VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU
16.1.2019 - (COM(2018)0278 – C8-0193/2018 – 2018/0139(COD)) - ***I
Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Deirdre Clune
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU
(COM(2018)0278 – C8-0193/2018 – 2018/0139(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2018) 278 final),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0193/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van ...1,
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van …2,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0006/2019),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
————————————————
1 PB C ... (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
2 PB C ... (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Om het zeevervoer te vergemakkelijken moeten de lidstaten volgens Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad9 aanvaarden dat de meldingsverplichtingen voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens van de Unie, langs elektronische weg worden vervuld via één elektronisch platform. |
(1) Om het zeevervoer te vergemakkelijken en de effectiviteit ervan te verhogen moeten de lidstaten volgens Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad9 aanvaarden dat de meldingsverplichtingen voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens van de Unie, langs elektronische weg worden vervuld via één elektronisch platform. |
_________________ |
_________________ |
9 Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1). |
9 Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1). |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) Overwegende dat zowel het Europees Parlement als de Raad dikwijls heeft opgeroepen tot meer interoperabiliteit en alomvattende, gebruiksvriendelijke communicatie- en informatiestromen om burgers en bedrijven te helpen optimaal gebruik te maken van de interne markt en de instrumenten van de interne markt te versterken teneinde beter tegemoet te komen aan de behoeften van burgers en bedrijven wanneer zij grensoverschrijdende activiteiten uitvoeren. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Deze verordening heeft tot doel het doorsturen van informatie te vergemakkelijken. De toepassing van deze verordening mag de meldingsverplichtingen niet wezenlijk wijzigen en mag geen gevolgen hebben voor de opslag en de verwerking van informatie op het niveau van de Unie of de lidstaten. |
(3) De belangrijkste doelstelling van deze verordening is het vastleggen van geharmoniseerde regels voor de verstrekking van zowel door de maritieme als de douaneautoriteiten vereiste vrachtinformatie en voor de naleving van andere meldingsformaliteiten van Richtlijn 2010/65/EU. Deze verordening heeft tot doel het doorsturen van informatie tussen de aanbieders van scheepsgegevens, de betrokken instanties die verantwoordelijk zijn voor de aanloophaven, en andere lidstaten te vergemakkelijken, waarbij tegelijkertijd de algemene verordening gegevensbescherming wordt nageleefd. De toepassing van deze verordening mag de meldingsverplichtingen niet wezenlijk wijzigen en mag geen gevolgen hebben voor de opslag en de verwerking van informatie op het niveau van de Unie of de lidstaten. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) Deze verordening beoogt de verschillende gegevenselementen te harmoniseren door ervoor te zorgen dat dezelfde gegevensverzamelingen aan elke betrokken instantie op dezelfde manier kunnen worden gemeld, waarmee de efficiëntie van het zeevervoer verder wordt verbeterd, digitalisering wordt ondersteund en de handel wordt bevorderd. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De bestaande nationale elektronische platformen in de lidstaten moeten behouden blijven en de basis vormen van het Europees maritiem éénloketsysteem (EMSWe). De nationale elektronische platformen moeten voor zeevervoerondernemingen een uitgebreid toegangspunt voor meldingen vormen, en moeten de gegevens van de aangevers verzamelen en die gegevens versturen naar alle betrokken bevoegde instanties. |
(4) De bestaande nationale elektronische platformen in de lidstaten moeten behouden blijven en de basis vormen van het Europees maritiem éénloketsysteem (EMSWe). De nationale elektronische platformen moeten voor zeevervoerondernemingen een uitgebreid toegangspunt voor meldingen vormen, en moeten de gegevens van de aangevers verzamelen en die gegevens versturen naar alle betrokken bevoegde instanties. Voor elk nationaal elektronisch platform moet een bestuurlijk kader met een duidelijke rechtsgrond worden uitgewerkt zodat deze platformen beschikken over de bevoegdheden en verantwoordelijkheden om de gegevens te verzamelen, op te slaan en te versturen aan de betrokken instanties, en zodat alle conform deze verordening ontvangen relevante informatie via het SafeSeaNet-systeem beschikbaar kan worden gesteld aan hun nationale elektronische platformen, overeenkomstig artikel 22 bis van Richtlijn 2002/59/EG. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) Bestaande meldingskanalen en aanbieders van diensten kunnen behouden blijven als er in uitzonderlijke omstandigheden extra verzoeken om gegevens worden gedaan. Deze flexibiliteit moet niet alleen bestaan voor lidstaten maar ook voor de betrokken bevoegde instanties, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de risico's bij het en- en uitklaren van het schip en de eventueel aan boord aanwezige lading, passagiers en bemanning. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) De front-end-interfaces van die nationale elektronische platformen, aan de zijde van de aangever, moeten op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd om meldingen te vergemakkelijken en de administratieve last verder te beperken. Die harmonisering moet worden verwezenlijkt door in elk nationaal elektronisch platform gemeenschappelijke interfacesoftware toe te passen die is ontwikkeld op het niveau van de Unie en die voor informatie-uitwisseling tussen de systemen onderling zorgt. De lidstaten dienen zelf verantwoordelijk te zijn voor de integratie en het beheer van die interfacemodule en voor de regelmatige en tijdige bijwerking van de software telkens als de Commissie een nieuwe versie uitbrengt. De Commissie moet de module ontwikkelen en indien nodig updates leveren. |
(5) De front-end-interfaces van die nationale elektronische platformen, aan de zijde van de aangever, moeten op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd om meldingen te vergemakkelijken en de administratieve last verder te beperken. Die harmonisering moet worden verwezenlijkt door in elk nationaal elektronisch platform gemeenschappelijke interfacesoftware toe te passen die is ontwikkeld op het niveau van de Unie en die voor informatie-uitwisseling tussen de systemen onderling zorgt. De lidstaten dienen zelf verantwoordelijk te zijn voor de integratie en het beheer van die interface, die technologisch neutraal moet zijn om innovatie niet te belemmeren, en voor de regelmatige en tijdige bijwerking van de software telkens als de Commissie een nieuwe versie uitbrengt. De Commissie moet de interface ontwikkelen en indien nodig updates leveren, aangezien de ontwikkeling van digitale technologieën door de markt wordt bepaald, op dit moment heel snel gaat en elke technologische oplossing door nieuwe ontwikkelingen snel achterhaald kan zijn. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) Daarnaast moeten de bestaande door de lidstaten beschikbaar gestelde meldingskanalen en aanbieders van diensten, zoals havencommunicatiesystemen en andere system-to-systemmeldingskanalen, behouden blijven als mogelijke toegangspunten voor meldingen, omdat deze systemen goed functioneren en zeevervoerders de mogelijkheid bieden om op een voor hen passende wijze aan hun meldplicht te voldoen en omdat deze systemen voor bepaalde omgevingen wellicht beter geschikt zijn en veel belanghebbenden er aanzienlijk in hebben geïnvesteerd. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Nieuwe digitale technologieën bieden steeds meer mogelijkheden om de efficiëntie van de zeevervoersector te verhogen en de administratieve last te verminderen. Om de voordelen van die nieuwe technologieën zo snel mogelijk te kunnen benutten, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om door middel van uitvoeringshandelingen de technische specificaties, normen en procedures voor een geharmoniseerde meldingsomgeving te wijzigen. Ook bij de evaluatie van deze verordening moet rekening worden gehouden met nieuwe technologie. |
(6) Nieuwe digitale technologieën bieden steeds meer mogelijkheden om de efficiëntie van de zeevervoersector te verhogen en de administratieve last te verminderen. Om de voordelen van die nieuwe technologieën zo snel mogelijk te kunnen benutten, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om door middel van uitvoeringshandelingen de technische specificaties, normen en procedures voor een geharmoniseerde meldingsomgeving te wijzigen. Dit moet marktspelers de flexibiliteit bieden om nieuwe digitale technologieën te ontwikkelen, en ook bij de evaluatie van deze verordening moet rekening worden gehouden met nieuwe technologie. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Om het EMSWe te laten functioneren, moet een uitgebreide gegevensverzameling worden opgesteld met daarin alle elementen waarom nationale instanties of havenbedrijven kunnen verzoeken voor administratieve of operationele doeleinden, wanneer een schip een haven aandoet. Aangezien de omvang van de meldingsverplichtingen van lidstaat tot lidstaat verschilt, moet het nationaal elektronisch platform van een bepaalde lidstaat zodanig worden ontworpen dat het de gegevens van het EMSWe ongewijzigd aanvaardt en geen rekening houdt met gegevens die voor die lidstaat niet relevant zijn. |
(9) Om het EMSWe te laten functioneren, moet een uitgebreide gegevensverzameling worden opgesteld met daarin alle elementen waarom nationale instanties of havenbedrijven kunnen verzoeken voor administratieve of operationele doeleinden, wanneer een schip een haven aandoet. Aangezien de omvang van de meldingsverplichtingen van lidstaat tot lidstaat verschilt, moet het nationaal elektronisch platform van een bepaalde lidstaat zodanig worden ontworpen dat het de gegevens van het EMSWe ongewijzigd aanvaardt en geen rekening houdt met gegevens die voor die lidstaat niet relevant zijn. Dit moet zijn weerslag vinden in de uitwerking van een bestuurlijk kader voor de nationale elektronische platformen, om de goede werking ervan te garanderen. Aangezien deze verordening tot doel heeft de handel te bevorderen door de gegevensvereisten te harmoniseren, moet de Commissie bij de vaststelling van een gedetailleerde gegevensverzameling gebruikmaken van en actief deelnemen aan de ontwikkeling van een onafhankelijk referentiemodel voor gegevens van hoge kwaliteit op IMO-niveau. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Om het zeevervoer efficiënter te maken en om te voorkomen dat de gegevens die voor operationele doeleinden moeten worden verstrekt als een schip een haven aandoet, elkaar overlappen, moeten de gegevens die de aangever invoert in een nationaal elektronisch platform ook worden gedeeld met bepaalde andere entiteiten, zoals haven- of terminalexploitanten. |
(14) Om het zeevervoer efficiënter te maken en om te voorkomen dat de gegevens die voor operationele doeleinden moeten worden verstrekt als een schip een haven aandoet, elkaar overlappen, moeten de gegevens die de aangever invoert in een nationaal elektronisch platform ook worden gedeeld met bepaalde andere entiteiten, zoals haven- of terminalexploitanten, indien hiervoor toestemming is gegeven en rekening houdend met vertrouwelijkheid, commercieel gevoelige aspecten en juridische beperkingen. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Om te komen tot volledig geharmoniseerde meldingseisen, moet er op nationaal en Europees niveau meer worden samengewerkt tussen douane- en maritieme autoriteiten. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) De Commissie moet deze verordening evalueren. Er moet informatie worden verzameld om deze evaluatie te onderbouwen en om de prestaties van de wetgeving af te toetsten aan de beoogde doelstellingen. |
(24) De Commissie moet deze verordening evalueren. Er moet informatie worden verzameld om deze evaluatie te onderbouwen en om de prestaties van de wetgeving af te toetsten aan de beoogde doelstellingen. De Europese Commissie moet ook de mogelijkheid onderzoeken van een werkelijk gecentraliseerd en geharmoniseerd Europees meldingssysteem met behulp van een centrale meldingsinterface. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) "schip": elk zeegaand vaartuig, van welk type ook, dat in het mariene milieu opereert en gebonden is aan een meldingsformaliteit die verband houdt met de in de bijlage vermelde wetgeving; |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 ter) "elektronisch platform": een platform voor de verzameling, verspreiding en uitwisseling van elektronische meldingsgegevens van vaartuigen met een gestructureerde en gemeenschappelijk gedefinieerde gegevensstructuur, regels en beheer van toegangsrechten, inclusief een geharmoniseerde interface voor meldingen en een grafische gebruikersinterface, alsmede koppelingen naar de systemen en gegevensbanken van de betrokken instanties in overeenstemming met de relevante internationale, nationale en lokale wettelijke verplichtingen; |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) "betrokken instantie": een nationale of lokale instantie die betrokken is bij de in- en uitklaring van schepen die een haven aandoen of verlaten of een instantie die wettelijk recht heeft op toegang tot de door het nationale elektronische platform verzamelde gegevens; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 2 –alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) "grafische gebruikersinterface (GUI)": een webinterface voor de online-indiening in twee richtingen van user-to-systemgegevens bij een elektronisch platform, met geharmoniseerde webpagina's en kenmerken waardoor de gemeenschappelijke navigatiestroom en het opladen van gegevens gewaarborgd worden voor een aangever die voldoet aan meldingsverplichtingen binnen het toepassingsgebied van deze verordening, ongeacht waar de GUI wordt ingezet; |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) "gemeenschappelijke toegangspuntinterface": een optioneel of facultatief punt waar aangevers system-to-systemgegevens indienen voor de verzending naar de geharmoniseerde meldingsinterfaces van de desbetreffende elektronische platformen, en dat is ontwikkeld als een toegevoegde functionaliteit van de geharmoniseerde meldingsinterfaces, en de uitwisseling van informatie in twee richtingen vergemakkelijkt tussen aangevers en de desbetreffende autoriteiten die toegang hebben via hun eigen platform; |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 quater) "technische specificatie": een technische specificatie zoals omschreven in artikel 2, punt 4, van Verordening (EU) nr. 1025/2012; |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 quinquies) "norm": een door een erkende normalisatie-instelling vastgestelde technische specificatie voor herhaalde of voortdurende toepassing, waarvan de naleving niet verplicht is en die tot een van de in artikel 2, punt 1, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 vermelde categorieën behoort; |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) "douaneautoriteiten": de autoriteiten zoals omschreven in artikel 5, punt 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013; |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) "elektronische overdracht van gegevens": het verzenden van digitaal gecodeerde gegevens, met gebruik van een wijzigbaar gestructureerd formaat dat rechtstreeks gebruikt kan worden voor de opslag en verwerking door computers. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een lidstaat kan de Commissie verzoeken om gegevenselementen in de EMSWe-gegevensverzameling in te voeren op basis van de meldingsverplichtingen die in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de bepalingen in de nationale wetgeving en de overeenkomstige meldingsverplichtingen die gegevenselementen bevatten die in de EMSWe-gegevensverzameling moeten worden opgenomen. Zij zullen die gegevenselementen nauwkeurig vaststellen. De Commissie beoordeelt op grond van die kennisgevingen of het nodig is een gegevenselement in de EMSWe-gegevensverzameling in te voegen of te wijzigen. |
3. Een lidstaat kan de Commissie verzoeken om bestaande gegevenselementen in de EMSWe-gegevensverzameling in te voeren of te wijzigen op basis van de meldingsverplichtingen die in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de bepalingen in de nationale wetgeving en de overeenkomstige meldingsverplichtingen die gegevenselementen bevatten die in de EMSWe-gegevensverzameling moeten worden opgenomen. Zij zullen die gegevenselementen nauwkeurig vaststellen. De Commissie beoordeelt op grond van die kennisgevingen of het nodig is een gegevenselement in de EMSWe-gegevensverzameling in te voegen of te wijzigen. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Bij de totstandkoming van de EMSWe-gegevensverzameling moet de Commissie rekening houden met de ontwikkeling van het IMO-onafhankelijke referentiemodel voor gegevens. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Als een lidstaat van plan is in zijn nationale wetgeving een meldingsverplichting in te voeren of te wijzigen waarvoor andere gegevens moeten worden verstrekt dan die welke in de EMSWe-gegevensverzameling zijn opgenomen, stelt die lidstaat de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. In die kennisgeving stelt de lidstaat nauwkeurig vast welke gegevens niet tot de EMSWe-gegevensverzameling behoren en geeft zij aan gedurende welke periode de meldingsverplichting in kwestie wellicht zal worden toegepast. |
1. Als een lidstaat of een betrokken instantie uit die lidstaat van plan is in de nationale wetgeving een meldingsverplichting in te voeren of te wijzigen waarvoor andere gegevens moeten worden verstrekt dan die welke in de EMSWe-gegevensverzameling zijn opgenomen, stelt die lidstaat de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. In die kennisgeving stelt de lidstaat nauwkeurig vast welke gegevens niet tot de EMSWe-gegevensverzameling behoren en geeft zij aan gedurende welke periode de meldingsverplichting in kwestie wellicht zal worden toegepast. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een lidstaat voert geen nieuwe meldingseisen in, behalve in naar behoren gemotiveerde en uitzonderlijke omstandigheden, tenzij dit door de Commissie is goedgekeurd overeenkomstig artikel 3, lid 2, en de nieuwe meldingseis is opgenomen in de meldingsinterfaces. De Commissie vaardigt binnen negentig dagen na ontvangst van de kennisgeving door de lidstaat een besluit uit over de invoering van een nieuwe meldingseis. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de invoering van nieuwe meldingseisen in uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in lid 1 van dit artikel, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 18 gedelegeerde handelingen vast te stellen om te bepalen in welke gevallen de omstandigheden zoals bedoeld in lid 1 als uitzonderlijk moeten worden beschouwd. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat stelt een nationaal elektronisch platform in waar, overeenkomstig deze verordening en onverminderd artikel 6, alle nodige informatie voor de vervulling van de meldingsverplichtingen eenmalig wordt ingediend door middel van en in overeenstemming met de EMSWe-gegevensverzameling, zodat die informatie beschikbaar wordt gesteld van de desbetreffende instanties van de lidstaten. |
Elke lidstaat stelt een nationaal elektronisch platform in waar, overeenkomstig deze verordening en onverminderd artikel 6, alle nodige informatie voor de vervulling van de meldingsverplichtingen eenmalig wordt ingediend, overeenkomstig artikel 7, lid 2, door middel van en in overeenstemming met de EMSWe-gegevensverzameling, zodat die informatie beschikbaar wordt gesteld van de desbetreffende instanties van de lidstaten. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Lidstaten kunnen samen met een of meer andere lidstaten een gedeeld elektronisch platform ontwikkelen, overeenkomstig deze verordening en onverminderd artikel 6, om de interoperabiliteit en de interconnectie tussen lidstaten te verbeteren. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 – alinea 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten zien erop toe dat er voor elk nationaal elektronisch platform een bestuurlijk kader met een duidelijke rechtsgrond wordt uitgewerkt zodat deze platformen over de bevoegdheden beschikken om de gegevens op efficiënte wijze te verzamelen, op te slaan en te versturen naar de betrokken instanties en zodat alle conform deze verordening ontvangen relevante informatie via het SafeSeaNet-systeem beschikbaar kan worden gesteld aan andere nationale elektronische platformen, overeenkomstig artikel 22 bis van Richtlijn 2002/59/EG. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie ontwikkelt een geharmoniseerde meldingsinterfacemodule voor de nationale elektronische platformen, en werkt die bij. Die module biedt onder meer de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen tussen het informatiesysteem dat wordt gebruikt door de aangever en het nationaal elektronisch platform. |
2. Uiterlijk op... (datum: twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening) ontwikkelen de Commissie en de lidstaten een technologisch neutrale, geharmoniseerde meldingsinterface voor de nationale elektronische platformen, en werken die bij. Die interface maakt het mogelijk om gegevens uit te wisselen tussen het informatiesysteem dat wordt gebruikt door de aangever en het nationaal elektronisch platform en bij de ontwikkeling van deze interface terdege rekening te houden met de wijze waarop gebruikers hun meldingssystemen kunnen ontwerpen of programmeren zodat ze dit nieuwe systeem kunnen invoeren. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Uiterlijk op... (datum: vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening) ontwikkelt de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten een facultatieve, optionele gemeenschappelijke toegangspuntinterface als een extra functionaliteit van de geharmoniseerde meldingsinterfaces, mits de geharmoniseerde meldingsinterfaces volledig zijn ingevoerd overeenkomstig lid 11 van dit artikel. De toegangspuntinterface bestaat uit een gemeenschappelijke interface die gezamenlijk wordt beheerd door de Commissie en de deelnemende lidstaten en die wordt geïntegreerd met de geharmoniseerde meldingsinterfaces. De toegangspuntinterface maakt het mogelijk om een enkele koppeling te gebruiken voor de gegevensuitwisseling tussen de meldingsinterfaces van de aangever en van de deelnemende lidstaten. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de compatibiliteit van het nationaal elektronisch platform met de meldingsinterfacemodule; |
a) de compatibiliteit van het nationaal elektronisch platform met de meldingsinterface; |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) de naleving van de functionele en technische specificaties voor de meldingsinterfaces overeenkomstig lid 11 van dit artikel; |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de tijdige integratie van de meldingsinterfacemodule en de daaropvolgende updates, overeenkomstig de invoeringstermijnen die zijn vastgesteld in de in lid 11 genoemde uitvoeringshandeling; |
b) de tijdige integratie van de meldingsinterface en de daaropvolgende updates, overeenkomstig de invoeringstermijnen die zijn vastgesteld in de in lid 11 genoemde uitvoeringshandeling; |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) een gebruiksvriendelijke, geharmoniseerde grafische gebruikersinterface (GUI) met een soortgelijk uiterlijk, voor de uitwisseling van gegevens tussen een aangever en een elektronisch platform waarbij communicatie in twee richtingen mogelijk is tussen de aanbieder van gegevens en de betrokken instanties en wordt voldaan aan de functionele en technische specificaties van de geharmoniseerde GUI die is ontwikkeld overeenkomstig lid 11 van dit artikel; |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een website voor online ondersteuning. |
d) een helpdesk en een website voor online ondersteuning met duidelijke instructies in de officiële taal/talen van die lidstaat, maar in elk geval in het Engels, onverminderd het in de VWEU verankerde beginsel van meertaligheid; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) in overleg met relevante sociale partners, adequate en noodzakelijke opleiding van alle personeelsleden die betrokken zijn bij de invoering en werking van het nationale elektronische platform. |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De lidstaten zien erop toe dat de nationale elektronische platformen de aanbieders van gegevens en de betrokken autoriteiten in staat stellen te communiceren in twee richtingen zodat vertragingen bij de in- en uitklaring van schepen worden vermeden en storingen of onnauwkeurigheden bij de indiening van de vereiste meldingsgegevens worden voorkomen. De nationale elektronische platformen bieden de mogelijkheid berichten of resultaten mee te delen aan de aangever. Deze berichten betreffen een breed scala aan besluiten die worden genomen door alle betrokken deelnemende instanties. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De nationale elektronische platformen stellen de aangever ook in staat informatie te verstrekken via op het niveau van de Unie geharmoniseerde elektronische spreadsheets en beschikken over een functie om meldingsgegevenselementen uit die spreadsheet te lichten. |
4. De nationale elektronische platformen stellen de aangever ook in staat de vereiste informatie te verstrekken, zo ook via op het niveau van de Unie geharmoniseerde elektronische spreadsheets en beschikken over een functie om meldingsgegevenselementen uit te lichten. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 11 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de functionele en technische specificaties, kwaliteitscontrolemechanismen en procedures voor de uitrol, het onderhoud en het gebruik van de in lid 2 bedoelde meldingsinterfacemodule; |
a) de functionele en technische specificaties, kwaliteitscontrolemechanismen en procedures voor de uitrol, het onderhoud en het gebruik van de in lid 2 bedoelde meldingsinterface; |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 11 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) de functionele en technische specificaties, kwaliteitscontrolemechanismen en procedures voor de invoering, het onderhoud en het gebruik van de in lid 3 bedoelde geharmoniseerde grafische gebruikersinterface (GUI); |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 11 – alinea 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) de functionele en technische specificaties, kwaliteitscontrolemechanismen en procedures voor de invoering, het onderhoud en het gebruik van de gemeenschappelijke toegangspuntinterface als een extra functionaliteit van de in lid 2 bedoelde geharmoniseerde meldingsinterfaces; |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 11 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie wijzigt door middel van uitvoeringshandelingen de technische specificaties, normen en procedures om rekening te kunnen houden met de beschikbaarheid van nieuwe technologieën. |
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om de technische specificaties, normen en procedures te wijzigen om ervoor te zorgen dat de interfaces technologisch neutraal zijn en openstaan voor toekomstige technologieën. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
11 bis. De werking van nationale elektronische platformen doet geen afbreuk aan Verordening (EU) nr. 952/2013 en Besluit nr. 70/2008/EG. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen toestaan dat aangevers de gegevens verstrekken via andere meldingskanalen, zoals havencommunicatiesystemen, mits die kanalen vrijwillig door de aangevers kunnen worden gebruikt. In dat geval waarborgen de lidstaten dat die andere kanalen de desbetreffende gegevens beschikbaar stellen van het nationaal elektronisch platform. |
1. De lidstaten staan toe dat aangevers de gegevens verstrekken via bestaande system-to-system- of andere meldingskanalen, zoals havencommunicatiesystemen en nationale elektronische platformen, mits die kanalen vrijwillig door de aangevers kunnen worden gebruikt. In dat geval waarborgen de lidstaten dat die andere kanalen de desbetreffende gegevens beschikbaar stellen van het nationaal elektronisch platform. |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) meldingsinformatie die wordt verstrekt bij het vertrek uit een haven in de Unie, niet opnieuw wordt gevraagd tijdens de reis of bij aankomst in de volgende haven in de Unie, mits het schip tijdens de reis geen haven buiten de Unie heeft aangedaan. Dit punt is niet van toepassing op gegevens die zijn ontvangen krachtens Verordening (EU) nr. 952/2013, tenzij die mogelijkheid in die verordening is voorzien; |
c) meldingsinformatie die wordt verstrekt bij het vertrek uit een haven in de Unie, niet opnieuw wordt gevraagd bij aankomst in de volgende haven in de Unie, mits de informatie opnieuw kan worden gebruikt voor operationele of administratieve doeleinden en mits het schip tijdens de reis geen haven buiten de Unie heeft aangedaan. Dit punt is niet van toepassing op gegevens die zijn ontvangen krachtens Verordening (EU) nr. 952/2013, tenzij die mogelijkheid in die verordening is voorzien; |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de desbetreffende informatie van de summiere aangifte bij binnenbrengen als bedoeld in artikel 127 van Verordening (EU) nr. 952/2013 voor referentiedoeleinden ter beschikking wordt gesteld van de nationale elektronische platformen en, indien nodig, hergebruikt voor andere meldingsverplichtingen die zijn opgenomen in de bijlage. |
d) de desbetreffende informatie van de summiere aangifte bij binnenbrengen als bedoeld in artikel 127 van Verordening (EU) nr. 952/2013 voor referentiedoeleinden ter beschikking wordt gesteld van de nationale elektronische platformen en, indien nodig en verenigbaar met het douanerecht van de Unie na in- of uitklaring door de douaneautoriteiten, hergebruikt voor andere meldingsverplichtingen die zijn opgenomen in de bijlage. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een plan voor de ontwikkeling en bijwerking van de meldingsinterfacemodule, gepland binnen de volgende 18 maanden; |
a) een plan voor de ontwikkeling en bijwerking van de meldingsinterface, gepland binnen de volgende 18 maanden; |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) plannen voor de ontwikkeling van de facultatieve gemeenschappelijke toegangspuntinterface voor de geharmoniseerde meldingsinterfaces, uiterlijk op... (datum: vijf jaar na inwerkingtreding van deze verordening); |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter a ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a ter) raadplegingstermijnen met alle belanghebbenden, met inbegrip van vertegenwoordigers van vakbonden, de sector, en deskundigen van de overheid; |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) indicatieve termijnen voor de lidstaten voor de daaropvolgende integratie van de meldingsinterfacemodule in de nationale elektronische loketten; |
b) indicatieve termijnen voor de lidstaten voor de daaropvolgende integratie van de meldingsinterface in de nationale elektronische loketten; |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) indicatieve termijnen voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke toegangspuntinterface door de Commissie na de invoering van de geharmoniseerde meldingsinterfaces. |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) testperioden voor de lidstaten en aangevers om hun verbinding met nieuwe versies van de interfacemodule te testen; |
c) testperioden voor de lidstaten en voor vrijwillige aangevers om hun verbinding met nieuwe versies van de interface(s) te testen; |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) testperioden voor de gemeenschappelijke toegangspuntinterface als een extra functionaliteit van de geharmoniseerde meldingsinterfaces; |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – alinea 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) afstemming op douanesystemen, waarbij rekening gehouden wordt met ontwikkelingen binnen het éénloketsysteem voor de douane. |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de bekendmaking van het EMSWe op Unieniveau en in de betrokken internationale organisaties. |
b) de bekendmaking van het EMSWe op Unieniveau en in de betrokken internationale organisaties, met name door te zorgen voor de langetermijnfinanciering van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en door overheidsvertegenwoordigers en belanghebbenden uit de sector bij dit systeem te betrekken. |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Zes jaar na de inwerkingtreding van deze verordening beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de werking van het EMSWe op basis van de verzamelde gegevens en statistieken. Het beoordelingsverslag omvat indien nodig een evaluatie van nieuwe technologieën die kunnen leiden tot een wijziging of vervanging van de meldingsinterfacemodule. |
Zes jaar na de inwerkingtreding van deze verordening beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de werking van het EMSWe op basis van de verzamelde gegevens en statistieken. Het beoordelingsverslag omvat indien nodig een evaluatie van nieuwe technologieën die kunnen leiden tot een wijziging of vervanging van de meldingsinterfacemodule met een toegangspuntinterface op EU-niveau (EU-API) die in staat is gegevens van de aangevers in verband met de naleving van meldingsverplichtingen rechtstreeks door te geven aan de nationale elektronische platformen. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door de lidstaten aangewezen nationale deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. |
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door de lidstaten aangewezen nationale deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016, en relevante deskundigen uit de sector. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de digitale facilitering van vervoer en handel. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/201116. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de digitale facilitering van vervoer en handel. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/201116 waarbij ook relevante deskundigen uit de sector betrokken worden. |
_________________ |
_________________ |
16 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. |
16 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zij is van toepassing vanaf [in te voegen datum: vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
2. Zij is van toepassing vanaf [in te voegen datum: vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], of indien dit later is, één jaar na vaststelling van alle in de verordening geplande gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De in artikel 7, lid 2, onder d), bedoelde functies en de functies in verband met de douaneformaliteiten als bedoeld in punt 7 van deel A van de bijlage worden van kracht wanneer de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde elektronische systemen, die noodzakelijk zijn voor de toepassing van die formaliteiten, operationeel zijn, overeenkomstig het werkprogramma dat door de Commissie is opgesteld krachtens de artikelen 280 en 281 van Verordening (EU) nr. 952/2013. |
3. De in artikel 7, lid 2, onder d), bedoelde functies en de functies in verband met de douaneformaliteiten als bedoeld in punt 7 van deel A van de bijlage worden van kracht na evaluatie en bewijs van de volledige werking van het EMSWe en de invoering en interoperabiliteit van alle andere gegevenselementen van de EMSWe-gegevensverzameling tussen de nationale elektronische platformen van deelnemende lidstaten, en wanneer de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde elektronische systemen, die noodzakelijk zijn voor de toepassing van die formaliteiten, operationeel zijn, overeenkomstig het werkprogramma dat door de Commissie is opgesteld krachtens de artikelen 280 en 281 van Verordening (EU) nr. 952/2013. |
TOELICHTING
Op 17 mei 2018 publiceerde de Commissie haar voorstel voor een Europees maritiem éénloketsysteem, tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU betreffende meldingsformaliteiten voor schepen. Dit initiatief maakt deel uit van het derde "Europa in beweging"-pakket, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de nieuwe strategie voor het industriebeleid van september 2017 en dat ontworpen is om Europa in staat te stellen ten volle te profiteren van de voordelen van de modernisering van de mobiliteit. Nieuwe technologieën zorgen voor een snelle verandering van het mobiliteitslandschap. Nu deze technologische ontwikkelingen gaande zijn, moeten de EU en het bedrijfsleven van de EU ernaar streven wereldwijd voorop te lopen op het gebied van mobiliteit.
Momenteel worden zeevervoerondernemingen bij elke havenaanloop geconfronteerd met heel wat wettelijke meldingseisen. Jaarlijks zijn er in de EU meer dan twee miljoen havenaanlopen. De huidige meldingsformaliteiten voor schepen die een haven in een van de lidstaten aandoen, zijn vastgelegd in Richtlijn 2010/65/EU, de richtlijn meldingsformaliteiten. Deze richtlijn is erop gericht de administratieve procedures voor het maritieme vervoer te vereenvoudigen en harmoniseren door één elektronisch platform in te voeren voor de meldingsformaliteiten voor schepen.
Het probleem is dat de meldingseisen noch tussen verschillende beleidsgebieden binnen de lidstaten, noch tussen de lidstaten onderling geharmoniseerd zijn. Hierdoor rust op de zeevervoerondernemingen een zware administratieve last: de Commissie schat dat werknemers in de scheepvaartsector jaarlijks ongeveer 4,6 miljoen uur aan meldingen besteden.
De ex-postevaluatie van de Europese Commissie inzake de werking van de huidige richtlijn wijst uit dat er meerdere ernstige problemen zijn die aan een uniforme toepassing van de richtlijn in de weg staan. De grootste problemen kwamen door gebrekkige harmonisering op nationaal en EU-niveau, de beperkte algemene werkingssfeer van de richtlijn en inefficiënt gebruik van de door nationale autoriteiten van de lidstaten verkregen gegevens.
Dat probleem werd reeds in 2017 door de Raad aangekaart in de verklaring van Valletta over maritiem beleid en in de conclusies van de Raad van 8 juni 2017 over de prioriteiten voor het zeevervoersbeleid van de EU tot 2020, waarin werd benadrukt dat de administratieve lasten voor het zeevervoer omlaag moeten.
Met dit nieuwe voorstel wil de Commissie een oplossing bieden voor de huidige niet-geharmoniseerde melding van schepen in de EU. Met het voorgestelde nieuwe Europees maritiem éénloketsysteem wordt getracht alle meldingsformaliteiten rondom een havenaanloop samen te brengen. De bedoeling is om hiermee de interoperabiliteit en onderlinge koppeling tussen de verschillende systemen te verbeteren en gegevens zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
Het voorstel van de Commissie heeft tot doel buitensporige lasten voor scheepsexploitanten te vermijden en is gebaseerd op de bestaande structuur van nationale elektronische platformen en op internationale en Europese normen en gegevensformaten. Het voorstel van de Commissie biedt een gedecentraliseerde maar toch geharmoniseerde oplossing.
De rapporteur is ingenomen met het Commissievoorstel tot intrekking en vervanging van de huidige richtlijn en beaamt de tekortkomingen die tijdens de ex-postevaluatie van de werking van de huidige richtlijn zijn vastgesteld. De sector lijdt duidelijk onder aanzienlijke bijkomende kosten door een gebrek aan harmonisering van de meldingseisen voor elke havenaanloop. De rapporteur steunt dan ook elk initiatief om de administratieve lasten voor de zeevervoerondernemingen te verlagen. De rapporteur is ervan overtuigd dat hiermee de handel en de digitalisering in zijn algemeenheid worden bevorderd.
Ten eerste is de rapporteur van mening dat een geharmoniseerde gegevensverzameling essentieel is en wellicht de belangrijkste manier is om de administratieve last voor schepen die aandoen bij EU-havens te verlagen en de logistieke keten van het zeevervoer te verbeteren. De rapporteur zou graag zien dat de Commissie een gedetailleerde geharmoniseerde gegevensverzameling voorstelt, waarbij volledig rekening wordt gehouden met de inspanningen in IMO-verband voor de harmonisering van gegevens.
De rapporteur vindt ook dat de EMSWe-gegevensverzameling moet worden ingevoerd naast het meldingssysteem van de douaneautoriteiten en dat er op dit punt samenwerking moet zijn tussen de betrokken autoriteiten. De rapporteur is het ermee eens dat de lidstaten de mogelijkheid moeten hebben om soms, om uiteenlopende redenen, nieuwe elementen toe te voegen aan hun meldingseisen, maar is van mening dat hierin het juiste evenwicht moet worden gevonden zodat er niet te veel nieuwe administratieve lasten bijkomen.
Met betrekking tot de werking van de nationale elektronische platformen kan de rapporteur begrijpen waarom de Commissie heeft besloten om op bestaande structuren verder te bouwen en is op dit punt ingenomen met het Commissievoorstel. Om de goede werking van de nationale elektronische platformen te waarborgen is volgens de rapporteur communicatie in twee richtingen nodig tussen de aangever en de betrokken autoriteiten. Bovendien is de rapporteur van mening dat voor elk nationaal elektronisch platform een duidelijk bestuurlijk kader met een rechtsgrondslag moet worden uitgewerkt zodat de gegevens door de autoriteiten en de lidstaten zonder problemen kunnen worden verwerkt, verstuurd en behandeld. De rapporteur wil lidstaten ook graag de mogelijkheid geven om samen een gemeenschappelijk elektronisch platform te ontwikkelen.
BIJLAGE: LIJST VAN INSTANTIES WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INFORMATIE HEEFT ONTVANGEN
De volgende lijst wordt op zuiver vrijwillige basis opgesteld onder de exclusieve bevoegdheid van de rapporteur. De rapporteur heeft bij de opstelling van het verslag tot het moment van goedkeuring in de commissie informatie ontvangen van de volgende entiteiten of personen:
Instantie en/of persoon |
|
De Organisatie van de zeehavens van de Europese Gemeenschap (ESPO) |
|
De Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) |
|
World Shipping Council |
|
Feport |
|
Danske Rederier (Deense associatie van reders) |
|
Havenbedrijf Rotterdam |
|
De Europese Commissie |
|
De voorzitter van de Raad van de Europese Unie |
|
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Europees maritiem éénloketsysteem |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0278 – C8-0193/2018 – 2018/0139(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
17.5.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
TRAN 11.6.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Deirdre Clune 5.7.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
10.1.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 1 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Daniela Aiuto, Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Andor Deli, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Tania González Peñas, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Innocenzo Leontini, Peter Lundgren, Marian-Jean Marinescu, Georg Mayer, Gesine Meissner, Cláudia Monteiro de Aguiar, Renaud Muselier, Markus Pieper, Tomasz Piotr Poręba, Gabriele Preuß, Christine Revault d’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini, David-Maria Sassoli, Claudia Țapardel, Keith Taylor, Pavel Telička, Marita Ulvskog, Wim van de Camp, Marie-Pierre Vieu, Roberts Zīle |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Rosa D’Amato, Michael Gahler, Maria Grapini, Karoline Graswander-Hainz, Peter Kouroumbashev, Evžen Tošenovský |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Pascal Durand, Georg Mayer, Andrey Novakov, Csaba Sógor, Sergei Stanishev, Mylène Troszczynski |
||||
Datum indiening |
16.1.2019 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
45 |
+ |
|
ALDE |
Izaskun Bilbao Barandica, Gesine Meissner, Dominique Riquet, Pavel Telička |
|
ECR |
Jacqueline Foster, Peter Lundgren, Tomasz Piotr Poręba, Evžen Tošenovský, Roberts Zīle |
|
EFDD |
Daniela Aiuto, Rosa D'Amato |
|
GUE/NGL |
Tania González Peñas, Merja Kyllönen, Marie-Pierre Vieu |
|
PPE |
Georges Bach, Deirdre Clune, Andor Deli, Michael Gahler, Dieter-Lebrecht Koch, Innocenzo Leontini, Marian-Jean Marinescu, Cláudia Monteiro de Aguiar, Renaud Muselier, Andrey Novakov, Markus Pieper, Massimiliano Salini, Csaba Sógor, Luis de Grandes Pascual, Wim van de Camp |
|
S&D |
Lucy Anderson, Inés Ayala Sender, Isabella De Monte, Ismail Ertug, Maria Grapini, Karoline Graswander-Hainz, Peter Kouroumbashev, Gabriele Preuß, Christine Revault d'Allonnes Bonnefoy, David-Maria Sassoli, Sergei Stanishev, Marita Ulvskog, Claudia Țapardel |
|
VERTS/ALE |
Michael Cramer, Pascal Durand, Keith Taylor |
|
1 |
- |
|
ENF |
Mylène Troszczynski |
|
1 |
0 |
|
ENF |
Georg Mayer |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding