AANBEVELING betreffende het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

15.7.2021 - (06566/2021 – C9-0154/2021 – 2021/0037(NLE)) - ***

Commissie visserij
Rapporteur: Pierre Karleskind

Procedure : 2021/0037(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0233/2021
Ingediende teksten :
A9-0233/2021
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

(06566/2021 – C9-0154/2021 – 2021/0037(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

 gezien het ontwerp van besluit van de Raad (06566/2021),

 gezien de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (06380/2021),

 gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 43, lid 2, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), v), en lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C9-0073/2020),

 gezien zijn niet-wetgevingsresolutie van ...[1] over het ontwerp van besluit,

 gezien artikel 105, leden 1 en 4, en artikel 114, lid 7, van zijn Reglement,

 gezien het advies van de Begrotingscommissie,

 gezien de aanbeveling van de Commissie visserij (A9-0233/2021),

1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst en van het protocol;

2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten, van Groenland en van Denemarken.


 

TOELICHTING

Achtergrond

 

De Europese Unie en Groenland onderhouden zeer nauwe betrekkingen zowel op het gebied van visserij als op het gebied van ontwikkeling. De banden met Denemarken maken Groenland tot een historische partner van de EU. Groenland is immers in 1973 met Denemarken toegetreden tot de Europese Economische Gemeenschap. Na een referendum in 1982 verliet Groenland de Europese Gemeenschap in 1985. Sindsdien bestaan er visserijpartnerschappen met Groenland en is Groenland een van de geassocieerde overzeese gebieden van de Europese Unie. Bovendien is Groenland een bevoorrechte partner gezien zijn strategische geografische positie in de Noordelijke IJszee.

Visserijbetrekkingen EU-Groenland

Een visserijovereenkomst tussen de EU en Groenland maakt deel uit van de onderhandelingen sinds het vertrek van Groenland uit de Europese Gemeenschap. Hieruit volgde een opeenvolging van protocollen tot 2007. Op die datum werd tussen de twee entiteiten een partnerschapsovereenkomst inzake visserij gesloten voor een periode van zes jaar, die in 2012 stilzwijgend is verlengd met nog eens zes jaar. Op 11 januari 2021 is een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (PODV) gesloten, die momenteel wordt geratificeerd. Een belangrijk element van de visserijbetrekkingen tussen de EU en Groenland is Protocol nr. 34 bij het VWEU, waarin is bepaald dat de invoer van Groenlandse visserijproducten niet aan douanerechten wordt onderworpen indien de mogelijkheden voor toegang tot de Groenlandse visserijzones voor de Unie bevredigend zijn.

Standpunt van de rapporteur

Allereerst wil de rapporteur wijzen op het bijzondere karakter van de visserijovereenkomsten met Groenland. Enerzijds bevatten de protocollen, in tegenstelling tot andere partnerschapsovereenkomsten inzake visserij of partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij, slechts indicatieve vangstmogelijkheden waarover in feite jaarlijks in de gemengde commissie wordt onderhandeld. Anderzijds maakt de overeenkomst met Groenland het mogelijk om quota uit te wisselen met Noorwegen en de Faeröer. De overeenkomst is daarom een cruciaal element voor de visserijbetrekkingen in dit geografische gebied. Er bestaat een feitelijke afhankelijkheid tussen de overeenkomsten en protocollen met Groenland en de visserijbetrekkingen met Noorwegen en de Faeröer. Deze mogelijkheid om quota over te dragen is theoretisch ook mogelijk voor IJsland, maar wordt in de praktijk niet gebruikt.

De vorige overeenkomst en het vorige protocol

De rapporteur heeft kennisgenomen van de evaluatie vooraf en achteraf van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EU en Groenland[2]. In de evaluatie achteraf is een balans opgemaakt van de situatie en zijn bepaalde tekortkomingen van de vorige overeenkomst en het bijbehorende protocol aan het licht gebracht. De rapporteur benadrukt dat zowel de Groenlandse als de Europese visserijsector baat hebben bij deze overeenkomst, zowel vanuit sociaal-economisch oogpunt, wat de directe en indirecte werkgelegenheid betreft, als vanuit het oogpunt van de bruto toegevoegde waarde van de activiteiten van de Europese vloot in de Groenlandse wateren. De financiële bijdrage van de EU voor sectorale steun draagt ook bij tot de ontwikkeling van de Groenlandse sector. De rapporteur wijst echter op het gebrek aan wetenschappelijke gegevens en aan de capaciteit om deze gegevens te analyseren die nodig zijn voor een goed beheer van de bestanden en voor een nauwkeurige raming van het “overschot”. Dit laatste is met name van belang omdat Europese vaartuigen alleen mogen vissen op het “overschot” van bestanden die niet worden gebruikt door de lokale sector. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat deze overschotten correct kunnen worden berekend om de duurzaamheid van de hulpbron te waarborgen.

 

De nieuwe overeenkomst en het nieuwe protocol

 

De rapporteur stelt voor de nieuwe PODV tussen de EU en Groenland en het bijbehorende protocol goed te keuren. Hij neemt kennis van de evaluatie vooraf. In deze evaluatie wordt duidelijk gemaakt dat onderhandeld moet worden over een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol met een betere correlatie tussen vangstmogelijkheden en wetenschappelijk advies, meer flexibiliteit voor de vangsten, een looptijd voor het protocol van zes jaar en een verlaagd quotum voor bijvangsten. Op grond van de nieuwe overeenkomst en het bijbehorende protocol zullen 12 Europese vaartuigen vangstmogelijkheden in de Groenlandse wateren kunnen genieten voor acht soorten – kabeljauw, pelagische roodbaars, demersale roodbaars, Groenlandse heilbot/zwarte heilbot, Noordse garnaal, grenadiervis, lodde en makreel. Deze overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar, kan met twee jaar worden verlengd en voorziet in een jaarlijkse financiële compensatie van de EU van 16 521 754 EUR, waarvan 2 931 000 EUR bestemd is voor de ondersteuning en ontwikkeling van de visserijsector van Groenland. De rapporteur merkt op dat de vangstmogelijkheden voor de Europese vloot ten opzichte van het vorige protocol gemiddeld met 5 % zijn gedaald. Hij merkt ook op dat de overeenkomst een looptijd van vier jaar heeft en met nog eens twee jaar kan worden verlengd, wat niet dezelfde zichtbaarheid biedt als een protocol van zes jaar zoals aanbevolen in de evaluatie vooraf. Voorts merkt de rapporteur op dat de financiële tegenprestatie van de EU is gestegen van 16 099 978 EUR tot 16 521 754 EUR ten opzichte van het vorige protocol, dat het aandeel voor sectorale steun gelijk blijft en dat de referentieprijzen voor vismachtigingen van reders hoger zijn.

 

De rapporteur betreurt het feit dat de overeenkomst en het protocol pas voorlopig ten uitvoer konden worden gelegd toen de overeenkomst op 22 april 2021 werd ondertekend, hetgeen voornamelijk te wijten is aan het feit dat er op 6 april 2021 in Groenland verkiezingen hebben plaatsgevonden en dat er een regering moest worden gevormd. Hierdoor hebben de Europese exploitanten bijna vier maanden verloren om in de Groenlandse wateren te opereren.

 

De rapporteur benadrukt ook de context waarin de onderhandelingen over deze PODV en het bijbehorende protocol hebben plaatsgevonden. Tegelijkertijd werd namelijk onderhandeld met het Verenigd Koninkrijk over de handels- en samenwerkingsovereenkomst, hetgeen de sluiting van een overeenkomst heeft vertraagd. Voorts herinnert de rapporteur eraan dat het uitgangspunt van Groenland bij deze onderhandelingen een vermindering met 30 % was van de vangstmogelijkheden voor de Europese vloot. In het algemeen wil de rapporteur benadrukken dat de brexit alle betrekkingen tussen de Noord-Atlantische landen heeft gedestabiliseerd, waardoor hij van mening is dat hieraan bijzondere aandacht moet worden besteed. De rapporteur herinnert ook aan het belang van het behoud van onze betrekkingen met Groenland, gezien zijn historische banden met de EU en zijn geostrategische ligging in het noordpoolgebied. Hij benadrukt het belang van de betrekkingen met Groenland in het kader van de toekomstige EU-strategie voor het noordpoolgebied.

Aanbevelingen en verzoeken aan de Europese Commissie

De rapporteur stelt diverse aanbevelingen en verzoeken voor aan de Europese Commissie voor de tenuitvoerlegging van de PODV en het bijbehorende protocol, variërend van het verbeteren van de verzameling en analyse van gegevens tot het bieden van duidelijker vooruitzichten voor de Europese visserijsector en het garanderen van de verlenging van het protocol. De overeenkomst en het bijbehorende protocol moeten worden geïntegreerd in het algemene kader van de doelstellingen inzake duurzaamheid, bescherming van de biodiversiteit en bestrijding van de opwarming van de aarde. De uitvoering moet daarom bijdragen tot de doelstellingen van de Europese Unie in het kader van de Green Deal en worden afgestemd op de doelstellingen en beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Deze overeenkomst moet ten volle bijdragen tot de vaststelling van een geostrategische positie van de Europese Unie in de Noordelijke IJszee. Met name moeten de visserijbetrekkingen met de partners in de regio worden gestabiliseerd en verduidelijkt sinds het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

Voorts vraagt de rapporteur de volledige of gedeeltelijke overdracht van de quota die ongebruikt zijn als gevolg van het uitstel van de voorlopige toepassing van de overeenkomst en het bijbehorende protocol tot 2022, om de vier maanden te recupereren die voor de Europese vloot verloren zijn gegaan. De rapporteur dringt erop aan bijzondere aandacht te besteden aan verloren visnetten, het verzamelen van zwerfvuil op zee, de mariene ecosystemen en kwetsbare soorten, habitatidentificatie en bijvangsten van vogels, met name via sectorale steun. Hij beveelt ook aan dat de financiële bijdrage van de EU voor sectorale steun bijdraagt tot een betere gegevensverzameling en -analyse, aangezien dit essentieel is voor een doeltreffende raming van de “overschotten”. Tot slot benadrukt de rapporteur dat de Commissie het Europees Parlement in alle stadia van de uitvoering van de PODV en het bijbehorende protocol moet informeren.


 

 

ADVIES VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE (25.5.2021)

aan de Commissie visserij

inzake het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

(COM(2021)0072 – C9 – 2021/0037(NLE))

Rapporteur voor advies: Elisabetta Gualmini

 

BEKNOPTE MOTIVERING

De huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds (hierna de “partnerschapsovereenkomst”) is op 28 juni 2007 ondertekend en op 2 november 2007 in werking getreden voor een periode van zes jaar. De overeenkomst wordt om de zes jaar stilzwijgend verlengd waarbij de laatste verlenging is ingegaan op 1 januari 2019 en dus nog steeds van kracht is.

Het meest recente vijfjarige protocol[3] tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst, trad in werking op 1 januari 2016 en liep af op 31 december 2020.

 

Een nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie enerzijds en de regeringen van Groenland en Denemarken anderzijds, alsmede een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie werden op 11 januari 2021 door de onderhandelaars geparafeerd.

 

De nieuwe overeenkomst trekt de bestaande overeenkomst, die op 28 juni 2007 in werking was getreden, in en vervangt deze; zij heeft een looptijd van zes jaar (2021-2026), die ingaat op de datum van voorlopige toepassing ervan en stilzwijgend kan worden verlengd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vier jaar (2021-2024), die ingaat op de in artikel 15 vastgestelde datum van voorlopige toepassing ervan, te weten de datum waarop het door de partijen wordt ondertekend, en kan met twee jaar worden verlengd indien de partijen zulks overeenkomen.

 

Het nieuwe protocol is erop gericht vangstmogelijkheden in de wateren van Groenland toe te kennen aan vaartuigen van de Europese Unie, overeenkomstig het beste beschikbare wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES), de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) en de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC). Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en Groenland te versterken met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van de visserijsector en het visserijbeleid van Groenland en de bevordering van de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Groenlandse wateren.

 

De soorten waarop het nieuwe protocol betrekking heeft, zijn kabeljauw, pelagische roodbaars, demersale roodbaars, Groenlandse heilbot/zwarte heilbot, Noordse garnaal, grenadiervis, lodde en makreel. Het nieuwe protocol voorziet in vangstmogelijkheden voor twaalf vaartuigen. Zes EU-lidstaten hebben een rechtstreeks belang bij de visserij in het kader van het nieuwe protocol, namelijk Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Polen, Litouwen en Zweden, en in mindere mate ook Spanje en Portugal.

De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Europese Unie bedraagt 16 521 754 EUR, berekend op basis van:

(a) een bedrag op jaarbasis voor de toegang tot de visbestanden voor de in het protocol genoemde categorieën. Dit bedrag is voor de duur van het protocol vastgesteld op 13 590 754 EUR;

(b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van Groenland ten bedrage van 2 931 000 EUR voor de duur van het protocol. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale beleid van Groenland inzake duurzaam beheer van de maritieme visbestanden voor de hele looptijd van het protocol.

Het jaarlijkse bedrag van de vastleggings- en betalingskredieten wordt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld, onder meer voor de reservelijn voor protocollen die aan het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden.

******

De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie visserij het Parlement aan te bevelen zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol.


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

Document- en procedurenummers

06566/2021 – C9-0154/2021 – 2021/0037(NLE)

Bevoegde commissie

 

PECH

 

 

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

BUDG

26.4.2021

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Elisabetta Gualmini

22.3.2021

Behandeling in de commissie

10.5.2021

 

 

 

Datum goedkeuring

31.5.2021

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

1

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Rasmus Andresen, Robert Biedroń, Anna Bonfrisco, Olivier Chastel, Lefteris Christoforou, David Cormand, Paolo De Castro, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Vlad Gheorghe, Valentino Grant, Elisabetta Gualmini, Francisco Guerreiro, Valérie Hayer, Eero Heinäluoma, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Moritz Körner, Joachim Kuhs, Zbigniew Kuźmiuk, Ioannis Lagos, Hélène Laporte, Pierre Larrouturou, Janusz Lewandowski, Silvia Modig, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Dimitrios Papadimoulis, Karlo Ressler, Bogdan Rzońca, Nicolae Ştefănuță, Nils Torvalds, Nils Ušakovs, Johan Van Overtveldt, Rainer Wieland, Angelika Winzig

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Mario Furore, Jens Geier, Henrike Hahn

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

36

+

ECR

Zbigniew Kuźmiuk, Bogdan Rzońca, Johan Van Overtveldt

ID

Hélène Laporte

NI

Mario Furore

PPE

Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Janusz Lewandowski, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Karlo Ressler, Rainer Wieland, Angelika Winzig

Renew

Olivier Chastel, Vlad Gheorghe, Valérie Hayer, Moritz Körner, Nicolae Ştefănuță, Nils Torvalds

S&D

Robert Biedroń, Paolo De Castro, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Elisabetta Gualmini, Eero Heinäluoma, Pierre Larrouturou, Victor Negrescu, Nils Ušakovs

The Left

Dimitrios Papadimoulis

Verts/ALE

Rasmus Andresen, David Cormand, Francisco Guerreiro, Henrike Hahn

 

1

-

NI

Ioannis Lagos

 

4

0

ID

Anna Bonfrisco, Valentino Grant, Joachim Kuhs

The Left

Silvia Modig

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 


 

 

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van Groenland en de regering van Denemarken anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

Document- en procedurenummers

06566/2021 – C9-0154/2021 – 2021/0037(NLE)

Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring

23.4.2021

 

 

 

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

PECH

26.4.2021

 

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

26.4.2021

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Pierre Karleskind

4.3.2021

 

 

 

Behandeling in de commissie

17.6.2021

 

 

 

Datum goedkeuring

12.7.2021

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

1

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Clara Aguilera, Pietro Bartolo, François-Xavier Bellamy, Izaskun Bilbao Barandica, Isabel Carvalhais, Maria da Graça Carvalho, Rosanna Conte, Rosa D’Amato, Giuseppe Ferrandino, Søren Gade, Francisco Guerreiro, Anja Hazekamp, Niclas Herbst, Ladislav Ilčić, France Jamet, Pierre Karleskind, Predrag Fred Matić, Francisco José Millán Mon, Grace O’Sullivan, João Pimenta Lopes, Manuel Pizarro, Caroline Roose, Bert-Jan Ruissen, Annie Schreijer-Pierik, Peter van Dalen, Emma Wiesner, Theodoros Zagorakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Valentino Grant, Ska Keller, Gabriel Mato, Cláudia Monteiro de Aguiar, Elżbieta Rafalska

Datum indiening

15.7.2021

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

24

+

ECR

Ladislav Ilčić, Bert-Jan Ruissen

ID

France Jamet

PPE

François-Xavier Bellamy, Maria da Graça Carvalho, Peter van Dalen, Niclas Herbst, Francisco José Millán Mon, Annie Schreijer-Pierik, Theodoros Zagorakis

Renew

Izaskun Bilbao Barandica, Søren Gade, Pierre Karleskind, Emma Wiesner

S&D

Clara Aguilera, Pietro Bartolo, Isabel Carvalhais, Giuseppe Ferrandino, Predrag Fred Matić, Manuel Pizarro

The Left

João Pimenta Lopes

Verts/ALE

Rosa D'Amato, Grace O'Sullivan, Caroline Roose

 

1

-

ECR

Anja Hazekamp

 

3

0

ID

Rosanna Conte, Valentino Grant

Verts/ALE

Francisco Guerreiro

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 4 augustus 2021
Juridische mededeling - Privacybeleid