VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
3.9.2021 - (COM(2021)0282 – C9-0205/2021 – 2021/0137(NLE)) - *
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Lucia Ďuriš Nicholsonová
(Vereenvoudigde procedure – Artikel 52, lid 2, van het Reglement)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
(COM(2021)0282 – C9-0205/2021 – 2021/0137(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2021)0282),
– gezien artikel 148, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9-0205/2021),
– gezien artikel 82 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A9-0262/2021),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1
Voorstel voor een besluit
Overweging 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) De Unie moet sociale uitsluiting en discriminatie bestrijden en sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van vrouwen en mannen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind bevorderen. Overeenkomstig artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden rekening houden met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de menselijke gezondheid. |
(2) De Unie moet sociale uitsluiting en discriminatie bestrijden en sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van vrouwen en mannen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind bevorderen. Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden rekening houden met de eisen in verband met de bevordering van inclusiviteit op de arbeidsmarkt, van een hoog niveau van werkgelegenheid, van collectieve onderhandelingen, van fatsoenlijke lonen, van de waarborging van toereikende sociale bescherming, van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, met speciale nadruk op kwetsbare groepen, met name kinderen, personen met een handicap, alleenstaande ouders, etnische minderheden waaronder de Roma, lhbtiqa+-personen, inwoners van afgelegen gebieden en ouderen, en een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de menselijke gezondheid. |
Amendement 2
Voorstel voor een besluit
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) In het Europees semester worden de verschillende instrumenten gecombineerd binnen een overkoepelend kader voor een geïntegreerde multilaterale coördinatie en monitoring van het economisch en werkgelegenheidsbeleid. Bij het streven naar ecologische duurzaamheid, productiviteit, billijkheid en stabiliteit integreert het Europees semester de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten en het monitoringinstrument ervan — het sociaal scorebord — en zorgt het voor nauwe samenwerking met de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden. Het draagt bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de Unie en de lidstaten moet hand in hand gaan met de transitie van Europa naar een klimaatneutrale, ecologisch duurzame en digitale economie, waarbij het concurrentievermogen wordt aangescherpt, adequate arbeidsvoorwaarden worden gewaarborgd, innovatie wordt gestimuleerd, sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen worden bevorderd en ongelijkheden en regionale verschillen worden aangepakt. |
(5) In het Europees semester worden de verschillende instrumenten gecombineerd in een overkoepelend kader voor geïntegreerde multilaterale coördinatie en bewaking van het economisch, werkgelegenheids-, sociaal en milieubeleid. Bij het streven naar ecologische duurzaamheid, productiviteit, billijkheid en stabiliteit moet het Europees semester de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten en het monitoringinstrument ervan — het sociaal scorebord — verder integreren, en zorgt het voor nauwe samenwerking met de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden. Het draagt bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, met name gendergelijkheid. Het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de Unie en de lidstaten moet hand in hand gaan met de transitie van Europa naar een klimaatneutrale, sociaal inclusieve, ecologisch duurzame en digitale economie, waarbij het concurrentievermogen wordt aangescherpt, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en robuuste socialezekerheidsstelsels worden gewaarborgd, innovatie wordt gestimuleerd, sociale rechtvaardigheid, gelijke kansen en het investeren in jonge mensen worden bevorderd en ongelijkheden, regionale verschillen en armoede worden aangepakt. Er is dringend behoefte aan hoogwaardige, duurzame werkgelegenheid, inclusief initiatieven inzake fatsoenlijke arbeidsomstandigheden bij het telewerken, het recht om offline te zijn, ouderschaps- en zorggerelateerd verlof, de rechten van platformwerkers, een algemeen rechtskader voor uitbesteding, met meer transparantie en aanbevelingen inzake aansprakelijkheid, alsmede gezondheid en veiligheid op de werkplek en de rol van collectieve onderhandelingen. |
Amendement 3
Voorstel voor een besluit
Overweging 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) De klimaatverandering en met het milieu samenhangende uitdagingen, de globalisering, de digitalisering, kunstmatige intelligentie, telewerk, de platformeconomie en demografische veranderingen zullen de Europese economieën en samenlevingen transformeren. De Unie en haar lidstaten moeten samenwerken om deze structurele factoren doeltreffend aan te pakken en de bestaande systemen zo nodig aan te passen, waarbij ze rekening moeten houden met de nauwe onderlinge afhankelijkheid van de economieën en arbeidsmarkten van de lidstaten en het daarmee samenhangende beleid. Hiertoe is een gecoördineerd, ambitieus en doeltreffend beleid op nationaal en Unieniveau vereist in overeenstemming met het VWEU en de bepalingen van de Unie betreffende economisch bestuur. Dit beleid moet duurzame investeringen stimuleren en ervoor zorgen dat opnieuw wordt ingezet op goed gefaseerde hervormingen die de economische groei, het scheppen van hoogwaardige banen, de productiviteit, adequate arbeidsvoorwaarden, de sociale en territoriale cohesie, de opwaartse convergentie, de veerkracht en de fiscale verantwoordelijkheid bevorderen. Het beleid moet maatregelen aan de vraag- en aanbodzijde combineren, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten op het milieu, de werkgelegenheid en de samenleving. |
(6) De klimaatverandering en met het milieu samenhangende uitdagingen, de globalisering, de digitalisering, kunstmatige intelligentie, telewerk, de platformeconomie en demografische veranderingen hebben een transformatie van de Europese economieën en samenlevingen in gang gezet. Alhoewel telewerk kan worden beschouwd als een stap in de richting van een beter evenwicht tussen werk en privéleven, en de arbeidsparticipatie dankzij telewerk kan verbeteren voor groepen die tot dusver van de arbeidsmarkt waren uitgesloten, bestaat ook het risico op vervaging van de grenzen tussen werk en vrije tijd, met mogelijk negatieve gevolgen voor de grondrechten van werkenden en hun fysieke en mentale gezondheid. De Unie en haar lidstaten moeten samenwerken om deze structurele factoren doeltreffend aan te pakken en de bestaande systemen zo nodig aan te passen, waarbij ze rekening moeten houden met de nauwe onderlinge afhankelijkheid van de economieën en arbeidsmarkten van de lidstaten en het daarmee samenhangende beleid. Hiertoe is een gecoördineerd, ambitieus en doeltreffend beleid met betrokkenheid van de sociale partners op nationaal en Unieniveau vereist in overeenstemming met het VWEU, de Europese pijler van sociale rechten en de bepalingen van de Unie betreffende economisch bestuur. Dit beleid moet duurzame investeringen stimuleren en ervoor zorgen dat opnieuw wordt ingezet op goed gefaseerde hervormingen die de economische groei, het scheppen van hoogwaardige banen, de productiviteit, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, de sociale en territoriale cohesie, de opwaartse convergentie, de veerkracht en de fiscale en sociale verantwoordelijkheid bevorderen. Het beleid moet maatregelen aan de vraag- en aanbodzijde combineren, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten op het milieu, de werkgelegenheid en de samenleving. Naar aanleiding van de verklaring van 23 maart 2020 van de ministers van Financiën van de EU, waarin een tijdelijke afwijking van het stabiliteits- en groeipact werd aangekondigd (algemene ontsnappingsclausule) en de mededeling van de Commissie van 2 juni 2021 over de coördinatie van het economisch beleid in 2021: COVID-19 overwinnen, het herstel ondersteunen en onze economie moderniseren, waaruit bleek dat de algemene ontsnappingsclausule ook in 2022 zou worden toegepast en naar verwachting vanaf 2023 zou worden gedeactiveerd, moeten de lidstaten ten volle gebruikmaken van de mogelijkheid die de algemene ontsnappingsclausule hen biedt om ondernemingen te ondersteunen die zich in moeilijkheden bevinden of een gebrek aan liquiditeit hebben, met name micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, om banen, lonen en arbeidsomstandigheden veilig te stellen en te investeren in mensen en socialezekerheidsstelsels. Het potentiële risico voor de overheidsfinanciën als gevolg van de verlenging alsook de mogelijke sociale negatieve gevolgen van de deactivering van de ontsnappingsclausule, voorzien voor 2023, moeten vooraf worden geëvalueerd. |
Amendement 4
Voorstel voor een besluit
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Op 8 mei 2021 hebben de EU-leiders tijdens de sociale top van Porto (20) erkend dat de Europese pijler van sociale rechten van wezenlijk belang voor het herstel is en dat de uitvoering ervan het streven van de Unie naar een digitale, groene en rechtvaardige transitie zal versterken, tot opwaartse sociale en economische convergentie zal bijdragen en de demografische uitdagingen zal helpen aanpakken. Ze hebben beklemtoond dat de sociale dimensie, de sociale dialoog en de actieve betrokkenheid van de sociale partners een centrale plaats innemen in een zeer concurrerende sociale markteconomie. De lidstaten waren van mening dat het door de Commissie gepresenteerde actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten een nuttige leidraad is voor de uitvoering van de pijler, onder meer op het gebied van werkgelegenheid, vaardigheden, gezondheid en sociale bescherming. Ze waren ingenomen met de nieuwe kerndoelen van de EU voor 2030 op het gebied van werkgelegenheid (78 % van de bevolking in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar moet werk hebben), vaardigheden (elk jaar moet 60 % van alle volwassenen een opleiding volgen) en armoedebestrijding (ten minste 15 miljoen minder armen, van wie vijf miljoen kinderen) en met het herziene sociaal scorebord, waarmee kan worden toegezien op de voortgang bij de toepassing van de beginselen van de sociale pijler binnen het kader voor beleidscoördinatie in de context van het Europees Semester. Volgens hen moet, nu Europa zich geleidelijk herstelt van de COVID-19-pandemie, de prioriteit ook worden verlegd van het beschermen naar het scheppen van banen en het verbeteren van de arbeidskwaliteit; voorts hebben ze beklemtoond dat, om ervoor te zorgen dat met het oog op een inclusief herstel meer en betere banen voor iedereen worden geschapen, het van cruciaal belang zal zijn de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten toe te passen. Tot slot hebben de lidstaten benadrukt hoe belangrijk het is de geboekte voortgang bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en de kerndoelen van de EU voor 2030 nauwlettend te volgen, ook op het hoogste niveau. |
(8) Op 8 mei 2021 hebben de EU-leiders tijdens de sociale top van Porto (20) erkend dat de Europese pijler van sociale rechten van wezenlijk belang voor het herstel is en dat de uitvoering ervan het streven van de Unie naar een digitale, groene en rechtvaardige transitie zal versterken, tot opwaartse sociale en economische convergentie zal bijdragen en de demografische uitdagingen zal helpen aanpakken. Ze hebben beklemtoond dat de sociale dimensie, de sociale dialoog en de actieve betrokkenheid van de sociale partners een centrale plaats innemen in een zeer concurrerende sociale markteconomie. De lidstaten waren van mening dat het door de Commissie gepresenteerde actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten een nuttige leidraad is voor de uitvoering van de pijler, onder meer op het gebied van werkgelegenheid, vaardigheden, gezondheid en sociale bescherming. Ze waren ingenomen met de nieuwe kerndoelen van de EU voor 2030 op het gebied van werkgelegenheid (78 % van de bevolking in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar moet werk hebben), vaardigheden (elk jaar moet 60 % van alle volwassenen een opleiding volgen) en armoedebestrijding (ten minste 15 miljoen minder armen, van wie vijf miljoen kinderen) en met het herziene sociaal scorebord, waarmee kan worden toegezien op de voortgang bij de toepassing van de beginselen van de sociale pijler binnen het kader voor beleidscoördinatie in de context van het Europees Semester. Volgens hen moet, nu Europa zich geleidelijk herstelt van de COVID-19-pandemie, de prioriteit ook worden verlegd van het beschermen naar het scheppen van banen en het verbeteren van de arbeidskwaliteit; voorts hebben ze beklemtoond dat, om ervoor te zorgen dat met het oog op een inclusief herstel meer en betere banen voor iedereen worden geschapen, het van cruciaal belang zal zijn de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten toe te passen. Tot slot hebben de lidstaten benadrukt hoe belangrijk het is de geboekte voortgang bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en de kerndoelen van de EU voor 2030 nauwlettend te volgen, ook op het hoogste niveau. De lidstaten moeten zorgen voor eerlijke mobiliteit en de overdraagbaarheid van rechten door middel van een betere bescherming van mobiele werkers, met inbegrip van grens- en seizoensarbeiders, doeltreffender arbeidsinspectiediensten en de invoering van doeltreffende digitale oplossingen. |
__________________ |
__________________ |
20 Europese Raad, Verklaring van Porto, 8 mei 2021. |
20 Europese Raad, Verklaring van Porto, 8 mei 2021. |
Amendement 5
Voorstel voor een besluit
Overweging 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Dakloosheid is een van de meest extreme vormen van sociale uitsluiting met negatieve gevolgen voor de fysieke en mentale gezondheid, het welzijn en de kwaliteit van leven, alsook voor het vinden van werk en toegang tot economische en sociale diensten. Het Europees Parlement, de Commissie, nationale, regionale en lokale overheden en maatschappelijke organisaties op Europees niveau hebben samen besloten het Europees platform voor de bestrijding van dakloosheid op te zetten. Met het uiteindelijke doel om uiterlijk in 2030 een einde te maken aan dakloosheid, gaan zij zich inzetten voor de toepassing van het huisvestingsbeginsel, het bevorderen van dakloosheidspreventie en toegang tot adequate, veilige en betaalbare huisvestings- en ondersteunende diensten voor daklozen, en zullen tegelijkertijd de nodige beleidsmaatregelen worden genomen, met passende nationale en EU-financiering. |
Amendement 6
Voorstel voor een besluit
Overweging 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Bij hervormingen van de arbeidsmarkt, met inbegrip van de nationale loonvormingsmechanismen, moeten de nationale praktijken op het gebied van de sociale dialoog worden gevolgd om billijke lonen te waarborgen voor een behoorlijke levensstandaard en duurzame groei. De hervormingen moeten ook de nodige ruimte creëren voor een grootschalige denkoefening over sociaaleconomische vraagstukken, zoals verbeteringen op het gebied van duurzaamheid, concurrentievermogen, innovatie, het scheppen van hoogwaardige banen, arbeidsvoorwaarden, armoede onder werkenden, onderwijs en vaardigheden, volksgezondheid en inclusie en reële inkomens. De lidstaten en de Unie moeten ervoor zorgen dat de sociale, werkgelegenheids- en economische gevolgen van de COVID-19-crisis worden verzacht en de transities sociaal eerlijk en rechtvaardig verlopen. Het is zaak het herstel te bevorderen en nog sterker te streven naar een inclusieve en veerkrachtige samenleving waarin mensen niet alleen worden beschermd, maar ook in staat worden gesteld op veranderingen te anticiperen en ermee om te gaan en waarin ze actief kunnen deelnemen aan de samenleving en de economie. Zoals benadrukt in de aanbeveling (EU) van de Commissie over doeltreffende actieve steun voor werkgelegenheid na de COVID-19-crisis (EASE), is er een coherent pakket actieve arbeidsmarktmaatregelen nodig — bestaande uit tijdelijke aanwervings- en transitiestimulansen, beleidsmaatregelen op het gebied van vaardigheden en verbeterde diensten voor arbeidsvoorziening — om transities op de arbeidsmarkt te ondersteunen. |
(9) Bij hervormingen van de arbeidsmarkt, met inbegrip van de nationale loonvormingsmechanismen, moeten de nationale praktijken op het gebied van de sociale dialoog worden gevolgd om billijke lonen te waarborgen voor een behoorlijke levensstandaard en duurzame groei. De hervormingen moeten ook de nodige ruimte creëren voor een grootschalige denkoefening over sociaaleconomische vraagstukken, zoals verbeteringen op het gebied van duurzaamheid, concurrentievermogen, innovatie, het scheppen van hoogwaardige banen, arbeidsvoorwaarden, armoede onder werkenden, gendergelijkheid, onderwijs en vaardigheden, volksgezondheid en inclusie en reële inkomens. De lidstaten moeten de rol van de sociale partners dan ook respecteren en versterken, de dekkingsgraad van collectieve arbeidsonderhandelingen uitbreiden en een hoge mate van vertegenwoordiging door vakbonden en werkgeversorganisaties bevorderen, zodat het herstel sociaal en eerlijk is zonder dat er groepen worden uitgesloten. De lidstaten en de Unie moeten ervoor zorgen dat de sociale, werkgelegenheids- en economische gevolgen van de COVID-19-crisis worden verzacht en de transities sociaal eerlijk en rechtvaardig verlopen. Het is zaak het herstel te bevorderen en nog sterker te streven naar een inclusieve en veerkrachtige samenleving waarin mensen niet alleen worden beschermd, maar ook in staat worden gesteld op veranderingen te anticiperen en ermee om te gaan en waarin ze actief kunnen deelnemen aan de samenleving en de economie. Zoals benadrukt in de aanbeveling (EU) van de Commissie over doeltreffende actieve steun voor werkgelegenheid na de COVID‑19-crisis (EASE), is er een coherent pakket actieve arbeidsmarktmaatregelen nodig — bestaande uit tijdelijke stimulansen voor aanwervings- en transitievaardigheden, het kunnen aantonen en verwerven van competenties en verbeterde diensten voor arbeidsvoorziening — om transities op de arbeidsmarkt te ondersteunen. Er is behoefte aan een grondige evaluatie van de nationale beleidsmaatregelen en steunregelingen die zijn ingezet om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken, om lessen te kunnen trekken en instrumenten te identificeren die in de toekomst inzetbaar zijn. |
Amendement 7
Voorstel voor een besluit
Overweging 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Het is zaak alle vormen van discriminatie te bestrijden, de gendergelijkheid te waarborgen en de werkgelegenheid voor jongeren te bevorderen. Het is belangrijk dat iedereen kansen en mogelijkheden krijgt en armoede en sociale uitsluiting (ook van kinderen) worden bestreden, met name door ervoor te zorgen dat de arbeidsmarkten doeltreffend functioneren en de sociale bescherming toereikend en inclusief is en door de belemmeringen voor onderwijs, opleiding en arbeidsparticipatie uit de weg te ruimen, onder meer door in onderwijs en opvang voor jonge kinderen en in digitale vaardigheden te investeren. Tijdige en gelijke toegang tot betaalbare langdurige zorg en gezondheidszorg, met inbegrip van preventieve zorg en gezondheidsbevordering, is in het licht van de COVID-19-crisis en tegen de achtergrond van een vergrijzende samenleving zeer relevant. Het potentieel van personen met een handicap om bij te dragen tot economische groei en sociale ontwikkeling moet verder worden benut. Met de opkomst van nieuwe economische en bedrijfsmodellen op werkplaatsen in de Unie veranderen ook de arbeidsverhoudingen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat arbeidsverhoudingen die voortkomen uit nieuwe vormen van werk, het Europees sociaal model in stand houden en versterken. |
(10) Het is zaak alle vormen van discriminatie uit te bannen, de gendergelijkheid te waarborgen en de werkgelegenheid voor jongeren te stimuleren. Het is belangrijk dat iedereen kansen en mogelijkheden krijgt en armoede en sociale uitsluiting (ook van kinderen) worden uitgeroeid, met name door ervoor te zorgen dat de arbeidsmarkten doeltreffend functioneren en de sociale bescherming toereikend en inclusief is en door de belemmeringen voor onderwijs, opleiding en arbeidsparticipatie uit de weg te ruimen, onder meer door in onderwijs en opvang voor jonge kinderen, digitale vaardigheden en een leven lang leren te investeren. De lidstaten moeten meer investeren in duurzame, hoogwaardige banen en een alomvattende aanpak hanteren om kinderen uit de armoede te halen en de ouders van noodlijdende kinderen steun te bieden. De Europese kindergarantie moet op alle beleidsterreinen worden gemainstreamd en subsidie bestemd voor de rechten van het kind moet de prioriteit krijgen, en tevens moeten bestaande EU-beleidsmaatregelen en -fondsen voor concrete maatregelen die bijdragen aan het uitbannen van kinderarmoede en sociale uitsluiting volledig benut worden. Tijdige en gelijke toegang tot betaalbare langdurige zorg en gezondheidszorg, met inbegrip van preventie, niet in de laatste plaats van geestelijke gezondheidsproblemen op het werk, alsook de bevordering van gezondheidszorg, is in het licht van de COVID-19-crisis en in de vergrijzende samenleving zeer belangrijk. Het potentieel van personen met een handicap om bij te dragen tot economische groei en sociale ontwikkeling moet verder worden benut. Met de opkomst van nieuwe economische en bedrijfsmodellen op werkplaatsen in de Unie veranderen ook de arbeidsverhoudingen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat arbeidsverhoudingen die voortkomen uit nieuwe vormen van werk het Europees sociaal model versterken, met garanties voor de rechten van de werknemer, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, inclusief gezondheid en veiligheid op het werk, fatsoenlijke lonen en een goed evenwicht tussen werk en privéleven. |
Amendement 8
Voorstel voor een besluit
Overweging 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De lidstaten moeten ten volle gebruikmaken van React-EU (21) ter versterking van de fondsen voor het cohesiebeleid tot 2023, het Europees Sociaal Fonds Plus, de nieuwe faciliteit voor herstel en veerkracht (22) en andere fondsen van de Unie, waaronder het Fonds voor een rechtvaardige transitie en InvestEU, om zowel werkgelegenheid, sociale investeringen, sociale inclusie en toegankelijkheid als bij- en omscholingsmogelijkheden voor de beroepsbevolking, een leven lang leren en een hoogwaardig onderwijs- en opleidingsaanbod voor iedereen, met inbegrip van digitale geletterdheid en vaardigheden, te bevorderen. Hoewel de geïntegreerde richtsnoeren gericht zijn tot de lidstaten en de Unie, moeten ze worden uitgevoerd in partnerschap met alle nationale, regionale en lokale autoriteiten, in nauwe samenwerking met de parlementen, de sociale partners en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. |
(12) De lidstaten moeten ten volle gebruikmaken van React-EU21 ter versterking van de fondsen voor het cohesiebeleid tot 2023, het Europees Sociaal Fonds Plus, de nieuwe faciliteit voor herstel en veerkracht22 en andere fondsen van de Unie, waaronder het Fonds voor een rechtvaardige transitie en InvestEU, om zowel werkgelegenheid, sociale investeringen, sociale inclusie en toegankelijkheid als bij- en omscholingsmogelijkheden voor de beroepsbevolking, een leven lang leren en een hoogwaardig onderwijs- en opleidingsaanbod voor iedereen, met inbegrip van digitale geletterdheid en vaardigheden, te bevorderen. De lidstaten moeten ook ten volle gebruikmaken van het herziene Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers, dat is opgericht bij Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad22 bis, ter ondersteuning van werknemers die als gevolg van de COVID-19-crisis hun baan zijn verloren. Hoewel de geïntegreerde richtsnoeren gericht zijn tot de lidstaten en de Unie, moeten ze worden uitgevoerd in partnerschap met alle nationale, regionale en lokale autoriteiten, in nauwe samenwerking met de parlementen, de sociale partners en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. |
__________________ |
__________________ |
21 Verordening (EU) 2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (React-EU) (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 30). |
21 Verordening (EU) 2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (React-EU) (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 30). |
22 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17). |
22 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17). |
|
22 bis Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (PB L 153 van 3.5.2021, blz. 48). |
Amendement 9
Voorstel voor een besluit
Overweging 13 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) In zijn wetgevingsresolutie van 10 juli 2020 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten heeft het Europees Parlement aangedrongen op een herziening van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten in het licht van de COVID-19-pandemie en de sociale en werkgelegenheidsgevolgen daarvan, teneinde beter op de crisis te kunnen reageren. Het is van essentieel belang dat de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten dienovereenkomstig worden herzien. Om de democratische besluitvorming te versterken moet het Europees Parlement op voet van gelijkheid met de Raad worden betrokken bij het opstellen van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid. |
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten |
|||
Document‑ en procedurenummers |
COM(2021)0282 – C9-0205/2021 – 2021/0137(NLE) |
|||
Datum raadpleging / verzoek om goedkeuring |
11.6.2021 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
EMPL 23.6.2021 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Lucia Ďuriš Nicholsonová 14.6.2021 |
|
|
|
Vereenvoudigde procedure - datum besluit |
14.6.2021 |
|||
Behandeling in de commissie |
28.6.2021 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
1.9.2021 |
|
|
|
Datum indiening |
3.9.2021 |