VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de verlenging van de toepassingsperiode van de facultatieve verleggingsregeling voor leveringen van bepaalde fraudegevoelige goederen en diensten en van het snellereactiemechanisme tegen btw-fraude
26.4.2022 - (COM(2022)0039 – C9‑0053/2022 – 2022/0027(CNS)) - *
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Markus Ferber
(Vereenvoudigde procedure – Artikel 52, lid 1, van het Reglement)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de verlenging van de toepassingsperiode van de facultatieve verleggingsregeling voor leveringen van bepaalde fraudegevoelige goederen en diensten en van het snellereactiemechanisme tegen btw-fraude
(COM(2022)0039 – C9‑0053/2022 – 2022/0027(CNS))
(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2022)0039),
– gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9‑0053/2022),
– gezien artikel 82 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A9‑0128/2022),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel;
2. verzoekt de Commissie een effectbeoordeling uit te voeren van de verleggingsregeling voordat de verlenging van de toepassingsperiode van deze regeling wordt doorgevoerd;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de door het Parlement goedgekeurde tekst;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.
TOELICHTING
Krachtens artikel 193 van de btw-richtlijn is de belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht, in de regel de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.
In afwijking kan op grond van de verleggingsregeling worden toegestaan dat de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon wordt aangewezen.
In het kader van deze verleggingsregeling wordt de btw niet door de leverancier, maar door de afnemer (een belastingplichtige) in zijn btw-aangifte in rekening gebracht. Deze btw wordt vervolgens in dezelfde btw-aangifte afgetrokken, zodat, voor zover deze persoon een volledig recht op aftrek heeft, het resultaat nihil is.
De verleggingsregeling wordt gebruikt om fraude en met name ploffraude in het intracommunautaire handelsverkeer te bestrijden.
De verleggingsregeling op basis van artikel 199 bis van de btw-richtlijn is facultatief voor de lidstaten. De regeling stelt hen in staat dit soort fraude te bestrijden in de vooraf bepaalde gevoelige gebieden op hun grondgebied waar doorgaans sprake is van fraude.
Het snellereactiemechanisme van artikel 199 ter is een uitzonderingsmaatregel op grond waarvan de lidstaten in gevallen van dwingende urgentie een tijdelijke verleggingsregeling kunnen invoeren voor leveringen van goederen en diensten in sectoren waarin er plots op grote schaal fraude wordt gepleegd, en die niet in artikel 199 bis van de btw-richtlijn zijn vermeld.
Artikel 199 bis van de btw-richtlijn is ingevoerd voor de periode van 2010 tot en met 30 juni 2015 en is voor het eerst met wijzigingen verlengd tot en met 31 december 2018.
Artikel 199 ter van de btw-richtlijn is ingevoerd voor de periode van 2013 tot en met 31 december 2018.
Vervolgens zijn de artikelen 199 bis en 199 ter van de btw-richtlijn verlengd tot en met 30 juni 2022.
In de btw-richtlijn staat uitdrukkelijk dat de lidstaten op de verleggingsregeling toezicht moeten houden en aan de Commissie verslag moeten uitbrengen. Bovendien is de Commissie verzocht uiterlijk op 1 januari 2018 een algemeen evaluatieverslag over de effecten van de verleggingsregeling in te dienen.
Het huidige voorstel bestaat uit twee delen:
• Het schrappen van alle verzoeken om monitoring en beoordeling van het verleggingsmechanisme.
• Het aanvragen van een verdere verlenging van de artikelen 199 bis en 199 ter van de btw-richtlijn (d.w.z. de verleggingsregeling en het snellereactiemechanisme) tegen eind 2025.
De Commissie acht de periode tot eind 2025 een redelijke termijn om de Raad in staat te stellen de onderhandelingen over het definitieve btw-stelsel af te ronden.
Het is zaak over te schakelen op een definitief btw-stelsel dat gebaseerd is op het beginsel van belastingheffing in het land van bestemming. De Commissie acht het dan ook passend de in de artikelen 199 bis en 199 ter vervatte maatregelen te verlengen tot en met 31 december 2025.
De rapporteur is het eens met de verlenging van de maatregelen tot 2025. Indien tegen het einde van 2025 echter noch het definitieve stelsel, noch de regels inzake btw in het digitale tijdperk van kracht zijn, meent de rapporteur dat een nieuwe beoordeling van het verleggingsmechanisme de hoogste prioriteit heeft voordat een verdere verlenging wordt toegekend.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de verlenging van de toepassingsperiode van de facultatieve verleggingsregeling voor leveringen van bepaalde fraudegevoelige goederen en diensten en van het snellereactiemechanisme tegen btw-fraude |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2022)0039 – C9-0053/2022 – 2022/0027(CNS) |
|||
Datum raadpleging EP |
1.3.2022 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
ECON 7.3.2022 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Markus Ferber 3.3.2022 |
|
|
|
Vereenvoudigde procedure - datum besluit |
20.4.2022 |
|||
Behandeling in de commissie |
20.4.2022 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
20.4.2022 |
|
|
|
Datum indiening |
26.4.2022 |