VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993, Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de EU
25.1.2019 - (COM(2018)0185 – C8-0143/2018 – 2018/0090(COD)) - ***I
Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Daniel Dalton
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993, Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de EU
(COM(2018)0185 – C8-0143/2018 – 2018/0090(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0185),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0143/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn ingediend door de Oostenrijkse Bondsraad en de Zweedse Rijksdag, en waarin het ontwerp van wetgevingshandeling in strijd met het subsidiariteitsbeginsel wordt geacht,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van ...[1],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0029/2019),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 2 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(2) De wetgeving inzake consumentenbescherming moet in de gehele Unie op doelmatige wijze worden toegepast. De uitgebreide geschiktheidscontrole van de consumenten- en marketingrichtlijnen die de Commissie in 2016 en 2017 heeft uitgevoerd in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit), leidde echter tot de conclusie dat de consumentenwetgeving van de Unie aan doeltreffendheid inboet doordat zij onvoldoende bekend is bij handelaren en consumenten en doordat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor handhaving en consumenten over beperkte verhaalsmogelijkheden beschikken. |
(2) De wetgeving inzake consumentenbescherming moet in de gehele Unie op doelmatige wijze worden toegepast. De uitgebreide geschiktheidscontrole van de consumenten- en marketingrichtlijnen die de Commissie in 2016 en 2017 heeft uitgevoerd in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit), leidde echter tot de conclusie dat de consumentenwetgeving van de Unie aan doeltreffendheid inboet doordat zij onvoldoende bekend is bij handelaren en consumenten en doordat de bestaande verhaalsmogelijkheden onvoldoende worden benut. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(6) Om een meer consistente toepassing van sancties te bevorderen, met name voor inbreuken binnen de Unie, wijdverbreide inbreuken en wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie als bedoeld in Verordening (EU) 2017/2394, dienen gemeenschappelijke niet-limitatieve criteria te worden ingevoerd voor de toepassing van geldboeten. Een van deze criteria moet de grensoverschrijdende aard van de inbreuk zijn, namelijk de omstandigheid dat ook consumenten in andere lidstaten door de inbreuk zijn benadeeld. Er moet ook rekening worden gehouden met elke vergoeding die de handelaar de consumenten voor de geleden schade heeft aangeboden. Herhaalde inbreuken door dezelfde dader wijzen op een neiging tot het plegen van dergelijke inbreuken, en vormen daarom een belangrijke indicatie van de ernst van het gedrag en derhalve van de noodzaak om het niveau van de sanctie te verhogen teneinde een afschrikkend effect te bereiken. Het criterium van als gevolg van de inbreuk gemaakte financiële winsten of vermeden verliezen is met name relevant wanneer het nationale recht als sancties in geldboeten voorziet en de maximale geldboete uitdrukt als een percentage van de omzet van de handelaar, en wanneer de inbreuk slechts betrekking heeft op één of enkele markten waarop de handelaar actief is. |
(6) Om een meer consistente toepassing van sancties te bevorderen, met name voor inbreuken binnen de Unie, wijdverbreide inbreuken en wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie als gedefinieerd in Verordening (EU) 2017/2394, dienen gemeenschappelijke niet-limitatieve criteria te worden ingevoerd voor de toepassing van geldboeten. Een van deze criteria moet de grensoverschrijdende aard van de inbreuk zijn, namelijk de omstandigheid dat ook consumenten in andere lidstaten door de inbreuk zijn benadeeld, in het geval dat deze informatie beschikbaar is uit hoofde van de in Verordening (EU) 2017/2394 opgenomen bepalingen in verband met de uitwisseling van informatie. Er moet ook rekening worden gehouden met elke vergoeding die de handelaar de consumenten voor de geleden schade heeft aangeboden en met de mate waarin de handelaar actie heeft ondernomen om de gevolgen van de inbreuk in kwestie te verhelpen en de potentiële negatieve effecten ervan te verzachten. Herhaalde inbreuken door dezelfde dader wijzen op een neiging tot het plegen van dergelijke inbreuken, en vormen daarom een belangrijke indicatie van de ernst van het gedrag en derhalve van de noodzaak om het niveau van de sanctie te verhogen teneinde een afschrikkend effect te bereiken. Het criterium van als gevolg van de inbreuk gemaakte financiële winsten of vermeden verliezen is met name relevant wanneer het nationale recht als sancties in geldboeten voorziet en de maximale geldboete uitdrukt als een percentage van de omzet van de handelaar, en wanneer de inbreuk slechts betrekking heeft op één of enkele markten waarop de handelaar actief is. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(7) Bovendien moet bij alle als sancties opgelegde geldboeten rekening worden gehouden met de jaaromzet en winst van de inbreuk makende handelaar en met eventuele geldboeten die in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, met name in het kader van de wijdverbreide inbreuken op het consumentenrecht en wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2394 het voorwerp uitmaken van gecoördineerd onderzoek en handhaving. |
(7) Bovendien moet bij sancties rekening worden gehouden met eventuele geldboeten die in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, met name in het kader van de wijdverbreide inbreuken en wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2394 het voorwerp uitmaken van gecoördineerd onderzoek en handhaving. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(8) Deze gemeenschappelijke niet-limitatieve lijst van criteria voor de toepassing van sancties is mogelijk niet relevant bij alle inbreuken waarvoor sancties worden opgelegd, met name voor niet-ernstige inbreuken. De lidstaten moeten ook rekening houden met andere algemene rechtsbeginselen die van toepassing zijn op het opleggen van sancties, zoals het beginsel non bis in idem. |
(8) Deze gemeenschappelijke niet-limitatieve lijst van criteria voor de toepassing van sancties is mogelijk niet relevant bij alle inbreuken waarvoor sancties worden opgelegd, met name voor niet-ernstige inbreuken. De lidstaten moeten ook rekening houden met andere algemene rechtsbeginselen die van toepassing zijn op het opleggen van sancties, zoals het beginsel non bis in idem en toepasselijke procedurele en gegevensbeschermingswaarborgen die zijn opgenomen in het Unierecht, nationaal recht en het Handvest van de grondrechten. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(9) Om ervoor te zorgen dat de autoriteiten van de lidstaten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen opleggen voor wijdverbreide inbreuken op het consumentenrecht en voor wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2394 het voorwerp uitmaken van gecoördineerd onderzoek en handhaving, moeten geldboeten worden ingevoerd als verplicht element van de sancties voor dergelijke inbreuken. Om de afschrikkende werking van de geldboeten te verzekeren, moeten de lidstaten in hun nationaal recht het maximumbedrag van de geldboete voor dergelijke inbreuken vaststellen op een niveau dat ten minste gelijk is aan 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat. |
(9) Om ervoor te zorgen dat de autoriteiten van de lidstaten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen opleggen voor wijdverbreide inbreuken en voor wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2394 het voorwerp uitmaken van gecoördineerd onderzoek en handhaving, moeten geldboeten worden ingevoerd als verplicht element van de sancties voor dergelijke inbreuken. Om de afschrikkende werking van de geldboeten te verzekeren, moeten de lidstaten in hun nationaal recht het maximumbedrag van de geldboete voor dergelijke inbreuken vaststellen op 10 000 000 EUR of, als dit meer is, ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat in het voorgaande boekjaar. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(10) Wanneer, als gevolg van het coördinatiemechanisme van Verordening (EU) 2017/2394, één nationale bevoegde autoriteit in de zin van die verordening een geldboete oplegt aan de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Unie-dimensie, moet die autoriteit een geldboete kunnen opleggen van ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in alle lidstaten die betrokken zijn bij de gecoördineerde handhavingsmaatregel. |
(10) Wanneer, als gevolg van het coördinatiemechanisme van Verordening (EU) 2017/2394, één nationale bevoegde autoriteit in de zin van die verordening een geldboete oplegt aan de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Unie-dimensie, moet die autoriteit een geldboete kunnen opleggen van maximaal 10 000 000 EUR of, als dit meer is, ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in alle betrokken lidstaten in het voorgaande boekjaar. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(11) De lidstaten dient niet te worden belet om in hun nationaal recht hogere op omzet gebaseerde maximumboetes te handhaven of in te voeren voor wijdverbreide inbreuken en wijdverbreide inbreuken met een Unie-dimensie op het consumentenrecht, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2017/2394. De verplichting dat de geldboete ten minste 4 % van de omzet van de handelaar moet bedragen, dient niet van toepassing te zijn op aanvullende nationale regels inzake dwangsommen, zoals dagelijkse geldboeten wegens niet-naleving van een beslissing, een bevel, een tijdelijke maatregel, een verbintenis van de handelaar of een andere maatregel met als doel de inbreuk te stoppen. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 12 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(12) Wanneer de lidstaten beslissen voor welk doel de inkomsten van de geldboeten worden gebruikt, dienen zij rekening te houden met het uiteindelijke doel van de consumentenwetgeving en de handhaving ervan, namelijk de bescherming van het algemene belang van de consumenten. De lidstaten moeten derhalve overwegen om ten minste een deel van de inkomsten uit geldboeten te gebruiken om de consumentenbescherming binnen hun rechtsgebied te verbeteren, bijvoorbeeld door het ondersteunen van consumentenorganisaties of van activiteiten die gericht zijn op het mondiger maken van consumenten. |
(12) Wanneer de lidstaten beslissen voor welk doel de inkomsten van de geldboeten worden gebruikt, dienen zij rekening te houden met het uiteindelijke doel van de consumentenwetgeving en de handhaving ervan, namelijk de bescherming van het algemene belang van de consumenten. De lidstaten moeten derhalve de inkomsten uit geldboeten toewijzen aan een fonds dat erop is gericht verhaalsmogelijkheden te bieden ingeval consumenten schade hebben geleden of om de consumentenbescherming of de bescherming van andere publieke belangen binnen hun rechtsgebied te verbeteren, onder meer door deze aan te wenden voor activiteiten die gericht zijn op het mondiger maken van consumenten en die rechtstreeks door de lidstaat of door nationale of Europese consumentenorganisaties worden georganiseerd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 15 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(15) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er verhaalsmogelijkheden beschikbaar zijn voor consumenten die door oneerlijke handelspraktijken schade hebben geleden, om alle gevolgen van die oneerlijke handelspraktijken teniet te doen. Om dat doel te bereiken, dienen de lidstaten in zowel contractuele als niet-contractuele verhaalsmogelijkheden te voorzien. De contractuele verhaalsmogelijkheden dienen ten minste het recht op opzegging van de overeenkomst te omvatten. De niet-contractuele verhaalsmogelijkheden waarin het nationale recht voorziet, dienen ten minste het recht op schadevergoeding te omvatten. Het zou voor de lidstaten mogelijk blijven om rechten op aanvullende verhaalsmogelijkheden voor consumenten die schade hebben geleden door oneerlijke handelspraktijken, te handhaven of in te voeren, zodat alle gevolgen van dergelijke praktijken kunnen worden weggenomen. |
(15) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er verhaalsmogelijkheden beschikbaar zijn voor consumenten die door oneerlijke handelspraktijken schade hebben geleden. Om dat doel te bereiken, dienen de lidstaten in hun nationale wetgeving zowel in contractuele als in niet-contractuele verhaalsmogelijkheden te voorzien. De contractuele verhaalsmogelijkheden dienen het recht te omvatten om een contract op te zeggen evenals andere rechtsmiddelen die overeenstemmen met de wisselende ernst van mogelijke schade, waaronder het recht op prijsvermindering of het recht op schadevergoeding. De niet-contractuele verhaalsmogelijkheden waarin het nationale recht voorziet, dienen het recht op schadevergoeding te omvatten. Het zou voor de lidstaten mogelijk blijven om rechten op aanvullende verhaalsmogelijkheden voor consumenten die schade hebben geleden door oneerlijke handelspraktijken, te handhaven of in te voeren, zodat alle gevolgen van dergelijke praktijken kunnen worden weggenomen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 19 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(19) Derhalve moeten in Richtlijn 2011/83/EU specifieke transparantievereisten voor onlinemarktplaatsen worden opgenomen, om de consumenten die gebruikmaken van onlinemarktplaatsen, te informeren over de belangrijkste parameters op grond waarvan aanbiedingen worden gerangschikt, over het feit of zij een overeenkomst aangaan met een handelaar dan wel met een niet-handelaar (bijvoorbeeld een andere consument), het feit of het consumentenbeschermingsrecht van toepassing is en de vraag welke handelaar aansprakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst en voor het waarborgen van de consumentrechten wanneer deze van toepassing zijn. Deze informatie moet op een duidelijke en begrijpelijke wijze worden verstrekt, en niet alleen via een verwijzing in de algemene voorwaarden of in soortgelijke contractuele documenten. De informatievereisten voor onlinemarktplaatsen moeten evenredig zijn en zorgen voor een juiste balans tussen een hoog niveau van consumentenbescherming en het concurrentievermogen van onlinemarktplaatsen. Onlinemarktplaatsen dienen niet te worden verplicht om een lijst met specifieke consumentenrechten te vermelden wanneer zij consumenten informeren over het feit of deze rechten al dan niet van toepassing zijn. De informatie die moet worden verstrekt over de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de consumentenrechten, hangt af van de contractuele regelingen tussen de onlinemarktplaats en de betrokken derde handelaren. De onlinemarktplaats mag verwijzen naar de derde handelaar als enige verantwoordelijke voor het waarborgen van de consumentenrechten of diens specifieke verantwoordelijkheden beschrijven, wanneer die de verantwoordelijkheid draagt voor bepaalde aspecten van de overeenkomst, zoals de levering of de uitoefening van het herroepingsrecht. De verplichting om informatie te verstrekken over de belangrijkste parameters voor het rangschikken van zoekresultaten, doet geen afbreuk aan eventuele bedrijfsgeheimen met betrekking tot de onderliggende algoritmen. Die informatie moet een toelichting bevatten over de belangrijkste door de marktplaats gehanteerde standaardparameters, maar hoeft niet voor elke afzonderlijke zoekopdracht te worden geformuleerd. |
(19) Derhalve moeten in Richtlijn 2005/29/EU en Richtlijn 2011/83/EU specifieke transparantievereisten voor onlinemarktplaatsen worden opgenomen, om de consumenten die gebruikmaken van onlinemarktplaatsen, te informeren over de belangrijkste parameters, gepresenteerd in volgorde van belangrijkheid, op grond waarvan aanbiedingen worden gerangschikt, over het feit of zij een overeenkomst aangaan met een handelaar dan wel met een niet-handelaar (bijvoorbeeld een andere consument), het feit of het consumentenbeschermingsrecht van toepassing is en de vraag welke handelaar aansprakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst en voor het waarborgen van de consumentrechten wanneer deze van toepassing zijn. Deze informatie moet op een duidelijke en begrijpelijke wijze worden verstrekt, en niet alleen via een verwijzing in de algemene voorwaarden of in soortgelijke contractuele documenten. De informatievereisten voor onlinemarktplaatsen moeten evenredig zijn en zorgen voor een juiste balans tussen een hoog niveau van consumentenbescherming en het concurrentievermogen van onlinemarktplaatsen. Onlinemarktplaatsen dienen niet te worden verplicht om een lijst met specifieke consumentenrechten te vermelden wanneer zij consumenten informeren over het feit of deze rechten al dan niet van toepassing zijn. De informatie die moet worden verstrekt over de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de consumentenrechten, hangt af van de contractuele regelingen tussen de onlinemarktplaats en de betrokken derde handelaren. De onlinemarktplaats mag verwijzen naar de derde handelaar als enige verantwoordelijke voor het waarborgen van de consumentenrechten of diens specifieke verantwoordelijkheden beschrijven, wanneer die de verantwoordelijkheid draagt voor bepaalde aspecten van de overeenkomst, zoals de levering of de uitoefening van het herroepingsrecht. De verplichting om informatie te verstrekken over de belangrijkste parameters voor het rangschikken van zoekresultaten, doet geen afbreuk aan eventuele bedrijfsgeheimen overeenkomstig Richtlijn 2016/943 met betrekking tot de onderliggende algoritmen. Die informatie moet een toelichting bevatten over de belangrijkste door de marktplaats gehanteerde standaardparameters, maar hoeft niet voor elke afzonderlijke zoekopdracht te worden geformuleerd. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Overweging 19 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(19 bis) De transparantievereisten voor onlinemarktplaatsen moeten sterk zijn, teneinde de consument zelfs te beschermen in gevallen waarin de consument reeds is gebonden door een op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst of een overeenkomstige aanbieding en aanvullende essentiële informatie pas na de verkoop beschikbaar komt. Consumenten moeten worden beschermd tegen de aankoop of het gebruik van illegale inhoud die een gevaar kan vormen voor de gezondheid en de veiligheid, en moeten gebruik kunnen maken van alle beschikbare verhaalsmogelijkheden, met inbegrip van mechanismen voor alternatieve beslechting van consumentengeschillen als bedoeld in Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad1 bis. Indien zij een illegaal product of een illegale dienst hebben verworven of indien de aanbieding misleidend was, moeten zij hiervan dan ook in kennis worden gesteld. Onlinemarktplaatsen zijn niet altijd op de hoogte van het feit dat een aanbieding of product illegaal is. Indien zij echter na de verkoop kennis krijgen van desbetreffende informatie, dienen zij deze niet alleen met de handelaren, maar ook met de consumenten te delen. Deze verplichting is in overeenstemming met Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad1 ter, aangezien zij alleen van toepassing is wanneer een onlinemarktplaats een kennisgeving heeft ontvangen, de geldigheid ervan heeft geverifieerd en de illegale aanbieding of dienst of het illegale product van de marktplaats heeft verwijderd. | ||||||||||||||||||||||||
|
_____________ | ||||||||||||||||||||||||
|
1bis Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (richtlijn ADR consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63). | ||||||||||||||||||||||||
|
1ter Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("richtlijn inzake elektronische handel"), PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Overweging 19 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(19 ter) Er moet op worden gewezen dat vergelijkingswebsites producten niet noodzakelijkerwijs objectief rangschikken naar prijs en kwaliteit en dat consumenten veelal niet beseffen dat exploitanten van onlinemarktplaatsen soms geld krijgen om een bepaald product of een bepaalde dienst ongegrond onder de aandacht te brengen. Bijgevolg dienen de nationale regelgevingsinstanties toezicht te houden op sectoren waarin consumenten vaak gebruikmaken van vergelijkingswebsites, en onderzoek te doen om na te gaan of de consumenten voldoende inzicht hebben in de rangschikkingspraktijken van marktplaatsen. In het geval van discrepanties dienen sectorspecifieke maatregelen te worden genomen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Overweging 20 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(20) In overeenstemming met artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG45 mogen onlinemarktplaatsen niet worden verplicht om de rechtsstatus van derde leveranciers na te gaan. De onlinemarktplaats moet daarentegen derde leveranciers van producten op de onlinemarktplaats verplichten te vermelden of zij wel of geen handelaar zijn, met het oog op de toepassing van het consumentenrecht, en om deze informatie aan de onlinemarktplaats te verstrekken. |
(20) Onlinemarktplaatsen moeten worden verplicht om redelijke maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat hun diensten niet zodanig worden misbruikt dat consumenten in een kwetsbare positie geraken. Er moet worden voorzien in een passend niveau van bescherming dat is afgestemd op de aard van de verkochte goederen of diensten en eventuele feitelijke bewijzen voor schade als gevolg van de verkoop. Meer specifiek dienen zij activiteiten te monitoren waaruit kan worden opgemaakt dat een handelaar zich als niet-handelaar voordoet om de keuzes van de consument en diens verwachtingen ten aanzien van de kwaliteit van het aangeboden product of de aangeboden dienst te beïnvloeden. | ||||||||||||||||||||||||
__________________ |
| ||||||||||||||||||||||||
45 Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("richtlijn inzake elektronische handel"), PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1. |
| ||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Overweging 21 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(21) Digitale inhoud en digitale diensten worden dikwijls online verstrekt in het kader van overeenkomsten waarbij de consument geen prijs betaalt, maar hij de handelaar persoonsgegevens verstrekt. Digitale diensten worden gekenmerkt door een voortdurende betrokkenheid van de handelaar gedurende de looptijd van de overeenkomst om de consument in staat te stellen gebruik te maken van de dienst, bijvoorbeeld toegang tot, of totstandbrenging, verwerking, opslag, of delen van gegevens in digitale vorm. Voorbeelden van digitale diensten zijn abonnementen voor platforms voor inhoud, opslag in de cloud, webmail, sociale media en cloudtoepassingen. De voortdurende betrokkenheid van de serviceprovider rechtvaardigt de toepassing van de regels inzake het herroepingsrecht van Richtlijn 2011/83/EU, die de consument daadwerkelijk in staat stellen om de dienstverlening uit te proberen en tijdens de periode van 14 dagen na de sluiting van de overeenkomst, te besluiten om de dienst al dan niet te blijven afnemen. Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd, worden daarentegen gekenmerkt door een eenmalige handeling van de handelaar om aan de consument een specifiek stuk of specifieke stukken digitale inhoud te leveren, zoals specifieke muziek- of videobestanden. Dit eenmalig karakter van de levering van digitale inhoud ligt aan de basis van de uitzondering op het herroepingsrecht als bedoeld in artikel 16, onder m), van Richtlijn 2011/83/EU, op grond waarvan de consument het herroepingsrecht verliest wanneer met de uitvoering van de overeenkomst is begonnen, zoals het downloaden of streamen van de specifieke inhoud. |
(21) Digitale inhoud en digitale diensten worden dikwijls online verstrekt in het kader van overeenkomsten waarbij de consument geen prijs betaalt, maar hij de handelaar persoonsgegevens verstrekt. Digitale diensten worden gekenmerkt door een voortdurende betrokkenheid van de handelaar gedurende de looptijd van de overeenkomst om de consument in staat te stellen gebruik te maken van de dienst, wat de totstandbrenging, verwerking, toegang tot en opslag van gegevens in digitale vorm mogelijk maakt. Voorbeelden van digitale diensten zijn het delen van video- en audiomateriaal en andere diensten voor het hosten van bestanden, tekstverwerking of games die worden aangeboden in de "cloud computing"-omgeving en op sociale media. De voortdurende betrokkenheid van de serviceprovider rechtvaardigt de toepassing van de regels inzake het herroepingsrecht van Richtlijn 2011/83/EU, die de consument daadwerkelijk in staat stellen om de dienstverlening uit te proberen en tijdens de periode van 14 dagen na de sluiting van de overeenkomst, te besluiten om de dienst al dan niet te blijven afnemen. Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud worden daarentegen gekenmerkt door een eenmalige handeling van de handelaar om aan de consument een specifiek stuk of specifieke stukken digitale inhoud te leveren, zoals specifieke muziek- of videobestanden. Dit eenmalig karakter van de levering van digitale inhoud ligt aan de basis van de uitzondering op het herroepingsrecht als bedoeld in artikel 16, onder m), van Richtlijn 2011/83/EU, op grond waarvan de consument het herroepingsrecht verliest wanneer met de uitvoering van de overeenkomst is begonnen, zoals het downloaden of streamen van de specifieke inhoud. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Overweging 22 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(22) Richtlijn 2011/83/EU is reeds van toepassing op overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd (dat wil zeggen levering van online digitale inhoud), ongeacht het feit of de consument een geldprijs betaalt dan wel persoonsgegevens verstrekt. Richtlijn 2011/83/EU is daarentegen alleen van toepassing op dienstenovereenkomsten, met inbegrip van overeenkomsten voor digitale diensten, op grond waarvan de consument een prijs betaalt of zich ertoe verbindt een prijs te betalen. De richtlijn is derhalve niet van toepassing op overeenkomsten voor digitale diensten op grond waarvan de consument de handelaar persoonsgegevens verstrekt zonder een prijs te betalen. Gelet op de gelijkenissen tussen en de onderlinge verwisselbaarheid van betaalde digitale diensten en in ruil voor persoonsgegevens geleverde digitale diensten, moeten zij worden onderworpen aan dezelfde regels krachtens Richtlijn 2011/83/EU. |
(22) Richtlijn 2011/83/EU is reeds van toepassing op overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud, ongeacht het feit of de consument een geldprijs betaalt dan wel persoonsgegevens verstrekt. Richtlijn 2011/83/EU is daarentegen alleen van toepassing op dienstenovereenkomsten, met inbegrip van overeenkomsten voor digitale diensten, op grond waarvan de consument een prijs betaalt of zich ertoe verbindt een prijs te betalen. De richtlijn is derhalve niet van toepassing op overeenkomsten voor digitale diensten op grond waarvan de consument de handelaar persoonsgegevens verstrekt zonder een prijs te betalen. Gelet op de gelijkenissen tussen en de onderlinge verwisselbaarheid van betaalde digitale diensten en in ruil voor persoonsgegevens geleverde digitale diensten, moeten zij worden onderworpen aan dezelfde regels krachtens Richtlijn 2011/83/EU. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Overweging 23 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(23) Er moet worden gezorgd voor coherentie tussen het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/83/EU en die van [de richtlijn digitale inhoud], die geldt voor overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud of digitale diensten op grond waarvan de consument de handelaar persoonsgegevens verstrekt. |
(23) Er moet worden gezorgd voor coherentie tussen het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/83/EU en die van [de richtlijn digitale inhoud], die geldt voor overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud of digitale diensten op grond waarvan de consument de handelaar persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt deze te verstrekken. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Overweging 24 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(24) Daarom moet het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/83/EU worden uitgebreid tot overeenkomsten waarbij de handelaar de consument een digitale dienst levert of zich ertoe verbindt de consument een digitale dienst te leveren, en waarbij de consument persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt persoonsgegevens te verstrekken. Evenals het geval is bij overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd, moet de richtlijn van toepassing zijn wanneer de consument persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt om persoonsgegevens te verstrekken aan de handelaar, tenzij de door de consument verstrekte persoonsgegevens uitsluitend door de handelaar worden verwerkt om de digitale inhoud of digitale dienst te leveren en de handelaar de gegevens niet voor andere doeleinden verwerkt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient in overeenstemming te zijn met Verordening (EU) 2016/679. |
(24) Daarom moet het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/83/EU worden uitgebreid tot overeenkomsten waarbij de handelaar de consument een digitale dienst levert of zich ertoe verbindt de consument een digitale dienst te leveren, en waarbij de consument persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt persoonsgegevens te verstrekken. Evenals het geval is bij overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud, moet de richtlijn van toepassing zijn wanneer de consument persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt om persoonsgegevens te verstrekken aan de handelaar, tenzij de door de consument verstrekte persoonsgegevens uitsluitend door de handelaar worden verwerkt om de digitale inhoud of digitale dienst te leveren overeenkomstig [richtlijn digitale inhoud]en de handelaar de gegevens niet voor andere doeleinden verwerkt. Het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens is van toepassing op persoonsgegevens die in verband met overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud of digitale diensten worden verwerkt. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Overweging 25 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(25) Wanneer digitale inhoud en digitale diensten niet tegen betaling van een prijs worden geleverd, dient Richtlijn 2011/83/EU ook niet van toepassing te zijn op situaties waarin de handelaar persoonsgegevens uitsluitend verzamelt om de conformiteit van de digitale inhoud of een digitale dienst te handhaven of om de wettelijke voorschriften na te leven. Bij dit soort situaties kan het onder meer gaan om gevallen waarin de registratie van de consument op grond van het toepasselijke recht voor veiligheids- en identificatiedoeleinden verplicht is, of om gevallen waarin de ontwikkelaar van opensourcesoftware gegevens van gebruikers alleen verzamelt om de compatibiliteit en interoperabiliteit van de opensourcesoftware te waarborgen. |
(25) Met het oog op volledige overeenstemming met de richtlijn digitale inhoud dient Richtlijn 2011/83/EG in gevallen waarin digitale inhoud en digitale diensten niet tegen betaling van een prijs worden geleverd, ook niet van toepassing te zijn op situaties waarin de handelaar persoonsgegevens uitsluitend verzamelt om de wettelijke voorschriften na te leven die op de handelaar van toepassing zijn. Bij dit soort situaties kan het onder meer gaan om gevallen waarin de registratie van de consument op grond van het toepasselijke recht voor veiligheids- en identificatiedoeleinden verplicht is. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Overweging 26 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(26) Richtlijn 2011/83/EU dient ook niet van toepassing te zijn op situaties waarin de handelaar alleen metagegevens verzamelt, zoals het IP-adres, browsegeschiedenis of andere gegevens die bijvoorbeeld via cookies worden verzameld en doorgegeven, behalve wanneer deze situatie krachtens het nationale recht als een overeenkomst wordt beschouwd. Zij dient evenmin van toepassing te zijn op situaties waarin de consument, zonder een overeenkomst te hebben gesloten met de handelaar, uitsluitend om toegang te krijgen tot digitale inhoud of een digitale dienst, aan reclame wordt blootgesteld. Het moet de lidstaten evenwel vrij blijven staan de regels van Richtlijn 2011/83/EU ook voor dergelijke situaties te laten gelden of om dergelijke situaties die buiten het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, anderszins te reguleren. |
(26) Richtlijn 2011/83/EU dient ook niet van toepassing te zijn op situaties waarin de handelaar alleen metagegevens verzamelt, informatie over het apparaat van de consument of de browsegeschiedenis, behalve wanneer deze situatie krachtens het nationale recht als een overeenkomst wordt beschouwd. Zij dient evenmin van toepassing te zijn op situaties waarin de consument, zonder een overeenkomst te hebben gesloten met de handelaar, uitsluitend om toegang te krijgen tot digitale inhoud of een digitale dienst, aan reclame wordt blootgesteld. Het moet de lidstaten evenwel vrij blijven staan de regels van Richtlijn 2011/83/EU ook voor dergelijke situaties te laten gelden of om dergelijke situaties die buiten het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, anderszins te reguleren. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Overweging 32 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(32 bis) Overeenkomsten inzake individuele leveringen van niet via leidingen geleverde energie dienen te worden uitgesloten van het herroepingsrecht. Zo niet, dan zou de handelaar vanwege schommelingen van de marktprijzen een niet te berekenen doorverkooprisico dragen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Overweging 33 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(33) Richtlijn 2011/83/EU bevat volledig geharmoniseerde regels inzake het herroepingsrecht bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. In dit verband is gebleken dat twee concrete verplichtingen tot onevenredige lasten voor handelaren leiden en moeten worden geschrapt. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Overweging 34 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(34) De eerste betreft het recht van de consument om op afstand of buiten verkoopruimten gesloten koopovereenkomsten te herroepen, zelfs als het gebruik van de goederen verder is gegaan dan nodig was om de aard, de kenmerken en de werking ervan vast te stellen. Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Richtlijn 2011/83/EU kan een consument een op afstand of buiten verkoopruimten gedane aankoop nog herroepen, ook al ging het gebruik dat hij of zij ervan had gemaakt, verder dan was toegestaan; in een dergelijk geval kan de consument echter wel aansprakelijk worden gesteld voor de waardevermindering van de goederen. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Overweging 35 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(35) De verplichting om dergelijke goederen terug te nemen, levert problemen op voor handelaren, die verplicht zijn de "waardevermindering" van de teruggezonden goederen te evalueren en deze opnieuw te verkopen als gebruikte goederen of zich ervan te ontdoen. Dit verstoort het met Richtlijn 2011/83/EU beoogde evenwicht tussen een hoog niveau van consumentenbescherming en het concurrentievermogen van ondernemingen. Daarom dient het recht van consumenten om goederen in dergelijke situaties terug te zenden, te worden geschrapt. Ook bijlage I bij Richtlijn 2011/83/EU ("Informatie betreffende de uitoefening van het herroepingsrecht") moet overeenkomstig deze wijziging worden aangepast. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Overweging 36 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(36) De tweede verplichting heeft betrekking op artikel 13 van Richtlijn 2011/83/EU, op grond waarvan handelaren mogen wachten met de terugbetaling totdat zij de goederen hebben teruggekregen, of totdat de consument heeft aangetoond dat hij de goederen heeft teruggezonden, naar gelang welk tijdstip eerst valt. In het laatste geval kan het gebeuren dat handelaren consumenten moeten terugbetalen voordat zij de teruggezonden goederen hebben ontvangen en de mogelijkheid hebben gehad deze te inspecteren. Dit verstoort het met Richtlijn 2011/83/EU beoogde evenwicht tussen een hoog niveau van consumentenbescherming en het concurrentievermogen van ondernemingen. De verplichting voor handelaren om de consument terug te betalen louter op grond van het bewijs dat de goederen naar de handelaar werden teruggezonden, moet dan ook worden geschrapt. Ook bijlage I bij Richtlijn 2011/83/EU ("Informatie betreffende de uitoefening van het herroepingsrecht") moet overeenkomstig deze wijziging worden aangepast. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Overweging 38 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(38) Gezien de technologische ontwikkelingen is het noodzakelijk om de verwijzing naar de fax in de lijst van communicatiemiddelen in artikel 6, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/83/EU te schrappen, aangezien de fax slechts zelden wordt gebruikt en grotendeels verouderd is. Voorts dienen handelaren als alternatief voor een e-mailadres te kunnen voorzien in andere onlinemiddelen om met consumenten te communiceren, zoals onlinefora en chats, op voorwaarde dat die alternatieve middelen de consument in staat stellen de inhoud van de communicatie, op soortgelijke wijze als bij e-mail, op een duurzame gegevensdrager te bewaren. Ook bijlage I bij de richtlijn ("Informatie betreffende de uitoefening van het herroepingsrecht") moet overeenkomstig deze wijziging worden aangepast. |
(38) Gezien de technologische ontwikkelingen is het noodzakelijk om de verwijzing naar de fax in de lijst van communicatiemiddelen in artikel 6, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/83/EU te schrappen, aangezien de fax slechts zelden wordt gebruikt en grotendeels verouderd is. Gezien de verschillende soorten ondernemingen die handel drijven wordt het niet nodig geacht om het gebruik van onlinecommunicatie in alle gevallen en voor alle handelaren verplicht te stellen. Indien de handelaar gebruik maakt van onlinecommunicatie, dienen deze details evenwel aan de consument te worden verstrekt. Voorts dienen handelaren als alternatief voor een e-mailadres te kunnen kiezen voor het gebruik van andere onlinemiddelen om met consumenten te communiceren, zoals onlinefora en chats, op voorwaarde dat die alternatieve middelen de consument in staat stellen de inhoud van de communicatie, op soortgelijke wijze als bij e-mail, op een duurzame gegevensdrager te bewaren. Ook bijlage I bij de richtlijn ("Informatie betreffende de uitoefening van het herroepingsrecht") moet dienovereenkomstig worden aangepast. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Overweging 40 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(40) Bijlage I, punt 11, van Richtlijn 2005/29/EG, waarin verborgen reclame in redactionele inhoud in de media wordt verboden, moet worden gewijzigd om duidelijk te maken dat hetzelfde verbod ook geldt wanneer een handelaar een consument informatie verstrekt in de vorm van zoekresultaten naar aanleiding van de onlinezoekopdracht van de consument. |
(40) Bijlage I, punt 11, van Richtlijn 2005/29/EG, waarin verborgen reclame in redactionele inhoud in de media wordt verboden, moet worden gewijzigd om duidelijk te maken dat hetzelfde verbod ook geldt wanneer een handelaar een consument informatie verstrekt in de vorm van resultaten die op prominente wijze worden weergeven, op een plaats die zij niet zouden hebben gekregen als zij hetzelfde zouden zijn behandeld als de overige zoekresultaten naar aanleiding van de onlinezoekopdracht van de consument. Een dergelijke prominente plaatsing moet duidelijk worden aangegeven. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Overweging 40 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(40 bis) Consumenten gaan bij hun aankoopbeslissingen in toenemende mate af op consumentenbeoordelingen en aanbevelingen. Derhalve moet misleiding van consumenten door te stellen dat een beoordeling waarheidsgetrouw is wanneer er geen redelijke en evenredige stappen zijn genomen om te garanderen dat die beoordeling is gebaseerd op echte consumentenervaringen, als een oneerlijke handelspraktijk worden beschouwd. Het kan bij dergelijke stappen bijvoorbeeld gaan om technische middelen om de betrouwbaarheid van de persoon die een beoordeling plaatst te verifiëren, het vragen om informatie om te verifiëren dat de consument het product daadwerkelijk heeft gebruikt, en het verstrekken van duidelijke informatie aan consumenten over de manier waarop beoordelingen worden verwerkt, bijvoorbeeld of alle beoordelingen, positief dan wel negatief, worden geplaatst of dat deze beoordelingen worden gesponsord of beïnvloed door een contractuele relatie met een handelaar. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Overweging 40 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
(40 ter) Om dezelfde reden moet bijlage I van Richtlijn 2005/29/EG worden bijgewerkt teneinde reclame of aanbevelingen op te nemen die ten onrechte de indruk wekken dat vrienden of kennissen een product of dienst of digitale inhoud hebben gekocht, gebruikt of aangeprezen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Overweging 41 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(41) Artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie waarborgt de vrijheid van ondernemerschap overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken. De marketing van producten in verschillende lidstaten, als zijnde identiek, terwijl de samenstelling of kenmerken van deze producten aanzienlijk verschillen, kan consumenten misleiden en hen aanzetten tot een transactie die zij anders niet hadden verricht. |
(41) De marketing van een product met dezelfde of een ogenschijnlijk identieke presentatie als een product dat onder hetzelfde merk wordt gemarket, maar dat ervan verschilt qua samenstelling of kenmerken, zonder dat het verschil duidelijk en begrijpelijk is aangegeven en voor de consument onmiddellijk zichtbaar is, vormt een misleidende praktijk. Een dergelijke praktijk moet als oneerlijk worden beschouwd en moet daarom worden toegevoegd aan de lijst van misleidende handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd in bijlage I van Richtlijn 2005/29/EG. Een handelaar mag producten van hetzelfde merk echter aanpassen aan verschillende geografische markten op grond van legitieme factoren, namelijk de bevoorrading van lokale ingrediënten, vereisten uit hoofde van het nationaal recht, de herformuleringsdoeleinden of aantoonbare consumentenvoorkeuren, waarbij die voorkeuren terdege met bewijsmateriaal moeten worden onderbouwd. Mogelijk bewijsmateriaal kan afkomstig zijn uit consumententesten waarbij producten blind geproefd of getoetst worden of kan worden verkregen via andere methoden om een duidelijke consumentenvoorkeur vast te stellen. In gevallen waar de samenstelling of kenmerken van goederen aanzienlijk verschillen, terwijl door middel van het uiterlijk, de beschrijving of de grafische voorstelling de indruk wordt gewekt dat deze goederen identiek zijn aan andere goederen die in een andere lidstaat op de markt worden gebracht, dient dit verschil duidelijk en begrijpelijk te worden aangegeven, zodat het voor de consument direct zichtbaar is. In het geval echter van producten die specifiek op de markt worden gebracht voor consumptie door zuigelingen of peuters, zoals babyvoeding, kan worden aangenomen dat het zeer onwaarschijnlijk is dat regionale verschillen of smaakvoorkeuren op zo'n duidelijke manier naar voren komen, en de handelaar die producten op de markt brengt met een samenstelling of kenmerken die aanzienlijk verschillen, kan zich derhalve niet op dit argument beroepen. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Overweging 42 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(42) Een dergelijke praktijk kan daarom worden aangemerkt als strijdig met Richtlijn 2005/29/EG op basis van een beoordeling per geval van relevante elementen. Om de toepassing van de bestaande wetgeving door de consumenten- en voedingsautoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken, werden in de mededeling van de Commissie van 26.9.2017 "betreffende de toepassing van de EU-wetgeving inzake levensmiddelen- en consumentenbescherming op kwesties in verband met tweevoudige kwaliteit van producten — Het specifieke geval van levensmiddelen"46 richtsnoeren vastgesteld voor de toepassing van de huidige EU-regels op situaties van tweevoudige kwaliteit van levensmiddelen. In dit verband ontwikkelt het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie momenteel een gemeenschappelijke aanpak voor het verrichten van vergelijkende tests van levensmiddelen. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
__________________ |
| ||||||||||||||||||||||||
46 C(2017)6532. |
| ||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Overweging 43 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(43) De ervaring met de handhaving heeft echter geleerd dat het voor consumenten, handelaren en nationale bevoegde autoriteiten onduidelijk kan zijn welke handelspraktijken in strijd zouden kunnen zijn met Richtlijn 2005/29/EG, door het ontbreken van een uitdrukkelijke bepaling. Daarom moet Richtlijn 2005/29/EG worden gewijzigd om zowel de handelaren als de handhavingsautoriteiten rechtszekerheid te bieden, door de marketing van een product als zijnde identiek aan hetzelfde product dat in een aantal andere lidstaten wordt gemarket, terwijl de samenstelling of kenmerken van deze producten aanzienlijk verschillen, uitdrukkelijk aan te pakken. De bevoegde autoriteiten moeten dergelijke praktijken per geval beoordelen en aanpakken volgens de bepalingen van de richtlijn. Bij haar beoordeling moet de bevoegde autoriteit rekening houden met het feit of een dergelijke differentiatie gemakkelijk herkenbaar is voor de consument, het recht van een handelaar om producten van hetzelfde merk voor verschillende geografische markten aan te passen op grond van legitieme factoren, zoals de beschikbaarheid of seizoensgebondenheid van grondstoffen, bepaalde consumentenvoorkeuren of vrijwillige strategieën voor een betere toegang tot gezonde en voedzame levensmiddelen alsook het recht van handelaren om producten van hetzelfde merk aan te bieden in verpakkingen van verschillend gewicht of volume in verschillende geografische markten. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Overweging 44 | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
(44) Hoewel verkoop buiten verkoopruimten een wettig en beproefd verkoopkanaal is, net zoals verkoop in verkoopruimten en verkoop op afstand, kunnen bepaalde bijzonder agressieve of misleidende marketingpraktijken waarbij de consument zonder voorafgaande instemming thuis wordt bezocht of tijdens commerciële trips, consumenten onder druk zetten om producten te kopen die zij anders niet zouden kopen en/of producten aan te kopen tegen buitensporige prijzen, vaak met onmiddellijke betaling. Dergelijke praktijken zijn vaak gericht op ouderen of andere kwetsbare consumenten. Sommige lidstaten vinden deze praktijken onwenselijk en achten het noodzakelijk om bepaalde vormen en aspecten van buiten verkoopruimten gesloten verkopen in de zin van Richtlijn 2011/83/EU, zoals agressieve en misleidende marketing of verkoop van een product in het kader van ongevraagde huisbezoeken aan consumenten of van commerciële trips, aan banden te leggen op grond van de openbare orde of de eerbiediging van het privéleven van de consument, dat wordt beschermd door artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de EU. In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en teneinde de handhaving te vergemakkelijken, moet derhalve worden verduidelijkt dat Richtlijn 2005/29/EG geen afbreuk doet aan de vrijheid van de lidstaten om zonder dat het nodig is de specifieke praktijk per geval te beoordelen, regelingen te treffen om de legitieme belangen van consumenten te beschermen tegen ongevraagde bezoeken bij hen thuis waarbij producten worden aangeboden of verkocht, of in verband met commerciële trips die een handelaar organiseert met de bedoeling producten te promoten bij of te verkopen aan consumenten, wanneer deze regelingen gerechtvaardigd zijn op grond van de openbare orde of de bescherming van het privéleven. Dergelijke bepalingen moeten evenredig en niet-discriminerend zijn. De lidstaten moeten aan de Commissie kennisgeven van de in dit verband vastgestelde nationale bepalingen, zodat de Commissie deze informatie beschikbaar kan maken voor alle belanghebbenden en de evenredigheid en wettigheid van deze maatregelen kan nagaan. |
(44) Hoewel verkoop buiten verkoopruimten een wettig en beproefd verkoopkanaal is, kunnen bepaalde bijzonder agressieve of misleidende marketingpraktijken waarbij de consument zonder voorafgaande instemming herhaaldelijk en ongewenst thuis wordt bezocht of tijdens commerciële trips, consumenten onder druk zetten om producten te kopen die zij anders niet zouden kopen en/of producten aan te kopen tegen buitensporige prijzen, vaak met onmiddellijke betaling. Dergelijke praktijken zijn vaak gericht op ouderen of andere kwetsbare consumenten. In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en teneinde de handhaving te vergemakkelijken, moet derhalve worden verduidelijkt dat Richtlijn 2005/29/EG geen afbreuk doet aan de vrijheid van de lidstaten om bepalingen vast te stellen om de legitieme belangen van consumenten te beschermen tegen specifieke praktijken zoals herhaaldelijke en ongewenste bezoeken bij hen thuis waarbij producten worden aangeboden of verkocht, of in verband met commerciële trips die een handelaar organiseert met de bedoeling producten te promoten bij of te verkopen aan consumenten, wanneer deze bepalingen evenredig, niet-discriminerend en gerechtvaardigd zijn op grond van dwingende redenen van algemeen belang. De lidstaten moeten de Commissie in kennis stellen van de in dit verband vastgestelde nationale bepalingen, zodat de Commissie deze informatie beschikbaar kan maken voor alle belanghebbenden en kan toezien op de praktijken die aan die nationale bepalingen onderworpen zijn, alsook kan nagaan of deze evenredig en wettig zijn. | ||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Artikel 2 – lid 1 – letter l bis, l ter en l quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter a Richtlijn 2005/29/EG Artikel 3 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 6 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Artikel 7 – lid 4 – letter e bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Artikel 7 – leden 5 bis en 5 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 11 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 11 bis – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 11 bis – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 2 – letter d | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Richtlijn 2005/29/EG Artikel 13 – lid 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt -6 (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 11 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 13 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 ter (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 23 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 quater (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 23 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 quinquies (nieuw) Richtlijn 2005/29/EG Bijlage I – punt 23 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Consumenten gaan bij hun aankoopbeslissingen in toenemende mate af op beoordelingen en aanbevelingen van consumenten. Daarom moet bijlage I worden gewijzigd teneinde daarin dergelijke misleidende praktijken op te nemen. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 – letter d Richtlijn 2011/83/EU Artikel 2 – alinea 1 – punt 16 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 – letter d Richtlijn 2011/83/EU Artikel 2 – alinea 1 – punt 17 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 – letter d Richtlijn 2011/83/EU Artikel 2 – lid 1 – punt 18 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 3 – lid 3 – letter k | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32011L0083&qid=1537797342987&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Deze wijziging is noodzakelijk met het oog op de logische samenhang van de tekst en omdat zij rechtstreeks verband houdt met andere ontvankelijke wijzigingen. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 5 – lid 1 – letter h | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 – alinea 1 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 3 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 – lid 1 – letter s | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – alinea 1 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 – letter a | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 – letter d ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
De kortingen die op onlinemarktplaatsen voor reizen worden aangeboden, hebben vaak geen betrekking op de specifieke data in de zoekopdracht van de consument. Er moet daarom nauwkeurige informatie over prijsverlagingen worden verstrekt in de zoekresultaten van onlinemarktplaatsen. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 – letter d quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
In sommige sectoren zijn er officiële classificatieregelingen (bijvoorbeeld het sterrensysteem voor hotels in de reissector). Onlinemarktplaatsen moeten de officiële classificatie van een product of dienst, indien van toepassing, vermelden. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 bis – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Onlinemarktplaatsen die zich realiseren dat een bepaald aanbod, product of dienst op hun platform illegaal is, moeten consumenten informeren over de mogelijke onwettigheid van het aanbod, het product of de dienst die zij hebben gekocht. Een dergelijke verplichting zorgt voor meer transparantie en bijgevolg een betere bescherming van de consument. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 6 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt -5 (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 7 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(http://www.at4am.ep.parl.union.eu/at4am/ameditor.html?documentID=23770&locale=en#stv!lCnt=1&langISO0=en&crCnt=1&crID0=96674) | |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is nodig voor de interne logica van de tekst en omdat het onlosmakelijk verbonden is met andere ontvankelijke amendementen. In het digitale tijdperk is een bepaling dat alle informatie standaard op papier moet worden verstrekt nutteloos. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt -5 bis (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 7 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32011L0083&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is nodig voor de interne logica van de tekst en omdat het onlosmakelijk verbonden is met andere ontvankelijke amendementen. In het digitale tijdperk is een bepaling dat alle informatie standaard op papier moet worden verstrekt nutteloos. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 – letter a Richtlijn 2011/83/EU Artikel 13 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – lid 1 – punt 7 – letter b Richtlijn 2011/83/EU Artikel 13 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – punt 1 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 14 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 14 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(Zie amendement betreffende artikel 14, lid 2, van Richtlijn 2011/83/EU) | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 9 – punt 1 bis (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 16 – lid 1 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32011L0083&qid=1537955310239&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is noodzakelijk vanwege de interne samenhang van de tekst en omdat het onlosmakelijk verbonden is met andere ontvankelijke amendementen. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 78 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – lid 1 – punt 9 – punt 1 ter (nieuw) Richtlijn 2011/83/EU Artikel 16 – lid 1 – letter h | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32011L0083&qid=1537446850688&from=NL) | |||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is noodzakelijk vanwege de interne samenhang van de tekst en omdat het onlosmakelijk verbonden is met andere ontvankelijke amendementen. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 79 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 9 – punt 3 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 16 – alinea 1 – letter n | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 80 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 81 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 82 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 2 – letter d | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 83 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 84 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 85 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 86 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 87 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 88 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 Richtlijn 2011/83/EU Artikel 24 – lid 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 89 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 11 – letter a Richtlijn 2011/83/EU Bijlage I – punt A | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 90 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 11 – punt 1 – letter c Richtlijn 2011/83/EU Bijlage I – punt 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 91 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – alinea 1 – punt 11 – punt 1 – letter d Richtlijn 2011/83/EU Bijlage IV – punt 5 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 92 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter b), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter c), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 93 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter c), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter d), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 94 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 2 – letter d | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter d), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter e), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 95 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 96 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 97 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 98 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 99 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 100 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 93/13/EEG Artikel 8 ter – lid 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 101 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter b), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter j), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 102 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 2 – letter c | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter c), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter k), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 103 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 2 – letter d | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
(De verwijzing in de aanhef die verband houdt met een gewijzigde wet (artikel 8 ter, lid 2, letter d), komt overeen met artikel 8 ter, lid 2, letter l), van het voorstel van de Commissie. Deze afwijking is het gevolg van een incorrecte nummering in de Engelse versie van het voorstel van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||
Amendement 104 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 2 – letter f bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 105 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 106 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 107 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 108 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 109 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – alinea 1 – alinea 1 Richtlijn 98/6/EG Artikel 8 – lid 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Amendement 110 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 4 bis | ||||||||||||||||||||||||
|
Applicatie voor Europese consumentenrechten | ||||||||||||||||||||||||
|
1. Tegen 1 januari 2021 ontwikkelt de Commissie een mobiele applicatie die dient als toegangspunt voor burgers die informatie zoeken over hun consumentenrechten, en voor consumenten die buitengerechtelijke beslechting zoeken van geschillen die onder Verordening (EU) nr. 524/2013 vallen, en ondersteuning bij klachten via het netwerk van Europese consumentencentra. | ||||||||||||||||||||||||
|
2. De in lid 1 bedoelde mobiele applicatie beschikt over de volgende functies: | ||||||||||||||||||||||||
|
(a) verstrekking van een model voor een elektronisch klachtenformulier dat door de consument kan worden ingevuld; | ||||||||||||||||||||||||
|
(b) verzending van het ingevulde klachtenformulier naar het platform voor onlinegeschillenbeslechting dat is opgericht krachtens Verordening (EU) nr. 524/2013, of naar het bevoegde Europese consumentencentrum, op basis van de betrokken partijen; | ||||||||||||||||||||||||
|
(c) verstrekking van nauwkeurige en actuele informatie op een duidelijke, begrijpelijke en eenvoudig toegankelijke manier over consumentenrechten en -waarborgen bij de aankoop van goederen en diensten. |
- [1] PB C 0 van 0.0.0000, blz. 0.
TOELICHTING
De rapporteur is van mening dat het voorstel van de Commissie op veel punten dient als goede basis, waarmee bevredigende hervormingen worden ingevoerd naar aanleiding van de resultaten van de Refit-beoordeling.
In het ontwerpverslag worden daarom niet veel grote wijzigingen voorgesteld die afwijken van de aanvankelijke benadering van de Commissie, met uitzondering van een van de meest omstreden kwesties: wijzigingen van het herroepingsrecht.
De rapporteur begrijpt de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen de rechten die aan consumenten worden verleend, en de verwachtingen die vervolgens worden gewekt van bedrijven. In het geval van het herroepingsrecht zijn er voorbeelden van hoe het bestaande recht door een klein deel van de consumenten is misbruikt. Dit kan een uitdaging vormen voor kleine ondernemingen en de rapporteur blijft openstaan voor alternatieve verzachtende maatregelen die voor hen kunnen worden ingevoerd.
Desalniettemin verstuurt het door de Commissie gedane voorstel een negatief signaal naar consumenten en de rapporteur is van mening dat dit de groei in elektronische handel ondermijnt. De rapporteur is van mening dat we bij de uitvoering van de strategie voor een digitale eengemaakte markt moeten waarborgen dat de rechtsgrondslagen elders burgers en bedrijven ook bij hun onlineactiviteiten ondersteunen. Met name op dit gebied wordt de onlineverkoop van goederen ondersteund door de mogelijkheid van consumenten om eenvoudig gebruik te maken van hun herroepingsrecht. Veranderingen in deze rollen brengen het risico met zich mee dat consumenten worden afgeschrikt om onlineaankopen te doen en de rapporteur is van mening dat dit voor alle partijen een slechte ontwikkeling zou zijn.
Met betrekking tot sancties stelt de rapporteur enkele wijzigingen voor ter verduidelijking. De rapporteur stelt in het bijzonder voor om in de artikelen duidelijker het standpunt naar voren te brengen dat tot uiting komt in de overwegingen met betrekking tot wanneer een op omzet gebaseerde boete kan worden opgelegd. In de betreffende artikelen wordt dit niet duidelijk verbonden aan gevallen waarin er een succesvolle maatregel is uitgevoerd op grond van de SCB-verordening, dus dit wordt nu expliciet gemaakt.
De rapporteur stelt ook voor om de zienswijze van de Commissie verder te ontwikkelen over hoe kan worden gewaarborgd dat sancties worden gebruikt om de belangen van consumenten te bevorderen. De rapporteur is van mening dat sancties vaak slechts zijdelings ten goede komen aan de personen die schade hebben geleden, als dat al gebeurt. Een actueel voorbeeld hiervan betreft de eigenaren van getroffen Volkswagens die waarschijnlijk geen verschil zien als er al dan niet een boete wordt opgelegd door een nationale overheid, noch wordt de milieuschade rechtstreeks hersteld als gevolg van de boete. De rapporteur stelt daarom voor de inkomsten uit geldboeten duidelijker te koppelen aan concrete maatregelen om de getroffen consumenten te ondersteunen.
De rapporteur stelt enkele nieuwe verduidelijkingen voor bij de bepalingen die betrekking hebben op ongevraagde bezoeken en commerciële trips om de voorwaarden waaronder de lidstaten beperkingen mogen invoeren, beter in te kaderen. Het moge duidelijk zijn dat dit geen discussie wordt over de voor- of nadelen van verkopen aan huis per se, maar eerder een gerichte bepaling om eventuele gevallen van agressieve of misleidende praktijken aan te pakken.
Met betrekking tot de tweevoudige kwaliteit van goederen heeft de rapporteur nauwkeurig nota genomen van de voorlopige uitkomst van het eigen initiatiefverslag over de tweevoudige kwaliteit van goederen in de Commissie IMCO. Hierin werd opgemerkt dat enkele van de voorstellen van de Commissie konden worden verbeterd. In het verslag werden echter geen concrete aanbevelingen gedaan met betrekking tot deze mogelijke verbeteringen. De rapporteur is van mening dat de tekst kan worden verbeterd door middel van een duidelijkere verwijzing naar Europabrede methodologieën en deze wijziging wordt in de overwegingen ingevoerd.
De rapporteur voert twee verduidelijkingen in met betrekking tot de transparantieverplichtingen voor onlinemarktplaatsen.
De eerste heeft betrekking op reclame die wordt weergegeven binnen zoekresultaten. De rapporteur is het eens met de Commissie dat dit moet worden verduidelijkt. Er zijn echter gevallen waarbij "gedane betalingen" een van de criteria zouden zijn voor de rangschikking van zoekresultaten. In deze gevallen is de betaling niet de doorslaggevende parameter en het lijkt dus niet passend om hen op dezelfde manier te behandelen als betaalde advertenties. In geval van een advertentie waarborgt de betaling dat de advertentie bij bepaalde zoekwoorden wordt weergegeven op de pagina, ongeacht de werking van het algoritme van de marktplaats. In het voorstel van de rapporteur wordt ernaar gestreefd dit laatste voorbeeld vast te leggen, wat hij opvat als het doel van de Commissie.
De tweede ingevoerde verduidelijking heeft betrekking op de samenvatting die door de onlinemarktplaatsen moet worden verstrekt over de belangrijkste parameters die de rangschikking van hun zoekresultaten bepalen. De rapporteur is van mening dat beknoptheid hier een goede zaak is. Informatie die aan consumenten ter beschikking wordt gesteld, moet eenvoudig te begrijpen zijn en van toepassing zijn op datgene wat ze op het scherm zien. Het levert voor de consumenten geen aanzienlijke voordelen op twaalf pagina's voorgeschoteld te krijgen met een beschrijving van hoe de zoekmachine mogelijk werkt, vooral niet als ze die informatie even snel willen bekijken. De consument heeft voorts ook de optie om zoekresultaten naar wens opnieuw te formuleren met behulp van filters en rangschikkingshulpmiddelen op de website. De rapporteur is derhalve van mening dat het voldoende is als onlinemarktplaatsen de belangrijkste parameters opgeven en dat een gedetailleerde beschrijving niet nodig is.
Tot slot heeft de rapporteur een voorstel ingediend dat verband houdt met de werking van het platform voor onlinegeschillenbeslechting en de werkzaamheden van de Europese consumentencentra. De rapporteur is van mening dat de zichtbaarheid en de uitoefening van consumentenrechten kunnen worden ondersteund door de ontwikkeling van een mobiele applicatie. De applicatie zou twee doeleinden moeten hebben: a) optreden als eenvoudig referentiepunt voor consumenten die hun consumentenrechten willen begrijpen en toepassen; en b) optreden als een tweede toegangspunt voor de diensten voor geschillenbeslechting en bijstand die worden verleend door het platform voor onlinegeschillenbeslechting en de Europese consumentencentra. De applicatie voert geen andere back-endfuncties uit dan het doorsturen van klachten naar de juiste instantie. Veel consumenten zijn echter niet goed bekend met deze systemen en diensten, dus deze dienst voor "bewegwijzering en doorsturing" zou voor hen een toegevoegde waarde zijn.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de EU |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2018)0185 – C8-0143/2018 – 2018/0090(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
11.4.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
IMCO 2.5.2018 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
ECON 2.5.2018 |
ENVI 2.5.2018 |
JURI 2.5.2018 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
ECON 31.5.2018 |
ENVI 16.5.2018 |
JURI 23.4.2018 |
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Daniel Dalton 16.5.2018 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
11.7.2018 |
3.9.2018 |
10.10.2018 |
21.11.2018 |
|
Datum goedkeuring |
22.1.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 1 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
John Stuart Agnew, Pascal Arimont, Dita Charanzová, Carlos Coelho, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, Daniel Dalton, Nicola Danti, Dennis de Jong, Pascal Durand, Evelyne Gebhardt, Maria Grapini, Robert Jarosław Iwaszkiewicz, Liisa Jaakonsaari, Philippe Juvin, Morten Løkkegaard, Eva Maydell, Marlene Mizzi, Nosheena Mobarik, Jiří Pospíšil, Virginie Rozière, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Olga Sehnalová, Jasenko Selimovic, Igor Šoltes, Ivan Štefanec, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Mylène Troszczynski, Mihai Ţurcanu, Anneleen Van Bossuyt, Marco Zullo |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Biljana Borzan, Edward Czesak, Martin Schirdewan, Adam Szejnfeld, Josef Weidenholzer |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
David Borrelli |
||||
Datum indiening |
28.1.2019 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
37 |
+ |
|
ALDE |
Dita Charanzová, Morten Løkkegaard, Jasenko Selimovic |
|
ECR |
Edward Czesak, Daniel Dalton, Nosheena Mobarik, Anneleen Van Bossuyt |
|
EFDD |
Marco Zullo |
|
ENF |
Mylène Troszczynski |
|
GUE/NGL |
Dennis de Jong, Martin Schirdewan |
|
NI |
David Borrelli |
|
PPE |
Pascal Arimont, Carlos Coelho, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, Philippe Juvin, Eva Maydell, Jiří Pospíšil, Andreas Schwab, Ivan Štefanec, Adam Szejnfeld, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Mihai Ţurcanu |
|
S&D |
Biljana Borzan, Nicola Danti, Evelyne Gebhardt, Maria Grapini, Liisa Jaakonsaari, Marlene Mizzi, Virginie Rozière, Christel Schaldemose, Olga Sehnalová, Catherine Stihler, Josef Weidenholzer |
|
VERTS/ALE |
Pascal Durand, Igor Šoltes |
|
1 |
- |
|
ENF |
John Stuart Agnew |
|
1 |
0 |
|
EFDD |
Robert Jarosław Iwaszkiewicz |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding