VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de EU-éénloketomgeving voor de douane en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013

11.10.2021 - (COM(2020)0673 – C9-0338/2020 – 2020/0306(COD)) - ***I

Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Ivan Štefanec


Procedure : 2020/0306(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0279/2021
Ingediende teksten :
A9-0279/2021
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de EU-éénloketomgeving voor de douane en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013

(COM(2020)0673 – C9-0338/2020 – 2020/0306(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2020)0673),

 gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 33, 114 en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0338/2020),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 24 maart 2021[1],

 gezien artikel 59 van zijn Reglement,

 gezien de brief van de Commissie internationale handel,

 gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A9-0279/2021),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

 

 

 

 


Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging -1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1 bis) De douane-unie is een hoeksteen van de Europese Unie, een van de grootste handelsblokken ter wereld. De douane-unie is van essentieel belang voor een geslaagde eenmaking van de Unie en voor de goede werking van de interne markt, ten behoeve van de bedrijven en de consumenten.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De internationale handel van de Unie is zowel aan douanewetgeving als aan niet-douanegerelateerde Uniewetgeving onderworpen. Laatstgenoemde is van toepassing op specifieke goederen in beleidsterreinen zoals gezondheid en veiligheid, milieu, landbouw, visserij, cultureel erfgoed en markttoezicht. Een van de belangrijkste taken die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad30 aan de douaneautoriteiten is toegewezen, is het garanderen van de veiligheid van de Unie en haar ingezetenen, en van de bescherming van het milieu, in voorkomend geval in nauwe samenwerking met andere autoriteiten. De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor niet-douanegerelateerde wettelijke Unieformaliteiten (“bevoegde partnerautoriteiten”) en douaneautoriteiten werken vaak elk op hun eigen eilandje, wat leidt tot complexe en omslachtige rapportageverplichtingen voor handelaren en inefficiënte processen voor het in- en uitklaren van goederen, die fouten en fraude in de hand werken. Om de versnipperde interoperabiliteit tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten bij het beheer van de processen voor het in- en uitklaren van goederen aan te pakken en de maatregelen op dit gebied te coördineren, zijn de Commissie en de lidstaten in de loop van de tijd een aantal verbintenissen aangegaan om voor het in- en uitklaren van goederen éénloketinitiatieven te ontwikkelen.

(1) De internationale handel van de Unie is zowel aan douanewetgeving als aan niet-douanegerelateerde Uniewetgeving onderworpen. Laatstgenoemde is van toepassing op specifieke goederen in beleidsterreinen zoals gezondheid en veiligheid, milieu, landbouw, visserij, cultureel erfgoed en markttoezicht. Een van de belangrijkste taken die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad30 aan de douaneautoriteiten is toegewezen, is het garanderen van de veiligheid van de Unie en haar ingezetenen, en van de bescherming van het milieu, in voorkomend geval in nauwe samenwerking met andere autoriteiten. De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor niet-douanegerelateerde wettelijke Unieformaliteiten (“bevoegde partnerautoriteiten”) en douaneautoriteiten werken vaak elk op hun eigen eilandje, wat leidt tot complexe en omslachtige rapportageverplichtingen voor handelaren en inefficiënte processen voor het in- en uitklaren van goederen, die fouten en fraude in de hand werken en voor marktdeelnemers extra kosten veroorzaken. Problemen met betrekking tot de interoperabiliteit tussen deze autoriteiten vormen een grote belemmering voor het boeken van vooruitgang met de voltooiing van de digitale eengemaakte markt en voor de totstandbrenging van een geïntegreerd en gecoördineerd douane- en grensbeheer. Om de versnipperde interoperabiliteit tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten bij het beheer van de processen voor het in- en uitklaren van goederen aan te pakken en de maatregelen op dit gebied te coördineren, zijn de Commissie en de lidstaten in de loop van de tijd een aantal verbintenissen aangegaan om voor het in- en uitklaren van goederen éénloketinitiatieven te ontwikkelen.

__________________

__________________

30 Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

30 Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad31 trachten de lidstaten en de Commissie te bewerkstelligen dat het kader van éénloketdiensten bestaat en operationeel is. Zoals in het eindverslag over de evaluatie van de invoering van de elektronische douanediensten in de EU van 21 januari 201532 is vermeld, zijn bepaalde elementen van die beschikking nog altijd zeer relevant, maar zijn andere delen vervangen of niet concreet genoeg om verdere ontwikkelingen , met name met betrekking tot het éénloketinitiatief, te stimuleren. In aansluiting daarop hebben de conclusies van de Raad van 17 december 2014 inzake de invoering van elektronische douanediensten en éénloketdiensten in de Europese Unie33 de Verklaring van Venetië van 15 oktober 201434 bekrachtigd en de Commissie verzocht een voorstel in te dienen voor de herziening van Beschikking nr. 70/2008/EG.

(2) Overeenkomstig Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad31 trachten de lidstaten en de Commissie te bewerkstelligen dat er een kader van éénloketdiensten bestaat en operationeel is dat voorziet in een ongehinderde gegevensstroom tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, tussen douaneautoriteiten en de Commissie, tussen douaneautoriteiten en andere diensten of instanties en tussen het ene douanesysteem en het andere in de hele Unie, en dat marktdeelnemers in staat stelt alle informatie voor de afhandeling van invoer of uitvoer aan de douane te verstrekken, met inbegrip van informatie die op grond van niet-douanegerelateerde wetgeving vereist is. Bepaalde elementen van die beschikking zijn ofwel vervangen ofwel niet concreet genoeg om verdere ontwikkelingen, met name met betrekking tot het éénloketinitiatief, te stimuleren. In aansluiting daarop en in overeenstemming met het eindverslag over de evaluatie van de invoering van de elektronische douanediensten in de EU van 21 januari 201531 bis hebben de conclusies van de Raad van 17 december 2014 inzake de invoering van elektronische douanediensten en éénloketdiensten in de Europese Unie33 de Verklaring van Venetië van 15 oktober 201434 bekrachtigd en de Commissie verzocht een voorstel in te dienen voor de herziening van Beschikking nr. 70/2008/EG.

__________________

__________________

31 Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

31 Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

 

31 bis Eindverslag van Coffey International Development, Europe Economic Research Ltd en Ramboll Management Consulting, op verzoek van de Commissie.

32 Eindverslag van Coffey International Development, Europe Economic Research Ltd en Ramboll Management Consulting, op verzoek van de Commissie.

32 Eindverslag van Coffey International Development, Europe Economic Research Ltd en Ramboll Management Consulting, op verzoek van de Commissie.

33 ST16507/14.

33 ST16507/14.

34 Bijlage bij de conclusies van de Raad van 17 december 2014.

34 Bijlage bij de conclusies van de Raad van 17 december 2014.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Beschikking nr. 70/2008/EG diende als rechtsgrond voor het verlenen van de bevoegdheid aan de Commissie om een strategisch meerjarenplan voor de douane op te stellen (Multi-Annual Strategic Plan for Customs, MASP-C) voor de totstandbrenging van een samenhangende en interoperabele elektronische douaneomgeving voor de Unie. In haar voorstel voor een verordening tot vaststelling, als onderdeel van het meerjarig financieel kader, van het Douane-programma voor samenwerking op het gebied van douane1 bis, stelde de Commissie voor Besluit 70/2008/EG in te trekken en te vervangen om aan haar verplichtingen te voldoen in het kader van de agenda voor betere regelgeving. Uiteindelijk werd elke verwijzing naar het MASP-C in het bij Verordening (EU) 2021/444 vastgestelde Douane-programma geschrapt, zodat Besluit 70/2008/EG niet werd ingetrokken. Aangezien alle toepasselijke bepalingen van Beschikking nr. 70/2008/EG ofwel zijn overgenomen in Verordening (EU) nr. 952/2013 ofwel thans worden overgenomen in deze verordening, moet Beschikking nr. 70/2008/EG worden ingetrokken. Om de samenhang en coördinatie tussen Verordening (EU) nr. 952/2013 en deze verordening te waarborgen, moet het MASP-C alle relevante elementen bevatten die verband houden met alle elektronische systemen die relevant zijn voor beide verordeningen.

 

__________________

 

1 bis (COM(2018)0442).

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Handelsfacilitatie en veiligheid zijn van belang voor alle autoriteiten die betrokken zijn bij het proces voor het in- en uitklaren van goederen over de grenzen van de Unie heen. De snelle toename van de internationale handel heeft de behoefte aan betere samenwerking en coördinatie tussen deze autoriteiten vergroot. Dankzij het lopende digitaliseringsproces kan deze situatie doeltreffender worden aangepakt door de systemen van de douane- en bevoegde partnerautoriteiten met elkaar te verbinden en een systematische geautomatiseerde uitwisseling van informatie tussen deze systemen te realiseren. Het huidige kader voor het naleven van de regelgeving is als zodanig ontoereikend om ondersteuning te bieden aan een doeltreffende interactie tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten, wier systemen en procedures door versnippering en redundantie worden gekenmerkt. Voor een volledig gecoördineerd en efficiënt proces voor het in- en uitklaren van goederen heeft de internationale handel een gestroomlijnd regelgevingskader van de Unie nodig, dat de Unie en haar ingezetenen op alle beleidsterreinen langetermijnvoordelen biedt.

(4) Handelsfacilitatie en veiligheid zijn van belang voor alle autoriteiten die betrokken zijn bij het proces voor het in- en uitklaren van goederen over de grenzen van de Unie heen. De snelle toename van de internationale handel en e-commerce heeft de behoefte aan betere samenwerking en coördinatie tussen deze autoriteiten vergroot. Dankzij het lopende digitaliseringsproces kan deze situatie doeltreffender worden aangepakt door de systemen van de douane- en bevoegde partnerautoriteiten met elkaar te verbinden en een geïntegreerde, toegankelijke en systematische geautomatiseerde uitwisseling van informatie tussen deze systemen te realiseren, met als doel een regelmatige samenwerking inzake douaneprocedures tot stand te brengen en deze te versterken. Het huidige kader voor het naleven van de regelgeving is als zodanig ontoereikend om ondersteuning te bieden aan een doeltreffende interactie tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten, wier systemen en procedures door versnippering en redundantie worden gekenmerkt. Voor een volledig gecoördineerd en efficiënt proces voor het in- en uitklaren van goederen heeft de internationale handel een gestroomlijnd regelgevingskader van de Unie nodig, dat de Unie en haar ingezetenen op alle beleidsterreinen langetermijnvoordelen biedt, de doeltreffendheid en de goede werking van de interne markt ondersteunt en de bescherming van de consument waarborgt.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening moet rekening gehouden worden met de bevindingen in Speciaal verslag nr. 04/2021 van de Europese Rekenkamer met als titel “Douanecontroles: onvoldoende harmonisatie schaadt de financiële belangen van de EU”. Voorts is het zo dat digitale oplossingen wel de harmonisatie kunnen bevorderen en de workflow verminderen, maar niet de behoefte doen verdwijnen aan goed opgeleid personeel. Een gebrek aan voldoende middelen en personeel van de douaneautoriteiten kan zo de goede werking van de interne markt en de douane-unie in gevaar brengen. Daarom moet bij de investeringen van de lidstaten in elektronische systemen gezorgd worden voor voldoende financiering voor het vereiste personeel, om te garanderen dat de douanecontroles in de hele EU op uniforme wijze worden uitgevoerd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 19 april 201636, beoogt de efficiëntie van de publieke dienstverlening te vergroten door bestaande digitale knelpunten uit de weg te ruimen, de administratieve lasten te beperken en de kwaliteit van de interactie tussen nationale overheden te verbeteren. Overeenkomstig deze visie en de bredere inspanningen om de rapportageprocessen voor de internationale handel in goederen te vereenvoudigen en te digitaliseren, heeft de Commissie een vrijwillig proefproject ontwikkeld: het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten. Dit project stelt douaneautoriteiten in staat om de naleving van een beperkt aantal niet-douanegerelateerde formaliteiten automatisch te controleren, zodat informatie kan worden uitgewisseld tussen de douanesystemen van de deelnemende lidstaten en de respectieve niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor het beheer van niet-douanegerelateerde formaliteiten. Hoewel de procedures voor het in- en uitklaren dankzij het project zijn verbeterd, is het duidelijk dat het vrijwillige karakter ervan een belemmering vormt om echte voordelen voor douaneautoriteiten, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers te genereren.

(5) Het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 19 april 201636, beoogt de efficiëntie van de publieke dienstverlening te vergroten door bestaande digitale knelpunten uit de weg te ruimen, de administratieve lasten te beperken en de kwaliteit van de interactie tussen nationale overheden te verbeteren. Dat plan omvat met name beginselen zoals een “digitaal by default”-standaard voor diensten, eenmaligheid op het gebied van informatieverstrekking, een standaard grensoverschrijdend karakter van activiteiten, om mobiliteit binnen de eengemaakte markt te vergemakkelijken, standaard interoperabiliteit, om ervoor te zorgen dat overheidsdiensten op de hele eengemaakte markt probleemloos kunnen werken, betrouwbaarheid van persoonsgegevens en IT-beveiliging.

__________________

__________________

36 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 – Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten, (COM(2016)0179) van 19 april 2016.

36 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 – Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten, (COM(2016)0179) van 19 april 2016.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Overeenkomstig de visie in het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 en de algemene inspanningen om de rapportageprocessen voor de internationale handel in goederen te vereenvoudigen en te digitaliseren heeft de Commissie een vrijwillig proefproject ontwikkeld: het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten. Dat project stelt douaneautoriteiten in staat om de naleving van een beperkt aantal niet-douanegerelateerde formaliteiten automatisch te controleren, zodat informatie kan worden uitgewisseld tussen de douanesystemen van de deelnemende lidstaten en de respectieve niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor het beheer van niet-douanegerelateerde formaliteiten. Hoewel het project de procedures voor het in- en uitklaren heeft verbeterd, vormt het vrijwillige karakter ervan duidelijk een belemmering voor het realiseren van significante voordelen voor douaneautoriteiten, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers, met name doordat het project geen volledig beeld geeft van alle invoer en uitvoer in de EU en slechts een beperkt effect sorteert wat de vermindering van de administratieve lasten voor de marktdeelnemers betreft.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter) De éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane moet zoveel mogelijk worden afgestemd op en zo interoperabel mogelijk zijn met andere bestaande of toekomstige douanegerelateerde systemen, zoals de gecentraliseerde in- en uitklaring op grond van Verordening (EU) nr. 952/2013. De Commissie moet interoperabiliteit tussen de handelssystemen en de nationale éénloketsystemen aanmoedigen en, in voorkomend geval en met instemming van het betrokken derde land, de mogelijkheid overwegen om het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten (EU-CSW-CERTEX) interoperabel te maken met douanesystemen en niet-douanesystemen uit derde landen, teneinde de in- en uitklaring van goederen te vergemakkelijken en de internationale handel efficiënter te maken. Waar relevant moet naar synergieën worden gestreefd tussen het bij Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad1 ingestelde Europees maritiem éénloketsysteem en de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

 

__________________

 

1 Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 64).

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) De volledige digitalisering die met een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane wordt bereikt, vereist een hoog niveau van cyberbeveiliging van de voorgestelde oplossingen. Een succesvolle aanval op de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane zou waarschijnlijk leiden tot een verstoring van de douane- en niet-douanegerelateerde systemen in de Unie en schade toebrengen aan de handel en de economie van de Unie. Bijgevolg moeten strenge normen in acht worden genomen met betrekking tot de cyberbeveiliging van de door de douaneautoriteiten gebruikte communicatienetwerken, informatiesystemen en apparatuur, zoals degene die zullen worden vastgesteld in de toekomstige richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (de “NIS 2-richtlijn”). Zowel de Commissie als de lidstaten moeten waar mogelijk de aanbevelingen volgen van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa) met betrekking tot de cyberbeveiliging van EU-CSW-CERTEX en de nationale éénloketomgevingen voor de douane.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De uitwisselingen van digitale informatie via EU-CSW-CERTEX moeten betrekking hebben op niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die zijn vastgesteld in de door de douaneautoriteiten te handhaven Uniewetgeving. Met deze formaliteiten worden verschillende verplichtingen opgelegd voor de invoer, uitvoer of doorvoer van bepaalde goederen, en de verificatie ervan door middel van douanecontroles is van fundamenteel belang voor de doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane. EU-CSW-CERTEX moet betrekking hebben op gedigitaliseerde wettelijke formaliteiten die in de Uniewetgeving zijn vastgelegd en die door bevoegde partnerautoriteiten worden beheerd in elektronische niet-douanegerelateerde Uniesystemen, waarin de voor het in- en uitklaren van goederen vereiste relevante informatie van alle lidstaten wordt opgeslagen. Het is dan ook dienstig te bepalen voor welke niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten digitale samenwerking via EU-CSW-CERTEX nodig is. EU-CSW-CERTEX moet in eerste instantie met name betrekking hebben op sanitaire en fytosanitaire voorschriften, regels voor de invoer van biologische producten, milieuvoorschriften betreffende gefluoreerde broeikasgassen en ozonafbrekende stoffen, en formaliteiten in verband met de invoer van cultuurgoederen.

(7) De uitwisselingen van digitale informatie via EU-CSW-CERTEX moeten betrekking hebben op niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die zijn vastgesteld in de door de douaneautoriteiten te handhaven Uniewetgeving. Met deze formaliteiten worden verschillende verplichtingen opgelegd voor de invoer, uitvoer of doorvoer van bepaalde goederen, en de verificatie ervan door middel van douanecontroles is van fundamenteel belang voor de doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane. EU-CSW-CERTEX moet betrekking hebben op gedigitaliseerde wettelijke formaliteiten die in de Uniewetgeving zijn vastgelegd en die door bevoegde partnerautoriteiten worden beheerd in elektronische niet-douanegerelateerde Uniesystemen, waarin de voor het in- en uitklaren van goederen vereiste relevante informatie van alle lidstaten wordt opgeslagen. Het is dan ook dienstig te bepalen voor welke niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten digitale samenwerking via EU-CSW-CERTEX nodig is, terwijl op lange termijn, zodra de passende technische en functionele specificaties voorhanden zijn, alle niet-douanegerelateerde systemen moeten worden opgenomen. EU-CSW-CERTEX moet in eerste instantie met name betrekking hebben op sanitaire en fytosanitaire voorschriften, regels voor de invoer van biologische producten, milieuvoorschriften betreffende gefluoreerde broeikasgassen en ozonafbrekende stoffen, en formaliteiten in verband met de invoer van cultuurgoederen, en, op vrijwillige basis, op regels in verband met productveiligheid, de handhaving van de bosbouwwetgeving, governance en handel, alsmede in verband met de registratie en beoordeling van en autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De Commissie moet EU-CSW-CERTEX samen met de lidstaten ontwikkelen, integreren, uitrollen en onderhouden. Om passende en geharmoniseerde éénloketdiensten voor niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten op Unieniveau aan te bieden, moet de Commissie de respectieve niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX verbinden. De lidstaten hebben de verantwoordelijkheid hun nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX te verbinden.

(9) De Commissie moet EU-CSW-CERTEX samen met de lidstaten ontwikkelen, integreren, uitrollen en onderhouden. Om passende en geharmoniseerde éénloketdiensten voor niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten op Unieniveau aan te bieden, moet de Commissie de respectieve niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX verbinden. De lidstaten hebben de verantwoordelijkheid hun nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX te verbinden en dragen verantwoordelijkheid voor de integratie en het beheer van de passende interfaces met EU-CSW-CERTEX, met inbegrip van voldoende goed opgeleid personeel. Bovendien moet de Commissie opleiding verstrekken en ondersteuning bieden aan de teams die betrokken zijn bij het opzetten, vormgeven en onderhouden van de nationale éénloketomgevingen voor de douane. De Commissie moet ook hulp verlenen bij het verbinden van de nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX. Voorts moeten de EU-CSW-CERTEX en de nationale éénloketomgevingen worden afgestemd op de aanbevelingen voor interoperabiliteit in overheidsdiensten die zijn opgenomen in het Europees interoperabiliteitskader – Implementatiestrategie

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De verwerking van persoonsgegevens in EU-CSW-CERTEX moet het delen van informatie tussen de nationale omgevingen voor de douane en niet-douanegerelateerde Uniesystemen vergemakkelijken zonder dat de gegevens worden opgeslagen. Tevens moeten gegevens, waar nodig, worden getransformeerd om de uitwisseling van informatie tussen beide digitale domeinen mogelijk te maken. De informatietechnologische voorzieningen die voor gegevenstransformatie worden gebruikt, moeten zich in de Unie bevinden.

(10) De verwerking van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens in EU-CSW-CERTEX moet Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (de “AVG”)1 bis en de beginselen van Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad1 ter (de “verordening betreffende het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens”) onverlet laten en moet plaatsvinden in een veilige en beveiligde omgeving die beschermd is tegen cyberdreigingen. Daartoe moeten passende organisatorische en technische cyberbeveiligingsmaatregelen, en met name versleutelingsmaatregelen, worden vastgesteld en ingevoerd. Voorts moet de verwerking van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens in EU-CSW-CERTEX het delen van informatie tussen de nationale omgevingen voor de douane en niet-douanegerelateerde Uniesystemen vergemakkelijken zonder dat de gegevens worden opgeslagen. Tevens moeten gegevens, waar nodig, worden getransformeerd om de uitwisseling van informatie tussen beide digitale domeinen mogelijk te maken. De informatietechnologische voorzieningen die voor gegevenstransformatie worden gebruikt, moeten zich in de Unie bevinden.

 

__________________

 

1 bis Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

 

1 ter Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 59).

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) De éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane moet ontworpen worden met een hoog niveau van cyberbeveiliging en moet faalveilige instrumenten omvatten. Bovendien moet het kader voor een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en de digitalisering van de douane- en niet-douanegerelateerde systemen de lidstaten en de Commissie in staat stellen doeltreffend gebruik te maken van geavanceerde instrumenten voor gegevensanalyse en artificiële intelligentie om fraude en non-conformiteit beter op te sporen en dergelijke risico’s voor de Unie te verminderen. Voorts moet het leiden tot strengere controle- en vrijwaringsmechanismen tegen frauduleuze activiteiten om manuele inspecties en inspecties ter plaatse doelgerichter te maken, ook met betrekking tot de productveiligheid en, wanneer zij voor commerciële doeleinden worden ingevoerd, namaakproducten.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter) Er moet een werkgroep worden opgericht voor de nationale éénloketomgevingen voor de douane, die als forum moet dienen om op technisch niveau de vorderingen te bespreken die met de invoering van de nationale éénloketomgevingen voor de douane worden geboekt en te helpen bij het suggereren van bijkomende douane- en niet-douanegerelateerde systemen die aan de éénloketomgeving van de Europese Unie en EU-CSW-CERTEX moeten worden toegevoegd. De werkgroep moet bestaan uit vertegenwoordigers van de Commissie en de nationale coördinatoren van de lidstaten. De vertegenwoordigers van de werkgroep moeten inzicht hebben in de technische details van de éénloketsystemen van de lidstaten en de Europese Unie voor de douane. Voorts moet de werkgroep op verzoek van de betrokken lidstaat input en ondersteuning bieden voor het opzetten, ontwerpen en ten uitvoer leggen van een van de nationale éénloketsystemen voor de douane. Om continuïteit te garanderen moet de werkgroep ten minste om de zes maanden bijeenkomen en de vergaderingen moeten worden bijeengeroepen en voorgezeten door de vertegenwoordigers van de Commissie, die een schriftelijke samenvatting moeten bijhouden van de conclusies van elke vergadering, alsook een geactualiseerd register van de nationale éénloketomgeving voor de douane van elke lidstaat en van de vorderingen met betrekking tot de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Door de toegenomen digitalisering van wettelijke douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die van toepassing zijn op de internationale handel, hebben de lidstaten nieuwe mogelijkheden gekregen om de digitale samenwerking tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten te verbeteren. Om die prioriteiten te realiseren, zijn diverse lidstaten begonnen met het ontwikkelen van kaders voor nationale éénloketomgevingen voor de douane. Deze initiatieven verschillen aanzienlijk, afhankelijk van het niveau van de bestaande informatietechnologiedouanearchitectuur, prioriteiten en kostenstructuren. Daarom moeten de lidstaten worden verplicht nationale éénloketomgevingen voor de douane vast te stellen en te exploiteren voor niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. Deze omgevingen moeten de nationale componenten vormen van de EU-éénloketomgeving voor de douane, en het delen van elektronische informatie en de samenwerking tussen de douane, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers mogelijk maken, om de naleving en efficiënte handhaving te garanderen van douanewetgeving en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. Overeenkomstig deze doelstelling moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane zorgen voor de geautomatiseerde verificatie door douaneautoriteiten van formaliteiten waarvoor gegevens vanuit het respectieve niet-douanegerelateerde Uniesysteem via EU-CSW-CERTEX zijn doorgestuurd. De nationale éénloketomgevingen voor de douane moeten er ook voor zorgen dat de bevoegde partnerautoriteiten de hoeveelheden toegelaten goederen die door de douane via de Unie zijn vrijgegeven, kunnen monitoren en controleren (“kwantiteitsbeheer”). Dit moet worden gewaarborgd door de niet-douanegerelateerde Uniesystemen via EU-CSW-CERTEX van de nodige informatie over het in- en uitklaren te voorzien. In de praktijk is kwantiteitsbeheer op Unieniveau noodzakelijk om niet-douanegerelateerde wettelijke formaliteiten beter te kunnen handhaven door middel van een automatische en consequente monitoring van de benutting van toegelaten hoeveelheden voor de vrijgave van goederen, hetgeen een te hoog of verkeerd gebruik voorkomt.

(13) Door de toegenomen digitalisering van wettelijke douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die van toepassing zijn op de internationale handel, hebben de lidstaten nieuwe mogelijkheden gekregen om de digitale samenwerking tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten te verbeteren. Om die prioriteiten te realiseren, zijn diverse lidstaten begonnen met het ontwikkelen van kaders voor nationale éénloketomgevingen voor de douane. Deze initiatieven verschillen aanzienlijk, afhankelijk van het niveau van de bestaande informatietechnologiedouanearchitectuur, prioriteiten en kostenstructuren. Daarom moeten de lidstaten worden verplicht nationale éénloketomgevingen voor de douane vast te stellen en te exploiteren voor niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. Deze omgevingen moeten de nationale componenten vormen van de EU-éénloketomgeving voor de douane. De in bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde systemen moeten door elke lidstaat worden ontwikkeld en geïntegreerd in zijn nationale éénloketomgeving voor de douane, en moeten veilig zijn, beschermd tegen cyberdreigingen, met gebruikmaking van de beste beschikbare instrumenten op het gebied van cyberbeveiliging, op basis van uniforme technische specificaties die worden verstrekt door de Commissie. Deze uniforme technische specificaties moeten gemeenschappelijke gegevenssets omvatten voor alle toepassingen, aangiften en kennisgevingen, met het oog op de totstandbrenging van een gemeenschappelijke interoperabele IT-interface, en garanderen dat besluiten die afkomstig zijn van nationale overheidsdiensten, geldig zijn in de hele Unie. Zo wordt het delen van elektronische informatie en de samenwerking tussen de douane, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers mogelijk gemaakt en de naleving en efficiënte handhaving van douanewetgeving en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen, gegarandeerd. Overeenkomstig deze doelstelling moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane gelijkwaardige kenmerken hebben en zorgen voor de geautomatiseerde verificatie door douaneautoriteiten van formaliteiten waarvoor gegevens vanuit het respectieve niet-douanegerelateerde Uniesysteem via EU-CSW-CERTEX zijn doorgestuurd. De nationale éénloketomgevingen voor de douane moeten er ook voor zorgen dat de bevoegde partnerautoriteiten de hoeveelheden toegelaten goederen die door de douane via de Unie zijn vrijgegeven, kunnen monitoren en controleren (“kwantiteitsbeheer”). Dit moet worden gewaarborgd door de niet-douanegerelateerde Uniesystemen via EU-CSW-CERTEX van de nodige informatie over het in- en uitklaren te voorzien. In de praktijk is kwantiteitsbeheer op Unieniveau noodzakelijk om niet-douanegerelateerde wettelijke formaliteiten beter te kunnen handhaven door middel van een automatische en consequente monitoring van de benutting van toegelaten hoeveelheden voor de vrijgave van goederen, hetgeen een te hoog of verkeerd gebruik voorkomt. De afstemming van de nationale éénloketomgevingen op EU-CSW-CERTEX faciliteert een efficiënt kwantiteitsbeheer op het niveau van de Unie.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Teneinde de processen voor het in- en uitklaren van goederen verder te vereenvoudigen voor marktdeelnemers, moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane één kanaal worden om met de douane- en bevoegde partnerautoriteiten te communiceren. De niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten waarop deze aanvullende faciliterende maatregel van toepassing is, maken deel uit van de overkoepelende formaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. De Commissie moet deze formaliteiten geleidelijk vaststellen door na te gaan of is voldaan aan een reeks voor de handelsfacilitatie relevante criteria, rekening houdend met de juridische en technische haalbaarheid ervan. Om de handelsfacilitatie verder te verbeteren, moet het mogelijk zijn de nationale éénloketomgevingen voor de douane als een platform te gebruiken voor de coördinatie van controles tussen douaneautoriteiten en bevoegde partnerautoriteiten overeenkomstig artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013.

(14) Teneinde de processen voor het in- en uitklaren van goederen verder te vereenvoudigen voor marktdeelnemers en de administratieve lasten te verminderen, moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane één kanaal worden om met de douane- en bevoegde partnerautoriteiten te communiceren. De niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten waarop deze aanvullende faciliterende maatregel van toepassing is, maken deel uit van de overkoepelende formaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. De Commissie moet deze formaliteiten geleidelijk vaststellen door na te gaan of is voldaan aan een reeks voor de handelsfacilitatie relevante criteria, rekening houdend met de juridische en technische haalbaarheid ervan. Om de handelsfacilitatie verder te verbeteren en de efficiëntie van de controles naar een hoger plan te tillen moet het mogelijk zijn de nationale éénloketomgevingen voor de douane als een platform te gebruiken voor de coördinatie van controles tussen douaneautoriteiten en bevoegde partnerautoriteiten overeenkomstig artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Elke lidstaat moet de enige verwerkingsverantwoordelijke zijn voor de gegevensverwerkende handelingen die in zijn nationale éénloketomgeving voor de douane worden verricht. De gegevensverwerkende handelingen moeten in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 worden verricht. Aangezien sommige gegevens uit de nationale éénloketomgeving voor de douane met niet-douanegerelateerde Uniesystemen moeten worden uitgewisseld via EU-CSW-CERTEX, is elke lidstaat verplicht de Commissie in kennis te stellen in geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens die de beveiliging, vertrouwelijkheid, beschikbaarheid of integriteit van de in zijn omgeving verwerkte persoonsgegevens in gevaar brengt.

(15) Elke lidstaat moet de enige verwerkingsverantwoordelijke zijn voor de gegevensverwerkende handelingen die in zijn nationale éénloketomgeving voor de douane worden verricht. De gegevensverwerkende handelingen moeten in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 worden verricht. Aangezien sommige gegevens uit de nationale éénloketomgeving voor de douane met niet-douanegerelateerde Uniesystemen moeten worden uitgewisseld via EU-CSW-CERTEX, is elke lidstaat verplicht de Commissie onmiddellijk in kennis te stellen in geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens die de beveiliging, vertrouwelijkheid, beschikbaarheid, toegankelijkheid of integriteit van de in zijn omgeving verwerkte persoonsgegevens in gevaar brengt.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Gezien de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die worden gedekt, moet EU-CSW-CERTEX verschillende doeleinden dienen. Het moet de douaneautoriteiten de relevante gegevens ter beschikking stellen voor een betere handhaving van niet-douanegerelateerd regelgevingsbeleid van de Unie via de geautomatiseerde verificatie van deze formaliteiten. Het moet de relevante gegevens aan bevoegde partnerautoriteiten verstrekken om de resterende hoeveelheid toegelaten goederen die de douane bij het in- en uitklaren van andere zendingen niet heeft afgeschreven, te monitoren en vast te stellen. Het moet verder de toepassing van het “onestopshop-beginsel” voor het verrichten van de controles als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 952/2013 ondersteunen, door de integratie van douaneregelingen en niet-douanegerelateerde Unieregelingen voor een volledig geautomatiseerd proces voor het in- en uitklaren van goederen te vergemakkelijken. Sommige rechtshandelingen van de Unie kunnen de doorgiften van gegevens tussen nationale douanesystemen en het bij de desbetreffende handeling ingestelde informatie- en communicatiesysteem vereisen. EU-CSW-CERTEX moet daarom zorgen voor het geautomatiseerd delen van gegevens tussen douaneautoriteiten en bevoegde partnerautoriteiten, wanneer die handelingen zulks vereisen.

(17) Gezien de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die worden gedekt, moet EU-CSW-CERTEX verschillende doeleinden dienen. Het moet de douaneautoriteiten de relevante gegevens ter beschikking stellen voor een betere handhaving van niet-douanegerelateerd regelgevingsbeleid van de Unie via de geautomatiseerde verificatie van deze formaliteiten. Het moet de relevante gegevens aan bevoegde partnerautoriteiten verstrekken om de resterende hoeveelheid toegelaten goederen die de douane bij het in- en uitklaren van andere zendingen niet heeft afgeschreven, te monitoren en vast te stellen. Het moet verder de toepassing van het “onestopshop-beginsel” voor het verrichten van de controles als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 952/2013 ondersteunen, door de integratie van douaneregelingen en niet-douanegerelateerde Unieregelingen voor een volledig geautomatiseerd en AI-ondersteund proces voor het in- en uitklaren van goederen te vergemakkelijken. Sommige rechtshandelingen van de Unie kunnen de doorgiften van gegevens tussen nationale douanesystemen en het bij de desbetreffende handeling ingestelde informatie- en communicatiesysteem vereisen. EU-CSW-CERTEX moet daarom zorgen voor het geautomatiseerd delen van gegevens tussen douaneautoriteiten en bevoegde partnerautoriteiten, wanneer die handelingen zulks vereisen.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) De gegevens in de douaneaangifte en de gegevens in het verzoek om bewijsstukken, overlappen behoorlijk. Om het hergebruik van gegevens mogelijk te maken, zodat marktdeelnemers dezelfde gegevens niet meer dan eens hoeven te verstrekken, moeten de gegevensvereisten voor de douane en de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen met elkaar in overeenstemming worden gebracht en worden gerationaliseerd. De Commissie moet daarom de gegevenselementen vaststellen die zowel in de douaneaangifte als in het verzoek om bewijsstukken zijn vervat. De Commissie moet daarnaast de gegevenselementen vaststellen die uitsluitend op grond van niet-douanegerelateerde Uniewetgeving zijn vereist (“gegevensset(s) van de bevoegde partnerautoriteit”). De gegevens van de douaneaangifte en de gegevensset(s) van de bevoegde partnerautoriteit vormen een geïntegreerde aangifte. Deze bevat alle met het in- en uitklaren verband houdende informatie die nodig is om de douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen, te vervullen.

(19) De gegevens in de douaneaangifte en de gegevens in het verzoek om bewijsstukken, overlappen behoorlijk, hetgeen de douaneafhandeling bemoeilijkt. Om het hergebruik van gegevens mogelijk te maken, zodat marktdeelnemers dezelfde gegevens niet meer dan eens hoeven te verstrekken, moeten de gegevensvereisten voor de douane en de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen met elkaar in overeenstemming worden gebracht en worden gerationaliseerd. De Commissie moet daarom de gegevenselementen vaststellen die zowel in de douaneaangifte als in het verzoek om bewijsstukken zijn vervat. De Commissie moet daarnaast de gegevenselementen vaststellen die uitsluitend op grond van niet-douanegerelateerde Uniewetgeving zijn vereist (“gegevensset(s) van de bevoegde partnerautoriteit”). De gegevens van de douaneaangifte en de gegevensset(s) van de bevoegde partnerautoriteit vormen een geïntegreerde aangifte. Deze bevat alle met het in- en uitklaren verband houdende informatie die nodig is om de douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen, te vervullen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Om marktdeelnemers in staat te stellen douane- en niet-douanegerelateerde formaliteiten te vervullen die van invloed zijn op dezelfde goederenoverbrengingen, moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane ervoor zorgen dat zij alle gegevens die door meerdere regelgevende instanties zijn vereist om de goederen onder douaneregelingen te plaatsen, via een geïntegreerde aangifte kunnen indienen. Het moet mogelijk zijn deze gegevens in te dienen samen met de douaneaangifte die is ingediend voor het tijdstip waarop de goederen naar verwachting bij de douane zullen worden aangebracht, overeenkomstig artikel 171 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

(20) Om marktdeelnemers in staat te stellen douane- en niet-douanegerelateerde formaliteiten te vervullen die van invloed zijn op dezelfde goederenoverbrengingen, moeten de nationale éénloketomgevingen voor de douane ervoor zorgen dat zij alle gegevens die door meerdere regelgevende instanties zijn vereist om de goederen onder douaneregelingen te plaatsen, via een geïntegreerde aangifte kunnen indienen. Het moet mogelijk zijn deze gegevens in te dienen samen met de douaneaangifte die is ingediend voor het tijdstip waarop de goederen naar verwachting bij de douane zullen worden aangebracht, overeenkomstig artikel 171 van Verordening (EU) nr. 952/2013. Dergelijke indieningen maken het mogelijk te voldoen aan het eenmaligheidsbeginsel. De éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane moet bevoegde marktdeelnemers, zoals gedefinieerd in het douanewetboek van de Unie, in staat stellen hun gecertificeerde status te gebruiken wanneer zij met deze omgeving interageren, waardoor het gemakkelijker wordt aangiften te doen en informatie aan de douaneautoriteiten te verstrekken.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is van essentieel belang om alle activiteiten die verband houden met de doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane te coördineren. Gezien de brede en verschillende reikwijdte van deze activiteiten moet elke lidstaat een bevoegde autoriteit benoemen als nationale coördinator. De nationale coördinator moet het contactpunt voor de Commissie zijn en de samenwerking op nationaal niveau bevorderen, en bovendien de interoperabiliteit van het systeem waarborgen. De Commissie moet waar nodig coördineren en bijdragen tot een efficiënte handhaving van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten.

(23) Nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is van essentieel belang om alle activiteiten die verband houden met de doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane te coördineren. Dit zal ook helpen om de digitale kloof in Europa te dichten en iets te doen aan de uiteenlopende niveaus van digitalisering en digitale paraatheid van de lidstaten, waardoor mogelijke verstoringen worden voorkomen. Gezien de brede en verschillende reikwijdte van deze activiteiten moet elke lidstaat een bevoegde autoriteit benoemen als nationale coördinator. De nationale coördinator moet het contactpunt voor de Commissie zijn en de samenwerking op nationaal niveau bevorderen, en bovendien de interoperabiliteit van het systeem waarborgen. De Commissie moet waar nodig coördineren en bijdragen tot een efficiënte handhaving van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) Er is een gedetailleerde planning nodig om verschillende niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van diverse beleidsterreinen geleidelijk in EU-CSW-CERTEX te integreren. De Commissie moet daartoe een werkprogramma opstellen om deze formaliteiten in EU-CSW-CERTEX op te nemen en verbindingen te leggen tussen de niet-douanegerelateerde Uniesystemen die deze formaliteiten verwerken en EU-CSW-CERTEX. De belangrijkste doelstelling van het werkprogramma moet de ondersteuning zijn van de operationele vereisten en het tijdschema voor de uitvoering van deze activiteiten. Het werkprogramma moet regelmatig worden geëvalueerd om de algemene vooruitgang bij het toepassen van de bepalingen van deze verordening te beoordelen.

(25) Er is een gedetailleerde planning nodig om verschillende niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van diverse beleidsterreinen geleidelijk in EU-CSW-CERTEX te integreren. De Commissie moet daartoe een werkprogramma opstellen om deze formaliteiten in EU-CSW-CERTEX op te nemen en verbindingen te leggen tussen de niet-douanegerelateerde Uniesystemen die deze formaliteiten verwerken en EU-CSW-CERTEX. De belangrijkste doelstelling van het werkprogramma moet de ondersteuning zijn van de operationele vereisten en het tijdschema voor de uitvoering van deze activiteiten. Het werkprogramma moet regelmatig worden geëvalueerd om de algemene vooruitgang bij het toepassen van de bepalingen van deze verordening te beoordelen en moet minstens om de drie jaar worden geactualiseerd.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Overweging 26

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) De Commissie moet de werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane regelmatig monitoren om de prestaties van EU-CSW-CERTEX te evalueren en een efficiënte handhaving te garanderen van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. De Commissie moet regelmatige beoordelingsverslagen over de werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Deze verslagen moeten de vorderingen inventariseren, gebieden vaststellen die voor verbetering vatbaar zijn en aanbevelingen voor de toekomst doen, in het licht van de vooruitgang die is geboekt op weg naar een verbeterde digitale samenwerking tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten die bij het in- en uitklaren van goederen betrokken zijn, teneinde vereenvoudigde processen voor marktdeelnemers en een efficiënte handhaving van de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te waarborgen.

(26) De Commissie moet de werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane regelmatig monitoren om de prestaties van EU-CSW-CERTEX te evalueren en een efficiënte handhaving te garanderen van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen. De Commissie moet regelmatige beoordelingsverslagen over de werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane indienen bij het Europees Parlement en de Raad, minstens om de drie jaar. Deze verslagen moeten de vorderingen inventariseren, gebieden vaststellen die voor verbetering vatbaar zijn en aanbevelingen voor de toekomst doen, in het licht van de vooruitgang die is geboekt op weg naar een verbeterde digitale samenwerking tussen de douane- en bevoegde partnerautoriteiten die bij het in- en uitklaren van goederen betrokken zijn, teneinde vereenvoudigde processen voor marktdeelnemers en een efficiënte handhaving van de niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te waarborgen. Met het oog op monitoring en rapportage moet de Commissie een permanente dialoog met de lidstaten, de betrokken marktdeelnemers, de actoren uit het maatschappelijk middenveld en andere relevante partijen organiseren en onderhouden.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Om een efficiënte en doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen voor wijzigingen van de lijst van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen; specificering van de via EU-CSW-CERTEX uit te wisselen gegevenselementen en vaststelling van de gegevenselementen die zowel in de douaneaangifte als het verzoek om bewijsstukken voorkomen, samen met de gegevensset van de bevoegde partnerautoriteit, voor elke relevante handeling van de Unie die op de in EU-CSW-CERTEX geïntegreerde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van toepassing is. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen geschieden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven41. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

(27) Om een efficiënte en doeltreffende werking van de EU-éénloketomgeving voor de douane te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen voor uitbreiding van de lijst van niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen; specificering van de via EU-CSW-CERTEX uit te wisselen gegevenselementen; wijziging van bijlage I bis om de Commissie in staat te stellen het MASP-C aan te passen aan ontwikkelingen in toekomstige douanegerelateerde projecten en geplande IT-vereisten; en vaststelling van de gegevenselementen die zowel in de douaneaangifte als het verzoek om bewijsstukken voorkomen, samen met de gegevenssets van de bevoegde partnerautoriteit, voor elke relevante handeling van de Unie die op de in EU-CSW-CERTEX geïntegreerde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van toepassing is. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen geschieden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven41. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

__________________

__________________

41 Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).

41 Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening stelt een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane vast die via het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten voorziet in een geïntegreerde reeks interoperabele elektronische diensten op nationaal en Unieniveau, om de interactie en uitwisseling van informatie tussen de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen te ondersteunen.

Deze verordening stelt een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane vast die via het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten voorziet in een geïntegreerde reeks interoperabele elektronische diensten op nationaal en Unieniveau, ter ondersteuning van de interactie en ter intensivering van de uitwisseling van informatie tussen de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de in deel A en deel B van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verordening bevat regels voor de nationale éénloketomgevingen voor de douane en regels over digitale administratieve samenwerking en het delen van informatie binnen de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

De verordening bevat regels voor de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de in bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde systemen en er worden via een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane uniforme technische specificaties voor interoperabiliteit in vastgesteld, alsmede regels over digitale administratieve samenwerking en het delen van informatie binnen de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane met het oog op een betere bescherming van de burgers en een vermindering van de administratieve lasten voor de marktdeelnemers.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) “Europese elektronische systemen”: de elektronische systemen die noodzakelijk zijn voor de douane-unie en voor de uitvoering van de missie van de douaneautoriteiten, met name de elektronische systemen bedoeld in artikel 16, lid 1, en de artikelen 278 en 280 van Verordening (EU) nr. 952/2013, in artikel 8 van Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad1 bis en in andere bepalingen van de Uniewetgeving inzake elektronische systemen voor douanedoeleinden, waaronder internationale overeenkomsten, zoals de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst)1 ter;

 

__________________

 

1 bis Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 1).

 

1 ter PB L 165 van 26.6.2009, blz. 3.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter) “gemeenschappelijke component”: een op Unieniveau ontwikkelde component van de Europese elektronische systemen die voor alle lidstaten beschikbaar is, dan wel door de Commissie als gemeenschappelijk is aangemerkt om redenen van efficiëntie, veiligheid en rationalisering;

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quater) “nationale component”: een op nationaal niveau ontwikkelde component van de Europese elektronische systemen die beschikbaar is in de lidstaat die die component heeft gecreëerd of aan de gezamenlijke creatie ervan heeft bijgedragen;

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 quinquies) “transformatie”: het proces waarbij het formaat van niet-douanegerelateerde gegevens wordt geconverteerd in gegevens die compatibel zijn met de douaneaangifte en omgekeerd, zonder de inhoud ervan te veranderen.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Er wordt een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane opgericht. Deze omgeving omvat het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten, de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen.

Er wordt een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane opgericht. Deze omgeving omvat het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten, de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast tot wijziging van de in de delen A, B en C van bijlage I vastgestelde lijsten van niet-douanegerelateerde Uniesystemen. Bij de vaststelling van deze gedelegeerde handelingen zorgt de Commissie ervoor dat elk systeem dat voldoet aan de in de artikelen 10 tot en met 15 vastgestelde toepasselijke regels, wordt geschrapt in de lijst van deel B of C van bijlage I en toegevoegd aan de lijst van deel A of B van bijlage I.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Er wordt een elektronisch douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten (EU-CSW-CERTEX) opgericht. EU-CSW-CERTEX verbindt de nationale éénloketomgevingen voor de douane met de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen.

Er wordt een elektronisch douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten (EU-CSW-CERTEX) opgericht. EU-CSW-CERTEX verbindt de nationale éénloketomgevingen voor de douane met de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie verbindt de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX en zorgt ervoor dat informatie over de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten kan worden uitgewisseld.

2. De Commissie verbindt de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX en zorgt ervoor dat informatie over de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten kan worden uitgewisseld.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten verbinden de nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX en zorgen ervoor dat informatie over de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten kan worden uitgewisseld.

3. De lidstaten verbinden de nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX en zorgen ervoor dat informatie over de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten kan worden uitgewisseld.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlage te wijzigen, met name om andere niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te regelen.

Schrappen

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verwerking van persoonsgegevens in EU-CSW-CERTEX

Verwerking van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens in EU-CSW-CERTEX

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid -1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 bis. De verwerking van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens in EU-CSW-CERTEX uit hoofde van deze verordening laat Verordening (EU) 2016/679 en de in Verordening (EU) 2018/1807 vastgestelde beginselen onverlet.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid -1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 ter. De verwerking van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens in EU-CSW-CERTEX vindt plaats in een veilige en beveiligde omgeving die beschermd is tegen cyberdreigingen en waarbij de beste cyberbeveiligingsinstrumenten worden gebruikt die beschikbaar zijn.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) ervoor te zorgen dat informatie wordt uitgewisseld tussen nationale éénloketomgevingen voor de douane en niet-douanegerelateerde Uniesystemen als bedoeld in de bijlage, wat betreft de daarin vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten;

a) ervoor te zorgen dat informatie wordt uitgewisseld tussen nationale éénloketomgevingen voor de douane en niet-douanegerelateerde Uniesystemen als bedoeld in deel A van bijlage I, wat betreft de daarin vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten;

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) natuurlijke personen van wie persoonsgegevens zijn vervat in de bewijsstukken of in ander aanvullend bewijs dat nodig is om aan de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te voldoen;

b) natuurlijke personen van wie persoonsgegevens zijn vervat in de bewijsstukken of in ander aanvullend bewijs dat nodig is om aan de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te voldoen;

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De in lid 1, onder b), bedoelde transformatie van persoonsgegevens geschiedt met behulp van informatietechnologie-infrastructuur in de Unie.

5. De in lid 1, onder b), bedoelde transformatie van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig de leden -1 bis en -1 ter met behulp van informatietechnologie-infrastructuur in de Unie.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten richten nationale éénloketomgevingen voor de douane op. Elke lidstaat is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, integratie en exploitatie van zijn éénloketomgeving voor de douane.

1. De lidstaten richten nationale éénloketomgevingen voor de douane op op basis van uniforme technische specificaties die door de Commissie worden verstrekt. Met deze uniforme technische specificaties worden gemeenschappelijke gegevenssets vastgesteld voor alle toepassingen, aangiften en kennisgevingen, met het oog op de totstandbrenging van een gemeenschappelijke interoperabele IT-interface. Elke lidstaat is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, integratie en exploitatie van zijn éénloketomgeving voor de douane, voor de interoperabiliteit ervan met EU-CSW-CERTEX en met de relevante in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanesystemen, en voor het waarborgen dat die systemen in een veilige en beveiligde omgeving die beschermd is tegen cyberdreigingen functioneren.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De nationale éénloketomgevingen voor de douane maken de uitwisseling van informatie en samenwerking via elektronische middelen tussen douaneautoriteiten, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers mogelijk met het oog op de naleving en efficiënte handhaving van douanewetgeving en de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten.

2. De nationale éénloketomgevingen voor de douane maken de uitwisseling van informatie op gestandaardiseerde, interoperabele wijze en de samenwerking via elektronische middelen tussen douaneautoriteiten, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers mogelijk met het oog op de naleving en efficiënte handhaving van douanewetgeving en de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) ze stellen douaneautoriteiten in staat om de naleving van de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten automatisch te controleren op basis van de gegevens die zijn ontvangen van niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor het in- en uitklaren van goederen;

a) ze stellen douaneautoriteiten in staat om de naleving van de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten automatisch te controleren op basis van de gegevens die zijn ontvangen van niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor het in- en uitklaren van goederen;

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) ze staan bevoegde partnerautoriteiten toe om, in voorkomend geval, kwantiteitsbeheer met betrekking tot de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te verrichten;

b) ze staan bevoegde partnerautoriteiten toe om, in voorkomend geval, kwantiteitsbeheer met betrekking tot de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te verrichten;

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) ze bieden één communicatiekanaal voor marktdeelnemers om de relevante douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te vervullen waarop overeenkomstig artikel 12 aanvullende digitale samenwerking van toepassing is.

c) ze bieden één communicatiekanaal voor marktdeelnemers teneinde gestandaardiseerde informatie in te dienen om de relevante douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te vervullen waarop overeenkomstig artikel 12 aanvullende digitale samenwerking van toepassing is.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De Commissie biedt opleidingen en ondersteunt de teams die betrokken zijn bij het opzetten, vormgeven en onderhouden van de nationale éénloketomgevingen voor de douane. Daarnaast biedt de Commissie bijstand bij het verbinden van de nationale éénloketomgevingen voor de douane met EU-CSW-CERTEX.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Werkgroep voor de nationale éénloketomgevingen voor de douane

 

1.  Er wordt een werkgroep voor de nationale éénloketomgevingen voor de douane (“de werkgroep”) opgericht. De werkgroep dient als forum om op technisch niveau de vorderingen bij de uitvoering van de nationale éénloketomgevingen voor de douane te bespreken en voorstellen te helpen doen voor extra douane- en niet-douanegerelateerde systemen die aan de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en EU-CSW-CERTEX moeten worden toegevoegd.

 

2.  De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie en van de nationale coördinatoren zoals bedoeld in artikel 17.

 

3.  Op verzoek van de betrokken lidstaat levert de werkgroep input en steun voor het opzetten, vormgeven en uitvoeren van de nationale éénloketomgevingen voor de douane.

 

4.  De werkgroep biedt ondersteuning in verband met de monitoring- en verslagleggingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 17, punt b ter).

 

5.  De werkgroep komt ten minste elk halfjaar bijeen en de vergaderingen worden bijeengeroepen en voorgezeten door de vertegenwoordigers van de Commissie, die een schriftelijke samenvatting van de conclusies van elke vergadering zullen bijhouden, alsook een geactualiseerd register van de nationale éénloketomgeving voor de douane van elke lidstaat en van de vorderingen met betrekking tot de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Hoofdstuk IV – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Digitale samenwerking - informatie-uitwisseling en andere procedureregels

Digitale samenwerking informatie-uitwisseling, andere procedureregels, uitwisseling van gegevens en cyberbeveiligingskader

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. EU-CSW-CERTEX maakt het voor elke in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit mogelijk om informatie uit te wisselen tussen de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de relevante niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor de volgende doeleinden:

1. EU-CSW-CERTEX maakt het voor elke in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit mogelijk om op veilige, gestandaardiseerde, interoperabele wijze informatie uit te wisselen tussen de nationale éénloketomgevingen voor de douane en de relevante niet-douanegerelateerde Uniesystemen voor de volgende doeleinden:

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het mogelijk maken van elke andere geautomatiseerde doorgifte van gegevens tussen de douane- en relevante bevoegde partnerautoriteiten die door de in de bijlage bedoelde Uniewetgeving is vereist.

d) het mogelijk maken van elke andere geautomatiseerde doorgifte van gegevens tussen de douane- en relevante bevoegde partnerautoriteiten die door de in deel A van bijlage I bedoelde Uniewetgeving is vereist.

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. EU-CSW-CERTEX voorziet voor elke in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit in het volgende:

2. EU-CSW-CERTEX voorziet voor elke in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit in het volgende:

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor goederen die aan een van de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten zijn onderworpen, bieden de nationale éénloketomgevingen voor de douane de volgende functionaliteiten:

Voor goederen die aan een van de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten zijn onderworpen, bieden de nationale éénloketomgevingen voor de douane de volgende functionaliteiten:

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) er zorg voor dragen dat marktdeelnemers de relevante informatie kunnen indienen die nodig is om aan de toepasselijke douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te voldoen;

a) er zorg voor dragen dat marktdeelnemers via één toegangspunt en op veilige, gestandaardiseerde en interoperabele wijze de relevante gestandaardiseerde informatie kunnen indienen die nodig is om aan de toepasselijke douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten te voldoen;

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit is onderworpen aan artikel 8, lid 3, onder c), de artikelen 11 tot en met 15 en artikel 16, lid 2, op voorwaarde dat de Commissie overeenkomstig lid 2 van dit artikel heeft vastgesteld dat die formaliteit aan de criteria in dat lid voldoet.

1. Een in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit is onderworpen aan artikel 8, lid 3, onder c), de artikelen 11 tot en met 15 en artikel 16, lid 2, op voorwaarde dat de Commissie overeenkomstig lid 2 van dit artikel heeft vastgesteld dat die formaliteit aan de criteria in dat lid voldoet.

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen welke in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten aan de volgende criteria voldoen:

2. De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen welke in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten aan de volgende criteria voldoen:

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) in het in de bijlage bedoelde overeenkomstige niet-douanegerelateerde Uniesysteem kan de marktdeelnemer aan de hand van het EORI-nummer (registratie en identificatie van marktdeelnemers) worden vastgesteld;

c) in het in deel A van bijlage I bedoelde overeenkomstige niet-douanegerelateerde Uniesysteem kan de marktdeelnemer aan de hand van het EORI-nummer (registratie en identificatie van marktdeelnemers) worden vastgesteld;

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde aanvullende gegevenselementen worden aangeduid met het overeenkomstige acroniem van de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit, gevolgd door het achtervoegsel “gegevensset van de bevoegde partnerautoriteit”.

2. De in lid 1 bedoelde aanvullende gegevenselementen worden aangeduid met het overeenkomstige acroniem van de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit, gevolgd door het achtervoegsel “gegevensset van de bevoegde partnerautoriteit”.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast te stellen om enerzijds de gegevenselementen te identificeren die zowel in de douaneaangifte als het verzoek om bewijsstukken voorkomen, en anderzijds de gegevensset van de bevoegde partnerautoriteit voor elke relevante handeling van de Unie die op de in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van toepassing is.

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast te stellen om enerzijds de gegevenselementen te identificeren die zowel in de douaneaangifte als het verzoek om bewijsstukken voorkomen, en anderzijds de gegevensset van de bevoegde partnerautoriteit voor elke relevante handeling van de Unie die op de in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten van toepassing is.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Hoofdstuk IV – afdeling 3 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3 ANDERE PROCEDUREREGELS VOOR DE NIET-DOUANEGERELATEERDE UNIEFORMALITEITEN

3 ANDERE PROCEDUREREGELS VOOR DE DOUANE- EN NIET-DOUANEGERELATEERDE UNIEFORMALITEITEN, DE UITWISSELING VAN GEGEVENS EN HET CYBERBEVEILIGINGSKADER

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) hij fungeert als vertegenwoordiger in de overeenkomstig artikel 9 bis opgerichte werkgroep;

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt b ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter) hij coördineert de uitvoering van de in artikel 8, lid 1, van deze verordening genoemde taken en faciliteert de uitvoering van de in artikel 20 van deze verordening bedoelde monitoring- en verslagleggingsactiviteiten, met name door de krachtens lid 4 van dat artikel vereiste informatie te verstrekken.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 17 bis

 

Strategisch meerjarenplan voor de douane

 

1. Bijlage I bis bevat nadere gegevens over de ondersteunende methodologieën en instrumenten met betrekking tot de Europese elektronische systemen en bevat een lijst van de innovatie- en proefprojecten.

 

2. Op basis van de bepalingen in bijlage I bis stelt de Commissie een strategisch meerjarenplan voor de douane op (“MASP-C”) op en werkt zij dit regelmatig bij. In het MASP-C worden alle taken omschreven die relevant zijn voor de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van de in bijlage I bis genoemde Europese elektronische systemen en wordt gespecificeerd, op basis van de in bijlage I bis vastgestelde criteria, of elk systeem of deel van een systeem:

 

a) een gemeenschappelijke component is;

 

b) een nationale component is; of

 

c) een combinatie van beide is.

 

De Commissie werkt met de lidstaten samen met het oog op de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van de Europese elektronische systemen.

 

3. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast om bijlage I bis indien nodig te wijzigen teneinde de Commissie in staat te stellen het MASP-C aan te passen aan ontwikkelingen in toekomstige douanegerelateerde projecten en aan geplande IT-vereisten.

 

4. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de voltooiing van elke taak die hun in het kader van het in lid 2 bedoelde MASP-C is toegewezen. Zij brengen ook regelmatig verslag uit bij de Commissie over de vorderingen die zij met hun taken maken en, in voorkomend geval, over mogelijke vertragingen bij de uitvoering ervan.

 

5. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar doen de lidstaten de Commissie een jaarlijks voortgangsverslag toekomen over de uitvoering van het in lid 2 bedoelde MASP-C in de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorgaande jaar. Deze jaarlijkse verslagen worden opgesteld in een vooraf bepaald formaat.

 

6. Uiterlijk op 31 oktober van elk jaar stelt de Commissie op basis van de in lid 5 bedoelde jaarlijkse voortgangsverslagen een geconsolideerd verslag op met een beoordeling van de vorderingen van de lidstaten en de Commissie bij de uitvoering van het in lid 2 bedoelde MASP-C, met inbegrip van informatie over de noodzakelijke aanpassingen van het MASP-C of over mogelijke vertragingen bij de uitvoering ervan, en maakt zij dit verslag openbaar.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 17 ter

 

Uitwisseling van gegevens

 

Teneinde de efficiëntie en doeltreffendheid van de douaneautoriteiten bij de uitvoering van hun activiteiten te verbeteren, voegen de lidstaten voor zover mogelijk relevante niet-persoonsgebonden gegevens bijeen die zijn verzameld via de nationale éénloketsystemen voor de douane, en waar dat haalbaar en veilig is, wisselen zij die gegevens uit met softwareontwikkelaars of producenten van apparatuur.

 

De verwerking van gegevens gebeurt op veilige en beveiligde wijze en door middel van passende organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen en laat de Verordeningen (EU) nr. 952/2013, (EU) 2018/1807, (EU) 2019/1024 en [de verordening gegevensbeheer], evenals de relevante nationale wetgeving inzake IT-beveiliging onverlet.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 17 quater

 

Cyberbeveiligingskader

 

1. De Commissie zorgt ervoor dat EU-CSW-CERTEX met een hoog niveau van cyberbeveiliging wordt ontwikkeld en ontworpen en faalveilige instrumenten omvat, teneinde bescherming te bieden tegen cyberdreigingen of aanvallen op informatiesystemen door een robuust en veilig kader te creëren.

 

2. De Commissie vergemakkelijkt en ondersteunt de uitwisseling van informatie tussen de betrokken bevoegde autoriteiten over bestaande en eerdere cyberdreigingen.

 

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale éénloketomgevingen voor de douane veilig en beveiligd zijn, beschermd zijn tegen cyberdreigingen en gebruikmaken van de beste cyberbeveiligingsinstrumenten die beschikbaar zijn, onder meer door encryptie toe te passen.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Hoofdstuk V – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Kosten van EU-CSW-CERTEX, werkprogramma, en monitoring en verslaglegging

Kosten van EU-CSW-CERTEX, werkprogramma, monitoring, evaluatie en verslaglegging

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een werkprogramma vast om de uitvoering van de bepalingen van deze verordening te ondersteunen die betrekking hebben op de verbinding van de in de bijlage bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX en de integratie van de respectieve niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten. Het werkprogramma wordt actueel gehouden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 22, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een werkprogramma vast om de uitvoering van de bepalingen van deze verordening te ondersteunen die betrekking hebben op de verbinding van de in deel A van bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde Uniesystemen met EU-CSW-CERTEX en de integratie van de respectieve niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 22, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het in de eerste alinea bedoelde werkprogramma wordt regelmatig en ten minste om de drie jaar geëvalueerd en geactualiseerd, teneinde de algemene uitvoering van deze verordening te beoordelen en te verbeteren.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Monitoring en verslaglegging

Monitoring, evaluatie en verslaglegging

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie ziet regelmatig toe op de werking van de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

1. De Commissie ziet regelmatig toe op de werking van de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane, namelijk op de gevolgen ervan voor bedrijven, met inbegrip van kmo’s. De Commissie verstrekt ook tijdig richtsnoeren in verband met passende updates en andere wijzigingen en waarborgt de toegang tot passende opleidingen.

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie evalueert regelmatig de status van de in bijlage I, delen B en C, genoemde systemen, teneinde na te gaan in hoeverre zij voldoen aan de regels van de artikelen 10 tot en met 15. Als de Commissie concludeert dat een in deel B of deel C van bijlage I vermeld systeem voldoet aan de toepasselijke regels van de artikelen 10 tot en met 15, stelt zij een gedelegeerde handeling vast als bedoeld in artikel 3, alinea 1 bis, waarbij het systeem wordt opgenomen in deel A of deel B van bijlage I.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie verricht regelmatig een evaluatie van de prestaties van EU-CSW-CERTEX.

2. De Commissie verricht regelmatig een evaluatie van de prestaties van EU-CSW-CERTEX teneinde het actueel te houden en de nodige wijzigingen aan te brengen. Die evaluatie omvat een beoordeling van de doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, relevantie en toegevoegde waarde voor de Unie van EU-CSW-CERTEX.

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Uiterlijk 31 december 2027, en daarna om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening. Het verslag bevat ook informatie over de monitoring en evaluatie die overeenkomstig respectievelijk lid 1 en lid 2 zijn uitgevoerd.

3. Uiterlijk 31 december 2026, en daarna om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening. Het verslag bevat ook informatie over de monitoring- en evaluatieactiviteiten die overeenkomstig respectievelijk lid 1, lid 1 bis en lid 2 zijn uitgevoerd, alsmede een samenvatting van de getrokken conclusies. Het verslag bevat een duidelijk overzicht van de vooruitgang die is geboekt met de nationale éénloketomgeving voor de douane van elke lidstaat en met de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Hoofdstuk VI – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Procedures voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen, wijzigingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 en slotbepalingen

Procedures voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen, wijzigingen van Verordening (EU) nr. 952/2013, intrekking en slotbepalingen

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in artikel 5, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 13, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. De in artikel 3, tweede alinea, en artikel 10, lid 3, artikel 13, lid 4, artikel 17 bis, lid 3, en artikel 20, lid 1 bis, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 13, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, tweede alinea, artikel 10, lid 3, artikel 13, lid 4, artikel 17 bis, lid 3, en artikel 20, lid 1 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Een overeenkomstig artikel 5, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 13, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6. Een overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, artikel 10, lid 3, artikel 13, lid 4, artikel 17 bis, lid 3, en artikel 20, lid 1 bis, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EU) nr. 952/2013

Artikel 163 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De bewijsstukken voor de in de bijlage bij Verordening (EU) [...] vermelde toepasselijke niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten worden geacht in het bezit te zijn van de aangever en ter beschikking van de douaneautoriteiten te staan op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend, op voorwaarde dat deze autoriteiten in staat zijn de nodige gegevens te verkrijgen van het (de) overeenkomstige niet-douanegerelateerde Uniesyste(e)m(en) via het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a) en c), van die verordening.

De bewijsstukken voor de in deel A van bijlage I bij Verordening (EU) [...] vermelde toepasselijke niet-douanegerelateerde Unieformaliteiten worden geacht in het bezit te zijn van de aangever en ter beschikking van de douaneautoriteiten te staan op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend, op voorwaarde dat deze autoriteiten in staat zijn de nodige gegevens te verkrijgen van het (de) overeenkomstige niet-douanegerelateerde Uniesyste(e)m(en) via het douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a) en c), van die verordening.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 23 bis

 

Intrekking

 

Beschikking nr. 70/2008/EG wordt ingetrokken.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 5, leden 2 en 3, artikel 8, lid 3, onder a) en b), en artikel 10 zijn van toepassing op elke in de bijlage vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit met ingang van de daarin vermelde data.

Artikel 5, leden 2 en 3, artikel 8, lid 3, onder a) en b), en artikel 10 zijn van toepassing op elke in deel A van bijlage I vermelde niet-douanegerelateerde Unieformaliteit met ingang van de daarin vermelde data.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 8, lid 3, onder c), artikel 11, artikel 13, leden 1, 2, en 3, artikel 14 en artikel 15, leden 1, en 2, zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2031.

Artikel 8, lid 3, onder c), artikel 11, artikel 13, leden 1, 2, en 3, artikel 14 en artikel 15, leden 1, en 2, zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2028.

Amendement  84

Voorstel voor een verordening

Bijlage – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

BIJLAGE

BIJLAGE I: Deel A

Amendement  85

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel B

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

BIJLAGE I: Deel B

 

Systemen die door de lidstaten op vrijwillige basis kunnen worden gebruikt en tegen 2023 moeten zijn verbonden

 

1. EU- regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel, de technische bijstand en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

 

2. Certificaat voor de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites)

 

3. Informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS) en systeem voor snelle uitwisseling van informatie (Rapex)

 

4. Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamanten

 

5. Invoervergunning voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw.

 

6. Overbrenging van afvalstoffen

 

7. Registratie en beoordeling van en autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)

 

8. Voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC) betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

 

9. Verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, vangstcertificaat (IOO-vangst van de EU)

Amendement  86

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – deel C

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

BIJLAGE I: Deel C

 

ANDERE SYSTEMEN

 

Uitvoerverbod voor kwik – Verordening (EU) 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008

 

Persistente organische verontreinigende stoffen – Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG

 

Voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC) – ePIC (ECHA) – Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

 

Wildklemmen – Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en producten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen; Verordening (EG) nr. 35/97 van de Commissie van 10 januari 1997 tot vaststelling van bepalingen betreffende de certificatie van pelzen en goederen die vallen onder Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad

 

Handel in zeehondenproducten – Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten; Verordening (EU) 2015/1775 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1007/2009 betreffende de handel in zeehondenproducten en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 737/2010 van de Commissie

 

Zeehondenjongen – Richtlijn 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de lidstaten van huiden van bepaalde zeehondenjongen en daarvan vervaardigde producten

 

Invasieve uitheemse soorten – Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

 

Verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, vangstcertificaat (IOO-vangst van de EU) – Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999; Verordening (EG) nr. 1010/2009 van de Commissie van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

 

Documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. – Verordening (EG) nr. 1035/2001 van de Raad van 22 mei 2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp.

 

Statistische registratie van de handel in zwaardvis en grootoogtonijn – Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad van 8 april 2003 tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor de statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn

 

Vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus – Verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad

 

DE BESCHERMING VAN DE GEZONDHEID EN HET LEVEN VAN MENSEN, DIEREN EN PLANTEN

 

Overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof – Richtlijn 2006/117/Euratom van de Raad van 20 november 2006 betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof; Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval

 

Katten- en hondenbont en producten die dergelijk bont bevatten – Verordening (EG) nr. 1523/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten

 

Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten – Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten)

 

Persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong – Verordening (EG) nr. 206/2009 van de Commissie van 5 maart 2009 betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 136/2004

 

Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003

 

Verordening (EU) nr. 284/2011 van de Commissie van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer van keukengerei van polyamide- of melaminekunststof van oorsprong of verzonden uit de Volksrepubliek China en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China; Verordening (EG) nr. 882/2004 – artikel 48, lid 1

 

Verbod op bisfenol A in zuigflessen van polycarbonaat voor zuigelingen – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 321/2011 van de Commissie van 1 april 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 wat de beperking op het gebruik van bisfenol A in zuigflessen van kunststof voor zuigelingen betreft; Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG

 

Verse groenten en fruit en bananen – handelsnormen – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft; Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

 

Hop uit derde landen – Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen; Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

 

Documenten voor de invoer van wijn uit derde landen en begeleidende documenten voor de controle en certificering van wijnbouwproducten – Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie; Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

 

Bijzondere invoervoorwaarden in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1152/2009; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53; Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn

 

Betelbladeren uit Bangladesh – 2014/88/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 februari 2014 tot tijdelijke opschorting van de invoer uit Bangladesh van levensmiddelen die betelbladeren (“Piper betle”) bevatten of die daaruit bestaan; Verordening (EG) nr. 178/2002 – artikel 53

 

Sesamzaad en betelbladeren uit India – Uitvoeringsverordening (EU) 2017/186 van de Commissie van 2 februari 2017 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen uit bepaalde derde landen wegens microbiologische besmetting en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53

 

Kiemgroenten – Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de certificeringsvoorschriften voor de invoer in de Unie van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden; Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn – artikel 48, lid 1

 

Integrale-GMO-verordening – Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

 

Afvallen van maiszetmeelfabrieken uit de VS – Verordening (EG) nr. 1375/2007 van de Commissie van 23 november 2007 inzake de invoer van afvallen van maiszetmeelfabrieken uit de Verenigde Staten van Amerika; Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

 

Biologische producten – Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91; Tsjernobyl – Verordening (EG) nr. 733/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl; Verordening (EG) nr. 1635/2006 van de Commissie van 6 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

 

Officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn – Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn

 

Levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong waaraan een hoog risico is verbonden – Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG

 

Okra’s en kerrieblad uit India – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van okra’s en kerrieblad uit India en houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 91/2013; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53; Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn – artikel 15, lid 5

 

Niet-toegelaten genetisch gemodificeerde rijst uit China – 2011/884/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 22 december 2011 inzake noodmaatregelen met betrekking tot niet-toegelaten genetisch gemodificeerde rijst in rijstproducten van oorsprong uit China en tot intrekking van Beschikking 2008/289/EG, gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit 2013/287/EU van de Commissie; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53

 

Fukushima – Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 van de Commissie van 5 januari 2016 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 322/2014; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53

 

Guarpitmeel uit India – Uitvoeringsverordening (EU) 2015/175 van de Commissie van 5 februari 2015 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van guarpitmeel van oorsprong of verzonden uit India wegens de risico’s van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53

 

Geneesmiddelen voor menselijk gebruik – Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik; Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau; Richtlijn (EU) 2017/1572 van de Commissie van 15 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de beginselen en richtsnoeren inzake goede praktijken bij het vervaardigen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft

 

Geneesmiddelen voor onderzoek voor menselijk gebruik – Verordening (EU) nr. 536/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik en tot intrekking van Richtlijn 2001/20/EG

 

Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik – Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau

 

Fytosanitaire richtlijn – Voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen – Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen; Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles

 

Fytosanitaire controles van houten verpakkingsmateriaal uit China – 2013/92/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 februari 2013 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt voor het vervoer van specifieke goederen van oorsprong uit China; Richtlijn 2000/29/EG (fytosanitaire richtlijn); Richtlijn 2004/103/EG

 

Voorschriften voor het in de handel brengen van zaad en teeltmateriaal – http://ec.europa.eu/food/plant/plant_propagation_material/eu_marketing_requirements/index_ en.htm

 

Gedroogde bonen uit Nigeria – Uitvoeringsverordening (EU) 2015/943 van de Commissie van 18 juni 2015 inzake noodmaatregelen tot opschorting van de invoer van gedroogde bonen uit Nigeria en tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden – artikel 53; Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn – artikel 15, lid 5

 

BESCHERMING VAN CULTURELE EN ECONOMISCHE BELANGEN

 

Op euromunten lijkende medailles en penningen – Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen;

 

Controle van liquide middelen – Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten; Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie

 

Bescherming van intellectuele-eigendomsrechten – Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad

 

Drugsprecursoren – Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren; Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren

 

Gedifferentieerd geprijsde geneesmiddelen – Verordening (EU) 2016/793 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 ter voorkoming van verlegging van het handelsverkeer in bepaalde belangrijke geneesmiddelen naar de Europese Unie

 

Antifolterverordening – Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

 

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens

 

Uitvoer van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie – Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie

 

Precursoren voor explosieven – Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven; Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie

 

Sancties of beperkende maatregelen – artikel 215 van het VWEU

Motivering

De lijst in bijlage I, deel C, weerspiegelt de achtergrondinformatie van de effectbeoordeling van de Commissie en moet nog worden bijgewerkt.

Amendement  87

Voorstel voor een verordening

Bijlage I bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1. Lijst van de Europese elektronische systemen en de gemeenschappelijke en nationale componenten daarvan, als bedoeld in artikel 17 bis.

 

[...]

 

A. De Europese elektronische systemen zijn de volgende:

 

[...]

 

B. De gemeenschappelijke componenten van de Europese elektronische systemen zijn de volgende:

 

[...]

 

C. De nationale componenten van de Europese elektronische systemen zijn alle componenten die niet als gemeenschappelijke componenten worden aangemerkt in afdeling B.

 

[...]

 

2. Innovatie- en proefprojecten uit hoofde van artikel 17 bis.

De volgende innovatie- en proefprojecten zijn relevant voor de instelling van het MASP-C:

 

[...]

 

3. Ondersteunende methodologieën en instrumenten met betrekking tot de Europese elektronische systemen uit hoofde van artikel 17 bis

De volgende ondersteunende methodologieën en instrumenten zijn relevant voor de instelling van het MASP-C:

 

[...]

 


TOELICHTING

Aangezien de internationale handel tussen de EU en derde landen voortdurend evolueert, is het van het grootste belang dat de EU er enerzijds voor zorgt dat goederen die het grondgebied van de EU binnenkomen veilig zijn en voldoen aan de Europese voorschriften, en anderzijds dat de douaneprocedures zo efficiënt mogelijk zijn voor de marktdeelnemers, teneinde de administratieve lasten voor bedrijven op het moment van de douaneafhandeling te verminderen. Tegelijkertijd biedt het douanewetboek van de Unie de rechtsgrond voor een moderne en elektronische douaneomgeving die gericht is op een papierloze en volledig geautomatiseerde douane-unie. Het biedt een uitgebreid kader voor douanevoorschriften en -procedures in de EU dat aangepast is aan de moderne handelsrealiteit en communicatie-instrumenten. Dit omvat de handhaving van meer dan zestig niet-douanegerelateerde EU-rechtshandelingen die betrekking hebben op specifieke beleidsterreinen, zoals gezondheid en veiligheid, milieubescherming, visserij en landbouw, markttoezicht en productconformiteit, en cultureel erfgoed. 

 

In de praktijk leidt dit tot verschillende verplichtingen voor de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen, die naar schatting goed zijn voor 39,7 miljoen douaneaangiften per jaar, hetgeen tot loodzware verplichtingen leidt voor handelaren, die bij de douaneafhandeling de respectieve niet-douanegerelateerde Uniedocumenten moeten verstrekken.

Gezien het feit dat de douane-unie jaarlijks de handel faciliteert van meer dan 3,5 biljoen EUR aan goederen, is het duidelijk dat de douaneafhandeling en degelijke controles essentieel zijn voor een vlotte handelsstroom en voor de bescherming van de EU-burgers en -bedrijven en het milieu.

 

Bijgevolg is de rapporteur ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van de éénloketomgeving van de EU voor de douane en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013. De rapporteur is van mening dat dit de eerste stap is in de totstandbrenging van een digitaal kader voor nauwere samenwerking tussen alle grensautoriteiten, via één loket. Het is voor bedrijven en handelaren van het grootste belang om in een bepaalde lidstaat gegevens te kunnen verstrekken en grensformaliteiten te kunnen vervullen via één portaal, om dubbel werk, tijd en kosten te beperken. De douane en andere autoriteiten moeten deze gegevens gezamenlijk kunnen gebruiken en automatisch kunnen controleren of de goederen in kwestie voldoen aan de EU-voorschriften en of de noodzakelijke formaliteiten zijn vervuld, zodat een volledig gecoördineerde aanpak van de douaneafhandeling van goederen mogelijk wordt en op EU-niveau een duidelijker overzicht wordt gegeven van de goederen die de EU binnenkomen of verlaten.

 

De rapporteur is van mening dat dit voorstel zal helpen de juiste voorwaarden te scheppen voor digitale samenwerking tussen de douane en de bevoegde partnerautoriteiten, teneinde de externe aspecten van veel internemarktbeleid naar behoren ten uitvoer te leggen en de administratieve lasten voor de handel te verminderen.

 

1. Uitbreiding van de niet-douanegerelateerde formaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen

 

De rapporteur stelt voor om in de niet-douanegerelateerde formaliteiten die onder EU-CSW-CERTEX vallen, vanaf 2023 ook de formaliteiten op te nemen inzake invoervergunningen voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT).

 

2. Interoperabiliteit en harmonisatie van systemen

 

De rapporteur erkent het feit dat enkele lidstaten hebben deelgenomen aan de proeffase van de éénloketomgeving van de EU voor de douane, en dat sommige lidstaten daartoe hun eigen softwareoplossingen hebben ontwikkeld. Daarom is de rapporteur van mening dat er behoefte is aan effectieve interoperabiliteit en een standaardisering van de elektronische systemen. De Commissie moet verantwoordelijk zijn voor het opstellen van uniforme technische specificaties voor interoperabiliteit. Deze uniforme technische specificaties moeten gemeenschappelijke gegevenssets omvatten voor alle toepassingen, aangiften en kennisgevingen, met het oog op de totstandbrenging van een gemeenschappelijke interoperabele IT-interface. Dit moet het delen van elektronische informatie en de samenwerking tussen de douaneautoriteiten, bevoegde partnerautoriteiten en marktdeelnemers mogelijk maken en moet de naleving en efficiënte handhaving van douanecontroles garanderen.

 

3. Veiligheid en cyberveiligheid

 

De in bijlage I bedoelde niet-douanegerelateerde systemen moeten door elke lidstaat worden ontwikkeld en geïntegreerd in zijn éénloketomgeving voor de douane, waarbij veiligheid, beveiliging en cyberbestendigheid worden gewaarborgd.

 

4. Verslagleggingsverplichtingen van de nationale contactpunten De rapporteur stelt voor de lijst van taken die worden opgedragen aan de nationale coördinator voor de éénloketomgeving van de EU voor de douane uit te breiden en daarin ook de verplichting op te nemen om toe te zien op de uniforme vaststelling van technische specificaties voor de nationale éénloketomgeving.

 

5. Strategisch meerjarenplan voor de douane (MASP-C)

 

De rapporteur is van mening dat om te zorgen voor samenhang en coördinatie tussen het douanewetboek van de Unie en deze verordening het strategisch meerjarenplan voor elektronische douane (MASP-C) moet worden ingevoerd, dat de ontwikkeling moet omvatten van elektronische douanesystemen in de hele EU, met het oog op de totstandbrenging van een Europese elektronische douaneomgeving. Het MASP-C moet de betrokken partijen een overzicht en achtergrondinformatie verschaffen over projecten en belangrijke kwesties in verband met de ontwikkeling van het initiatief inzake elektronische douane en de actuele stand van zaken.

 

Aangezien het voorstel voor een verordening tot instelling van de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane tot doel heeft douane- en niet-douanegerelateerde regelingen met elkaar te verbinden, acht de rapporteur het bovendien passend om het MASP-C in deze verordening te integreren, teneinde een overzicht en samenhang te garanderen van de projecten en de ontwikkeling van de elektronische initiatieven.

 

De rapporteur stelt voor dat wijzigingen in het MASP-C worden aangenomen in de vorm van een gedelegeerde handeling.

 

De oude e-douanebeschikking (Beschikking nr. 70/2008/EG) dient momenteel als rechtsgrond voor het verlenen van de bevoegdheid aan de Commissie om het MASP-C op te stellen. In het voorstel van de Commissie voor het Douane-programma van het MFK stelde de Commissie voor de e-douanebeschikking te vervangen en in te trekken om aan haar verplichtingen te voldoen in het kader van de agenda voor betere regelgeving. Het EP was aanvankelijk ingenomen met het voorstel van de Commissie om de elementen van de oude e-douanebeschikking te moderniseren, maar vond het voorstel van de Commissie juridisch niet deugdelijk. Uiteindelijk werden tijdens de onderhandelingen over het Douane-programma van het MFK de verwijzingen naar het MASP-C weggelaten en als gevolg daarvan werd de status quo, en daarmee de verouderde e-douanebeschikking, gehandhaafd.

 

Daarom stelt de rapporteur voor het MASP-C op te nemen in de verordening voor een éénloketomgeving voor de douane, teneinde de verplichtingen in het kader van de agenda voor betere regelgeving na te komen, en beschouwt hij deze verordening als de geschikte manier om de laatste elementen van de oude e-douanebeschikking te moderniseren en deze daarbij in te trekken.

 

Het voorstel om het MASP-C in deze verordening op te nemen leidt onder meer tot wijzigingen in overweging 2 en een nieuwe overweging 2 bis, wijzigingen in artikel 2 en nieuwe artikelen 17 bis en 23 bis, alsook wijzigingen in de aan de Commissie verleende gedelegeerde bevoegdheden.

 

5. Periodiciteit van het werkprogramma

 

Om transparantie te garanderen bij de uitvoering van de werkprogramma’s van de verordening stelt de rapporteur voor om in artikel 19 en overweging 25 een maximumtermijn van drie jaar in te voeren voor deze programma’s.

 

6. Vroegere inwerkingtreding

 

De rapporteur is van mening dat de termijn voor de toepassing van de bepalingen voor overheid en bedrijfsleven, zoals gepland door de Commissie, te lang is en stelt voor deze te verkorten van 10 jaar tot 7 jaar, zodat ze in werking treden vanaf 2028.


BRIEF VAN DE COMMISSIE INTERNATIONALE HANDEL

EP logo RGB_NL 

 

 

 

Commissie internationale handel

 

EXPO-COM-INTA D(2021) 2708

 

 

Anna CAVAZZINI

Commissie interne markt en consumentenbescherming

Voorzitter

 

 

Betreft: Advies van INTA bij het verslag van IMCO over een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013

***I 2020/0306(COD) COM(2020)0673 – C9-0338/2020

 

 

Geachte mevrouw Cavazzini,

De coördinatoren van de Commissie internationale handel (INTA) hebben op 19 november 2020 besloten een advies in de vorm van een brief op te stellen bij het verslag van IMCO over de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013 ***I 2020/0306(COD) COM(2020)0673 – C9-0338/2020.

In het licht hiervan vraag ik u deze brief te delen met uw rapporteur en de bijgevoegde amendementen in overweging te nemen als bijdrage van de commissie INTA aan het verslag van de commissie IMCO. Gezien deze uitzonderlijke omstandigheden reken ik erop dat u deze brief dienovereenkomstig behandelt tijdens de stemprocedure van uw commissie.

Hoogachtend,

 

 

Bernd LANGE,

Voorzitter INTA

 


Standpunt van INTA in de vorm van een brief bij het verslag van IMCO over een éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande suggesties in haar verslag op te nemen:

1. herinnert eraan dat de internationale handel in het licht van de COVID-19-pandemie een krachtig instrument kan zijn om banen en duurzame groei veilig te stellen en concurrentie en innovatie te stimuleren, als onderdeel van de EU-strategie voor economisch herstel; benadrukt dat de EU daarom een ambitieuze agenda voor het handelsbeleid nastreeft om het mondiale leiderschap van de EU te bevestigen en de mondiale toeleveringsketens veerkrachtiger te maken; benadrukt in deze context dat de douane van de EU van cruciaal belang is om vlottere handelsstromen, het concurrentievermogen van onze bedrijven, de veiligheid van onze consumenten en de bestrijding van namaak te waarborgen;

2. is ingenomen met de éénloketomgeving van de EU en het digitale kader, die een geïntegreerde en gecoördineerde douaneprocedure in de hele Europese Unie mogelijk zullen maken, waarbij verkokering en niet op elkaar afgestemde systemen zullen worden aangepakt en een efficiënter gebruik van personele en financiële middelen zal worden bevorderd; roept de Commissie op ervoor te zorgen dat er waarborgen zijn om het risico van unilaterale afwijkingen die belemmeringen voor vervoerders kunnen creëren, aan te pakken;

3. herinnert eraan dat twee derde van de invoer afkomstig is van preferenties in vrijhandelsovereenkomsten en dat de éénloketomgeving van de EU en een krachtiger digitaliseringsbeleid voor douaneprocedures zullen helpen om het belang van handelsovereenkomsten te vergroten;

4. herinnert aan de beginselen van de handelsfacilitatieovereenkomst en verzoekt de Europese Commissie en de lidstaten de éénloketomgeving voor de douane overeenkomstig deze beginselen ten uitvoer te leggen, ook ten aanzien van marktdeelnemers die in de minst ontwikkelde en ontwikkelingslanden gevestigd zijn, zodat zij op efficiëntere wijze toegang hebben tot de interne markt van de EU;

5. herinnert eraan dat de handel in nagemaakte en door piraterij verkregen goederen toeneemt; spoort de lidstaten aan hun inspanningen te richten op de bestrijding van de onlinehandel in namaakproducten teneinde namaak en fraude te voorkomen en consumenten en producenten te beschermen;

6.  is bovendien van mening dat het ondernemersportaal van de éénloketomgeving van de EU voor de douane bijzondere bepalingen inzake namaakgoederen moet bevatten en de waarborgmechanismen moet versterken, om ervoor te zorgen dat initiatieven niet ten goede komen aan belastingfraudeurs, vervalsers en illegale handelaren;

7. benadrukt dat de lidstaten een verschillend niveau van digitale competentie hebben en zich in verschillende stadia van paraatheid bevinden om de éénloketomgeving van de EU in te voeren; spoort de Commissie aan om alle lidstaten en relevante autoriteiten passende ondersteuning te bieden bij de digitale transformatie en de invoering van nationale éénloketomgevingen, met inbegrip van de relevante IT-hardware en -software, procesveranderingsbeheer en opleiding;

8. herinnert eraan dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) de ruggengraat vormen van de economie van de EU, met inbegrip van de e-handel; is daarom van mening dat kmo’s moeten kunnen profiteren van gestroomlijnde processen om hun activiteiten te vergemakkelijken en de toegang tot de markten van derde landen die een handelspartner van de EU zijn te stimuleren;  is van mening dat daarbij een passend controleniveau moet worden gewaarborgd om ervoor te zorgen dat producten die de interne markt binnenkomen veilig zijn voor de consument;

9. is van mening dat de éénloketomgeving voor de douane een belangrijke rol speelt in de transparantie van de toeleveringsketen, met name bij het opbouwen van vertrouwen bij de consument; is van mening dat de EU, om dit te verwezenlijken, de transparantie van douanegegevens moet verbeteren;

10. is ingenomen met het langverwachte voorstel voor een éénloketomgeving voor de douane, waarbij de uitwisseling van informatie tussen nationale douaneautoriteiten en EU-systemen wordt gestroomlijnd, hetgeen een belangrijke stap is voor de doeltreffende en volledige uitvoering van het douanewetboek van de Unie, teneinde de efficiënte samenwerking tussen de nationale autoriteiten te verbeteren, de veiligheids- en nalevingscontroles aan de grenzen via een betere standaardisering van de procedures te versterken en de fragmentatie tussen de EU-lidstaten te verminderen door middel van een toekomstgerichte digitale oplossing voor een snellere en efficiëntere uitwisseling van elektronische gegevens tussen de verschillende overheidsinstanties die betrokken zijn bij het inklaren van goederen aan de grens;

11. herinnert eraan dat bij de éénloketomgeving een homogene toepassing van wettelijke douaneformaliteiten en niet-douanegerelateerde formaliteiten in heel Europa moet worden gewaarborgd om zogenaamd “port shopping” te voorkomen; benadrukt dat de lidstaten passende middelen moeten toewijzen aan de douaneadministratie, waaronder door te zorgen voor opleiding voor douaneautoriteiten over de EU-regels om de doeltreffende werking ervan te waarborgen;

12.  is van mening dat de éénloketomgeving erg noodzakelijk is, aangezien zij EU-bedrijven, met name kmo’s, in staat zal stellen grensformaliteiten op één portaal af te ronden, hetgeen bijdraagt tot handelsfacilitatie, de verdere ontwikkeling van de e-handel en het wegnemen van de administratieve lasten voor EU-bedrijven en van de kwetsbaarheden als gevolg van een gefragmenteerd model van grenscontroles; is van mening dat de éénloketomgeving voor de douane zal bijdragen tot een betere opsporing van namaakproducten, hetgeen nog belangrijker is geworden in het licht van de COVID-19-pandemie;

13. dringt er met klem bij de lidstaten op aan om de IT-systemen die cruciaal zijn voor de éénloketomgeving voor de douane beter ten uitvoer te leggen, de nodige middelen ter beschikking te stellen en zo snel mogelijk de nodige maatregelen te treffen voor de tenuitvoerlegging van het systeem, teneinde te zorgen voor doeltreffendere controles op een groot aantal gebieden en de strijd tegen namaakgoederen op te voeren;

14. roept de Commissie en de lidstaten op om duidelijke richtsnoeren te verstrekken voor de tenuitvoerlegging van de éénloketomgeving voor de douane, teneinde in de EU-lidstaten en met name voor de nationale douaneautoriteiten te zorgen voor dezelfde voorwaarden en een gelijk speelveld;

15. hoop dat het initiatief inzake de éénloketomgeving van de EU de digitale samenwerking en coördinatie zal verbeteren, door middel van gegevensharmonisatie en hergebruik van gegevens, om de nog steeds duidelijke digitale kloof tussen de EU-lidstaten te overbruggen, met name via de financieringsmogelijkheden waarin wordt voorzien in de herstel- en veerkrachtfaciliteit;

16. beveelt aan dat de éénloketomgeving van de EU en de bijbehorende bepalingen een kader bieden dat is afgestemd op andere EU-initiatieven, zoals de wet inzake digitale diensten, om te zorgen voor synergie en om overlapping met en/of belemmering van andere beleidsmaatregelen te voorkomen.


PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Oprichting van een Europees éénloketsysteem voor de douane en wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013

Document- en procedurenummers

COM(2020)0673 – C9-0338/2020 – 2020/0306(COD)

Datum indiening bij EP

29.10.2020

 

 

 

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

IMCO

11.11.2020

 

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

INTA

11.11.2020

BUDG

11.11.2020

 

 

Geen advies

 Datum besluit

BUDG

10.11.2020

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Ivan Štefanec

2.12.2020

 

 

 

Behandeling in de commissie

26.5.2021

12.7.2021

 

 

Datum goedkeuring

27.9.2021

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

45

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Alex Agius Saliba, Andrus Ansip, Pablo Arias Echeverría, Alessandra Basso, Brando Benifei, Adam Bielan, Hynek Blaško, Biljana Borzan, Vlad-Marius Botoş, Markus Buchheit, Andrea Caroppo, Anna Cavazzini, Dita Charanzová, Deirdre Clune, David Cormand, Carlo Fidanza, Evelyne Gebhardt, Sandro Gozi, Maria Grapini, Svenja Hahn, Virginie Joron, Eugen Jurzyca, Kateřina Konečná, Andrey Kovatchev, Jean-Lin Lacapelle, Maria-Manuel Leitão-Marques, Morten Løkkegaard, Adriana Maldonado López, Antonius Manders, Beata Mazurek, Leszek Miller, Anne-Sophie Pelletier, Miroslav Radačovský, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Tomislav Sokol, Ivan Štefanec, Róża Thun und Hohenstein, Tom Vandenkendelaere, Kim Van Sparrentak, Marion Walsmann, Marco Zullo

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Maria da Graça Carvalho, Claude Gruffat, Katrin Langensiepen

Datum indiening

11.10.2021

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

45

+

ECR

Adam Bielan, Carlo Fidanza, Eugen Jurzyca, Beata Mazurek

ID

Alessandra Basso, Hynek Blaško, Markus Buchheit, Virginie Joron, Jean-Lin Lacapelle

NI

Miroslav Radačovský

PPE

Pablo Arias Echeverría, Andrea Caroppo, Maria da Graça Carvalho, Deirdre Clune, Andrey Kovatchev, Antonius Manders, Andreas Schwab, Tomislav Sokol, Ivan Štefanec, Róża Thun und Hohenstein, Tom Vandenkendelaere, Marion Walsmann

Renew

Andrus Ansip, Vlad-Marius Botoş, Dita Charanzová, Sandro Gozi, Svenja Hahn, Morten Løkkegaard, Marco Zullo

S&D

Alex Agius Saliba, Brando Benifei, Biljana Borzan, Evelyne Gebhardt, Maria Grapini, Maria-Manuel Leitão-Marques, Adriana Maldonado López, Leszek Miller, Christel Schaldemose

The Left

Kateřina Konečná, Anne-Sophie Pelletier

Verts/ALE

Anna Cavazzini, David Cormand, Claude Gruffat, Katrin Langensiepen, Kim Van Sparrentak

 

0

-

 

 

 

0

0

 

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

 : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 13 oktober 2021
Juridische mededeling - Privacybeleid