VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

2.10.2020 - (COM(2020)0409 – C9-0148/2020 – 2020/0103(COD)) - ***I

Begrotingscommissie
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Alexandra Geese, Othmar Karas, Dragoș Pîslaru
(Gezamenlijke commissieprocedure – Artikel 58 van het Reglement)


Procedure : 2020/0103(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0173/2020
Ingediende teksten :
A9-0173/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

(COM(2020)0409 – C9-0148/2020 – 2020/0103(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2020)0409),

 gezien artikel 294, lid 2, artikel 175, lid 3, en artikel 197, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0148/2020),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 15 juli 2020[1],

 na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

 gezien het gezamenlijk overleg van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken overeenkomstig artikel 58 van het Reglement,

 gezien artikel 59 van zijn Reglement,

 gezien het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

 gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken (A9-0173/2020),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


 

Amendement  1

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[*]

op het voorstel van de Commissie

---------------------------------------------------------

2020/0103 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

 

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea, en artikel 197, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2],

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s[3],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de artikelen 120 en 121 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn de lidstaten verplicht hun economisch beleid te voeren teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie en in het kader van de door de Raad vastgestelde richtsnoeren. ▌In artikel 148 van het Verdrag is bepaald dat de lidstaten werkgelegenheidsbeleid moeten uitvoeren waarbij rekening wordt gehouden met de richtsnoeren voor de werkgelegenheid. De coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten is derhalve een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang.

(2) Artikel 175 van het Verdrag bepaalt onder meer dat de lidstaten hun economische beleid moeten coördineren om de in artikel 174 neergelegde doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang te bereiken.

(3) De ▌COVID-19-uitbraak van begin 2020 heeft de economische en sociale vooruitzichten voor de komende jaren in de Unie en in de hele wereld gewijzigd. In de Unie zijn er nieuwe prioriteiten bijgekomen die verband houden met de crisis en die specifiek gericht zijn op herstel en veerkracht. Deze prioriteiten vereisen een dringende en gecoördineerde reactie van de Unie om het hoofd te bieden aan de economische, sociale en gezondheidsgerelateerde gevolgen voor de lidstaten en om de negatieve sociale, economische en territoriale gevolgen te verzachten. De ▌COVID-19-crisis en de eerdere economische en financiële crisis hebben duidelijk gemaakt dat het ontwikkelen van deugdelijke en veerkrachtige economieën en financiële stelsels op basis van sterke, duurzame economische en maatschappelijke structuren de lidstaten helpt om efficiënter te reageren op schokken en daar sneller van te herstellen. Tegelijkertijd blijkt duidelijk uit deze crises dat er behoefte is aan snelle en samenhangende reacties op grote schokken van buitenaf die de paraatheid van gezondheidssystemen, essentiële overheidsdiensten en essentiële openbare sectoren op de proef stellen en de noodzaak van doeltreffende mechanismen voor sociale bescherming onderstrepen. In het verslag van de vijf voorzitters van 22 juni 2015 wordt benadrukt dat de economische en institutionele architectuur van de economische en monetaire unie moet worden versterkt en voltooid. Met name wordt benadrukt dat het van belang is de economische, sociale en territoriale verschillen te overwinnen die naar voren zijn gekomen tijdens de economische en financiële crisis van 2008, en dat er een nieuw proces van convergentie moet worden gestart. Bovendien heeft de COVID-19-crisis duidelijk laten zien dat de economische en monetaire unie zo snel mogelijk moet worden verdiept, en dat de veerkracht van de economieën van de lidstaten moet worden versterkt. In dit verband is het van cruciaal belang om te blijven aandringen op ten eerste het stimuleren van investeringen, ten tweede het nastreven van doeltreffende hervormingen die duurzame, slimme, maatschappelijk verantwoorde en inclusieve groei bevorderen, en ten derde het voeren van een gezond begrotingsbeleid. Groeibevorderende, duurzame en veerkrachtversterkende hervormingen en investeringen om de nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden, de structurele zwakke punten van de economieën aan te pakken en hun veerkracht te versterken, zullen daarom van essentieel belang zijn om de economieën en gemeenschappen terug op een pad van duurzaam herstel te brengen en het duurzame en inclusieve groeipotentieel te stimuleren, het aanpassingsvermogen te versterken, hoogwaardige banen te scheppen, investeringen aan te moedigen en het proces van opwaartse economische, sociale en territoriale convergentie te ondersteunen. In dat verband is het van cruciaal belang de aandacht te blijven richten op het welzijn van de burgers van de Unie en op gemeenschappelijke doelstellingen, en de economische, sociale en territoriale verschillen in de Unie het hoofd te bieden.

(4) Op het niveau van de Unie dient het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid als kader om uitdagingen en nationale hervormingsprioriteiten te bepalen en de uitvoering van die prioriteiten te monitoren. Het Parlement heeft in het kader van het Europees Semester gesteld dat maatschappelijk verantwoorde hervormingen gebaseerd moeten zijn op solidariteit, integratie, sociale rechtvaardigheid en een billijke vermogens- en inkomensspreiding om zo een model tot stand te brengen dat concurrentievermogen, gelijkheid en sociale bescherming garandeert, kwetsbare groepen beschermt en de levensstandaard van alle burgers verbetert, wat fundamentele beginselen van de Europese pijler van sociale rechten zijn. De lidstaten ontwikkelen hun eigen meerjarige investeringsstrategieën om de hervormingsprioriteiten in het kader van het Europees Semester te ondersteunen. Deze strategieën worden naast de jaarlijkse nationale hervormingsprogramma’s ingediend om de prioriteiten die met nationale en/of EU-financiering moeten worden ondersteund, te schetsen en te coördineren. Zij moeten ook dienen om de financiering van de Unie op coherente wijze te gebruiken, de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, en met de financiële steun, met name uit programma’s die door de Unie in het kader van de structuurfondsen en het Cohesiefonds worden ondersteund en uit andere programma’s, zo veel mogelijk toegevoegde waarde te creëren. De hervormingen in het kader van het Europees Semester moeten rekening houden met de sociale gevolgen en de gevolgen voor klimaat en milieu op de lange termijn, in overeenstemming met de mededelingen van de Commissie over de jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2020 en de jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2021. Bovendien moet met name aandacht worden geschonken aan gendergelijkheid, aangezien vrouwen bijzonder hard zijn getroffen door de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie, zoals wordt onderstreept door EU-agentschappen als het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC).

(4 bis)  De landspecifieke aanbevelingen die zijn gedaan in het kader van het Europees Semester worden nog altijd niet voldoende uitgevoerd door de lidstaten. Terwijl de lidstaten tussen 2012 en 2018 gemiddeld slechts 53 % van de landspecifieke aanbevelingen hebben uitgevoerd, vertegenwoordigen de mogelijke overloopeffecten van een betere coördinatie van het begrotingsbeleid rond de 0,2 tot 0,3 % van het bbp, ofwel tussen 30 en 45 miljard EUR per jaar, volgens ramingen van de Europese Centrale Bank van 2017 en de ramingen van de Commissie van 2018. In dat verband kunnen het instrument voor technische ondersteuning en de toepassingsmogelijkheden en omvang ervan ook worden gezien als een investering in de toekomst met een hoge toegevoegde waarde voor de Unie.

(5) Bij Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad[4] is het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) voor de periode 2017-2020 vastgesteld, met een budget van 142 800 000 EUR. Het SRSP werd vastgesteld ter versterking van het vermogen van de lidstaten om groeiondersteunende administratieve en structurele hervormingen voor te bereiden en uit te voeren, onder andere door middel van bijstand voor een efficiënt en doeltreffend gebruik van de fondsen van de Unie. Technische ondersteuning in het kader van het SRSP wordt door de Commissie verleend wanneer een lidstaat daarom verzoekt en kan betrekking hebben op een breed scala aan beleidsterreinen. Deze verordening is bedoeld als voortzetting van dat programma, dat door de lidstaten positief is ontvangen, en bevat de noodzakelijke verbeteringen en aanpassingen.

(6) De lidstaten maken in het kader van het SRSP steeds meer gebruik van technische ondersteuning. Daarom moet er via deze verordening een instrument voor technische ondersteuning worden opgezet om de lidstaten te blijven ondersteunen bij de uitvoering van hervormingen en deze steun aanzienlijk te versterken. Dat instrument moet ook een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzaam en eerlijk herstel van de Unie na de COVID-19-crisis en moet van voldoende financiële middelen worden voorzien om zijn doelstellingen te kunnen verwezenlijken.

(7) Het instrument voor technische ondersteuning zal bijdragen aan de mainstreaming van klimaatactie en de verwezenlijking van de algemene doelstelling om 30 % van de ▌begrotingsuitgaven van de Unie te gebruiken voor de ondersteuning van klimaatdoelstellingen, en 10 % voor de ondersteuning van biodiversiteitsdoelstellingen, overeenkomstig de Europese Green Deal als Europese groeistrategie en de omzetting van de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren. Maatregelen en beleidsdoelstellingen die uit hoofde van dat instrument worden gefinancierd, moeten het “berokken geen schade”-beginsel van de Europese Green Deal eerbiedigen overeenkomstig de desbetreffende regelgevingshandelingen. Gezien het belang van digitalisering op alle economische en maatschappelijke gebieden van de Unie, moet het instrument voor technische ondersteuning ook hervormingen en investeringen ondersteunen om een digitaal herstel te waarborgen, onder meer in digitale infrastructuur en vaardigheden en oplossingen op het gebied van e-overheid, met inbegrip van veilige digitale communicatiesystemen zoals videoconferenties, die zullen bijdragen tot het doel van de totstandbrenging van een digitale eengemaakte markt. Het instrument voor technische ondersteuning moet tevens bijdragen aan de uitvoering van de toezeggingen van de Unie en de lidstaten uit hoofde van de Europese pijler van sociale rechten. De relevante acties moeten tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het instrument voor technische ondersteuning worden geïdentificeerd, en in het kader van de evaluaties en toetsingen opnieuw worden beoordeeld. Deze acties moeten ook de ▌ecologische, digitale en sociale uitdagingen binnen de Unie aanpakken, met inbegrip van de bescherming van de biodiversiteit en het natuurlijk kapitaal en de ondersteuning van de circulaire economie en de energietransitie, en moeten in overeenstemming zijn met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de vijfde doelstelling ervan inzake gendergelijkheid.

(8) De algemene doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning zijn: de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie en de groene en digitale transformatie bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om hervormingen door te voeren, publieke en private investeringen aanmoedigen ter ondersteuning van een duurzaam en eerlijk economisch, sociaal en gendergelijk herstel na de COVID-19-crisis, wat noodzakelijk is om veerkracht en opwaartse economische en sociale convergentie tot stand te brengen, armoede en ongelijkheid terugdringen, het concurrentievermogen vergroten, de landspecifieke aanbevelingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester effectief uitvoeren, de inspanningen van de lidstaten ondersteunen ter versterking van hun institutionele en administratieve capaciteit en rechtskader voor de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot de uitdagingen voor instellingen, bestuur en overheidsdiensten, ook op regionaal en lokaal niveau, en economische en sociale sectoren, en de beleidsdoelstellingen uitvoeren die aansluiten bij de toezeggingen van de Unie en de lidstaten in het kader van de Overeenkomst van Parijs, onder meer de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor 2030 en van klimaatneutraliteit tegen 2050, van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en van de Europese pijler van sociale rechten.

(9) Voor de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning moeten specifieke doelstellingen worden vastgesteld. De specifieke doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning zijn: de nationale autoriteiten bijstaan bij de verbetering van hun capaciteit om hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, bijvoorbeeld wat betreft de voorbereiding, uitvoering, herziening en verbetering van nationale plannen voor herstel en veerkracht overeenkomstig Verordening (EU) YYY/XX, onder meer door de uitwisseling van goede praktijken, passende processen en methoden, een grote betrokkenheid van belanghebbenden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer. Deze specifieke doelstellingen moeten in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten worden nagestreefd.

(10) Om de lidstaten te helpen bij het aanpakken van de hervormingsbehoeften en bij het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van hervormingen en investeringen op alle belangrijke economische en maatschappelijke gebieden, moet de Commissie aan lidstaten die daarom verzoeken ondersteuning blijven verlenen op een breed scala van beleidsterreinen, waaronder gebieden die verband houden met het beheer van de overheidsfinanciën en -activa, institutionele en administratieve hervormingen, het ondernemingsklimaat, de financiële sector, de markten voor producten, diensten en arbeid, onderwijs en opleiding, duurzame ontwikkeling, volksgezondheid, maatschappelijk welzijn en de zorgsector, beleid ter bevordering en verbetering van de financiële geletterdheid, met inbegrip van risicobewustzijn, beleid op het gebied van de financiële sector en regelgeving, met inbegrip van toezicht, beleid op het gebied van een capaciteit voor vroegtijdige opsporing en gecoördineerde respons, en de ontwikkeling van infrastructuur op deze terreinen. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op acties die de groene en digitale transitie bevorderen. Het instrument voor technische ondersteuning moet ook de convergentie bevorderen in de richting van de toetreding tot de eurozone van lidstaten die de euro niet als munt hebben.

(11) In deze verordening worden de financiële middelen voor het instrument voor technische ondersteuning vastgesteld, die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[5].

(12) Om via het instrument voor technische ondersteuning aanvullende behoeften te ondervangen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om aan het budget van het instrument middelen van de fondsen van de Unie over te dragen die in gedeeld beheer zijn geprogrammeerd, volgens de daarvoor vastgelegde procedure, met inachtneming van een maximum van 3 % van de begrotingsmiddelen van de betreffende lidstaat in gedeeld beheer voor de periode 2021-2027. Overgedragen middelen moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van dat instrument en uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat worden gebruikt. De Commissie moet de betrokken lidstaat feedback geven over het gebruik van de aanvullende vrijwillige bijdragen. Deze bijkomende middelen moeten worden gebruikt volgens de regels en voor het doel van het instrument voor technische ondersteuning. Daarnaast moeten de lidstaten op hun verzoek ook bijkomende middelen kunnen overdragen naar de begroting van het instrument voor technische ondersteuning.

(12 bis) Om via het instrument voor technische ondersteuning aanvullende behoeften te ondervangen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om naar de begroting van dat instrument middelen over te dragen die in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht zijn geprogrammeerd, volgens de daarvoor vastgelegde procedure. Overgedragen middelen moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van dat instrument en uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat worden gebruikt. De Commissie moet de betrokken lidstaat feedback geven over het gebruik van de aanvullende vrijwillige bijdragen. Deze bijkomende middelen moeten worden gebruikt volgens de regels en voor het doel van het instrument voor technische ondersteuning, overeenkomstig deze verordening.

(13) Het instrument voor technische ondersteuning moet ondersteuning blijven bieden aan lidstaten die daarom verzoeken bij het uitvoeren van hervormingen en investeringen op eigen initiatief die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het instrument, hervormingen in het kader van economische bestuursprocessen die de landspecifieke aanbevelingen, gedaan in het kader van het Europees Semester, op doeltreffende wijze toepassen, of acties in verband met de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie, en hervormingen in verband met de uitvoering van economische aanpassingsprogramma’s. Het instrument voor technische ondersteuning moet ook technische ondersteuning bieden voor de voorbereiding, uitvoering en herziening van herstelplannen die moeten worden uitgevoerd in het kader van Verordening (EU) YYY/XX.

(14) In lijn met de bestaande regels en praktijk van het ▌SRSP ▌moet een eenvoudige procedure voor het indienen van verzoeken om technische ondersteuning ▌worden vastgesteld. Verzoeken van lidstaten moeten daarom uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar worden ingediend, met uitzondering van verzoeken met het oog op het aanpassen of vervangen van de plannen voor herstel en veerkracht, overeenkomstig Verordening YYY/XX, die te allen tijde mogen worden ingediend. Met inachtneming van de overkoepelende beginselen van gelijke behandeling, goed financieel beheer en transparantie moeten voor de analyses van de door de lidstaten ingediende verzoeken passende criteria worden vastgesteld. Die criteria moeten worden gebaseerd op de urgentie, de ernst en de omvang van de problemen en op de geïdentificeerde ondersteuningsbehoefte op de beleidsterreinen waarvoor technische ondersteuning wordt beoogd.

(14 bis) De Commissie moet lidstaten met een hoge ondersteuningsbehoefte aanmoedigen om gebruik te maken van het instrument voor technische ondersteuning. Om ervoor te zorgen dat de nagestreefde hervormingen breed worden gesteund en met eigen inbreng van de betrokkenen worden doorgevoerd, moeten de lidstaten die van het instrument voor technische ondersteuning gebruik willen maken waar nodig, als onderdeel van het verzoek om technische ondersteuning, relevante belanghebbenden, zoals lokale en regionale autoriteiten, het bedrijfsleven, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld, raadplegen, overeenkomstig de relevante bepalingen van de gedragscode inzake partnerschap in het kader van het cohesiebeleid, alsmede hun nationale parlementen. Deze raadpleging moet volgens de nationale wetgeving en praktijken gebeuren.

(15) De inhoud van de samenwerkings- en ondersteuningsplannen, waarin de maatregelen voor het verstrekken van technische ondersteuning aan lidstaten nader worden beschreven, moet eveneens worden gespecificeerd. Hiertoe moet in de beoogde technischeondersteuningsmaatregelen en de daaraan verbonden geraamde totale financiële bijdrage rekening worden gehouden met de acties en de activiteiten die door fondsen of programma’s van de Unie worden gefinancierd.

(15 bis) Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, en in het bijzonder tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, te versterken en te zorgen voor meer transparantie en verantwoording, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement vertegenwoordigers van de Raad en van de Commissie uitnodigen om de uitvoering van het instrument te bespreken.

(16) Voor de verantwoording en de transparantie en om de zichtbaarheid van het optreden van de Unie te verzekeren, moeten de samenwerkings- en ondersteuningsplannen gelijktijdig en zonder uitstel aan het Europees Parlement en de Raad worden verstrekt, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan om gevoelige informatie te beschermen, en moet de Commissie passende communicatieactiviteiten organiseren, onder meer in de vorm van gezamenlijke communicatieactiviteiten met de nationale autoriteiten en de vertegenwoordigingen van het Europees Parlement en de Commissie in de betreffende lidstaat. De Commissie moet op haar website een volledige lijst van de ondersteunde projecten bekendmaken, met vermelding van het bedrag dat per project is toegewezen. Deze lijst moet regelmatig worden bijgewerkt.

(16 bis) Transparantie is een essentiële voorwaarde voor een democratisch stelsel en is daarom verankerd in de Verdragen. Ze bevordert goed bestuur en vergroot het vertrouwen in het besluitvormingsproces, waardoor de legitimiteit en de geloofwaardigheid van overheidsinstellingen worden vergroot. Ze is een uiterst belangrijk instrument om corruptie en slechte bestuurspraktijken te voorkomen. Transparantie vereist openbaarmaking van informatie over besluitvorming en overheidsuitgaven, waarbij de toegang van burgers tot deze informatie wordt gewaarborgd. Om maximale transparantie te waarborgen met betrekking tot de acties en geldstromen in het kader van het instrument voor technische ondersteuning, moet alle relevante informatie over de projecten worden gepubliceerd in een gestandaardiseerd en vergelijkbaar, open en machineleesbaar formaat in een officieel openbaar register. Wanneer gegevens niet toegankelijk kunnen worden gemaakt voor het grote publiek, moet de verantwoordelijke instantie de aard van de vertrouwelijkheid toelichten. Daarnaast moeten, in voorkomend geval, software hardware en eventuele studies ter beschikking van het grote publiek worden gesteld.

(17) Er moeten via gedelegeerde handelingen bepalingen over de uitvoering van het instrument voor technische ondersteuning worden vastgesteld, in het bijzonder de beheerswijzen, de financieringsvormen voor de maatregelen voor technische ondersteuning en de inhoud van de werkprogramma’s. Gelet op het belang van het steunen van de inspanningen van nationale autoriteiten die hervormingen en investeringen nastreven en uitvoeren, moet voor subsidies een medefinancieringspercentage tot 100 % van de subsidiabele kosten worden toegestaan. Om in dringende gevallen snel technische ondersteuning te kunnen mobiliseren, moet worden voorzien in het aannemen van bijzondere maatregelen voor een beperkte duur. Daartoe moet een beperkt bedrag van maximaal 10 % van de jaarlijkse toewijzing van het budget voor het werkprogramma van het instrument voor technische ondersteuning worden gereserveerd voor bijzondere maatregelen.

(18) Met het oog op een efficiënte en coherente toewijzing van de begrotingsmiddelen van de Unie en de inachtneming van het beginsel van deugdelijk financieel beheer dienen maatregelen in het kader van deze verordening verenigbaar en complementair te zijn met de lopende programma’s van de Unie, waarbij dubbele financiering van dezelfde uitgaven moet worden vermeden. De Commissie en de nationale autoriteiten moeten in alle fasen van het proces zorgen voor doeltreffende coördinatie om de consistentie, de coherentie, de complementariteit en de synergie tussen de financieringsbronnen te waarborgen, met name tussen het instrument voor technische ondersteuning en andere programma’s en instrumenten van de Unie, en in het bijzonder tussen maatregelen gefinancierd door de fondsen van de Unie, met inbegrip van technische bijstand, teneinde verdubbelingen of overlappingen op alle gebieden te voorkomen.

(19) Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet het bij deze verordening vastgestelde instrument worden geëvalueerd op basis van informatie die door middel van specifieke monitoringvoorschriften wordt verzameld, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, worden vermeden, de administratieve procedures worden vereenvoudigd en de administratieve samenwerking wordt bevorderd. Waar passend moeten in deze voorschriften meetbare indicatoren worden opgenomen als basis voor de evaluatie van de effecten van het instrument in de praktijk.

(20) ▌De Commissie moet halfjaarlijks gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de uitvoering van deze verordening. Bovendien moeten halverwege de looptijd ▌de verwezenlijking van de doelstellingen van het bij deze verordening vastgestelde instrument, de efficiëntie van het gebruik van de middelen en de toegevoegde waarde ervan onafhankelijk worden geëvalueerd. Waar passend wordt dit tussentijdse evaluatieverslag vergezeld van wetgevingsvoorstellen tot wijziging van deze verordening. ▌ Het langetermijneffect van het instrument moet in een onafhankelijke ex-postevaluatie worden onderzocht.

(21) De werkprogramma’s voor de uitvoering van technische ondersteuning moeten worden vastgesteld. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen worden toegekend. De door het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde financiële voorschriften zijn op deze verordening van toepassing. Deze regels zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (het Financieel Reglement)[6] en bepalen met name de procedure om het budget vast te stellen en uit te voeren door middel van subsidies, aanbestedingen, prijzen en indirecte uitvoering, en voorzien in controles van de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben eveneens betrekking op de regels die nodig zijn voor de bescherming van de begroting van de Unie bij algemene tekortkomingen in de lidstaten op het gebied van de rechtsstaat, overeenkomstig Verordening (EU) YYY/XX van het Europees Parlement en de Raad [Rechtsstaatmechanisme in het MFK][7], aangezien volledige eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële voorwaarde is voor de legitimiteit van het Europese project als geheel, een basisvoorwaarde voor het winnen van het vertrouwen van de burger in de Unie en het waarborgen van een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Uniebeleid, alsmede een essentiële voorwaarde ▌voor deugdelijk financieel beheer en een doeltreffende EU-financiering.

(22) Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad[8], Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad[9], Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad[10] en Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad[11] moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door evenredige maatregelen, daaronder begrepen maatregelen met betrekking tot voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden, met inbegrip van fraude, en maatregelen tot terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. In het bijzonder heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 de bevoegdheid om administratief onderzoek, daaronder begrepen controles en verificaties ter plaatse, uit te voeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 heeft het Europees Openbaar Ministerie (EOM) de bevoegdheid om over te gaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad[12]. Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, ▌de Europese Rekenkamer en, ten aanzien van de lidstaten die deelnemen aan nauwere samenwerking uit hoofde van Verordening (EU) 2017/1939, het EOM, alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van fondsen van de Unie ▌ gelijkwaardige rechten verlenen.

(23) Aangezien de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten ▌ kan worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie kan worden gerealiseerd, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(24) Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de voortzetting en wijziging van ondersteuningsmaatregelen die door de Commissie zijn goedgekeurd op grond van Verordening (EU) 2017/825 of aan handelingen van de Unie die op 31 december 2020 op die bijstandsverlening van toepassing zijn. Op grond van Verordening (EU) 2017/825 goedgekeurde maatregelen moeten daarom geldig blijven. Daarnaast moeten ook acties ter verwezenlijking van de doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning die vanaf 1 februari 2020 lopen, in aanmerking komen. Daartoe moet tevens een overgangsperiode worden vastgesteld om dit mogelijk te maken.

(25) Deze verordening moet met het oog op de snelle toepassing van de hierin opgenomen maatregelen in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1
Voorwerp

Bij deze verordening wordt een instrument voor technische ondersteuning (“het instrument”) vastgesteld.

In deze verordening worden de algemene en specifieke doelstellingen van het instrument, de begroting voor de periode 2021-2027, de vormen van financiering door de Unie en de regels voor het verstrekken van dergelijke financiering vastgesteld.

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1) “technische ondersteuning”: maatregelen die de lidstaten, met inbegrip van hun nationale autoriteiten, helpen bij het uitvoeren en implementeren van institutionele, administratieve, structurele en groeiondersteunende, duurzame, maatschappelijk inclusieve, eerlijke en veerkrachtsbevorderende hervormingen en investeringen die de economische, sociale en territoriale samenhang en de sociale dialoog versterken, onder meer in het kader van het herstel van de Unie van de COVID-19-crisis;

2) “nationale autoriteit”: een of meer openbare autoriteiten op bestuursniveau, met inbegrip van die op regionaal en lokaal niveau, alsmede de organisaties van de lidstaten in de zin van artikel 2, lid 42, van het Financieel Reglement, die samenwerken in een geest van partnerschap in overeenstemming met het institutionele en wettelijke kader van de lidstaten;

3) “fondsen van de Unie”: de fondsen die vallen onder Verordening (EU) YYY/XX van het Europees Parlement en de Raad [opvolger van de GB-verordening][13];

4) “internationale organisatie”: een organisatie in de zin van artikel 156 van het Financieel Reglement en de organisaties die overeenkomstig dat artikel aan een dergelijke internationale organisatie zijn gelijkgesteld;

4 bis) “Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid” (“Europees Semester”): het proces als bedoeld in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997[14];

4 ter) “landspecifieke aanbevelingen”: de aanbevelingen van de Raad die overeenkomstig artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4, VWEU in de context van het Europees Semester tot elke lidstaat worden gericht.

Artikel 3
Algemene doelstelling

De algemene doelstelling van het instrument is: de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie en de groene en digitale transformatie bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om hervormingen door te voeren, publieke en private investeringen aanmoedigen ter ondersteuning van een duurzaam en eerlijk economisch, sociaal en gendergelijk herstel na de COVID-19-crisis, wat noodzakelijk is om veerkracht en opwaartse economische en sociale convergentie tot stand te brengen, armoede en ongelijkheid terugdringen, het concurrentievermogen vergroten, de landspecifieke aanbevelingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester effectief uitvoeren, de inspanningen van de lidstaten ondersteunen ter versterking van hun institutionele en administratieve capaciteit en rechtskader voor de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot de uitdagingen voor instellingen, bestuur en overheidsdiensten, ook op regionaal en lokaal niveau, en economische en sociale sectoren, en de beleidsdoelstellingen uitvoeren die aansluiten bij de toezeggingen van de Unie en de lidstaten in het kader van de Overeenkomst van Parijs, onder meer de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor 2030 en van klimaatneutraliteit tegen 2050, van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en van de Europese pijler van sociale rechten.

Artikel 4
Specifieke doelstellingen

Om de algemene doelstelling van artikel 3 te verwezenlijken, zijn er in het instrument specifieke doelstellingen opgenomen om de nationale autoriteiten bij te staan bij het verbeteren van hun capaciteit om hervormingen en investeringen, zoals de voorbereiding, uitvoering, herziening en verbetering van nationale plannen voor herstel en veerkracht, overeenkomstig Verordening (EU) nr. YYY/XX, te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, onder meer door de uitwisseling van goede praktijken, passende processen en methoden, een grote betrokkenheid van belanghebbenden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer. Deze specifieke doelstellingen worden in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten nagestreefd.

Artikel 5
Toepassingsgebied

De in artikel 4 vastgestelde specifieke doelstellingen hebben betrekking op beleidsgebieden die verband houden met cohesie, concurrentievermogen, onderwijs, productiviteit, onderzoek en innovatie, slimme, eerlijke, duurzame en inclusieve groei, banen en investeringen, met specifieke nadruk op acties die eerlijke groene en digitale transities bevorderen en die met name gericht zijn op een of meer van de volgende hervormingen en investeringen:

a) moderne en doeltreffende administratieve structuren en informatiebeheerssystemen voor het beheer van overheidsfinanciën en -activa, het begrotingsproces, met inbegrip van genderbudgettering, het macrofiscaal en economisch kader, schuld- en kasbeheer, uitgaven en het fiscaal beleid, de naleving van de belastingwetgeving, de bestrijding van agressieve fiscale planning, belastingfraude, -ontduiking en -ontwijking, inkomstenbeheer en de douane-unie;

b) institutionele hervorming en efficiënt, servicegericht functioneren van overheidsdiensten en de e-overheid, met inbegrip van de digitalisering van het openbaar bestuur en, indien van toepassing, door de verduidelijking of de vereenvoudiging van de regelgeving en procedures en de bevordering van administratieve samenwerking, een doeltreffende rechtsstaat, hervorming van de justitiële stelsels door middel van capaciteitsopbouw van de mededingings- en antitrustautoriteiten, en versterking van de bestrijding van fraude, corruptie en witwassen, met inbegrip van audits, de ondersteuning van administratief of strafrechtelijk onderzoek en begrotingscontroleactiviteiten, en versterking van het financieel toezicht;

c) het ondernemingsklimaat, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen, zelfstandigen, ondernemers en ondernemingen in de sociale economie, herindustrialisering en hervestiging van productieactiviteiten in de Unie, ontwikkeling van de particuliere sector, product- en dienstenmarkten, openbare en particuliere investeringen, technische ondersteuning voor de initiatiefnemers van projecten en proeftuinen, overheidsparticipatie in ondernemingen, ▌handel en buitenlandse directe investeringen, concurrentie en efficiënte en transparante overheidsopdrachten, duurzame sectorale ontwikkeling en ondersteuning van onderzoek en innovatie en digitalisering;

d) onderwijs, een leven lang leren en opleiding, met inbegrip van beroepsonderwijs en -opleiding, jeugdbeleid, arbeidsmarktbeleid, met inbegrip van de sociale dialoog, voor het scheppen van hoogwaardige banen, grotere arbeidsmarktparticipatie van ondervertegenwoordigde groepen, bevordering van actief ouder worden, om- en bijscholing, met name wat betreft digitale vaardigheden, mediageletterdheid, actief burgerschap, de bestrijding van armoede en ▌inkomensongelijkheid, racisme en alle vormen van discriminatie, gendergelijkheid, huisvesting, de bevordering van sociale inclusie, civiele bescherming, asiel, migratie en integratie en grensbeleid;

d bis) toegankelijke en betaalbare volksgezondheid, toegankelijke en inclusieve socialezekerheidsstelsels en sociale voorzieningen, veerkrachtige zorgstelsels en eerlijkere toegang tot zorg-, gezondheidszorg- en kinderopvangstelsels;

e) beleid voor de beperking van de klimaatverandering en de uitvoering van de digitale en groene rechtvaardige transities, oplossingen op het gebied van e-overheid, elektronische aanbestedingen, connectiviteit, gegevenstoegang en -governance, oplossingen op het gebied van gegevensbescherming, e-leren, het gebruik van oplossingen op basis van artificiële intelligentie met transparante algoritmen, oplossingen op het gebied van open software en hardware, de milieupijler van duurzame ontwikkeling en milieubescherming, klimaatactie, vervoer en mobiliteit, met inbegrip van openbaar vervoer, de bevordering van de circulaire economie, energie- en hulpbronnenefficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, het bereiken van energiediversificatie en het waarborgen van de energiezekerheid, en voor de landbouwsector, de bescherming van de bodem en de biodiversiteit, het aanpakken van energiearmoede, de visserij en de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden, afgelegen gebieden en eilanden; ▌

f) beleid ter bevordering en verbetering van de financiële geletterdheid en beleid op het gebied van de financiële sector en regelgeving, met inbegrip van ▌financiële stabiliteit, toegang tot financiering en kredietverschaffing aan de reële economie, met name voor kmo’s, zelfstandigen en ondernemers; en productie, verstrekking en kwaliteitscontrole van gegevens en statistieken;

f bis) sectoraal infrastructuurbeleid, waaronder het ontwerp, de voorbereiding en de uitvoering van fysieke en virtuele infrastructuur op de in de punten a) tot en met f) genoemde beleidsterreinen;

f ter) beleid dat relevant is voor de voorbereiding op het lidmaatschap van de eurozone, alsook beleid ter bevordering van de nominale en reële convergentie in de richting van toetreding tot de eurozone van de lidstaten die de euro niet als munt hebben; en

f quater) beleid op het gebied van een capaciteit voor vroegtijdige opsporing en gecoördineerde respons, om te reageren in geval van aanzienlijke risico’s voor de volksgezondheid of de veiligheid, alsmede op het gebied van het bevorderen van oplossingen voor de continuïteit van het bedrijfsleven en de dienstverlening voor essentiële openbare en particuliere instellingen en sectoren.

Artikel 6
Begroting

1. De totale financiële middelen voor de uitvoering van het instrument voor de periode 2021-2027 bedragen 1 450 000 000 EUR in lopende prijzen. Voor de periode 2021-2024 bedragen de financiële middelen 1 000 000 000 EUR in lopende prijzen. Voor de periode 2025-2027 bedragen de financiële middelen 450 000 000 EUR in lopende prijzen.

2. De financiële middelen voor het instrument kunnen ook de uitgaven dekken van voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het instrument en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van het instrument heeft verricht. De uitgaven kunnen ook de kosten dekken van andere ondersteunende activiteiten zoals kwaliteitscontrole en monitoring van projecten voor technische ondersteuning in de praktijk, in het bijzonder door deskundigen te sturen, en de kosten van collegiaal advies en van deskundigen voor de beoordeling en uitvoering van structurele hervormingen.

3. Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het instrument met een maximumlimiet van 3 % van de begrotingsmiddelen in gedeeld beheer van de betreffende lidstaat voor de periode 2021-2027. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Die middelen worden gebruikt overeenkomstig de in deze verordening vastgelegde regels en doelstelling van het instrument, ten voordele van de betrokken lidstaat, waaronder op regionaal en lokaal niveau.

Artikel 6 bis

Bijdrage van aanvullende middelen ten gunste van de begroting

1. In aanvulling op de begroting als bepaald in artikel 6 mogen de lidstaten op hun verzoek aanvullende middelen overdragen naar de begroting van het instrument.

2. Deze aanvullende middelen vormen externe bestemmingsontvangsten naast de in artikel 21, lid 2, onder a), van het Financieel Reglement bedoelde gevallen. Artikel 22, lid 2, onder a), van het Financieel Reglement is van toepassing op deze aanvullende middelen.

3. De aanvullende middelen worden gebruikt ter financiering van de in artikel 7 vastgestelde acties en worden uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat gebruikt.

 

HOOFDSTUK II

Technische ondersteuning

Artikel 7
Voor technische ondersteuning in aanmerking komende acties

Overeenkomstig de doelstellingen van de artikelen 3 en 4 worden via het instrument ▌de volgende soorten acties gefinancierd, met het oog op het bevorderen van de absorptiecapaciteit:

a) deskundigheid op het gebied van beleidsadvies, beleidsaanpassing, formulering van strategieën en stappenplannen voor hervormingen en investeringen, ▌wetgevende, institutionele, structurele en administratieve hervormingen, alsmede audits, de ondersteuning van administratief of strafrechtelijk onderzoek en begrotingscontroleactiviteiten;

b) de verstrekking op korte of lange termijn van deskundigen, met inbegrip van deskundigen ter plekke, voor het uitvoeren van taken op specifieke gebieden of van operationele activiteiten, waar nodig met ondersteuning voor vertolking, vertaling en samenwerking, administratieve bijstand en faciliteiten op het gebied van infrastructuur en apparatuur;

c) versterking van de institutionele, administratieve of sectorale capaciteit en daarmee samenhangende steunmaatregelen op alle bestuursniveaus, daarmee ook bijdragend aan meer eigen inbreng van het maatschappelijk middenveld, inclusief de sociale partners, indien van toepassing, met name door middel van:

i) seminars, conferenties en workshops, indien dit naar behoren gerechtvaardigd is en nodig is om de in de artikelen 3 en 4 vastgestelde algemene en specifieke doelstellingen te verwezenlijken, met een breed scala aan belanghebbenden via verschillende fora, met inbegrip van vrouwenorganisaties en vertegenwoordigers van kwetsbare groepen;

ii) uitwisselingen van beste praktijken, met inbegrip van, indien naar behoren gerechtvaardigd, werkbezoeken van ambtenaren aan relevante lidstaten of derde landen om deskundigheid of kennis op relevante gebieden op te doen of te versterken;

iii) opleidingsactiviteiten en de ontwikkeling van opleidingsmodules (al dan niet online) ter ondersteuning van de nodige beroepsvaardigheden en kennis in verband met de relevante hervormingen;

d)  verzameling van gegevens en statistieken, met inbegrip van naar gender uitgesplitste gegevens, monitoring van in aanmerking komende hervormingen, ontwikkeling van gemeenschappelijke methoden, met inbegrip van gender- en klimaatmainstreaming en de opvolging daarvan, en met betrekking tot de doelstellingen van het Europees Semester, de Europese pijler van sociale rechten en de evaluatie van de verschillende programma’s in de loop van de tussentijdse herziening van het MFK, en, waar van toepassing, indicatoren of benchmarks;

e) organisatie van lokale operationele steun op gebieden als civiele bescherming, asiel, migratie, integratie en grenstoezicht;

f) IT-capaciteitsopbouw, met de nadruk op interoperabele of gemeenschappelijke oplossingen tussen de lidstaten, met inbegrip van expertise op het gebied van ontwikkeling, onderhoud, werking en kwaliteitscontrole van de IT-infrastructuur en -toepassingen die voor de uitvoering van de relevante hervormingen noodzakelijk zijn, cyberveiligheid, oplossingen op het gebied van open software en hardware, oplossingen op het gebied van gegevensbescherming, alsmede expertise op het gebied van programma’s die gericht zijn op de digitalisering van overheidsdiensten, met name diensten zoals de gezondheidszorg, de zorg, het onderwijs of de rechtspraak, die een belangrijke klantgestuurde component hebben;

g) studies, onderzoeken, analyses en enquêtes, haalbaarheidsstudies, evaluaties en effectbeoordelingen, met inbegrip van gendereffectbeoordelingen en technische documentatie over de resultaten en effecten, zowel kwalitatief als kwantitatief, in overeenstemming met de vastgestelde doelstellingen, en de ontwikkeling en publicatie van handleidingen, verslagen en educatief materiaal, die/dat online beschikbaar moet(en) worden gemaakt;

h) communicatieprojecten voor educatieve doeleinden, met inbegrip van e-learning, voor samenwerking, bewustmaking, verspreidingsactiviteiten en uitwisseling van goede praktijken; organisatie van bewustmakings- en informatiecampagnes, mediacampagnes en -evenementen, waaronder bedrijfscommunicatie en, waar passend, communicatie via sociale netwerken en/of platforms, rekening houdend met de behoeften van een communicatiestrategie;

i) samenstelling en publicatie van materiaal voor de verspreiding van informatie en de resultaten van de technische ondersteuning, ook door middel van de ontwikkeling, de exploitatie en het onderhoud van systemen en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën; en

j) overige relevante activiteiten ter ondersteuning van de in de artikelen 3 en 4 vermelde algemene en specifieke doelstellingen.

Artikel 8
Verzoek om technische ondersteuning

1. Een lidstaat die technische ondersteuning wenst te ontvangen in het kader van het instrument dient daartoe bij de Commissie een verzoek om technische ondersteuning in, waarin hij de beleidsgebieden en prioriteiten voor de steun aanduidt die binnen het in artikel 5 vermelde toepassingsgebied vallen. Dergelijke verzoeken worden uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar ingediend. De Commissie kan richtsnoeren verstrekken voor de belangrijkste elementen die in een verzoek om ondersteuning moeten worden genoemd en kan het gebruik van het instrument door lidstaten met hoge steunbehoeften verder bevorderen en aanmoedigen.

1 bis. Om ervoor te zorgen dat de nagestreefde hervormingen breed worden gesteund en met eigen inbreng van de betrokkenen worden doorgevoerd, raadplegen de lidstaten die van het instrument gebruik willen maken waar passend, als onderdeel van het verzoek om technische ondersteuning, relevante belanghebbenden, in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken.

2. De lidstaten kunnen in de volgende omstandigheden een verzoek om technische ondersteuning indienen:

a) de uitvoering van hervormingen door lidstaten op eigen initiatief en overeenkomstig de in de artikelen 3 en 4 vastgestelde algemene en specifieke doelstellingen ▌;

a bis) de uitvoering van groei- en veerkrachtbevorderende, maatschappelijk en ecologisch duurzame hervormingen in het kader van economische bestuursprocessen, met name de landspecifieke aanbevelingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld of maatregelen die verband houden met anticycliciteit en/of de uitvoering van het recht van de Unie;

b) de uitvoering van economische aanpassingsprogramma’s voor lidstaten die financiële bijstand van de Unie ontvangen uit hoofde van bestaande instrumenten, met name overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en de Raad[15] wat betreft de lidstaten die de euro als munt hebben en Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad[16] wat betreft de lidstaten die de euro niet als munt hebben;

d) de voorbereiding van herstel- en veerkrachtsplannen uit hoofde van Verordening (EU) nr. YYY/XX en de uitvoering daarvan door de lidstaten;

e) de herziening en verbetering van plannen voor herstel en veerkracht overeenkomstig Verordening (EU) YYY/XX.

2 bis. De lidstaten kunnen op enig moment verzoeken indienen die onder lid 2, onder e), van dit artikel vallen, met het oog op herziening of vervanging van hun voorstellen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) YYY/XX.

3. Met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en goed financieel beheer en na een dialoog met de lidstaat die ook in de context van het Europees Semester kan plaatsvinden, analyseert de Commissie het in lid 1 bedoelde verzoek om steun op basis van de urgentie, omvang en impact van de vastgestelde uitdagingen, de steunbehoeften voor de betrokken beleidsterreinen, een analyse van de sociaal-economische indicatoren en de institutionele en algemene administratieve capaciteit van de lidstaat.

Op basis van die analyse en rekening houdend met de acties en maatregelen die al middels de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden gefinancierd, komt de Commissie met de betrokken lidstaat tot een akkoord wat betreft de prioriteitsgebieden voor steun, de doelstellingen, indien van toepassingen duidelijke hervormingsverbintenissen, een indicatief tijdschema, indien van toepassing mijlpalen, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de geraamde algemene financiële bijdrage voor dergelijke technische ondersteuning, en wordt dit in een samenwerkings- en steunplan neergelegd.

4. In het in lid 3 bedoelde samenwerkings- en steunplan worden de maatregelen in verband met de herstel- en veerkrachtsplannen voor de lidstaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. YYY/XX afzonderlijk van andere technische ondersteuning vastgesteld.

Artikel 9
Verstrekking van informatie aan het Europees Parlement en de Raad en communicatie over de samenwerkings- en ondersteuningsplannen

1. De Commissie legt ▌het samenwerkings- en steunplan onverwijld gelijktijdig voor aan het Europees Parlement en de Raad, met het oog op het afleggen van democratische verantwoording en om de zichtbaarheid van Uniemaatregelen te vergroten. ▌

3. Om de zichtbaarheid van de financiering van de Unie voor de in de samenwerkings- en steunplannen beoogde pakketten steunmaatregelen te waarborgen, ontplooit de Commissie communicatieactiviteiten ▌, onder meer door middel van gezamenlijke communicatieactiviteiten met de ▌ nationale autoriteiten en de vertegenwoordigingen van het Europees Parlement en de Commissie in de betrokken lidstaat. De Commissie maakt op haar website een volledige lijst bekend van de ondersteunde projecten, met het bedrag dat per project is toegewezen. Die lijst wordt regelmatig geactualiseerd. De Commissie licht de vertegenwoordigingen van het Europees Parlement en de Commissie en de “Europa Experience”-centra in de betrokken lidstaten regelmatig in over deze projecten.

Artikel 10
Overdracht van middelen aan het instrument

1. Naast de in artikel 6, lid 1, genoemde financiële middelen kan de begroting voor technische ondersteuning worden gefinancierd door middel van vrijwillige overdrachten van de lidstaten overeenkomstig artikel 21 van Verordening [opvolger van de GB-verordening], en volgens de in dat artikel beschreven procedure, als bedoeld in artikel 6, lid 3, van deze verordening.

1 bis. Naast de in artikel 6, lid 1, vastgestelde financiële middelen kunnen de lidstaten voorstellen een deel van hun plan voor herstel en veerkracht toe te wijzen aan het instrument voor technische ondersteuning. Het toegewezen bedrag draagt bij tot de verhoging van de technische ondersteuning ten behoeve van de voorbereiding, wijziging en verbetering van hun plannen voor herstel en veerkracht. Het toegewezen bedrag wordt gebruikt overeenkomstig de regels van het instrument voor technische ondersteuning. De Commissie voert die middelen uit overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement.

2. Een overdracht door een lidstaat overeenkomstig lid 1 wordt uitsluitend in die lidstaat gebruikt.

Artikel 11
Aanvullende financiering

Maatregelen die uit hoofde van dit instrument worden gefinancierd, komen ook in aanmerking voor steun uit hoofde van andere programma’s of instrumenten van de Unie of uit de begroting van de Unie gefinancierde fondsen, mits dergelijke steun niet dezelfde kostenposten dekt, teneinde een goede absorptiecapaciteit van de financiering te verwezenlijken.

Artikel 12
Uitvoering van technische ondersteuning

1. De Commissie voert het instrument uit overeenkomstig het Financieel Reglement, en waarborgt daarbij de volledige naleving van de regels voor de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen ten aanzien van de rechtsstaat in de lidstaten, overeenkomstig Verordening (EU) YYY/XX van het Europees Parlement en de Raad [rechtsstaatmechanisme in het MFK][17].

2. De maatregelen uit hoofde van het instrument kunnen direct door de Commissie worden uitgevoerd of indirect, door andere entiteiten en personen dan lidstaten, overeenkomstig artikel XX van het Financieel Reglement. De steun van de Unie voor de acties op grond van artikel 7 neemt met name de vorm aan van:

a) subsidies;

b) overeenkomsten voor overheidsopdrachten;

c) vergoeding van kosten gemaakt door externe deskundigen, met inbegrip van deskundigen van de nationale, regionale of lokale autoriteiten van lidstaten die ondersteuning verlenen of ontvangen;

d) bijdragen aan trustfondsen die door internationale organisaties zijn opgezet en

e) acties die in het kader van indirect beheer worden uitgevoerd.

3. Subsidies kunnen worden toegekend aan de nationale autoriteiten van de lidstaten, de Europese Investeringsbankgroep, internationale organisaties en openbare of particuliere organen en entiteiten gevestigd in:

a) de lidstaten;

b) landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, in overeenstemming met de daarin vastgestelde voorwaarden.

Het medefinancieringspercentage voor subsidies bedraagt maximaal 100 % van de subsidiabele kosten.

3 bis. Subsidies worden alleen uitbetaald wanneer de doelstellingen worden verwezenlijkt en de vooruitgang binnen de indicatieve termijnen wordt geboekt, zoals vastgesteld in de samenwerkings- en ondersteuningsplannen.

4. Technische ondersteuningsmaatregelen kunnen worden verleend in samenwerking met entiteiten van andere lidstaten en internationale organisaties.

5. Technische ondersteuning kan tevens worden verleend door afzonderlijke deskundigen, die kunnen worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan bepaalde activiteiten die worden georganiseerd wanneer dat nodig is om de in artikel 4 vermelde specifieke doelstellingen te verwezenlijken.

6. De Commissie stelt via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 16 bis werkprogramma’s ter uitvoering van de technische ondersteuning vast.

In de werkprogramma’s wordt de toewijzing voor het instrument vastgesteld. De jaarlijkse werkprogramma’s bevatten daarnaast de maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan in overeenstemming met de algemene en specifieke doelstellingen als bedoeld in de artikelen 3 en 4, de selectie- en toekenningscriteria voor de subsidies, alsmede alle elementen die overeenkomstig het Financieel Reglement vereist zijn.

7. Om te waarborgen dat middelen tijdig beschikbaar zijn, wordt een beperkt deel van het werkprogramma dat niet meer bedraagt dan 10 % van de jaarlijkse toewijzing gereserveerd voor speciale maatregelen bij onvoorziene en naar behoren gemotiveerde urgentie die tot een onmiddellijke respons noopt, zoals een ernstige verstoring van de economie of significante omstandigheden die de economische of sociale of gezondheidssituatie in een lidstaat ernstig aantasten en die deze lidstaat niet kan beheersen.

Als een lidstaat om technische ondersteuning verzoekt, kan de Commissie in overeenstemming met de doelstellingen en de maatregelen als vastgesteld in het instrument speciale maatregelen vaststellen om de nationale autoriteiten te steunen bij de aanpak van de urgente behoeften. Deze bijzondere maatregelen zijn van tijdelijke aard en houden verband met de in artikel 8, lid 2, bedoelde omstandigheden. De speciale maatregelen eindigen binnen zes maanden en kunnen worden vervangen door technische ondersteuningsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 8 genoemde voorwaarden.

HOOFDSTUK III

Complementariteit, monitoring en evaluatie

Artikel 13
Coördinatie en complementariteit

1. In overeenstemming met hun respectieve verantwoordelijkheden bevorderen de Commissie en de betrokken lidstaten synergieën en zorgen zij voor doeltreffende coördinatie, complementariteit en samenhang tussen het instrument ▌en andere Unieprogramma’s en -instrumenten en met name de door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen, teneinde verdubbelingen of overlappingen te voorkomen. Daartoe zorgen zij:

a) zowel in de planningsfase als tijdens de uitvoering voor complementariteit, synergie, samenhang en consistentie tussen verschillende instrumenten op het niveau van de Unie, de lidstaten, en, indien van toepassing, het regionaal en lokaal niveau, met name wat door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen betreft;

b) voor optimalisering van de coördinatiemechanismen zodat er geen dubbel werk wordt verricht; en

c) voor nauwe samenwerking tussen degenen die op het niveau van de Unie, de lidstaten en, indien van toepassing, op regionaal en lokaal niveau verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van coherente en gestroomlijnde steunmaatregelen in het kader van het instrument.

2. De Commissie streeft ernaar de complementariteit en synergie met door andere relevante internationale organisaties verleende steun te waarborgen.

Artikel 14
Monitoring van de uitvoering

1. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het instrument en meet de mate waarin de in de artikelen 3 en 4 vastgestelde algemene en specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt door gebruik te maken van de samenwerkings- en ondersteuningsplannen. De indicatoren die moeten worden gebruikt voor de rapportage over de geboekte vooruitgang en voor het volgen en evalueren van de mate waarin deze verordening de algemene en specifieke doelstellingen verwezenlijkt, zijn in de bijlage opgenomen. Het toezicht op de uitvoering wordt gericht op en staat in verhouding tot de activiteiten die in het kader van het instrument worden uitgevoerd.

2. Het prestatieverslagleggingssysteem waarborgt dat de gegevens voor het monitoren van de uitvoering van het instrument en de resultaten op efficiënte en doeltreffende ▌wijze tijdig worden verzameld en, waar mogelijk, in een naar geslacht uitgesplitste vorm. Daartoe worden evenredige verslagleggingsvereisten opgelegd aan de ontvangers van financiering van de Unie.

Artikel 15
Halfjaarlijks verslag

1. De Commissie brengt twee keer per jaar gelijktijdig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze verordening.

2. Het halfjaarlijks verslag bevat informatie over:

a)  door de lidstaten op grond van artikel 8, lid 1, ingediende verzoeken om ondersteuning;

b) de analyse van de toepassing van de in artikel 8, lid 2, bedoelde criteria voor de analyse van de door de lidstaten ingediende ondersteuningsverzoeken;

c) de in artikel 8, lid 3, bedoelde samenwerkings- en steunplannen;

d) de krachtens artikel 12, lid 7, vastgestelde bijzondere maatregelen; en

e) de uitvoering van ondersteuningsmaatregelen per lidstaat en, waar relevant, per regio.

Artikel 15 bis
Dialoog ter ondersteuning van hervormingen

Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, en in het bijzonder tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, te versterken en te zorgen voor meer transparantie en verantwoordelijkheid, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement vertegenwoordigers van de Raad en de Commissie uitnodigen om voor deze commissie te verschijnen teneinde de maatregelen te bespreken die in het kader van deze verordening zijn genomen, met inbegrip van het halfjaarlijks verslag als bedoeld in artikel 15.

Artikel 16
Tussentijdse en ex-postevaluatie

1. Uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s een onafhankelijk tussentijds verslag in over de evaluatie van de uitvoering van deze verordening. Uiterlijk drie jaar na afloop van de in artikel 1 genoemde periode dient de Commissie bij deze instellingen bovendien een onafhankelijk ex-postevaluatieverslag in.

2. In het tussentijdse evaluatieverslag wordt in het bijzonder beoordeeld in hoeverre de doelstellingen van het instrument als bedoeld in de artikelen 3 en 4 zijn bereikt, hoe adequaat en efficiënt het gebruik van de middelen is geweest, ▌wat de toegevoegde waarde voor Europa is en welke communicatie-activiteiten zijn opgezet om de zichtbaarheid van de Uniefinanciering te waarborgen. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en acties nog steeds relevant zijn.

3. Het ex-postevaluatieverslag bestaat uit een algemene evaluatie van de uitvoering van deze verordening en bevat informatie over de effecten ervan op de lange termijn. Het wordt gelijktijdig bij het Europees Parlement en de Raad ingediend.

3 bis. Waar passend gaan de tussentijdse of ex-postevaluatieverslagen gepaard met wetgevingsvoorstellen tot wijziging van deze verordening.

Artikel 16 bis

Transparantie

Ten behoeve van het grote publiek waarborgen de begunstigden een zo groot mogelijke transparantie met betrekking tot de acties en financiële stromen uit hoofde van dit instrument. Deze transparantie mag alleen worden beperkt door rechtshandelingen in verband met het handelsgeheim, de toepasselijke regels op het gebied van gegevensbescherming of lopende administratieve of strafrechtelijke onderzoeken door de organen van de Unie. De begunstigden publiceren alle relevante informatie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad[18]. Alle overheidsopdrachten worden gepubliceerd op het opendataportaal van de EU.

 

HOOFDSTUK III BIS

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 16 ter

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 12, lid 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend tot en met 31 december 2028.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 12, lid 6, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig artikel 12, lid 6, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Deze termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

HOOFDSTUK IV

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17
Informatie, communicatie en publiciteit

1. De ontvangers van financiering van de Unie erkennen de oorsprong van die middelen en geven dat duidelijk zichtbaar aan door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren, met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten.

2. De Commissie voert informatie- en communicatieacties uit met betrekking tot het instrument, de acties en de resultaten ervan, onder meer door middel van gezamenlijke communicatieactiviteiten met de betrokken nationale autoriteiten en de vertegenwoordigingen van het Europees Parlement en de Commissie in de betreffende lidstaat. De aan het instrument toegewezen financiële middelen dragen ook bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in de artikelen 3 en 4 bedoelde doelstellingen.

Artikel 18
Overgangsbepaling

1. Acties en activiteiten op het gebied van technische ondersteuning waarmee op of vóór 31 december 2020 is begonnen krachtens Verordening (EU) 2017/825 worden verder door die verordening geregeld tot ze voltooid zijn.

1 bis. Acties uit hoofde van deze verordening komen voor financiering in aanmerking wanneer ze vanaf 1 februari 2020 van start zijn gegaan, mits met deze acties de verwezenlijking van de in de artikelen 3 en 4 van deze verordening beschreven doelstellingen wordt nagestreefd.

2. De in artikel 6, lid 1, vastgestelde financiële middelen kunnen ook de uitgaven dekken voor technische en administratieve bijstand, met inbegrip van de monitoring, communicatie en evaluatie die uit hoofde van Verordening (EU) 2017/825 zijn vereist en die op 31 december 2020 niet zijn voltooid.

3. Indien nodig kunnen in de begroting na 2020 kredieten worden opgenomen voor de financiering van de in artikel 6, lid 2, bedoelde uitgaven voor het beheer van acties die op 31 december 2020 nog niet zijn voltooid.

Artikel 19
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter


BIJLAGE

Indicatoren

De verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in de artikelen 3 en 4 wordt gemeten aan de hand van de volgende indicatoren, uitgesplitst naar lidstaat en naar interventiegebied.

De indicatoren worden gebruikt overeenkomstig de beschikbare gegevens en informatie, waaronder kwantitatieve en/of kwalitatieve gegevens.

  Outputindicatoren:

a) aantal uitgevoerde samenwerkings- en steunplannen;

b) aantal uitgevoerde technischeondersteuningsactiveiten;

c) door de technischeondersteuningsactiveiten geleverde prestaties zoals actieplannen, routekaarten, richtsnoeren, handboeken, en aanbevelingen;

  Resultaatindicatoren:

d) resultaten van de geleverde technischeondersteuningsactiveiten, zoals de vaststelling van een strategie of een nieuwe wet of de wijziging van een bestaande wet, de invoering van (nieuwe) procedures en acties om de uitvoering van hervormingen te verbeteren;

Impactindicatoren:

e) doelstellingen van de samenwerkings- en steunplannen die onder meer met behulp van de ontvangen technische ondersteuning zijn bereikt.

De in artikel 16 bedoelde evaluatie achteraf wordt uitgevoerd door de Commissie met onder meer het doel verbanden te leggen tussen de geboden technische ondersteuning en de uitvoering van de relevante maatregelen in de betrokken lidstaten om de veerkracht, duurzame groei, werkgelegenheid en cohesie te stimuleren.

 


 


 

ADVIES VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN (30.9.2020)

aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

(COM(2020)0409 – C9-0148/2020 – 2020/0103(COD))

Rapporteur voor advies: Dragoș Pîslaru

 

 

BEKNOPTE MOTIVERING

Nadat de Commissie haar steun voor het steunprogramma voor hervormingen, dat een instrument voor technische ondersteuning omvatte, had ingetrokken, diende zij op 28 mei 2020 een voorstel in voor de instelling van een zelfstandig instrument voor technische ondersteuning dat op vrijwillige basis voor alle lidstaten beschikbaar zou zijn, als opvolger van het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP). Het instrument maakt deel uit van de initiatieven die de Commissie naar aanleiding van de uitbraak van de COVID-19-pandemie heeft genomen om de lidstaten te helpen de negatieve economische en sociale gevolgen ervan te beperken. Het is van groot belang de veerkracht van de Europese economieën te versterken en het is noodzakelijk om het herstel strategisch te plannen en te zorgen voor duurzame groei.

Als opvolger van het SRSP is het instrument voor technische ondersteuning bedoeld om steun te verlenen voor het versterken van de bestuurlijke capaciteit en structurele langetermijnhervormingen in de lidstaten, die wederom een aanzienlijk effect kunnen hebben op hun arbeidsmarkt en socialezekerheidsstelsels. Ook biedt het ondersteuning ter bevordering van de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen voor de lidstaten in de context van het Europees Semester. Doel van het instrument is de cohesie te bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor de totstandbrenging van economisch en sociaal herstel, veerkracht en convergentie en ter versterking van hun administratieve capaciteit om het recht van de Unie uit te voeren met betrekking tot de uitdagingen die de instellingen, het bestuur, de overheidsdiensten en de economische en sociale sectoren het hoofd moeten bieden.

Parallel met het instrument voor technische ondersteuning heeft de Commissie, om te kunnen reageren op de nieuwe uitdagingen in de huidige context, ook een verordening voorgesteld voor een faciliteit voor herstel en veerkracht die grootschalige financiële steun zal bieden voor overheidsinvesteringen en hervormingen die de economieën van de lidstaten veerkrachtiger en toekomstbestendiger maken. Het instrument voor technische ondersteuning kan de lidstaten dus ondersteunen bij de voorbereiding, uitvoering, herziening en verbetering van de plannen voor herstel en veerkracht in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

De rapporteur is ingenomen met het feit dat in het huidige voorstel van de Commissie rekening wordt gehouden met het standpunt dat zowel in het op 20 april 2020 gepubliceerde gezamenlijke ontwerpverslag van de Begrotingscommissie en de Commissie ECON over de in het RSP-voorstel opgenomen instrumenten voor technische ondersteuning is verwoord als in het op 26 mei 2020 goedgekeurde EMPL-advies over het steunprogramma voor hervormingen. De rapporteur wil met het oog op de huidige context een aantal wijzigingen voorstellen waaruit het belang blijkt van sociaal verantwoorde, slimme, duurzame en inclusieve hervormingen en investeringen, die een duurzaam en eerlijk herstel zouden ondersteunen dat veel verder reikt dan de COVID-19-crisis.

In het voorstel van de Commissie wordt bijzondere nadruk gelegd op maatregelen ter bevordering van de groene en digitale transitie. In dit verband benadrukt de rapporteur het belang van digitalisering op alle economische en maatschappelijke gebieden in de EU en de mogelijke rol van het instrument in de ondersteuning van de lidstaten bij het waarborgen van een digitaal herstel door middel van hervormingen en investeringen in digitale infrastructuur en vaardigheden die zullen bijdragen tot het uiteindelijke doel, namelijk de totstandbrenging van een digitale eengemaakte markt.

De rapporteur stelt voor het toepassingsgebied van het instrument (artikel 5) uit te breiden door er onder meer het volgende in op te nemen: jeugdbeleid; beleid inzake sociale bescherming, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen; beleid ter vermindering van genderdiscriminatie en ter bevordering van gendergelijkheid; beleid ter verbetering van de toegang tot onderwijs voor kinderen en studenten; beroepsonderwijs en -opleiding, toegang tot een leven lang leren en integratie op de arbeidsmarkt; beleid ter verbetering van de capaciteit van overheidsinstellingen om mobiele en grensoverschrijdende rechten van werknemers te waarborgen.

Volgens de rapporteur moet het instrument ook de convergentie bevorderen in de richting van de toetreding tot de eurozone van de lidstaten die de euro niet als munt hebben.

In een breder perspectief zal het instrument voor technische ondersteuning ook bijdragen tot de uitvoering van de verbintenissen van de Unie en de lidstaten in het kader van de Europese pijler van sociale rechten en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

AMENDEMENTEN

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De uitbraak van de COVID-19-pandemie van begin 2020 heeft de economische vooruitzichten voor de komende jaren in de EU en in de hele wereld gewijzigd. In de Unie zijn er nieuwe prioriteiten bijgekomen die verband houden met de crisis en die specifiek gericht zijn op herstel en veerkracht. Zij vereisen een dringende en gecoördineerde reactie van de Unie om het hoofd te bieden aan de economische gevolgen voor de lidstaten en de negatieve sociale en economische gevolgen te verzachten. De huidige de COVID-19-pandemie en de voorafgaande economische en financiële crisis hebben duidelijk gemaakt dat het ontwikkelen van deugdelijke en veerkrachtige economieën en financiële stelsels op basis van sterke economische en maatschappelijke structuren de lidstaten helpt om efficiënter te reageren op schokken en daar sneller van te herstellen. Groeibevorderende hervormingen en investeringen om de structurele zwakke punten van de economieën aan te pakken en hun veerkracht te versterken, zullen daarom van essentieel belang zijn om de economieën en gemeenschappen terug op een pad van duurzaam herstel te brengen en de economische, sociale en territoriale verschillen in de Unie het hoofd te bieden.

(3) De uitbraak van de COVID-19-pandemie van begin 2020 heeft de economische vooruitzichten voor de komende jaren in de EU en in de hele wereld gewijzigd. In de Unie zijn er nieuwe prioriteiten bijgekomen die verband houden met de crisis en die specifiek gericht zijn op herstel en veerkracht, alsmede op ondersteuning van de kwetsbaarste groepen die door de crisis zijn getroffen. Zij vereisen een dringende en gecoördineerde reactie van de Unie om het hoofd te bieden aan de economische gevolgen voor de lidstaten en de negatieve territoriale, sociale en economische gevolgen te verzachten. De huidige COVID-19-pandemie en de voorafgaande economische en financiële crisis hebben duidelijk gemaakt dat het ontwikkelen van deugdelijke en veerkrachtige economieën en stelsels van financiële en sociale voorzieningen op basis van sterke economische en maatschappelijke structuren de lidstaten helpt om efficiënter te reageren op schokken en daar sneller van te herstellen. Maatschappelijk verantwoorde, slimme, duurzame en inclusieve hervormingen, die het potentieel verbeteren om het aanpassingsvermogen en socialebeschermingsstelsels te versterken, die groei stimuleren, leiden tot hoogwaardige werkgelegenheid, investeringen bevorderen en het proces van opwaartse economische en sociale convergentie ondersteunen, zullen daarom van essentieel belang zijn om de economieën en gemeenschappen terug op een pad van duurzaam herstel te brengen en de economische, sociale en territoriale verschillen in de Unie het hoofd te bieden.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Op het niveau van de Unie vormt het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid het kader om de nationale hervormingsprioriteiten vast te stellen en de uitvoering ervan te monitoren. De lidstaten ontwikkelen hun eigen meerjarige investeringsstrategieën om deze hervormingsprioriteiten te ondersteunen. Deze strategieën worden naast de jaarlijkse nationale hervormingsprogramma’s ingediend om de prioriteiten die met nationale en/of EU-financiering moeten worden ondersteund, te schetsen en te coördineren. Zij moeten ook dienen om de financiering van de Unie op coherente wijze te gebruiken en met de financiële steun, met name uit programma’s die door de Unie in het kader van de structuurfondsen en het Cohesiefonds worden ondersteund en uit andere programma’s, zo veel mogelijk toegevoegde waarde te creëren.

(4) Op het niveau van de Unie vormt het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid het belangrijkste kader om de uitdagingen en nationale hervormingsprioriteiten op de economische en sociale beleidsterreinen vast te stellen en de uitvoering ervan te monitoren. Deze hervormingen moeten gebaseerd zijn op solidariteit, integratie, sociale rechtvaardigheid en een billijke vermogens- en inkomensspreiding om gelijkheid en toegang tot kansen en sociale bescherming te garanderen, kwetsbare groepen te beschermen en de levensstandaard van alle mensen te verbeteren, wat fundamentele beginselen van de Europese pijler van sociale rechten zijn. De lidstaten ontwikkelen hun eigen meerjarige investeringsstrategieën om deze hervormingsprioriteiten te ondersteunen. Deze strategieën moeten worden uitgewerkt op basis van een brede en gedocumenteerde procedure van openbare raadpleging, in samenwerking met de sociale partners, en vervolgens naast de jaarlijkse nationale hervormingsprogramma’s worden ingediend om de prioriteiten die met nationale en/of EU-financiering moeten worden ondersteund, te schetsen en te coördineren. Zij moeten ook dienen om de financiering van de Unie op coherente wijze te gebruiken en met de financiële steun, met name uit programma’s die door de Unie in het kader van de structuurfondsen en het Cohesiefonds worden ondersteund en uit andere programma’s, zo veel mogelijk toegevoegde waarde te creëren.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De lidstaten maken in het kader van het SRSP steeds meer gebruik van technische ondersteuning, daarom moet er via deze verordening een instrument voor technische ondersteuning worden opgezet om de lidstaten te blijven ondersteunen bij de uitvoering van hervormingen.

(6) De lidstaten maken in het kader van het SRSP steeds meer gebruik van technische ondersteuning, daarom moet er via deze verordening een instrument voor technische ondersteuning worden opgezet om de lidstaten te blijven ondersteunen bij de uitvoering van hervormingen en investeringen die een duurzaam en eerlijk herstel na de COVID-19-pandemie ondersteunen en nationale stelsels veerkrachtiger maken.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Het instrument voor technische ondersteuning zal bijdragen aan de mainstreaming van klimaatactie en de verwezenlijking van de algemene doelstelling om 25 % van de EU-begrotingsuitgaven te gebruiken voor de ondersteuning van klimaatdoelstellingen, overeenkomstig de Europese Green Deal als Europese groeistrategie en de omzetting van de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren. De relevante acties moeten tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het instrument worden geïdentificeerd, en in het kader van de evaluaties en toetsingen opnieuw worden beoordeeld. Deze acties moeten ook de bredere ecologische en sociale uitdagingen binnen de Unie aanpakken, met inbegrip van de bescherming van het natuurlijk kapitaal en de ondersteuning van de circulaire economie en moeten in overeenstemming zijn met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

(7) Het instrument voor technische ondersteuning zal bijdragen aan de mainstreaming van klimaatactie en de verwezenlijking van de algemene doelstelling om 25 % van de EU-begrotingsuitgaven te gebruiken voor de ondersteuning van klimaatdoelstellingen, overeenkomstig de Europese Green Deal als Europese groeistrategie en de omzetting van de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren. De relevante acties moeten tijdens de voorbereiding en de uitvoering van het instrument worden geïdentificeerd, en in het kader van de evaluaties en toetsingen opnieuw worden beoordeeld. Het instrument zal tevens bijdragen aan hervormingen die de uitvoering van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten waarborgen en de bredere ecologische en sociale uitdagingen binnen de Unie aanpakken, met inbegrip van het terugdringen van ongelijkheid, het waarborgen van hoogwaardige overheidsdiensten, het beschermen van het natuurlijk kapitaal en het ondersteunen van de circulaire economie, en zal in overeenstemming zijn met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Het instrument voor technische ondersteuning zal ook bijdragen tot de uitvoering van de verbintenissen van de Unie en de lidstaten in het kader van de Europese pijler van sociale rechten en de hervormingen op basis van de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) Het instrument voor technische ondersteuning moet helpen bij de capaciteitsopbouw van nationale autoriteiten, publieke en private organisaties en de bevolkingen waarvoor de door het instrument gesteunde projecten bestemd zijn, door te zorgen voor een doeltreffendere en efficiëntere besteding van de middelen voor herstel en veerkracht, met een betere tenuitvoerlegging en daadwerkelijke impact op de uitvoering van beleid dat is afgestemd op de behoeften van de lidstaten en hun ontwikkelingsstrategieën, en dat bijdraagt tot waardig werk met een fatsoenlijke beloning op basis van collectieve onderhandelingen; dat openbare investeringen in infrastructuur en productieve sectoren bevordert, met het oog op groene, innovatieve ontwikkeling die sociale en territoriale cohesie waarborgt; en dat investeert in openbare diensten die hoogwaardige en universele sociale oplossingen bieden.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 quater) Met het oog op het belang van digitalisering op alle economische en maatschappelijke gebieden van de Unie zal het instrument voor technische ondersteuning de lidstaten ondersteunen bij het waarborgen van een digitale transformatie door middel van hervormingen en investeringen in digitale infrastructuur en vaardigheden die zullen bijdragen tot het uiteindelijke doel, namelijk de totstandbrenging van een digitale eengemaakte markt.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) De algemene doelstelling van het instrument voor technische ondersteuning moet zijn de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie te bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor economisch en sociaal herstel, veerkracht en convergentie. Daartoe moet het de lidstaten ondersteunen bij het versterken van hun administratieve capaciteit om het recht van de Unie uit te voeren met betrekking tot de uitdagingen waarmee instellingen, bestuur, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren worden geconfronteerd.

(8) De algemene doelstelling van het instrument voor technische ondersteuning moet zijn de administratieve capaciteit van de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten te versterken wat betreft hun instellingen, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren, en nationale, regionale en lokale autoriteiten te helpen bij het ontwerpen, ontwikkelen en doorvoeren van hervormingen. Voorts moet het instrument de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om maatschappelijk verantwoorde hervormingen en investeringen door te voeren die een duurzaam en eerlijk economisch, sociaal en gendergelijk herstel ondersteunen dat verder reikt dan de COVID-19-pandemie. Daartoe moet het de lidstaten ondersteunen bij het versterken van hun administratieve capaciteit om het recht van de Unie uit te voeren met betrekking tot de uitdagingen waarmee instellingen, bestuur, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren worden geconfronteerd.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De specifieke doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning moeten zijn de nationale autoriteiten bij te staan bij hun inspanningen om hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, onder meer door de uitwisseling van goede praktijken, passende processen en methoden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer.

(9) De specifieke doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning moeten zijn de nationale en lokale autoriteiten en de sociale partners bij te staan bij hun inspanningen om maatschappelijk verantwoorde en duurzame hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren en de sociale dialoog te versterken, onder meer door de uitwisseling van gegevens en goede praktijken, passende processen en methoden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Om de lidstaten te helpen bij het aanpakken van de hervormingsbehoeften op alle belangrijke economische en maatschappelijke gebieden, moet de Commissie aan lidstaten die daarom verzoeken ondersteuning blijven verlenen op een breed scala van beleidsterreinen, waaronder gebieden die verband houden met het beheer van de overheidsfinanciën en -activa, institutionele en administratieve hervormingen, het ondernemingsklimaat, de financiële sector, de markten voor producten, diensten en arbeid, onderwijs en opleiding, duurzame ontwikkeling, volksgezondheid en maatschappelijk welzijn. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op acties die de groene en digitale transitie bevorderen.

(10) Om de lidstaten te helpen bij het aanpakken van de hervormingsbehoeften op alle belangrijke economische en maatschappelijke gebieden, moet de Commissie aan lidstaten die daarom verzoeken ondersteuning blijven verlenen op een breed scala van beleidsterreinen, waaronder gebieden die verband houden met het beheer van de overheidsfinanciën en -activa, institutionele en administratieve hervormingen, het ondernemingsklimaat, de financiële sector, de markten voor producten, diensten en hoogwaardige banen, onderwijs en opleiding, duurzame ontwikkeling, demografische verandering, volksgezondheid en maatschappelijk welzijn, bevordering van actief ouder worden, alsmede economische, sociale en territoriale samenhang, civiele bescherming, asiel, migratie en grensbeleid, en de ontwikkeling van infrastructuur op al die gebieden. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op acties die de groene en digitale transitie en maatschappelijke vooruitgang bevorderen. Het instrument voor technische ondersteuning moet ook de convergentie van de lidstaten die de euro niet als munt hebben stimuleren in de richting van toetreding tot de eurozone.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Om ervoor te zorgen dat de hervormingen breed worden gesteund, moeten de lidstaten die van het instrument voor technische ondersteuning gebruik willen maken in het kader van het ontwerpen van voorstellen voor pakketten, raadplegingen organiseren met de belanghebbende partijen, zoals lokale en regionale overheden, economische en sociale partners, en het maatschappelijk middenveld, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie1 bis, alsmede raadplegingen met de nationale parlementen.

 

 

__________

 

1 bis Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om via het instrument voor technische ondersteuning aanvullende behoeften te ondervangen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om aan het budget van het instrument middelen van de fondsen van de Unie over te dragen die in gedeeld beheer zijn geprogrammeerd, volgens de daarvoor vastgelegde procedure. Overgedragen middelen moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van dat instrument en uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat worden gebruikt. De Commissie moet de betrokken lidstaat feedback geven over het gebruik van de aanvullende vrijwillige bijdragen.

(12) Om via het instrument voor technische ondersteuning aanvullende behoeften te ondervangen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om aan het budget van het instrument middelen van de fondsen van de Unie over te dragen die in gedeeld beheer zijn geprogrammeerd, volgens de daarvoor vastgelegde procedure en met inachtneming van een maximum van 10 % van de begrotingsmiddelen van de lidstaat. Overgedragen middelen moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van dat instrument en uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat worden gebruikt. De Commissie moet de betrokken lidstaat feedback geven over het gebruik van de aanvullende vrijwillige bijdragen.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden die voortkomen uit de COVID-19-pandemie komen relevante acties die met ingang van 1 februari 2020 van start zijn gegaan in aanmerking voor financiering uit hoofde van het instrument voor technische ondersteuning, mits met deze acties de in deze verordening vastgelegde doelstellingen worden nagestreefd.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Het instrument voor technische ondersteuning moet ondersteuning blijven bieden aan lidstaten die daarom verzoeken bij het uitvoeren van hervormingen op eigen initiatief, hervormingen in het kader van economische bestuursprocessen of acties in verband met de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie, en hervormingen in verband met de uitvoering van economische aanpassingsprogramma’s. Het moet ook technische ondersteuning bieden voor de voorbereiding en uitvoering van herstelplannen die moeten worden uitgevoerd in het kader van Verordening (EU) nr. YYY/XX.

(13) Het instrument voor technische ondersteuning moet ondersteuning blijven bieden aan lidstaten die daarom verzoeken bij het uitvoeren van hervormingen binnen de lidstaten, hervormingen in het kader van economische bestuursprocessen of acties in verband met de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie, en hervormingen in verband met de uitvoering van economische aanpassingsprogramma’s. Het instrument voor technische ondersteuning wordt van harte aanbevolen en moet ook technische ondersteuning bieden voor de voorbereiding, herziening, verbetering en uitvoering van herstelplannen die moeten worden uitgevoerd in het kader van Verordening (EU) nr. YYY/XX1 bis.

 

___________

 

1 bis Verordening (EU) YYY/XX tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Het instrument voor technische ondersteuning moet tevens de door lokale autoriteiten en andere belanghebbende partijen doorgevoerde hervormingen ondersteunen. Indien in het kader van het Europees Semester – en met name in het kader van de landspecifieke aanbevelingen – uitdagingen aan het licht komen die dringend hervormingen behoeven, maar waar de lidstaat in kwestie ondoelmatig gebruikmaakt van de toegekende financiering of waar de financiering door de Commissie is opgeschort, moeten acties op regionaal en lokaal niveau die bijdragen tot het aangaan van deze uitdagingen steun blijven ontvangen in het kader van het instrument.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) In lijn met de bestaande regels en praktijk van het vorige programma (het SRSP) moet de procedure voor het indienen van verzoeken om technische ondersteuning licht worden gehouden. Verzoeken van lidstaten moeten daarom uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar worden ingediend. Met inachtneming van de overkoepelende beginselen van gelijke behandeling, goed financieel beheer en transparantie moeten voor de analyses van de door de lidstaten ingediende verzoeken passende criteria worden vastgesteld. Die criteria moeten worden gebaseerd op de urgentie, de ernst en de omvang van de problemen en op de geïdentificeerde ondersteuningsbehoefte op de beleidsterreinen waarvoor technische ondersteuning wordt beoogd.

(14) In lijn met de bestaande regels en praktijk van het vorige programma (het SRSP) moet de procedure voor het indienen van verzoeken om technische ondersteuning licht worden gehouden. Verzoeken van lidstaten moeten daarom uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar worden ingediend, na adequate raadpleging van de desbetreffende sociale partners, met uitzondering van verzoeken in verband met de herziening en verbetering van de plannen voor herstel en veerkracht van de lidstaten, met name verzoeken die zijn ingediend om die plannen te wijzigen of te vervangen, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. YYY/XX, die het hele jaar door moeten kunnen worden ingediend. Met inachtneming van de overkoepelende beginselen van gelijke behandeling, goed financieel beheer en transparantie moeten voor de analyses van de door de lidstaten ingediende verzoeken passende criteria worden vastgesteld. Die criteria moeten worden gebaseerd op de urgentie, de ernst en de omvang van de problemen en op de geïdentificeerde ondersteuningsbehoefte op de beleidsterreinen waarvoor technische ondersteuning wordt beoogd.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Voor de verantwoording en de transparantie en om de zichtbaarheid van het optreden van de Unie te verzekeren, moeten de samenwerkings- en ondersteuningsplannen aan het Europees Parlement en de Raad worden verstrekt, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan om gevoelige informatie te beschermen, en moet de Commissie passende communicatieactiviteiten organiseren.

(16) Voor de verantwoording en de transparantie en om de zichtbaarheid van het optreden van de Unie te verzekeren, moeten de samenwerkings- en ondersteuningsplannen aan het Europees Parlement en de Raad worden verstrekt en gelijktijdig door deze instellingen worden gecontroleerd, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan om gevoelige informatie te beschermen, en moet de Commissie passende communicatieactiviteiten organiseren.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Er moeten bij wege van uitvoeringshandelingen bepalingen over de uitvoering van het instrument voor technische ondersteuning worden vastgesteld, in het bijzonder de beheerswijzen, de financieringsvormen voor de maatregelen voor technische ondersteuning en de inhoud van de werkprogramma’s. Gelet op het belang van het steunen van de inspanningen van lidstaten die hervormingen nastreven en uitvoeren, dient voor subsidies een medefinancieringspercentage tot 100 % van de subsidiabele kosten te worden toegestaan. Om in dringende gevallen snel technische ondersteuning te kunnen mobiliseren, moet worden voorzien in het aannemen van bijzondere maatregelen voor een beperkte duur. Daartoe moet een beperkt bedrag van het budget voor het werkprogramma van het instrument voor technische ondersteuning worden gereserveerd voor bijzondere maatregelen.

(17) Er moeten bij wege van gedelegeerde handelingen bepalingen over de uitvoering van het instrument voor technische ondersteuning worden vastgesteld, in het bijzonder de beheerswijzen, de financieringsvormen voor de maatregelen voor technische ondersteuning en de inhoud van de werkprogramma’s. Gelet op het belang van het steunen van de inspanningen van lidstaten die hervormingen nastreven en uitvoeren, dient voor subsidies een medefinancieringspercentage tot 100 % van de subsidiabele kosten te worden toegestaan. Om in dringende gevallen snel technische ondersteuning te kunnen mobiliseren, moet worden voorzien in het aannemen van bijzondere maatregelen gedurende de periode die nodig is om de door de urgente situatie veroorzaakte uitdagingen te boven te komen. Daartoe moet een beperkt bedrag van maximaal 5 %1 bis van het budget voor het werkprogramma van het instrument voor technische ondersteuning worden gereserveerd voor bijzondere maatregelen.

 

__________________

 

1 bis https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/annual_work_programme_of_the_structural_reform_support_programme.pdf

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet het bij deze verordening vastgestelde instrument worden geëvalueerd op basis van informatie die door middel van specifieke monitoringvoorschriften wordt verzameld, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, worden vermeden. Waar passend moeten in deze voorschriften meetbare indicatoren worden opgenomen als basis voor de evaluatie van de effecten van het instrument in de praktijk.

(19) Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet het bij deze verordening vastgestelde instrument worden geëvalueerd op basis van informatie die door middel van specifieke monitoringvoorschriften wordt verzameld, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, worden vermeden, de administratieve procedures worden vereenvoudigd en de administratieve samenwerking wordt bevorderd. Waar passend moeten in deze voorschriften meetbare indicatoren worden opgenomen als basis voor de evaluatie van de effecten van het instrument in de praktijk.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) De werkprogramma’s voor de uitvoering van technische ondersteuning moeten worden vastgesteld. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. De door het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde financiële voorschriften zijn op deze verordening van toepassing. Deze regels zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (het financieel reglement)17 en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben eveneens betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie bij algemene tekortkomingen in de lidstaten op het gebied van de rechtsstaat, aangezien de rechtsstaat een essentiële voorwaarde is voor goed financieel beheer en een doeltreffende EU-financiering.

(21) De werkprogramma’s voor de uitvoering van technische ondersteuning moeten worden vastgesteld. Met het oog op de tenuitvoerlegging van de technische ondersteuning moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van werkprogramma’s. De door het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde financiële voorschriften zijn op deze verordening van toepassing. Deze regels zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (het financieel reglement)17 en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben eveneens betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie bij algemene tekortkomingen in de lidstaten op het gebied van de rechtsstaat overeenkomstig Verordening (EU) YYY/XX van het Europees Parlement en de Raad17 bis, aangezien de rechtsstaat een essentiële voorwaarde is voor goed financieel beheer en een doeltreffende EU-financiering.

__________________

__________________

17 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

 

17 bis Verordening (EU) YYY/XX van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van de begroting van de Unie in geval van veralgemeende tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1) “technische ondersteuning”: maatregelen die de lidstaten helpen bij het uitvoeren van institutionele, administratieve en groeiondersteunende en veerkrachtsbevorderende hervormingen;

1) “technische ondersteuning”: maatregelen die de lidstaten op nationaal, regionaal of lokaal niveau helpen bij het ontwikkelen, herzien en uitvoeren van institutionele of administratieve hervormingen die de duurzaamheid en veerkracht ten goede komen;

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De algemene doelstelling van het instrument is de bevordering van de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor economisch en sociaal herstel, veerkracht en opwaartse economische en sociale convergentie en ter versterking van hun administratieve capaciteit voor de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot de uitdagingen voor instellingen, bestuur, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren.

De algemene doelstelling van het instrument is de bevordering van de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen en investeringen door te voeren ter ondersteuning van een duurzaam economisch en sociaal herstel, veerkracht en opwaartse economische en sociale convergentie en ter versterking van hun administratieve capaciteit voor de uitvoering van het recht van de Unie – met inbegrip van de uitvoering van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten – met betrekking tot de uitdagingen voor instellingen, bestuur en overheidsdiensten, ook op regionaal en lokaal niveau, en economische en sociale sectoren.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Om de algemene doelstelling van artikel 3 te verwezenlijken, zijn er in het instrument specifieke doelstellingen opgenomen om de nationale autoriteiten bij te staan bij het verbeteren van hun capaciteit om hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, onder meer door de uitwisseling van goede praktijken, passende processen en methoden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer. Deze specifieke doelstellingen worden in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten nagestreefd.

Om de algemene doelstelling van artikel 3 te verwezenlijken, zijn er in het instrument specifieke doelstellingen opgenomen om de nationale en, waar passend, regionale en lokale autoriteiten evenals de sociale partners te ondersteunen bij het verbeteren van hun capaciteit om hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, en de sociale dialoog te versterken, en met name de voorbereiding, uitvoering, herziening en verbetering van nationale plannen voor herstel en veerkracht, overeenkomstig Verordening (EU) nr. YYY/XX, onder meer door de uitwisseling van gegevens en goede praktijken, passende processen en methoden, de brede betrokkenheid van belanghebbenden, en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer. Deze specifieke doelstellingen worden in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten nagestreefd, en, indien relevant, namelijk voor de onder d) en e), van artikel 5, lid 1, genoemde beleidsgebieden, in overeenstemming met de wetgeving en de praktijk van de desbetreffende lidstaten, met de sociale partners van de deze lidstaten.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 4 vastgestelde specifieke doelstellingen hebben betrekking op beleidsgebieden die verband houden met cohesie, concurrentievermogen, onderwijs, productiviteit, onderzoek en innovatie, slimme, eerlijke, duurzame en inclusieve groei, banen en investeringen, met specifieke nadruk op acties die groene en digitale transities bevorderen, met name op een of meer van de volgende gebieden:

De in artikel 4 vastgestelde specifieke doelstellingen hebben betrekking op beleidsgebieden die verband houden met cohesie, concurrentievermogen, onderwijs en opleiding, gezondheid, sociale bescherming, intreding op de arbeidsmarkt, productiviteit, onderzoek en innovatie, slimme, eerlijke, duurzame en inclusieve groei, banen, investeringen en infrastructuur, met specifieke nadruk op acties die groene en digitale transities bevorderen, en acties die de toepassing van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten bevorderen en gericht zijn op een of meer van de volgende gebieden:

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) institutionele hervorming en efficiënt, servicegericht functioneren van overheidsdiensten en de e-overheid, onder meer, indien van toepassing, door de vereenvoudiging van de regelgeving, een doeltreffende rechtsstaat, hervorming van de justitiële stelsels en versterking van de bestrijding van fraude, corruptie en witwassen;

b) institutionele hervorming en efficiënt, niet-discriminerend en servicegericht functioneren van overheidsdiensten en de e-overheid, de digitalisering en verbeterde werking van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, onder meer, indien van toepassing, door de verbetering van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van overheidsdiensten, vereenvoudiging van de procedures en bevordering van de administratieve samenwerking, een doeltreffende rechtsstaat en controles en waarborgen, hervorming van de justitiële stelsels en versterking van de bestrijding van fraude, corruptie, witwassen van geld en belastingontduiking;

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) het ondernemingsklimaat, inclusief voor kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen in de sociale economie, herindustrialisering, ontwikkeling van de particuliere sector, product- en dienstenmarkten, investeringen, overheidsparticipatie in ondernemingen, privatiseringsprocessen, handel en buitenlandse directe investeringen, concurrentie en overheidsopdrachten, duurzame sectorale ontwikkeling en ondersteuning van onderzoek en innovatie en digitalisering;

c) een duurzaam ondernemingsklimaat, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen in de sociale economie, herindustrialisering, ontwikkeling van de particuliere sector, product- en dienstenmarkten, bevordering van duurzame en sociale investeringen, overheidsparticipatie in ondernemingen, privatiseringsprocessen, handel en buitenlandse directe investeringen, concurrentie en overheidsopdrachten, duurzame sectorale ontwikkeling en ondersteuning van onderzoek en innovatie en automatisering;

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) onderwijs en opleiding, arbeidsmarktbeleid, met inbegrip van de sociale dialoog, voor het scheppen van banen, om- en bijscholing, met name wat betreft digitale vaardigheden, mediageletterdheid, actief burgerschap, de bestrijding van armoede en buitensporige inkomensongelijkheid, gendergelijkheid, de bevordering van sociale inclusie, adequate en inclusieve sociale zekerheidsstelsels en sociale voorzieningen, toegankelijke en betaalbare volksgezondheid en zorgstelsels, alsmede cohesie-, asiel-, migratie- en grensbeleid;

d) onderwijs en opleiding, een leven lang leren, jeugdbeleid, met inbegrip van arbeidsmarktbeleid voor het scheppen van hoogwaardige banen, om- en bijscholing op maat, met name wat betreft digitale vaardigheden, met inbegrip van het bijscholen van wetenschappers en de uitvoering van betere individuele loopbaanplannen voor al het academische personeel, en maatregelen om de sector onderzoek en ontwikkeling (O&O) te verbeteren, onder meer door een betere toepassing van O&O-resultaten op de markt en toegang tot O&O-financiering, evenals mediageletterdheid, actief burgerschap, de bestrijding van armoede, buitensporige inkomens- en welvaartsongelijkheid, de bevordering van sociale inclusie, adequate, hoogwaardige, betaalbare en inclusieve sociale zekerheidsstelsels en sociale voorzieningen, toegankelijke en betaalbare volksgezondheid en zorgstelsels, de bevordering van actief ouder worden, alsmede economische, sociale en territoriale cohesie, burgerbescherming, asiel-, migratie- en grensbeleid;

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) maatregelen op het gebied van sociale bescherming, met de nadruk op kwetsbare groepen, waaronder mensen met een handicap, minderheden, kinderen die in armoede leven, ouderen, migranten, participatie en vertegenwoordiging van werknemers, versterking van de sociale dialoog en capaciteitsopbouw van sociale partners, vermindering van ongelijkheid en alle vormen van discriminatie, onder meer door middel van socialebijstandsregelingen, toelagen en beurzen, evenals pensioenhervormingsmaatregelen, met extra aandacht voor de duurzaamheid van pensioenstelsels voor werknemers en zelfstandigen en gelijke kansen tussen vrouwen en mannen om pensioenrechten te verwerven, in overeenstemming met de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, en er tegelijkertijd voor helpen zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten;

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d ter) maatregelen ter bestrijding van genderdiscriminatie en ter bevordering van gendergelijkheid, bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, passend verlof om gezinsredenen, flexibele werkregelingen en vergroting van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, onder meer door te zorgen voor gelijke kansen en loopbaanontwikkeling, toegankelijke en betaalbare zorginfrastructuur, waaronder betaalbare hoogwaardige kinderopvang en zorg voor ouderen en voor personen met een handicap;

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d quater) beroepsonderwijs en -opleiding, toegang tot een leven lang leren en integratie op de arbeidsmarkt, ook van jongeren, met de nadruk op vaardigheden voor het ondersteunen van de digitale en groene transitie, transversale en ondernemerschapsvaardigheden, alsook het streven naar betere arbeidsomstandigheden voor alle werknemers, met inbegrip van mobiele en grensarbeiders;

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d quinquies) maatregelen ter verbetering van de toegang tot het onderwijs voor kinderen en studenten, alsmede de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt, onder meer door het terugdringen van armoede, het verbeteren van de onderwijsinfrastructuur en de toegang tot formeel en niet-formeel onderwijs en het bieden van kansen op de arbeidsmarkt, met inbegrip van betaalde stages;

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter d sexies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d sexies) maatregelen ter verbetering van de capaciteit van overheidsinstellingen om mobiele en grensoverschrijdende rechten van werknemers te waarborgen, met inbegrip van veilige en gelijke arbeidsvoorwaarden en lonen overeenkomstig de wetgeving;

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) beleid voor de uitvoering van de digitale en groene transities, oplossingen op het gebied van e-overheid, elektronische aanbestedingen, connectiviteit, gegevenstoegang en -governance, e-leren, het gebruik van oplossingen op basis van kunstmatige intelligentie, de milieupijler van duurzame ontwikkeling en milieubescherming, klimaatactie, mobiliteit, de bevordering van de circulaire economie, energie- en hulpbronnenefficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, het bereiken van energiediversificatie en het waarborgen van de energiezekerheid, en voor de landbouwsector, de bescherming van de bodem en de biodiversiteit, de visserij en de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden; en

e) klimaatmitigatiebeleid voor de uitvoering van de groene en digitale transities, oplossingen op het gebied van e-overheid, elektronische aanbestedingen, connectiviteit, gegevenstoegang en -governance, e-leren en digitaal onderwijs, het gebruik van oplossingen op basis van kunstmatige intelligentie, het waarborgen van het beginsel dat de mens zeggenschap heeft, de milieupijler van duurzame ontwikkeling en milieubescherming, klimaatactie, duurzame mobiliteit, de bevordering van de circulaire economie, energie- en hulpbronnenefficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, het bereiken van energiediversificatie en het waarborgen van de energiezekerheid, en voor de landbouwsector, de bescherming van de bodem en de biodiversiteit, de visserij en de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden, afgelegen gebieden of gebieden die ontvolkt raken; en

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) beleid op het gebied van de financiële sector, met inbegrip van de bevordering van financiële geletterdheid, financiële stabiliteit, toegang tot financiering en kredietverschaffing aan de reële economie; en opstelling, verstrekking, kwaliteitsmonitoring en rapportage van gegevens en statistieken.

f) beleid op het gebied van de financiële sector, met inbegrip van de bevordering van financiële geletterdheid en de bestrijding van te hoge schuldenlasten, financiële stabiliteit, toegang tot financiering en kredietverschaffing aan de reële economie; en opstelling, verstrekking, kwaliteitsmonitoring en rapportage van gegevens en statistieken.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) maatregelen voor de verdere ontwikkeling van de nationale infrastructuur op het gebied van politieke, economische, bestuurlijke, digitale, veiligheids-, huisvestings-, gezondheids-, vervoers-, milieu-, aanbestedings- en onderwijsfuncties;

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – letter f ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f ter) maatregelen die relevant zijn voor de voorbereiding van de lidstaten op het lidmaatschap van de eurozone, alsook maatregelen ter bevordering van de nominale en reële convergentie in de richting van toetreding tot de eurozone van lidstaten die de euro niet als munt hebben;

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De financiële middelen voor het instrument kunnen ook de uitgaven dekken van voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het instrument en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van het instrument heeft verricht. De uitgaven kunnen ook de kosten dekken van andere ondersteunende activiteiten zoals kwaliteitscontrole en monitoring van projecten voor technische ondersteuning in de praktijk en de kosten van collegiaal advies en van deskundigen voor de beoordeling en uitvoering van structurele hervormingen.

2. De financiële middelen voor het instrument kunnen ook de uitgaven dekken van voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het instrument en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, vergaderingen van belanghebbenden en deskundigen, informatie- en communicatieacties, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van het instrument heeft verricht. De uitgaven kunnen ook de kosten dekken van andere ondersteunende activiteiten zoals kwaliteitscontrole en monitoring van projecten voor technische ondersteuning in de praktijk en de kosten van collegiaal advies en van deskundigen voor de beoordeling en uitvoering van structurele hervormingen.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het instrument. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Die middelen worden gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat.

3. Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het instrument met inachtneming van een maximum van 10 % van het budget van de lidstaten. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Die middelen worden gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat, op zowel regionaal als lokaal niveau.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter c – punt i bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

i bis) raadplegingen met een breed scala aan belanghebbenden via verschillende fora, met inbegrip van vrouwenorganisaties, vertegenwoordigers van kwetsbare groepen en de sociale partners;

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter c – punt ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii) werkbezoeken van ambtenaren aan relevante lidstaten of derde landen om deskundigheid of kennis op relevante gebieden op te doen of te versterken;

ii) uitwisseling van beste praktijken met relevante lidstaten of derde landen om deskundigheid of kennis op relevante gebieden op te doen of te versterken;

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) studies, onderzoeken, analyses en enquêtes, evaluaties en effectbeoordelingen en de ontwikkeling en publicatie van handleidingen, verslagen en educatief materiaal;

g) studies, onderzoeken, analyses en enquêtes, haalbaarheidsstudies, technische projecten en documentatie, evaluaties en effectbeoordelingen, gendereffectbeoordelingen, waarvan de resultaten automatisch worden uitgewisseld tussen de lidstaten en met de Commissie om een zo groot mogelijke transparantie en beleidscoherentie op het gebied van gendergelijkheid in de hele Unie te waarborgen, en de ontwikkeling en publicatie van handleidingen, verslagen en educatief materiaal;

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) communicatieprojecten voor educatieve doeleinden, met inbegrip van e-learning, voor samenwerking, bewustmaking, verspreidingsactiviteiten en uitwisseling van goede praktijken; organisatie van bewustmakings- en informatiecampagnes, mediacampagnes en -evenementen, waaronder bedrijfscommunicatie en, waar passend, communicatie via sociale netwerken;

h) communicatieprojecten voor educatieve doeleinden, met inbegrip van e-learning, voor samenwerking, bewustmaking, verspreidingsactiviteiten en uitwisseling van goede praktijken, ook door middel van technische studiebezoeken aan lidstaten die vergelijkbare hervormingen hebben doorgevoerd; organisatie van bewustmakings- en informatiecampagnes, mediacampagnes en -evenementen, waaronder bedrijfscommunicatie en, waar passend, communicatie via sociale netwerken;

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De in de eerste alinea van het vorige lid genoemde acties komen voor financiering in aanmerking wanneer ze vanaf 1 februari 2020 van start zijn gegaan, mits met deze acties de verwezenlijking van de in de artikelen 3 en 4 van deze verordening beschreven doelstellingen wordt nagestreefd.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een lidstaat die technische ondersteuning wenst te ontvangen in het kader van het instrument dient daartoe bij de Commissie een verzoek om technische ondersteuning in, waarin hij de beleidsgebieden en prioriteiten voor de steun aanduidt die binnen het in artikel 5 vermelde toepassingsgebied vallen. Die verzoeken worden uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar ingediend. De Commissie kan richtsnoeren verstrekken voor de belangrijkste elementen die in een verzoek om ondersteuning moeten worden genoemd.

1. Een lidstaat die technische ondersteuning wenst te ontvangen in het kader van het instrument dient daartoe bij de Commissie een verzoek om technische ondersteuning in nadat adequate raadplegingen van de betreffende sociale partners hebben plaatsgevonden, waarin hij de beleidsgebieden en prioriteiten voor de steun aanduidt die binnen het in artikel 5 vermelde toepassingsgebied vallen. Die verzoeken worden uiterlijk op 31 oktober van een kalenderjaar ingediend. De Commissie kan richtsnoeren verstrekken voor de belangrijkste elementen die in een verzoek om ondersteuning moeten worden genoemd, en kan het gebruik van technische ondersteuning door lidstaten met hoge steunbehoeften verder bevorderen en aanmoedigen.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten kunnen verzoeken indienen die onder lid 2, onder d) en e), van dit artikel vallen, met name verzoeken om herziening en verbetering van de plannen voor herstel en veerkracht, teneinde hun voorstellen te wijzigen of te vervangen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. YYY/XX (faciliteit voor herstel en veerkracht).

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de uitvoering van hervormingen door lidstaten op eigen initiatief, met name ter ondersteuning van herstel [overeenkomstig Verordening (EU) nr. YYY/XX], en om duurzame economische groei en werkgelegenheid te creëren en de veerkracht te vergroten;

a) de uitvoering van hervormingen door lidstaten op eigen initiatief, met name ter ondersteuning van een duurzaam herstel [overeenkomstig Verordening (EU) nr. YYY/XX], om duurzame economische groei te creëren, hoogwaardige werkgelegenheid, sociale inclusie, adequate sociale bescherming, een groter economisch concurrentievermogen, milieubescherming, mitigatie van de klimaatverandering en gendergelijkheid te bevorderen, alsmede sociale en economische veerkracht te verbeteren;

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de uitvoering van groei-ondersteunende en veerkrachtsbevorderende hervormingen in het kader van economische beleidsprocessen, met name de landspecifieke aanbevelingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld of maatregelen die verband houden met de uitvoering van het recht van de Unie;

c) de uitvoering van groeibevorderende, sociaal evenwichtige en veerkrachtsbevorderende hervormingen, die duurzame ontwikkeling en duurzame werkgelegenheid ondersteunen in het kader van economische beleidsprocessen, met name de landspecifieke aanbevelingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld of maatregelen die verband houden met de uitvoering van het recht van de Unie, de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten of de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties;

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) de herziening en verbetering van de plannen voor herstel en veerkracht;

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter d ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d ter) de lidstaat die een verzoek om technische ondersteuning indient op de in artikel 5, lid 1, onder d) en e), genoemde beleidsterreinen geeft aan welke uitwerking het verzoek heeft op de instellingen van de arbeidsmarkt, met inbegrip van de sociale partners, en, zo mogelijk, hoe de sociale partners betrokken moeten worden overeenkomstig de nationale regelgeving en praktijken;

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – letter d quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d quater) wanneer de technische ondersteuning nodig is voor de uitvoering van een landspecifieke aanbeveling waarvoor betrokkenheid van de sociale partners vereist is, worden de sociale partners onverwijld in kennis gesteld van het feit dat dit verzoek is ingediend en van de wijze waarop zij betrokken worden.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Op basis van die analyse en rekening houdend met de acties en maatregelen die al middels de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden gefinancierd, komt de Commissie met de betrokken lidstaat tot een akkoord wat betreft de prioriteitsgebieden voor steun, de doelstellingen, een indicatief tijdschema, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de geraamde algemene financiële bijdrage voor dergelijke technische ondersteuning, en wordt dit in een samenwerkings- en steunplan neergelegd.

Op basis van die analyse en rekening houdend met de acties en maatregelen die al middels de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden gefinancierd, komt de Commissie met de betrokken lidstaat tot een akkoord wat betreft de prioriteitsgebieden voor steun, de doelstellingen, een indicatief tijdschema, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de geraamde algemene financiële bijdrage voor dergelijke technische ondersteuning, en indien relevant de betrokkenheid van de sociale partners, en wordt dit in een samenwerkings- en steunplan neergelegd.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie legt met instemming van de betrokken lidstaat het samenwerkings- en steunplan onverwijld voor aan het Europees Parlement en de Raad. De betrokken lidstaat mag zijn instemming weigeren indien het gevoelige of vertrouwelijke informatie betreft, waarvan de bekendmaking de openbare belangen van de lidstaat in gevaar zou brengen.

1. De Commissie legt het samenwerkings- en steunplan onverwijld gelijktijdig voor aan het Europees Parlement en de Raad, en wel met het oog op het afleggen van democratische verantwoording en om de zichtbaarheid van Uniemaatregelen te vergroten.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Niettegenstaande het in lid 1 bepaalde legt de Commissie het samenwerkings- en steunplan voor aan het Europees Parlement en de Raad:

Schrappen

a) zodra alle gevoelige of vertrouwelijke informatie, waarvan de bekendmaking de openbare belangen van de lidstaat in gevaar zou brengen, door de betrokken lidstaat is geredigeerd;

 

b) na een redelijke termijn, wanneer de bekendmaking van relevante informatie de uitvoering van steunmaatregelen niet negatief zou beïnvloeden, en in geen geval later dan twee maanden nadat dergelijke maatregelen zijn getroffen in het kader van het samenwerkings- en steunplan.

 

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. Indien in het kader van het Europees Semester – en met name in het kader van de landspecifieke aanbevelingen – uitdagingen aan het licht komen die dringend hervormingen behoeven, maar waar de lidstaat in kwestie ondoelmatig gebruikmaakt van de toegekende financiering of waar de financiering door de Commissie is opgeschort, moeten acties op regionaal en lokaal niveau die bijdragen tot het aangaan van deze uitdagingen steun blijven ontvangen in het kader van het instrument voor technische ondersteuning.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 6 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De Commissie stelt via uitvoeringshandelingen jaarlijkse werkprogramma’s ter uitvoering van de technische ondersteuning vast en stelt het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis.

6. De Commissie stelt via gedelegeerde handelingen werkprogramma’s ter uitvoering van de technische ondersteuning vast in overeenstemming met artikel 16 ter.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 7 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Om te waarborgen dat middelen tijdig beschikbaar zijn, wordt een beperkt deel van het werkprogramma gereserveerd voor speciale maatregelen bij onvoorziene en naar behoren gemotiveerde urgentie die tot een onmiddellijke respons noopt, zoals een ernstige verstoring van de economie of significante omstandigheden die de economische of sociale situatie in een lidstaat ernstig aantasten en die deze lidstaat niet kan beheersen.

Om te waarborgen dat middelen tijdig beschikbaar zijn, wordt een beperkt deel van het werkprogramma – maximaal 5 % – gereserveerd voor speciale maatregelen bij onvoorziene en naar behoren gemotiveerde urgentie die tot een onmiddellijke respons noopt, zoals een ernstige verstoring van de economie of significante omstandigheden die de economische of sociale situatie in een lidstaat ernstig aantasten en die deze lidstaat niet kan beheersen.

 

_______________________

 

1 bis https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/annual_work_programme_of_the_structural_reform_support_programme.pdf

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) zowel in de planningsfase als tijdens de uitvoering voor complementariteit, synergie, samenhang en consistentie tussen verschillende instrumenten op het niveau van de Unie, de lidstaten, en, indien van toepassing, de regionaal niveau, met name wat door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen betreft;

a) zowel in de planningsfase als tijdens de uitvoering voor complementariteit, synergie, samenhang en consistentie tussen verschillende instrumenten op het niveau van de Unie en de lidstaten, alsook op regionaal en lokaal niveau, met name wat door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen betreft;

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) voor nauwe samenwerking tussen degenen die op het niveau van de Unie, de lidstaten en, indien van toepassing, op regionaal niveau verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van coherente en gestroomlijnde steunmaatregelen in het kader van het instrument.

c) voor nauwe samenwerking tussen degenen die op het niveau van de Unie en de lidstaten alsook op regionaal en lokaal niveau verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van coherente en gestroomlijnde steunmaatregelen in het kader van het instrument.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Jaarverslag

Halfjaarlijks verslag

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze verordening.

1. De Commissie brengt om de zes maanden gelijktijdig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze verordening.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het jaarverslag bevat informatie over:

2. Het halfjaarlijks verslag bevat informatie over:

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In het tussentijdse evaluatieverslag wordt in het bijzonder beoordeeld in hoeverre de doelstellingen van het instrument als bedoeld in de artikelen 3 en 4 zijn bereikt, hoe efficiënt het gebruik van de middelen is geweest en wat de toegevoegde waarde voor Europa is. In dit verslag wordt voorts nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn.

2. In het tussentijdse evaluatieverslag wordt in het bijzonder beoordeeld in hoeverre de doelstellingen van het instrument als bedoeld in de artikelen 3 en 4 zijn bereikt, hoe efficiënt het gebruik van de middelen is geweest, of deze middelen toereikend waren en wat de toegevoegde waarde voor Europa is. In dit verslag wordt voorts nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 16 bis

 

Transparantie

 

1. Begunstigden zorgen, ten behoeve van het grote publiek, voor maximale transparantie van de acties en financiële stromen in het kader van het instrument voor technische bijstand. Deze transparantie wordt uitsluitend door rechtshandelingen beperkt die betrekking hebben op het handelsgeheim, op geldende regelgeving inzake gegevensbescherming, of op bestuursrechtelijk of strafrechtelijk onderzoek door organen van de Unie.

 

2. De begunstigden publiceren, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/1024 1 bis alle ter zake doende informatie over hun projecten in een gestandaardiseerd en vergelijkbaar open en machinaal leesbaar formaat in een officieel openbaar register, met inbegrip van onder meer: projectvoorstellen, verklaring van afwezigheid van belangenconflicten, notulen van vergaderingen, effectbeoordelingen, contracten, evaluatie- en controleverslagen, alsook alle aanbestedingen die gepubliceerd worden op het opendataportaal van de EU.

 

3. De lidstaten maken alle resultaten van de samenwerking (met inbegrip van gegevens, studies, softwaretools, enz.) openbaar; zo niet, dan verklaren zij in hoeverre het dossier vertrouwelijk is.

 

4. Alle in de leden 1 t/m 3 genoemde gepubliceerde gegevens blijven onbeperkt beschikbaar. De instellingen van de Unie en de lidstaten verlenen op logistiek gebied hun medewerking om al deze gegevens voor het publiek toegankelijk te houden, ook indien de begunstigde ophoudt te bestaan.

 

 

_____________

 

1 bis Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 16 ter

 

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

 

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2. De in artikel 12, lid 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend tot en met 31 december 2028.

 

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 12, lid 6, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

 

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

6. Een overeenkomstig artikel 12, lid 6, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De ontvangers van Uniefinanciering erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de middelen van de Unie, met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten, door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

1. De ontvangers van Uniefinanciering erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de middelen van de Unie, met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten, door het publiek, ook via de media, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende, evenredige en niet-discriminerende wijze te informeren.


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

Document- en procedurenummers

COM(2020)0409 – C9-0148/2020 – 2020/0103(COD)

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

17.6.2020

ECON

17.6.2020

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

EMPL

17.6.2020

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Dragoș Pîslaru

25.6.2020

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

23.7.2020

Behandeling in de commissie

31.8.2020

 

 

 

Datum goedkeuring

21.9.2020

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

11

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Atidzhe Alieva-Veli, Marc Angel, Dominique Bilde, Gabriele Bischoff, Vilija Blinkevičiūtė, Andrea Bocskor, Milan Brglez, Sylvie Brunet, David Casa, Leila Chaibi, Margarita de la Pisa Carrión, Özlem Demirel, Klára Dobrev, Jarosław Duda, Estrella Durá Ferrandis, Lucia Ďuriš Nicholsonová, Rosa Estaràs Ferragut, Nicolaus Fest, Cindy Franssen, Heléne Fritzon, Helmut Geuking, Alicia Homs Ginel, France Jamet, Agnes Jongerius, Radan Kanev, Ádám Kósa, Stelios Kympouropoulos, Katrin Langensiepen, Miriam Lexmann, Elena Lizzi, Radka Maxová, Kira Marie Peter-Hansen, Dragoș Pîslaru, Manuel Pizarro, Dennis Radtke, Elżbieta Rafalska, Guido Reil, Daniela Rondinelli, Mounir Satouri, Monica Semedo, Beata Szydło, Eugen Tomac, Romana Tomc, Yana Toom, Marie-Pierre Vedrenne, Marianne Vind, Maria Walsh, Stefania Zambelli, Tatjana Ždanoka, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Konstantinos Arvanitis, Brando Benifei, Marc Botenga, Samira Rafaela, Anne Sander

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

40

+

ECR

Lucia Ďuriš Nicholsonová, Margarita de la Pisa Carrión

PPE

Andrea Bocskor, David Casa, Jarosław Duda, Rosa Estaràs Ferragut, Cindy Franssen, Radan Kanev, Ádám Kósa, Stelios Kympouropoulos, Miriam Lexmann, Dennis Radtke, Anne Sander, Eugen Tomac, Romana Tomc, Maria Walsh, Tomáš Zdechovský

Renew

Atidzhe Alieva-Veli, Sylvie Brunet, Dragoș Pîslaru, Samira Rafaela, Monica Semedo, Yana Toom, Marie-Pierre Vedrenne

S&D

Marc Angel, Brando Benifei, Gabriele Bischoff, Vilija Blinkevičiūtė, Milan Brglez, Klára Dobrev, Estrella Durá Ferrandis, Heléne Fritzon, Alicia Homs Ginel, Agnes Jongerius, Manuel Pizarro, Marianne Vind

Verts/ALE

Katrin Langensiepen, Kira Marie Peter-Hansen, Mounir Satouri, Tatjana Ždanoka

 

11

-

ECR

Helmut Geuking, Elżbieta Rafalska, Beata Szydło

GUE/NGL

Leila Chaibi, Özlem Demirel

ID

Dominique Bilde, Nicolaus Fest, France Jamet, Elena Lizzi, Guido Reil, Stefania Zambelli

 

4

0

GUE/NGL

Konstantinos Arvanitis, Marc Botenga

NI

Daniela Rondinelli

Renew

Radka Maxová

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

 


 

 

 

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning

Document- en procedurenummers

COM(2020)0409 – C9-0148/2020 – 2020/0103(COD)

Datum indiening bij EP

28.5.2020

 

 

 

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

17.6.2020

ECON

17.6.2020

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

EMPL

17.6.2020

ENVI

17.6.2020

ITRE

17.6.2020

REGI

17.6.2020

 

AGRI

17.6.2020

PECH

17.6.2020

CULT

17.6.2020

JURI

17.6.2020

 

LIBE

17.6.2020

FEMM

17.6.2020

 

 

Geen advies

 Datum besluit

ENVI

10.6.2020

ITRE

25.6.2020

REGI

5.6.2020

AGRI

22.9.2020

 

PECH

12.6.2020

CULT

22.6.2020

JURI

15.6.2020

LIBE

29.6.2020

 

FEMM

7.7.2020

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Alexandra Geese

22.7.2020

Othmar Karas

22.7.2020

Dragoș Pîslaru

22.7.2020

 

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

23.7.2020

Datum goedkeuring

1.10.2020

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

74

10

13

Bij de eindstemming aanwezige leden

Rasmus Andresen, Gunnar Beck, Marek Belka, Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Robert Biedroń, Anna Bonfrisco, Gilles Boyer, Olivier Chastel, Lefteris Christoforou, David Cormand, Paolo De Castro, Francesca Donato, Derk Jan Eppink, Engin Eroglu, Markus Ferber, José Manuel Fernandes, Jonás Fernández, Frances Fitzgerald, José Manuel García-Margallo y Marfil, Eider Gardiazabal Rubial, Luis Garicano, Alexandra Geese, Sven Giegold, Valentino Grant, Claude Gruffat, Elisabetta Gualmini, José Gusmão, Enikő Győri, Valérie Hayer, Eero Heinäluoma, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Danuta Maria Hübner, Stasys Jakeliūnas, Herve Juvin, Othmar Karas, Billy Kelleher, Mislav Kolakušić, Moritz Körner, Ondřej Kovařík, Joachim Kuhs, Zbigniew Kuźmiuk, Georgios Kyrtsos, Ioannis Lagos, Aurore Lalucq, Philippe Lamberts, Hélène Laporte, Pierre Larrouturou, Janusz Lewandowski, Aušra Maldeikienė, Margarida Marques, Pedro Marques, Costas Mavrides, Jörg Meuthen, Silvia Modig, Csaba Molnár, Siegfried Mureşan, Caroline Nagtegaal, Victor Negrescu, Luděk Niedermayer, Lefteris Nikolaou-Alavanos, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Dimitrios Papadimoulis, Piernicola Pedicini, Kira Marie Peter-Hansen, Sirpa Pietikäinen, Dragoș Pîslaru, Evelyn Regner, Karlo Ressler, Antonio Maria Rinaldi, Bogdan Rzońca, Alfred Sant, Joachim Schuster, Ralf Seekatz, Pedro Silva Pereira, Nicolae Ştefănuță, Paul Tang, Irene Tinagli, Nils Torvalds, Ernest Urtasun, Nils Ušakovs, Inese Vaidere, Johan Van Overtveldt, Angelika Winzig, Stéphanie Yon-Courtin, Marco Zanni, Roberts Zīle

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Matteo Adinolfi, Erik Bergkvist, Damian Boeselager, Fabienne Keller, Peter Liese, Eva Maydell, Mick Wallace

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Robert Roos

Datum indiening

2.10.2020

 

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

74

+

ECR

Johan Van Overtveldt

NI

Ioannis Lagos

PPE

Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Lefteris Christoforou, Markus Ferber, José Manuel Fernandes, Frances Fitzgerald, José Manuel García-Margallo Y Marfil, Enikő Győri, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Danuta Maria Hübner, Othmar Karas, Georgios Kyrtsos, Janusz Lewandowski, Peter Liese, Aušra Maldeikienė, Eva Maydell, Siegfried Mureşan, Luděk Niedermayer, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Sirpa Pietikäinen, Karlo Ressler, Ralf Seekatz, Inese Vaidere, Angelika Winzig

Renew

Gilles Boyer, Olivier Chastel, Engin Eroglu, Luis Garicano, Valérie Hayer, Billy Kelleher, Fabienne Keller, Ondřej Kovařík, Moritz Körner, Caroline Nagtegaal, Dragoș Pîslaru, Nicolae Ştefănuță, Nils Torvalds, Stéphanie Yon-Courtin

S&D

Marek Belka, Erik Bergkvist, Robert Biedroń, Paolo De Castro, Jonás Fernández, Eider Gardiazabal Rubial, Elisabetta Gualmini, Eero Heinäluoma, Aurore Lalucq, Pierre Larrouturou, Margarida Marques, Pedro Marques, Costas Mavrides, Csaba Molnár, Victor Negrescu, Evelyn Regner, Alfred Sant, Joachim Schuster, Pedro Silva Pereira, Paul Tang, Irene Tinagli, Nils Ušakovs

Verts/ALE

Rasmus Andresen, Damian Boeselager, David Cormand, Alexandra Geese, Sven Giegold, Claude Gruffat, Stasys Jakeliūnas, Philippe Lamberts, Kira Marie Peter-Hansen, Ernest Urtasun

 

10

-

GUE/NGL

José Gusmão, Mick Wallace

ID

Gunnar Beck, Herve Juvin, Joachim Kuhs, Hélène Laporte, Jörg Meuthen

NI

Mislav Kolakušić, Lefteris Nikolaou-Alavanos, Piernicola Pedicini

 

13

0

ECR

Derk Jan Eppink, Zbigniew Kuźmiuk, Robert Roos, Bogdan Rzońca, Roberts Zīle

GUE/NGL

Silvia Modig, Dimitrios Papadimoulis

ID

Matteo Adinolfi, Anna Bonfrisco, Francesca Donato, Valentino Grant, Antonio Maria Rinaldi, Marco Zanni

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 22 oktober 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid