VERSLAG over de gevolgen van nieuwe technologieën voor belastingheffing: crypto en blockchain
11.7.2022 - (2021/2201(INI))
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Lídia Pereira
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de gevolgen van nieuwe technologieën voor belastingheffing: crypto en blockchain
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 15 juli 2020, getiteld “Actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie” (COM(2020)0312),
– gezien het voorstel van de Commissie van 24 september 2020 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in cryptoactiva (COM/2020/0593),
– gezien de mededeling van de Commissie van 24 september 2020 over een EU-strategie voor het digitale geldwezen (COM(2020)0591),
– gezien het verslag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) van 12 oktober 2020, getiteld “Taxing Virtual Currencies: An Overview of Tax Treatments and Emerging Tax Policy Issues”,
– gezien de mededeling van de Commissie van 18 mei 2021, getiteld “Belastingheffing van ondernemingen in de 21e eeuw” (COM(2021)0251),
– gezien het werkdocument van 2021 van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie over belastingheffing en structurele hervormingen, getiteld “Cryptocurrencies: an empirical view from a tax perspective”,
– gezien het voorstel van de Commissie van 20 juli 2021 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldovermakingen van geld en van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie (COM(2021)422),
– gezien het werkdocument van de Wereldbank, getiteld “Crypto-Assets Activity around the World: Evolution and Macro-Financial Drivers”, gepubliceerd op 8 maart 2022,
– gezien het document voor openbare raadpleging van de OESO, gepubliceerd op 22 maart 2022 onder de titel: “Crypto-Asset Reporting Framework and Amendments to the Common Reporting Standard”,
– gezien zijn studie van 15 oktober 2018, getiteld “VAT fraud: economic impact, challenges and policy issues”, zijn studie van juli 2018, getiteld “Cryptocurrencies and blockchain – Legal context and implications for financial crime, money laundering and tax evasion”, en zijn studie van 15 februari 2018, getiteld “Impact of Digitalisation on International Tax Matters”,
– gezien zijn studie van 21 oktober 2021, getiteld “Exploring the opportunities and challenges of new technologies for EU tax administration and policy”,
– gezien artikel 54 van het Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A9-0204/2022),
A. overwegende dat het gebruik van nieuwe technologieën op de interne markt van de EU en de digitalisering van de belastingdiensten in heel Europa de relatie tussen belastingbetalers, dat wil zeggen burgers en bedrijven, enerzijds en de nationale belastingdiensten anderzijds veranderen; overwegende dat de EU een leidende rol kan spelen door te waarborgen dat de procedurele en technische aspecten van de digitalisering van de belastingdiensten worden gecoördineerd om te voorkomen dat de interoperabiliteit van nationale technische platforms wordt belemmerd;
B. overwegende dat de verschillende kenmerken van de verschillende soorten cryptoactiva en de grens tussen de verschillende soorten cryptoactiva van belang kunnen zijn voor het bepalen van de fiscale behandeling ervan;
C. overwegende dat uit de marktdynamiek van cryptoactiva blijkt dat er een duidelijk, stabiel en transparant rechtskader tot stand moet worden gebracht;
D. overwegende dat de belastingdiensten vandaag de dag heel wat problemen moeten overwinnen om te komen tot een doeltreffende fiscale handhaving en in het bijzonder grensoverschrijdende samenwerking, gezien de versnelling van digitale transacties, de toenemende mobiliteit van belastingbetalers, het aantal grensoverschrijdende transacties, de internationalisering van economische activiteiten en bedrijfsmodellen en de risico’s van dubbele belasting of complexe, agressieve belastingregelingen;
E. overwegende dat de belastingdiensten alert moeten blijven op mogelijke risico’s voor de houdbaarheid van belastingstelsels en op hun vermogen om de nationale en Europese wettelijke kaders inzake belastingheffing te handhaven;
F. overwegende dat nieuwe technologische oplossingen, zoals blockchain, door belastingdiensten kunnen worden gebruikt om beter tegemoet te komen aan de behoeften van belastingbetalers, informatie uit te wisselen tussen jurisdicties, voor diverse soorten registratie, maar dat dergelijke technologieën ook misbruikt kunnen worden en kunnen dienen voor illegale activiteiten met de criminele intentie om geen belasting te betalen; overwegende dat met name de verhoogde zichtbaarheid van blockchaintransacties de belastingdiensten zou kunnen helpen bij het bestrijden van belastingfraude;
G. overwegende dat verscheidene belastingdiensten in heel Europa nu al belangrijke stappen zetten op weg naar de digitalisering van processen – zij het niet in dezelfde mate – als gevolg waarvan de naleving van de belastingwetgeving gemakkelijker, sneller en doeltreffender wordt; overwegende dat het gebruik van nieuwe technologieën tussen de lidstaten onderling nog altijd sterk verschilt; overwegende dat de nationale belastingdiensten in het algemeen nog een zetje nodig hebben om meer stimulansen en bewustmakingsmaatregelen in het leven te roepen en zo het potentieel van de technologische en digitale transformatie te benutten; overwegende dat technologie de samenwerking tussen verschillende overheidsinstanties kan bevorderen, met name in belastingaangelegenheden;
H. overwegende dat belastingdiensten de huidige belastingpraktijken binnen de interne markt moeten aanpassen wegens het toenemende gebruik van cryptoactiva; overwegende dat de identificatie van belastinggerelateerde activiteiten op de markt in cryptoactiva complex is, aangezien deze markt minder gebruikmaakt van traditionele financiële tussenpersonen die doorgaans informatie verstrekken voor belastingdoeleinden;
I. overwegende dat vijf van de 27 lidstaten specifieke wettelijke bepalingen inzake de belastingheffing op cryptoactiva hanteren; overwegende dat 19 lidstaten specifieke administratieve richtsnoeren inzake de belastingheffing op cryptoactiva hanteren;
J. overwegende dat de Common Reporting Standard (CRS) van de OESO de internationale fiscale transparantie ten goede is gekomen door van jurisdicties te verlangen dat zij informatie over buitenlandse activa bij financiële instellingen opvragen en die informatie jaarlijks automatisch uitwisselen met de jurisdicties van de woonplaats van belastingplichtigen; overwegende dat cryptoactiva echter in de meeste gevallen niet onder het toepassingsgebied van de CRS vallen, die geldt voor traditionele financiële activa en fiduciaire valuta;
K. overwegende dat men zich internationaal inspant en zich ertoe verbindt om de gelijke fiscale behandeling van de digitale economie beter te reguleren; overwegende dat cryptoactiva volgens de OESO kunnen worden misbruikt om bestaande internationale initiatieven op het gebied van fiscale transparantie te ondermijnen; overwegende dat het in dit verband van cruciaal belang is dat de EU een leidende rol op zich neemt, met name in de vorm van nauwe samenwerking tussen de lidstaten om cryptoactiva op een eerlijke en transparante wijze te belasten;
L. overwegende dat de wereldeconomie verandert en in toenemende mate gedigitaliseerd wordt en dat de beginselen die ten grondslag liggen aan het huidige internationaal belastingkader geleidelijk achterhaald raken en niet langer kunnen waarborgen dat de winst wordt belast in het land waar die winst uit economische activiteiten wordt gegenereerd en waar de waarde wordt gecreëerd;
M. overwegende dat er geen internationaal instrument bestaat voor de belastingheffing op cryptoactiva en dat verschillende landen in dit kader een breed scala aan benaderingen hanteren; overwegende dat de EU op de desbetreffende internationale platforms het voortouw moet nemen bij de totstandbrenging van inclusievere financiële participatie van burgers, zowel binnen als buiten haar grenzen;
N. overwegende dat de OESO in haar verslag uit 2020 over het belasten van virtuele valuta een aantal wezenlijke aspecten benoemt die aan de orde moeten worden gesteld: de definitie van “belastbare feiten”, de vormen van inkomsten die verbonden zijn aan virtuele valuta en de manier waarop de belastingheffing kan worden afgestemd op de aard en dynamiek van cryptoactiva teneinde winsten op eerlijke en doeltreffende wijze vast te leggen;
O. overwegende dat de Unie al belangrijke stappen heeft gezet voor het opstellen van een duidelijke definitie van bepaalde cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten en, in bredere zin, voor het tot stand brengen van een geschikt regelgevingskader voor cryptoactiva – de verordening betreffende markten in cryptoactiva (MiCA); overwegende dat dit kader en deze definities de eerlijke en eenvoudige belastingheffing op deze activa zullen bevorderen; overwegende dat de definities van dergelijke cryptoactiva moeten aansluiten bij internationale normen, met name de normen die ontwikkeld zijn door de OESO en de Financiële-actiegroep;
P. overwegende dat de definities van cryptoactiva in de hele EU uniform moeten zijn en moeten worden afgestemd op internationale normen; overwegende dat hetzelfde cryptoactief overal in de EU op verschillende manieren als “belastingobject” kan worden aangemerkt, wat leidt tot een uiteenlopende fiscale behandeling;
Q. overwegende dat bepaalde terreinen van het belastingbeleid een nationale bevoegdheid zijn en dat samenwerking tussen de lidstaten essentieel blijft en nodig is om de uitdagingen voor de integriteit van de interne markt aan te pakken, onder meer het toenemende gebruik van cryptoactiva; overwegende dat een kader van 27 sterk uiteenlopende benaderingen van de belastingheffing op cryptoactiva kan leiden tot aanzienlijke belemmeringen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de digitale eengemaakte markt; overwegende dat er derhalve duidelijk behoefte is aan coördinatie en samenwerking op EU-niveau;
R. overwegende dat de EU en haar interne markt moeten zorgen voor een innovatievriendelijk klimaat voor bedrijven (met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en startende ondernemingen) op het vlak van nieuwe technologieën voor financiële diensten en cryptoactiva; overwegende dat er voor het bereiken van dit hoofddoel behoefte is aan een krachtig engagement van de lidstaten om met name op fiscaal gebied beleidsmaatregelen te nemen die zorgen voor een stabiel, duidelijk en solide regelgevingskader waarbinnen ondernemingen kunnen gedijen en bijdragen tot economische groei; overwegende dat deze inspanningen tot slot vergen dat er een sterke motivatie aan de dag wordt gelegd om de rechten van de burgers als belastingbetalers en consumenten van financiële diensten te beschermen;
S. overwegende dat duidelijke richtsnoeren cruciaal zijn voor een eerlijk en doeltreffend belastingstelsel dat, mits de lidstaten dat op efficiënte wijze ten uitvoer leggen, tot nuttige hervormingen kan leiden door te besparen op administratieve kosten en tijd, de toegangsbelemmeringen terug te dringen en de zekerheid en stabiliteit te waarborgen die vereist zijn voor het concurrentievermogen en voor het overbruggen van de kloof tussen ondernemingen, met name voor kmo’s;
T. overwegende dat cryptovaluta snel evolueren en dat beleidsmakers onder gelijke voorwaarden moeten presteren; overwegende dat de gevolgen van het fiscaal beleid en belastingontduiking nog steeds nauwkeurig moeten worden onderzocht, aangezien zij een belangrijk aspect van het algemene regelgevingskader vormen;
U. overwegende dat het Parlement al heeft benadrukt dat “de huidige internationale regels inzake vennootschapsbelasting niet langer geschikt zijn in de context van de digitalisering en mondialisering van de economie” en dat “de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en een groter gebruik van immateriële activa en de toename ervan in de waardeketens vooruitzichten en uitdagingen creëren op het gebied van de traceerbaarheid van economische verrichtingen en belastbare feiten, inclusief het mogelijk maken van praktijken op het gebied van belastingontwijking, met name wanneer deze verrichtingen grensoverschrijdend zijn of plaatsvinden buiten de Unie”[1];
V. overwegende dat de cryptowereld in tegenstelling tot de traditionele financiële wereld soms op gedecentraliseerde wijze is ingericht waardoor het lastiger is om gebruik te maken van tussenpersonen om belastingdiensten bij te staan; overwegende dat dergelijke tussenpersonen vaak relevante informatie verstrekken bij traditionele fiscale rapportageregelingen van derden; overwegende dat waar de cryptosector en het traditionele financiële stelsel samenkomen meestal een tussenpersoon betrokken is voor de uitwisseling van deze informatie;
Het potentieel van nieuwe technologieën zoals blockchain om belastingbetalers beter van dienst te zijn, corrupte praktijken te ontmoedigen, belastingdiensten slagvaardiger te maken en belastingfraude en -ontduiking aan te pakken
1. is van oordeel dat de nationale belastingdiensten beter toegerust moeten worden met de juiste middelen om efficiënte belastinginning te vergemakkelijken, de voorschriften te handhaven, belastingbetalers beter van dienst te zien en toe te zien op de naleving van de regels; verzoekt de lidstaten om zich met het oog op de toenemende uitdagingen in verband met de digitale transitie te verbinden tot toereikende investeringen in personele middelen, onder andere in opleidingen, digitale infrastructuur en gespecialiseerd personeel en apparatuur;
2. verzoekt de Commissie in toekomstige wetgevingsvoorstellen te verkennen hoe kan worden gewaarborgd dat de technologie achter de recentelijk aangenomen wetgeving onlosmakelijk verbonden is met de correcte uitvoering van de wetgeving;
3. wijst erop dat de aanpassing van de IT-capaciteiten van de belastingdiensten met behulp van opkomende technologieën – bijvoorbeeld “distributed ledger”-technologieën zoals blockchain of artificiële intelligentie – intelligente, doeltreffende en efficiënte belasting- en administratieve procedures zou bevorderen, corruptie zou ontmoedigen en terugdringen, de belastingnaleving door burgers en bedrijven zou vergemakkelijken en de traceerbaarheid en identificatie van belastbare transacties en de eigendom van materiële en immateriële activa zou verbeteren in een geglobaliseerde omgeving waar steeds meer grensoverschrijdende transacties plaatsvinden, en zodoende mogelijkheden zou creëren voor betere en eerlijker ingerichte belastingstelsels om zowel mobiele belastingbetalers als activa te belasten; verzoekt de Commissie de gevolgen voor de gegevensbescherming en voor de inkomsten van de invoering van een mogelijke belasting op de opslag van persoonsgegevens te analyseren en te evalueren;
4. benadrukt dat opkomende technologieën zoals “distributed ledger” en blockchain, door hun unieke kenmerken zoals traceerbaarheid en hun capaciteit om onveranderbare en betrouwbare gegevens op te slaan, waardoor de integriteit van die gegevens wordt beschermd, een nieuwe manier zouden kunnen zijn om de belastinginning te automatiseren; is van mening dat als dit werkelijkheid wordt mensen betalen wat zij verschuldigd zijn, de naleving van de belastingwetgeving efficiënt verloopt en dat de inning van belastinginkomsten aan de bron van de verschillende fasen van de levenscyclus van een product of dienst tijdig wordt vergemakkelijkt, terwijl de persoonsgegevens van burgers worden beschermd en een hoog niveau van gegevensbescherming wordt gewaarborgd;
5. benadrukt dat het noodzakelijk is na te gaan hoe technologie het best kan worden ingezet om de analytische capaciteit van de belastingdiensten te versterken (via betere gegevensanalyse), om gegevens te standaardiseren teneinde de naleving van de belastingwetgeving te vergemakkelijken voor kmo’s en belastingbetalers (onder andere door middel van gezamenlijke rapportagestandaarden) en om ervoor te zorgen dat de belastingheffing beter aansluit bij het ondernemingsklimaat in het digitale tijdperk terwijl tegelijkertijd een hoog niveau van gegevensbescherming gewaarborgd wordt;
6. neemt kennis van de oprichting van de EU-gemeenschap voor geavanceerde internationale administratieve samenwerking (EU AIAC Community) en van de waardevolle bijdrage van de EU-top inzake belastingdiensten (Tax Administrations EU Summit – TADEUS) aan het debat over de gevolgen van nieuwe technologieën voor het werk van de nationale belastingdiensten; verzoekt de Commissie dan ook deze fora te betrekken bij het opzetten van een speciaal opleidingsprogramma voor het personeel van belastingdiensten over het gebruik van nieuwe technologieën in de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking, en voort te bouwen op hun rol bij de verbetering van de interoperabiliteit van belastingstelsels wat betreft de standaardisering van gegevens en automatische gegevensuitwisseling in real time in een grensoverschrijdende context; herinnert eraan dat een dergelijk programma onderdeel moet zijn van de activiteiten in het kader van het Fiscalis-programma;
7. benadrukt echter dat het gebruik door de belastingdiensten van blockchain, artificiële intelligentie en andere digitale instrumenten voordelen en risico’s met zich meebrengt, hetgeen op passende wijze ondervangen moet worden, met name om inbreuken op de privacy en een vooringenomen en discriminerende behandeling van belastingbetalers te voorkomen;
8. wijst met name op de risico’s die verbonden zijn aan de kwaliteit van de gegevens; merkt in dit verband op dat een blockchain waarbij beperkte toestemming wordt verleend aan tussenpersonen van cruciaal belang is voor belastingdiensten en de integriteit van het systeem kan bevorderen, doordat belastinggegevens, maar ook andere gegevens, hiermee in een veilige omgeving kunnen worden gedeeld;
9. verzoekt de Commissie een beoordeling uit te voeren van de manieren waarop verschillende lidstaten cryptoactiva belasten en van de verschillende nationale beleidsmaatregelen voor de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking op het gebied van cryptoactiva, waarbij de nadruk wordt gelegd op beste praktijken en mogelijke mazen in de wet en slim gebruik wordt gemaakt van de samenwerkingsplatforms op het vlak van belastingen, zoals het Fiscalis-programma; verzoekt de Commissie, met de steun van de Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen), schadelijke belastingpraktijken op het gebied van cryptovaluta in de EU aan te pakken;
10. onderkent dat de impact van nieuwe technologieën als blockchain op belastingaangelegenheden op uiteenlopende manieren kan worden bekeken, afhankelijk van het feit of de nadruk ligt op directe belastingheffing (zoals bronbelasting), indirecte belastingheffing (btw of douanerechten) of naleving; wijst op het potentieel van “distributed ledger”-technologieën om het bronheffingssysteem in elk land efficiënter te maken, maar ook om naadloze grensoverschrijdende procedures te vergemakkelijken en frauduleuze activiteiten te voorkomen; adviseert de Commissie rekening te houden met de specifieke kenmerken van iedere dimensie; verzoekt de Commissie rekening te houden met de bestaande digitale oplossingen in de lidstaten en na te gaan of het mogelijk is om op blockchain gebaseerde oplossingen te integreren in platforms voor informatie-uitwisseling teneinde controles en uitwisseling van informatie in real time te bevorderen, met volledige inachtneming van de EU-regels inzake gegevensbescherming;
11. verzoekt de Commissie na te denken over de oprichting van een nieuw platform voor opleidingen en de uitwisseling van beste praktijken tussen nationale belastingdiensten in verband met de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking in de digitale economie, in het bijzonder door middel van het gebruik van cryptoactiva; begrijpt dat dit nieuwe platform geïntegreerd kan worden in lopende initiatieven, zoals het Fiscalis-programma;
12. verzoekt de Commissie de operationele gevolgen van de blockchain- en andere “distributed ledger”-technologieën en de aspecten hiervan die samenhangen met het bestuur in belastingzaken op de voet te blijven volgen, met name via het Fiscalis-programma;
13. wijst op zijn voorstel voor een initiatief van de Commissie voor “een norm voor onlinerapportering van gegevens voor (in eerste instantie) grensoverschrijdende handel in de Unie ontwerpen en voorstellen, bij voorkeur door gebruik te maken van gegevens afkomstig van e-facturering (of van een alternatief, maar met inachtneming van het beginsel dat de gegevens slechts één keer moeten worden verstrekt), met efficiënte en goed beveiligde gecentraliseerde/gedecentraliseerde gegevensverwerking voor het opsporen van fraude”[2];
14. hamert op zijn verzoek aan de lidstaten om “de hervorming van hun belastinginstanties voort te zetten, de digitalisering te versnellen en te beginnen met het treffen van strategische maatregelen om kmo’s te helpen met de fiscale naleving, alsmede onderzoek te doen naar mogelijkheden om de administratieve lasten te verlichten”[3];
15. verzoekt de Commissie alle mogelijkheden te verkennen die de Europese Blokchaininfrastructuur voor diensten (EBSI) – een peer-to-peernetwerk van onderling verbonden knooppunten die de infrastructuur voor op blockchain gebaseerde diensten exploiteren – de nationale belastingdiensten te bieden heeft, met name met betrekking tot de naleving van de btw-regels, met volledige inachtneming van de hoogste normen op het gebied van gegevensbescherming en privacy, met als doel meervoudige en innovatieve blockchainprotocollen beschikbaar te stellen en met als missie om de nationale belastingdiensten te ondersteunen bij hun aanpassing aan het gebruik van dergelijke technologieën;
16. herinnert aan het belang van het Europees fiscaal identificatienummer (FIN) en verzoekt de Commissie de meerwaarde van op blockchain gebaseerde technologieën te evalueren door een passende grensoverschrijdende fiscale identiteit te garanderen, met hoge normen op het gebied van gegevensbescherming en privacywaarborgen;
Fiscale uitdagingen in verband met cryptoactiva
17. is van oordeel dat over cryptoactiva eerlijke, transparante en doeltreffende belasting moet worden geheven om te zorgen voor eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld met betrekking tot de fiscale behandeling van activa en financiële producten en de aanbieders van financiële diensten; begrijpt dat beslissingen inzake de belastingheffing op cryptoactiva in overeenstemming met de Verdragen onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen; verzoekt de autoriteiten om een vereenvoudigde fiscale behandeling in overweging te nemen voor handelaren die op incidentele basis actief zijn, of voor kleine handelaren en kleine transacties; is voorstander van een innovatievriendelijk klimaat op de digitale eengemaakte markt, waar ondernemers, kmo’s en startende ondernemingen kunnen gedijen, groei kunnen genereren, banen kunnen scheppen en via belastinginkomsten kunnen bijdragen aan het economisch herstel op basis van een doeltreffend regelgevingskader;
18. stelt vast dat exploitanten in de digitale economie aanzienlijke bedrijfsactiviteiten kunnen ontplooien in een lidstaat zonder daar fysiek aanwezig te zijn, en dat de in een bepaalde jurisdictie betaalde belastingen niet noodzakelijkerwijs de daar gegenereerde waarde en winsten weerspiegelen; benadrukt derhalve dat het begrip “permanente vestiging” moet worden aangepast en wel met een duidelijke definitie van “virtuele permanente vestiging”, in overeenstemming met de internationale normen; herinnert derhalve aan het belang van een doeltreffende omzetting van pijler 1 van het inclusieve kader van de OESO/G20 inzake grondslaguitholling en winstverschuiving;
19. onderkent dat de definitie van de belastinggrondslag voor cryptoactiva een van de kernpunten van het belastingbeleid is; stelt vast dat er momenteel geen internationaal overeengekomen standaarddefinitie bestaat van cryptoactiva en van de soorten activa die daaronder moeten vallen; is zich ervan bewust dat een dergelijke definitie een hoofdprioriteit moet vormen in het Europese wetgevingskader teneinde een leidende positie van de Unie op internationaal niveau te waarborgen; begrijpt dat de OESO in opdracht van de G20 bezig is met het opstellen van een nieuw mondiaal kader voor fiscale transparantie met het oog op de rapportage en uitwisseling van informatie met betrekking tot cryptoactiva;
20. meent dat er uit fiscaal oogpunt een duidelijke, breed gedragen definitie van cryptoactiva moet worden vastgesteld; benadrukt dat deze definitie in overeenstemming moet zijn met de definitie in de verordening betreffende markten in cryptoactiva; hamert op systematische samenhang tussen de verschillende rechtsinstrumenten die cryptoactiva reguleren of zullen reguleren (bijvoorbeeld de MiCA-verordening, de verordening betreffende geldovermakingen[4], de richtlijn administratieve samenwerking[5] en andere initiatieven ter bestrijding van het witwassen van geld) en vindt het bovenal van belang dat de rechtszekerheid en stabiliteit worden gewaarborgd;
21. wijst erop dat er bij cryptoactiva verschillende opties bestaan voor het definiëren van een relevant belastbaar feit, zoals het creëren van munten door middel van delving, de omwisseling van cryptoactiva voor fiduciaire valuta of andere cryptoactiva, “hard fork” of “crypto staking”; merkt op dat het noodzakelijk is een samenhangende definitie van een belastbaar feit vast te stellen teneinde een passend niveau van belastheffing te waarborgen waarbij gevallen van dubbele belasting worden voorkomen;
22. verzoekt de Commissie een beoordeling uit te voeren van de omwisseling van een bepaald soort cryptoactiva voor een ander soort cryptoactiva en te komen met opties voor het definiëren van belastbare feiten, waarbij het risico in het achterhoofd wordt gehouden dat het aantal belastbare feiten aanzienlijk zou toenemen en dat er grote problemen met betrekking tot de waardering ervan zouden ontstaan; verzoekt de Commissie de optie te onderzoeken dat het omwisselen van een cryptoactief voor fiduciaire valuta misschien een passendere keuze voor een belastbaar feit is indien er een meerwaarde is gerealiseerd;
23. merkt op dat elk land doorgaans zijn eigen terminologie gebruikt bij het ontwerpen van nationale regelgevingsoplossingen voor cryptoactiva, wat aanleiding kan geven tot rechtsonzekerheid voor burgers en bedrijven, een bedreiging kan vormen voor de integriteit van de interne EU-markt aangezien de grensoverschrijdende samenwerking ernstig kan worden belemmerd, onbedoeld mazen in de wet kan creëren waarmee de deur wordt opengezet voor belastingmisbruik en belastingontwijking en waarbij deze terminologie bovendien kan worden ingezet voor het ondermijnen van bestaande normen voor internationale fiscale transparantie zoals de CRS;
24. benadrukt dat de dynamiek van de markten in cryptoactiva[6] het noodzakelijk maakt dat er regels zijn waarmee het soort belastheffing moet worden gedefinieerd, er een definitie komt van belastbare feiten en dat het moment waarop zich een belastbaar feit voordoet en de waardering daarvan worden vastgelegd;
25. wijst erop dat de belastingheffing op cryptoactiva in grensoverschrijdende situaties is gekoppeld aan verscheidene dimensies van het belastingbeleid, zoals inkomstenbelasting en btw, en dat deze dimensies momenteel verdeeld zijn over nationale en Europese bevoegdheden, waarbij de voordelen van een gemeenschappelijke Europese aanpak misschien wel het meest in het oog springen op terreinen als administratieve samenwerking, informatie-uitwisseling en vennootschapsbelasting;
26. verzoekt de Commissie de dimensie van cryptoactiva, digitalisering en nieuwe technologieën in al haar geplande en toekomstige wetgevingsvoorstellen op fiscaal gebied in aanmerking te nemen, in het bijzonder het op stapel staande voorstel, getiteld “Business in Europe: Framework for Income Taxation” (Befit); verzoekt de lidstaten in dit verband ambitieus te zijn en het internationale debat te leiden;
27. roept de lidstaten ertoe op bij hun nationale belastinghervormingen rekening te houden met de specifieke kenmerken van het gebruik van cryptoactiva, en te overwegen doeltreffendere systemen in te voeren die lagere nalevingskosten en minder administratieve lasten met zich meebrengen maar toch een gelijke, transparante, evenredige en doeltreffende belasting op cryptoactiva waarborgen; benadrukt dat tijdelijke en gerechtvaardigde belastingvoordelen mogelijk passend zijn om technologische innovatie en ontwikkeling te stimuleren, in het bijzonder van de sector blockchaintechnologie; benadrukt het essentiële belang van gemeenschappelijke rapportagestandaarden voor aanbieders van cryptoactivadiensten, alsmede voor individuele personen en entiteiten;
28. verzoekt de lidstaten verschillende soorten cryptoactiva te behandelen op een wijze die overeenkomt met de fiscale behandeling van vergelijkbare niet-cryptoactiva;
29. verzoekt de lidstaten rekening te houden met de beleidsdoelstellingen van de EU zoals verankerd in artikel 3 VEU, met name een zeer concurrerende sociale markteconomie en een hoog beschermingsniveau en een betere kwaliteit van het milieu, in het kader van hun wetgevingsopties met betrekking tot de fiscale behandeling van cryptoactiva;
30. verzoekt de Commissie te beoordelen of de fiscale behandeling van cryptoactiva in vergelijking met de fiscale behandeling van andere activa consistent en eerlijk is, met name waar het de btw-behandeling van die activa betreft;
Voortzetting van de ontwikkeling van een doeltreffend regelgevend/wettelijk kader
31. wijst erop dat het landschap van de cryptoactiva mondiaal is en dat de fiscale behandeling van cryptoactiva een gecoördineerde internationale aanpak vereist; ziet in dit verband de noodzaak van verdere onderhandelingen over internationale instrumenten op dit gebied; is van mening dat de OESO, die reeds aanzienlijke inspanningen heeft geleverd met betrekking tot zowel de belastingheffing op als de fiscale behandeling van cryptoactiva, in dit opzicht een passend forum kan zijn, vooral voor de herziening van de CRS;
32. merkt op dat de OESO reeds is gestart met het opstellen van een nieuw rapportagekader voor cryptoactiva;
33. is van mening dat het ontbreken van een internationale overeenkomst over de belasting van cryptovaluta de EU en haar lidstaten geen grondslag biedt om een intelligente en toekomstgerichte aanpak te ontwikkelen;
34. verzoekt de Commissie een beoordeling uit te voeren van belangrijke belastbare feiten en vormen van inkomsten die verbonden zijn met cryptoactiva, waarbij de nadruk ligt op de fiscale gevolgen van een aantal belangrijke transacties, zoals de uitgifte van cryptoactiva, de omwisseling van cryptoactiva voor fiduciaire valuta, goederen of diensten, en giften via een schenking of erfenis, evenals verlies of diefstal enz.;
35. verzoekt de Commissie een effectbeoordeling uit te voeren van de beste praktijken die in kaart zijn gebracht om cryptovaluta eerlijk en doeltreffend te belasten, met inachtneming van de reeks bevoegdheden van de EU op belastinggebied, de rol van aanbieders van cryptoactivadiensten te onderzoeken en te bepalen in hoeverre cryptoactiva binnen het bestaande fiscale kader passen; is van mening dat het belastingbeleid in een deugdelijk regelgevingskader voor cryptoactiva moet worden geïntegreerd en consistent moet zijn met andere beleidsaspecten, met inbegrip van vereisten met betrekking tot fiscale transparantie, juridische en financiële bescherming en consumentenbescherming;
36. herhaalt dat een volledig geïntegreerde interne EU-markt een gemeenschappelijke aanpak van de belasting op cryptoactiva vereist, met inachtneming van de in de Verdragen vastgelegde bevoegdheden; verzoekt de Raad Economische en Financiële Zaken hierover met het Parlement een gestructureerde dialoog op te starten; dringt er bij de voorzitter van de Eurogroep tevens op aan om de belasting op cryptoactiva ter bespreking voor te leggen aan de ministers van Financiën van de eurozone;
37. acht het noodzakelijk om de werkingssfeer van de richtlijn administratieve samenwerking te wijzigen, zodat het systeem voor uitwisseling van informatie betreffende belastingen ook cryptoactiva en elektronisch geld beslaat; verzoekt de OESO zonder verdere vertraging een nieuwe definitie van een rapportagestandaard voor de uitwisseling van informatie vast te stellen; is van mening dat de herziening van de richtlijn administratieve samenwerking een prioriteit is op het vlak van belastingen; verzoekt de Commissie in haar toekomstige herziening van de richtlijn onverwijld de toekomstige OESO-aanbevelingen inzake de rapportage van cryptoactiva en herzieningen van de CRS op te nemen evenals de aanbevelingen van het Parlement, zoals uiteengezet in zijn resolutie over de toepassing van de EU-voorschriften voor de uitwisseling van belastinggegevens[7]; verzoekt de Raad deze voorgestelde wijzigingen op korte termijn goed te keuren;
38. wijst erop dat moet worden gegarandeerd dat een toekomstige herziening van de richtlijn administratieve samenwerking als aanvulling op de rapportageverplichtingen krachtens andere rechtsinstrumenten zal fungeren, door de autoriteiten te helpen bij het automatisch uitwisselen van gegevens over cryptoactiva en elektronisch geld, zodat zij de inkomsten en opbrengsten uit beleggingen en betalingen met gebruik van cryptoactiva en elektronisch geld kunnen vaststellen; benadrukt het belang van het waarborgen van een systematische samenhang die marktdeelnemers van rechtszekerheid voorziet en de nationale belastingdiensten van technische richtsnoeren;
39. verzoekt de Commissie en de nationale overheidsinstanties erop toe te zien dat de blockchaintechnologie die wordt gebruikt voor de naleving van regels of het verlenen van openbare diensten in overeenstemming is met de grondrechten en normen in verband met cyberveiligheid en de bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering;
40. spoort de Commissie aan rekening te houden met bestaande digitale oplossingen, wettelijke bepalingen en administratieve richtsnoeren die in de lidstaten worden gehanteerd, om te bepalen hoe blockchain- en andere “distributed ledger”-technologieën kunnen worden ingezet om belastingfraude en belastingontwijking te voorkomen; steunt de totstandbrenging van een Europese blokchaininfrastructuur voor diensten;
41. verzoekt de Commissie te evalueren hoe zij de naleving van de belastingwetgeving kan verbeteren, rekening houdend met de snel veranderende waarden van cryptoactiva en het zich in sommige gevallen voordoende gebrek aan doorzichtige omwisseling in fiduciaire valuta, maar ook met de uitdaging waarmee de belastingdiensten te maken hebben bij het verkrijgen van betrouwbare en tijdige informatie over deze transacties;
42. is van mening dat, aangezien de cryptosector momenteel in transitie is en naar verwachting in de nabije toekomst niet zal stabiliseren, de noodzaak om de situatie te beoordelen de EU-instellingen er niet van mag weerhouden met wetgeving te komen voor beter toezicht en betere belastingheffing op cryptoactiva;
43. wijst erop dat het belastingbeleid regelmatig moet worden geëvalueerd en aangepast zodat kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen in de sector, en om de relevantie van het beleid te waarborgen ten aanzien van de technologische en marktontwikkelingen op het gebied van cryptovaluta en andere opkomende soorten activa;
°
° °
44. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
30.6.2022 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
40 0 1 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Rasmus Andresen, Anna-Michelle Asimakopoulou, Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Gilles Boyer, Engin Eroglu, Frances Fitzgerald, José Manuel García-Margallo y Marfil, Luis Garicano, Claude Gruffat, Enikő Győri, Eero Heinäluoma, Danuta Maria Hübner, France Jamet, Aurore Lalucq, Aušra Maldeikienė, Pedro Marques, Piernicola Pedicini, Lídia Pereira, Kira Marie Peter-Hansen, Alfred Sant, Pedro Silva Pereira, Paul Tang, Irene Tinagli, Ernest Urtasun, Stéphanie Yon-Courtin |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Marc Angel, Nicola Beer, Lefteris Christoforou, Agnès Evren, Niels Fuglsang, Christophe Hansen, Monika Hohlmeier, Georgios Kyrtsos, Margarida Marques, Monica Semedo |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Delara Burkhardt, José Manuel Fernandes, Liudas Mažylis, Alin Mituța, Maite Pagazaurtundúa |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
40 |
+ |
ID |
France Jamet |
NI |
Enikő Győri |
PPE |
Anna-Michelle Asimakopoulou, Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Lefteris Christoforou, Agnès Evren, José Manuel Fernandes, José Manuel García-Margallo y Marfil, Christophe Hansen, Monika Hohlmeier, Danuta Maria Hübner, Aušra Maldeikienė, Liudas Mažylis, Lídia Pereira |
RENEW |
Nicola Beer, Gilles Boyer, Engin Eroglu, Luis Garicano, Georgios Kyrtsos, Alin Mituța, Maite Pagazaurtundúa, Monica Semedo, Stéphanie Yon-Courtin |
S&D |
Marc Angel, Delara Burkhardt, Niels Fuglsang, Eero Heinäluoma, Aurore Lalucq, Margarida Marques, Pedro Marques, Alfred Sant, Pedro Silva Pereira, Paul Tang, Irene Tinagli |
Verts/ALE |
Rasmus Andresen, Claude Gruffat, Piernicola Pedicini, Kira Marie Peter-Hansen, Ernest Urtasun |
0 |
- |
|
|
1 |
0 |
PPE |
Frances Fitzgerald |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1] Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2022 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie (follow-up door het EP van het actieplan van de Commissie van juli en de daarin vervatte 25 initiatieven op het gebied van btw, vennootschapsbelasting en personenbelasting). Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0082.
- [2] Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0082.
- [3] Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2022 over de gevolgen van nationale belastinghervormingen voor de economie van de EU, Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0023.
- [4] Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie. PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1.
- [5] Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen. PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1.
- [6] De economische omvang van de markt voor cryptovaluta werd in mei 2021 geraamd op 2,2 biljoen EUR, met een piek van 2,5 biljoen EUR in oktober 2021 (Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie, 2021).
- [7] Resolutie van het Europees Parlement van 16 september 2021 over de toepassing van de EU-voorschriften voor de uitwisseling van belastinggegevens: geboekte vooruitgang, opgedane ervaring en weg te werken belemmeringen. PB C 117 van 11.3.2022, blz. 120.