AANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw
22.2.2019 - (10861/2018 – C8-0445/2018 – 2018/0272(NLE)) - ***
Commissie internationale handel
Rapporteur: Heidi Hautala
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw
(10861/2018 – C8-0445/2018 – 2018/0272(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (10861/2018),
– gezien het ontwerp voor een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (10877/2018),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 207, leden 3 en 4, eerste alinea's, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), v), en artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0445/2018),
– gezien zijn niet-wetgevingsresolutie van ... over het ontwerp van besluit[1],
– gezien artikel 99, leden 1 en 4, en artikel 108, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A8-0083/2019),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Socialistische Republiek Vietnam.
- [1] Aangenomen teksten van die datum, P8_TA(0000)0000.
TOELICHTING
Achtergrond
Vietnam is, na Indonesië en Maleisië, het derde land in Azië dat onderhandelingen over een vrijwillige partnerschapsovereenkomst (VPO) is aangegaan. De onderhandelingen werden in mei 2017 afgerond en de overeenkomst werd op 19 oktober 2018 ondertekend. De VPO heeft tot doel om, in overeenstemming met de gezamenlijke toezeggingen van de EU en Vietnam op het gebied van duurzaam bosbeheer, een rechtskader te bieden dat moet waarborgen dat alle hout en houtproducten uit Vietnam die in de EU ingevoerd worden en die onder de VPO vallen, legaal geproduceerd zijn.
Vietnam is een belangrijk land op het gebied van houthandel en bezit de op vijf na grootste, op export georiënteerde houtverwerkingssector ter wereld. Het is ook een belangrijke importeur van hout en houtproducten. In de fabrieken van het land werden in 2017 circa 34 miljoen kubieke meter hout en houtproducten verwerkt, waarvan 25 % was geïmporteerd en 75 % afkomstig was van binnenlandse plantages, die veelal in het bezit zijn van en beheerd worden door kleine boeren. De grootste landen van herkomst van stammen en gezaagd hout waren in 2017 Kameroen, de VS en Cambodja. In de periode 2011-2017 is de import met 68 % toegenomen. Vietnam is, als verwerkingsknooppunt, een belangrijke exporteur van houtproducten naar de EU, maar ook naar de landen in de regio, met name China.
Het werd geconfronteerd met de grote uitdaging om de illegale houthandel aan te pakken: in het verleden vanuit Laos, tot de effectieve invoering van een uitvoerverbod, en de afgelopen jaren vanuit Cambodja. Sinds 2015 is Cambodja de op een na grootste leverancier van tropisch hout van Vietnam, ondanks berichten over een uitvoerverbod naar Vietnam[1]. Beide landen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het aanwakkeren van deze illegale handel, aangezien Vietnamese autoriteiten, met name op provinciaal niveau, formele beslissingen hebben genomen die in strijd zijn met de wetgeving van het land van oorsprong, zoals het beheer van formele importquota.
De VPO: ratificatie als begin van de weg
Een land dat een VPO aangaat, verbindt zich ertoe een beleid op te zetten dat erop gericht is te waarborgen dat geen illegaal verkregen hout geëxporteerd wordt naar derde landen, met name de EU[2]. De ondertekening van de VPO is dus de eerste stap in een lang proces waarbij Vietnam de volledige reeks wetgevingsmaatregelen (het zogeheten "Timber Legality Assurance System" of TLAS) moet aannemen en de nodige administratieve structuren en capaciteit moet opzetten om de uit de VPO voortvloeiende verplichtingen ten uitvoer te leggen en te handhaven. De VPO zal derhalve bijdragen aan de fundamentele hervorming van de houtkap in Vietnam. Het is voor Vietnam, als verwerkingsknooppunt, cruciaal om ook wetgeving aan te nemen die waarborgt dat enkel legaal geproduceerd hout op zijn markt wordt geïmporteerd. Vietnam heeft zich ertoe verbonden dergelijke maatregelen voor importcontrole aan te nemen. Dat behoort zonder twijfel tot de grootste verwezenlijkingen van de VPO.
De rapporteur is van mening dat de importwetgeving van Vietnam een centrale rol speelt in de volledige tenuitvoerlegging van de VPO. Vietnam heeft al toegezegd zorgvuldigheidsverplichtingen voor invoerders van hout en houtproducten op te nemen. Het doel is dan ook te waarborgen dat de Vietnamese houtwetgeving zo veel mogelijk gelijkwaardig is aan de EU-houtverordening (EUTR), met name door te voorzien in gelijkwaardige zorgvuldigheidseisen. Bovendien heeft Vietnam zich er ook toe verbonden de wetgeving van het land van oorsprong op te nemen als een element om wettigheid in het kader van het TLAS te definiëren Tot nu toe heeft Vietnam echter niet overwogen om de invoer van illegaal gekapt hout op de Vietnamese markt volledig te verbieden, wat een verplichting zou inhouden om dergelijk illegaal gekapt hout in beslag te nemen.
Pas wanneer Vietnam alle verbintenissen uit hoofde van de VPO ten uitvoer heeft gelegd[3], kan het toetreden tot het Flegt-vergunningensysteem. Dat zou een belangrijke stap zijn, ook met betrekking tot de markttoegang tot de EU-markt, aangezien hout dat via een Flegt-vergunning wordt ingevoerd, geacht wordt legaal te zijn overeenkomstig de EUTR. De toegang tot Flegt-vergunningen is een doelstelling op lange termijn, aangezien Vietnam de volledige tenuitvoerlegging van de VPO-verbintenissen moet waarborgen en moet aantonen dat het de capaciteit heeft om de betreffende nationale wetgeving te handhaven. Aangezien de toetreding van Vietnam tot het Flegt-vergunningensysteem goedgekeurd wordt middels een procedure met gedelegeerde handelingen, heeft het Europees Parlement de taak om zorgvuldig te beoordelen of aan de vereisten en verbintenissen uit hoofde van de VPO is voldaan. De rapporteur is van mening dat de begeleidende resolutie bij de aanbeveling tot goedkeuring de mogelijkheid biedt om duidelijkheid te verschaffen over de benchmarks om te beoordelen of Vietnam in de toekomst klaar is om toe te treden tot het Flegt-vergunningensysteem van de EU.
Verband tussen de VPO en de vrijhandelsovereenkomst
De VPO en de vrijhandelsovereenkomst hebben tot dusver een wederzijds ondersteunende rol gespeeld. Deze twee overeenkomsten komen samen in het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling van de vrijhandelsovereenkomst, die bepalingen bevat over duurzaam bosbeheer en handel in bosproducten, en die expliciet verwijst naar de VPO[4]. Na inwerkingtreding zal de vrijhandelsovereenkomst de handel in VPO-houtproducten liberaliseren. De algemene zorgvuldigheidsverplichtingen uit hoofde van de EUTR zullen hiervoor gelden, tot de aanvang van de Flegt-vergunningen. Vietnam wordt momenteel niet beschouwd als een land met een hoog risico wat de invoer in de EU betreft. Er is echter behoefte aan verdere monitoring van de evolutie van de bilaterale houthandel, ook in het kader van het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling van de vrijhandelsovereenkomst, om te verzekeren dat de aanvullende liberalisering geen extra risico’s met zich meebrengt.
Concluderend stelt de rapporteur voor dat de begeleidende resolutie bij de aanbeveling tot goedkeuring gericht moet zijn op de volgende benchmarks voor de tenuitvoerlegging van de VPO:
• Vietnam moet invoerwetgeving vaststellen waarin is voorzien in robuuste zorgvuldigheidsverplichtingen. Dergelijke zorgvuldigheid mag niet beperkt zijn tot een louter aanvinken van vakjes, maar moet alle noodzakelijke stappen van passende zorgvuldigheid omvatten, zoals risicobeoordeling en -beperking. Bovendien mag deze zorgvuldigheid niet alleen knip-en-plakwerk uit de EUTR omvatten, maar moet zij samengaan met een toereikende institutionele structuur om een adequate handhaving te waarborgen.
• Vietnam moet in zijn invoerwetgeving voorzien in een verbod om illegaal gekapt hout op de markt te brengen, in aanvulling op de zorgvuldigheidsverplichting. Dat moet ook de mogelijkheid bieden om het illegaal gekapte hout dat door de douane is gepasseerd in beslag te nemen.
• Het TLAS mag niet alleen op papier worden toegepast maar moet ook worden gehandhaafd. Dat impliceert dat de bevoegde openbare instanties hervormd moeten worden en er voldoende middelen nodig zijn. De handhaving is cruciaal om te verzekeren dat de VPO niet wordt gebruikt voor het "witwassen" van illegaal hout.
• Vietnam moet instemmen met een actieplan voor de tenuitvoerlegging van de VPO, om het hoge niveau van toezeggingen aan te houden, met inbegrip van maatregelen om de invoer van illegaal hout vooraleer het TLAS operationeel wordt, aan te pakken.
• Vietnam moet ook overwegen zijn uitvoervergunningsstelsel in de toekomst uit te breiden naar alle derden landen, ook buiten de EU.
• Het moet ook inspanningen leveren om de wijdverbreide corruptie te stoppen, in het bijzonder in verband met de douaneautoriteiten, die een leidende rol spelen bij de tenuitvoerlegging en handhaving van de beleidsmaatregelen en instrumenten in het kader van de VPO. Vietnam moet onderzoeken wie verantwoordelijk is voor het toestaan en beheren van de illegale handel uit het verleden, en deze personen uit hun functie ontzetten en voor de rechter brengen.
• Alle illegale houtstromen via de grens met Cambodja moeten worden beëindigd. Hout uit Cambodja moet in de Vietnamese wetgeving dus beschouwd worden als sterk risicovol. Ook de mogelijkheid om de invoer uit Cambodja volledig stop te zetten moet worden onderzocht. De dialoog tussen beide landen moet worden verbeterd.
• De Commissie moet de druk op de grote importerende landen in de regio, zoals China en Japan, handhaven. Deze VPO heeft een zeer belangrijke regionale dimensie en kan positieve overloopeffecten opleveren voor andere belangrijke importeurs. De Commissie moet echter in de bilaterale betrekkingen met die landen meer prioriteit geven aan de aanpak van de illegale houthandel.
• De VPO is tot nu toe een toonbeeld van betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in Vietnam geweest. Dit moet worden voortgezet, en Vietnam moet zich houden aan zijn belofte om maatschappelijke organisaties te betrekken bij de uitvoering van de VPO. De betrokkenheid van maatschappelijke organisaties is een belangrijke pijler van het VPO-governancesysteem.
- [1] https://www.phnompenhpost.com/national/despite-ban-timber-exports-vietnam-nearing-2016-total
- [2] De VPO bestrijkt alle grote producten die naar de EU worden geëxporteerd, in het bijzonder de vijf verplichte houtproducten als gedefinieerd in de Flegt-verordening van 2005 (stammen, gezaagd hout, spoorbielzen, triplex en fineerhout) en omvat tevens een aantal andere houtproducten zoals houtspaanders, parketvloeren, spaanplaten en houten meubels. De overeenkomst heeft betrekking op de uitvoer naar alle derde landen, maar het vergunningensysteem is in elk geval in de beginfase uitsluitend toepassing op uitvoer naar de EU.
- [3] Of het systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (TLAS) voldoet aan de eisen voor Flegt-vergunningen wordt eerst gezamenlijk beoordeeld door de EU en Vietnam. Uitsluitend wanneer beide partijen het erover eens zijn dat het systeem robuust genoeg is, kan het vergunningensysteem in werking worden gesteld.
- [4] Artikel 13.8, lid 2, onder a): [iedere partij dient] de handel in hout afkomstig uit op duurzame wijze beheerde bossen, dat is gekapt overeenkomstig de nationale wetgeving van het land van houtkap, te bevorderen; een mogelijke maatregel in dit verband is de sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt).
BIJLAGE: LIJST VAN INSTANTIES WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INFORMATIE HEEFT ONTVANGEN
De volgende lijst is op zuiver vrijwillige basis en onder exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur opgesteld. De rapporteur heeft informatie gekregen van de volgende instanties en personen bij de voorbereiding van de ontwerpwetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw:
Instantie en/of persoon |
||
Faith Doherty, Jago Wadley |
Environmental Investigation Agency, EIA |
|
Edwin Shanks |
European Forest Institute, EFI |
|
Vertegenwoordigers |
Handicraft and Wood industry association in Ho Chi Minhstad, HAWA |
|
Perrine Fournier |
FERN |
|
Jo Blackman |
Global Witness |
|
de heer Nguyen Xuan Phuc, premier van Vietnam |
Vietnamese regering |
|
de heer Nguyen Xuan Cuong, minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
Vietnamese regering |
|
de heer Hà Công Tuấn, viceminister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
Vietnamese regering |
|
mevrouw Nguyen Thi Kim Ngan, voorzitter van de Nationale Vergadering |
Vietnamees Parlement |
|
Provincie-autoriteiten, douane, politie, grenswacht, provinciebestuur |
Provincie Gia Lai, Vietnam |
|
Vertegenwoordigers |
Centre for Education and Development, CED, Vietnam (ngo) |
|
Vertegenwoordigers |
Centre for Sustainable Rural Development, SRD, Vietnam (ngo) |
|
Vertegenwoordigers |
Pan Nature, Vietnam (ngo) |
|
Vertegenwoordigers |
Wereldnatuurfonds, WNF, Vietnam |
|
de heer Say Sam Al, minister van Milieu |
Cambodjaanse regering |
|
de heer Veng Sakhon, minister van Landbouw, Bosbouw en Visserij |
Cambodjaanse regering |
|
de heer Sak Setha, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken |
Cambodjaanse regering |
|
Vertegenwoordiger |
Wildlife Conservation Society, WCS, Cambodja |
|
Vertegenwoordiger |
Wereldnatuurfonds, WNF, Cambodja |
|
Vertegenwoordigers |
Prey Lang Community Network, Cambodja |
|
Markus Hardtke |
Forest Crime |
|
Gordana Topic |
Europese Commissie |
|
Hugo-Maria Schally |
Europese Commissie |
|
Astrid Schomaker |
Europese Commissie |
|
Ambassadeur Bruno Angelet |
EDEO, EU-delegatie in Hanoi |
|
Ambassadeur George Edgar |
EDEO, EU-delegatie in Phnom Penh |
|
Ambassadeur Kari Kailaluoto |
Finse ambassade in Hanoi |
|
Vertegenwoordigers |
Duitse ambassade in Hanoi |
|
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (25.1.2019)
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw
(10861/2018 – C8-0445/2018 – 2018/0272(NLE))
Rapporteur voor advies: Jan Zahradil
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel het Parlement aan te bevelen zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw.
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw |
||||
Document- en procedurenummers |
10861/2018 – C8-0445/2018 – COM(2018)0515 – 2018/0272(NLE) |
||||
Bevoegde commissie
|
INTA
|
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
DEVE 25.10.2018 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Jan Zahradil 16.11.2018 |
||||
Behandeling in de commissie |
20.11.2018 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
22.1.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
20 1 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Mireille D’Ornano, Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Maria Heubuch, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Linda McAvan, Norbert Neuser, Vincent Peillon, Lola Sánchez Caldentey, Elly Schlein, Bogusław Sonik, Eleni Theocharous, Anna Záborská, Joachim Zeller, Željana Zovko |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Marina Albiol Guzmán, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Stefan Gehrold, Maria Noichl, Judith Sargentini |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE ADVISERENDE COMMISSIE
20 |
+ |
|
ECR |
Eleni Theocharous |
|
GUE/NGL |
Marina Albiol Guzmán, Lola Sánchez Caldentey |
|
PPE |
Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Stefan Gehrold, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Bogusław Sonik, Anna Záborská, Joachim Zeller, Željana Zovko |
|
S&D |
Doru-Claudian Frunzulică, Enrique Guerrero Salom, Linda McAvan, Norbert Neuser, Maria Noichl, Vincent Peillon, Elly Schlein |
|
VERTS/ALE |
Maria Heubuch, Judith Sargentini |
|
1 |
- |
|
EFDD |
Mireille D'Ornano |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekenst
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw |
||||
Document- en procedurenummers |
10861/2018 – C8-0445/2018 – COM(2018)0515 – 2018/0272(NLE) |
||||
Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring |
19.10.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
INTA 25.10.2018 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
DEVE 25.10.2018 |
|
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Heidi Hautala 29.8.2018 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
20.11.2018 |
23.1.2019 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
19.2.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Laima Liucija Andrikienė, Maria Arena, Tiziana Beghin, Daniel Caspary, Santiago Fisas Ayxelà, Christofer Fjellner, Karoline Graswander-Hainz, Heidi Hautala, Nadja Hirsch, France Jamet, Jude Kirton-Darling, Patricia Lalonde, Bernd Lange, David Martin, Emma McClarkin, Anne-Marie Mineur, Sorin Moisă, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Kārlis Šadurskis, Marietje Schaake, Helmut Scholz, Joachim Schuster |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Klaus Buchner, Ramona Nicole Mănescu, Georg Mayer, Ralph Packet, Bolesław G. Piecha, Fernando Ruas, Lola Sánchez Caldentey |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Georges Bach, Malin Björk, Ramón Jáuregui Atondo, Bernd Kölmel, Julia Pitera, Wim van de Camp, Mirja Vehkaperä, Marco Zanni |
||||
Datum indiening |
22.2.2019 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE
37 |
+ |
|
ALDE |
Nadja Hirsch, Patricia Lalonde, Marietje Schaake, Mirja Vehkaperä |
|
ECR |
Bernd Kölmel, Emma McClarkin, Ralph Packet, Bolesław G. Piecha |
|
EFDD |
Tiziana Beghin |
|
ENF |
France Jamet, Georg Mayer, Marco Zanni |
|
GUE/NGL |
Malin Björk, Anne-Marie Mineur, Lola Sánchez Caldentey, Helmut Scholz |
|
PPE |
Laima Liucija Andrikienė, Georges Bach, Wim van de Camp, Daniel Caspary, Santiago Fisas Ayxelà, Christofer Fjellner, Ramona Nicole Mănescu, Sorin Moisă, Julia Pitera, Fernando Ruas, Kārlis Šadurskis |
|
S&D |
Maria Arena, Karoline Graswander-Hainz, Ramón Jáuregui Atondo, Jude Kirton-Darling, Bernd Lange, David Martin, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Joachim Schuster |
|
VERTS/ALE |
Klaus Buchner, Heidi Hautala |
|
0 |
- |
|
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding