de ruimtevaart gebaseerde infrastructuur kunnen hebben; |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis) "potentiële kandidaten": landen of entiteiten met een duidelijk vooruitzicht op toetreding tot de Unie, waaraan echter nog niet de status van kandidaat-lidstaat is toegekend; |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorts omvat het programma maatregelen om voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve ruimtevaartsector. |
Voorts omvat het programma maatregelen voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve en concurrerende ruimtevaartsector. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige, betrouwbare en op de gebruikers afgestemde aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, humanitaire hulp, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte ("SSA"): het versterken van de SST-capaciteiten om voorwerpen in de ruimte te monitoren, bewaken en identificeren, ruimteweer te monitoren en de NEO-capaciteiten van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden; |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte ("SSA"): het versterken van de SST-capaciteiten om voorwerpen in de ruimte te monitoren, bewaken en identificeren, ruimteweer te monitoren, de NEO-capaciteiten van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden en oplossingen te bieden ter bevordering van de reiniging van de baan om de aarde; |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte; |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte, waaronder alternatieve energieproductie met gebruikmaking van in de ruimte beschikbare hulpbronnen, nieuwe lanceertechnologieën en innovatieve systemen of diensten, waarbij rekening wordt gehouden met de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten, zoals bedoeld in artikel 25; |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding; |
e) activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding, ook via stages voor studenten, recent afgestudeerden en jonge professionals en ondernemers; |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten; |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, ook middels raadpleging van het Copernicus-gebruikersforum als bedoeld in artikel 48, lid 1, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten; |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Voor de coördinatie en het beheer van het Copernicus-programma wordt de Commissie bijgestaan door het Copernicus-comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, en het Copernicus-gebruikersforum. Het Copernicus-gebruikersforum is een werkgroep van het Copernicus-comité, dat bestaat uit de nationale gebruikersgemeenschappen. Het forum heeft een essentiële rol bij het verzamelen van bijdragen over de ontwikkeling van Copernicus en de verbreiding ervan onder de gebruikers. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 50 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 50 |
Artikel 50 |
Copernicusdiensten |
Copernicusdiensten |
Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de volgende diensten: |
Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de volgende diensten: |
a) milieumonitoring, diensten voor verslaglegging en het waarborgen van de naleving met betrekking tot: |
a) milieumonitoring, diensten voor verslaglegging en het waarborgen van de naleving met betrekking tot: |
– monitoring van de atmosfeer om informatie te verschaffen over de luchtkwaliteit en de chemische samenstelling van de atmosfeer; |
– monitoring van de atmosfeer om informatie te verschaffen over de luchtkwaliteit en de chemische samenstelling van de atmosfeer; |
– monitoring van het mariene milieu om informatie te verschaffen over de toestand en dynamiek van mariene en kustecosystemen en hun natuurlijke hulpbronnen; |
– monitoring van het mariene milieu, met speciale aandacht voor het in kaart brengen van de verontreiniging door plastic en microplastic, om informatie te verschaffen over de toestand en dynamiek van mariene en kustecosystemen en hun natuurlijke hulpbronnen; |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, bodemkwaliteit, woestijnvorming, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen en ontbossing, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
– monitoring van de klimaatverandering om informatie te verschaffen over antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, essentiële klimaatvariabelen, klimaatheranalysen, seizoensvoorspellingen, klimaatvooruitzichten en verklaring van de klimaatverandering, alsmede indicatoren op relevante tijd- en ruimteschalen; |
– monitoring van de klimaatverandering om informatie te verschaffen over antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, essentiële klimaatvariabelen, klimaatheranalysen, seizoensvoorspellingen, klimaatvooruitzichten en verklaring van de klimaatverandering, alsmede indicatoren op relevante tijd- en ruimteschalen; |
|
– monitoring van natuur- en cultuurerfgoed van UNESCO; |
b) dienst voor het beheer van noodsituaties om ondersteunende informatie te verschaffen voor in de Unie gevestigde overheden die belast zijn met civiele bescherming, ter ondersteuning van civielebeschermings- en noodhulpoperaties (ter verbetering van activiteiten in verband met vroegtijdige waarschuwing en van crisisresponscapaciteiten), en preventie- en paraatheidsacties (risico- en herstelanalysen) in verband met verschillende soorten rampen; |
b) dienst voor het beheer van noodsituaties om ondersteunende informatie te verschaffen voor het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties en in de Unie gevestigde overheden die belast zijn met civiele bescherming, ter ondersteuning van de Europese en nationale civielebeschermings- en noodhulpoperaties (vooral ter verbetering van activiteiten in verband met vroegtijdige waarschuwing en van crisisresponscapaciteiten), en preventie- en paraatheidsacties (risico- en herstelanalysen) in verband met alle mogelijke soorten rampen; |
c) beveiligingsdienst ter ondersteuning van de bewaking van de buitengrenzen van de Unie, maritieme bewaking, alsmede extern optreden van de Unie in reactie op veiligheidsvraagstukken waarmee de Unie wordt geconfronteerd, en de doelstellingen en acties van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. |
c) beveiligingsdienst ter ondersteuning van de bewaking van de buitengrenzen van de Unie, maritieme bewaking, alsmede extern optreden van de Unie in reactie op veiligheidsvraagstukken waarmee de Unie wordt geconfronteerd, en de doelstellingen en acties van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 77 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) hij stelt uiterlijk op 15 november van elk jaar het werkprogramma van het Agentschap voor het komende jaar vast na er, zonder enige wijziging, het deel in te hebben opgenomen dat de Raad voor de beveiligingshomologatie overeenkomstig artikel 80, onder b), heeft opgesteld en na het advies van de Commissie te hebben ontvangen; |
a) hij stelt uiterlijk op 15 november van elk jaar het werkprogramma van het Agentschap voor het komende jaar vast na er, zonder enige wijziging, het deel in te hebben opgenomen dat de Raad voor de beveiligingshomologatie overeenkomstig artikel 80, onder b), heeft opgesteld en na het advies van de Commissie te hebben ontvangen en het Europees Parlement over genoemd werkprogramma te hebben geraadpleegd; |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 99 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De leden van de Raad van bestuur en van de Raad voor de beveiligingshomologatie, de uitvoerend directeur, de gedetacheerde nationale deskundigen en waarnemers leggen een verbintenisverklaring af, alsmede een verklaring over hun belangen waaruit blijkt of zij al dan niet directe of indirecte belangen hebben die als nadelig voor hun onafhankelijkheid kunnen worden beschouwd. Die verklaringen moeten waarheidsgetrouw en volledig zijn. Zij worden schriftelijk afgelegd bij indiensttreding van de betrokken personen en worden jaarlijks vernieuwd. Zij worden bijgewerkt wanneer daartoe aanleiding bestaat, met name in geval van relevante wijzigingen in de persoonlijke situatie van de betrokkenen. |
1. De leden van de Raad van bestuur en van de Raad voor de beveiligingshomologatie, de uitvoerend directeur, de gedetacheerde nationale deskundigen en waarnemers leggen een verbintenisverklaring af, alsmede een verklaring over hun belangen waaruit blijkt of zij al dan niet directe of indirecte belangen hebben die als nadelig voor hun onafhankelijkheid kunnen worden beschouwd. Die verklaringen moeten waarheidsgetrouw en volledig zijn. Zij worden schriftelijk afgelegd bij indiensttreding van de betrokken personen en worden jaarlijks vernieuwd. Zij worden bijgewerkt wanneer daartoe aanleiding bestaat, met name in geval van relevante wijzigingen in de persoonlijke situatie van de betrokkenen. Zowel de verbintenisverklaring als de verklaring omtrent belangen wordt openbaar en gemakkelijk online toegankelijk gemaakt. |
Motivering | |
Meer transparantie zal het vertrouwen van het publiek in dit werk vergroten. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 99 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De leden van de Raad van bestuur en van de Raad voor de beveiligingshomologatie, de uitvoerend directeur, de gedetacheerde nationale deskundigen, de waarnemers en de externe deskundigen die zitting hebben in de ad-hocwerkgroepen maken op elke vergadering onverkort en accuraat kenbaar of er al dan niet belangen zijn die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid ten aanzien van elk van de agendapunten, en nemen niet deel aan de bespreking en de stemming betreffende die agendapunten. |
2. De leden van de Raad van bestuur en van de Raad voor de beveiligingshomologatie, de uitvoerend directeur, de gedetacheerde nationale deskundigen, de waarnemers en de externe deskundigen die zitting hebben in de ad-hocwerkgroepen maken op elke vergadering onverkort en accuraat kenbaar of er al dan niet belangen zijn die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid ten aanzien van elk van de agendapunten, en nemen niet deel aan de bespreking en de stemming betreffende die agendapunten. Verklaringen omtrent belangen met betrekking tot agendapunten worden openbaar en gemakkelijk online toegankelijk gemaakt. |
Motivering | |
Meer transparantie zal het vertrouwen van het publiek in dit werk vergroten. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma |
||||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD) |
||||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 14.6.2018 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ENVI 14.6.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Adina-Ioana Vălean 21.6.2018 |
||||
Datum goedkeuring |
12.11.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
48 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Margrete Auken, Ivo Belet, Biljana Borzan, Lynn Boylan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Birgit Collin-Langen, Miriam Dalli, Seb Dance, Angélique Delahaye, Mark Demesmaeker, Stefan Eck, Bas Eickhout, Francesc Gambús, Gerben-Jan Gerbrandy, Arne Gericke, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Jytte Guteland, György Hölvényi, Jean-François Jalkh, Benedek Jávor, Karin Kadenbach, Urszula Krupa, Jo Leinen, Peter Liese, Jiří Maštálka, Susanne Melior, Miroslav Mikolášik, Rory Palmer, Bolesław G. Piecha, Annie Schreijer-Pierik, Davor Škrlec, Nils Torvalds, Adina-Ioana Vălean, Jadwiga Wiśniewska, Damiano Zoffoli |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Cristian-Silviu Buşoi, Fredrick Federley, Giorgos Grammatikakis, Christophe Hansen, Tilly Metz, Carolina Punset |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Paul Rübig, Tomáš Zdechovský |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
48 |
+ |
|
ALDE |
Fredrick Federley, Gerben-Jan Gerbrandy, Carolina Punset, Nils Torvalds |
|
ECR |
Mark Demesmaeker, Arne Gericke, Urszula Krupa, Bolesław G. Piecha, Jadwiga Wiśniewska |
|
ENF |
Jean-François Jalkh |
|
GUE/NGL |
Lynn Boylan, Stefan Eck, Jiří Maštálka |
|
PPE |
Ivo Belet, Cristian-Silviu Buşoi, Birgit Collin-Langen, Angélique Delahaye, Francesc Gambús, Jens Gieseke, Julie Girling, Françoise Grossetête, Andrzej Grzyb, Christophe Hansen, György Hölvényi, Peter Liese, Miroslav Mikolášik, Paul Rübig, Annie Schreijer-Pierik, Adina-Ioana Vălean, Tomáš Zdechovský |
|
S&D |
Biljana Borzan, Paul Brannen, Soledad Cabezón Ruiz, Nessa Childers, Miriam Dalli, Seb Dance, Giorgos Grammatikakis, Jytte Guteland, Karin Kadenbach, Jo Leinen, Susanne Melior, Rory Palmer, Damiano Zoffoli |
|
VERTS/ALE |
Margrete Auken, Bas Eickhout, Benedek Jávor, Tilly Metz, Davor Škrlec |
|
0 |
- |
|
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme (11.10.2018)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
(COM(2018)0447 – C8‑0258/2018 – 2018/0236(COD))
Rapporteur voor advies: Massimiliano Salini
BEKNOPTE MOTIVERING
Op ruimtevaart gebaseerde diensten en toepassingen geven vorm aan het welzijn, de beveiliging en de veiligheid van Europese burgers nu en in de toekomst alsook aan het concurrentievermogen van de Europese industriële basis. Het is daarom van cruciaal belang de ruimtevaarteconomie te bevorderen, zodat alle lidstaten, hun burgers en hun bedrijfsleven, ten volle profijt kunnen trekken van dit ruimtevaartprogramma.
Een moderne, veiligere, concurrerende, efficiënte, duurzame vervoerssector is nauw verweven met ruimtevaartdiensten. Navigatiesystemen en aardobservatie verbeteren de prestaties van vervoersdiensten, verkeersbeheer en geïntegreerd vervoer. Tegelijkertijd kunnen zij tal van nieuwe toepassingen en innovatieve zakelijke mogelijkheden in de vervoerssector bevorderen.
Een groot aantal Europese beleidsmaatregelen heeft reeds voorzien in de integratie van ruimtevaart en vervoer – zoals eCall, het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (ERTMS), SafeSeaNet enz. – en nieuwe uitdagingen zullen zich nog voordoen, zoals onbemande voertuigen en autonoom rijden.
Een goede onderlinge samenhang tussen ruimtevaart- en vervoerstechnologieën zal resulteren in tal van voordelen op mondiaal en Europees niveau. Efficiënter verkeersbeheer zal bijvoorbeeld de emissies verminderen en het probleem van de klimaatverandering aanpakken, een toegenomen gebruik van drones zal bezorg- en postdiensten verbeteren en een betere follow-up van vluchten zal annuleringen en geluidshinder verminderen.
Het voorstel van de Europese Commissie bundelt de bestaande programma's Galileo, Egnos and Copernicus in één programma en voegt daar nog twee nieuwe initiatieven aan toe, namelijk SSA en Govsatcom. Zoals voorgesteld in het ruimtevaartbeleid voor Europa, zal een volledig geïntegreerd ruimtevaartprogramma synergieën tussen de componenten benutten en aldus zorgen voor grotere doeltreffendheid en kostenefficiëntie. Een enkel coherent kader zal toekomstige investeringen aanmoedigen, de zichtbaarheid verhogen en meer flexibiliteit bieden.
De Europese Commissie toont zich zeer ambitieus ten aanzien van de goedkeuring van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027. Het Oostenrijkse voorzitterschap ging de uitdaging aan en stelde een korte termijn vast. Het Europees Parlement is bereid hetzelfde tempo aan te houden.
Vanwege deze strikte en korte termijn is het advies toegespitst op specifieke aspecten van het voorstel, namelijk de samenhang tussen ruimtevaarttechnologieën en de vervoerssector; de begroting, onder verwijzing naar SSA, Govsatcom en horizontale activiteiten; governance; beveiliging; cyberbeveiliging en veiligheid; diplomatie op ruimtevaartgebied; en toegang tot de ruimte.
De ruimtevaartsector speelt een strategische rol in het slimmer, efficiënter, veiliger en duurzamer maken en het beter integreren van het vervoer over land, ter zee, in de lucht en in de ruimte. Tegelijkertijd zal een groeiende, innovatieve vervoerssector de vraag naar hoogwaardige en actuele ruimtevaartdiensten doen toenemen.
Wat governance betreft, zou het nieuwe Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma ervoor moeten zorgen dat Galileo op de markt wordt geïntroduceerd – door de ontwikkeling te stimuleren van volledig compatibele en interoperabele Europese apparaten, zoals chipsets en ontvangers – en volledig operationeel is in alle vervoerswijzen.
De Europese Unie en de lidstaten investeren in een aanzienlijke hoeveelheid kritieke infrastructuur, waaronder strategische vervoersinfrastructuur, die beschermd moet worden. Het groeiend aantal constellaties van satellieten en ruimteschroot in de omloopbaan draagt bij tot het creëren van een "verkeerssituatie" met het risico op botsingen waardoor de veiligheid van de activiteiten in gevaar komt. Bovendien kunnen verschillende onvoorziene gebeurtenissen, zogeheten "ruimteweersverschijnselen", een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren.
Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is een onmisbaar instrument voor spelers op het gebied van veiligheid. De onderdelen van Govsatcom zijn van groot belang voor het vervoer, en dan met name voor het scheepvaartvervoer in het Noordpoolgebied, het beheer van het luchtverkeer en de besturing van en de controle over onbemande vliegende voertuigen.
In het advies wordt gewezen op het belang van cyberbeveiliging en veiligheid. De cyberbeveiliging van Europese ruimtevaartinfrastructuur, zowel op de grond als in de ruimte, is essentieel om de continuïteit van de exploitatie van de systemen te waarborgen, alsook hun effectieve vermogen om de taken continu uit te voeren en de vereiste diensten te verlenen. Het ruimtevaartbeleid kan bijdragen tot het verbeteren van de veiligheid van het vervoer, ter zee, op de weg en in de lucht, voor exploitanten alsook passagiers.
Het ruimtevaartprogramma zou moeten zorgen voor onafhankelijke en concurrerende toegang tot de ruimte en de samenwerking met andere mondiale strategische partners moeten stimuleren ter voorkoming van dubbel werk en ter bevordering van echte economische diplomatie voor de sector.
Hoewel het advies niet zal ingaan op de artikelen noch de overwegingen, kon uw rapporteur nog altijd besluiten om enkele wijzigingen aan de hand van amendementen voor te stellen. Wegens tijdgebrek geeft hij er de voorkeur aan een coherente benadering van de belangrijkste kwesties voor te leggen.
AMENDEMENTEN
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Ruimtevaarttechnologie, -gegevens en -diensten zijn onmisbaar geworden in het dagelijks leven van de Europeanen en spelen een essentiële rol in de instandhouding van tal van strategische belangen. De ruimtevaartindustrie van de Unie is reeds een van de meest concurrerende ter wereld. De opkomst van nieuwe spelers en de ontwikkeling van nieuwe technologieën brengen echter een omwenteling teweeg in de traditionele industriële modellen. Het is derhalve van cruciaal belang dat de Unie een leidende speler op het wereldtoneel blijft met een ruime vrijheid van handelen op het gebied van de ruimtevaart, dat zij wetenschappelijke en technische vooruitgang aanmoedigt en het concurrentie- en innovatievermogen van de bedrijfstakken van de ruimtevaartsector in de Unie ondersteunt, met name kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en innovatieve ondernemingen. |
(1) Ruimtevaarttechnologie, -gegevens en -diensten zijn onmisbaar geworden in het dagelijks leven van de Europeanen en spelen een essentiële rol in de instandhouding van tal van strategische belangen. De ruimtevaartindustrie van de Unie is reeds een van de meest concurrerende ter wereld. De opkomst van nieuwe spelers en de ontwikkeling van nieuwe technologieën brengen echter een omwenteling teweeg in de traditionele industriële modellen. Het is derhalve van cruciaal belang dat de Unie een leidende speler op het wereldtoneel blijft met een ruime vrijheid van handelen op het gebied van de ruimtevaart, dat zij wetenschappelijke en technische vooruitgang aanmoedigt en het concurrentie- en innovatievermogen van de bedrijfstakken van de ruimtevaartsector in de Unie ondersteunt, met name kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en innovatieve ondernemingen. Tegelijkertijd is het van belang passende voorwaarden tot stand te brengen zodat zij op gelijke voet kunnen concurreren met de grote spelers in de ruimtevaart. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ook de acceptatie en het gebruik ervan moeten worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie en de vervoerssector teweegbrengen die voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor de politieke prioriteiten van alle betrokken sectoren, met name in de vervoerssector. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat zij autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte handhaaft, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceerdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceerinfrastructuren. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke infrastructuren te ondersteunen. Met name indien grondinfrastructuur die nodig is om lanceringen uit te voeren in overeenstemming met de behoeften van het programma moet worden gehandhaafd of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen deels in het kader van het Programma te financieren, overeenkomstig het Financieel Reglement en indien een duidelijke meerwaarde van de EU kan worden vastgesteld, om een betere kostenefficiëntie te bekomen voor het Programma. |
(4) De Unie moet haar handelingsvrijheid en autonomie waarborgen om toegang te hebben tot de ruimte en er veilig gebruik van te kunnen maken. Het is derhalve van essentieel belang dat zij autonome, betrouwbare en kosteneffectieve toegang tot de ruimte handhaaft, met inbegrip van alternatieve lanceertechnologieën en innovatieve systemen of diensten, in het bijzonder wat betreft kritieke infrastructuur en technologie, openbare veiligheid en de veiligheid van de Unie en haar lidstaten. De Commissie moet daarom de mogelijkheid hebben om lanceerdiensten te aggregeren op Europees niveau, zowel voor haar eigen behoeften en, op hun verzoek, voor die van andere entiteiten, met inbegrip van de lidstaten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 189, lid 2, van het Verdrag. Het is tevens van cruciaal belang dat de Unie blijft beschikken over moderne, efficiënte en flexibele lanceerinfrastructuren. Naast maatregelen die door de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap worden genomen, moet de Commissie manieren in overweging nemen om dergelijke infrastructuren te ondersteunen. Met name indien grondinfrastructuur die nodig is om lanceringen uit te voeren in overeenstemming met de behoeften van het programma moet worden gehandhaafd of verbeterd, moet het mogelijk zijn om dergelijke aanpassingen deels in het kader van het Programma te financieren, overeenkomstig het Financieel Reglement en indien een duidelijke meerwaarde van de EU kan worden vastgesteld, om een betere kostenefficiëntie te bekomen voor het Programma. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Teneinde het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie te versterken en capaciteiten te verwerven in het ontwerpen, bouwen en exploiteren van haar eigen systemen, moer de Unie steun verlenen aan de oprichting, groei en ontwikkeling van de gehele ruimtevaartindustrie. De opkomst van een ondernemings- en innovatiegezind model zal eveneens worden ondersteund op Europees, regionaal en nationaal niveau, door middel van de oprichting van ruimtevaarthubs waarin de ruimtevaart-, digitale en gebruikerssectoren samen worden gebracht. De Unie moet de groei ondersteunen van ruimtevaartondernemingen die hun hoofdzetel in de Unie hebben, o.a. door hen te steunen bij het verkrijgen van toegang tot risicofinanciering, gezien het feit dat er binnen de Unie een gebrek is aan passende toegang tot particulier risicokapitaal voor start-ups op het gebied van ruimtevaart, en door innovatiepartnerschappen te creëren (de "first-contract"-benadering). |
(5) Teneinde het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie te versterken en capaciteiten te verwerven in het ontwerpen, bouwen en exploiteren van haar eigen systemen, moer de Unie steun verlenen aan de oprichting, groei en ontwikkeling van de gehele ruimtevaartindustrie. De opkomst van een ondernemings- en innovatiegezind model zal eveneens worden ondersteund op Europees, regionaal en nationaal niveau, met name, maar niet alleen, door initiatieven zoals ruimtevaarthubs waarin de ruimtevaart-, digitale en gebruikerssectoren samen worden gebracht. Ruimtevaarthubs moeten samenwerken met de digitale innovatiehubs om ondernemerschap en vaardigheden te bevorderen. De Unie moet de groei ondersteunen van Europese ruimtevaartondernemingen, o.a. door hen te steunen bij het verkrijgen van toegang tot risicofinanciering, gezien het feit dat er binnen de Unie een gebrek is aan passende toegang tot particulier risicokapitaal voor start-ups op het gebied van ruimtevaart, en door innovatiepartnerschappen te creëren (de "first-contract"-benadering). |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Dankzij een brede dekking en de capaciteit om te helpen bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen heeft het ruimtevaartprogramma van de Unie (het "Programma") een sterke internationale dimensie. De Commissie moet derhalve de mogelijkheid krijgen om namens de Unie activiteiten op het internationale toneel te beheren en te coördineren, met name om de belangen van de Unie en haar lidstaten, o.a. op het vlak van frequenties, te behartigen op internationale fora, de technologie en industrie van de Unie te promoten, en samenwerking aan te moedigen op het vlak van opleiding, met inachtname van het belang van het waarborgen van de wederkerigheid van de rechten en plichten van de partijen. Het is van bijzonder belang dat de Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie in de organen van het internationale programma Cospas-Sarsat of in de relevante sectorale VN-organen, met inbegrip van de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Mondiale Meteorologische Organisatie. |
(6) Dankzij een brede dekking en de capaciteit om te helpen bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen heeft het ruimtevaartprogramma van de Unie (het "Programma") een sterke internationale dimensie. De Commissie moet derhalve de mogelijkheid krijgen om namens de Unie activiteiten op het internationale toneel te beheren en te coördineren, met name om de belangen van de Unie en haar lidstaten, o.a. op het vlak van frequenties, te behartigen op internationale fora. De Commissie moet de economische diplomatie versterken om de technologie en industrie van de Unie te promoten, en samenwerking aan te moedigen op het vlak van opleiding, met inachtname van het belang van het waarborgen van de wederkerigheid van de rechten en plichten van de partijen en een eerlijke mededinging op internationaal niveau. Het is van bijzonder belang dat de Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie in de organen van het internationale programma Cospas-Sarsat of in de relevante sectorale VN-organen, met inbegrip van de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Mondiale Meteorologische Organisatie. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger verantwoord gedrag in de ruimte bevorderen en de mogelijkheid om toe te treden tot de relevante VN-verdragen onderzoeken. |
(7) De Commissie moet samen met de lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger verantwoord gedrag in de ruimte bevorderen, met name door oplossingen te vinden tegen de verspreiding van ruimteschroot, en de mogelijkheid om toe te treden tot de relevante VN-verdragen onderzoeken. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Het programma heeft doelstellingen die soortgelijk zijn aan die van andere programma’s van de Unie, met name Horizon Europa, InvestEU, het Europees Defensiefonds en de fondsen in het kader van Verordening (EU) [verordening gemeenschappelijke bepalingen]. Cumulatieve financiering uit deze programma’s moet derhalve worden voorzien, op voorwaarde dat zij betrekking hebben op dezelfde kostenposten, in het bijzonder via regelingen voor aanvullende financiering uit EU-programma’s waar de beheersvoorschriften dit toelaten — hetzij achtereenvolgens, afwisselend of door een combinatie van middelen voor de gezamenlijke financiering van acties, met, waar mogelijk, innovatiepartnerschappen en blendingverrichtingen. Tijdens de uitvoering van het programma moet de Commissie daarom de bevordering van synergieën met andere aanverwante programma’s van de Unie mogelijk maken, met, waar mogelijk, gebruikmaking van de toegang tot risicokapitaal, innovatiepartnerschappen en cumulatieve of gecombineerde financiering. |
(8) Het programma heeft doelstellingen die soortgelijk zijn aan die van andere programma’s van de Unie, met name Horizon Europa, InvestEU, het Europees Defensiefonds en de fondsen in het kader van Verordening (EU) [verordening gemeenschappelijke bepalingen]. Cumulatieve financiering uit deze programma’s moet derhalve worden voorzien, op voorwaarde dat zij betrekking hebben op dezelfde kostenposten, in het bijzonder via regelingen voor aanvullende financiering uit EU-programma’s waar de beheersvoorschriften dit toelaten — hetzij achtereenvolgens, afwisselend of door een combinatie van middelen voor de gezamenlijke financiering van acties, met, waar mogelijk, innovatiepartnerschappen en blendingverrichtingen. Tijdens de uitvoering van het programma moet de Commissie daarom de bevordering van synergieën met andere aanverwante programma’s van de Unie mogelijk maken, met, waar mogelijk, gebruikmaking van de toegang tot risicokapitaal, innovatiepartnerschappen en cumulatieve of gecombineerde financiering. Het is van belang dat er voor continuïteit wordt gezorgd tussen de oplossingen die worden ontwikkeld in het kader van Horizon Europa en de andere programma's van de Unie en de onderdelen van het ruimtevaartprogramma. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) De beleidsdoelstellingen van dit Programma worden ook nagestreefd als subsidiabele arealen voor financierings- en investeringsoperaties door middel van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties van het InvestEU-fonds, met name in het kader van de beleidsvensters voor duurzame infrastructuur en onderzoek, innovatie en digitalisering. De financiële steun moet worden gebruikt om tekortkomingen van de markt of suboptimale investeringssituaties op een evenredige manier aan te pakken. Acties mogen niet in de plaats komen van private financiering of deze dupliceren of de mededinging in de interne markt verstoren. De acties moeten een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben. |
(9) De beleidsdoelstellingen van dit Programma worden ook nagestreefd als subsidiabele arealen voor financierings- en investeringsoperaties door middel van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties van het InvestEU-fonds, met name in het kader van de beleidsvensters voor duurzame infrastructuur en onderzoek, innovatie en digitalisering. De financiële steun moet worden gebruikt om investeringen te bevorderen door tekortkomingen van de markt of suboptimale investeringssituaties op een evenredige manier aan te pakken. Acties mogen niet in de plaats komen van private financiering of deze dupliceren of de mededinging in de interne markt verstoren. De acties moeten een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) Het Programma moet de synergieën tussen de ruimte- en de vervoerssector benutten, aangezien ruimtevaarttechnologieën een strategische rol spelen in het slimmer, efficiënter, veiliger en duurzamer maken en het beter integreren van vervoer over land, ter zee, in de lucht en in de ruimte, en tegelijkertijd zal een groeiende, innovatieve vervoerssector de vraag naar innovatieve en moderne ruimtevaarttechnologieën doen toenemen. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Als promotor van het algemene belang van de Unie, is het de taak van de Commissie om het Programma uit te voeren, de algehele verantwoordelijkheid te dragen en het gebruik ervan te bevorderen. Om de middelen en competenties van de verschillende belanghebbenden te optimaliseren, moet de Commissie bepaalde taken kunnen delegeren. De Commissie is ook het best geplaatst om de belangrijkste technische en operationele specificaties vast te stellen die noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van systemen en diensten uit te voeren. |
(27) Als promotor van het algemene belang van de Unie, is het de taak van de Commissie om toezicht te houden op de uitvoering van het Programma, de algehele verantwoordelijkheid te dragen en het gebruik ervan te bevorderen. Om de middelen en competenties van de verschillende belanghebbenden te optimaliseren, moet de Commissie bepaalde taken kunnen delegeren. De Commissie is ook het best geplaatst om de vereisten op hoog niveau vast te stellen die noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van systemen en diensten uit te voeren. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) De missie van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma ("het Agentschap"), dat is opgericht als vervanger en opvolger van het bij Verordening (EU) nr. 912/2010 opgerichte Europees GNSS-Agentschap, is om bij te dragen aan het Programma, met name wat betreft veiligheid. Bepaalde taken die verband houden met de beveiliging en de promotie van het Programma moeten derhalve worden toegewezen aan het Agentschap. In het bijzonder met betrekking tot veiligheid en gezien de ervaring van het Agentschap op dit gebied, moet het Agentschap worden belast met de beveiligingshomologatietaken voor alle acties van de Unie op het gebied van ruimtevaart. Bovendien moet het Agentschap de taken uitvoeren die de Commissie aan het Agentschap overdraagt door middel van een of meerdere bijdrageovereenkomsten die betrekking hebben op verschillende andere specifieke taken die verband houden met het Programma. |
(28) De missie van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma ("het Agentschap"), dat is opgericht als vervanger en opvolger van het bij Verordening (EU) nr. 912/2010 opgerichte Europees GNSS-Agentschap, is om bij te dragen aan het Programma, met name wat betreft veiligheid, communicatie, acceptatie door de gebruikers, marktontwikkeling, exploitatie enz. Bepaalde taken die verband houden met de beveiliging en de cyberbeveiliging van het Programma en met de promotie van de diensten en de downstreamsector, moeten derhalve worden toegewezen aan het Agentschap. In het bijzonder met betrekking tot veiligheid en gezien de ervaring van het Agentschap op dit gebied, moet het Agentschap worden belast met de beveiligingshomologatietaken voor alle acties van de Unie op het gebied van ruimtevaart. Bovendien moet het Agentschap de taken uitvoeren die de Commissie aan het Agentschap overdraagt door middel van een of meerdere bijdrageovereenkomsten die betrekking hebben op verschillende andere specifieke taken die verband houden met het Programma. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) Gezien het belang van met de ruimtevaart verband houdende activiteiten voor de economie van de Unie en de levens van burgers van de Unie, en het tweeërlei gebruik van de systemen en van de toepassingen die op deze systemen zijn gebaseerd, moet het bereiken en handhaven van een hoog niveau van veiligheid een topprioriteit zijn voor het Programma, met name om de belangen van de Unie en van haar lidstaten te vrijwaren, onder meer in verband met gerubriceerde en andere gevoelige niet-gerubriceerde informatie. |
(32) Gezien het belang van met de ruimtevaart verband houdende activiteiten voor de economie van de Unie en de levens van burgers van de Unie, en het tweeërlei gebruik van de systemen en van de toepassingen die op deze systemen zijn gebaseerd, moet het bereiken en handhaven van een hoog niveau van veiligheid een topprioriteit zijn voor het Programma, met name om de belangen van de Unie en van haar lidstaten en passagiers te vrijwaren, onder meer in verband met gerubriceerde en andere gevoelige niet-gerubriceerde informatie. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Gezien het unieke karakter en de complexiteit van het Programma en het verband met veiligheid, moeten voor de beveiligingshomologatie erkende en beproefde beginselen worden gevolgd. Het is dus absoluut noodzakelijk dat de beveiligingshomologatiewerkzaamheden worden uitgevoerd op basis van collectieve verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, door te streven naar het bouwen van consensus en alle belanghebbenden te betrekken bij de kwestie van veiligheid, en dat er een procedure voor permanente risicomonitoring wordt ingevoerd. Het is eveneens onontbeerlijk dat technische beveiligingshomologatiewerkzaamheden worden toevertrouwd aan vakmensen die voldoende bekwaamheid bezitten op het vlak van de homologatie van complexe systemen en over een veiligheidsmachtiging van een passend niveau beschikken. |
(35) Gezien het unieke karakter en de complexiteit van het Programma en het verband met veiligheid, moeten voor de beveiligingshomologatie erkende en beproefde beginselen worden gevolgd. Het is dus absoluut noodzakelijk dat de beveiligingshomologatiewerkzaamheden worden uitgevoerd op basis van collectieve verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, door te streven naar het bouwen van consensus en alle belanghebbenden te betrekken bij de kwestie van veiligheid, en dat er een permanente procedure voor risicomonitoring wordt ingevoerd. Het is eveneens onontbeerlijk dat technische beveiligingshomologatiewerkzaamheden worden toevertrouwd aan vakmensen die voldoende bekwaamheid bezitten op het vlak van de homologatie van complexe systemen en over een veiligheidsmachtiging van een passend niveau beschikken. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 36 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(36 bis) De cyberbeveiliging van de Europese ruimtevaartinfrastructuur, zowel op de grond als in de ruimte, is een essentieel element om de continuïteit van de werking van de systemen te garanderen, alsmede hun effectieve vermogen om ononderbroken taken uit te voeren en de vereiste diensten te verlenen. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 38 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(38 bis) In combinatie met verbeterde communicatiecapaciteiten draagt zeer nauwkeurige plaatsbepaling met behulp van satellieten bij tot een moderne en betrouwbare vervoerssector voor auto's, vliegtuigen en schepen. Hiermee worden vlootbeheer, de traceerbaarheid van schepen, de preventie van aanvaringen, snelheidscontrole, ondersteuning van scheepsmanoeuvres en vele andere aspecten in verband met vervoer geoptimaliseerd. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 40 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Het doel van Egnos is de verbetering van de kwaliteit van open signalen van bestaande mondiale systemen voor satellietnavigatie, met name die welke worden uitgestoten door het Galileo-systeem. De door Egnos geboden diensten moeten als prioriteit het binnen Europa gelegen grondgebied van de lidstaten dekken, voor deze doelstelling met inbegrip van de Azoren, de Canarische eilanden en Madeira, met als doel dit grondgebied te dekken tegen het einde van 2025. Afhankelijk van de technische haalbaarheid en, voor de bescherming van mensenlevens, op basis van internationale overeenkomsten, kan de geografische dekking van de door Egnos geleverde diensten naar andere regio's in de wereld worden uitgebreid. Onverminderd Verordening [2018/XXXX] [EASA-Verordening] en de noodzakelijke kwaliteitsmonitoring van de dienstverlening van Galileo voor doeleinden in de luchtvaart moet worden opgemerkt dat hoewel de door Galileo uitgezonden signalen doeltreffend kunnen worden gebruikt om de positionering van vliegtuigen te vergemakkelijken, enkel plaatselijke of regionale augmentatiesystemen zoals Egnos in Europa diensten op het vlak van luchtverkeersbeheer (ATM) en luchtvaartnavigatie (ANS) mogen verlenen. |
(40) Het doel van Egnos is de verbetering van de kwaliteit van open signalen van bestaande mondiale systemen voor satellietnavigatie, met name die welke worden uitgestoten door het Galileo-systeem. De door Egnos geboden diensten moeten als prioriteit het binnen Europa gelegen grondgebied van de lidstaten dekken, voor deze doelstelling met inbegrip van de Azoren, de Canarische eilanden en Madeira, met als doel dit grondgebied te dekken tegen het einde van 2025. Afhankelijk van de technische haalbaarheid en, voor de bescherming van mensenlevens, op basis van internationale overeenkomsten, kan de geografische dekking van de door Egnos geleverde diensten naar andere regio's in de wereld worden uitgebreid. Onverminderd Verordening [2018/XXXX] [EASA-Verordening] en de noodzakelijke kwaliteitsmonitoring van de dienstverlening en veiligheidsprestaties van Galileo voor doeleinden in de luchtvaart moet worden opgemerkt dat de door Galileo uitgezonden signalen doeltreffend kunnen worden gebruikt om de positionering van vliegtuigen te vergemakkelijken, maar dat enkel plaatselijke of regionale augmentatiesystemen zoals Egnos in Europa diensten op het vlak van luchtverkeersbeheer (ATM) en luchtvaartnavigatie (ANS) mogen verlenen. |
Motivering | |
In het voorstel wordt gewezen op het belang van beveiligingsaspecten, maar wordt niet genoeg nadruk gelegd op de veiligheidsaspecten die net zo belangrijk zijn, vooral voor de vervoerssector. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) Het is van essentieel belang dat de continuïteit, de duurzaamheid en de toekomstige beschikbaarheid van de door de Galileo- en Egnossystemen geleverde diensten worden gewaarborgd. In een veranderende omgeving en een snel veranderende markt moet hun ontwikkeling ook worden voortgezet en nieuwe generaties van deze systemen moeten worden voorbereid. |
(41) Het is van essentieel belang dat de continuïteit, de duurzaamheid, de veiligheidsprestaties en de toekomstige beschikbaarheid van de door de Galileo- en Egnossystemen geleverde diensten worden gewaarborgd. In een veranderende omgeving en een snel veranderende markt moet hun ontwikkeling ook worden voortgezet en nieuwe generaties van deze systemen moeten worden voorbereid. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 44 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(44 bis) Ter ondersteuning van de exploitatie van de door Galileo en Egnos verleende diensten en ter ondersteuning van de downstreamdiensten, met name in de vervoerssector, moeten de bevoegde autoriteiten gemeenschappelijke normen en certificeringen ontwikkelen op internationaal niveau. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 46 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Teneinde de socio-economische voordelen van Galileo en Egnos te maximaliseren, voornamelijk op het vlak van veiligheid, moet het gebruik van de door Egnos en Galileo verleende diensten in andere beleidsdomeinen van de Unie worden bevorderd waar dit gerechtvaardigd is en voordelen kan opleveren. |
(46) Teneinde de socio-economische voordelen van Galileo en Egnos te maximaliseren, voornamelijk op het vlak van beveiliging en veiligheid, milieuduurzaamheid en mobiliteit, moet het gebruik van de door Egnos en Galileo verleende diensten in andere beleidsdomeinen van de Unie, met name in de vervoerssector, worden bevorderd. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 47 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, vervoer, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 52 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaartinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies). Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring uitgebreid worden tot de poolgebieden en de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) ondersteunen. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken ter verdere aanvulling van de capaciteiten van Copernicus. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen om tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaart- en grondsegmentinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies, waarvan de haalbaarheid momenteel door het Europees Ruimteagentschap wordt bestudeerd, met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies). Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring uitgebreid worden tot de poolgebieden en de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) ondersteunen. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken ter verdere aanvulling van de capaciteiten van Copernicus. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen om tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 61 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(61) Bij de uitvoering van Copernicus moet de Commissie, in voorkomend geval, een beroep doen op Europese intergouvernementele organisaties waarmee zij reeds een partnerschap heeft, in het bijzonder ESA, voor de technische coördinatie van de Copernicusruimtecomponent, de omschrijving van de systeemarchitectuur, de ontwikkeling en het aanbesteden van ruimtemissies, de toegang tot gegevens en de uitvoering van specifieke missies. Voorts dient de Commissie een beroep te doen op de Europese Organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten (European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites - EUMETSAT) voor de uitvoering van specifieke missies overeenkomstig het mandaat en de deskundigheid van EUMETSAT. Op het gebied van diensten, moet de Commissie passende aanspraak maken op de specifieke capaciteiten van agentschappen van de Unie, zoals het Europees Milieuagentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, het Europees Grens- en kustwachtagentschap, alsmede het intergouvernementele Europees Centrum voor Weersvoorspellingen op Middellange Termijn en de Europese investeringen in monitoringdiensten voor het mariene milieu die reeds werden gedaan door Mercator Ocean. Op het vlak van veiligheid wordt met de Hoge Vertegenwoordiger een alomvattende aanpak op het niveau van de Unie nagestreefd. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Commissie is actief betrokken geweest bij het van start gaan van het GMES-initiatief en heeft steun verleend aan ontwikkelingen inzake Galileo en ruimteweer. Krachtens Verordening (EU) nr. 377/2014 beheert het GCO de Copernicusdienst voor het beheer van noodsituaties en de mondiale component van de Copernicusdienst voor landmonitoring, en draagt het bij aan de evaluatie van de kwaliteit en de geschiktheid voor het beoogde gebruik van producten en informatie, en aan de toekomstige ontwikkeling. De Commissie moet voor de uitvoering van Copernicus een beroep blijven doen op de wetenschappelijke en technische ondersteuning van het GCO. |
(61) Bij de uitvoering van Copernicus moet de Commissie, in voorkomend geval, een beroep doen op Europese intergouvernementele organisaties waarmee zij reeds een partnerschap heeft, in het bijzonder ESA, voor de technische coördinatie van de Copernicusruimtecomponent, de omschrijving van de systeemarchitectuur, de ontwikkeling en het aanbesteden van ruimtemissies, de toegang tot gegevens en de uitvoering van specifieke missies. Voorts dient de Commissie een beroep te doen op de Europese Organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten (European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites - EUMETSAT) voor de uitvoering van specifieke missies overeenkomstig het mandaat en de deskundigheid van EUMETSAT. Op het gebied van diensten, moet de Commissie passende aanspraak maken op de specifieke capaciteiten van agentschappen van de Unie, zoals het Europees Milieuagentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, het Europees Grens- en kustwachtagentschap, alsmede het intergouvernementele Europees Centrum voor Weersvoorspellingen op Middellange Termijn en de Europese investeringen in monitoringdiensten voor het mariene milieu die reeds werden gedaan door Mercator Ocean. Met de Hoge Vertegenwoordiger wordt een alomvattende aanpak op het niveau van de Unie nagestreefd met betrekking tot maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering, met inbegrip van de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, alsmede veiligheidskwesties. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Commissie is actief betrokken geweest bij het van start gaan van het GMES-initiatief en heeft steun verleend aan ontwikkelingen inzake Galileo en ruimteweer. Krachtens Verordening (EU) nr. 377/2014 beheert het GCO de Copernicusdienst voor het beheer van noodsituaties en de mondiale component van de Copernicusdienst voor landmonitoring, en draagt het bij aan de evaluatie van de kwaliteit en de geschiktheid voor het beoogde gebruik van producten en informatie, en aan de toekomstige ontwikkeling. De Commissie moet voor de uitvoering van Copernicus een beroep blijven doen op de wetenschappelijke en technische ondersteuning van het GCO. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 70 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(70) Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Een ruimteweerfunctie moet derhalve worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico’s in verband met ruimteweersverschijnselen en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico’s in verband met ruimteweersverschijnselen te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op de bestaande capaciteiten op nationaal niveau en op het niveau van de Unie en moet brede deelname van lidstaten en betrokkenheid van de private sector mogelijk maken. |
(70) Extreme en grootschalige ruimteweersverschijnselen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de burgers en de exploitatie van infrastructuur in de ruimte en op de grond verstoren. Een ruimteweerfunctie moet derhalve worden ingesteld als onderdeel van het Programma met het oog op de beoordeling van risico’s in verband met ruimteweersverschijnselen en daaraan verbonden gebruikersbehoeften, om de bewustwording van risico’s in verband met ruimteweersverschijnselen te verhogen, het verstrekken van gebruikersgestuurde ruimteweerdiensten te waarborgen, en het vermogen van lidstaten om ruimteweerdiensten te produceren te verbeteren. De Commissie moet prioriteit toekennen aan de sectoren waaraan de operationele ruimteweerdiensten moeten worden verleend, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, de risico's en de technologische paraatheid. Op de lange termijn kunnen de behoeften van andere sectoren worden aangepakt. De verstrekking van diensten op het niveau van de Unie in overeenstemming met de behoeften van de gebruikers zal gericht, gecoördineerd en voortgezet onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten vereisen om de ontwikkeling van ruimteweerdiensten te ondersteunen. De verstrekking van de ruimteweerdiensten moet voortbouwen op de bestaande capaciteiten op nationaal niveau en op het niveau van de Unie en moet brede deelname van lidstaten, internationale organisaties en betrokkenheid van de private sector mogelijk maken. |
Motivering | |
De wijziging wordt voorgesteld om een beroep te kunnen doen op de bestaande capaciteiten inzake ruimteweer van organisaties zoals ESA of Eumetsat. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 71 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(71) Het Witboek van de Commissie over de toekomst van Europa25, de Verklaring van Rome van de staatshoofden en regeringsleiders van 27 EU-lidstaten26 en verscheidene resoluties van het Europees Parlement brengen in herinnering dat de EU een belangrijke rol te spelen heeft in het waarborgen van een veilig en veerkrachtig Europa dat in staat is om uitdagingen zoals regionale conflicten, terrorisme, cyberbedreigingen en toenemende migratiedruk het hoofd te bieden. Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is een onmisbaar instrument voor veiligheidsactoren, en het bundelen en delen van deze belangrijke hulpbron op het niveau van de Unie versterkt een Unie die haar burgers beschermt. |
(71) Het Witboek van de Commissie over de toekomst van Europa25, de Verklaring van Rome van de staatshoofden en regeringsleiders van 27 EU-lidstaten26 en verscheidene resoluties van het Europees Parlement brengen in herinnering dat de EU een belangrijke rol te spelen heeft in het waarborgen van een duurzaam, veilig en veerkrachtig Europa dat in staat is om uitdagingen zoals klimaatverandering, regionale conflicten, terrorisme, cyberbedreigingen en toenemende migratiedruk het hoofd te bieden. Veilige en gegarandeerde toegang tot satellietcommunicatie is een onmisbaar instrument voor veiligheidsactoren, en het bundelen en delen van deze belangrijke hulpbron op het niveau van de Unie. |
_________________ |
_________________ |
25 https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/witboek_over_de_toekomst_van_europa_nl.pdf |
25 https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/witboek_over_de_toekomst_van_europa_nl.pdf |
26 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/intm/146072.pdf |
26 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/intm/146072.pdf |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 76 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(76) In de eerste fase van Govsatcom (ongeveer tot 2025) zal de bestaande capaciteit van particuliere spelers en de lidstaten worden aangewend. In deze eerste fase worden diensten volgens een getrapte aanpak aangeboden, eerst aan gebruikers op het niveau van de Unie. Indien in de loop van de eerste fase uit een gedetailleerde analyse van toekomstige vraag en aanbod blijkt dat deze aanpak niet volstaat om de veranderende vraag te dekken, kan de beslissing worden genomen om over te gaan tot een tweede fase en aanvullende op maat gemaakte ruimtevaartinfrastructuur of -capaciteiten te ontwikkelen via een of meerdere publiek-private partnerschappen, bv. met satellietexploitanten in de Unie. |
(76) In de eerste fase van Govsatcom (ongeveer tot 2025) zal de bestaande capaciteit van particuliere spelers en de lidstaten worden aangewend. In deze eerste fase worden diensten volgens een getrapte aanpak aangeboden. Indien in de loop van de eerste fase uit een gedetailleerde analyse van toekomstige vraag en aanbod blijkt dat deze aanpak niet volstaat om de veranderende vraag te dekken, kan de beslissing worden genomen om over te gaan tot een tweede fase en aanvullende op maat gemaakte ruimtevaartinfrastructuur of -capaciteiten te ontwikkelen via een of meerdere publiek-private partnerschappen, bv. met satellietexploitanten in de Unie. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 78 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(78) Voor de gebruikers van satellietcommunicatie is de gebruikersapparatuur de uiterst belangrijke operationele interface. De EU-Govsatcom-aanpak maakt het voor de meeste gebruikers mogelijk om gebruik te blijven maken van hun bestaande gebruikersapparatuur voor Govsatcom-diensten voor zover zij gebruikmaken van technologieën van de Unie. |
(78) Voor de gebruikers van satellietcommunicatie is de gebruikersapparatuur de uiterst belangrijke operationele interface. De EU-Govsatcom-aanpak moet het voor gebruikers mogelijk maken om gebruik te blijven maken van hun bestaande gebruikersapparatuur voor Govsatcom-diensten. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 86 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden op dit gebied van het Europees Ruimteagentschap. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, in het bijzonder op het vlak van duurzaam voedsel en duurzame natuurlijke hulpbronnen, klimaatmonitoring, slimme steden, geautomatiseerde voertuigen, veiligheid en rampenbeheersing. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren die gebruik moeten maken van infrastructuren die de Unie bezit, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. Onderzoeksinfrastructuren, met name netwerken voor observatie ter plaatse, zullen essentiële elementen zijn van de infrastructuur voor observatie ter plaatse waardoor de Copernicus-diensten mogelijk worden. |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden op dit gebied van het Europees Ruimteagentschap. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Het van belang dat er voor continuïteit wordt gezorgd tussen de oplossingen die worden ontwikkeld in het kader van Horizon Europa en de activiteiten van de onderdelen van het ruimtevaartprogramma. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, voor de belangrijkste Europese beleidsterreinen, in het bijzonder voor de vervoerssector. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren die gebruik moeten maken van infrastructuren die de Unie bezit, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. Onderzoeksinfrastructuren, met name netwerken voor observatie ter plaatse, zullen essentiële elementen zijn van de infrastructuur voor observatie ter plaatse waardoor de Copernicus-diensten mogelijk worden. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 87 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(87) Bij Verordening (EU) nr. 912/2010 is een EU-agentschap genaamd Europees GNSS-Agentschap opgericht om bepaalde aspecten van de Galileo- en Egnos-satellietnavigatieprogramma's te beheren. De onderhavige verordening bepaalt met name dat het Europees GNSS-Agentschap nieuwe taken krijgt, niet alleen ten aanzien van Galileo en Egnos, maar ook voor andere onderdelen van het programma, met name op het gebied van beveiligingshomologatie. De naam, de taken en de organisatorische aspecten van het Europese GNSS-Agentschap moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast. |
(87) Bij Verordening (EU) nr. 912/2010 is een EU-agentschap genaamd Europees GNSS-Agentschap opgericht om bepaalde aspecten van de Galileo- en Egnos-satellietnavigatieprogramma's te beheren. De onderhavige verordening bepaalt met name dat het Europees GNSS-Agentschap nieuwe taken krijgt, niet alleen ten aanzien van Galileo en Egnos, maar ook voor andere onderdelen van het programma, met name op het gebied van beveiligingshomologatie en cyberbeveiliging. De naam, de taken en de organisatorische aspecten van het Europese GNSS-Agentschap moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 88 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(88) Met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied, dat niet langer beperkt zal zijn tot Galileo en Egnos, moet het Europees GNSS-Agentschap worden aangepast. De continuïteit van de activiteiten van de het Europees GNSS-Agentschap, onder andere op het gebied van rechten en verplichtingen, personeel en de geldigheid van genomen besluiten, moet echter door het Agentschap worden gewaarborgd. |
(88) Met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied, dat niet langer beperkt zal zijn tot Galileo en Egnos, moet het Europees GNSS-Agentschap worden aangepast. Wanneer de Commissie taken aan het Agentschap toevertrouwt, zorgt zij voor passende financiering voor het beheer en de uitvoering van die taken, waaronder voldoende personele en financiële middelen. De continuïteit van de activiteiten van de het Europees GNSS-Agentschap, onder andere op het gebied van rechten en verplichtingen, personeel en de geldigheid van genomen besluiten, moet echter door het Agentschap worden gewaarborgd. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2) "weersomstandigheden in de ruimte": van nature optredende veranderingen in de omstandigheden tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen voor de aarde kunnen hebben; |
2) "weersomstandigheden in de ruimte": van nature optredende veranderingen in de omstandigheden tussen de zon en de aarde, waaronder zonnevlammen, energierijke zonnedeeltjes, zonnewind en plasmawolken, die kunnen leiden tot zonnestormen (geomagnetische stormen, stralingsstormen en ionosferische verstoringen) en mogelijk gevolgen voor de aarde en ruimte-infrastructuur kunnen hebben; |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10) "SST-gegevens": de fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte die door SST-sensoren zijn geregistreerd of de baanparameters van voorwerpen in de ruimte die zijn afgeleid van de waarnemingen van SST-sensoren in het kader van het SST-onderdeel (ruimtebewaking en -monitoring, "space surveillance and tracking"); |
10) "SST-gegevens": de fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte en ruimteschroot die door SST-sensoren zijn geregistreerd of de baanparameters van voorwerpen in de ruimte die zijn afgeleid van de waarnemingen van SST-sensoren in het kader van het SST-onderdeel (ruimtebewaking en -monitoring, "space surveillance and tracking"); |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
19) "SST-sensor": een voorziening of combinatie van voorzieningen, op de grond of in de ruimte gestationeerde radars, lasers en telescopen, die fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte, zoals grootte, positie en snelheid, kan of kunnen meten; |
19) "SST-sensor": een voorziening of combinatie van voorzieningen, op de grond of in de ruimte gestationeerde radars, lasers en telescopen, die fysieke parameters van voorwerpen in de ruimte en ruimteschroot, zoals grootte, positie en snelheid, kan of kunnen meten; |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorts omvat het programma maatregelen om voor de waarborging van efficiënte toegang tot de ruimte voor het programma en voor de bevordering van een innovatieve ruimtevaartsector. |
Voorts omvat het programma maatregelen voor de waarborging van autonome toegang tot de ruimte, voor de aanpak van cyberbedreigingen, voor de bevordering van een innovatieve en concurrerende ruimtevaartsector en voor de ondersteuning van diplomatie op ruimtevaartgebied. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het verstrekken, of het leveren van een bijdrage tot het verstrekken van, hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, veilige met de ruimtevaart verband houdende gegevens, informatie en diensten zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, waarbij aan de bestaande en toekomstige behoeften wordt voldaan en dit in overeenstemming met de politieke prioriteiten van de Unie, onder meer wat betreft klimaatverandering, veiligheid en defensie; |
a) het verstrekken, of het leveren van een bijdrage tot het verstrekken van, hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, veilige met de ruimtevaart verband houdende gegevens, informatie en diensten zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, het ondersteunen van op bewijzen gestoelde besluitvormingscapaciteit van de Unie en haar lidstaten; |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) het versterken van de inspanningen om in te spelen op bestaande en toekomstige behoeften en de politieke prioriteiten van de Unie, waaronder klimaatverandering en efficiënt en duurzaam vervoer; |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het maximaliseren van de socio-economische voordelen, onder meer door bevordering van een zo ruim mogelijk gebruik van de gegevens, informatie en diensten die door de onderdelen van het programma worden verstrekt; |
b) het maximaliseren van de socio-economische voordelen, onder meer door het versterken van de downstreamsector en het bevorderen en garanderen van een zo ruim mogelijk gebruik van de gegevens, informatie en diensten die door de onderdelen van het programma worden verstrekt; |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) het verhogen van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, haar handelingsvrijheid en haar strategische onafhankelijkheid, met name op het vlak van technologische, op bewijzen gestoelde besluitvorming; |
c) het verhogen van de beveiliging, met inbegrip van de cyberbeveiliging en de veiligheid van de Unie, haar lidstaten en haar burgers, en haar strategische onafhankelijkheid, met name op industrieel en technologisch gebied; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het erkennen en bevorderen van de bijdrage aan de veiligheid, met name in de vervoerssector; |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) het bevorderen van de rol van Unie op het internationale niveau als een voortrekker in de ruimtevaartsector en het versterken van de rol van de Unie bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer wat betreft klimaatverandering en duurzame ontwikkeling. |
d) het bevorderen van de rol van Unie op het internationale niveau als een voortrekker in de ruimtevaartsector en het versterken van de rol van de Unie bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer wat betreft klimaatverandering en duurzame ontwikkeling van alle betrokken sectoren, met name de vervoerssector; |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) het versterken van de diplomatie van de Unie op ruimtevaartgebied, het aanmoedigen van internationale samenwerking voor bewustwording omtrent de ruimte, het promoten van de Europese technologie en industrie en het bevorderen van het beginsel van wederkerigheid en eerlijke mededinging op internationaal niveau. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d ter) het verbeteren van de veiligheid van de Unie en haar lidstaten op diverse gebieden, met name op het gebied van vervoer (luchtvaart, met inbegrip van onbemande luchtvaartuigen, spoorvervoer, navigatie, wegvervoer, autonoom rijden), de aanleg en monitoring van infrastructuur, landmonitoring en milieu. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d quater) het bevorderen van de voortzetting op middellange en lange termijn van het lanceerprogramma in Europa. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) voor Galileo en Egnos: het verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; |
a) voor Galileo en Egnos: het verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling en het garanderen van de continuïteit van de diensten; |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, duurzaamheid, vervoer, automatisering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming, interne en externe veiligheid en beveiliging en de digitale en de blauwe economie; |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte ("SSA"): het versterken van de SST-capaciteiten om voorwerpen in de ruimte te monitoren, bewaken en identificeren, ruimteweer te monitoren en de NEO-capaciteiten van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden; |
c) voor omgevingsbewustzijn in de ruimte ("SSA"): het versterken van de SST-capaciteiten om voorwerpen in de ruimte en ruimteschroot te monitoren, bewaken en identificeren, ruimteweer te monitoren en de NEO-capaciteiten van de lidstaten in kaart te brengen en met elkaar te verbinden; |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) het bijdragen, waar dat voor het programma vereist is, tot een autonoom, veilig en kostenefficiënt ruimtevaartvermogen; |
e) het bijdragen tot een autonoom, veilig en kostenefficiënt ruimtevaartvermogen; |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) het ondersteunen en versterken van het concurrentievermogen, ondernemerschap, vaardigheden en de innovatiecapaciteiten van natuurlijke en -rechtspersonen in de Unie die in die sector actief zijn of dat wensen te worden, met name wat de positie en de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen betreft. |
f) het ondersteunen en versterken van het concurrentievermogen, ondernemerschap, vaardigheden en de innovatiecapaciteiten van natuurlijke en -rechtspersonen in de Unie die in die sector actief zijn of dat wensen te worden, met name wat betreft de positie en de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen en wat betreft het gemeenschappelijk belang om deskundigheid in verschillende regio's van de Unie op te bouwen en te gebruiken. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f bis) het bevorderen van de ontwikkeling van een concurrerende ruimtevaarteconomie van de Unie en het maximaliseren van mogelijkheden voor ondernemingen van de Unie van alle omvang, met name kleine en middelgrote ondernemingen, nieuwe marktdeelnemers en startende ondernemingen, om innovatieve ruimtevaartsystemen en ‑diensten te ontwikkelen en aan te bieden. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de levering van lanceerdiensten voor behoeften van het programma; |
a) de levering van lanceerdiensten voor behoeften van het programma, waaronder geaggregeerde lanceerdiensten voor de Unie en voor andere entiteiten, op hun verzoek, rekening houdend met de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie overeenkomstig artikel 25; |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte; |
b) ontwikkelingsactiviteiten in verband met de autonome, betrouwbare en kostenefficiënte toegang tot de ruimte, waaronder alternatieve lanceertechnologieën en innovatieve systemen of diensten, rekening houdend met de essentiële veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten als bedoeld in artikel 25; |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de noodzakelijke aanpassingen aan de ruimtevaartinfrastructuur op de grond, waar dat voor de behoeften van het programma vereist is. |
c) de noodzakelijke ondersteuning van de ruimtevaartinfrastructuur op de grond, waar dat voor de doelstellingen van het programma vereist is. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het programma ondersteunt: |
Het programma bevordert: |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) innovatieactiviteiten voor een optimaal gebruik van ruimtevaarttechnologieën, -infrastructuur en -diensten; |
a) innovatieactiviteiten voor een optimaal gebruik van ruimtevaarttechnologieën, -infrastructuur en -diensten, rekening houdend met de in artikel 25 bedoelde essentiële belangen van de Unie en haar lidstaten; |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de oprichting van innovatiepartnerschappen op het gebied van ruimtevaart voor de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende diensten; |
b) de oprichting van nationale, grensoverschrijdende en multinationale innovatiepartnerschappen op het gebied van ruimtevaart voor de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende producten of diensten voor de behoeften van het programma, rekening houdend met de essentiële belangen van de Unie en haar lidstaten als bedoeld in artikel 25; |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) synergieën met andere Europese fondsen zoals Horizon Europa, het Cohesiefonds, InvestEU, en het EFRO om de ontwikkeling van downstreamtoepassingen in alle sectoren te ondersteunen; |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) samenwerking tussen ondernemingen, in de vorm van ruimtevaarthubs op regionaal en nationaal niveau, waarin actoren en gebruikers uit de ruimtevaartsector en de digitale sector worden samengebracht en waarmee steun wordt verleend aan burgers en ondernemingen bij de ontwikkeling van ondernemerschap en vaardigheden; |
d) samenwerking tussen ondernemingen zelf en ook in de vorm van een netwerk van ruimtevaarthubs op regionaal, nationaal en EU-niveau, waarin actoren en gebruikers uit de ruimtevaartsector en de digitale sector worden samengebracht en waarmee steun, faciliteiten en diensten worden verstrekt aan burgers en ondernemingen bij de ontwikkeling van ondernemerschap en vaardigheden; de bevordering van samenwerking tussen de ruimtevaarthubs en de digitale innovatiehubs die in het kader van het programma Digitaal Europa zijn opgericht; |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) synergieën met de vervoerssector, de ruimtevaartsector en de digitale sector om het bredere gebruik van nieuwe technologieën (zoals e‑call, digitale tachograaf, verkeerstoezicht en ‑beheer, autonoom rijden, onbemande voertuigen en drones) te bevorderen en in te spelen op behoeften zoals veilige en naadloze connectiviteit, precieze plaatsbepaling, intermodaliteit en interoperabiliteit, om zo het concurrentievermogen van vervoersdiensten en de industrie te vergroten; |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Ontbreken van garantie |
Garantie |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De door de onderdelen van het programma geleverde diensten, gegevens en informatie worden verstrekt zonder enige expliciete of impliciete garantie ten aanzien van de kwaliteit, nauwkeurigheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel ervan. Daartoe treft de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de gebruikers van die diensten, gegevens en informatie op gepaste wijze in kennis worden gesteld van het ontbreken van dergelijke garantie. |
De door de onderdelen van het programma geleverde diensten, gegevens en informatie worden verstrekt zonder enige expliciete of impliciete garantie ten aanzien van de kwaliteit, nauwkeurigheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel ervan, tenzij een dergelijke garantie door toepasselijke Uniewetgeving wordt vereist voor de verlening van de betrokken diensten. Daartoe treft de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de gebruikers van die diensten, gegevens en informatie op gepaste wijze in kennis worden gesteld van het ontbreken van dergelijke garantie. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen [16] miljard EUR in lopende prijzen. |
De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021‑2027 bedragen [16,7] miljard EUR in lopende prijzen. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) voor SSA/Govsatcom; [0,5] miljard EUR. |
c) voor SSA: [0,6] miljard EUR. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) Govsatcom: [0,6] miljard EUR. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in artikel 3 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
2. Horizontale activiteiten als voorzien in de artikelen 3, 5 en 6 worden in het kader van de onderdelen van het programma gefinancierd. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) in afwijking van artikel 167 van het Financieel Reglement, waar passend, gebruikmaken van meer dan één leverancier om een betere controle van de onderdelen van het programma, de kosten en het tijdschema te waarborgen; |
c) in afwijking van artikel 167 van het Financieel Reglement, waar passend, gebruikmaken van meer dan één leverancier om een betere controle van de onderdelen van het programma, de kosten, de kwaliteit en het tijdschema te waarborgen; |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de onafhankelijkheid van de Unie bevorderen, met name op technologisch vlak; |
d) de onafhankelijkheid van de Unie bevorderen in de hele waardeketen; |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De aanbestedende dienst drukt het deel van de opdracht dat in onderaanneming moet worden gegeven, uit door middel van een minimum- en een maximumpercentage. |
2. De aanbestedende dienst drukt het deel van de opdracht dat in onderaanneming moet worden gegeven, uit door middel van een minimum- en een maximumpercentage, rekening houdend met de essentiële belangen van de Unie en haar lidstaten als bedoeld in artikel 25. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In aanvulling op de bepalingen van [artikel 165] van het Financieel Reglement kunnen de Commissie en het Agentschap gezamenlijke aanbestedingsprocedures uitvoeren met het Europees Ruimteagentschap of andere internationale organisaties die bij de uitvoering van de onderdelen van het programma zijn betrokken. |
1. In aanvulling op de bepalingen van [artikel 165] van het Financieel Reglement kunnen de Commissie en/of het Agentschap gezamenlijke aanbestedingsprocedures uitvoeren met het Europees Ruimteagentschap of andere internationale organisaties die bij de uitvoering van de onderdelen van het programma zijn betrokken. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) systematisch aandacht besteden aan de doelstelling van continuïteit van de diensten als absolute prioriteit; |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten; |
d) systematisch aandacht besteden aan de gebruikersbehoeften, met name de continuïteit van de diensten en de stabiliteit van de interfaces van de door de onderdelen van het programma geleverde diensten, en van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang op het gebied van die diensten; |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen aan het programma deelnemen door technische competentie, kennis en bijstand bij te dragen, met name op het gebied van veiligheid en beveiliging, en, waar dat noodzakelijk is, door de informatie en infrastructuur waarover zij beschikken of die zich op hun grondgebied bevinden, ter beschikking van de Unie te stellen, onder meer door te zorgen voor efficiënte en obstakelvrije toegang tot en gebruik van in-situgegevens en door met de Commissie samen te werken aan een betere beschikbaarheid van in-situgegevens zoals vereist door het programma. |
1. De lidstaten kunnen aan het programma deelnemen door technische competentie, kennis en bijstand bij te dragen, met name op het gebied van veiligheid en beveiliging, duurzaam vervoer en toepassingen van onderdelen van het programma, en, waar dat noodzakelijk is, door de informatie en infrastructuur waarover zij beschikken of die zich op hun grondgebied bevinden, ter beschikking van de Unie te stellen, onder meer door te zorgen voor efficiënte en obstakelvrije toegang tot en gebruik van in-situgegevens en door met de Commissie samen te werken aan een betere beschikbaarheid van in-situgegevens zoals vereist door het programma. |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie heeft de algemene verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma, met inbegrip van het beveiliging. In overeenstemming met deze verordening stelt zij de prioriteiten en de ontwikkeling op de lange termijn van het programma vast, en houdt zij toezicht op de uitvoering ervan, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan het effect ervan op andere beleidsterreinen van de Unie. |
1. De Commissie heeft de algemene verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma en de verantwoordelijkheid met betrekking tot beveiliging voor de onderdelen van het programma die niet aan het Agentschap zijn toevertrouwd krachtens artikel 30. In overeenstemming met deze verordening stelt zij de prioriteiten en de ontwikkeling op de lange termijn van het programma vast, en houdt zij toezicht op de uitvoering ervan, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan het effect ervan op andere beleidsterreinen van de Unie. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie beheert die onderdelen van het programma waarvan het beheer niet aan andere entiteiten is toevertrouwd. |
2. De Commissie beheert alleen de onderdelen van het programma wanneer hiermee de doelstellingen van de onderdelen van het programma op meer doeltreffende wijze worden behaald dan wanneer het beheer aan andere entiteiten is toevertrouwd. In andere gevallen delegeert de Commissie het beheer van het onderdeel van het programma aan het Agentschap, het Europees Ruimteagentschap of andere in artikel 32 genoemde entiteiten. |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien dat voor de goede werking van het programma en de soepele dienstverlening door de onderdelen van het programma noodzakelijk is, stelt de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen, de technische en operationele specificaties voor de uitvoering en ontwikkeling van die onderdelen en de daardoor geleverde diensten vast, na raadpleging van de gebruikers en alle andere relevante belanghebbenden. Bij het vaststellen van die technische en operationele specificaties voorkomt de Commissie dat het algemene beveiligingsniveau wordt verlaagd en zorgt zij voor achterwaartse compatibiliteit. |
4. Indien dat voor de goede werking van het programma en de soepele dienstverlening door de onderdelen van het programma noodzakelijk is, stelt de Commissie, door middel van gedelegeerde handelingen, de vereisten op hoog niveau voor de uitvoering en ontwikkeling van die onderdelen en de daardoor geleverde diensten vast, na raadpleging van de gebruikers, de downstreamactoren en alle andere relevante belanghebbenden. Bij het vaststellen van die technische en operationele specificaties voorkomt de Commissie dat het algemene beveiligingsniveau wordt verlaagd en zorgt zij voor achterwaartse compatibiliteit. |
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Die gedelegeerde handelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie bevordert en waarborgt de ingebruikneming en het gebruik van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten in de publieke en de private sectoren, waaronder door de juiste ontwikkeling van die diensten te ondersteunen en een stabiel klimaat op de lange termijn te bevorderen. Zij ontwikkelt synergieën tussen de toepassingen van de verschillende onderdelen van het programma. Ook zorgt zij voor complementariteit, consistentie, synergieën en de koppeling tussen het programma en andere acties en programma's van de Unie. |
5. De Commissie draagt bij tot en houdt toezicht op de ingebruikneming en het gebruik van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten in de publieke en de private sectoren, onder meer door de juiste ontwikkeling van die diensten te ondersteunen en, waar dat gepast is, door de overeenkomstige normen op EU-niveau te ontwikkelen en door een stabiel klimaat op de lange termijn te bevorderen. Zij ontwikkelt synergieën tussen de toepassingen van de verschillende onderdelen van het programma. Ook zorgt zij voor complementariteit, consistentie, synergieën en de koppeling tussen het programma en andere acties en programma's van de Unie, onder meer door, waar nodig, te zorgen voor compatibiliteit en interoperabiliteit tussen deze diensten en projecten die door andere acties en programma's van de Unie worden gefinancierd. |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Waar passend zorgt zij voor de coördinatie met de activiteiten in de ruimtevaartsector die worden verricht op nationaal, internationaal en Unieniveau. De Commissie moedigt samenwerking tussen de lidstaten aan en bevordert de convergentie van hun technische vermogens en ontwikkeling op het gebied van ruimtevaart. |
6. Waar passend en in samenwerking met het Agentschap en de ESA streeft de Commissie ernaar het programma te coördineren met de activiteiten in de ruimtevaartsector die worden verricht bij partners op nationaal, internationaal en Unieniveau. Zij moedigen samenwerking tussen de lidstaten aan en bevorderen de convergentie van hun technische vermogens en ontwikkeling op het gebied van ruimtevaart. |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) de cyberbeveiliging van het programma coördineren; |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) de acceptatie en het gebruik bevorderen en waarborgen van de door de onderdelen van het programma geleverde gegevens en diensten, met bijzondere aandacht voor de vervoerssector, onder meer door activiteiten te verrichten met betrekking tot de ontwikkeling van op de behoeften van de gebruikers afgestemde downstreamtoepassingen en ‑diensten op basis van de onderdelen van het programma; |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a quater) overeenkomstig artikel 6 en in samenwerking met de Commissie en de downstreamsector acties uitvoeren ten behoeve van een innovatieve ruimtevaartsector van de Unie, met name door de toegang tot financiering te vergemakkelijken via de in titel III bedoelde financiële instrumenten, alsook in samenwerking met de Europese Investeringsbank (EIB) via de door de EIB ingestelde financieringsinstrumenten die voornamelijk op kmo's gericht zijn; |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a quinquies) de prioriteiten op ruimtevaartgebied van Horizon Europa vaststellen en aan de Commissie aanbevelen en door Horizon Europa gefinancierde O&O-activiteiten op ruimtevaartgebied beheren in het kader van zijn bevoegdheden; |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a sexies) de benutting van synergieën tussen de ruimtevaartsector en de vervoerssector bevorderen; |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) communicatie- en promotieactiviteiten verrichten, alsmede activiteiten in verband met de commercialisering van de door Galileo en Egnos geboden diensten; |
c) communicatie- en promotieactiviteiten verrichten, in het bijzonder met betrekking tot de door Galileo, Egnos en Copernicus geboden diensten; |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) de exploitatie van Egnos en Galileo beheren, als bedoeld in artikel 43; |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de Commissie technische deskundigheid leveren. |
d) de Commissie technische deskundigheid leveren voor zover dit geen doublure is van de rol van het Europees Ruimteagentschap als omschreven in artikel 31. |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de exploitatie van Egnos en Galileo beheren, als bedoeld in artikel 43; |
Schrappen |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) uitvoeringsactiviteiten in verband met de ontwikkeling van downstreamtoepassingen en -diensten op basis van de onderdelen van het programma. |
Schrappen |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie kan andere taken aan het Agentschap toevertrouwen, waaronder activiteiten op het gebied van communicatie, promotie en marketing van gegevens en informatie, alsook activiteiten op het gebied van ingebruikneming door gebruikers wat de andere onderdelen van het programma dan Galileo en Egnos betreft. |
3. De Commissie kan andere taken aan het Agentschap toevertrouwen, waaronder activiteiten op het gebied van communicatie, promotie en marketing van gegevens en informatie, alsook activiteiten op het gebied van ingebruikneming door gebruikers wat de andere onderdelen van het programma dan Galileo, Egnos en Copernicus betreft. |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De in de leden 2 en 3 bedoelde taken worden door de Commissie toegewezen door middel van een bijdrageovereenkomst overeenkomstig [artikel 2, lid 18] en [titel VI] van het Financieel Reglement. |
4. De in de leden 2 en 3 bedoelde taken worden door de Commissie toegewezen door middel van een bijdrageovereenkomst overeenkomstig [artikel 2, lid 18] en [titel VI] van het Financieel Reglement en worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 102, lid 6, van deze verordening. |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Wanneer de Commissie taken aan het Agentschap toevertrouwt, zorgt zij voor passende financiering voor het beheer en de uitvoering van die taken, waaronder voldoende personele en financiële middelen. |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) wat Galileo en Egnos betreft: evolutie van systemen, ontwikkeling van het grondsegment en het ontwerp en de ontwikkeling van satellieten; |
b) wat Galileo en Egnos betreft: technische ondersteuning van het Agentschap bij de uitvoering van zijn gedelegeerde taken als bedoeld in artikel 30 en, indien daarin is voorzien in specifieke subdelegatieovereenkomsten die tussen het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap zijn gesloten krachtens de overeenkomst inzake financieel kaderpartnerschap uit hoofde van lid 2 van dit artikel, aanbesteding in naam en voor rekening van de Unie op het gebied van evolutie van systemen, ontwikkeling van het grondsegment en het ontwerp en de ontwikkeling van satellieten; |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) aanmoediging van samenwerking tussen de lidstaten en bevordering van convergentie van hun technische capaciteiten en ontwikkelingen op het gebied van ruimtevaart. |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– worden de verantwoordelijkheden en verplichtingen van het Europees Ruimteagentschap met betrekking tot het programma duidelijk gedefinieerd; |
– worden de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de Commissie, het Agentschap en het Europees Ruimteagentschap met betrekking tot het programma duidelijk gedefinieerd; |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– worden de voorwaarden voor het beheer van de aan het Europees Ruimteagentschap toegewezen fondsen vastgelegd, met name op het gebied van openbare aanbestedingen, beheersprocedures, de te verwachten resultaten, gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren, de te treffen maatregelen in geval van een gebrekkige of uitvoering frauduleuze van contracten voor wat betreft de kosten, het tijdschema en de resultaten, de communicatiestrategie en de eigendomsregeling voor alle materiële en immateriële activa; die voorwaarden zijn conform de titels III en V van deze verordening en het Financieel Reglement; |
– worden de voorwaarden voor het beheer van de aan het Europees Ruimteagentschap toegewezen fondsen vastgelegd, waaronder de toepassing van de Unieregels voor openbare aanbestedingen indien in naam en voor rekening van de Commissie of het Agentschap wordt aanbesteed, beheersprocedures, de te verwachten resultaten, gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren, de te treffen maatregelen in geval van een gebrekkige of uitvoering frauduleuze van contracten voor wat betreft de kosten, het tijdschema en de resultaten, de communicatiestrategie en de eigendomsregeling voor alle materiële en immateriële activa; die voorwaarden zijn conform de titels III en V van deze verordening en het Financieel Reglement; |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beveiliging van het programma moet worden gebaseerd op de volgende beginselen: |
De beveiliging van het programma wordt gebaseerd op de volgende beginselen: |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) rekening houden met de ervaring die is opgedaan tijdens de exploitatie van Galileo, Egnos and Copernicus; |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – alinea 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) samenwerken met Enisa op het gebied van cyberbeveiliging; |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie zorgt op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen voor een hoge mate van beveiliging, in het bijzonder met betrekking tot: |
De Commissie en het Agentschap zorgen op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen voor een hoge mate van beveiliging, in het bijzonder met betrekking tot: |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Te dien einde zorgt de Commissie ervoor dat voor elk onderdeel van het programma een risico- en dreigingsanalyse wordt uitgevoerd. Op basis van die risico- en dreigingsanalyse, stelt zij, door middel van uitvoeringshandelingen, voor elk onderdeel van het programma de algemene beveiligingsvereisten vast. Daarbij houdt de Commissie rekening met de gevolgen van die vereisten voor de goede werking van dat onderdeel, met name wat de kosten, het risicobeheer en het tijdschema betreft, en zorgt zij ervoor het algemene beveiligingsniveau niet te verlagen en geen afbreuk te doen aan de werking van de op dat onderdeel gebaseerde bestaande apparatuur. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Te dien einde voert de Commissie een risico- en dreigingsanalyse uit voor de onderdelen van Copernicus, SST en Govsatcom en zorgt zij ervoor dat het Agentschap een risico- en dreigingsanalyse uitvoert voor de onderdelen van Galileo en Egnos. |
|
Op basis van de in lid 1 bedoelde risico- en dreigingsanalyse stelt de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen, voor elk onderdeel van het programma de algemene beveiligingsvereisten vast. Daarbij houdt zij rekening met de gevolgen van die vereisten voor de goede werking van dat onderdeel, met name wat de kosten, het risicobeheer en het tijdschema betreft, en zorgt zij ervoor het algemene beveiligingsniveau niet te verlagen en geen afbreuk te doen aan de werking van de op dat onderdeel gebaseerde bestaande apparatuur. De algemene beveiligingsvereisten bevatten de procedures die moeten worden gevolgd wanneer de beveiliging van de Unie of haar lidstaten door de exploitatie van een onderdeel in het gedrang kan komen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De entiteit die verantwoordelijk is voor het beheer van een onderdeel van het programma is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van dat onderdeel en verricht te dien einde een risico- en dreigingsanalyse en alle nodige activiteiten om de beveiliging van dat onderdeel te waarborgen en in het oog te houden, waaronder met name het vaststellen van technische specificaties en operationele procedures, en ziet erop toe dat deze aan de in lid 1 bedoelde algemene beveiligingsvereisten voldoen. |
2. De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van de onderdelen Copernicus, SST en Govsatcom. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van de beveiliging van de onderdelen Galileo en Egnos. Te dien einde verrichten zij alle nodige activiteiten om de beveiliging van de onderdelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn te waarborgen en in het oog te houden, waaronder met name het vaststellen van technische specificaties en operationele procedures, en zien zij erop toe dat deze aan de in lid 1, derde alinea, bedoelde algemene beveiligingsvereisten voldoen. |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 3 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) zorgt voor de cyberbeveiliging van het programma; |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) zorgt iedere lidstaat ervoor dat zijn nationale beveiligingsvoorschriften eenzelfde mate van bescherming van gerubriceerde informatie van de Europese Unie bieden als de veiligheidsvoorschriften in Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie30 en de beveiligingsvoorschriften van de Raad in de bijlagen bij Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie31; |
a) zorgt iedere lidstaat ervoor dat zijn nationale beveiligingsvoorschriften eenzelfde hoge mate van bescherming van gerubriceerde informatie van de Europese Unie bieden als de veiligheidsvoorschriften in Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie30 en de beveiligingsvoorschriften van de Raad in de bijlagen bij Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie31; |
_________________ |
_________________ |
30 PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53. |
30 PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53. |
31 PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1. |
31 PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1. |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het beheer, het onderhoud, de voortdurende verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de grondinfrastructuur, in het bijzonder netwerken, locaties en ondersteuningsfaciliteiten, met inbegrip van opwaardering en het beheer inzake veroudering; |
b) het beheer, het onderhoud, de voortdurende verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de grondinfrastructuur, met inbegrip van de voltooiing van de grondinfrastructuur die zich buiten het grondgebied van de EU bevindt, maar die noodzakelijk met het oog op een volledige dekking door Egnos van de grondgebieden van de lidstaten die geografisch in Europa liggen, in het bijzonder netwerken, locaties en ondersteuningsfaciliteiten, met inbegrip van opwaardering en het beheer inzake veroudering; |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) de ontwikkeling en evolutie van fundamentele elementen, zoals met Galileo compatibele chipsets en ontvangers; |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) certificerings- en normaliseringsoperaties; |
d) toezicht op de prestaties en certificerings- en normaliseringsoperaties; |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – alinea 1 – letter h bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
h bis) wetgevende maatregelen om de waarschijnlijkheid van radiofrequentiestoringen te beperken. |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 2 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) navigatiediensten voor de luchtvaart door middel van adequate augmentatiesystemen (aan boord of op de grond). |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een dienst voor de toegang tot gegevens van Egnos (de "EGNOS Data Access Service" of EDAS), die informatie verschaft voor plaatsbepaling en synchronisering, voornamelijk bestemd voor satellietnavigatietoepassingen voor professionele of commerciële doeleinden en die betere prestaties en gegevens met een grotere toegevoegde waarde biedt dan die van de EOS; |
b) een dienst voor de toegang tot gegevens van Egnos (de "EGNOS Data Access Service" of EDAS), die kosteloos is voor de gebruikers en informatie verschaft voor plaatsbepaling en synchronisering, voornamelijk bestemd voor satellietnavigatietoepassingen voor professionele of commerciële doeleinden en die betere prestaties en gegevens met een grotere toegevoegde waarde biedt dan die van de EOS; |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een dienst beveiliging van levens (de "Safety-of-Life Service" of SoL), zonder heffingen voor de rechtstreekse gebruiker, die informatie verschaft voor plaatsbepaling en synchronisering met een hoog niveau van continuïteit, beschikbaarheid en nauwkeurigheid en die een integriteitsfunctie omvat waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd voor slecht functioneren of "buiten tolerantie"-signalen van Galileo en andere GNSS'en die het versterkt binnen het dekkingsgebied, met name ten behoeve van gebruikers voor wie veiligheid essentieel is, in het bijzonder voor luchtvaartnavigatiediensten in de burgerluchtvaart. |
c) een dienst beveiliging van levens (de "Safety-of-Life Service" of SoL), zonder heffingen voor de rechtstreekse gebruiker, die informatie verschaft voor plaatsbepaling en tijdsynchronisering met een hoog niveau van continuïteit, beschikbaarheid, nauwkeurigheid en integriteit. Deze dienst wordt verleend onder toezicht van het EASA met het oog op naleving van eisen voor de luchtvaartveiligheid en omvat een integriteitsfunctie waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd voor slecht functioneren of "buiten tolerantie"-signalen van Galileo en andere GNSS'en die het versterkt binnen het dekkingsgebied, met name ten behoeve van gebruikers voor wie veiligheid essentieel is, in het bijzonder voor luchtvaartnavigatiediensten in de burgerluchtvaart. |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in lid 1 bedoelde diensten worden met voorrang aangeboden op het grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
De in lid 1 bedoelde diensten worden met voorrang aangeboden op het grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt, met inbegrip van de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden. |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor zover technisch uitvoerbaar en, voor de SoL-dienst, op basis van internationale overeenkomsten kan de geografische dekking van Egnos worden uitgebreid naar andere regio's in de wereld, met name naar het grondgebied van kandidaat-lidstaten, van derde landen die aangesloten zijn bij het gemeenschappelijk Europees luchtruim en van derde landen die deel uitmaken van het Europees nabuurschapsbeleid. |
Afhankelijk van de technische uitvoerbaarheid, de beoordeling van mogelijke veiligheidsrisico's en de beveiligingshomologatie en, voor de SoL-dienst, op basis van internationale overeenkomsten kan de geografische dekking van Egnos worden uitgebreid naar andere regio's in de wereld, met name naar het grondgebied van kandidaat-lidstaten, van derde landen die aangesloten zijn bij het gemeenschappelijk Europees luchtruim en van derde landen die deel uitmaken van het Europees nabuurschapsbeleid. |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De kosten van een dergelijke uitbreiding, met inbegrip van de daaraan verbonden specifieke exploitatiekosten voor deze regio's, worden niet gedekt door de in artikel 11 bedoelde begroting. Een dergelijke uitbreiding mag niet leiden tot vertraging in het aanbieden van de in lid 1 bedoelde diensten op het gehele grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
3. De kosten van een dergelijke uitbreiding, met inbegrip van de daaraan verbonden specifieke exploitatiekosten voor deze regio's, worden niet gedekt door de in artikel 11 bedoelde begroting, maar de Commissie neemt het gebruik van bestaande partnerschapsprogramma's en, indien van toepassing, de ontwikkeling van specifieke financiële instrumenten ter ondersteuning ervan in overweging. Een dergelijke uitbreiding mag niet leiden tot vertraging in het aanbieden van de in lid 1 bedoelde diensten op het gehele grondgebied van de lidstaten dat zich geografisch in Europa bevindt. |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de risico's die inherent zijn aan de werking van Galileo en Egnos te beheren en beperken; |
a) de risico's die inherent zijn aan de werking en de verlening van diensten van Galileo en Egnos te beheren en beperken; |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) het risico van radiofrequentiestoringen beheren en beperken. |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Compatibiliteit en interoperabiliteit |
Compatibiliteit, interoperabiliteit en normalisering |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Galileo en Egnos streven ernaar te voldoen aan internationale normen en certificeringen. met name werken de bevoegde autoriteiten samen om een certificeringssysteem voor de sectoren spoorvervoer, wegvervoer, luchtvaart en scheepvaart vast te stellen. |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Galileo en Egnos en de diensten die zij aanbieden, zijn compatibel met bepaalde vervoersinfrastructuurontvangers, waarbij ook rekening wordt gehouden met strategische toekomstsectoren zoals zelfrijdende en verbonden voertuigen en onbemande luchtvaartuigen (UAV's). |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Copernicus is het civiele aardobserveringsonderdeel van het programma, dat wordt aangestuurd door kerngebruikers. Het zorgt voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserveringsgegevens en -informatie, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging, alsook in vervoerssector. |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
– landmonitoring, aanleg van infrastructuur en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- vervoersdiensten voor het slimmer, efficiënter, veiliger en duurzamer maken en beter integreren van het vervoer over land, ter zee, in de lucht en in de ruimte. |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) een mechanisme ter uitbreiding van de Copernicus-diensten om andere acties van de Unie te ondersteunen; |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c ter) Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de downstreamdiensten in verband met Copernicus, ter bevordering van: |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Copernicus omvat acties ter ondersteuning van de Copernicus-gerelateerde downstreamdiensten, ter bevordering van: |
|
a) acceptatie van institutionele gegevens en informatie voor nationale diensten voor monitoring, verslaglegging en het waarborgen van de naleving ter ondersteuning van openbare overheden; |
|
b) diensten die op commerciële basis worden aangeboden; |
|
c) karteringsdiensten voor het toezicht op en de bescherming van cultureel erfgoed. |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de oprichting, ontwikkeling en exploitatie van een netwerk van op de grond en/of in de ruimte gestationeerde sensoren van de lidstaten, met inbegrip van sensoren die zijn ontwikkeld met tussenkomst van het Europees Ruimteagentschap en op nationaal niveau beheerde sensoren van de Unie, voor het bewaken en volgen van voorwerpen en voor het ontwikkelen van een Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte die is aangepast aan de behoeften van de in artikel 55 bedoelde gebruikers; |
a) de oprichting, ontwikkeling en exploitatie van een netwerk van op de grond en/of in de ruimte gestationeerde sensoren van de lidstaten, met inbegrip van sensoren die zijn ontwikkeld met tussenkomst van het Europees Ruimteagentschap en op nationaal niveau beheerde sensoren van de Unie, voor het bewaken en volgen van voorwerpen en voor het ontwikkelen, tegen eind 2023, van een Europese catalogus van voorwerpen in de ruimte die is aangepast aan de behoeften van de in artikel 55 bedoelde gebruikers; |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 58 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 58 bis |
|
Toezicht op vraag en aanbod voor SST |
|
Voor 31 december 2024 evalueert de Commissie de uitvoering van het SST-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit van sensoren op de grond en in de ruimte. Bij de evaluatie wordt met name onderzocht of aanvullende ruimte- en grondinfrastructuur nodig is. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte- en grondinfrastructuur in het kader van het SST-onderdeel. |
Motivering | |
De Europese Unie zou zich ambitieuzer moeten tonen ten opzichte van de twee nieuwe initiatieven SSA en Govsatcom. Aangezien om een hogere begroting wordt verzocht, kunnen meer activiteiten worden bestreken. | |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De functie met betrekking tot ruimteweer kan de volgende activiteiten ondersteunen: |
1. De functie met betrekking tot ruimteweer ondersteunt de volgende activiteiten: |
Motivering | |
De Europese Unie zou zich ambitieuzer moeten tonen ten opzichte van de twee nieuwe initiatieven SSA en Govsatcom. Aangezien om een hogere begroting wordt verzocht, kunnen meer activiteiten worden bestreken. | |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De functie met betrekking tot aardscheerders kan de volgende activiteiten ondersteunen: |
1. De functie met betrekking tot aardscheerders ondersteunt de volgende activiteiten: |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie kan de acties van de Unie en de nationale overheden die belast zijn met civiele bescherming coördineren indien wordt geconstateerd dat een aardscheerder op de aarde afkomt. |
2. De Commissie coördineert de acties van de Unie en de nationale overheden die belast zijn met civiele bescherming indien wordt geconstateerd dat een aardscheerder op de aarde afkomt. |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de ontwikkeling, bouw en exploitatie van de infrastructuur van het grondsegment; |
(a) de ontwikkeling, bouw en exploitatie van de infrastructuur van het grondsegment en het ruimtesegment; |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de operationele vereisten vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van technische specificaties voor usecases met betrekking tot crisisbeheersing, bewaking en beheer van belangrijke infrastructuur, met inbegrip van diplomatieke communicatienetwerken. Die operationele vereisten worden gebaseerd op een gedetailleerde analyse van de gebruikerseisen en rekening houdend met de vereisten die voortvloeien uit bestaande gebruikersapparatuur en netwerken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
2. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de operationele vereisten vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van technische specificaties voor usecases met betrekking tot crisisbeheersing, bewaking en beheer van belangrijke infrastructuur, met inbegrip van diplomatieke communicatienetwerken. Die operationele vereisten worden gebaseerd op een gedetailleerde analyse van de gebruikerseisen en rekening houdend met de vereisten die voortvloeien uit bestaande gebruikersapparatuur en netwerken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de werkelijke vraag van de gebruikers uit de lidstaten kunnen te allen tijde andere usecases worden toegevoegd, gevolgd door overeenkomstige technische specificaties. |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, het dienstenpakket vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van een lijst van categorieën van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie en de eigenschappen daarvan, met inbegrip van geografische dekking, frequentie, bandbreedte, gebruikersapparatuur en beveiligingsaspecten. Die maatregelen worden gebaseerd op de in lid 1 bedoelde operationele en beveiligingsvereisten en geven prioriteit aan diensten die op het niveau van de Unie aan gebruikers worden aangeboden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
3. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, het dienstenpakket vast voor in het kader van Govsatcom aangeboden diensten, in de vorm van een lijst van categorieën van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie en de eigenschappen daarvan, met inbegrip van geografische dekking, frequentie, bandbreedte, gebruikersapparatuur en beveiligingsaspecten. Die maatregelen worden gebaseerd op de in lid 1 bedoelde operationele en beveiligingsvereisten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 107, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – alinea 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het in lid 3 bedoelde dienstenpakket houdt rekening met bestaande commercieel beschikbare diensten om de concurrentie op de interne markt niet te verstoren. |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) rechtspersonen die overeenkomstig de procedure voor beveiligingshomologatie van artikel 36 naar behoren zijn gehomologeerd voor het aanbieden van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie, op basis van de in artikel 34, lid 1, bedoelde specifieke beveiligingsvereisten voor het Govsatcom-onderdeel. |
b) rechtspersonen die overeenkomstig de procedure voor beveiligingshomologatie van artikel 36 naar behoren zijn gehomologeerd voor het aanbieden van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie. |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) De aanbieders van capaciteiten en diensten op het gebied van satellietcommunicatie in het kader van dit onderdeel voldoen aan de specifieke beveiligingsvereisten voor het Govsatcom-onderdeel als bedoeld in artikel 34, lid 1. |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in een gezamenlijk pool samengebrachte capaciteiten, diensten en gebruikersapparatuur op het gebied van satellietcommunicatie worden gedeeld en geprioriteerd tussen Govsatcom-deelnemers op basis van een analyse van de beveiligingsrisico's door de gebruikers op het niveau van de Unie en de lidstaten. Bij deze deling en prioritering wordt voorrang gegeven aan gebruikers op het niveau van de Unie. |
1. De in een gezamenlijk pool samengebrachte capaciteiten, diensten en gebruikersapparatuur op het gebied van satellietcommunicatie worden gedeeld en geprioriteerd tussen Govsatcom-deelnemers op basis van een analyse van de beveiligingsrisico's door de gebruikers op het niveau van de Unie en de lidstaten. |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 66 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Govsatcom-hubs houden rekening met bestaande commercieel beschikbare diensten om de concurrentie op de interne markt niet te verstoren. |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 67 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie stelt uiterlijk eind 2021 overeenkomstig artikel 105 een gedelegeerde handeling vast betreffende bepalingen inzake het bestuur van Govsatcom. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 69 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor het einde van 2024 evalueert de Commissie de uitvoering van het Govsatcom-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit op het gebied van satellietcommunicatie. Bij de evaluatie wordt met name onderzocht of er aanvullende ruimte-infrastructuur nodig is. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte-infrastructuur in het kader van het Govsatcom-onderdeel. |
Govsatcom is tegen eind 2023 operationeel. Voor het einde van 2024 evalueert de Commissie de uitvoering van het Govsatcom-onderdeel, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de gebruikersbehoeften met betrekking tot de capaciteit op het gebied van satellietcommunicatie. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte-infrastructuur in het kader van het Govsatcom-onderdeel. De evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een passend voorstel voor de ontwikkeling van aanvullende ruimte-infrastructuur in het kader van het Govsatcom-onderdeel. |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De leden van de Raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van de kerntaken van het Agentschap, met inachtneming van hun relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. Het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaten trachten het verloop van hun vertegenwoordigers in de Raad van bestuur te beperken om te zorgen voor continuïteit in de activiteiten. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de Raad van bestuur. |
4. De leden van de Raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van de taken van het Agentschap, met inachtneming van hun relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. Het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaten trachten het verloop van hun vertegenwoordigers in de Raad van bestuur te beperken om te zorgen voor continuïteit in de activiteiten. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de Raad van bestuur. |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 101 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie stelt een methode vast voor de vaststelling van kwalitatieve indicatoren voor een nauwkeurige beoordeling van de vorderingen bij de verwezenlijking van de in artikel 4, onder a), b) en c), genoemde algemene doelstellingen. Op basis van deze methode vult de Commissie de bijlage uiterlijk op 1 januari 2021 aan. |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 101 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het prestatieverslagleggingssysteem waarborgt dat de gegevens voor het monitoren van de uitvoering en de resultaten van het programma op efficiënte en doeltreffende wijze en tijdig worden verzameld. Daartoe worden evenredige verslagleggingsvereisten opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie en (in voorkomend geval) de lidstaten. |
3. Het prestatieverslagleggingssysteem waarborgt dat de gegevens voor het monitoren van de uitvoering en de resultaten van het programma geschikt zijn voor een grondige analyse van de geboekte vooruitgang en van de problemen die zijn vastgesteld en dat zij op efficiënte en doeltreffende wijze en tijdig worden verzameld. Daartoe worden evenredige verslagleggingsvereisten opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie en (in voorkomend geval) de lidstaten. |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie voert evaluaties van het programma tijdig uit zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen. |
1. De Commissie voert evaluaties van het programma tijdig uit zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen. De evaluaties voorzien ook in een kwalitatieve beoordeling van de vorderingen bij de verwezenlijking van de in artikel 4 genoemde algemene doelstellingen. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, maar uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen. |
2. De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, maar uiterlijk drie jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen. |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 102 – lid 6 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 30 juni 2024, en vervolgens om de vijf jaar, evalueert de Commissie de prestaties van het Agentschap, in het bijzonder met betrekking tot de doelstellingen, het mandaat, de taken en de locatie ervan overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het Agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijziging. Deze evaluatie betreft ook het beleid van het Agentschap inzake belangenconflicten en de onafhankelijkheid en de autonomie van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
Uiterlijk op 30 juni 2024, en vervolgens om de drie jaar, evalueert de Commissie de prestaties van het Agentschap, in het bijzonder met betrekking tot de doelstellingen, het mandaat, de taken en de locaties ervan overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het Agentschap te wijzigen, met name ten aanzien van de mogelijkheid om er overeenkomstig artikel 30 aanvullende taken aan toe te vertrouwen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijziging. Deze evaluatie betreft ook het beleid van het Agentschap inzake belangenconflicten en de onafhankelijkheid en de autonomie van de Raad voor de beveiligingshomologatie. |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 110 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De Commissie stelt in samenwerking met het Agentschap een overgangsplan op om te zorgen voor een passende financiering en personeelsbezetting van het Agentschap, zodat het Agentschap de in deze verordening bedoelde taken kan uitvoeren. De Commissie stelt maatregelen vast om ervoor te zorgen dat de taken waarvoor het Agentschap op dit moment niet over voldoende financiële middelen en personeel beschikt, afdoende worden uitgevoerd tijdens de overgangsperiode, die niet langer mag duren dan twee jaar na de datum van toepassing van de verordening. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU |
||||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD) |
||||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 14.6.2018 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
TRAN 5.7.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Massimiliano Salini 3.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
8.10.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
9.10.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
35 3 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Daniela Aiuto, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Tania González Peñas, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Innocenzo Leontini, Peter Lundgren, Marian-Jean Marinescu, Georg Mayer, Gesine Meissner, Markus Pieper, Gabriele Preuß, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, Claudia Schmidt, Jill Seymour, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, Wim van de Camp, Marie-Pierre Vieu, Kosma Złotowski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Stefan Gehrold, Maria Grapini, Karoline Graswander-Hainz, Ryszard Antoni Legutko, Patricija Šulin, Henna Virkkunen |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Nicola Danti, Angel Dzhambazki |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
35 |
+ |
|
ALDE |
Izaskun Bilbao Barandica, Gesine Meissner, Dominique Riquet, Pavel Telička |
|
ECR |
Angel Dzhambazki, Jacqueline Foster, Ryszard Antoni Legutko, Kosma Złotowski |
|
EFDD |
Daniela Aiuto |
|
GUE/NGL |
Tania González Peñas, Merja Kyllönen |
|
PPE |
Georges Bach, Wim van de Camp, Deirdre Clune, Andor Deli, Stefan Gehrold, Luis de Grandes Pascual, Dieter-Lebrecht Koch, Innocenzo Leontini, Marian-Jean Marinescu, Markus Pieper, Massimiliano Salini, Claudia Schmidt, Patricija Šulin, Henna Virkkunen |
|
S&D |
Inés Ayala Sender, Nicola Danti, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Maria Grapini, Karoline Graswander-Hainz, Gabriele Preuß, Claudia Țapardel |
|
VERTS/ALE |
Michael Cramer, Keith Taylor |
|
3 |
- |
|
EFDD |
Jill Seymour |
|
ENF |
Georg Mayer |
|
GUE/NGL |
Marie-Pierre Vieu |
|
1 |
0 |
|
ECR |
Peter Lundgren |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (9.10.2018)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU
(COM(2018)0447 – C8‑0258/2018 – 2018/0236(COD))
Rapporteur for opinion: Hilde Vautmans
BEKNOPTE MOTIVERING
Landbouw wordt wereldwijd een steeds complexere activiteit. Enerzijds voorspellen de Verenigde Naties dat de voedselproductie met 50 % zal moeten stijgen om tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van de wereldpopulatie in 2050. Anderzijds zal de sector moeten omgaan met de impact van klimaatverandering en de uitdagingen op het gebied van milieu en biodiversiteit die hiermee samenhangen, bijvoorbeeld met betrekking tot de bodem- en waterkwaliteit. EU‑boeren moeten ook voldoen aan hoge productienormen en steeds meer regels, eisen vanuit de samenleving en administratieve procedures.
De sector moet daarom nog heel wat uitdagingen het hoofd bieden om tot een productiever landbouwmodel te komen dat efficiënter gebruikmaakt van middelen en zijn producten optimaliseert, ongeacht de omvang van het landbouwbedrijf. In de afgelopen decennia heeft de Europese landbouw vorderingen gemaakt met de ontwikkeling van nieuwe praktijken, technieken en productiemethoden, waardoor de opbrengst is toegenomen, het vermogen om landbouwpraktijken aan te passen aan nieuwe en veranderende omstandigheden is gestegen en de productiekosten zijn gedaald.
Deze vorderingen zouden echter niet mogelijk zijn geweest zonder de waardevolle bijdrage van de ruimtevaarttechnologie. Landbouw is een van de sectoren waar op ruimtevaarttechnologie gebaseerde toepassingen de meeste toegevoegde waarde kunnen leveren. Precisielandbouw (het gebruik van technologie om precieze, berekende en passende beslissingen te nemen op landbouwgebied), satellietnavigatiesystemen en aardobservatiesystemen worden momenteel gebruikt door vele bedrijven in de EU en zullen spoedig worden toegepast door de hele landbouwsector in de Unie. Vandaag de dag wordt ongeveer 10 % van het bbp van de EU – meer dan 1,1 biljoen EUR – mogelijk gemaakt door navigatiesignalen van satellieten. In de Europese ruimtevaartindustrie werken meer dan 230 000 professionals en de omzet van deze industrie werd in 2014 geschat op een bedrag tussen de 46 en 54 miljard EUR.
Dit voorstel voor een verordening maakt deel uit van de follow‑up van de ruimtevaartstrategie voor Europa. Een volledig geïntegreerd ruimtevaartprogramma zal alle activiteiten van de Unie op dit gebied bundelen. Het zal een coherent kader bieden voor toekomstige investeringen met meer zichtbaarheid en meer flexibiliteit. Door de efficiëntie te verhogen zal het helpen om nieuwe door de ruimtevaart gestuurde diensten uit te rollen die alle EU-burgers ten goede zullen komen. Het voorstel verschaft de Unie een budget voor ruimtevaart van 16 miljard EUR om Galileo, EGNOS, Copernicus en SST uit te voeren, voort te zetten en te verbeteren en het Govsatcom-initiatief te lanceren.
De rapporteur is ingenomen met het voorstel voor een verordening van de Commissie, aangezien dit voorstel het bestaande acquis van de Unie aanzienlijk vereenvoudigt en stroomlijnt door bijna alle regels die tot dusver in afzonderlijke verordeningen en besluiten vervat zaten samen te voegen in een enkele tekst en ze te harmoniseren. Dit versterkt het imago van het ruimtevaartbeleid van de Unie, hetgeen in overeenstemming is met de belangrijke rol die de Unie in de toekomst wil spelen als mondiale speler in de ruimtevaart.
In overeenstemming met de doelstelling om het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) beter ten uitvoer te leggen, moet steeds meer gebruik worden gemaakt van aardobservatie-informatie zodat er meer mogelijkheden ontstaan voor beleidsmonitoring en intelligente landbouw. Copernicus effent de weg voor het monitoren van landbouwactiviteiten ten gunste van de doelstellingen van het GLB door gratis, vrij toegankelijke aardobservatiegegevens te verschaffen. Deze gegevens, gecombineerd met de capaciteit van het identificatiesysteem voor landpercelen en aangevuld met andere satellietbeelden die door de particuliere industrie worden geleverd, bieden daadwerkelijke toegevoegde waarde.
Daarom is de rapporteur van mening dat er meer middelen moeten worden toegewezen aan Copernicus om een evenwicht met Galileo te bewerkstelligen en tegemoet te komen aan de nieuwe eisen van het EU-beleid en van de belanghebbenden. De rapporteur stelt voor om 2 miljard EUR extra aan Copernicus toe te wijzen. Dit bedrag is in overeenstemming met de ramingen voor het langetermijnscenario voor Copernicus om alle prioriteiten te implementeren die door belanghebbenden zijn aangekaart en door de Europese Commissie zijn vastgesteld.
Het gaat hierbij om de volgende behoeften:
1. een missie met meerdere satellieten om de menselijke impact op de CO2-cyclus te meten. Deze behoefte wordt onderschreven door de conclusies van COP21;
2. waarnemingen in een hoge spatio‑temporele resolutie om de huidige metingen van Sentinel‑2 aan te vullen en uit te breiden. Dit was een prioriteit die is aangekaart door belanghebbenden uit de landbouwsector en voor stedelijke applicaties;
3. nieuwe metingen van kritieke parameters voor de poolregio's. Dit zal het Arctische beleid en het beleid inzake klimaatverandering van de EU ondersteunen;
4. optische waarnemingen met hyperspectrale beeldverwerkingscapaciteiten om de huidige Sentinel‑2-missie uit te breiden. Op deze prioriteiten werd gewezen door belanghebbenden uit de landbouwsector en zij zijn belangrijk voor landhulpbronnen.
De mogelijkheden om de gegevens van Copernicus toe te passen in de landbouwsector worden op EU- en wereldwijd niveau steeds groter: denk hierbij aan voedsel- en watercrises, watergebruik, verlies van biodiversiteit, instorting van ecosystemen, extreme weersomstandigheden, precisielandbouw, monitoring van het GLB en voedselzekerheid in brede zin.
De extra middelen waarom wordt gevraagd voor de 4 genoemde missies zullen garanderen dat de particuliere sector meer toepassingen kan ontwikkelen die producenten en andere belanghebbenden dagelijks in een praktisch formaat kunnen gebruiken op hun draagbare apparaten. Een voorbeeld uit België: VITO heeft een systeem ontwikkeld om de groei van aardappelen te monitoren. Door gebruik te maken van gegevens en informatie van Copernicus, kan deze dienst nu worden opgeschaald en op wereldwijd niveau worden ingevoerd. Toepassingen als deze kunnen de huidige kritieke informatielacunes met betrekking tot oogstprognoses dichten.
AMENDEMENTEN
De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook worden verbeterd, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
(3) De Unie heeft sinds het eind van de jaren 1990 op het vlak van de ruimtevaart haar eigen initiatieven en programma’s ontwikkeld, namelijk het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (Egnos) en vervolgens Galileo en Copernicus, die tegemoetkomen aan de behoeften van de EU-burgers en de vereisten van het overheidsbeleid. Niet alleen moet de continuïteit van deze initiatieven worden gewaarborgd, ze moeten ook versneld worden verbeterd, onder meer door uitbreiding van het aantal satellieten, zodat ze een prominente rol blijven spelen in het licht van nieuwe technologische ontwikkelingen en de veranderingen in de digitale, informatie- en communicatietechnologie, voldoen aan de nieuwe behoeften van de gebruikers en kunnen worden ingeschakeld voor politieke prioriteiten zoals klimaatverandering, met inbegrip van het monitoren van de veranderingen in het noordpoolgebied, veiligheid en defensie. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 38 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) In een toenemend aantal economische sleutelsectoren, met name vervoer, telecommunicatie, landbouw en energie, neemt het gebruik van satellietnavigatiesystemen gestaag toe, om nog maar te zwijgen van de synergieën met activiteiten in verband met de veiligheid en defensie van de Europese Unie en haar lidstaten. Volledige controle van satellietnavigatie moet daarom de technologische onafhankelijkheid van de Unie, ook op de langere termijn voor de onderdelen van de infrastructuur, garanderen en zorgen voor de strategische autonomie van de Unie. |
(38) In een toenemend aantal economische sleutelsectoren, met name vervoer, telecommunicatie, landbouw, voedselveiligheid en energie, neemt het gebruik van satellietnavigatiesystemen gestaag toe, om nog maar te zwijgen van de synergieën met activiteiten in verband met de veiligheid en defensie van de Europese Unie en haar lidstaten. Volledige controle van satellietnavigatie moet daarom de technologische onafhankelijkheid van de Unie, ook op de langere termijn voor de onderdelen van de infrastructuur, garanderen en zorgen voor de strategische autonomie van de Unie. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 40 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(40 bis) Egnos kan van nut zijn voor de precisielandbouw en kan Europese landbouwers helpen om verspilling tegen te gaan, het overmatig gebruik van meststoffen en herbiciden te verminderen, en de oogstopbrengsten te optimaliseren. Egnos heeft al een belangrijke "gebruikersgemeenschap", maar het aantal landbouwmachines dat verenigbaar is met navigatietechnologie, is beperkter. Deze kwestie moet worden aangepakt. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 47 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieukennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
(47) Copernicus moet zorgen voor autonome toegang tot milieu- en landbouwkennis en cruciale technologieën voor aardobserverings- en geo-informatiediensten, waardoor de Unie tot onafhankelijke besluitvorming en zelfstandig optreden in staat is, o.a. op het gebied van milieu, landbouw, biodiversiteit, bodemgebruik, klimaatverandering, civiele bescherming, veiligheid en de digitale economie. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 47 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(47 bis) In het geval van landbouw moet Copernicus verder worden ontwikkeld en benut om de ontwikkeling te bevorderen van werkwijzen die het milieu ontzien en de productiviteit ondersteunen. De landbouw zal profiteren van het volledige potentieel van Copernicus, met name met betrekking tot het gebruik van landbouwgrond en trends, opbrengstprognoses, irrigatiebeheer en hydrologie, het in kaart brengen van seizoensgebonden arealen, kaarten met gegevens over landbedekking en gewastype, ruimtebeslag, de toestand van gewassen en de bodemgesteldheid, landbouwgebieden met een hoge natuurwaarde, monitoring van de biodiversiteit in landelijke gebieden en versnippering van het landschap. Op basis van de resultaten van het Sen2Agri- en het Sen4CAP-project van het ESA kunnen de data ook worden gebruikt voor een verschuiving van de monitoringsaanpak van het GLB, van een op steekproeven gebaseerde naar een systematische benadering en uiteindelijk een vervanging van de controles ter plaatse, om zo de administratieve lasten voor de betaalorganen en de eindbegunstigden van de GLB-steun te verminderen. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 48 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Copernicus moet voortbouwen op en continuïteit verzekeren met de werkzaamheden en verworvenheden in het kader van Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma van de Europese Unie voor aardobservatie en -monitoring (Copernicus)17 en Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten18. Hierbij moet rekening worden gehouden met recente tendensen op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkelingen en innovaties die gevolgen hebben voor het domein van de aardobservatie, alsook ontwikkelingen op het vlak van de analyse van big data en artificiële intelligentie en verwante strategieën en initiatieven op het niveau van de Unie19. In de mate van het mogelijke moet gebruik worden gemaakt van de capaciteiten voor satellietobservaties van de lidstaten, het Europees Ruimteagentschap, Eumetsat20 en andere entiteiten, met inbegrip van commerciële initiatieven in Europa, waardoor ook wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een levensvatbare commerciële ruimtevaartsector in Europa. Indien haalbaar en passend moet tevens gebruik worden gemaakt van de beschikbare in-situ- en aanvullende gegevens die in hoofdzaak door de lidstaten worden verstrekt overeenkomstig Richtlijn 2007/2/EG21. De Commissie moet samenwerken met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap om voor Copernicus een efficiënte toegang tot en een efficiënt gebruik van de in-situgegevens te verzekeren. |
(48) Het Copernicus-programma is gebaseerd op een partnerschap tussen de Unie, het Europees Ruimteagentschap en de lidstaten. Het dient derhalve voort te bouwen op bestaande Europese en nationale capaciteiten en dient deze aan te vullen met nieuwe, gemeenschappelijk ontwikkelde activa. Om deze aanpak te verwezenlijken, dient de Commissie ernaar te streven een dialoog aan te gaan met ESA en de lidstaten die over relevante activa in de ruimte en in situ beschikken. Copernicus moet voortbouwen op en continuïteit verzekeren met de werkzaamheden en verworvenheden in het kader van Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma van de Europese Unie voor aardobservatie en -monitoring (Copernicus)17 en Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten18. Hierbij moet rekening worden gehouden met recente tendensen op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkelingen en innovaties die gevolgen hebben voor het domein van de aardobservatie, alsook ontwikkelingen op het vlak van de analyse van big data en artificiële intelligentie en verwante strategieën en initiatieven op het niveau van de Unie19. In de mate van het mogelijke moet gebruik worden gemaakt van de capaciteiten voor satellietobservaties van de lidstaten, het Europees Ruimteagentschap, Eumetsat20 en andere entiteiten, met inbegrip van commerciële initiatieven in Europa, waardoor ook wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een levensvatbare commerciële ruimtevaartsector in Europa. Indien haalbaar en passend moet tevens gebruik worden gemaakt van de beschikbare in-situ- en aanvullende gegevens die in hoofdzaak door de lidstaten worden verstrekt overeenkomstig Richtlijn 2007/2/EG21. De Commissie moet samenwerken met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap om voor Copernicus een efficiënte toegang tot en een efficiënt gebruik van de in-situgegevens te verzekeren. |
__________________ |
__________________ |
17 Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44). |
17 Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44). |
18 Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011 tot 2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1). |
18 Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011 tot 2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1). |
19 Mededeling "Artificial Intelligence for Europe" (Kunstmatige intelligentie voor Europa) (COM(2018) 237 final), Mededeling "Towards a common European data space" (Naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte) (COM(2018) 232 final), Proposal for a Council Regulation on establishing the European High Performance Computing Joint Undertaking (Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming high performance computing) (COM(2018) 8 final). |
19 Mededeling "Artificial Intelligence for Europe" (Kunstmatige intelligentie voor Europa) (COM(2018) 237 final), Mededeling "Towards a common European data space" (Naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte) (COM(2018) 232 final), Proposal for a Council Regulation on establishing the European High Performance Computing Joint Undertaking (Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming high performance computing) (COM(2018) 8 final). |
20 De Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten. |
20 De Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten. |
21 Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire). |
21 Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire). |
Motivering | |
In deze verwijzing wordt het belang erkend van de lopende haalbaarheidsstudies, gefinancierd door het Europees Ruimteagentschap, en de toekomstige ontwikkeling van de eerste eenheid van elk type satelliet, die ook moet wordt gefinancierd door het Agentschap. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 48 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(48 bis) Copernicus dient versneld verder ontwikkeld te worden, onder meer door uitbreiding van het aantal satellieten. Aangezien bewolking de bruikbaarheid van beelden kan verstoren, is een hogere frequentie van beelden nodig voor tijdreeksanalyses voor onder meer landbouwkundig gebruik. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 52 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaartinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies). Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring uitgebreid worden tot de poolgebieden en de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) ondersteunen. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken ter verdere aanvulling van de capaciteiten van Copernicus. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen om tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
(52) Met betrekking tot gegevensverwerving moeten de activiteiten in het kader van Copernicus gericht zijn op de voltooiing en handhaving van de bestaande ruimtevaartinfrastructuur, de voorbereiding van de vervanging van de satellieten aan het einde van hun levensduur, evenals het opstarten van nieuwe missies, waarvan de haalbaarheid momenteel wordt bestudeerd door het Europees Ruimteagentschap, met betrekking tot nieuwe observatiesystemen ter ondersteuning van de succesvolle aanpak van mondiale klimaatverandering (bv. monitoring van antropogene CO2- en andere broeikasgasemissies) en de monitoring van de landbouw. Wat de activiteiten in het kader van Copernicus betreft, moet de wereldwijde monitoring uitgebreid worden tot de poolgebieden en de naleving van milieuvoorschriften, verplichte milieumonitoring en -verslaglegging en innovatieve milieutoepassingen (bv. voor de monitoring van gewassen, waterbeheer en betere brandmonitoring) ondersteunen. Copernicus moet daarbij zoveel mogelijk als hefboom worden aangewend en maximaal voordeel halen uit de investeringen die in het kader van de vorige financieringsperiode (2014-2020) zijn gedaan, en tezelfdertijd nieuwe operationele en zakelijke modellen onderzoeken ter verdere aanvulling van de capaciteiten van Copernicus. Copernicus moet ook voortbouwen op de succesvolle partnerschappen met lidstaten om de veiligheidsdimensie verder te ontwikkelen in het kader van passende bestuursmechanismen om tegemoet te komen aan de veranderende gebruikersbehoeften in de veiligheidssector. |
Motivering | |
In deze verwijzing wordt het belang erkend van de lopende haalbaarheidsstudies, gefinancierd door het Europees Ruimteagentschap, en de toekomstige ontwikkeling van de eerste eenheid van elk type satelliet, die ook moet wordt gefinancierd door het Agentschap. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 53 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(53) In het kader van de taak van Copernicus op het vlak van gegevens- en informatieverwerking moet het programma de duurzaamheid op lange termijn en de verdere ontwikkeling van zijn kerndiensten waarborgen door informatie te verstrekken om te voldoen aan de behoeften van de overheidssector en de behoeften die voortvloeien uit de internationale verplichtingen van de Unie, en om optimaal gebruik te maken van de kansen voor commerciële exploitatie. In het bijzonder moet Copernicus op lokaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau, informatie leveren over de toestand van de atmosfeer; informatie over de toestand van de oceanen; informatie inzake landmonitoring ter ondersteuning van de uitvoering van lokale, nationale en Europese beleidsmaatregelen; informatie ter ondersteuning van de aanpassing aan of de mitigatie van klimaatverandering; geospatiale informatie ter ondersteuning van crisisbeheersing, met inbegrip van preventiemaatregelen, waarborging van de naleving van milieuvoorschriften, evenals civiele bescherming, met inbegrip van ondersteuning van het externe optreden van de Unie. De Commissie dient passende contractuele regelingen vast te stellen ter bevordering van de continuïteit van de dienstverlening. |
(53) In het kader van de taak van Copernicus op het vlak van gegevens- en informatieverwerking moet het programma de duurzaamheid op lange termijn en de verdere ontwikkeling van zijn kerndiensten waarborgen door informatie te verstrekken om te voldoen aan de behoeften van de overheidssector en de behoeften die voortvloeien uit de internationale verplichtingen van de Unie, en om optimaal gebruik te maken van de kansen voor commerciële exploitatie. In het bijzonder moet Copernicus op lokaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau, informatie leveren over de toestand van de atmosfeer; informatie over de toestand van de oceanen; informatie inzake landmonitoring ter ondersteuning van de uitvoering van lokale, nationale en Europese beleidsmaatregelen; informatie ter ondersteuning van de aanpassing aan of de mitigatie van klimaatverandering; informatie over de toestand van landbouwgrond en landgebruik, informatie over visserijactiviteiten, geospatiale informatie ter ondersteuning van crisisbeheersing, met inbegrip van preventiemaatregelen, waarborging van de naleving van milieuvoorschriften, evenals civiele bescherming, met inbegrip van ondersteuning van het externe optreden van de Unie. De Commissie dient passende contractuele regelingen vast te stellen ter bevordering van de continuïteit van de dienstverlening. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 59 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(59 bis) Gezien het grote potentieel van satellietbeelden voor een duurzaam en efficiënt beheer van hulpbronnen, onder meer door het leveren van betrouwbare en tijdige informatie over de toestand van gewassen en de bodemgesteldheid, moet deze dienst verder ontwikkeld worden om te voorzien in de behoeften van eindgebruikers en te zorgen voor de koppeling van data. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 86 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden op dit gebied van het Europees Ruimteagentschap. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, in het bijzonder op het vlak van duurzaam voedsel en duurzame natuurlijke hulpbronnen, klimaatmonitoring, slimme steden, geautomatiseerde voertuigen, veiligheid en rampenbeheersing. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren die gebruik moeten maken van infrastructuren die de Unie bezit, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. Onderzoeksinfrastructuren, met name netwerken voor observatie ter plaatse, zullen essentiële elementen zijn van de infrastructuur voor observatie ter plaatse waardoor de Copernicus-diensten mogelijk worden. |
(86) Specifieke infrastructuur voor het Programma kan extra onderzoek en innovatie vereisen, wat kan worden ondersteund in het kader van Horizon Europa. Hierbij moet worden gestreefd naar samenhang met de werkzaamheden op dit gebied van het Europees Ruimteagentschap. Synergieën met Horizon Europa moeten ervoor zorgen dat de onderzoeks- en innovatiebehoeften van de ruimtevaartsector worden geïdentificeerd en als onderdeel van het strategische planningsproces op het gebied van onderzoek en innovatie worden opgevat. Ruimtevaartgegevens en -diensten die gratis beschikbaar worden gesteld door het Programma zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen via onderzoek en innovatie, onder meer in het kader van Horizon Europa, in het bijzonder op het vlak van duurzaam voedsel en duurzame natuurlijke hulpbronnen, klimaatmonitoring, het vergemakkelijken van de preventie van natuurrampen, slimme steden, geautomatiseerde voertuigen, veiligheid en rampenbeheersing. De strategische planningsprocedure in het kader van Horizon Europa zal onderzoeks- en innovatieactiviteiten identificeren die gebruik moeten maken van infrastructuren die de Unie bezit, zoals Galileo, Egnos en Copernicus. Onderzoeksinfrastructuren, met name netwerken voor observatie ter plaatse, zullen essentiële elementen zijn van de infrastructuur voor observatie ter plaatse waardoor de Copernicus-diensten mogelijk worden. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
"Copernicuskerngebruikers" die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie en de aanvullende taak hebben de evolutie van Copernicus aan te drijven; hieronder vallen de instellingen en organen van de Unie en Europese nationale of regionale openbare instanties die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak voor de vaststelling, uitvoering, handhaving of monitoring van beleid op het gebied van milieu, civiele bescherming, veiligheid of beveiliging; |
"Copernicuskerngebruikers" die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie en de aanvullende taak hebben de evolutie van Copernicus aan te drijven; hieronder vallen de instellingen en organen van de Unie en Europese nationale of regionale openbare instanties die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak voor de vaststelling, uitvoering, handhaving of monitoring van beleid op het gebied van milieu, landbouw, duurzame groei, bosbouw, civiele bescherming, veiligheid of beveiliging; |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 23 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
"andere Copernicusgebruikers" die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie; hieronder vallen met name organisaties op het gebied van onderzoek en onderwijs, commerciële en particuliere organen, liefdadigheidsinstellingen, non-gouvernementele organisaties en internationale organisaties. |
"andere Copernicusgebruikers" die profiteren van Copernicusgegevens en -informatie; hieronder vallen met name organisaties op het gebied van onderzoek en onderwijs, commerciële en particuliere organen, juridische entiteiten, liefdadigheidsinstellingen, non-gouvernementele organisaties en internationale organisaties. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een regionaal satellietnavigatiesysteem dat bestaat uit centra en grondstations en verschillende op geostationaire satellieten geïnstalleerde transponders en dat de door Galileo en andere GNSS's uitgezonden open signalen versterkt en corrigeert, onder meer voor luchtverkeersbeheer- en luchtvaartnavigatiediensten (Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie, "Egnos"); |
b) een regionaal satellietnavigatiesysteem dat bestaat uit centra en grondstations en verschillende op geostationaire satellieten geïnstalleerde transponders en dat de door Galileo en andere GNSS's uitgezonden open signalen versterkt en corrigeert, onder meer voor luchtverkeersbeheer- en luchtvaartnavigatiediensten, evenals voor landbouw (Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie, "Egnos"); |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een autonoom, door gebruikers gestuurd aardobservatiesysteem dat onder civiele controle staat en geo-informatiegegevens en -diensten verleent, en dat bestaat uit satellieten, infrastructuur op de grond, faciliteiten voor gegevens- en informatieverwerking en verspreidingsinfrastructuur, en de veiligheidsbehoeften- en vereisten volledig integreert ("Copernicus"); |
c) een autonoom, door gebruikers gestuurd aardobservatiesysteem dat onder civiele controle staat en geactualiseerde en betrouwbare geo-informatiegegevens en -diensten verleent, en dat bestaat uit satellieten, infrastructuur op de grond, faciliteiten voor gegevens- en informatieverwerking en verspreidingsinfrastructuur, en de behoeften en vereisten met betrekking tot de veiligheid van de burgers van de Unie volledig integreert ("Copernicus"); |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het verstrekken, of het leveren van een bijdrage tot het verstrekken van, hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, veilige met de ruimtevaart verband houdende gegevens, informatie en diensten zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, waarbij aan de bestaande en toekomstige behoeften wordt voldaan en dit in overeenstemming met de politieke prioriteiten van de Unie, onder meer wat betreft klimaatverandering, veiligheid en defensie; |
a) het verstrekken, of het leveren van een bijdrage tot het verstrekken van, hoogwaardige, geactualiseerde en, in voorkomend geval, veilige met de ruimtevaart verband houdende gegevens, informatie en diensten zonder onderbrekingen en zoveel mogelijk op mondiaal niveau, waarbij aan de bestaande en toekomstige behoeften wordt voldaan en dit in overeenstemming met de politieke prioriteiten van de Unie, onder meer wat betreft klimaatverandering, voedselzekerheid en -veiligheid, veiligheid en defensie; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) het bevorderen van de rol van Unie op het internationale niveau als een voortrekker in de ruimtevaartsector en het versterken van de rol van de Unie bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer wat betreft klimaatverandering en duurzame ontwikkeling. |
d) het bevorderen van de rol van Unie op het internationale niveau als een voortrekker in de ruimtevaartsector en het versterken van de rol van de Unie bij de aanpak van wereldwijde uitdagingen en de ondersteuning van internationale initiatieven, onder meer wat betreft klimaatverandering, precisielandbouw, voedselveiligheid en duurzame ontwikkeling. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) voor Galileo en Egnos: het verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; |
a) voor Galileo en Egnos: het op langetermijnbasis verstrekken van geavanceerde en, waar dat gepast is, beveiligde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; |
Motivering | |
Net als Copernicus zou Galileo op de lange termijn moeten worden aangeboden. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
b) voor Copernicus: het verstrekken van nauwkeurige en betrouwbare aardobservatiegegevens en -informatie op langetermijnbasis, ter ondersteuning van de uitvoering en monitoring van het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van milieu, water- en bosbeheer, klimaatverandering, landbouw en plattelandsontwikkeling, visserij, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging en de digitale economie; |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen [16] miljard EUR in lopende prijzen. |
De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode 2021 - 2027 bedragen [18] miljard EUR in lopende prijzen. |
Motivering | |
Dit bedrag is in overeenstemming met de ramingen voor het langetermijnscenario voor Copernicus om alle door de Commissie vastgestelde prioriteiten te implementeren. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor Copernicus: [5,8] miljard EUR; |
b) voor Copernicus: [7,8] miljard EUR; |
Motivering | |
Dit bedrag is in overeenstemming met de ramingen voor het langetermijnscenario voor Copernicus om alle door de Commissie vastgestelde prioriteiten te implementeren. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Indien mogelijk worden die middelen gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat. |
Schrappen |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een precisiedienst (de "High-Accuracy Service" of HAS), die gratis is voor de gebruikers en door middel van in een aanvullende frequentieband verspreide aanvullende gegevens zeer precieze informatie verschaft voor plaatsbepaling en synchronisering, voornamelijk bestemd voor satellietnavigatietoepassingen voor professionele of commerciële doeleinden; |
b) een precisiedienst (de "High-Accuracy Service" of HAS), die gratis is voor de gebruikers en door middel van in een aanvullende frequentieband verspreide aanvullende gegevens zeer precieze informatie verschaft voor horizontale en verticale plaatsbepaling en synchronisering, voornamelijk bestemd voor satellietnavigatietoepassingen voor professionele of commerciële doeleinden; |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een onderdeel voor gegevens- en informatieverwerking, dat activiteiten omvat voor het genereren van informatie met meerwaarde voor de ondersteuning van milieumonitoring, verslaglegging en het waarborgen van de naleving, civiele bescherming en beveiligingsdiensten (Copernicusdiensten); |
b) een onderdeel voor gegevens- en informatieverwerking, dat activiteiten omvat voor het genereren van gestandaardiseerde informatie met meerwaarde voor de ondersteuning van water- en milieumonitoring en de monitoring van landbouw, plattelandsontwikkeling en bosbouw, verslaglegging en het waarborgen van de naleving, civiele bescherming en beveiligingsdiensten (Copernicusdiensten); |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) acties om te zorgen voor continuïteit van de bestaande Sentinel-missies en om verdere Sentinels te ontwikkelen, lanceren, onderhouden en exploiteren, waarbij prioriteit wordt gegeven aan: observatiecapaciteiten voor het monitoren van de antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, waardoor de polen kunnen worden bestreken en innovatieve milieutoepassingen in de domeinen landbouw, bossen en waterbeheer mogelijk worden gemaakt; |
a) acties om te zorgen voor continuïteit van de bestaande Sentinel-missies en om verdere Sentinels te ontwikkelen, lanceren, onderhouden en exploiteren, waarbij prioriteit wordt gegeven aan: observatiecapaciteiten voor het monitoren van de antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, waardoor de polen kunnen worden bestreken en innovatieve milieutoepassingen in de domeinen akkerbouw en veehouderij, visserij, bossen en waterbeheer mogelijk worden gemaakt; |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) milieumonitoring, diensten voor verslaglegging en het waarborgen van de naleving met betrekking tot: |
a) milieumonitoring en monitoring van landbouw en plattelandsontwikkeling, diensten voor verslaglegging en het waarborgen van de naleving met betrekking tot: |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en cryosfeer; |
– landmonitoring en landbouw om informatie te verschaffen over landbedekking, landgebruik en verandering in landgebruik, stedelijke gebieden, kwantiteit en kwaliteit van binnenwateren, bossen, en met name ontbossing, landbouw en andere natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit, cryosfeer, regelmatige beoordelingen van gewasgebieden, monitoring van gewasontwikkeling op regionale en mondiale schaal, oogstramingen en voorspellingen van het meest geschikte moment voor de oogst, opbrengstprognoses, schatting van de vereiste irrigatie, optimalisering van het gebruik van meststoffen en pesticiden, monitoring van evapotranspiratie en (water)stress bij gewassen, het in kaart brengen en monitoren van de bodemsamenstelling en grondstoffen, woestijnvorming, gewasrotatie en -diversificatie, bodemerosie en -verontreiniging en ondoordringbaarheid van de bodem en het beheer van chemische stoffen en afval; |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
– de lidstaten zullen de informatie en gegevens als gevolg van de monitoring van het landbouwareaal met betrekking tot de mate van landbedekking en het gebruik van landbouwgrond kunnen gebruiken om de administratieve lasten bij het toekennen van landbouwsubsidies verder te verminderen; |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– monitoring van de klimaatverandering om informatie te verschaffen over antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, essentiële klimaatvariabelen, klimaatheranalysen, seizoensvoorspellingen, klimaatvooruitzichten en verklaring van de klimaatverandering, alsmede indicatoren op relevante tijd- en ruimteschalen; |
– monitoring van de klimaatverandering om informatie te verschaffen over antropogene emissies van CO2 en andere broeikasgassen, essentiële klimaatvariabelen, klimaatheranalysen, seizoensvoorspellingen, klimaatvooruitzichten en verklaring van de klimaatverandering, alsmede bodemerosie of andere indicatoren op relevante tijd- en ruimteschalen; |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
– het in kaart brengen van landbouwgronden die geïrrigeerd moeten worden, oogstprognoses en landgebruik, en het zorgen voor een betere voedselveiligheid en -kwaliteit door het beschermen van het milieu; |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter a – streepje 4 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
– monitoring van visserijactiviteiten, teneinde voor een betere voedselveiligheid en -kwaliteit te zorgen door het beschermen van het milieu; |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) dienst voor het beheer van noodsituaties om ondersteunende informatie te verschaffen voor in de Unie gevestigde overheden die belast zijn met civiele bescherming, ter ondersteuning van civielebeschermings- en noodhulpoperaties (ter verbetering van activiteiten in verband met vroegtijdige waarschuwing en van crisisresponscapaciteiten), en preventie- en paraatheidsacties (risico- en herstelanalysen) in verband met verschillende soorten rampen; |
b) dienst voor het beheer van noodsituaties om ondersteunende informatie te verschaffen voor in de Unie gevestigde overheden die belast zijn met civiele bescherming, ter ondersteuning van civielebeschermings- en noodhulpoperaties (ter verbetering van activiteiten in verband met vroegtijdige waarschuwing en van crisisresponscapaciteiten), en preventie- en paraatheidsacties (risico- en herstelanalysen) in verband met verschillende soorten rampen, met inbegrip van branden; |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Copernicus omvat acties om toegang te verlenen tot alle Copernicusgegevens en -informatie en, in voorkomend geval, te voorzien in aanvullende infrastructuur en diensten ter bevordering van de verspreiding, de toegang tot en het gebruik van die gegevens en informatie. |
1. Copernicus omvat acties om toegang te verlenen tot alle Copernicusgegevens en -informatie en, in voorkomend geval, te voorzien in aanvullende infrastructuur en diensten ter bevordering van de verspreiding, de toegang tot en het gebruik van die gegevens en informatie. Er zullen ook specifieke acties worden ondernomen voor de bewustmaking en opleiding van specifieke potentiële gebruikers met betrekking tot de door Copernicus geleverde diensten, evenals stimuleringsmaatregelen om landbouwers aan te moedigen in het kader van het GLB gebruik te maken van op Copernicus gebaseerde diensten. Er worden ook specifieke acties vastgesteld om de toegang tot Copernicusgegevens te ondersteunen en het gebruik van op Copernicus gebaseerde diensten door regionale en lokale autoriteiten te bevorderen. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma |
||||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD) |
||||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 14.6.2018 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AGRI 14.6.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Hilde Vautmans 4.7.2018 |
||||
Datum goedkeuring |
9.10.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
32 3 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
John Stuart Agnew, Clara Eugenia Aguilera García, José Bové, Daniel Buda, Nicola Caputo, Matt Carthy, Michel Dantin, Paolo De Castro, Albert Deß, Jørn Dohrmann, Herbert Dorfmann, Norbert Erdős, Luke Ming Flanagan, Karine Gloanec Maurin, Esther Herranz García, Jan Huitema, Martin Häusling, Peter Jahr, Ivan Jakovčić, Jarosław Kalinowski, Zbigniew Kuźmiuk, Norbert Lins, Philippe Loiseau, Mairead McGuinness, Ulrike Müller, Maria Noichl, Marijana Petir, Laurenţiu Rebega, Bronis Ropė, Maria Lidia Senra Rodríguez, Czesław Adam Siekierski, Maria Gabriela Zoană |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Elsi Katainen, Susanne Melior, Momchil Nekov, Annie Schreijer-Pierik, Ramón Luis Valcárcel Siso |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Stanisław Ożóg |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
32 |
+ |
|
ALDE |
Jan Huitema, Ivan Jakovčić, Elsi Katainen, Ulrike Müller |
|
ECR |
Jørn Dohrmann, Zbigniew Kuźmiuk, Stanisław Ożóg, Laurenţiu Rebega |
|
ENF |
Philippe Loiseau |
|
PPE |
Daniel Buda, Michel Dantin, Albert Deß, Herbert Dorfmann, Norbert Erdős, Esther Herranz García, Jarosław Kalinowski, Norbert Lins, Mairead McGuinness, Marijana Petir, Czesław Adam Siekierski, Ramón Luis Valcárcel Siso |
|
S&D |
Clara Eugenia Aguilera García, Nicola Caputo, Paolo De Castro, Karine Gloanec Maurin, Susanne Melior, Momchil Nekov, Maria Noichl, Maria Gabriela Zoană |
|
Verts/ALE |
José Bové, Martin Häusling, Bronis Ropė |
|
3 |
- |
|
EFDD |
John Stuart Agnew |
|
GUE/NGL |
Matt Carthy, Maria Lidia Senra Rodríguez |
|
1 |
0 |
|
GUE/NGL |
Luke Ming Flanagan |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0447 – C8-0258/2018 – 2018/0236(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
7.6.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 14.6.2018 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 14.6.2018 |
BUDG 14.6.2018 |
ENVI 14.6.2018 |
TRAN 5.7.2018 |
|
|
AGRI 14.6.2018 |
|
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
AFET 20.6.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Massimiliano Salini 12.6.2018 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
9.7.2018 |
8.10.2018 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.11.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
54 7 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Zigmantas Balčytis, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, David Borrelli, Jonathan Bullock, Cristian-Silviu Buşoi, Jerzy Buzek, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Igor Gräzin, Theresa Griffin, András Gyürk, Barbara Kappel, Krišjānis Kariņš, Jaromír Kohlíček, Peter Kouroumbashev, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Christelle Lechevalier, Janusz Lewandowski, Paloma López Bermejo, Edouard Martin, Tilly Metz, Angelika Mlinar, Csaba Molnár, Nadine Morano, Dan Nica, Angelika Niebler, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Carolina Punset, Paul Rübig, Massimiliano Salini, Algirdas Saudargas, Neoklis Sylikiotis, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Vladimir Urutchev, Kathleen Van Brempt, Henna Virkkunen, Lieve Wierinck, Hermann Winkler, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Amjad Bashir, Soledad Cabezón Ruiz, Françoise Grossetête, Benedek Jávor, Olle Ludvigsson, Marian-Jean Marinescu, Clare Moody, Dennis Radtke, Davor Škrlec |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Bolesław G. Piecha |
||||
Datum indiening |
27.11.2018 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
54 |
+ |
|
ALDE |
Fredrick Federley, Igor Gräzin, Angelika Mlinar, Morten Helveg Petersen, Carolina Punset, Lieve Wierinck |
|
ECR |
Edward Czesak, Zdzisław Krasnodębski, Bolesław G. Piecha, Evžen Tošenovský |
|
EFDD |
Dario Tamburrano |
|
ENF |
Barbara Kappel |
|
GUE/NGL |
Jaromír Kohlíček |
|
NI |
David Borrelli |
|
PPE |
Bendt Bendtsen, Cristian-Silviu Buşoi, Jerzy Buzek, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Françoise Grossetête, András Gyürk, Krišjānis Kariņš, Janusz Lewandowski, Marian-Jean Marinescu, Nadine Morano, Angelika Niebler, Dennis Radtke, Paul Rübig, Massimiliano Salini, Algirdas Saudargas, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen, Hermann Winkler, Anna Záborská |
|
S&D |
Zigmantas Balčytis, Soledad Cabezón Ruiz, Adam Gierek, Theresa Griffin, Peter Kouroumbashev, Miapetra Kumpula-Natri, Olle Ludvigsson, Edouard Martin, Csaba Molnár, Clare Moody, Dan Nica, Miroslav Poche, Patrizia Toia, Kathleen Van Brempt, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho |
|
VERTS/ALE |
Jakop Dalunde, Benedek Jávor, Tilly Metz, Davor Škrlec |
|
7 |
- |
|
ECR |
Amjad Bashir, Ashley Fox |
|
EFDD |
Jonathan Bullock |
|
ENF |
Christelle Lechevalier |
|
GUE/NGL |
Xabier Benito Ziluaga, Paloma López Bermejo, Neoklis Sylikiotis |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding