VERSLAG over een niet-wetgevingsresolutie over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024)
28.1.2019 - (10858/2018 – C8-0387/2018 – 2018/0267M(NLE))
Commissie visserij
Rapporteur: João Ferreira
NIET-WETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024)
(10858/2018 – C8-0387/2018 – 2018/0267M(NLE))
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad (10858/2018),
– gezien het protocol tot tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024) (10856/2018),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 43, artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), punt v), en artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0387/2018),
– gezien zijn wetgevingsresolutie van ... over het ontwerp van besluit[1],
– gezien artikel 99, lid 2, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A8-0034/2019),
A. overwegende dat de Commissie en de regering van Ivoorkust hebben onderhandeld over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (SFPA EU-Ivoorkust) en een protocol tot tenuitvoerlegging voor een periode van zes jaar;
B. overwegende dat de SFPA EU-Ivoorkust in het algemeen tot doel heeft de samenwerking op visserijgebied tussen de EU en Ivoorkust te versterken, in het belang van beide partijen, door een beleid voor duurzame visserij en duurzame exploitatie van visbestanden in de exclusieve economische zone (EEZ) van Ivoorkust te bevorderen;
C. overwegende dat de benutting van de vangstmogelijkheden in het kader van de vorige SFPA EU-Ivoorkust rond de 79 % lag, wat in het algemeen als goed wordt beschouwd; overwegende echter dat beugvisserijvaartuigen in die periode geen gebruik hebben gemaakt van de beschikbare vangstmogelijkheden;
D. overwegende dat de opeenvolging van verschillende SFPA's tussen de EU en Ivoorkust heeft bijgedragen tot de economie van Ivoorkust, in zoverre dat een beroep wordt gedaan op lokale zeelieden, de haven van Abidjan en de plaatselijke conserveringsfaciliteiten, dat de bijvangst van EU-vaartuigen voor tonijnvisserij met de zegen wordt benut en de lokale controlecapaciteit is versterkt (hoewel deze over het algemeen bescheiden is);
E. overwegende dat de SFPA EU-Ivoorkust een effectievere duurzame ontwikkeling van de Ivoriaanse vissersgemeenschappen en van verwante industrieën en activiteiten moet bevorderen; overwegende dat de steun die zal worden verleend in het kader van het protocol coherent moet zijn met de nationale ontwikkelingsplannen – met name het strategisch plan voor de ontwikkeling van de veeteelt, de visserij en de aquacultuur (PSDEPA) – en het actieplan "blauwe groei", dat is ontworpen met de Verenigde Naties om de productie in de sector te verhogen en te professionaliseren om te kunnen voorzien in de behoeften van de bevolking aan voedsel en banen; overwegende dat uit bovengenoemd strategisch plan blijkt dat voor de verwezenlijking van die doelen een begroting van meer dan 140 miljoen EUR nodig is;
F. overwegende dat de EU, via het Europees Ontwikkelingsfonds, een meerjarige begroting ten bedrage van 273 miljoen EUR bijdraagt aan Ivoorkust en deze middelen concentreert op een aantal domeinen, waaronder infrastructuur, gezondheid en humanitaire hulp;
1. is van mening dat de SFPA EU-Ivoorkust twee doelen moet nastreven die beide even belangrijk zijn: (1) de vaartuigen van de EU vangstmogelijkheden in de EEZ van Ivoorkust bieden, op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en zonder te tornen aan de maatregelen voor instandhouding en beheer die worden genomen door de regionale organisaties waar Ivoorkust bij is aangesloten – hoofdzakelijk de ICCAT – of het beschikbare overschot te overschrijden; en (2) samenwerking tussen de EU en Ivoorkust bevorderen met het oog op een duurzaam visserijbeleid en een verantwoordelijke exploitatie van de visbestanden in de Ivoriaanse visserijzone, en bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de visserijsector van Ivoorkust door middel van economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking, zonder de soevereine keuzes en strategieën van Ivoorkust ten aanzien van die ontwikkeling te ondermijnen;
2. vestigt de aandacht op de bevindingen van de retrospectieve en prospectieve beoordeling van het protocol bij de SFPA EU-Ivoorkust, die werd verricht in september 2017 en waarin wordt gesteld dat het protocol bij de SFPA 2013-2018 in het algemeen had bewezen effectief en efficiënt te zijn en was afgestemd op de desbetreffende belangen, alsook consistent was met het Ivoriaanse sectorale beleid en in hoge mate aanvaardbaar was voor de belanghebbenden, en waarin de aanbeveling werd gedaan een nieuw protocol op te stellen;
3. is van mening dat de SFPA EU-Ivoorkust en het bijbehorende protocol, wanneer zij ten uitvoer worden gelegd en bij een eventuele herziening en/of verlenging ervan, moeten kunnen worden afgestemd op het PSDEPA en het actieplan "blauwe groei" voor de ontwikkeling van de Ivoriaanse visserijsector, en dat zij met name:
– de governance moeten verbeteren, meer bepaald de opstelling en validering van wetgeving en de verdere ontwikkeling van beheersplannen;
– de controle en surveillance in de EEZ van Ivoorkust moeten aanscherpen;
– de maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) moeten versterken, ook in de binnenwateren;
– de bouw en/of renovatie van loskades en havens mogelijk moeten maken, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – de haven van Abidjan;
– de omstandigheden in rokerijen moeten verbeteren, met name voor vrouwen, om zo te zorgen voor een doeltreffender conserveringssysteem;
– de arbeidsomstandigheden voor vrouwen moeten helpen verbeteren, daar zij hoofdzakelijk instaan voor de verwerking van bijvangst;
– beschermde mariene gebieden moeten aanwijzen;
– partnerschappen met derde landen moeten versterken in de vorm van visserijovereenkomsten, waarbij wordt gewaakt over transparantie door de inhoud van deze overeenkomsten te publiceren en door een regionaal programma op te stellen om waarnemers op te leiden en in te zetten;
– de bouw van vismarkten mogelijk moeten maken;
– ervoor moeten zorgen dat organisaties die mannen en vrouwen in de visserijsector vertegenwoordigen sterker worden, met name waar het gaat om ambachtelijke visserij, om zo hun technische, beheers- en onderhandelingsvaardigheden te verbeteren;
– moeten zorgen voor de oprichting en/of renovatie van centra voor basis- en beroepsopleiding, om zo het vaardighedenniveau van vissers en zeelieden te verhogen;
– de wetenschappelijke onderzoekscapaciteit en het vermogen om toezicht uit te oefenen op de visbestanden moeten versterken;
– de duurzaamheid van mariene hulpbronnen in het algemeen moeten verbeteren;
4. is van mening dat de regelgeving om ACS-zeelieden op EU-vissersvaartuigen te laten aanmonsteren, tot 20 % van de bemanning, ambitieuzer zou kunnen; herhaalt dat de IAO-beginselen moeten worden nageleefd en pleit er met name voor dat IAO-Verdrag nr. 188 wordt ondertekend, omdat dit impliceert dat de algemene beginselen van vrijheid van vereniging, vrijheid van collectieve onderhandeling voor werknemers en non-discriminatie op de arbeidsmarkt en op de werkplek in acht moeten worden genomen; dringt er tevens op aan rekening te houden met de eis van plaatselijke vissersvakbonden om socialezekerheids-, gezondheids- en pensioenrechten voor ACS-zeelieden beter in de praktijk om te zetten;
5. is van mening dat er informatie moet worden ingewonnen over de voordelen die de toepassing van het protocol zal opleveren voor de lokale economie (werkgelegenheid, infrastructuur, sociale verbeteringen);
6. acht het wenselijk de kwantiteit en de nauwkeurigheid van gegevens over alle vangsten (doelsoorten en bijvangsten) en over de staat van instandhouding van visbestanden te verbeteren en te zorgen voor een betere tenuitvoerlegging van de financiële middelen voor sectorale steun, zodat het effect van de overeenkomst op het mariene ecosysteem en de vissersgemeenschappen nauwkeuriger kan worden gemeten; verzoekt de Commissie te helpen waarborgen dat de organen die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, met inbegrip van een gemengde wetenschappelijke commissie die daartoe moet worden opgericht, in alle openheid hun werk kunnen doen, en dat verenigingen van ambachtelijke vissers en vrouwelijke visrokers, vakbonden, vertegenwoordigers van kustgemeenschappen, alsook Ivoriaanse maatschappelijke organisaties worden geraadpleegd;
7. verzoekt de Commissie en de lidstaten om in hun op Ivoorkust gerichte beleid inzake samenwerking en officiële ontwikkelingshulp te bedenken dat het Europees Ontwikkelingsfonds en de sectorale steun die in deze SFPA wordt geregeld elkaar moeten aanvullen om sneller en effectiever bij te dragen tot de emancipatie van de plaatselijke vissersgemeenschappen en tot de volledige uitoefening van de soevereiniteit van Ivoorkust over de visbestanden van dat land;
8. verzoekt de Commissie om de Republiek Ivoorkust ertoe aan te sporen de financiële bijdrage waarin is voorzien uit hoofde van het protocol te gebruiken om de nationale visserijsector duurzaam te versterken, door de vraag naar lokale investerings- en industriële projecten te stimuleren en lokale banen te creëren;
9. verzoekt de Commissie het Parlement de notulen en conclusies toe te zenden van de vergaderingen van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, alsook het meerjarige sectorale programma als vermeld in artikel 4 van het protocol en de resultaten van de jaarlijkse evaluaties, en deze documenten publiek te maken; verzoekt de Commissie voorts de deelname van vertegenwoordigers van het Parlement als waarnemer op de bijeenkomsten van de gemengde commissie mogelijk te maken en de deelname van Ivoriaanse vissersgemeenschappen aan te moedigen;
10. verzoekt de Commissie en de Raad om het Parlement binnen de grenzen van hun bevoegdheden in alle fasen van de procedures in verband met het protocol en, in voorkomend geval, de verlenging ervan onmiddellijk en volledig te informeren, overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
11. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering en het parlement van de Republiek Ivoorkust.
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(0000)0000.
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (18.12.2018)
aan de Commissie visserij
inzake een niet-wetgevingsresolutie over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024)
(2018/0267M(NLE))
Rapporteur voor advies: Eleni Theocharous
SUGGESTIES
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de bevoegde Commissie visserij onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
De Commissie dient bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst naar behoren rekening te houden met de volgende punten:
1. de toegang voor EU-vaartuigen moet beperkt worden tot de visbestanden waarvoor Ivoorkust niet beschikt over de capaciteit om ze te oogsten (overschotbestanden) en mag nooit leiden tot vangsten die de maximale duurzame opbrengst overschrijden; de voedingsbehoeften van de plaatselijke bevolking moeten prioritair zijn en tot uiting komen in de lokale aanlandingsverplichtingen, om bij te dragen tot de voedselzekerheid van de inwoners;
2. de Commissie moet de Republiek Ivoorkust ertoe aansporen de financiële bijdrage waarin in het protocol is voorzien, te gebruiken voor sectorale steun om de nationale visserijsector en met name de ambachtelijke visserij op duurzame wijze te versterken, door de vraag naar lokale investeringen en industriële projecten op het gebied van de blauwe economie te stimuleren en lokale banen te creëren;
3. de Commissie moet ernaar streven in het in artikel 4 van het protocol bedoelde meerjarig sectoraal programma doelstellingen op te nemen die:
– de duurzame ontwikkeling bevorderen van de lokale, en met name de ambachtelijke, visserij- en visverwerkende sector, alsmede andere lokale activiteiten en partnerschappen die met deze sector verband houden;
– de rol van vrouwen en jongeren in de ambachtelijke visserij bevorderen, met name door de verkoop van bijvangst en tonijn van lagere kwaliteit, zogeheten "valse vis", te reguleren, zodat een billijk aandeel rechtstreeks wordt verkocht aan lokale marktdeelnemers;
– de monitoring, controle en bewaking van de Ivoriaanse wateren versterken door een coherente strategie ter bescherming van de exclusieve economische zone (EEZ) in te voeren, en zo illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij en de nadelige economische, sociale en milieugevolgen ervan verder voorkomen;
– transparantie garanderen van het gebruik van sectorale financiering in het kader van het protocol, om de absorptiepercentages te monitoren en te verbeteren en om ervoor te zorgen dat de overeenkomst tastbare resultaten oplevert ter ondersteuning van de lokale visserij en de plaatselijke bevolking in het algemeen;
4. de Commissie moet de Republiek Ivoorkust steun verlenen bij het beheer van haar absorptievermogen van de ontvangen middelen, zowel om een optimaal gebruik hiervan te waarborgen als om ervoor te zorgen dat de overeenkomst tastbare resultaten oplevert ter ondersteuning van de lokale visserij en de plaatselijke bevolking in het algemeen;
5. de in het protocol opgenomen mogelijkheden inzake werk voor vissers uit de ACS-landen aan boord van EU-vaartuigen moeten ten volle worden benut, waarbij vissers uit Ivoorkust prioriteit moeten krijgen;
6. de Commissie moet ernaar streven de handhaving van het toezicht op en de evaluatie van de in het protocol en het daaruit voortvloeiende meerjarig sectoraal programma vermelde activiteiten te garanderen, teneinde duurzame praktijken, de arbeidswetgeving en behoorlijke werkomstandigheden, alsmede de in de overeenkomst vastgestelde bescherming van de mensenrechten te waarborgen; aan het Parlement en de Raad moet een jaarverslag worden voorgelegd om de transparantie te bevorderen en ervoor te zorgen dat de middelen ter ondersteuning van het sectorale visserijbeleid in Ivoorkust daadwerkelijk daarvoor worden gebruikt; bij de opstelling van het verslag moet ook rekening worden gehouden met de regionale dimensie om zicht te krijgen op het effect van de visserijovereenkomsten die de EU in de regio heeft afgesloten, en op de gevolgen daarvan voor de visserijovereenkomst met Ivoorkust.
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Ivoorkust en de Europese Gemeenschap (2018-2024) |
||||
Document- en procedurenummers |
|||||
Bevoegde commissie
|
PECH
|
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
DEVE 25.10.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Eleni Theocharous 19.9.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
20.11.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
13.12.2018 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
14 0 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Ignazio Corrao, Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Maria Heubuch, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Linda McAvan, Norbert Neuser, Maurice Ponga, Jean-Luc Schaffhauser, Elly Schlein, Bogusław Sonik, Eleni Theocharous, Mirja Vehkaperä, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Frank Engel |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Miguel Urbán Crespo |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
14 |
+ |
|
ALDE |
Mirja Vehkaperä |
|
ECR |
Eleni Theocharous |
|
EFDD |
Ignazio Corrao |
|
ENF |
Jean-Luc Schaffhauser |
|
PPE |
Frank Engel, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Maurice Ponga, Bogusław Sonik |
|
S&D |
Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Linda McAvan, Norbert Neuser, Elly Schlein |
|
VERTS/ALE |
Maria Heubuch |
|
0 |
- |
|
|
|
|
2 |
0 |
|
GUE/NGL |
Miguel Urbán Crespo |
|
PPE |
Joachim Zeller |
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Ivoorkust en de Europese Gemeenschap (2018-2024) |
||||
Document- en procedurenummers |
|||||
Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring |
28.9.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
PECH 25.10.2018 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
DEVE 25.10.2018 |
BUDG 25.10.2018 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 9.7.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
João Ferreira 16.7.2018 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
27.11.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
23.1.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 2 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marco Affronte, Clara Eugenia Aguilera García, Renata Briano, Alain Cadec, David Coburn, Richard Corbett, Linnéa Engström, Sylvie Goddyn, Ian Hudghton, Werner Kuhn, António Marinho e Pinto, Norica Nicolai, Liadh Ní Riada, Annie Schreijer-Pierik, Ricardo Serrão Santos, Isabelle Thomas, Ruža Tomašić, Peter van Dalen, Jarosław Wałęsa |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Norbert Erdős, Verónica Lope Fontagné, Nosheena Mobarik, Maria Lidia Senra Rodríguez |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Tim Aker, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Jo Leinen |
||||
Datum indiening |
28.1.2019 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
23 |
+ |
|
ALDE |
António Marinho e Pinto, Norica Nicolai |
|
ECR |
Peter van Dalen, Nosheena Mobarik, Ruža Tomašić |
|
EFDD |
Sylvie Goddyn |
|
GUE/NGL |
Liadh Ní Riada, Maria Lidia Senra Rodríguez |
|
PPE |
Alain Cadec, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Norbert Erdős, Werner Kuhn, Verónica Lope Fontagné, Annie Schreijer-Pierik, Jarosław Wałęsa |
|
S&D |
Clara Eugenia Aguilera García, Renata Briano, Richard Corbett, Ricardo Serrão Santos, Isabelle Thomas |
|
VERTS/ALE |
Marco Affronte, Linnéa Engström, Ian Hudghton |
|
2 |
- |
|
EFDD |
Tim Aker, David Coburn |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding