VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023
25.3.2019 - (COM(2018)0614 – C8‑0396/2018 – 2018/0322(COD)) - ***I
Commissie regionale ontwikkeling
Rapporteur: Mirosław Piotrowski
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023
(COM(2018)0614 – C8‑0396/2018 – 2018/0322(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2018)0614),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 177 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C‑0396/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 24 januari 2019[1],
– na raadpleging van het Comité van de Regio's,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling (A8-0181/2019),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter b Verordening (EU) nr. 1303/2013 Artikel 134 – lid 2 – streepje 6 | |||||||||||||
|
- [1] Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
TOELICHTING
Op 7 september 2018 heeft de Commissie een nieuw voorstel ingediend tot wijziging van de huidige verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening) voor de periode 2014‑2020. Deze wijziging betreft de voorfinancieringspercentages voor de jaren 2021‑2023, in het kader van de programma's voor 2014-2020. De financiering in het kader van de GB‑verordening voor 2021‑2027 wordt hierdoor niet beïnvloed.
Bij de huidige percentages leidt de jaarlijkse voorfinanciering die aan de lidstaten wordt betaald tot een jaarlijkse terugvordering van grote bedragen (bijvoorbeeld 6,6 miljard EUR in 2017). Dat betekent dat de lidstaten jaarlijks om betalingskredieten wordt verzocht om hun uit de begroting van de Unie de jaarlijkse voorfinanciering te kunnen betalen, die een jaar later grotendeels moet worden teruggevorderd.
Aangezien de jaarlijkse voorfinanciering beschikbaar wordt gesteld voor een boekjaar dat zich uitstrekt over twee begrotingsjaren, wordt het in jaar N als jaarlijkse voorfinanciering te veel betaalde bedrag behandeld in jaar N+1, wat tot onnodige betalingsstromen leidt.
Daarom stelt de Commissie voor in de periode 2021-2023, dat wil zeggen de laatste drie jaren van de huidige uitvoeringsperiode, die overlapt met de volgende uitvoeringsperiode die in 2021 begint, de jaarlijkse voorfinanciering te beperken. Deze benadering komt voort uit het voorstel voor de periode 2021-2027, waarin het de bedoeling is alleen initiële voorfinanciering uit te keren, in zes jaarlijkse tranches.
Het voorstel van de Commissie om het percentage jaarlijkse voorfinanciering voor 2021‑2023 van 3 % van het steunbedrag uit de Fondsen terug te brengen tot 1 % gaat te ver, en de rapporteur van de Commissie regionale ontwikkeling is van mening dat het beter in verhouding staat om het percentage jaarlijkse voorfinanciering vast te stellen op 2 % voor de behoefte van liquide middelen voor de uitvoering van het programma. Bij dit lagere voorfinancieringspercentage wordt rekening gehouden met de verwachte toename van het aantal aanvragen voor tussentijdse betalingen, de toevoeging van de prestatiereserve aan de basis voor de berekening van de voorfinanciering en de nieuwe voorfinanciering die beschikbaar is voor de programmeringsperiode 2021-2027.
Artikel 134, lid 2, zal daarom worden gewijzigd om de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021-2023 op 2 % te brengen. De jaarlijkse voorfinanciering voor het jaar 2020 wordt gehandhaafd op 3 %. De financiering voor de periode 2021-2023 in het kader van de GB‑verordening voor 2021-2027 zal worden vastgesteld in de nieuwe verordening en wordt niet beïnvloed door deze wijziging.
De rapporteur is van mening dat het Commissievoorstel uitsluitend met een betalingspercentage van 2 % aanvaard kan worden.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023 |
||||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2018)0614 – C8-0396/2018 – 2018/0322(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
7.9.2018 |
|
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
REGI 13.9.2018 |
|
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
BUDG 13.9.2018 |
EMPL 13.9.2018 |
PECH 13.9.2018 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 13.9.2018 |
EMPL 27.9.2018 |
PECH 12.9.2018 |
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Mirosław Piotrowski 22.11.2018 |
|
|
|
|
Vervangen rapporteurs |
Iskra Mihaylova |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
14.2.2019 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.3.2019 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Franc Bogovič, Mercedes Bresso, Aleksander Gabelic, Ivan Jakovčić, Constanze Krehl, Iskra Mihaylova, Mirosław Piotrowski, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Monika Smolková, Ramón Luis Valcárcel Siso, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Kerstin Westphal, Joachim Zeller |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
John Howarth, Ivana Maletić, Milan Zver |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Stanisław Ożóg |
||||
Datum indiening |
25.3.2019 |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
19 |
+ |
|
ALDE |
Ivan Jakovčić, Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg |
|
ECR |
Stanisław Ożóg, Mirosław Piotrowski |
|
PPE |
Franc Bogovič, Ivana Maletić, Lambert van Nistelrooij, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Ramón Luis Valcárcel Siso, Joachim Zeller, Milan Zver |
|
S&D |
Mercedes Bresso, Aleksander Gabelic, John Howarth, Constanze Krehl, Monika Smolková, Kerstin Westphal |
|
0 |
- |
|
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding