VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ
7.12.2018 - (COM(2018)0213 – C8-0152/2018 – 2018/0105(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Emil Radev
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ
(COM(2018)0213 – C8-0152/2018 – 2018/0105(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0213),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 87, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0152/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 juli 2018[1],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0442/2018),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorstel voor een |
Voorstel voor een |
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ |
tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad |
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Om de veiligheid in de lidstaten en de Unie als geheel te vergroten, moet de toegang tot informatie voor financiële-inlichtingeneenheden en overheidsinstanties die belast zijn met het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige vormen van criminaliteit worden verbeterd, zodat zij beter in staat zijn financiële onderzoeken uit te voeren en hun onderlinge samenwerking verbetert. |
(2) Om in de lidstaten en de Unie als geheel de veiligheid te vergroten, de vervolging van financiële delicten te verbeteren, het witwassen van geld te bestrijden en belastingontduiking te voorkomen, moet de toegang tot informatie voor financiële-inlichtingeneenheden (FIE’s) en overheidsinstanties die belast zijn met het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige vormen van criminaliteit worden verbeterd, zodat zij beter in staat zijn financiële onderzoeken uit te voeren en hun onderlinge samenwerking verbetert. |
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) De lidstaten zijn verplicht oprecht, loyaal en vlot met elkaar samen te werken, ingevolge artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. |
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) Financiële fraude en het witwassen van geld treffen de Europese belastingbetalers. Het bestrijden van deze strafbare feiten blijft daarom voor de EU een prioriteit. |
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Onmiddellijke en directe toegang tot de informatie in centrale registers van bankrekeningen is vaak onmisbaar voor het succes van een strafrechtelijk onderzoek of voor de tijdige identificatie, opsporing en bevriezing van de daarmee verband houdende vermogensbestanddelen met het oog op de confiscatie ervan. Directe toegang is de meest onmiddellijke vorm van toegang tot de informatie in centrale registers van bankrekeningen. De richtlijn moet daarom regels vastleggen voor de verlening van directe toegang tot informatie in centrale registers van bankrekeningen aan de aangewezen autoriteiten van de lidstaten en andere organen die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten. |
(6) Onmiddellijke en directe toegang tot de informatie in centrale registers van bankrekeningen is vaak onmisbaar voor het succes van een strafrechtelijk onderzoek of voor de tijdige identificatie, opsporing en bevriezing van de daarmee verband houdende vermogensbestanddelen met het oog op de confiscatie ervan. Directe toegang is de meest onmiddellijke vorm van toegang tot de informatie in centrale registers van bankrekeningen. De richtlijn moet daarom regels vastleggen voor de verlening van directe toegang tot informatie in centrale registers van bankrekeningen aan de aangewezen autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten. |
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Aangezien er in elke lidstaat vele autoriteiten of organen zijn die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, en om te zorgen voor een evenredige toegang tot financiële en andere informatie in het kader van deze richtlijn, moeten de lidstaten de autoriteiten aanwijzen die gemachtigd zijn om voor de toepassing van deze richtlijn toegang te hebben tot de centrale registers van bankrekeningen en informatie op te vragen bij financiële-inlichtingeneenheden. Tot de aangewezen bevoegde autoriteiten moeten de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen behoren; |
(7) Aangezien er in elke lidstaat vele autoriteiten of organen zijn die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, en om te zorgen voor een evenredige toegang tot financiële en andere informatie in het kader van deze richtlijn, moeten de lidstaten de autoriteiten aanwijzen die gemachtigd zijn om voor de toepassing van deze richtlijn toegang te hebben tot de centrale registers van bankrekeningen en die informatie moeten kunnen opvragen bij financiële-inlichtingeneenheden. De lidstaten zijn ook verplicht de bevoegdheden van deze autoriteiten af te bakenen. |
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Voor zover belastingautoriteiten en corruptiebestrijdingsautoriteiten op grond van het nationale recht bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, moeten ook zij worden beschouwd als autoriteiten die kunnen worden aangewezen voor de toepassing van deze richtlijn. Administratieve onderzoeken dienen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te vallen. |
(9) Voor zover belastingautoriteiten en corruptiebestrijdingsautoriteiten op grond van het nationale recht bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, moeten ook zij worden beschouwd als autoriteiten die kunnen worden aangewezen voor de toepassing van deze richtlijn. Administratieve onderzoeken, anders dan die welke door de financiële-inlichtingeneenheden worden uitgevoerd in het kader van het voorkomen, opsporen en doeltreffend bestrijden van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme, dienen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te vallen. |
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) De plegers van strafbare feiten, met name criminele groeperingen en terroristen, zijn vaak in verschillende lidstaten actief, en hun bezittingen, inclusief bankrekeningen, bevinden zich vaak in andere lidstaten. Gezien de grensoverschrijdende dimensie van dergelijke ernstige strafbare feiten, inclusief terrorisme, en de bijbehorende financiële activiteiten, is het voor bevoegde autoriteiten die onderzoeken uitvoeren vaak noodzakelijk om toegang te hebben tot informatie over bankrekeningen in andere lidstaten. |
(10) De plegers van strafbare feiten, zoals financiële fraude en het witwassen van geld, zijn vaak criminele groeperingen en terroristische organisaties die in verschillende lidstaten actief zijn, en hun bezittingen, inclusief bankrekeningen, bevinden zich vaak in andere lidstaten. Gezien de grensoverschrijdende dimensie van dergelijke ernstige strafbare feiten, inclusief terrorisme, en de bijbehorende financiële activiteiten, is het voor bevoegde autoriteiten die strafrechtelijke onderzoeken uitvoeren vaak noodzakelijk om toegang te hebben tot informatie over bankrekeningen in andere lidstaten. |
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) De informatie die door de bevoegde autoriteiten uit de centrale nationale registers van bankrekeningen is verkregen, kan worden uitgewisseld met de bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat overeenkomstig Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad14 en Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad15. |
(11) De informatie die door de bevoegde autoriteiten uit de centrale nationale registers van bankrekeningen is verkregen, kan worden uitgewisseld met de bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat overeenkomstig Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad14 en Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad15, overeenkomstig de toepasselijke regels inzake gegevensbescherming. |
_________________ |
_________________ |
14 Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89. |
14 Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89. |
15 Richtlijn 2014/41/EU van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken, PB L 130 van 1.5.2014, blz. 1. |
15 Richtlijn 2014/41/EU van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken, PB L 130 van 1.5.2014, blz. 1. |
|
. |
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Richtlijn (EU) 2015/849 heeft het juridische kader van de Unie voor de activiteiten van en de samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden aanzienlijk versterkt. De bevoegdheden van financiële-inlichtingeneenheden omvatten het recht op toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig hebben om witwassen van geld, daarmee verband houdende basisdelicten en terrorismefinanciering te bestrijden. Desondanks zijn niet alle specifieke instrumenten en mechanismen waarover de financiële-inlichtingeneenheden moeten beschikken om toegang te krijgen tot deze informatie en hun taken te vervullen, in het Unierecht neergelegd. Aangezien de lidstaten volledig verantwoordelijk blijven voor het opzetten van financiële-inlichtingeneenheden en het nemen van beslissingen over de organisatorische aard ervan, hebben verschillende financiële-inlichtingeneenheden in uiteenlopende mate toegang tot regelgevingsdatabanken, hetgeen leidt tot onvoldoende uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavings- of vervolgingsdiensten en financiële-inlichtingeneenheden. |
(12) Richtlijn (EU) 2015/849 heeft het juridische kader van de Unie voor de activiteiten van en de samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden aanzienlijk versterkt, onder meer dankzij de mogelijkheid om een mechanisme voor coördinatie en ondersteuning in te stellen. De bevoegdheden van financiële-inlichtingeneenheden, waarvan de juridische status van lidstaat tot lidstaat verschilt, van bestuurlijke of rechtshandhavingsinstanties tot hybride instanties, omvatten het recht op toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig hebben om witwassen van geld, daarmee verband houdende basisdelicten en terrorismefinanciering te voorkomen, op te sporen en te bestrijden. Desondanks zijn niet alle specifieke instrumenten en mechanismen waarover de financiële-inlichtingeneenheden moeten beschikken om toegang te krijgen tot deze informatie en hun taken te vervullen, in het Unierecht neergelegd. Aangezien de lidstaten volledig verantwoordelijk blijven voor het opzetten van financiële-inlichtingeneenheden en het nemen van beslissingen over de organisatorische aard ervan, hebben verschillende financiële-inlichtingeneenheden in uiteenlopende mate toegang tot regelgevingsdatabanken, hetgeen leidt tot onvoldoende uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavings- of vervolgingsdiensten en financiële-inlichtingeneenheden. |
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om de rechtszekerheid en de operationele doeltreffendheid te vergroten, moet deze richtlijn regels omvatten ter versterking van het vermogen van de financiële-inlichtingeneenheden om met de aangewezen bevoegde autoriteiten informatie over alle ernstige strafbare feiten uit te wisselen. |
(13) Om de rechtszekerheid en de operationele doeltreffendheid te vergroten, moet deze richtlijn regels omvatten ter versterking van het vermogen van de financiële-inlichtingeneenheden om met de aangewezen bevoegde autoriteiten in hun respectieve lidstaten informatie over of analyses van alle ernstige strafbare feiten uit te wisselen. Meer in het bijzonder moet het delen van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheden onderling en met de bevoegde autoriteiten worden toegestaan voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van het witwassen van geld, daarmee samenhangende basisdelicten en terrorismefinanciering, en, waar nodig, per geval, van ernstige strafbare feiten. Tegelijkertijd mag deze richtlijn geen afbreuk doen aan de operationele onafhankelijkheid en autonomie van de financiële-inlichtingeneenheden zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2015/849, zoals de mogelijkheid de autonome beslissing te nemen om informatie te analyseren, op te vragen en te verspreiden. Elke weigering om een verzoek om informatie van een bevoegde autoriteit in de eigen lidstaat in te willigen, moet naar behoren worden toegelicht. |
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Deze richtlijn moet ook een duidelijk omschreven juridisch kader omvatten om de financiële-inlichtingeneenheden in staat te stellen door aangewezen bevoegde autoriteiten opgeslagen relevante gegevens op te vragen teneinde het witwassen van geld, daarmee samenhangende basisdelicten en terrorismefinanciering doeltreffend te kunnen voorkomen en bestrijden. |
(14) Deze richtlijn moet ook een duidelijk omschreven juridisch kader omvatten om de financiële-inlichtingeneenheden in staat te stellen door aangewezen bevoegde autoriteiten in hun respectieve lidstaten opgeslagen relevante gegevens op te vragen teneinde het witwassen van geld, daarmee samenhangende basisdelicten en terrorismefinanciering doeltreffend te kunnen voorkomen, opsporen en bestrijden. |
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Het delen van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheden onderling en met de bevoegde autoriteiten moet alleen per geval worden toegestaan wanneer dat nodig is voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten of wegens het witwassen van geld, daarmee samenhangende basisdelicten en terrorismefinanciering. |
(15) Het delen van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheden onderling en met de bevoegde autoriteiten moet worden toegestaan voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ofwel het witwassen van geld, daarmee samenhangende basisdelicten ofwel terrorismefinanciering, en in uitzonderlijke en dringende gevallen, wanneer dit voldoende gerechtvaardigd is, van ernstige strafbare feiten. Dergelijk delen van informatie moet onbelemmerd kunnen plaatsvinden. |
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Om het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering doeltreffender te voorkomen en te bestrijden en haar rol bij de verstrekking van financiële informatie en analyse te versterken, moet een financiële-inlichtingeneenheid de bevoegdheid krijgen om informatie of analyses uit te wisselen die zij reeds in bezit heeft of die van meldingsplichtige entiteiten kunnen worden verkregen op verzoek van een andere financiële-inlichtingeneenheid of een bevoegde autoriteit in haar lidstaat. Deze uitwisseling mag geen belemmering vormen voor de actieve rol van een financiële-inlichtingeneenheid bij de verspreiding van haar analyse onder andere financiële-inlichtingeneenheden wanneer deze analyse feiten, gedragingen of vermoedens van witwassen van geld en terrorismefinanciering onthult die van rechtstreeks belang zijn voor die andere financiële-inlichtingeneenheden. Financiële analyse omvat operationele analyse die gericht is op individuele gevallen en specifieke doelen of op passende geselecteerde informatie, afhankelijk van het soort en de omvang van de ontvangen onthullingen en het verwachte gebruik van de informatie na verspreiding, alsmede strategische analyse ten aanzien van trends en patronen op het gebied van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Deze richtlijn dient de organisatorische status en rol van de financiële-inlichtingeneenheden krachtens het nationale recht van de lidstaten evenwel onverlet te laten. |
(16) Om het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering doeltreffender te voorkomen, op te sporen en te bestrijden en haar rol bij de verstrekking van financiële informatie en analyse te versterken, moet een financiële-inlichtingeneenheid de bevoegdheid krijgen om informatie of analyses uit te wisselen die zij reeds in bezit heeft of informatie die van meldingsplichtige entiteiten kan worden verkregen op verzoek van een andere financiële-inlichtingeneenheid of een bevoegde autoriteit in haar lidstaat. Deze uitwisseling mag geen belemmering vormen voor de actieve rol van een financiële-inlichtingeneenheid bij de verspreiding van haar analyse onder andere financiële-inlichtingeneenheden wanneer deze analyse feiten, gedragingen of vermoedens van witwassen van geld en terrorismefinanciering onthult die van rechtstreeks belang zijn voor die andere financiële-inlichtingeneenheden. Financiële analyse omvat operationele analyse die gericht is op individuele gevallen en specifieke doelen of op passende geselecteerde informatie, afhankelijk van het soort en de omvang van de ontvangen onthullingen en het verwachte gebruik van de informatie na verspreiding, alsmede strategische analyse ten aanzien van trends en patronen op het gebied van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Het is van essentieel belang dat de FIE’s feedback krijgen van de bevoegde autoriteiten met betrekking tot het gebruik dat van de verstrekte financiële informatie is gemaakt en het resultaat dat het onderzoek of de vervolging in verband met deze informatie heeft opgeleverd. De lidstaten moeten passende mechanismen invoeren om deze uitwisselingen van informatie en follow-ups mogelijk te maken. Deze richtlijn dient de organisatorische status en rol van de financiële-inlichtingeneenheden krachtens het nationale recht van de lidstaten evenwel onverlet te laten. |
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Termijnen voor de uitwisseling van informatie tussen financiële-inlichtingeneenheden zijn nodig om te zorgen voor snelle, doeltreffende en consistente samenwerking. Informatie-uitwisseling is nodig om grensoverschrijdende zaken op te lossen, en onderzoeken moeten met dezelfde snelheid en prioriteit worden uitgevoerd als in een vergelijkbare binnenlandse zaak. Er moeten termijnen worden gesteld om doeltreffende informatie-uitwisseling binnen een redelijke tijdspanne te waarborgen of om aan bepaalde procedurele regels te voldoen. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen kortere termijnen worden gesteld, wanneer het verzoek betrekking heeft op specifieke ernstige strafbare feiten, zoals terroristische misdrijven en misdrijven in verband met een terroristische groep of terroristische activiteiten als neergelegd in het recht van de Unie. |
(17) Termijnen voor de uitwisseling van informatie tussen financiële-inlichtingeneenheden zijn nodig om te zorgen voor snelle, doeltreffende en consistente samenwerking. Informatie-uitwisseling is nodig om grensoverschrijdende zaken op te lossen, en onderzoeken moeten met dezelfde snelheid en prioriteit worden uitgevoerd als in een vergelijkbare binnenlandse zaak. Er moeten termijnen worden gesteld om doeltreffende informatie-uitwisseling binnen een redelijke tijdspanne te waarborgen of om aan bepaalde procedurele regels te voldoen, alsmede om de praktijken inzake de uitwisseling van informatie tussen FIE’s in de hele Unie te harmoniseren. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen kortere termijnen worden gesteld, wanneer het verzoek betrekking heeft op specifieke ernstige strafbare feiten, zoals terroristische misdrijven en misdrijven in verband met een terroristische groep of terroristische activiteiten als neergelegd in het recht van de Unie. |
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Gezien de gevoeligheid van de financiële gegevens die door de financiële-inlichtingeneenheden moeten worden geanalyseerd en gelet op de nodige waarborgen inzake gegevensbescherming, moet deze richtlijn specifiek het soort informatie en de reikwijdte daarvan vastleggen die tussen de financiële-inlichtingeneenheden onderling en met de aangewezen bevoegde autoriteiten mag worden uitgewisseld. Deze richtlijn dient de huidige overeengekomen methoden voor gegevensverzameling niet te wijzigen. |
(19) Gezien de gevoeligheid van de financiële gegevens die door de financiële-inlichtingeneenheden moeten worden geanalyseerd en gelet op de nodige waarborgen inzake gegevensbescherming, moet deze richtlijn specifiek het soort informatie en de reikwijdte daarvan vastleggen die tussen de financiële-inlichtingeneenheden onderling en met de aangewezen bevoegde autoriteiten mag worden uitgewisseld. Deze richtlijn dient de huidige overeengekomen methoden voor gegevensverzameling niet te wijzigen. De lidstaten moeten evenwel kunnen beslissen om de reikwijdte van de financiële informatie en bankrekeninginformatie die tussen de financiële-inlichtingeneenheden en de aangewezen bevoegde autoriteiten kan worden uitgewisseld, te vergroten. Ook kunnen zij financiële informatie en bankrekeninginformatie met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten die geen ernstige strafbare feiten zijn, gemakkelijker toegankelijk maken voor de bevoegde autoriteiten. Deze richtlijn mag niet afwijken van de toepasselijke regels inzake gegevensbescherming. |
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Krachtens zijn specifieke bevoegdheden en taken als vastgelegd in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad16 biedt Europol steun aan grensoverschrijdende onderzoeken van de lidstaten naar witwasactiviteiten van transnationale criminele organisaties. Volgens Verordening (EU) 2016/794 zijn de nationale Europol-eenheden de contactorganen tussen Europol en de voor het onderzoeken van strafbare feiten bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Om Europol de voor het vervullen van zijn taken benodigde informatie te verschaffen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun financiële-inlichtingeneenheden antwoorden op verzoeken om financiële informatie en financiële analyse die Europol via de respectieve nationale Europol-eenheden indient. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat hun nationale Europol-eenheid antwoordt op door Europol ingediende verzoeken om informatie over bankrekeningen. Door Europol ingediende verzoeken dienen naar behoren te worden gemotiveerd. Zij dienen per geval te worden ingediend, binnen de grenzen van de bevoegdheden van Europol en voor de uitoefening van zijn taken. |
(20) Krachtens zijn specifieke bevoegdheden en taken als vastgelegd in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad16 biedt Europol steun aan grensoverschrijdende onderzoeken van de lidstaten naar witwasactiviteiten van transnationale criminele organisaties. In die context moet Europol de lidstaten in kennis stellen van alle informatie en alle verbanden tussen strafbare feiten die hen betreffen. Volgens Verordening (EU) 2016/794 zijn de nationale Europol-eenheden de contactorganen tussen Europol en de voor het onderzoeken van strafbare feiten bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Om Europol de voor het vervullen van zijn taken benodigde informatie te verschaffen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun financiële-inlichtingeneenheden gerechtigd zijn te antwoorden op verzoeken om financiële informatie en financiële analyse die Europol via de respectieve nationale Europol-eenheden indient. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat hun nationale Europol-eenheid gerechtigd is te antwoorden op door Europol ingediende verzoeken om informatie over bankrekeningen. Door Europol ingediende verzoeken dienen naar behoren te worden gemotiveerd. Zij dienen per geval te worden ingediend, binnen de grenzen van de bevoegdheden van Europol en voor de uitoefening van zijn taken. De operationele onafhankelijkheid en autonomie van de financiële-inlichtingeneenheden mogen niet in gevaar worden gebracht en het besluit om de gevraagde informatie of analyse te verstrekken moet een bevoegdheid van de FIE blijven. Met het oog op een snelle en doeltreffende samenwerking moeten voor de beantwoording door de FIE's van de verzoeken van Europol termijnen worden vastgesteld. |
__________________ |
__________________ |
16 Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53). |
16 Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53). |
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 21 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(21 bis) Met het oog op een nauwere samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden, moet de Europese Commissie in de nabije toekomst een effectbeoordeling uitvoeren om na te gaan of het mogelijk en passend is om een financiële-inlichtingeneenheid op het niveau van de Europese Unie op te richten. |
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Overweging 22 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Om een passend evenwicht tussen efficiëntie en een hoog niveau van gegevensbescherming te bereiken, moeten de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat de verwerking van gevoelige financiële informatie waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, vakbondslidmaatschap, gezondheid, seksleven of seksuele geaardheid van de betrokkene kan blijken, alleen wordt toegestaan voor zover dat strikt noodzakelijk en relevant is voor een specifiek onderzoek. |
(22) Om een passend evenwicht tussen efficiëntie en een hoog niveau van gegevensbescherming te bereiken, moeten de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat de verwerking van gevoelige financiële informatie waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, vakbondslidmaatschap, gezondheid, seksleven of seksuele geaardheid van de betrokkene kan blijken, wordt uitsluitend toegestaan door daartoe specifiek gemachtigde personen en alleen voor zover dat strikt noodzakelijk, relevant en evenredig is voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van een specifiek delict en overeenkomstig de toepasselijke regels inzake gegevensbescherming. |
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Deze richtlijn is in overeenstemming met de grondrechten en beginselen die worden erkend bij artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op de eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven (artikel 7) en het recht op de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), in internationaal recht en internationale overeenkomsten waarbij de Unie of alle lidstaten partij zijn, met inbegrip van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en in de grondwetten van de lidstaten, op hun respectieve toepassingsgebied. |
(23) Deze richtlijn is in overeenstemming met de grondrechten en beginselen die worden erkend bij artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op de eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven (artikel 7) en het recht op de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijke behandeling van zijn zaak (artikel 47), het vermoeden van onschuld en recht van verdediging (artikel 48), het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen (artikel 49), in internationaal recht en internationale overeenkomsten waarbij de Unie of alle lidstaten partij zijn, met inbegrip van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en in de grondwetten van de lidstaten, op hun respectieve toepassingsgebied. Deze richtlijn neemt voorts de vrijheid van ondernemerschap en het verbod op discriminatie in acht. |
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) De krachtens deze richtlijn verkregen persoonsgegevens mogen uitsluitend door de bevoegde autoriteiten worden verwerkt als dat nodig is en in verhouding staat tot de doeleinden van het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van ernstige strafbare feiten. |
(25) Alle krachtens deze richtlijn verkregen persoonsgegevens mogen uitsluitend overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/680 en Verordening (EU) 2016/679 door de bevoegde autoriteiten worden verwerkt als dat nodig is en in verhouding staat tot de doeleinden van het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van ernstige strafbare feiten. |
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Met het oog op de eerbiediging van het recht op de bescherming van persoonsgegevens en het recht op privacy en om de gevolgen van de toegang tot informatie in centrale registers van bankrekeningen en systemen voor gegevensontsluiting te beperken, is het voorts essentieel voorwaarden voor de beperking van de toegang op te nemen. De lidstaten moeten er met name voor zorgen dat passend beleid en passende maatregelen inzake gegevensbescherming van toepassing zijn op de toegang tot persoonsgegevens van bevoegde autoriteiten in het kader van deze richtlijn. Alleen bevoegde personen mogen toegang hebben tot informatie die persoonsgegevens bevat en die kan worden verkregen uit centrale registers van bankrekeningen of via authenticatieprocessen. |
(26) Met het oog op de eerbiediging van het recht op de bescherming van persoonsgegevens en het recht op privacy en om de gevolgen van de toegang tot informatie in centrale registers van bankrekeningen en systemen voor gegevensontsluiting te beperken, is het voorts essentieel voorwaarden voor de beperking van de toegang op te nemen. De lidstaten moeten er met name voor zorgen dat passend beleid en passende maatregelen inzake gegevensbescherming van toepassing zijn op de toegang tot persoonsgegevens van bevoegde autoriteiten in het kader van deze richtlijn. Alleen bevoegde personeelsleden mogen toegang hebben tot informatie die persoonsgegevens bevat en die kan worden verkregen uit centrale registers van bankrekeningen of via authenticatieprocessen. Personeel dat toegang tot dergelijke gevoelige gegevens is verleend, moet een opleiding krijgen over beveiligingspraktijken die in acht moeten worden genomen bij het uitwisselen en verwerken van gegevens. |
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) De Commissie moet drie jaar na de datum van omzetting, en vervolgens om de drie jaar, verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven19 moet de Commissie ook een evaluatie van deze richtlijn uitvoeren op basis van informatie die door middel van specifieke monitoringregelingen is verzameld, om de daadwerkelijke effecten van de richtlijn en de behoefte aan verdere maatregelen te beoordelen. |
(28) De Commissie moet twee jaar na de datum van omzetting, en vervolgens om de drie jaar, verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven19 moet de Commissie ook een evaluatie van deze richtlijn uitvoeren op basis van informatie die door middel van specifieke monitoringregelingen is verzameld, om de daadwerkelijke effecten van de richtlijn en de behoefte aan verdere maatregelen te beoordelen. |
_________________ |
_________________ |
19 Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven, PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
19 Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven, PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Deze richtlijn beoogt ervoor te zorgen dat regels worden vastgesteld om de burgers van de Unie een hoger niveau van veiligheid te bieden door de voorkoming en bestrijding van criminaliteit, overeenkomstig artikel 67 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Door hun grensoverschrijdende aard vormen terroristen en criminelen een bedreiging voor de Unie als geheel, zodat een antwoord van de Unie vereist is. Als bankrekeninginformatie en financiële informatie in een lidstaat niet efficiënt wordt gebruikt, kan dit door criminelen worden uitgebuit, hetgeen gevolgen kan hebben in een andere lidstaat. Aangezien de doelstelling van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie kan worden gerealiseerd, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(29) Deze richtlijn beoogt ervoor te zorgen dat regels worden vastgesteld om de burgers van de Unie een hoger niveau van veiligheid te bieden door de voorkoming en bestrijding van criminaliteit, overeenkomstig artikel 67 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Door haar grensoverschrijdende aard vormt grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit een bedreiging voor de Unie als geheel, zodat een antwoord van de Unie vereist is. Als bankrekeninginformatie en financiële informatie in een lidstaat niet efficiënt wordt gebruikt, kan dit door criminelen worden uitgebuit, hetgeen gevolgen kan hebben in een andere lidstaat. Aangezien de doelstelling van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie kan worden gerealiseerd, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze richtlijn stelt maatregelen vast ter vergemakkelijking van de toegang van bevoegde autoriteiten tot financiële informatie en bankrekeninginformatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van ernstige strafbare feiten. Zij voorziet ook in maatregelen om de toegang van financiële-inlichtingeneenheden tot rechtshandhavingsinformatie en de samenwerking tussen financiële-inlichtingeneenheden te vergemakkelijken. |
1. Deze richtlijn stelt maatregelen vast ter vergemakkelijking van de toegang tot en het gebruik van financiële informatie en bankrekeninginformatie door bevoegde autoriteiten voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van ernstige strafbare feiten. Zij voorziet ook in maatregelen om de toegang van financiële-inlichtingeneenheden tot rechtshandhavingsinformatie, per geval en wanneer deze informatie noodzakelijk is, en de samenwerking tussen financiële-inlichtingeneenheden te vergemakkelijken. |
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1– lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de bepalingen van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad en de daarmee samenhangende bepalingen in het nationale recht van de lidstaten, met inbegrip van de organisatorische status van de financiële-inlichtingeneenheden volgens het nationale recht; |
a) de bepalingen van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad en de daarmee samenhangende bepalingen in het nationale recht van de lidstaten, met inbegrip van de organisatorische status van de financiële-inlichtingeneenheden volgens het nationale recht noch aan de bevoegdheden van nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van wetgeving inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering; |
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) "financiële informatie": elke soort informatie of gegevens waarover financiële-inlichtingeneenheden beschikken ter voorkoming, opsporing en effectieve bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering, of elke soort informatie of gegevens waarover overheidsinstanties of meldingsplichtige entiteiten voor die doeleinden beschikken en die voor financiële-inlichtingeneenheden beschikbaar zijn zonder dwangmaatregelen te nemen krachtens het nationale recht; |
e) "financiële informatie": elke soort informatie of gegevens, zoals gegevens over financiële activa, geldstromen of financiële zakelijke relaties waarover financiële-inlichtingeneenheden beschikken ter voorkoming, opsporing en effectieve bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering, of elke soort informatie of gegevens waarover overheidsinstanties of meldingsplichtige entiteiten voor die doeleinden beschikken en die voor financiële-inlichtingeneenheden beschikbaar zijn zonder dwangmaatregelen te nemen krachtens het nationale recht; |
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) "rechtshandhavingsinformatie": elke soort informatie of gegevens waarover de bevoegde autoriteiten beschikken voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, of elke soort informatie of gegevens waarover overheidsinstanties of particuliere entiteiten voor die doeleinden beschikken en die voor de bevoegde autoriteiten beschikbaar zijn zonder dwangmaatregelen te nemen krachtens het nationale recht; |
f) "rechtshandhavingsinformatie": elke soort informatie of gegevens waarover de bevoegde autoriteiten reeds beschikken voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, of elke soort informatie of gegevens waarover overheidsinstanties of particuliere entiteiten voor die doeleinden beschikken en die voor de bevoegde autoriteiten beschikbaar zijn zonder dwangmaatregelen te nemen krachtens het nationale recht; dergelijke informatie bestaat onder meer uit strafregisters en gegevens over onderzoeken of lopende vervolgingen, de bevriezing en inbeslagname van activa of andere onderzoeks- of voorlopige maatregelen, en informatie over veroordelingen, confiscaties en wederzijdse rechtshulpactiviteiten; |
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – letter g – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) "bankrekeninginformatie": de volgende informatie die is opgenomen in de centrale registers van bankrekeningen: |
g) "bankrekeninginformatie": de volgende informatie over bank- en betaalrekeningen en kluizen die is opgenomen in de centrale registers van bankrekeningen: |
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
k) "financiële analyse": de operationele en strategische analyse die door de financiële-inlichtingeneenheden wordt verricht voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849; |
k) "financiële analyse": de resultaten van de operationele en strategische analyse die door de financiële-inlichtingeneenheden wordt verricht voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849; |
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat wijst onder zijn autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, de bevoegde autoriteiten aan die toegang krijgen tot de overeenkomstig artikel 32 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 door de lidstaten ingestelde nationale centrale registers van bankrekeningen en deze kunnen doorzoeken. Zij omvatten de nationale Europol-eenheden en de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen. |
1. Elke lidstaat wijst onder zijn autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, de bevoegde autoriteiten aan die toegang krijgen tot de overeenkomstig artikel 32 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 door de lidstaten ingestelde nationale centrale registers van bankrekeningen en deze kunnen doorzoeken. Zij omvatten ten minste de nationale Europol-eenheden en de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen. |
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke lidstaat wijst onder zijn autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, de bevoegde autoriteiten aan die financiële informatie of financiële analyse van de financiële-inlichtingeneenheid mogen opvragen en ontvangen. Zij omvatten de nationale Europol-eenheden. |
2. Elke lidstaat wijst onder zijn autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten, de bevoegde autoriteiten aan die financiële informatie of financiële analyse van de financiële-inlichtingeneenheid mogen opvragen en ontvangen. Zij omvatten ten minste de nationale Europol-eenheden. |
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op [6 maanden na de datum van omzetting] zijn overeenkomstig de leden 1 en 2 aangewezen bevoegde autoriteiten mede en stelt de Commissie in kennis van eventuele wijzigingen. De Commissie maakt de kennisgevingen en eventuele wijzigingen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
3. Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op [vier maanden na de datum van omzetting] zijn overeenkomstig de leden 1 en 2 aangewezen bevoegde autoriteiten mede en stelt de Commissie in kennis van eventuele wijzigingen. De Commissie maakt de kennisgevingen en eventuele wijzigingen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig artikel 3, lid 1, aangewezen bevoegde autoriteiten rechtstreeks en onmiddellijk toegang hebben tot bankrekeninginformatie en deze kunnen doorzoeken wanneer dit voor het vervullen van hun taken op het gebied van het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van een ernstig strafbaar feit of het ondersteunen van een strafrechtelijk onderzoek naar een ernstig strafbaar feit, inclusief de identificatie, opsporing en bevriezing van vermogensbestanddelen in verband met een dergelijk onderzoek, noodzakelijk is. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig artikel 3, lid 1, aangewezen bevoegde autoriteiten rechtstreeks en onmiddellijk toegang hebben tot bankrekeninginformatie en deze kunnen doorzoeken wanneer dit voor het vervullen van hun taken op het gebied van het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van een ernstig strafbaar feit of het ondersteunen van een strafrechtelijk onderzoek naar een ernstig strafbaar feit, inclusief de identificatie, opsporing en bevriezing van vermogensbestanddelen in verband met een dergelijk onderzoek, noodzakelijk is. De toegang en het doorzoeken worden ook beschouwd als rechtstreeks en onmiddellijk, wanneer de nationale autoriteiten die de centrale registers van bankrekeningen exploiteren, de bankrekeninginformatie onverwijld door middel van een geautomatiseerd mechanisme doorgeven aan de bevoegde autoriteiten, op voorwaarde dat geen intermediaire instelling met de gevraagde gegevens of de te verstrekken informatie kan knoeien. |
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Lidstaten die via centrale elektronische systemen voor gegevensontsluiting toegang tot bankrekeninggegevens verlenen, zorgen ervoor dat de autoriteit die de ontsluitingssystemen beheert, de zoekresultaten rechtstreeks en ongefilterd aan de bevoegde autoriteiten rapporteert. |
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De aanvullende informatie die de lidstaten essentieel achten en in de centrale registers van bankrekeningen opnemen overeenkomstig artikel 32 bis, lid 4, van Richtlijn 2018/XX/EU, is niet toegankelijk en doorzoekbaar voor de bevoegde autoriteiten op grond van deze richtlijn. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat het personeel van de aangewezen nationale bevoegde autoriteiten strenge professionele normen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming in acht neemt. |
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de toegang en het doorzoeken door de bevoegde autoriteiten wordt ondersteund door technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de gegevens. |
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de toegang en het doorzoeken door de bevoegde autoriteiten wordt ondersteund door technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de gegevens, overeenkomstig de strengste beschikbare technologische normen. |
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 6 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de resultaten van de zoekopdracht; |
d) de unieke identificatoren van de resultaten; |
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 6 – lid 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de identificatienummers van de functionaris die de zoekopdracht heeft verricht en van de functionaris die opdracht heeft gegeven tot de zoekopdracht. |
f) de identificatienummers van de functionaris die de zoekopdracht heeft verricht en van de functionaris die opdracht heeft gegeven tot de zoekopdracht, evenals, voor zover mogelijk, de identiteit van de ontvanger van de resultaten van de zoekopdracht. |
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De lidstaten zien erop toe dat er voor gecentraliseerde registers van bankrekeningen passende maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het personeel op de hoogte is van de geldende bepalingen, met inbegrip van de relevante vereisten inzake gegevensbescherming. Dergelijke maatregelen houden onder meer speciale opleidingsprogramma's in. |
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Artikel 7 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn nationale financiële-inlichtingeneenheid moet antwoorden op verzoeken om financiële informatie of financiële analyse van zijn in artikel 3, lid 2, bedoelde aangewezen bevoegde autoriteiten wanneer die financiële informatie of financiële analyse in het betrokken geval nodig is voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten. |
1. Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn nationale financiële-inlichtingeneenheid tijdig moet antwoorden op gemotiveerde verzoeken om financiële informatie of financiële analyse van zijn in artikel 3, lid 2, bedoelde aangewezen bevoegde autoriteiten in zijn lidstaat, wanneer die financiële informatie of financiële analyse in het betrokken geval nodig is voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten en kan worden verkregen door de verzoekende bevoegde autoriteiten in overeenstemming met de toepasselijke wet. Op deze uitwisseling zijn de vrijstellingen bedoeld in artikel 32, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 van toepassing. Elke weigering wordt naar behoren toegelicht. |
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten verplichten de aangewezen bevoegde autoriteiten feedback te geven aan de financiële-inlichtingeneenheid over het gebruik dat van de overeenkomstig dit artikel verstrekte informatie of analyse is gemaakt en over het resultaat dat de onderzoeken of inspecties die op basis van die informatie of analyse zijn verricht, hebben opgeleverd. |
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn Artikel 8 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn aangewezen nationale bevoegde autoriteiten moeten antwoorden op verzoeken om rechtshandhavingsinformatie van zijn nationale financiële-inlichtingeneenheid wanneer die informatie in het betrokken geval nodig is voor het voorkomen en bestrijden van het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering. |
Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen en overeenkomstig de regels inzake de toegang tot informatie voor financiële-inlichtingeneenheden als vastgesteld in artikel 32, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn aangewezen nationale bevoegde autoriteiten moeten antwoorden op verzoeken om rechtshandhavingsinformatie van zijn nationale financiële-inlichtingeneenheid wanneer die informatie in het betrokken geval nodig is voor het voorkomen, opsporen en bestrijden van het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering. |
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn financiële-inlichtingeneenheid in staat is om financiële informatie of financiële analyse uit te wisselen met elke financiële-inlichtingeneenheid in de Unie wanneer die financiële informatie of financiële analyse nodig is voor het voorkomen en bestrijden van het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering. |
1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn financiële-inlichtingeneenheid kosteloos financiële informatie of financiële analyse uitwisselt met elke financiële-inlichtingeneenheid in de Unie wanneer die financiële informatie of financiële analyse nodig is voor het voorkomen, opsporen en bestrijden van het witwassen van geld, daaraan gerelateerde basisdelicten en terrorismefinanciering, overeenkomstig artikel 53, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/849. |
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een financiële-inlichtingeneenheid kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden weigeren informatie uit te wisselen, namelijk indien de uitwisseling strijdig zou zijn met fundamentele beginselen van haar nationaal recht. Die uitzonderingen worden op zodanige wijze gespecificeerd dat misbruik en onredelijke beperkingen van de vrije uitwisseling van informatie voor analysedoeleinden worden voorkomen. Elke weigering wordt naar behoren toegelicht. |
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zorgen ervoor dat een financiële-inlichtingeneenheid die overeenkomstig lid 1 een verzoek ontvangt om financiële informatie of financiële analyse uit te wisselen, dit zo spoedig mogelijk en in elk geval uiterlijk drie dagen na de ontvangst van het verzoek doet. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen mag deze termijn met ten hoogste 10 dagen worden verlengd. |
2. De lidstaten zorgen ervoor dat een financiële-inlichtingeneenheid die overeenkomstig lid 1 een verzoek ontvangt om financiële informatie of financiële analyse uit te wisselen, dit zo spoedig mogelijk en in elk geval uiterlijk drie dagen na de ontvangst van het verzoek doet. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen mag deze termijn met ten hoogste 10 dagen worden verlengd. Dezelfde termijnen gelden voor het toezenden van een passende toelichting bij weigeringen op grond van lid 1 bis. |
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten zorgen ervoor dat in uitzonderlijke en dringende gevallen, en in afwijking van lid 2, een financiële-inlichtingeneenheid die overeenkomstig lid 1 een verzoek ontvangt om financiële informatie of financiële analyse uit te wisselen die zij reeds in bezit heeft en die verband houdt met specifieke onderzoeken met betrekking tot een als ernstig strafbaar feit aangemerkte handeling of gedraging, die informatie of analyse uiterlijk 24 uur na de ontvangst van het verzoek verstrekt. |
3. De lidstaten zorgen ervoor dat in uitzonderlijke en dringende gevallen, en in afwijking van lid 2, een financiële-inlichtingeneenheid die overeenkomstig lid 1 een verzoek ontvangt om financiële informatie of financiële analyse uit te wisselen die zij reeds in bezit heeft en die verband houdt met specifieke onderzoeken met betrekking tot een als ernstig strafbaar feit aangemerkte handeling of gedraging, die informatie of analyse uiterlijk 24 uur na de ontvangst van het verzoek kosteloos verstrekt. |
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat de op grond van dit artikel uitgewisselde informatie alleen wordt gebruikt voor het doel waarvoor de informatie is gevraagd of verstrekt en dat voor het meedelen van die informatie door de ontvangende financiële-inlichtingeneenheid aan een andere autoriteit, een ander agentschap of een andere afdeling, en voor het gebruik van die informatie voor andere dan de oorspronkelijk goedgekeurde doeleinden, de voorafgaande instemming van de verstrekkende financiële-inlichtingeneenheid noodzakelijk is. |
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 4 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. De lidstaten zien erop toe dat de krachtens lid 4 bis vereiste voorafgaande instemming van de financiële-inlichtingeneenheid snel wordt verleend en zo ruim mogelijk is. De aangezochte financiële-inlichtingeneenheid mag haar instemming niet weigeren, tenzij het toepassingsgebied van deze richtlijn hierdoor duidelijk te buiten zou worden gegaan, strafrechtelijk onderzoek hierdoor kan worden geschaad, de instemming duidelijk niet in verhouding zou staan tot de legitieme belangen van een natuurlijke persoon of rechtspersoon of van de lidstaat waar de aangezochte financiële-inlichtingeneenheid zich bevindt of anderszins duidelijk niet in overeenstemming zou zijn met fundamentele nationale rechtsbeginselen van de lidstaat waar de financiële-inlichtingeneenheid zich bevindt. Elke weigering om deze instemming te verlenen wordt naar behoren toegelicht. |
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 bis |
|
Doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen |
|
De doorgifte van financiële gegevens aan derde landen en internationale partners voor de in deze richtlijn vastgelegde doeleinden wordt alleen toegestaan onder de voorwaarden van hoofdstuk V van Richtlijn (EU) 2016/680 of hoofdstuk V van Verordening (EU) 2016/679. |
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 ter |
|
Uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten in verschillende lidstaten |
|
1. Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn overeenkomstig artikel 3, lid 1, aangewezen bevoegde autoriteiten in staat zijn om op verzoek, per geval, informatie uit te wisselen die verkregen is door de toegang tot de nationale centrale registers van bankrekeningen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 32 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 zijn opgezet, wanneer deze bankrekeninginformatie noodzakelijk is voor de voorkoming en bestrijding van het witwassen van geld, daarmee verband houdende basisdelicten en terrorismefinanciering. |
|
2. Met inachtneming van de nationale procedurele waarborgen zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn overeenkomstig artikel 3, lid 2, aangewezen bevoegde autoriteiten in staat zijn om op verzoek, per geval, financiële informatie en financiële analyse waarom bij de financiële-inlichtingeneenheid van die lidstaat is verzocht, uit te wisselen met een aangewezen bevoegde autoriteit in een andere lidstaat, wanneer die financiële informatie of financiële analyse noodzakelijk is voor de voorkoming en bestrijding van het witwassen van geld, daarmee verband houdende basisdelicten en terrorismefinanciering. |
|
3. De lidstaten zorgen ervoor dat een overeenkomstig dit artikel ingediend verzoek en het antwoord daarop worden verzonden via specifieke beveiligde elektronische communicatiemiddelen die een hoog niveau van gegevensbeveiliging garanderen. Dat netwerk is in staat een schriftelijke melding te genereren op zodanige wijze dat de echtheid van het verzoek en het antwoord daarop kan worden geverifieerd. |
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Toegang van Europol tot bankrekeninginformatie en uitwisseling van informatie tussen Europol en de financiële-inlichtingeneenheden. |
Verstrekking van bankrekeninginformatie aan Europol |
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn nationale Europol-eenheid antwoordt op naar behoren gemotiveerde verzoeken met betrekking tot bankrekeninginformatie die het bij Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Agentschap voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) per geval, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en voor de vervulling van zijn taken indient. |
1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn nationale Europol-eenheid gerechtigd is te antwoorden op naar behoren gemotiveerde verzoeken met betrekking tot bankrekeninginformatie die het bij Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Agentschap voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) per geval, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en voor de vervulling van zijn taken indient. Artikel 7, lid 7, van Verordening (EU) 2016/794 is van toepassing. |
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn financiële-inlichtingeneenheid antwoordt op naar behoren gemotiveerde verzoeken met betrekking tot financiële informatie en financiële analyse die Europol binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en voor de vervulling van zijn taken via de nationale Europol-eenheid indient. |
Schrappen |
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De uitwisseling van informatie overeenkomstig de leden 1 en 2 geschiedt elektronisch via SIENA en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/794. Voor het verzoek om en de uitwisseling van informatie wordt de taal gebruikt die in het kader van SIENA gebruikelijk is. |
Schrappen |
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 bis |
|
Uitwisseling van informatie tussen Europol en de financiële-inlichtingeneenheden |
|
1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn financiële-inlichtingeneenheid gerechtigd is te antwoorden op naar behoren gemotiveerde verzoeken van Europol die betrekking hebben op financiële informatie en financiële analyse en die Europol per geval, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en voor de vervulling van zijn taken, via de nationale Europol-eenheid indient. |
|
2. Op deze uitwisseling zijn de vrijstellingen bedoeld in artikel 32, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 van toepassing. Elke weigering wordt naar behoren toegelicht. |
|
3. Europol geeft via de nationale Europol-eenheid feedback aan de FIE over het gebruik van de overeenkomstig dit artikel verstrekte financiële informatie of financiële analyse en over het resultaat van de onderzoeken of inspecties die op basis van die informatie of analyse zijn verricht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794. |
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 ter |
|
Gedetailleerde regelingen voor de uitwisseling van informatie |
|
1. De uitwisseling van informatie overeenkomstig de leden 1 en 2 geschiedt elektronisch via SIENA en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/794. Voor het verzoek om en de uitwisseling van informatie wordt de taal gebruikt die in het kader van SIENA gebruikelijk is. |
|
2. De informatie wordt zo spoedig mogelijk uitgewisseld en in elk geval uiterlijk vijf dagen na ontvangst van het verzoek. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen mag deze termijn met ten hoogste tien dagen worden verlengd. |
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De verwerking van persoonsgegevens in verband met bankrekeninginformatie, financiële informatie en financiële analyse als bedoeld in artikel 10, leden 1 en 2, wordt alleen verricht door de personen die bij Europol specifiek zijn aangewezen en gemachtigd om die taken uit te voeren. |
1. De verwerking van persoonsgegevens in verband met bankrekeninginformatie, financiële informatie en financiële analyse als bedoeld in artikel 10, leden 1 en 2, wordt alleen verricht door middel van operationele-analyseprojecten, waarop de in artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) 2016/794 vastgelegde specifieke waarborgen van toepassing zijn. |
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europol stelt de overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) 2016/794 benoemde functionaris voor gegevensbescherming in kennis van elke uitwisseling van informatie krachtens artikel 10 van deze richtlijn. |
2. Europol stelt de overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) 2016/794 benoemde functionaris voor gegevensbescherming in kennis van elke uitwisseling van informatie krachtens de artikelen 10 en 10 bis van deze richtlijn. |
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn Artikel 13 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verwerking van gevoelige gegevens |
Verwerking van gevoelige persoonsgegevens |
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn Artikel 13 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De verwerking van informatie waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, vakbondslidmaatschap, gezondheid, seksleven of seksuele geaardheid van de betrokkene kan blijken, mag alleen worden toegestaan voor zover dat in een specifiek geval strikt noodzakelijk en relevant is. |
1. De verwerking van persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, vakbondslidmaatschap, gegevens betreffende de gezondheid of gegevens betreffende het seksleven of seksuele geaardheid van een natuurlijke persoon kunnen blijken, is alleen toegestaan overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn (EU) 2016/680. |
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn Artikel 13 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Alleen specifiek gemachtigde personen mogen de in lid 1 bedoelde gegevens raadplegen en verwerken overeenkomstig de instructies van de functionaris voor gegevensbescherming. |
2. Alleen specifiek gemachtigde en opgeleide personen mogen de in lid 1 bedoelde gegevens raadplegen en verwerken overeenkomstig de instructies van de functionaris voor gegevensbescherming. |
Amendement 64 Voorstel voor een richtlijn Artikel 14 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de naam en contactgegevens van de organisatie die en het personeelslid dat om informatie verzoekt; |
a) de naam en contactgegevens van de organisatie die en het personeelslid dat om informatie verzoekt; evenals, voor zover mogelijk, de identiteit van de ontvanger van de resultaten van de zoekopdracht; |
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn Artikel 14 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de krachtens deze richtlijn ingediende verzoeken en de uitvoeringsmaatregelen. |
c) het onderwerp van de krachtens deze richtlijn ingediende verzoeken en uitvoeringsmaatregelen. |
Amendement 66 Voorstel voor een richtlijn Artikel 15 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen wetgevingsmaatregelen vast om de rechten van de betrokkene op inzage van zijn of haar krachtens deze richtlijn verwerkte persoonsgegevens geheel of gedeeltelijk te beperken, teneinde: |
De lidstaten kunnen wetgevingsmaatregelen vaststellen om de rechten van de betrokkene op inzage van zijn of haar krachtens deze richtlijn verwerkte persoonsgegevens geheel of gedeeltelijk te beperken overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/680. |
a) de financiële-inlichtingeneenheid of de bevoegde nationale autoriteit in staat te stellen haar taken in het kader van deze richtlijn naar behoren te vervullen; |
|
b) het belemmeren van officiële of gerechtelijke informatieverzoeken, analyses, onderzoeken of procedures in het kader van deze richtlijn te voorkomen en ervoor te zorgen dat het voorkomen, onderzoeken en opsporen van witwassen van geld, terrorismefinanciering en andere ernstige strafbare feiten niet in gevaar worden gebracht. |
|
Amendement 67 Voorstel voor een richtlijn Artikel 16 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten beoordelen de doeltreffendheid van hun systemen ter bestrijding van ernstige strafbare feiten door uitvoerige statistieken bij te houden. |
1. De lidstaten beoordelen de doeltreffendheid en efficiëntie van hun systemen met betrekking tot het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten door uitvoerige statistieken bij te houden. |
Amendement 68 Voorstel voor een richtlijn Artikel 18 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk op [OJ please insert date: three years after the date of transposition of this Directive] en vervolgens om de drie jaar stelt de Commissie een verslag op over de toepassing van deze richtlijn en legt zij dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
1. Uiterlijk op [PB, gelieve datum in te voegen: twee jaar na de omzettingsdatum van deze richtlijn] en vervolgens om de drie jaar stelt de Commissie een verslag op over de toepassing van deze richtlijn en legt zij dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
Amendement 69 Voorstel voor een richtlijn Artikel 18 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie zal de obstakels en kansen voor de verbetering van de samenwerking tussen FIE's in de Unie beoordelen, inclusief de mogelijkheid en geschiktheid om een mechanisme voor coördinatie en ondersteuning in te stellen, zoals een financiële-inlichtingeneenheid op EU-niveau. |
Amendement 70 Voorstel voor een richtlijn Artikel 19 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op XXYY [26 months after the date of entry into force of Directive (EU) (…)/2018: OJ please insert number of Directive amending Directive (EU) 2015/849] stellen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. |
Uiterlijk op [24 maanden na de datum van inwerkingtreding van Richtlijn (EU) (…)/2018] stellen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. |
|
________________ |
|
+ PB: gelieve nummer in te vullen van Richtlijn tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849]. |
Amendement 71 Voorstel voor een richtlijn Artikel 19 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Uiterlijk [PB, gelieve datum in te voegen: drie jaar na de datum van omzetting van deze richtlijn] stelt de Commissie een verslag op waarin wordt beoordeeld of specifieke maatregelen nodig zijn om te zorgen voor diagonale samenwerking, d.w.z. samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden van een lidstaat en de bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat. Dit verslag wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad en gaat vergezeld van een wetgevingsvoorstel, als dit nodig wordt geacht. |
Amendement 72 Voorstel voor een richtlijn Artikel 19 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Uiterlijk [PB, gelieve datum in te voegen: drie jaar na de datum van omzetting van deze richtlijn] stelt de Commissie een verslag op waarin wordt beoordeeld of specifieke maatregelen nodig zijn om te zorgen voor uniformiteit van de organisatorische status en de rol van de financiële-inlichtingeneenheden krachtens het nationale recht van de lidstaten, teneinde een efficiënte samenwerking en uitwisseling van informatie te waarborgen. Dit verslag wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad en gaat vergezeld van een wetgevingsvoorstel, als dit nodig wordt geacht. |
- [1] PB C 367 van 10.10.2018, blz. 84.
TOELICHTING
Achtergrond
Criminele groepen, waaronder terroristen, zijn in verschillende lidstaten actief, en hun bezittingen, inclusief bankrekeningen, bevinden zich vaak over de hele EU of zelfs daarbuiten. Zij maken gebruik van moderne technologie om binnen enkele uren geld over te maken tussen meerdere bankrekeningen en in verschillende valuta's.
Bij strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige strafbare feiten is het essentieel om tijdig informatie uit te wisselen. Gebrek aan financiële informatie kan leiden tot gemiste kansen om ernstige misdrijven te onderzoeken, criminele activiteiten en terreurplannen een halt toe te roepen en de opbrengsten van misdrijven op te sporen en te bevriezen. Gebrek aan informatie over alle rekeningen van een verdachte kan ertoe leiden dat slechts een deel van de tegoeden wordt bevroren, waardoor de verdachte de kans krijgt niet-ontdekte tegoeden van zijn eventuele andere rekeningen weg te sluizen. Veel onderzoeken lopen dood omdat niet tijdig, nauwkeurige en alomvattende toegang wordt verkregen tot alle relevante financiële gegevens.
De huidige mechanismen voor de toegang tot en uitwisseling van financiële informatie moeten worden gemoderniseerd om tegemoet te komen aan het snelle tempo waarin geld in heel Europa en wereldwijd kan worden verplaatst. Hierdoor zal het aantal succesvolle strafrechtelijke onderzoeken toenemen, wat tot een groter aantal veroordelingen en in beslag genomen vermogensbestanddelen zal leiden. Dit zal bijdragen tot het tegengaan van criminele activiteiten en tot grotere veiligheid in de lidstaten en de Unie.
Voorstel van de Commissie
In verband met de hierboven genoemde problemen voorziet dit voorstel in directe toegang voor de bevoegde autoriteiten tot de centrale nationale registers van bankrekeningen of systemen voor gegevensontsluiting. Tot de bevoegde autoriteiten die toegang krijgen, behoren ook de belastingautoriteiten, de corruptiebestrijdingsautoriteiten die krachtens nationaal recht strafrechtelijke onderzoeken kunnen uitvoeren en de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen die belast zijn met de opsporing en identificatie van criminele vermogensbestanddelen met het oog op de eventuele bevriezing of confiscatie ervan. De Commissie stelt ook voor dat Europol indirect toegang krijgt via de nationale eenheden van de lidstaten.
Het voorstel maakt de samenwerking tussen FIE's onderling, tussen FIE's en de bevoegde autoriteiten, en tussen FIE's en Europol mogelijk via de nationale Europol-eenheden. Het definieert welke soort informatie (financiële informatie, financiële analyse, rechtshandhavingsinformatie) door de bevoegde autoriteiten respectievelijk FIE's kan worden opgevraagd en stelt een volledige lijst van strafbare feiten op waarvoor elke instantie altijd per geval informatie kan uitwisselen, d.w.z. voor een specifieke zaak die wordt onderzocht. Het stelt termijnen vast waarbinnen FIE's informatie moeten uitwisselen en stelt het gebruik van een beveiligd communicatiekanaal verplicht om de uitwisseling verder te verbeteren en te versnellen. Ten slotte bepaalt het voorstel dat de lidstaten alle bevoegde autoriteiten moeten aanwijzen die informatie mogen opvragen. Het zorgt voor een bredere en doeltreffendere, maar tegelijkertijd evenredige uitwisseling van informatie.
Standpunt van de rapporteur
De rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Europese Commissie gezien het feit dat de tijdige uitwisseling van informatie een van de prioriteiten van het Europees Parlement vormt in de strijd tegen het witwassen, daarmee verband houdende basisdelicten, terrorisme en alle vormen van ernstige strafbare feiten in het algemeen. Hij is tevreden met de bepalingen die, voortbouwend op de vijfde antiwitwasrichtlijn, de bevoegde autoriteiten, in het kader van de effectieve bestrijding van ernstige strafbare feiten, toegang verlenen aan de nationale registers van bankrekeningen of systemen voor gegevensontsluiting.
De rapporteur is het ermee eens dat de uitwisseling van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheden en de bevoegde autoriteiten in de strijd tegen ernstige strafbare feiten moet worden versterkt. Tegelijkertijd is hij zich bewust van de verschillende structuren en vormen van de FIE’s in de verschillende lidstaten, en met name van de noodzaak om de operationele onafhankelijkheid en autonomie van de FIE’s in stand te houden. Daarom stelt hij voor dat de FIE's over de mogelijkheid beschikken om verzoeken om financiële informatie of analyses van de bevoegde autoriteiten of de nationale Europol-eenheden te beantwoorden. Daarbij wordt rekening gehouden met de eventuele negatieve invloed die de uitwisseling of analyse van dergelijke informatie kan hebben op lopende onderzoeken of analyses, en wordt in aanmerking genomen of openbaarmaking van de informatie in verhouding staat tot de legitieme belangen van een natuurlijke of rechtspersoon, of relevant is voor de doeleinden waarvoor de informatie is gevraagd.
De termijnen voor de uitwisseling van informatie zijn enigszins verlengd om ervoor te zorgen dat de FIE’s over voldoende operationele tijd beschikken om te reageren.
Ten slotte brengt de rapporteur de gegevensbeschermingsregeling in overeenstemming met de bestaande wetgeving en schrapt teksten die leiden tot nieuwe regelingen.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0213 – C8-0152/2018 – 2018/0105(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
17.4.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
LIBE 28.5.2018 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 28.5.2018 |
ECON 28.5.2018 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
AFET 16.5.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Emil Radev 4.6.2018 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
11.6.2018 |
15.10.2018 |
20.11.2018 |
3.12.2018 |
|
Datum goedkeuring |
3.12.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 2 6 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Heinz K. Becker, Monika Beňová, Malin Björk, Michał Boni, Caterina Chinnici, Cornelia Ernst, Romeo Franz, Kinga Gál, Sylvie Guillaume, Monika Hohlmeier, Filiz Hyusmenova, Sophia in ‘t Veld, Dietmar Köster, Barbara Kudrycka, Cécile Kashetu Kyenge, Juan Fernando López Aguilar, Roberta Metsola, Claude Moraes, Ivari Padar, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Branislav Škripek, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Udo Voigt, Josef Weidenholzer, Kristina Winberg, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Carlos Coelho, Gérard Deprez, Anna Hedh, Emilian Pavel, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli, Josep-Maria Terricabras |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Max Andersson, France Jamet |
||||
Datum indiening |
7.12.2018 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
29 |
+ |
|
ALDE |
Gérard Deprez, Filiz Hyusmenova, Sophia in 't Veld |
|
ECR |
Helga Stevens |
|
PPE |
Heinz K. Becker, Michał Boni, Carlos Coelho, Kinga Gál, Monika Hohlmeier, Barbara Kudrycka, Roberta Metsola, Traian Ungureanu |
|
S&D |
Monika Beňová, Caterina Chinnici, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Dietmar Köster, Cécile Kashetu Kyenge, Juan Fernando López Aguilar, Claude Moraes, Ivari Padar, Emilian Pavel, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel, Josef Weidenholzer |
|
VERTS/ALE |
Max Andersson, Romeo Franz, Judith Sargentini, Josep-Maria Terricabras |
|
2 |
- |
|
ENF |
Auke Zijlstra |
|
NI |
Udo Voigt |
|
6 |
0 |
|
ECR |
Branislav Škripek, Kristina Winberg |
|
ENF |
France Jamet |
|
GUE/NGL |
Malin Björk, Cornelia Ernst, Barbara Spinelli |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding