VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over een Europees Jaar van de jeugd 2022
15.11.2021 - (COM(2021)0634 – C9-0379/2021 – 2021/0328(COD)) - ***I
Commissie cultuur en onderwijs
Rapporteur: Sabine Verheyen
(Vereenvoudigde procedure – Artikel 52, lid 1, van het Reglement)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over een Europees Jaar van de jeugd 2022
(COM(2021)0634 – C9-0379/2021 – 2021/0328(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2021)0634),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 165, lid 4, en artikel 166, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0379/2021),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van ...[1],
– gezien het advies van het Comité van de Regio’s van ...[2],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie cultuur en onderwijs (A9-0322/2021),
A. overwegende dat het om redenen van urgentie gerechtvaardigd is om tot stemming over te gaan vóór het verstrijken van de in artikel 6 van het Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid bedoelde termijn van acht weken;
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[*]
op het voorstel van de Commissie
---------------------------------------------------------
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over een Europees Jaar van de jeugd 2022
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 165, lid 4, en artikel 166, lid 4,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s[4],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Artikel 165, lid 2, VWEU bepaalt dat het optreden van de Unie er onder meer op gericht is “de deelneming van jongeren aan het democratisch leven van Europa aan te moedigen”.
(2) In het stappenplan van Bratislava van 16 september 2016[5] hebben de 27 staatshoofden en regeringsleiders zich ertoe verbonden “jongeren betere kansen te bieden”, met name via “EU-steun voor de lidstaten bij de bestrijding van de jongerenwerkloosheid en versterkte EU-programma’s voor jongeren”.
(3) In de Verklaring van Rome van 25 maart 2017[6] hebben de leiders van de 27 lidstaten en van de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie zich ertoe verbonden te werken aan een Unie “waar jongeren het best mogelijke onderwijs en de best mogelijke opleiding genieten en op het hele continent kunnen studeren en een baan kunnen vinden”.
(4) De EU-strategie voor jongeren 2019-2027 erkent dat jongeren hun eigen leven moeten kunnen uittekenen, bijdragen tot positieve verandering in de maatschappij en de ambities van de EU verrijken, en dat het jeugdbeleid een ruimte kan helpen creëren waar jongeren kansen kunnen grijpen en zich met Europese waarden kunnen identificeren. Eerdere Europese Jaren, zoals het Europees Jaar van de spoorwegen 2021, het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 of het Europees Jaar van de burger 2013-2014, hebben waardevolle ervaringen opgeleverd, waarvan moet worden gebruikgemaakt bij toekomstige inspanningen om jongeren te betrekken bij het vormgeven van hun toekomst en de toekomst van Europa en hen hiertoe in staat te stellen.
(5) NextGenerationEU zorgt ervoor dat vaart achter de twee transities wordt gezet, biedt de mogelijkheid om collectief sterker uit de pandemie te komen en opent opnieuw perspectieven vol mogelijkheden voor jongeren, onder meer om een hoogwaardige baan te vinden en zich aan sociale veranderingen aan te passen. De Unie wil jongeren ten volle bij de uitvoering van NextGenerationEU betrekken en zo hun rol bij de groene en de digitale transitie versterken.
(6) Op 15 september 2021 heeft voorzitter von der Leyen in haar toespraak over de Staat van de Unie[7] aangekondigd dat de Europese Commissie zal voorstellen 2022 uit te roepen tot Europees Jaar van de jeugd. Voorzitter von der Leyen benadrukte dat ze haar vertrouwen in de toekomst van Europa ontleent aan de inspiratie die jonge mensen in Europa ons bieden. Ze voegde daaraan toe dat “als wij willen dat jongeren zich in onze Unie herkennen, we hen dan ook de kans zullen moeten geven om zelf aan de toekomst van Europa mee te bouwen”. Europa heeft de visie, de betrokkenheid en de participatie van alle jongeren nodig om aan een betere toekomst te werken en Europa moet jongeren kansen voor de toekomst bieden, een groenere, digitalere en inclusievere toekomst. Daarom stelde de voorzitter “een jaar voor dat in het teken staat van de jongeren, die zoveel hebben overgehad voor anderen”.
(6 bis) Het Europees Jaar van de jeugd moet een denkproces op gang brengen over de toekomst van jongeren en hun actieve deelname aan de vormgeving van het project Europa. In die zin moet het jeugdbeleid een horizontale prioriteit worden die in alle beleidsterreinen van de Unie is geïntegreerd.
(7) De actieve deelname van jongeren aan democratische processen is van cruciaal belang voor de toekomst van Europa en de Europese democratische samenlevingen. Overeenkomstig het actieplan voor Europese democratie[8] beoogt het Europees Jaar van de jeugd daarom een impuls aan de actieve betrokkenheid van jongeren bij het democratische leven in Europa te geven – onder meer door participatieactiviteiten voor jongeren van verschillende achtergronden in processen zoals de Conferentie over de toekomst van Europa te ondersteunen en maatschappelijke betrokkenheid en vrijwilligersinitiatieven te promoten – en zo de kennis van Europese gemeenschappelijke waarden en grondrechten en de Europese geschiedenis en cultuur aan te scherpen, jongeren en besluitvormers op lokaal, nationaal en Unieniveau samen te brengen en tot het Europese integratieproces bij te dragen.
(8) De essentiële rol van jongeren wordt ook erkend en moet worden ondersteund “to channel their infinite capacities for activism into the creation of a better world”. Het Europees Jaar van de jeugd vormt een concrete bijdrage aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN (“Agenda 2030”)[9] – waarin wordt benadrukt dat “children and young women and men are critical agents of change” – en moet een nieuwe impuls geven aan de uitvoering van die agenda, aan duurzame ontwikkeling en aan het vermogen van jongeren om de toekomst vorm te geven, niet alleen de toekomst van de Unie, maar ook van de partnerlanden van de EU en van onze hele planeet.
(9) Het Europees Jaar moet de deelname van jongeren aan het externe optreden van de EU op alle beleidsgebieden bevorderen, nieuwe mogelijkheden voor onderwijs, uitwisselingen, partnerschappen en dialoog tussen jongeren uit de EU en partnerlanden creëren en de betrokkenheid van jongeren bij strategische communicatie en publieksdiplomatie vergroten.
(9 bis) In zijn conclusies van 5 juni 2020 over jongeren in het kader van extern optreden benadrukte de Raad de bijdrage van jonge generaties aan de opbouw van sterkere, legitiemere, vreedzamer en democratischer samenlevingen waarin de mensenrechten en de rechtsstaat worden geëerbiedigd en niemand aan zijn lot wordt overgelaten. De Raad benadrukte eveneens dat jongeren belangrijke aanjagers van verandering zijn en essentiële partners vormen bij de uitvoering van de Europese consensus inzake ontwikkeling, de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs – die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering[10] (de “Overeenkomst van Parijs”) – en erkende hun creatieve en innovatieve potentieel en capaciteiten. Daarnaast benadrukte de Raad het belang van investeringen in en samenwerking met, door en voor jongeren in Europa en daarbuiten.
(10) De Europese jeugddoelstellingen, die integraal deel uitmaken van de EU-strategie voor jongeren en die in het kader van de EU-jongerendialoog door jongeren voor jongeren zijn ontwikkeld, getuigen van het enthousiasme van veel jonge Europeanen om de koers van de Europese Unie mee te helpen uitstippelen.
(11) Het Europees Jaar van de jeugd moet een impuls geven aan de succesvolle uitvoering van het eerste en derde beginsel van de Europese pijler van sociale rechten[11], waarin wordt benadrukt dat “iedereen recht heeft op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren”, en dat “iedereen recht heeft op gelijke behandeling en gelijke kansen op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming, onderwijs en de toegang tot goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn”. In dit verband moet het Europees Jaar van de jeugd merkbare vooruitgang helpen boeken in de richting van de verwezenlijking, tegen 2025, van de Europese onderwijsruimte, die de persoonlijke, sociale en professionele ontplooiing van jongeren wil bevorderen en burgerschapsvorming wil bevorderen door ▌een echte Europese leerruimte tot stand te brengen waarin grenzen geen obstakel vormen voor hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs en opleiding voor iedereen.
(11 bis) Beleidsinitiatieven die worden aangenomen in het kader van het Europees Jaar van de jeugd moeten jongeren helpen hun sociale situatie en welzijn aanmerkelijk te verbeteren door belemmeringen voor de toegang tot werk weg te nemen, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden te creëren en de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s, kwalificaties en leerperioden in de Unie te bevorderen.
(11 ter) Jongeren met een beperking zijn bijzonder zwaar getroffen door de gevolgen van de pandemie en lopen nu nog meer risico op sociaaleconomische uitsluiting. Er moeten dan ook gerichte maatregelen worden vastgesteld om hun integratie op de arbeidsmarkt te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij toegang hebben tot goede dienstverlening, zonder discriminatie en zonder financiële of andere belemmeringen.
(12) Het Europees Jaar van de jeugd moet de inspanningen van de Unie ondersteunen om de werkgelegenheid van jongeren tijdens het herstel na de pandemie een nieuwe impuls te geven, conform de resolutie van het Europees Parlement over de jongerengarantie (2020/2764(RSP))[12], waarin wordt benadrukt dat de lockdownmaatregelen ertoe geleid hebben dat jongeren per direct moesten stoppen met formeel en informeel onderwijs, stages, praktijkplaatsen en leerlingplaatsen en met hun werk, met gevolgen voor hun inkomen, inkomenspotentieel, welzijn en gezondheid, met name hun geestelijke gezondheid.
(12 bis) De lidstaten moeten gebruikmaken van het Europees Jaar van de jeugd om de versterkte jongerengarantie beter te promoten en uit te voeren. Hierin is onder meer bepaald dat alle jongeren tussen 15 en 29 jaar binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het officiële onderwijssysteem hebben verlaten, een aanbod moeten krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage. Bovendien moeten de lidstaten er ook voor zorgen dat de versterkte jongerengarantie een aanvulling vormt op de Europese kindergarantie en de strategie inzake de rechten van personen met een handicap 2021-2030, teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van kinderen met een handicap en een betere toegang te bieden tot algemene diensten en zelfstandig wonen.
(12 ter) In zijn resolutie van 17 december 2020 over een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities[13] en zijn resolutie van 8 oktober 2020 over de jongerengarantie[14] bestempelde het Europees Parlement de praktijk van onbetaalde stages die geen verband houden met de verwerving van onderwijskwalificaties als een vorm van uitbuiting van jonge werknemers en als een schending van hun rechten, en verzocht het de Commissie een rechtskader voor te stellen voor een daadwerkelijk en afdwingbaar verbod op dergelijke onbetaalde stages, stages en leerlingplaatsen.
(13) Het Europees Jaar van de jeugd moet een extra impuls geven aan het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid voor jongeren in het kader van het initiatief ter ondersteuning van de werkgelegenheid van jongeren, met inbegrip van de versterkte jongerengarantie[15], en in het kader van het ALMA-initiatief (Aim, Learn, Master, Achieve), dat moet worden uitgevoerd in het kader van het Europees Sociaal Fonds+. ALMA moet een grensoverschrijdend mobiliteitsprogramma zijn voor kansarme jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen baan hebben, om in het buitenland – ondersteund door sociale diensten – beroepservaring op te doen, zodat deze jongeren – met inbegrip van jongeren uit perifere, minder ontwikkelde en plattelandsgebieden – onderwijs of een opleiding kunnen volgen of een hoogwaardige baan kunnen vinden.
(13 bis) Het Europees Jaar van de jeugd moet bijdragen tot de wederopbouw en versterking van jeugdwerkstructuren, zodat deze in alle delen van de Unie duurzamer en weerbaarder worden. Hierbij moet onder meer de nadruk worden gelegd op grensoverschrijdende samenwerking. Het Jaar van de jeugd moet ook de validering bevorderen van vaardigheden die via niet-officieel en informeel onderwijs of door jeugdwerk zijn verworven, waarbij jeugdwerk wordt erkend als een onderwijsgebied van gelijke waarde naast onderwijs en opleiding. Daarnaast moeten er in het kader van het Europees Jaar van de jeugd in scholen en klaslokalen activiteiten worden georganiseerd die jongeren daadwerkelijk bereiken en scholieren en studenten ertoe aanzetten rechtstreeks deel te nemen aan de activiteiten van het Europees Jaar van de jeugd.
(14) De resolutie van het Europees Parlement over de gevolgen van COVID-19 voor jongeren en sport (2020/2864(RSP))[16] wijst op de bijzonder acute gevolgen van de huidige pandemie voor jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen baan hebben (NEET’s) en benadrukt dat de problemen van jongeren uit kwetsbare groepen moeten worden aangepakt; merkt op dat de werkloosheid en armoede onder jongeren sinds het uitbreken van de pandemie gestaag zijn toegenomen en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan alle nodige maatregelen te nemen om de rampzalige gevolgen voor de jeugdwerkgelegenheid te neutraliseren. De resolutie herinnert aan de rol van vrijwilligerswerk bij het ontwikkelen van levens- en arbeidsvaardigheden voor jongeren en is van oordeel dat het Europees Solidariteitskorps jonge Europeanen kan helpen om hun kansen te verruimen buiten hun plaatselijke realiteit.
(14 bis) De COVID-19-pandemie heeft geleid tot een ongekende toename van geestelijke gezondheidsproblemen, met name onder jongeren. Het percentage jongeren met geestelijke gezondheidsproblemen is meer dan verdubbeld ten opzichte van het niveau van vóór de COVID-19-pandemie en vergeleken met andere leeftijdsgroepen. De COVID-19-pandemie heeft ook grote sociale en economische gevolgen gehad. Daarom moeten er in het kader van het Europees Jaar van de jeugd met name duurzame oplossingen worden ontwikkeld om de geestelijke gezondheidsproblemen onder jongeren aan te pakken.
(15) Het Europees Jaar van de jeugd moet ertoe bijdragen dat gevolg wordt gegeven aan de resolutie van de Raad van 1 december 2020 voor het instellen van een Europese jeugdwerkagenda[17] en aan de conclusies van de Raad van 22 mei 2019, 10 december 2019 en 7 december 2017 over respectievelijk jongeren en de toekomst van werk[18], digitaal jeugdwerk[19] en slim jeugdwerk[20].
(16) Om recht te doen aan het belang van de bestrijding van klimaat- en natuurcrises in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs[21] en om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties te verwezenlijken, moet het Europees Jaar van de jeugd bijdragen tot de integratie van klimaat- en natuurgerelateerde acties in het beleid, de faire en inclusieve uitvoering van de Europese Green Deal[22], de missies van Horizon Europa en het pakket Fit for 55[23], met name door jongeren aan te moedigen eigen initiatieven en creatieve ideeën te formuleren om de betrokken streefcijfers te halen.
(17) Het Europees Jaar van de jeugd moet een verdere impuls geven aan de resolutie van het Europees Parlement over doeltreffende maatregelen voor een “groen” Erasmus+, Creatief Europa en het Europees Solidariteitskorps (2019/2195(INI))[24], die benadrukt dat het programma Erasmus+ door de ondersteuning van formele en niet-formele vormen van onderwijs en opleiding en van activiteiten voor jongeren, van cruciaal belang is voor de bewustmaking van de Europese burgers, met name jonge generaties, en hen ertoe aanzet een actief en geïnformeerd standpunt in te nemen over duurzaamheidskwesties en het daarmee verband houdende beleid, en geëngageerde en bewuste toekomstige burgers te worden; en in dit verband de belangrijke rol benadrukt die jongeren en maatschappelijke organisaties spelen bij de uitwisseling van beste praktijken en de uitvoering van projecten die het bewustzijn van jongere generaties over duurzaamheid vergroten.
(17 bis) Het Europees Jaar van de jeugd moet voortbouwen op bestaande programma’s en initiatieven zoals DiscoverEU om de mobiliteit van jongeren te bevorderen, en moet streven naar sterke synergieën met grote Europese evenementen, festivals en initiatieven zoals de Europese Jongerenhoofdstad, de Culturele Hoofdsteden van Europa, de Dag van Europa en de Europese Monumentendagen.
(18) In haar toespraak over de Staat van de Unie heeft voorzitter von der Leyen benadrukt dat “Europa zijn jongeren stuk voor stuk nodig heeft”. Bij de verwezenlijking van zijn doelstellingen moet het Europees Jaar volledig inclusief zijn en de participatie van kansarme personen en personen uit de ultraperifere regio’s actief bevorderen middels de ontwikkeling van een strategie voor inclusie.
(18 bis) Het is belangrijk dat het Europees Jaar van de jeugd bijdraagt tot het vergroten van de belangstelling voor en de actieve deelname van jongeren aan het democratische leven en verkiezingsprocessen, met name op het niveau van de Unie. Volgens de “Post-Election Eurobarometer” van het Europees Parlement van 2019[25] hebben bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 veel meer jongeren hun stem uitgebracht (42 %) dan bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2014 (28 %). De opkomst blijft echter over het algemeen vrij laag.
(19) Het Europees Jaar van de jeugd is stevig verankerd in de door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) erkende beginselen[26]. Met name wordt bij de acties en de activiteiten van het Europees Jaar van de jeugd gestreefd naar volledige ▌gendergelijkheid ▌, naar de volledige garantie van het recht op non-discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, en naar de bevordering van de toepassing van het Handvest. De EU-strategie voor de rechten van het kind[27] en de Europese kindergarantie[28] vormen een nieuwe maatstaf voor de verzorging en vertegenwoordiging van kinderen en tieners en erkennen kinderen en jongeren als actieve burgers en aanjagers van verandering.
(20) Om ervoor te zorgen dat het Europees Jaar van de jeugd efficiënt en doeltreffend wordt uitgevoerd, moet zoveel mogelijk van reeds bestaande uitvoeringsmechanismen worden gebruikgemaakt. Om de meerwaarde van het Europees Jaar optimaal te benutten en voor een ondubbelzinnig positieve bijkomende impact op Europese jongeren te zorgen, moet er met name naar synergie en complementariteit worden gestreefd tussen en moet er worden voortgebouwd op de programma’s van het Europees Jaar en die van de Unie – onder meer de specifiek aan jongeren gewijde programma’s met een internationale dimensie en de programma’s zonder transnationaal of internationaal karakter, vooral die met betrekking tot onderwijs en opleiding, sport, cultuur en media, jeugd en jeugdgezondheid, ook op geestelijk vlak, solidariteit, vrijwilligerswerk, werkgelegenheid en sociale inclusie, onderzoek en innovatie, industrie en ondernemerschap, digitaal beleid, landbouw en plattelandsontwikkeling – met bijzondere aandacht voor jonge landbouwers –, milieu en klimaat, cohesiebeleid, migratie, migratie, veiligheid en internationale samenwerking en ontwikkeling – en met de activiteiten van de lidstaten.
(21) Door een kader te creëren waarin die doelstellingen tegelijkertijd op Unie-, nationaal, regionaal en lokaal niveau worden bevorderd, kan voor meer synergie worden gezorgd en kunnen de middelen beter worden benut. De Commissie moet in dat verband tijdig informatie verstrekken aan en nauw samenwerken met het Europees Parlement, de Raad, de lidstaten, het Comité van de Regio’s, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de instanties en verenigingen die op Unieniveau op het gebied van jeugdzaken actief zijn. De lidstaten worden ook aangemoedigd onderling samen te werken om ervoor te zorgen dat de voor het Europees Jaar van de jeugd ontwikkelde activiteiten een Europese dimensie hebben.
(22) Het Europees Jaar van de jeugd moet ook bijzondere aandacht schenken aan acties en activiteiten met een potentiële Europese meerwaarde. Het begrip Europese toegevoegde waarde moet ruim worden opgevat en op verschillende manieren worden aangetoond, bijvoorbeeld wanneer acties of activiteiten een transnationaal karakter hebben, met name met betrekking tot samenwerking met het oog op een duurzaam systemisch effect, of bijdragen tot de Europese identiteit van jongeren en hun kennis van en betrokkenheid bij Europese gemeenschappelijke waarden en grondrechten, en tot het vermogen om deel te nemen aan de representatieve en participatieve democratie van de Unie.
(23) Op het niveau van de Unie moet de noodzakelijke financiële toewijzing voor de uitvoering van dit besluit worden vastgesteld binnen ▌het meerjarig financieel kader 2021-2027. Onverminderd de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit moet worden gestreefd naar financiële middelen voor de uitvoering van dit besluit ten belope van ten minste 10 miljoen EUR alsook naar de oprichting van een specifieke begrotingslijn hiervoor. Als financiële middelen beschikbaar zijn, moet het mogelijk zijn om medefinanciering ter ondersteuning van het Europees Jaar van de jeugd te verstrekken uit de begroting van de Unie, overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op de betrokken programma’s ▌. Het Europees Jaar van de jeugd moet voornamelijk worden gefinancierd door gebruik te maken van de marge en speciale instrumenten die beschikbaar zijn in het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027. De financiering van het Europees Jaar van de jeugd mag niet ten koste gaan van de financiering van projecten in het kader van lopende programma’s van de Unie. Uit begrotingslijnen die geen verband houden met projecten in het kader van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps mag slechts een beperkte bijdrage in overweging worden genomen. Om een blijvend resultaat te garanderen en ervoor te zorgen dat er wordt voortgebouwd op de goede praktijken die tijdens het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 zijn opgedaan, moet er nog eens 2 miljoen EUR worden uitgetrokken voor activiteiten die in 2023 zullen worden uitgevoerd.
(23 bis) Het Europees Jaar van de jeugd moet bijdragen tot de ontwikkeling van partnerschappen met en tussen jongeren en jongerenorganisaties uit kandidaat-lidstaten en de zuidelijke en oostelijke buurlanden, waarbij gebruik moet worden gemaakt van bestaande platforms voor dialoog en partnerschappen tussen jongeren, zoals de AU-EU Youth Cooperation Hub, de Youth Sounding Board van de EU en “Europese jongeren samen”.
(24) Aangezien de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar wegens de omvang en de gevolgen van het voorgestelde optreden beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(25) Gezien de gevolgen van COVID-19 voor jongeren waardoor het dringend noodzakelijk is – conform de doelstelling van dit Jaar – na de pandemie jongeren eer te bewijzen, te ondersteunen en met hen in dialoog te treden, moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van acht weken als bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
(26) Met het oog op een snelle uitvoering van het Europees Jaar van de jeugd moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Het jaar 2022 wordt uitgeroepen tot “Europees Jaar van de jeugd 2022” (hierna “het Europees Jaar” genoemd).
Artikel 2
Doelstellingen
Overeenkomstig de doelstellingen van de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 en de Europese jeugddoelstellingen bestaat de algemene doelstelling van het Europees Jaar erin een impuls te geven aan de inspanningen van de Unie, de lidstaten, de regionale en lokale autoriteiten en actoren van het maatschappelijk middenveld om de jongeren na de pandemie op de lange termijn te empoweren, eer te bewijzen, te ondersteunen en met hen in dialoog te treden. Het Europees Jaar beoogt vooral:
1. jongeren, op die de COVID-19-pandemie een negatieve impact heeft gehad, opnieuw positieve vooruitzichten te bieden; te benadrukken hoe de groene en de digitale transitie ▌kansen bieden ▌voor jongeren en de samenleving als geheel; inspiratie uit de activiteiten, standpunten en inzichten van jongeren te putten om het gemeenschappelijk project van de Europese Unie verder te versterken en te bezielen; en naar jongeren te luisteren, waarbij rekening wordt gehouden met hun noden en punten van zorg, die onder meer naar voren zijn gekomen tijdens de Conferentie over de toekomst van Europa, en ze steun krijgen om concrete en inclusieve mogelijkheden en doelstellingen te ontwikkelen, met optimale gebruikmaking van de instrumenten van de Unie,
2. alle jongeren – en vooral kansarme jongeren, jongeren uit achtergestelde milieus, tot kwetsbare en gemarginaliseerde groepen behorende jongeren en jongeren uit perifere, minder ontwikkelde en plattelandsgebieden – aan te moedigen en in staat te stellen pertinente kennis en vaardigheden te verwerven en meer inzicht te krijgen in de omgeving waarin zij zich bevinden en aldus actieve en geëngageerde burgers en aandrijvers van verandering te worden, geïnspireerd door een Europees gevoel van samenhorigheid, met inbegrip van extra inspanningen om de capaciteit ter bevordering van jongerenparticipatie en burgerparticipatie van jongeren en alle belanghebbenden die zich voor hun belangen inzetten, op te bouwen en rekening houdend met de bijdrage van jongeren uit diverse milieus tot belangrijke raadplegingsprocessen, zoals de Conferentie over de toekomst van Europa en de EU-jongerendialoog,
3. alle jongeren te helpen meer inzicht te krijgen in het overheidsbeleid op EU-, nationaal, regionaal en lokaal niveau en de diverse uit dit overheidsbeleid voortvloeiende mogelijkheden voor jongeren actief te promoten, om hun persoonlijke, sociale, economische en professionele ontwikkeling in een groene, digitale en inclusieve wereld te ondersteunen en de resterende belemmeringen daarvoor systematisch weg te nemen,
4. het jeugdbeleid te integreren in alle relevante beleidsterreinen van de Unie, in overeenstemming met de EU-strategie voor jongeren 2019-2027, om ervoor te zorgen dat op elk niveau van het EU-besluitvormingsproces terdege rekening wordt gehouden met het perspectief van de jeugd.
Artikel 3
Soort maatregelen
1. De maatregelen die moeten worden genomen om de in artikel 2 beschreven doelstellingen te verwezenlijken, omvatten de volgende activiteiten met betrekking tot de doelstellingen van het Europees Jaar op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau en – in voorkomend geval – in partnerlanden:
a) conferenties, culturele en andere evenementen en op jongeren gerichte beleidsinitiatieven ter bevordering van een inclusief en toegankelijk debat over de uitdagingen – waaronder de gevolgen van de COVID-19-pandemie – waarmee jongeren, met inbegrip van kansarme jongeren en tot kwetsbare groepen behorende jongeren, worden geconfronteerd, in het bijzonder in verband met hun maatschappelijke situatie en werkomstandigheden, zoals de problemen van onbetaalde stages, de validering van vaardigheden die via niet-officieel en informeel onderwijs zijn verworven, en de versterking van jeugdwerk en structuren voor geestelijk welzijn, en over de maatregelen die belanghebbenden op verschillende niveaus kunnen nemen;
b) de bevordering van jongerenparticipatie en de verbetering van bestaande instrumenten, kanalen en programma’s die jongeren in staat stellen met beleidsmakers in contact te treden, door ervaringen en goede praktijken in kaart te brengen, te verzamelen en uit te wisselen en door beleidsmakers meer bewust te maken van deze mechanismen;
c) het verzamelen van ideeën met behulp van participatieve methoden in een poging het Europees Jaar gezamenlijk gestalte te geven en met als doel langetermijnprojecten en -beleid voor de Europese jeugd te ontwikkelen;
d) informatie-, educatieve en voorlichtingscampagnes om waarden als respect, gelijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit, vrijwilligerswerk, samenhorigheidsgevoel, veiligheid en het gevoel te worden gehoord en gerespecteerd uit te dragen en om jongeren te stimuleren actief bij te dragen tot de opbouw van een inclusievere, groenere en digitalere samenleving;
e) het creëren van ruimten en instrumenten voor de uitwisseling van ideeën over de wijze waarop uitdagingen en ideeën met behulp van de nodige ondernemersgeest in kansen en handelingen kunnen worden omgezet, waarbij tegelijk creativiteit, gemeenschapsgevoel en samenwerking worden bevorderd;
f) het verrichten van studies en onderzoek naar de situatie van jongeren in de Unie – onder meer door Europese geharmoniseerde statistieken te produceren en te gebruiken, samen met andere relevante gegevens uit bijvoorbeeld EU-statistieken, de jongerenwiki, het EU-jeugdverslag en de Youth Progress Index – en het promoten en verspreiden van de resultaten op Europees, nationaal of regionaal niveau;
g) het promoten van programma’s, financieringsmogelijkheden, projecten, acties en netwerken die voor jongeren van belang zijn, onder meer via de sociale media en onlinegemeenschappen.
2. De Commissie moet vaststellen welke andere bestaande activiteiten kunnen bijdragen tot de doelstellingen van het Europees Jaar en toestaan dat naar het Europees Jaar wordt verwezen als naar een label om die activiteiten te promoten, mits ze bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstellingen. Ook de Europese instellingen en de lidstaten kunnen dergelijke andere activiteiten vaststellen en aan de Commissie voorstellen.
Artikel 4
Coördinatie op nationaal niveau
Het is aan de lidstaten om de deelname aan het Europees Jaar op nationaal niveau te organiseren. De lidstaten stellen daartoe nationale coördinatoren aan. De nationale coördinatoren zorgen voor de coördinatie van relevante activiteiten op nationaal niveau. Ze zorgen ook voor de actieve betrokkenheid en inzet van jongeren, nationale jeugdraden en andere maatschappelijke organisaties voor jongeren bij de gezamenlijke uitwerking en uitvoering van de activiteiten van het Jaar.
Artikel 5
Coördinatie op het niveau van de Unie
1. De Commissie en de EU-jongerencoördinator richten een taakgroep op bestaande uit de nationale coördinatoren, jongerenvertegenwoordigers met concrete ervaring, vertegenwoordigers van de Commissie en vertegenwoordigers van het Europees Parlement om de organisatie van het Europees Jaar te coördineren. Deze bijeenkomsten bieden ook de gelegenheid om informatie over de uitvoering van het Europees Jaar op nationaal en Unieniveau uit te wisselen. ▌
2. Op het niveau van de Unie wordt het Europees Jaar transversaal gecoördineerd om synergie tot stand te brengen tussen de verschillende programma’s en initiatieven van de Unie die voor jongeren van belang zijn. Op nationaal niveau moet terdege rekening worden gehouden met deze coördinatie.
3. De Commissie belegt bijeenkomsten van belanghebbenden en vertegenwoordigers van organisaties of instanties die op het gebied van jeugdzaken actief zijn, waaronder het Europese Jeugdforum en andere jongerenverenigingen, om het Europees Jaar op het niveau van de Unie mee vorm te helpen geven en te helpen uitvoeren.
Artikel 5 bis
Begroting[29]
De financiële middelen voor de uitvoering van dit besluit voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 bedragen 10 miljoen EUR.
Ter ondersteuning van activiteiten die in 2023 zullen worden uitgevoerd met als doel een blijvend resultaat van het Europees Jaar te garanderen, wordt voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 een aanvullend bedrag van 2 miljoen EUR uitgetrokken.
Het Europees Parlement en de Raad keuren de jaarlijkse kredieten goed binnen de grenzen van het meerjarig financieel kader 2021-2027.
Artikel 5 ter
Medefinanciering
Medefinanciering ter ondersteuning van de uitvoering van het Europees Jaar wordt verstrekt uit programma’s en financieringsinstrumenten van de Unie, overeenkomstig de voor die programma’s en instrumenten geldende regels.
Artikel 6
Samenwerking op internationaal niveau
Met het oog op het Europees Jaar werkt de Commissie – waar nodig – samen met internationale partners en bevoegde internationale organisaties, waarbij de zichtbaarheid van de deelname van de Unie wordt gewaarborgd. De Commissie werkt vooral samen met de Raad van Europa – onder meer in het kader van het partnerschap voor jongeren tussen de EU en de Raad van Europa – en met internationale jongerennetwerken en -organisaties.
Artikel 7
Monitoring en evaluatie
De Commissie dient uiterlijk 31 december 2023 een verslag in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de uitvoering, de resultaten en de algemene beoordeling van de in dit besluit vastgestelde initiatieven.
Het in de eerste alinea bedoelde verslag omvat ideeën voor verdere gezamenlijke inspanningen op het gebied van de jeugd, met als doel voor een blijvend resultaat te zorgen.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Europees Jaar van de jeugd 2022 |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2021)0634 – C9-0379/2021 – 2021/0328(COD) |
|||
Datum indiening bij EP |
14.10.2021 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
CULT 21.10.2021 |
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
EMPL 21.10.2021 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
EMPL 22.10.2021 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Sabine Verheyen 21.10.2021 |
|
|
|
Vereenvoudigde procedure - datum besluit |
21.10.2021 |
|||
Behandeling in de commissie |
25.10.2021 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
12.11.2021 |
|
|
|
Datum indiening |
16.11.2021 |
- [1] Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
- [2] Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
- [*] Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.
- [3] PB C van , blz. .
- [4] PB C van , blz. .
- [5] Verklaring en stappenplan van Bratislava - Consilium (europa.eu)
- [6] De Verklaring van Rome (europa.eu)
- [7] soteu_2021_address_nl_1.pdf (europa.eu)
- [8] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52020DC0790&from=EN
- [9] 21252030 Agenda for Sustainable Development web.pdf (un.org)
- [10] PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4.
- [11] pdf (europa.eu)
- [12] Aangenomen teksten - Versterking van de jongerengarantie - Donderdag 8 oktober 2020 (europa.eu)
- [13] Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0371.
- [14] PB C 395 van 29.9.2021, blz. 101.
- [15] pdf (europa.eu)
- [16] Aangenomen teksten - De gevolgen van COVID-19 voor jongeren en sport - Woensdag 10 februari 2021 (europa.eu)
- [17] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=uriserv:OJ.C_.2020.415.01.0001.01.ENG
- [18] pdf (europa.eu)
- [19] Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over digitaal jeugdwerk 2019/C 414/02 - Bureau voor publicaties van de EU (europa.eu)
- [20] Conclusies van de Raad over slim jeugdwerk (europa.eu)
- [21] Overeenkomst van Parijs | Klimaatactie (europa.eu)
- [22] Een Europese Green Deal | Europese Commissie (europa.eu)
- [23] Het EU-plan voor een groene transitie - Consilium (europa.eu)
- [24] Aangenomen teksten - Doeltreffende maatregelen voor een “groen” Erasmus+, Creatief Europa en het Europees Solidariteitskorps - Dinsdag 15 september 2020 (europa.eu)
- [25] https://www.europarl.europa.eu/at-your-service/nl/be-heard/eurobarometer/2019-european-elections-entered-a-new-dimension
- [26] text_nl.pdf (europa.eu)
- [27] COM(2021) 142 final.
- [28] Aanbeveling van de Raad van 14 juni 2021 (EU)2021/1004.
- [29] Er zij op gewezen dat de verwijzingen naar de begrotingslijn in overweging 23 en de bedragen in artikel 5 bis afhankelijk zijn van en moeten worden afgestemd op de resultaten van de overlegprocedure betreffende de begroting van de Unie voor 2022.