AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

23.1.2020 - (06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE)) - ***

Commissie internationale handel
Rapporteur: Geert Bourgeois

Procedure : 2018/0356(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0003/2020
Ingediende teksten :
A9-0003/2020
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

(06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

 gezien het ontwerp van besluit van de Raad (06050/2019),

 gezien het ontwerp van vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam (06051/2019),

 gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 91, lid 1, artikel 100, lid 2, artikel 207, lid 4, eerste alinea, artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), punt v), en artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C9-0023/2019),

 gezien zijn niet-wetgevingsresolutie van ...[1] over het ontwerpbesluit,

 gezien artikel 105, leden 1 en 4, en artikel 114, lid 7, van zijn Reglement,

 gezien de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie visserij,

 gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A9-0003/2020),

1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Socialistische Republiek Vietnam.

TOELICHTING

De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Vietnam is de meest ambitieuze en uitgebreide overeenkomst in haar soort die tussen de EU en een ontwikkelingsland is gesloten. De overeenkomst vormt een ambitieus model voor het handelsbeleid van de EU met opkomende economieën. Het is een model waarmee we als partners op gelijke voet onderhandelen en een gemeenschappelijke agenda en waarden delen om de groei en werkgelegenheid te stimuleren, het concurrentievermogen te bevorderen, de armoede te bestrijden en structurele hervormingen te consolideren. Hiermee streven we ernaar een voor beide partijen voordelig partnerschap te verwezenlijken.

De EU en Vietnam hebben na meer dan drie jaar onderhandelen in december 2015 een handels- en investeringsovereenkomst gesloten. Vervolgens nam de juridische toetsing van de vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam twee en een half jaar in beslag. Beide zijden werden het in juni 2018 eens over de definitieve tekst van de vrijhandelsovereenkomst. Op 17 oktober 2018 heeft de Commissie de vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam ter goedkeuring naar de Raad van Ministers en ter ratificatie naar het Europees Parlement gestuurd[2]. De overeenkomst werd op 30 juni 2019 in Hanoi ondertekend en het verzoek van de Raad om goedkeuring werd tijdens de plenaire vergadering van 15 juli 2019 in het Parlement bekendgemaakt.

Het overeengekomen resultaat houdt een splitsing in twee delen in – handel en investeringen – om de nieuwe structuur van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU te volgen op basis van advies 2/15 van het HvJ-EU inzake Singapore van 16 mei 2017.

Vietnam is een bloeiende, concurrerende en aangesloten economie met bijna 100 miljoen burgers, een groeiende middenklasse en een jonge en dynamische beroepsbevolking. Vietnam is tevens een van de snelst groeiende landen in de ASEAN met een gemiddeld groeipercentage van het bbp van ongeveer 6,51 % tussen 2000 en 2018. Het land is ook een van de meest open en vrijhandelsvriendelijke economieën in de regio.

De vrijhandelsovereenkomst biedt nieuwe kansen voor groei en ontwikkeling aan beide zijden, bijvoorbeeld door de douanerechten voor EU-producten, met inbegrip van auto’s, auto-onderdelen, machines en pluimvee, drastisch te verlagen en tegelijkertijd deze zeer kwetsbare sectoren te beschermen.

Momenteel is de EU de grootste handelspartner van Vietnam na China en de op een na grootste exportmarkt na de VS. De uitvoer van de EU naar het land is in de afgelopen tien jaar jaarlijks met gemiddeld 5 tot 7 % gegroeid. Het handelstekort van de Unie met Vietnam is echter relatief hoog en bedroeg in 2018 27 miljard EUR.

De vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam omvat verbintenissen ter bescherming van de grondrechten van mensen op de werkplek, van hun mensenrechten in het algemeen en van het milieu. De overeenkomst is opgezet als instrument voor de ontwikkeling en sociale vooruitgang in Vietnam teneinde de inspanningen van Vietnam inzake groei en economische ontwikkeling ten behoeve van zijn gehele bevolking te ondersteunen;

Ze omvat een uitgebreid en bindend hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling waarin arbeids- en milieuvraagstukken aan bod komen. De vrijhandelsovereenkomst verbindt Vietnam ertoe de door Vietnam geratificeerde fundamentele IAO-verdragen uit te voeren en zich te blijven inspannen om de nog uitstaande verdragen te ratificeren, te weten 105 en 87 waarvoor Vietnam op 14 juni 2019 streefdata voor de ratificatie heeft voorgelegd.

Indien niet aan de bepalingen inzake handel en duurzame groei wordt voldaan, voorziet de overeenkomst in een geschillenbeslechtingsmechanisme waarbij regeringen, een panel van onafhankelijke deskundigen en maatschappelijke organisaties worden betrokken. Het maatschappelijk middenveld speelt een cruciale rol bij het toezicht op de tenuitvoerlegging van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling. Meer in het bijzonder voorziet de overeenkomst in de oprichting van interne adviesgroepen bestaande uit vakbonden, milieuorganisaties en ondernemersorganisaties die bij de partijen aanbevelingen kunnen indienen over de tenuitvoerlegging van deze bepalingen. Deze adviesgroepen worden snel na de inwerkingtreding van de overeenkomst opgericht.

De overeenkomst verbindt beide partijen tevens ertoe de internationale milieuovereenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs, uit te voeren, zich in te zetten voor de instandhouding en het duurzame beheer van wilde dieren en planten, biodiversiteit, bosbouw en visserij, en het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de controle op de uitvoering van deze verbintenissen door beide zijden.

De belangrijkste onderdelen van de vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam zijn:

 onmiddellijk na de inwerkingtreding wordt 65 % van de EU-uitvoer naar Vietnam rechtenvrij en de rest wordt na tien jaar rechtenvrij, met een paar uitzonderingen. De EU zal bij inwerkingtreding 71 % van haar invoer rechtenvrij maken en na zeven jaar zal 99 % van de invoer rechtenvrij worden. De tarieven worden geleidelijk aan tijdens overgangsperioden afgeschaft, zodat de producenten zich kunnen aanpassen.

 Uit hoofde van de vrijhandelsovereenkomst is de discriminatie tussen ingevoerde en in het binnenland geproduceerde goederen verboden, alsook het instellen van verboden of beperkingen op de invoer van goederen, overeenkomstig de WTO-regels.

 Staatshandelsondernemingen zijn toegestaan maar zij moeten zich houden aan de WTO-regels.

 Gereviseerde goederen worden op dezelfde manier behandeld als nieuwe goederen.

 Het invoeren en handhaven van uitvoersubsidies voor landbouwproducten die zijn geliberaliseerd door elke partij van invoer, zal worden verboden.

 Vietnam aanvaardt de aanduiding van oorsprong “Made in EU” voor niet-landbouwproducten (met uitzondering van farmaceutische producten). Oorsprongsaanduidingen die verwijzen naar EU-lidstaten blijven aanvaard.

 De in de vrijhandelsovereenkomst opgenomen oorsprongsregels volgen de benadering van de EU en hun belangrijkste kenmerken zijn dezelfde als die van de oorsprongsregels van het SAP van de EU, maar zij omvatten een aantal beperkingen om rekening te houden met de specifieke situatie van beide partijen.

 De bepalingen inzake handelsbelemmeringen gaan verder dan de verplichtingen van de WTO.

 Vietnam verbindt zich ertoe dezelfde vereisten inzake voedselveiligheid toe te passen op soortgelijke producten die uit de lidstaten van de EU afkomstig zijn. De specifieke erkenning door de partijen van de officiële gezondheidsstatus voor bepaalde dierziekten, zoals aanvaard door internationale organisaties, zoals het OIE, is nieuw en zal helpen de belemmeringen in Vietnam inzake BSE te overwinnen.

 Intellectuele-eigendomsrechten (IER): Vietnam zal toetreden tot de WIPO-internetverdragen (toegang tot en gebruik van creatieve werken op het internet of andere digitale netwerken). Auteurs, omroepen, uitvoerende kunstenaars en producenten krijgen meer rechten, zoals het recht op reproductie, distributie onder of communicatie aan het publiek. Vietnam zal de WIPO-aanbeveling inzake de bescherming van algemeen bekende merken toepassen. Vietnam heeft zich ertoe verplicht de periode voor de bescherming van modellen te verlengen tot 15 jaar. De periode voor de gegevensbescherming inzake farmaceutische producten (met inbegrip van biologische producten) en chemische producten voor de landbouw is vastgesteld op vijf jaar. De partijen beschermen kwekersrechten.

 169 Europese geografische aanduidingen zullen op de Vietnamese markt worden erkend en beschermd op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van EU-wetgeving. Tevens zullen 39 Vietnamese geografische aanduidingen in de EU worden erkend en als zodanig worden beschermd.

 De handel in diensten neemt 40 % van het bbp van Vietnam voor zijn rekening. Met deze overeenkomst gaat Vietnam verder dan zijn WTO-verplichtingen en verleent het land een betere toegang tot een aantal subsectoren van het bedrijfsleven (bijv. diensten van stedenbouwkundigen en architecten) en biedt het toegang tot nieuwe markten, zoals het schoonmaken van gebouwen, verpakkingsdiensten, diensten in verband met handelsbeurzen en andere. In het hoger onderwijs heeft Vietnam zich voor het eerst opengesteld voor grensoverschrijdende diensten. In het kader van de financiële dienstverlening heeft Vietnam zich verplicht tot markttoegang en nationale behandeling voor effecten. Vietnam heeft zich opengesteld voor post- en koeriersdiensten, behalve voor die welke onder universele en voorbehouden diensten vallen.

 De vrijhandelsovereenkomst bevordert een aantal regels inzake e-commerce, zoals het verbod van douanerechten op elektronische berichten.

 Vietnam en de EU zijn het eens geworden over voorschriften die aansluiten op de regels van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO. Dit is vooral van betekenis, aangezien Vietnam nog geen partij is bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten. Het hoofdstuk inzake overheidsopdrachten van de vrijhandelsovereenkomst wordt gekenmerkt door een mate van transparantie en eerlijke procedures die vergelijkbaar is met andere vrijhandelsovereenkomsten die de EU met ontwikkelde landen en geavanceerde ontwikkelingslanden heeft ondertekend.

Conclusie

Deze overeenkomst is een belangrijke opstap naar de uiteindelijke doelstelling van de EU inzake een interregionaal vrijhandelsgebied met de ASEAN-landen. In combinatie met soortgelijke overeenkomsten met Singapore en Japan versterkt deze overeenkomst de betrekkingen van de EU met Azië in een tijd waarin de op regels gebaseerde multilaterale handel onder druk staat. De overeenkomst vormt een sterk signaal tegen protectionistische tendensen.

 

Met de handelsovereenkomst tussen de EU en Vietnam zal meer dan 99 % van alle rechten verdwijnen. Aldus worden meer Europese bedrijven ertoe aangespoord in Vietnam te opereren en wordt een betere toegang voor Vietnamese bedrijven tot de EU-markt bevorderd.

 

Het is een overeenkomst van goede kwaliteit die is gebaseerd op waarden. Dankzij het hoofdstuk over handel en ontwikkeling vormt de overeenkomst tevens een belangrijk instrument ter verbetering van het plaatselijke ondernemingsklimaat en van de sociale en milieuvoorwaarden. Met alle verplichtingen en concrete stappen door de Vietnamese autoriteiten dient de handelsovereenkomst nu reeds als instrument om de Vietnamese normen op het niveau van de internationale en Europese arbeids- en milieunormen te tillen. Met de inwerkingtreding van de overeenkomst zal de EU meer druk op Vietnam kunnen uitoefenen op het vlak van mensenrechten en milieuvraagstukken.

 

Uw rapporteur beveelt derhalve aan deze overeenkomst goed te keuren.


 

 

ADVIES VAN DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (3.12.2019)

aan de Commissie internationale handel

inzake het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

(06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE))

Rapporteur voor advies: Tomas Tobé

 

 

 

BEKNOPTE MOTIVERING

Sedert enkele tientallen jaren leveren de EU en haar lidstaten een bijdrage aan de ontwikkeling van Vietnam in vele uiteenlopende sectoren en diverse regio’s en provincies van het land. Door de jaren heen werd Vietnam een van de snelst groeiende landen van de ASEAN (Associatie van Zuidoost-Aziatische staten) en werd het land dus een steeds aantrekkelijkere partner voor Europa en andere regio’s in de wereld. Volgens de Commissie had Vietnam tussen 2000 en 2014 een gemiddeld groeipercentage van het bbp van rond de 6 %.

 

De overeenkomst met Vietnam is de meest ambitieuze en uitgebreide vrijhandelsovereenkomst die de EU ooit met een middeninkomensland heeft gesloten. Als zodanig vormt deze overeenkomst een nieuw ijkpunt voor de contacten van Europa met opkomende economieën. Niet alleen zal hiermee 99 % van de douanerechten op goederen worden afgeschaft, maar tevens worden de Vietnamese dienstenmarkten opengesteld voor bedrijven uit de EU. Volgens cijfers van de Europese Commissie zou dankzij de vrijhandelsovereenkomst de bloeiende Vietnamese economie ten belope van 15 % van het bbp worden gestimuleerd waarbij de Vietnamese uitvoer naar Europa met meer dan een derde zal toenemen.

 

De uiteindelijke doelstelling in Zuidoost-Azië is de sluiting van een interregionale vrijhandelsovereenkomst met alle tien ASEAN-landen. Een overeenkomst met Vietnam (de op een na grootste handelspartner van de EU in de regio) zou een belangrijke stap voorwaarts in deze richting zijn.

 

De overeenkomst is gericht op het bevorderen van de duurzame ontwikkeling aan beide zijden. Zij omvat verbintenissen ter bescherming van de grondrechten van mensen op de werkplek, van hun mensenrechten in het algemeen en van het milieu. Het is tevens de bedoeling de inspanningen van Vietnam inzake groei en economische ontwikkeling ten behoeve van zijn gehele bevolking te ondersteunen.

 

Ten aanzien van de zorgen over de arbeidsrechten en het milieu zijn in de vrijhandelsovereenkomsten verplichtingen opgenomen om de fundamentele normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (bijvoorbeeld de vrijheid om zich bij onafhankelijke vakbonden aan te sluiten en het verbod op kinderarbeid) en VN-verdragen (bijvoorbeeld ter bestrijding van de klimaatverandering en ter bescherming van de biodiversiteit) toe te passen.

 

Ondanks de economische voordelen van een vrijhandelsovereenkomst met Vietnam hebben vele belanghebbenden hun bedenkingen geuit naar aanleiding van de zorgen over de mensenrechten. De politieke veranderingen in Vietnam hebben geen gelijke tred gehouden met de economische ontwikkeling. Het land blijft een eenpartijstaat waarin geen afwijkende mening wordt geduld. Het is een van de landen met de geringste persvrijheid (de 175e plaats onder de 180 landen op de wereldindex voor persvrijheid 2018 van Verslaggevers zonder grenzen).

 

Ondanks bovengenoemde zorgen over de mensenrechten is uw rapporteur voor advies van mening dat het sluiten van de vrijhandelsovereenkomst in het belang van zowel de EU als Vietnam is. Tegen deze achtergrond beveelt de rapporteur aan de overeenkomst goed te keuren.

******

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de bevoegde Commissie internationale handel het Parlement aan te bevelen zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam; (2018/0356(NLE)).


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

Document- en procedurenummers

06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE)

Bevoegde commissie

 

INTA

 

 

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

DEVE

15.7.2019

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Tomas Tobé

4.9.2019

Behandeling in de commissie

8.10.2019

 

 

 

Datum goedkeuring

3.12.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

11

7

6

Bij de eindstemming aanwezige leden

Hildegard Bentele, Dominique Bilde, Charles Goerens, Mónica Silvana González, Pierrette Herzberger-Fofana, György Hölvényi, Martin Horwood, Rasa Juknevičienė, Beata Kempa, Pierfrancesco Majorino, Lukas Mandl, Norbert Neuser, Michèle Rivasi, Louis Stedman-Bryce, Marc Tarabella, Tomas Tobé, Miguel Urbán Crespo, Chrysoula Zacharopoulou, Bernhard Zimniok

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Alessandra Basso, Stéphane Bijoux, Marlene Mortler, Caroline Roose, Patrizia Toia

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

11

+

ECR

Beata Kempa

ID

Bernhard Zimniok

PPE

Hildegard Bentele, György Hölvényi, Rasa Juknevičienė, Lukas Mandl, Marlene Mortler, Tomas Tobé

RENEW

Stéphane Bijoux, Charles Goerens, Chrysoula Zacharopoulou

 

7

-

GUE/NGL

Miguel Urbán Crespo

ID

Alessandra Basso, Dominique Bilde

NI

Louis Stedman-Bryce

VERTS/ALE

Pierrette Herzberger-Fofana, Michèle Rivasi, Caroline Roose

 

6

0

RENEW

Martin Horwood

S&D

Mónica Silvana González, Pierfrancesco Majorino, Norbert Neuser, Marc Tarabella, Patrizia Toia

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 


 

 

ADVIES VAN DE COMMISSIE VISSERIJ (3.12.2019)

aan de Commissie internationale handel

inzake het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

(06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE))

Rapporteur voor advies: Pietro Bartolo

 

 

 

BEKNOPTE MOTIVERING

In 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen over een interregionale vrijhandelsovereenkomst met landen van de Asean.  Op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad in 2007 heeft aangenomen, en die in oktober 2013 zijn uitgebreid met investeringsbescherming, heeft de Commissie met Vietnam onderhandeld over een ambitieuze en veelomvattende vrijhandelsovereenkomst en een investeringsbeschermingsovereenkomst. Deze overeenkomsten hebben tot doel nieuwe mogelijkheden en rechtszekerheid te scheppen voor de tussen beide partners verder te ontwikkelen handel en investeringen.

In artikel 13.9 van de vrijhandelsovereenkomst (Handel en duurzaam beheer van mariene biologische rijkdommen en aquacultuurproducten) erkennen de partijen het belang van de instandhouding en het duurzame beheer van mariene biologische rijkdommen en mariene ecosystemen en de bevordering van een verantwoorde en duurzame aquacultuur.

In oktober 2017, nadat was aangetoond dat Vietnamese visserijvoertuigen een aantal keer de wateren van buurlanden waren binnengevaren, stelde de Commissie de lidstaten ervan op de hoogte dat het land niet voldeed aan de vereisten voor de voorkoming van illegale, ongemelde en ongereguleerde (IOO) visserij, en startte het een “gele kaart”-procedure tegen het land in het kader van de IOO-verordening.

Een delegatie van de Commissie visserij bracht in november 2018 een bezoek aan Vietnam (Hanoi en Ninham) om een evaluatie uit te voeren van de door de Vietnamese autoriteiten getroffen maatregelen om IOO-visserijpraktijken te bestrijden, waaronder het actieplan voor de hervorming van de Vietnamese visserijsector.

De rapporteur voor advies van de Commissie visserij wenst zich niet te begeven op het vlak van een politieke evaluatie van de overeenkomst; hiervoor zijn andere commissies verantwoordelijk. Hij is van oordeel dat de overeenkomst moet worden goedgekeurd door het Parlement, omdat zij een stabiel kader zou bieden voor handel met een belangrijke partner van de EU.  Wat de niet-wetgevingsresolutie van de Commissie internationale handel betreft, meent hij echter dat sommige kwesties omtrent de toezegging van de Vietnamese autoriteiten om IOO-visserij tegen te gaan, gerichter moeten worden aangepakt.  Zo wordt de nieuwe kaderwet voor de visserijsector nog onvoldoende toegepast, evenals de structuren voor gecoördineerd toezicht, controle en handhaving om IOO-visserij doeltreffend te bestrijden en voorkomen. Ook staan de Vietnamese autoriteiten nog steeds voor uitdagingen in verband met de overcapaciteit van de sterk versnipperde visserijvloot en de overbevissing die wordt gestimuleerd door de snelgroeiende verwerkingssector voor visserijproducten. Voorts is het zaak de visserijvloot nauwlettend te volgen en maatregelen te treffen met het oog op de volledige traceerbaarheid van visserijproducten die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU‑markt.

Om deze redenen is de rapporteur van mening dat preferentiële tarieven voor visserij- en aquacultuurproducten hand in hand moeten gaan met toezicht op de uitvoering van het Vietnamese actieplan om IOO-visserij tegen te gaan en met een herziening van de door Vietnam gedane toezeggingen in het kader van het hoofdstuk “Handel en Duurzame Ontwikkeling”.  Bovendien vindt hij dat de EU volledig gebruik moet maken van de instrumenten die zij tot haar beschikking heeft – zoals de “rode kaart” – indien Vietnam niet voldoet aan de voorwaarden voor duurzame visserij, om de veiligheid van op de EU-markt ingevoerde visserijproducten te waarborgen en EU-consumenten te beschermen.

Ten slotte herinnert hij eraan dat de “gele kaart” die de Europese Commissie in oktober 2017 heeft afgegeven, moet worden gezien als een aansporing van de Vietnamese autoriteiten om zich te blijven inspannen voor de duurzaamheid van de Vietnamese visserijactiviteiten en om IOO-visserijactiviteiten doeltreffend te bestrijden. Daarom staat hij achter de aanvraag van Vietnam om volwaardig lid te worden van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC), in het kader waarvan de EU en Vietnam verder kunnen zouden samenwerken en zouden kunnen aandringen op ambitieuzere maatregelen ter beperking van IOO-visserij in het WCPFC-verdragsgebied.

******

De Commissie visserij verzoekt de bevoegde Commissie internationale handel het Parlement aan te bevelen zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam.


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

Document- en procedurenummers

06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE)

Bevoegde commissie

 

INTA

 

 

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

PECH

15.7.2019

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Pietro Bartolo

23.7.2019

Behandeling in de commissie

4.9.2019

12.11.2019

 

 

Datum goedkeuring

3.12.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

6

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Clara Aguilera, Christian Allard, Pietro Bartolo, François-Xavier Bellamy, Izaskun Bilbao Barandica, Rosanna Conte, Richard Corbett, Rosa D’Amato, Chris Davies, João Ferreira, Søren Gade, Francisco Guerreiro, Niclas Herbst, Pierre Karleskind, Predrag Fred Matić, Francisco José Millán Mon, Grace O’Sullivan, Manuel Pizarro, Ruža Tomašić, Peter van Dalen, Theodoros Zagorakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Carmen Avram, Nicolás González Casares, Ska Keller, June Alison Mummery, Maxette Pirbakas, Caroline Roose, Bert-Jan Ruissen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Jeroen Lenaers, Robert Rowland

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

17

+

ECR

Bert-Jan Ruissen, Ruža Tomašić

PPE

Peter van Dalen, Niclas Herbst, Jeroen Lenaers, Francisco José Millán Mon, Cláudia Monteiro de Aguiar, Maria Walsh, Theodoros Zagorakis

RENEW

Chris Davies, Pierre Karleskind

S&D

Clara Aguilera, Pietro Bartolo, Richard Corbett, Nicolás González Casares, Predrag Fred Matić, Manuel Pizarro

 

6

-

GUE/NGL

João Ferreira

NI

Rosa D'Amato, June Alison Mummery

VERTS/ALE

Christian Allard, Francisco Guerreiro, Grace O'Sullivan

 

2

0

ID

Rosanna Conte, Maxette Pirbakas

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 


 

 

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

Document- en procedurenummers

06050/2019 – C9-0023/2019 – 2018/0356(NLE)

Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring

1.7.2019

 

 

 

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

INTA

15.7.2019

 

 

 

Medeadviserende commissies

 Datum bekendmaking

AFET

24.10.2019

DEVE

15.7.2019

PECH

15.7.2019

 

Geen advies

 Datum besluit

AFET

4.12.2019

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Geert Bourgeois

23.9.2019

 

 

 

Vervangen rapporteurs

Jan Zahradil

Behandeling in de commissie

2.10.2019

6.11.2019

3.12.2019

 

Datum goedkeuring

21.1.2020

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

6

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nikos Androulakis, Anna-Michelle Asimakopoulou, Tiziana Beghin, Geert Bourgeois, Jordi Cañas, Daniel Caspary, Anna Cavazzini, Ellie Chowns, Miroslav Číž, Arnaud Danjean, Nicola Danti, Emmanouil Fragkos, Barbara Ann Gibson, Enikő Győri, Roman Haider, Christophe Hansen, Heidi Hautala, Danuta Maria Hübner, Karin Karlsbro, Jude Kirton-Darling, Maximilian Krah, Danilo Oscar Lancini, Bernd Lange, Emmanuel Maurel, Samira Rafaela, Luisa Regimenti, Inma Rodríguez-Piñero, Massimiliano Salini, Helmut Scholz, Liesje Schreinemacher, Sven Simon, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt, Marie-Pierre Vedrenne, Jörgen Warborn, James Wells, Iuliu Winkler, Jan Zahradil

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Saskia Bricmont

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Nicolas Bay

Datum indiening

23.1.2020

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

29

+

ECR

Geert Bourgeois, Emmanouil Fragkos, Jan Zahradil

ID

Roman Haider, Maximilian Krah

NI

Tiziana Beghin

PPE

Anna-Michelle Asimakopoulou, Daniel Caspary, Arnaud Danjean, Enikő Győri, Christophe Hansen, Danuta Maria Hübner, Massimiliano Salini, Sven Simon, Jörgen Warborn, Iuliu Winkler

RENEW

Jordi Cañas, Barbara Ann Gibson, Karin Karlsbro, Samira Rafaela, Liesje Schreinemacher, Marie-Pierre Vedrenne

S&D

Nikos Androulakis, Miroslav Číž, Nicola Danti, Bernd Lange, Inma Rodríguez-Piñero, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt

 

6

-

GUE/NGL

Emmanuel Maurel, Helmut Scholz

VERTS/ALE

Saskia Bricmont, Anna Cavazzini, Ellie Chowns, Heidi Hautala

 

5

0

ID

Nicolas Bay, Danilo Oscar Lancini, Luisa Regimenti

NI

James Wells

S&D

Jude Kirton-Darling

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 6 februari 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid