VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking)
18.6.2020 - (COM(2019)0331 – C9-0042/2019 – 2019/0151(COD)) - ***I
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Marisa Matias
(Herschikking – artikel 110 van het Reglement)
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- TOELICHTING
- BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
- BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE
- PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking)
(COM(2019)0331 – C9-0042/2019 – 2019/0151(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure – herschikking)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2019)0331),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 173, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0042/2019),
– gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrond,
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Roemeense Kamer van Afgevaardigden, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[1],
– gezien de brief van 10 januari 2020 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie industrie, onderzoek en energie overeenkomstig artikel 110, lid 3, van zijn Reglement,
– gezien de artikelen 110, 59 en 40 van zijn Reglement,
– gezien het advies van de Commissie cultuur en onderwijs,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A9-0120/2020),
A. overwegende dat het voorstel van de Commissie volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast, rekening houdend met de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De verantwoordelijkheid voor een goed klimaat voor de industriële sector, het concurrentievermogen en innovatie ligt primair bij de lidstaten. Gezien de aard en de omvang van de te leveren innovatie-inspanningen in de Unie, zijn echter ook maatregelen van de Unie vereist. |
(2) De verantwoordelijkheid voor een goed klimaat voor de industriële sector, het concurrentievermogen en innovatie ligt primair bij de lidstaten. Gezien de aard en de omvang van de te leveren innovatie-inspanningen zijn echter ook maatregelen van de Unie vereist. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Het EIT moet erop gericht zijn om, hoofdzakelijk via zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s), innovatie-ecosystemen die wereldwijde uitdagingen aanpakken, te versterken. Doel van het EIT is eerst en vooral een bijdrage te leveren aan de uitbouw van de innovatiecapaciteit van de Unie en de lidstaten op het allerhoogste niveau. Om deze doelstelling te bereiken, moet het EIT netwerken en samenwerkingsverbanden faciliteren en versterken, en synergieën tussen innovatiegemeenschappen in Europa tot stand brengen. |
(4) Het EIT heeft als opdracht om, hoofdzakelijk via zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s), bij te dragen tot duurzame economische ontwikkeling en concurrentievermogen in Europa door de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie te versterken. Het is ook bedoeld om de strategische prioriteiten van de Unie te verwezenlijken en bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en het beleid van de EU, waaronder de European Green Deal, het Europees herstelplan, de Europese data-, digitale, kmo- en industriestrategie en het bewerkstelligen van de strategische autonomie van Europa. Voorts moet het wereldwijde uitdagingen, waaronder de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties (SDG’s), helpen aanpakken door de beginselen van de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs te volgen, en moet het uiterlijk in 2050 een transitie naar een broeikasgasneutrale economie bewerkstelligen. Deze transitie zal alleen mogelijk zijn door middel van stimulansen voor onderzoek en innovatie, wat de noodzaak onderstreept van gunstigere voorwaarden en meer investeringen om de kennisbasis en onderzoeks- en innovatiecapaciteit van Europa te vergroten, met name op het gebied van groene, klimaatvriendelijke technologieën en innovaties. |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) Het EIT moet netwerken en samenwerkingsverbanden faciliteren en versterken, en synergieën tussen innovatiegemeenschappen in Europa tot stand brengen, waarbij wordt gezorgd voor een brede geografische dekking met als doel regionale verschillen te overbruggen en een innovatiekloof te voorkomen, terwijl uitmuntendheid het voornaamste criterium blijft. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) De strategische prioritaire gebieden en de financiële behoeften van het EIT voor een periode van zeven jaar, die overeenkomt met het respectieve meerjarige financiële kader (MFK), moeten worden opgenomen in een strategische innovatieagenda (SIA). De SIA moet afstemming op het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie waarborgen en synergieën bevorderen met andere relevante programma’s van de Unie in het kader van het MFK alsook met andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie, met name met die welke onderwijs en regionale ontwikkeling ondersteunen. Gezien het belang van de SIA voor het innovatiebeleid van de Unie en de daaruit resulterende politieke relevantie van de sociaaleconomische effecten daarvan voor de Unie, moet de SIA door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld op basis van een Commissievoorstel dat is opgesteld aan de hand van een bijdrage van het EIT. |
(5) De strategische prioritaire gebieden en de financiële behoeften van het EIT voor een periode van zeven jaar, waaronder acties op korte termijn om de COVID-19-crisis het hoofd te bieden en herstel in de hand te werken, moeten worden opgenomen in een strategische innovatieagenda (SIA). De SIA moet afstemming op Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon Europa), namelijk op de strategische O&I-plannen, waarborgen en synergieën bevorderen met andere relevante programma’s van de Unie alsook met andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie. Gezien het belang van de SIA voor het innovatiebeleid van de Unie en de daaruit resulterende politieke relevantie van de sociaaleconomische effecten daarvan, moet de SIA door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld op basis van een Commissievoorstel dat is opgesteld aan de hand van een bijdrage van het EIT. Deze bijdragen moeten ook ter beschikking worden gesteld aan het Europees Parlement. |
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) De crisis ten gevolge van de uitbraak van het COVID-19-virus heeft de gezondheidsstelsels en economische systemen van de lidstaten massaal en diepgaand verstoord en daarbij ook de samenleving ontregeld. Voor het opvangen van die gevolgen zullen alle instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie moeten samenwerken, en het EIT moet bijdragen aan de innovatie-inspanningen die nodig zijn om een coherent antwoord te bieden op de crisis. Bovendien moeten het EIT en de KIG’s hun activiteiten versterken om de weerbaarheid van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), startersbedrijven, alsook van studenten, onderzoekers, ondernemers en werknemers te ondersteunen en te vergroten. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 ter) De economische schok die met de COVID-19-crisis gepaard gaat, heeft grote gevolgen voor universiteiten, onderzoekers, bedrijven en andere belanghebbenden van het EIT. Het is belangrijk om daarmee samenhangende uitdagingen, in het bijzonder de toegang tot financiering, in kaart te brengen en aan te pakken teneinde de kennisdriehoek te beschermen en het vertrouwen tussen alle belanghebbenden te herstellen. Op de middellange termijn moeten alle KIG’s zich aanpassen aan de gevolgen van de schok en hun focus en activiteiten heroriënteren; daarom moeten zij wendbaar en flexibel zijn om nieuwe kansen te zoeken. |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 quater) Lopend onderzoek naar de aanpak van de gevolgen van de COVID-19-crisis moet worden versneld. Het EIT moet de effecten van dat onderzoek stimuleren en helpen bij de ontwikkeling van producten en innovatieve diensten die uit dat onderzoek voortkomen, en er daarbij voor zorgen dat zij zoveel mogelijk mensen bereiken. |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Paragraaf 5 quinquies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 quinquies) De raad van bestuur van het EIT en de KIG’s moeten de nodige flexibiliteitsmaatregelen en ‑acties vaststellen om passende steun te bieden aan hun ecosysteem op basis van de kennisdriehoek, en zo nodig ad-hocsteunmaatregelen treffen voor hun partners en begunstigden, zelfs buiten hun eigen gemeenschappen. Zij moeten hun partners, begunstigden en studenten hulpmiddelen en instrumenten verschaffen waarmee deze zich kunnen aanpassen aan decentralere werkmethoden en werken op afstand, minder reizen, meer onzekerheid en blijvende social distancing. |
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) In overeenstemming met het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie dient het EIT zijn werkzaamheden te richten op de belangrijkste innovatie-inspanningen in Europa die op lange termijn, vooral op interdisciplinaire en transdisciplinaire gebieden en op reeds in Europees verband vastgelegde gebieden, moeten worden geleverd. Daarbij dient het EIT de periodieke dialoog met het maatschappelijk middenveld te bevorderen. |
(6) In overeenstemming met Horizon Europa dient het EIT zijn werkzaamheden te richten op de belangrijkste innovatie-inspanningen in Europa die op lange termijn, vooral op interdisciplinaire en transdisciplinaire gebieden, moeten worden geleverd, onder meer de ontwikkeling van innovatieve niet-technologische oplossingen als noodzakelijke aanvulling op innovatieactiviteiten die op technologie gericht zijn. Daarbij dient het EIT de periodieke dialoog met het maatschappelijk middenveld en met onderzoeks- en innovatiecentra, kmo’s, instellingen voor hoger onderwijs en het bedrijfsleven te bevorderen. |
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Het EIT dient voorrang te geven aan de overdracht van haar activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie naar de industriële context en de commerciële toepassingen van deze componenten, alsook aan de ondersteuning van de oprichting van startersbedrijven, spin-offbedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen. |
(7) Het EIT dient voorrang te geven aan de overdracht van haar activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en ondernemerschap naar een industriële context en naar commerciële toepassingen van deze componenten. Daarbij moet het de innovatie- en ondernemingscapaciteit van het hoger onderwijs ondersteunen, uitmuntendheid in onderzoek bevorderen en de oprichting van startersbedrijven, spin-offbedrijven en kmo’s stimuleren en bevorderen. |
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) Het EIT moet trachten nauwer met kmo’s samen te werken zodat ze actief deelnemen aan de activiteiten van de KIG’s. Voorts moeten in voorkomend geval overheidsbedrijven, plaatselijke autoriteiten en non-profitorganisaties bij de KIG’s worden betrokken. |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 ter) Aangezien sociale ondernemingen uiterst innovatief van aard zijn op het vlak van de goederen of diensten die zij aanbieden, hun organisatie of de productiemethoden die zij toepassen, moet de bevordering van activiteiten in het kader van sociaal ondernemerschap deel uitmaken van de activiteiten van het EIT en de KIG’s. |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Het EIT dient primair via zelfstandige grootschalige Europese partnerschappen op topniveau van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden te opereren, in de vorm van op de lange termijn gerichte zelfvoorzienende strategische netwerken in het innovatieproces. Die partnerschappen dienen door de raad van bestuur van het EIT op basis van een transparant en op criteria van uitmuntendheid gebaseerd proces te worden gekozen in overeenstemming met de criteria van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie voor de selectie van Europese partnerschappen, en moeten KIG’s worden genoemd. |
(8) Het EIT dient primair via zelfstandige geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen op topniveau van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden te opereren, in de vorm van op de lange termijn gerichte zelfvoorzienende strategische netwerken in het innovatieproces. Die partnerschappen moeten streven naar financiële duurzaamheid door middelen uit andere overheids- en particuliere bronnen aan te trekken en moeten trachten het grootst mogelijke scala van nieuwe partners aan te trekken en in te zetten. Zij dienen door de raad van bestuur van het EIT op basis van een transparant en op criteria van uitmuntendheid gebaseerd proces te worden gekozen in overeenstemming met deze verordening en Horizon Europa voor de selectie van Europese partnerschappen, en moeten KIG’s worden genoemd. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) De nieuwe KIG’s moeten worden geselecteerd en opgezet volgens een open, transparant en vergelijkend proces dat rekening houdt met de strategische planning van Horizon Europa, de tussentijdse evaluatie van het EIT en de KIG’s, het tempo van het herstel in de Unie in de nasleep van de COVID-19-pandemie, en het budget dat voor de desbetreffende begrotingsperiode aan het EIT is toegewezen. Tijdens dat proces en bij het beheer van de KIG’s moet het EIT rekening houden met het feit dat niet alle KIG’s dezelfde financiële behoeften hebben, aangezien sommige kapitaalintensiever zijn dan andere. |
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Rekening houdend met het specifieke karakter van KIG’s is het noodzakelijk speciale minimale voorwaarden te bepalen om een KIG tot stand te brengen, die afwijken van de regels voor deelname en verspreiding van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie. Evenzo kunnen voor KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde specifieke regels inzake eigendom, toegangsrechten, exploitatie en verspreiding vereist zijn. |
(9) Rekening houdend met het specifieke karakter van KIG’s is het noodzakelijk speciale minimale voorwaarden te bepalen om een KIG tot stand te brengen. Die voorwaarden kunnen, bij wijze van uitzondering, afwijken van de regels voor deelname en verspreiding van Horizon Europa. Evenzo kunnen voor KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde specifieke regels inzake eigendom, toegangsrechten, exploitatie en verspreiding vereist zijn. |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) De raad van bestuur dient ook de activiteiten van het EIT aan te sturen en de verslaglegging over en de monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s te coördineren in overeenstemming met de bepalingen van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie. In de raad van bestuur dienen leden met ervaring in het bedrijfsleven en leden uit het hoger onderwijs en/of onderzoek en uit de sector innovatie evenwichtig vertegenwoordigd zijn. |
(10) De raad van bestuur dient ook de activiteiten van het EIT aan te sturen en de verslaglegging over en de monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s te coördineren in overeenstemming met de bepalingen van Horizon Europa. De raad van bestuur van het EIT moet ook aanbevelingen kunnen doen over de manier waarop de administratieve lasten voor KIG’s kunnen worden beperkt. In de raad van bestuur dienen leden met ervaring in het bedrijfsleven, leden uit het hoger onderwijs en onderzoek en uit de sector innovatie evenwichtig vertegenwoordigd zijn. Met uitmuntendheid als leidend beginsel dient de raad van bestuur van het EIT ook een geografisch en genderevenwicht in zijn samenstelling te waarborgen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Om een bijdrage te leveren aan het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de Europese economie en haar innoverende vermogen internationaal te verbeteren, dienen het EIT en de KIG’s partnerorganisaties, onderzoekers en studenten uit de hele wereld te kunnen aantrekken, onder meer door hun mobiliteit te bevorderen, en met organisaties uit derde landen te kunnen samenwerken. |
(11) Om een bijdrage te leveren aan het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de Europese economie en haar innovatie- en ondernemingscapaciteit internationaal te verbeteren, dienen het EIT en de KIG’s partnerorganisaties, onderzoekers en studenten uit de hele wereld, ook uit de ultraperifere regio’s van de Unie, te kunnen aantrekken, onder meer door hun mobiliteit te bevorderen, en met organisaties uit derde landen te kunnen samenwerken. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Tussen het EIT en de KIG’s dienen kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten te worden gesloten die de rechten en plichten van de KIG’s vastleggen, voor voldoende onderlinge afstemming zorgen en het monitoring- en evaluatiemechanisme voor de werkzaamheden en geleverde resultaten van de KIG’s beschrijven. De kaderpartnerschapsovereenkomst moet de continuïteit van de financiële bijdrage van het EIT aan een KIG verzekeren na afloop van het respectieve MFK. In afwijking van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad12 (het Financieel Reglement) moet het EIT een dergelijke kaderpartnerschapsovereenkomst kunnen sluiten voor een eerste periode van zeven jaar en deze periode kunnen verlengen met een nieuwe periode van maximaal zeven jaar. |
(12) Tussen het EIT en de KIG’s dienen kaderpartnerschapsovereenkomsten en meerjarige subsidieovereenkomsten te worden gesloten die de rechten en plichten van de KIG’s vastleggen, voor voldoende onderlinge afstemming zorgen en het monitoring- en evaluatiemechanisme voor de werkzaamheden en geleverde resultaten van de KIG’s beschrijven. De kaderpartnerschapsovereenkomst moet de continuïteit van de financiële bijdrage van het EIT aan een KIG verzekeren na afloop van het respectieve MFK. In afwijking van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad12 (het Financieel Reglement) moet het EIT een dergelijke kaderpartnerschapsovereenkomst kunnen sluiten voor een eerste periode van zeven jaar. Onder voorbehoud van een positieve evaluatie van de voortgang van de KIG met betrekking tot de verwezenlijking van haar doelstellingen en mijlpalen, die uiterlijk in het voerde jaar van de eerste periode moet worden uitgevoerd, moet het EIT die partnerschapskaderovereenkomst kunnen verlengen met een nieuwe periode van maximaal zeven jaar, op basis van een verdere evaluatie met een positief resultaat. Indien de eerste overeenkomst van zeven jaar wordt verlengd, moet de KIG nogmaals een tussentijdse evaluatie op basis van dezelfde criteria en methode ondergaan om over de verdere voortzetting van de KIG te beslissen. |
__________________ |
__________________ |
12 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1). |
12 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1). |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 bis) Afhankelijk van de resultaten van een eindevaluatie vóór het verstrijken van het veertiende jaar van de kaderpartnerschapsovereenkomst kan de raad van bestuur van het EIT in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden besluiten de partnerschapsovereenkomst met een KIG uit de eerste generatie KIG’s te verlengen. Een dergelijke verlenging mag slechts van toepassing zijn na een positieve grondige evaluatie van de doeltreffendheid van KIG’s door onafhankelijke externe deskundigen, en op voorwaarde dat de desbetreffende KIG’s voldoende effecten sorteren en een voldoende mate van financiële duurzaamheid hebben bereikt. De verlenging moet qua looptijd, begroting en reikwijdte beperkt blijven tot de activiteiten van de KIG’s die nog niet zo dicht bij de markt staan en dus nog niet financieel duurzaam kunnen zijn, maar essentieel blijven voor de uitvoering van hun taken en werkzaamheden en voor hun vermogen om dringende maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het hoger onderwijs moet als integraal element — dat vaak ontbreekt — van een allesomvattende innovatiestrategie worden gesteund. In de kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten tussen het EIT en de KIG’s moet worden bepaald dat de via de KIG’s verleende graden en diploma’s door de deelnemende instellingen voor hoger onderwijs moeten worden uitgereikt, die moeten worden aangemoedigd deze ook van een EIT-label te voorzien. Daarnaast moet het EIT de reikwijdte van de graden en diploma’s met een EIT-label versterken en uitbreiden zodat zij ook buiten de EIT-gemeenschap worden erkend. Het EIT dient door zijn activiteiten en werkzaamheden bij te dragen aan de bevordering van de mobiliteit van studenten, onderzoekers en personeel. Al die werkzaamheden mogen geen afbreuk doen aan Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad13. |
(13) Het hoger onderwijs moet als integraal element — dat vaak ontbreekt — van een allesomvattende innovatiestrategie worden gesteund. In de kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten tussen het EIT en de KIG’s moet worden bepaald dat de via de KIG’s verleende graden en diploma’s door de deelnemende instellingen voor hoger onderwijs moeten worden uitgereikt, die moeten worden aangemoedigd deze ook van een EIT-label te voorzien. Daarnaast moet het EIT de reikwijdte van de graden en diploma’s met een EIT-label versterken en uitbreiden tot programma’s voor een leven lang leren, beroepsopleiding, scholing, bij- en omscholing, zodat zij ook buiten de EIT-gemeenschap worden erkend. Het EIT dient door zijn activiteiten en werkzaamheden bij te dragen aan de bevordering van de mobiliteit van studenten, onderzoekers en personeel, en mogelijkheden te bieden voor een leven lang leren, mentorschap en coaching. Al die werkzaamheden mogen geen afbreuk doen aan Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad13. |
__________________ |
__________________ |
13 Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1430/2007 van de Commissie (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 3). |
13 Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1430/2007 van de Commissie (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 3). |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Er moet worden voorzien in passende regelingen voor de aansprakelijkheid en de transparantie van het EIT. In de statuten van het EIT moeten passende bepalingen voor het bestuur en de werking van het EIT worden opgenomen. |
(14) Er moet worden voorzien in passende regelingen voor de aansprakelijkheid, transparantie en openheid van het EIT. In de statuten van het EIT moeten passende bepalingen voor het bestuur en de werking van het EIT worden opgenomen. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) De industrie, de financiële sector en de dienstensector zullen naar verwachting een aanzienlijke bijdrage leveren aan de begroting van de KIG’s. De KIG’s moeten ernaar streven de particuliere sector ertoe te bewegen een zo groot mogelijke financiële bijdrage te leveren en financiële duurzaamheid te bereiken. De KIG’s en hun partnerorganisaties moeten bekendmaken dat hun activiteiten in het kader van het EIT worden verricht en dat zij een financiële bijdrage uit de algemene begroting van de Unie ontvangen. |
(16) De COVID-19-crisis zal naar verwachting gevolgen hebben voor de financiële bijdragen van de industrie, de financiële sector en de dienstensector, die een aanzienlijke bijdrage zullen leveren aan de begroting van de KIG’s. Desondanks moeten de KIG’s ernaar streven de particuliere sector ertoe te bewegen een zo groot mogelijke financiële bijdrage te leveren en van meet af aan actief werken aan het bereiken van financiële duurzaamheid. De KIG’s en hun partnerorganisaties moeten bekendmaken dat hun activiteiten in het kader van het EIT worden verricht en dat zij een financiële bijdrage uit de algemene begroting van de Unie ontvangen. Voorts moet de transparantie van de financiering worden bevorderd door informatie over de gefinancierde projecten en de toewijzing van de middelen openbaar te maken. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) Het EIT moet zorgen voor een evenwichtige verdeling van de begroting voor de looptijd van de periode en voor een vlotte overgang van de huidige periode naar de volgende MFK-periode, met name voor de lopende activiteiten. |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Het EIT dient een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag op te stellen met een overzicht van de in het voorgaande kalenderjaar verrichte activiteiten en de resultaten van de in dat jaar uitgevoerde werkzaamheden. Het EIT dient tevens in het kader van de jaarlijkse en de meerjarige programmering een enkelvoudig programmeringsdocument op te stellen met de geplande initiatieven, dat het EIT in staat stelt te reageren op interne en externe ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, technologie, hoger onderwijs en innovatie alsmede op andere relevante terreinen. |
(19) Het EIT dient een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag op te stellen met een overzicht van de in het voorgaande kalenderjaar verrichte activiteiten en de resultaten van de in dat jaar uitgevoerde werkzaamheden. Het EIT dient tevens in het kader van de jaarlijkse en de meerjarige programmering een enkelvoudig programmeringsdocument op te stellen met de geplande initiatieven, dat het EIT in staat stelt te reageren op interne en externe ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, technologie, hoger onderwijs, onderzoek en innovatie alsmede op andere relevante terreinen. In het enkelvoudige programmeringsdocument moeten de aspecten van het tweejarige crisisresponsprogramma worden besproken. Die documenten moeten ter informatie aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie worden overgelegd. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Het is dienstig dat de Commissie, met name ter voorbereiding van de SIA, onafhankelijke externe evaluaties laat verrichten van de werking van het EIT, met inbegrip van de KIG’s. In die evaluaties, die alle werkzaamheden van het EIT en de KIG’s moeten bestrijken, moet worden onderzocht in hoeverre het EIT zijn opdracht vervult en moeten de relevantie, doeltreffendheid, doelmatigheid, Europese meerwaarde en samenhang ervan worden beoordeeld. Die evaluaties moeten worden meegenomen in de evaluaties van de programma’s van de Commissie waarin in het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie is voorzien. |
(20) Het is dienstig dat de Commissie, met name ter voorbereiding van de SIA, onafhankelijke externe evaluaties laat verrichten van de werking van het EIT, met inbegrip van de KIG’s. In die evaluaties, die alle werkzaamheden van het EIT en de KIG’s moeten bestrijken, moet worden onderzocht in hoeverre het EIT zijn opdracht vervult en moeten de relevantie, doeltreffendheid, doelmatigheid, Europese meerwaarde, openheid, outreachactiviteiten, communicatie, zichtbaarheid, verspreiding van resultaten en samenhang ervan worden beoordeeld. Die evaluaties moeten worden meegenomen in de evaluaties van de programma’s van de Commissie waarin in Horizon Europa is voorzien. |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 bis) De KIG’s van het EIT zijn georganiseerd rond colocatiecentra en innovatiehubs, maar gebruiken vaak verschillende termen om die te benoemen (hubs, knooppunten, kantoren enz.). Het EIT moet alles in het werk stellen om de terminologie met betrekking tot de structuur van elke KIG te stroomlijnen, teneinde de herkenbaarheid van het EIT verder te vereenvoudigen, te verduidelijken en te vergroten. |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 ter) Het EIT moet zich, voornamelijk via zijn KIG’s en zijn regionale-innovatieregeling, richten op het versterken van innovatie-ecosystemen voor de ontwikkeling van een algemene innovatiecapaciteit van de Unie om wereldwijde uitdagingen aan te pakken, door de integratie van bedrijfsleven, onderzoek, hoger onderwijs en ondernemerschap te bevorderen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 quater) De KIG’s, die via hun colocatiecentra en innovatiehubs optreden als facilitator van innovatie, moeten de prioriteiten van de slimme specialisatiestrategie van de lidstaten in aanmerking nemen en op die manier hun innovatiecapaciteit verbeteren door ten volle rekening te houden met regionale capaciteiten, mogelijkheden, kansen en zwakheden, alsook met lokale actoren en hun activiteiten en markten. |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Paragraaf 20 quinquies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 quinquies) De synergieën van het EIT, via zijn KIG’s, met de fondsen voor het cohesiebeleid moeten worden versterkt om de regionale en regio-overschrijdende samenwerking tussen de actoren van de kennisdriehoek en de beheersautoriteiten te bevorderen, en om het algehele effect en de zichtbaarheid van het EIT te vergroten. |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 sexies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 sexies) De bevordering van sterke synergie tussen het EIT en de Europese Innovatieraad (EIC) is van essentieel belang. De KIG’s moeten de oprichting van innovatieve bedrijven stimuleren in nauwe synergie met de EIC, waarbij overlapping wordt vermeden, en begunstigden van het EIT moeten steun uit de EIC-instrumenten kunnen aanvragen in aanvulling op de door de KIG’s van het EIT aangeboden diensten. Door KIG’s gesteunde startersbedrijven met een hoog groeipotentieel kunnen een directere toegang krijgen tot EIC-acties op grond van de toepasselijke bepalingen van Horizon Europa, zodat ze snel opgeschaald kunnen worden. |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 septies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 septies) Het EIT dient innovatie in zijn activiteiten te bevorderen en de integratie van het hoger onderwijs in het innovatie-ecosysteem te ondersteunen, met name door onderwijs op het gebied van ondernemerschap te stimuleren, transdisciplinaire samenwerking tussen het bedrijfsleven en instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksorganisaties te bevorderen en prospectieve vaardigheden te identificeren waarmee toekomstige innovators wereldwijde uitdagingen kunnen aanpakken, waaronder geavanceerde digitale, duurzaamheids- en innovatievaardigheden. De EIT-steunregelingen moeten EIC-begunstigden ten goede komen, terwijl startersbedrijven die uit de KIG’s voortkomen, versnelde toegang moeten hebben tot EIC-acties. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 octies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 octies) Om verkokering en overlapping van inspanningen en strategieën te vermijden, moeten het EIT en de EIC overwegen om wederzijds en systematisch informatie uit te wisselen en een gemeenschappelijk lid in hun respectieve raad van bestuur te hebben. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 nonies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 nonies) In het kader van Horizon Europa en overeenkomstig zijn strategische planning moet het EIT kunnen besluiten nieuwe KIG’s op prioritaire gebieden voor te stellen die bijdragen tot het aanpakken van nieuwe en opkomende wereldwijde uitdagingen. De eerste KIG moet betrekking hebben op de culturele en creatieve sectoren en industrieën (CCSI), de tweede op de water-, mariene en maritieme sectoren en ecosystemen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 decies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 decies) Het EIT moet kunnen beslissen om op prioritaire gebieden in overeenstemming met Horizon Europa en zijn eigen strategische planning nieuwe KIG’s voor te stellen die nieuwe en opkomende wereldwijde en maatschappelijke uitdagingen helpen aanpakken. De eerste dergelijke KIG moet betrekking hebben op CCSI en moet in 2022 van start gaan, met de mogelijkheid om die start uit te stellen tot 2023 indien de raad van bestuur van het EIT van mening is dat verdere raadpleging van de belanghebbenden noodzakelijk is voordat de oproep wordt gedaan. De tweede dergelijke KIG moet betrekking hebben op de water-, mariene en maritieme sectoren en ecosystemen en moet die in 2025 van start gaan, nadat uiterlijk in 2023 een positieve effectbeoordeling is uitgevoerd. |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) “innovatie”: het proces, en de resultaten daarvan, waarin als reactie op maatschappelijke of economische vraag en aanbod nieuwe ideeën ontstaan waaruit zich nieuwe producten, diensten of bedrijfs- en organisatiemodellen ontwikkelen die met succes op een bestaande markt worden ingevoerd of tot het ontstaan van nieuwe markten kunnen leiden en die waarde leveren aan de maatschappij; |
(1) “innovatie”: het proces, en de resultaten daarvan, waarin als reactie op de maatschappelijke, economische of ecologische behoeften en vraag nieuwe ideeën ontstaan waaruit zich nieuwe producten, diensten of bedrijfs-, en organisatie- en sociale modellen ontwikkelen die met succes op een bestaande markt worden ingevoerd of tot het ontstaan van nieuwe markten kunnen leiden en die waarde leveren aan de maatschappij; |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) “kennis- en innovatiegemeenschap” (KIG): een zelfstandig, grootschalig Europees partnerschap van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden bij het innovatieproces, in welke rechtsvorm dan ook, in de vorm van een strategisch netwerk dat steunt op gezamenlijke planning voor innovatie op middellange tot lange termijn om de uitdagingen van het EIT waar te maken en bij te dragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen als vastgesteld op grond van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie; |
(2) “kennis- en innovatiegemeenschap” (KIG): een zelfstandig, geïnstitutionaliseerd Europees partnerschap, zoals bedoeld in Horizon Europa, van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden bij het innovatieproces, in welke rechtsvorm dan ook, in de vorm van een strategisch netwerk dat steunt op gezamenlijke planning voor innovatie op middellange tot lange termijn om de uitdagingen van het EIT waar te maken en bij te dragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen als vastgesteld op grond van Horizon Europa; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) “KIG-colocatiecentrum”: een fysieke ruimte die op open en transparante wijze is opgezet, een geografisch gebied bestrijkt waar de partners van de kennisdriehoek van een KIG gemakkelijk met elkaar in contact kunnen treden en het middelpunt vormt voor de activiteiten van de KIG in dat gebied; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 ter) “crisisresponsprogramma”: een tweejarenplan waarin het EIT zijn prioriteiten vaststelt als reactie op de behoeften van elke KIG om de COVID-19-crisis te overwinnen en zich aan de periode na de crisis aan te passen; |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 quater) “EIT-innovatiehub”: een hub van de lokale gemeenschap die in een hele reeks lidstaten, en met name in de lidstaten en regio’s die in aanmerking komen voor de regionale innovatieregeling, is opgericht en waar de KIG’s kunnen samenwerken met lokale actoren van de kennisdriehoek om innovatiedoelstellingen in de hele Unie te implementeren, en daarbij te zorgen voor een evenwichtiger geografische aanwezigheid van de activiteiten van de EIT-gemeenschap, dienst te doen als toegangskanaal voor contacten met lokale spelers, de lokale netwerken te mobiliseren en internationaliseren, synergieën tot stand te brengen, de actieve integratie van ecosystemen op alle niveaus te bevorderen, en de inspanningen van de KIG’s met het oog op meer complementariteit en samenwerking binnen de kennisdriehoek te faciliteren, met de ambitie om uit te groeien tot regionale colocatiecentra; |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 quinquies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 quinquies) “EIT-netwerk van nationale contactpersonen”: een netwerk van nationale vertegenwoordigers die zijn aangesteld door de regeringen van de lidstaten en de met Horizon Europa geassocieerde landen, dat deel uitmaakt van de nationale contactpunten voor Horizon Europa, en dat als opdracht heeft een meer gestructureerde verspreiding te faciliteren van mogelijkheden, resultaten en prestaties die uit de EIT-gemeenschap voortkomen en de onderlinge uitwisseling van kennis, advies en beste praktijken aan te moedigen, overeenkomstig de functie van het EIT als instituut; |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) “partnerorganisatie”: een rechtspersoon die deel uitmaakt van een KIG, waaronder met name instellingen voor hoger onderwijs, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, onderzoeksorganisaties, publieke of private ondernemingen, financiële instellingen, regionale en lokale overheden, stichtingen en non-profitorganisaties; |
(3) “partnerorganisatie”: een rechtspersoon die deel uitmaakt van een KIG, waaronder met name instellingen voor hoger onderwijs, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, onderzoeksorganisaties, overheidsinstellingen, publieke of private ondernemingen, financiële instellingen, regionale en lokale overheden, stichtingen en non-profitorganisaties; |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) “strategische innovatieagenda” (SIA): een beleidsdocument waarin de prioritaire gebieden en de langetermijnplanning van het EIT voor toekomstige initiatieven worden uiteengezet, alsook zijn vermogen wordt beschreven om, vanuit innovatieoogpunt, de grootste meerwaarde te creëren, en dat tevens een overzicht bevat van de geplande activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie voor de volgende periode van zeven jaar, die overeenkomt met het respectieve MFK; |
(7) “strategische innovatieagenda” (SIA): een beleidsdocument met een beschrijving van de strategie en prioriteiten van het EIT voor toekomstige initiatieven en van zijn vermogen om vanuit innovatieoogpunt de grootste meerwaarde te creëren, en met de doelstellingen, de belangrijkste acties, de geplande activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie, de werkwijze, de verwachte effecten en de middelen die nodig zijn voor de volgende periode van zeven jaar, die overeenkomt met Horizon Europa en het respectieve MFK; |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) “regionale innovatieregeling”: een outreachregeling gericht op partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden, met als doel innovatie door de gehele Unie te bevorderen; |
(8) “regionale innovatieregeling” (RIS): een outreachregeling gericht op het opzetten van partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven en andere belanghebbenden, in landen die slecht presteren op het gebied van O&I zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 15 bis, van Verordening [xxx] tot vaststelling van Horizon Europa, alsook — voor zover het geen landen zijn die slecht presteren op het gebied van O&I — in landen en regio’s van die landen die volgens het Europees innovatiescorebord die matig presteren op het gebied van innovatie, met als doel innovatie door de gehele Unie te bevorderen en regionale verschillen te overbruggen en zo de innovatiekloof te verkleinen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) “bedrijfsplan van de KIG”: een document dat de doelstellingen van de KIG en de geplande KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde beschrijft; |
(10) “meerjarig bedrijfsplan van de KIG”: een document met een beschrijving van de doelstellingen van de KIG, de geplande KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde, en de mijlpalen, streefdoelen en effecten van de KIG, een raming van de financieringsbronnen en ‑middelen, alsook haar strategieën om financiële duurzaamheid te bereiken, open te staan voor nieuwe partners en een geografisch evenwichtigere deelname aan haar activiteiten te bewerkstelligen; |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) “memorandum van samenwerking”: een overeenkomst tussen het EIT en een KIG die tot doel heeft een KIG na de einddatum van de kaderpartnerschapsovereenkomst als actief lid van de EIT-gemeenschap te behouden, zonder enige financiële bijdrage van het EIT; |
Schrappen |
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) “financiële duurzaamheid”: het vermogen van een KIG om haar activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek na de einddatum van de kaderpartnerschapsovereenkomst autonoom te financieren. |
(13) “financiële duurzaamheid”: het vermogen van een KIG om voldoende inkomsten te genereren om de meeste of al haar activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek, waaronder een aanzienlijk aandeel van de kosten van het in stand houden van het ecosysteem, onafhankelijk van de bijdragen van het EIT te financieren. |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het EIT heeft als opdracht bij te dragen tot duurzame economische groei en concurrentievermogen in de Unie door de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie te versterken om het hoofd te bieden aan de belangrijke uitdagingen waarvoor de samenleving zich geplaatst ziet. Het voert deze opdracht uit door synergie en samenwerking tussen en integratie van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie van het allerhoogste niveau te bevorderen, onder meer door ondernemerschap te promoten. |
1. Het EIT heeft als opdracht de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie te versterken om op die manier bij te dragen tot duurzame economische ontwikkeling en concurrentievermogen in Europa. Het moet ook de strategische prioriteiten van de Unie verwezenlijken en bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en het beleid van de EU, waaronder de European Green Deal, het Europees herstelplan, de Europese data-, digitale, kmo- en strategie, industriestrategie en het bewerkstelligen van de strategische autonomie van Europa. Voorts moet het wereldwijde uitdagingen, waaronder de SDG’s, helpen aanpakken door de beginselen van de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs te volgen, en moet het uiterlijk in 2050 een broeikasgasneutrale economie bewerkstelligen helpen bewerkstelligen. |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het EIT draagt bij tot de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie. |
2. Voor de begrotingsperiode 2021-2027 draagt het EIT bij tot de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van Horizon Europa. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De specifieke doelstellingen van het EIT zijn: |
|
a) het effect en de transparantie van de KIG’s vergroten en de integratie binnen de kennisdriehoek stimuleren; |
|
b) de openheid van de KIG’s vergroten door een bredere reeks belanghebbenden uit de hele Unie op te nemen; |
|
c) de ondernemings- en innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs overal in de Unie vergroten door de KIG’s te begeleiden en monitoren bij de bevordering van een betere integratie in de innovatie-ecosystemen en institutionele veranderingen binnen instellingen voor hoger onderwijs; |
|
d) het regionale bereik van het EIT en de KIG’s vergroten en de resultaten beter verspreiden en benutten, teneinde de regionale ongelijkheden op het gebied van innovatiecapaciteit in de EU en in afzonderlijke lidstaten aan te pakken en zo te zorgen voor een evenwichtige geografische dekking; |
|
e) een tweejarig crisisresponsprogramma uitvoeren, met de nodige flexibiliteit om te kunnen bijdragen aan de bescherming van de huidige innovatie-ecosystemen en om de EIT-belanghebbenden te kunnen helpen zich voor te bereiden op het economisch herstel. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In de SIA worden voor de betrokken periode van zeven jaar, rekening houdend met het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie, de prioritaire gebieden en de strategie voor het EIT vastgesteld en wordt een evaluatie gemaakt van de sociaaleconomische effecten van het EIT, alsook van zijn vermogen om, vanuit innovatieoogpunt, de grootste meerwaarde te creëren. In de SIA wordt rekening gehouden met de resultaten van de monitoring en de evaluatie van het EIT als bedoeld in artikel 19. |
1. In de SIA worden voor de betrokken periode van zeven jaar, rekening houdend met Horizon Europa en zijn strategische planning, de strategie en prioriteiten voor het EIT vastgesteld, waaronder de acties op korte termijn om de COVID-19-crisis en het daarop volgende herstel aan te pakken. In de SIA wordt ook een evaluatie gemaakt van de verwachte sociaaleconomische effecten en de outreachactiviteiten van het EIT, alsook van het vermogen van het EIT om, vanuit innovatieoogpunt, de beste innovatie-ecosystemen en de grootste meerwaarde te creëren. In de SIA wordt rekening gehouden met de resultaten van de monitoring en de evaluatie van het EIT als bedoeld in artikel 19. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De SIA wordt afgestemd op de doelstellingen van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie, het strategisch meerjarenplan, de verslaglegging, monitoring en evaluatie en andere vereisten van dat programma, en bevordert synergieën met andere relevante programma’s van de Unie in het respectieve MFK, met name met de programma’s voor de ondersteuning van onderwijs en regionale ontwikkeling. De SIA stelt ook geschikte synergieën en complementariteit tussen EIT-activiteiten en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie vast. |
2. De SIA wordt afgestemd op de doelstellingen van Horizon Europa, het strategisch meerjarenplan, de verslaglegging, monitoring en evaluatie en andere vereisten van dat programma, en bevordert synergieën met andere relevante programma’s van de Unie in het respectieve MFK, met name met de programma’s voor de ondersteuning van onderwijs en regionale ontwikkeling. De SIA stelt ook geschikte synergieën en complementariteit tussen EIT-activiteiten en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie vast, met name het initiatief Europese Universiteiten, de EIC, de missies en de Europese partnerschappen als bedoeld in Horizon Europa. De Commissie biedt het EIT alle nodige ondersteuning bij het tot stand brengen van geschikte synergieën en complementariteit met andere activiteiten van Horizon Europa en andere initiatieven en programma’s van de Unie, en vermijdt daarbij overlapping. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De SIA voorziet tevens in een raming van de financiële behoeften en bronnen met het oog op de toekomstige werking en de ontwikkeling en de financiering van het EIT op lange termijn. De SIA bevat tevens een indicatief financieel plan voor de periode van het respectieve MFK. |
3. De SIA voorziet tevens in een raming van de financiële behoeften en bronnen met het oog op de toekomstige werking en de ontwikkeling en de financiering van het EIT op lange termijn, met inbegrip van de financiële aspecten met betrekking tot het Europees herstelplan. De SIA bevat tevens een indicatief financieel plan voor de periode van het respectieve MFK. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het EIT dient zijn bijdrage aan het voorstel van de Commissie voor de SIA in. |
4. Het EIT stelt, met inachtneming van het standpunt en de inbreng van bestaande KIG’s, een ontwerp-SIA op, dient het in bij de Commissie en maakt het openbaar. |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een raad van bestuur, bestaande uit vooraanstaande leden met ervaring op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en het bedrijfsleven. Hij is verantwoordelijk voor het aansturen van de werkzaamheden van het EIT, voor de selectie, aanwijzing, monitoring en evaluatie van de KIG’s en voor alle andere strategische beslissingen; |
a) een raad van bestuur, bestaande uit vooraanstaande leden met bewezen uitstekende ervaring op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en het bedrijfsleven, van wie er één ook lid is van de raad van bestuur van de EIC. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het aansturen van de werkzaamheden van het EIT, voor de selectie, aanwijzing, financiering, monitoring en evaluatie van de KIG’s, ook voor het nemen van passende corrigerende maatregelen in geval van tegenvallende resultaten, en voor alle andere strategische beslissingen; Bij de selectie van de raad van bestuur wordt rekening gehouden met criteria van gender- en geografisch evenwicht; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 – letter b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een uitvoerend comité bestaande uit bepaalde leden en de voorzitter van de raad van bestuur. Het staat de raad van bestuur bij bij de uitvoering van zijn taken en bereidt de vergaderingen van de raad van bestuur voor in samenwerking met de directeur; |
b) een uitvoerend comité bestaande uit bepaalde leden die de drie dimensies van de kennisdriehoek vertegenwoordigen en de voorzitter van de raad van bestuur. Het staat de raad van bestuur bij bij de uitvoering van zijn taken en bereidt de vergaderingen van de raad van bestuur voor in samenwerking met de directeur; |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een directeur, door de raad van bestuur benoemd, die het EIT in rechte vertegenwoordigt en verantwoordelijk is voor de werkzaamheden en de dagelijkse leiding van het EIT. Hij legt verantwoording af aan de raad van bestuur en brengt bij de raad van bestuur permanent verslag uit over de ontwikkeling van het EIT en over alle activiteiten die onder zijn verantwoordelijkheid vallen; |
c) een directeur, door de raad van bestuur benoemd, die het EIT in rechte vertegenwoordigt en verantwoordelijk is voor de uitvoering van de besluiten van de raad van bestuur en voor de werkzaamheden en de dagelijkse leiding van het EIT. Hij legt verantwoording af aan de raad van bestuur en brengt bij de raad van bestuur permanent verslag uit over de ontwikkeling van het EIT en over alle activiteiten die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, waaronder de uitvoering van de begroting van het EIT. De directeur brengt regelmatig en ten minste na elk monitoring- en evaluatieproces verslag uit aan het Europees Parlement; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De nadere regelingen betreffende de organen van het EIT staan in de statuten van het EIT, gevoegd als bijlage bij deze verordening. |
2. De nadere regelingen betreffende de organen en het bestuur van het EIT staan in de statuten van het EIT, gevoegd als bijlage bij deze verordening. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Om zijn doelstellingen te verwezenlijken heeft het EIT met name tot taak om: |
Om de in artikel 3 vermelde doelstellingen te verwezenlijken, heeft het EIT met name tot taak om: |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) in overeenstemming met de SIA zijn hoofdprioriteiten en hoofdactiviteiten vast te stellen; |
a) zijn activiteiten vast te stellen in overeenstemming met de in de SIA vastgestelde hoofdprioriteiten; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a bis) in samenwerking met de KIG’s een crisisresponsprogramma van twee jaar voor te stellen; |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) mogelijke partnerorganisaties bewust te maken en hun deelneming aan zijn werkzaamheden aan te moedigen; |
b) open te staan voor mogelijke partnerorganisaties en deze bewust te maken, en hun deelneming aan zijn werkzaamheden aan te moedigen, in het bijzonder als het gaat om kmo’s en opkomende kenniscentra in landen en regio’s die in aanmerking komen voor RIS-acties; |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) overeenkomstig artikel 9 op prioritaire gebieden KIG’s te selecteren en aan te wijzen; hun rechten en plichten in kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten vast te leggen; hun de nodige steun te geven; passende maatregelen voor kwaliteitscontrole toe te passen en hun activiteiten doorlopend te monitoren en regelmatig te evalueren; |
c) overeenkomstig artikel 9 op prioritaire gebieden KIG’s te selecteren en aan te wijzen; hun rechten en plichten in kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten vast te leggen; hun de nodige strategische richtsnoeren en steun te geven; passende kwaliteitscontrole en nauwgezette monitoring toe te passen alsook voorwaarden vast te stellen en passende en corrigerende maatregelen te nemen indien uit de beoordelingen overeenkomstig artikel 11 blijkt dat de resultaten tegenvallen, en hun activiteiten en hun voortgang met het bereiken van financiële duurzaamheid doorlopend te monitoren en regelmatig te evalueren; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) de uitvoering van de RIS aan te sturen door middelen te verstrekken voor het oprichten van innovatiehubs in lidstaten die in aanmerking komen voor de RIS van het EIT; |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de verspreiding van beste praktijken voor de integratie van de kennisdriehoek te bevorderen, onder meer onder KIG’s, met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke cultuur van innovatie en kennisoverdracht; en deelname aan outreachactiviteiten aan te moedigen, waaronder in de regionale innovatieregeling; |
f) de verspreiding van beste praktijken voor de integratie van de kennisdriehoek te bevorderen, onder meer onder KIG’s en in de hele Unie, met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke cultuur van innovatie en kennisoverdracht; en deelname aan en het openstaan voor nieuwe leden in outreachactiviteiten aan te moedigen, waaronder in de regionale innovatieregeling; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter f bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f bis) een EIT-netwerk van nationale contactpersonen op te zetten, als onderdeel van de nationale contactpunten van Horizon Europa, om de wederzijdse overdracht van kennis, advies en beste praktijken te bevorderen in overeenstemming met de functie van het EIT; |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter f ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f ter) de ruime verspreiding, communicatie en exploitatie van de resultaten en mogelijkheden te bevorderen die uit de EIT-gemeenschap voortkomen, waaronder via het EIT-netwerk van nationale contactpersonen, om het bewustzijn omtrent, de zichtbaarheid en kennis van het EIT in de hele Unie te vergroten en deelname aan activiteiten van de EIT-gemeenschap te bevorderen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter f quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
f quater) de KIG’s te steunen bij de ontwikkeling van een doeltreffende financiëleduurzaamheidsstrategie voor het aantrekken van middelen uit andere overheids- en particuliere bronnen; |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) multidisciplinaire benaderingen van innovatie te bevorderen, waaronder de integratie van technologische, sociale en niet-technologische oplossingen, organisatorische benaderingen en nieuwe bedrijfsmodellen; |
h) multidisciplinaire benaderingen van innovatie in alle sectoren te bevorderen, namelijk door de integratie van technologische, sociale en niet-technologische oplossingen, duurzaamheid en klimaatneutraliteit door ontwerp, organisatorische benaderingen, een ondernemersethos en nieuwe bedrijfsmodellen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter i
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
i) te zorgen voor complementariteit en synergie tussen de EIT-activiteiten en de andere programma’s van de Unie, indien van toepassing; |
i) te zorgen voor complementariteit en synergie tussen de EIT-activiteiten en de andere programma’s van de Unie, indien daar in Horizon Europa sprake van is; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter i bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
i bis) richtsnoeren voor innovatieve modellen voor intellectuele-eigendomsrechten te ontwikkelen en te verstrekken ter bevordering van kennisoverdracht en ‑verspreiding, zowel in de context van de KIG’s als in ruimere zin in de hele Unie; |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter i ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
i ter) te voorzien in de nodige ondersteuning en synergie met KIG’s om innovatieve oplossingen te ontwikkelen; |
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter i quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
i quater) ervoor te zorgen dat KIG’s kunnen functioneren met de nodige flexibiliteit om hun werkzaamheden aan te passen aan de toenemende vraag ten gevolge van de COVID-19-crisis, en te helpen met het Europese herstelplan; |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) regelmatige vergaderingen van een forum van belanghebbenden te organiseren om informatie te verstrekken over zijn activiteiten, ervaringen en beste praktijken en over zijn bijdrage aan het beleid en de doelstellingen van de Unie op het gebied van innovatie, onderzoek en onderwijs en belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun mening te geven; |
j) regelmatig, ten minste jaarlijks, vergaderingen van een forum van belanghebbenden te organiseren om de activiteiten van het EIT te delen en te bespreken, ervaringen en beste praktijken uit te wisselen, verslag uit te brengen over zijn bijdrage aan het beleid en de doelstellingen van de Unie op het gebied van innovatie, onderzoek en onderwijs, en belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun mening te geven; |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter k
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
k) ten minste twee keer per jaar en onafhankelijk van de vergaderingen van het forum van belanghebbenden, vergaderingen van een groep vertegenwoordigers van de lidstaten te organiseren om te zorgen voor geschikte communicatie en informatiestroom met het EIT, en om te worden geïnformeerd over de resultaten van, om advies te geven aan en om ervaringen uit te wisselen met het EIT en de KIG’s. De groep vertegenwoordigers van de lidstaten draagt ook zorg voor de nodige synergie en complementariteit tussen activiteiten van het EIT en de KIG’s met nationale programma’s en initiatieven, met inbegrip van de potentiële nationale cofinanciering van KIG-activiteiten; |
k) ten minste twee keer per jaar en onafhankelijk van de vergaderingen van het onder j) bedoelde forum van belanghebbenden, vergaderingen van een groep vertegenwoordigers van de lidstaten te organiseren om te zorgen voor geschikte communicatie en informatiestroom met het EIT, en om te worden geïnformeerd over de resultaten van, om advies te geven aan en om ervaringen uit te wisselen met het EIT en de KIG’s; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter k bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
k bis) de oprichting te vergemakkelijken van gedeelde dienstenfaciliteiten van de EIT-gemeenschap, om taken die alle KIG’s gemeenschappelijk hebben, gezamenlijk af te handelen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter k bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
k ter) mettertijd netwerkvorming tussen de verschillende EIT-innovatiehubs in alle lidstaten aan te moedigen om samenwerking tussen de EIT-gemeenschap en de lokale innovatie-ecosystemen te vergemakkelijken; |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter l
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
l) de ondersteuningsacties van de KIG’s voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs en hun integratie in innovatie-ecosystemen te ontwerpen en te coördineren. |
l) de ondersteuningsacties van de KIG’s voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs, instellingen voor beroepsopleiding, kmo’s en startersbedrijven en hun integratie in innovatie-ecosystemen in de hele Unie te ontwerpen en te coördineren en de uitvoering ervan monitoren, overeenkomstig de benadering van de kennisdriehoek; |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter l bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
l bis) in samenwerking met de Commissie en op basis van de inbreng van de KIG’s een initiatief voor het hoger onderwijs ter ondersteuning van de ontwikkeling van de innovatie- en ondernemingscapaciteit in het hoger onderwijs te ontwerpen en te starten, dat door en via de KIG’s ten uitvoer zal worden gelegd; |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter l ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
l ter) het toepassingsgebied te verbreden en de erkenning en zichtbaarheid buiten de EIT-gemeenschap te vergroten van graden en diploma’s die worden afgegeven door deelnemende instellingen voor hoger onderwijs en die EIT-graden en ‑diploma’s worden genoemd, en die uit te breiden tot graden en diploma’s van programma’s voor een leven lang leren, mentorschap, beroepsopleiding, scholing en bijscholing, met een genderevenwichtige aanpak, die door gecertificeerde en gekwalificeerde opleidingsinstellingen kunnen worden afgegeven; |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 – letter l quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
l quater) de erkenning en zichtbaarheid van door het EIT gefinancierde activiteiten bij het grote publiek te vergroten en het EIT-merk te versterken en uit te breiden om op basis van partnerschappen tussen verschillende instellingen voor hoger onderwijs, opleidingsinstellingen, onderzoekscentra en bedrijven de zichtbaarheid en de erkenning van EIT-onderwijsprogramma’s te vergroten en de algemene kwaliteit ervan te verbeteren door aanbieding van onderwijsprogramma’s die gebaseerd zijn op “al doende leren” en doelgericht ondernemerschap, alsook mobiliteit tussen landen, organisaties en sectoren; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De Commissie helpt het EIT en zijn KIG’s bij het identificeren van synergieën met andere programma’s van de Unie. |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De in lid 1, onder k), bedoelde groep vertegenwoordigers van de lidstaten is samengesteld uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één vertegenwoordiger uit elk geassocieerd land. |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – alinea 1 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Hij adviseert de raad van bestuur en de directeur van het EIT over strategisch belangrijke kwesties. Hij zorgt ook voor de nodige synergie en complementariteit tussen activiteiten van het EIT en de KIG’s en nationale programma’s en initiatieven, met inbegrip van mogelijke nationale cofinanciering van KIG-activiteiten. |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) aan innovatieactiviteiten met Europese meerwaarde te werken en daarin te investeren — met inbegrip van het bieden van ondersteuning voor de oprichting en ontwikkeling van innovatieve bedrijven —, onderzoek en hoger onderwijs volledig in hun werk te integreren teneinde een kritische massa te bereiken, en de verspreiding en toepassing van de resultaten van hun werk te stimuleren; |
a) aan innovatieactiviteiten met meerwaarde van de Unie te werken en daarin te investeren — met inbegrip van het faciliteren en ondersteunen van de oprichting en ontwikkeling van innovatieve bedrijven en startersbedrijven —, onderzoek en hoger onderwijs volledig in hun werk te integreren teneinde een kritische massa te bereiken, en de verspreiding en toepassing van de resultaten van hun werk te stimuleren; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) op innovatie gerichte experimenten, prototyping en demonstraties uit te voeren op gebieden die economisch en maatschappelijk van groot belang zijn en voort te bouwen op de resultaten van onderzoek door de Unie en nationaal onderzoek, zodat de concurrentiepositie van de Unie op internationaal niveau kan worden versterkt, en oplossingen te vinden voor de belangrijke uitdagingen waarvoor de Europese samenleving zich geplaatst ziet; |
b) op innovatie gerichte onderzoeken, experimenten, prototyping en demonstraties uit te voeren op gebieden die economisch en maatschappelijk van groot belang zijn en voort te bouwen op de resultaten van onderzoek door de Unie en nationaal onderzoek, zodat de concurrentiepositie van de Unie op internationaal niveau kan worden versterkt, en oplossingen te vinden voor de belangrijke uitdagingen waarvoor de Europese samenleving zich geplaatst ziet, met inbegrip van gezondheids- en digitale uitdagingen; |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) in onderwijs en opleiding, met name op master- en doctorniveau, en in beroepsopleidingen te voorzien in vakken die kunnen tegemoetkomen aan de toekomstige Europese sociaaleconomische behoeften en die de in de Unie aanwezige talentenpool uitbreiden, die de ontwikkeling van voor innovatie noodzakelijke vaardigheden, betere management- en ondernemersvaardigheden en de mobiliteit van onderzoekers en studenten bevorderen, en die bijdragen tot betere kennisdeling, begeleiding en netwerkvorming onder degenen die een door het EIT gelabelde graad of diploma hebben verworven; |
c) in onderwijs en opleiding, met name op master- en doctoraal niveau, en in beroepsopleidingen te voorzien in vakken die kunnen tegemoetkomen aan de toekomstige Europese sociaaleconomische en sociaal-ecologische behoeften en die de in de Unie aanwezige talentenpool uitbreiden, die de ontwikkeling van voor innovatie noodzakelijke vaardigheden, betere management- en ondernemersvaardigheden en de mobiliteit van onderzoekers en studenten bevorderen, en die bijdragen tot betere kennisdeling, begeleiding en netwerkvorming onder degenen die hebben deelgenomen aan onderwijs- en opleidingsactiviteiten met een EIT-label; |
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter c bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) acties om instellingen voor hoger onderwijs te helpen zich beter in innovatiewaardeketens en ‑ecosystemen te integreren en om ze samen te brengen met andere belangrijke spelers op het gebied van innovatie uit de kennisdriehoek, en zo hun strategische capaciteitsopbouw te verbeteren; |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) outreachactiviteiten te ontplooien en de beste praktijken in de innovatiesector te verspreiden, in het bijzonder gericht op het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden tussen hoger onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven, met inbegrip van de dienstensector en de financiële sector; |
d) outreachactiviteiten te ontplooien en de beste praktijken op het gebied van de innovatiesector te verspreiden, in het bijzonder gericht op het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden en interdisciplinaire leerlussen tussen hoger onderwijs, onderzoek, openbare organisaties en non-profitorganisaties, alsook het bedrijfsleven, met inbegrip van de dienstensector en de financiële sector; |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter d bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) RIS-activiteiten uit te voeren die volledig in de meerjarenstrategie van de KIG’s geïntegreerd zijn, teneinde de innovatiecapaciteit te versterken en duurzame innovatie-ecosystemen in de Unie te ontwikkelen om de verschillen in innovatieprestaties en de kloof in de Unie te verkleinen en voor een geografisch evenwichtigere deelname aan de EIT-gemeenschap in de hele Unie te zorgen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter e
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) in voorkomende gevallen te streven naar synergie en complementariteit tussen activiteiten van KIG’s en bestaande Europese, nationale en regionale programma’s. |
e) in voorkomende gevallen te streven naar synergie en complementariteit tussen activiteiten van KIG’s en bestaande Europese, nationale en regionale programma’s, met name de EIC, andere Europese partnerschappen en missies, alsook universiteiten, instellingen voor hoger onderwijs en onderzoekscentra; |
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter e bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
e bis) middelen uit andere overheids- en particuliere bronnen aan te trekken en inkomsten uit hun eigen activiteiten overeenkomstig artikel 17 te gebruiken, teneinde een deel van hun begroting te verhogen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – letter e ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
e ter) een register op te stellen waarin het verband tussen uitvindingen en octrooien waarvan de KIG’s houder zijn en de identificatie van de eigenaren van die uitvindingen in kaart worden gebracht. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd de kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten tussen het EIT en de KIG’s dienen de KIG’s te beschikken over wezenlijke, algehele autonomie om hun interne organisatie en samenstelling vorm te geven, en ook de nadere bijzonderheden van hun agenda en hun werkmethoden. KIG’s zullen in het bijzonder: |
2. Onverminderd de kaderpartnerschapsovereenkomsten en de meerjarige subsidieovereenkomsten tussen het EIT en de KIG’s dienen de KIG’s te beschikken over wezenlijke, algehele autonomie om hun interne organisatie en samenstelling vorm te geven, en ook de nadere bijzonderheden van hun agenda en hun werkmethoden, op voorwaarde dat die agenda en werkmethoden resulteren in vooruitgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het EIT en de KIG’s. KIG’s zullen in het bijzonder: |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) interne bestuursregelingen vaststellen die de kennisdriehoek hoger onderwijs, onderzoek en innovatie weerspiegelen; |
a) transparante interne bestuursregelingen vaststellen die de kennisdriehoek hoger onderwijs, onderzoek en innovatie weerspiegelen; |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) openstaan voor nieuwe leden wanneer die een toegevoegde waarde voor het partnerschap hebben; |
b) openstaan voor een zo groot mogelijk scala van nieuwe leden wanneer die een toegevoegde waarde voor het partnerschap hebben, overal in de Unie, onder meer door middel van duidelijke en transparante aansluitings- en uitstapcriteria en open oproepen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) op een open en transparante wijze functioneren, overeenkomstig hun reglement van orde; |
c) interne regels vaststellen om ervoor te zorgen dat de KIG’s op een open en transparante wijze functioneren, overeenkomstig gedragscodes die in die interne regels moeten worden vastgelegd; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter d bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) als onderdeel van hun meerjarig bedrijfsplan een strategisch tweejarenplan opstellen waarin uitvoerig wordt ingegaan op initiatieven die bedoeld zijn om de effecten van de COVID-19-crisis te verzachten en waarin bijzondere aandacht uitgaat naar acties die de weerbaarheid van micro-ondernemingen, kmo’s en startersbedrijven, maar ook van de studenten, onderzoekers en werknemers verhogen; |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter d ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d ter) in synergie met andere innovatie-onderdelen van de Unie en andere instellingen, organen en agentschappen van de Unie en als reactie op het Europese herstelplan specifieke oproepen publiceren, initiatieven bevorderen die gebruik maken van hun partnerschappen, ecosystemen en gemeenschappen, afzonderlijke en KIG-overschrijdende projecten ontwikkelen om de herstructurering van bedrijven te ondersteunen, en micro-ondernemingen, kmo’s, startersbedrijven en andere belanghebbenden identificeren die steun en bijvoorbeeld een betere toegang tot financiering nodig hebben; |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter d quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d quater) initiatieven voorstellen die bedoeld zijn om hun op de kennisdriehoek gebaseerde ecosysteem te ondersteunen, en die tegelijkertijd flexibel genoeg zijn om maatregelen te creëren die geschikt zijn voor de doeleinden van hun partners en begunstigden en die verder reiken dan hun bestaande gemeenschappen; |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter e
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) strategieën voor financiële duurzaamheid opstellen en uitvoeren. |
e) strategieën voor het bereiken van financiële duurzaamheid opstellen en uitvoeren; |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – letter e bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
e bis) outreachactiviteiten ontwikkelen, met name met opkomende instellingen en kenniscentra regio’s van de Unie die zwakker presteren dan andere; |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De betrekkingen tussen het EIT en de KIG’s worden geregeld in kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten. |
3. De betrekkingen tussen het EIT en de KIG’s worden geregeld in kaderpartnerschapsovereenkomsten en meerjarige subsidieovereenkomsten en worden gestoeld op een welomschreven samenwerkingsstrategie voor de lange termijn. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Wanneer KIG’s projecten en partners selecteren, en wanneer het strikt noodzakelijk is om een onderscheid te maken tussen voorstellen van dezelfde kwaliteit, geven KIG’s na een evaluatie op basis van het uitmuntendheidscriterium voorrang aan voorstellen die aan een of meer van de volgende criteria voldoen: |
|
a) ze omvatten een groter aantal landen of regio’s die aan de RIS deelnemen; |
|
b) ze omvatten een groter aantal regio’s of landen die nog niet aan de KIG deelnemen; |
|
c) ze hebben betrekking op regio’s en landen die toezeggen bij te dragen met ESI-middelen; |
|
d) er is een groter aantal kmo’s bij betrokken; |
|
e) ze zorgen voor een beter genderevenwicht. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De regels voor deelname en verspreiding van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie zijn van toepassing. In afwijking van die regels: |
De regels voor deelname aan en verspreiding van Horizon Europa zijn van toepassing. In afwijking van die regels: |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – letter b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) kunnen voor KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde specifieke regels van toepassing zijn inzake eigendom, toegangsrechten, benutting en verspreiding. |
b) kunnen voor KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde zo nodig specifieke regels van toepassing zijn inzake eigendom, toegangsrechten, benutting en verspreiding. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een partnerschap wordt door het EIT geselecteerd en aangewezen om een KIG te worden op grond van een vergelijkende, open en transparante procedure. De criteria van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie voor de selectie van Europese partnerschappen zijn van toepassing. De raad van bestuur van het EIT kan deze criteria nader specificeren door criteria voor de selectie van KIG’s op basis van de principes van hun uitmuntendheid en innoverende aard vast te stellen en openbaar te maken. |
1. Een partnerschap wordt door het EIT geselecteerd en aangewezen om een KIG te worden op grond van een vergelijkende, open en transparante procedure. De toepasselijke voorwaarden en criteria van Horizon Europa voor de selectie van Europese partnerschappen zijn van toepassing. De raad van bestuur van het EIT specificeert deze criteria nader door criteria voor de selectie van KIG’s op basis van de principes van hun uitmuntendheid, evenwichtige geografische dekking en innoverende aard bij de aanpak van maatschappelijke uitdagingen en beleidsprioriteiten van de Unie vast te stellen en openbaar te maken. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het EIT start met de selectie en aanwijzing van KIG’s overeenkomstig de prioritaire gebieden en het tijdschema in de SIA. |
2. Het EIT start met de selectie en aanwijzing van KIG’s overeenkomstig de prioritaire gebieden en het tijdschema in de SIA en rekening houdend met de prioriteiten die in de strategische planning van Horizon Europa zijn vastgesteld. |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een KIG kan pas tot stand worden gebracht met ten minste drie onafhankelijke partnerorganisaties die in ten minste drie verschillende lidstaten gevestigd zijn. |
3. Een KIG kan pas tot stand worden gebracht met ten minste drie onafhankelijke partnerorganisaties die ten minste één instelling voor hoger onderwijs, één onderzoeksorganisatie en één particuliere onderneming omvatten en die in ten minste drie verschillende lidstaten gevestigd zijn. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Naast de voorwaarde vastgesteld in lid 3, moet ten minste twee derde van de partnerorganisaties die een KIG vormen, in de lidstaten zijn gevestigd. Van elke KIG moeten ten minste één instelling voor hoger onderwijs, één onderzoeksorganisatie en één particuliere onderneming deel uitmaken. |
4. Naast de voorwaarde vastgesteld in lid 3, moet ten minste twee derde van de partnerorganisaties die een KIG vormen, in de lidstaten zijn gevestigd. Een evenwichtige geografische spreiding alsook deelname aan de RIS en deelname van nieuwe partners worden in aanmerking genomen in de selectie- en aanwijzingsprocedure. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het EIT stelt voorafgaand aan de start van de selectieprocedure voor nieuwe KIG’s criteria en procedures vast met betrekking tot de financiering, monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s, en maakt deze bekend. De in artikel 6, onder k), bedoelde groep vertegenwoordigers van de lidstaten wordt daarvan onverwijld in kennis gesteld. |
5. Het EIT stelt voorafgaand aan de start van de selectieprocedure voor nieuwe KIG’s criteria en procedures vast met betrekking tot de financiering, monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s, en maakt deze bekend. De in artikel 6, lid 2, bedoelde groep vertegenwoordigers van de lidstaten, het EIT-netwerk van nationale contactpersonen en het Europees Parlement worden daarvan onverwijld in kennis gesteld. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Aan de hand van indicatoren, die onder meer zijn opgenomen in het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en in de SIA, en in nauwe samenwerking met de Commissie zorgt het EIT ervoor dat de output, resultaten en effecten van elke KIG doorlopend worden gemonitord en periodiek aan een externe evaluatie worden onderworpen. De monitoring- en evaluatieresultaten worden gerapporteerd aan het Europees Parlement en aan de Raad en worden bekendgemaakt. |
Aan de hand van indicatoren, die onder meer zijn opgenomen in Horizon Europa en in de SIA, en in nauwe samenwerking met de Commissie zorgt het EIT ervoor dat de output, resultaten en effecten en ondernomen stappen in de richting van het bereiken van financiële duurzaamheid van elke KIG doorlopend worden gemonitord en periodiek aan een externe evaluatie worden onderworpen. De monitoring- en evaluatieresultaten worden gerapporteerd aan het Europees Parlement en aan de Raad en worden bekendgemaakt. |
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Afhankelijk van de resultaten van een uitgebreide tussentijdse evaluatie vóór het verstrijken van de eerste periode van zeven jaar kan de raad van bestuur besluiten de duur van de kaderpartnerschapsovereenkomst met een KIG na de eerste periode te verlengen met een nieuwe periode van maximaal zeven jaar, ofwel de financiële bijdrage van het EIT te beëindigen en de kaderpartnerschapsovereenkomst niet te verlengen. De raad van bestuur houdt met name rekening met de mate waarin een KIG financiële duurzaamheid heeft bereikt, haar vermogen om open te staan voor nieuwe leden, de grenzen van de financiële bijdrage van de Unie als bedoeld in artikel 20 en de relevantie voor de doelstellingen van het EIT. |
2. Mits een uitgebreide tussentijdse evaluatie door onafhankelijke deskundigen, die tegen het einde van het vierde jaar van de eerste periode van zeven jaar wordt uitgevoerd, een positief resultaat oplevert, kan de raad van bestuur besluiten de kaderpartnerschapsovereenkomst met een KIG tot het einde van de eerste periode voort te zetten, ofwel de financiële bijdrage van het EIT onmiddellijk te beëindigen en de kaderpartnerschapsovereenkomst niet te verlengen. De raad van bestuur houdt met name rekening met de relevantie voor de wereldwijde en maatschappelijke uitdagingen van de Unie, de criteria van Horizon Europa voor de uitvoering, monitoring en evaluatie van de Europese partnerschappen, de verwezenlijking van de door de KIG zelf vastgelegde doelstellingen, de coördinatie-inspanningen van de KIG met andere relevante onderzoeks- en innovatie-initiatieven, de mate waarin een KIG financiële duurzaamheid heeft bereikt, haar vermogen om open te staan voor nieuwe leden en transparantie, haar geografische dekking en genderevenwicht, de grenzen van de financiële bijdrage van de Unie als bedoeld in artikel 20 en de relevantie voor de doelstellingen van het EIT. |
|
De raad van bestuur dient die tussentijdse evaluaties in bij het Europees Parlement en de Raad en maakt ze openbaar. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Aan het einde van de eerste periode van zeven jaar kan de raad van bestuur besluiten om de kaderpartnerschapsovereenkomst met nog eens zeven jaar te verlengen. Dat besluit wordt gebaseerd op de criteria van lid 2 en op de eindevaluatie van de prestaties van de KIG die wordt verricht vóór het verstrijken van de eerste periode van zeven jaar. Het EIT raadpleegt het Europees Parlement voordat het de eerste periode van zeven jaar verlengt. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Indien de zevenjarige overeenkomst wordt verlengd, wordt de KIG tegen het einde van het vierde jaar van de tweede periode van zeven jaar onderworpen aan een nieuwe tussentijdse evaluatie op grond van dezelfde criteria en methode. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien uit de evaluatie blijkt dat een KIG onvoldoende presteert of geen Europese meerwaarde biedt, neemt de raad van bestuur passende maatregelen, waaronder de verlaging, wijziging of intrekking van de financiële bijdrage van het EIT of de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst.
|
3. Indien uit de evaluatie blijkt dat een KIG onvoldoende presteert of geen Europese meerwaarde biedt, neemt de raad van bestuur passende corrigerende maatregelen, waaronder de verlaging, wijziging of intrekking van de financiële bijdrage van het EIT of de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Afhankelijk van de resultaten van een eindevaluatie vóór het verstrijken van het veertiende jaar van de kaderpartnerschapsovereenkomst kan het EIT met een KIG een memorandum van samenwerking sluiten. |
4. Afhankelijk van de resultaten van een eindevaluatie vóór het verstrijken van het veertiende jaar van de kaderpartnerschapsovereenkomst kan de raad van bestuur, na een grondige evaluatie door onafhankelijke deskundigen, besluiten de kaderpartnerschapsovereenkomst met een KIG te verlengen. Die verlengde kaderpartnerschapsovereenkomst is afhankelijk van het volgende: |
|
a) een positieve grondige evaluatie van de KIG door de externe deskundigen en de raad van bestuur, waarbij rekening wordt gehouden met de beoordelingscriteria van lid 2; |
|
b) een door de KIG opgesteld gedetailleerd plan met een uiteenzetting van de redenen waarom de kaderpartnerschapsovereenkomst moet worden verlengd; |
|
c) ze blijft qua looptijd, toepassingsgebied en begroting beperkt tot hogeronderwijs-, opleidings- en horizontaal gestructureerde activiteiten van de KIG die nog niet financieel duurzaam kunnen zijn, maar essentieel blijven voor de uitvoering van haar taken en werkzaamheden en voor haar vermogen om maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. |
|
Die activiteiten worden gedetailleerd beschreven. Die beschrijving wordt door de raad van bestuur ter evaluatie ingediend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De deelnemende instellingen voor hoger onderwijs verlenen volgens de nationale regelgeving en accreditatieprocedures graden en diploma’s met betrekking tot de in artikel 7, lid 1, onder c), bedoelde activiteiten van hoger onderwijs. In de tussen het EIT en een KIG te sluiten kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten wordt vastgelegd dat deze graden en diploma’s ook EIT-graden en ‑diploma’s kunnen worden genoemd. |
1. De deelnemende instellingen voor hoger onderwijs en gecertificeerde opleidingsinstellingen verlenen volgens de nationale regelgeving en accreditatieprocedures graden en diploma’s met betrekking tot de in artikel 7, lid 1, onder c), bedoelde activiteiten van hoger onderwijs. In de tussen het EIT en een KIG te sluiten kaderpartnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten wordt vastgelegd dat deze graden en diploma’s ook EIT-graden en ‑diploma’s worden genoemd. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het EIT moedigt de deelnemende instellingen voor hoger onderwijs aan om: |
2. Het EIT moedigt de deelnemende instellingen voor hoger onderwijs en gecertificeerde opleidingsinstellingen aan om: |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – letter b bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) het EIT-merk in hun opleidingen en diploma’s te promoten en onder de aandacht te brengen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – letter b ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b ter) zich meer te integreren in innovatieketens, door verschillende strategieën te ontwikkelen met als doel doeltreffend samen te werken met innovatie-ecosystemen en bedrijven, en ondernemingszin te bevorderen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – letter b quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b quater) programma’s gericht op een leven lang leren en certificering op te zetten; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan genderevenwicht en genderbewuste benaderingen, met name op gebieden als ICT, wetenschap, technologie, techniek en wiskunde, waar vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn. |
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het EIT en de KIG’s zorgen voor een hoge mate van transparantie bij hun werkzaamheden. Het EIT en de KIG’s stellen in het bijzonder een gemakkelijk en gratis toegankelijke internetdienst in die informatie verstrekt over hun activiteiten. |
1. Het EIT en de KIG’s zorgen voor een hoge mate van transparantie bij hun werkzaamheden. Het EIT en de KIG’s stellen in het bijzonder een gemakkelijk en gratis toegankelijke internetdienst in die informatie verstrekt over hun activiteiten en de kansen die zij bieden, met name open oproepen. |
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het EIT en de KIG’s stellen gedetailleerde informatie over alle door hen uitgebrachte oproepen tot het indienen van voorstellen beschikbaar. Deze doorzoekbare en traceerbare informatie wordt tijdig beschikbaar gesteld in de relevante gemeenschappelijke onlinedatabanken van door de Unie gefinancierde onderzoeks- en innovatieprojecten, overeenkomstig Verordening [xxx] tot vaststelling van Horizon Europa. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Gedetailleerde informatie over de in de artikelen 11 en 18 bedoelde monitoring- en evaluatieprocessen. |
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De bijdragen van partnerorganisaties aan de financiering van de KIG’s worden vastgesteld in overeenstemming met de in lid 4 van dit artikel bedoelde medefinancieringspercentages en weerspiegelen de strategie van de KIG inzake financiële duurzaamheid. |
6. De bijdragen van partnerorganisaties en andere publieke bronnen uit derde landen alsook particuliere financieringsbronnen aan de financiering van de KIG’s worden vastgesteld in overeenstemming met de in lid 4 van dit artikel bedoelde medefinancieringspercentages en weerspiegelen de strategie van de KIG inzake financiële duurzaamheid. |
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Het EIT zet een vergelijkend toewijzingsmechanisme op voor de toekenning van een passend deel van zijn financiële bijdrage aan de KIG’s. Dat mechanisme omvat onder meer de beoordeling van de bedrijfsplannen van de KIG’s, en van hun prestaties gemeten door middel van doorlopende monitoring, en met name hun vooruitgang bij het bereiken van financiële duurzaamheid. |
7. Het EIT zet een vergelijkend en op prestaties gebaseerd toewijzingsmechanisme op voor de toekenning van een passend deel van zijn financiële bijdrage aan de KIG’s. Dat mechanisme omvat onder meer de beoordeling van de bedrijfsplannen van de KIG’s, het openstaan voor nieuwe leden, hun verspreidingsstrategieën en geografische dekking, alsook de resultaten van die bedrijfsplannen gemeten door middel van doorlopende monitoring, en met name de vooruitgang bij het bereiken van financiële duurzaamheid. Bijzondere aandacht gaat uit naar acties om de effecten van de COVID-19-crisis te verzachten en naar de ontwikkeling van innovatieve ideeën. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) een raming van de personeelsbehoefte voor de nieuwe taken; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1 – letter b ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b ter) aspecten van het tweejarige crisisresponsprogramma; |
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) passende indicatoren voor het monitoren van de activiteiten van de KIG’s en het EIT, waarbij een effectgerichte aanpak wordt gevolgd; |
c) passende kwalitatieve en kwantitatieve methoden, instrumenten en indicatoren voor het monitoren van de activiteiten van het EIT en de KIG’s, waarbij een effectgerichte en op prestaties gebaseerde aanpak wordt gevolgd; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het EIT keurt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag goed dat uitgebreide informatie bevat over de werkzaamheden van het EIT en de KIG’s in het voorgaande kalenderjaar en over de bijdrage van het EIT aan de doelstellingen van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en aan het beleid en de doelstellingen van de Unie op het gebied van innovatie, onderzoek en onderwijs. Daarnaast zet het de resultaten af tegen de doelstellingen, indicatoren en het vooropgestelde tijdschema, en beoordeelt het de risico’s van de werkzaamheden, de besteding van de financiële middelen en het functioneren van het EIT in het algemeen. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag bevat nadere uitgebreide informatie in overeenstemming met de financiële voorschriften van het EIT. |
2. Het EIT keurt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag goed dat uitgebreide informatie bevat over de werkzaamheden van het EIT en de KIG’s in het voorgaande kalenderjaar en over de bijdrage van het EIT aan de doelstellingen van Horizon Europa en aan het beleid en de doelstellingen van de Unie op het gebied van innovatie, onderzoek en onderwijs. Daarnaast zet het de resultaten af tegen de doelstellingen, indicatoren en het vooropgestelde tijdschema, en beoordeelt het de risico’s van de werkzaamheden, de besteding van de financiële middelen, met inbegrip van de bijdrage aan het streefcijfer voor klimaatmainstreaming van Horizon Europa, uitgesplitst per KIG, en het functioneren van het EIT in het algemeen. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag bevat nadere uitgebreide informatie in overeenstemming met de financiële voorschriften van het EIT. |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Elk jaar dient de directeur van het EIT het jaarlijkse activiteitenverslag in bij de bevoegde commissies van het Europees Parlement. |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie maakt evaluaties van het EIT met de hulp van onafhankelijke deskundigen die op basis van een transparant proces in overeenstemming met de financiële voorschriften van de Commissie worden geselecteerd. In deze evaluaties, die alle werkzaamheden van het EIT en de KIG’s bestrijken, wordt onderzocht in hoeverre het EIT zijn opdracht vervult, en worden de Europese meerwaarde van het EIT, de impact, doeltreffendheid, duurzaamheid, doelmatigheid en relevantie van de verrichte werkzaamheden en de samenhang en/of complementariteit ervan met het desbetreffend nationaal beleid en dat van de Unie, met inbegrip van synergieën met andere onderdelen van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie, beoordeeld. Bij de evaluaties wordt rekening gehouden met de standpunten van de belanghebbenden op Europees en nationaal niveau en de evaluaties worden meegenomen in de evaluaties van de programma’s van de Commissie waarin in het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie is voorzien. |
2. De Commissie maakt evaluaties van het EIT met de hulp van onafhankelijke deskundigen die op basis van een transparant proces in overeenstemming met de financiële voorschriften van de Commissie worden geselecteerd. In deze evaluaties, die alle werkzaamheden van het EIT en de KIG’s bestrijken, wordt onderzocht in hoeverre het EIT zijn opdracht vervult, en worden de Europese meerwaarde van het EIT, de impact, doeltreffendheid, duurzaamheid, doelmatigheid en relevantie van de verrichte werkzaamheden en de samenhang en/of complementariteit ervan met het desbetreffend nationaal beleid en dat van de Unie, met inbegrip van synergieën met andere onderdelen van Horizon Europa, met name de EIC, andere partnerschappen en missies, beoordeeld. Bij de evaluatie worden ook aspecten beoordeeld met betrekking tot het effect van de RIS en de mate waarin deze open staat voor deelname van nieuwe partners. Bij de evaluaties wordt rekening gehouden met de standpunten van de belanghebbenden op Europees en nationaal niveau en de evaluaties worden meegenomen in de evaluaties van de programma’s van de Commissie waarin in Horizon Europa is voorzien. |
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 19 bis |
|
Tussentijdse evaluatie van het EIT |
|
Het EIT wordt onderworpen aan een grondige tussentijdse evaluatie door de Commissie, op basis van de periodieke evaluaties als bedoeld in artikel 19. Deze wordt uiterlijk drie jaar na het begin van de volgende financiële periode uitgevoerd met de hulp van onafhankelijke deskundigen. In deze tussentijdse evaluatie wordt onder meer het volgende beoordeeld: |
|
a) de resultaten en effecten van het onderwijsinitiatief en de mogelijke voortzetting ervan; |
|
b) de doeltreffendheid van de strategieën voor financiële duurzaamheid van de KIG’s; |
|
c) de uitvoering en impact van de RIS; |
|
d) de haalbaarheid van nog nauwere samenwerking tussen het EIT en alle uitvoeringsorganen van pijler III van Horizon Europa, teneinde te beoordelen of het EIT een meer horizontale rol zou kunnen spelen voor alle pijlers en/of één loket voor innovatie met een reeks verschillende aanvullende activiteiten zou kunnen opzetten. |
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 1 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bijdrage van de Unie kan worden verstrekt via een financiële bijdrage van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en van andere programma’s van de Unie, onverminderd de in het respectieve MFK vastgestelde bedragen. |
De bijdrage van de Unie wordt verstrekt via een financiële bijdrage van [4 %] van de algemene begroting van Horizon Europa en van andere programma’s van de Unie, onverminderd de in het respectieve MFK vastgestelde bedragen. Het EIT kan aanvullende financiële middelen uit andere programma’s van de Unie ontvangen. |
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 24 bis |
|
Overgangsbepalingen |
|
Door het EIT afgesloten overeenkomsten vallen onder de regels die van toepassing zijn op het moment van bekendmaking van de respectieve oproep tot het indienen van voorstellen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 137
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De raad van bestuur bestaat uit 15 door de Commissie benoemde leden, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring in het bedrijfsleven, in het hoger onderwijs en in onderzoek. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur bedraagt vier jaar. De Commissie kan deze ambtstermijn, op voorstel van de raad van bestuur, één keer met twee jaar verlengen. |
De raad van bestuur bestaat uit 15 door de Commissie benoemde leden, onder wie een lid van de EIC, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring in het bedrijfsleven, in het hoger onderwijs, innovatie en onderzoek. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur bedraagt vier jaar. De Commissie kan deze ambtstermijn, op voorstel van de raad van bestuur, één keer met twee jaar verlengen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer noodzakelijk, legt de raad van bestuur de Commissie een shortlist van kandidaten voor voor de benoeming van een nieuw lid of nieuwe leden. De kandidaten op de shortlist worden geselecteerd op basis van een transparante en open procedure op initiatief van het EIT. |
Schrappen |
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De leden van de raad van bestuur worden door de Commissie op transparante wijze benoemd en beschikken over bewezen uitstekende ervaring op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en het bedrijfsleven. Deze benoeming vindt plaats na een open oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. |
Amendement 140
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie streeft bij de benoeming van leden naar een evenwicht tussen hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en bedrijfservaring en naar een gender- en geografisch evenwicht. Zij houdt tevens rekening met de uiteenlopende omstandigheden op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie in de gehele Unie. |
De Commissie zorgt bij de benoeming van leden voor een evenwicht tussen hoger onderwijs, onderzoek, innovatie en bedrijfservaring en voor een gender- en geografisch evenwicht. Zij houdt tevens rekening met de uiteenlopende omstandigheden op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie in de gehele Unie. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Wanneer noodzakelijk, legt de raad van bestuur de Commissie een shortlist van kandidaten voor voor de benoeming van een nieuw lid of nieuwe leden. De kandidaten op de shortlist worden geselecteerd op basis van een transparante en open procedure op initiatief van het EIT. |
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 1 – punt 1 – alinea 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De Commissie benoemt een nieuw lid of nieuwe leden volgens de in de tweede en derde alinea bedoelde procedure. |
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De raad van bestuur neemt strategische besluiten bij de uitvoering van haar taak om de werkzaamheden van het EIT aan te sturen, en moet met name: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de bijdrage van het EIT aan het voorstel van de Commissie voor de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT goedkeuren; |
a) de bijdrage van het EIT aan het voorstel van de Commissie voor de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT goedkeuren nadat is rekening gehouden met het advies van de bestaande KIG’s; |
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de criteria en procedures voor de financiering, monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s, met inbegrip van de maximale toewijzing van EIT-middelen aan de KIG’s, goedkeuren; |
c) de criteria en procedures voor de financiering, monitoring en evaluatie van de activiteiten van de KIG’s, met inbegrip van de maximale toewijzing van EIT-middelen aan de KIG’s, goedkeuren, rekening houdend met de in artikel 11 vermelde vereisten, en beslissen over passende corrigerende maatregelen die moeten worden genomen in geval van tegenvallende resultaten met betrekking tot de doelstellingen van de KIG’s; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 146
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de selectieprocedure voor de KIG’s goedkeuren; |
d) de selectieprocedure voor de KIG’s goedkeuren en de in artikel 6, lid 2, bedoelde groep vertegenwoordigers van de lidstaten, het EIT-netwerk van nationale contactpersonen, alsook de nationale en regionale autoriteiten onmiddellijk van die procedure op de hoogte stellen; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter e
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) partnerschappen selecteren en als KIG aanwijzen of, in voorkomend geval, een aanwijzing als KIG intrekken; |
e) partnerschappen selecteren en als KIG aanwijzen, op basis van de beginselen van uitmuntendheid, evenwichtige geografische vertegenwoordiging, een omzet van partners en innovatie overeenkomstig de criteria van artikel 9 of, in voorkomend geval, een aanwijzing als KIG intrekken; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter g
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) de directeur machtigen om kaderpartnerschapsovereenkomsten met KIG’s na de eerste periode te verlengen; |
g) de directeur machtigen om kaderpartnerschapsovereenkomsten met KIG’s na de eerste periode te verlengen op basis van een positief resultaat van de beoordelingen overeenkomstig de artikelen 10 en 11; |
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) passende maatregelen nemen, waaronder de verlaging, wijziging of intrekking van de financiële bijdrage van het EIT aan de KIG’s of de beëindiging van kaderpartnerschapsovereenkomsten met KIG’s; |
j) passende maatregelen nemen, waaronder de verlaging, wijziging of intrekking van de financiële bijdrage van het EIT aan de KIG’s in geval van tegenvallende resultaten, of de beëindiging van kaderpartnerschapsovereenkomsten met KIG’s op basis van het resultaat van de beoordelingen overeenkomstig de artikelen 10, 11 en 17; |
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter j bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
j bis) bij wijze van uitzondering (met een tweederdemeerderheid) kunnen vragen dat een voorzitter van de raad van toezicht van een KIG of een chief executive officer van een KIG ontslag neemt in geval van nalatigheid, ondermaatse prestaties of een ernstige fout, en zo nodig niet-bindende aanbevelingen kunnen geven aan de KIG die deze interne reorganisatie ondergaat; |
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter l
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
l) beslissen over de opzet en de coördinatie van de ondersteuningsacties van de KIG’s voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs en hun integratie in innovatie-ecosystemen. |
l) beslissen over de opzet en de coördinatie van de ondersteuningsacties van de KIG’s voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs en gecertificeerde opleidingsinstellingen en hun integratie in innovatie-ecosystemen. |
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 1 – letter l bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
l bis) de totstandbrenging van synergieën bevorderen tussen het EIT en de KIG’s en de kaderprogramma’s van de Unie alsook nationale en regionale financieringsregelingen. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 153
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De raad van bestuur neemt andere procedurele en operationele besluiten die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn taken en van de activiteiten van het EIT, met name: |
2. De raad van bestuur neemt andere procedurele en operationele besluiten die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn taken en van de activiteiten van het EIT, met name om: |
Amendement 154
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 2 – letter c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een procedure voor de selectie van het uitvoerend comité goedkeuren; |
c) een open en transparante procedure voor de selectie van het uitvoerend comité goed te keuren; |
Amendement 155
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 2 – punt 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De raad van bestuur neemt besluiten in overeenstemming met het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (het statuut) en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/6835 van de Raad, en moet met name: |
Schrappen |
a) de bepalingen ter uitvoering van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vaststellen, overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het statuut; |
|
b) de bevoegdheden die volgens het statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag en volgens de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot het sluiten van arbeidsovereenkomsten bevoegde gezag (het tot aanstelling bevoegde gezag) toekomen, uitoefenen, overeenkomstig punt c); |
|
c) overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het statuut, een besluit vaststellen op basis van artikel 2, lid 1, van het statuut en artikel 6 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur delegeert en vastlegt onder welke voorwaarden deze gedelegeerde bevoegdheden kunnen worden opgeschort. De directeur kan deze bevoegdheden op zijn beurt subdelegeren; |
|
d) indien uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, een besluit vaststellen om de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur en de bevoegdheden die deze laatste op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk op te schorten, en deze bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de directeur. |
|
__________________ |
|
35 PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. |
|
Amendement 156
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 4 – punt 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het uitvoerend comité bestaat uit vier leden en de voorzitter van de raad van bestuur, die ook het uitvoerend comité voorzit. De vier andere leden van het uitvoerend comité worden door de raad van bestuur uit zijn leden gekozen, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring in het bedrijfsleven, in het hoger onderwijs en in onderzoek. De leden van het uitvoerend comité worden gekozen voor een termijn van twee jaar, die één keer verlengd kan worden. |
2. Het uitvoerend comité bestaat uit drie leden en de voorzitter van de raad van bestuur, die ook het uitvoerend comité voorzit. De drie andere leden van het uitvoerend comité worden door de raad van bestuur uit zijn leden gekozen, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring in het bedrijfsleven, in het hoger onderwijs en in onderzoek. De leden van het uitvoerend comité worden gekozen voor een termijn van twee jaar, die één keer verlengd kan worden. |
Amendement 157
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 4 - punt 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis. De raad van bestuur neemt besluiten in overeenstemming met het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (het statuut) en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad1 bis. Met name: |
|
a) stelt hij overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het statuut de bepalingen ter uitvoering van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vast; |
|
b) oefent hij overeenkomstig punt c) van dit lid de bevoegdheden die volgens het statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag en volgens de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot het sluiten van arbeidsovereenkomsten bevoegde gezag (het tot aanstelling bevoegde gezag) toekomen; |
|
c) stelt hij overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het statuut een besluit vast op basis van artikel 2, lid 1, van het statuut en artikel 6 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur delegeert en vastlegt onder welke voorwaarden deze gedelegeerde bevoegdheden kunnen worden opgeschort waarbij de directeur deze bevoegdheden op zijn beurt kan subdelegeren; |
|
d) stelt hij indien uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, een besluit vast om de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur en de bevoegdheden die deze laatste op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk op te schorten, en oefent hij deze bevoegdheden zelf uit of delegeert hij ze aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de directeur. |
|
__________________ |
|
1 bis PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 158
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 5 – punt 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De ambtstermijn van de directeur bedraagt vier jaar. De raad van bestuur kan deze ambtstermijn, op basis van een voorstel van de Commissie waarin rekening wordt gehouden met de evaluatie van de prestaties van de directeur en de toekomstige taken en uitdagingen van het EIT, één keer met maximaal twee jaar verlengen. Een directeur wiens ambtstermijn is verlengd, mag niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt. |
3. De ambtstermijn van de directeur bedraagt vier jaar. De raad van bestuur kan deze ambtstermijn, op basis van een voorstel van de Commissie waarin rekening wordt gehouden met de evaluatie van de prestaties van de directeur en de belangen alsook de toekomstige taken en uitdagingen van het EIT, één keer met maximaal vier jaar verlengen. Een directeur wiens ambtstermijn is verlengd, mag niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt. |
Amendement 159
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 5 – punt 6 – letter e
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) onder het toezicht van de raad van bestuur, het selectieproces voor de KIG’s voorbereiden en beheren, en er zorg voor dragen dat de verschillende stadia van dat proces op transparante en objectieve wijze worden uitgevoerd; |
e) onder het toezicht van de raad van bestuur, het selectieproces voor de KIG’s voorbereiden en beheren, en er zorg voor dragen dat de verschillende stadia van dat proces op transparante en objectieve wijze worden uitgevoerd, en een uitvoerig verslag van het selectieproces als bijlage voegen bij het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag; |
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 5 – punt 6 – letter j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) onder het toezicht van de raad van bestuur, de toepassing van doeltreffende procedures voor de monitoring en evaluatie van de prestaties van het EIT waarborgen, overeenkomstig artikel 19; |
j) onder het toezicht van de raad van bestuur, de toepassing van doeltreffende procedures voor de monitoring en evaluatie van de prestaties van het EIT waarborgen, overeenkomstig artikel 19, alsook passende corrigerende maatregelen uitvoeren in geval van tegenvallende prestaties met betrekking tot de doelstellingen en streefdoelen van het EIT; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 5 – punt 6 – letter n
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
n) onder het toezicht van de raad van bestuur, zorgen voor doeltreffende communicatie met de instellingen van de Unie; |
n) onder het toezicht van de raad van bestuur, zorgen voor doeltreffende communicatie met de instellingen van de Unie door middel van jaarlijkse presentaties aan het Europees Parlement en de Raad; |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
Amendement 162
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – afdeling 6 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het personeel van het EIT is rechtstreeks in dienst bij het EIT. Het personeel van het EIT valt onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie en de voorschriften die in onderling overleg door de instellingen van de Unie zijn vastgesteld ter uitvoering daarvan. |
1. Het personeel van het EIT is rechtstreeks in dienst bij het EIT. Het personeel van het EIT valt onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie en de voorschriften die in onderling overleg door de instellingen van de Unie zijn vastgesteld ter uitvoering daarvan. Dit lid is van toepassing op de personeelsleden van het EIT van wie het contract in 2020 afloopt. |
Motivering
Dit amendement is nodig om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verband houden met andere ontvankelijke amendementen.
TOELICHTING
Het in 2008 opgerichte Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) streeft ernaar door versterking van de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie een duurzame Europese economische groei en concurrentiepositie te bevorderen. Het EIT versterkt in het bijzonder de innovatiecapaciteit van de Unie en pakt maatschappelijke uitdagingen aan door de integratie binnen de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie.
Het EIT blijft gebruikmaken van zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s), grootschalige Europese partnerschappen die specifieke maatschappelijke uitdagingen aanpakken door onderwijsinstellingen, onderzoeks- en bedrijfsorganisaties samen te brengen en subsidies aan ze toe te kennen, waarbij toezicht wordt gehouden op hun activiteiten, de samenwerking tussen KIG’s wordt ondersteund en resultaten en goede werkmethoden worden gedeeld.
In de verordening uit 2008 zijn de opdracht, de taken en het kader voor de werking van het EIT vastgesteld. De verordening is in 2013 onder meer gewijzigd met het oog op de afstemming op Horizon 2020.
Op 11 juli 2019 publiceerde de Commissie haar nieuwe EIT-voorstellen, die bestonden uit een voorstel tot herschikking van een geactualiseerde EIT-verordening en een voorstel voor een besluit over een nieuwe strategische innovatieagenda (SIA) voor het EIT in de periode 2021-2027.
De herschikking van de EIT-verordening bestaat erin een nieuwe verordening aan te nemen waarin zowel de inhoudelijke wijzigingen van de bestaande verordening als de ongewijzigde bepalingen van die verordening in één enkele tekst zijn opgenomen. De Commissie achtte de actualisering van de verordening nodig aangezien de bepalingen in de bestaande EIT-verordening rechtstreeks verwezen naar Horizon 2020, dat aan het einde van het jaar afloopt. Met het herschikkingsvoorstel wordt beoogd de afstemming van de EIT-verordening op Horizon Europa te waarborgen, voornamelijk door het schrappen van verwijzingen naar Horizon 2020 en uitvoeringsbesluiten die voortaan als onderdeel van Horizon Europa zullen worden genomen.
De voorgestelde EIT-verordening richt zich op de kernbeginselen van de werking van het EIT en de bijbehorende KIG’s. Doel is te zorgen voor meer juridische duidelijkheid ten aanzien van Horizon Europa en het beginsel van financiële duurzaamheid voor de KIG’s te verankeren. Voor de periode 2021-2027 zal het EIT integraal deel uitmaken van Horizon Europa. De Europese Commissie stelt de ontwerpbegroting vast op 3 miljard EUR voor het volgende MFK, en beschrijft tevens de achterliggende gedachte, de toegevoegde waarde, de werkterreinen en de grote lijnen van de activiteiten van het programma.
De rapporteur staat achter het EIT, zijn opdracht en prestaties tot dusver en is in het algemeen ingenomen met het voorstel van de Commissie om te zorgen voor meer juridische duidelijkheid ten aanzien van Horizon Europa en het beginsel van financiële duurzaamheid voor de KIG’s te verankeren. De rapporteur heeft echter meermaals ernstige bezwaren geuit tegen het besluit van de Commissie om gebruik te maken van de herschikkingsprocedure, aangezien deze een onnodige en fictieve beperking vormt voor de medewetgevers. De rapporteur is namelijk van mening dat verschillende wezenlijke aspecten van het voorstel moeten worden gewijzigd en stelt daarom wijzigingen voor die onder andere betrekking hebben op de volgende kwesties:
De rapporteur verwerpt het voorstel van de Commissie om de verordening “tijdonafhankelijk” te maken en introduceert daarom de nodige amendementen om dat te wijzigen. In dit opzicht stelt de rapporteur verschillende wijzigingen in de tekst voor met het oog op grotere afstemming op Horizon Europa op het gebied van onder meer vereenvoudiging van procedures, duidelijkheid en beperkingen van het soort afwijkingen van de regels van Horizon Europa alsook versterkte samenwerking met de Europese Innovatieraad.
Wat transparantie en openheid betreft komt de rapporteur met verschillende voorstellen om deze aspecten binnen de procedures en richtsnoeren van het EIT en de KIG’s alsook in de oproepen voor partners en projecten te verbeteren. Een verbetering van deze aspecten zal ook leiden tot een betere spreiding in de Unie van innovatiecapaciteit en zal hand in hand gaan met de regionale innovatieregeling.
Hoewel de rapporteur de aan de KIG’s toegekende hoge mate van autonomie als een cruciaal element beschouwt voor hun succes, is zij van oordeel dat deze autonomie gepaard moet gaan met een hogere mate van monitoring en evaluatie van hun bedrijfsplannen en resultaten dan in de bestaande wetgeving. Hierdoor zou ook het beginsel van financiële duurzaamheid met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke KIG beter kunnen worden toegepast. Hiertoe stelt de rapporteur verschillende wijzigingen voor.
Ten aanzien van de aspecten van hoger onderwijs en opleiding van het voorstel is de rapporteur van oordeel dat het EIT-merk verder moet worden gepromoot door ervoor te zorgen dat alle deelnemende academische graden en masters het EIT-merk krijgen en dat meer moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat modules op het gebied van opleiding en een leven lang leren ook van het merk gebruik kunnen maken.
De Europese water-, mariene en maritieme sectoren zijn toonaangevend op het gebied van wetenschap en technologische ontwikkeling, waardoor sprake is van een uitstekend niveau van wetenschappelijke, technologische en bedrijfscapaciteit om te innoveren middels nauwe samenwerking met partners in de gehele kennisdriehoek met voldoende capaciteit om innovaties op te schalen. De rapporteur is daarom van mening dat een KIG op het gebied van de Blue New Deal het hoofd zou bieden aan een grote sociaaleconomische en relevante maatschappelijke uitdaging waarbij duurzame, circulaire en blauwe economieën worden gecreëerd die zijn gebaseerd op gezonde water- en maritieme ecosystemen als omschreven in het kaderprogramma Horizon Europa.
Wat middelen betreft herhaalt de rapporteur tot slot het standpunt van het Parlement om 4 % van de begroting van Horizon Europa aan het EIT toe te wijzen en brengt zij verschillende wijzigingen aan om ervoor te zorgen dat adequate arbeidsomstandigheden bij het EIT worden gewaarborgd met het oog op handhaving van een hoog niveau van deskundigheid en naleving van de aan het EIT toevertrouwde aanvullende verantwoordelijkheden.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
D(2020)737
De heer Cristian-Silviu BUŞOI
Voorzitter van de Commissie industrie, onderzoek en energie
ASP 11E108
Brussel
Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking)
(COM(2019)0331 – C9-0042/2019 – 2019/0151(COD))
Geachte voorzitter,
De Commissie juridische zaken heeft bovengenoemd voorstel bestudeerd, overeenkomstig artikel 110 inzake herschikking van het Reglement van het Europees Parlement.
Lid 3 van dat artikel luidt als volgt:
“Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het ontwerp geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij de bevoegde commissie hiervan in kennis.
In dat geval en onverminderd de in de artikelen 169 en 170 vastgelegde voorwaarden zijn amendementen in de ter zake bevoegde commissie alleen ontvankelijk als zij betrekking hebben op onderdelen van het ontwerp die wijzigingen bevatten.
Amendementen op ongewijzigd gebleven onderdelen van het voorstel kunnen evenwel in uitzonderlijke en individuele gevallen door de voorzitter van de ter zake bevoegde commissie worden aanvaard indien hij van oordeel is dat dit noodzakelijk is om dwingende redenen die verband houden met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verbonden zijn met andere ontvankelijke amendementen. Deze redenen dienen in een schriftelijke motivering bij de amendementen te worden vermeld.”
Op grond van het advies van de Adviesgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, die het voorstel tot herschikking heeft onderzocht en overeenkomstig de aanbevelingen van de rapporteur voor advies, is de Commissie juridische zaken van oordeel dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig worden aangegeven en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die inhoudelijke wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een loutere codificatie van de bestaande teksten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen.
De commissie merkt echter op dat de adviesgroep na bestudering van het voorstel in onderlinge overeenstemming het volgende heeft vastgesteld:
1. De volgende tekstdelen hadden gemarkeerd moeten worden met de grijze achtergrond die gewoonlijk wordt gebruikt om materiële wijzigingen aan te geven:
– de schrapping van de volledige tekst van overweging 6 van Verordening (EG) nr. 294/2008;
– in artikel 6, onder g), de toevoeging van de laatste woorden “door de KIG’s te promoten als toppartners in innovatie”;
– in artikel 11, lid 3, de toevoeging van “kaderpartnerschap” vóór het laatste woord “overeenkomst”;
– in artikel 17, lid 5, de vervanging van de woorden “ten laste van de algemene begroting van de Europese” en “komen” door de woorden “in het kader van een ander programma van de” en “worden gefinancierd”;
– in bijlage I, afdeling 2, punt 2, onder i), de vervanging van de woorden “het taalbeleid” door “de werktalen”;
– in bijlage I, afdeling 6, punt 1, de schrapping van de woorden “de directeur”.
2. In artikel 11, lid 2, van de Engelse versie had de toevoeging van het woord “Union” met aanpassingspijltjes moeten worden aangegeven.
3. In artikel 22 had de bestaande formulering van artikel 21, lid 4, van Verordening (EG) nr. 294/2008, die volledig als een materiële schrapping is gemarkeerd, als volgt moeten luiden: “Op aanbeveling van de Raad verleent het Europees Parlement vóór 15 mei van het jaar N+2 kwijting aan de directeur voor de uitvoering van de begroting van het EIT in het jaar N.”.
Daarom heeft de Commissie juridische zaken tijdens haar vergadering van 9 januari 2020 met 21 stemmen voor en 0 stemmen tegen, bij 1 onthouding[2], besloten de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie aan te bevelen dit voorstel overeenkomstig artikel 110 te behandelen.
Hoogachtend,
Lucy NETHSINGHA
Bijlage: Advies van de adviesgroep
BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE
ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN |
Brussel, 7 november 2019
ADVIES
AAN HET EUROPEES PARLEMENT
DE RAAD
DE COMMISSIE
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking)
COM(2019) 0331 van 11.3.2020 – 2019/0151(COD)
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, en met name punt 9 daarvan, is de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 18 en 26 september 2019 bijeengekomen om bovengenoemd voorstel van de Commissie te onderzoeken.
Tijdens deze bijeenkomsten[3] heeft de adviesgroep, na bestudering van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot herschikking van Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie, in onderlinge overeenstemming het volgende vastgesteld:
1. De volgende tekstdelen hadden gemarkeerd moeten worden met de grijze achtergrond die gewoonlijk wordt gebruikt om materiële wijzigingen aan te geven:
– de schrapping van de volledige tekst van overweging 6 van Verordening (EG) nr. 294/2008;
– in artikel 6, onder g), de toevoeging van de laatste woorden “door de KIG’s te promoten als toppartners in innovatie”;
– in artikel 11, lid 3, de toevoeging van “kaderpartnerschap” vóór het laatste woord “overeenkomst”;
– in artikel 17, lid 5, de vervanging van de woorden “ten laste van de algemene begroting van de Europese” en “komen” door de woorden “in het kader van een ander programma van de” en “worden gefinancierd”;
– in bijlage I, afdeling 2, punt 2, onder i), de vervanging van de woorden “het taalbeleid” door “de werktalen”;
– in bijlage I, afdeling 6, punt 1, de schrapping van de woorden “de directeur”.
2. In artikel 11, lid 2, van de Engelse versie had de toevoeging van het woord “Union” met aanpassingspijltjes moeten worden aangegeven.
3. In artikel 22 had de bestaande formulering van artikel 21, lid 4, van Verordening (EG) nr. 294/2008, die volledig als een materiële schrapping is gemarkeerd, als volgt moeten luiden: “Op aanbeveling van de Raad verleent het Europees Parlement vóór 15 mei van het jaar N+2 kwijting aan de directeur voor de uitvoering van de begroting van het EIT in het jaar N.”.
De adviesgroep heeft na deze bestudering van het voorstel eensgezind geconstateerd dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld. Voorts heeft de adviesgroep met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere rechtshandeling met die inhoudelijke wijzigingen geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande tekst behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen.
F. DREXLER T. BLANCHET L. ROMERO REQUENA
Juridisch adviseur Juridisch adviseur Directeur-generaal
AD invoegen
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2019)0331 – C9-0042/2019 – 2019/0151(COD) |
|||
Datum indiening bij EP |
11.7.2019 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ITRE 18.7.2019 |
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
BUDG 18.7.2019 |
CONT 18.7.2019 |
CULT 18.7.2019 |
|
Geen advies Datum besluit |
BUDG 23.7.2019 |
CONT 4.12.2019 |
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
CULT 19.12.2019 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Marisa Matias 11.9.2019 |
|
|
|
Behandeling in de commissie |
4.12.2019 |
28.4.2020 |
|
|
Datum goedkeuring |
16.6.2020 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
56 0 13 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nicola Beer, François-Xavier Bellamy, Hildegard Bentele, Tom Berendsen, Vasile Blaga, Manuel Bompard, Paolo Borchia, Marc Botenga, Markus Buchheit, Klaus Buchner, Martin Buschmann, Cristian-Silviu Buşoi, Jerzy Buzek, Carlo Calenda, Andrea Caroppo, Maria da Graça Carvalho, Ignazio Corrao, Ciarán Cuffe, Josianne Cutajar, Nicola Danti, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Valter Flego, Niels Fuglsang, Lina Gálvez Muñoz, Claudia Gamon, Jens Geier, Nicolás González Casares, Bart Groothuis, Christophe Grudler, András Gyürk, Henrike Hahn, Robert Hajšel, Ivo Hristov, Ivars Ijabs, Romana Jerković, Eva Kaili, Seán Kelly, Izabela-Helena Kloc, Łukasz Kohut, Zdzisław Krasnodębski, Andrius Kubilius, Miapetra Kumpula-Natri, Thierry Mariani, Marisa Matias, Eva Maydell, Georg Mayer, Joëlle Mélin, Iskra Mihaylova, Dan Nica, Angelika Niebler, Ville Niinistö, Aldo Patriciello, Mauri Pekkarinen, Tsvetelina Penkova, Morten Petersen, Markus Pieper, Clara Ponsatí Obiols, Jérôme Rivière, Robert Roos, Sara Skyttedal, Maria Spyraki, Jessica Stegrud, Beata Szydło, Riho Terras, Grzegorz Tobiszowski, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Marie Toussaint, Isabella Tovaglieri, Henna Virkkunen, Pernille Weiss, Carlos Zorrinho |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Rasmus Andresen, Damien Carême, Susana Solís Pérez, Viola Von Cramon-Taubadel |
|||
Datum indiening |
19.6.2020 |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
56 |
+ |
PPE |
François-Xavier Bellamy, Hildegard Bentele, Tom Berendsen, Vasile Blaga, Jerzy Buzek, Maria Da Graça Carvalho, Pilar Del Castillo Vera, Christian Ehler, András Gyürk, Seán Kelly, Andrius Kubilius, Eva Maydell, Angelika Niebler, Aldo Patriciello, Markus Pieper, Sara Skyttedal, Riho Terras, Henna Virkkunen, Pernille Weiss |
S&D |
Carlo Calenda, Josianne Cutajar, Niels Fuglsang, Lina Gálvez Muñoz, Nicolás González Casares, Robert Hajšel, Ivo Hristov, Romana Jerković, Eva Kaili, Łukasz Kohut, Dan Nica, Tsvetelina Penkova, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho |
RENEW |
Nicola Beer, Nicola Danti, Valter Flego, Claudia Gamon, Bart Groothuis, Ivars Ijabs, Iskra Mihaylova, Mauri Pekkarinen, Morten Petersen, Susana Solís Pérez |
Greens |
Rasmus Andresen, Klaus Buchner, Damien Carême, Ciarán Cuffe, Henrike Hahn, Ville Niinistö, Marie Toussaint, Viola Von Cramon-Taubadel |
GUE/NGL |
Manuel Bompard, Marc Botenga, Marisa Matias |
NI |
Ignazio Corrao, Clara Ponsatí Obiols |
0 |
- |
|
|
13 |
0 |
ID |
Paolo Borchia, Markus Buchheit, Andrea Caroppo, Thierry Mariani, Georg Mayer, Joëlle Mélin, Isabella Tovaglieri |
ECR |
Izabela-Helena Kloc, Zdzisław Krasnodębski, Robert Roos, Jessica Stegrud, Beata Szydło, Grzegorz Tobiszowski |
Verklaring van de gebruikte symbolen:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1] PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.
- [2] Bij de stemming aanwezige leden: Lucy Nethsingha (voorzitter), Marion Walsmann (ondervoorzitter), Ibán García Del Blanco (ondervoorzitter), Raffaele Stancanelli (ondervoorzitter), Gunnar Beck, Patrick Breyer, Geoffroy Didier, Angel Dzhambazki, Evelyne Gebhardt, Esteban Gonzáles Pons, Jackie Jones, Mislav Kolakušić, Gilles Lebreton, Karen Melchior, Sabrina Pignedoli, Jiří Pospíšil, Franco Roberti, Liesje Schreinemacher, Marie Toussaint, Edina Tóth (plaatsvervangend voor József Szájer overeenkomstig artikel 209, lid 7, van het Reglement), Bettina Vollath en Axel Voss.
- [3] De adviesgroep heeft haar beoordeling uitgevoerd op basis van de Engelse versie van het voorstel, aangezien de tekst in kwestie oorspronkelijk in deze taal gesteld was.