VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten
17.12.2018 - (COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD)) - ***I
Begrotingscommissie
Commissie begrotingscontrole
Corapporteurs: Eider Gardiazabal Rubial, Petri Sarvamaa
(Gezamenlijke commissieprocedure – Artikel 55 van het Reglement)
Rapporteur voor advies (*):
Josep-Maria Terricabras, Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
- 001-068 (PDF - 185 KB)
- 001-068 (DOC - 45 KB)
- 069-069 (PDF - 107 KB)
- 069-069 (DOC - 22 KB)
- 070-071 (PDF - 192 KB)
- 070-071 (DOC - 24 KB)
- 072-073 (PDF - 206 KB)
- 072-073 (DOC - 27 KB)
- 074-074 (PDF - 188 KB)
- 074-074 (DOC - 21 KB)
- 075-077 (PDF - 198 KB)
- 075-077 (DOC - 27 KB)
- 078-078 (PDF - 200 KB)
- 078-078 (DOC - 46 KB)
- 079-082 (PDF - 213 KB)
- 079-082 (DOC - 74 KB)
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- TOELICHTING
- ADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
- ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling
- ADVIES van de Commissie constitutionele zaken
- PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten
(COM(2018)0324 – C8-0178/2018/2018 – 2018/0136(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0324),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 322, lid 1, onder a) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0178/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van de Rekenkamer van 17 augustus 2018[1],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien de gezamenlijke vergaderingen van de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole overeenkomstig artikel 55 van het Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie constitutionele zaken (A8-0469/2018),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) De rechtsstaat is één van de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest. Zoals in herinnering wordt geroepen door artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, hebben de lidstaten deze waarden gemeen. |
(1) De Unie is gegrondvest op de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en in de criteria voor het lidmaatschap van de Unie neergelegde waarden inzake eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Zoals in herinnering wordt geroepen door artikel 2 VEU), hebben de lidstaten deze waarden gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) De lidstaten moeten hun verplichtingen nakomen en het goede voorbeeld geven door deze daadwerkelijk na te komen en toe te werken naar een gemeenschappelijke cultuur van de rechtsstaat als een universele waarde die door alle betrokkenen op evenwichtige wijze moet worden toegepast. Volledige eerbiediging en bevordering van deze beginselen is een essentiële voorwaarde voor de legitimiteit van het Europese project als geheel en een basisvoorwaarde voor het opbouwen van het vertrouwen van de burgers in de Unie en het waarborgen van de effectieve uitvoering van haar beleid. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 ter) Ingevolge de artikelen 2, 3, lid 1, en 7 VEU kan de Unie tot optreden overgaan ter bescherming van haar "constitutionele kern" en de gemeenschappelijke waarden waarop zij berust, met inbegrip van de begrotingsbeginselen. De lidstaten, instellingen, organen en instanties van de Unie en kandidaat-lidstaten zijn verplicht deze beginselen en waarden te eerbiedigen, beschermen en bevorderen en zijn gehouden tot loyale samenwerking. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en de grondrechten en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10 en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk gerecht11 in acht moeten worden genomen12. |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en met eerbiediging van de grondrechten, en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, inclusief een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de toepassing van wetgeving, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10, de toegang tot de rechtspraak en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht11 in acht moeten worden genomen12. Deze beginselen worden onder meer onderschreven door de Commissie van Venetië van de Raad van Europa en vormen de grondslag voor de relevante jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens12bis. |
__________________ |
__________________ |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Associação Sindical dos Juízes Portugueses tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Associação Sindical dos Juízes Portugueses tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41. arrest van het Hof van Justitie van 25 juli 2018, LM, C-216/18, PPU, ECLI:EU:C:2018:586, punten 63-67. |
12 Mededeling van de Commissie “Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat”, COM(2014) 158 final, bijlage I. |
12 Mededeling van de Commissie “Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat”, COM(2014) 158 final, bijlage I. |
|
12 bis Rapport van de Commissie van Venetië van 4 april 2011, Studie nr. 512/2009 (CDL-AD(2011)003rev). |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) De toetredingscriteria, oftewel de criteria van Kopenhagen, die in 1993 door de Europese Raad van Kopenhagen zijn vastgesteld en in 1995 door de Europese Raad van Madrid zijn aangescherpt, zijn de essentiële voorwaarden waaraan alle kandidaat-lidstaten moeten voldoen om lid te worden. Deze criteria omvatten stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen, een functionerende markteconomie en opgewassen zijn tegen concurrentie en marktkrachten, en het vermogen om te voldoen aan de verplichtingen van het lidmaatschap. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 ter) Indien een kandidaat-lidstaat niet aan de vereiste normen, waarden en democratische beginselen voldoet, leidt dit tot uitstel van toetreding tot de Unie, totdat het land volledig aan die normen voldoet. De verplichtingen waaraan kandidaat-landen uit hoofde van de criteria van Kopenhagen moeten voldoen, blijven ook gelden nadat zij eenmaal als lidstaat tot de Unie zijn toegetreden, ingevolge artikel 2 VEU en het beginsel van loyale samenwerking, vastgelegd in artikel 4 VEU. De lidstaten moeten derhalve regelmatig worden beoordeeld om na te gaan of hun wetgeving en praktijken nog steeds in overeenstemming zijn met deze criteria en de gemeenschappelijke waarden waarop de Unie is gegrondvest, zodat een solide juridisch en administratief kader voor de uitvoering van het beleid van de Unie wordt geboden. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor de bescherming van de andere fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals vrijheid, democratie, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten. De eerbiediging van de rechtsstaat is onlosmakelijk verbonden met eerbiediging van de democratie en de grondrechten: van democratie en eerbiediging van de grondrechten kan geen sprake zijn zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. |
(3) Hoewel de waarden van de Unie even zwaar gelden, is de rechtsstaat een essentiële voorwaarde voor de bescherming van de andere fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals vrijheid, democratie, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten. De eerbiediging van de rechtsstaat is onlosmakelijk verbonden met eerbiediging van de democratie en de grondrechten: van democratie en eerbiediging van de grondrechten kan geen sprake zijn zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. Samenhang en consistentie van interne en externe democratie, rechtsstaat en grondrechtenbeleid zijn van doorslaggevend belang voor de geloofwaardigheid van de Unie. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Rechterlijke organen dienen onafhankelijk en onpartijdig op te treden en onderzoeks- en vervolgingsinstanties dienen hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Zij dienen te worden voorzien van toereikende middelen en procedures om doeltreffend te kunnen optreden, met volledige inachtneming van het recht op een eerlijk proces. Deze voorwaarden zijn vereist als minimale waarborg tegen onrechtmatige en willekeurige beslissingen door overheidsinstanties, die de financiële belangen van de Unie zouden kunnen schaden. |
(6) De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht dient te allen tijde te worden gewaarborgd, en onderzoeks- en vervolgingsinstanties dienen hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Zij dienen te worden voorzien van toereikende middelen en procedures om doeltreffend te kunnen optreden, met volledige inachtneming van het recht op een eerlijk proces. Deze voorwaarden zijn vereist als minimale waarborg tegen onrechtmatige en willekeurige beslissingen door overheidsinstanties, die deze grondbeginselen zouden kunnen ondermijnen en de financiële belangen van de Unie zouden kunnen schaden. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de rechtbank omvat zowel de formele (de jure) als daadwerkelijke (de facto) onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de rechtbank en van de afzonderlijke officieren van justitie en rechters. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De eerbiediging van de rechtsstaat is niet alleen van belang voor burgers van de Unie, maar ook voor bedrijfsinitiatieven, innovatie, investeringen en de goede werking van de interne markt, die het best tot hun recht komen als er een gedegen juridisch en institutioneel kader voorhanden is. |
(8) De eerbiediging van de rechtsstaat is niet alleen van wezenlijk belang voor burgers van de Unie, maar ook voor bedrijfsinitiatieven, innovatie, investeringen, economische, sociale en territoriale samenhang, en de goede werking van de interne markt, die alleen duurzaam tot hun recht komen als er een gedegen juridisch en institutioneel kader voorhanden is. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Door bestaande toezichtmechanismen van de Unie, zoals het mechanisme voor samenwerking en toetsing, het scorebord van justitie en de corruptiebestrijdingsverslagen, te integreren in een breder rechtsstatelijk toezichtkader, kunnen efficiëntere en effectievere controlemechanismen voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie worden gecreëerd. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 8 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 ter) Gebrek aan transparantie, willekeurige discriminatie, concurrentieverstoring en een ongelijk speelveld binnen en buiten de interne markt, aantasting van de integriteit van de interne markt en de billijkheid, stabiliteit en legitimiteit van het belastingstelsel, grotere economische ongelijkheid, oneerlijke concurrentie tussen staten, maatschappelijke ontevredenheid, wantrouwen en een democratisch deficit zijn enkele van de negatieve effecten van schadelijke belastingpraktijken. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) De Unie beschikt over een veelheid aan instrumenten en procedures om te zorgen voor een volledige en correcte toepassing van de beginselen en waarden die in het VEU zijn vastgelegd, maar het ontbreekt de instellingen van de Unie momenteel aan een manier om snel en doeltreffend te reageren, met name om een goed financieel beheer te waarborgen. De bestaande instrumenten moeten worden gehandhaafd, geëvalueerd en aangevuld in het kader van een rechtsstaatmechanisme om adequaat en doeltreffend te zijn. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, die met name gevolgen hebben voor de goede werking van de overheidsinstanties en doeltreffende rechterlijke toetsing, kan dat de financiële belangen van de Unie ernstig schaden. |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, die met name gevolgen hebben voor de goede werking van de overheidsinstanties en doeltreffende rechterlijke toetsing, kan dat de financiële belangen van de Unie ernstig schaden. Efficiënte onderzoeken naar dergelijke tekortkomingen en de toepassing van doeltreffende en evenredige maatregelen wanneer een algemene tekortkoming wordt vastgesteld, zijn niet alleen nodig om de financiële belangen van de Unie veilig te stellen, met inbegrip van de effectieve inning van inkomsten, maar ook om het vertrouwen van het publiek in de Unie en haar instellingen te waarborgen. Slechts een onafhankelijke rechterlijke macht die de rechtsstaat en de rechtszekerheid in alle lidstaten beschermt, kan uiteindelijk garanderen dat het geld van de Uniebegroting afdoende wordt beschermd. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 bis) De Commissie schat dat de omvang van belastingontduiking en -ontwijking tot 1 biljoen EUR per jaar bedraagt. De negatieve effecten van dergelijke praktijken voor de begrotingen van de lidstaten en de Unie en voor de burgers zijn evident en kunnen het vertrouwen in de democratie ondermijnen. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 ter) Belastingontwijking door bedrijven heeft rechtstreekse gevolgen voor de begrotingen van de lidstaten van de Unie en voor de verdeling van de fiscale lasten tussen categorieën belastingbetalers alsmede tussen economische factoren. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 11 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 quater) De lidstaten dienen het beginsel van loyale samenwerking volledig toe te passen ten aanzien van belastingconcurrentiekwesties. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 11 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 quinquies) De Commissie, als hoedster van de Verdragen, moet erop toezien dat het Unierecht en het beginsel van loyale samenwerking tussen lidstaten volledig worden nageleefd. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 11 sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 sexies) Evaluatie en controle van het fiscale beleid van lidstaten op het niveau van de Unie zou ervoor zorgen dat geen nieuwe schadelijke belastingmaatregelen worden uitgevoerd in de lidstaten. Controle van de naleving door de lidstaten, hun jurisdicties, regio's en andere bestuurlijke structuren, in combinatie met de algemene Unielijst van niet-samenwerkende jurisdicties, zou de eengemaakte markt en het juiste en coherente functioneren ervan beschermen. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling zou kunnen worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een grondige kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling moet objectief, onpartijdig en transparant zijn moet gebaseerd zijn op informatie die afkomstig is uit alle relevante bronnen, rekening houdend met de criteria die in het kader van de toetredingsonderhandelingen van de Unie worden gehanteerd, met name de hoofdstukken van het acquis inzake justitie en grondrechten, justitie, vrijheid en veiligheid, financiële controle en belastingen, alsmede de richtsnoeren die in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing worden gebruikt om de vorderingen van een lidstaat te volgen, en van erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van het Europees Hof voor de rechten van de mens, resoluties van het Europees Parlement, verslagen van de Rekenkamer en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties, zoals de organen van de Raad van Europa, waaronder met name de checklist voor de rechtsstaat van de Commissie van Venetië, en van relevante internationale netwerken, zoals de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 12 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 bis) Er moet een adviespanel van onafhankelijke deskundigen op het gebied van constitutioneel recht en financiële en begrotingsaangelegenheden worden opgericht om de Commissie bij te staan bij haar beoordeling van algemene tekortkomingen. Dit panel moet een onafhankelijke jaarlijkse beoordeling uitvoeren van de rechtsstatelijke kwesties in alle lidstaten die van invloed zijn of kunnen zijn op het goede financiële beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie, rekening houdend met informatie uit alle relevante bronnen en van erkende instellingen. Bij het nemen van een besluit over de vaststelling of opheffing van mogelijke maatregelen moet de Commissie rekening houden met de relevante standpunten van dat panel. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Bepaald moet worden welke maatregelen in geval van algemene tekortkomingen kunnen worden genomen, alsook welke procedure daartoe moet worden gevolgd. Daarbij moet onder meer de mogelijkheid worden geboden van schorsing van betalingen en vastleggingen, korting van de financiering op bestaande vastleggingen, en een verbod nieuwe verbintenissen aan te gaan met ontvangers. |
(13) Bepaald moet worden welke maatregelen in geval van algemene tekortkomingen moeten worden genomen, alsook welke procedure daartoe moet worden gevolgd. Daarbij moet onder meer de mogelijkheid worden geboden van schorsing van betalingen en vastleggingen, korting van de financiering op bestaande vastleggingen, en een verbod nieuwe verbintenissen aan te gaan met ontvangers. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Het is van essentieel belang dat de legitieme belangen van de eindontvangers en -begunstigden naar behoren worden gewaarborgd wanneer maatregelen worden genomen in het geval van algemene tekortkomingen. Bij het overwegen van de vaststelling van maatregelen moet de Commissie rekening houden met de mogelijke gevolgen ervan voor de eindontvangers en -begunstigden. Om de bescherming van de eindontvangers of -begunstigden te versterken, moet de Commissie via een website of internetportaal informatie en richtsnoeren verstrekken, samen met adequate instrumenten om de Commissie te kunnen informeren over elke inbreuk op de wettelijke verplichting van overheidsinstanties en lidstaten om betalingen te blijven verrichten nadat maatregelen op basis van deze verordening zijn vastgesteld. Om ervoor te zorgen dat alle door overheidsinstanties of lidstaten verschuldigde bedragen daadwerkelijk aan eindontvangers of -begunstigden worden betaald, moet de Commissie, indien nodig, betalingen aan die instanties kunnen terugvorderen of, in voorkomend geval, een financiële correctie kunnen uitvoeren door de steun aan een programma te verminderen, en een gelijkwaardig bedrag naar de reserve van de Unie overmaken ten behoeve van eindontvangers of -begunstigden. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen uitvoeringsbevoegdheden te worden overgedragen aan de Raad, die dient te handelen op basis van een voorstel van de Commissie. Om het gemakkelijker te maken de besluiten te nemen die noodzakelijk zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, dient te worden gestemd bij omgekeerde gekwalificeerde meerderheid. |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Gezien de gevolgen ervan voor de begroting van de Unie mogen maatregelen die op grond van deze verordening worden opgelegd, pas in werking treden nadat het Europees Parlement en de Raad een overschrijving naar een begrotingsreserve hebben goedgekeurd voor een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de genomen maatregelen. Om de vaststelling van besluiten die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, te vergemakkelijken, moeten dergelijke overschrijvingen worden geacht te zijn goedgekeurd, tenzij het Europees Parlement of de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten neemt, deze binnen een bepaalde termijn wijzigen of verwerpen. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie en de Raad dienen deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad onverwijld op de hoogte te stellen van een dergelijke kennisgeving en van de inhoud ervan. De betrokken lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie dient deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) De Raad dient maatregelen met schorsende werking op voorstel van de Commissie op te heffen, als de situatie naar aanleiding waarvan deze maatregelen zijn opgelegd, voldoende is verholpen. |
(17) De Commissie dient maatregelen met schorsende werking op te heffen en het Europees Parlement en de Raad te verzoeken de begrotingsmiddelen voor de betreffende maatregelen geheel of gedeeltelijk uit de reserve te halen, als de situatie naar aanleiding waarvan deze maatregelen zijn opgelegd, voldoende is verholpen. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De Commissie dient het Europees Parlement op de hoogte te houden van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn voorgesteld en vastgesteld. |
Schrappen |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) "de rechtsstaat": de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte waarde van de Unie, waaronder worden begrepen de beginselen van legaliteit (dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat), rechtszekerheid, verbod van willekeur van de uitvoerende macht, doeltreffende rechterlijke bescherming door onafhankelijke rechters (ook van de grondrechten), scheiding der machten en gelijkheid voor de wet; |
a) "de rechtsstaat": omvat de waarden van de Unie, zoals neergelegd in artikel 2 VEU en in de criteria voor het lidmaatschap van de Unie bedoeld in artikel 49 VEU; hieronder worden begrepen het legaliteitsbeginsel, dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat, rechtszekerheid, verbod van willekeur van de uitvoerende macht, toegang tot de rechter en doeltreffende rechtsbescherming voor onafhankelijke en onpartijdige rechters, ook van de grondrechten zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in internationale mensenrechtenverdragen; scheiding der machten, non-discriminatie en gelijkheid voor de wet, |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) "algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat": een wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten dan wel een maatregel van overheidsinstanties met aantasting van de rechtsstaat tot gevolg; |
b) "algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat": een wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten dan wel een maatregel van overheidsinstanties die gevolgen heeft voor de rechtsstaat, en die de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantast of dreigt aan te tasten; een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat kan ook voortvloeien uit een systemische bedreiging van de waarden van de Unie vastgelegd in artikel 2 VEU die de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantast of dreigt aan te tasten; |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) "overheidsdienst": alle overheidsinstanties, op alle bestuursniveaus, waaronder nationale, regionale en lokale overheden, alsook lidstaatorganisaties in de zin van [punt 42 van artikel 2] van Verordening (EU, Euratom) nr. […] (het "Financieel Reglement"). |
c) "overheidsdienst": alle overheidsinstanties, op alle bestuursniveaus, waaronder nationale, regionale en lokale overheden, alsook lidstaatorganisaties in de zin van artikel 2, punt 42 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad1 bis (het "Financieel Reglement"). |
|
__________________ |
|
1 bis Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1). |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 2 bis |
|
Algemene tekortkomingen |
|
Als algemene tekortkomingen van de rechtsstaat worden met name beschouwd, wanneer zij van invloed zijn of kunnen zijn op de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie: |
|
a) het in gevaar brengen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, onder meer door het vaststellen van beperkingen op de mogelijkheid om de rechterlijke macht autonoom uit te oefenen, door extern in te grijpen in de onafhankelijkheidsgaranties, door het uitspreken van vonnissen met externe aanwijzingen in te beperken, door de regels inzake de benoeming of de arbeidsvoorwaarden van justitieel personeel willekeurig te herzien, door het justitieel personeel te beïnvloeden op een wijze die hun onpartijdigheid in gevaar brengt, of door de onafhankelijkheid van een advocaat aan te tasten; |
|
b) het niet voorkomen, corrigeren en bestraffen van willekeurige of onrechtmatige beslissingen van overheidsinstanties, met inbegrip van rechtshandhavingsinstanties, het onthouden van financiële en personele middelen met als gevolg dat de werking van die instanties wordt aangetast, of het niet uitsluiten van belangenconflicten; |
|
c) het beperken van de beschikbaarheid en doeltreffendheid van rechtsmiddelen, bijvoorbeeld door middel van restrictieve procedurele regels, het niet uitvoeren van vonnissen of het beperken van de doeltreffendheid van het onderzoek, de vervolging of de bestraffing van inbreuken op het recht; |
|
d) het in gevaar brengen van de administratieve capaciteit van een lidstaat om de verplichtingen van het lidmaatschap van de Unie na te komen, met inbegrip van het vermogen om de regels, normen en beleidsmaatregelen waaruit het acquis van de Unie bestaat, effectief ten uitvoer te leggen; e) maatregelen die de bescherming van de vertrouwelijke communicatie tussen jurist en cliënt verzwakken. |
(Zie het amendement op artikel 3, lid 2.) | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Maatregelen |
Risico's voor de financiële belangen van de Unie |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er worden passende maatregelen genomen als een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantast of dreigt aan te tasten, met name waar het gaat om: |
1. Een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat kan worden vastgesteld wanneer een of meer van de volgende punten worden of dreigen te worden aangetast: |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het goed functioneren van de autoriteiten van die lidstaat die de begroting van de Unie uitvoeren, met name in het kader van openbare aanbestedings- of subsidieprocedures en bij het uitoefenen van toezicht en controle; |
a) het goed functioneren van de autoriteiten van die lidstaat die de begroting van de Unie uitvoeren, met name in het kader van openbare aanbestedings- of subsidieprocedures; |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) de goede werking van de markteconomie, waarbij de mededinging en de marktkrachten in de Unie worden gewaarborgd en de verplichtingen van het lidmaatschap daadwerkelijk worden nagekomen, met inbegrip van het streven naar een politieke, economische en monetaire unie; |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) het goed functioneren van de autoriteiten die de financiële controle, het toezicht en de interne en externe audits uitvoeren, en de goede werking van doeltreffende en transparante systemen voor financieel beheer en verantwoording; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het goed functioneren van onderzoeks- en vervolgingsinstanties met betrekking tot de vervolging van fraude, corruptie en andere inbreuken op het recht van de Unie dat verband houdt met de uitvoering van de begroting van de Unie; |
b) het goed functioneren van onderzoeks- en vervolgingsinstanties met betrekking tot de vervolging van fraude, met inbegrip van belastingfraude, corruptie en andere inbreuken op het recht van de Unie dat verband houdt met de uitvoering van de begroting van de Unie; |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de doeltreffende rechterlijke toetsing door onafhankelijke rechters van een handelen of nalaten door de onder a) en b) bedoelde autoriteiten; |
c) de doeltreffende rechterlijke toetsing door onafhankelijke rechters van een handelen of nalaten door de onder a), a ter) en b) bedoelde autoriteiten; |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de preventie en bestraffing van fraude, corruptie en andere inbreuken op het Unierecht dat verband houdt met de uitvoering van de begroting van de Unie en het aan ontvangers opleggen van doeltreffende en afschrikkende sancties door nationale rechters of administratieve autoriteiten; |
d) de preventie en bestraffing van fraude, met inbegrip van belastingfraude, corruptie en andere inbreuken op het Unierecht dat verband houdt met de uitvoering van de begroting van de Unie en het aan ontvangers opleggen van doeltreffende en afschrikkende sancties door nationale rechters of administratieve autoriteiten; |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
e bis) de preventie en bestraffing van belastingontwijking en belastingconcurrentie, en het goed functioneren van autoriteiten die bijdragen aan administratieve samenwerking in belastingzaken; |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de doeltreffende en tijdige samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en met het Europees Openbaar Ministerie bij hun onderzoeken of vervolgingen krachtens hun respectieve rechtshandelingen en overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking. |
f) de doeltreffende en tijdige samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en, mits de betrokken lidstaat eraan deelneemt, met het Europees Openbaar Ministerie bij hun onderzoeken of vervolgingen krachtens hun respectieve rechtshandelingen en overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking; |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f bis) de goede uitvoering van de begroting van de Unie ingevolge een systemische schending van de grondrechten. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat kunnen met name worden aangemerkt: |
Schrappen |
a) het in gevaar brengen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, |
|
b) het niet voorkomen, corrigeren en bestraffen van willekeurige of onrechtmatige beslissingen van overheidsinstanties, met inbegrip van rechtshandhavingsinstanties, het onthouden van financiële en personele middelen met als gevolg dat de werking van die instanties wordt aangetast, of het niet uitsluiten van belangenconflicten; |
|
c) het beperken van de beschikbaarheid en doeltreffendheid van rechtsmiddelen, bijvoorbeeld door middel van restrictieve procedurele regels, het niet uitvoeren van vonnissen of het beperken van de doeltreffendheid van het onderzoek, de vervolging of de bestraffing van inbreuken op het recht. |
|
(Zie het amendement met betrekking tot artikel 2 bis) | |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 3 bis |
|
Rol van onafhankelijke deskundigen |
|
1. De Commissie stelt een panel van onafhankelijke deskundigen in ("het panel"). |
|
Het panel bestaat uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van constitutioneel recht en financiële en begrotingsaangelegenheden. Eén deskundige wordt benoemd door het nationale parlement van elke lidstaat en vijf deskundigen worden benoemd door het Europees Parlement. Bij de samenstelling van het panel wordt genderevenwicht in acht genomen. |
|
In voorkomend geval kunnen vertegenwoordigers van relevante organisaties en netwerken, zoals de vereniging van alle Europese academies voor wetenschappen, het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstellingen, de organen van de Raad van Europa, de Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie, de Raad van balies van de Europese Unie, het Taxs Justice Network, de Verenigde Naties, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, als waarnemers voor het panel worden uitgenodigd overeenkomstig de in lid 6 bedoelde procedurevoorschriften. |
|
2. De adviserende taken van de instantie omvatten het bijstaan van de Commissie bij het vaststellen van algemene tekortkomingen van de rechtsstaat in een lidstaat die van invloed zijn of kunnen zijn op de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie. |
|
Het panel beoordeelt de situatie in alle lidstaten jaarlijks aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve criteria en informatie, rekening houdend met de in artikel 5, lid 2, bedoelde informatie en richtsnoeren. |
|
3. Het panel publiceert jaarlijks een samenvatting van zijn bevindingen. |
|
4. In het kader van zijn adviestaak en rekening houdend met het resultaat van de in lid 2 bedoelde overwegingen kan het panel een advies uitbrengen over een algemene tekortkoming van de rechtsstaat in een lidstaat. |
|
Bij het formuleren van een advies streeft het panel naar consensus. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt het panel zijn advies met gewone meerderheid van zijn leden uit. |
|
5. Bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen krachtens artikel 5, lid 6, en artikel 6, lid 2, houdt de Commissie rekening met het advies van het panel overeenkomstig lid 4 van dit artikel. |
|
6. Het panel kiest een voorzitter onder zijn leden. Het panel stelt zijn reglement van orde vast. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Inhoud van de maatregelen |
Maatregelen ter bescherming van de begroting van de Unie |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een of meer van de volgende passende maatregelen kunnen worden vastgesteld |
1. Indien aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, kunnen een of meer van de volgende maatregelen worden vastgesteld: |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De maatregelen die worden genomen zijn evenredig aan de aard, de ernst en de reikwijdte van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. Voor zover mogelijk zijn zij gericht op de acties van de Unie waarvoor deze tekortkoming gevolgen heeft of kan hebben. |
3. De maatregelen die worden genomen zijn evenredig aan de aard, de ernst, de duur en de reikwijdte van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. Voor zover mogelijk zijn zij gericht op de acties van de Unie waarvoor deze tekortkoming gevolgen heeft of kan hebben. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De Commissie verstrekt via een website of internetportaal informatie en richtsnoeren ten behoeve van de eindontvangers of -begunstigden over de in lid 2 bedoelde verplichtingen van de lidstaten. |
|
De Commissie stelt op dezelfde website of internetportaal ook passende instrumenten ter beschikking van de eindontvangers of -begunstigden om de Commissie in kennis te stellen van elke inbreuk op deze verplichtingen die volgens deze eindontvangers of -begunstigden rechtstreeks op hen van invloed is. Dit lid wordt zodanig toegepast dat de bescherming van personen die inbreuken op het recht van de Unie melden, wordt gewaarborgd, overeenkomstig de beginselen van Richtlijn XXX (Richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden). Informatie die overeenkomstig dit lid door eindontvangers of -begunstigden wordt verstrekt, mag door de Commissie alleen in aanmerking worden genomen indien zij vergezeld gaat van een bewijs dat de betrokken eindontvanger of -begunstigde bij de bevoegde autoriteit een formele klacht heeft ingediend. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Op basis van de overeenkomstig lid 3, onder a), door de eindontvangers of -begunstigden verstrekte informatie ziet de Commissie erop toe dat alle door overheidsinstanties of lidstaten overeenkomstig lid 2 verschuldigde bedragen daadwerkelijk aan de eindontvangers of -begunstigden worden betaald. Indien nodig |
|
a) zal de Commissie, met betrekking tot middelen uit de begroting van de Unie die worden beheerd overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement: |
|
i) de betaling aan een van de in artikel 62, lid 1, onder c), punten v) tot en met vii), van het Financieel Reglement bedoelde organen terugvorderen voor een bedrag dat gelijk is aan het bedrag dat niet aan de uiteindelijke begunstigden of begunstigden is betaald, in strijd met lid 2 van dit artikel; |
|
ii) een bedrag dat gelijk is aan het in het vorige punt bedoelde bedrag overschrijven naar de in artikel 12 van Verordening XXX van de Raad (MFK-verordening) bedoelde EU-reserve. Een dergelijk bedrag wordt beschouwd als resterende marge in de zin van artikel 12, lid 1, onder a), van Verordening XXX van de Raad (MFK-verordening) en wordt overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening XXX van de Raad (MFK-verordening) beschikbaar gesteld ten behoeve van de in lid 2 van dit artikel bedoelde eindontvangers of -begunstigden; |
|
b) met betrekking tot middelen uit de begroting van de Unie die worden beheerd overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder b) van het Financieel Reglement: |
|
i) wordt de in lid 2 van dit artikel bedoelde verplichting van overheidsinstanties of van de lidstaten beschouwd als een verplichting van de lidstaten in de zin van [artikel 63] van Verordening XXX (GB-verordening). Elke inbreuk op een dergelijke verplichting wordt behandeld overeenkomstig [artikel 98] van Verordening XXX (GB-verordening); |
|
ii) Het bedrag dat resulteert uit de verlaagde steun uit de Fondsen voor een programma overeenkomstig [artikel 98] van Verordening XXX (GB-verordening) wordt door de Commissie overgeschreven naar de in artikel 12 van Verordening XXX (MFK-verordening) van de Raad bedoelde EU-reserve. Een dergelijk bedrag wordt beschouwd als resterende marge in de zin van artikel 12, onder a), van Verordening XXX van de Raad (MFK-verordening) en wordt overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening XXX van de Raad (MFK-verordening) beschikbaar gesteld ten behoeve van de in lid 2 van dit artikel bedoelde eindontvangers of -begunstigden. |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Als de Commissie van oordeel is dat zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. |
1. Als de Commissie, rekening houdend met adviezen van het panel, van oordeel is dat zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad onverwijld op de hoogte van een dergelijke kennisgeving en van de inhoud ervan. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie kan alle relevante informatie in aanmerking nemen, waaronder besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en verslagen van de Rekenkamer, alsook conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties. |
2. Bij het beoordelen of aan alle voorwaarden van artikel 3 is voldaan, neemt de Commissie alle relevante informatie in aanmerking, waaronder adviezen van het panel, besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, resoluties van het Europees Parlement, verslagen van de Rekenkamer, alsook conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken. De Commissie houdt ook rekening met de criteria die in het kader van de toetredingsonderhandelingen van de Unie worden gehanteerd, met name de hoofdstukken van het acquis inzake de rechterlijke macht en grondrechten, justitie, vrijheid en veiligheid, financiële controle en belastingen, alsmede de richtsnoeren die in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing worden gebruikt om de vorderingen van een lidstaat te volgen. |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De betrokken lidstaat verstrekt alle benodigde informatie en kan opmerkingen indienen binnen een door de Commissie gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan één maand vanaf de datum van kennisgeving van de bevinding. In zijn opmerkingen mag de lidstaat voorstellen om corrigerende maatregelen vast te stellen. |
4. De betrokken lidstaat verstrekt de benodigde informatie en kan opmerkingen indienen binnen een door de Commissie gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan één maand en niet langer dan drie maanden vanaf de datum van kennisgeving van de bevinding. In zijn opmerkingen mag de lidstaat voorstellen om corrigerende maatregelen vast te stellen. |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Wanneer de Commissie besluit om al dan niet een voorstel voor een besluit inzake passende maatregelen te nemen, houdt zij rekening met de ontvangen informatie en de eventuele opmerkingen die de betrokken lidstaat heeft ingediend, alsook met de adequaatheid van de eventueel voorgestelde corrigerende maatregelen. |
5. Wanneer de Commissie besluit om al dan niet een besluit inzake de in artikel 4 bedoelde maatregelen te nemen, houdt zij rekening met de ontvangen informatie en de eventuele opmerkingen die de betrokken lidstaat heeft ingediend, alsook met de adequaatheid van de eventueel voorgestelde corrigerende maatregelen. De Commissie neemt binnen een indicatieve termijn van één maand en in ieder geval binnen een redelijke termijn vanaf de datum van ontvangst van de ontvangen informatie een besluit over het aan de ontvangen informatie te geven gevolg. |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Bij de beoordeling van de evenredigheid van de op te leggen maatregelen houdt de Commissie naar behoren rekening met de in lid 2 bedoelde informatie en richtsnoeren. |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, dient zij bij de Raad een voorstel in voor een uitvoeringshandeling inzake passende maatregelen. |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, stelt zij door middel van een uitvoeringshandeling een besluit inzake de in artikel 4 bedoelde maatregelen vast. |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Tegelijk met het vaststellen van een besluit dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de vastgestelde maatregelen naar een begrotingsreserve over te schrijven. |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 ter. In afwijking van artikel 31, leden 4 en 6, van het Financieel Reglement beraadslagen het Europees Parlement en de Raad over het voorstel tot overschrijving binnen vier weken na ontvangst ervan door beide instellingen. Het voorstel tot overschrijving wordt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij het Europees Parlement binnen de termijn van vier weken met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen of de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen het voorstel wijzigt of verwerpt. Indien het Europees Parlement of de Raad het voorstel tot overschrijving wijzigt, is artikel 31, lid 8, van het Financieel Reglement van toepassing. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 quater. Het in lid 6 bedoelde besluit treedt in werking indien noch het Europees Parlement noch de Raad het voorstel tot overschrijving binnen de in lid 6 ter bedoelde termijn afwijst. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Dit besluit wordt geacht te zijn vastgesteld door de Raad, tenzij deze binnen een maand na de goedkeuring ervan door de Commissie, bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit om het voorstel te verwerpen. |
Schrappen |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst vaststellen als besluit van de Raad. |
Schrappen |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De betrokken lidstaat kan op elk moment aan de Commissie bewijs voorleggen om aan te tonen dat de algemene tekortkoming ten aanzien van de rechtsstaat is verholpen of niet meer bestaat. |
1. De betrokken lidstaat kan op elk moment aan de Commissie een formele kennisgeving met bewijs voorleggen om aan te tonen dat de algemene tekortkoming ten aanzien van de rechtsstaat is verholpen of niet meer bestaat. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie beoordeelt de situatie in de betrokken lidstaat. Wanneer de algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat op grond waarvan de passende maatregelen werden vastgesteld, niet of gedeeltelijk niet meer bestaan, dient de Commissie bij de Raad een voorstel in voor een besluit waarbij deze maatregelen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven. De procedure van artikel 5, leden 2, 4, 5, 6 en 7, is van toepassing. |
2. Op verzoek van de betrokken lidstaat of op eigen initiatief beoordeelt de Commissie, rekening houdend met adviezen van het panel en de situatie in de betrokken lidstaat binnen een indicatieve termijn van één maand en in ieder geval binnen een redelijke termijn vanaf de datum van ontvangst van de formele kennisgeving. Wanneer de algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat op grond waarvan de in artikel 4 bedoelde maatregelen werden vastgesteld, niet of gedeeltelijk niet meer bestaan, stelt de Commissie onverwijld een besluit vast waarbij deze maatregelen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven. Tegelijk met het vaststellen van een besluit dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om de in artikel 5, lid 6 bis, bedoelde begrotingsreserve geheel of gedeeltelijk op te heffen. De procedure van artikel 5, leden 2, 4, 5, 6, 6 ter en 6 quater, is van toepassing. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als maatregelen betreffende de schorsing van de goedkeuring van een of meer programma's of wijzingen daarvan als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt i) of de schorsing van vastleggingen als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt ii) worden opgeheven, worden de bedragen die overeenkomen met de geschorste vastleggingen, opgevoerd op de begroting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX van de Raad (MFF-verordening). Kredieten die zijn geschorst voor jaar n, kunnen na jaar n + 2 niet opnieuw op de begroting worden opgevoerd. |
3. Als maatregelen betreffende de schorsing van de goedkeuring van een of meer programma's of wijzingen daarvan als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt i) of de schorsing van vastleggingen als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt ii) worden opgeheven, worden de bedragen die overeenkomen met de geschorste vastleggingen, opgevoerd op de begroting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX van de Raad (MFF-verordening). Kredieten die zijn geschorst voor jaar n, kunnen na jaar n + 2 niet opnieuw op de begroting worden opgevoerd. Vanaf jaar n+3 wordt een bedrag gelijk aan de geschorste vastleggingen opgevoerd in de in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX van de Raad (MFK-verordening) bedoelde EU-reserve voor vastleggingen. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 7 |
Schrappen |
Informatie aan het Europees Parlement |
|
De Commissie houdt het Europees Parlement op de hoogte van de maatregelen die krachtens de artikelen 4 en 5 zijn voorgesteld of vastgesteld. |
|
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 7 bis |
|
Verslaglegging |
|
Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van de Verordening, en met name over de doeltreffendheid van eventuele vastgestelde maatregelen. |
|
Het verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van passende voorstellen. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021. |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 8 bis |
|
Opname in het Financieel Reglement |
|
De inhoud van deze verordening wordt bij de volgende herziening van het Financieel Reglement daarin opgenomen. |
- [1] PB C 291 van 17.8.2018, blz. 1.
TOELICHTING
Achtergrond
In haar mededeling "Een nieuw, modern meerjarig financieel kader voor een Europese Unie die efficiënt haar prioriteiten verwezenlijkt na 2020" (COM(2018)98) stelt de Commissie: "De Unie is een rechtsgemeenschap en ontleent haar bestaan aan haar waarden. [...] De eerbiediging van deze waarden moet dan ook worden gewaarborgd in alle beleidsdomeinen van de Unie. Hiertoe behoort ook de EU-begroting, waarin de eerbiediging van fundamentele waarden een essentiële voorwaarde voor goed financieel beheer en doeltreffende EU-financiering is.".
Bezorgdheid over de zwakke punten in de nationale controlemechanismen die de eerbiediging van de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie verankerde fundamentele waarden zouden kunnen ondermijnen, is een onderwerp van recente publieke discussie. In dat verband is gesuggereerd dat het niet eerbiedigen van de fundamentele waarden gevolgen zou moeten hebben, waaronder de opschorting van betalingen uit de EU-begroting.
Het Europees Parlement heeft in dit verband in zijn resolutie van 14 maart 2018 over het volgende meerjarig financieel kader (MFK) de Commissie opgeroepen om "een regeling voor te stellen die inhoudt dat lidstaten die de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) verankerde waarden niet eerbiedigen, hiervan financiële gevolgen kunnen ondervinden". Het Parlement waarschuwde echter ook dat "eindbegunstigden van de EU-begroting op geen enkele wijze kunnen worden aangesproken op overtredingen van de regels waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn".
Op 2 mei 2018 publiceerde de Commissie, als integraal onderdeel van het MFK 2021-2027-pakket, een wetgevingsvoorstel tot vaststelling van de regels die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de begroting van de Unie ingeval zich in lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen. Het voorstel is, net als het Financieel Reglement, gebaseerd op artikel 322, lid 1, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Volgens het voorstel van de Commissie moet de EU, om haar financiële belangen te beschermen tegen het risico van financiële verliezen als gevolg van algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat, passende maatregelen kunnen opleggen, waaronder het opschorten en beperken van de toegang tot EU-financiering op een wijze die in verhouding staat tot de aard, ernst en omvang van de tekortkomingen.
De door de Commissie voorgestelde procedure voor de vaststelling van deze maatregelen is de volgende: wanneer er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er sprake is van een algemene tekortkoming, stelt de Commissie eerst de betrokken lidstaat daarvan in kennis en onderzoekt zij zijn opmerkingen. Wanneer de Commissie van mening is dat er sprake is van een algemene tekortkoming, dient zij een voorstel voor een besluit over de te nemen maatregelen in bij de Raad, die beslist met een omgekeerde gekwalificeerde meerderheid van stemmen (d.w.z. er is een gekwalificeerde meerderheid nodig om het voorstel te verwerpen of te wijzigen). Dezelfde procedure is van toepassing voor het opheffen van de maatregelen wanneer de tekortkoming ophoudt te bestaan.
Standpunt van de rapporteurs
De rapporteurs zijn het eens met de algemene doelstellingen van de Commissie en stellen een aantal amendementen voor om het voorstel te versterken en de doeltreffendheid ervan te vergroten, en wel op de volgende punten.
Fundamentele waarden en criteria van Kopenhagen: De artikelen 2 en 3 moeten worden gewijzigd om te verduidelijken dat, zoals voorgesteld in de resolutie van het Parlement van 14 maart 2018 over het nieuwe MFK, de rechtsstaat zodanig moet worden begrepen dat de in artikel 2 VEU verankerde fundamentele waarden daar ook deel van uitmaken. De criteria van Kopenhagen, de essentiële voorwaarden waaraan alle kandidaat-lidstaten moeten voldoen om lid van de Unie te worden, moeten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van het risico dat een algemene tekortkoming van de rechtsstaat de beginselen van goed financieel beheer in het gedrang brengt. Deze criteria omvatten de stabiliteit van de instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen, een functionerende markteconomie en het vermogen om het hoofd te bieden aan concurrentie en marktkrachten, en het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap van de Unie na te komen.
Beoordeling van algemene tekortkomingen: bij de beoordeling van het bestaan van een algemene tekortkoming en om de evenredigheid van de maatregelen te waarborgen, is het noodzakelijk dat de Commissie rekening houdt met alle relevante informatie, met inbegrip van informatie van het Parlement en van organen zoals de Commissie van Venetië van de Raad van Europa. De Commissie houdt ook rekening met de criteria die in het kader van de toetredingsonderhandelingen van de Unie worden gehanteerd, met name de hoofdstukken van het acquis inzake de rechterlijke macht en grondrechten (23), justitie, vrijheid en veiligheid (24), financiële controle (32) en belastingen (16), alsmede de richtsnoeren die in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing worden gebruikt om de vorderingen van een lidstaat te volgen.
Bescherming van eindbegunstigden: hoewel het voorstel van de Commissie specificeert dat het opleggen van passende maatregelen geen afbreuk doet aan de verplichting van overheidsinstanties om programma's of fondsen uit te voeren, en met name de verplichting om betalingen aan de eindbegunstigden te verrichten, is het niet volledig duidelijk hoe deze bepaling moet worden gehandhaafd. De Commissie moet alle passende maatregelen nemen om de eindbegunstigden bij te staan bij het afdwingen van hun vorderingen wanneer de wettelijke verplichtingen niet worden nagekomen.
Procedure voor de vaststelling of opheffing van maatregelen en rol van het Parlement: het enige recht dat door het voorstel van de Commissie aan het Parlement wordt verleend, is om op de hoogte te worden gebracht van elke voorgestelde of goedgekeurde maatregel. Deze regeling eerbiedigt duidelijk niet het institutionele prerogatief van het Parlement als tak van de begrotingsautoriteit van de EU, gezien het aanzienlijke effect van de voorgestelde maatregelen op de begroting van de Unie. De rapporteurs stellen daarom een evenwichtiger mechanisme voor, dat het Parlement en de Raad op één lijn stelt. Volgens de voorgestelde procedure zou de Commissie bij uitvoeringshandeling een besluit over de passende maatregelen vaststellen en tegelijkertijd bij het Parlement en de Raad een voorstel indienen om een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de genomen maatregelen over te schrijven naar een begrotingsreserve. Dit besluit zou alleen in werking treden indien het Parlement en de Raad het niet binnen een maand verwerpen. Het in het voorstel van de Commissie opgenomen beginsel van de omgekeerde (gekwalificeerde) meerderheid van stemmen zou in de voorgestelde procedure worden gehandhaafd.
Andere punten: er worden amendementen voorgesteld om nauwkeuriger aan te geven wat gevaar voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht precies inhoudt, om de rechtszekerheid van de procedure te verbeteren door indicatieve termijnen op te nemen voor de Commissie om te reageren op informatie van de lidstaten, en om ervoor te zorgen dat, indien de opgelegde maatregelen na twee jaar niet worden opgeheven, de geschorste middelen niet verloren gaan, maar worden opgenomen in de EU-reserve voor vastleggingen waarin de MFK-verordening 2021-2027 voorziet.
ADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (5.12.2018)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten
(COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD))
Rapporteur voor advies (*): Josep-Maria Terricabras
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement
AMENDEMENTEN
De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken verzoekt de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, als bevoegde commissies, onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorstel voor een |
Voorstel voor een |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten |
inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat en de grondrechten in de lidstaten |
|
(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.) |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) De rechtsstaat is één van de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest. Zoals in herinnering wordt geroepen door artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, hebben de lidstaten deze waarden gemeen. |
(1) De waarden waarop de Unie is gegrondvest, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Zoals in herinnering wordt geroepen door artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VWEU), hebben de lidstaten deze waarden gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Democratie, de rechtsstaat en de grondrechten vormen een driehoeksverhouding; zij versterken elkaar en beschermen samen de constitutionele kern van de Unie en haar lidstaten. Van een hiërarchie tussen de waarden van de Unie kan geen sprake zijn. De onderlinge afhankelijkheid van een goed functionerende democratie, sterke en verantwoordingsplichtige instellingen, een transparante en inclusieve besluitvorming en een doeltreffende rechtsstaat is essentieel voor een effectieve eerbiediging van de mensenrechten en vice versa. Krachtens de artikelen 2 en 6 VEU moeten de lidstaten de beginselen van de rechtsstaat, de grondrechten en de democratie ten volle eerbiedigen, beschermen en bevorderen. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en de grondrechten en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10 en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk gerecht11 in acht moeten worden genomen12. |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische beginselen en met eerbiediging van de grondrechten, en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, inclusief een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10, de toegang tot de rechtspraak en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht11 in acht moeten worden genomen12. |
__________________ |
__________________ |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Supremo Tribunal Administrativo tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Associação Sindical dos Juízes Portugueses tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41. |
12 Mededeling van de Commissie “Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat”, COM(2014) 158 final, bijlage I. |
12 Mededeling van de Commissie “Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat”, COM(2014) 158 final, bijlage I. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) De lidstaten moeten de beginselen van de rechtsstaat beschermen en bevorderen, en het goede voorbeeld geven door toe te werken naar een gemeenschappelijke cultuur van de rechtsstaat, die een essentiële voorwaarde is voor de legitimiteit van het Europese project als geheel en de basisvoorwaarde voor het opbouwen van het vertrouwen van de burgers in de Unie. De ondermijning van de rechtsstaat in één lidstaat heeft negatieve gevolgen voor de rechtsstaat in de Unie als geheel. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 ter) De grondrechten van de Unie zijn met name vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat krachtens artikel 6 VEU dezelfde juridische waarde heeft als de Verdragen en dus moet worden nageleefd in alle wetgeving van de Unie, inclusief deze verordening. De verplichting om de grondrechten te eerbiedigen, te beschermen en te bevorderen is tevens neergelegd in talrijke internationale mensenrechtenverdragen, onder meer het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Europees Sociaal Handvest, het aanvullend protocol daarbij en de herziene versie ervan. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor de bescherming van de andere fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals vrijheid, democratie, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten. De eerbiediging van de rechtsstaat is onlosmakelijk verbonden met eerbiediging van de democratie en de grondrechten: van democratie en eerbiediging van de grondrechten kan geen sprake zijn zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. |
Schrappen |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Bij de uitvoering van de begroting van de Unie door de lidstaten is, ongeacht de wijze van uitvoering, eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële voorwaarde voor de naleving van het in artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vervatte beginsel van goed financieel beheer. |
(4) Bij de uitvoering van de begroting van de Unie door de lidstaten is, ongeacht de wijze van uitvoering, eerbiediging van de rechtsstaat en van de grondrechten een essentiële voorwaarde voor de naleving van het in artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vervatte beginsel van goed financieel beheer. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Rechterlijke organen dienen onafhankelijk en onpartijdig op te treden en onderzoeks- en vervolgingsinstanties dienen hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Zij dienen te worden voorzien van toereikende middelen en procedures om doeltreffend te kunnen optreden, met volledige inachtneming van het recht op een eerlijk proces. Deze voorwaarden zijn vereist als minimale waarborg tegen onrechtmatige en willekeurige beslissingen door overheidsinstanties, die de financiële belangen van de Unie zouden kunnen schaden. |
(6) De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht dient te allen tijde te worden gewaarborgd, en onderzoeks- en vervolgingsinstanties dienen hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Zij dienen te worden voorzien van toereikende middelen en procedures om doeltreffend te kunnen optreden, met volledige inachtneming van het recht op een eerlijk proces. Deze voorwaarden zijn vereist als minimale waarborg tegen onrechtmatige en willekeurige beslissingen door overheidsinstanties, die deze fundamentele beginselen zouden kunnen ondergraven. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De eerbiediging van de rechtsstaat is niet alleen van belang voor burgers van de Unie, maar ook voor bedrijfsinitiatieven, innovatie, investeringen en de goede werking van de interne markt, die het best tot hun recht komen als er een gedegen juridisch en institutioneel kader voorhanden is . |
(8) De eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten is van essentieel belang om de burgers in staat te stellen ten volle deel te nemen aan het democratisch bestel van de Unie. Het is ook van belang voor het ondernemerschap, bedrijfsinitiatieven, innovatie en investeringen, en voor de bevordering van een op rechten gebaseerde en goed functionerende interne markt. De interne markt heeft behoefte aan een stabiel juridisch en institutioneel kader om het wederzijds vertrouwen van alle marktdeelnemers te verzekeren, het volledige potentieel ervan te realiseren en voor duurzame groei op lange termijn te zorgen. In situaties waarin een lidstaat de eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten niet meer garandeert, hebben de Unie en de lidstaten de plicht om de integriteit en de toepassing van de Verdragen te waarborgen en de rechten van een ieder binnen hun rechtsgebied te beschermen. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Artikel 19 VEU, waarin de in artikel 2 VEU vervatte waarde van de rechtsstaat wordt uitgewerkt, bepaalt dat de lidstaten dienen te voorzien in de nodige rechtsmiddelen om doeltreffende rechterlijke bescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren; daarbij gaat het ook om de gebieden die de tenuitvoerlegging van de begroting van de Unie betreffen. Het loutere feit dat wordt voorzien in doeltreffende rechterlijke toetsing om de naleving van het EU-recht te waarborgen, is het wezen van de rechtsstaat en vereist onafhankelijke rechters13. Het behoud van de gerechtelijke onafhankelijkheid is essentieel, zoals ook wordt bevestigd door artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie14. Dit geldt in het bijzonder voor de rechterlijke toetsing van de maatregelen, overeenkomsten en andere instrumenten tot openbare uitgaven of schulden leiden, onder meer in het kader van openbare aanbestedingsprocedures, die ook aan de rechter kunnen worden voorgelegd. |
(9) Artikel 19 VEU, waarin de in artikel 2 VEU vervatte waarde van de rechtsstaat wordt uitgewerkt, bepaalt dat de lidstaten dienen te voorzien in de nodige rechtsmiddelen om doeltreffende rechterlijke bescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren; daarbij gaat het ook om de gebieden die de tenuitvoerlegging van de begroting van de Unie betreffen. De doeltreffendheid van rechtsspraakstelsels is een belangrijk aspect van de rechtsstaat en is essentieel om gelijke behandeling te verzekeren, misbruik door regeringen te bestraffen en willekeur te voorkomen. Het loutere feit dat wordt voorzien in doeltreffende rechterlijke toetsing om de naleving van het EU-recht te waarborgen, is het wezen van de rechtsstaat en vereist onafhankelijke rechters13. Het garanderen van het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een eerlijk proces, en het behoud van de gerechtelijke onafhankelijkheid zijn essentieel, zoals ook wordt bevestigd door artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie14. Dit geldt in het bijzonder voor de rechterlijke toetsing van de wettelijkheid van de maatregelen, overeenkomsten en andere instrumenten die tot openbare uitgaven of schulden leiden, onder meer in het kader van openbare aanbestedingsprocedures, die ook bij de rechter aanhangig kunnen worden gemaakt. |
__________________ |
__________________ |
13 Zaak C-64/16, punten 32-36. |
13 Zaak C-64/16, punten 32-36. |
14 Zaak C-64/16, punten 40-41. |
14 Zaak C-64/16, punten 40-41. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Er is derhalve een duidelijk verband tussen de eerbiediging van de rechtsstaat en een doeltreffende uitvoering van de begroting van de Unie overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer. |
(10) Er is derhalve een duidelijk verband tussen de eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten en een doeltreffende uitvoering van de begroting van de Unie overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, die met name gevolgen hebben voor de goede werking van de overheidsinstanties en doeltreffende rechterlijke toetsing, kan dat de financiële belangen van de Unie ernstig schaden. |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, kan dat ernstige schade toebrengen aan de financiële belangen van de Unie, met name wanneer het gaat om onregelmatigheden bij uitgaven uit de begroting van de Unie, en aan de rechten en belangen van de burgers, ongeacht waar zij leven. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling zou kunnen worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een kwalitatieve, objectieve, transparante, niet-gepolitiseerde en onpartijdige beoordeling op basis van specifieke bewijzen, door de Commissie, daarbij ondersteund door een representatief panel van onafhankelijke deskundigen. De jaarlijkse beoordeling van alle lidstaten moet worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, verslagen van de Rekenkamer, verslagen en adviezen van andere instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie, zoals het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's, de Ombudsman en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak, alsook verslagen van niet-gouvernementele en maatschappelijke organisaties. Deze beoordeling moet bestaande instrumenten en mechanismen zoals het mechanisme voor samenwerking en toetsing voor Bulgarije en Roemenië vervangen. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij deze verordening worden de regels vastgesteld die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de begroting van de Unie ingeval zich in lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen. |
Bij deze verordening worden de regels vastgesteld die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de begroting van de Unie ingeval zich in lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat en de grondrechten voordoen. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 2– alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) "de rechtsstaat": de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte waarde van de Unie, waaronder worden begrepen de beginselen van legaliteit (dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat), rechtszekerheid, verbod van willekeur van de uitvoerende macht, doeltreffende rechterlijke bescherming door onafhankelijke rechters (ook van de grondrechten), scheiding der machten en gelijkheid voor de wet; |
a) "de rechtsstaat en de grondrechten" zoals vervat in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie behelst de beginselen van legaliteit (dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat), rechtszekerheid, verbod van willekeur van de uitvoerende macht, toegang tot de rechtspraak en doeltreffende rechterlijke bescherming door onafhankelijke en onpartijdige rechters, scheiding der machten, non-discriminatie en gelijkheid voor de wet, eerbiediging van de grondrechten zoals vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in internationale mensenrechtenverdragen; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) "algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat": een wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten dan wel een maatregel van overheidsinstanties met aantasting van de rechtsstaat tot gevolg; |
b) "algemene tekortkoming": een situatie waar een systemische bedreiging van de rechtsstaat en de grondrechten zou kunnen ontstaan, of waar de rechtsstaat en de grondrechten direct of indirect op systemische wijze worden ondermijnd, hetzij door de gecombineerde impact van handelen of nalaten, het al dan niet nemen van maatregelen door overheidsinstanties, of door wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten, al dan niet nemen van maatregelen door overheidsinstanties, indien deze situatie negatieve gevolgen heeft of dreigt te hebben voor de goede uitvoering van de begroting van de Unie, met name de activiteiten inzake beheer en controle, overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer en de bescherming van de financiële belangen van de Unie; |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. Er worden passende, evenwichtige en evenredige maatregelen genomen als de Commissie van oordeel is dat zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de voorwaarden voor het vaststellen van een algemene tekortkoming in een lidstaat zijn vervuld. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er worden passende maatregelen genomen als een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantast of dreigt aan te tasten, met name waar het gaat om: |
1. De maatregelen worden met name genomen als een algemene tekortkoming in een lidstaat negatieve gevolgen heeft of dreigt te hebben voor: |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f bis) de goede uitvoering van de begroting van de Unie ingevolge een systemische schending van de grondrechten. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat kunnen met name worden aangemerkt: |
2. Als algemene tekortkomingen worden met name aangemerkt: |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het in gevaar brengen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, |
a) het in gevaar brengen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, onder meer door het vaststellen van beperkingen op de autonome uitoefening van de rechterlijke macht door extern in te grijpen in de onafhankelijkheidsgaranties, door de rechtsmacht van buitenaf in te perken, door de regels inzake de benoeming of de arbeidsvoorwaarden van justitieel personeel willekeurig te herzien of door het justitieel personeel te beïnvloeden op een wijze die hun onpartijdigheid in gevaar brengt, |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 3 lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Bij het vaststellen van een algemene tekortkoming wordt de Commissie bijgestaan door een representatief panel van onafhankelijke deskundigen (het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten), dat de situatie in alle lidstaten jaarlijks beoordeelt op basis van kwantitatieve en kwalitatieve criteria en informatie, waaronder besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, verslagen van de Rekenkamer, verslagen en adviezen van andere instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie, en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties. De evaluatie wordt openbaar gemaakt. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Het jaarlijkse debat naar aanleiding van de beoordeling van het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten wordt gehouden door het Europees Parlement, samen met de nationale parlementen. Daartoe wordt een gezamenlijke parlementaire werkgroep opgericht door de nationale parlementen en de bevoegde commissie van het Europees Parlement. De organisatie en het interne reglement van de gezamenlijke parlementaire werkgroep wordt gezamenlijk vastgesteld door het Europees Parlement en de nationale parlementen, in overeenstemming met artikel 9 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 3 bis |
|
Deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten |
|
1. Het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten is samengesteld uit de volgende leden: |
|
a) één door het nationaal parlement aangewezen onafhankelijke deskundige per lidstaat, die een gekwalificeerde rechter van het grondwettelijk hof of de hoogste rechterlijke instantie is en die niet in actieve dienst is; |
|
b) tien verdere deskundigen die door het Europees Parlement met tweederdemeerderheid van zijn leden zijn aangewezen op basis van een lijst met deskundigen die zijn voorgedragen door: |
|
i) de vereniging van alle Europese academies voor wetenschappen (ALLEA); |
|
ii) het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (ENNHRI); |
|
iii) de Raad van Europa (waaronder de Commissie van Venetië, de Groep van Staten tegen corruptie (GRECO) en de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa); |
|
iv) de Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie (Cepej) en de Raad van de balies van de Europese Unie (CCBE); en |
|
v) de Verenigde Naties (VN), de Organisatie voor Vrede en Veiligheid in Europa (OVSE) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). |
|
2. Bij het samenstellen van het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten wordt gezorgd voor genderevenwicht. |
|
3. Het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten kiest zijn voorzitter onder zijn leden. |
|
4. Om de werkzaamheden van het deskundigenpanel inzake democratie, de rechtsstaat en de grondrechten te ondersteunen, stelt de Commissie het deskundigenpanel een secretariaat ter beschikking dat het panel in staat stelt doeltreffend te functioneren, met name door gegevens- en informatiebronnen te verzamelen die door het panel beoordeeld en onderzocht moeten worden, en door administratieve ondersteuning te bieden. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD) |
||||
Bevoegde commissies Datum bekendmaking |
BUDG 11.6.2018 |
CONT 11.6.2018 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
LIBE 11.6.2018 |
||||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
5.7.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Josep-Maria Terricabras 9.7.2018 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
5.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
8.11.2018 |
19.11.2018 |
3.12.2018 |
|
|
Datum goedkeuring |
3.12.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
33 10 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Heinz K. Becker, Monika Beňová, Malin Björk, Michał Boni, Caterina Chinnici, Cornelia Ernst, Raymond Finch, Romeo Franz, Kinga Gál, Sylvie Guillaume, Monika Hohlmeier, Filiz Hyusmenova, Sophia in ‘t Veld, Dietmar Köster, Barbara Kudrycka, Cécile Kashetu Kyenge, Juan Fernando López Aguilar, Roberta Metsola, Claude Moraes, József Nagy, Ivari Padar, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Branislav Škripek, Sergei Stanishev, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Marie-Christine Vergiat, Udo Voigt, Josef Weidenholzer, Kristina Winberg, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Carlos Coelho, Pál Csáky, Gérard Deprez, Anna Hedh, Lívia Járóka, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Jeroen Lenaers, Emilian Pavel, Morten Helveg Petersen, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli, Josep-Maria Terricabras |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Max Andersson, France Jamet |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE ADVISERENDE COMMISSIE
33 |
+ |
|
ALDE |
Gérard Deprez, Filiz Hyusmenova, Sophia in 't Veld, Morten Helveg Petersen |
|
ECR |
Helga Stevens |
|
GUE/NGL |
Malin Björk, Cornelia Ernst, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat |
|
PPE |
Heinz K. Becker, Michał Boni, Carlos Coelho, Monika Hohlmeier, Barbara Kudrycka, Jeroen Lenaers, Roberta Metsola |
|
S&D |
Monika Beňová, Caterina Chinnici, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Dietmar Köster, Cécile Kashetu Kyenge, Juan Fernando López Aguilar, Claude Moraes, Ivari Padar, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel, Josef Weidenholzer |
|
VERTS/ALE |
Max Andersson, Romeo Franz, Judith Sargentini, Josep-Maria Terricabras |
|
10 |
- |
|
ECR |
Branislav Škripek, Kristina Winberg |
|
EFDD |
Raymond Finch |
|
ENF |
France Jamet, Auke Zijlstra |
|
NI |
Udo Voigt |
|
PPE |
Pál Csáky, Kinga Gál, Lívia Járóka, Traian Ungureanu |
|
3 |
0 |
|
PPE |
József Nagy |
|
S&D |
Emilian Pavel, Sergei Stanishev |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (23.12.2018)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten
(COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD))
Rapporteur voor advies: Iskra Mihaylova
AMENDEMENTEN
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de bevoegde Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor de bescherming van de andere fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals vrijheid, democratie, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten. De eerbiediging van de rechtsstaat is onlosmakelijk verbonden met eerbiediging van de democratie en de grondrechten: van democratie en eerbiediging van de grondrechten kan geen sprake zijn zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. |
(3) De rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor de bescherming van de andere fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals vrijheid, democratie, non-discriminatie, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten. De eerbiediging van de rechtsstaat is onlosmakelijk verbonden met eerbiediging van de democratie en de grondrechten: van democratie en eerbiediging van de grondrechten kan geen sprake zijn zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. Democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de grondrechten zijn van doorslaggevend belang voor de geloofwaardigheid van de Unie. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) Op 25 oktober 2016 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen met aanbevelingen aan de Commissie over de instelling van een EU-mechanisme voor democratie, de rechtsstaat en grondrechten. Daarnaast heeft de Europese Commissie voor democratie middels het recht (de "Commissie van Venetië") de Lijst met criteria voor de rechtsstaat (CDL-AD(2016)007) opgesteld. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, die met name gevolgen hebben voor de goede werking van de overheidsinstanties en doeltreffende rechterlijke toetsing, kan dat de financiële belangen van de Unie ernstig schaden. |
(11) Als zich in de lidstaten algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat voordoen, die met name gevolgen hebben voor de goede werking van de overheidsinstanties en doeltreffende rechterlijke toetsing, kan dat de financiële belangen van de Unie ernstig schaden. Efficiënte onderzoeken naar dergelijke tekortkomingen en de toepassing van doeltreffende en evenredige maatregelen wanneer een algemene tekortkoming wordt vastgesteld, zijn niet alleen nodig om de financiële belangen van de Unie veilig te stellen, met inbegrip van de effectieve inning van inkomsten, maar ook om het vertrouwen van het publiek in de Unie en haar instellingen te waarborgen. Slechts een onafhankelijke rechterlijke macht die de rechtsstaat en de rechtszekerheid in alle lidstaten beschermt, kan uiteindelijk garanderen dat het geld van de Uniebegroting afdoende wordt beschermd. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling zou kunnen worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een transparante en onpartijdige kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling zou kunnen worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer, adviezen van deskundigen van de desbetreffende agentschappen van de Europese Unie, aanbevelingen van onafhankelijke panels van deskundigen zoals genoemd in de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2016, en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Bepaald moet worden welke maatregelen in geval van algemene tekortkomingen kunnen worden genomen, alsook welke procedure daartoe moet worden gevolgd. Daarbij moet onder meer de mogelijkheid worden geboden van schorsing van betalingen en vastleggingen, korting van de financiering op bestaande vastleggingen, en een verbod nieuwe verbintenissen aan te gaan met ontvangers. |
(13) Bepaald moet worden welke maatregelen in geval van algemene tekortkomingen kunnen worden genomen, alsook welke procedure daartoe moet worden gevolgd, en deze maatregelen moeten zorgen voor gelijke criteria en gelijke behandeling van alle lidstaten. Daarbij moet onder meer de mogelijkheid worden geboden van schorsing van betalingen en vastleggingen, korting van de financiering op bestaande vastleggingen, en een verbod nieuwe verbintenissen aan te gaan met ontvangers. Elk besluit om deze maatregelen op te leggen moet solide garanties bieden, die op effectbeoordelingen zijn gebaseerd, om ervoor te zorgen dat de eindbegunstigden van EU-middelen niet worden benadeeld. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Bij het bepalen van de te nemen maatregelen dient het beginsel van evenredigheid van toepassing te zijn, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de ernst van de situatie, de tijd die is verstreken sinds de betrokken gedragingen zijn begonnen, de duur en de herhaling ervan, het oogmerk en de mate van samenwerking van de betrokken lidstaat bij het beëindigen van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat, alsook de gevolgen van deze tekortkoming voor de respectieve middelen van de Unie. |
(14) Bij het bepalen van de te nemen maatregelen dient het beginsel van evenredigheid van toepassing te zijn, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de ernst van de situatie, de tijd die is verstreken sinds de betrokken gedragingen zijn begonnen, de duur en de herhaling ervan, het oogmerk en de mate van samenwerking van de betrokken lidstaat bij het beëindigen van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat, alsook de gevolgen van deze tekortkoming voor de respectieve middelen van de Unie. De omvang en het niveau van de schorsing van vastleggingen die wordt opgelegd, moet evenredig zijn, moet de gelijke behandeling van de lidstaten respecteren en moet rekening houden met de sociaaleconomische omstandigheden van de betrokken lidstaat en het effect van de schorsing op de economie van de betrokken lidstaat. Het effect van schorsingen op programma's die van essentieel belang zijn voor de aanpak van omstandigheden die verband houden met de rechtsstaat, moet een specifieke factor zijn waarmee rekening wordt gehouden. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Het is van essentieel belang dat de legitieme belangen van de eindontvangers en -begunstigden naar behoren worden gewaarborgd wanneer maatregelen worden genomen in het geval van algemene tekortkomingen. Bij de beoordeling van de te nemen maatregelen moet de Commissie rekening houden met de mogelijke gevolgen ervan voor de eindontvangers en -begunstigden. Om de bescherming van de eindontvangers of -begunstigden te versterken, moet de Commissie actief toezicht houden op de naleving van de wettelijke verplichting van overheidsinstanties en lidstaten om na de vaststelling van maatregelen op basis van deze verordening betalingen te blijven verrichten, en de eindontvangers of -begunstigden op de hoogte brengen van hun rechten in geval van eventuele inbreuken. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 ter) Het is van essentieel belang dat individuele ontvangers van beurzen via programma's zoals Erasmus, onderzoekstoelagen en soortgelijke individuele subsidies geen negatieve gevolgen ondervinden indien er maatregelen worden genomen met betrekking tot een lidstaat in geval van algemene tekortkomingen. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen uitvoeringsbevoegdheden te worden overgedragen aan de Raad, die dient te handelen op basis van een voorstel van de Commissie. Om het gemakkelijker te maken de besluiten te nemen die noodzakelijk zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, dient te worden gestemd bij omgekeerde gekwalificeerde meerderheid. |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen uitvoeringsbevoegdheden te worden overgedragen aan de Raad, die dient te handelen op basis van een voorstel van de Commissie. Om het gemakkelijker te maken de besluiten te nemen die noodzakelijk zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, dient te worden gestemd bij eenparigheid van stemmen zonder dat de betrokken lidstaat aan de stemming deelneemt. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie en de Raad dienen deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat in kennis te stellen van de resultaten van de hetzij door het onafhankelijke deskundigenpanel hetzij door de Commissie verrichte evaluaties en mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad op de hoogte te stellen van de kennisgeving en van de inhoud ervan. De betrokken lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie dient deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) De Raad dient maatregelen met schorsende werking op voorstel van de Commissie op te heffen, als de situatie naar aanleiding waarvan deze maatregelen zijn opgelegd, voldoende is verholpen. |
Schrappen |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De Commissie dient het Europees Parlement op de hoogte te houden van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn voorgesteld en vastgesteld. |
(18) De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad op de hoogte te houden van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn voorgesteld en vastgesteld, |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) “algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat”: een wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten dan wel een maatregel van overheidsinstanties met aantasting van de rechtsstaat tot gevolg; |
(b) "algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat": een wijdverbreid of zich herhalend handelen of nalaten dan wel een maatregel van overheidsinstanties met aantasting van de rechtsstaat tot gevolg als beschreven in artikel 3; |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Maatregelen |
Algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er worden passende maatregelen genomen als een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantast of dreigt aan te tasten, met name waar het gaat om: |
1. Algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat die de beginselen van goed financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantasten of dreigen aan te tasten, zijn met name: |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) de vrijheid van mening en meningsuiting, waaronder de persvrijheid, de vrijheid van vereniging en de academische vrijheid; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f ter) de begrotingsdiscipline van die lidstaat, met name het vermijden van buitensporige overheidstekorten overeenkomstig artikel 126 VWEU. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) het beperken van de beschikbaarheid en doeltreffendheid van rechtsmiddelen, bijvoorbeeld door middel van restrictieve procedurele regels, het niet uitvoeren van vonnissen of het beperken van de doeltreffendheid van het onderzoek, de vervolging of de bestraffing van inbreuken op het recht. |
(c) het beperken van de beschikbaarheid en doeltreffendheid van rechtsmiddelen, bijvoorbeeld door middel van restrictieve procedurele regels, het niet uitvoeren van vonnissen, met bijzondere aandacht voor beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie die voortvloeien uit inbreukprocedures, of het beperken van de doeltreffendheid van het onderzoek, de vervolging of de bestraffing van inbreuken op het recht. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) het op onevenredige wijze beperken van de persvrijheid, de vrijheid van vereniging en de academische vrijheid; |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c ter) het nalaten te waarborgen dat de overheid, net als particuliere actoren, wettelijk aansprakelijk wordt gesteld; |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c quater) het nalaten te waarborgen dat wetten openbaar worden gemaakt en rechtvaardig zijn, en dat de grondrechten worden beschermd, met inbegrip van de veiligheid van personen en eigendommen en bepaalde essentiële mensenrechten; |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c quinquies) het nalaten te waarborgen dat de processen volgens welke de wetten worden uitgevaardigd, toegepast en gehandhaafd toegankelijk, eerlijk en efficiënt zijn; |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c sexies) het nalaten te waarborgen dat er tijdig recht wordt gedaan door competente, ethische en onafhankelijke vertegenwoordigers en neutrale partijen die toegankelijk zijn, over voldoende middelen beschikken en de samenstelling weerspiegelen van de gemeenschappen die zij dienen; |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c septies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c septies) het nalaten te waarborgen dat overheidsbevoegdheden worden onderworpen aan niet-gouvernementele controles en dat overheidsambtenaren worden bestraft voor wangedrag. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Inhoud van de maatregelen |
Maatregelen |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een of meer van de volgende passende maatregelen kunnen worden vastgesteld |
1. In geval van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat kunnen de volgende passende maatregelen worden vastgesteld: |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) als de Commissie de begroting van de Unie in gedeeld beheer uitvoert op grond van [punt b) van artikel 62] van het Financieel Reglement: |
(b) als de Commissie de begroting van de Unie in gedeeld beheer uitvoert op grond van [punt b) van artikel 62] van het Financieel Reglement, in geval van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat, behalve wanneer punt b bis van toepassing is: |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b – punt 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) een beperking van voorfinanciering; |
Schrappen |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) een onderbreking van betalingstermijnen; |
Schrappen |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b – punt 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) een schorsing van betalingen. |
Schrappen |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) wat de ESI-fondsen betreft, als de Commissie de begroting van de Unie in gedeeld beheer uitvoert op grond van [punt b) van artikel 62] van het Financieel Reglement, moeten de in de verordening gemeenschappelijke bepalingen vastgestelde maatregelen van toepassing zijn in het geval van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Tenzij het besluit tot vaststelling van de maatregelen anders bepaalt, doet het opleggen van passende maatregelen niet af aan de verplichting van de overheidsdiensten bedoeld in lid 1, onder a) of van de lidstaten bedoeld in lid 1, onder b) om uitvoering te geven aan het programma of het fonds waarop de maatregel betrekking heeft, en met name niet aan de verplichting om betalingen te doen aan eindontvangers of -begunstigden. |
2. Het opleggen van passende maatregelen doet niet af aan de verplichting van de overheidsdiensten bedoeld in lid 1, onder a) of van de lidstaten bedoeld in lid 1, onder b) om uitvoering te geven aan het programma of het fonds waarop de maatregel betrekking heeft, en met name niet aan de verplichting om betalingen te doen aan eindontvangers of -begunstigden. Elk besluit om passende maatregelen op te leggen moet solide garanties bieden, die op effectbeoordelingen zijn gebaseerd, om ervoor te zorgen dat de eindbegunstigden van EU-middelen niet worden benadeeld. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De omvang en het niveau van de schorsing van vastleggingen die wordt opgelegd, is evenredig, respecteert de gelijke behandeling van de lidstaten en houdt rekening met de sociaaleconomische omstandigheden van de betrokken lidstaat en het effect van de schorsing op de economie van de betrokken lidstaat. Het effect van schorsingen op programma's die van essentieel belang zijn voor de aanpak van omstandigheden die verband houden met de rechtsstaat, is een specifieke factor waarmee rekening moet worden gehouden. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Als de Commissie van oordeel is dat zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. |
1. Als de Commissie van oordeel is dat zij duidelijke en redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. De Commissie stelt het Parlement en de Raad onverwijld op de hoogte van de kennisgeving en van de inhoud ervan. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie biedt de nodige garanties om ervoor te zorgen dat bij de beoordeling van de rechtsstatelijke situatie dezelfde criteria worden toegepast voor alle lidstaten, met inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie, door voor alle lidstaten in vergelijkbare gevallen vergelijkbare en niet-discriminerende maatregelen te treffen. |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie kan alle relevante informatie in aanmerking nemen, waaronder besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en verslagen van de Rekenkamer, alsook conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties. |
2. Bij de beoordeling of aan alle voorwaarden van artikel 3 is voldaan, kan de Commissie alle relevante informatie in aanmerking nemen, waaronder besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, resoluties van het Europees Parlement, aanbevelingen van onafhankelijke panels van deskundigen zoals genoemd in de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2016, verslagen van de Rekenkamer, alsook conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak alsmede adviezen van deskundigen van de desbetreffende agentschappen van de Europese Unie. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, dient zij bij de Raad een voorstel in voor een uitvoeringshandeling inzake passende maatregelen. |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, dient zij bij het Europees Parlement voor advies en bij de Raad voor besluit een voorstel in voor een uitvoeringshandeling inzake passende maatregelen. |
|
Nadat het advies van het Europees Parlement in aanmerking is genomen, wordt dit besluit geacht te zijn vastgesteld door de Raad, tenzij deze binnen een maand na de goedkeuring ervan door de Commissie, bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit om het voorstel te verwerpen. |
|
De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst vaststellen als besluit van de Raad. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Dit besluit wordt geacht te zijn vastgesteld door de Raad, tenzij deze binnen een maand na de goedkeuring ervan door de Commissie, bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit om het voorstel te verwerpen. |
7. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, dient zij bij het Europees Parlement en bij de Raad voor advies een voorstel in voor een besluit inzake passende maatregelen. Rekening houdend met de adviezen van het Europees Parlement en de Raad neemt de Commissie een besluit over de passende maatregelen of een besluit om de naleving van de voorwaarden op het gebied van de rechtsstaat niet af te dwingen. |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Alvorens een besluit over de passende maatregelen te nemen, beoordeelt de Commissie het potentiële effect van die maatregelen op de eindontvangers of -begunstigden van de betalingen in het kader van de betrokken programma's of fondsen. De Commissie houdt bij de beoordeling van de evenredigheid van de maatregelen naar behoren rekening met de in lid 2 bedoelde informatie en richtsnoeren. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst vaststellen als besluit van de Raad. |
8. De Raad kan met eenparigheid van stemmen zonder deelname van de betrokken lidstaat de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst vaststellen als besluit van de Raad. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. Wanneer er een besluit is vastgesteld dient de Commissie gelijktijdig bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de vastgestelde maatregelen naar een begrotingsreserve over te schrijven. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 ter. In afwijking van artikel 31, leden 4 en 6, van het Financieel Reglement beraadslagen het Europees Parlement en de Raad over het voorstel tot overschrijving binnen vier weken na ontvangst ervan door beide instellingen. Het voorstel tot overschrijving wordt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij het Europees Parlement binnen de termijn van vier weken met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen of de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen het voorstel wijzigt of verwerpt. Indien het Europees Parlement of de Raad het voorstel tot overschrijving wijzigt, is artikel 31, lid 8, van het Financieel Reglement van toepassing. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 quater. Het besluit treedt in werking indien noch het Europees Parlement noch de Raad het voorstel tot overschrijving binnen de in lid 8 ter bedoelde termijn verwerpt. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 quinquies. Gedurende de gehele looptijd van de maatregelen houdt de Commissie actief toezicht op de naleving van de wettelijke rechten van de eindontvangers of -begunstigden. De Commissie vergemakkelijkt ook de indiening van klachten door eindontvangers of -begunstigden indien zij van mening zijn dat hun wettelijke rechten niet worden geëerbiedigd. Wanneer de Commissie vaststelt dat de lidstaat of de betrokken overheidsinstantie haar wettelijke verplichting om de betalingen te verrichten niet nakomt en de legitieme belangen van de eindontvangers of -begunstigden niet worden geëerbiedigd, neemt zij alle passende maatregelen om deze eindontvangers of -begunstigden bij te staan bij de uitvoering van hun aanvragen. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als maatregelen betreffende de schorsing van de goedkeuring van een of meer programma's of wijzigingen daarvan als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt i) of de schorsing van vastleggingen als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), punt ii) worden opgeheven, worden de bedragen die overeenkomen met de geschorste vastleggingen, opgevoerd op de begroting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX van de Raad (MFF-verordening). Kredieten die zijn geschorst voor jaar n, kunnen na jaar n + 2 niet opnieuw op de begroting worden opgevoerd. |
3. Als maatregelen betreffende de schorsing van de goedkeuring van een of meer programma's of wijzigingen daarvan als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b), punt 1) of de schorsing van vastleggingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b), punt 2) worden opgeheven, worden de bedragen die overeenkomen met de geschorste vastleggingen, opgevoerd op de begroting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX van de Raad (MFF-verordening). |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie houdt het Europees Parlement op de hoogte van de maatregelen die krachtens de artikelen 4 en 5 zijn voorgesteld of vastgesteld. |
De Commissie houdt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de maatregelen die krachtens de artikelen 4 en 5 zijn voorgesteld of vastgesteld. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD) |
||||
Bevoegde commissies Datum bekendmaking |
BUDG 11.6.2018 |
CONT 11.6.2018 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
REGI 11.6.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Iskra Mihaylova 22.11.2018 |
||||
Vervangen rapporteur voor advies |
Matthijs van Miltenburg |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
5.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
9.10.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
22.11.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
17 6 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Victor Boştinaru, John Flack, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Constanze Krehl, Iskra Mihaylova, Andrey Novakov, Mirosław Piotrowski, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Monika Smolková, Maria Spyraki, Ruža Tomašić, Monika Vana, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Kerstin Westphal, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Martina Anderson, Petras Auštrevičius, John Howarth, Ivana Maletić, Dimitrios Papadimoulis, Bronis Ropė, Milan Zver |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
17 |
+ |
|
PPE |
Pascal Arimont, Franc Bogovič, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Ivana Maletić, Lambert van Nistelrooij, Andrey Novakov, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Maria Spyraki, Joachim Zeller, Milan Zver |
|
S&D |
Victor Boştinaru, John Howarth, Constanze Krehl, Monika Smolková, Kerstin Westphal |
|
6 |
- |
|
ALDE |
Petras Auštrevičius, Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg |
|
ECR |
John Flack, Mirosław Piotrowski, Ruža Tomašić |
|
4 |
0 |
|
GUE/NGL |
Martina Anderson, Dimitrios Papadimoulis |
|
VERTS/ALE |
Bronis Ropė, Monika Vana |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES van de Commissie constitutionele zaken (22.11.2018)
aan de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten
(COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD))
Rapporteur voor advies: Helmut Scholz
BEKNOPTE MOTIVERING
De rapporteur steunt het streven van de Commissie om de begroting van de Unie te beschermen tegen algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in een lidstaat die het goede financiële beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie aantasten of dreigen aan te tasten. Hij is het met de Commissie eens dat er een duidelijk verband bestaat tussen de eerbiediging van de rechtsstaat en een doeltreffende uitvoering van de begroting van de Unie overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer. Hij is het er eveneens mee eens dat onafhankelijk en onpartijdig optreden door de rechterlijke macht essentieel is om de eerbiediging van de rechtsstaat te waarborgen. Hij is evenwel van oordeel dat met het voorgestelde mechanisme te veel discretionaire bevoegdheden worden toegekend aan de Commissie. Meer bepaald zijn de criteria voor het starten van de procedure en voor de kwalitatieve beoordeling niet duidelijk gedefinieerd. Hetzelfde geldt voor de criteria voor de keuze van maatregelen en de omvang van die maatregelen. De Commissie krijgt de bevoegdheid om vrijelijk te besluiten of zij een maatregel toepast, welke maatregel zij toepast en of die maatregel in een later stadium kan worden opgeheven. Daarnaast wordt de bevoegdheid van de Commissie nog verruimd doordat een voorstel van de Commissie tot vaststelling van een maatregel geacht wordt door de Raad te zijn vastgesteld, tenzij de Raad binnen een maand bij gekwalificeerde meerderheid besluit om het voorstel te verwerpen (omgekeerde gekwalificeerde meerderheid). Bovendien lijkt het voorgestelde mechanisme een passende rechtsgrondslag te ontberen (artikel 322 VWEU, waarop het voorstel gebaseerd is, is geen passende rechtsgrondslag). Daarnaast lijkt het voorstel onevenredig, met name in vergelijking tot artikel 7 VEU, dat betrekking heeft op gelijksoortige tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat, maar waaraan pas toepassing kan worden gegeven als daartoe besloten wordt, afhankelijk van de omstandigheden, door de Raad met vier vijfden van zijn leden en de Europese Raad met eenparigheid van stemmen. Uw rapporteur stelt daarom een ander mechanisme voor. Uw rapporteur betreurt voorts dat er in het kader van de voorbereiding van de voorgestelde verordening geen specifieke raadpleging van belanghebbenden heeft plaatsgevonden, noch een effectbeoordeling. Meer bepaald staat in het voorstel dat als de Commissie de begroting van de Unie in direct of indirect beheer uitvoert op grond van de punten a) en c) van het Financieel Reglement, maatregelen alleen kunnen worden vastgesteld als de ontvanger een overheidsdienst is. Als niet aan die voorwaarde is voldaan, kunnen ter zake van de betreffende financiering van de Unie geen van de in de voorgestelde verordening genoemde maatregelen worden genomen. Zonder een effectbeoordeling die duidelijk maakt hoeveel van de begroting van de Unie buiten de bescherming van het voorgestelde mechanisme valt, is het moeilijk om de potentiële voordelen te bepalen. Uw rapporteur vraagt zich ook af waarom het voorstel geen verplichting voor de Commissie in het leven roept om de mogelijkheid tot opheffing van maatregelen op eigen initiatief te beoordelen en om een verslag uit te brengen over de toepassing van de voorgestelde verordening. Gelet op het bovenstaande stelt uw rapporteur voor om het voorstel te wijzigen zoals hieronder aangegeven.
AMENDEMENTEN
De Commissie constitutionele zaken verzoekt de bevoegde Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) De rechtsstaat is één van de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest. Zoals in herinnering wordt geroepen door artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, hebben de lidstaten deze waarden gemeen. |
(1) De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Overeenkomstig de artikelen 2 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) zijn de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie verplicht deze waarden, die zij gemeen hebben in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen, te eerbiedigen, beschermen en bevorderen. Op grond van artikel 2 VEU is er geen sprake van een hiërarchie tussen deze waarden. |
Motivering | |
Met deze wijziging wordt beoogd de tekst van de overweging in overeenstemming te brengen met de tekst van artikel 2 VEU. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) De lidstaten moeten op passende en loyale wijze met elkaar samenwerken om aan de in het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde aan het EU-lidmaatschap verbonden verplichtingen te voldoen. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en de grondrechten en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10 en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk gerecht11 in acht moeten worden genomen12. |
(2) Het beginsel van rechtsstatelijkheid waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en de grondrechten en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. Dit vereist met name dat het legaliteitsbeginsel7, het rechtszekerheidsbeginsel8, het verbod op willekeurige ingrepen van het openbaar gezag9, het beginsel van de scheiding der machten10 en het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijk gerecht11 in acht moeten worden genomen12. |
_____________________________ |
_____________________________ |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
7 Arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen CAS Succhi di Frutta SpA, C-496/99 PECLI:EU:C:2004:236, punt 63. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
8 Arrest van het Hof van Justitie van 12 november 1981, Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën tegen Srl Meridionale Industria Salumi en anderen; Ditta Italo Orlandi & Figlio en Ditta Vincenzo Divella tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën. Gevoegde zaken 212 tot 217/80, ECLI:EU:C:1981:270, punt 10. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
9 Arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1989, Hoechst AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, gevoegde zaken 46/87 en 227/88, ECLI:EU:C:1989:337, punt 19. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
10 Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, Kovalkovas, C-477/16, ECLI:EU:C:2016:861, punt 36. Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2016, PPU Poltorak, C-452/16, ECLI:EU:C:2016:858, punt 35, en arrest van het Hof van Justitie van 22 december 2010, DEB, C-279/09, ECLI:EU:C:2010:811, punt 58. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Supremo Tribunal Administrativo tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41. |
11 Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Supremo Tribunal Administrativo tegen Tribunal de Contas, C-64/16 ECLI:EU:C:2018:117, punten 31, 40-41; arrest van het Hof van Justitie van 25 juli 2018, LM, C-216/18, PPU, ECLI:EU:C:2018:586, punten 63-67. |
12 Mededeling van de Commissie "Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat", COM(2014) 158 final, bijlage I. |
12 Mededeling van de Commissie "Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat", COM(2014) 158 final, bijlage I. |
Motivering | |
Met deze wijziging wordt beoogd de overweging aan te passen aan de meest recente jurisprudentie van het Hof van Justitie. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht veronderstelt met name dat de instantie haar rechtsprekende taken volledig autonoom uitoefent, zonder enig hiërarchisch verband en zonder aan wie dan ook ondergeschikt te zijn of van waar dan ook bevelen of instructies te ontvangen, en aldus beschermd is tegen tussenkomst of druk van buitenaf die de onafhankelijkheid van de oordeelsvorming van haar leden in aan hen voorgelegde geschillen in gevaar zouden kunnen brengen Voor deze waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn regels nodig, met name met betrekking tot de samenstelling van de instantie en de benoeming, de ambtstermijn en de gronden voor wraking en afzetting van haar leden, teneinde bij de justitiabelen elke legitieme twijfel weg te nemen omtrent het feit dat externe factoren op deze instantie geen invloed hebben en omtrent haar neutraliteit ten opzichte van met elkaar strijdende belangen. |
(7) De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht veronderstelt met name dat de instantie haar rechtsprekende taken volledig autonoom uitoefent, zonder enig hiërarchisch verband en zonder aan wie dan ook ondergeschikt te zijn of van waar dan ook bevelen of instructies te ontvangen, en aldus beschermd is tegen tussenkomst of druk van buitenaf die de onafhankelijkheid van de oordeelsvorming van haar leden in aan hen voorgelegde geschillen in gevaar zouden kunnen brengen De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht veronderstelt tevens dat gelijke afstand wordt gehouden ten opzichte van de partijen bij het geding en hun respectieve belangen met betrekking tot het voorwerp van het geding. Voor dit aspect is het nodig dat objectiviteit in acht wordt genomen en dat elk belang bij de oplossing van het geschil, buiten de strikte toepassing van de rechtsregel, ontbreekt. Voor deze waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn regels nodig, met name met betrekking tot de samenstelling van de instantie en de benoeming, de ambtstermijn en de gronden voor verschoning, wraking en afzetting van haar leden, teneinde bij de justitiabelen elke legitieme twijfel weg te nemen omtrent het feit dat externe factoren op deze instantie geen invloed hebben en omtrent haar neutraliteit ten opzichte van met elkaar strijdende belangen. |
(Zie het amendement inzake overweging 7 bis (nieuw) van het voorstel) | |
Motivering | |
Met deze wijziging wordt beoogd de overweging aan te passen aan de meest recente jurisprudentie van het Hof van Justitie (zie met name zaak C-216/18, punten 63 t/m 67). | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) Het vereiste van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht gebiedt ook dat de tuchtregels voor de personen met een rechterlijke opdracht de noodzakelijke waarborgen bieden om elk gevaar uit te sluiten dat dergelijke regels worden gebruikt als systeem om politiek toezicht op de inhoud van de rechterlijke beslissingen te houden. Regels waarbij zowel de gedragingen die tuchtrechtelijke overtredingen opleveren als de concreet daarop toepasselijke sancties worden omschreven, waarbij wordt voorzien in de tussenkomst van een onafhankelijke instantie volgens een procedure waarmee de in de artikelen 47 en 48 van het Handvest neergelegde rechten, waaronder de rechten van de verdediging, volledig worden gewaarborgd en waarbij wordt voorzien in de mogelijkheid om in rechte op te komen tegen de beslissingen van de tuchtinstanties, vormen in dat verband een geheel van essentiële waarborgen voor het behoud van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. |
(Zie het amendement op overweging 7 van het voorstel) | |
Motivering | |
Met deze wijziging wordt beoogd de overweging aan te passen aan de meest recente jurisprudentie van het Hof van Justitie (zie met name zaak C-216/18, punten 63 t/m 67). | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 bis) De Commissie dient de toestand van de rechtsstaat in de lidstaten voortdurend te kunnen controleren en er kan een EU-mechanisme inzake democratie, de rechtsstaat en de fundamentele rechten in het leven worden geroepen, zoals gevraagd door het Europees Parlement in zijn resolutie van 25 oktober 20161bis. |
|
_________ |
|
1 bis Resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2016 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de instelling van een EU-mechanisme voor democratie, de rechtsstaat en grondrechten (2015/2254(INL)), PB C 215 van 19.6.2018, blz. 162-177. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling zou kunnen worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer en de conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
(12) De identificatie van een algemene tekortkoming noopt tot een onpartijdige, transparante en kwalitatieve beoordeling door de Commissie. Deze beoordeling moet worden gebaseerd op informatie die afkomstig is uit alle beschikbare bronnen en van alle erkende instellingen, waaronder de voorwaarden en het tijdstip van vaststelling door de lidstaat, de tenuitvoerlegging en handhaving van de betreffende hoofdstukken van het acquis, de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Rekenkamer, resoluties van het Europees Parlement en conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties en netwerken, zoals de organen van de Raad van Europa en de Europese netwerken van Hoge Raden en raden voor de rechtspraak. |
(Zie het amendement op artikel 5, lid 2, van het voorstel) | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Het is belangrijk dat de legitieme belangen van de eindontvangers of begunstigden van het programma of fonds die worden geraakt door maatregelen die worden genomen in geval van algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat volledig gewaarborgd worden, en dat eindontvangers en begunstigden geen nadelige gevolgen ondervinden in verband met inbreuken op de regels waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn. Als de Commissie dergelijke maatregelen voorstelt moet zij rekening houden met de gevolgen die deze maatregelen kunnen hebben voor eindontvangers en begunstigden. Zij moet er tevens actief op toezien dat de lidstaten voldoen aan hun wettelijke verplichting om, ook nadat de Commissie maatregelen overeenkomstig deze verordening heeft vastgesteld, betalingen te blijven verrichten. Indien een lidstaat niet aan deze verplichting voldoet, moet de Commissie de eindontvangers of begunstigden informeren over hun rechten. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 ter) Voordat de Commissie concrete maatregelen voorstelt, moet zij de mogelijke gevolgen van deze maatregelen voor de nationale begroting van de betrokken lidstaat beoordelen en daarbij rekening houden met het evenredigheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen uitvoeringsbevoegdheden te worden overgedragen aan de Raad, die dient te handelen op basis van een voorstel van de Commissie. Om het gemakkelijker te maken de besluiten te nemen die noodzakelijk zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, dient te worden gestemd bij omgekeerde gekwalificeerde meerderheid. |
(15) Om een eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen, en gezien het belang van de financiële gevolgen van krachtens deze verordening opgelegde maatregelen, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Gezien de gevolgen ervan voor de begroting van de Unie mogen maatregelen die op grond van deze verordening worden opgelegd, pas in werking treden nadat het Europees Parlement en de Raad een overschrijving naar een begrotingsreserve hebben goedgekeurd voor een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de genomen maatregelen. Om een snelle besluitvorming over maatregelen ter bescherming van de financiële belangen van de Unie te waarborgen, moeten dergelijke overschrijvingen worden geacht te zijn goedgekeurd, tenzij het Europees Parlement of de Raad, die handelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, de betreffende overschrijving binnen een vastgestelde termijn wijzigt of verwerpt. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie en de Raad dienen deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
(16) Alvorens voor te stellen een maatregel op grond van deze verordening vast te stellen, dient de Commissie de betrokken lidstaat mee te delen waarom zij van oordeel is dat er in die lidstaat wellicht sprake is van een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad onverwijld in kennis te stellen van een dergelijke kennisgeving en van de inhoud ervan. De betrokken lidstaat dient in staat te worden gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie dient deze opmerkingen in aanmerking te nemen. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) De Raad dient maatregelen met schorsende werking op voorstel van de Commissie op te heffen, als de situatie naar aanleiding waarvan deze maatregelen zijn opgelegd, voldoende is verholpen. |
(17) De Commissie dient maatregelen met schorsende werking op te heffen en het Europees Parlement en de Raad een voorstel voor te leggen om de begrotingsreserve van de betreffende maatregelen geheel of gedeeltelijk op te heffen, als de situatie naar aanleiding waarvan deze maatregelen zijn opgelegd voldoende is verholpen. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De Commissie dient het Europees Parlement op de hoogte te houden van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn voorgesteld en vastgesteld. |
Schrappen |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 2– alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) "de rechtsstaat": de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte waarde van de Unie, waaronder worden begrepen de beginselen van legaliteit (dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat), rechtszekerheid, verbod van willekeur van de uitvoerende macht, doeltreffende rechterlijke bescherming door onafhankelijke rechters (ook van de grondrechten), scheiding der machten en gelijkheid voor de wet; |
a) "de rechtsstaat": omvat de waarden van de Unie, zoals neergelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in de criteria voor lidmaatschap van de Unie, zoals neergelegd in artikel 49 van het Verdrag; hieronder worden begrepen het legaliteitsbeginsel, dat een transparant, controleerbaar, democratisch en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving omvat, het beginsel van rechtszekerheid, het verbod van willekeur van de uitvoerende macht, een doeltreffende rechterlijke bescherming door onafhankelijke en onpartijdige rechters (ook van de grondrechten), scheiding der machten en gelijkheid voor de wet; |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 2 bis |
|
Toezicht |
|
De Commissie heeft tot taak de correcte toepassing van het recht van de Unie en de eerbiediging van de rechtsstaat voortdurend te monitoren en te beoordelen. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Maatregelen |
Voorwaarden ter bescherming van de begroting van de Unie |
(Zie de amendementen op de artikelen 3, 4 en 5 van het voorstel) | |
Motivering | |
De titel van dit artikel moet aansluiten bij de werkelijke inhoud van het artikel. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de doeltreffende en tijdige samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en met het Europees Openbaar Ministerie bij hun onderzoeken of vervolgingen krachtens hun respectieve rechtshandelingen en overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking. |
f) de doeltreffende en tijdige samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en, mits de betrokken lidstaat eraan deelneemt, met het Europees Openbaar Ministerie bij hun onderzoeken of vervolgingen krachtens hun respectieve rechtshandelingen en overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking. |
Motivering | |
Niet alle lidstaten nemen deel aan de samenwerking inzake de instelling van het Europees Openbaar Ministerie. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het in gevaar brengen van het vermogen van een lidstaat om de verplichtingen van het lidmaatschap van de Unie na te komen, met inbegrip van het vermogen om de regels, normen en beleidsmaatregelen waaruit het acquis van de Unie bestaat, op doeltreffende wijze ten uitvoer te leggen. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Inhoud van de maatregelen |
Maatregelen ter bescherming van de begroting van de Unie |
(Zie de amendementen op de artikelen 3, 4 en 5 van het voorstel) | |
Motivering | |
De titel van dit artikel moet aansluiten bij de werkelijke inhoud van het artikel. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een of meer van de volgende passende maatregelen kunnen worden vastgesteld |
1. Indien de voorwaarden van artikel 3 zijn vervuld, kunnen een of meer van de volgende maatregelen worden vastgesteld |
(Zie de amendementen op de artikelen 3 en 5 van het voorstel) | |
Motivering | |
Nauwkeuriger formulering. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a – punt 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) in voorkomend geval, schorsing van de uitvoering in indirect beheer en daarvoor in de plaats tredend uitvoering in direct beheer; |
Motivering | |
Met dit amendement wordt een aanvullende maatregel ter bescherming van de begroting van de Unie voorgesteld. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Tenzij het besluit tot vaststelling van de maatregelen anders bepaalt, doet het opleggen van passende maatregelen niet af aan de verplichting van de overheidsdiensten bedoeld in lid 1, onder a) of van de lidstaten bedoeld in lid 1, onder b) om uitvoering te geven aan het programma of het fonds waarop de maatregel betrekking heeft, en met name niet aan de verplichting om betalingen te doen aan eindontvangers of -begunstigden. |
2. Het opleggen van de in lid 1 bedoelde maatregelen doet niet af aan de verplichting van de overheidsdiensten bedoeld in lid 1, onder a) of van de lidstaten bedoeld in lid 1, onder b) om uitvoering te geven aan het programma of het fonds waarop de maatregel betrekking heeft, en met name niet aan de verplichting om betalingen te doen aan eindontvangers of -begunstigden. De Commissie controleert actief of de wettelijke rechten van de eindontvangers of -begunstigden worden geëerbiedigd. Wanneer de Commissie vaststelt dat de lidstaat zijn wettelijke verplichting om de betalingen te waarborgen en de legitieme belangen van de eindontvangers of -begunstigden te eerbiedigen niet nakomt, neemt zij alle passende maatregelen om deze eindontvangers of -begunstigden bij te staan bij het afdwingen van hun vorderingen. Artikel 68, lid 1, onder b), van Verordening (EU, Euratom) nr. XXXX (verordening gemeenschappelijke bepalingen) is niet van toepassing. |
(Zie de amendementen op de artikelen 3 en 5 van het voorstel) | |
Motivering | |
In zijn resolutie van 14 maart 2018 over het volgende MFK stelt het Parlement dat de eindbegunstigden van de EU-begroting op geen enkele wijze kunnen worden aangesproken op overtredingen van de regels waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn (zie paragraaf 119). Artikel 68, lid 1, onder b), van de voorgestelde verordening gemeenschappelijke bepalingen (COM(2018)375), waarin wordt bepaald dat de beheersautoriteit moet waarborgen dat, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van de financiering, de begunstigde het verschuldigde bedrag ontvangt, moet daarom in casu niet van toepassing zijn. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De maatregelen die worden genomen zijn evenredig aan de aard, de ernst en de reikwijdte van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. Voor zover mogelijk zijn zij gericht op de acties van de Unie waarvoor deze tekortkoming gevolgen heeft of kan hebben. |
3. De maatregelen die worden genomen zijn evenredig aan de aard, de ernst, de duur en de reikwijdte van de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat. Voor zover mogelijk zijn zij gericht op de acties van de Unie waarvoor deze tekortkoming gevolgen heeft of kan hebben. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Als de Commissie van oordeel is dat zij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. |
1. Als de Commissie redelijke gronden heeft om aan te nemen dat aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan, zendt zij aan de betrokken lidstaat een schriftelijke kennisgeving, waarin zij de gronden uitzet waarop zij haar bevinding heeft gebaseerd. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad onverwijld in kennis van een dergelijke kennisgeving en van de inhoud ervan. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie kan alle relevante informatie in aanmerking nemen, waaronder besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en verslagen van de Rekenkamer, alsook conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties. |
2. Alvorens zij overgaat tot het zenden van een schriftelijke kennisgeving als bedoeld in lid 1, neemt de Commissie alle relevante informatie in aanmerking, waaronder de voorwaarden en het tijdstip van vaststelling door de lidstaat, de tenuitvoerlegging en handhaving van de betreffende hoofdstukken van het acquis, besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Unie, indien beschikbaar, verslagen van de Rekenkamer en resoluties van het Europees Parlement. Voorts houdt zij rekening met conclusies en aanbevelingen van relevante internationale organisaties, met name: |
|
i) de lijst met criteria voor de rechtsstaat van de Commissie van Venetië, |
|
ii) aanbeveling CM/Rec(2010)12 van de Raad van Europa 'Judges: independence, efficiency and responsibilities', |
|
iii) het verslag van de Commissie van Venetië 'Report on the Independence of the Judicial System Part I: the Independence of Judges' (CDL-AD(2010)004), |
|
iv) het verslag van de Commissie van Venetië 'Report on the Independence of the Judicial System Part II: the Prosecution Service' (CDL-AD(2010)040), en |
|
v) de relevante evaluatie- en nalevingsverslagen van de Groep van Staten tegen corruptie (GRECO); |
Motivering | |
Een duidelijker vermelding van mogelijke bronnen draagt bij aan de transparantie, traceerbaarheid en controleerbaarheid van de voorgestelde mechanismen en tevens aan de rechtszekerheid, en voorkomt willekeur bij de uitoefening door de Commissie van haar taken. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De betrokken lidstaat verstrekt alle benodigde informatie en kan opmerkingen indienen binnen een door de Commissie gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan één maand vanaf de datum van kennisgeving van de bevinding. In zijn opmerkingen mag de lidstaat voorstellen om corrigerende maatregelen vast te stellen. |
4. De betrokken lidstaat verstrekt alle benodigde informatie en kan opmerkingen indienen binnen een door de Commissie gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan één maand en niet langer dan drie maanden vanaf de datum van kennisgeving van de bevinding. In zijn opmerkingen mag de lidstaat voorstellen om corrigerende maatregelen vast te stellen. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Wanneer de Commissie besluit om al dan niet een voorstel voor een besluit inzake passende maatregelen te nemen, houdt zij rekening met de ontvangen informatie en de eventuele opmerkingen die de betrokken lidstaat heeft ingediend, alsook met de adequaatheid van de eventueel voorgestelde corrigerende maatregelen. |
5. Wanneer de Commissie besluit om al dan niet een besluit inzake passende maatregelen vast te stellen, houdt zij rekening met de ontvangen informatie en de eventuele opmerkingen die de betrokken lidstaat heeft ingediend, alsook met de adequaatheid van de eventueel voorgestelde corrigerende maatregelen. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, dient zij bij de Raad een voorstel in voor een uitvoeringshandeling inzake passende maatregelen. |
6. Als de Commissie van oordeel is dat de algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat vaststaat, stelt zij door middel van een uitvoeringshandeling een besluit inzake de in artikel 4 bedoelde maatregelen vast. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Wanneer zij haar besluit vaststelt, dient de Commissie gelijktijdig bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de vastgestelde maatregelen naar een begrotingsreserve over te schrijven. In afwijking van artikel 31, leden 4 en 6, van het Financieel Reglement beraadslagen het Europees Parlement en de Raad over het voorstel tot overschrijving binnen vier weken na ontvangst ervan door beide instellingen. Het voorstel tot overschrijving wordt geacht te zijn goedgekeurd tenzij het Parlement bij meerderheid van stemmen of de Raad bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen het voorstel wijzigt of verwerpt. Het besluit wordt van kracht indien noch het Europees Parlement, noch de Raad het voorstel tot overschrijving binnen genoemde termijn verwerpt. Indien het Europees Parlement of de Raad het voorstel tot overschrijving wijzigt, is artikel 31, lid 8, van het Financieel Reglement van toepassing. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 6 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 ter. In het voorstel dat krachtens artikel 6 wordt ingediend, waarborgt de Commissie dat de legitieme belangen van de eindontvangers of begunstigden van het programma of fonds die door de maatregel worden geraakt volledig gewaarborgd worden. De Commissie beoordeelt ook de mogelijke gevolgen van een verlaging van de Uniefinanciering voor de nationale begroting van de betrokken lidstaat en houdt daarbij rekening met het evenredigheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel. |
(Zie de amendementen op de artikelen 3 en 4 van het voorstel) | |
Motivering | |
In zijn resolutie van 14 maart 2018 over het volgende MFK stelde het Parlement dat de eindbegunstigden van de EU-begroting op geen enkele wijze kunnen worden aangesproken op overtredingen van de regels waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, dat de begroting van de Unie niet het juiste instrument is om op te treden tegen de niet-naleving van artikel 2 VEU en dat eventuele financiële gevolgen los van de begrotingsuitvoering door de lidstaat moeten worden gedragen (zie paragraaf 119). | |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Dit besluit wordt geacht te zijn vastgesteld door de Raad, tenzij deze binnen een maand na de goedkeuring ervan door de Commissie, bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit om het voorstel te verwerpen. |
Schrappen |
(Zie het amendement op overweging 15 van het voorstel) | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst vaststellen als besluit van de Raad. |
Schrappen |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De betrokken lidstaat kan op elk moment aan de Commissie bewijs voorleggen om aan te tonen dat de algemene tekortkoming ten aanzien van de rechtsstaat is verholpen of niet meer bestaat. |
1. De betrokken lidstaat kan op elk moment aan de Commissie bewijs voorleggen om aan te tonen dat de algemene tekortkoming ten aanzien van de rechtsstaat in voldoende mate is verholpen of niet meer bestaat. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie beoordeelt de situatie in de betrokken lidstaat. Wanneer de algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat op grond waarvan de passende maatregelen werden vastgesteld, niet of gedeeltelijk niet meer bestaan, dient de Commissie bij de Raad een voorstel in voor een besluit waarbij deze maatregelen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven. De procedure van artikel 5, leden 2, 4, 5, 6 en 7, is van toepassing. |
De Commissie beoordeelt de situatie in de betrokken lidstaat op verzoek van de betrokken lidstaat of op haar eigen initiatief. Wanneer de algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat op grond waarvan de maatregelen in kwestie werden vastgesteld, niet of gedeeltelijk niet meer bestaan, neemt de Commissie een besluit waarbij deze maatregelen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven. Tegelijkertijd dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om de begrotingsreserve voor de vastgestelde maatregelen geheel of gedeeltelijk op te heffen. De procedure van artikel 5, leden 2, 4, 5, 6, 6 bis en 6 ter, is van toepassing. |
Motivering | |
De Commissie moet niet alleen op verzoek van de betrokken lidstaat kunnen handelen, maar ook op eigen initiatief. Nauwkeuriger formulering. | |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 7 |
Schrappen |
Informatie aan het Europees Parlement |
|
De Commissie houdt het Europees Parlement op de hoogte van de maatregelen die krachtens de artikelen 4 en 5 zijn voorgesteld of vastgesteld. |
|
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 7 bis |
|
Verslaglegging |
|
Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van de Verordening, en met name over de doeltreffendheid van eventuele vastgestelde maatregelen. |
|
Het verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van passende voorstellen. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021. |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD) |
||||
Bevoegde commissies Datum bekendmaking |
BUDG 11.6.2018 |
CONT 11.6.2018 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFCO 11.6.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Helmut Scholz 20.6.2018 |
||||
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
5.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
1.10.2018 |
12.11.2018 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.11.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 2 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Mercedes Bresso, Elmar Brok, Richard Corbett, Pascal Durand, Danuta Maria Hübner, Ramón Jáuregui Atondo, Jo Leinen, Morten Messerschmidt, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Markus Pieper, Paulo Rangel, Helmut Scholz, György Schöpflin, Pedro Silva Pereira, Barbara Spinelli, Kazimierz Michał Ujazdowski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Enrique Guerrero Salom, Jérôme Lavrilleux, Georg Mayer, Jasenko Selimovic, Rainer Wieland |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Pavel Svoboda |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
19 |
+ |
|
ALDE |
Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jasenko Selimovic |
|
GUE/NGL |
Helmut Scholz, Barbara Spinelli |
|
PPE |
Elmar Brok, Danuta Maria Hübner, Jérôme Lavrilleux, Markus Pieper, Paulo Rangel, György Schöpflin, Pavel Svoboda, Rainer Wieland |
|
S&D |
Mercedes Bresso, Richard Corbett, Enrique Guerrero Salom, Ramón Jáuregui Atondo, Jo Leinen, Pedro Silva Pereira |
|
VERTS/ALE |
Pascal Durand |
|
2 |
- |
|
ECR |
Morten Messerschmidt |
|
ENF |
Georg Mayer |
|
1 |
0 |
|
NI |
Kazimierz Michał Ujazdowski |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0324 – C8-0178/2018 – 2018/0136(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
3.5.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissies Datum bekendmaking |
BUDG 11.6.2018 |
CONT 11.6.2018 |
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
REGI 11.6.2018 |
LIBE 11.6.2018 |
AFCO 11.6.2018 |
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
LIBE 5.7.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Eider Gardiazabal Rubial 30.8.2018 |
Petri Sarvamaa 30.8.2018 |
|
|
|
Artikel 55 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
5.7.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
27.11.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
13.12.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
43 9 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Inés Ayala Sender, Jonathan Bullock, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Manuel dos Santos, André Elissen, José Manuel Fernandes, Luke Ming Flanagan, Eider Gardiazabal Rubial, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, John Howarth, Arndt Kohn, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Georgi Pirinski, Răzvan Popa, Paul Rübig, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Marco Valli, Derek Vaughan, Marco Zanni |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, Caterina Chinnici, Sven Giegold, Karine Gloanec Maurin, Brian Hayes, Anneli Jäätteenmäki, Benedek Jávor, Georgios Kyrtsos, Giovanni La Via, Marian-Jean Marinescu, Péter Niedermüller, Nils Torvalds, Wim van de Camp, Marie-Pierre Vieu |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Asim Ademov, Gunnar Hökmark, Danuta Maria Hübner, Ramón Jáuregui Atondo, Susanne Melior, Luděk Niedermayer, Joachim Schuster, Bart Staes, Henna Virkkunen, Kerstin Westphal |
||||
Datum indiening |
18.12.2018 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
43 |
+ |
|
ALDE |
Nedzhmi Ali, Martina Dlabajová, Anneli Jäätteenmäki, Nils Torvalds |
|
ECR |
Bernd Kölmel |
|
GUE/NGL |
Dennis de Jong |
|
PPE |
Wim van de Camp, José Manuel Fernandes, Esteban González Pons, Ingeborg Gräßle, Brian Hayes, Gunnar Hökmark, Danuta Maria Hübner, Georgios Kyrtsos, Giovanni La Via, Luděk Niedermayer, Paul Rübig, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Henna Virkkunen |
|
S&D |
Inés Ayala Sender, José Blanco López, Caterina Chinnici, Eider Gardiazabal Rubial, Karine Gloanec Maurin, John Howarth, Ramón Jáuregui Atondo, Arndt Kohn, Vladimír Maňka, Susanne Melior, Péter Niedermüller, Georgi Pirinski, Răzvan Popa, Manuel dos Santos, Joachim Schuster, Isabelle Thomas, Derek Vaughan, Kerstin Westphal |
|
VERTS/ALE |
Sven Giegold, Benedek Jávor, Bart Staes, Indrek Tarand |
|
9 |
- |
|
ECR |
Ryszard Czarnecki, Zbigniew Kuźmiuk |
|
EFDD |
Jonathan Bullock, Marco Valli |
|
ENF |
André Elissen, Marco Zanni |
|
GUE/NGL |
Marie-Pierre Vieu |
|
PPE |
Tamás Deutsch, Marian-Jean Marinescu |
|
3 |
0 |
|
GUE/NGL |
Xabier Benito Ziluaga, Luke Ming Flanagan |
|
PPE |
Asim Ademov |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding