VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlenging van de duur van het communautaire kwekersrecht voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten

25.5.2021 - (COM(2021)0036 – C9‑0010/2021 – 2021/0019(COD)) - ***I

Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
Rapporteur: Bert‑Jan Ruissen


Procedure : 2021/0019(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0171/2021
Ingediende teksten :
A9-0171/2021
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlenging van de duur van het communautaire kwekersrecht voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten

(COM(2021)0036 – C9‑0010/2021 – 2021/0019(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2021)0036),

 gezien artikel 294, lid 2, en artikel 118, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0010/2021),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 24 maart 2021[1],

 gezien artikel 59 van zijn Reglement,

 gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A9-0171/2021),

1. stelt zijn standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

 


 

TOELICHTING

De rapporteur is verheugd over dit voorstel en stelt voor het ongewijzigd goed te keuren vanwege de technische aard van het dossier. Het voorstel strekt ertoe de duur van het communautaire kwekersrecht te verlengen van 25 tot 30 jaar voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten, overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad inzake het communautaire kwekersrecht. De extra vijf jaar bescherming bestaat al voor wijnstokken, bomen en aardappelen, als gevolg van het langdurige, complexe en kostbare ontwikkelingsproces.

 

In mei 2016 hebben de lidstaten van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO) met eenparigheid van stemmen een verzoek ingediend om de duur van de bescherming te verlengen voor de soorten bedoeld in onderhavig voorstel, nadat een analyse is gemaakt van de tijd die nodig is voor het kweken, vermeerderen en bereiken van het marktpotentieel, alsmede van de levensduur van deze planten in vergelijking met andere soorten. Het kweekproces voor de bedoelde soorten neemt meer tijd in beslag en is complexer, waardoor het kostenplaatje voor onderzoek en ontwikkeling hoger is. Vermenigvuldiging en vermeerdering zijn ook tijdrovend, voornamelijk vanwege de vegetatieve aard van het proces en andere factoren. Ter illustratie: bloembollen hebben doorgaans minimaal tien jaar nodig om voldoende hoeveelheden teeltmateriaal te kweken, zodat op een oppervlakte van slechts één hectare een nieuw ras kan worden gepland. Omdat vermeerdering in het open veld plaatsvindt, moeten kwekers het ras reeds geruime tijd voordat het in de handel wordt gebracht, beschermen. Na introductie op de markt duurt het nog vrij lang voordat de rassen worden aanvaard, als dat al het geval is. Voor wat betreft planten met een lange levensduur, bijvoorbeeld asperges en houtig kleinfruit, vernieuwen kwekers slechts éénmaal in vele jaren hun velden en kiezen zij voor rassen die hun waarde in de teelt onder reële omstandigheden reeds hebben bewezen. Hierdoor heeft een ras nóg meer tijd nodig om het marktpotentieel te bereiken. Als gevolg hiervan kan de basisperiode voor bescherming niet volledig worden benut zoals bij andere gewassen wel het geval is. Voor de ontwikkeling van een nieuw ras van bedoelde soorten moet decennialang hard worden gewerkt. Om de hierdoor ontstane hoge kosten voor onderzoek en ontwikkeling terug te kunnen verdienen, moet de beschermingsperiode worden verlengd.

 

Tijdens de raadpleging hebben 43 belanghebbenden hun standpunten over het voorstel ingediend. Zij hebben allemaal positief gereageerd op het voorstel en benadrukten de behoefte aan de verlenging van de duur van de bescherming, zodat de ontwikkeling van robuustere rassen kan worden gewaarborgd en zodoende aan de eisen van de kwekers en de samenleving wordt voldaan.

 

De rapporteur onderstreept het belang van een goed functionerende beschermingsregeling voor kweekproducten, die de voortdurende ontwikkeling van nieuwe rassen bevordert, ten voordele van kwekers, telers, landbouwers, consumenten en de samenleving in het algemeen. Gezien de toekomstige uitdagingen en de ambitieuze doelstellingen van de Europese Green Deal, zal er dringend behoefte zijn aan robuustere rassen met verbeterde resistentie en meer opbrengst, i.e. rassen die minder water, pesticiden en meststoffen vergen, die beter zijn aangepast aan de verschillende klimaatomstandigheden en verliezen op het veld en in de keten helpen voorkomen.

 

Het staat buiten kijf dat er alleen maar toekomstige rassen kunnen worden ontwikkeld als het haalbaar is om te kweken. Door kwekersrechten met de passende looptijd kunnen kwekers hun essentiële werkzaamheden met het oog op een duurzame voedselproductie en tuinbouw voortzetten. Het is van bijzonder belang om de levensvatbaarheid van telers uit kleine en middelgrote ondernemingen te waarborgen, innovatie te stimuleren en ook de ontwikkeling van rassen voor weinig geteelde gewassen in stand te houden.

 

De beschermingsregeling voor kweekproducten is een krachtig systeem, omdat deze regeling op evenwichtige wijze aan de ene kant het werk van de kwekers waarborgt, en aan de andere kant door middel van de kwekersvrijstelling ervoor zorgt dat derden het beschermde ras vrij mogen gebruiken voor het creëren en in de handel brengen van nieuwe rassen.

 

Het Europees Parlement heeft zich in zijn resoluties van 2012, 2015 en 2019 krachtig uitgesproken tegen de octrooieerbaarheid van planten en heeft consequent gewezen op de communautaire beschermingsregeling voor kweekproducten als het juiste kader om de voortdurende ontwikkeling in het kweken van planten te waarborgen, en het is van het grootste belang dat het systeem van kwekersrecht ook in de toekomst doeltreffend blijft.


PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Verlenging van de duur van het communautaire kwekersrecht voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten

Document- en procedurenummers

COM(2021)0036 – C9-0010/2021 – 2021/0019(COD)

Datum indiening bij EP

3.2.2021

 

 

 

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

AGRI

11.2.2021

 

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

JURI

11.2.2021

 

 

 

Geen advies

 Datum besluit

JURI

29.4.2021

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Bert-Jan Ruissen

26.2.2021

 

 

 

Behandeling in de commissie

21.5.2021

 

 

 

Datum goedkeuring

21.5.2021

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

3

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Mazaly Aguilar, Clara Aguilera, Atidzhe Alieva-Veli, Álvaro Amaro, Eric Andrieu, Attila Ara-Kovács, Carmen Avram, Mara Bizzotto, Daniel Buda, Isabel Carvalhais, Asger Christensen, Angelo Ciocca, Ivan David, Paolo De Castro, Jérémy Decerle, Salvatore De Meo, Herbert Dorfmann, Dino Giarrusso, Francisco Guerreiro, Martin Häusling, Martin Hlaváček, Krzysztof Jurgiel, Jarosław Kalinowski, Elsi Katainen, Gilles Lebreton, Chris MacManus, Colm Markey, Marlene Mortler, Ulrike Müller, Maria Noichl, Juozas Olekas, Pina Picierno, Maxette Pirbakas, Eugenia Rodríguez Palop, Bronis Ropė, Bert-Jan Ruissen, Anne Sander, Petri Sarvamaa, Simone Schmiedtbauer, Annie Schreijer-Pierik, Veronika Vrecionová, Sarah Wiener, Juan Ignacio Zoido Álvarez

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Anja Hazekamp, Michaela Šojdrová, Thomas Waitz

Datum indiening

26.5.2021

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

41

+

ECR

Mazaly Aguilar, Bert-Jan Ruissen, Veronika Vrecionová

ID

Mara Bizzotto, Angelo Ciocca, Ivan David

PPE

Álvaro Amaro, Daniel Buda, Salvatore De Meo, Herbert Dorfmann, Jarosław Kalinowski, Colm Markey, Marlene Mortler, Anne Sander, Petri Sarvamaa, Simone Schmiedtbauer, Annie Schreijer-Pierik, Michaela Šojdrová, Juan Ignacio Zoido Álvarez

Renew

Atidzhe Alieva-Veli, Asger Christensen, Jérémy Decerle, Martin Hlaváček, Elsi Katainen, Ulrike Müller

S&D

Clara Aguilera, Eric Andrieu, Attila Ara-Kovács, Carmen Avram, Isabel Carvalhais, Paolo De Castro, Maria Noichl, Juozas Olekas, Pina Picierno

The Left

Chris MacManus, Eugenia Rodríguez Palop

Verts/ALE

Francisco Guerreiro, Martin Häusling, Bronis Ropė, Thomas Waitz, Sarah Wiener

 

3

-

ECR

Krzysztof Jurgiel

NI

Dino Giarrusso

The Left

Anja Hazekamp

 

2

0

ID

Gilles Lebreton, Maxette Pirbakas

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 1 juni 2021
Juridische mededeling - Privacybeleid