AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Unie, van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds
23.1.2020 - (05931/2019 – C9-0020/2019 – 2018/0358(NLE)) - ***
Commissie internationale handel
Rapporteur: Geert Bourgeois
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Unie, van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds
(05931/2019 – C9-0020/2019 – 2018/0358(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad (05931/2019),
– gezien het ontwerp van investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds (05932/2019),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 207, lid 4, eerste alinea, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), punt v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C9-0020/2019),
– gezien zijn niet-wetgevingsresolutie van ...[1] over het ontwerp van besluit,
– gezien artikel 105, leden 1 en 4, en artikel 114, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking,
– gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A9-0002/2020),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Socialistische Republiek Vietnam.
TOELICHTING
De investeringsbeschermingsovereenkomst EU-Vietnam zal bijdragen tot de bevordering van kwalitatief hoogwaardige investeringen tussen Vietnam en de EU. De geactualiseerde benadering van de EU ten aanzien van investeringsbescherming zorgt voor een beter evenwicht tussen het stimuleren en beschermen van investeringen die werkgelegenheid scheppen en de bescherming van het recht van de overheid om beleid te voeren in het algemeen belang.
Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en gezien de exclusieve bevoegdheid op het gebied van directe buitenlandse investeringen, met inbegrip van de aldus verworven investeringsbescherming, hebben EU-onderhandelaars in de vrijhandelsovereenkomsten van de EU met Vietnam en met Singapore bepalingen inzake investeringsbescherming opgenomen. Beide overeenkomsten waren grotendeels vergelijkbaar en hadden dezelfde juridische structuur. In 2015 besloot de Commissie het Hof van Justitie van de EU om advies te verzoeken over de vraag of de EU bevoegd was om zelf de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore te ondertekenen en te sluiten, of dat deelname van de lidstaten noodzakelijk was. Op basis van het op 16 mei 2017 uitgebrachte advies van het Hof, en na discussies tussen de instellingen van de EU over de nieuwe architectuur van de toekomstige vrijhandelsovereenkomsten, werden de vrijhandelsovereenkomsten met Vietnam en met Singapore opgesplitst in uitsluitend de EU betreffende vrijhandelsovereenkomsten en gemengde investeringsbeschermingsovereenkomsten.
De voornaamste onderdelen van de investeringsbeschermingsovereenkomst EU-Vietnam zijn:
precieze normen inzake investeringen, zoals: non-discriminatie; geen onteigening zonder snelle en adequate schadevergoeding; de mogelijkheid om middelen die verband houden met een investering over te dragen en te repatriëren; een algemene garantie van eerlijke en billijke behandeling en fysieke veiligheid; een verbintenis dat regeringen hun eigen schriftelijke en juridisch bindende contractuele verplichtingen ten aanzien van een investeerder zullen nakomen; een verbintenis om verliezen in bepaalde omstandigheden in verband met oorlog of gewapende conflicten te compenseren;
een doeltreffend, permanent en onafhankelijk mechanisme voor het voorkomen en beslechten van geschillen via een permanent internationaal en onafhankelijk investeringsgerecht. De leden van het stelsel van gerechten worden vooraf aangewezen door de EU en door Vietnam en zijn onderworpen aan strenge eisen op het gebied van onafhankelijkheid en integriteit. Het zal mogelijk zijn om in tweede instantie beroep aan te tekenen bij een permanent gerecht van beroep. De transparantie van de procedures wordt gewaarborgd middels de openbaarmaking van documenten, en zittingen die voor het publiek toegankelijk zijn. Een definitieve uitspraak moet afdwingbaar zijn. Nationale rechtbanken mogen niet ingrijpen of de beslissing van het gerecht ter discussie stellen, teneinde transparantie en een eerlijke en billijke behandeling te waarborgen;
precieze definities wanneer regeringen handelen in strijd met de verplichting tot eerlijke en billijke behandeling, waardoor de ruimte voor discretionaire interpretatie wordt weggenomen;
waarborgen tegen mogelijk misbruik van het stelsel, zoals een verbod op meervoudige en parallelle vorderingen, en bepalingen die het mogelijk maken kennelijk ongegronde vorderingen in een vroeg stadium af te wijzen. Voor de toerekening van de procedurekosten is het beginsel “de verliezer betaalt” van toepassing.
De investeringsbeschermingsovereenkomst EU-Vietnam is bijna identiek aan de overeenkomst met Singapore en gaat verder dan de bepalingen inzake investeringsbescherming van de CETA (volledig functionerend gerecht van beroep, gedragscode voor de leden van de gerechten).
Net zoals de investeringsbeschermingsovereenkomst met Singapore bevat de investeringsbeschermingsovereenkomst met Vietnam geen apart hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling. In de preambule is echter een specifieke verwijzing opgenomen naar de PSO en de vrijhandelsovereenkomst EU‑Vietnam en de daarin opgenomen waarden en beginselen, inclusief het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling.
De 21 bestaande bilaterale investeringsovereenkomsten tussen Vietnam en EU-lidstaten zullen worden vervangen door de investeringsbeschermingsovereenkomst, wanneer deze in werking treedt.
Uw rapporteur beveelt aan de overeenkomst goed te keuren.
ADVIES VAN DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (3.12.2019)
aan de Commissie internationale handel
inzake het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Unie van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds
(05931/2019 – C9-0020 – 2018/0358(NLE))
Rapporteur voor advies: Tomas Tobé
BEKNOPTE MOTIVERING
De investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Vietnam heeft tot doel de handel te bevorderen en vele van de nog bestaande belemmeringen voor investeringen weg te nemen.
De investeringshoofdstukken in de overeenkomst voorzien in een brede bescherming van in aanmerking komende buitenlandse investeerders en hun investeringen. Deze bescherming omvat onder andere een verplichting om te voorzien in "eerlijke en billijke behandeling", evenals zogenoemde "volledige bescherming en veiligheid", "nationale behandeling" en "meestbegunstigingsbehandeling".
De totstandbrenging van een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat is belangrijk om investeringen aan te moedigen en het scheppen van banen in Vietnam te ondersteunen. Uw rapporteur voor advies is verheugd over de verbeterde bepalingen van de investeringsbeschermingsovereenkomst in vergelijking met oudere en achterhaalde bepalingen in tussen sommige lidstaten en Vietnam gesloten bilaterale investeringsovereenkomsten. Het werd vooral de hoogste tijd te zorgen voor meer transparantie bij procedures. Het is van wezenlijk belang dat deze bepalingen worden nageleefd en wanneer noodzakelijk worden herzien om ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden volledige toegang hebben tot relevante informatie over lopende geschillenbeslechtingsprocedures betreffende investeringsbescherming.
Uw rapporteur benadrukt verder dat het recht van regeringen om in het openbaar belang regelgeving vast te stellen, onder andere op het gebied van de volksgezondheid, het milieu, arbeidsrechten en fiscaal beleid, volledig wordt geëerbiedigd en geen feitelijke onteigening vormt, noch een schending van de eerlijke en billijke behandeling. Het Europees Parlement heeft het voortouw genomen bij verzoeken om hervorming van het investeringsbeschermingssysteem en zal zeer nauwlettend toezicht blijven houden op de gevolgen van investeringsbeschermingsovereenkomsten, waaronder de voorgestelde overeenkomst met Vietnam, voor zowel het recht om regelgeving vast te stellen als voor elk potentieel afschrikkend effect. Het in de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen Vietnam en de EU opgenomen stelsel van investeringsgerechten, met inbegrip van de verbintenis van beide partijen om het recht om regelgeving vast te stellen te beschermen tegen klachten van investeerders, vormt een belangrijke stap voorwaarts, maar niet het einde van het hervormingsproces.
In dit verband benadrukt uw rapporteur dat de verantwoordelijkheden van investeerders gelijke tred moeten houden met de uitbreiding van de rechten van investeerders, en onderstreept hij het belang van nauw toezicht op de bepalingen en gevolgen van de investeringsbeschermingsovereenkomst en de relatieve vooruitgang bij de vaststelling van de verantwoordelijkheden van investeerders.
Tegen deze achtergrond beveelt uw rapporteur aan de overeenkomst goed te keuren.
******
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de bevoegde Commissie internationale handel het Parlement aan te bevelen zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel betreffende de sluiting van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds.
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds |
|||
Document- en procedurenummers |
05931/2019 – C9-0020/2019 – 2018/0358(NLE) |
|||
Bevoegde commissie
|
INTA
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
DEVE 15.7.2019 |
|||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Tomas Tobé 4.9.2019 |
|||
Behandeling in de commissie |
5.9.2019 |
8.10.2019 |
|
|
Datum goedkeuring |
3.12.2019 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
11 7 6 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Hildegard Bentele, Dominique Bilde, Charles Goerens, Mónica Silvana González, Pierrette Herzberger-Fofana, György Hölvényi, Martin Horwood, Rasa Juknevičienė, Beata Kempa, Pierfrancesco Majorino, Lukas Mandl, Norbert Neuser, Michèle Rivasi, Louis Stedman-Bryce, Marc Tarabella, Tomas Tobé, Miguel Urbán Crespo, Chrysoula Zacharopoulou, Bernhard Zimniok |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Alessandra Basso, Stéphane Bijoux, Marlene Mortler, Caroline Roose, Patrizia Toia |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
11 |
+ |
ECR |
Beata Kempa |
ID |
Bernhard Zimniok |
PPE |
Hildegard Bentele, György Hölvényi, Rasa Juknevičienė, Lukas Mandl, Marlene Mortler, Tomas Tobé |
RENEW |
Stéphane Bijoux, Charles Goerens, Chrysoula Zacharopoulou |
7 |
- |
GUE/NGL |
Miguel Urbán Crespo |
ID |
Alessandra Basso, Dominique Bilde |
NI |
Louis Stedman-Bryce |
VERTS/ALE |
Pierrette Herzberger-Fofana, Michèle Rivasi, Caroline Roose |
6 |
0 |
RENEW |
Martin Horwood |
S&D |
Mónica Silvana González, Pierfrancesco Majorino, Norbert Neuser, Marc Tarabella, Patrizia Toia |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds |
|||
Document- en procedurenummers |
05931/2019 – C9-0020/2019 – 2018/0358(NLE) |
|||
Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring |
1.7.2019 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
INTA 15.7.2019 |
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 24.10.2019 |
DEVE 15.7.2019 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
AFET 4.12.2019 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Geert Bourgeois 23.9.2019 |
|
|
|
Vervangen rapporteurs |
Jan Zahradil |
|||
Behandeling in de commissie |
2.10.2019 |
6.11.2019 |
3.12.2019 |
|
Datum goedkeuring |
21.1.2020 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
26 7 6 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nikos Androulakis, Anna-Michelle Asimakopoulou, Tiziana Beghin, Geert Bourgeois, Daniel Caspary, Anna Cavazzini, Ellie Chowns, Miroslav Číž, Arnaud Danjean, Nicola Danti, Emmanouil Fragkos, Barbara Ann Gibson, Enikő Győri, Roman Haider, Christophe Hansen, Heidi Hautala, Danuta Maria Hübner, Karin Karlsbro, Jude Kirton-Darling, Maximilian Krah, Danilo Oscar Lancini, Bernd Lange, Emmanuel Maurel, Samira Rafaela, Luisa Regimenti, Inma Rodríguez-Piñero, Massimiliano Salini, Helmut Scholz, Liesje Schreinemacher, Sven Simon, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt, Marie-Pierre Vedrenne, Jörgen Warborn, James Wells, Iuliu Winkler, Jan Zahradil |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Saskia Bricmont |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Jordi Cañas |
|||
Datum indiening |
23.1.2020 |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
26 |
+ |
ECR |
Geert Bourgeois, Emmanouil Fragkos, Jan Zahradil |
PPE |
Anna-Michelle Asimakopoulou, Daniel Caspary, Arnaud Danjean, Enikő Győri, Christophe Hansen, Danuta Maria Hübner, Massimiliano Salini, Sven Simon, Jörgen Warborn, Iuliu Winkler |
RENEW |
Jordi Cañas, Barbara Ann Gibson, Karin Karlsbro, Samira Rafaela, Liesje Schreinemacher, Marie-Pierre Vedrenne |
S&D |
Nikos Androulakis, Miroslav Číž, Nicola Danti, Bernd Lange, Inma Rodríguez-Piñero, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt |
7 |
- |
GUE/NGL |
Emmanuel Maurel, Helmut Scholz |
S&D |
Jude Kirton-Darling |
VERTS/ALE |
Saskia Bricmont, Anna Cavazzini, Ellie Chowns, Heidi Hautala |
6 |
0 |
ID |
Roman Haider, Maximilian Krah, Danilo Oscar Lancini, Luisa Regimenti |
NI |
Tiziana Beghin, James Wells |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1]Aangenomen teksten van die datum, P8_TA(0000)0000.