VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking)

27.7.2022 - (COM(2021)0734 – C9‑0432/2021 – 2021/0375(COD)) - ***I

Commissie constitutionele zaken
Rapporteurs: Charles Goerens, Rainer Wieland
(Herschikking – Artikel 110 van het Reglement)


Procedure : 2021/0375(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0223/2022
Ingediende teksten :
A9-0223/2022
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking)

(COM(2021)0734 – C9‑0432/2021 – 2021/0375(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure – herschikking)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2021)0734),

 gezien artikel 294, lid 2, en artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0432/2021),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien het advies van de Rekenkamer van 7 april 2022[1],

 gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van ...,

 gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 28 april 2022[2],

 gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[3],

 gezien de brief d.d. 16 juni 2022 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie juridische zaken aan de Commissie constitutionele zaken, overeenkomstig artikel 110, lid 3, van zijn Reglement,

 gezien de artikelen 110 en 59 van zijn Reglement,

 gezien het advies van de Begrotingscommissie,

 gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A9-0223/2022),

A. overwegende dat het voorstel van de Commissie volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast, rekening houdend met de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


 

 

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) In artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is het beginsel van gendermainstreaming neergelegd, wat inhoudt dat de Unie er bij elk optreden naar streeft de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) In artikel 21 van het Handvest is het recht op gendergelijkheid op alle gebieden neergelegd.

Amendement  3

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Voor Europese politieke stichtingen moeten verschillende niveaus van aansluiting en een categorie “onderzoekspartners” worden erkend, om meer flexibiliteit mogelijk te maken en de vrijheid van onderzoek te faciliteren.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Op basis van de hun toegekende Europese rechtsstatus moeten Europese politieke partijen en daaraan verbonden politieke stichtingen in alle lidstaten erkend worden en handelingsbevoegd zijn. Die erkenning en handelingsbevoegdheid brengt echter niet met zich mee dat zij ook kandidaten mogen voordragen voor nationale verkiezingen of verkiezingen voor het Europees Parlement. Deze en soortgelijke rechten blijven tot de bevoegdheden van de lidstaten behoren.

(23) Op basis van de hun toegekende Europese rechtsstatus moeten Europese politieke partijen en daaraan verbonden politieke stichtingen in alle lidstaten erkend worden en handelingsbevoegd zijn. Die erkenning en handelingsbevoegdheid brengt echter niet met zich mee dat zij ook kandidaten mogen voordragen voor nationale verkiezingen of voor nationale of regionale kiesdistricten in de verkiezingen voor het Europees Parlement. Deze en soortgelijke rechten blijven tot de bevoegdheden van de lidstaten behoren.

Amendement  5

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 38

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(38) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 erkent slechts twee categorieën inkomsten voor Europese politieke partijen en stichtingen anders dan de bijdragen uit de begroting van de Europese Unie, namelijk bijdragen van leden en donaties. Een aantal inkomstenbronnen uit eigen economische activiteiten (zoals de verkoop van publicaties en conferentiegelden) valt buiten het toepassingsgebied van deze twee categorieën, hetgeen problemen oplevert inzake verantwoording en transparantie. Bijgevolg moet een derde categorie inkomsten (“eigen middelen”) worden ingevoerd. De verhouding van eigen middelen in de totale begroting van een Europese politieke partij of stichting moet worden begrensd op 5 % om te vermijden dat die categorie een bovenmatig aandeel zou vormen in de totale begroting van deze entiteiten.

(38) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 erkent slechts twee categorieën inkomsten voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen anders dan de bijdragen uit de begroting van de Europese Unie, namelijk bijdragen en associatiegelden van leden en donaties. Een aantal inkomstenbronnen uit eigen economische activiteiten (zoals de verkoop van publicaties en conferentie- of workshopgelden) valt buiten het toepassingsgebied van die twee categorieën, hetgeen problemen oplevert inzake verantwoording en transparantie. Bijgevolg moet een derde categorie inkomsten (“aanvullende eigen middelen”) worden ingevoerd. De verhouding van aanvullende eigen middelen in de totale begroting van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting moet worden begrensd op 10 % van de gegeneerde bijdragen en associatiegelden zodat dit in verhouding blijft tot de totale begroting van deze entiteiten.

Amendement  6

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 39

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(39) Met het oog op het contact met hun leden en kiesgroepen overal in de Unie, moeten Europese politieke partijen het recht hebben om hun financiering te gebruiken voor grensoverschrijdende politieke campagnes. De financiering en de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de betrokken partijen en kandidaten bij die campagnes moeten in elke lidstaat door de nationale bepalingen worden geregeld.

(39) Met het oog op het contact met hun leden en kiesgroepen overal in de Unie, moeten Europese politieke partijen het recht hebben om hun financiering te gebruiken voor grensoverschrijdende politieke campagnes, zoals referendumcampagnes of campagnes die worden gevoerd in het kader van verkiezingen voor het Europees Parlement, onder meer door Uniebrede lijsten van kandidaten voor dergelijke verkiezingen op te stellen en te bevorderen. De financiering en de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de betrokken partijen en kandidaten bij die campagnes moeten in elke lidstaat door de nationale bepalingen worden geregeld.

Amendement  7

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 41

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(41) Europese politieke partijen mogen rechtstreeks noch indirect andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Europese politieke stichtingen mogen rechtstreeks noch indirect Europese of nationale politieke partijen of kandidaten financieren. Het verbod op indirecte financiering mag Europese politieke partijen echter niet verhinderen de bij hen aangesloten partijen in de Unie publiekelijk te ondersteunen en met hen samen te werken op het gebied van aangelegenheden die relevant zijn voor de Unie, of om politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang te ondersteunen, om hun missie uit hoofde van artikel 10, lid 4, VEU te vervullen. Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen slechts activiteiten in het kader van nationale referendumcampagnes financieren wanneer deze betrekking hebben op de uitvoering van het VEU en het VWEU . Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice.

(41) Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen mogen de middelen die zij uit de algemene begroting van de Europese Unie hebben ontvangen niet aanwenden voor de rechtstreekse of indirect financiering van andere politieke entiteiten, met name nationale partijen en kandidaten. Het verbod op indirecte financiering mag Europese politieke partijen of Europese politieke stichtingen echter niet verhinderen de bij hen aangesloten partijen of aangesloten organisaties in de Unie publiekelijk te ondersteunen en met hen samen te werken op het gebied van aangelegenheden die relevant zijn voor de Unie, om politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang te ondersteunen, of om educatieve activiteiten te verrichten, teneinde hun missie uit hoofde van artikel 10, lid 4, VEU te vervullen en de Europese “demos” te versterken. Het verbod op indirecte financiering mag niet beletten dat vertegenwoordigers en personeelsleden van politieke partijen, of potentieel politiek actieve personen, deelnemen aan evenementen van Europese politieke stichtingen. Europese politieke stichtingen mogen zich echter niet bezighouden met de opleiding van politieke kandidaten in de zes maanden voorafgaand aan nationale of Europese verkiezingen. Bovendien mogen Europese politieke partijen slechts activiteiten in het kader van nationale referendumcampagnes financieren wanneer deze betrekking hebben op kwesties die rechtstreeks verband houden met de Europese Unie. Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice.

Amendement  8

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 50

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(50) Er moet een gemeenschappelijke databank worden opgezet voor de openbaarmakingen van de Europese politieke partijen. Gezien de specifieke rol van de Autoriteit bij de uitvoering van deze verordening, moet zij een dergelijke databank opzetten en beheren als onderdeel van het register van Europese politieke partijen. De gegevens die de databank bevat, moeten door de Europese politieke partijen aan de Autoriteit worden verstrekt middels een standaardformulier; dit mag op automatische wijze gebeuren. De Europese politieke partijen moeten in de databank van de Autoriteit informatie beschikbaar stellen zodat de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen worden begrepen. De in de databank opgenomen informatie over het bedrag dat voor politieke reclame is toegewezen in het kader van een specifieke campagne mag gebaseerd zijn op een geraamde toewijzing van financiering. De in de databank te vermelden bedragen omvatten donaties voor specifieke doeleinden of voordelen in natura.

(50) Er moet een gemeenschappelijke databank worden opgezet voor de openbaarmakingen van de Europese politieke partijen. Gezien de specifieke rol van de Autoriteit bij de uitvoering van deze verordening, moet zij een dergelijke databank opzetten en beheren als onderdeel van het register van Europese politieke partijen. De gegevens die de databank bevat, moeten door de Europese politieke partijen aan de Autoriteit worden verstrekt middels een standaardformulier; dit mag op automatische wijze gebeuren. De Europese politieke partijen moeten in de databank van de Autoriteit informatie beschikbaar stellen zodat de bredere context en de doelstellingen van de politieke reclameboodschap door de burger kunnen worden begrepen. De in de databank opgenomen informatie over het bedrag dat voor politieke reclame is toegewezen in het kader van een specifieke campagne mag gebaseerd zijn op een realistische raming van financiering en de werkelijke bedragen, zodra deze bekend zijn. De in de databank te vermelden bedragen omvatten donaties voor specifieke doeleinden of voordelen in natura, bijdragen, associatiegelden en aanvullende eigen middelen.

Motivering

Deze wijziging is bedoeld om de overweging in overeenstemming te brengen met bijlage II, punt 1, streepje 2, betreffende de openbaarmaking van de werkelijke bedragen. Voorts zijn eigen middelen een nieuwe financieringsbron die moeten worden gerapporteerd, samen met bijdragen, associatiegelden, donaties en voordelen in natura. De voorgestelde termen “associatiegelden” en “andere eigen middelen” zijn van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 61

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(61) Teneinde het toezicht op de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moeten door elke lidstaat centrale contactpunten worden aangewezen die belast zijn met de coördinatie op Europees niveau. Deze contactpunten moeten over voldoende middelen beschikken om te kunnen zorgen voor effectieve coördinatie, onder meer op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het toezicht op politieke reclame.

(61) Teneinde het toezicht op de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moeten door elke lidstaat centrale contactpunten worden aangewezen die belast zijn met de coördinatie op Europees niveau. Deze contactpunten moeten over voldoende middelen beschikken om te kunnen zorgen voor effectieve coördinatie, onder meer op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het toezicht op politieke reclame. De Autoriteit moet regelmatig de door de lidstaten aangewezen centrale contactpunten bijeenroepen voor de uitwisseling van optimale praktijken in aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.

Motivering

Regelmatige bijeenkomsten zullen de samenwerking tussen de lidstaten en de Autoriteit helpen versterken en bijdragen tot een betere informatiestroom op Europees niveau.

Amendement  10

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 – b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) zij is erkend door, of opgericht in overeenstemming met, de rechtsorde van ten minste één lidstaat;

b) zij is erkend door, of opgericht in overeenstemming met, de rechtsorde van ten minste één lidstaat of één land dat behoort tot de Raad van Europa en dat daarin een volledig recht van vertegenwoordiging heeft;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  11

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. “Europese politieke partij”: een “politieke alliantie” die politieke doeleinden nastreeft , deze doeleinden in de hele Unie beoogt te bereiken, en in overeenstemming met deze verordening bij de in artikel 7 bedoelde Autoriteit voor Europese politieke partijen en stichtingen is geregistreerd;

3. “Europese politieke partij”: een “politieke alliantie” die politieke doeleinden nastreeft, die deze doeleinden in de hele Unie beoogt te bereiken, en waarvan een meerderheid van de partijen die er lid van zijn, hun zetel in de Europese Unie heeft en erkend is door, of opgericht is in overeenstemming met, de rechtsorde van ten minste één lidstaat, en die in overeenstemming met deze verordening bij de in artikel 7 bedoelde Autoriteit voor Europese politieke partijen en stichtingen is geregistreerd;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  12

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. “donatie”: alle schenkingen in geld, alle giften in natura, levering onder de marktwaarde van alle goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en andere transacties die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, met uitzondering van bijdragen van leden en gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

7. “donatie”: alle betalingen, alle giften in natura, levering onder de marktwaarde van alle goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en/of andere transacties die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, met uitzondering van bijdragen, associatiegelden, aanvullende eigen middelen, en gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  13

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. “bijdrage van leden”: elke betaling in geld, waaronder lidmaatschapsbijdragen, of elke bijdrage in natura, of levering onder de marktwaarde van goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en andere transacties die, indien aan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting verstrekt door één van hun leden, de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting economisch voordeel opleveren, met uitzondering van gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

8. “bijdrage”: elke betaling, tenzij duidelijk is aangegeven dat de bijdrage uitde algemene begroting van de Europese Unie afkomstig is, waaronder lidmaatschapsbijdragen, of elke bijdrage in natura, of levering onder de marktwaarde van goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en andere transacties die, indien aan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting verstrekt door één van hun leden waarvan de zetel in de Unie gevestigd is of met een verblijfplaats in de Unie, de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting economisch voordeel opleveren, met uitzondering van gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  14

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. “associatiegelden”: een betaling aan een Europese politieke partij of Europese politieke stichting door een aangesloten partij of aangesloten organisatie met een zetel in een derde land dat tot de Raad van Europa behoort en dat daarin een volledig recht van vertegenwoordiging heeft.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  15

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. “eigen middelen”: inkomsten uit eigen economische activiteiten, zoals conferentiegelden en de verkoop van publicaties;

9. “aanvullende eigen middelen”: inkomsten uit eigen economische activiteiten, zoals gezamenlijke activiteiten met andere politieke entiteiten, de verkoop van publicaties, deelnamekosten voor conferenties of workshops of andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met politieke activiteiten;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  16

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. “indirecte financiering”: financiering waaruit de aangesloten partij een financieel voordeel verkrijgt, ook indien geen rechtstreekse overdracht van middelen plaatsvindt; dit moet ook de gevallen omvatten waarin het voor een aangesloten partij mogelijk is een uitgave te vermijden die zij normaal had moeten doen voor andere activiteiten dan politieke activiteiten in het algemene belang, die uitsluitend in haar eigen voordeel worden georganiseerd;

10. “indirecte financiering”: financiering waaruit de aangesloten partij een financieel voordeel verkrijgt, ook indien geen rechtstreekse overdracht van middelen plaatsvindt; dit moet ook de gevallen omvatten waarin het voor een aangesloten partij mogelijk is een uitgave te vermijden die zij normaal had moeten doen voor andere activiteiten dan met andere politieke entiteiten medegefinancierde gezamenlijke politieke activiteiten voor zover zij relevant zijn voor het werkterrein van de Unie en uitsluitend in haar eigen voordeel worden georganiseerd;

Amendement  17

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16. “politieke reclame”: reclame in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame];

16. “politieke reclame”: reclame zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame];

Amendement  18

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

17. “politieke reclameboodschap”: een reclameboodschap in de zin van artikel 2, punt 3, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame];

17. “politieke reclameboodschap”: een reclameboodschap zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame];

Amendement  19

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 18

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

18. “politieke reclamedienst”: een dienst in de zin van artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame].

18. “politieke reclamedienst”: een dienst zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2022/xx [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame].

Amendement  20

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) met name in haar programma en optreden respecteert zij de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Zij verstrekt een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat ;

d) met name in haar programma en optreden respecteert zij de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, en zij verstrekt daartoe een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

Amendement  21

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) zij waarborgt tevens dat de bij haar aangesloten partijen waarvan de zetel in de Unie is gevestigd, de waarden als bedoeld in artikel 2 VEU in acht nemen en dat de bij haar aangesloten partijen waarvan de zetel buiten de Unie is gevestigd, gelijkwaardige waarden in acht nemen. Zij verstrekt een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

e) zij waarborgt dat de bij haar aangesloten partijen waarvan de zetel in de Unie is gevestigd, de waarden als bedoeld in artikel 2 VEU in acht nemen, en dat de bij haar aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een derde land dat tot de Raad van Europa behoort en dat daarin een volledig recht van vertegenwoordiging heeft, gelijkwaardige waarden in acht nemen,, en zij verstrekt daartoe een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

Amendement  22

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) met name in haar programma en optreden respecteert zij de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Zij verstrekt een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat ;

c) met name in haar programma en optreden respecteert zij de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, en zij verstrekt daartoe een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

Amendement  23

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) zij waarborgt tevens dat de bij haar aangesloten organisaties waarvan de zetel in de Unie is gevestigd, de waarden als bedoeld in artikel 2 VEU in acht nemen en dat de bij haar aangesloten organisaties waarvan de zetel buiten de Unie is gevestigd, gelijkwaardige waarden in acht nemen. Zij verstrekt een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

d) zij waarborgt tevens dat de bij haar aangesloten organisaties waarvan de zetel in de Unie is gevestigd, de waarden als bedoeld in artikel 2 VEU in acht nemen, en dat de bij haar aangesloten organisaties waarvan de zetel is gevestigd in een derde land dat tot de Raad van Europa behoort en dat daarin een volledig recht van vertegenwoordiging heeft, gelijkwaardige waarden in acht nemen, en zij verstrekt daartoe een schriftelijke verklaring volgens het in bijlage I opgenomen formaat;

Amendement  24

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) de verplichting voor aangesloten partijen om het logo van de Europese politieke partij op een duidelijk zichtbare en gebruikersvriendelijke wijze weer te geven, waarbij wordt gespecificeerd dat het logo zich bovenaan de homepage van de website van de aangesloten partij moet bevinden en op even zichtbare wijze getoond moet worden als het eigen logo van de aangesloten partij;

Schrappen

Amendement  25

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – punt j

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

j) haar interne regels inzake genderevenwicht.

j) haar eigen interne regels inzake genderevenwicht.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  26

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 4 bis

 

Transparantieverplichtingen met betrekking tot het gebruik van logo’s, de publicatie van het politieke programma en genderevenwicht

 

1. Elke Europese politieke partij zorgt ervoor dat de aangesloten partijen op hun website het politieke programma en het logo van de Europese politieke partij publiceren. Het logo van de Europese politieke partij moet duidelijk zichtbaar worden weergegeven bovenaan de homepage van de website van de aangesloten partij.

 

2. Elke Europese politieke partij en de bij haar aangesloten partijen publiceren na de inwerkingtreding van deze verordening informatie op hun websites over het genderevenwicht onder de kandidaten bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, alsook geactualiseerde informatie over de gendervertegenwoordiging onder hun leden van het Europees Parlement. Elke Europese politieke partij zorgt ervoor dat de bij haar aangesloten partijen dergelijke informatie over hun respectieve kandidaten bij de Europese verkiezingen en over haar leden in het Europees Parlement op hun websites publiceren.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  27

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Elke Europese politieke partij legt binnen vijf werkdagen na de eerste verspreiding informatie over aan de Autoriteit betreffende elke politieke reclameboodschap waarvoor zij opdracht heeft gegeven of die zij rechtstreeks publiceert, om ervoor te zorgen dat burgers de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen begrijpen. Die informatie bevat ten minste de in punt 1 van bijlage II opgenomen informatie.

2. Elke Europese politieke partij legt informatie over aan de Autoriteit betreffende elke politieke reclameboodschap waarvoor zij opdracht heeft gegeven of die zij rechtstreeks publiceert, om ervoor te zorgen dat burgers de bredere context en de doelstellingen van de politieke reclameboodschap kunnen begrijpen. Die informatie bevat ten minste de in punt 1 van bijlage II opgenomen informatie. De informatie wordt aan de Autoriteit verstrekt in gemakkelijk toegankelijke vorm en eenvoudige taal.

Amendement  28

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Autoriteit publiceert de in lid 2 bedoelde informatie onmiddellijk in de bij artikel 8 ingestelde databank. De informatie wordt gepresenteerd in een formaat dat gemakkelijk toegankelijk, duidelijk zichtbaar en gebruikersvriendelijk is, en met gebruikmaking van eenvoudige taal.

3. De Autoriteit publiceert de in lid 2 bedoelde informatie onverwijld in de bij artikel 8 ingestelde databank.

Amendement  29

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De lidstaten wijzen een of meer nationale reguleringsinstanties aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van de leden 1, 2 en 4, en zij lichten de Autoriteit daarover in. Deze nationale reguleringsinstanties of -organen oefenen hun bevoegdheden op onpartijdige en transparante wijze uit en zijn juridisch gescheiden van de overheid en functioneel onafhankelijk van hun respectieve overheid en van alle andere openbare of particuliere organen. De Autoriteit publiceert op haar website een lijst van de nationale reguleringsinstanties van de lidstaten en zij houdt deze lijst actueel. Tegen de besluiten van de nationale reguleringsinstanties moeten effectieve rechtsmiddelen openstaan. De lidstaten zorgen ervoor dat op verzoek van een belanghebbende op passende wijze verhaal kan worden gehaald om de Europese politieke partij te verzoeken een eind te maken aan eventuele inbreuken op de in de leden 1, 2 en 4, neergelegde verplichtingen.

Schrappen

Amendement  30

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Autoriteit neemt besluiten inzake de registratie en de schrapping uit het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig de bij deze verordening vastgestelde procedures en voorwaarden. Voorts controleert de Autoriteit op gezette tijden of de geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen aan de in artikel 3 genoemde voorwaarden voor registratie en de overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e) en f), en artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), vastgestelde bepalingen inzake goed bestuur blijven voldoen.

De Autoriteit neemt besluiten inzake de registratie en de schrapping uit het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig de bij deze verordening vastgestelde procedures en voorwaarden. Voorts controleert de Autoriteit op gezette tijden of de geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen aan de in artikel 3 genoemde voorwaarden voor registratie en de overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e), f) en h), en artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), vastgestelde bepalingen inzake goed bestuur blijven voldoen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  31

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wijzigingen met betrekking tot de overeenkomstig artikel 9, lid 2, bij het registratieverzoek ingediende documenten of statuten, worden ter kennis gebracht van de Autoriteit, die de registratie bijwerkt overeenkomstig de procedures vastgelegd in artikel 18, leden 2 en 4, mutatis mutandis.

5. Wijzigingen met betrekking tot de overeenkomstig artikel 9, lid 2, bij het registratieverzoek ingediende documenten of statuten, worden binnen twee maanden ter kennis gebracht van de Autoriteit, die de registratie bijwerkt overeenkomstig de procedures vastgelegd in artikel 18, leden 2 en 4, mutatis mutandis.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  32

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De bijgewerkte lijst van bij de Europese politieke partij aangesloten partijen, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd, wordt jaarlijks aan de Autoriteit toegezonden. Elke wijziging waardoor de Europese politieke partij mogelijk niet meer aan de eisen van artikel 3, lid 1, punt b), voldoet, wordt binnen vier weken na die wijziging ter kennis gebracht van de Autoriteit.

6. De bijgewerkte lijst van bij de Europese politieke partij aangesloten partijen, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd, wordt jaarlijks uiterlijk op 30 september aan de Autoriteit toegezonden. Elke wijziging waardoor de Europese politieke partij mogelijk niet meer aan de eisen van artikel 3, lid 1, punt b), voldoet, wordt binnen vier weken na die wijziging ter kennis gebracht van de Autoriteit.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  33

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verificatie van de naleving van de voorwaarden en vereisten van de registratie

Verificatie van de naleving van de voorwaarden en vereisten van de registratie en onderzoek naar de redenen voor schrapping uit het register door de Autoriteit

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  34

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd de in lid 3 van dit artikel vastgelegde procedure verifieert de Autoriteit op gezette tijden of de geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen aan de in artikel 3 neergelegde voorwaarden voor registratie en de overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e) en f), en artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), vastgestelde bepalingen inzake goed bestuur blijven voldoen.

1. Onverminderd de in artikel 11 bis vastgelegde procedure verifieert de Autoriteit op gezette tijden of de geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen aan de in artikel 3 neergelegde voorwaarden voor registratie en de overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e), f) en h), en artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), vastgestelde bepalingen inzake goed bestuur blijven voldoen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  35

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien de Autoriteit constateert dat niet langer wordt voldaan aan één of meer van de voorwaarden voor registratie of één of meer van de bepalingen inzake goed bestuur als bedoeld in lid 1, met uitzondering van de voorwaarden in artikel 3, lid 1, punt d), en artikel 3, lid 2, punt c), wordt de betreffende Europese politieke partij of stichting hiervan in kennis gesteld.

2. De Autoriteit stelt de Europese politieke partij of Europese politieke stichting onverwijld in kennis van de redenen voor een schrapping uit het register die van toepassing kan zijn indien een van de volgende situaties zich voordoet:

 

a) de Autoriteit is, na een verificatie die overeenkomstig lid 1 van dit artikel is uitgevoerd, van oordeel is dat een van de redenen voor schrapping uit het register op grond van artikel 19, lid 1, punt a), onder i) of ii), van toepassing kan zijn op een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting; of

 

b)  de Autoriteit heeft kennis van omstandigheden die erop wijzen dat een van de redenen voor schrapping uit het register op grond van artikel 19, lid 1, punt a), i) of ii), van toepassing kan zijn op een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting.

 

De Autoriteit nodigt de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit om binnen een maand na de datum van ontvangst van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde informatie opmerkingen in te dienen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  36

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het Europees Parlement, handelend op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een groep burgers ingediend overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van zijn Reglement, of de Raad dan wel de Commissie kan bij de Autoriteit een verzoek indienen tot verificatie van de naleving door een specifieke Europese politieke partij of Europese politieke stichting van de in artikel 3, lid 1, punt d), en artikel 3, lid 2, punt c), vastgelegde voorwaarden. In dergelijke gevallen en in de in artikel 19, lid 3, punt a), bedoelde gevallen, vraagt de Autoriteit het in artikel 14 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen om advies ter zake. Het comité brengt zijn advies binnen twee maanden uit.

3. In geval van niet-naleving van artikel 3, lid 1, punt a) of g), artikel 3, lid 2, punt a), b), e), f) of g), of de in lid 1 van dit artikel vermelde governancebepalingen, stelt de Autoriteit de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting in de gelegenheid de nodige maatregelen te nemen om de situatie te verhelpen binnen de in lid 2 van dit artikel vastgestelde termijn. Naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, kan de Autoriteit de termijn verlengen indien en voor zover een dergelijke verlenging noodzakelijk en passend is in het licht van de door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting geplande corrigerende maatregelen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  37

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien de Autoriteit kennis krijgt van feiten die twijfel kunnen oproepen met betrekking tot de naleving door een specifieke Europese politieke partij of Europese politieke stichting van de in artikel 3, lid 1, punt d), en artikel 3, lid 2, punt c), vastgelegde voorwaarden, stelt zij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hiervan in kennis, zodat deze instellingen een verzoek tot verificatie kunnen indienen als bedoeld in de eerste alinea. Onverminderd de eerste alinea maken het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hun voornemen kenbaar binnen twee maanden na ontvangst van deze informatie.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  38

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in de eerste en tweede alinea uiteengezette procedures worden niet ingeleid binnen een periode van twee maanden voorafgaand aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Deze tijdsbeperking is niet van toepassing op de procedure van artikel 12.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  39

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Rekening houdend met het advies van het comité besluit de Autoriteit of de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register wordt geschrapt. Het besluit van de Autoriteit wordt naar behoren gemotiveerd.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  40

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 – alinea 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register vanwege niet-naleving van de in artikel 3, lid 1, punt d), of artikel 3, lid 2, punt c), vastgelegde voorwaarden kan alleen worden goedgekeurd indien sprake is van ernstige en manifeste schending van deze voorwaarden. Bij het nemen van het besluit wordt de procedure van lid 4 gevolgd.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  41

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of stichting vanwege een ernstige en manifeste schending van de in artikel 3, lid 1, punt d), of artikel 3, lid 2, punt c), vastgelegde voorwaarden wordt ter kennis gegeven aan het Europees Parlement en de Raad. Het besluit treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van het besluit aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Autoriteit heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Indien het Europees Parlement en de Raad bezwaar maken, blijft de Europese politieke partij of stichting geregistreerd.

4. Na het verstrijken van de in de leden 2 en 3 bedoelde termijn, of na ontvangst van opmerkingen en informatie over corrigerende maatregelen van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting binnen die termijn, beoordeelt de Autoriteit onverwijld en in het licht van dergelijke opmerkingen van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting, of een van de gronden voor schrapping uit het register uit hoofde van artikel 19, lid 1, punt a), of artikel 19, lid 2, van toepassing is op de Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  42

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of stichting vanwege een ernstige en manifeste schending van de in artikel 3, lid 1, punt d), of artikel 3, lid 2, punt c), vastgelegde voorwaarden wordt ter kennis gegeven aan het Europees Parlement en de Raad.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  43

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting wordt meegedeeld dat bezwaar is gemaakt tegen het besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  44

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het Europees Parlement en de Raad bepalen hun standpunt overeenkomstig hun respectievelijke besluitvormingsvoorschriften, vastgesteld in overeenstemming met de Verdragen. Een bezwaar is naar behoren gemotiveerd en wordt openbaar gemaakt.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  45

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting waartegen geen bezwaar is gemaakt overeenkomstig de in lid 4 vastgestelde procedure wordt, samen met de gedetailleerde redenen voor schrapping uit het register , ter kennis gebracht van de betrokken Europese politieke partij of stichting en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het besluit wordt door deze kennisgeving van kracht overeenkomstig artikel 297, VWEU.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  46

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Een Europese politieke stichting verliest automatisch haar status wanneer de Europese politieke partij waarmee de stichting verbonden is, uit het register wordt geschrapt.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  47

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 11 bis

 

Verificatie van de registratievoorwaarden in verband met de waarden waarop de Unie berust

 

1.  Het Europees Parlement, handelend op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een groep burgers, ingediend in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van zijn Reglement, of de Raad dan wel de Commissie kan bij de Autoriteit een verzoek indienen tot verificatie van de naleving door een specifieke Europese politieke partij of Europese politieke stichting van de in artikel 3, lid 1, punten d) en e), en artikel 3, lid 2, punten c) en d), vastgelegde voorwaarden. In dergelijke gevallen en in de in artikel 11 ter, lid 2, bedoelde gevallen stelt de Autoriteit de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting daarvan onverwijld in kennis, verzoekt zij de partij of stichting haar opmerkingen in te dienen en geeft zij de partij of stichting de kans om binnen een maand maatregelen te nemen om de situatie te verhelpen.

 

Naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, kan de Autoriteit de termijn verlengen indien en voor zover een dergelijke verlenging noodzakelijk en passend is in het licht van de door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting geplande corrigerende maatregelen.

 

Na het verstrijken van de in de eerste en tweede alinea genoemde termijn of na ontvangst van opmerkingen en informatie over corrigerende maatregelen van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting binnen die termijn, legt de Autoriteit de opmerkingen van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting en, in voorkomend geval, een beschrijving van de corrigerende maatregelen die door die partij of stichting zijn genomen, voor aan het in artikel 14 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen en verzoekt zij dit comité om advies over de kwestie. Het comité brengt zijn advies binnen twee maanden uit.

 

Indien de Autoriteit kennis krijgt van feiten die twijfel oproepen over de naleving door een specifieke Europese politieke partij of Europese politieke stichting van de in artikel 3, lid 1, punten d) en e), en artikel 3, lid 2, punten c) en d), vastgelegde voorwaarden, stelt zij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hiervan in kennis, zodat deze instellingen een verzoek tot verificatie als bedoeld in de eerste alinea kunnen indienen. Onverminderd de eerste alinea maken het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hun voornemen kenbaar om een verzoek tot verificatie in te dienen binnen twee maanden na ontvangst van deze informatie.

 

2. De in de eerste alinea uiteengezette procedures worden niet ingeleid binnen een periode van twee maanden voorafgaand aan de verkiezingen voor het Europees Parlement.

 

3. De Autoriteit besluit of de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register wordt geschrapt, rekening houdend met het advies van het in artikel 14 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen. Het besluit van de Autoriteit wordt naar behoren gemotiveerd.

 

4. Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register vanwege niet-naleving van de in artikel 3, lid 1, punt d) of e), of artikel 3, lid 2, punt c) of d), vastgelegde voorwaarden wordt alleen goedgekeurd indien er sprake is van ernstige en manifeste schending van deze voorwaarden. Bij het nemen van het besluit wordt de procedure van lid 5 gevolgd.

 

5. Een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting vanwege een ernstige en manifeste schending van de in artikel 3, lid 1, punt d) of e), of artikel 3, lid 2, punt c) of d), vastgelegde voorwaarden wordt ter kennis gegeven aan het Europees Parlement en de Raad. Het besluit treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van het besluit aan hen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Autoriteit heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Indien het Europees Parlement en de Raad bezwaar maken, blijft de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting geregistreerd.

 

6. Het Europees Parlement en de Raad kunnen enkel bezwaar maken tegen een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of stichting op grond van redenen die verband houden met de beoordeling van de naleving van de voorwaarden voor registratie als vastgelegd in artikel 3, lid 1, punt d) of e), of artikel 3, lid 2, punt c) of d).

 

7. Wanneer bezwaar is gemaakt tegen een besluit van de Autoriteit tot schrapping van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register, wordt de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting door de Autoriteit van dat bezwaar in kennis gesteld.

 

8. Het Europees Parlement en de Raad bepalen hun standpunt overeenkomstig hun respectievelijke besluitvormingsvoorschriften, vastgesteld in overeenstemming met de Verdragen. Elk bezwaar tegen een besluit van de Autoriteit tot schrapping van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register, moet naar behoren worden gemotiveerd, en wordt openbaar gemaakt.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  48

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 11 ter

 

Verificatie van de verplichtingen uit hoofde van het nationale recht

 

1. Indien een Europese politieke partij of Europese politieke stichting is tekortgeschoten bij de naleving van relevante verplichtingen uit hoofde van nationaal recht als bedoeld in artikel 17, lid 2, eerste alinea, en indien die tekortkoming in het licht van het grondrecht van vrijheid van vereniging zoals verankerd in artikel 12 van het Handvest en van de noodzaak pluraliteit van politieke partijen in Europa te waarborgen, zodanig ernstig is dat schrapping van die partij of stichting geoorloofd is, kan de lidstaat waar de zetel van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting is gevestigd een verzoek tot schrapping uit het register indienen bij de Autoriteit. Dat verzoek gaat vergezeld van een deugdelijke motivering. Daarin wordt met name nauwkeurig en uitputtend aangegeven welke onrechtmatige acties er hebben plaatsgevonden en welke specifieke nationale voorschriften niet zijn nageleefd.

 

Als het onderwerp van het verzoek van de lidstaten uitsluitend of voornamelijk betrekking heeft op elementen die van invloed zijn op de eerbiediging van de waarden waarop de Unie berust, als vervat in artikel 2 VEU, leidt de Autoriteit overeenkomstig artikel 11 bis een verificatieprocedure in.

 

Indien de lidstaat in zijn verzoek overeenkomstig de eerste alinea bevestigt dat er op nationaal niveau een doeltreffend rechtsmiddel tegen een dergelijk verzoek bestaat en dat alle rechtsmiddelen met betrekking tot een dergelijk verzoek zijn uitgeput, beoordeelt de Autoriteit, na de vertegenwoordiger van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting te hebben gehoord, of de reden voor schrapping uit hoofde van artikel 19, lid 1, punt d), van toepassing is op de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

 

2. Indien een Europese politieke partij of Europese politieke stichting ernstig heeft tekortgeschoten bij de naleving van relevante verplichtingen uit hoofde van nationaal recht als bedoeld in artikel 17, lid 2, tweede alinea, en indien de aangelegenheid uitsluitend of voornamelijk betrekking heeft op elementen die van invloed zijn op de eerbiediging van de waarden waarop de Europese Unie berust, als vervat in artikel 2 VEU, kan de betrokken lidstaat een verzoek tot de Autoriteit richten overeenkomstig de bepalingen in de eerste alinea van lid 1. De Autoriteit handelt overeenkomstig lid 1, tweede alinea.

 

3. In alle gevallen handelt de Autoriteit zonder onnodige vertraging. De Autoriteit stelt de betrokken lidstaat en de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting op de hoogte van het gevolg dat is gegeven aan het met redenen omklede verzoek tot schrapping uit het register.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  49

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien de Autoriteit kennis krijgt van een besluit van een nationale toezichthoudende autoriteit in de zin van artikel 4, punt 21, van Verordening (EU) 2016/679 waarbij wordt vastgesteld dat een natuurlijke of rechtspersoon een inbreuk heeft gemaakt op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, en indien uit dat besluit blijkt dat de inbreuk verband houdt met politieke activiteiten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement, of indien er andere gegronde redenen zijn om zulks te vermoeden, legt de Autoriteit deze aangelegenheid voor aan het in artikel 14 van deze verordening bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen. De Autoriteit kan indien nodig contact opnemen met de betrokken nationale toezichthoudende autoriteit.

2. De Autoriteit wordt in kennis gesteld van elk besluit op nationaal niveau van van een toezichthoudende autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 21, van Verordening (EU) 2016/679 waarbij wordt vastgesteld dat een natuurlijke of rechtspersoon een inbreuk heeft gemaakt op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, en indien uit dat besluit blijkt dat de inbreuk verband houdt met politieke activiteiten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement, of indien er andere gegronde redenen zijn om zulks te vermoeden, legt de Autoriteit deze aangelegenheid voor aan het in artikel 14 van deze verordening bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen. De Autoriteit kan indien nodig contact opnemen met de betrokken toezichthoudende autoriteit.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  50

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Rekening houdend met het advies van het comité besluit de Autoriteit overeenkomstig artikel 30, lid 2, punt a), vii), of zij de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting financiële sancties oplegt. Het besluit van de Autoriteit wordt met redenen omkleed, met name wat het advies van het comité betreft, en wordt snel bekendgemaakt.

4. Rekening houdend met het advies van het comité besluit de Autoriteit overeenkomstig artikel 30, lid 1, punt a), vii), of zij de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting financiële sancties oplegt. Het besluit van de Autoriteit wordt met redenen omkleed, met name wat het advies van het comité betreft, en wordt snel bekendgemaakt.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  51

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De in dit artikel uiteengezette procedure laat de procedure van artikel 11 onverlet.

5. De in dit artikel uiteengezette procedure laat de procedure van artikelen 11, 11 bis en 11 ter onverlet. De in artikel 11 bis, lid 2, bedoelde termijn is niet van toepassing op de procedure van dit artikel.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Autoriteit stelt jaarlijks een verslag op over de activiteiten van de Europese politieke partijen op het gebied van politieke reclame en publiceert dat verslag. Het bevat een samenvattend feitenverslag van de verslagen die overeenkomstig artikel 5, lid 4, voor het desbetreffende verslagjaar zijn gepubliceerd door de Europese politieke partijen, alsook eventuele besluiten van de uit hoofde van artikel 5, lid 6, aangewezen nationale reguleringsinstanties of van de in artikel 5, lid 7, bedoelde toezichthoudende autoriteiten waarin is vastgesteld dat een Europese politieke partij een inbreuk heeft gemaakt op artikel 5 van deze verordening.

De Autoriteit stelt jaarlijks een verslag op over de activiteiten van de Europese politieke partijen op het gebied van politieke reclame en publiceert dat verslag. Het bevat de verslagen die overeenkomstig artikel 5, lid 4, voor het desbetreffende verslagjaar zijn gepubliceerd door de Europese politieke partijen.

Amendement  53

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting verliest haar Europese rechtspersoonlijkheid bij kennisgeving van een besluit krachtens artikel 11, lid 5.

1. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting verliest haar Europese rechtspersoonlijkheid na schrapping uit het register bij besluit van de Autoriteit:

 

a) indien de Autoriteit in het kader van de procedure van artikel 11 tot de bevinding komt dat:

 

i) de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting niet voldoet aan een van de registratievoorwaarden van artikel 3, lid 1, punt a), b), c), f) of g), of van artikel 3, lid 2, punt a), b), e), f) of g);

 

ii) de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting niet voldoet aan een van de governancebepalingen van artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e) en f), of artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e), of g);

 

iii) de Europese politieke partij of Europese politieke stichting in kwestie zich in een van de uitsluitingssituaties bevindt als bedoeld in artikel 136, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046;

 

iv) het besluit tot registratie van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting in kwestie gebaseerd is op informatie die van doorslaggevend belang was voor het besluit tot registratie en die onjuist of misleidend was, of indien het besluit door bedrog is verkregen;

 

b) indien de Autoriteit in het kader van de procedure van artikel 11 bis vaststelt dat de voorwaarden voor registratie als vastgesteld in artikel 3, lid 1, punt d) of e), of artikel 3, lid 2, punt c) of d), met betrekking tot de eerbiediging van de in artikel 2 VEU vervatte waarden, op manifeste en ernstige wijze zijn geschonden door de betrokken Europese politieke partij, de bij haar aangesloten partijen, de betrokken Europese politieke stichting of de bij haar aangesloten organisaties;

 

c) op verzoek van de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting; of

 

d) op verzoek van een lidstaat die voldoet aan de eisen van artikel 11 ter, leden 1 en 3.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

 

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting wordt uit het register geschrapt bij besluit van de Autoriteit:

2. Indien de Autoriteit besluit een Europese politieke partij uit het register te schrappen, schrapt zij ook een met haar verbonden Europese politieke stichting uit het register.

a) als gevolg van een overeenkomstig artikel 11, leden 2 tot en met 5, genomen besluit;

 

b) in de situatie als bedoeld in artikel 11, lid 6;

 

c) op verzoek van de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting;

 

d) in de in lid 3, eerste alinea, punt b), bedoelde gevallen.

 

Motivering

Met het voorstel worden de regels van artikel 11, lid 6, en van artikel 19, lid 2, punt b), van het voorstel geconsolideerd, aangezien het van toepassing is op alle gevallen waarin een Europese politieke partij waaraan de Europese politieke stichting verbonden is, in overeenstemming met het herziene voorstel van artikel 19, lid 1, uit het register wordt geschrapt. Dit amendement is nodig om dwingende redenen die verband houden met de interne logica van de tekst.

Amendement  55

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien een Europese politieke partij of Europese politieke stichting ernstig is tekortgeschoten bij de naleving van relevante verplichtingen uit hoofde van nationaal recht als bedoeld in artikel 17, lid 2, eerste alinea, kan de lidstaat waar haar zetel is gevestigd een naar behoren gemotiveerd verzoek tot schrapping uit het register indienen, waarin de onwettige handelingen en de specifieke niet nageleefde nationale vereisten gedetailleerd en uitputtend worden beschreven. In dergelijke gevallen zal de Autoriteit:

3. Het besluit van de Autoriteit tot schrapping van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register wordt gericht en gemeld aan de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

a) voor aangelegenheden die uitsluitend of voornamelijk betrekking hebben op elementen die van invloed zijn op de eerbiediging van de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, een verificatieprocedure inleiden overeenkomstig artikel 11, lid 3, van deze verordening. Artikel 11, leden 4, 5 en 6, van deze verordening zijn eveneens van toepassing;

 

b) voor andere aangelegenheden, en indien uit het naar behoren gemotiveerde verzoek van de betrokken lidstaat blijkt dat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, besluiten om de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register te schrappen.

 

Indien een Europese politieke partij of Europese politieke stichting ernstig heeft tekortgeschoten bij de naleving van relevante verplichtingen uit hoofde van nationaal recht als bedoeld in artikel 17, lid 2, tweede alinea, en indien de aangelegenheid uitsluitend of voornamelijk betrekking heeft op elementen die van invloed zijn op de eerbiediging van de waarden waarop de Europese Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, kan de betrokken lidstaat een verzoek tot de Autoriteit richten overeenkomstig de bepalingen in de eerste alinea van dit lid. De Autoriteit handelt overeenkomstig de eerste alinea van dit lid, punt a).

 

In alle gevallen handelt de Autoriteit zonder onnodige vertraging. De Autoriteit stelt de betrokken lidstaat en de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting op de hoogte van het gevolg dat is gegeven aan het met redenen omklede verzoek tot schrapping uit het register.

 

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  56

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De Autoriteit stelt de datum van de in lid 1 bedoelde publicatie vast na overleg met de lidstaat waar de zetel van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting is gevestigd.

Schrappen

 

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  57

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een Europese politieke partij die overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorwaarden en procedures is geregistreerd, die door ten minste één van haar leden in het Europees Parlement is vertegenwoordigd, en die zich niet in één van de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde uitsluitingssituaties bevindt, kan een verzoek om financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie indienen, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen die door de ordonnateur van het Europees Parlement in een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen zijn vastgesteld.

1. Een Europese politieke partij die overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorwaarden en procedures is geregistreerd, die door ten minste één van haar leden in het Europees Parlement is vertegenwoordigd, en die zich niet in één van de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde uitsluitingssituaties bevindt, kan een verzoek om financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie indienen, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen die door de ordonnateur van het Europees Parlement in een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen uit de algemene begroting van de Europese Unie zijn vastgesteld.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  58

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Rechtstreeks lidmaatschap van het Europees Parlement wordt aanvaard in gevallen waarin een lid van het Europees Parlement geen lid is van een nationale of regionale partij die is verbonden aan een Europese politieke partij.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  59

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Binnen de in de artikelen 24 en 25 bepaalde beperkingen hebben uitgaven die door middel van een financiële bijdrage vergoed kunnen worden betrekking op administratieve kosten, kosten in verband met logistieke steun, bijeenkomsten, onderzoek, grensoverschrijdende evenementen, studies, voorlichting en publicaties, alsmede op kosten in verband met campagnes.

5. Binnen de in de artikelen 24 en 25 bepaalde beperkingen hebben uitgaven die door middel van een financiële bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie vergoed kunnen worden betrekking op administratieve kosten, kosten in verband met logistieke steun, bijeenkomsten, onderzoek, grensoverschrijdende evenementen, studies, voorlichting en publicaties, alsmede op kosten in verband met campagnes.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  60

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die voldoet aan de voorwaarden van artikel 20, lid 1 of 2, en die voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie in aanmerking wenst te komen, dient na een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen of een oproep tot het indienen van voorstellen een verzoek in bij het Europees Parlement.

1. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die voldoet aan de voorwaarden van artikel 20, lid 1 of 2, en die voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie in aanmerking wenst te komen, dient na een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen uit de algemene begroting van de Europese Unie of een oproep tot het indienen van voorstellen een verzoek in bij het Europees Parlement.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  61

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Europese politieke partij en de Europese stichting moeten, op het ogenblik van hun verzoek, aan de in artikel 26 opgesomde verplichtingen voldoen. Vanaf de datum van de toepassing ervan tot de afsluiting van het begrotingsjaar of het einde van de activiteit waarop de bijdrage of subsidie betrekking heeft, moeten zij in het register opgenomen blijven en mogen zij aan geen van de in artikel 30, lid 1, en in artikel 30, lid 2, punten a), v) tot en met ix), opgenomen sancties onderworpen zijn.

2. De Europese politieke partij en de Europese stichting moeten, op het ogenblik van hun verzoek, aan de in artikel 26 opgesomde verplichtingen voldoen. Vanaf de datum van de toepassing ervan tot de afsluiting van het begrotingsjaar of het einde van de activiteit waarop de bijdrage of subsidie uit de algemene begroting van de Europese Unie betrekking heeft, moeten zij in het register opgenomen blijven en mogen zij aan geen van de in artikel 30, lid 1, en in artikel 30, lid 2, punten a), v) en vi), opgenomen sancties onderworpen zijn.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  62

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een Europese politieke partij voegt bij haar verzoek bewijsstukken toe waaruit blijkt dat de bij haar aangesloten EU-partijen doorgaans gedurende de twaalf maanden die aan de uiterste datum voor indiening van het verzoek voorafgaan, op hun website, het politieke programma en het logo van de Europese politieke partij hebben geplaatst , overeenkomstig artikel 4, lid 1), punt i) .

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  63

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Een Europese politieke partij voegt bij haar verzoek bewijsstukken toe waaruit blijkt dat zij artikel 4, lid 1, punt j), naleeft en dat de bij haar aangesloten partijen gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop het verzoek is ingediend, op hun website zonder onderbreking informatie hebben gepubliceerd over de gendervertegenwoordiging bij de kandidaten voor de meest recente verkiezingen voor het Europees Parlement en over de ontwikkeling van de gendervertegenwoordiging bij hun leden van het Europees Parlement.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  64

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Een Europese politieke partij voegt bij haar verzoek bewijsstukken toe waaruit blijkt dat zij artikel 5 naleeft, dat zij een beleid heeft voor het gebruik van politieke reclame dat actueel wordt gehouden, en dat zij dat beleid heeft uitgevoerd gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de uiterste datum voor de indiening van verzoeken.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  65

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De ordonnateur van het Europees Parlement neemt binnen drie maanden na de afsluiting van de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen of de oproep tot het indienen van voorstellen een besluit en keurt de desbetreffende kredieten goed en beheert deze in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 .

7. De ordonnateur van het Europees Parlement neemt binnen drie maanden na de afsluiting van de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen uit de algemene begroting van de Europese Unie of de oproep tot het indienen van voorstellen een besluit en keurt de desbetreffende kredieten goed en beheert deze in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 .

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  66

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Donaties, bijdragen en eigen middelen

Donaties, bijdragen, associatiegelden en andere eigen middelen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  67

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 2 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen leggen, bij het indienen van hun jaarrekeningen in overeenstemming met artikel 26, eveneens een lijst van donateurs over waarop zowel hun respectieve donaties als de aard en waarde van elk van de donaties worden vermeld. Dit lid geldt eveneens voor de bijdragen van partijen die lid zijn van Europese politieke partijen en van organisaties die lid zijn van Europese politieke stichtingen.

2. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen leggen, bij het indienen van hun jaarrekeningen in overeenstemming met artikel 26, eveneens een lijst van donateurs over waarop zowel hun respectieve donaties als de aard en waarde van elk van de donaties worden vermeld. Dit lid geldt eveneens voor de bijdragen en associatiegelden van partijen die lid zijn van Europese politieke partijen en van organisaties die lid zijn van Europese politieke stichtingen en voor bijdragen van individuele leden van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van meer dan 1 500 EUR.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  68

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor donaties van natuurlijke personen met een waarde van meer dan 1 500 EUR en minder dan of gelijk aan 3 000 EUR, geeft de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting aan of de desbetreffende donoren vooraf schriftelijk toestemming hebben gegeven voor publicatie, overeenkomstig artikel 36, lid 1, punt e).

Voor donaties en bijdragen van natuurlijke personen met een waarde van meer dan 1 500 EUR en minder dan of gelijk aan 3 000 EUR, geeft de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting aan of de desbetreffende natuurlijke personen vooraf schriftelijk toestemming hebben gegeven voor publicatie, overeenkomstig artikel 36, lid 1, punt e).

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  69

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Donaties die Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen in de zes maanden voorafgaand aan verkiezingen voor het Europees Parlement ontvangen en uitgaven die in de zes maanden voorafgaand aan verkiezingen voor het Europees Parlement met deze donaties worden gefinancierd , worden wekelijks schriftelijk en in overeenstemming met lid 2 aan de Autoriteit gemeld.

3. Donaties die Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen in de zes maanden voorafgaand aan verkiezingen voor het Europees Parlement ontvangen, worden wekelijks schriftelijk en in overeenstemming met lid 2 aan de Autoriteit gemeld.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  70

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Voor alle donaties ter waarde van meer dan 3 000 EUR verzoeken de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen donoren om de nodige informatie te verstrekken zodat zij naar behoren kunnen worden geïdentificeerd. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen sturen de ontvangen informatie desgevraagd door aan de Autoriteit.

5. Met betrekking tot alle donaties van één enkele donor met een cumulatieve jaarlijkse waarde van meer dan 3 000 EUR verzoeken de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen dat deze donoren de nodige informatie verstrekken zodat zij naar behoren kunnen worden geïdentificeerd. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen sturen de ontvangen informatie desgevraagd door aan de Autoriteit.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  71

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 5 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Autoriteit stelt een formulier vast met het oog op gebruik voor de doeleinden van de eerste alinea.

De Autoriteit stelt een formulier vast met het oog op het doel van het identificeren van de in de eerste alinea bedoelde donoren.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  72

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 6 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) anonieme donaties of bijdragen;

a) anonieme donaties, bijdragen of associatiegelden;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  73

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 6 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) donaties van particuliere entiteiten die gevestigd zijn in derde landen of van personen uit derde landen die niet stemgerechtigd zijn voor de verkiezingen voor het Europees Parlement.

d) donaties van particuliere entiteiten die buiten de Unie gevestigd zijn of van personen van buiten de Unie die niet stemgerechtigd zijn voor de verkiezingen voor het Europees Parlement.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  74

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. De Autoriteit voert verificaties uit wanneer zij redenen heeft om te vermoeden dat een donatie is gedaan die in strijd is met deze verordening. Daartoe kan zij de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting en hun donoren om aanvullende informatie verzoeken.

8. De Autoriteit voert controles uit wanneer zij redenen heeft om te vermoeden dat een donatie is geaccepteerd in strijd met deze verordening. Daartoe kan zij de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting en hun donoren om aanvullende informatie verzoeken.

Amendement  75

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. Bijdragen van leden van een Europese politieke partij waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land dat lid is van de Raad van Europa zijn toegestaan . De bijdragen van leden mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke partij. De bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale bijdragen van leden.

9. De totale waarde van de bijdragen aan een Europese politieke partij mag niet meer bedragen dan 40 % van haar jaarlijkse begroting.

Amendement  76

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 bis. De totale waarde van de associatiegelden aan een Europese politieke partij mag niet meer bedragen dan 20 % van de totale waarde van de bijdragen aan die partij. De betaling van associatiegelden is alleen toegestaan met inachtneming van de algemeen toepasselijke regels en percentages zoals vastgesteld door de Europese politieke partij.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  77

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 10 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. Bijdragen van leden van een Europese politieke stichting waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook bijdragen van aangesloten organisaties waarvan de zetel is gevestigd in een land dat lid is van de Raad van Europa, en bijdragen van de Europese politieke partij waarmee zij is verbonden , zijn toegestaan . De bijdragen van leden mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van deze een Europese politieke stichting en mogen niet afkomstig zijn uit middelen die een Europese politieke partij overeenkomstig deze verordening uit de algemene begroting van de Europese Unie heeft ontvangen. De bijdragen van aangesloten organisaties waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale bijdragen van leden.

10. De totale waarde van de bijdragen aan Europese politieke stichtingen van leden en van financiering door de Europese politieke partij waarbij zij is verbonden, mag niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke stichting en mag niet afkomstig zijn uit middelen die een Europese politieke partij overeenkomstig deze verordening uit de algemene begroting van de Europese Unie heeft ontvangen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  78

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis. De totale waarde van de associatiegeldbetalingen aan een Europese politieke stichting mag niet meer bedragen dan 20 % van alle bijdragen aan die stichting.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  79

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

12. Bijdragen die krachtens deze verordening niet zijn toegestaan, worden terugbetaald overeenkomstig lid 7.

12. Bijdragen of associatiegeldbetalingen die krachtens deze verordening niet zijn toegestaan, worden terugbetaald overeenkomstig lid 7.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  80

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

13. De eigen middelen van een Europese politieke partij of van een Europese politieke stichting uit eigen economische activiteiten mogen niet meer bedragen dan 5 % van de jaarlijkse begroting van die Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

13. De aanvullende eigen middelen van een Europese politieke partij of van een Europese politieke stichting uit eigen economische activiteiten mogen niet meer bedragen dan 10 % van de gegenereerde bijdragen aan en associatiegelden van die Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  81

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van referendumcampagnes indien dergelijke campagnes betrekking hebben op de uitvoering van de Unieverdragen.

2. Financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van referendumcampagnes indien dergelijke campagnes betrekking hebben op kwesties die rechtstreeks verband houden met de Europese Unie.

Amendement  82

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd artikel 24, lid 1, mag financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron niet worden gebruikt voor rechtstreekse of indirecte financiering van andere politieke partijen, met name niet voor nationale partijen of kandidaten. Op deze nationale politieke partijen en kandidaten blijven de nationale regelgevingen van toepassing.

1. Onverminderd artikel 23, lid 10, en artikel 24, lid 1, mag financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron niet worden gebruikt voor rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van andere politieke entiteiten, met name niet voor nationale partijen of kandidaten. Op deze nationale politieke partijen en kandidaten blijven de nationale regelgevingen van toepassing.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  83

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 6 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of indirecte financiering van verkiezingen, politieke partijen of kandidaten, of andere stichtingen.

2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 6 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of indirect financiering van verkiezingen, politieke partijen of kandidaten gedurende de zes maanden in de aanloop naar nationale of Europese verkiezingen, of van andere stichtingen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  84

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – alinea 1 - inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij de Autoriteit, met kopie aan de ordonnateur van het Europees Parlement en aan het bevoegde nationale contactpunt in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd, de volgende documenten in:

1. Binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij de ordonnateur van het Europees Parlement in een open, machineleesbare vorm de volgende documenten in:

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  85

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – alinea 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de overeenkomstig artikel 23, leden 2, 3 en 4, overgelegde lijst van donateurs en contribuanten en hun respectieve donaties of bijdragen.

c) de overeenkomstig artikel 23, leden 2, 3 en 4, overgelegde lijst van donateurs, contribuanten en betalers van associatiegelden en hun respectieve donaties of bijdragen of associatiegelden.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  86

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen dienen daarnaast een kopie van alle in de eerste alinea bedoelde documenten in bij de Autoriteit en het bevoegde nationale contactpunt in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd. De kopie wordt ingediend in een open en machineleesbare vorm.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  87

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Autoriteit controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder wat betreft artikel 3, artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e) en f), artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), artikel 10, leden 5 en 6, en de artikelen 23, 24 en 25.

2. De Autoriteit controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder wat betreft artikel 3, artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e), f) en h), artikel 4 bis, artikel 5, artikel 6, lid 1, punten a) tot en met e) en g), artikel 10, leden 5 en 6, en artikel 23. In gevallen waarin geen financiering met middelen van de algemene begroting van de Europese Unie wordt verstrekt, controleert zij ook de naleving door de Europese politieke partijen van hun verplichtingen uit hoofde van artikel 25, lid 1.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  88

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De ordonnateur van het Europees Parlement controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen die betrekking hebben op de financiering door de Unie, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 . Bij de uitvoering van die controle neemt het Europees Parlement de nodige maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.

De ordonnateur van het Europees Parlement controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening en uit Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voortvloeiende verplichtingen die betrekking hebben op de financiering door de Unie. Bij de uitvoering van die controle neemt het Europees Parlement de nodige maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  89

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Overeenkomstig artikel 19 besluit de Autoriteit bij wijze van sanctie in elk van de volgende situaties tot schrapping van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting uit het register:

Schrappen

a) indien de partij of de stichting in kwestie zich in een van de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde uitsluitingssituaties bevindt ;

 

b) indien na toepassing van de procedures van artikel 11, leden 2 tot en met 5, is vastgesteld dat de partij of de stichting niet langer voldoet aan een of meer van de in artikel 3, lid 1 of 2, vastgelegde voorwaarden;

 

c) indien het besluit tot registratie van de partij of stichting in kwestie berust op onjuiste of misleidende informatie waarvoor de verzoekende partij verantwoordelijk is, of indien dergelijk besluit met bedrog is verkregen;

 

d) indien een verzoek van een lidstaat tot schrapping uit het register op grond van ernstige niet-naleving van de uit nationaal recht voortvloeiende verplichtingen voldoet aan de in artikel 19, lid 3, punt b), vastgestelde vereisten.

 

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  90

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a – ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii) indien de aangegane verplichtingen niet worden nagekomen en niet wordt gehandeld overeenkomstig de informatie die de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting heeft verstrekt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e), f), i) en j), en artikel 6, lid 1, punten a), b), d) en e);

ii) indien de aangegane verplichtingen niet worden nagekomen en niet wordt gehandeld overeenkomstig de informatie die de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting heeft verstrekt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punten a), b), d), e), f), en h), en artikel 6, lid 1, punten a), b), d) en e);

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  91

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a– ii bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

ii bis) indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van artikel 4 bis, lid 1;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  92

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a – ii ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

ii ter) indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen uit hoofde artikel 4 bis, lid 2;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  93

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a – ii quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

ii quater) indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van artikel 5, leden 1 tot en met 5;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  94

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a – viii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

viii) indien geen bewijsstukken zijn overgelegd met betrekking tot het gebruik van logo’s en de publicatie van de politieke programma’s overeenkomstig artikel 21, lid 3;

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  95

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt a – ix

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ix) indien geen bewijsstukken zijn overgelegd met betrekking tot de gendervertegenwoordiging overeenkomstig artikel 21, lid 4.

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  96

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 2 – punt b – i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting donaties en bijdragen heeft aanvaard die krachtens artikel 23, lid 1 of 5, niet zijn toegestaan, tenzij is voldaan aan de voorwaarden van artikel 23, lid 7;

i) indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting donaties, bijdragen of associatiegelden heeft aanvaard die krachtens artikel 23, lid 1 of 6, niet zijn toegestaan, tenzij is voldaan aan de voorwaarden van artikel 23, lid 7;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  97

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Voor de toepassing van de leden 2 en 3 worden de volgende financiële sancties opgelegd aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting:

4. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 worden de volgende financiële sancties opgelegd aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting:

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  98

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – punt b – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) voor kwantificeerbare inbreuken: een vast percentage van het bedrag van de onregelmatige ontvangen of niet gemelde middelen, overeenkomstig de volgende schaal, maar ten hoogste 10 % van de jaarlijkse begroting van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting:

b) voor kwantificeerbare inbreuken: een vast percentage van het bedrag van de onregelmatige ontvangen of niet gemelde middelen of van de middelen die gebruikt zijn voor uit hoofde van artikel 25 verboden financieringsactiviteiten, overeenkomstig de volgende schaal, maar ten hoogste 10 % van de jaarlijkse begroting van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting:

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  99

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – punt b – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van de in de eerste alinea genoemde percentages wordt elke donatie of bijdrage afzonderlijk beoordeeld.

Voor de toepassing van de in de eerste alinea genoemde percentages wordt elke donatie, bijdrage, associatiegeldbetaling of elk bedrag dat gebruikt is voor uit hoofde van artikel 25 verboden financieringsactiviteiten afzonderlijk beoordeeld.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  100

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De Autoriteit vordert de desbetreffende bedragen terug van de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting waaraan financiële sancties zijn opgelegd.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  101

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Met het oog op de volledige naleving van de verplichtingen als bedoeld in artikel 38, en voorafgaand aan het definitieve besluit van de Autoriteit inzake een van de in artikel 30 bedoelde sancties, stelt de Autoriteit of de ordonnateur van het Europees Parlement de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie in de gelegenheid de maatregelen te treffen die nodig zijn om de situatie binnen een redelijke termijn, die normaal gesproken niet langer mag duren dan een maand, te verhelpen. In het bijzonder geeft de Autoriteit of de ordonnateur van het Europees Parlement de gelegenheid tot het corrigeren van schrijf- en rekenfouten, het zo nodig verstrekken van aanvullende documenten of informatie of het rechtzetten van kleine tekortkomingen.

1. Met het oog op de volledige naleving van de verplichtingen als bedoeld in artikel 38, en voorafgaand aan het definitieve besluit van de Autoriteit inzake een van de in artikel 30, lid 1, punt a), i) tot en met iv), bedoelde sancties, stelt de Autoriteit of de ordonnateur van het Europees Parlement de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie in de gelegenheid de maatregelen te treffen die nodig zijn om de situatie binnen een redelijke termijn, die normaal gesproken niet langer mag duren dan een maand, te verhelpen. In het bijzonder geeft de Autoriteit of de ordonnateur van het Europees Parlement de gelegenheid tot het corrigeren van schrijf- en rekenfouten, het zo nodig verstrekken van aanvullende documenten of informatie of het rechtzetten van kleine tekortkomingen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  102

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting heeft nagelaten binnen de in lid 1 voorgeschreven termijn corrigerende maatregelen te nemen, worden passende sancties overeenkomstig artikel 30 opgelegd.

2. Indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting heeft nagelaten binnen de in lid 1 voorgeschreven termijn afdoende corrigerende maatregelen te nemen, worden passende sancties overeenkomstig artikel 30 opgelegd.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  103

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing met betrekking tot de voorwaarden vastgelegd in artikel 3, lid 1, punten b) tot en met f), en in artikel 3, lid 2, punt c).

Schrappen

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  104

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Terugvordering

Intrekking van een financieringsbesluit met gevolgen voor de toekomst

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  105

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Op basis van een besluit van de Autoriteit tot schrapping uit het register van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting, trekt de ordonnateur van het Europees Parlement een lopend besluit of lopende overeenkomst betreffende financiering van de Unie in of beëindigt dat besluit of die overeenkomst, behalve in gevallen als bedoeld in artikel 19, lid 2, punt c), en artikel 3, lid 1, punten b) en f). Tevens vordert de ordonnateur van het Europees Parlement de financiering van de Unie terug, met inbegrip van alle ongebruikte middelen van de Unie uit voorgaande jaren.

1. De ordonnateur van het Europees Parlement trekt een lopend financieringsbesluit dat gericht is aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting met gevolgen voor de toekomst om de volgende redenen in:

 

a) een besluit van de Autoriteit om de partij of stichting uit het register te schrappen, met uitzondering van een besluit dat gebaseerd is op de reden voor schrapping als bedoeld in artikel 19, lid 1, punt a), iv);

 

b) een sanctiebesluit op grond van artikel 30, lid 1, punt a), v) en vi).

 

Andere redenen voor de intrekking van een financieringsbesluit met gevolgen voor de toekomst kunnen in de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage of subsidie worden vermeld.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  106

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting waaraan een sanctie is opgelegd wegens een in artikel 30, lid 1, en lid 2, punt a), v) en vi), genoemde inbreuk, voldoet om die reden niet meer aan de voorwaarden van artikel 21, lid 2. De ordonnateur van het Europees Parlement beëindigt daarop het besluit of de overeenkomst tot toekenning op grond van deze verordening van een bijdrage of subsidie uit de begroting van de Unie en vordert het bedrag terug dat op grond van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage of subsidie ten onrechte is uitbetaald, met inbegrip van alle ongebruikte Uniemiddelen uit voorgaande jaren. De ordonnateur van het Europees Parlement vordert tevens bedragen die op grond van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage of subsidie ten onrechte zijn uitbetaald terug van een natuurlijke persoon ten aanzien van wie een besluit krachtens artikel 31, is genomen, rekening houdend, in voorkomend geval, met de uitzonderlijke omstandigheden met betrekking tot die natuurlijke persoon.

2. Een besluit om het financieringsbesluit met gevolgen voor de toekomst in te trekken, wordt van kracht op de in het besluit tot intrekking vermelde datum of, indien daarin geen datum is bepaald, op de dag waarop het besluit tot intrekking ter kennis wordt gebracht van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

In geval van dergelijke beëindiging blijven betalingen door de ordonnateur van het Europees Parlement beperkt tot de door de Europese politieke partij gedane vergoedbare uitgaven of de door de Europese politieke stichting gemaakte subsidiabele kosten tot aan de datum waarop het besluit tot beëindiging in werking treedt.

 

Dit lid is tevens van toepassing op de in artikel 19, lid 2, punt c), en artikel 3, lid 1, punten b) en f), bedoelde gevallen.

 

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  107

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De intrekking van het financieringsbesluit met gevolgen voor de toekomst heeft de volgende gevolgen:

 

a) de bijdrage- of subsidieovereenkomst wordt beëindigd op de dag waarop het besluit tot terugtrekking van kracht wordt;

 

b) betalingen door de ordonnateur van het Europees Parlement worden beperkt tot de door de Europese politieke partij werkelijk gedane vergoedbare uitgaven of de door de Europese politieke stichting gemaakte subsidiabele kosten tot aan de datum waarop het besluit tot intrekking in werking treedt;

 

c) uitgaven of kosten die door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting worden gemaakt vanaf de dag waarop de intrekking van het financieringsbesluit van kracht wordt, worden aangemerkt als niet-terugvorderbare uitgaven of niet-subsidiabele kosten;

 

d) de ordonnateur van het Europees Parlement vordert alle ten onrechte betaalde middelen van de Unie terug, met inbegrip van:

 

i) middelen van de Unie die zijn uitgegeven voor niet-vergoedbare uitgaven of niet-subsidiabele kosten; alsmede

 

ii) niet-gebruikte voorfinanciering van de Unie die niet is uitgegeven vóór de datum waarop het besluit tot intrekking van kracht wordt, met inbegrip van niet-bestede EU-middelen van voorgaande jaren; en

 

e) de ordonnateur van het Europees Parlement vordert ten onrechte betaalde bedragen terug van een natuurlijke persoon ten aanzien van wie een besluit overeenkomstig artikel 34 is genomen.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  108

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 34 bis

 

Intrekking van het financieringsbesluit met terugwerkende kracht

 

1. Op basis van een besluit van de Autoriteit tot schrapping van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register, krachtens de in artikel 19, lid 1, punt a), iv), vastgestelde reden voor schrapping, trekt de ordonnateur van het Europees Parlement de tot de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting gerichte financieringsbesluiten met terugwerkende kracht in vanaf de datum van vaststelling van die besluiten.

 

2. De intrekking van het financieringsbesluit met terugwerkende kracht heeft de volgende gevolgen:

 

a) de bijdrage- of subsidieovereenkomst wordt beëindigd op de dag van de kennisgeving van die beëindiging aan de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting;

 

b) alle uitgaven of kosten van de Europese politieke partij of Europese politieke stichting worden aangemerkt als niet-vergoedbare of niet-subsidiabele kosten; en

 

c) alle bedragen die in het kader van de bijdrage- of subsidieovereenkomst zijn betaald, samen met alle niet-bestede middelen van de Unie uit voorgaande jaren, worden als ten onrechte uitgevoerde betalingen beschouwd en worden teruggevorderd in overeenstemming met het bepaalde in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  109

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het Europees Parlement publiceert, onder verantwoordelijkheid van zijn ordonnateur of onder die van de Autoriteit, op een speciaal daartoe gecreëerde website en in een open, machineleesbare vorm :

1. Het Europees Parlement, of de Autoriteit, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, publiceert in een open, machineleesbare vorm en op een speciaal daartoe gecreëerde website het volgende:

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  110

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 1 – punt f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) de in artikel 23, leden 9 en 10, bedoelde bijdragen, die de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hebben gemeld overeenkomstig artikel 23, lid 2, met inbegrip van de identiteit van de aangesloten partijen of organisaties waarvan de bijdragen afkomstig zijn;

f) de in artikel 23, leden 9 en 10, bedoelde bijdragen en associatiegelden, die de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hebben gemeld overeenkomstig artikel 23, lid 2, met inbegrip van de identiteit van de afzonderlijke leden, aangesloten partijen of organisaties waarvan de bijdragen afkomstig zijn, met uitzondering van bijdragen van meer dan1 500 EUR en minder dan of gelijk aan 3 000 EUR per jaar van natuurlijke personen, wanneer die personen geen toestemming voor die publicatie hebben verleend;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  111

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 –lid 1 – punt f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) de in artikel 23, leden 9 bis en 10 bis, bedoelde associatiegelden, die de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hebben gemeld overeenkomstig artikel 23, lid 2, met inbegrip van de identiteit van de partijen of organisaties die deze betalingen verricht hebben;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  112

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 1 – punt f ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f ter) de in artikel 23, lid 13, bedoelde aanvullende eigen middelen, die de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hebben gemeld overeenkomstig artikel 23, lid 2;

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  113

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het Europees Parlement publiceert de lijst van rechtspersonen die lid zijn van een Europese politieke partij, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd en overeenkomstig artikel 10, lid 6, wordt bijgewerkt, alsmede het totale aantal individuele leden.

2. De Autoriteit publiceert de lijst van rechtspersonen die lid zijn van een Europese politieke partij, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd en overeenkomstig artikel 10, lid 6, wordt bijgewerkt, alsmede het totale aantal individuele leden.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  114

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. De Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen, de lidstaten en de onafhankelijke organen of deskundigen die gemachtigd zijn om krachtens deze verordening rekeningen te controleren, zijn overeenkomstig het toepasselijke nationale recht aansprakelijk voor schade die zij veroorzaken bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening. De lidstaten waarborgen dat inbreuken op deze verordening, op Verordening (EU) 2016/679 en op de op grond daarvan vastgestelde nationale bepalingen, en met name het frauduleus gebruik van persoonsgegevens, strafbaar worden gesteld met doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

8. De Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen, de lidstaten en de onafhankelijke organen of deskundigen die gemachtigd zijn om krachtens deze verordening rekeningen te controleren, zijn overeenkomstig het toepasselijke nationale recht aansprakelijk voor schade die zij veroorzaken bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening. De lidstaten waarborgen, onverminderd Verordening (EU) 2016/679, dat inbreuken op deze verordening strafbaar worden gesteld met doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  115

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 44  lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Alle procedurele stappen en besluiten die eerder door het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, de ordonnateur van het Europees Parlement of de Autoriteit overeenkomstig of op basis van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 zijn genomen, blijven van toepassing en worden uitgelegd in het licht van deze verordening.

Amendement  116

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt ingetrokken.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt ingetrokken.

Motivering

Noodzakelijk om dwingende redenen in verband met de interne logica van de tekst met het oog op de verzekering van juridische samenhang.

Amendement  117

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – deel 2 – streepje 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- indien targetingstechnieken worden gebruikt, alle informatie die vereist is uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679.


BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN

16.6.2022

De heer Antonio Tajani

Voorzitter

Commissie constitutionele zaken

BRUSSEL

Betreft: Advies inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking) (COM(2021)0734 – C9‑0432/2021 – 2021/0375(COD))

Geachte voorzitter,

De Commissie juridische zaken heeft bovengenoemd voorstel bestudeerd, overeenkomstig artikel 110 inzake herschikking van het Reglement van het Europees Parlement.

Lid 3 van dat artikel luidt als volgt:

“Indien de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel zijn aangegeven, stelt zij de ter zake bevoegde commissie hiervan in kennis.

In dat geval en onverminderd de in de artikelen 180 en 181 vastgelegde voorwaarden zijn amendementen in de ter zake bevoegde commissie alleen ontvankelijk als zij betrekking hebben op onderdelen van het ontwerp die wijzigingen bevatten.

Amendementen op ongewijzigd gebleven onderdelen van het voorstel kunnen evenwel in uitzonderlijke en individuele gevallen door de voorzitter van de ter zake bevoegde commissie worden aanvaard indien hij van oordeel is dat dit noodzakelijk is om dwingende redenen die verband houden met de interne logica van de tekst of omdat de amendementen onlosmakelijk verbonden zijn met andere ontvankelijke amendementen. Deze redenen dienen in een schriftelijke motivering bij de amendementen te worden vermeld.”

Op grond van het bijgevoegde advies van de Adviesgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, die het voorstel tot herschikking heeft onderzocht en overeenkomstig de aanbevelingen van de rapporteur voor advies, is de Commissie juridische zaken van oordeel dat het voorstel geen andere materiële wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van het vorige besluit met die inhoudelijke wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande tekst behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen.

Daarom heeft de Commissie juridische zaken tijdens haar vergadering van 14 juni 2022 met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen, bij 0 onthoudingen[4], besloten de ten principale bevoegde Commissie constitutionele zaken (AFCO) aan te bevelen dit voorstel overeenkomstig artikel 110 te behandelen.

Hoogachtend,

 

 

 

 

 

 

Adrián VÁZQUEZ LÁZARA

 

 

 

 


Bijlage

 

BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

 

 

 

ADVIESGROEP VAN DE

JURIDISCHE DIENSTEN

Brussel, 11 mei 2022

ADVIES

 AAN HET EUROPEES PARLEMENT

  DE RAAD

  DE COMMISSIE

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking)

COM(2021)0734 of XX.XX.20XX – 2021/0375(COD)

 

 

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, en met name punt 9 daarvan, is de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 12 en 14 januari 2022 bijeengekomen om bovengenoemd voorstel van de Commissie te onderzoeken.

Tijdens die bijeenkomsten[1] heeft de adviesgroep, na bestudering van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot herschikking van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, in onderlinge overeenstemming het hiernavolgende vastgesteld.

1. De volgende tekstdelen hadden gemarkeerd moeten worden met de grijze achtergrond die gewoonlijk wordt gebruikt om inhoudelijke wijzigingen aan te geven:

- in artikel 10, lid 3, de toevoeging van de woorden “en e)” en “en d)”;

- in artikel 21, lid 3, de vervanging van de woorden “op een duidelijk zichtbare en gebruikersvriendelijke wijze” door de woorden “overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt i)”;

- in artikel 23, lid 7, tweede alinea, de vervanging van de verwijzing naar “artikelen 78 en 79 van het Financieel Reglement”, die momenteel is opgenomen in artikel 20, lid 6, punt b), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, door een verwijzing naar “artikelen 98 tot en met 100 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046”;

- in artikel 33, lid 1, het woord “Autoriteit”;

- in artikel 33, lid 3, de woorden “tot en met f)”;

- in bijlage I, de toevoeging van de woorden “en e)” en “en d)”.

2. In overweging 22 moeten de woorden “de nieuwe procedure” worden vervangen door de woorden “de verificatieprocedure”.

3. In artikel 6, lid 1, punt c), moet de verwijzing naar “punt 5)” worden vervangen door een verwijzing naar “punt 4)”.

4. In artikel 23, lid 11, moet de verwijzing naar “leden 8 en 9” worden vervangen door een verwijzing naar ”leden 9 en 10”.

5. In artikel 31, punt b), moet de verwijzing naar “artikel 27, lid 2, punt a), vi)” worden vervangen door een verwijzing naar “artikel 30, lid 2, punt a), vi)”.

De adviesgroep heeft na bestudering van het voorstel eensgezind geconstateerd dat het voorstel geen andere materiële wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven. Voorts heeft de adviesgroep met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere rechtshandeling met die inhoudelijke wijzigingen geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande tekst behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen.

 

F. DREXLER  T. BLANCHET  D. CALLEJA CRESPO

Juridisch adviseur  Juridisch adviseur  Directeur-generaal

 


ADVIESVAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE (18.5.2022)

aan de Commissie constitutionele zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking)

(COM(2021)0734 – C9‑0432/2021 – 2021/0375(COD))

Rapporteur voor advies: Nils Ušakovs

BEKNOPTE MOTIVERING

Uw rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Commissie om Verordening (EG) nr. 1141/2014 (de “verordening”) betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen (EUPP’s) en Europese politieke stichtingen (EUPF’s) te herschikken om het wetgevingskader van de EUPP’s en EUPF’s te verbeteren in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2024. Deze verordening zal EUPP’s en EUPF’s in staat stellen het politieke bewustzijn over de EU te blijven opbouwen, zorgen voor politieke diversiteit met inachtneming van een gezond financieringsbeheer, en de transparantie met betrekking tot de activiteiten en uitgaven van de EUPP’s en EUPF’s vergroten.

Hij is ingenomen met de invoering van eigen middelen als nieuwe inkomstencategorie, aangezien dit de werkelijke bronnen van inkomsten van de EUPP’s zal vastleggen en de volledigheid van hun verslaglegging zal garanderen. Hij is ook ingenomen met de verlaging van het medefinancieringspercentage voor EUPP’s van 10 % naar 5 %, in overeenstemming met het huidige percentage dat wordt toegepast voor EUPF’s. Hij is van mening dat landen buiten de EU in staat moeten worden gesteld een bijdrage te leveren aan EUPP’s en EUPF’s, maar dringt tegelijkertijd aan op voorzichtigheid om ongewenste politieke inmenging te voorkomen. Hij is het ermee eens dat middelen uit de EU-begroting kunnen worden gebruikt voor de financiering van nationale referendumcampagnes voor kwesties die rechtstreeks verband houden met de Europese Unie.

Hij steunt de amendementen ter versterking van de verslagleggings- en controlemechanismen die erop gericht zijn de financiële belangen van de EU te beschermen en ervoor te zorgen dat EUPP’s en EUPF’s de waarden eerbiedigen waarop de EU berust. Hij is dan ook ingenomen met de nieuwe gemeenschappelijke databank voor de openbaarmakingen van Europese politieke partijen, onder meer met betrekking tot politieke reclame. Hij pleit ervoor dat de financiering van deze databank ten laste komt van de begroting van de Autoriteit en niet van het programma “Burgers, gelijkheid, rechten en waarden” (CERV), zoals de Commissie in haar voorstel heeft aangegeven. Hij dringt aan op een voorzichtige begrotingsaanpak bij de toewijzing van personele en financiële middelen aan de Autoriteit tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de Autoriteit over voldoende middelen beschikt om haar opdracht te vervullen. Hij stemt in met de afschaffing van de periode van drie maanden tussen een besluit tot schrapping door de Autoriteit en de inwerkingtreding ervan.

Hij is van mening dat een rechtstreekse koppeling tussen de namen van de EUPP’s en hun latere naam als fractie in het Europees Parlement tijdens de Europese politieke campagnes, met inbegrip van referenda, noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de zichtbaarheid die door de promotie en het merknaamgebruik van de EUPP’s op nationaal niveau is verkregen, op het niveau van het Europees Parlement behouden blijft. Hij is van mening dat in het kader van de verkiezingen voor het Europees Parlement de namen en logo’s van EUPP’s even belangrijk zijn als de namen en logo’s van de EUPP-fracties in het Europees Parlement (voor zover verschillend). De verordening moet het mogelijk maken dat EUPP’s tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement naar eigen goeddunken gebruikmaken van logo’s en namen van zowel de EUPP als van de fractie daarvan, dan wel van een van beide. De partij moet het gebruik van de naam en het logo van de EUPP of de fractie tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement in gelijke mate kunnen financieren. Deze aanpak zou het bewustzijn en de betrokkenheid bevorderen.

Voorts wil hij benadrukken dat de lidstaten weliswaar de regels vaststellen voor de financiering van politieke campagnes, maar dat de Commissie zich moet inzetten de regels van de lidstaten op elkaar af te stemmen, zodat EUPP’s niet ongelijk worden behandeld en in elke lidstaat gelijke toegang hebben tot het publiek. Het is van cruciaal belang dat de aangesloten nationale partijen overeenkomstig de nationale regelgeving niet worden geraakt door deze campagnes, noch vanuit boekhoudkundig oogpunt, noch met betrekking tot andere limieten of beperkingen. EUPP-campagnes mogen niet worden gekoppeld aan de activiteiten, boekingen, boekhouding of uitgavenlimieten van de aangesloten nationale partijen.

Tot slot is hij van mening dat er per EUPP per lidstaat jaarlijkse uitgavenlimieten moeten worden ingevoerd op basis van een aanpak per hoofd van de bevolking, om te voorkomen dat het EUPP zich mengt in binnenlandse kwesties van de lidstaten met niet-evenredige, buitensporige uitgaven.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie constitutionele zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) De Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (“de Autoriteit”) is een orgaan van de Unie in de zin van artikel 263 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) dat zich zal bezighouden met de registratie van, het toezicht op en het opleggen van sancties aan Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig deze verordening. Registratie moet als voorwaarde gelden voor het verkrijgen van de Europese rechtsstatus, die een aantal rechten en verplichtingen met zich meebrengt. Om belangenconflicten te vermijden, moet de Autoriteit onafhankelijk zijn.

(8) De Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (“de Autoriteit”) is een orgaan van de Unie in de zin van artikel 263 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) dat zich zal bezighouden met de registratie van, het toezicht op en het opleggen van sancties aan Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig deze verordening. Registratie moet als voorwaarde gelden voor het verkrijgen van de Europese rechtsstatus, die een aantal rechten en verplichtingen met zich meebrengt. Om belangenconflicten te vermijden, moet de Autoriteit onafhankelijk zijn. De Autoriteit moet over voldoende middelen beschikken om haar bijkomende taken uit te voeren, in het bijzonder met betrekking tot de procedures in verband met de Europese verkiezingen in 2024.

Motivering

De herschikking verruimt en verduidelijkt de verantwoordelijkheden van de Autoriteit en leidt er dus toe dat de Autoriteit over voldoende personele middelen moet beschikken.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Om ruimte te laten voor meer flexibiliteit en de vrijheid van onderzoek te faciliteren, moeten gedifferentieerde niveaus van aansluiting en met name een specifieke categorie van “onderzoekspartners” voor Europese politieke stichtingen worden erkend.

Motivering

Om de verzoeken opgenomen in de paragrafen 19 en 33 van de resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over de toepassing van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, te concretiseren en specifieke en sui generis onderzoekspartnerschappen toe te staan, zoals met internationaal bekende onderzoekers die niet namens een organisatie optreden.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 34

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(34) In het jaar van de verkiezingen voor het Europees Parlement moet het medefinancieringspercentage tot 0 % worden teruggebracht. Het wegnemen van de medefinancieringsverplichting in het jaar van de verkiezingen voor het Europees Parlement moet Europese politieke partijen helpen het aantal campagne-activiteiten en de intensiteit ervan op te voeren en aldus ook hun zichtbaarheid op nationaal niveau te verbeteren.

Schrappen

Motivering

Een medefinancieringspercentage van 0 % in een verkiezingsjaar zou een negatief effect kunnen blijken te hebben op de financiële planning van de partijen op middellange termijn, met name voor 2025, aangezien zij de inspanningen om het volgende jaar 5 % medefinanciering te waarborgen, kunnen onderschatten.

Amendement  4

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 37

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(37) Om de samenwerking te bevorderen met sinds geruime tijd aangesloten leden die de EU-waarden delen, moeten bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land buiten de Unie dat lid is van de Raad van Europa, worden toegestaan. Dergelijke bijdragen moeten echter worden begrensd in verhouding tot de totale bijdrage, om het risico op buitenlandse inmenging te beperken.

(37) Om de samenwerking te bevorderen met langetermijnpartners die de EU-waarden delen, moeten associatiegelden worden toegestaan van partners waarvan de zetel is gevestigd in een voormalige lidstaat, in een land dat lid is van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), in kandidaat-lidstaten van de EU en in landen van het Oostelijk Partnerschap waarmee de EU brede en versterkte partnerschapsovereenkomsten heeft gesloten. Dergelijke associatiegelden moeten echter worden begrensd en door de Autoriteit in een afzonderlijke categorie worden gepubliceerd, om het risico op buitenlandse inmenging te beperken. De Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen dient toezicht te houden op en controle uit te oefenen op het doel van de associatiegelden om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van politiek gemotiveerde inmenging, met inbegrip van indirecte inmenging, van niet-democratische derde landen.

Motivering

Het voorstel om voor partners een categorie van inkomstenbronnen toe te voegen, met de naam “associatiegelden”, maakt het mogelijk een onderscheid te maken tussen leden en partners van buiten de Unie, biedt rechtszekerheid en zorgt voor transparantie met betrekking tot de verschillende soorten betalingen. Niet alle landen die lid zijn van de Raad van Europa delen de EU-waarden, wat nog belangrijker is tijdens verkiezingscampagnes om ongewenste politieke inmenging te voorkomen. Toezicht en controle door de Autoriteit voor EUPP en EUPS zijn noodzakelijk om buitenlandse inmenging te voorkomen, te ontmoedigen en te bestraffen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 38

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(38) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 erkent slechts twee categorieën inkomsten voor Europese politieke partijen en stichtingen anders dan de bijdragen uit de begroting van de Europese Unie, namelijk bijdragen van leden en donaties. Een aantal inkomstenbronnen uit eigen economische activiteiten (zoals de verkoop van publicaties en conferentiegelden) valt buiten het toepassingsgebied van deze twee categorieën, hetgeen problemen oplevert inzake verantwoording en transparantie. Bijgevolg moet een derde categorie inkomsten (“eigen middelen”) worden ingevoerd. De verhouding van eigen middelen in de totale begroting van een Europese politieke partij of stichting moet worden begrensd op 5 % om te vermijden dat die categorie een bovenmatig aandeel zou vormen in de totale begroting van deze entiteiten.

(38) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 erkent slechts twee categorieën inkomsten voor Europese politieke partijen en stichtingen anders dan de bijdragen uit de begroting van de Europese Unie, namelijk bijdragen van leden en donaties. Inkomstenbronnen uit eigen economische activiteiten (verkoop van publicaties en conferentiegelden) valt buiten het toepassingsgebied van deze twee categorieën, hetgeen problemen oplevert inzake verantwoording en transparantie. Bijgevolg moet een derde categorie inkomsten (“andere eigen middelen”) worden ingevoerd. Onverminderd de voorwaarde dat Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen te allen tijde organisaties zonder winstoogmerk blijven, moet de verhouding van andere eigen middelen in de totale begroting van een Europese politieke partij of stichting worden begrensd op 5 % om te vermijden dat die categorie een bovenmatig aandeel zou vormen in de totale begroting van deze entiteiten. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen mogen geen eigen middelen hebben buiten de bijdragen van leden, donaties, associatiegelden en andere eigen middelen die aldus zijn gedefinieerd.

Motivering

Dit amendement wil duidelijkheid verschaffen over het soort inkomsten dat EPP/F’s kunnen genereren.

Amendement  6

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 40 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(40 bis) Om een efficiënt gebruik van de middelen te waarborgen, moet een Europese politieke partij tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement haar logo en naam gelijktijdig kunnen gebruiken met het logo en de naam van de desbetreffende fractie in het Europees Parlement. De Europese politieke partij moet de mogelijkheid hebben de kosten te financieren die worden gemaakt tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement.

Motivering

Deze wijziging heeft tot doel de namen van Europese politieke partijen in overeenstemming te brengen met de namen van de fracties van het Europees Parlement tijdens de Europese politieke campagnes. Zo wordt voorkomen dat middelen die tijdens de Europese politieke campagnes aan de zichtbaarheid van de Europese politieke partijen worden besteed, verloren gaan als de naam van die politieke partij verandert nadat zij in het Europees Parlement is verkozen. Het moet ook gericht zijn op een grotere participatie van de burgers in de besluitvorming.

Amendement  7

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 41

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(41) Europese politieke partijen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Europese politieke stichtingen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks Europese of nationale politieke partijen of kandidaten financieren. Het verbod op indirecte financiering mag Europese politieke partijen echter niet verhinderen de bij hen aangesloten partijen in de Unie publiekelijk te ondersteunen en met hen samen te werken op het gebied van aangelegenheden die relevant zijn voor de Unie, of om politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang te ondersteunen, om hun missie uit hoofde van artikel 10, lid 4, VEU te vervullen. Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen slechts activiteiten in het kader van nationale referendumcampagnes financieren wanneer deze betrekking hebben op de uitvoering van het VEU en het VWEU. Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice.

(41) Europese politieke partijen en stichtingen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Het verbod op indirecte financiering mag Europese politieke partijen of politieke stichtingen echter niet verhinderen de bij hen aangesloten partijen of aangesloten organisaties in de Unie publiekelijk te ondersteunen en met hen samen te werken op het gebied van aangelegenheden die relevant zijn voor de Unie, of om gezamenlijke evenementen mede te financieren voor zover dit aangelegenheden zijn die relevant zijn voor het werkterrein van de Unie, of om educatieve activiteiten te verrichten, onverminderd artikel 25, teneinde hun missie uit hoofde van artikel 10, lid 4, VEU te vervullen en te handelen ter versterking van het bestaan van de Europese demos. Het verbod op indirecte financiering mag niet beletten dat vertegenwoordigers en personeelsleden van politieke partijen, of potentieel politiek actieve personen, deelnemen aan evenementen van Europese politieke stichtingen. Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen slechts activiteiten in het kader van nationale referendumcampagnes financieren wanneer deze betrekking hebben op kwesties die rechtstreeks verband houden met de Unie en binnen de grenzen en in overeenstemming met de waarden van de EU zoals uitgedrukt in artikel 2 VEU. Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice. Er mag geen financiering beschikbaar worden gesteld voor activiteiten die het toepassingsgebied van artikel 50 VEU bevorderen.

Motivering

Individuele leden en personeelsleden van politieke partijen en stichtingen moeten zonder enige beperking deelnemen aan partij- en educatieve evenementen. Europese politieke partijen en stichtingen hebben de mogelijkheid gezamenlijke evenementen te organiseren met een duidelijke financiële verantwoordingsplicht en transparantie van nationale en Europese partijen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 49

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(49) Europese politieke partijen schakelen vaak externe dienstverleners in, waaronder uitgevers van reclame, voor de productie, plaatsing, publicatie en verspreiding van politieke reclameboodschappen. Dergelijke dienstverleners zijn gebonden door Verordening (EU) 2022/XX van het Europees Parlement en de Raad28 betreffende transparantie en gerichte politieke reclame. Wanneer een contract wordt gesloten voor de verlening van diensten in verband met politieke reclameboodschappen, moeten de Europese politieke partijen ervoor zorgen dat de aanbieders van politieke reclamediensten, waaronder uitgevers van reclame, voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2022/XX [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame]. Zij moeten ervoor zorgen dat in de contractuele regelingen wordt gespecificeerd hoe de relevante bepalingen van deze verordening worden nageleefd. Zo nodig mag de politieke reclameboodschap het logo van de Europese politieke partij bevatten.

(49) Europese politieke partijen schakelen vaak externe dienstverleners in, waaronder uitgevers van reclame, voor de productie, plaatsing, publicatie en verspreiding van politieke reclameboodschappen. Dergelijke dienstverleners zijn gebonden door Verordening (EU) 2022/XX van het Europees Parlement en de Raad28 betreffende transparantie en gerichte politieke reclame. Wanneer een contract wordt gesloten voor de verlening van diensten in verband met politieke reclameboodschappen, moeten de Europese politieke partijen ervoor zorgen dat de aanbieders van politieke reclamediensten, waaronder uitgevers van reclame, voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2022/XX [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame]. Zij moeten ervoor zorgen dat in de contractuele regelingen wordt gespecificeerd hoe de relevante bepalingen van deze verordening worden nageleefd. De politieke reclameboodschap moet het logo van de Europese politieke partij bevatten.

_________________

_________________

28 Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende transparantie en gerichte politieke reclame (PB L ...).

28 Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende transparantie en gerichte politieke reclame (PB L ...).

Amendement  9

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 50

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(50) Er moet een gemeenschappelijke databank worden opgezet voor de openbaarmakingen van de Europese politieke partijen. Gezien de specifieke rol van de Autoriteit bij de uitvoering van deze verordening, moet zij een dergelijke databank opzetten en beheren als onderdeel van het register van Europese politieke partijen. De gegevens die de databank bevat, moeten door de Europese politieke partijen aan de Autoriteit worden verstrekt middels een standaardformulier; dit mag op automatische wijze gebeuren. De Europese politieke partijen moeten in de databank van de Autoriteit informatie beschikbaar stellen zodat de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen worden begrepen. De in de databank opgenomen informatie over het bedrag dat voor politieke reclame is toegewezen in het kader van een specifieke campagne mag gebaseerd zijn op een geraamde toewijzing van financiering. De in de databank te vermelden bedragen omvatten donaties voor specifieke doeleinden of voordelen in natura.

(50) Er moet een gemeenschappelijke databank worden opgezet voor de openbaarmakingen van de Europese politieke partijen. Gezien de specifieke rol van de Autoriteit bij de uitvoering van deze verordening, moet zij een dergelijke databank opzetten en beheren als onderdeel van het register van Europese politieke partijen. De gegevens die de databank bevat, moeten door de Europese politieke partijen aan de Autoriteit worden verstrekt middels een standaardformulier; dit mag op automatische wijze gebeuren. De Europese politieke partijen moeten in de databank van de Autoriteit informatie beschikbaar stellen zodat de bredere context en de doelstellingen van de politieke reclameboodschap kunnen worden begrepen. De in de databank opgenomen informatie over het bedrag dat voor politieke reclame is toegewezen in het kader van een specifieke campagne mag gebaseerd zijn op een realistische raming van financiering en de werkelijke bedragen, zodra deze bekend zijn. De in de databank te vermelden bedragen omvatten donaties voor specifieke doeleinden of voordelen in natura, bijdragen, associatiegelden en andere eigen middelen.

Motivering

Deze wijziging is bedoeld om de overweging in overeenstemming te brengen met bijlage II, punt 1, streepje 2, betreffende de openbaarmaking van de werkelijke bedragen. Voorts zijn eigen middelen een nieuwe financieringsbron die moeten worden gerapporteerd, samen met bijdragen, associatiegelden, donaties en voordelen in natura. De voorgestelde termen “associatiegelden” en “andere eigen middelen” zijn van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 55

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(55) Omwille van de transparantie en ter versterking van de democratische controle en verantwoording van de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen dient informatie die van aanzienlijk openbaar belang wordt geacht en met name betrekking heeft op hun statuten, samenstelling, jaarrekeningen, donateurs en donaties, bijdragen en subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie, evenals informatie betreffende de besluiten van de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement inzake registratie, financiering en sancties, te in een gebruikersvriendelijke, open en machineleesbare vorm worden bekendgemaakt. Het doeltreffendste middel om gelijke voorwaarden voor en eerlijke mededinging tussen politieke krachten te bevorderen en voor open, transparante en democratische wetgevings- en verkiezingsprocessen te zorgen, teneinde het vertrouwen van de burgers en kiezers in de Europese representatieve democratie te sterken, en meer in het algemeen corruptie en machtsmisbruik te voorkomen, is het tot stand brengen van een regelgevingskader dat waarborgt dat deze informatie openbaar wordt gemaakt.

(55) Omwille van de transparantie en ter versterking van de democratische controle en verantwoording van de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen dient informatie die van aanzienlijk openbaar belang wordt geacht en met name betrekking heeft op hun statuten, samenstelling, jaarrekeningen, donateurs en donaties, bijdragen en subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie, evenals informatie betreffende de besluiten van de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement inzake registratie, financiering en sancties, te in een gebruikersvriendelijke, open en machineleesbare vorm worden bekendgemaakt. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen moeten de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement alle voor publicatiedoeleinden vereiste documentatie in een gebruikersvriendelijke, open en machineleesbare vorm verstrekken. Het doeltreffendste middel om gelijke voorwaarden voor en eerlijke mededinging tussen politieke krachten te bevorderen en voor open, transparante en democratische wetgevings- en verkiezingsprocessen te zorgen, teneinde het vertrouwen van de burgers en kiezers in de Europese representatieve democratie te sterken, en meer in het algemeen corruptie en machtsmisbruik te voorkomen, is het tot stand brengen van een regelgevingskader dat waarborgt dat deze informatie openbaar wordt gemaakt.

Motivering

Om processen binnen de Autoriteit te vergemakkelijken, moeten de bij de Autoriteit ingediende documenten gemakkelijk te verwerken zijn.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 61

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(61) Teneinde het toezicht op de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moeten door elke lidstaat centrale contactpunten worden aangewezen die belast zijn met de coördinatie op Europees niveau. Deze contactpunten moeten over voldoende middelen beschikken om te kunnen zorgen voor effectieve coördinatie, onder meer op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het toezicht op politieke reclame.

(61) Teneinde het toezicht op de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moeten door elke lidstaat centrale contactpunten worden aangewezen die belast zijn met de coördinatie op Europees niveau. Deze contactpunten moeten over voldoende middelen beschikken om te kunnen zorgen voor effectieve coördinatie, onder meer op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het toezicht op politieke reclame. De Autoriteit moet regelmatig de door de lidstaten aangewezen contactpunten bijeenroepen voor de uitwisseling van optimale praktijken in aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.

Motivering

Regelmatige bijeenkomsten zullen de samenwerking tussen de lidstaten en de Autoriteit helpen versterken en bijdragen tot een betere informatiestroom op Europees niveau.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4 – d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het kader vormen waarbinnen nationale politieke stichtingen, academici en andere relevante actoren op Europees niveau kunnen samenwerken;

d) het kader te vormen waarbinnen nationale politieke stichtingen, academici en andere relevante actoren op Europees niveau kunnen samenwerken, ook op gedifferentieerde niveaus van aansluiting en als onderzoekspartners;

Motivering

Om de verzoeken opgenomen in de paragrafen 19 en 33 van de resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over de toepassing van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, te concretiseren en specifieke en sui generis onderzoekspartnerschappen toe te staan, zoals met internationaal bekende onderzoekers die niet namens een organisatie optreden.

Amendement  13

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. “donatie”: alle schenkingen in geld, alle giften in natura, levering onder de marktwaarde van alle goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en/of andere transacties die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, met uitzondering van bijdragen van leden en gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

7. “donatie”: alle schenkingen in geld of via bankoverschrijving, alle giften in natura, levering onder de marktwaarde van alle goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en/of andere transacties die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, met uitzondering van bijdragen van leden, associatiegelden, andere eigen middelen, en gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

Motivering

Bankoverschrijvingen zijn de meest gebruikelijke manier om aan een Europese politieke partij of stichting te doneren. De invoering van een nieuwe categorie “associatiegelden” vereist de opname ervan in artikel 2 en zorgt voor transparantie door alle overschrijvingen op te nemen van een partner (een partij of organisaties die geassocieerd zijn met een EUPP/F, die hun zetel buiten de Unie hebben). De term “eigen middelen” is misleidend en moet overal in de tekst worden vervangen door “andere eigen middelen”.

Amendement  14

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. “bijdrage van leden”: elke betaling in geld, waaronder lidmaatschapsbijdragen, of elke bijdrage in natura, of levering onder de marktwaarde van goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en/of andere transacties die, indien aan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting verstrekt door één van hun leden, de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting economisch voordeel opleveren, met uitzondering van gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

8. “bijdrage van leden”: elke betaling in geld of via bankoverschrijving, waaronder lidmaatschapsbijdragen, of elke bijdrage in natura, of levering onder de marktwaarde van goederen, diensten (waaronder leningen) of werken en/of andere transacties die, indien aan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting verstrekt door één van hun leden, de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting economisch voordeel opleveren, met uitzondering van gebruikelijke door individuele personen op vrijwillige basis uitgevoerde politieke activiteiten;

Motivering

Bankoverschrijvingen zijn de meest gebruikelijke manier om aan een Europese politieke partij of stichting te doneren.

Amendement  15

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. “associatiegelden”: betalingen in geld of via bankoverschrijving aan de Europese politieke partij of aan de Europese politieke stichting door een daarbij aangesloten partij of organisatie die haar zetel heeft buiten de Unie maar in een voormalige lidstaat, in een land dat lid is van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), in kandidaat-lidstaten van de EU en in landen van het Oostelijk Partnerschap waarmee de Unie uitgebreide en versterkte partnerschapsovereenkomsten heeft gesloten, binnen de in deze verordening vastgestelde grenzen;

Motivering

De invoering van een nieuwe categorie “associatiegelden” vereist de opname ervan in artikel 2 en zorgt voor transparantie door alle overschrijvingen op te nemen van een partner (een partij of organisaties die geassocieerd zijn met een EUPP/F, die hun zetel buiten de Unie hebben).

Amendement  16

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. “eigen middelen”: inkomsten uit eigen economische activiteiten, zoals conferentiegelden en de verkoop van publicaties;

9. “andere eigen middelen”: inkomsten uit eigen economische activiteiten, zoals conferentiegelden en de verkoop van publicaties;

Motivering

De term “eigen middelen” is misleidend en moet worden vervangen door “andere eigen middelen”. Amendement van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.

Amendement  17

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. “indirecte financiering”: financiering waaruit de aangesloten partij een financieel voordeel verkrijgt, ook indien geen rechtstreekse overdracht van middelen plaatsvindt; dit moet ook de gevallen omvatten waarin het voor een aangesloten partij mogelijk is een uitgave te vermijden die zij normaal had moeten doen voor andere activiteiten dan politieke activiteiten in het algemene belang, die uitsluitend in haar eigen voordeel worden georganiseerd;

10. “indirecte financiering”: financiering waaruit de aangesloten partij een financieel voordeel verkrijgt, ook indien geen rechtstreekse overdracht van middelen plaatsvindt; dit moet ook de gevallen omvatten waarin het voor een aangesloten partij mogelijk is een uitgave te vermijden die zij normaal had moeten doen voor andere activiteiten dan politieke activiteiten in het algemene belang, zoals activiteiten ter bevordering van de Europese waarden zoals uitgedrukt in artikel 2 VEU, bewustmakings- en gezamenlijke evenementen die worden medegefinancierd voor zover zij betrekking hebben op aangelegenheden die van belang zijn voor het werkterrein van de Unie en voor zover de Europese politieke partij zichtbaar is in een dergelijk gezamenlijk evenement, of deel te nemen aan educatieve activiteiten, onverminderd artikel 25 van deze verordening, terwijl individuele leden die in een openbare functie zijn verkozen of benoemd, de eerder ontvangen opleiding niet geheel of gedeeltelijk hoeven te vergoeden.

Motivering

Individuele leden en personeelsleden van politieke partijen en stichtingen moeten zonder enige beperking deelnemen aan partij- en educatieve evenementen. Lidmaatschap van de partij mag niet leiden tot extra betalingsverplichtingen als gevolg van verkiezing of benoeming in een openbare functie. Europese politieke partijen en stichtingen hebben de mogelijkheid gezamenlijke evenementen te organiseren met een duidelijke financiële verantwoordingsplicht en transparantie van nationale en Europese partijen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Elke Europese politieke partij legt binnen vijf werkdagen na de eerste verspreiding informatie over aan de Autoriteit betreffende elke politieke reclameboodschap waarvoor zij opdracht heeft gegeven of die zij rechtstreeks publiceert, om ervoor te zorgen dat burgers de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen begrijpen. Die informatie bevat ten minste de in punt 1 van bijlage II opgenomen informatie.

2. Elke Europese politieke partij legt binnen vijf werkdagen na de eerste verspreiding informatie over aan de Autoriteit betreffende elke politieke reclameboodschap waarvoor zij opdracht heeft gegeven of die zij rechtstreeks publiceert, om ervoor te zorgen dat burgers de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen begrijpen. Die informatie bevat ten minste de in punt 1 van bijlage II opgenomen informatie. De informatie wordt aan de Autoriteit verstrekt in gemakkelijk toegankelijke vorm en gesteld in eenvoudige taal.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Autoriteit zet een register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen op en beheert dit register. Het register bevat een databank voor de opslag van de informatie die krachtens artikel 5, lid 2, door de Europese politieke partijen moet worden verstrekt. Informatie uit het register is beschikbaar overeenkomstig artikel 36.

1. De Autoriteit zet een register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen op en beheert dit register. Het register bevat een databank voor de opslag van de informatie die krachtens artikel 5, lid 2, door de Europese politieke partijen moet worden verstrekt. De middelen voor het opzetten van deze databank moeten beschikbaar zijn als onderdeel van de specifieke begrotingstitel voor de Autoriteit. Informatie uit het register is beschikbaar overeenkomstig artikel 36.

Motivering

Deze wijziging moet ervoor zorgen dat, in tegenstelling tot wat de Commissie voorstelt, middelen voor de aanbesteding van een proefproject voor de databank niet worden gefinancierd door het programma “Burgers, gelijkheid, rechten en waarden” (CERV), maar beschikbaar worden gesteld in de specifieke begrotingslijn van de Autoriteit, in het kader van titel 5 van de begroting van het Europees Parlement.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Autoriteit stelt jaarlijks een verslag op over de activiteiten van de Europese politieke partijen op het gebied van politieke reclame en publiceert dat verslag. Het bevat een samenvattend feitenverslag van de verslagen die overeenkomstig artikel 5, lid 4, voor het desbetreffende verslagjaar zijn gepubliceerd door de Europese politieke partijen, alsook eventuele besluiten van de uit hoofde van artikel 5, lid 6, aangewezen nationale reguleringsinstanties of van de in artikel 5, lid 7, bedoelde toezichthoudende autoriteiten waarin is vastgesteld dat een Europese politieke partij een inbreuk heeft gemaakt op artikel 5 van deze verordening.

De Autoriteit stelt jaarlijks een verslag op over de activiteiten van de Europese politieke partijen op het gebied van politieke reclame en publiceert dat verslag. Het bevat de verslagen die overeenkomstig artikel 5, lid 4, voor het desbetreffende verslagjaar zijn gepubliceerd door de Europese politieke partijen, alsook eventuele besluiten van de uit hoofde van artikel 5, lid 6, aangewezen nationale reguleringsinstanties of van de in artikel 5, lid 7, bedoelde toezichthoudende autoriteiten waarin is vastgesteld dat een Europese politieke partij een inbreuk heeft gemaakt op artikel 5 van deze verordening.

Motivering

Het voorstel wil ervoor zorgen dat de Autoriteit geen politieke werkzaamheden verricht, maar in plaats daarvan de transparantie vergroot door het verslag in zijn geheel vrij te geven.

Amendement  21

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Donaties, bijdragen en eigen middelen

Donaties, bijdragen, associatiegelden en andere eigen middelen

Motivering

Amendement om de formulering aan te passen aan het nieuwe voorstel voor de categorie inkomstenbronnen “associatierechten” en de term eigen middelen te vervangen door “andere eigen middelen”.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen leggen, bij het indienen van hun jaarrekeningen in overeenstemming met artikel 26, eveneens een lijst van donateurs over waarop zowel hun respectieve donaties als de aard en waarde van elk van de donaties worden vermeld. Dit lid geldt eveneens voor de bijdragen van partijen die lid zijn van Europese politieke partijen en van organisaties die lid zijn van Europese politieke stichtingen.

2. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen leggen, bij het indienen van hun jaarrekeningen in overeenstemming met artikel 26, eveneens een lijst van donateurs over waarop zowel hun respectieve donaties als de aard en waarde van elk van de donaties worden vermeld. Dit lid geldt eveneens voor de bijdragen van partijen die lid zijn van Europese politieke partijen en van organisaties die lid zijn van Europese politieke stichtingen, alsmede voor associatiegelden en andere eigen middelen.

Motivering

De regels zijn van toepassing op alle inkomsten die niet bestaan uit schenkingen, zoals associatiegelden en andere eigen middelen, met het oog op een zo hoog mogelijk niveau van transparantie.

Amendement  23

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 5 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Voor alle donaties ter waarde van meer dan 3 000 EUR verzoeken de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen donoren om de nodige informatie te verstrekken zodat zij naar behoren kunnen worden geïdentificeerd. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen sturen de ontvangen informatie desgevraagd door aan de Autoriteit.

5. Voor alle donaties, bestaande uit eenmalige donaties en gecumuleerde donaties (het totaal van meerdere, afzonderlijk overgedragen donaties van dezelfde donor), ter waarde van meer dan 3 000 EUR, verzoeken de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen donoren om de nodige informatie te verstrekken zodat zij naar behoren kunnen worden geïdentificeerd. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen sturen de ontvangen informatie desgevraagd door aan de Autoriteit, met inbegrip van informatie over de persoonlijke en zakelijke omgeving van de donor, om te voorkomen dat er geen controle is over donaties die worden uitgevoerd door leden die tot dezelfde persoonlijke of professionele sfeer behoren, zoals donaties afkomstig van dezelfde familie of dezelfde arbeidsorganisatie. Donoren dienen een schriftelijke verklaring in waarin zij verklaren dat zij niet direct of indirect verbonden zijn met personen of ondernemingen op sanctielijsten van de EU.

Amendement  24

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. Bijdragen van leden van een Europese politieke partij waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land dat lid is van de Raad van Europa zijn toegestaan. Deze bijdragen van leden mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke partij. De bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale bijdragen van leden.

9. Bijdragen van leden van een Europese politieke partij waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook associatiegelden van partners waarvan de zetel is gevestigd in een voormalige lidstaat, in een land dat lid is van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), in kandidaat-lidstaten van de EU en in landen van het Oostelijk Partnerschap waarmee de EU brede en versterkte partnerschapsovereenkomsten heeft gesloten, zijn toegestaan. Deze bijdragen en associatiegelden van leden en partners mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke partij. De totale waarde van associatiegelden afkomstig van partners waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale door de Europese politieke partij ontvangen bijdragen en associatiegelden.

Motivering

Niet alle landen die lid zijn van de Raad van Europa delen de EU-waarden, wat nog belangrijker is tijdens verkiezingscampagnes om buitenlandse inmenging te voorkomen. Toevoeging van een categorie van inkomstenbronnen “associatiegelden” voor politieke partnerpartijen, maakt het mogelijk een onderscheid te maken tussen leden en partners van buiten de Unie, biedt rechtszekerheid en zorgt voor transparantie met betrekking tot de verschillende soorten betalingen. De voorgestelde termen “associatiegelden” en “partners” zijn van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.

Amendement  25

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 10 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. Bijdragen van leden van een Europese politieke stichting waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook bijdragen van aangesloten organisaties waarvan de zetel is gevestigd in een land dat lid is van de Raad van Europa, en bijdragen van de Europese politieke partij waarmee zij is verbonden, zijn toegestaan. Deze bijdragen van leden mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke stichting en mogen niet afkomstig zijn uit middelen die een Europese politieke partij overeenkomstig deze verordening uit de algemene begroting van de Europese Unie heeft ontvangen. De bijdragen van aangesloten organisaties waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale bijdragen van leden.

10. Bijdragen van leden van een Europese politieke stichting waarvan de zetel is gevestigd in een lidstaat en bijdragen van leden van een Europese politieke partij die burger zijn van een lidstaat, alsook associatiegelden van partners waarvan de zetel is gevestigd in een voormalige lidstaat, in een land dat lid is van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), in kandidaat-lidstaten van de EU en in landen van het Oostelijk Partnerschap waarmee de EU brede en versterkte partnerschapsovereenkomsten heeft gesloten, zijn toegestaan. Deze bijdragen en associatiegelden van leden en partners mogen in totaal echter niet meer bedragen dan 40 % van de jaarlijkse begroting van een Europese politieke stichting en mogen niet afkomstig zijn uit middelen die een Europese politieke partij overeenkomstig deze verordening uit de algemene begroting van de Europese Unie heeft ontvangen. De totale waarde van associatiegelden afkomstig van partners waarvan de zetel is gevestigd in een land dat buiten de Unie is gelegen, mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale door de Europese politieke stichting ontvangen bijdragen en associatiegelden.

Motivering

Niet alle landen die lid zijn van de Raad van Europa delen de EU-waarden, wat nog belangrijker is tijdens verkiezingscampagnes om buitenlandse inmenging te voorkomen. Toevoeging van een categorie van inkomstenbronnen “associatiegelden” voor politieke partnerpartijen, maakt het mogelijk een onderscheid te maken tussen leden en partners van buiten de Unie, biedt rechtszekerheid en zorgt voor transparantie met betrekking tot de verschillende soorten betalingen. De voorgestelde termen “associatiegelden” en “partners” zijn van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

13. De eigen middelen van een Europese politieke partij of van een Europese politieke stichting uit eigen economische activiteiten mogen niet meer bedragen dan 5 % van de jaarlijkse begroting van die Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

13. De andere eigen middelen van een Europese politieke partij of van een Europese politieke stichting uit eigen economische activiteiten mogen niet meer bedragen dan 5 % van de jaarlijkse begroting van die Europese politieke partij of Europese politieke stichting.

Motivering

Het voorstel zorgt voor samenhang in de aanpak door dergelijke ontvangsten “andere eigen middelen” te noemen.

Amendement  27

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag worden gebruikt voor het financieren van referendumcampagnes indien dergelijke campagnes betrekking hebben op de uitvoering van de Unieverdragen.

2. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag worden gebruikt voor het financieren van referendumcampagnes indien dergelijke campagnes betrekking hebben op kwesties die rechtstreeks verband houden met de Europese Unie en binnen de grenzen en in overeenstemming met de waarden van de EU zoals uitgedrukt in artikel 2 VEU.

Amendement  28

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd artikel 24, lid 1, mag financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron niet worden gebruikt voor rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van andere politieke partijen, met name niet voor nationale partijen of kandidaten. Op deze nationale politieke partijen en kandidaten blijven de nationale regelgevingen van toepassing.

1. Onverminderd artikel 24, lid 1, mag financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron niet worden gebruikt voor rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van andere politieke partijen, met name niet voor nationale partijen of kandidaten, noch van entiteiten die buiten de Unie zijn gevestigd of van personen van buiten de Unie die geen stemrecht hebben bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Er wordt een uitzondering gemaakt voor politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang van Europese en nationale aangesloten partijen en voor capaciteitsopbouw ter ondersteuning van de vorming van toekomstig politiek leiderschap in de Unie. Op deze nationale politieke partijen en kandidaten blijven de nationale regelgevingen van toepassing.

Motivering

Het voorstel heeft tot doel ervoor te zorgen dat de financiering van Europese politieke partijen niet kan worden gebruikt voor de financiering van activiteiten van entiteiten of personen die buiten de Unie zijn gevestigd.

Amendement  29

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 6 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of indirect financiering van verkiezingen, politieke partijen of kandidaten, of andere stichtingen.

2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 6 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of indirecte financiering van verkiezingen, politieke partijen of kandidaten, of andere stichtingen, voor andere activiteiten dan politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang van Europese en nationale partijen en capaciteitsopbouw om het toekomstige politieke leiderschap in de Unie te helpen vormgeven.

Motivering

Omwille van de samenhang moeten de uitzonderingen die de Europese Commissie invoert ten behoeve van Europese politieke stichtingen of die verband houden met het gemeenschappelijk belang, in respectievelijk artikel 2, punt 4, b), en artikel 2, punt 10, ook van toepassing zijn op Europese politieke partijen.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij de Autoriteit, met kopie aan de ordonnateur van het Europees Parlement en aan het bevoegde nationale contactpunt in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd, de volgende documenten in:

1. Ten laatste binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij de Autoriteit, met kopie aan de ordonnateur van het Europees Parlement en aan het bevoegde nationale contactpunt in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd, de volgende documenten in een open, machineleesbare vorm in:

Motivering

Om processen te stroomlijnen en de personeelscapaciteit van de Autoriteit te beheersen, moet de leesbaarheid van de gegevens worden vergemakkelijkt.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – punt b – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van de in de eerste alinea genoemde percentages wordt elke donatie of bijdrage afzonderlijk beoordeeld.

Voor de toepassing van de in de eerste alinea genoemde percentages wordt elke donatie, bijdrage of geval van financiering afzonderlijk beoordeeld.

Motivering

De toepassing moet niet alleen betrekking hebben op donaties en bijdragen om de samenhang met de invoering van aanvullende categorieën te waarborgen.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 3 bis (nieuw)