VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EU) 2017/2107 en (EU) 2019/833 en tot intrekking van Verordening (EU) 2016/1627
8.9.2020 - (COM(2019)0619 – C9-0188/2019 – 2019/0272(COD)) - ***I
Commissie visserij
Rapporteur: Giuseppe Ferrandino
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een
verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EU) 2017/2107 en (EU) 2019/833 en tot intrekking van Verordening (EU) 2016/1627
(COM(2019)0619 – C9-0188/2019 – 2019/0272(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2019)0619),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0188/2019),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij (A9-0149/2020),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) heeft tijdens haar 21e bijzondere vergadering in 2018 Aanbeveling 18-02 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (hierna “het beheersplan” genoemd) vastgesteld. Het beheersplan volgt op het advies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek van de Iccat (SCRS), waarin staat dat de Iccat in 2018 een meerjarig beheersplan voor het bestand moet opstellen omdat de huidige toestand van het bestand niet langer lijkt te nopen tot de in het kader van het herstelplan voor blauwvintonijn (vastgesteld in Aanbeveling 17-07 tot wijziging van Aanbeveling 14-04) ingevoerde noodmaatregelen. |
(4) De Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) heeft tijdens haar 21e bijzondere vergadering in 2018 Aanbeveling 18-02 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (hierna “het beheersplan” genoemd) vastgesteld. Het beheersplan volgt op het advies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek van de Iccat (SCRS), waarin staat dat de Iccat in 2018 een meerjarig beheersplan voor het bestand moet opstellen omdat de huidige toestand van het bestand niet langer lijkt te nopen tot de in het kader van het herstelplan voor blauwvintonijn (vastgesteld in Aanbeveling 17-07 tot wijziging van Aanbeveling 14-04) ingevoerde noodmaatregelen, zonder dat echter de bestaande monitoring- en controlemaatregelen worden verzwakt. |
Motivering
In zijn meest recente verslag stelde het SCRS van de Iccat dat de Commissie moest overwegen om over te schakelen van een herstelplan naar een beheersplan, zonder de huidige monitoring- en controlemaatregelen te verzwakken.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) Tijdens zijn 26e gewone vergadering in 2019 heeft de Iccat Aanbeveling 19-04 tot wijziging van het bij Aanbeveling 18-02 vastgestelde meerjarig beheersplan goedgekeurd. Aanbeveling 19-04 van de Iccat trekt Aanbeveling 18-02 in en vervangt deze. |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Het beheersplan houdt rekening met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten vistuig en visserijtechnieken. Bij de uitvoering van het beheersplan dienen de Unie en de lidstaten te streven naar de bevordering van de kustvisserij en het gebruik van vistuigen en visserijtechnieken die selectief en minder milieubelastend zijn alsook van vistuig en technieken die in de traditionele en de ambachtelijke visserij worden gebruikt, om zo bij te dragen tot een redelijke levensstandaard voor de lokale economie. |
(8) Het beheersplan houdt rekening met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten vistuig en visserijtechnieken. Bij de uitvoering van het beheersplan dienen de Unie en de lidstaten de kustvisserij en het gebruik van vistuigen en visserijtechnieken die selectief en minder milieubelastend zijn te bevorderen, met name vistuig en technieken die in de traditionele en de ambachtelijke visserij worden gebruikt, om zo bij te dragen tot een redelijke levensstandaard voor de lokale economie. Voorbeelden van dergelijke traditionele en ambachtelijke methoden zijn bijvoorbeeld de eeuwenoude techniek voor het uitzetten van tonijnvallen en het vangen van tonijn bekend als “almadrabas”, die wordt gebruikt in bepaalde delen van de Middellandse Zee, en de kleinschalige kustvisserij op verse vis door vaartuigen die vissen met de hengel, de beug en de handlijn. Bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden moeten de lidstaten de nationale quota eerlijk en transparant verdelen over de verschillende vlootsegmenten, waarbij zij ervoor zorgen dat een deel van de quota wordt herverdeeld ten gunste van de traditionele en ambachtelijke visserij, rekening houdend met historische rechten. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat een voldoende groot deel van hun quotum wordt uitgetrokken voor bijvangst van blauwvintonijn, met name door de traditionele en ambachtelijke visserij. |
Motivering
Talrijke vissers die vissen op soorten die verwant zijn met blauwvintonijn, zoals zwaardvis, beschikken niet over een quotum voor hun bijvangst van blauwvintonijn.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 8 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 ter) Er moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken en behoeften van de kleinschalige ambachtelijke visserij. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Rekening houdend met het feit dat bepaalde aanbevelingen van de Iccat frequent worden gewijzigd door de verdragsluitende partijen bij de Iccat en waarschijnlijk in de toekomst verder zullen worden gewijzigd, moet, om toekomstige Iccat-aanbevelingen tot wijziging of aanvulling van het Iccat-beheersplan snel in het recht van de Unie om te zetten, de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen voor de volgende zaken: de termijnen voor het streefdoel voor de visserijsterfte dat nodig is om de biomassa van het bestand op een niveau te houden dat in overeenstemming is met de MDO; termijnen voor het verstrekken van informatie, perioden voor visseizoenen; minimuminstandhoudingsreferentiegrootten; percentages en parameters, de aan de Commissie te verstrekken informatie; taken van nationale waarnemers en regionale waarnemers, redenen voor het weigeren van de toestemming om vis over te hevelen; redenen om vangsten in beslag te nemen en de vrijlating van vis te bevelen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven31. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(14) Rekening houdend met het feit dat bepaalde aanbevelingen van de Iccat frequent worden gewijzigd door de verdragsluitende partijen bij de Iccat en waarschijnlijk in de toekomst verder zullen worden gewijzigd, moet, om toekomstige Iccat-aanbevelingen tot wijziging of aanvulling van het Iccat-beheersplan snel in het recht van de Unie om te zetten, de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen voor de volgende zaken: termijnen voor het verstrekken van informatie, perioden voor visseizoenen; minimuminstandhoudingsreferentiegrootten; percentages en parameters, de aan de Commissie te verstrekken informatie; taken van nationale waarnemers en regionale waarnemers, redenen voor het weigeren van de toestemming om vis over te hevelen; redenen om vangsten in beslag te nemen en de vrijlating van vis te bevelen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven31. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
__________________ |
__________________ |
31 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
31 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Motivering
De overweging moet stroken met artikel 65 van dit voorstel.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De doelstelling van deze verordening bestaat erin de biomassa van blauwvintonijn boven een niveau te houden dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. |
De doelstelling van deze verordening bestaat erin de biomassa van blauwvintonijn rond een niveau van B0,1 te houden door te vissen op of onder F0,1-niveau. |
Motivering
Deze door de Iccat vastgestelde doelstelling is niet in strijd met de MDO-doelstelling in het kader van het GVB, maar wel specifieker waar het de te gebruiken indicator betreft.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) “recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden; |
(6) “recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve en/of toeristische doeleinden; |
Motivering
De definitie van sportvisserij moet apart in het voorstel worden opgenomen.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) “sportvisserij” : niet-commerciële visserij door leden van een nationale sportorganisatie of houders van een nationale sportvergunning; |
Motivering
Dit is de definitie volgens de Iccat-aanbeveling.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) “kooien”: het verplaatsen van levende blauwvintonijn naar kwekerijen en het voeren ervan, met als doel de blauwvintonijn te mesten en de totale biomassa ervan te verhogen; |
(12) “kooien”: het verplaatsen van levende blauwvintonijn uit de transportkooi of de tonnara naar de kweek- of mestkooien; |
Motivering
Ter wille van de duidelijkheid en de uniformiteit tussen de CPC’s moet de definitie dezelfde zijn als in Iccat-aanbeveling 18-02. Als er een probleem is met deze definitie, moet dat worden aangepakt in het kader van de Iccat.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 14
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) “kwekerij”: een marien gebied dat duidelijk wordt afgebakend door geografische coördinaten, dat wordt gebruikt voor het mesten of het kweken van blauwvintonijn die is gevangen door tonnara’s en/of ringzegenvaartuigen. Een kwekerij kan verscheidene kweeklocaties hebben, die elk worden afgebakend door geografische coördinaten, die duidelijk de lengte- en breedtegraad van elk van de punten van de veelhoek aangeven; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) “stereoscopische camera”: een camera met twee of meer lenzen, met een aparte beeldsensor of een apart filmframe voor elke lens, zodat driedimensionale beelden kunnen worden vastgelegd om de lengte van de vis te meten; |
(17) “stereoscopische camera”: een camera met twee of meer lenzen, met een aparte beeldsensor of een apart filmframe voor elke lens, zodat driedimensionale beelden kunnen worden vastgelegd om de lengte van de vis te meten en het aantal of gemiddelde gewicht van de blauwvintonijn te helpen verfijnen; |
Motivering
De definitie is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – alinea 1 – punt 32
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) “visserijinspanning”: het product van de capaciteit en de activiteit van een vissersvaartuig om de intensiteit van de visserijactiviteiten te meten. Deze meting varieert van vistuig tot vistuig. Voor de beugvisserij wordt het aantal haken of haken-uren gemeten. Voor ringzegenvaartuigen wordt gemeten in bootdagen (vistijd plus zoektijd); |
(32) “visserijinspanning”: het product van de capaciteit en de activiteit van een vissersvaartuig. Voor een groep vissersvaartuigen is dit de som van de visserijinspanning van alle vaartuigen in de groep; |
Motivering
De Iccat-aanbevelingen bevatten geen definitie van “visserijinspanning”. Als hier een definitie moet worden opgenomen, moet dit de definitie zijn uit artikel 4, alinea 1, punt 21, van de basisverordening voor het GVB.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In afwijking van lid 1 kan de overdracht van niet-geoogste levende blauwvintonijn worden toegestaan indien een versterkt controlesysteem wordt ontwikkeld en door de Commissie aan het Iccat-secretariaat wordt gemeld. Dat systeem maakt een integrerend deel uit van het in artikel 13 bedoelde inspectieplan van de lidstaat, en omvat ten minste de in artikel 26, lid 3, en artikel 52 vastgestelde maatregelen. |
2. In afwijking van lid 1 kan de overdracht binnen een kwekerij van niet-geoogste levende blauwvintonijn uit de vangst van een voorgaand jaar worden toegestaan indien een versterkt controlesysteem wordt ontwikkeld en door de Commissie aan het Iccat-secretariaat wordt gemeld. Dat systeem maakt een integrerend deel uit van het in artikel 13 bedoelde inspectieplan van de lidstaat, en omvat ten minste de in artikel 26, lid 3, en artikel 52 vastgestelde maatregelen. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten vragen om een overdracht van maximaal 5 % van hun quotum voor 2019 naar 2020. De lidstaten nemen dit verzoek op in hun plan inzake de vangstcapaciteit. |
Motivering
De overdracht van ongebruikte quota is toegestaan voor alle CPC’s overeenkomstig Iccat-aanbeveling 19-04; de lidstaten moeten deze mogelijkheid ook hebben.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Vóór het begin van het visseizoen zorgen de voor kwekerijen verantwoordelijke lidstaten voor een grondige beoordeling van alle levende blauwvintonijn die wordt overgedragen na bulkoogsten in onder hun jurisdictie vallende kwekerijen. Daartoe wordt alle overgedragen levende blauwvintonijn van het vangstjaar waarin bulkoogst in kwekerijen heeft plaatsgevonden, naar andere kooien overgeheveld met gebruikmaking van stereoscopische camerasystemen of alternatieve methoden, mits deze hetzelfde niveau van precisie en nauwkeurigheid waarborgen, overeenkomstig artikel 50. Te allen tijde moet volledig gedocumenteerde traceerbaarheid gewaarborgd zijn. De overdracht van blauwvintonijn van jaren waarin niet werd geoogst, wordt jaarlijks gecontroleerd aan de hand van dezelfde procedure van bemonstering op basis van een risicobeoordeling. |
3. Vóór het begin van het visseizoen zorgen de voor kwekerijen verantwoordelijke lidstaten voor een grondige beoordeling van alle levende blauwvintonijn die wordt overgedragen na bulkoogsten in onder hun jurisdictie vallende kwekerijen. Daartoe wordt alle overgedragen levende blauwvintonijn van het vangstjaar waarin bulkoogst in kwekerijen heeft plaatsgevonden, naar andere kooien overgeheveld met gebruikmaking van stereoscopische camerasystemen of alternatieve methoden, mits deze hetzelfde niveau van precisie en nauwkeurigheid waarborgen, overeenkomstig artikel 50. Te allen tijde moet volledig gedocumenteerde traceerbaarheid gewaarborgd zijn. De overdracht van blauwvintonijn van jaren waarin geen bulkoogst heeft plaatsgevonden, wordt jaarlijks gecontroleerd door toepassing van dezelfde procedure op passende monsters op basis van een risicobeoordeling. |
Motivering
Dit amendement heeft tot doel de tekst af te stemmen op de Iccat-aanbevelingen.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen sectorale quota toewijzen aan kleinschalige kustvaartuigen die gemachtigd zijn om op blauwvintonijn te vissen en nemen een dergelijke toewijzing op in hun visserijplannen. Zij nemen in hun monitorings-, controle- en inspectieplannen ook aanvullende maatregelen op om de benutting van het quotum door die vloot nauwlettend te monitoren. De lidstaten kunnen een ander aantal vaartuigen machtigen om hun vangstmogelijkheden volledig te benutten, met behulp van de in lid 1 bedoelde parameters. |
2. De lidstaten met kleinschalige kustvaartuigen die gemachtigd zijn om op blauwvintonijn te vissen, wijzen specifieke sectorale quota toe aan die vaartuigen en nemen een dergelijke toewijzing op in hun visserijplannen. Zij nemen in hun monitorings-, controle- en inspectieplannen ook aanvullende maatregelen op om de benutting van het quotum door die vloot nauwlettend te monitoren. De lidstaten kunnen een ander aantal vaartuigen machtigen om hun vangstmogelijkheden volledig te benutten, met behulp van de in lid 1 bedoelde parameters. |
Motivering
Dit amendement heeft tot doel de tekst af te stemmen op punt 19, onder a), van Iccat-aanbeveling 19-04.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 maken de lidstaten bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden gebruik van transparante en objectieve criteria van onder meer ecologische, sociale en economische aard, streven zij naar een eerlijke verdeling van de nationale quota over de diverse vlootsegmenten, met bijzondere aandacht voor de traditionele en de ambachtelijke visserijen, en zorgen zij voor stimulansen voor vissersvaartuigen van de Unie die zijn uitgerust met selectief vistuig of die gebruikmaken van minder milieubelastende visserijtechnieken. |
Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 maken de lidstaten bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden gebruik van transparante en objectieve criteria van onder meer ecologische, sociale en economische aard en van de historische rechten, verdelen zij de nationale quota eerlijk over de diverse vlootsegmenten, met bijzondere aandacht voor de traditionele en de ambachtelijke visserijen, en zorgen zij voor stimulansen voor vissersvaartuigen van de Unie die zijn uitgerust met selectief vistuig of die gebruikmaken van minder milieubelastende visserijtechnieken. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Daartoe stellen de lidstaten die minder dan 20 % van hun blauwvintonijnquotum toewijzen aan hun kleinschalige kustvaartuigen, een jaarlijks plan voor de herverdeling van de vangstmogelijkheden op om het aan die vaartuigen toegewezen quotum te verhogen. In dat plan geven de lidstaten aan hoe zij streven naar herverdeling van de quota overeenkomstig de in de eerste alinea bedoelde beginselen en criteria. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat die een quotum voor blauwvintonijn heeft, stelt een jaarlijks beheersplan voor de vangstcapaciteit op. In dat plan passen de lidstaten het aantal vissersvaartuigen aan op een wijze die waarborgt dat de vangstcapaciteit in verhouding staat tot de vangstmogelijkheden die zijn toegewezen aan vangstvaartuigen voor de desbetreffende quotaperiode. De lidstaten passen de visserijcapaciteit aan met behulp van de parameters die zijn vastgesteld in de voor de toewijzing van de vangstmogelijkheden van kracht zijnde handeling van de Unie. De aanpassing van de vangstcapaciteit voor ringzegenvaartuigen wordt beperkt tot een maximale variatie van 20 % ten opzichte van de basisvangstcapaciteit in 2018. |
Elke lidstaat die een quotum voor blauwvintonijn heeft, stelt een jaarlijks beheersplan voor de vangstcapaciteit op. In dat plan passen de lidstaten het aantal vangstvaartuigen en tonnara’s aan op een wijze die waarborgt dat de vangstcapaciteit in verhouding staat tot de vangstmogelijkheden die zijn toegewezen aan vangstvaartuigen en tonnara’s voor de desbetreffende quotaperiode. De lidstaten passen de visserijcapaciteit aan met behulp van de parameters die zijn vastgesteld in de voor de toewijzing van de vangstmogelijkheden van kracht zijnde handeling van de Unie. De aanpassing van de vangstcapaciteit van de Unie voor ringzegenvaartuigen wordt beperkt tot een maximale variatie van 20 % ten opzichte van de basisvangstcapaciteit in 2018. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd. Tonnara’s worden beschouwd als vissersvaartuigen op grond van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1380/2013. Aan tonnara’s zijn ook quota toegewezen.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Indien nodig dienen de lidstaten uiterlijk op 15 mei van elk jaar bij de Commissie herziene beheersplannen voor de kweek in. |
Motivering
Het lid is gewijzigd in Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien een lidstaat een in lid 1 bedoeld plan niet binnen de termijn bij de Commissie indient of indien de Commissie een geval van ernstige niet-naleving van de bepalingen van de onderhavige verordening, zoals vastgesteld in de definitieve inspectieverslagen, heeft geconstateerd, kan zij besluiten de ingediende plannen niet goed te keuren en het plan van de Unie aan het Iccat-secretariaat toe te zenden zonder de plannen van de betrokken lidstaat. |
3. Indien een lidstaat een in lid 1 bedoeld plan niet binnen de termijn bij de Commissie indient of indien de Commissie een geval van ernstige niet-naleving van de bepalingen van de onderhavige verordening ten aanzien van de jaarlijkse visserijplannen, zoals vastgesteld in de definitieve inspectieverslagen, heeft geconstateerd, kan zij besluiten de ingediende plannen niet goed te keuren en het plan van de Unie aan het Iccat-secretariaat toe te zenden zonder de plannen van de betrokken lidstaat. |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In afwijking van lid 1 van dit artikel mogen Cyprus en Griekenland in hun in artikel 10 bedoelde jaarlijkse visserijplannen bepalen dat ringzegenvaartuigen die hun vlag voeren, van 15 mei tot en met 1 juli op blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Middellandse Zee (FAO-visgebied 37.3.1 en 37.3.2) mogen vissen. |
Motivering
De afwijking is opgenomen in Iccat-aanbeveling 18-02.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In afwijking van lid 1 mag Kroatië in zijn in artikel 10 bedoelde jaarlijkse visserijplannen bepalen dat ringzegenvaartuigen die zijn vlag voeren, tot en met 15 juli voor kweekdoeleinden op blauwvintonijn in de Adriatische Zee (FAO-visgebied 37.2.1) mogen vissen. |
2. In afwijking van lid 1 van dit artikel mogen Kroatië en Italië in hun in artikel 10 bedoelde jaarlijkse visserijplannen bepalen dat ringzegenvaartuigen die hun vlag voeren, van 26 mei tot en met 15 juli voor kweekdoeleinden op blauwvintonijn in de Adriatische Zee (FAO-visgebied 37.2.1) mogen vissen. |
Motivering
De tekst moet worden aangepast aan Iccat-aanbeveling 18-02.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In afwijking van lid 1 mogen lidstaten die aan de Commissie het bewijs leveren dat bepaalde van hun ringzegenvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn vissen, vanwege windsnelheden van 4 Beaufort of meer hun normale visdagen niet konden benutten in de loop van een jaar, tot 11 juli van dat jaar maximaal tien verloren dagen overdragen voor de betrokken vaartuigen. De inactiviteit van de betrokken vaartuigen, en in het geval van een gezamenlijke visactie, van alle daarbij betrokken vaartuigen, wordt naar behoren gestaafd met weerberichten en VMS-posities. |
3. In afwijking van leden 1en 2 mogen lidstaten die aan de Commissie het bewijs leveren dat bepaalde van hun ringzegenvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn vissen, vanwege buitengewone weersomstandigheden of een volksgezondheidscrisis de hun toegewezen visdagen tijdens het visseizoen niet konden benutten, het visseizoen verlengen met een overeenkomstig aantal verloren visdagen voor de betrokken vaartuigen, tot een maximum van tien verloren dagen. De inactiviteit van de betrokken vaartuigen, en in het geval van een gezamenlijke visactie, van alle daarbij betrokken vaartuigen, wordt, in geval van buitengewone weersomstandigheden, naar behoren gestaafd met weerberichten en VMS-posities. |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat voorziet in de mogelijkheid van bijvangst van blauwvintonijn binnen zijn quotum en deelt dit aan de Commissie mee bij toezending van zijn visserijplan. |
1. Elke lidstaat voorziet in afdoende mate in de mogelijkheid van bijvangst van blauwvintonijn binnen zijn quotum en deelt dit aan de Commissie mee bij toezending van zijn visserijplan. |
Motivering
Talrijke vissers die vissen op soorten die verwant zijn met blauwvintonijn, zoals zwaardvis, beschikken niet over een quotum voor hun bijvangst van blauwvintonijn. Er moet ervoor worden gezorgd dat een voldoende groot deel van het quotum voor blauwvintonijn wordt uitgetrokken voor bijvangst.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Ringzegenvaartuigen van de Unie verrichten geen gezamenlijke visacties met ringzegenvaartuigen van andere CPC’s. |
3. Ringzegenvaartuigen van de Unie verrichten geen gezamenlijke visacties met ringzegenvaartuigen van andere CPC’s. De lidstaten mogen hun ringzegenvaartuigen echter toestemming geven om gezamenlijke visacties te verrichten met CPC’s met minder dan vijf gemachtigde ringzegenvaartuigen. Daartoe wordt vooraf door de betrokken lidstaat en de betrokken CPC een protocol overeengekomen inzake de operationele regelingen die door de vaartuigen en de autoriteiten van beide partijen in acht moeten worden genomen, met name wat de door de geldende wetgeving vereiste vangstaangiften betreft. |
Motivering
In het voorstel van de Commissie is niet paragraaf 62 van Iccat-aanbeveling 19-04 opgenomen, die voorziet in een uitzondering op het verbod op gezamenlijke visacties. Deze uitzondering moet vergezeld gaan van bepaalde voorwaarden, met name een tussen de belanghebbenden overeengekomen protocol.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Maandelijkse rapporten inzake hoeveelheden |
Wekelijkse rapporten inzake hoeveelheden |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat zendt de Commissie vóór de 15e dag van elke maand de gegevens toe betreffende de hoeveelheden blauwvintonijn die zijn gevangen, aangeland, overgeladen of gekooid in de voorgaande maand door de vissersvaartuigen of tonnara’s die de vlag van die lidstaat voeren of in die lidstaat zijn geregistreerd. De gegevens worden verstrekt per vistuigtype en omvatten tevens bijvangsten, vangsten in de sport- en recreatievisserij en nulvangsten. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het Iccat-secretariaat. |
Elke lidstaat zendt de Commissie wekelijkse vangstrapporten toe. De rapporten omvatten gegevens betreffende de hoeveelheden blauwvintonijn die zijn gevangen, aangeland, overgeladen of gekooid in de voorgaande week door de vissersvaartuigen of tonnara’s die de vlag van die lidstaat voeren of in die lidstaat zijn geregistreerd. De gegevens worden verstrekt per vistuigtype en omvatten tevens bijvangsten, vangsten in de sport- en recreatievisserij en nulvangsten. Voor ringzegenvaartuigen en tonnara’s voldoen de rapporten mutatis mutandis aan de voorschriften van artikel 31. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het Iccat-secretariaat. |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten zorgen ervoor dat aan elke kwekerij voor de gehele periode van de kooiverrichtingen één regionale Iccat-waarnemer wordt toegewezen. In gevallen van overmacht, en nadat de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat de als overmacht aangemerkte omstandigheden hebben bevestigd, mag een regionale Iccat-waarnemer door twee kwekerijen worden gedeeld om de continuïteit van de kweekverrichtingen te waarborgen. De voor de kwekerijen verantwoordelijke lidstaat verzoekt echter onmiddellijk om de inzet van een extra regionale waarnemer. |
4. De lidstaten zorgen ervoor dat aan elke kwekerij voor de gehele periode van de kooiverrichtingen één regionale Iccat-waarnemer wordt toegewezen. In gevallen van overmacht, en nadat de autoriteiten van de betrokken lidstaat van de kwekerij de als overmacht aangemerkte omstandigheden hebben bevestigd, mag een regionale Iccat-waarnemer door twee kwekerijen worden gedeeld om de continuïteit van de kweekverrichtingen te waarborgen. De voor de kwekerijen verantwoordelijke lidstaat verzoekt echter onmiddellijk om de inzet van een extra regionale waarnemer. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In gevallen waarin de kwaliteit of duidelijkheid van de video-opname ontoereikend is om de overgehevelde hoeveelheden te ramen, mag de kapitein van het vaartuig of de exploitant van de kwekerij of tonnara de autoriteiten van de bevoegde lidstaten toestemming vragen om een nieuwe overhevelingsverrichting uit te voeren en de video-opname daarvan aan de regionale waarnemer te verstrekken. Indien die vrijwillige controleoverheveling geen bevredigende resultaten oplevert, leidt de verantwoordelijke lidstaat een onderzoek in. Indien uit dat onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de video-opname het niet mogelijk maakt de bij de overheveling betrokken hoeveelheden te ramen, gelasten de controleautoriteiten van de verantwoordelijke lidstaat een controleoverhevelingsverrichting en verstrekken zij de video-opname daarvan aan de regionale Iccat-waarnemer. Er worden nieuwe overhevelingen als controleoverheveling(en) verricht totdat de kwaliteit van de video-opname het mogelijk maakt de overgehevelde hoeveelheden te ramen. |
3. In gevallen waarin de kwaliteit of duidelijkheid van de video-opname ontoereikend is om de overgehevelde hoeveelheden te ramen, mag de kapitein van het vaartuig of de exploitant van de kwekerij of tonnara de autoriteiten van de bevoegde lidstaten toestemming vragen om een nieuwe overhevelingsverrichting uit te voeren en de video-opname daarvan aan de regionale waarnemer te verstrekken. Indien die vrijwillige controleoverheveling geen bevredigende resultaten oplevert, leidt de verantwoordelijke lidstaat een onderzoek in. Indien uit dat onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de video-opname het niet mogelijk maakt de bij de overheveling betrokken hoeveelheden te ramen, gelasten de controleautoriteiten van de verantwoordelijke lidstaat nog een controleoverhevelingsverrichting en verstrekken zij de video-opname daarvan aan de regionale Iccat-waarnemer. Er worden nieuwe overhevelingen als controleoverheveling(en) verricht totdat de kwaliteit van de video-opname het mogelijk maakt de overgehevelde hoeveelheden te ramen. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien uit de resultaten van het programma blijkt dat de gekooide hoeveelheden blauwvintonijn afwijken van de gerapporteerde hoeveelheden gevangen en/of overgehevelde blauwvintonijn, stelt de voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat, in samenwerking met de voor het vangstvaartuig of de tonnara verantwoordelijke lidstaat of CPC, een onderzoek in. |
4. Indien uit de resultaten van het programma blijkt dat de gekooide hoeveelheden blauwvintonijn afwijken van de gerapporteerde hoeveelheden gevangen en/of overgehevelde blauwvintonijn, wordt een onderzoek ingesteld door de vlaggenlidstaat van het vangstvaartuig of de tonnara, in samenwerking met de voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat of CPC. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Kooiverklaring |
Kooirapport |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Binnen een week na de voltooiing van de kooiverrichting dient de voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat een kooiverklaring overeenkomstig bijlage XIV in bij de lidstaat of de CPC waarvan de vaartuigen of tonnara’s de blauwvintonijn hebben gevangen, en bij de Commissie. De Commissie zendt die informatie door aan het Iccat-secretariaat. |
1. Binnen een week na voltooiing van de kooiverrichting dient de voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat een kooirapport met de in bijlage XIV vermelde kooiverklaring in bij de lidstaat of de CPC waarvan de vaartuigen of tonnara’s de blauwvintonijn hebben gevangen, en bij de Commissie. De Commissie zendt die informatie door aan het Iccat-secretariaat. |
Motivering
In de Iccat-aanbevelingen 18-02 en 19-04 wordt hiernaar verwezen als een kooirapport, zodat het voor de duidelijkheid verkieslijk is dezelfde term te gebruiken.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor de toepassing van lid 2 stelt elke voor kwekerijen verantwoordelijke lidstaat een minimumpercentage te controleren vis vast. Dat percentage wordt vastgesteld in het in artikel 13 bedoelde jaarlijkse inspectieplan. Elke lidstaat deelt aan de Commissie de resultaten mee van de aselecte controles die elk jaar worden verricht. De Commissie zendt die resultaten in april van het volgende jaar door aan het Iccat-secretariaat. |
3. Voor de toepassing van lid 2 stelt elke voor kwekerijen verantwoordelijke lidstaat een minimumpercentage te controleren vis vast. Dat percentage wordt vastgesteld in het in artikel 13 bedoelde jaarlijkse inspectieplan. Elke lidstaat deelt aan de Commissie de resultaten mee van de aselecte controles die elk jaar worden verricht. De Commissie zendt die resultaten in april van het jaar na de periode van het desbetreffende quotum door aan het Iccat-secretariaat. |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Kooirapport |
Overzichtsrapport van de kooiverrichtingen |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten die vallen onder de verplichting om kooiverklaringen in te dienen uit hoofde van artikel 51, zenden de Commissie elk jaar uiterlijk op 31 juli een kooirapport voor het voorgaande jaar toe. De Commissie zendt die informatie elk jaar uiterlijk op 1 augustus toe aan het Iccat-secretariaat. Het rapport omvat de volgende informatie: |
De lidstaten die vallen onder de verplichting om kooiverklaringen en -rapporten in te dienen uit hoofde van artikel 51, zenden de Commissie elk jaar uiterlijk op 31 juli een overzichtsrapport van de kooiverrichtingen voor het voorgaande jaar toe. De Commissie zendt die informatie elk jaar uiterlijk op 1 augustus toe aan het Iccat-secretariaat. Het overzichtsrapport van de kooiverrichtingen omvat de volgende informatie: |
Motivering
Voor de duidelijkheid moeten afzonderlijke kooirapporten onderscheiden worden van het jaarverslag dat de lidstaten jaarlijks moeten toezenden aan de Commissie.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor controledoeleinden waarborgt de kapitein of zijn vertegenwoordiger dat de doorgifte van VMS-gegevens van vangstvaartuigen die zijn gemachtigd om actief op blauwvintonijn te vissen, niet wordt onderbroken wanneer de vaartuigen in de haven zijn. |
3. Voor controledoeleinden waarborgt de kapitein of zijn vertegenwoordiger dat de doorgifte van VMS-gegevens van vangstvaartuigen die zijn gemachtigd om actief op blauwvintonijn te vissen, niet wordt onderbroken wanneer de vaartuigen in de haven zijn, tenzij er een systeem voor melding van het binnenvaren of verlaten van de haven is. |
Motivering
De afwijking is opgenomen in Iccat-aanbeveling 18-02.
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Onverminderd de artikelen 89, 90 en 91 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, en met name de verplichting van de lidstaten om passende handhavingsmaatregelen te nemen ten aanzien van een vissersvaartuig, neemt de voor een blauwvintonijnkwekerij verantwoordelijke lidstaat passende handhavingsmaatregelen ten aanzien van een kwekerij, wanneer overeenkomstig zijn recht is geconstateerd dat deze kwekerij de bepalingen van de artikelen 45 tot en met 55 niet naleeft. De maatregelen kunnen, afhankelijk van de ernst van de inbreuk en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het nationale recht, de schorsing of intrekking van de registratie van de blauwvintonijnkwekerij, en de oplegging van boeten omvatten. |
Onverminderd de artikelen 89, 90 en 91 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, en met name de verplichting van de lidstaten om passende handhavingsmaatregelen te nemen ten aanzien van een vissersvaartuig, neemt de voor een blauwvintonijnkwekerij verantwoordelijke lidstaat passende handhavingsmaatregelen ten aanzien van een kwekerij, wanneer overeenkomstig zijn recht is geconstateerd dat deze kwekerij de bepalingen van de artikelen 45 tot en met 55 niet naleeft. Afhankelijk van de ernst van de inbreuk en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het nationale recht kunnen deze maatregelen met name de schorsing van de machtiging of de schrapping uit het overeenkomstig Iccat-aanbeveling 06-07 ingestelde Iccat-register van kweekvoorzieningen voor blauwvintonijn, en/of de oplegging van boeten omvatten. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onverminderd de Verordeningen (EG) nr. 1224/2009, (EG) nr. 1005/2008 en (EU) nr. 1379/201346, zijn het verhandelen, aanlanden, invoeren, uitvoeren, kooien voor mest- of kweekdoeleinden, wederuitvoeren en overladen van blauwvintonijn zonder accurate, volledige en gevalideerde documentatie zoals vastgesteld bij deze verordening, artikel 4 ter van Verordening (EG) nr. 1936/2001 en de wetgeving van de Unie tot uitvoering van de Iccat-regels inzake het vangstdocumentatieprogramma, in de Unie verboden. |
1. Onverminderd de Verordeningen (EG) nr. 1224/2009, (EG) nr. 1005/2008 en (EU) nr. 1379/201346, zijn het verhandelen, aanlanden, invoeren, uitvoeren, kooien voor mest- of kweekdoeleinden, wederuitvoeren en overladen van blauwvintonijn zonder accurate, volledige en gevalideerde documentatie zoals vastgesteld bij deze verordening, artikel 4 ter van Verordening (EG) nr. 1936/2001 en de wetgeving van de Unie tot uitvoering van de Iccat-regels inzake het documentatieprogramma voor de vangst van blauwvintonijn, in de Unie verboden. |
_________________ |
_________________ |
46 Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1). |
46 Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1). |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 2 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de blauwvintonijn is gevangen door vissersvaartuigen of tonnara’s waarvan de vlaggenstaat niet beschikt over een quotum, vangstbeperking of toegewezen visserijinspanning voor blauwvintonijn, in het kader van de voorwaarden van de beheers- en instandhoudingsmaatregelen van de Iccat; of |
a) de blauwvintonijn is gevangen door vissersvaartuigen of tonnara’s waarvan de vlaggenstaat niet beschikt over een quotum of vangstbeperking voor blauwvintonijn, in het kader van de voorwaarden van de beheers- en instandhoudingsmaatregelen van de Iccat; of |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 65 – lid 1 – letter a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het streefdoel voor visserijsterfte om de biomassa van het bestand op MDO-niveau te houden als bedoeld in artikel 3; |
Schrappen |
Motivering
Het streefdoel voor visserijsterfte is een essentieel element van de verordening en kan derhalve alleen worden aangepast door middel van de gewone wetgevingsprocedure (medebeslissingsprocedure).
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – punt 2 – streepje 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- mag niet meer dan 90 % van zijn quotum voor blauwvintonijn toewijzen voor kweekdoeleinden aan zijn vangstvaartuigen in de Adriatische Zee. |
Motivering
Deze bepaling is opgenomen in Iccat-aanbeveling 18-02.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Bijlage X – punt 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Indien de video-opname van onvoldoende kwaliteit is om het aantal overgehevelde blauwvintonijnen te kunnen ramen, verzoeken de controleautoriteiten om een nieuwe overheveling. Bij een dergelijke nieuwe overheveling wordt alle blauwvintonijn in de ontvangende kooi naar een andere, lege kooi overgeheveld. |
(9) Indien de video-opname van onvoldoende kwaliteit is om het aantal overgehevelde blauwvintonijnen te kunnen ramen, kan de exploitant de vlaggenautoriteiten van het vaartuig of de tonnara verzoeken een vrijwillige controleoverheveling uit te voeren. Bij een dergelijke vrijwillige controleoverheveling wordt alle blauwvintonijn in de ontvangende kooi naar een andere, lege kooi overgeheveld. Als de vis afkomstig is uit een tonnara, mag de blauwvintonijn die reeds is overgeheveld van de tonnara naar de ontvangende kooi, worden teruggestuurd naar de tonnara; in dat geval wordt de controleoverheveling onder toezicht van de regionale Iccat-waarnemer geannuleerd. |
Motivering
Het lid is gewijzigd bij Iccat-aanbeveling 19-04, waarbij Iccat-aanbeveling 18-02 is gewijzigd.
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Bijlage XI – deel B – punt 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat verstrekt een verslag aan de voor het vangstvaartuig of de tonnara verantwoordelijke lidstaat of CPC en aan de Commissie, dat de volgende documenten omvat: |
(2) Binnen vijftien dagen na de kooidatum verstrekt de voor de kwekerij verantwoordelijke lidstaat een verslag aan de voor het vangstvaartuig of de tonnara verantwoordelijke lidstaat of CPC en aan de Commissie, dat de volgende documenten omvat: |
Motivering
De termijn is vastgesteld in Iccat-aanbeveling 18-02.
TOELICHTING
Achtergrond van het voorstel
De Europese Unie is sinds 14 november 1997 partij bij het Internationale Verdrag voor de Instandhouding van Atlantische Tonijnen (hierna "het Iccat-verdrag" genoemd).
Het Iccat-verdrag biedt een kader voor de regionale samenwerking op het gebied van de instandhouding en het beheer van tonijnen en tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan en aangrenzende zeeën middels de oprichting van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat).
De Iccat heeft het gezag om bindende aanbevelingen uit te vaardigen voor de instandhouding en het beheer van de visserijen die onder haar bevoegdheid vallen. Deze handelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de bij de Iccat aangesloten partijen, maar bevatten tevens verplichtingen voor particuliere exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen). De Iccat-aanbevelingen treden zes maanden na de vaststelling ervan in werking en moeten zo snel mogelijk in het recht van de Unie worden omgezet.
Inhoud van het voorstel
Het doel van het behandelde voorstel (COM (2019)619) is dus de omzetting in de EU-wetgeving van Iccat-aanbeveling 18-02, waarbij een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt vastgesteld (hierna “het beheersplan”). De aanbeveling werd aangenomen tijdens de 21e bijzondere vergadering van de Iccat, die plaatshad van 12 tot en met 19 november 2018 in Dubrovnik.
Met het beheersplan wordt gevolg gegeven aan het advies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek (SCRS) dat de Iccat in 2018 een meerjarig beheersplan voor het bestand zou moeten opstellen aangezien de huidige toestand van het bestand de naar aanleiding van Aanbeveling 17-07 houdende wijziging van Aanbeveling 14-04 in het herstelplan voor blauwvintonijn geïntroduceerde noodmaatregelen niet langer noodzakelijk lijkt te maken. Deze laatste is bij Verordening (EU) 2016/1627 omgezet in de EU-wetgeving.
De omzetting betreft alle controlemaatregelen voor de vangst en de kweek van blauwvintonijn in EU-wateren en/of door EU-vaartuigen in het verdragsgebied.
Iccat-aanbeveling 18-02 voorziet in een beheersplan dat in zijn geheel flexibeler is dan de bestaande regels van het herstelplan, hoewel bepaalde maatregelen preciezer of restrictiever zijn, zoals die inzake controle in kwekerijen. De belangrijkste verschillen kunnen als volgt worden samengevat:
a) open seizoenen: dit voorstel voorziet in open seizoenen voor ringzegenvaartuigen die tien dagen langer duren dan die uit hoofde van Verordening (EU) 2016/1627, tenzij de lidstaten in hun jaarlijkse visserijplannen anders bepalen;
b) de bijvangstbeperking stijgt in dit voorstel tot 20 %, in vergelijking met 5 % in Verordening (EU) 2016/1627;
c) vangstcapaciteit: in het kader van dit voorstel mogen tot 20 % meer ringzegenvaartuigen (referentieperiode 2018) vissen dan in het kader van Verordening (EU) 2016/1627 en er wordt een nieuw sectoraal quotum voor de kleinschalige visserij in de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden toegekend;
d) kweekcapaciteit: met dit voorstel kan de hoeveelheid vis in kwekerijen mogelijk met 7 % stijgen;
e) overhevelingen binnen kwekerijen en aselecte controles: het controlesysteem voor blauwvintonijn wordt versterkt, wat de monitoring van levende vissen in kwekerijen betreft. Dit gebeurt via aselecte controles op basis van risicoanalyse en een raming van de overdracht via stereoscopische camera’s.
Standpunt van de rapporteur
De rapporteur pleit voor een strikte omzetting van Iccat-aanbeveling 18-02, teneinde voor marktdeelnemers uit de EU een gelijk speelveld tot stand te brengen ten opzichte van exploitanten uit derde landen. Hij acht het van cruciaal belang dat voor alle actoren in de visserij dezelfde voorwaarden gelden om de steun en het begrip van de sector te waarborgen.
In dit geval heeft de Commissie de Iccat-aanbeveling uiterst nauwgezet omgezet, behalve in een aantal specifieke gevallen, namelijk:
a) de definitie van “kooien” in artikel 5;
b) artikel 16 over de visseizoenen moet afwijkingen omvatten voor de oostelijke Middellandse Zee en de Adriatische Zee, zoals opgenomen in de Iccat-aanbeveling;
c) artikel 56 betreffende de doorgifte van VMS-gegevens moet een uitzondering bevatten voor operaties waar er een systeem voor de melding van het binnenvaren of verlaten van de haven is;
d) in bijlage I moet een limiet worden opgenomen voor het percentage van het quota dat kan worden toegewezen voor kweekdoeleinden in de Adriatische Zee;
e) in bijlage XI moet een termijn worden opgenomen voor het verstrekken van rapporten tussen de autoriteiten van de lidstaten.
Daarom stelt de rapporteur in bovengenoemde gevallen specifieke amendementen voor, om het voorstel aan te passen op de Iccat-aanbeveling.
De rapporteur stelt ook voor om de terminologie te wijzigen in verband met de kooiverklaring en het kooirapport, respectievelijk in artikel 51 en artikel 54 van het voorstel, om deze beter aan te passen aan de terminologie in de Iccat-aanbeveling en zo te voorkomen dat verwarring ontstaat.
Tijdens zijn 26e gewone vergadering, die plaatshad in november 2019 in Palma de Mallorca, heeft de Iccat Aanbeveling 19-04 goedgekeurd, waarmee een aantal kleine wijzigingen wordt aangebracht in Aanbeveling 18-02. De wijzigingen, waarmee de Europese Unie instemde, hebben betrekking op de volgende artikelen:
a) artikel 5, definitie van stereoscopische camera;
b) artikel 7, overdracht van niet-geoogste levende blauwvintonijn;
c) artikel 12, jaarlijkse beheersplannen voor de vangstcapaciteit;
d) artikel 14, jaarlijkse beheersplannen voor de kweek;
e) artikel 35, rapporten inzake hoeveelheden;
f) artikel 38, regionaal Iccat-waarnemersprogramma;
g) artikel 43, verificatie door regionale Iccat-waarnemers en uitvoering van onderzoeken;
h) artikel 50, maatregelen en programma's ter raming van het aantal en het gewicht van de te kooien blauwvintonijn;
i) artikelen 51 en 53, kooiverklaring en kooirapport;
j) artikel 60, handhaving;
k) artikel 61, marktmaatregelen;
l) bijlage X, minimumnormen voor video-opnameprocedures.
De rapporteur stelt amendementen op bovengenoemde artikelen voor om de tekst in overeenstemming te brengen met ICCAT-aanbeveling 19-04.
Tot slot is de rapporteur van mening dat de uitbraak van COVID-19 een buitengewoon effect heeft op de visserijactiviteiten, inclusief de activiteiten die betrekking hebben op blauwvintonijn. Daarom acht hij het passend het visseizoen voor de ringzegenvisserij op blauwvintonijn te verlengen tot en met 11 juli, indien de ringzegenvaartuigen die vissen op blauwvintonijn hun normale visdagen niet hebben kunnen benutten als gevolg van een crisis op het gebied van volksgezondheid.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordeningen (EU) 2017/2107, (EU) 2019/[NAFO] en (EU) nr. 1936/2001 en tot intrekking van Verordening (EU) 2016/1627 |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2019)0619 – C9-0188/2019 – 2019/0272(COD) |
|||
Datum indiening bij EP |
28.11.2019 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
PECH 16.12.2019 |
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
ENVI 16.12.2019 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
ENVI 9.1.2020 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Giuseppe Ferrandino 22.1.2020 |
|
|
|
Behandeling in de commissie |
21.1.2020 |
18.5.2020 |
|
|
Datum goedkeuring |
3.9.2020 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
20 1 4 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Clara Aguilera, Pietro Bartolo, François-Xavier Bellamy, Izaskun Bilbao Barandica, Isabel Carvalhais, Rosanna Conte, Rosa D’Amato, Giuseppe Ferrandino, Søren Gade, Francisco Guerreiro, Anja Hazekamp, Niclas Herbst, France Jamet, Pierre Karleskind, Predrag Fred Matić, Francisco José Millán Mon, Grace O’Sullivan, Manuel Pizarro, Caroline Roose, Annie Schreijer-Pierik, Ruža Tomašić, Peter van Dalen |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Manuel Bompard, Gabriel Mato, Raffaele Stancanelli |
|||
Datum indiening |
8.9.2020 |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
20 |
+ |
ECR |
Raffaele Stancanelli, Ruža Tomašić |
GUE/NGL |
|
ID |
Rosanna Conte, France Jamet |
NI |
Rosa D'Amato |
PPE |
François-Xavier Bellamy, Peter van Dalen, Niclas Herbst, Gabriel Mato, Francisco José Millán Mon, Annie Schreijer-Pierik, |
RENEW |
Izaskun Bilbao Barandica, Søren Gade, Pierre Karleskind |
S&D |
Clara Aguilera, Pietro Bartolo, Isabel Carvalhais, Giuseppe Ferrandino, Predrag Fred Matić, Manuel Pizarro |
VERTS/ALE |
|
1 |
- |
GUE/NGL |
Manuel Bompard |
4 |
0 |
GUE/NGL |
Anja Hazekamp |
VERTS/ALE |
Francisco Guerreiro, Grace O'Sullivan, Caroline Roose |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding