VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

27.10.2022 - (COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD)) - ***I

Begrotingscommissie
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteurs: Eider Gardiazabal Rubial, Siegfried Mureşan, Dragoş Pîslaru
Rapporteurs voor adviezen van medeverantwoordelijke commissies overeenkomstig artikel 57 van het Reglement:
Peter Liese, Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Dan Nica, Commissie industrie, onderzoek en energie
Pascal Arimont, Commissie regionale ontwikkeling
Peter Jahr, Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling


Procedure : 2022/0164(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

(COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2022)0231),

 gezien artikel 294, lid 2, artikel 175, lid 3, artikel 177, lid 1, artikel 192, lid 1, artikel 194, lid 2, en artikel 322, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0183/2022),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 21 september 2022[1],

 na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

 gezien het advies van de Rekenkamer van 26 juli 2022[2],

 gezien artikel 59 van zijn Reglement,

 gezien het gezamenlijk overleg van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken overeenkomstig artikel 58 van het Reglement,

 gezien de adviezen van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de Commissie industrie, onderzoek en energie, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling,

 gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken (A9-0260/2022),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.


 

Amendement  1

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[*]

op het voorstel van de Commissie

---------------------------------------------------------

2022/0164 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

 

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea, artikel 177, eerste alinea, artikel 192, lid 1, artikel 194, lid 2, en artikel 322, lid 1,

 

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

 

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

 

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],

 

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s[4],

 

Gezien het advies van de Rekenkamer,

 

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

 

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit[5] hebben ongeziene geopolitieke gebeurtenissen als gevolg van de niet-uitgelokte en illegale militaire invasie van Oekraïne door Rusland, en de directe en indirecte sociaal-economische gevolgen daarvan de samenleving en de economie van de Unie, haar bevolking en haar economische, sociale en territoriale cohesie zwaar getroffen. Met name is het nu meer dan ooit duidelijk geworden dat de energievoorzieningszekerheid van de Unie en haar onafhankelijkheid op energiegebied onmisbaar zijn voor een duurzaam en inclusief herstel na de COVID-19-crisis, omdat dit ook belangrijke factoren zijn die bijdragen aan de veerkracht van de Europese economie.

(2) Door het directe verband tussen een duurzaam herstel, het uitbouwen van de veerkracht van de Unie en de energievoorzieningszekerheid van de Unie, en de vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, met name ten aanzien van Rusland, is de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en haar rol bij een rechtvaardige en inclusieve transitie, een bij uitstek geschikt instrument om bij te dragen aan de Unierespons op die zich aandienende nieuwe uitdagingen, met inachtneming van de wetgeving van de Unie[6]bis en bestaande internationale toezeggingen.

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening, en met name van fossiele brandstoffen, beter kan ondersteunen en het energiesysteem zekerder, betaalbaarder, toegankelijker en duurzamer kan maken, met name door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, energie-efficiëntie en een grotere capaciteit voor energieopslag – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de energie-efficiëntie en energiebesparingen van de economieën van de lidstaten moeten versterken door middel van een betere samenhang met de richtlijn hernieuwbare energie, de richtlijn energie-efficiëntie, de richtlijn energieprestatie van gebouwen en de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten.

(3 bis) De geleidelijke afbouw van de afhankelijkheid van ingevoerde Russische fossiele brandstoffen moet leiden tot een vermindering van de totale energieafhankelijkheid van de Unie. In overeenstemming met de herstel- en veerkrachtfaciliteit moeten de REPowerEU-hoofdstukken van herstel- en veerkrachtplannen bijdragen tot een toename en versterking van de strategische autonomie van de Unie, zonder daarbij haar afhankelijkheid van de invoer van grondstoffen uit derde landen in buitensporige mate te vergroten.

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid en -duurzaamheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

(4 bis) Om de doelstellingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op het gebied van economische, sociale en territoriale cohesie te bevorderen, moeten de lidstaten er bij de voorbereiding van de REPowerEU-hoofdstukken voor zorgen dat de middelen op passende wijze over de regio’s worden verdeeld, rekening houdend met de behoeften en uitdagingen van elke regio.

(4 ter) Bijzondere aandacht moet worden besteed aan afgelegen, perifere en geïsoleerde regio’s en eilanden die al aanvullende beperkingen ondervinden.

(5) Voor een zo breed mogelijke Unierespons moet van alle lidstaten die een herstel- en veerkrachtplan indienen na de inwerkingtreding van deze verordening, worden verlangd dat zij een REPowerEU-hoofdstuk in hun plan opnemen. Dit vereiste moet met name gelden voor herziene plannen die de lidstaten vanaf 30 juni 2022 indienen, om rekening te houden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage. Onnodige administratieve lasten moeten worden voorkomen.

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moet nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen en het crisiseffect als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne aanpakken. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Het is absoluut noodzakelijk dat spoedig meer wordt geïnvesteerd in energie-efficiëntiemaatregelen, zoals het gebruik van duurzame en efficiënte oplossingen voor verwarming en koeling waarmee op duurzame en doeltreffende wijze een aantal van de meest dringende uitdagingen op het gebied van energievoorziening en energiekosten kan worden aangepakt. Gezien de sociale gevolgen van de aanhoudend hoge en volatiele energieprijzen en rekening houdend met de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, moet vooral de nadruk worden gelegd op het aanpakken van energiearmoede, door energiearme en kwetsbare consumenten te ondersteunen. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid, waaronder energieopslag, met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen, en tevens op lange termijn bijdragen aan de groene transitie door middel van infrastructuur die geschikt is voor waterstof. Een aanzienlijk deel van de maatregelen in het hoofdstuk moet een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of soortgelijke effecten hebben, onder andere om Europese meerwaarde te creëren. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

(6 bis) Een daadwerkelijke transitie naar groene energie en een snelle vermindering van de energieafhankelijkheid moeten rekening houden met de nieuwe uitdagingen waarmee – met name de kwetsbaarste – huishoudens en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te maken krijgen. Dergelijke uitdagingen houden verband met energiearmoede, d.w.z. de situatie waarin men, om redenen in verband met onbetaalbaarheid, niet in zijn basisbehoeften op het gebied van energievoorziening kan voorzien en geen toegang heeft tot essentiële energiediensten die een basisniveau van comfort en gezondheid en een behoorlijke levensstandaard en gezondheid garanderen, met inbegrip van voldoende verwarming, warm water, koeling, verlichting en energie voor toestellen, binnen de betreffende nationale context en gezien bestaand sociaal en ander relevant beleid, als gevolg van hoge energie-uitgaven en een slechte energie-efficiëntie van woningen en gebouwen.

(6 ter) Daarnaast noopt de huidige geopolitieke context de Unie op te treden om haar energiezekerheid te behouden, d.w.z. de doorlopende en ononderbroken beschikbaarheid van energie, voorzieningszekerheid en technische beveiliging middels een verbeterde efficiëntie en interoperabiliteit van transmissie- en distributienetwerken, bevordering van systeemflexibiliteit, het voorkomen van congestie, het waarborgen van veerkrachtige toeleveringsketens, cyberbeveiliging en het beschermen en aanpassen aan de klimaatverandering van alle infrastructuur, met name kritieke infrastructuur, alsook middels de beperking van strategische energieafhankelijkheden.

(7) Een passend beoordelingscriterium moet worden toegevoegd dat de Commissie als basis kan gebruiken om hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk te beoordelen en dat garandeert dat hervormingen en investeringen geschikt zijn om de specifieke REPowerEU-doelstellingen te behalen. Om een positieve beoordeling van de Commissie te kunnen krijgen, moet het betrokken herstel- en veerkrachtplan volgens dit nieuwe beoordelingscriterium een A-score halen.

(7 bis) De daadwerkelijke transitie naar groene energie en een snelle en inclusieve vermindering van de energieafhankelijkheid vereisen maatregelen om de energie-efficiëntie en energiebesparingen in gebouwen te stimuleren en de industrie sneller koolstofvrij te maken. Om de groene transitie van Europa te versnellen moet het aandeel duurzame en hernieuwbare energie in de energiemix worden verhoogd en moeten maatregelen worden genomen om knelpunten in de infrastructuur en tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden weg te werken. Het potentieel van digitale vaardigheden en technologieën voor de groene transitie moet worden benut.

(8) Investeringen in infrastructuur en technologie alleen zijn niet voldoende om tot een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te komen. Middelen moeten ook worden bestemd voor de om- en bijscholing van mensen, zodat de beroepsbevolking verder met groene vaardigheden wordt toegerust. Een en ander sluit aan bij de doelstelling van het Europees Sociaal Fonds Plus, dat de lidstaten wil ondersteunen bij hun inspanningen voor een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die voorbereid is op de arbeidswereld van de toekomst. In het licht daarvan moeten middelen die van het Europees Sociaal Fonds Plus worden aangevraagd ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen, helpen maatregelen te ondersteunen om de beroepsbevolking om- en bij te scholen. De Commissie zal zich ervan vergewissen of de maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken aanzienlijk bijdragen aan de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden.

(9) De toepassing van deze regeling laat alle overige juridische vereisten op grond van Verordening (EU) 2021/241 onverlet, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

(9 bis) De maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken mogen het algemene groene en digitale ambitieniveau van de reeds vastgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad tot goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen niet ondermijnen.

(10) Het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, moet daadwerkelijk een antwoord bieden op alle, of een aanzienlijke subgroep van de uitdagingen die in de betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn geïdentificeerd, daaronder begrepen de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van de Semestercyclus 2022 zullen worden vastgesteld, en waarin onder meer sprake is van de energie-uitdagingen waarvoor lidstaten staan.

(11) Een daadwerkelijke transitie naar groene energie en een vermindering van de energieafhankelijkheid vergt aanzienlijke digitale investeringen. In het licht van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten toelichten hoe de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van die in het REPowerEU-hoofdstuk, naar verwachting zullen bijdragen aan de digitale transitie of de uitdagingen die deze meebrengt, en of zij voor een bepaald percentage bijdragen aan het digitale streefcijfer op basis van de methodologie voor digitale tagging. Gezien evenwel de ongekende urgentie en de omvang van de energie-uitdagingen waarvoor de Unie staat, mogen hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk niet in aanmerking worden genomen om de totale toewijzing van het plan te berekenen ten behoeve van het vereiste van het door Verordening (EU) 2021/241 bepaalde digitale streefcijfer. Niettemin moeten de lidstaten ernaar streven om in het REPowerEU-hoofdstuk zo veel mogelijk maatregelen op te nemen die bijdragen aan het digitale streefcijfer op basis van de methodologie voor digitale tagging.

(11 bis) De buitensporige duur van administratieve procedures is een van de belangrijkste belemmeringen voor de uitrol van projecten op het gebied van hernieuwbare energie, in overeenstemming met de doelstellingen voor investeringen in hernieuwbare energie. Andere belemmeringen zijn de complexiteit van de toepasselijke regels voor de selectie van locaties en de administratieve goedkeuring van projecten, de complexiteit en de duur van de beoordeling van de milieueffecten van de projecten, en personeelstekorten bij de vergunningverlenende autoriteiten. Verdere vereenvoudiging en verkorting van de administratieve vergunningsprocedures, met inbegrip van kortere en duidelijkere termijnen voor besluiten die door de bevoegde instanties moeten worden genomen, is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de Unie haar energie- en klimaatdoelstellingen realiseert.Om de vergunningsprocedures te versnellen, moet de Commissie de lidstaten ondersteunen bij het identificeren van gebieden die bijzonder geschikt zijn voor de uitrol van projecten op het gebied van hernieuwbare energie, met volledige toepassing van het relevante milieuacquis, waarvoor de termijnen korter kunnen zijn.

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een gedetailleerd verslag verstrekken van het verplichte en passende raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en de sociale partners, evenals van ngo’s en andere voor het behalen van de REPowerEU-doelstellingen relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector. Die samenvattingen moeten het tijdsschema en stadia van die raadplegingen weergeven, de geraadpleegde belanghebbenden vermelden, toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt, welke inbreng niet terugkomt en waarom niet, en hoe de lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden worden betrokken bij de uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk en het toezicht erop. De lidstaten worden, met inachtneming van de nationale rechtskaders, verzocht de nationale parlementen te betrekken bij debatten over de wijziging van de plannen. De normen van de Unie inzake inspraak van het publiek, en met name de gedragscode inzake partnerschap, kunnen als inspiratiebron dienen voor de nationale autoriteiten tijdens het raadplegingsproces.

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, met één gerichte en tijdelijke uitzondering in verband met hervormingen en investeringen die uiterlijk op 31 december 2024 operationeel moeten zijn. om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU, mits een aantal voorwaarden gelden.Het totale bedrag aan middelen voor hervormingen en investeringen waarvoor die vrijstelling geldt, moet worden beperkt tot een maximumbedrag dat door de Commissie moet worden vastgesteld op basis van een alomvattende, op behoeften gebaseerde beoordeling van de onmiddellijke infrastructuurbehoeften. Een dergelijke beoordeling moet de raming van de Commissie uit mei 2022 bijwerken, waarin zij heeft gesteld dat, om voldoende LNG en pijpleidinggas van andere leveranciers in te voeren, tegen 2030 investeringen van naar schatting 10 miljard EUR vereist zullen zijn voor een toereikend niveau van gasinfrastructuur, met inbegrip van LNG‑invoerterminals, pijpleidingen, om onderbenutte LNG-invoerterminals en het EU-netwerk te verbinden, en terugstroomcapaciteiten.

(13 bis) De REPowerEU-hoofdstukken moeten in overeenstemming zijn met de nationale energie- en klimaatplannen van de betreffende lidstaat en met de in Verordening (EU) 2021/1119 vastgestelde klimaatdoelstellingen van de Unie.

(13 ter) Het REPowerEU-hoofdstuk moet maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect omvatten. De Commissie en de lidstaten moeten tijdens het hele proces streven naar een nauwe samenwerking. Daarnaast moeten de lidstaten worden aangemoedigd om zo vroeg mogelijk onderling samen te werken met het oog op de ontwikkeling van maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect, die moeten worden opgenomen in de REPowerEU-hoofdstukken.

(14) De lidstaten moeten, via een verduidelijking van de procedure voor de toekenning van leningen, verdere prikkels krijgen om leningen aan te vragen. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 kunnen lidstaten tot en met 31 augustus 2023 leningen aanvragen, mits zij de Commissie hebben geïnformeerd over hun voornemen om dergelijke steun via leningen aan te vragen. Een voornemen om een leningaanvraag in te dienen moet de Commissie worden meegedeeld binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening, zodat de herverdeling van de resterende middelen ordelijk kan plaatsvinden en de lidstaat dergelijke steun kan aanvragen. Bij de mededeling van hun voornemen om steun via leningen aan te vragen en bij de indiening van de leningaanvraag, moeten de lidstaten te goeder trouw handelen en, in de mate van het mogelijke, de steun ook effectief aanvragen, om de voorspelbaarheid en doeltreffendheid van de herverdeling te waarborgen. De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad tegelijkertijd, onder gelijke voorwaarden en onverwijld informeren over de status van de leningaanvragen en de voorgestelde toekenning van de steun via leningen.

(14 bis) De lidstaten worden aangemoedigd de REPowerEU-hoofdstukken zo spoedig mogelijk en bij voorkeur binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening in te dienen om synergieën tussen de REPowerEU-hoofdstukken in de nationale herstel- en veerkrachtplannen te bevorderen. Met het oog op een snelle uitvoering moeten de Commissie en de Raad de beoordeling en goedkeuring van de gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen waarin de REPowerEU-hoofdstukken zijn opgenomen, zo spoedig mogelijk en idealiter uiterlijk één maand na inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening afronden. Evenzo worden de Commissie en de lidstaten ten zeerste aangemoedigd om uiterlijk één maand na de vaststelling van het uitvoeringsbesluit van de Raad operationele regelingen te sluiten. De Commissie en de lidstaten worden er bijgevolg toe aangespoord voort te bouwen op de ervaring die is opgedaan met de eerdere onderhandelingen over de reeds gesloten operationele overeenkomsten.

(15) Voorts moet, om voor in het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen hervormingen en investeringen tot een hoog ambitieniveau aan te zetten, worden voorzien in nieuwe specifieke financieringsbronnen.

(15 bis) De Commissie heeft een voorstel vastgesteld voor een verordening van de Raad betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen die een solidariteitsbijdrage bevat voor de fossiele industrie die van toepassing is in alle lidstaten. Een deel van de met deze nieuwe bijdrage gegenereerde ontvangsten kan beschikbaar worden gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten ten gunste van de REPowerEU-hoofdstukken, naar ratio van hetgeen nodig is voor het verwezenlijken van de doelstellingen van REPowerEU.

(16) ▌ De huidige economische en geopolitieke situatie vereist dat de Unie de beschikbare middelen inzet om snel de energievoorziening van de Unie te diversifiëren en haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030 te verminderen. In dat verband moet ▌ Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad[7] worden gewijzigd om emissierechten van het plafond eerder te veilen ▌ met het oog op hervormingen en investeringen die bijdragen aan REPowerEU-doelstellingen, binnen het raamwerk van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In overeenstemming met de doelstellingen van Richtlijn 2003/87/EG mogen dergelijke inkomsten geen investeringen in infrastructuur of voorzieningen voor fossiele brandstoffen ondersteunen.

(16 bis) Het huidige percentage van opname van emissierechten in de marktstabiliteitsreserve is nodig om op lange termijn een aanzienlijke stijging van het overschot aan emissierechten in de handel in broeikasgasemissies binnen de Unie te voorkomen. Daarom moeten Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad[8]bis en Richtlijn 2003/87/EG worden gewijzigd om de verdubbeling van het opnamepercentage van de marktstabiliteitsreserve tot 24 % te verlengen tot en met 2030 en de boven- en bufferdrempels vanaf 2025 te verlagen in verhouding tot de vermindering van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie.

(16 ter) De Commissie moet extra bronnen zoeken om de financiering voor de REPowerEU-hoofdstukken aan te vullen, waaronder door ten aanzien van niet-bestede middelen in flexibiliteit te voorzien.

(16 quater) Voor de toewijzing van de maximale financiële bijdragen uit nieuwe inkomsten voor de REPowerEU-hoofdstukken moet de in [bijlagen I/II/II] beschreven methode worden geactualiseerd om rekening te houden met de nieuwe geopolitieke situatie en de gewijzigde omstandigheden. Bij dergelijke indicatoren kan het gaan om één of meer van de volgende aspecten: de mate van energieafhankelijkheid, met name van derde landen, in het bijzonder Rusland; de stijging van de energiegerelateerde kosten voor huishoudens in verband met essentiële goederen en diensten; het aandeel fossiele brandstoffen in het bruto binnenlandse energieverbruik.

(17) Om de lidstaten en de regio’s voldoende flexibiliteit te bieden bij het aanpakken van de nieuwe uitdagingen moet Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad[9] worden gewijzigd om te voorzien in de mogelijkheid om tot 7,5 % van de middelen in het kader van programma’s ▌ onder gedeeld beheer aan te vragen teneinde bij te dragen aan de REPowerEU-doelstellingen zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2021/241, door maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van die verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening, en daarbij de aan de uitvoering van de programma’s verbonden procedurele vereisten te vereenvoudigen, naast de reeds bestaande mogelijkheid om tot 5 % van de middelen over te dragen, mits de laatstgenoemde mogelijkheid volledig is uitgeput. Die mogelijkheid valt te verantwoorden door de noodzaak om REPowerEU-doelstellingen te dekken, zodat de lidstaten en de regio’s de extra flexibiliteit krijgen die cruciaal is om op die dringende behoeften in te spelen en ▌ moet worden verantwoord door een grotere financiële behoefte in verband met aanvullende ▌ investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk van Verordening (EU) 2021/241.

(17 bis) Het EU-ETS is opgezet om een efficiënt, voorspelbaar en marktgestuurd systeem te creëren om emissies terug te dringen en de klimaatnoodtoestand aan te pakken. Hoewel de wijziging van Richtlijn 2003/87/EG gerechtvaardigd is vanwege een uitzonderlijke situatie, blijft het van belang het vertrouwen in de EU-ETS-markt niet te ondermijnen door kortetermijninterventies, en deze wijziging moet derhalve worden beschouwd als een eenmalige maatregel, die niet zal worden herhaald.

(17 ter) Om de lidstaten extra flexibiliteit te bieden voor de herverdeling van middelen teneinde op maat gemaakte antwoorden op de energiecrisis te kunnen geven, moet de Commissie nagaan of het mogelijk is voor beide programmeringsperioden financiële overdrachten toe te staan tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid”.

 

(19) Uitkeringen in het kader van REPowerEU moeten tot eind 2026 volgens de regels van de herstel- en veerkrachtfaciliteit plaatsvinden. Betalingen in verband met de op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 aangevraagde middelen worden verricht overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EU) 2021/1060 en de respectieve fondsspecifieke verordeningen, en worden afhankelijk gesteld van de beschikbaarheid van in de jaarlijkse EU-begroting goedgekeurde middelen. 

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van emissierechten voor vervroegde veiling in het EU-ETS in het kader van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060, ▌ moet te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

(20 bis) Om te waarborgen dat de financiële steun wordt gefrontload om beter in te kunnen spelen op de huidige energiecrisis kan, op verzoek van een lidstaat dat moet worden ingediend samen met het REPowerEU-hoofdstuk in een herzien herstel- en veerkrachtplan, een bedrag tot maximaal 20 % van de aanvullende financiering die nodig is om het REPowerEU-hoofdstuk te financieren, worden betaald in de vorm van een voorfinanciering binnen, voor zover mogelijk en afhankelijk van de beschikbaarheid van fondsen, twee maanden na de vaststelling van de juridische verbintenissen door de Commissie.

(21) De Commissie moet de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk bedoelde hervormingen en investeringen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen monitoren, zoals bepaald in Verordening (EU) 2021/241.

(22) Recente geopolitieke gebeurtenissen hebben de prijzen voor energie, voedsel en bouwmaterialen aanzienlijk getroffen, tekorten in de mondiale leveringsketens veroorzaakt en gezorgd voor een hogere inflatie en nieuwe uitdagingen, waaronder het risico op energiearmoede en hogere kosten voor levensonderhoud. Deze ontwikkelingen kunnen een directe impact hebben op de mogelijkheden om maatregelen uit de herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren. In de mate dat de lidstaten kunnen aantonen dat door die ontwikkelingen een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel – volledig of ten dele – niet langer haalbaar is, kunnen dergelijke situaties worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. Daarnaast kunnen dergelijke situaties, voor zover de lidstaten kunnen aantonen dat het behalen van een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel strijdig is met het behalen van de doelstellingen van de faciliteit, waaronder de REPowerEU-doelstellingen, worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. ▌Bovendien mogen verzoeken tot aanpassing niet ten koste gaan van de algemene uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, De lidstaten moeten ook waarborgen dat voorstellen voor de wijziging van hun herstel- en veerkrachtplannen ingaan op uitdagingen die het gevolg zijn van recente geopolitieke gebeurtenissen;

 

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2021/241 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Overeenkomstig de in artikel 3 van deze verordening bedoelde zes pijlers en de coherentie en synergie die zij opleveren en in de context van de COVID-19-crisis is de algemene doelstelling van de faciliteit de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie te verbeteren door de veerkracht, de crisisparaatheid, het aanpassingsvermogen en het groeipotentieel van de lidstaten te verbeteren, door de sociale en economische gevolgen van de crisis met name voor vrouwen te verzachten, door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, door de groene transitie te ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de 2030-streefcijfers voor klimaat van de Unie als uiteengezet in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999, alsook door de doelstelling van klimaatneutraliteit van de Unie in 2050 en van de digitale transitie na te leven, en door de veerkracht, de beveiliging en de duurzaamheid van het energiesysteem van de Unie te vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen significant te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energie te vergroten, door de energie-efficiëntie en de energie-opslagcapaciteit te vergroten en door de energievoorziening op Unieniveau te diversifiëren (“REPowerEU-doelstellingen”), en aldus bij te dragen tot de opwaartse economische en sociale convergentie, het herstellen en stimuleren van duurzame groei en de integratie van de economieën van de Unie, en het bevorderen van de schepping van kwalitatief hoogstaande banen, alsmede bij te dragen tot de strategische autonomie van de Unie, in combinatie met een open economie en het creëren van Europese meerwaarde.

(1 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 13 bis

Voorfinanciering in het kader van REPowerEU

De herstel- en veerkrachtplannen met een REPowerEU-hoofdstuk kunnen gepaard gaan met een verzoek om voorfinanciering. Onder voorbehoud van de vaststelling door de Raad van het in artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 2, bedoelde uitvoeringsbesluit tegen 31 december 2023 financiert de Commissie vooraf maximaal 20 % van de aanvullende financiering waarom is verzocht voor de financiering van het REPowerEU-hoofdstuk, overeenkomstig artikel 12 en artikel 21 bis.”

(2) Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

-a) lid 2 wordt vervangen door:

“Een lidstaat kan steun via leningen aanvragen bij de indiening van een herstel- en veerkrachtplan als bedoeld in artikel 18 dan wel op een ander tijdstip in de periode tot en met 31 augustus 2023, mits hij de Commissie binnen 30 dagen na [de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in kennis heeft gesteld van zijn voornemen om dergelijke steun via leningen aan te vragen. In laatstbedoeld geval gaat de aanvraag vergezeld van een herzien herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van aanvullende mijlpalen en streefdoelen. De Commissie kan een lening toekennen aan een lidstaat die niet binnen 30 dagen na [de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt om dergelijke steun aan te vragen, op voorwaarde dat er middelen beschikbaar zijn na goedkeuring van de verzoeken om steun via leningen van de lidstaten die binnen 30 dagen na [de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] hun voornemen kenbaar hebben gemaakt.”;

a) in lid 3 wordt na punt b) het volgende punt ingevoegd:

“b bis) in voorkomend geval, de hervormingen en investeringen in overeenstemming met artikel 21 quater, lid 1;”;

b) lid 4 wordt vervangen door:

“4. De steun via leningen voor het herstel- en veerkrachtplan van de betrokken lidstaat mag niet meer bedragen dan het verschil tussen de totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan, zoals herzien waar nodig, en de maximale financiële bijdrage als bedoeld in artikel 11, met inbegrip van, waar nodig, de in artikel 21 bis bedoelde inkomsten, alsmede, waar nodig, de middelen uit programma’s onder gedeeld beheer ter ondersteuning van de in artikel 21 ter bedoelde REPowerEU-doelstellingen.”

c)  lid 6 wordt vervangen door:

“6. In afwijking van lid 5 kan het bedrag van de steun via leningen, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen, in uitzonderlijke omstandigheden worden verhoogd, gelet op de behoeften van de aanvragende lidstaat, alsmede de verzoeken om steun via leningen die andere lidstaten hebben ingediend of voornemens zijn in te dienen, met toepassing evenwel van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie. Om de toepassing van deze beginselen te faciliteren, delen lidstaten de Commissie uiterlijk 30 dagen na [de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] mee of zij voornemens zijn steun via leningen aan te vragen. Zodra een lidstaat zijn voornemen kenbaar maakt om steun via leningen aan te vragen, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad daarvan onverwijld, gelijktijdig en onder gelijke voorwaarden in kennis. Binnen 60 dagen na [de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad onverwijld, gelijktijdig en onder gelijke voorwaarden in kennis van de voorgestelde toewijzing van de steun via leningen aan de lidstaten die te kennen hebben gegeven voornemens te zijn dergelijke steun aan te vragen.”

(2 bis) In artikel 17 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Vanaf 1 februari 2020 aangevatte maatregelen komen in aanmerking op voorwaarde dat zij voldoen aan de vereisten als opgenomen in deze verordening, met uitzondering van de maatregelen die zijn opgenomen in de REPowerEU-hoofdstukken, die pas vanaf 1 februari 2022 van start mogen gaan.”

(2 ter) In artikel 18, lid 4, wordt punt h) vervangen door:

“h) een aanduiding of de in het herstel- en veerkrachtplan opgenomen maatregelen grensoverschrijdende of meerlandenprojecten omvatten. Een bevestiging, wat de REPowerEU-hoofdstukken betreft, dat ten minste 35 % van de subsidies en, in voorkomend geval, ten minste 35 % van de leningen die voor gebruik in het kader van de REPowerEU-hoofdstukken zijn bestemd, worden toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, ook indien ze door één lidstaat worden uitgevoerd, en zullen bijdragen tot de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, tenzij aan de lidstaat een uitzondering is toegestaan uit hoofde van artikel 21 quater, lid 1, punt a);”

(2 quater) Artikel 18, lid 4, wordt punt d bis toegevoegd:

“d bis) een uitleg dat de maatregelen van artikel 21 quater, lid 1, punt a), voldoen aan de in artikel 21 quater, lid 4 en lid 4 bis, opgenomen voorwaarden;”

(3) Aan artikel 18, lid 4, punt q), wordt de volgende zin toegevoegd:

“q) voor de voorbereiding en, indien beschikbaar, voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, een gedetailleerd verslag van het raadplegingsproces, dat verplicht en toereikend is en is uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden, alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het herstel- en veerkrachtplan terugkomt; met name geeft het gedetailleerde verslag van het raadplegingsproces een overzicht van het tijdsschema en de stadia van de uitkomst van de raadpleging van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners alsook ngo’s en alle andere belanghebbenden die relevant zijn voor de REPowerEU-doelstellingen, worden de geraadpleegde belanghebbenden vermeld, wordt de uitkomst toegelicht van deze raadpleging over hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk, schetst zij hoe de ontvangen inbreng in het REPowerEU-hoofdstuk terugkomt, welke inbreng niet terugkomt en waarom niet en hoe de lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden worden betrokken bij de uitvoering en monitoring van het REPowerEU-hoofdstuk;”

(4) In artikel 19, lid 3, worden de volgende punten ingevoegd:

-d bis) voor de maatregelen van artikel 21 quater, lid 1, punt a), die voldoen aan de in artikel 21 quater, lid 4, opgenomen cumulatieve voorwaarden:

- of de maatregel noodzakelijk is om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt a), te voldoen;

- of er wat de kosten of het tijdschema voor de uitvoering betreft geen toereikend alternatief op het gebied van schone technologie beschikbaar is voor het halen van de REPowerEU-doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, punt a);

- of de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 beperkt is tot het strikt onvermijdbare;

- of de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU wordt gedempt door flankerende maatregelen, of andere maatregelen die bijdragen tot de REPowerEU-doelstellingen, en de integriteit van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 niet in gevaar wordt gebracht;

- of de maatregel op uiterlijk 31 december 2024 operationeel moet zijn;”

“d bis) of de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde hervormingen en investeringen daadwerkelijk bijdragen aan energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, de verhoging van de capaciteit voor energieopslag of het aanzienlijk verminderen van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030, met het oog op de verwezenlijking van de 2030-streefdoelen van de Unie op het gebied van onder meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en van de doelstelling inzake klimaatneutraliteit van de Unie”;

“f bis) of ten minste 35 % van de subsidies en, in voorkomend geval, ten minste 35 % van de leningen die voor gebruik in het kader van de REPowerEU-hoofdstukken zijn bestemd, worden toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, ook indien ze door één lidstaat worden uitgevoerd, en zullen bijdragen tot de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, tenzij aan de lidstaat een uitzondering is toegestaan uit hoofde van artikel 21 quater, lid 1, punt a);”

“k bis) of het in artikel 18, lid 4, punt q), bedoelde raadplegingsproces in verband met de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen toereikend is en de passende inbreng van de relevante belanghebbenden naar behoren terugkomt in de essentie van het REPowerEU-hoofdstuk, alsmede of het gedetailleerde verslag van het raadplegingsproces het tijdsschema en de stadia van de raadplegingen weergeeft, de geraadpleegde belanghebbenden vermeldt, een toelichting geeft op de uitkomst van deze raadplegingen, en aangeeft hoe de ontvangen inbreng terugkomt in het REPowerEU-hoofdstuk, welke inbreng niet terugkomt en waarom niet en hoe relevante belanghebbenden worden betrokken bij de uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk en de monitoring ervan;”

(4 bis) In artikel 21 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Wanneer het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen, voor de betrokken lidstaat op grond van objectieve omstandigheden, zoals de crisis als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, of als er nieuwe maatregelen zijn om de gevolgen van de crisis aan te pakken, deels of in zijn geheel niet langer te verwezenlijken is, kan de betrokken lidstaat een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie richten om een voorstel te doen tot wijziging of vervanging van de in artikel 20, leden 1 en 3, bedoelde uitvoeringsbesluiten van de Raad. Daartoe kan de lidstaat een voorstel voor een gewijzigd of een nieuw herstel- en veerkrachtplan indienen. De lidstaten kunnen verzoeken om technische ondersteuning bij de voorbereiding van een dergelijk voorstel in het kader van het instrument voor technische ondersteuning. ”

(4 ter) In artikel 21 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Indien de Commissie van oordeel is dat de door de betrokken lidstaat aangevoerde redenen een wijziging van het desbetreffende herstel- en veerkrachtplan rechtvaardigen, beoordeelt zij het gewijzigde of nieuwe herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig artikel 19 en doet zij binnen één maand na de officiële indiening van het verzoek een voorstel voor een nieuw uitvoeringsbesluit van de Raad overeenkomstig artikel 20, lid 1. De betrokken lidstaat en de Commissie kunnen overeenkomen die termijn zo nodig met een redelijke termijn te verlengen. De Raad stelt het nieuwe uitvoeringsbesluit in de regel binnen vier weken na vaststelling van het voorstel van de Commissie vast.”

(5) In artikel 23 wordt lid 1 vervangen door:

“Zodra de Raad een uitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 20, lid 1, heeft vastgesteld, sluit de Commissie met de betrokken lidstaat een overeenkomst die een individuele juridische verbintenis vormt in de zin van het Financieel Reglement. De juridische verbintenis ligt voor elke lidstaat niet hoger dan het totaal van de in artikel 11, lid 1, punt a), bedoelde financiële bijdrage voor 2021 en 2022, de in artikel 11, lid 2, bedoelde bijgewerkte financiële bijdrage voor 2023 en het op grond van artikel 21 bis, lid 2, berekende bedrag.”

(6) Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd na hoofdstuk III:

“HOOFDSTUK III bis

REPowerEU

Artikel 21 bis

Gebruik van inkomsten uit het emissiehandelssysteem van de EU (EU-ETS)

 

(1) Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht, zekerheid en duurzaamheid van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een aanzienlijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening en een verhoging van de capaciteit voor energieopslag op Unieniveau, en door het stimuleren van investeringen in energie-efficiëntie en de opwekking van hernieuwbare energie, om zo bij te dragen tot het waarborgen van betaalbare energie in de Unie. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

(2) Het percentage in lid 1 bedoelde middelen dat voor iedere lidstaat beschikbaar is, wordt berekend op basis van de indicatoren die zijn vastgesteld voor de maximale financiële bijdrage, voor 70 % van het bedrag zoals vastgelegd in de methodologie van bijlage II en voor 30 % van het bedrag zoals vastgelegd in de methodologie van bijlage III.

(3) Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt uitsluitend toegewezen voor de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen.

(4) Vastleggingskredieten die het in lid 1 bedoelde bedrag bestrijken, worden per [datum inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] automatisch beschikbaar gesteld ten belope van de respectieve in dat lid bedoelde bedragen.

(5) Elke lidstaat mag bij de Commissie een verzoek indienen tot toewijzing van een bedrag dat zijn aandeel niet overschrijdt, door in zijn plan de in artikel 21 quater, lid 1, beschreven hervormingen en investeringen op te nemen en de geraamde kosten daarvan aan te geven.

(6) Het overeenkomstig artikel 20, lid 1, op voorstel van de Commissie vastgestelde uitvoeringsbesluit van de Raad legt het in artikel 10 sexies, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG aan de lidstaat, na toepassing van lid 2, toegewezen in tranches te betalen bedrag vast, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen, overeenkomstig artikel 24 van deze verordening, zodra de lidstaat op bevredigende wijze de mijlpalen en streefdoelen heeft verwezenlijkt die met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen zijn vastgesteld.

Artikel 21 ter

Middelen uit programma’s in gedeeld beheer om REPowerEU-doelstellingen te ondersteunen

 

(1) Binnen de aan hen toegewezen middelen in gedeeld beheer kunnen de lidstaten erom verzoeken maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van deze verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van deze verordening, onder de voorwaarden van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

 

a) De middelen mogen op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 worden gevraagd om maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van deze verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van deze verordening, op voorwaarde dat de lidstaat reeds, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht.

 

 

(2) Middelen waarom is verzocht uit hoofde van lid 1 worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) 2021/1060 en de fondsspecifieke verordening inzake de respectieve middelen onder gedeeld beheer. De betrokken betalingen vinden plaats overeenkomstig artikel 91 van Verordening (EU) 2021/1060, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen.

 

(3) De Commissie wendt die middelen onder gedeeld beheer aan in overeenstemming met artikel 62, lid 1, punt b), van het Financieel Reglement. 
 

Artikel 21 quater

Het REPowerEU-hoofdstuk in herstel- en veerkrachtplannen

(1) Het herstel- en veerkrachtplan dat na [datum inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] bij de Commissie wordt ingediend, bevat een REPowerEU-hoofdstuk. De REPowerEU-hoofdstukken worden zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening ingediend. In voorkomend geval wordt bij de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk passende prioriteit gegeven aan de behoeften van degenen die door energiearmoede worden getroffen, alsmede aan de vermindering van de kwetsbaarheid tijdens de komende winterseizoenen. Het REPowerEU-hoofdstuk schetst de hervormingen en investeringen, vanaf 1 februari 2022, met hun overeenkomstige mijlpalen en streefdoelen, en bevat een toelichting op de bijdrage aan de aanpak van energiearmoede en op de beperking van de afhankelijkheid van fossiele brandstof, met name uit Rusland, alsmede een kwantificering van de energiebesparingen, niet zijnde maatregelen bedoeld in lid 2, punt a), die aan de REPowerEU-hoofdstukken moeten bijdragen, door:

a) het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor gas, met inbegrip van LNG, te voldoen, met name door de diversificatie van de levering te faciliteren in het belang van de Unie als geheel, en te waarborgen dat de relevante infrastructuren voor waterstof geschikt zijn,

b) het stimuleren van energie-efficiëntie en -besparingen in gebouwen, onder meer door middel van investeringsregelingen die gericht zijn op kwetsbare huishoudens, kmo’s en micro-ondernemingen,

b bis) de decarbonisatie van de industrie, het vergroten van de energieopslagcapaciteit, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan, thermische hernieuwbare energie, hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s) en hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het versnellen van vergunningsprocessen voor installaties die hernieuwbare energie produceren, met inbegrip van de verbetering van de daarmee verband houdende elektriciteitsopwekkings- en andere infrastructuur, onder meer door de vergunningsprocedures te versnellen,

b ter) de aanpak van energiearmoede, met name door middel van maatregelen ten behoeve van kwetsbare huishoudens en huishoudens met een laag inkomen,

b quater) het stimuleren van een vermindering van de vraag naar energie, onder meer door bestaande energiebesparende oplossingen op te schalen,

c) het wegwerken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energie-interconnectoren en energietransmissie, met inbegrip van de aansluiting van netten op nieuwe hernieuwbare energiebronnen, en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor op een rechtvaardige en inclusieve manier, met inbegrip van het spoorvervoer, waarmee wordt bijgedragen aan het waarborgen van betaalbare energie en betaalbaar vervoer in de Unie,

d) het ondersteunen van de doelstellingen in de punten a), b) en c) door een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene en  digitale vaardigheden, en naar vaardigheden in verband met de energietransitie, onder meer voor de administratieve uitvoering van die doelstellingen, alsmede het ondersteunen van de waardeketens van voor de groene transitie cruciale materialen en technologieën en het gebruik van duurzame bouwmaterialen en -producten, waardoor de afhankelijkheid van voor de energietransitie relevante primaire kritieke grondstoffen wordt verminderd.

 

(1 bis) Ten minste 35 % van de subsidies en, in voorkomend geval, ten minste 35 % van de leningen die voor gebruik in het kader van de REPowerEU-hoofdstukken zijn bestemd, wordt toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, ook indien ze door één lidstaat worden uitgevoerd, en draagt bij tot de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1. In afwijking hiervan kan de Commissie een lidstaat in een van de volgende gevallen een afwijking van deze verplichting toestaan:

 

a) de lidstaat kan aantonen dat met andere maatregelen die in zijn REPowerEU-hoofdstuk zijn opgenomen, de in artikel 21 quater, lid 1, genoemde doelstellingen beter kunnen worden verwezenlijkt, of

 

b) de lidstaat kan aantonen dat er onvoldoende realistische projecten beschikbaar zijn met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, of

 

c) de betreffende lidstaat wordt een vrijstelling van dit minimumvereiste verleend in de in artikel 21 quater bis bedoelde supranationale beoordeling van de behoeften op het gebied van energiezekerheid, of

 

d) de lidstaat kan aantonen dat er tijdens de looptijd van de faciliteit geen maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect kunnen worden afgerond.

(2) Het REPowerEU-hoofdstuk bevat ook:

a) in voorkomend geval, een gedetailleerde beschrijving van hervormingen en investeringen in de reeds vastgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen;

b) een overzicht van andere maatregelen, met inbegrip van nationale maatregelen en aanvullende of begeleidende door de EU gefinancierde maatregelen, die aan de REPowerEU-doelstellingen bijdragen, met een bijbehorend tijdschema en een bijbehorende financiële toewijzing, die tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026 zonder financiële steun in het kader van de faciliteit zullen worden uitgevoerd;

c) een gedetailleerde beoordeling van de samenhang van elke in lid 1 bedoelde maatregel met de andere maatregelen in het plan en een toelichting bij de vraag hoe de combinatie van de in lid 1 en in de punten a) en b) van dit lid bedoelde maatregelen coherent en effectief is en naar verwachting aan de REPowerEU-doelstellingen zal bijdragen, met inbegrip van een kwantificering van de energiebesparingen;

c bis) een kwalitatieve toelichting van de wijze waarop de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting zullen bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of tot het aanpakken van de daaruit voortvloeiende uitdagingen; de klimaatdoelstelling van 37 % wordt afzonderlijk berekend voor het REPowerEU-hoofdstuk en de rest van het herstel- en veerkrachtplan.

 

(3) De kostenramingen van de in lid 1 bedoelde hervormingen en investeringen van het REPowerEU-hoofdstuk worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de totale toewijzing van het plan op grond van artikel 18, lid 4, punt f), en artikel 19, lid 3, punt f). Niettegenstaande deze bepaling moedigt de Commissie de lidstaten aan om in de REPowerEU-hoofdstukken maatregelen voor te stellen die, voor zover mogelijk, bijdragen aan het bereiken van ten minste het digitale streefcijfer van de faciliteit.

 

(4) ▌Het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 is van toepassing op de hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1, punt a), van dit artikel, tenzij aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

a) de maatregel is noodzakelijk om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt a), te voldoen;

en

b) wat de kosten of het tijdschema voor de uitvoering betreft is er geen toereikend alternatief op het gebied van schone technologie beschikbaar voor het halen van de REPowerEU-doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, punt a);

en

c) de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU wordt beperkt door flankerende maatregelen, of andere maatregelen die bijdragen tot de REPowerEU-doelstellingen, en de integriteit van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 wordt niet in gevaar gebracht;

en

d) de maatregel moet op uiterlijk 31 december 2024 operationeel zijn.

 

(4 bis) De maatregelen waarvoor de in lid 4 van dit artikel omschreven vrijstelling van de eis van artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 geldt, worden als volgt beoordeeld:

 

-of er wat de kosten of het tijdschema voor de uitvoering betreft geen toereikend alternatief op het gebied van schone technologie beschikbaar is voor het halen van de REPowerEU-doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, punt a);

 

-of de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 is beperkt tot het strikt onvermijdbare;

 

- of de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU wordt beperkt door flankerende maatregelen, of andere maatregelen die bijdragen tot de REPowerEU-doelstellingen, en de integriteit van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 niet in gevaar wordt gebracht;

 

- of de maatregel op uiterlijk 31 december 2024 operationeel moet zijn.

 

(4 ter) Het totale bedrag aan middelen voor hervormingen en investeringen die moeten bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen overeenkomstig artikel 21 quater, lid 1, punt a) van deze verordening wordt beperkt tot een maximumbedrag van [ ] miljard EUR, dat door de Commissie wordt vastgesteld op basis van een alomvattende, op behoeften gebaseerde beoordeling van de onmiddellijke infrastructuurbehoeften. Het bedrag aan opbrengsten dat overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG [opbrengsten van het EU-emissiehandelssysteem] ter beschikking wordt gesteld draagt niet bij aan de hervormingen overeenkomstig artikel 21 quater, lid 1, punt a), van deze verordening.

(5) De bepalingen van deze verordening zijn ▌van overeenkomstige toepassing op de hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk, behalve op investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk die bekostigd worden met middelen waarom is verzocht uit hoofde van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 en waar de fondsspecifieke voorschriften op van toepassing zijn.

Artikel 21 quater bis

Supranationale beoordeling van de behoeften op het gebied van energiezekerheid

 

1. De Commissie voert een beoordeling uit van de noodzaak van het waarborgen van de energievoorziening in de Unie als geheel, voorafgaand aan de goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen die het REPowerEU-hoofdstuk bevatten. Deze beoordeling dient ertoe om een supranationaal perspectief te bieden van de behoeften van de Unie op het gebied van energiezekerheid om zo het meest efficiënte gebruik van middelen mogelijk te maken voor het verwezenlijken van de REPowerEU-doelstellingen. Hiertoe stelt de Commissie uiterlijk ... [een maand na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] een verslag op waarin de meest urgente infrastructuur- en investeringsbehoeften voor het waarborgen van de energievoorziening in de Unie als geheel, met inbegrip van voornamelijk grensoverschrijdende of meerlandenprojecten, worden vastgesteld en geëvalueerd.

 

2. Het in lid 1 bedoelde verslag heeft ten minste betrekking op de volgende elementen:

 

a) het risico op verstoringen in de energievoorziening in elke lidstaat op de korte en de middellange termijn; en

 

b) de belangrijkste behoeften op het gebied van infrastructuur en investeringen om de energievoorziening in de Unie als geheel te waarborgen, ook met een grensoverschrijdende en meerlandendimensie.

 

3. De lidstaten dragen bij aan de uitwerking van het in lid 1 bedoelde verslag door informatie te verstrekken over de nationale behoeften en projecten op het gebied van energiezekerheid, zoals verzocht door de Commissie.

 

 

Artikel 21 quinquies

Monitoring van de uitvoering van REPowerEU-hoofdstukken

1) De Commissie monitort de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk geschetste maatregelen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen. Daartoe wijzigt de Commissie uiterlijk ... [twee maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] de in artikel 29, lid 4, punt a), en artikel 30, lid 2, bedoelde gedelegeerde handelingen om aanvullende indicatoren en informatie op te nemen die relevant zijn voor de REPowerEU-doelstellingen. De voorgestelde aanvullende indicatoren blijven beperkt tot de in artikel 21 quater, lid 1, genoemde doelstellingen. De procedure van artikel 33 is van toepassing op de vaststelling en inwerkingtreding van de wijziging van de gedelegeerde handelingen.

2) De Commissie verschaft informatie over de stand van de uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk in een specifiek onderdeel van het jaarlijkse verslag aan het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 31, onder meer onder verwijzing naar de lering die getrokken is uit een beoordeling van de beschikbare gegevens over eindbegunstigden en voorbeelden van beste praktijken, alsook via regelmatige en transparante informatie-uitwisseling in het kader van de dialoog voor herstel en veerkracht.

2 bis) De Commissie legt uiterlijk op ... [twee jaar na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s een onafhankelijk evaluatieverslag voor over de uitvoering van de REPowerEU-hoofdstukken en hun bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen en de doelstellingen van de faciliteit.

2 ter) Elke lidstaat ontwikkelt een gebruiksvriendelijk openbaar portaal met in realtime toegankelijke gegevens over de uitvoering van de in de REPowerEU-hoofdstukken opgenomen maatregelen, en over eindontvangers en -begunstigden.

7) Bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EU) 2021/1060 wordt als volgt gewijzigd:

1) Aan artikel 11, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“e) waar van toepassing, de opsplitsing van financiële middelen per regiocategorie opgesteld overeenkomstig artikel 108, lid 2, en de bedragen van de toewijzingen waarvan wordt voorgesteld dat zij op grond van artikel 26 bis worden gevraagd of op grond van artikel 26 of artikel 111 worden overgedragen, met een motivering;”

 

2) In artikel 22, lid 3, punt g), wordt het volgende punt toegevoegd:

“i) een tabel met de totale financiële toewijzingen voor elk van de fondsen en, waar van toepassing, voor elke regiocategorie voor de hele programmeringsperiode en per jaar, met inbegrip van op grond van artikel 26 bis gevraagde of op grond van artikel 26 of op grond van artikel 27 overgedragen bedragen;”

 

2 bis) Aan artikel 24 wordt het volgende lid toegevoegd:

7 bis.  Voor in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteunde programma’s kan de lidstaat of de beheersautoriteit tot 31 december 2025 verzoeken om een bedrag van maximaal 7,5 % van de begroting van de initiële nationale toewijzing om bij te dragen aan de financiering van maatregelen ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/241. Deze bijdragen worden voor in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteunde programma’s uitsluitend binnen hetzelfde programma geleverd en vereisen een besluit van de Commissie tot wijziging van het programma. De bijdragen voldoen aan alle regelgeving en worden van tevoren goedgekeurd door het monitoringcomité. De lidstaat of de beheersautoriteit stelt de Commissie in kennis van de herziene financiële tabellen en het herziene programma.

3) In artikel 26, lid 1, wordt aan het einde van de eerste alinea het volgende toegevoegd:

 

Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en een of meer programma’s nog niet zijn vastgesteld, kan om een overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overeenkomstig dit artikel worden verzocht door middel van de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie.

4) In artikel 26, lid 1, wordt de volgende alinea ingevoegd:

 

“3. Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en om overdracht wordt verzocht in het kader van de indiening van een programma, wordt de daaruit voortvloeiende inconsistentie niet aanmerking genomen bij het beoordelen van het programma overeenkomstig artikel 23, lid 1.”

 

5) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

“Artikel 26 bis 

 

Ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen

 

1) Lidstaten die overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 bij de Commissie een herstel- en veerkrachtplan met een REPowerEU-hoofdstuk indienen, kunnen erom verzoeken dat tot 7,5 % van hun initiële nationale toewijzing van elk fonds wordt bijgedragen aan de in Verordening (EU) 2021/241 vastgestelde REPowerEU-doelstellingen, voor de ondersteuning van maatregelen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van die verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening, op voorwaarde dat de lidstaat, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, reeds om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht. ▌Indien de partnerschapsovereenkomst nog niet is goedgekeurd, vindt het verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen plaats ofwel in de partnerschapsovereenkomst, onder meer door de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie, ofwel in een verzoek tot wijziging van een programma. Indien het verzoek betrekking heeft op een programmawijziging, kan alleen verzocht worden om middelen uit toekomstige kalenderjaren. De mogelijkheid om te verzoeken om middelen is een aanvulling op de in artikel 26 van deze verordening bedoelde mogelijkheid om middelen over te dragen.

 

2) De op grond van artikel 26 van deze verordening overgedragen middelen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241. Op grond van artikel 26 bis van deze verordening gevraagde middelen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 en de bepalingen van de fondsspecifieke verordening inzake het respectieve fonds onder gedeeld beheer. Overgedragen middelen of gevraagde middelen die ter ondersteuning dienen van REPowerEU-doelstellingen worden uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat gebruikt.

 

3) Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en het verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen wordt ingediend voordat een of meer programma’s is goedgekeurd, wordt de daaruit voortvloeiende inconsistentie tussen de partnerschapsovereenkomst en de programma’s niet aanmerking genomen bij het beoordelen van het programma overeenkomstig artikel 23, lid 1. In dergelijke gevallen dient de betrokken lidstaat een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie in, met een samenvatting van de verplichte raadpleging van partners als bedoeld in artikel 8, lid 1, die een verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen in de zin van dit artikel vormt.

 

3 bis) In afwijking van artikel 13 worden goedgekeurde partnerschapsovereenkomsten niet gewijzigd en brengen programmawijzigingen geen wijziging van de goedgekeurde partnerschapsovereenkomsten met zich mee.

 

4) Indien een programma ten behoeve van een in dit artikel bedoeld verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen moet worden gewijzigd, geeft de Commissie, in afwijking van artikel 24, leden 2 en 4, uiterlijk één maand na de datum waarop de lidstaat het programma heeft ingediend, goedkeuring, of weigert zij deze, van de wijziging wat betreft dit verzoek en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van het programma. ▌Verzoeken tot wijziging van een programma vermelden welk totaalbedrag voor elk jaar per fonds en, waar van toepassing, per regiocategorie wordt bijgedragen aan de verwezenlijking van REPowerEU-doelstellingen.

 

5) JTF-middelen, waaronder middelen die overeenkomstig artikel 27 uit het EFRO en het ESF+ zijn overgedragen, worden niet aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overgedragen en worden niet gevraagd ter ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen uit hoofde van dit artikel.

 

 

6 bis) Gedane en betaalde uitgaven in verband met maatregelen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening worden overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening meegenomen in het aandeel van de klimaatdoelstellingen en het klimaataanpassingsmechanisme.

5 bis) Aan artikel 112 wordt het volgende lid toegevoegd:

6 bis.  Indien een lidstaat besluit op grond van artikel 26 bis van deze verordening te verzoeken om middelen, kan in afwijking van artikel 112, leden 3 en 4, een medefinancieringspercentage tot 100 % worden toegepast op uitgaven die in de boekjaren die beginnen op 1 juli 2022 en eindigen op 30 juni 2026 in betalingsaanvragen zijn gedeclareerd voor een of meerdere prioritaire assen van een in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteund programma, voor de financiering van maatregelen ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening.

Verzoeken tot wijziging van het medefinancieringspercentage worden ingediend als verzoek tot wijziging van een programma overeenkomstig artikel 24 en gaan vergezeld van een herzien programma.

6) De bijlagen II en V worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

 

Artikel 2 bis

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1) Aan artikel 60 worden de volgende leden toegevoegd:

2 bis. In afwijking van artikel 60, lid 1, en artikel 120, lid 3, eerste en vierde alinea, kan met ingang van 1 februari 2022 op verzoek van een lidstaat voor een of meerdere prioritaire assen van een in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteund programma een medefinancieringspercentage tot 100 % worden toegepast op uitgaven ter bevordering van de responscapaciteit in energiecrises overeenkomstig de REPowerEU-doelstellingen en steun aan kwetsbare huishoudens en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.

Verzoeken tot wijziging van het medefinancieringspercentage worden overeenkomstig de in artikel 30 vervatte procedure voor de wijziging van programma’s ingediend en gaan vergezeld van een herzien programma of herziene programma’s.

Het medefinancieringspercentage van 100 % is enkel van toepassing indien de desbetreffende wijziging van het operationele programma vóór de indiening van de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling overeenkomstig artikel 135, lid 2, door de Commissie is goedgekeurd.

2 ter. In respons op de energiecrisis ten gevolge van de Russische agressie jegens Oekraïne kunnen de beschikbare middelen voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid” op verzoek van een lidstaat worden overgedragen tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds, ongeacht de in artikel 92, lid 1, punt a) tot en met d), vermelde percentages. Met het oog op deze overdrachten zijn de vereisten van artikel 92, lid 4, niet van toepassing.

De uit hoofde van dit lid tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds overgedragen middelen worden ten uitvoer gelegd overeenkomstig de regels van het fonds waaraan de middelen worden overgedragen.

 

Artikel 4

 

Richtlijn 2003/87/EG wordt als volgt gewijzigd:

-1) in artikel 10, lid 3, wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

“In afwijking van de eerste alinea van dit lid en bij wijze van buitengewone eenmalige maatregel wordt, voor de periode tot en met 31 december 2025, een aantal emissierechten afgetrokken van de overeenkomstig lid 2 van dit artikel van 1 januari 2027 tot en met 31 december 2030 door de lidstaten te veilen hoeveelheid emissierechten en binnen de periode tot en met 31 december 2025 geveild overeenkomstig artikel 10 sexies, totdat het met die veiling verkregen bedrag 20 miljard EUR heeft bereikt.”

1) het volgende artikel wordt ingevoegd:
 

Artikel 10 sexies

Herstel- en veerkrachtfaciliteit

 

1) Voor de periode tot en met 31 december 2025 worden de in artikel 10, lid 3, tweede alinea, bedoelde emissierechten ▌geveild totdat het met die veiling verkregen bedrag 20 miljard EUR heeft bereikt.

De in de eerste alinea van dit lid bedoelde ontvangsten worden beschikbaar gesteld aan de bij Verordening (EU) 2021/241 ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit om bij te dragen tot de in artikel 21 quater, lid 1, van die verordening vastgestelde REPowerEU-doelstellingen en worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van die verordening.

2) De Commissie ziet erop toe dat de voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit bestemde emissierechten worden geveild overeenkomstig de beginselen en uitvoeringsbepalingen van artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG en in overeenstemming met artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie[1].

3) De Europese Investeringsbank (EIB) is de veilingmeester voor de emissierechten die overeenkomstig dit artikel op het overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie[2] aangewezen veilingplatform zullen worden geveild, en verschaft de ontvangsten van de veiling aan de Commissie.

4) De opbrengsten van de veiling van die emissierechten vormen externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad.”

Artikel 5

Wijzigingen van Besluit (EU) 2015/1814


Artikel 1 van Besluit (EU) 2015/1814 wordt als volgt gewijzigd:

 

in lid 5 wordt de eerste alinea ▌vervangen door: 

“Indien in een bepaald jaar het totale aantal emissierechten in omloop tussen 700 miljoen en 921 miljoen bedraagt, wordt een aantal emissierechten dat gelijk is aan het verschil tussen het totale aantal in omloop zijnde emissierechten – zoals vermeld in de meest recente publicatie als bedoeld in lid 4 van dit artikel – en 700 miljoen, in mindering gebracht op de hoeveelheid emissierechten die de lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG moeten veilen, en wordt deze hoeveelheid over een periode van 12 maanden die ingaat op 1 september van dat jaar, in de reserve opgenomen. Indien het totale aantal in omloop zijnde emissierechten meer dan 921 miljoen bedraagt, is het aantal emissierechten dat in mindering moet worden gebracht op de hoeveelheid emissierechten die de lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG moeten veilen en die over een periode van 12 maanden vanaf 1 september van dat jaar in de reserve moet worden opgenomen, gelijk aan 12 % van het totale aantal emissierechten in omloop. In afwijking van de laatste zin wordt het percentage tot en met 31 december 2030 ▌verdubbeld. Met ingang van 2025 worden de in deze alinea bedoelde drempels verlaagd in verhouding tot de vermindering van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie als bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG in hetzelfde jaar. 

 

 

 

Artikel 5 bis

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

 


BIJLAGE I

 

Bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 wordt als volgt gewijzigd:

(a)  a) aan afdeling 2 worden de volgende punten toegevoegd:

“2.12. De in artikel 21 quater, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zullen naar verwachting daadwerkelijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid van de Unie voor de Unie als geheel, met name door een diversificatie van de energievoorziening, de verhoging van de capaciteit voor energieopslag of een aanzienlijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030, tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie voor 2030 op het gebied van onder meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en tot de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit. In voorkomend geval wordt bij de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk passende prioriteit gegeven aan de behoeften van degenen die door energiearmoede getroffen worden, alsmede aan de vermindering van de kwetsbaarheid tijdens de komende winterseizoenen.

De Commissie neemt voor de toetsing van de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregel aan dit criterium de volgende elementen in aanmerking:

Bereik

— de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor gas, met inbegrip van LNG, te voldoen, met name door de diversificatie van de levering te faciliteren in het belang van de Unie als geheel, en tegelijkertijd te waarborgen dat de desbetreffende infrastructuur geschikt is voor waterstof;

of

— de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het stimuleren van energie-efficiëntie en -besparingen in gebouwen, onder meer door middel van investeringsregelingen die gericht zijn op kwetsbare huishoudens, kmo’s en micro-ondernemingen;

of

— de decarbonisatie van de industrie, de verhoging van de capaciteit voor energieopslag, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan, thermische hernieuwbare energie, hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s), hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het versnellen van vergunningsprocedures voor installaties die hernieuwbare energie produceren, waaronder de verbetering van de daarmee verband houdende elektriciteitsopwekking en andere infrastructuur, onder meer door de vergunningsprocedures te versnellen;

of

de aanpak van energiearmoede, met name door middel van maatregelen ten behoeve van kwetsbare huishoudens en huishoudens met een laag inkomen;

of

het stimuleren van een vermindering van de vraag naar energie, onder meer door bestaande energiebesparende oplossingen op te schalen;

of

— de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting knelpunten in de energie-infrastructuur wegwerken, met inbegrip van de aansluiting van netten op nieuwe hernieuwbare energiebronnen, met name door de bouw van grensoverschrijdende verbindingen met andere lidstaten, of ondersteunt emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor op een rechtvaardige en inclusieve manier, met inbegrip van het spoorvervoer, waarmee wordt bijgedragen aan de betaalbaarheid van de energie en het vervoer in de Unie;

of

— de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene en de daarmee verband houdende digitale vaardigheden en energietransitie, onder meer voor de administratieve uitvoering van die doelstellingen, alsmede de ondersteuning van waardeketens van voor de groene transitie cruciale materialen en technologieën en het gebruik van duurzame bouwmaterialen en -producten, waardoor de afhankelijkheid van voor de energietransitie relevante primaire kritieke grondstoffen wordt verminderd;

en

— of de op grond van artikel 21 quater, lid 1, verschafte maatregelen en toelichting onderling complementair zijn en, samen met maatregelen op grond van artikel 21 quater, lid 2, punten a) en b), aanzienlijk bijdragen tot het verwezenlijken van energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, de verhoging van de capaciteit voor energieopslag of het aanzienlijk verminderen van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen vóór 2030 en tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie voor 2030 op het gebied van onder meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en tot de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit.

Score

A – in hoge mate.

B – in redelijke mate. 

C – in beperkte mate.

 

(b)  2.12 bis. Het raadplegingsproces als bedoeld in artikel 18, lid 4, punt q), in verband met de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen is toereikend en de passende inbreng van de relevante belanghebbenden komt naar behoren terug in de essentie van het REPowerEU-hoofdstuk.

(c)  De Commissie neemt voor de beoordeling van dit criterium de volgende elementen in aanmerking:

(d)  Bereik:

(e)  het in artikel 18, lid 4, punt q), bedoelde raadplegingsproces in verband met de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen is toereikend;

(f)  en

in het gedetailleerde raadplegingsverslag worden het tijdschema en de fasen van de raadplegingen weergegeven, worden de geraadpleegde belanghebbenden genoemd en wordt het resultaat van deze raadplegingen toegelicht;

(g)  en

(h)  de passende inbreng van de relevante belanghebbenden komt naar behoren terug in de essentie van het REPowerEU-hoofdstuk;

(i)  en

de lidstaat heeft informatie verstrekt over welke input niet wordt vermeld en om welke reden;

en

de lidstaat heeft informatie verstrekt over de wijze waarop de lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden zullen worden betrokken bij de uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk en de monitoring ervan.

Score

(j)  A – in hoge mate.

(k)  B – in redelijke mate.

(l)  C – in beperkte mate.

 

2.12 ter. Tenzij aan de lidstaat een uitzondering is toegestaan uit hoofde van artikel 21 quater, lid 1 bis, wordt ten minste 35 % van de subsidies en, in voorkomend geval, ten minste 35 % van de leningen die voor gebruik in het kader van de REPowerEU-hoofdstukken bestemd zijn, toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, ook indien ze door één lidstaat worden uitgevoerd, hetgeen zal bijdragen tot de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1.

 

Score

A – ten minste 35 % van de subsidies en ten minste 35 % van de leningen, naargelang het geval, die in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk moeten worden aangewend, wordt toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, tenzij een uitzondering is toegestaan.

(m)  C – minder dan 35 % van de subsidies of minder dan 35 % van de leningen, naargelang het geval, die in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk moeten worden aangewend, wordt toegewezen aan maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of -effect, zonder dat een afwijking is toegestaan.

 

2.12 quater. De maatregelen van artikel 21 quater, lid 1, punt a), die voldoen aan de in artikel 21 quater, lid 4, opgenomen cumulatieve voorwaarden voldoen aan de eisen van artikel 21 quater, lid 4 bis.

 

De Commissie neemt voor de beoordeling van dit criterium de volgende elementen in aanmerking:

 

Bereik:

— wat de kosten of het tijdschema voor de uitvoering betreft, is er geen toereikend alternatief op het gebied van schone technologie beschikbaar voor het halen van de REPowerEU-doelstellingen van artikel 21 quater, lid 1, punt a);

 

en

 

— de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 is beperkt tot het strikt onvermijdbare;

en

 

— de mogelijke afbreuk aan de milieudoelstellingen van de EU wordt gedempt door flankerende maatregelen, of andere maatregelen die bijdragen tot de REPowerEU-doelstellingen, en de integriteit van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 wordt niet in gevaar gebracht;

 

en

 

— de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 operationeel zijn.

 

Score

A – Alle maatregelen van artikel 21 quater, lid 1, punt a), die voldoen aan de in artikel 21 quater, lid 4, opgenomen cumulatieve voorwaarden voldoen aan de eisen van artikel 21 quater, lid 4 bis.

(n)  C – Een of meer maatregelen van artikel 21 quater, lid 1, punt a), die voldoen aan de in artikel 21 quater, lid 4, opgenomen cumulatieve voorwaarden voldoen niet aan de eisen van artikel 21 quater, lid 4 bis.”.

(o)  b) In afdeling 3 wordt het deel dat begint met de woorden “Uitgaande van het resultaat van het beoordelingsproces en rekening houdend met de scores:” vervangen door:

“Uitgaande van het resultaat van het beoordelingsproces en rekening houdend met de scores:

a) voldoet het herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria:

als de eindscore voor de criteria onder 2 is opgebouwd uit de volgende scores:

— een A voor de criteria 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.12, 2.12 bis, 2.12 ter en 2.12 quater;

en voor de overige criteria:

— alleen maar A’s,

of

— niet meer B’s dan A’s en geen C’s;

b) voldoet het herstel- en veerkrachtplan niet op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria:

als de eindscore voor de criteria onder 2 is opgebouwd uit de volgende scores:

— geen A voor de criteria 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.12, 2.12 bis, 2.12 ter en 2.12 quater;

en voor de overige criteria:

— meer B’s dan A’s,

of

— ten minste één C.”.

BIJLAGE II

 

2) Punt 3.1 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/1060 wordt als volgt gewijzigd:

 a) de volgende punten worden ingevoegd:

“Referentie: artikelen 14, 26, 26 bis en 27 van de GB-verordening”.

b) De eerste tabel wordt als volgt gewijzigd:

bijdrage aan InvestEU

Programmawijziging in verband met

overdracht naar instrumenten in direct of indirect beheer

 

overdracht tussen het EFRO, ESF+ en het Cohesiefonds of naar een ander fonds of andere fondsen

 

 ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen

 

 

c) In voetnoot 1 wordt het volgende punt ingevoegd:

“ Alleen van toepassing op programmawijzigingen in overeenstemming met de artikelen 14, 26 en 26 bis, met uitzondering van aanvullende overdrachten naar het JTF in overeenstemming met artikel 27 van de GB-verordening.▌”

 


ADVIES VAN DE COMMISSIE MILIEUBEHEER, VOLKSGEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID (4.10.2022)

aan de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

(COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD))

Rapporteur voor advies(*): Peter Liese

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies - Artikel 57 van het Reglement

 

AMENDEMENTEN

De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid verzoekt de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken, als bevoegde commissies, onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) De Overeenkomst van Parijs, die in december 2015 in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is ondertekend, is in november 2016 in werking getreden. De partijen zijn overeengekomen de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder 2 °C boven het niveau van het pre-industriële tijdperk te houden, en te streven naar een maximale temperatuurstijging van 1,5 °C boven dit pre-industriële niveau. Door het klimaatpact van Glasgow te onderschrijven hebben de partijen bij de Overeenkomst van Parijs erkend dat beperking van de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur tot maximaal 1,5 °C boven het pre-industriële niveau de risico’s en gevolgen van klimaatverandering aanzienlijk zou verminderen, en hebben zij zich ertoe verbonden om hun doelstellingen voor 2030 tegen eind 2022 aan te scherpen om de ambitiekloof te dichten, overeenkomstig de bevindingen van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC). Dit moet worden gedaan op een rechtvaardige manier en met inachtneming van het beginsel van gezamenlijke, doch verschillende verantwoordelijkheden en onderscheiden mogelijkheden in het licht van uiteenlopende nationale omstandigheden.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit3 hebben ongeziene geopolitieke gebeurtenissen en de directe en indirecte sociaal-economische gevolgen daarvan de samenleving en de economie van de Unie zwaar getroffen. Met name is het nu meer dan ooit duidelijk geworden dat de energievoorzieningszekerheid van de Unie onmisbaar is voor een duurzaam en inclusief herstel na de COVID-19-crisis, omdat dit ook een belangrijke factor is die bijdraagt aan de veerkracht van de Europese economie.

(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit3 hebben ongeziene geopolitieke gebeurtenissen, dat wil zeggen de niet-uitgelokte en illegale militaire invasie van Oekraïne door Rusland, en de directe en indirecte sociaal-economische gevolgen daarvan de samenleving en de economie van de Unie zwaar getroffen. Met name is het nu meer dan ooit duidelijk geworden dat de energievoorzieningszekerheid van de Unie en haar onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen essentieel zijn voor een duurzaam en inclusief herstel na de COVID-19-crisis, omdat dit ook belangrijke factoren zijn die bijdragen aan de veerkracht van de Europese economie.

_________________

_________________

3 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

3 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening, en met name van fossiele brandstoffen, beter kan ondersteunen – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de energie-efficiëntie van de economieën van de lidstaten moeten versterken.

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening en een snelle vermindering van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen beter kan ondersteunen – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de decarbonisatie en energie-efficiëntie van de economieën van de lidstaten moeten versterken en het energieverbruik moeten verminderen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Het Europees Parlement heeft een klimaatnoodtoestand afgekondigd waarvoor resoluut optreden nodig is om de uitstoot van broeikasgassen snel te verminderen teneinde in overeenstemming te blijven met de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 1,5 °Celsius. De huidige energieprijzencrisis en de energieafhankelijkheid van Rusland zijn terug te voeren tot dezelfde oorzaak als de klimaatnoodtoestand, namelijk een overmatige afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Een van de hoofddoelstellingen van REPowerEU moet dus zijn de klimaattransitie te versnellen en investeringen in infrastructuur voor steenkool of fossiele brandstoffen te vermijden waarmee de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in de Unie wordt vergroot.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie en klimaat worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moeten nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moet nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Wat aardgas- en met name LNG-infrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen, en dienovereenkomstig beperkt blijven tot maximaal 10 miljard EUR van het totale bedrag aan middelen voor REPowerEU, met uitzondering van de inkomsten uit het emissiehandelssysteem van de EU (EU-ETS). Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een samenvatting verstrekken van het raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector. Die samenvattingen moeten toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt.

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een samenvatting verstrekken van het raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de niet-gouvernementele en de landbouwsector. Die samenvattingen moeten toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, met één gerichte uitzondering om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU. Gelet op de doelstelling van de diversificatie van energieleveringen weg van Russische leveranciers, mag van de hervormingen en investeringen in die REPowerEU-hoofdstukken die inzetten op het verbeteren van energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan directe behoeften inzake voorzieningszekerheid te voldoen, niet worden verlangd dat zij het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in acht nemen, en moeten zij dus van die beoordeling worden vrijgesteld.

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt en de groene transitie van de Unie bevordert. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, met één gerichte en tijdelijke uitzondering om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU. Gelet op de doelstelling van de diversificatie van energieleveringen weg van Russische leveranciers, mag van de hervormingen en investeringen in LNG-terminals en ‑infrastructuur in die REPowerEU-hoofdstukken die tot doel hebben energie-infrastructuur en -voorzieningen te verbeteren en ervoor te zorgen dat zij klaar zijn voor waterstoftoepassingen, om aan directe behoeften inzake voorzieningszekerheid te voldoen en uiterlijk op 30 juni 2024 in bedrijf te zijn, niet worden verlangd dat zij het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in acht nemen, en moeten zij dus van die beoordeling worden vrijgesteld. Om ervoor te zorgen dat een dergelijke uitzondering de integriteit van de klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030 en 2050 niet in gevaar brengt, moet de Commissie ook een beoordeling van de klimaat- en milieueffecten van deze tijdelijke afwijking en maatregelen om deze effecten te compenseren, in haar jaarverslagen opnemen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Grensoverschrijdende en meerlandenprojecten, met name projecten op het gebied van energie, leveren een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstellingen in de Unie als geheel. Daarom moeten de lidstaten in hun nationale plannen prioriteit geven aan hervormingen en investeringen met een aanzienlijk grensoverschrijdend of multinationaal effect en voor dergelijke projecten een streefcijfer halen van ten minste 50 % van de financiële toewijzing van hun REPowerEU-hoofdstuk. In zeer beperkte gevallen waarin het bereiken van een streefcijfer van 50 % voor een bepaalde lidstaat geen meerwaarde voor de Unie oplevert, moet de Commissie voor de betrokken lidstaat een verlaagd streefcijfer kunnen vaststellen. 

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter) Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie vormen de enige oplossing om ons energieverbruik te vergroenen. Derhalve is het absoluut noodzakelijk dat alle lidstaten deze kans grijpen en hun investeringen in het kader van deze verordening ombuigen naar de verwezenlijking van hun klimaat- en energiedoelstellingen op middellange en lange termijn. Derhalve moeten de lidstaten inkomsten voor hun REPowerEU-hoofdstukken alleen kunnen ontvangen op voorwaarde dat zij de verhoogde streefcijfers voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer hebben gelegd, zoals vastgesteld in [Richtlijn (EU) …/… tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie].

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Hoewel het huidige percentage van opname van emissierechten in de marktstabiliteitsreserve nodig is om op lange termijn een aanzienlijke stijging van het overschot aan emissierechten in de handel in broeikasgasemissies binnen de Unie te voorkomen, vereist de huidige economische en geopolitieke situatie dat de Unie de beschikbare middelen inzet om snel de energievoorziening van de Unie te diversifiëren en haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030 te verminderen. In dat verband moeten Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad4 en Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad5 worden gewijzigd om de verdubbeling van het opnamepercentage van 24 % van de marktstabiliteitsreserve te verlengen tot en met 2030, terwijl tegelijk een uitzonderlijke vrijgave en tegeldemaking van een deel van de emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve mogelijk wordt gemaakt en inkomsten worden omgebogen naar hervormingen en investeringen die bijdragen aan REPowerEU-doelstellingen, binnen het raamwerk van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

(16) De huidige economische en geopolitieke situatie vereist dat de Unie de beschikbare middelen inzet om de energievoorziening van de Unie snel te diversifiëren en vóór 2030 haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. In dat verband moet Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad5 worden gewijzigd om emissierechten van het plafond eerder te veilen met het oog op hervormingen en investeringen die bijdragen aan REPowerEU-doelstellingen, binnen het raamwerk van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In overeenstemming met de doelstellingen van Richtlijn 2003/87/EG mogen dergelijke inkomsten geen investeringen in infrastructuur of voorzieningen voor fossiele brandstoffen ondersteunen. 

_________________

_________________

4 Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).

 

5 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad.

5 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) Het huidige percentage van opname van emissierechten in de marktstabiliteitsreserve is nodig om op lange termijn een aanzienlijke stijging van het overschot aan emissierechten in de handel in broeikasgasemissies binnen de Unie te voorkomen. Daarom moeten Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad1 bis en Richtlijn 2003/87/EG worden gewijzigd om de verdubbeling van het opnamepercentage van de marktstabiliteitsreserve tot 24 % te verlengen tot en met 2030 en de boven- en bufferdrempels vanaf 2025 te verlagen in verhouding tot de vermindering van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie. 

 

______________

 

1 bis Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 17 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Het EU-ETS is opgezet om een efficiënt, voorspelbaar en marktgestuurd systeem te creëren om emissies terug te dringen en de klimaatnoodtoestand aan te pakken. Hoewel de wijziging van Richtlijn 2003/87/EG gerechtvaardigd is vanwege een uitzonderlijke situatie, blijft het van belang het vertrouwen in de EU-ETS-markt niet te ondermijnen door kortetermijninterventies, en deze wijziging moet derhalve worden beschouwd als een eenmalige maatregel, die niet zal worden herhaald.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van toewijzingen uit de marktstabiliteitsreserve, overdrachten van de middelen die onder Verordening (EU) 2021/1060 vallen en die zijn toegewezen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, ingediend in een plan, moeten te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van emissierechten voor vervroegde veiling in het EU-ETS, overdrachten van de middelen die onder Verordening (EU) 2021/1060 vallen en die zijn toegewezen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, ingediend in een plan, moeten te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 bis) In tijden van ongewoon exorbitant hoge energieprijzen worden de lidstaten aangemoedigd maatregelen te verkennen om extra financiële middelen te verwerven van bedrijven die buitensporige winst met betrekking tot de energiemarkt maken. De inkomsten moeten worden gebruikt om de energierekeningen van consumenten te beperken.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 4 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Overeenkomstig de in artikel 3 van deze verordening bedoelde zes pijlers en de coherentie en synergie die zij opleveren en in de context van de COVID-19-crisis is de algemene doelstelling van de faciliteit de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie te verbeteren door de veerkracht, de crisisparaatheid, het aanpassingsvermogen en het groeipotentieel van de lidstaten te verbeteren, door de sociale en economische gevolgen van de crisis met name voor vrouwen te verzachten, door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, door de groene transitie te ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de 2030-streefcijfers voor klimaat van de Unie als uiteengezet in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999, door de doelstelling van klimaatneutraliteit van de Unie in 2050 en van de digitale transitie na te leven, en door de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en door de energievoorziening op Unieniveau te diversifiëren (“REPowerEU-doelstellingen”), en aldus bij te dragen tot de opwaartse economische en sociale convergentie, het herstellen en stimuleren van duurzame groei en de integratie van de economieën van de Unie, en het bevorderen van de schepping van kwalitatief hoogstaande banen, alsmede bij te dragen tot de strategische autonomie van de Unie, in combinatie met een open economie en het creëren van Europese meerwaarde.

1. Overeenkomstig de in artikel 3 van deze verordening bedoelde zes pijlers en de coherentie en synergie die zij opleveren en in de context van de COVID-19-crisis is de algemene doelstelling van de faciliteit de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie te verbeteren door de veerkracht, de crisisparaatheid, het aanpassingsvermogen en het groeipotentieel van de lidstaten te verbeteren, door de sociale en economische gevolgen van de crisis met name voor de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verzachten, door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, door de rechtvaardige groene transitie te ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de 2030-streefcijfers voor klimaat van de Unie als uiteengezet in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999, door de doelstelling van klimaatneutraliteit van de Unie in 2050 en van de digitale transitie na te leven, en door de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen snel te verminderen en te beëindigen en door de energievoorziening op Unieniveau te diversifiëren (“REPowerEU-doelstellingen”), en aldus bij te dragen tot de opwaartse economische en sociale convergentie, het helpen verwezenlijken van de doelstellingen van de Europese Green Deal, het herstellen en stimuleren van duurzame groei en de integratie van de economieën van de Unie, en het bevorderen van de schepping van kwalitatief hoogstaande banen, alsmede bij te dragen tot de strategische autonomie van de Unie, in combinatie met een open economie en het creëren van Europese meerwaarde.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Nieuwe inkomsten

Gebruik van inkomsten uit het emissiehandelssysteem van de EU (EU-ETS) 

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening op Unieniveau. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

(1) Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een snelle vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening op Unieniveau. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Elke lidstaat mag bij de Commissie een verzoek indienen tot toewijzing van een bedrag dat zijn aandeel niet overschrijdt, door in zijn plan de in artikel 21 quater, lid 1, beschreven hervormingen en investeringen op te nemen en de geraamde kosten daarvan aan te geven.

(5) Elke lidstaat mag bij de Commissie een verzoek indienen tot toewijzing van een bedrag dat zijn aandeel niet overschrijdt, door in zijn plan zijn streven naar de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 en de in artikel 21 quater, lid 1, beschreven hervormingen en investeringen op te nemen en de geraamde kosten daarvan aan te geven.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name door de diversificatie van de levering te faciliteren in het belang van de Unie als geheel,

a) het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor gas en vooral LNG te voldoen, met name door de diversificatie van de levering te faciliteren in het belang van de Unie als geheel,

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, de decarbonisatie van de industrie, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan en hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie,

b) het stimuleren van energie-efficiëntie en -besparingen in gebouwen, met passende prioriteit voor de behoeften van energiearme en kwetsbare huishoudens en consumenten, het uitvoeren van maatregelen aan de vraagzijde om het energieverbruik te verminderen, de decarbonisatie van de industrie, het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad* en, in voorkomend geval, het voldoen aan de duurzaamheidscriteria van die richtlijn, met name door het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan, thermische hernieuwbare energie en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong; het verbeteren van de bijbehorende elektrificatie-infrastructuur en -voorzieningen; het opvoeren van de productie en het gebruik van hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het versnellen van de vergunningsprocedures voor installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie en elektrificatie-infrastructuur overeenkomstig [Richtlijn (EU) …/… tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie],

 

__________________

 

* Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) het wegwerken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer,

c) het wegwerken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie, met inbegrip van de aansluiting van netten op nieuwe hernieuwbare energiebronnen, en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor op een rechtvaardige en inclusieve manier, met inbegrip van het spoorvervoer en de functionaliteit en betaalbaarheid van het openbaar vervoer,

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Het totale bedrag van de middelen die overeenkomstig artikel 14, lid 1, van deze verordening en artikel 26 bis, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 beschikbaar worden gesteld voor hervormingen en investeringen die tot doel hebben bij te dragen tot de REPowerEU-doelstellingen overeenkomstig lid 1, punt a), van dit artikel, wordt beperkt tot een maximumbedrag van 10 miljard EUR. Het bedrag van de ontvangsten die overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG beschikbaar worden gesteld voor die hervormingen en investeringen, draagt niet bij aan deze doelstelling, 

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter) De lidstaten geven in hun REPowerEU-hoofdstukken prioriteit aan hervormingen en investeringen met een aanzienlijk grensoverschrijdend of multinationaal effect die overeenkomstig lid 1 tot de REPowerEU-doelstellingen bijdragen, en halen het streefcijfer dat ten minste 50 % van de totale financiële toewijzing van de REPowerEU-hoofdstukken wordt gebruikt om dergelijke hervormingen en investeringen te financieren. De Commissie kan echter op verzoek van een lidstaat besluiten die lidstaat een afwijking toe te staan van de verplichting om dat streefcijfer te halen, en een verlaagd streefcijfer vaststellen, mits de Commissie na een beoordeling concludeert dat een streefcijfer van ten minste 50 % voor die lidstaat geen meerwaarde voor de Unie zou opleveren. 

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 2 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) in voorkomend geval, een overzicht van hervormingen en investeringen in de reeds vastgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad die moeten worden herzien teneinde bij te dragen aan de REPowerEU-doelstellingen; 

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) een toelichting bij de vraag hoe de combinatie van de in lid 1 en in de punten a) en b) van dit lid bedoelde maatregelen coherent en effectief is en naar verwachting aan de REPowerEU-doelstellingen zal bijdragen, met inbegrip van een kwantificering van de energiebesparingen.

c) een toelichting bij de vragen hoe de combinatie van de in lid 1 en in de punten a) en b) van dit lid bedoelde maatregelen coherent en effectief is, naar verwachting aan de REPowerEU-doelstellingen zal bijdragen en in overeenstemming is met de nationale energie- en klimaatplannen van die lidstaat en met de klimaatdoelstellingen van de Unie die zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad*, met inbegrip van een kwantificering van de energiebesparingen, hoe oplossingen die geen investeringen in nieuwe infrastructuur vereisen, prioriteit hebben gekregen, en hoe de maatregelen bijdragen tot het ondersteunen van energiearme en kwetsbare huishoudens en consumenten.

 

________________

 

* Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1).

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De kostenramingen van de in lid 1 bedoelde hervormingen en investeringen van het REPowerEU-hoofdstuk worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de totale toewijzing van het plan op grond van artikel 18, lid 4, punt f), en artikel 19, lid 3, punt f).

(3) De kostenramingen van de in lid 1 bedoelde hervormingen en investeringen van het REPowerEU-hoofdstuk worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de totale toewijzing van het plan op grond van artikel 18, lid 4, punten e) en f), en artikel 19, lid 3, punten e) en f).

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) In afwijking van artikel 5, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 4, punt d), en artikel 19, lid 3, punt d), is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 niet van toepassing op de hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1, punt a), van dit artikel.

(4) In afwijking van artikel 5, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 4, punt d), en artikel 19, lid 3, punt d), is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 niet van toepassing op de investeringen in LNG-terminals en -infrastructuur die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1, punt a), van dit artikel. Deze afwijking is alleen van toepassing op hervormingen en investeringen die uiterlijk op 30 juni 2024 operationeel zijn.

 

Overeenkomstig artikel 31 van deze verordening licht de Commissie in haar verslagen aan het Europees Parlement en de Raad ook het milieu- en klimaatgerelateerde effect van de tijdelijke toepassing van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde afwijking toe en presenteert zij welke maatregelen door de Unie en de lidstaten worden genomen ter compensatie van eventuele negatieve gevolgen voor het milieu en met het oog op het bereiken van de emissiereductiedoelstelling van de Unie als vastgesteld in Verordening (EU) 2021/1119. 

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quinquies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) De Commissie verschaft informatie over de stand van uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk in het jaarlijkse verslag aan het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 31.

(2) De Commissie verschaft informatie over de stand van uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk in het jaarlijkse verslag aan het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 31. Het verslag wordt in een gemakkelijk toegankelijke vorm openbaar gemaakt. 

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quinquies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) De Commissie beoordeelt hoe de in het REPowerEU-hoofdstuk beschreven maatregelen voorrang hebben gegeven aan steun voor energiearme en kwetsbare huishoudens en consumenten. 

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1 – punt -1

Richtlijn 2003/87/EG

Artikel 10 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) In artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

 

“In afwijking van de eerste alinea van dit lid en bij wijze van buitengewone eenmalige maatregel wordt, voor de periode tot en met 31 december 2025, een aantal emissierechten afgetrokken van de overeenkomstig lid 2 van dit artikel van 1 januari 2027 tot en met 31 december 2030 door de lidstaten te veilen hoeveelheid emissierechten en binnen de periode tot en met 31 december 2025 geveild overeenkomstig artikel 10 sexies, totdat het met die veiling verkregen bedrag 20 miljard EUR heeft bereikt.”. 

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1 – punt 1

Besluit (EU) 2015/1814

Artikel 10 sexies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Voor de periode tot en met 31 december 2026 worden de emissierechten die overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Besluit (EU) 2015/1814 worden vrijgegeven, geveild totdat het met die veiling verkregen bedrag 20 miljard EUR heeft bereikt. Deze ontvangsten worden beschikbaar gesteld aan de bij Verordening (EU) 2021/241 ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit en worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van die verordening.

(1) Voor de periode tot en met 31 december 2025 worden de in artikel 10, lid 3, tweede alinea, bedoelde emissierechten geveild totdat het met die veiling verkregen bedrag 20 miljard EUR heeft bereikt.

 

Het in de eerste alinea van dit lid bedoelde bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de bij Verordening (EU) 2021/241 ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit om bij te dragen tot de in artikel 21 quater, lid 1, van die verordening vastgestelde REPowerEU-doelstellingen en wordt uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van die verordening.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – punt 1

Besluit (EU) 2015/1814

Artikel 1 – lid 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

in lid 5, eerste alinea, wordt de derde zin vervangen door:

in lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:

“In afwijking van de eerste en de tweede zin worden, tot en met 31 december 2030, de in die zinnen vermelde percentages en de 100 miljoen emissierechten verdubbeld.”

“Indien in een bepaald jaar het totale aantal emissierechten in omloop tussen 700 miljoen en 921 miljoen bedraagt, wordt een aantal emissierechten dat gelijk is aan het verschil tussen het totale aantal in omloop zijnde emissierechten – zoals vermeld in de meest recente publicatie als bedoeld in lid 4 van dit artikel – en 700 miljoen, in mindering gebracht op de hoeveelheid emissierechten die de lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG moeten veilen, en wordt deze hoeveelheid over een periode van 12 maanden die ingaat op 1 september van dat jaar, in de reserve opgenomen. Indien het totale aantal in omloop zijnde emissierechten meer dan 921 miljoen emissierechten bedraagt, is het aantal emissierechten dat in mindering moet worden gebracht op de hoeveelheid emissierechten die de lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG moeten veilen en die over een periode van 12 maanden vanaf 1 september van dat jaar in de reserve moet worden opgenomen, gelijk aan 12 % van het totale aantal emissierechten in omloop. In afwijking van de laatste zin wordt het percentage tot en met 31 december 2030 verdubbeld. Met ingang van 2025 worden de in deze alinea bedoelde drempels verlaagd in verhouding tot de vermindering van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie als bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG in hetzelfde jaar.”

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – alinea 1 – punt 2

Besluit (EU) 2015/1814

Artikel 1 – lid 6 –alinea 1 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van de eerste alinea wordt, voor een periode tot en met 31 december 2026, een aantal emissierechten uit de reserve vrijgegeven en geveild overeenkomstig artikel 10 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG, totdat het bedrag van de met die veiling verkregen opbrengsten 20 miljard EUR heeft bereikt.

Schrappen

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 bis

 

Inwerkingtreding en toepassing

 

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

Zij is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. 

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 2.12 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 21 quater, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zullen naar verwachting daadwerkelijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid van de Unie voor de Unie als geheel, met name door een diversificatie van de energievoorziening of een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

De in artikel 21 quater, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zullen naar verwachting daadwerkelijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid van de Unie voor de Unie als geheel, met name door een diversificatie van de energievoorziening en een snelle vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 2.12 – alinea 2 – streepje 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name door de diversificatie van de leveringen te faciliteren in het belang van de Unie als geheel;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor gas en vooral LNG te voldoen, met name door de diversificatie van de leveringen te faciliteren in het belang van de Unie als geheel, en is beperkt tot een maximumbedrag van 10 miljard EUR van de totale hoeveelheid middelen die beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 14, lid 1, van deze verordening en artikel 26 bis, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060, exclusief het bedrag van de ontvangsten die beschikbaar worden gesteld overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG; 

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 2.12 – alinea 2 – streepje 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, de decarbonisatie van de industrie, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan en hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het stimuleren van energie-efficiëntie en -besparingen in gebouwen, met passende prioriteit voor de behoeften van energiearme en kwetsbare huishoudens en consumenten, het uitvoeren van maatregelen aan de vraagzijde om het energieverbruik te verminderen, de decarbonisatie van de industrie, het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2018/2001 en, in voorkomend geval, het voldoen aan de duurzaamheidscriteria van die richtlijn, met name door het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan, thermische hernieuwbare energie en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong en het verbeteren van de bijbehorende elektrificatie-infrastructuur en ‑voorzieningen; het opvoeren van de productie en het gebruik van hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het versnellen van de vergunningsprocedures voor installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie en elektrificatie-infrastructuur overeenkomstig [Richtlijn (EU) …/… tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie];

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 2.12 – alinea 2 – streepje 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting knelpunten in de energie-infrastructuur wegwerken, met name door de bouw van grensoverschrijdende verbindingen met andere lidstaten, of ondersteunt emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting knelpunten in de energie-infrastructuur wegwerken, met inbegrip van de aansluiting van netten op nieuwe hernieuwbare energiebronnen, met name door de bouw van grensoverschrijdende verbindingen met andere lidstaten, of ondersteunt emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer en de functionaliteit en betaalbaarheid van het openbaar vervoer;


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

Document‑ en procedurenummers

COM(2022)0231 – C9-0183/2022 – 2022/0164(COD)

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

6.6.2022

ECON

6.6.2022

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

ENVI

6.6.2022

Medeverantwoordelijke commissies – datum bekendmaking

15.9.2022

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Peter Liese

4.7.2022

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

15.9.2022

Behandeling in de commissie

12.7.2022

8.9.2022

 

 

Datum goedkeuring

3.10.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

48

15

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Mathilde Androuët, Bartosz Arłukowicz, Simona Baldassarre, Marek Paweł Balt, Aurélia Beigneux, Hildegard Bentele, Sergio Berlato, Alexander Bernhuber, Simona Bonafè, Delara Burkhardt, Pascal Canfin, Sara Cerdas, Mohammed Chahim, Esther de Lange, Bas Eickhout, Agnès Evren, Pietro Fiocchi, Heléne Fritzon, Malte Gallée, Andreas Glück, Catherine Griset, Anja Hazekamp, Martin Hojsík, Pär Holmgren, Jan Huitema, Yannick Jadot, Petros Kokkalis, Ewa Kopacz, Joanna Kopcińska, Peter Liese, César Luena, Liudas Mažylis, Marina Mesure, Tilly Metz, Silvia Modig, Dolors Montserrat, Alessandra Moretti, Ville Niinistö, Jessica Polfjärd, Nicola Procaccini, Frédérique Ries, Silvia Sardone, Christine Schneider, Günther Sidl, Ivan Vilibor Sinčić, Nils Torvalds, Edina Tóth, Véronique Trillet-Lenoir, Alexandr Vondra, Mick Wallace, Pernille Weiss, Michal Wiezik, Tiemo Wölken, Anna Zalewska

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Michael Bloss, Biljana Borzan, Asger Christensen, Matthias Ecke, Radan Kanev, Ondřej Knotek, João Pimenta Lopes, Christel Schaldemose, Sarah Wiener

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Abir Al-Sahlani, Attila Ara-Kovács, Krzysztof Hetman, Niklas Nienaß

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

48

+

PPE

Bartosz Arłukowicz, Hildegard Bentele, Alexander Bernhuber, Agnès Evren, Krzysztof Hetman, Radan Kanev, Ewa Kopacz, Esther de Lange, Peter Liese, Liudas Mažylis, Dolors Montserrat, Jessica Polfjärd, Christine Schneider, Pernille Weiss

RENEW

Abir Al-Sahlani, Pascal Canfin, Asger Christensen, Martin Hojsík, Jan Huitema, Frédérique Ries, Nils Torvalds, Véronique Trillet-Lenoir, Michal Wiezik

S&D

Attila Ara-Kovács, Marek Paweł Balt, Simona Bonafè, Biljana Borzan, Delara Burkhardt, Sara Cerdas, Mohammed Chahim, Matthias Ecke, Heléne Fritzon, César Luena, Alessandra Moretti, Christel Schaldemose, Günther Sidl, Tiemo Wölken

THE LEFT

Petros Kokkalis, Silvia Modig

VERTS/ALE

Michael Bloss, Bas Eickhout, Malte Gallée, Pär Holmgren, Yannick Jadot, Tilly Metz, Niklas Nienaß, Ville Niinistö, Sarah Wiener

 

15

-

ECR

Sergio Berlato, Pietro Fiocchi, Joanna Kopcińska, Alexandr Vondra, Anna Zalewska

ID

Mathilde Androuët, Simona Baldassarre, Aurélia Beigneux, Catherine Griset, Silvia Sardone

NI

Edina Tóth

RENEW

Ondřej Knotek

THE LEFT

Marina Mesure, João Pimenta Lopes, Mick Wallace

 

4

0

ECR

Nicola Procaccini

NI

Ivan Vilibor Sinčić

RENEW

Andreas Glück

THE LEFT

Anja Hazekamp

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 


 

ADVIES VAN DE COMMISSIE INDUSTRIE, ONDERZOEK EN ENERGIE (19.10.2022)

aan de Begrotingscommissie

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

(COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD))

Rapporteur voor advies: Dan Nica (*)

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 57 van het Reglement

 

 

 

BEKNOPTE MOTIVERING

 

Achtergrond van het voorstel

 

De oorlog in Oekraïne, de gevolgen daarvan voor economieën en burgers en de noodzaak om dringende maatregelen te treffen, vormen de reden waarom er een REPowerEU-hoofdstuk in de herstel- en veerkrachtfaciliteit en bijgevolg ook in de nationale plannen wordt opgenomen.

 

Met het oog op de REPowerEU-doelstelling om qua energie uiterlijk in 2030 onafhankelijk te worden van Russisch gas, heeft de Commissie het ENTSB-G verzocht na te gaan in hoeverre er infrastructuurknelpunten zijn in het Europese gasnetwerk indien de Russische gasstromen worden stopgezet. Uit de beoordeling blijkt dat het wegvallen van de Russische gasinvoer volledig kan worden gecompenseerd met een combinatie van vraagreducties zoals voorzien in het “Fit for 55”-pakket van de Commissie, een intensivering van de binnenlandse productie van met name biogas en fossielvrije waterstof, en vrij beperkte uitbreidingen van de gasinfrastructuur bovenop wat reeds in de huidige 5e lijst van projecten van gemeenschappelijk belang (PGB-lijst) is opgenomen.

 

Om de door het ENTSB-G vastgestelde knelpunten weg te werken, stelt de Commissie voor om in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit financiële middelen ter beschikking te stellen door meer flexibiliteit toe te staan voor de overdracht van middelen die aan de lidstaten zijn toegewezen uit hoofde van zowel de verordening gemeenschappelijke bepalingen als de strategische GLB-plannen, en door middelen toe te wijzen uit de veiling van emissierechten van het emissiehandelssysteem (“ETS”).

 

Belangrijkste voorstellen van de ITRE-rapporteur:

 

- Algemene en specifieke doelstellingen (artikel 4, lid 1, van de herstel- en veerkrachtfaciliteit): Met de wijziging van artikel 4, lid 1, van de bestaande herstel- en veerkrachtfaciliteit worden de REPowerEU-doelstellingen vastgelegd, die – in het voorstel van de ITRE-rapporteur – de veerkracht, zekerheid en duurzaamheid van het energiesysteem van de Unie moeten vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en door op EU-niveau in te zetten op meer gebruik van hernieuwbare energiebronnen, meer energie-efficiëntie, meer opslagcapaciteit en meer diversificatie. Het toevoegen van de duurzaamheidsdimensie is van essentieel belang, aangezien het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntiemaatregelen ertoe bijdraagt dat het energiesysteem van de Unie decentraler, onafhankelijker en veerkrachtiger wordt.

- Het REPowerEU-hoofdstuk in herstel- en veerkrachtplannen (artikel 21 quater):

 Gezien de huidige noodsituatie is er een versneld proces nodig om de energiezekerheid van de EU te vergroten en gevallen van strategische afhankelijkheid te verminderen. Het snel inzetten van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntiemaatregelen kunnen in dit opzicht een belangrijke bijdrage leveren. Aangezien opslag van cruciaal belang is voor het verbeteren van de voorzieningszekerheid, moet er passende steun, waaronder financiële middelen, worden verleend voor het vergroten van de opslagcapaciteit voor zowel gas als elektriciteit alsook van de opnamecapaciteit, om een hoger niveau van paraatheid en respons ten aanzien van risico’s voor de gasvoorzieningszekerheid te waarborgen.

 In het advies wordt een specifieke toevoeging inzake biomethaan opgenomen waarmee de doelstelling voor 2030 kan worden gehaald. Dit is in overeenstemming met het actieplan voor biomethaan dat is gelanceerd in de REPowerEU-mededeling van 8 maart 2022.

- Definities (artikel 2 van de herstel- en veerkrachtfaciliteit): De ITRE-rapporteur stelt voor om voor de toepassing van de amendementen twee nieuwe definities te introduceren: een definitie van “energiezekerheid” en een definitie van “energiearmoede”. De huidige problemen vereisen een bredere en uitgebreidere definitie van energiezekerheid die zowel de ononderbroken energiestroom als de bescherming van het systeem tegen externe factoren zoals klimaatverandering en cyberdreigingen of gevaarlijke energieafhankelijkheid moet omvatten. De definitie is gebaseerd op de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2021. Aangezien de rapporteur vereisten heeft opgenomen voor de Commissie om na te gaan hoe de in het REPowerEU-hoofdstuk beschreven maatregelen kunnen bijdragen tot de bestrijding van energiearmoede en van het probleem van kwetsbare energieconsumenten, wordt er een definitie van “energiearmoede” voorgesteld die aansluit bij de in de energie-efficiëntierichtlijn overeengekomen definitie.

- Het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van toepassing op alle maatregelen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, met inbegrip van REPowerEU-maatregelen. Er wordt echter één vrijstelling overwogen: een afwijking zal mogelijk zijn om tegemoet te komen aan de onmiddellijke behoeften van de EU op het gebied van energiezekerheid voor olie- en gasinfrastructuur en -voorzieningen (om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen). De ITRE-rapporteur breidt de afwijking uit tot hernieuwbare energiebronnen, energie-efficiëntie en opslag. Door vermindering van de energieafhankelijkheid ten aanzien van derde landen en van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen dragen het gebruik van hernieuwbare energie en energie-efficiëntiemaatregelen, samen met een grotere opslagcapaciteit, eveneens bij tot het versterken van de energiezekerheid van de Unie.

- Wijziging van het plan van de lidstaat voor herstel en veerkracht (artikel 21 van de herstel- en veerkrachtfaciliteit)

De oorlog in Oekraïne, de gevolgen daarvan voor economieën en burgers en de noodzaak om dringende maatregelen te treffen, vormen de reden waarom er een REPowerEU-hoofdstuk in de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt opgenomen. Daarom moet het, in zeer specifieke en gemotiveerde gevallen, tevens mogelijk zijn om bestaande herstel- en veerkrachtplannen te wijzigen. Door deze flexibiliteit zouden bestaande maatregelen kunnen worden heroverwogen om ze beter af te stemmen op het REPowerEU-hoofdstuk.

- Bijlage I: Het voorstel van de Commissie bevat geen lijst van te financieren projecten. Het zijn de lidstaten die projecten moeten voorstellen en daarbij de ENTSB-G-beoordeling als richtsnoer moeten hanteren voor het in kaart brengen van de behoeften. Om die reden bevat het ITRE-advies in bijlage I een indicatieve en niet-uitputtende lijst van door het ENTSB-G beoordeelde projecten. Deze lijst moet aansluiten bij het toepassingsgebied van deze verordening, omdat daarmee bestaande knelpunten worden aangepakt, waarbij onnodige investeringen in gestrande activa worden voorkomen. De lijst met projecten is ook opgenomen in bijlage III bij de REPowerEU-mededeling van 18 maart.

 

 


AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de bevoegde Begrotingscommissie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening, en met name van fossiele brandstoffen, beter kan ondersteunen – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de energie-efficiëntie van de economieën van de lidstaten moeten versterken.

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening, en met name van fossiele brandstoffen, beter kan ondersteunen en het energiesysteem zekerder, betaalbaarder, toegankelijker en duurzamer kan maken, met name door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, energie-efficiëntie en een grotere capaciteit voor energieopslag – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de energie-efficiëntie en energiebesparingen van de economieën van de lidstaten moeten versterken door middel van een betere samenhang met de richtlijn hernieuwbare energie, de richtlijn energie-efficiëntie, de richtlijn energieprestatie van gebouwen en de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) De geleidelijke afbouw van de afhankelijkheid van ingevoerde Russische fossiele brandstoffen moet leiden tot een vermindering van de totale energieafhankelijkheid van de Unie. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 moeten de REPowerEU-hoofdstukken bijdragen tot het vergroten en versterken van de strategische autonomie van de Unie.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Het verminderen van de afhankelijkheid van de Unie van ingevoerde fossiele brandstoffen mag niet leiden tot een toename van haar afhankelijkheid van uit derde landen ingevoerde grondstoffen, en REPowerEU moet er bijgevolg op gericht zijn de afhankelijkheid van de Unie van primaire kritieke grondstoffen te verminderen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid, zekerheid, toegankelijkheid en duurzaamheid van de energievoorziening van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Voor een zo breed mogelijke Unierespons moet van alle lidstaten die een herstel- en veerkrachtplan indienen na de inwerkingtreding van deze verordening, worden verlangd dat zij een REPowerEU-hoofdstuk in hun plan opnemen. Dit vereiste moet met name gelden voor herziene plannen die de lidstaten vanaf 30 juni 2022 indienen, om rekening te houden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage.

(5) Voor een zo breed mogelijke Unierespons moet van alle lidstaten die een herstel- en veerkrachtplan indienen na de inwerkingtreding van deze verordening, worden verlangd dat zij een REPowerEU-hoofdstuk in hun plan opnemen. De lidstaten moeten ertoe worden aangemoedigd een REPowerEU-hoofdstuk op te stellen voordat zij een herzien herstel- en veerkrachtplan indienen, en moeten ondersteuning krijgen bij de uitvoering van die taak. Dit vereiste moet met name gelden voor herziene plannen die de lidstaten vanaf 30 juni 2022 indienen, om rekening te houden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moeten nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moet nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen en het crisiseffect als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne aanpakken. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Het is absoluut noodzakelijk dat spoedig meer wordt geïnvesteerd in energie-efficiëntiemaatregelen, zoals het gebruik van duurzame en efficiënte oplossingen voor verwarming en koeling waarmee op duurzame en doeltreffende wijze een aantal van de meest dringende uitdagingen op het gebied van energievoorziening en energiekosten kan worden aangepakt, en dat energiearme en kwetsbare consumenten worden ondersteund. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid, waaronder gasopslag, met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen, en tevens op lange termijn bijdragen aan de groene transitie door middel van infrastructuur die geschikt is voor waterstof. Bovendien kan extra steun worden verzekerd door middel van aanvullende aanbevelingen voor mogelijke grensoverschrijdende en transnationale projecten met een Europese meerwaarde. Een niet-uitputtende indicatieve lijst van geïdentificeerde aardgasinfrastructuurprojecten moet worden opgenomen in bijlage I bis bij Verordening (EU) 2021/241. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Een passend beoordelingscriterium moet worden toegevoegd dat de Commissie als basis kan gebruiken om hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk te beoordelen en dat garandeert dat hervormingen en investeringen geschikt zijn om de specifieke REPowerEU-doelstellingen te behalen. Om een positieve beoordeling van de Commissie te kunnen krijgen, moet het betrokken herstel- en veerkrachtplan volgens dit nieuwe beoordelingscriterium een A-score halen.

(7) Een passend en technologisch neutraal beoordelingscriterium moet worden toegevoegd dat de Commissie als basis kan gebruiken om hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk te beoordelen en dat garandeert dat hervormingen en investeringen geschikt zijn om de specifieke REPowerEU-doelstellingen te behalen, met bijzondere nadruk op de capaciteit voor energieopslag. Om een positieve beoordeling van de Commissie te kunnen krijgen, moet het betrokken herstel- en veerkrachtplan volgens dit nieuwe beoordelingscriterium een A-score halen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Investeringen in infrastructuur en technologie alleen zijn niet voldoende om tot een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te komen. Middelen moeten ook worden bestemd voor de om- en bijscholing van mensen, zodat de beroepsbevolking verder met groene vaardigheden wordt toegerust. Een en ander sluit aan bij de doelstelling van het Europees Sociaal Fonds Plus, dat de lidstaten wil ondersteunen bij hun inspanningen voor een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die voorbereid is op de arbeidswereld van de toekomst. In het licht daarvan moeten middelen die van het Europees Sociaal Fonds Plus worden overgedragen, helpen maatregelen te ondersteunen om de beroepsbevolking om- en bij te scholen. De Commissie zal zich ervan vergewissen of de maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken aanzienlijk bijdragen aan de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden.

(8) Investeringen in infrastructuur en technologie alleen zijn niet voldoende om tot een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te komen. De huidige crisis maakt duidelijk dat er dringende behoefte is aan gekwalificeerd personeel in de energiesector. Middelen moeten ook worden bestemd voor de om- en bijscholing van mensen, zodat de beroepsbevolking verder met energietransitievaardigheden wordt toegerust. Een en ander sluit aan bij de doelstelling van het Europees Sociaal Fonds Plus, dat de lidstaten wil ondersteunen bij hun inspanningen voor een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die voorbereid is op de arbeidswereld van de toekomst. In het licht daarvan moeten middelen die van het Europees Sociaal Fonds Plus worden overgedragen, helpen maatregelen te ondersteunen om de beroepsbevolking om- en bij te scholen. De Commissie zal zich ervan vergewissen of de maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken aanzienlijk bijdragen aan de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking met het oog op de energietransitie.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, moet daadwerkelijk een antwoord bieden op alle, of een aanzienlijke subgroep van de uitdagingen die in de betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn geïdentificeerd, daaronder begrepen de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van de Semestercyclus 2022 zullen worden vastgesteld, en waarin onder meer sprake is van de energie-uitdagingen waarvoor lidstaten staan.

(10) Het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, moet daadwerkelijk een antwoord bieden op alle, of een aanzienlijke subgroep van de uitdagingen die in de betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn geïdentificeerd, met inachtneming van de specifieke kenmerken van de energiemix van elke lidstaat, daaronder begrepen de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van de Semestercyclus 2022 zullen worden vastgesteld, en waarin onder meer sprake is van de energie-uitdagingen waarvoor lidstaten staan.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een samenvatting verstrekken van het raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector. Die samenvattingen moeten toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt.

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een verslag verstrekken van het raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector. Die verslagen moeten toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de tijdens die raadplegingen ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt en op welke manier prioriteit is toegekend aan duurzame alternatieven voor de bouw van nieuwe infrastructuur voor fossiele brandstoffen.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, met één gerichte uitzondering om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU. Gelet op de doelstelling van de diversificatie van energieleveringen weg van Russische leveranciers, mag van de hervormingen en investeringen in die REPowerEU-hoofdstukken die inzetten op het verbeteren van energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan directe behoeften inzake voorzieningszekerheid te voldoen, niet worden verlangd dat zij het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in acht nemen, en moeten zij dus van die beoordeling worden vrijgesteld.

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, behalve om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU. Gelet op de doelstelling van de diversificatie van energieleveringen weg van Russische leveranciers en het streven om het energiesysteem duurzamer en zekerder te maken, mag van de hervormingen en investeringen in die REPowerEU-hoofdstukken die inzetten op het verbeteren van energie-infrastructuur en tot doel hebben ervoor te zorgen dat infrastructuur geschikt is voor waterstof, en op het verbeteren van energievoorzieningen om aan directe behoeften inzake voorzieningszekerheid te voldoen, alsook van de hervormingen, investeringen en maatregelen die het gebruik van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie moeten stimuleren en de capaciteit voor energieopslag moeten vergroten, niet worden verlangd dat zij het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in acht nemen, en moeten zij dus van die beoordeling worden vrijgesteld. De lidstaten moeten toelichten op welke manier de maatregelen naar verwachting zullen bijdragen tot de REPowerEU-doelstellingen en in hoeverre deze maatregelen de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de Unie kunnen schaden. Maatregelen met betrekking tot hernieuwbare energie, opslag en energie-efficiëntie dragen niet alleen bij tot de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, maar zijn ook van essentieel belang om een autonomer energiesysteem te bevorderen en zo de energiezekerheid van de Unie te vergroten.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De lidstaten moeten, via een verduidelijking van de procedure voor de toekenning van leningen, verdere prikkels krijgen om leningen aan te vragen. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 kunnen lidstaten tot en met 31 augustus 2023 leningen aanvragen. Een voornemen om een leningaanvraag in te dienen moet de Commissie worden meegedeeld binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening, zodat de herverdeling van de resterende middelen ordelijk kan plaatsvinden.

(14) De lidstaten moeten, via een snelle, toegankelijke en niet-omslachtige procedure voor de toekenning van leningen en met inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling, evenredigheid, solidariteit en transparantie, verdere prikkels krijgen om leningen aan te vragen. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 kunnen lidstaten tot en met 31 augustus 2023 leningen aanvragen. Een voornemen om een leningaanvraag in te dienen moet de Commissie worden meegedeeld binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening, zodat de herverdeling van de resterende middelen ordelijk kan plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat de REPowerEU-doelstellingen coherent en volledig ten uitvoer worden gelegd, moet de Commissie procedures vaststellen voor de lidstaten die het leningplafond hebben bereikt. Indien nodig kan de Commissie de lidstaten ook technische ondersteuning bieden voor een snellere en meer gerichte uitvoering.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) De Commissie moet het Europees Parlement een overzicht verstrekken van de door de lidstaten ingediende projecten en leningvoorstellen en van de voorgestelde verdeling van de middelen.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Voorts moet, om voor in het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen hervormingen en investeringen tot een hoog ambitieniveau aan te zetten, worden voorzien in nieuwe specifieke financieringsbronnen.

(15) Voorts moet, om voor in het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen hervormingen en investeringen tot een hoog ambitieniveau aan te zetten, worden voorzien in nieuwe specifieke financieringsbronnen om ervoor te zorgen dat de leningen van de lidstaten beter en doeltreffender worden gebruikt en de bestaande middelen efficiënter en flexibeler worden ingezet.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) De Commissie moet de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk bedoelde hervormingen en investeringen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen monitoren, zoals bepaald in Verordening (EU) 2021/241.

(21) De Commissie moet de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk bedoelde hervormingen en investeringen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen monitoren, zoals bepaald in Verordening (EU) 2021/241. De Commissie moet met name beoordelen hoe de herstel- en veerkrachtplannen en hun REPowerEU-hoofdstukken bijdragen aan opwaartse economische en sociale convergentie en prioriteit toekennen aan energiearme en kwetsbare consumenten, waarbij zij ook kijkt naar sociale en regionale ongelijkheden.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Recente geopolitieke gebeurtenissen hebben de prijzen voor energie en bouwmaterialen getroffen en hebben ook tekorten in de mondiale leveringsketens veroorzaakt. Deze ontwikkelingen kunnen een directe impact hebben op de mogelijkheden om bepaalde investeringen uit de herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren. In de mate dat de lidstaten kunnen aantonen dat door die ontwikkelingen een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel – volledig of ten dele – niet langer haalbaar is, kunnen dergelijke situaties worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. Die ontwikkelingen kunnen geen objectieve omstandigheden zijn om hervormingen aan te passen, aangezien hervormingen doorgaans niet van kosten afhankelijk zijn. Bovendien mogen verzoeken tot aanpassing niet ten koste gaan van de algemene uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen,

(22) Recente geopolitieke gebeurtenissen hebben de prijzen van grondstoffen zoals energie en bouwmaterialen getroffen en hebben ook tekorten in de mondiale leveringsketens veroorzaakt. Deze ontwikkelingen kunnen een directe impact hebben op de mogelijkheden om bepaalde investeringen uit de herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren. In de mate dat de lidstaten kunnen aantonen dat door die ontwikkelingen, die het gevolg zijn van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel – volledig of ten dele – niet langer haalbaar is, kunnen dergelijke situaties worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. Die ontwikkelingen kunnen geen objectieve omstandigheden zijn om hervormingen aan te passen, aangezien hervormingen doorgaans niet van kosten afhankelijk zijn. Bovendien mogen verzoeken tot aanpassing niet ten koste gaan van de algemene uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen,

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 2 – punt 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) In artikel 2 wordt het volgende punt ingevoegd:

 

“1 bis. “energiezekerheid”: de doorlopende en ononderbroken beschikbaarheid van energie, voorzieningszekerheid en technische beveiliging middels een verbeterde efficiëntie en interoperabiliteit van transmissie- en distributienetwerken, bevordering van systeemflexibiliteit, het voorkomen van congestie, het waarborgen van veerkrachtige toeleveringsketens, cyberbeveiliging en het beschermen en aanpassen aan de klimaatverandering van alle infrastructuur, met name kritieke infrastructuur, alsook middels de beperking van strategische energieafhankelijkheden;”

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 2 – punt 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. “energiearmoede”: de situatie waarin een huishouden, om redenen in verband met onbetaalbaarheid, niet in zijn basisbehoeften op het gebied van energievoorziening kan voorzien en geen toegang heeft tot essentiële energiediensten die een basisniveau van comfort en gezondheid en een behoorlijke levensstandaard en gezondheid garanderen, met inbegrip van voldoende verwarming, warm water, koeling, verlichting en energie voor toestellen, binnen de betreffende nationale context en gezien bestaand sociaal en ander relevant beleid, als gevolg van een of meer van de volgende factoren: een ontoereikend beschikbaar inkomen, hoge energie-uitgaven en slechte energie-efficiëntie van woningen;

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 4 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Overeenkomstig de in artikel 3 van deze verordening bedoelde zes pijlers en de coherentie en synergie die zij opleveren en in de context van de COVID-19-crisis is de algemene doelstelling van de faciliteit de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie te verbeteren door de veerkracht, de crisisparaatheid, het aanpassingsvermogen en het groeipotentieel van de lidstaten te verbeteren, door de sociale en economische gevolgen van de crisis met name voor vrouwen te verzachten, door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, door de groene transitie te ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de 2030-streefcijfers voor klimaat van de Unie als uiteengezet in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999, door de doelstelling van klimaatneutraliteit van de Unie in 2050 en van de digitale transitie na te leven, en door de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en door de energievoorziening op Unieniveau te diversifiëren (“REPowerEU-doelstellingen”), en aldus bij te dragen tot de opwaartse economische en sociale convergentie, het herstellen en stimuleren van duurzame groei en de integratie van de economieën van de Unie, en het bevorderen van de schepping van kwalitatief hoogstaande banen, alsmede bij te dragen tot de strategische autonomie van de Unie, in combinatie met een open economie en het creëren van Europese meerwaarde.

1. Overeenkomstig de in artikel 3 van deze verordening bedoelde zes pijlers en de coherentie en synergie die zij opleveren en in de context van de COVID-19-crisis is de algemene doelstelling van de faciliteit de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie te verbeteren door de veerkracht, de crisisparaatheid, het aanpassingsvermogen en het groeipotentieel van de lidstaten te verbeteren, door de sociale en economische gevolgen van de crisis met name voor vrouwen, kwetsbare groepen en kleine en middelgrote ondernemingen te verzachten, door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, door de groene transitie te ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de 2030-streefcijfers voor klimaat van de Unie als uiteengezet in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999 en van de 2030-streefcijfers voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie van de Unie als uiteengezet in de richtlijn hernieuwbare energie en de richtlijn energie-efficiëntie, door de doelstelling van klimaatneutraliteit van de Unie in 2050 en van de digitale transitie na te leven, door de veerkracht, zekerheid en duurzaamheid van het energiesysteem van de Unie te vergroten door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen aanzienlijk te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en de capaciteit voor energieopslag te vergroten, en door de energievoorziening op Unieniveau te diversifiëren (“REPowerEU-doelstellingen”), en aldus bij te dragen tot de opwaartse economische en sociale convergentie, het herstellen en stimuleren van duurzame groei die verenigbaar is met de Europese Green Deal en de integratie van de economieën van de Unie, en het bevorderen van de schepping van kwalitatief hoogstaande banen, alsmede bij te dragen tot de strategische autonomie van de Unie, in combinatie met een open economie en het creëren van Europese meerwaarde.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 18 – lid 4 – punt q

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

q) voor de voorbereiding en, indien beschikbaar, voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, een samenvatting van het raadplegingsproces, uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden, alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het herstel- en veerkrachtplan terugkomt; met name geeft de samenvatting van het raadplegingsproces toelichting bij de uitkomst van de raadpleging van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden over hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk en schetst zij hoe de ontvangen inbreng in het REPowerEU-hoofdstuk terugkomt;

q) voor de voorbereiding en, indien beschikbaar, voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, een verslag van het raadplegingsproces, uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden, alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het herstel- en veerkrachtplan terugkomt; met name geeft het verslag van het raadplegingsproces toelichting bij het tijdschema en de uitkomst van de raadpleging van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, zoals deskundigen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, over hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk en schetst zij hoe de ontvangen inbreng in het REPowerEU-hoofdstuk terugkomt;

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 19 – lid 3 – punt d bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d bis) of de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde hervormingen en investeringen daadwerkelijk bijdragen aan de diversificatie van de energievoorziening van de Unie of het verminderen van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030;

d bis) of de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde hervormingen en investeringen daadwerkelijk bijdragen aan energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, de verhoging van de capaciteit voor energieopslag of het aanzienlijk verminderen van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030, met het oog op de verwezenlijking van de 2030-streefdoelen van de Unie op het gebied van onder meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en van de doelstelling inzake klimaatneutraliteit van de Unie;

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(4 bis) In artikel 21 wordt lid 1 vervangen door:

1. Wanneer het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen, voor de betrokken lidstaat op grond van objectieve omstandigheden deels of in zijn geheel niet langer te verwezenlijken is, kan de betrokken lidstaat een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie richten om een voorstel te doen tot wijziging of vervanging van de in artikel 20, leden 1 en 3, bedoelde uitvoeringsbesluiten van de Raad. Daartoe kan de lidstaat een voorstel voor een gewijzigd of een nieuw herstel- en veerkrachtplan indienen. De lidstaten kunnen verzoeken om technische ondersteuning bij de voorbereiding van een dergelijk voorstel in het kader van het instrument voor technische ondersteuning.

1. Wanneer bepaalde mijlpalen en streefdoelen uit het herstel- en veerkrachtplan op grond van objectieve omstandigheden, zoals de crisis als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, deels of in zijn geheel niet langer te verwezenlijken zijn voor de betrokken lidstaat, of wanneer nieuwe investeringen en hervormingen zinvol zijn om de gevolgen van de Oekraïnecrisis tegen te gaan, kan de betrokken lidstaat een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie richten om een voorstel vast te stellen tot wijziging of vervanging van de in artikel 20, leden 1 en 3, bedoelde uitvoeringsbesluiten van de Raad. Daartoe kan die lidstaat een voorstel voor een gewijzigd of een nieuw herstel- en veerkrachtplan indienen. De lidstaten kunnen verzoeken om technische ondersteuning bij de voorbereiding van een dergelijk voorstel in het kader van het instrument voor technische ondersteuning.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening op Unieniveau. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

1. Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht, zekerheid en duurzaamheid alsook de betaalbaarheid van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een aanzienlijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening en verhoging van de capaciteit voor energieopslag op Unieniveau, en door het stimuleren van investeringen in energie-efficiëntie en de opwekking van hernieuwbare energie. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Elke lidstaat mag bij de Commissie een verzoek indienen tot toewijzing van een bedrag dat zijn aandeel niet overschrijdt, door in zijn plan de in artikel 21 quater, lid 1, beschreven hervormingen en investeringen op te nemen en de geraamde kosten daarvan aan te geven.

5. Elke lidstaat mag bij de Commissie een verzoek indienen tot toewijzing van een bedrag dat zijn aandeel niet overschrijdt, door in zijn plan zijn toezegging om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn en de in artikel 21 quater, lid 1, beschreven hervormingen en investeringen op te nemen en de geraamde kosten daarvan aan te geven.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name door de diversificatie van de levering te faciliteren in het belang van de Unie als geheel,

a) het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name om de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen en de totale energie-invoer van de Unie te verminderen, alsook de kwetsbaarheid tijdens de eerstkomende winterseizoenen in 2022 en 2023 te verminderen, om de diversificatie van de levering en een snelle uitrol van hernieuwbare energie te faciliteren in het belang van de Unie als geheel, onder meer door het energienet te moderniseren om het opschalen van hernieuwbare energie mogelijk te maken en door ervoor te zorgen dat de desbetreffende infrastructuur geschikt is voor waterstof,

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, de decarbonisatie van de industrie, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan en hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie,

b) het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, energiebesparingen en elektriciteitsopwekking ter plaatse, de decarbonisatie van de industrie, het vergroten van de opslagcapaciteit, het opvoeren van de productie en het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare en koolstofarme energie in alle in de richtlijn hernieuwbare energie genoemde sectoren, met passende prioriteit voor de behoeften van energiearme en kwetsbare consumenten,

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) het stimuleren van de productie van koolstofarme energiebronnen in de Unie,

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt b ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter) het verhogen van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan met het oog op de productiedoelstelling van 35 miljard m3 in 2030,

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) het wegwerken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer,

c) in voorkomend geval, het wegwerken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energie-interconnectoren en energietransmissie, zoals vermeld in bijlage I bis, en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer,

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) het ondersteunen van het vroegtijdig inzetten van maatregelen om het huidige energie-efficiëntiekader volledig uit te voeren door middel van capaciteitsopbouw en financiële steun, onder meer door het opschalen van bestaande energiebesparingsinstrumenten,

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt c ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c ter) het stimuleren van energie-efficiëntiemaatregelen door gerichte steun toe te kennen aan het beginsel “energie-efficiëntie eerst” voor alle investeringsbeslissingen, onder meer op het punt van ontwerp, uitvoering en monitoring, met name wat gebouwen betreft, onder meer in de verwarmings- en koelingssector, met het oog op structurele veranderingen in de richting van een rechtvaardige en betaalbare energietransitie,

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het ondersteunen van de doelstellingen in de punten a), b) en c) door een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden, alsmede ondersteuning van de waardeketens van voor de groene transitie cruciale materialen en technologieën,

d) het ondersteunen van de doelstellingen van dit lid door een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking met het oog op de energietransitie,

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt d bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) het ondersteunen van de waardeketens van voor de energietransitie cruciale materialen en technologieën, het verbreden van het gebruik van duurzame bouwmaterialen en -producten en het verminderen van de afhankelijkheid van primaire kritieke grondstoffen.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) een toelichting bij de vraag hoe de combinatie van de in lid 1 en in de punten a) en b) van dit lid bedoelde maatregelen coherent en effectief is en naar verwachting aan de REPowerEU-doelstellingen zal bijdragen, met inbegrip van een kwantificering van de energiebesparingen.

c) een toelichting bij de vraag hoe de combinatie van de in lid 1 en in de punten a) en b) van dit lid bedoelde maatregelen coherent en effectief is en naar verwachting aan de REPowerEU-doelstellingen zal bijdragen, met inbegrip van de 2030-streefcijfers voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie van de Unie, het streefcijfer voor gasopslag en de bijdrage voor elektriciteitsopslag, alsook een kwantificering van de energiebesparingen in de verschillende sectoren, zoals gebouwen, industrie en vervoer;

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 2 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) een toelichting bij de vraag hoe de in lid 1 bedoelde maatregelen ertoe zullen bijdragen energiearmoede tegen te gaan en kwetsbare consumenten te ondersteunen.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In afwijking van artikel 5, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 4, punt d), en artikel 19, lid 3, punt d), is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 niet van toepassing op de hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1, punt a), van dit artikel.

(4) In afwijking van artikel 5, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 4, punt d), en artikel 19, lid 3, punt d), is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 niet van toepassing op de hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1 van dit artikel. Het REPowerEU-hoofdstuk bevat een toelichting over de redenen waarom de maatregelen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1 van dit artikel het meest geschikt zijn om die doelstellingen te verwezenlijken en, in voorkomend geval, hoe en in hoeverre de maatregelen afbreuk kunnen doen aan de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de Unie.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie monitort de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk geschetste maatregelen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen.

1. De Commissie monitort de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk geschetste maatregelen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen, met inbegrip van de 2030-streefcijfers voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie van de Unie, het streefcijfer voor gasopslag en de bijdrage voor elektriciteitsopslag, alsook een kwantificering van de energiebesparingen in de verschillende sectoren, zoals gebouwen, industrie en vervoer.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quinquies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie beoordeelt hoe in de in het REPowerEU-hoofdstuk beschreven maatregelen prioriteit wordt gegeven aan steun voor energiearme en kwetsbare consumenten en hoe energiearmoede wordt tegengegaan.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 21 quater, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zullen naar verwachting daadwerkelijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid van de Unie voor de Unie als geheel, met name door een diversificatie van de energievoorziening of een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

De in artikel 21 quater, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen zullen naar verwachting daadwerkelijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid van de Unie voor de Unie als geheel, met name door een diversificatie van de energievoorziening of een aanzienlijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030, door een vergroting van de opslagcapaciteit of door te werken aan de verwezenlijking van de 2030-doelstellingen van de Unie op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Met name de streefdoelen voor energieopslag zullen de Unie in staat stellen onafhankelijk te worden van gascentrales, die momenteel worden gebruikt in het geval van een tekort aan hernieuwbare energie.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name door de diversificatie van de leveringen te faciliteren in het belang van de Unie als geheel;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het verbeteren van de energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan de directe en tijdelijke behoeften inzake voorzieningszekerheid voor olie en gas te voldoen, met name om de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen en de totale energie-invoer van de Unie te verminderen, alsook de kwetsbaarheid van de Unie te beperken, om de diversificatie van de leveringen en een snelle uitrol van hernieuwbare energie te faciliteren in het belang van de Unie als geheel, onder meer door het energienet te moderniseren om het opschalen van hernieuwbare energie mogelijk te maken en door ervoor te zorgen dat de desbetreffende infrastructuur geschikt is voor waterstof;

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, de decarbonisatie van de industrie, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan en hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen, energiebesparingen en elektriciteitsopwekking ter plaatse, de decarbonisatie van de industrie, het vergroten van de opslagcapaciteit of een verhoogd gebruik van fossielvrije en koolstofarme waterstof en het verhogen van het aandeel hernieuwbare en koolstofarme energie in alle in de richtlijn hernieuwbare energie genoemde sectoren, met passende prioriteit voor de behoeften van energiearme en kwetsbare consumenten;

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 2 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan verhogen met het oog op de productiedoelstelling van 35 miljard m3 in 2030;

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting knelpunten in de energie-infrastructuur wegwerken, met name door de bouw van grensoverschrijdende verbindingen met andere lidstaten, of ondersteunt emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting knelpunten in de energie-infrastructuur wegwerken, bijvoorbeeld de verderop in deze bijlage vermelde knelpunten, met name door de bouw van grensoverschrijdende verbindingen en interconnectoren met andere lidstaten, of ondersteunt emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer; of

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 3 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting het huidige energie-efficiëntiekader volledig uitvoeren door middel van capaciteitsopbouw en financiële steun, onder meer door het opschalen van reeds bestaande energiebesparingsinstrumenten; of

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 3 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting energie-efficiëntiemaatregelen stimuleren door gerichte steun toe te kennen aan het beginsel “energie-efficiëntie eerst” voor alle investeringsbeslissingen, onder meer op het punt van ontwerp, uitvoering en monitoring, met name wat gebouwen betreft, onder meer in de verwarmings- en koelingssector, met het oog op structurele veranderingen in de richting van een rechtvaardige en betaalbare energietransitie;

 

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot de ondersteuning van om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden, alsmede de ondersteuning van waardeketens van voor de groene transitie cruciale materialen en technologieën;

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot de ondersteuning van om- en bijscholing van de beroepsbevolking met het oog op de energietransitie; of

 

 de uitvoering van de beoogde maatregelen zal naar verwachting aanzienlijk bijdragen tot de ondersteuning van waardeketens van voor de energietransitie cruciale materialen en technologieën, het verbreden van het gebruik van duurzame bouwmaterialen en -producten en het verminderen van de afhankelijkheid van primaire kritieke grondstoffen;

 

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 of de op grond van artikel 21 quater, lid 1, verschafte maatregelen en toelichting onderling complementair zijn en, samen met maatregelen op grond van artikel 21 quater, lid 2, punten a) en b), aanzienlijk bijdragen tot het verwezenlijken van de diversificatie van de energievoorziening van de Unie of het verminderen van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen vóór 2030.

 of de op grond van artikel 21 quater, lid 1, verschafte maatregelen en toelichting onderling complementair zijn en, samen met maatregelen op grond van artikel 21 quater, lid 2, punten a) en b), aanzienlijk bijdragen tot het verwezenlijken van energiezekerheid in de Unie, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie of het verminderen van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen vóór 2030.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 1 – punt a

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V – afdeling 2 – punt 12 – alinea 2 – streepje 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 of de maatregelen prioriteit toekennen aan steun voor energiearme en kwetsbare consumenten.

 

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Bijlage I bis

Verordening (EU) 2021/241

Bijlage V bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De volgende bijlage V bis wordt toegevoegd aan Verordening (EU) 2021/241:

 

“Bijlage V bis

 

Wat de reikwijdte van projecten voor de aanpak van knelpunten in de energie-infrastructuur betreft, met name knelpunten in de gasinfrastructuur, kunnen de lidstaten rekening houden met de volgende niet-uitputtende indicatieve lijst van projecten:

 

Oostzeegebied:

 

- drijvende opslag- en hervergassingseenheid (FSRU) als gezamenlijk project van Finland, Estland en Letland

 

- een tweede LNG-terminal in Polen

 

West-Europa:

 

- deodorisatie-installatie die gasstromen van west naar oost tussen Frankrijk en Duitsland mogelijk maakt

 

- versterking van de gasinfrastructuur om de exportcapaciteit van België naar Duitsland te vergroten

 

- een extra LNG-terminal in Duitsland

 

- voor waterstof geschikt grensoverschrijdend infrastructuurproject op het Iberisch schiereiland

Zuid- en Oost-Europa:

 

- uitbreiding van de capaciteit van de LNG-terminal in Krk in combinatie met een verbetering van het Kroatische transmissienet naar Slovenië en Hongarije

 

- modernisering van de trans-Adriatische pijpleiding met extra infrastructuurcapaciteit op het Italiaanse transmissienet (Adriatica Line en Mattagiola)

 

- uitbreiding van de interconnector Griekenland - Bulgarije (IGB-fase II).”

 

 


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) 2021/241 met betrekking tot REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen en wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Richtlijn (EU) 2015/1814

Document- en procedurenummers

COM(2022)0231 – C9-0183/2022 – 2022/0164(COD)

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

6.6.2022

ECON

6.6.2022

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

ITRE

6.6.2022

Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking

15.9.2022

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Dan Nica

14.6.2022

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

15.9.2022

Behandeling in de commissie

1.9.2022

 

 

 

Datum goedkeuring

13.10.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

42

10

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Andrus Ansip, François-Xavier Bellamy, Hildegard Bentele, Tom Berendsen, Vasile Blaga, Michael Bloss, Paolo Borchia, Cristian-Silviu Buşoi, Ignazio Corrao, Nicola Danti, Pilar del Castillo Vera, Martina Dlabajová, Christian Ehler, Valter Flego, Niels Fuglsang, Lina Gálvez Muñoz, Claudia Gamon, Nicolás González Casares, Christophe Grudler, Henrike Hahn, Ivars Ijabs, Romana Jerković, Łukasz Kohut, Andrius Kubilius, Miapetra Kumpula-Natri, Iskra Mihaylova, Alin Mituța, Dan Nica, Angelika Niebler, Ville Niinistö, Mauri Pekkarinen, Tsvetelina Penkova, Markus Pieper, Clara Ponsatí Obiols, Manuela Ripa, Dominique Riquet, Sara Skyttedal, Riho Terras, Grzegorz Tobiszowski, Patrizia Toia, Marie Toussaint, Pernille Weiss

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Tiziana Beghin, Damian Boeselager, Franc Bogovič, Damien Carême, Jakop G. Dalunde, Elena Lizzi, Dominique Riquet, Angelika Winzig

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Alessandra Basso, Rosanna Conte, Andrzej Halicki, Maria-Manuel Leitão-Marques, Colm Markey

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

42

+

ECR

Grzegorz Tobiszowski

ID

Alessandra Basso, Paolo Borchia, Rosanna Conte, Elena Lizzi

PPE

François-Xavier Bellamy, Hildegard Bentele, Tom Berendsen, Vasile Blaga, Franc Bogovič, Cristian-Silviu Buşoi, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Andrzej Halicki, Andrius Kubilius, Colm Markey, Angelika Niebler, Markus Pieper, Sara Skyttedal, Riho Terras, Pernille Weiss, Angelika Winzig

RENEW

Andrus Ansip, Nicola Danti, Martina Dlabajová, Valter Flego, Christophe Grudler, Ivars Ijabs, Alin Mituța, Mauri Pekkarinen, Dominique Riquet

S&D

Biljana Borzan, Niels Fuglsang, Lina Gálvez Muñoz, Nicolás González Casares, Romana Jerković, Łukasz Kohut, Miapetra Kumpula-Natri, Maria-Manuel Leitão-Marques, Dan Nica, Tsvetelina Penkova, Patrizia Toia

 

10

-

NI

Tiziana Beghin

VERTS/ALE

Michael Bloss, Damian Boeselager, Damien Carême, Ignazio Corrao, Jakop G. Dalunde, Henrike Hahn, Ville Niinistö, Manuela Ripa, Marie Toussaint

 

3

0

NI

Clara Ponsatí Obiols

RENEW

Claudia Gamon, Iskra Mihaylova

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 


 

ADVIES VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING (10.10.2022)

aan de Commissie economische en monetaire zaken en de Begrotingscommissie

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

(COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD))

Rapporteur voor advies(*): Pascal Arimont

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 57 van het Reglement

 

 

 

AMENDEMENTEN

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie economische en monetaire zaken en de Begrotingscommissie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Visum 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

gezien de gezamenlijke analyse van het Europees Comité van de Regio’s en de Raad der Europese Gemeenten en Regio’s (CEMR) over de betrokkenheid van gemeenten, steden en regio’s bij het opstellen van de nationale herstel- en veerkrachtplannen en de resultaten van hun gerichte raadpleging van 27 april 2022 getiteld “Implementation of the Recovery and Resilience Facility: The Perspective of Local and Regional Authorities” (Uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit: het perspectief van lokale en regionale autoriteiten),

Motivering

Dit amendement is overgenomen uit de resolutie van het Europees Parlement van 23 juni 2022 over uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, overeenkomstig artikel 26 van de verordening.

Amendement  2

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit3 hebben ongeziene geopolitieke gebeurtenissen en de directe en indirecte sociaal-economische gevolgen daarvan de samenleving en de economie van de Unie zwaar getroffen. Met name is het nu meer dan ooit duidelijk geworden dat de energievoorzieningszekerheid van de Unie onmisbaar is voor een duurzaam en inclusief herstel na de COVID-19-crisis, omdat dit ook een belangrijke factor is die bijdraagt aan de veerkracht van de Europese economie.

(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit3 hebben ongeziene geopolitieke gebeurtenissen en de directe en indirecte sociaal-economische gevolgen daarvan de samenleving en de economie van de Unie zwaar getroffen. Met name is het nu meer dan ooit duidelijk geworden dat de energievoorzieningszekerheid van de Unie en een snelle vermindering van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen essentieel zijn voor een duurzaam en inclusief herstel na de COVID-19-crisis, omdat dit ook belangrijke factoren zijn die bijdragen aan de veerkracht van de Europese economie.

__________________

__________________

3 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

3 Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

Amendement  3

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Door het directe verband tussen een duurzaam herstel, het uitbouwen van de veerkracht van de Unie en de energievoorzieningszekerheid van de Unie is de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en haar rol bij een rechtvaardige en inclusieve transitie, een bij uitstek geschikt instrument om bij te dragen aan de Unierespons op die zich aandienende nieuwe uitdagingen.

(2) Door het directe verband tussen een duurzaam herstel, het uitbouwen van de veerkracht van de Unie en de energievoorzieningszekerheid van de Unie zijn de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en haar rol bij een rechtvaardige, groene, digitale en inclusieve transitie, en de cohesiefondsen bij uitstek geschikte instrumenten om bij te dragen aan de Unierespons op die zich aandienende nieuwe uitdagingen en grote moeilijkheden.

Amendement  4

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening, en met name van fossiele brandstoffen, beter kan ondersteunen – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de energie-efficiëntie van de economieën van de lidstaten moeten versterken.

(3) De verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022 van de staatshoofden en regeringsleiders nodigde de Commissie uit tegen eind mei met een REPowerEU-plan te komen om de afhankelijkheid van invoer van Russische fossiele brandstof af te bouwen, een oproep die nadien is herhaald in de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022. Een en ander moet ruim vóór 2030 plaatsvinden op een wijze die spoort met de Green Deal van de EU en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 die in de Europese klimaatwet zijn vastgelegd. Daarom moet Verordening (EU) 2021/241 worden gewijzigd zodat zij hervormingen en investeringen ten behoeve van de diversificatie van de energievoorziening en een snelle vermindering van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen beter kan ondersteunen – en zo de strategische autonomie van de Unie kan versterken, in combinatie met een open economie. Ook moet er steun gaan naar hervormingen en investeringen die de decarbonisatie en energie-efficiëntie van de economieën van de lidstaten en de interconnectiecapaciteit tussen de lidstaten versterken, het energieverbruik verlagen en de kwetsbaarste huishoudens alsook micro-, kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen die lijden onder de gevolgen van de stijging van de energieprijzen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen.

(4) Met het oog op een maximale complementariteit, consistentie en coherentie van beleid en acties van de Unie en de lidstaten om de onafhankelijkheid en de energievoorzieningszekerheid van de Unie te bevorderen, moeten deze hervormingen en investeringen op het gebied van energie worden vastgelegd in een apart “REPowerEU-hoofdstuk” van de herstel- en veerkrachtplannen en in specifieke investeringen in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen in de programmeringsperioden 2014-2020 en 2021-2027. REPowerEU moet alle regio’s ondersteunen om de doelstellingen van het VWEU op het gebied van economische, sociale en territoriale cohesie te bevorderen. De lidstaten zorgen bij de besluitvorming over de interne verdeling van de middelen in het kader van het REPowerEU-initiatief voor een passende verdeling van de middelen over de in artikel 108, lid 2, van Verordening (EU) 2021/1060 genoemde regiocategorieën, om evenwichtig en geleidelijk steun te verlenen op basis van het niveau van economische en sociale ontwikkeling.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) dringt erop aan dat de programma’s in het kader van het cohesiebeleid 2021-2027, waarvan de uitvoering tot 2030 zal lopen, zo spoedig mogelijk van start gaan, aangezien zij een waardevol instrument zijn voor het aanpakken van de ongekende energiecrisis waarmee wij momenteel kampen.

Amendement  7

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moeten nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk moet nieuwe hervormingen en investeringen bevatten die bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen en stroken met de doelstellingen van de Europese Green Deal. Voorts moet dat hoofdstuk ook een overzicht geven van andere maatregelen, die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd en die bijdragen aan de in overweging 3 geschetste energiedoelstellingen. Dat overzicht moet maatregelen omvatten waarvan de uitvoering moet plaatsvinden tussen 1 februari 2022 en 31 december 2026, de periode waarin de door deze verordening vastgestelde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. Wat aardgasinfrastructuur betreft, moeten de investeringen en hervormingen van de REPowerEU-hoofdstukken om de bevoorrading te diversifiëren weg van Rusland, voortbouwen op de behoeften die momenteel zijn geïdentificeerd via de beoordeling die is uitgevoerd en overeengekomen door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSOG), vastgesteld in een geest van solidariteit wat betreft voorzieningszekerheid, en rekening houden met de maatregelen inzake versterkte paraatheid met het oog op aanpassing aan nieuwe geopolitieke dreigingen. Ten slotte moeten de REPowerEU-hoofdstukken een toelichting en kwantificering bevatten van de effecten van de combinatie van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde hervormingen en investeringen en de overige maatregelen die uit andere bronnen dan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd.

Amendement  8

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Een passend beoordelingscriterium moet worden toegevoegd dat de Commissie als basis kan gebruiken om hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk te beoordelen en dat garandeert dat hervormingen en investeringen geschikt zijn om de specifieke REPowerEU-doelstellingen te behalen. Om een positieve beoordeling van de Commissie te kunnen krijgen, moet het betrokken herstel- en veerkrachtplan volgens dit nieuwe beoordelingscriterium een A-score halen.

(7) Een passend beoordelingscriterium moet worden toegevoegd dat de Commissie als basis kan gebruiken om hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk te beoordelen en dat garandeert dat hervormingen en investeringen geschikt zijn om de specifieke REPowerEU-doelstellingen te behalen, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal. Om een positieve beoordeling van de Commissie te kunnen krijgen, moet het betrokken herstel- en veerkrachtplan volgens dit nieuwe beoordelingscriterium een A-score halen.

Amendement  9

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Investeringen in infrastructuur en technologie alleen zijn niet voldoende om tot een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te komen. Middelen moeten ook worden bestemd voor de om- en bijscholing van mensen, zodat de beroepsbevolking verder met groene vaardigheden wordt toegerust. Een en ander sluit aan bij de doelstelling van het Europees Sociaal Fonds Plus, dat de lidstaten wil ondersteunen bij hun inspanningen voor een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die voorbereid is op de arbeidswereld van de toekomst. In het licht daarvan moeten middelen die van het Europees Sociaal Fonds Plus worden overgedragen, helpen maatregelen te ondersteunen om de beroepsbevolking om- en bij te scholen. De Commissie zal zich ervan vergewissen of de maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken aanzienlijk bijdragen aan de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden.

(8) Investeringen in infrastructuur en technologie alleen zijn niet voldoende om tot een snelle vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te komen. Middelen moeten ook worden bestemd voor de om- en bijscholing van mensen, zodat de beroepsbevolking verder met adequate vaardigheden wordt toegerust, waaronder groene en digitale vaardigheden, met name in gebieden die kampen met economische depressie en sociale achteruitgang, alsmede in perifere stedelijke gebieden, plattelandsgebieden, afgelegen gebieden, berg-, kust- en eilandgebieden, dunbevolkte gebieden en ultraperifere gebieden. Een en ander sluit aan bij de doelstelling van het Europees Sociaal Fonds Plus, dat lidstaten en regio’s wil ondersteunen bij hun inspanningen voor een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die voorbereid is op de arbeidswereld van de toekomst. In het licht daarvan moeten middelen die van het Europees Sociaal Fonds Plus worden aangevraagd ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen, helpen maatregelen te ondersteunen om de beroepsbevolking om- en bij te scholen. De Commissie zal zich ervan vergewissen of de maatregelen in de REPowerEU-hoofdstukken aanzienlijk bijdragen aan de ondersteuning van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar adequate vaardigheden, waaronder groene en digitale vaardigheden.

Amendement  10

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Een daadwerkelijke transitie naar groene energie en een vermindering van de energieafhankelijkheid vergt aanzienlijke digitale investeringen. In het licht van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten toelichten hoe de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van die in het REPowerEU-hoofdstuk, naar verwachting zullen bijdragen aan de digitale transitie of de uitdagingen die deze meebrengt, en of zij voor een bepaald percentage bijdragen aan het digitale streefcijfer op basis van de methodologie voor digitale tagging. Gezien evenwel de ongekende urgentie en de omvang van de energie-uitdagingen waarvoor de Unie staat, mogen hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk niet in aanmerking worden genomen om de totale toewijzing van het plan te berekenen ten behoeve van het vereiste van het door Verordening (EU) 2021/241 bepaalde digitale streefcijfer.

(11) Een daadwerkelijke transitie naar groene energie en een snelle vermindering van de energieafhankelijkheid moeten rekening houden met de nieuwe uitdagingen waarmee – met name de kwetsbaarste – huishoudens en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te maken krijgen, en vergen aanzienlijke digitale investeringen. In het licht van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten toelichten hoe de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van die in het REPowerEU-hoofdstuk, naar verwachting zullen bijdragen aan de digitale transitie of de uitdagingen die deze meebrengt, en of zij voor een bepaald percentage bijdragen aan het digitale streefcijfer op basis van de methodologie voor digitale tagging. Gezien evenwel de ongekende urgentie en de omvang van de energie-uitdagingen waarvoor de Unie staat, mogen hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk niet in aanmerking worden genomen om de totale toewijzing van het plan te berekenen ten behoeve van het vereiste van het door Verordening (EU) 2021/241 bepaalde digitale streefcijfer.

Amendement  11

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241 moeten de lidstaten voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk ook een samenvatting verstrekken van het raadplegingsproces van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector. Die samenvattingen moeten toelichting geven bij de uitkomst van die raadplegingen en aangeven hoe de ontvangen inbreng in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt.

(12) De lidstaten moeten een verplicht raadplegingsproces instellen en uitvoeren en, overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt q), van Verordening (EU) 2021/241, voor hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk een samenvatting verstrekken van dit proces, waarin de resultaten van de desbetreffende raadplegingen worden toegelicht en waarin wordt uiteengezet hoe de inbreng van lokale en regionale autoriteiten, maatschappelijke organisaties, economische en sociale partners en andere relevante belanghebbenden, onder meer, in voorkomend geval, uit de landbouwsector, in REPowerEU-hoofdstukken terugkomt.

Amendement  12

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is van essentieel belang om te garanderen dat de uitvoering van de investeringen en hervormingen die in het kader van het herstel van de pandemie worden doorgevoerd, op een duurzame wijze plaatsvindt. Dit beginsel moet blijven gelden voor de hervormingen en investeringen die door de faciliteit worden gesteund, met één gerichte uitzondering om een antwoord te bieden op de onmiddellijke zorgen over de energiezekerheid van de EU. Gelet op de doelstelling van de diversificatie van energieleveringen weg van Russische leveranciers, mag van de hervormingen en investeringen in die REPowerEU-hoofdstukken die inzetten op het verbeteren van energie-infrastructuur en -voorzieningen om aan directe behoeften inzake voorzieningszekerheid te voldoen, niet worden verlangd dat zij het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in acht nemen, en moeten zij dus van die beoordeling worden vrijgesteld.

Schrappen

Amendement  13

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Voorts moet, om voor in het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen hervormingen en investeringen tot een hoog ambitieniveau aan te zetten, worden voorzien in nieuwe specifieke financieringsbronnen.

(15) Voorts kan, om voor in het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen hervormingen en investeringen tot een hoog ambitieniveau aan te zetten, worden voorzien in nieuwe specifieke financieringsbronnen.

Amendement  14

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad6 moet worden gewijzigd om te voorzien in de mogelijkheid om tot 7,5 % van de middelen van de onder die verordening vallende programma’s onder gedeeld beheer aan de faciliteit over te dragen ten behoeve van het verwezenlijken van de REPowerEU-doelstellingen naast de reeds bestaande mogelijkheid om tot 5 % van de middelen over te dragen. Die mogelijkheid valt te verantwoorden door de noodzaak om REPowerEU-doelstellingen te dekken, zodat de lidstaten extra flexibiliteit krijgen om op die dringende behoeften in te spelen. Voorts biedt de faciliteit de mogelijkheid van een snelle uitkering van middelen, waardoor zij bijzonder geschikt is voor het financieren van dringende maatregelen op het gebied van energie. Die overdrachten moeten worden verantwoord door een grotere financiële behoefte in verband met aanvullende hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk.

(17) Om lidstaten en regio’s voldoende flexibiliteit te bieden bij het aanpakken van nieuwe uitdagingen moet Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad6 worden gewijzigd om te voorzien in de mogelijkheid om tot 7,5 % van de middelen in het kader van programma’s onder gedeeld beheer aan te vragen teneinde bij te dragen aan de REPowerEU-doelstellingen zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2021/241, door maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van die verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening, en daarbij de aan de uitvoering van de programma’s verbonden procedurele vereisten te vereenvoudigen, naast de reeds bestaande mogelijkheid om tot 5 % van de middelen over te dragen, mits de laatstgenoemde mogelijkheid volledig is uitgeput. Die mogelijkheid valt te verantwoorden door de noodzaak om REPowerEU-doelstellingen te dekken, zodat lidstaten en regio’s de extra flexibiliteit krijgen die cruciaal is om op die dringende behoeften in te spelen, en moet worden verantwoord door een grotere financiële behoefte in verband met aanvullende investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk van Verordening (EU) 2021/241.

__________________

__________________

6 Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).

6 Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).

Amendement  15

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 17 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Om te voorzien in een onmiddellijke respons op de gevolgen van de crisis, moeten uitgaven in verband met acties ter bevordering van de responscapaciteit in energiecrises en de steun aan kwetsbare huishoudens en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen met ingang van 1 februari 2022 subsidiabel zijn.

Amendement  16

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 17 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 ter) Om de lidstaten extra flexibiliteit te bieden voor de herverdeling van middelen teneinde op maat gemaakte antwoorden op de energiecrisis te kunnen geven, moet de Commissie nagaan of het mogelijk is voor beide programmeringsperioden financiële overdrachten toe te staan tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid”.

Amendement  17

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Uitkeringen in het kader van REPowerEU moeten tot eind 2026 volgens de regels van de herstel- en veerkrachtfaciliteit plaatsvinden. Betalingen in verband met de middelen overgedragen uit middelen onder gedeeld beheer moeten afhankelijk worden gesteld van de beschikbaarheid van in de jaarlijkse EU-begroting goedgekeurde middelen.

(19) Uitkeringen in het kader van REPowerEU vinden tot eind 2026 volgens de regels van de herstel- en veerkrachtfaciliteit plaats. Betalingen in verband met de op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 aangevraagde middelen worden verricht overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EU) 2021/1060 en de respectieve fondsspecifieke verordeningen, en worden afhankelijk gesteld van de beschikbaarheid van in de jaarlijkse EU-begroting goedgekeurde middelen.

Amendement  18

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van toewijzingen uit de marktstabiliteitsreserve, overdrachten van de middelen die onder Verordening (EU) 2021/1060 vallen en die zijn toegewezen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, ingediend in een plan, moeten te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van toewijzingen uit de marktstabiliteitsreserve, middelen die op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 zijn aangevraagd en die zijn toegewezen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, ingediend in een plan, moeten te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

Amendement  19

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) De Commissie moet de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk bedoelde hervormingen en investeringen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen monitoren, zoals bepaald in Verordening (EU) 2021/241.

(21) De Commissie moet de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk bedoelde hervormingen en investeringen, hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen en hun verenigbaarheid met de Europese Green Deal monitoren en hierover verslag uitbrengen, zoals bepaald in Verordening (EU) 2021/241.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Recente geopolitieke gebeurtenissen hebben de prijzen voor energie en bouwmaterialen getroffen en hebben ook tekorten in de mondiale leveringsketens veroorzaakt. Deze ontwikkelingen kunnen een directe impact hebben op de mogelijkheden om bepaalde investeringen uit de herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren. In de mate dat de lidstaten kunnen aantonen dat door die ontwikkelingen een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel – volledig of ten dele – niet langer haalbaar is, kunnen dergelijke situaties worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. Die ontwikkelingen kunnen geen objectieve omstandigheden zijn om hervormingen aan te passen, aangezien hervormingen doorgaans niet van kosten afhankelijk zijn. Bovendien mogen verzoeken tot aanpassing niet ten koste gaan van de algemene uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen,

(22) Recente geopolitieke gebeurtenissen hebben de prijzen voor energie en andere hulpmiddelen zoals bouwmaterialen getroffen, wat tekorten in de mondiale leveringsketens heeft veroorzaakt. Deze ontwikkelingen kunnen een directe impact hebben op de mogelijkheden om bepaalde investeringen uit de herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren. In de mate dat de lidstaten kunnen aantonen dat door die ontwikkelingen een bepaalde mijlpaal of een bepaald streefdoel – volledig of ten dele – niet langer haalbaar is, kunnen dergelijke situaties worden aangevoerd als objectieve omstandigheden in de zin van artikel 21. Die ontwikkelingen kunnen geen objectieve omstandigheden zijn om hervormingen aan te passen, aangezien hervormingen doorgaans niet van kosten afhankelijk zijn. Bovendien mogen verzoeken tot aanpassing niet ten koste gaan van de algemene uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, De lidstaten moeten er tevens voor zorgen dat voorstellen tot wijziging van hun herstel- en veerkrachtplannen inspelen op uitdagingen die voortvloeien uit de dramatische veranderingen in de geopolitieke situatie van vandaag en tegelijkertijd geschikt zijn voor het aanpakken van de uitdagingen van morgen.

Amendement  21

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 7 – titel en lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 bis) De titel en lid 1 van artikel 7 worden vervangen door:

Middelen uit programma’s in gedeeld beheer en gebruik van middelen

Overgedragen middelen uit programma’s in gedeeld beheer en het gebruik van deze middelen

1.  De aan de lidstaten in gedeeld beheer toegewezen middelen kunnen op verzoek van de betrokken lidstaat naar de faciliteit worden overgeschreven onder de in de relevante bepalingen van de verordening gemeenschappelijke bepalingen voor 2021-2027 uiteengezette voorwaarden. De Commissie wendt die middelen op directe wijze aan in overeenstemming met artikel 62, lid 1, punt a), van het Financieel Reglement. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

1. De aan de lidstaten in gedeeld beheer toegewezen middelen kunnen op verzoek van de betrokken lidstaat naar de faciliteit worden overgeschreven onder de in artikel 26 van Verordening (EU) 2021/1060 uiteengezette voorwaarden. De Commissie wendt die middelen op directe wijze aan in overeenstemming met artikel 62, lid 1, punt a), van het Financieel Reglement. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.”

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32021R0241)

Amendement  22

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 18 – lid 4 – punt q

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

q) voor de voorbereiding en, indien beschikbaar, voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, een samenvatting van het raadplegingsproces, uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden, alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het herstel- en veerkrachtplan terugkomt; met name geeft de samenvatting van het raadplegingsproces toelichting bij de uitkomst van de raadpleging van lokale en regionale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden over hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk en schetst zij hoe de ontvangen inbreng in het REPowerEU-hoofdstuk terugkomt;

q) voor de voorbereiding en, indien beschikbaar, voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen, een samenvatting van het verplichte raadplegingsproces, dat wordt uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, economische en sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden, alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het herstel- en veerkrachtplan terugkomt; met name geeft de samenvatting van het raadplegingsproces toelichting bij de uitkomst van de raadpleging van lokale en regionale autoriteiten en andere belanghebbenden die relevant zijn voor de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstellingen, over hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk en schetst zij hoe de ontvangen inbreng in het REPowerEU-hoofdstuk terugkomt en hoe deze belanghebbenden zullen worden betrokken bij de uitvoering van het REPowerEU-hoofdstuk en het toezicht daarop;

Amendement  23

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 19 – lid 3 – punt d bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d bis) of de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde hervormingen en investeringen daadwerkelijk bijdragen aan de diversificatie van de energievoorziening van de Unie of het verminderen van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030;

d bis) of de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde hervormingen en investeringen daadwerkelijk bijdragen aan de diversificatie van de energievoorziening van de Unie of het snel verminderen van haar afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030;

Amendement  24

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 19 – lid 3 – punt k bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) In artikel 19, lid 3, wordt het volgende punt ingevoegd:

 

“k bis) of het in artikel 18, lid 4, punt q), bedoelde raadplegingsproces met betrekking tot de in artikel 21 quater, lid 1, bedoelde maatregelen adequaat is en of de relevante inbreng van de relevante belanghebbenden naar behoren tot uiting komt in de inhoud van het REPowerEU-hoofdstuk;”.

Amendement  25

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening op Unieniveau. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

1. Voor uitvoering op grond van deze verordening is, overeenkomstig artikel 10 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, een bedrag van 20 000 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar om de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te vergroten door een snelle vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een diversificatie van de energievoorziening op Unieniveau. Dat bedrag wordt beschikbaar gesteld in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Amendement  26

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De aan de lidstaten toegewezen middelen in gedeeld beheer kunnen op verzoek van de betrokken lidstaat naar de faciliteit worden overgeschreven of daaraan worden toegewezen op de voorwaarden van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 81 bis van Verordening (EU) 2021/2115. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

1. Binnen de aan hen toegewezen middelen in gedeeld beheer kunnen de lidstaten erom verzoeken maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van deze verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van deze verordening, onder de voorwaarden van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 81 bis van Verordening (EU) 2021/2115. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

Amendement  27

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) De middelen mogen op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 worden overgedragen om de in artikel 21 quater, lid 1, van deze verordening bedoelde maatregelen te steunen, op voorwaarde dat de lidstaat reeds, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht.

a) De middelen mogen op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 worden aangevraagd om maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van deze verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van deze verordening, op voorwaarde dat de lidstaat reeds, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht.

Amendement  28

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Betalingen vinden plaats overeenkomstig artikel 24 van deze verordening en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen.

2. Op grond van lid 1 aangevraagde middelen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) 2021/1060 en de fondsspecifieke verordening inzake het respectieve fonds onder gedeeld beheer. Aanverwante betalingen vinden plaats overeenkomstig artikel 91 van Verordening (EU) 2021/1060, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen.

Amendement  29

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie wendt die middelen op directe wijze aan in overeenstemming met artikel 62, lid 1, punt a), van het Financieel Reglement.

3. De Commissie wendt die middelen onder gedeeld beheer aan in overeenstemming met artikel 62, lid 1, punt b), van het Financieel Reglement.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het ondersteunen van de doelstellingen in de punten a), b) en c) door een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden, alsmede ondersteuning van de waardeketens van voor de groene transitie cruciale materialen en technologieën,

d) het ondersteunen van de doelstellingen in de punten a), b) en c) door een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene en digitale vaardigheden, alsmede ondersteuning van de waardeketens van voor de groene en rechtvaardige transitie cruciale materialen en technologieën.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 2 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) voor lidstaten met ultraperifere gebieden (zoals vermeld in artikel 349 VWEU), eilanden (van NUTS 2- en/of NUTS 3-niveau), berggebieden en/of dunbevolkte gebieden, een gedetailleerde beschrijving van de investeringen die met behulp van REPowerEU in deze gebieden zullen worden gedaan met het oog op de energieonafhankelijkheid en de energietransitie van de gebieden.

Amendement  32

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In afwijking van artikel 5, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 4, punt d), en artikel 19, lid 3, punt d), is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 niet van toepassing op de hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen aan de REPowerEU-doelstellingen uit lid 1, punt a), van dit artikel.

Schrappen

Amendement  33

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quater – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De bepalingen van deze verordening zijn, tenzij anderszins is bepaald, van overeenkomstige toepassing op de hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

5. De bepalingen van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op de hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk, met uitzondering van investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk die gefinancierd worden met middelen die op grond van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 zijn aangevraagd ter ondersteuning van maatregelen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van deze verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van deze verordening, waarop Verordening (EU) 2021/1060 en de fondsspecifieke voorschriften van toepassing zijn.

Amendement  34

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie monitort de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk geschetste maatregelen en hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen.

1. De Commissie monitort de uitvoering van de in het REPowerEU-hoofdstuk geschetste maatregelen, hun bijdrage aan de REPowerEU-doelstellingen en hun verenigbaarheid met de Europese Green Deal en brengt hierover verslag uit.

Amendement  35

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 11 – lid 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) waar van toepassing, de opsplitsing van financiële middelen per regiocategorie opgesteld overeenkomstig artikel 108, lid 2, en de bedragen van de toewijzingen waarvan wordt voorgesteld dat zij op grond van de artikelen 26, 26 bis en 111 worden overgedragen, met een motivering voor die overdrachten;

e) waar van toepassing, de opsplitsing van financiële middelen per regiocategorie opgesteld overeenkomstig artikel 108, lid 2, en de bedragen van de toewijzingen waarvan wordt voorgesteld dat zij op grond van artikel 26 bis worden aangevraagd of op grond van artikel 26 of artikel 111 worden overgedragen, met een motivering;

Amendement  36

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 22 – lid 3 – punt g – i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) een tabel met de totale financiële toewijzingen voor elk van de fondsen en, waar van toepassing, voor elke regiocategorie voor de hele programmeringsperiode en per jaar, met inbegrip van op grond van artikel 26, artikel 26 bis of artikel 27 overgedragen bedragen;

i) een tabel met de totale financiële toewijzingen voor elk van de fondsen en, waar van toepassing, voor elke regiocategorie voor de hele programmeringsperiode en per jaar, met inbegrip van op grond van artikel 26 bis aangevraagde of op grond van artikel 26 of artikel 27 overgedragen bedragen;

Amendement  37

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 24 – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Aan artikel 24 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

“7 bis.  Voor in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteunde programma’s kan de lidstaat of de beheersautoriteit tot 31 december 2025 een bedrag van maximaal 7,5 % van de begroting van de initiële nationale toewijzing aanvragen om bij te dragen aan de financiering van maatregelen ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/241. Deze bijdragen worden voor in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteunde programma’s uitsluitend binnen hetzelfde programma gedaan en vereisen een besluit van de Commissie tot wijziging van het programma. De bijdragen voldoen aan alle regelgeving en worden van tevoren goedgekeurd door het monitoringcomité. De lidstaat of de beheersautoriteit stelt de Commissie in kennis van de herziene financiële tabellen en het herziene programma.”.

Amendement  38

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en een of meer programma’s nog niet zijn vastgesteld, kan om een overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 worden verzocht door middel van de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie.

Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en een of meer programma’s nog niet zijn vastgesteld, kan om een overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overeenkomstig dit artikel worden verzocht door middel van de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie.

Amendement  39

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 – alinea 1 – punt 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In afwijking van artikel 40, lid 2, punt d), en het bovenstaande lid wordt het monitoringcomité over de programmawijziging geraadpleegd indien die wijziging strikt beperkt blijft tot het voor de overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit strikt noodzakelijke.

Schrappen

Amendement  40

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen

Amendement  41

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Lidstaten die overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 bij de Commissie een herstel- en veerkrachtplan met een REPowerEU-hoofdstuk indienen, kunnen om de overdracht van tot 7,5 % van hun initiële nationale toewijzing van elk fonds aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit verzoeken op voorwaarde dat de lidstaat, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, reeds om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht. Het verzoek om overdracht vindt plaats ofwel in de partnerschapsovereenkomst, onder meer door de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c, e) en h), bedoelde informatie, ofwel in een verzoek tot wijziging van een programma. Indien het verzoek om overdracht betrekking heeft op een programmawijziging, zijn overdrachten alleen mogelijk voor middelen uit toekomstige kalenderjaren. Die overdrachten zijn een aanvulling op de in artikel 26 van deze verordening bedoelde mogelijkheid om middelen over te dragen.

1. Lidstaten die overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 bij de Commissie een herstel- en veerkrachtplan met een REPowerEU-hoofdstuk indienen, kunnen erom verzoeken dat tot 7,5 % van hun initiële nationale toewijzing van elk fonds wordt bijgedragen aan de in Verordening (EU) 2021/241 vastgestelde REPowerEU-doelstellingen, door maatregelen te ondersteunen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van die verordening, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening, op voorwaarde dat de lidstaat, overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste en tweede alinea, reeds om de overdracht ten belope van maximaal 5 % van middelen uit een bepaald fonds heeft verzocht. Indien de partnerschapsovereenkomst nog niet is goedgekeurd, vindt het verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen plaats ofwel in de partnerschapsovereenkomst, onder meer door de kennisgeving overeenkomstig artikel 69, lid 9, van een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c, e) en h), bedoelde informatie, ofwel in een verzoek tot wijziging van een programma. Indien het verzoek betrekking heeft op een programmawijziging, zijn aanvragen alleen mogelijk voor middelen uit toekomstige kalenderjaren. De mogelijkheid om middelen aan te vragen is een aanvulling op de in artikel 26 van deze verordening bedoelde mogelijkheid om middelen over te dragen.

Amendement  42

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De overgedragen middelen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 en worden ten voordele van de betrokken lidstaat gebruikt.

2. De op grond van artikel 26 van deze verordening overgedragen middelen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241. Op grond van artikel 26 bis van deze verordening aangevraagde middelen worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 en de bepalingen van de fondsspecifieke verordening inzake het respectieve fonds onder gedeeld beheer. Overgedragen middelen die afkomstig zijn uit of aangevraagde middelen die ter ondersteuning dienen van REPowerEU-doelstellingen worden uitsluitend ten voordele van de betrokken lidstaat gebruikt.

Amendement  43

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd, en om de overdracht wordt verzocht voordat een of meer programma’s is goedgekeurd, wordt de daaruit voortvloeiende inconsistentie tussen de partnerschapsovereenkomst en de programma’s niet aanmerking genomen bij het beoordelen van het programma overeenkomstig artikel 23, lid 1. In dergelijke gevallen dient de betrokken lidstaat een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie in, die een verzoek om overdracht in de zin van dit artikel vormt.

3. Indien de partnerschapsovereenkomst is goedgekeurd en het verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen wordt ingediend voordat een of meer programma’s is goedgekeurd, wordt de daaruit voortvloeiende inconsistentie tussen de partnerschapsovereenkomst en de programma’s niet aanmerking genomen bij het beoordelen van het programma overeenkomstig artikel 23, lid 1. In dergelijke gevallen dient de betrokken lidstaat een herziening van de in artikel 11, lid 1, punten c), e) en h), bedoelde informatie in, alsook een samenvatting van het verplichte raadplegingsproces met partners in overeenstemming met artikel 8, lid 1, die een verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen in de zin van dit artikel vormt.

Amendement  44

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. In afwijking van artikel 13 worden goedgekeurde partnerschapsovereenkomsten niet gewijzigd en brengen programmawijzigingen geen wijziging van de goedgekeurde partnerschapsovereenkomsten met zich mee.

Amendement  45

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Indien een programma ten behoeve van in dit artikel bedoelde overdrachten moet worden gewijzigd, geeft de Commissie, in afwijking van artikel 24, leden 2 en 4, uiterlijk één maand na de datum waarop de lidstaat het programma heeft ingediend, goedkeuring, of weigert zij deze, van de wijziging wat betreft de overdracht en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van het programma. In afwijking van artikel 40, lid 2, punt d), wordt het monitoringcomité geraadpleegd over de programmawijziging. Verzoeken tot wijziging van een programma vermelden welk totaalbedrag voor elk jaar per fonds en, waar van toepassing, per regiocategorie wordt overgedragen.

4. Indien een programma ten behoeve van een in dit artikel bedoeld verzoek om ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen moet worden gewijzigd, geeft de Commissie, in afwijking van artikel 24, leden 2 en 4, uiterlijk één maand na de datum waarop de lidstaat het programma heeft ingediend, goedkeuring, of weigert zij deze, van de wijziging wat betreft dit verzoek en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van het programma. Verzoeken tot wijziging van een programma vermelden welk totaalbedrag voor elk jaar per fonds en, waar van toepassing, per regiocategorie wordt bijgedragen aan de verwezenlijking van REPowerEU-doelstellingen.

Amendement  46

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. JTF-middelen, waaronder middelen die overeenkomstig artikel 27 uit het EFRO en het ESF+ zijn overgedragen, mogen niet aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden overgedragen uit hoofde van dit artikel.

5. JTF-middelen, waaronder middelen die overeenkomstig artikel 27 uit het EFRO en het ESF+ zijn overgedragen, worden niet aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overgedragen en worden niet aangevraagd ter ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen uit hoofde van dit artikel.

Amendement  47

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Indien de Commissie geen juridische verbintenis is aangegaan voor overeenkomstig lid 1 overgedragen middelen, kunnen de overeenkomstige niet-vastgelegde middelen terug worden overgedragen naar het fonds waaruit zij oorspronkelijk zijn overgedragen en aan een of meer programma’s zijn toegewezen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, leden 7, 8 en 9.

Schrappen

Amendement  48

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 26 bis – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. Gedane en betaalde uitgaven in verband met maatregelen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening worden overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening meegenomen in het aandeel van de klimaatdoelstellingen en het klimaataanpassingsmechanisme.

Amendement  49

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/1060

Artikel 112 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5a) Aan artikel 112 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

“6 bis.  Indien een lidstaat besluit op grond van artikel 26 bis van deze verordening middelen aan te vragen, kan in afwijking van artikel 112, leden 3 en 4, een medefinancieringspercentage tot 100 % worden toegepast op uitgaven die in de boekjaren die beginnen op 1 juli 2022 en eindigen op 30 juni 2026 in betalingsaanvragen zijn gedeclareerd voor een of meerdere prioritaire assen van een in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteund programma, voor de financiering van maatregelen ter ondersteuning van de REPowerEU-doelstellingen als bedoeld in artikel 21 quater, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/241, met uitzondering van fossielvrije waterstof, artikel 21 quater, lid 1, punt c), van die verordening, met uitzondering van faciliteiten voor het vervoer van fossiele brandstoffen, en artikel 21 quater, lid 1, punt d), van die verordening.

 

Verzoeken tot wijziging van het medefinancieringspercentage worden overeenkomstig artikel 24 ingediend als wijzigingen van een programma en gaan vergezeld van een herzien programma.”.

Amendement  50

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 bis (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 60 – leden 2 bis (nieuw) en 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

 

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

Aan artikel 60 worden de volgende leden toegevoegd:

 

“2 bis. In afwijking van artikel 60, lid 1, en artikel 120, lid 3, eerste en vierde alinea, kan met ingang van 1 februari 2022 op verzoek van een lidstaat voor een of meerdere prioritaire assen van een in het kader van het EFRO, het Cohesiefonds of het ESF+ ondersteund programma een medefinancieringspercentage tot 100 % worden toegepast op uitgaven ter bevordering van de responscapaciteit in energiecrises overeenkomstig de REPowerEU-doelstellingen en steun aan kwetsbare huishoudens en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.

 

Verzoeken tot wijziging van het medefinancieringspercentage worden overeenkomstig de in artikel 30 vervatte procedure voor de wijziging van programma’s ingediend en gaan vergezeld van een herzien programma of herziene programma’s.

 

Het medefinancieringspercentage van 100 % is enkel van toepassing indien de desbetreffende wijziging van het operationele programma vóór de indiening van de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling overeenkomstig artikel 135, lid 2, door de Commissie is goedgekeurd.

 

2 ter. In respons op de energiecrisis die voortvloeit uit de agressie van Rusland ten aanzien van Oekraïne kunnen de beschikbare middelen voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid” op verzoek van een lidstaat worden overgedragen tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds, ongeacht de in artikel 92, lid 1, punt a) tot en met d), vermelde percentages. Met het oog op deze overdrachten zijn de vereisten van artikel 92, lid 4, niet van toepassing.

 

De uit hoofde van dit lid tussen het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds overgedragen middelen worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van het fonds waaraan de middelen worden overgedragen.”.

Amendement  51

 

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – punt 1

Verordening (EU) 2021/1060

Bijlage II – punt 4.2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) In punt 4.2 van bijlage II bij Verordening (EU) 2021/1060 wordt het volgende ingevoegd:

Schrappen

“Referentie: artikel 26, lid 1, en artikel 26 bis van de GB-verordening.”

 

Amendement  52

 

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – punt 2

Verordening (EU) 2021/1060

Bijlage V – punt 3.1 – tabel 1

 

Huidige tekst

 

 

bijdrage aan InvestEU

Programmawijziging in verband met

overdracht naar instrumenten in direct of indirect beheer

 

overdracht tussen het EFRO, ESF+ en het Cohesiefonds of naar een ander fonds of andere fondsen

 

Amendement

In punt 3.1 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/1060 wordt de eerste tabel als volgt gewijzigd:

 

 

bijdrage aan InvestEU

Programmawijziging in verband met

overdracht naar instrumenten in direct of indirect beheer

 

overdracht tussen het EFRO, ESF+ en het Cohesiefonds of naar een ander fonds of andere fondsen

 

ondersteuning van REPowerEU-doelstellingen

 

 

(https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32021R1060)

Amendement  53

 

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – punt 3

Verordening (EU) 2021/1060

Bijlage V – punt 3.1 – voetnoot 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Alleen van toepassing op programmawijzigingen in overeenstemming met de artikelen 14, 26 en 26 bis, met uitzondering van aanvullende overdrachten naar het JTF in overeenstemming met artikel 27 van de GB-verordening. Overdrachten hebben geen invloed op de jaarlijkse verdeling van de financiële middelen op MFK-niveau voor een lidstaat.

Alleen van toepassing op programmawijzigingen in overeenstemming met de artikelen 14, 26 en 26 bis, met uitzondering van aanvullende overdrachten naar het JTF in overeenstemming met artikel 27 van de GB-verordening.

 


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) 2021/241 met betrekking tot REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen en wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Richtlijn (EU) 2015/1814

Document- en procedurenummers

COM(2022)0231 – C9-0183/2022 – 2022/0164(COD)

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

6.6.2022

ECON

6.6.2022

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

REGI

6.6.2022

Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking

15.9.2022

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Pascal Arimont

12.7.2022

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

15.9.2022

Behandeling in de commissie

15.9.2022

 

 

 

Datum goedkeuring

6.10.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

1

10

Bij de eindstemming aanwezige leden

Matteo Adinolfi, François Alfonsi, Pascal Arimont, Isabel Benjumea Benjumea, Tom Berendsen, Erik Bergkvist, Stéphane Bijoux, Franc Bogovič, Vlad-Marius Botoş, Rosanna Conte, Christian Doleschal, Matthias Ecke, Chiara Gemma, Krzysztof Hetman, Manolis Kefalogiannis, Ondřej Knotek, Cristina Maestre Martín De Almagro, Nora Mebarek, Martina Michels, Alin Mituța, Dan-Ştefan Motreanu, Andżelika Anna Możdżanowska, Niklas Nienaß, Andrey Novakov, Younous Omarjee, Alessandro Panza, Tsvetelina Penkova, Maxette Pirbakas, Caroline Roose, Marcos Ros Sempere, André Rougé, Susana Solís Pérez, Valdemar Tomaševski, Monika Vana

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Katalin Cseh, Stelios Kympouropoulos, Ana Miranda, Rovana Plumb, Peter Pollák

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Pietro Fiocchi

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

29

+

NI

Chiara Gemma, Maxette Pirbakas

PPE

Pascal Arimont, Isabel Benjumea Benjumea, Tom Berendsen, Franc Bogovič, Christian Doleschal, Krzysztof Hetman, Manolis Kefalogiannis, Stelios Kympouropoulos, Andrey Novakov, Peter Pollák

RENEW

Katalin Cseh, Alin Mituța, Susana Solís Pérez

S&D

Erik Bergkvist, Matthias Ecke, Cristina Maestre Martín De Almagro, Nora Mebarek, Tsvetelina Penkova, Rovana Plumb, Marcos Ros Sempere

THE LEFT

Martina Michels, Younous Omarjee

VERTS/ALE

François Alfonsi, Ana Miranda, Niklas Nienaß, Caroline Roose, Monika Vana

 

1

-

RENEW

Ondřej Knotek

 

10

0

ECR

Pietro Fiocchi, Andżelika Anna Możdżanowska, Valdemar Tomaševski

ID

Matteo Adinolfi, Rosanna Conte, Alessandro Panza, André Rougé

PPE

Dan-Ştefan Motreanu

RENEW

Stéphane Bijoux, Vlad-Marius Botoş

 

Verklaring van gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

 


 

ADVIES VAN DE COMMISSIE LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING (4.10.2022)

aan de Commissie economische en monetaire zaken en de Begrotingscommissie

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Besluit (EU) 2015/1814

(COM(2022)0231 – C9‑0183/2022 – 2022/0164(COD))

Rapporteur voor advies (*): Peter Jahr

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies - Artkel 57 van het Reglement

 

 

AMENDEMENTEN

De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie economische en monetaire zaken en de Begrotingscommissie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

 

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Ook Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad7 moet worden gewijzigd om de mogelijkheid te bieden tot 12,5 % van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling uit te voeren via de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Die methode van uitvoering valt te verantwoorden door de complementariteit en synergie-effecten tussen deze instrumenten wat betreft de doelstellingen van vermindering van het gebruik van kunstmeststoffen of uitbreiding van de productie van biomethaan of hernieuwbare energie, in overeenstemming met de in artikel 39 VWEU beschreven doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De uitvoering via de herstel- en veerkrachtfaciliteit moet de uitkering van middelen aan begunstigden in de landbouwsector versnellen, hetgeen van essentieel belang is gelet op de dringende noodzaak van de energiedoelstellingen.

Schrappen

__________________

 

7 Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1).

 

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van toewijzingen uit de marktstabiliteitsreserve, overdrachten van de middelen die onder Verordening (EU) 2021/1060 vallen en die zijn toegewezen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, ingediend in een plan, moeten te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

(20) Een verzoek om specifieke financiering voor REPowerEU-maatregelen, met inbegrip van toewijzingen uit de marktstabiliteitsreserve, moet te verantwoorden zijn door een hogere financiële behoefte in verband met extra hervormingen en investeringen uit het REPowerEU-hoofdstuk.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De aan de lidstaten toegewezen middelen in gedeeld beheer kunnen op verzoek van de betrokken lidstaat naar de faciliteit worden overgeschreven of daaraan worden toegewezen op de voorwaarden van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 81 bis van Verordening (EU) 2021/2115. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

(1) De aan de lidstaten toegewezen middelen in gedeeld beheer kunnen op verzoek van de betrokken lidstaat naar de faciliteit worden overgeschreven of daaraan worden toegewezen op de voorwaarden van artikel 26 bis van Verordening (EU) 2021/1060. Die middelen worden uitsluitend gebruikt ten gunste van de betrokken lidstaat.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 21 ter – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) De op grond van artikel 81 bis van Verordening (EU) 2021/2115 toegewezen middelen steunen de maatregelen uit artikel 21 quater, lid 1, punt b), van deze verordening voor investeringen op landbouwbedrijven ten behoeve van landbouwers of groepen landbouwers, met name om bij te dragen aan het verminderen van het gebruik van kunstmeststoffen, het verhogen van de productie van hernieuwbare energie en duurzaam biomethaan, en het stimuleren van energie-efficiëntie.

Schrappen

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Artikel 3

 

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

[...]

Schrappen


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) 2021/241 met betrekking tot REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen en wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Richtlijn (EU) 2015/1814

Document- en procedurenummers

COM(2022)0231 – C9-0183/2022 – 2022/0164(COD)

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

6.6.2022

ECON

6.6.2022

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

AGRI

6.6.2022

Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking

15.9.2022

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Peter Jahr

14.6.2022

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

15.9.2022

Behandeling in de commissie

31.8.2022

 

 

 

Datum goedkeuring

3.10.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

44

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Mazaly Aguilar, Clara Aguilera, Atidzhe Alieva-Veli, Attila Ara-Kovács, Carmen Avram, Benoît Biteau, Mara Bizzotto, Daniel Buda, Isabel Carvalhais, Asger Christensen, Angelo Ciocca, Dacian Cioloş, Ivan David, Paolo De Castro, Jérémy Decerle, Salvatore De Meo, Herbert Dorfmann, Dino Giarrusso, Francisco Guerreiro, Martin Häusling, Martin Hlaváček, Jarosław Kalinowski, Elsi Katainen, Camilla Laureti, Gilles Lebreton, Norbert Lins, Chris MacManus, Colm Markey, Marlene Mortler, Ulrike Müller, Maria Noichl, Juozas Olekas, Eugenia Rodríguez Palop, Bronis Ropė, Bert-Jan Ruissen, Petri Sarvamaa, Simone Schmiedtbauer, Annie Schreijer-Pierik, Marc Tarabella, Veronika Vrecionová, Sarah Wiener, Juan Ignacio Zoido Álvarez

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Peter Jahr, Tom Vandenkendelaere

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

44

+

ECR

Mazaly Aguilar, Bert‑Jan Ruissen, Veronika Vrecionová

ID

Mara Bizzotto, Angelo Ciocca, Ivan David, Gilles Lebreton

NI

Dino Giarrusso

PPE

Daniel Buda, Salvatore De Meo, Herbert Dorfmann, Peter Jahr, Jarosław Kalinowski, Norbert Lins, Colm Markey, Marlene Mortler, Petri Sarvamaa, Simone Schmiedtbauer, Annie Schreijer‑Pierik, Tom Vandenkendelaere, Juan Ignacio Zoido Álvarez

RENEW

Atidzhe Alieva‑Veli, Asger Christensen, Dacian Cioloş, Jérémy Decerle, Martin Hlaváček, Elsi Katainen, Ulrike Müller

S&D

Clara Aguilera, Attila Ara‑Kovács, Carmen Avram, Isabel Carvalhais, Paolo De Castro, Camilla Laureti, Maria Noichl, Juozas Olekas, Marc Tarabella

THE LEFT

Chris MacManus, Eugenia Rodríguez Palop

VERTS/ALE

Benoît Biteau, Francisco Guerreiro, Martin Häusling, Bronis Ropė, Sarah Wiener

 

0

-

 

 

 

0

0

 

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 


PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) 2021/241 met betrekking tot REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen en wijziging van Verordening (EU) 2021/1060, Verordening (EU) 2021/2115, Richtlijn 2003/87/EG en Richtlijn (EU) 2015/1814

Document- en procedurenummers

COM(2022)0231 – C9-0183/2022 – 2022/0164(COD)

Datum indiening bij EP

19.5.2022

 

 

 

Bevoegde commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

6.6.2022

ECON

6.6.2022

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

ENVI

6.6.2022

ITRE

6.6.2022

REGI

6.6.2022

AGRI

6.6.2022

Medeverantwoordelijke commissies

 Datum bekendmaking

AGRI

15.9.2022

ENVI

15.9.2022

ITRE

15.9.2022

REGI

15.9.2022

Rapporteurs

 Datum benoeming

Eider Gardiazabal Rubial

21.6.2022

Siegfried Mureşan

21.6.2022

Dragoş Pîslaru

21.6.2022

 

Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure

 Datum bekendmaking

 

 

15.9.2022

Datum goedkeuring

25.10.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

80

6

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Rasmus Andresen, Anna-Michelle Asimakopoulou, Pietro Bartolo, Gunnar Beck, Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Gilles Boyer, Engin Eroglu, Markus Ferber, José Manuel Fernandes, Jonás Fernández, Frances Fitzgerald, Eider Gardiazabal Rubial, Alexandra Geese, Vlad Gheorghe, Claude Gruffat, José Gusmão, Enikő Győri, Valérie Hayer, Eero Heinäluoma, Niclas Herbst, Michiel Hoogeveen, Danuta Maria Hübner, Stasys Jakeliūnas, France Jamet, Billy Kelleher, Moritz Körner, Ondřej Kovařík, Joachim Kuhs, Zbigniew Kuźmiuk, Georgios Kyrtsos, Aurore Lalucq, Pierre Larrouturou, Janusz Lewandowski, Aušra Maldeikienė, Margarida Marques, Pedro Marques, Costas Mavrides, Eric Minardi, Silvia Modig, Csaba Molnár, Siegfried Mureşan, Caroline Nagtegaal, Victor Negrescu, Luděk Niedermayer, Andrey Novakov, Dimitrios Papadimoulis, Piernicola Pedicini, Lídia Pereira, Kira Marie Peter-Hansen, Eva Maria Poptcheva, Evelyn Regner, Karlo Ressler, Dorien Rookmaker, Bogdan Rzońca, Alfred Sant, Joachim Schuster, Ralf Seekatz, Pedro Silva Pereira, Nicolae Ştefănuță, Irene Tinagli, Nils Torvalds, Ernest Urtasun, Nils Ušakovs, Inese Vaidere, Rainer Wieland, Stéphanie Yon-Courtin, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Nicola Beer, Damian Boeselager, Lefteris Christoforou, Rosa D’Amato, Ilan De Basso, Tamás Deutsch, Bas Eickhout, Agnès Evren, Jan Olbrycht, Jessica Polfjärd, Clara Ponsatí Obiols, René Repasi, Jörgen Warborn

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Alessandra Basso, Alexander Bernhuber, Vasile Blaga, Włodzimierz Cimoszewicz, Estrella Durá Ferrandis, Gabriel Mato, Javier Moreno Sánchez, Grace O’Sullivan, Vera Tax

Datum indiening

27.10.2022

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

80

+

ID

Alessandra Basso, Marco Zanni

NI

Clara Ponsatí Obiols

PPE

Anna-Michelle Asimakopoulou, Isabel Benjumea Benjumea, Stefan Berger, Alexander Bernhuber, Vasile Blaga, Lefteris Christoforou, Agnès Evren, Markus Ferber, José Manuel Fernandes, Frances Fitzgerald, Niclas Herbst, Danuta Maria Hübner, Janusz Lewandowski, Aušra Maldeikienė, Gabriel Mato, Siegfried Mureşan, Luděk Niedermayer, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Lídia Pereira, Jessica Polfjärd, Karlo Ressler, Ralf Seekatz, Inese Vaidere, Jörgen Warborn, Rainer Wieland

RENEW

Nicola Beer, Gilles Boyer, Engin Eroglu, Vlad Gheorghe, Valérie Hayer, Billy Kelleher, Moritz Körner, Ondřej Kovařík, Georgios Kyrtsos, Caroline Nagtegaal, Eva Maria Poptcheva, Nicolae Ştefănuță, Nils Torvalds, Stéphanie Yon-Courtin

S&D

Pietro Bartolo, Włodzimierz Cimoszewicz, Ilan De Basso, Estrella Durá Ferrandis, Jonás Fernández, Eider Gardiazabal Rubial, Eero Heinäluoma, Aurore Lalucq, Pierre Larrouturou, Margarida Marques, Pedro Marques, Costas Mavrides, Csaba Molnár, Javier Moreno Sánchez, Victor Negrescu, Evelyn Regner, René Repasi, Alfred Sant, Joachim Schuster, Pedro Silva Pereira, Vera Tax, Irene Tinagli, Nils Ušakovs

THE LEFT

José Gusmão, Silvia Modig, Dimitrios Papadimoulis

VERTS/ALE

Rasmus Andresen, Damian Boeselager, Rosa D'Amato, Bas Eickhout, Alexandra Geese, Claude Gruffat, Stasys Jakeliūnas, Grace O'Sullivan, Piernicola Pedicini, Kira Marie Peter-Hansen, Ernest Urtasun

 

6

-

ECR

Michiel Hoogeveen, Dorien Rookmaker

ID

Gunnar Beck, Joachim Kuhs

NI

Tamás Deutsch, Enikő Győri

 

4

0

ECR

Zbigniew Kuźmiuk, Bogdan Rzońca

ID

France Jamet, Eric Minardi

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

Laatst bijgewerkt op: 7 november 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid