VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie

7.12.2022 - (COM(2022)0018 – C9‑0010/2022 – 2022/0009(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Isabel Santos


Procedure : 2022/0009(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0289/2022
Ingediende teksten :
A9-0289/2022
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie

(COM(2022)0018 – C9‑0010/2022 – 2022/0009(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2022)0018),

 gezien artikel 294, lid 2, en artikel 168, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0010/2022),

 gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien artikel 59 van zijn Reglement,

 gezien het advies van de Begrotingscommissie,

 gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A9-0289/2022),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving is opgericht om op het niveau van de Unie feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie te verstrekken over drugs, drugsverslaving en de gevolgen daarvan, teneinde de Unie en de lidstaten feitenmateriaal te verschaffen ter ondersteuning van de beleidsvorming en als leidraad voor initiatieven op het gebied van drugsbestrijding en hen aldus een toegevoegde waarde te bieden wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsterreinen maatregelen nemen of acties uitstippelen om de drugsproblematiek aan te pakken. Door de oprichting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving is de beschikbaarheid van informatie over drugs en drugsverslaving in heel Europa duidelijk verbeterd.

(2) Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving is opgericht om feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie te verstrekken over drugs, drugsverslaving en de gevolgen daarvan in de Unie en om de landen die deelnemen aan de werkzaamheden van het agentschap een overzicht van die informatie te bieden en feitenmateriaal te verschaffen ter ondersteuning van de beleidsvorming en als leidraad voor initiatieven op het gebied van drugsbestrijding en hen aldus een toegevoegde waarde te bieden wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsterreinen maatregelen nemen of acties uitstippelen om de drugsproblematiek aan te pakken. Door de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving is de beschikbaarheid van informatie over drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan in heel Europa en buiten Europa duidelijk verbeterd.

Amendement  2

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Hoewel de algemene doelstelling van Verordening (EG) nr. 1920/2006 nog steeds geldig is en moet worden behouden, is deze verordening als zodanig niet langer geschikt om de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van drugs aan te pakken. Daarom moet het mandaat van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving worden herzien, onder meer door het waarnemingscentrum te vervangen door en om te dopen tot het “Drugsagentschap van de Europese Unie” (“het agentschap”). Aangezien Verordening (EG) nr. 1920/2006 ingrijpend moet worden gewijzigd om rekening te houden met de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen van de Unie48 en met de ontwikkelingen op het gebied van drugs, moet die verordening ter wille van de duidelijkheid worden vervangen door een nieuwe verordening.

(3) Hoewel de algemene doelstelling van Verordening (EG) nr. 1920/2006 nog steeds geldig is en moet worden behouden, is deze verordening als zodanig niet langer geschikt om de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van drugs aan te pakken. Daarom moet het mandaat van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving worden herzien, onder meer door het waarnemingscentrum te versterken en te vervangen door en om te dopen tot het “Drugsagentschap van de Europese Unie” (“het agentschap”). Aangezien Verordening (EG) nr. 1920/2006 ingrijpend moet worden gewijzigd om rekening te houden met de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen van de Unie48, om ervoor te zorgen dat deze de evenwichtige, empirisch onderbouwde, geïntegreerde en multidisciplinaire benadering die verankerd is in de drugsstrategieën van de Unie weerspiegelt en rekening houdt met gendergelijkheids- en leeftijdsaspecten en gelijke gezondheidskansen, en om rekening te houden met de ontwikkelingen op het gebied van drugs, moet die verordening ter wille van de duidelijkheid en doeltreffendheid worden vervangen door een nieuwe verordening.

__________________

__________________

48 Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie van 19 juli 2012 over gedecentraliseerde agentschappen, https://european-union.europa.eu/sites/default/files/docs/body/joint_statement_and_common_approach_2012_en.pdf

48 Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie van 19 juli 2012 over gedecentraliseerde agentschappen, https://european-union.europa.eu/sites/default/files/docs/body/joint_statement_and_common_approach_2012_en.pdf

Amendement  3

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) In Verordening (EG) nr. 1920/2006 lag de nadruk vooral op gezondheidskwesties. Er moet echter ook aandacht worden besteed aan de drugsmarkten en het drugsaanbod om inzicht te krijgen in de gevolgen van het drugsfenomeen voor de volksgezondheid, de beschikbaarheid van drugs in de Unie terug te dringen en de vraag naar drugs in te dammen. Gezondheids- en aanbodgerelateerde kwesties zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het agentschap moet de drugsproblematiek daarom op een meer holistische wijze aanpakken.

(4) In Verordening (EG) nr. 1920/2006 lag de nadruk vooral op gezondheidskwesties, en deze moeten de meeste aandacht blijven krijgen en onverminderd een prioriteit zijn voor het agentschap. Er moet echter ook aandacht worden besteed aan de drugsmarkten en het drugsaanbod om inzicht te krijgen in de gevolgen van de drugsproblematiek voor de volksgezondheid, de beschikbaarheid van drugs in de Unie terug te dringen en de vraag naar drugs in te dammen. Gezondheids- en aanbodgerelateerde kwesties zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het agentschap moet de drugsproblematiek daarom op een meer holistische wijze aanpakken met het oog op het verstrekken van feitelijke, objectieve, betrouwbare, vergelijkbare en Uniebrede gegevens en analyses. Het agentschap moet de drugsproblematiek aanpakken aan de hand van een benadering ten aanzien van drugs, drugsgebruik, aan drugsgebruik gerelateerde stoornissen en verslavingen, preventie, behandeling, zorg, risico- en schadebeperking, rehabilitatie, sociale re-integratie, drugsaanbod, waaronder illegale productie en illegale handel, en andere drugsgerelateerde kwesties en de gevolgen daarvan, in het kader waarvan aandacht wordt besteed aan mensenrechten-, gendergelijkheids-, volksgezondheids- en sociale aspecten alsook aan gelijkheid in de zorg.

Amendement  4

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) De werkzaamheden van het agentschap moeten worden verricht met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Unie en haar lidstaten op het gebied van drugs. De werkzaamheden moeten betrekking hebben op de verschillende aspecten van de drugsproblematiek en de in dit verband toegepaste oplossingen. Daarbij moet het agentschap zich laten leiden door relevante strategieën en actieplannen die door de Unie zijn vastgesteld, met name de huidige EU-drugsstrategie en het huidige EU-drugsactieplan.

(5) De werkzaamheden van het agentschap moeten worden verricht met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Unie en haar lidstaten op het gebied van drugs en op het gebied van de bescherming en verbetering van de volksgezondheid. De werkzaamheden moeten betrekking hebben op de verschillende aspecten van de drugsproblematiek en de in dit verband toegepaste oplossingen. Daarbij moet het agentschap zich laten leiden door en handelen overeenkomstig de evenwichtige, empirisch onderbouwde, geïntegreerde en multidisciplinaire benadering die verankerd is in de relevante strategieën en actieplannen die door de Unie zijn vastgesteld, met name de huidige EU-drugsstrategie en het huidige EU-drugsactieplan.

Amendement  5

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Bij de uitvoering van zijn activiteiten moet het agentschap samenwerken met andere agentschappen en organen van de Unie, met name het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol), het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol), het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur (EACEA), en moet het rekening houden met hun activiteiten om dubbel werk te voorkomen. Er moet ook op internationaal vlak worden samengewerkt met relevante autoriteiten en organen in derde landen en op het niveau van de Verenigde Naties.

(6) Bij de uitvoering van zijn activiteiten moet het agentschap samenwerken met andere relevante organen en instanties van de Unie, rekening houdend met hun mandaat, en moet het rekening houden met hun activiteiten om dubbel werk te voorkomen. Er moet ook op internationaal vlak worden samengewerkt met relevante autoriteiten en organen in derde landen, met name met kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten, alsook met de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, en op het niveau van de Verenigde Naties. In het kader van deze samenwerking moeten de internationale mensenrechtennormen worden geëerbiedigd.

Amendement  6

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) Met het oog op maximale doeltreffendheid bij de aanpak van de drugsproblematiek moet het agentschap actief samenwerken met de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties van gezondheidsprofessionals, universiteiten, betrokken gemeenschappen, organisaties uit het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van organisaties van drugsgebruikers, en andere relevante belanghebbenden.

Amendement  7

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Polymiddelengebruik, dat wil zeggen het gelijktijdige gebruik van een of meer legale of illegale psychoactieve stoffen of soorten stoffen, wanneer die stoffen samen met drugs worden ingenomen, komt steeds vaker voor. Daarom moet het agentschap zich ook richten op andere verslavende stoffen wanneer deze stoffen samen met drugs worden gebruikt, door monitoringsystemen te ontwikkelen die, in plaats van zich te richten op slechts één stof, bijvoorbeeld heroïne, ook rekening houden met de belangrijke rol van gelijktijdig of opeenvolgend gebruik van andere stoffen, zoals niet-gecontroleerde opioïden of oneigenlijk gebruikte geneesmiddelen.

(7) In het kader van de werkzaamheden van het agentschap moet terdege rekening worden gehouden met polymiddelengebruik, want dit komt steeds vaker voor.

Amendement  8

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Het verzamelen, analyseren en verspreiden van gegevens moet de hoofdtaak van het agentschap blijven. De standaardgegevens worden verzameld via de nationale knooppunten, die een van de belangrijkste gegevensverstrekkers voor het agentschap moeten blijven. Met behulp van innovatieve methoden voor gegevensverzameling zijn er steeds meer aanvullende gegevensbronnen beschikbaar die dichter bij realtime aansluiten. Daarom moet het agentschap toegang hebben tot alle beschikbare gegevens om een holistisch beeld te krijgen van de drugsproblematiek in de Unie en de externe factoren die daarop van invloed zijn.

(9) Het verzamelen, analyseren en verspreiden van gegevens moet de hoofdtaak van het agentschap blijven. Bij het verzamelen, analyseren en verspreiden van gegevens moet het agentschap het rechtskader voor de verwerking van persoonsgegevens naleven en mag het geen gegevens verspreiden aan de hand waarvan personen of kleine groepen personen kunnen worden geïdentificeerd. De standaardgegevens worden verzameld via de nationale knooppunten, die een van de belangrijkste gegevensverstrekkers voor het agentschap moeten blijven. Met behulp van innovatieve methoden voor gegevensverzameling zijn er steeds meer aanvullende gegevensbronnen beschikbaar die dichter bij realtime aansluiten. Daarom moet het agentschap toegang hebben tot alle beschikbare gegevens om een holistisch beeld te krijgen van de drugsproblematiek in de Unie en de externe factoren die daarop van invloed zijn.

Amendement  9

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) De nationale knooppunten zijn belangrijke actoren voor het verbeteren van de methoden en instrumenten voor gegevensverzameling en het ontwikkelen van relevante richtsnoeren voor de uitvoering ervan.

Amendement  10

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De aan het agentschap opgelegde verplichtingen inzake gegevens moeten worden weerspiegeld in de nationale knooppunten. Deze knooppunten moeten in de lidstaten de bevoegdheid krijgen om alle relevante gegevens van de verschillende nationale autoriteiten te ontvangen. Het verzamelen van gegevens in de lidstaten moet zoveel mogelijk worden gestroomlijnd om dubbele rapportage en dubbel werk te voorkomen.

(10) De aan het agentschap opgelegde verplichtingen inzake gegevens moeten worden weerspiegeld in de nationale knooppunten. Deze knooppunten moeten in de lidstaten de bevoegdheid krijgen om alle relevante gegevens van de verschillende nationale autoriteiten te ontvangen. Het verzamelen van gegevens in de lidstaten moet zoveel mogelijk worden gestroomlijnd om dubbele rapportage en dubbel werk te voorkomen, en moet in overeenstemming zijn met de grondrechten en de wetgeving inzake gegevensbescherming.

Amendement  11

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Om het verzamelen van gegevens en het uitwisselen van informatie, zowel kwalitatief als kwantitatief, te vergemakkelijken en te structureren, en om de totstandbrenging van een geïntegreerd en interoperabel monitoringsysteem dat monitoring in realtime mogelijk maakt, te ondersteunen, moet het agentschap over een passende digitale oplossing beschikken. Dit moet de automatisering van het beheer en de uitwisseling van gegevens en informatie mogelijk maken. Een dergelijke oplossing moet ook de monitoring in realtime van op technologie gebaseerde drugsmarkten, waaronder het darknet, vergemakkelijken.

(11) Om het verzamelen van gegevens en het uitwisselen van informatie, zowel kwalitatief als kwantitatief, te vergemakkelijken en te structureren, en om de totstandbrenging van een geïntegreerd en interoperabel monitoringsysteem dat monitoring in realtime mogelijk maakt, te ondersteunen, moet het agentschap passende digitale oplossingen ontwikkelen en toepassen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn taken.

Amendement  12

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De drugsproblematiek raakt steeds nauwer verstrengeld met technologie, zoals opnieuw is gebleken tijdens de COVID-19-pandemie, die leidde tot een toename van het gebruik van nieuwe technologieën om de distributie van drugs te vergemakkelijken. Geschat wordt dat ongeveer twee derde van het aanbod op de darknetmarkt te maken heeft met drugs. Voor de handel in drugs worden er verschillende platforms gebruikt, waaronder socialemedianetwerken en mobiele applicaties. Deze ontwikkeling komt tot uiting in de reacties op het drugsfenomeen, met een toenemend gebruik van mobiele applicaties en e-gezondheidsinterventies. Het agentschap moet, samen met de andere betrokken agentschappen van de Unie en zonder dubbel werk te doen, dergelijke ontwikkelingen monitoren als onderdeel van zijn holistische aanpak van de drugsproblematiek.

(14) De drugsproblematiek raakt steeds nauwer verstrengeld met technologie, zoals opnieuw is gebleken tijdens de COVID-19-pandemie, die leidde tot een toename van het gebruik van nieuwe technologieën om de distributie van drugs te vergemakkelijken. Geschat wordt dat ongeveer twee derde van het aanbod op de darknetmarkt te maken heeft met drugs. Voor de handel in drugs worden er verschillende platforms gebruikt, waaronder socialemedianetwerken en mobiele applicaties. Deze ontwikkeling komt tot uiting in de reacties op de drugsproblematiek, met een toenemend gebruik van internetcommunicatie, mobiele applicaties en e-gezondheidsinterventies. Het agentschap moet, samen met de andere betrokken agentschappen van de Unie en zonder dubbel werk te doen, dergelijke ontwikkelingen monitoren als onderdeel van zijn holistische aanpak van de drugsproblematiek. Het agentschap moet passende digitale oplossingen aan de lidstaten kunnen aanbevelen om de drugsproblematiek op een gecoördineerde en coherente manier aan te pakken, rekening houdend met de technologische vooruitgang en meer geavanceerde encryptiemethoden.

Amendement  13

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Op basis van de versterkte monitoring door het agentschap en de ervaring die is opgedaan met de risicobeoordeling van nieuwe psychoactieve stoffen, moet het agentschap een capaciteit voor algemene dreigingsevaluatie ontwikkelen. Er is dringend behoefte aan een meer proactieve capaciteit om nieuwe dreigingen snel te detecteren en input te geven voor de ontwikkeling van tegenmaatregelen, aangezien het dynamische karakter van de moderne drugsproblematiek ertoe leidt dat de daarmee samenhangende problemen zich snel over de grenzen heen kunnen verspreiden.

(16) Op basis van de versterkte monitoring door het agentschap en de ervaring die is opgedaan met de risicobeoordeling van nieuwe psychoactieve stoffen, moet het agentschap capaciteiten ontwikkelen voor de evaluatie van algemene gezondheids- en veiligheidsdreigingen. Er is dringend behoefte aan een meer proactieve capaciteit om nieuwe dreigingen snel te detecteren en input te geven voor de ontwikkeling van tegenmaatregelen, aangezien het dynamische karakter van de moderne drugsproblematiek ertoe leidt dat de daarmee samenhangende problemen zich snel over de grenzen heen kunnen verspreiden.

Amendement  14

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Aangezien gevaarlijke stoffen schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid, moet het agentschap waarschuwingen kunnen afgeven. Ter ondersteuning van deze functie moet het agentschap een Europees waarschuwingssysteem voor drugs ontwikkelen, dat toegankelijk moet zijn voor de nationale autoriteiten. Een dergelijk systeem moet een snelle uitwisseling van informatie faciliteren, waarbij er mogelijkerwijs snel maatregelen moeten worden genomen ter waarborging van de volksgezondheid, de veiligheid en de beveiliging. Het agentschap moet niet alleen de nationale autoriteiten, maar ook de potentiële gebruikers van deze stoffen daarover kunnen informeren.

(17) Aangezien gevaarlijke stoffen schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid, moet het agentschap waarschuwingen kunnen afgeven. Ter ondersteuning van deze functie moet het agentschap een Europees waarschuwingssysteem voor drugs ontwikkelen, dat toegankelijk moet zijn voor de nationale autoriteiten. Een dergelijk systeem moet een snelle uitwisseling van informatie faciliteren, waarbij er mogelijkerwijs snel maatregelen moeten worden genomen ter waarborging van de volksgezondheid, de sociale rechten en de mensenrechten, de veiligheid en de beveiliging. Het agentschap moet niet alleen de nationale autoriteiten, maar ook de potentiële gebruikers van deze stoffen daarover kunnen informeren.

Amendement  15

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) Om de kennis op dit gebied te verbeteren en de lidstaten te ondersteunen, moet het agentschap relevante projecten definiëren en financieren, zoals de ontwikkeling van referentienormen voor nieuwe drugs, de uitwerking van toxicologische of farmacologische studies, en drugsprofilering. Een dergelijke aanpak zou de uitwisseling van informatie tussen relevante laboratoria ondersteunen en de kosten voor afzonderlijke laboratoria reduceren.

(21) Om de kennis op dit gebied te verbeteren en de lidstaten te ondersteunen, moet het agentschap relevante projecten definiëren en financieren, zoals de ontwikkeling van referentienormen voor nieuwe drugs, de uitwerking van toxicologische of farmacologische studies, de toepassing van innovatieve benaderingen op het gebied van onderzoek, en drugsprofilering. Een dergelijke aanpak zou de uitwisseling van informatie tussen relevante laboratoria ondersteunen en de kosten voor afzonderlijke laboratoria reduceren. De projecten die het agentschap financiert en de bedragen die in elk project worden geïnvesteerd, moeten ingepast worden in het jaarlijkse werkprogramma van het agentschap en openbaar worden gemaakt.

Amendement  16

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Aangezien het agentschap toegang heeft tot gegevens en beschikt over de nodige wetenschappelijke deskundigheid om empirisch onderbouwde preventiestrategieën te ontwikkelen en te bevorderen, moet het worden betrokken bij preventiewerkzaamheden, met name de uitwisseling van beste praktijken en toepasbare onderzoeksresultaten op het gebied van drugspreventie, preventie van drugscriminaliteit en preventie van drugsgerelateerde schade, met inbegrip van het opstellen van kwaliteitsnormen voor drugspreventie (Europese kwaliteitsnormen voor drugspreventie) of van een curriculum dat besluitvormers en beleidsmakers kennis verschaft over de meest doeltreffende en empirisch onderbouwde preventiemaatregelen en -benaderingen (preventiecurriculum van de Europese Unie).

(22) Aangezien het agentschap toegang heeft tot gegevens en beschikt over de nodige wetenschappelijke deskundigheid om empirisch onderbouwde, gendergevoelige en op de leeftijd afgestemde maatregelen en beste praktijken op het gebied van schadebeperking, behandeling, herstel, zorg en rehabilitatie, en beleidsmaatregelen en bewustmakingsactiviteiten te ontwikkelen en te bevorderen, moet het worden betrokken bij drugspreventie en preventie van drugscriminaliteit en preventie van drugsgerelateerde schade, met inbegrip van het opstellen van kwaliteitsnormen voor drugspreventie (Europese kwaliteitsnormen voor drugspreventie) of van een curriculum dat besluitvormers en beleidsmakers kennis verschaft over de meest doeltreffende en empirisch onderbouwde preventiemaatregelen en -benaderingen (preventiecurriculum van de Europese Unie), waarbij met name aandacht besteed wordt aan manieren om hoogrisicogroepen te bereiken.

Amendement  17

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Aangezien het agentschap opereert vanuit het perspectief van de Unie, moet het nationale maatregelen en opleidingen, bijvoorbeeld op het gebied van preventie, behandeling, schadebeperking en andere daarmee samenhangende maatregelen kunnen beoordelen op hun consistentie met de meest recente wetenschappelijke stand van zaken en hun bewezen nut. De lidstaten of de betrokken beroepsorganisaties moeten accreditatie of certificering kunnen gebruiken als kwaliteitskeurmerk voor hun werkzaamheden.

(23) Aangezien het agentschap opereert vanuit het perspectief van de Unie, moet het nationale maatregelen en opleidingen, bijvoorbeeld op het gebied van preventie, waaronder gendergevoelige en op de leeftijd afgestemde preventiemaatregelen, behandeling, schadebeperking, herstel en andere daarmee samenhangende maatregelen kunnen beoordelen op hun consistentie met de meest recente wetenschappelijke stand van zaken en hun bewezen doeltreffendheid. De lidstaten of de betrokken beroepsorganisaties moeten accreditatie of certificering kunnen gebruiken als kwaliteitskeurmerk voor hun werkzaamheden.

Amendement  18

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) De verantwoordelijkheden van het agentschap op het gebied van internationale samenwerking moeten duidelijker worden afgebakend, zodat het ten volle kan deelnemen aan dergelijke activiteiten en kan reageren op verzoeken van derde landen en instanties. Het agentschap moet ondersteuning kunnen bieden bij de ontwikkeling en uitvoering van de externe dimensie van het drugsbeleid van de Unie en bij de leidende rol van de Unie op multilateraal niveau, als middel voor een efficiënte en coherente uitvoering van het drugsbeleid van de Unie, zowel intern als op internationaal niveau. Opdat het agentschap in staat zou zijn voldoende middelen vrij te maken voor deze taak, moeten de werkzaamheden op het gebied van internationale samenwerking deel uitmaken van de kerntaken van het agentschap. Deze werkzaamheden moeten gebaseerd zijn op een kader voor internationale samenwerking van het agentschap, dat moet stroken met de prioriteiten van de Unie inzake internationale samenwerking en dat regelmatig moet worden herzien om ervoor te zorgen dat het de internationale ontwikkelingen adequaat weerspiegelt.

(25) Internationale samenwerking moet een kerntaak van het agentschap zijn, waarbij de verantwoordelijkheden duidelijk moeten worden afgebakend, zodat het ten volle kan deelnemen aan dergelijke activiteiten en kan reageren op verzoeken van derde landen en instanties. Het agentschap moet passende wetenschappelijke en empirisch onderbouwde instrumenten kunnen bieden voor de ontwikkeling en uitvoering van de externe dimensie van het drugsbeleid van de Unie en bij de leidende rol van de Unie op multilateraal niveau, als middel voor een efficiënte en coherente uitvoering van het drugsbeleid van de Unie, zowel intern als op internationaal niveau. De werkzaamheden op dit gebied moeten gebaseerd zijn op een kader voor internationale samenwerking van het agentschap, dat moet stroken met de prioriteiten van de Unie inzake internationale samenwerking en dat in overeenstemming moet zijn met de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Het Agentschap moet het kader voor internationale samenwerking regelmatig herzien om ervoor te zorgen dat het de internationale ontwikkelingen adequaat weerspiegelt.

Amendement  19

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 26

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Om het volledige potentieel van de Uniefinanciering voor veiligheidsonderzoek te benutten en tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van het drugsbeleid, moet het agentschap de Commissie bijstaan bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie voor onderzoek en innovatie die relevant zijn voor de doelstellingen van het agentschap. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, mag het, met het oog op de voorkoming van een mogelijk belangenconflict, geen financiering uit hoofde van dat programma ontvangen. Tot slot moet het agentschap deelnemen aan Uniebrede initiatieven op het gebied van onderzoek en innovatie om ervoor te zorgen dat de voor zijn activiteiten benodigde technologieën worden ontwikkeld en beschikbaar zijn voor gebruik.

(26) Om het volledige potentieel van de Uniefinanciering voor veiligheids- en gezondheidsonderzoek te benutten en tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van het drugsbeleid, moet het agentschap de Commissie bijstaan bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie voor onderzoek en innovatie die relevant zijn voor de doelstellingen van het agentschap. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, mag het geen financiering uit hoofde van dat programma ontvangen en moet het alle nodige maatregelen nemen om belangenconflicten te voorkomen. Tot slot moet het agentschap deelnemen aan Uniebrede initiatieven op het gebied van onderzoek en innovatie om ervoor te zorgen dat de voor zijn activiteiten benodigde technologieën worden ontwikkeld en beschikbaar zijn voor gebruik. De geplande onderzoeks- en innovatieactiviteiten moeten worden opgenomen in het enig programmeringsdocument dat het meerjarige en jaarlijkse werkprogramma van het agentschap bevat.

Amendement  20

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De raad van bestuur moet bij de voorbereiding van zijn besluiten worden bijgestaan door een uitvoerende raad. Het agentschap moet worden geleid door een uitvoerend directeur. Een wetenschappelijk comité moet de raad van bestuur en de uitvoerend directeur blijven bijstaan met betrekking tot relevante wetenschappelijke aangelegenheden.

(27) De raad van bestuur moet bij de voorbereiding van zijn besluiten worden bijgestaan door een uitvoerende raad. Het agentschap moet worden geleid door een uitvoerend directeur. Een wetenschappelijk comité moet de raad van bestuur en de uitvoerend directeur blijven bijstaan met betrekking tot relevante wetenschappelijke aangelegenheden. Bij de benoeming van personen in functies binnen de administratieve en bestuursstructuur van het agentschap, waaronder de raad van bestuur, moet terdege rekening worden gehouden met de professionele achtergrond van deze personen en het genderevenwicht in de betrokken structuur.

Amendement  21

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 27 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis) Om de onafhankelijke werking en integriteit van het agentschap te waarborgen, moet de raad van bestuur praktische regelingen vaststellen voor de preventie van en omgang met belangenconflicten, rekening houdend met de aanbevelingen van de Europese Ombudsman. Die regelingen moeten met name waarborgen dat hooggeplaatste vertegenwoordigers van het agentschap de integriteit van het agentschap tijdens of na hun ambtstermijn niet ondermijnen.

Amendement  22

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28) De nationale knooppunten moeten een van de belangrijkste gegevensverstrekkers van het agentschap zijn. Er moeten minimumeisen worden vastgesteld voor het opzetten ervan door de lidstaten en voor het certificeren ervan door het agentschap. Om de goede werking van de nationale knooppunten te waarborgen, moeten deze een permanent karakter krijgen, met een specifieke begroting en een zekere mate van onafhankelijkheid bij de uitvoering van hun taken.

(28) De nationale knooppunten moeten een van de belangrijkste gegevensverstrekkers van het agentschap zijn. Er moeten minimumeisen worden vastgesteld voor het opzetten ervan door de lidstaten en voor het certificeren ervan door het agentschap. Om de goede werking van de nationale knooppunten te waarborgen, moeten deze een permanent karakter krijgen, met een specifieke begroting, voldoende personeel, en een zekere mate van onafhankelijkheid bij de uitvoering van hun taken.

Amendement  23

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Het agentschap moet over voldoende middelen beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren en moet een eigen begroting krijgen. Het moet hoofdzakelijk worden gefinancierd met een bijdrage uit de algemene begroting van de Unie. De begrotingsprocedure van de Unie moet van toepassing zijn op de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie. De controle van de rekeningen moet worden uitgevoerd door de Rekenkamer van de Europese Unie.

(29) Het agentschap moet over voldoende middelen beschikken om de taken en verantwoordelijkheden uit te voeren die hem uit hoofde van deze verordening zijn toegewezen en de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken. Dat moet naar behoren worden weerspiegeld in het meerjarig financieel kader, in die zin dat daarin een specifieke en ambitieuze begroting wordt vastgelegd. Het agentschap moet hoofdzakelijk worden gefinancierd met een bijdrage uit de algemene begroting van de Unie, waarbij de nodige kredieten uitsluitend afkomstig zijn uit niet-toegewezen marges in de desbetreffende rubriek van het meerjarig financieel kader of uit de beschikbaarstelling van de relevante speciale instrumenten. De begrotingsprocedure van de Unie moet van toepassing zijn op de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie. De controle van de rekeningen moet worden uitgevoerd door de Rekenkamer van de Europese Unie.

Amendement  24

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Vergoedingen dragen bij aan de financiering van het agentschap en kunnen worden overwogen voor specifieke aangelegenheden die duidelijk kunnen worden gescheiden van de kerntaken van het agentschap. Alle vergoedingen die door het agentschap in rekening worden gebracht, moeten de kosten voor het verlenen van de betrokken diensten dekken.

(30) Vergoedingen kunnen bijdragen aan de financiering van het agentschap en kunnen, in de mate dat ze naar behoren onderbouwd en noodzakelijk zijn, worden overwogen voor specifieke activiteiten die duidelijk kunnen worden gescheiden van de kerntaken van het agentschap. De methode voor het berekenen van de vergoedingen die door het agentschap in rekening worden gebracht moet transparant zijn en de vergoedingen moeten uitsluitend de personele en financiële kosten van het agentschap voor het verlenen van die niet tot de kerntaken behorende diensten dekken. Los van de jaarlijkse controle door de Rekenkamer moet er een jaarlijkse onafhankelijke externe audit worden uitgevoerd die specifiek betrekking heeft op deze vergoedingen en het verslag van deze audit moet aan het Europees Parlement worden toegezonden.

Amendement  25

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 35

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35) Het agentschap moet bij de uitvoering van zijn werkprogramma nauw samenwerken met relevante internationale organisaties, andere gouvernementele en niet-gouvernementele instanties en relevante technische organen van binnen en buiten de Unie, met name om dubbel werk te voorkomen en de toegang te waarborgen tot alle gegevens en instrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van zijn mandaat.

(35) Het agentschap moet, met volledige inachtneming van de grondrechten en de regels inzake gegevensbescherming, bij de uitvoering van zijn werkprogramma nauw samenwerken met relevante internationale organisaties, andere gouvernementele en niet-gouvernementele instanties en relevante technische organen van binnen en buiten de Unie, met name om dubbel werk te voorkomen en de toegang te waarborgen tot alle gegevens en instrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van zijn mandaat.

Amendement  26

 

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 bis) Om het bewustzijn op het niveau van de Unie te vergroten, moet het agentschap een gestructureerde samenwerking opzetten met relevante organisaties uit het maatschappelijk middenveld met het oog op regelmatige en uitgebreide raadpleging en regelmatige en uitgebreide uitwisseling van informatie, zonder dat daarbij enige beslissingsbevoegdheid wordt overgedragen aan een dergelijke organisatie.

Amendement  27

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) “polymiddelengebruik”: het gelijktijdige gebruik van een of meer legale of illegale psychoactieve stoffen of soorten stoffen, wanneer die stoffen samen met drugs worden ingenomen;

(3) “polymiddelengebruik”: het gebruik van een of meer illegale of legale psychoactieve stoffen of soorten stoffen, met name medicinale producten, alcohol of tabak, gelijktijdig met het gebruik van drugs, of het in een korte tijdspanne opeenvolgend gebruik van een of meer psychoactieve stoffen of soorten stoffen en drugs;

Amendement  28

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het agentschap verstrekt de Unie en haar lidstaten feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie, vroegtijdige waarschuwingen en risicobeoordelingen op het niveau van de Unie met betrekking tot drugs, drugsverslaving, drugsmarkten en de gevolgen daarvan, en doet aanbevelingen voor passende, concrete en empirisch onderbouwde maatregelen over hoe de daarmee samenhangende uitdagingen tijdig kunnen worden aangepakt.

Het agentschap:

Amendement  29

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1 – punt a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a) verstrekt de Unie en haar lidstaten feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie, vroegtijdige waarschuwingen en risicobeoordelingen op het niveau van de Unie met betrekking tot drugs, drugsmarkten, drugsgebruik, aan drugsgebruik gerelateerde stoornissen, drugsverslavingen, preventie, behandeling, zorg, risico- en schadebeperking, rehabilitatie, sociale re-integratie, herstel, drugsaanbod en andere relevante druggerelateerde aangelegenheden en de gevolgen daarvan; en

Amendement  30

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1 – punt b (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b) doet aanbevelingen voor passende en concrete empirisch onderbouwde maatregelen die erop gericht zijn de in punt a) bedoelde uitdagingen efficiënt en tijdig aan te pakken.

Amendement  31

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bij de uitvoering van zijn taken waarborgt het agentschap dat de grondrechten en de regels inzake gegevensbescherming volledig in acht worden genomen, handelt het op transparante, objectieve, onpartijdige en wetenschappelijk verantwoorde wijze en volgt het een empirisch onderbouwde, geïntegreerde, evenwichtige en multidisciplinaire aanpak ten aanzien van de drugsproblematiek. In het kader van deze aanpak wordt aandacht besteed aan mensenrechten-, gender-, leeftijds-, volksgezondheids- en sociale aspecten alsook aan gelijkheid in de zorg.

Amendement  32

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – punt a – 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) verzameling van informatie en gegevens overeenkomstig artikel 6, lid 1;

(1) verzameling en analyse van informatie en gegevens overeenkomstig artikel 6, lid 1;

Amendement  33

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – punt a – 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) verspreiding van informatie en gegevens overeenkomstig artikel 6, lid 5; en

(2) verspreiding van informatie, gegevens en analyseresultaten overeenkomstig artikel 6, lid 5, en

Amendement  34

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – punt a – 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) monitoring van de drugsproblematiek, met inbegrip van de aspecten volksgezondheid, veiligheid en beveiliging, overeenkomstig artikel 7.

(3) monitoring van de drugsproblematiek, met inbegrip van de aspecten volksgezondheid, sociale rechten en mensenrechten, veiligheid en beveiliging, overeenkomstig artikel 7.

Amendement  35

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – punt b – 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) dreigingsevaluatie en paraatheid overeenkomstig artikel 12;

(2) dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid en paraatheid overeenkomstig artikel 12;

Amendement  36

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – punt c – 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) de ontwikkeling, uitbreiding en bevordering van Uniebrede preventieprogramma’s en -campagnes overeenkomstig artikel 16;

(1) de ontwikkeling en bevordering van empirisch onderbouwde interventies, beste praktijken en bewustmakingsactiviteiten overeenkomstig artikel 16;

Amendement  37

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het agentschap treedt bij het verrichten en uitvoeren van de in lid 1 bedoelde taken op objectieve, onpartijdige en wetenschappelijk verantwoorde wijze op.

Schrappen

Amendement  38

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het agentschap verbetert op zijn werkterreinen de coördinatie tussen het optreden van de lidstaten en dat van de Unie en vergemakkelijkt de informatie-uitwisseling tussen besluitvormers, onderzoekers, deskundigen en personen die zich bij gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties bezighouden met drugsgerelateerde kwesties.

4. Het agentschap verbetert en ondersteunt op zijn werkterreinen de coördinatie tussen het optreden van de lidstaten en dat van de Unie en vergemakkelijkt de informatie-uitwisseling tussen besluitvormers, onderzoekers, deskundigen en personen die zich bij gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties bezighouden met drugsgerelateerde kwesties.

Amendement  39

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Het agentschap ontwikkelt in samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld een communicatiestrategie om het publiek bewuster te maken en om actief informatie over zijn werkzaamheden te verspreiden.

Amendement  40

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. Bij de uitvoering van de in lid 1 bedoelde taken werkt het agentschap actief samen met andere gedecentraliseerde agentschappen en organen van de Unie, met name Europol, Eurojust, het Europees Geneesmiddelenbureau, het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden, teneinde de drugsproblematiek zo efficiënt mogelijk te monitoren, te beoordelen en aan te pakken.

7. Om de drugsproblematiek zo efficiënt mogelijk te monitoren, te beoordelen en aan te pakken, werkt het agentschap bij de uitvoering van zijn taken actief samen met:

Amendement  41

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 7 – punt a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a) andere relevante instellingen, organen en instanties van de Unie, binnen de grenzen van hun mandaat, met name Europol, Eurojust, het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol), het Europees Geneesmiddelenbureau, het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound);

Amendement  42

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 7 – punt b (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b) andere internationale organen, bureaus en agentschappen, met name de Economische en Sociale Raad van de VN en het Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen van de VN; en

Amendement  43

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 7 – punt c (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c) de wetenschappelijke gemeenschap, de academische wereld, organisaties uit het maatschappelijk middenveld, met name het Drugsforum van het maatschappelijk middenveld, en de betrokken gemeenschappen, met inbegrip van drugsgebruikers;

Amendement  44

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) verzamelt alle relevante informatie en gegevens, waaronder de informatie en gegevens die door de nationale knooppunten zijn verstrekt, die uit onderzoek voortvloeien en die beschikbaar zijn via open bronnen, alsook gegevens afkomstig van de Unie, niet-gouvernementele bronnen en bevoegde internationale organisaties;

a) verzamelt relevante informatie en gegevens, waaronder de informatie en gegevens die door de nationale knooppunten zijn verstrekt, die uit onderzoek voortvloeien en die beschikbaar zijn via open bronnen, alsook gegevens afkomstig van de Unie, niet-gouvernementele bronnen en bevoegde internationale organisaties en organen;

Amendement  45

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) verzamelt informatie en gegevens die nodig zijn voor de monitoring van polymiddelengebruik als bedoeld in artikel 7, lid 1, punt c);

b) verzamelt informatie en gegevens die nodig zijn voor de monitoring van polymiddelengebruik en de gevolgen daarvan, als bedoeld in artikel 7, lid 1, punt a quater);

Amendement  46

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het agentschap verzamelt via de nationale knooppunten relevante nationale gegevens. Het werkt tevens nauw samen met andere nationale, Europese en internationale organisaties en instanties die reeds over dergelijke gegevens beschikken.

2. Het agentschap verzamelt via de nationale knooppunten relevante nationale gegevens. Het werkt tevens nauw samen met andere nationale, Europese en internationale organisaties en instanties die reeds over dergelijke gegevens beschikken. Het agentschap kan gebruikmaken van aanvullende nationale informatiebronnen.

Amendement  47

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het agentschap kan de nodige digitale oplossingen ontwikkelen voor het beheer en de automatische uitwisseling van informatie en gegevens.

Het agentschap ontwikkelt de nodige digitale oplossingen om, onder meer op geautomatiseerde wijze, informatie en gegevens te verzamelen, valideren, analyseren, rapporteren, beheren en uit te wisselen.

Amendement  48

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien dergelijke digitale oplossingen worden ontwikkeld:

Schrappen

a) maken zij de geautomatiseerde verzameling van gegevens, met inbegrip van gegevens uit open bronnen, mogelijk, waarbij tegelijkertijd de mogelijkheid behouden blijft om gegevens handmatig te verstrekken;

 

b) wordt daarbij kunstmatige intelligentie gebruikt voor de validering, analyse en geautomatiseerde rapportage van gegevens;

 

c) maken deze het mogelijk informatie, gegevens en documenten geautomatiseerd te verwerken en uit te wisselen.

 

Amendement  49

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) te zorgen voor een ruime verspreiding van zijn analyses, conclusies en verslagen;

b) te zorgen voor een ruime verspreiding van zijn analyses, conclusies en verslagen, uitgezonderd gerubriceerde en gevoelige niet-gerubriceerde informatie, onder meer binnen de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen, waaronder drugsgebruikers;

Amendement  50

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) informatie over kwaliteitsnormen, innovatieve beste praktijken en toepasbare onderzoeksresultaten in de lidstaten te verstrekken en de uitwisseling en toepassing van dergelijke normen en praktijken te vergemakkelijken.

e) informatie over kwaliteitsnormen, innovatieve beste praktijken, innovatieve en toepasbare onderzoeksresultaten in de lidstaten te verstrekken en de uitwisseling en toepassing van dergelijke normen en praktijken te vergemakkelijken.

Amendement  51

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In voorkomend geval kan het agentschap informatie en gegevens verspreiden, uitgesplitst naar lidstaat, gender, leeftijd, handicap en sociaaleconomische status, in overeenstemming met het toepasselijke nationale rechtskader en de Uniewetgeving inzake gegevensbescherming.

Amendement  52

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Het agentschap verzamelt geen gegevens aan de hand waarvan personen of kleine groepen personen kunnen worden geïdentificeerd. Het geeft geen informatie door over specifieke personen.

6. Het agentschap verspreidt geen gegevens en geeft geen gegevens door aan de hand waarvan personen of kleine groepen personen kunnen worden geïdentificeerd.

Amendement  53

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Monitoring van de drugsproblematiek

Monitoring van de drugsproblematiek en uitwisseling van beste praktijken

Amendement  54

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) op holistische wijze de drugsproblematiek in de Unie, met behulp van epidemiologische en andere indicatoren die gezondheids-, veiligheids- en beveiligingsaspecten bestrijken, met inbegrip van de uitvoering van de toepasselijke drugsstrategieën van de Unie;

a) op holistische wijze de drugsproblematiek in de Unie, met behulp van epidemiologische en andere indicatoren die de volksgezondheids-, sociale en mensenrechten-, sociale re-integratie-, veiligheids- en beveiligingsaspecten daarvan bestrijken, met inbegrip van de uitvoering van de toepasselijke drugsstrategieën van de Unie;

Amendement  55

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) empirisch onderbouwde beste praktijken en innovatieve benaderingen om te reageren op de volksgezondheids-, sociale en mensenrechten-, veiligheids- en beveiligingsaspecten van de drugsproblematiek in de deelnemende landen;

Amendement  56

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter) nieuwe trends binnen en buiten de Unie op het gebied van drugsgebruik, aan drugsgebruik gerelateerde stoornissen, drugsverslavingen en daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s en -schade, voor zover deze gevolgen hebben voor de deelnemende landen;

Amendement  57

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quater) polymiddelengebruik en de gevolgen daarvan, met name het toegenomen risico op gezondheids- en sociale problemen, de sociale determinanten van drugsgebruik, aan drugsgebruik gerelateerde stoornissen en verslavingen, alsmede de gevolgen voor beleidsmaatregelen en reacties;

Amendement  58

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quinquies) drugs- en polymiddelengebruik en de gevolgen daarvan vanuit leeftijds- en genderperspectief, met name de gevolgen ervan voor gendergerelateerd geweld;

Amendement  59

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) polymiddelengebruik en de gevolgen daarvan, met name de implicaties voor de beleidsmaatregelen en reacties die een antwoord zijn op de interactie tussen drugsgebruik en het gebruik van een of meer legale of illegale psychoactieve stoffen of soorten stoffen, met inbegrip van het verhoogde risico op gezondheids- en sociale problemen die zich kunnen voordoen wanneer drugs en andere psychoactieve stoffen tegelijkertijd of kort na elkaar worden ingenomen of wanneer verschillende stoffen samen worden geproduceerd of verkocht; de noodzaak om rekening te houden met de gemeenschappelijke oorzaken van drugsgebruik en -verslaving, en de gevolgen voor de monitoring en uitwisseling van beste praktijken die zich voordoen wanneer beleidsmaatregelen en reacties op holistische wijze gericht zijn op meerdere stoffen;

Schrappen

Amendement  60

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) drugsgerelateerde problemen en de toegepaste oplossingen, met name de toepassing van innovatieve beste praktijken en onderzoeksresultaten;

Schrappen

Amendement  61

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) in samenwerking met Europol en binnen de grenzen van hun respectieve mandaten, de op technologie gebaseerde drugsmarkten.

Schrappen

Amendement  62

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Op basis van zijn monitoringactiviteiten identificeert het agentschap innovatieve beste praktijken en ontwikkelt het deze verder. Het agentschap verstrekt en deelt informatie over innovatieve beste praktijken in de lidstaten en vergemakkelijkt de uitwisseling van dergelijke praktijken tussen de lidstaten.

2. Op basis van zijn monitoringactiviteiten ontwikkelt en identificeert het agentschap innovatieve en empirisch onderbouwde beste praktijken, deelt het deze met de lidstaten, en vergemakkelijkt het de uitwisseling van dergelijke praktijken tussen de lidstaten.

Amendement  63

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Rekening houdend met de beschikbare informatie, voert het agentschap regelmatig prognoses uit. Het agentschap doet op basis daarvan relevante voorspellingen omtrent de ontwikkeling van het toekomstige drugsbeleid.

3. Het agentschap verstrekt gegevens, analyses en beste praktijken aan de Commissie en de lidstaten, en doet de Commissie en de lidstaten de meest recente empirisch onderbouwde beleidsaanbevelingen toekomen, voor zover die gegevens, analyses, beste praktijken en beleidsaanbevelingen betrekking hebben op beleid op Unie- en nationaal niveau ter bestrijding van drugsverslavingen. Het agentschap ontwikkelt op basis daarvan relevante scenario’s omtrent de ontwikkeling van het toekomstige drugsbeleid. Het agentschap voert regelmatig prognoses uit en houdt daarbij rekening met de beschikbare informatie.

Amendement  64

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2 – punt f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) informatie over de aan nieuwe psychoactieve stoffen verbonden gezondheidsrisico’s;

Amendement  65

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het agentschap stelt het eerste verslag op aan de hand van informatie waarover het beschikt.

3. Het agentschap stelt het eerste verslag op aan de hand van informatie waarover het beschikt, waaronder informatie die het heeft verkregen overeenkomstig artikel 8.

Amendement  66

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Indien het agentschap dit nodig acht, verzoekt het de nationale knooppunten om aanvullende informatie over de nieuwe psychoactieve stof. De nationale contactpunten verstrekken deze informatie binnen twee weken nadat zij het verzoek hebben ontvangen.

4. Indien het agentschap dit nodig acht, verzoekt het de nationale knooppunten en de relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen, om aanvullende informatie over de nieuwe psychoactieve stof. De nationale knooppunten en, in voorkomend geval, de relevante belanghebbenden, verstrekken deze informatie binnen twee weken nadat zij het verzoek hebben ontvangen.

Amendement  67

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis. In voorkomend geval verspreidt het agentschap het eerste verslag onder de relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen, met het oog op bewustmaking.

Amendement  68

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 3 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) een analyse van de aan de nieuwe psychoactieve stof verbonden gezondheidsrisico’s, met name op het gebied van acute en chronische toxiciteit, kans op misbruik, verslavingspotentieel en fysieke, mentale en gedragseffecten;

c) een analyse van de aan de nieuwe psychoactieve stof verbonden gezondheidsrisico’s, met name op het gebied van acute en chronische toxiciteit, kans op misbruik, verslavingspotentieel en fysieke, mentale en gedragseffecten, en het risico op overlijden bij het gebruik ervan, onder meer door een overdosis;

Amendement  69

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 3 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) een analyse van de aan de nieuwe psychoactieve stof verbonden sociale risico’s met name op het gebied van maatschappelijk functioneren, openbare orde en criminele activiteiten, en op het gebied van de betrokkenheid van criminele groepen bij de vervaardiging, distributie en distributiemethoden, en smokkel van de nieuwe psychoactieve stof;

d) een analyse van de aan de nieuwe psychoactieve stof verbonden sociale risico’s - met name op het gebied van maatschappelijk functioneren en sociale marginalisering, openbare orde en criminele activiteiten, en op het gebied van de betrokkenheid van criminele groepen bij de vervaardiging, distributie en distributiemethoden, en smokkel van de nieuwe psychoactieve stof;

Amendement  70

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 3 – punt f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) beschikbare informatie over aanbevolen empirisch onderbouwde vraagbeperkings-, schadebeperkings- en herstelmaatregelen, om de risico’s en schade in verband met nieuwe psychoactieve stoffen tot een minimum te beperken;

Amendement  71

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. In voorkomend geval verspreidt het agentschap het risicobeoordelingsverslag of het gecombineerde risicobeoordelingsverslag onder de relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen, met het oog op bewustmaking.

Amendement  72

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Dreigingsevaluatie en paraatheid

Dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid en paraatheid

Amendement  73

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het agentschap ontwikkelt een capaciteit op het gebied van strategische algemene dreigingsevaluatie teneinde in een vroeg stadium nieuwe ontwikkelingen in de drugsproblematiek in kaart te brengen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, de veiligheid en de beveiliging, en ondersteunt op die wijze de paraatheid van de relevante belanghebbenden om tijdig en doeltreffend op nieuwe dreigingen te reageren.

1. Het agentschap ontwikkelt een capaciteit voor strategische empirisch onderbouwde dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid teneinde in een vroeg stadium nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de drugsproblematiek in kaart te brengen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, sociale aspecten, de veiligheid en de beveiliging in de Unie, en ondersteunt op die wijze de paraatheid van de relevante belanghebbenden om tijdig en doeltreffend op nieuwe dreigingen te reageren.

Amendement  74

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het agentschap stelt een reeks criteria vast om te beoordelen wanneer er een dreigingsevaluatie moet worden gestart.

Het agentschap stelt een reeks objectieve criteria vast om te beoordelen wanneer er een dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid moet worden gestart.


Amendement  75

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het agentschap kan op eigen initiatief een dreigingsevaluatie starten op basis van een interne beoordeling van signalen die aan het licht zijn gekomen bij routinematige monitoring- of onderzoeksactiviteiten of afkomstig zijn uit andere passende informatiebronnen. Een dreigingsevaluatie kan ook worden gestart op verzoek van de Commissie of van een lidstaat, mits aan de betrokken criteria is voldaan.

Het agentschap kan op eigen initiatief een dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid starten op basis van een interne beoordeling van signalen die aan het licht zijn gekomen bij routinematige monitoring- of onderzoeksactiviteiten of afkomstig zijn uit andere passende informatiebronnen. Een dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid kan ook worden gestart op verzoek van de Commissie of van een lidstaat, mits aan de betrokken criteria is voldaan.

Amendement  76

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een dreigingsevaluatie omvat een snelle evaluatie van bestaande informatie en, waar nodig, het verzamelen van nieuwe informatie via de informatienetwerken van het agentschap. Het agentschap ontwikkelt passende wetenschappelijke methoden voor snelle evaluatie.

3. Een dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid omvat een snelle evaluatie van bestaande informatie en, waar nodig, het verzamelen van nieuwe informatie via de informatienetwerken van het agentschap. Het agentschap ontwikkelt passende wetenschappelijke methoden voor snelle evaluatie.

Amendement  77

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het dreigingsevaluatieverslag bevat een beschrijving van de vastgestelde dreiging, van de huidige situatie zoals die uit het beschikbare bewijsmateriaal naar voren komt en van de mogelijke gevolgen indien er geen actie wordt ondernomen, en bevat ook opties inzake paraatheid en respons waarmee de vastgestelde dreiging kan worden ingeperkt. In het verslag kunnen ook mogelijke follow-upmaatregelen worden gepresenteerd. Het dreigingsevaluatieverslag wordt, naar gelang van het geval, aan de Commissie en de lidstaten toegezonden.

4. Het verslag over de dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid bevat een beschrijving van de vastgestelde dreiging, van de huidige situatie zoals die uit het beschikbare bewijsmateriaal naar voren komt en van de mogelijke gevolgen indien er geen actie wordt ondernomen, en bevat ook opties inzake paraatheid en respons waarmee de vastgestelde dreiging kan worden ingeperkt en aangepakt, waaronder empirisch onderbouwde interventies gericht op het terugdringen van de vraag naar drugs, risico- en schadebeperking en herstel. In het verslag kunnen ook mogelijke follow-upmaatregelen worden gepresenteerd. Het verslag over de dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid wordt aan de Commissie en de lidstaten toegezonden. In voorkomend geval verspreidt het agentschap de verslagen over de dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid onder de relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen. Het agentschap maakt samenvattingen van die verslagen openbaar op zijn website.

Amendement  78

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Bij de uitvoering van een dreigingsevaluatie werkt het agentschap nauw samen met andere gedecentraliseerde agentschappen en organen van de Unie, de Unie en internationale organisaties, door hen waar nodig bij de evaluatie te betrekken. Wanneer de potentiële dreiging reeds wordt geanalyseerd in het kader van een ander mechanisme van de Unie, voert het agentschap geen dreigingsevaluatie uit.

5. Bij de uitvoering van een dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid werkt het agentschap nauw samen met de lidstaten, andere instellingen, organen en instanties van de Unie en internationale organisaties, door hen waar nodig bij de evaluatie te betrekken. Wanneer de potentiële dreiging reeds wordt geanalyseerd in het kader van een ander mechanisme van de Unie, voert het agentschap geen dreigingsevaluatie op het gebied van gezondheid en veiligheid uit.

Amendement  79

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Met instemming van de Commissie voert het agentschap dreigingsevaluaties uit met betrekking tot drugsgerelateerde dreigingen van buiten de Unie, die gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, de veiligheid en de beveiliging in de Unie.

6. Met instemming van de Commissie voert het agentschap dreigingsevaluaties op het gebied van gezondheid en veiligheid uit met betrekking tot drugsgerelateerde dreigingen van buiten de Unie, die gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, sociale kwesties, de veiligheid of de beveiliging in de Unie.

Amendement  80

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. Het agentschap monitort het verloop van nieuwe ontwikkelingen in de drugsproblematiek als bedoeld in lid 1 en past de dreigingsevaluaties hieraan aan.

Amendement  81

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten stellen het agentschap onmiddellijk in kennis van alle informatie over het ontstaan van een ernstig direct of indirect drugsgerelateerd risico voor de menselijke gezondheid, veiligheid of beveiliging, en van alle informatie die nuttig kan zijn voor de coördinatie van een respons, wanneer zij kennis krijgen van dergelijke informatie, zoals:

2. De lidstaten stellen het agentschap onmiddellijk in kennis van alle informatie over het ontstaan van een ernstig direct of indirect drugsgerelateerd risico voor de menselijke gezondheid, sociale aspecten, veiligheid of beveiliging, en van alle informatie die nuttig kan zijn voor de coördinatie van een respons, wanneer zij kennis krijgen van dergelijke informatie, zoals:

Amendement  82

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2 – punt f bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) risico’s voor sociale rechten en mensenrechten;

Amendement  83

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2 – punt f ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f ter) veiligheids- en beveiligingsrisico’s;

Amendement  84

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het agentschap analyseert en beoordeelt de beschikbare informatie en gegevens over mogelijke ernstige risico’s voor de menselijke gezondheid en vult deze aan met wetenschappelijke en technische informatie waarover het beschikt in het kader van het in artikel 8 bedoelde systeem voor vroegtijdige waarschuwing en andere overeenkomstig artikel 12 uitgevoerde dreigingsevaluaties of met informatie die afkomstig is van andere agentschappen en organen van de Unie en van internationale organisaties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie. Het agentschap houdt rekening met informatie die is verkregen via zijn instrumenten voor gegevensverzameling en met informatie uit open bronnen.

3. Het agentschap analyseert en beoordeelt de beschikbare informatie en gegevens over mogelijke ernstige risico’s voor de menselijke gezondheid en vult deze aan met wetenschappelijke en technische informatie waarover het beschikt in het kader van het in artikel 8 bedoelde systeem voor vroegtijdige waarschuwing en andere overeenkomstig artikel 12 uitgevoerde dreigingsevaluaties of met informatie die afkomstig is van andere agentschappen en organen van de Unie en van internationale organisaties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie. Het agentschap houdt rekening met informatie die is verkregen via zijn instrumenten voor gegevensverzameling en met informatie uit open bronnen en informatie die verkregen is via raadplegingen van relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen.

Amendement  85

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. Het agentschap kan een waarschuwingssysteem ontwikkelen waarmee het personen die drugs gebruiken of zouden kunnen gebruiken, rechtstreeks kan bereiken en aanspreken.

8. Het agentschap ontwikkelt in nauwe samenwerking met de relevante nationale autoriteiten, met name de nationale knooppunten, en met de relevante belanghebbenden, waaronder de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen, een waarschuwingssysteem om, in voorkomend geval, informatie over vastgestelde risico’s beschikbaar te stellen aan personen die specifieke drugs gebruiken of zouden kunnen gebruiken.

Amendement  86

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het netwerk fungeert in de eerste plaats als een forum voor het genereren van gegevens en het uitwisselen van informatie over nieuwe ontwikkelingen en trends, het organiseren van opleidingen om de vaardigheden van forensische drugsdeskundigen te verbeteren, het ondersteunen van de uitvoering van kwaliteitsbewakingsregelingen en het bevorderen van de verdere harmonisatie van gegevensverzameling en analysemethoden.

2. Het netwerk fungeert in de eerste plaats als een forum voor het genereren van gegevens en het uitwisselen van informatie over nieuwe ontwikkelingen en trends, het organiseren van opleidingen om de vaardigheden van forensische drugs- en toxicologiedeskundigen te verbeteren, het ondersteunen van de uitvoering van kwaliteitsbewakingsregelingen en het bevorderen van de verdere harmonisatie van gegevensverzameling en analysemethoden.

Amendement  87

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Het netwerk werkt nauw samen met bestaande netwerken en organisaties die op dit gebied actief zijn. Het in artikel 31 bedoelde netwerk wordt regelmatig op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het netwerk van forensische en toxicologische laboratoria.

5. Het netwerk werkt nauw samen met bestaande netwerken en organisaties die op dit gebied actief zijn en houdt rekening met hun werkzaamheden teneinde overlappingen te voorkomen. Het in artikel 31 bedoelde netwerk wordt regelmatig, maar ten minste tweemaal per jaar, op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het netwerk van forensische en toxicologische laboratoria.

Amendement  88

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Preventiecampagnes

Empirisch onderbouwde interventies, beste praktijken en bewustmaking

Amendement  89

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het agentschap ontwerpt, ontwikkelt en bevordert Uniebrede programma’s en campagnes om drugsgerelateerde problemen te voorkomen en bij te dragen aan de bewustwording van de schadelijke gevolgen van drugs.

1. Het agentschap ontwikkelt en bevordert wetenschappelijke, empirisch onderbouwde en genderbewuste interventies waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijdsdimensie, en beste praktijken op het gebied van preventie, risico- en schadebeperking, behandeling, herstel, zorg en rehabilitatie en bewustmaking over de schadelijke gevolgen van drugs.

Amendement  90

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde programma’s en campagnes zijn in overeenstemming met de beleidslijnen van de toepasselijke EU-drugsstrategie en het toepasselijke EU-drugsactieplan. Zij hebben betrekking op belangrijke aspecten van de drugsproblematiek, zijn gericht op specifieke groepen en zijn gebaseerd op de door het agentschap verzamelde gegevens en beste praktijken.

2. De in lid 1 bedoelde interventies, beste praktijken en bewustmaking zijn in overeenstemming met de internationale mensenrechtennormen en de beleidslijnen van de toepasselijke EU-drugsstrategie en het toepasselijke EU-drugsactieplan. Zij waarborgen een evenwichtige benadering ten aanzien van interventies die gericht zijn op het terugdringen van de vraag naar drugs, schadebeperking en herstel, worden waar nodig aangepast aan de nationale context en worden op nationaal niveau uitgevoerd. Zij kunnen gericht zijn op specifieke groepen.

Amendement  91

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het agentschap ontwikkelt en bevordert de toepassing van kwaliteitsnormen voor drugspreventie en verstrekt of ondersteunt opleidingen in de zin van artikel 19.

3. Het agentschap ontwikkelt en bevordert de toepassing van kwaliteitsnormen voor drugspreventie, risico- en schadebeperking, behandeling, herstel, zorg en rehabilitatie en zorgt ervoor dat deze normen indien nodig geactualiseerd worden, en verstrekt of ondersteunt opleidingen in de zin van artikel 19.

Amendement  92

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het agentschap staat de lidstaten bij bij het ontwikkelen van nationale preventiecampagnes op het gebied van zijn mandaat, met inbegrip van de ontwikkeling van preventieprogramma’s die gericht zijn op het terugdringen van drugsgerelateerde criminaliteit en het voorkomen van uitbuiting van kwetsbare personen op de drugsmarkt.

4. Het agentschap staat de lidstaten bij bij het ontwikkelen van nationale interventies op het gebied van zijn mandaat, onder meer in verband met de preventie van drugsgebruik en de gevolgen daarvan voor de gezondheid.

Amendement  93

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het agentschap ondersteunt de lidstaten bij de uitvoering van hun nationale drugsstrategieën, kwaliteitsnormen en innovatieve beste praktijken en bevordert de uitwisseling van informatie tussen nationale besluitvormers.

2. Het agentschap ondersteunt de lidstaten bij de uitvoering van hun nationale drugsstrategieën, kwaliteitsnormen en innovatieve beste praktijken en bevordert de uitwisseling van informatie tussen nationale autoriteiten en deskundigen.

Amendement  94

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Bij de ondersteuning van de beleidsevaluatie handelt het agentschap onafhankelijk en laat het zich leiden door zijn wetenschappelijke normen.

3. Bij de ondersteuning van de beleidsevaluatie handelt het agentschap onafhankelijk en laat het zich leiden door zijn wetenschappelijke normen en een empirisch onderbouwde benadering.

Amendement  95

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Binnen de grenzen van zijn mandaat en afhankelijk van de beschikbare personele en budgettaire middelen en in coördinatie met andere gedecentraliseerde agentschappen en organen van de Unie, is het agentschap belast met:

Binnen de grenzen van zijn mandaat en in coördinatie met andere instellingen, organen en instanties van de Unie, is het agentschap belast met:

Amendement  96

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1 – punt f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) zorgt er mee voor dat de in de lidstaten verzamelde of uit de Unie afkomstige gegevens over drugs en drugsverslaving worden geïntegreerd in internationale programma’s voor monitoring en bestrijding van drugs, met name de programma’s van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde agentschappen daarvan, onverminderd de in de drugsverdragen van de Verenigde Naties vastgestelde verplichtingen van de lidstaten inzake het verstrekken van informatie;

f) zorgt er mee voor dat alle in de lidstaten verzamelde of uit de Unie afkomstige relevante gegevens over drugs die onder deze verordening vallen, worden geïntegreerd in internationale programma’s voor monitoring en bestrijding van drugs, met name de programma’s van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde agentschappen daarvan, onverminderd de in de drugsverdragen van de Verenigde Naties vastgestelde verplichtingen van de lidstaten inzake het verstrekken van informatie;

Amendement  97

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 1 – punt h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) ondersteunt derde landen bij de ontwikkeling van hun drugsbeleid overeenkomstig de beginselen van de drugsstrategieën van de Unie, onder meer door te helpen bij de onafhankelijke evaluatie van hun beleid.

h) ondersteunt derde landen, met name kandidaat-lidstaten, bij de ontwikkeling van hun drugsbeleid overeenkomstig de beginselen van de drugsstrategieën van de Unie, onder meer door te helpen bij de onafhankelijke evaluatie van hun beleid en steun te verlenen aan en een dialoog aan te gaan met organisaties uit het maatschappelijk middenveld die actief zijn op het gebied van drugs in die landen.

Amendement  98

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het in lid 1, punt a), bedoelde kader voor internationale samenwerking houdt rekening met de relevante beleidsdocumenten van de Unie en met de ontwikkelingen in de drugsproblematiek, met name de drugsroutes en de gebieden waar er drugs worden geproduceerd. In dat kader wordt vastgesteld welke landen of regio’s prioritair voor samenwerking in aanmerking komen en wat de belangrijkste beoogde resultaten van de samenwerking zijn. Het agentschap evalueert en herziet regelmatig het kader voor internationale samenwerking.

2. Het in lid 1, punt a), bedoelde kader voor internationale samenwerking is gericht op verdere versterking en ondersteuning van de inspanningen van derde landen om drugsgerelateerde problemen aan te pakken op empirisch onderbouwde, geïntegreerde, evenwichtige en multidisciplinaire wijze en met volledige inachtneming van de internationale mensenrechtennormen. Dat kader voor internationale samenwerking houdt rekening met de relevante beleidsdocumenten van de Unie en met de ontwikkelingen in de drugsproblematiek. In dat kader wordt vastgesteld welke landen of regio’s prioritair voor samenwerking in aanmerking komen en wat de belangrijkste beoogde resultaten van de samenwerking zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met de door de lidstaten ondernomen activiteiten. Het agentschap evalueert en herziet dienovereenkomstig regelmatig het kader voor internationale samenwerking.

Amendement  99

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Op verzoek van de Commissie en met goedkeuring van de raad van bestuur draagt het agentschap zijn knowhow over aan derde landen en verleent het technische bijstand aan derde landen.

Op verzoek van de Commissie en met goedkeuring van de raad van bestuur draagt het agentschap zijn knowhow over aan derde landen en verleent het technische bijstand aan derde landen, met name kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen.

Amendement  100

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 20 – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De technische bijstand is met name gericht op het opzetten of consolideren van nationale knooppunten, nationale systemen voor gegevensverzameling en nationale systemen voor vroegtijdige waarschuwing, en vervolgens op het ondersteunen van de totstandbrenging en versterking van structurele banden met het in artikel 8 bedoelde systeem voor vroegtijdige waarschuwing en het in artikel 31 bedoelde netwerk. Op verzoek van het betrokken derde land kan het agentschap deze nationale organen certificeren.

De technische bijstand is met name gericht op het opzetten of consolideren van nationale knooppunten, nationale systemen voor gegevensverzameling en nationale systemen voor vroegtijdige waarschuwing, op het bevorderen van beste praktijken op het gebied van preventie, risico- en schadebeperking, herstel, behandeling, zorg en rehabilitatie, en vervolgens op het ondersteunen van de totstandbrenging en versterking van structurele banden met het in artikel 8 bedoelde systeem voor vroegtijdige waarschuwing en het in artikel 31 bedoelde netwerk. Op verzoek van het betrokken derde land kan het agentschap deze nationale organen certificeren.

Amendement  101

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het agentschap staat de Commissie en de lidstaten bij bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie inzake onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in artikel 4 omschreven algemene taak. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, ontvangt het geen financiering uit hoofde van dat programma.

1. Het agentschap staat de Commissie en de lidstaten bij bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie inzake onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in de artikelen 4 en 5 omschreven algemene en specifieke taken. Daarbij besteedt het agentschap de nodige aandacht aan de gender- en leeftijdsdimensie en overweegt het intersectionaliteit als horizontaal beginsel. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, ontvangt het geen financiering uit hoofde van dat programma.

Amendement  102

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het agentschap houdt proactief toezicht op en draagt bij aan onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in artikel 4 omschreven algemene taak, ondersteunt verwante activiteiten van de lidstaten en voert zijn onderzoeks- en innovatieactiviteiten uit met betrekking tot aangelegenheden die onder deze verordening vallen, met inbegrip van het ontwikkelen, trainen, testen en valideren van algoritmen voor de ontwikkeling van instrumenten. Het agentschap verstrekt de resultaten van dat onderzoek aan het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, overeenkomstig artikel 49.

2. Het agentschap houdt proactief toezicht op en draagt bij aan onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in de artikelen 4 en 5 omschreven algemene en specifieke taken, ondersteunt verwante activiteiten van de lidstaten en voert zijn onderzoeks- en innovatieactiviteiten uit met betrekking tot aangelegenheden die onder deze verordening vallen, met inbegrip van het ontwikkelen, trainen, testen en valideren van algoritmen voor de ontwikkeling van instrumenten. Het agentschap verstrekt de resultaten van dat onderzoek aan het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, overeenkomstig artikel 49.

Amendement  103

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Het agentschap presenteert publieke informatie over zijn onderzoeksprojecten, met inbegrip van demonstratieprojecten, de betrokken samenwerkingspartners en de projectbegroting.

5. Het agentschap ziet toe op de volledige naleving van de regels inzake transparantie en belangenconflicten en presenteert publieke informatie over zijn onderzoeksprojecten, met inbegrip van demonstratieprojecten. Deze informatie omvat de betrokken samenwerkingspartners en de projectbegroting.

Amendement  104

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De leden van de administratieve en beheersstructuur van het agentschap hebben geen financiële of andere belangen die hun onpartijdigheid kunnen aantasten. Zij handelen in het algemeen belang en voeren hun activiteiten op onafhankelijke, onpartijdige en transparante wijze uit, en leggen jaarlijks een verklaring af over hun financiële belangen. Alle indirecte belangen die hun onpartijdigheid kunnen aantasten, onder meer in de farmaceutische industrie, worden opgenomen in een register dat door het agentschap wordt bijgehouden en op verzoek voor het publiek toegankelijk is.

Amendement  105

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) één onafhankelijke deskundige met bijzondere kennis op het gebied van drugs, die door het Europees Parlement wordt aangewezen en stemrecht heeft;

a) twee onafhankelijke deskundigen met bijzondere kennis op het gebied van drugs, die door het Europees Parlement worden aangewezen en stemrecht hebben;

Amendement  106

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Elk lid van de raad van bestuur heeft een plaatsvervanger. De plaatsvervanger vertegenwoordigt het lid indien het afwezig is.

3. Elk lid van de raad van bestuur heeft een plaatsvervanger. De plaatsvervanger vertegenwoordigt het lid indien het afwezig is en mag de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.

Amendement  107

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van drugs en drugsverslaving, met inachtneming van hun relevante bestuurs-, administratieve en budgettaire vaardigheden. Alle partijen in de raad van bestuur trachten het verloop van hun vertegenwoordigers te beperken teneinde de continuïteit van de werkzaamheden van de raad van bestuur te waarborgen. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raad van bestuur.

4. De leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op de in artikel 4, lid 1, punt a), genoemde gebieden, met inachtneming van hun relevante bestuurs-, administratieve en budgettaire vaardigheden. Alle partijen in de raad van bestuur trachten het verloop van hun vertegenwoordigers te beperken teneinde de continuïteit van de werkzaamheden van de raad van bestuur te waarborgen. Alle partijen streven naar een genderevenwichtige vertegenwoordiging in de raad van bestuur.

Amendement  108

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De raad van bestuur mag vertegenwoordigers van internationale organisaties waarmee het agentschap samenwerkt overeenkomstig artikel 53, als waarnemer uitnodigen.

5. De raad van bestuur mag vertegenwoordigers van internationale organisaties waarmee het agentschap samenwerkt overeenkomstig artikel 53, alsook vertegenwoordigers van relevante organisaties uit het maatschappelijk middenveld als waarnemer uitnodigen.

Amendement  109

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De ambtstermijn van de leden en hun plaatsvervangers bedraagt vier jaar. Deze ambtstermijn kan worden verlengd.

6. De ambtstermijn van de leden en hun plaatsvervangers bedraagt vier jaar. Deze ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd.

Amendement  110

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 1 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) stelt regels vast om belangenconflicten met betrekking tot zijn leden, de leden van de uitvoerende raad, het wetenschappelijk comité en het Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox), alsmede met betrekking tot de in artikel 44 bedoelde gedetacheerde nationale deskundigen en andere personeelsleden die niet bij het agentschap in dienst zijn, te voorkomen en te beheren en maakt jaarlijks op zijn website de belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur bekend;

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)

Amendement  111

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 1 – punt l

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

l) keurt het in artikel 32, lid 7, bedoelde minimumniveau van medefinanciering goed;

l) keurt het in artikel 32, lid 6, bedoelde minimumniveau van medefinanciering goed;

Amendement  112

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 1 – punt n

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

n) stelt zijn reglement van orde vast;

n) stelt zijn reglement van orde vast, inclusief praktische regelingen voor de preventie van en de omgang met belangenconflicten, en maakt het openbaar;

Amendement  113

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 1 – punt t

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

t) keurt de lijst van deskundigen goed die moet worden gebruikt om het wetenschappelijk comité uit te breiden overeenkomstig artikel 10, lid 4;

t) keurt de lijst van deskundigen goed die moet worden gebruikt om het wetenschappelijk comité uit te breiden overeenkomstig artikel 30, lid 6;

Amendement  114

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien dat in dringende gevallen noodzakelijk is, kan de uitvoerende raad in plaats van de raad van bestuur bepaalde voorlopige besluiten nemen, in het bijzonder met betrekking tot aangelegenheden van administratief beheer, met inbegrip van de opschorting van de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag, en begrotingsaangelegenheden.

2. Indien dat in dringende gevallen noodzakelijk is, kan de uitvoerende raad in plaats van de raad van bestuur bepaalde voorlopige besluiten nemen, in het bijzonder met betrekking tot aangelegenheden van administratief beheer, met inbegrip van de opschorting van de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag, en begrotingsaangelegenheden. De voorwaarden voor het nemen van dergelijke voorlopige besluiten worden vastgelegd in het reglement van orde van de raad van bestuur.

 

Amendement 115 

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van de uitvoerende raad, maar heeft geen stemrecht. De uitvoerende raad mag waarnemers op zijn vergaderingen uitnodigen.

De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van de uitvoerende raad. De uitvoerende raad mag waarnemers op zijn vergaderingen uitnodigen.

Amendement  116

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad bedraagt vier jaar. De ambtstermijn van de leden van het uitvoerend comité eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt.

4. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad bedraagt vier jaar. Deze ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd. De ambtstermijn van de leden van het uitvoerend comité eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt.

Amendement  117

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 5 – punt g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) het voorstellen aan de Commissie, na raadpleging van de raad van bestuur, van het bedrag van de vergoedingen overeenkomstig artikel 37;

g) het voorstellen aan de raad van bestuur, van het bedrag van de vergoedingen overeenkomstig artikel 37;

Amendement  118

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 5 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) het beschermen van de financiële belangen van de Unie door, zonder afbreuk te doen aan de onderzoeksbevoegdheid van OLAF en het EOM, preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere illegale activiteiten te nemen, doeltreffende controles uit te voeren en bij onregelmatigheden de ten onrechte betaalde bedragen terug te vorderen en in voorkomend geval doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve sancties op te leggen, met inbegrip van financiële sancties;

i) het beschermen van de financiële belangen van de Unie door, zonder afbreuk te doen aan de onderzoeksbevoegdheid van OLAF en het EOM, preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere illegale activiteiten te nemen, doeltreffende controles uit te voeren en bij onregelmatigheden de ten onrechte betaalde bedragen terug te vorderen en in voorkomend geval doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve sancties op te leggen, met inbegrip van financiële sancties, en door elke strafbare gedraging te melden aan het EOM overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2017/1939 ten aanzien waarvan het zijn bevoegdheid zou kunnen uitoefenen;

Amendement  119

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De uitvoerend directeur beslist of het voor de efficiënte en doeltreffende uitvoering van de taken van het agentschap noodzakelijk is een of meer personeelsleden te vestigen in een of meer lidstaten. Voordat de uitvoerend directeur beslist een lokaal kantoor op te richten, verkrijgt hij of zij daarvoor toestemming van de Commissie, de raad van bestuur en de betrokken lidstaat of lidstaten van vestiging. In het besluit wordt de reikwijdte omschreven van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden verricht op een wijze die onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het agentschap voorkomt. Er wordt een zetelovereenkomst met de betrokken lidstaat of lidstaten van vestiging gesloten.

6. De uitvoerend directeur kan voor de efficiënte en doeltreffende uitvoering van de taken van het agentschap besluiten een of meer verbindingsfunctionarissen af te vaardigen naar de instellingen van de Unie en naar de relevante instellingen, organen en instanties van de Unie. De uitvoerend directeur verkrijgt daarvoor vooraf toestemming van de Commissie en de raad van bestuur. In het besluit wordt de reikwijdte omschreven van de activiteiten die door de verbindingsfunctionarissen moeten worden verricht op een wijze die onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het agentschap voorkomt.

Amendement  120

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het wetenschappelijk comité bestaat uit maximaal vijftien wetenschappers die, na de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie, op grond van hun wetenschappelijke excellentie en hun onafhankelijkheid door de raad van bestuur worden benoemd. De selectieprocedure waarborgt dat de specialisaties van de leden van het wetenschappelijk comité de meest relevante terreinen bestrijken die verband houden met de doelstellingen van het agentschap.

1. Het wetenschappelijk comité wordt samengesteld uit minimaal tien en maximaal vijftien wetenschappers die, na de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie, op grond van hun wetenschappelijke excellentie en hun onafhankelijkheid door de raad van bestuur worden benoemd. Alvorens tot benoeming in het wetenschappelijk comité over te gaan, raadpleegt de raad van bestuur de bevoegde commissie van het Europees Parlement. De selectieprocedure waarborgt dat de specialisaties van de leden van het wetenschappelijk comité de meest relevante terreinen bestrijken die verband houden met de doelstellingen van het agentschap. Alle partijen die betrokken zijn bij de selectie en benoeming van wetenschappers in het wetenschappelijk comité streven naar genderevenwicht in dat comité.

Amendement  121

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) het coördineren op nationaal niveau van de activiteiten in verband met het verzamelen en monitoren van drugsgerelateerde gegevens;

a) het coördineren op nationaal niveau van de activiteiten in verband met het verzamelen en monitoren van drugsgerelateerde gegevens, en besprekingen over relevante indicatoren;

Amendement  122

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 2 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het op objectieve wijze op nationaal niveau verzamelen, analyseren en interpreteren van alle relevante informatie over drugs, drugsverslaving, drugsmarkten, drugsaanbod en criminaliteitsgerelateerde kwesties, alsook over het beleid en de toegepaste oplossingen, die het agentschap nodig heeft om te voldoen aan artikel 6. Daarbij bundelt het nationale knooppunt ervaringen uit verschillende sectoren - met name op het terrein van gezondheid, justitie en rechtshandhaving - en werkt het samen met deskundigen en nationale organisaties die actief zijn op het gebied van het drugsbeleid;

d) het op objectieve wijze op nationaal niveau verzamelen, analyseren en interpreteren van alle relevante informatie over drugs, drugsverslaving, drugsmarkten, drugsaanbod en criminaliteitsgerelateerde kwesties, alsook over het beleid en de toegepaste oplossingen, die het agentschap nodig heeft om te voldoen aan artikel 6. Daarbij bundelt het nationale knooppunt ervaringen uit verschillende sectoren - met name op het terrein van gezondheid, justitie en rechtshandhaving - en werkt het samen met deskundigen, nationale organisaties, de wetenschappelijke gemeenschap, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en andere relevante belanghebbenden die actief zijn op het gebied van het drugsbeleid;

Amendement  123

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 2 – punt h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) het verstrekken aan het agentschap van informatie over nieuwe trends inzake het gebruik van bestaande psychoactieve stoffen of nieuwe combinaties van psychoactieve stoffen die een potentieel risico voor de volksgezondheid vormen, en over mogelijke maatregelen op het gebied van de volksgezondheid;

h) het verstrekken aan het agentschap van informatie over nieuwe trends en uitdagingen inzake het gebruik van bestaande psychoactieve stoffen of nieuwe combinaties van psychoactieve stoffen die een potentieel risico voor de volksgezondheid vormen, en over mogelijke maatregelen op het gebied van de volksgezondheid;

Amendement  124

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De nationale knooppunten monitoren, analyseren en interpreteren relevante informatie op de in artikel 4, lid 1, punt a), bedoelde gebieden en verstrekt informatie over het beleid en de oplossingen die zijn vastgesteld.

Amendement  125

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het nationale knooppunt heeft het recht om bij andere nationale autoriteiten, organen, agentschappen en organisaties alle informatie te verzamelen die het nodig heeft om zijn taken overeenkomstig lid 2 uit te voeren. Het nationale knooppunt onderhoudt een uitgebreid netwerk van nationale partners en gegevensverstrekkers met het oog op het verzamelen van dergelijke informatie.

3. Het nationale knooppunt werkt waar nodig samen met de relevante nationale en regionale autoriteiten, organen, agentschappen en organisaties voor het verzamelen van alle informatie die het nodig heeft om zijn taken overeenkomstig lid 2 uit te voeren. Het nationale knooppunt onderhoudt een uitgebreid netwerk van nationale partners en gegevensverstrekkers met het oog op het verzamelen van dergelijke informatie.

Amendement  126

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 33 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Bij het verzamelen van gegevens overeenkomstig dit artikel zorgen de nationale knooppunten er waar mogelijk voor dat de verzamelde gegevens worden uitgesplitst naar geslacht. Bij het verzamelen en presenteren van gegevens overeenkomstig dit artikel houden de nationale knooppunten rekening met de gendergevoelige aspecten van het drugsbeleid. De nationale knooppunten geven geen gegevens door aan de hand waarvan personen of kleine groepen personen kunnen worden geïdentificeerd. De nationale knooppunten verstrekken geen informatie over specifieke personen.

Amendement  127

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk op 15 december van elk jaar stelt de raad van bestuur, op basis van een ontwerptekst die door de uitvoerend directeur is opgesteld en na raadpleging van het wetenschappelijk comité en met inachtneming van het advies van de Commissie, en, wat de meerjarige programmering betreft, na raadpleging van het Europees Parlement, een ontwerp van enig programmeringsdocument vast dat de meerjarige en jaarlijkse programmering bevat, alsmede alle in artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/71522 van de Commissie genoemde documenten. De raad van bestuur zendt het document uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

1. Uiterlijk op 15 december van elk jaar stelt de raad van bestuur, op basis van een ontwerptekst die door de uitvoerend directeur is opgesteld en na raadpleging van het wetenschappelijk comité en met inachtneming van het advies van de Commissie, en, wat de meerjarige programmering betreft, na raadpleging van het Europees Parlement, een ontwerp van enig programmeringsdocument vast dat de meerjarige en jaarlijkse programmering bevat, alsmede alle in artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/71522 van de Commissie genoemde documenten. Indien de raad van bestuur besluit geen rekening te houden met elementen van het advies van de Commissie of van het wetenschappelijk comité, wordt dit grondig gemotiveerd. De verplichting om een grondige motivering te verstrekken, geldt ook voor de door het Europees Parlement aan de orde gestelde punten wanneer het wordt geraadpleegd. De raad van bestuur zendt het enig programmeringsdocument uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Het enig programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

Het enig programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

__________________

__________________

22 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1).

22 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1).

Amendement  128

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De jaarlijkse of meerjarige programmering bevat informatie over de uitvoering van het in artikel 20 bedoelde kader voor internationale samenwerking en de acties in verband met deze strategie.

De jaarlijkse of meerjarige programmering bevat informatie over de uitvoering van het in artikel 20 bedoelde kader voor internationale samenwerking en de acties in verband met deze strategie. De programmering bevat ook de geplande onderzoeks- en innovatieactiviteiten van het agentschap als bedoeld in artikel 21.

Amendement  129

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De ontvangsten en uitgaven van het agentschap moeten in evenwicht zijn.

2. De ontvangsten en uitgaven van het agentschap moeten in evenwicht zijn. Het agentschap krijgt de beschikking over een toereikende begroting om te zorgen voor voldoende personeel en uitrusting teneinde de in deze verordening vastgestelde doelstellingen te kunnen verwezenlijken en de daarin vervatte taken te kunnen vervullen.

Amendement  130

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de vergoedingen die zijn betaald voor overeenkomstig artikel 37 verleende diensten, en

c) de vergoedingen die zijn betaald voor overeenkomstig artikel 37 verleende diensten;

Amendement  131

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) eventuele financiële bijdragen van de in artikel 53 bedoelde organisaties en organen, en van de in artikel 54 bedoelde derde landen.

d) eventuele financiële bijdragen van de in artikel 53 bedoelde organisaties en organen, en van de in artikel 54 bedoelde derde landen; en

Amendement  132

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – punt d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) financiering van de Unie in indirect beheer of in de vorm van ad-hocsubsidies in overeenstemming met de financiële regeling die van toepassing is op het agentschap en met de bepalingen van de relevante instrumenten die het beleid van de Unie ondersteunen.

Amendement  133

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het bedrag en de oorsprong van eventuele ontvangsten als bedoeld in de eerste alinea, punten b), c), d) en d bis), van dit lid worden opgenomen in de jaarrekeningen van het agentschap en duidelijk gespecificeerd in het in artikel 40, lid 2, bedoelde jaarverslag over het budgettair en financieel beheer van het agentschap.

Amendement  134

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het agentschap kan vergoedingen in rekening brengen voor:

1. Het agentschap kan vergoedingen in rekening brengen voor de volgende diensten, indien deze duidelijk zijn afgebakend van de in deze verordening vastgestelde taken van het agentschap:

Amendement  135

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) opleidingsprogramma’s;

a) andere dan de in artikel 19 genoemde opleidingsprogramma’s;

Amendement  136

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) bepaalde activiteiten ter ondersteuning van de lidstaten, wanneer deze activiteiten niet als prioritair zijn aangemerkt maar wel nuttig zouden kunnen zijn indien zij met nationale middelen worden ondersteund;

b) noodzakelijke en naar behoren gemotiveerde activiteiten ter ondersteuning van de lidstaten, anders dan de activiteiten die in deze verordening zijn vastgesteld, wanneer deze activiteiten niet als prioritair zijn aangemerkt maar wel nuttig zouden kunnen zijn indien zij met nationale middelen worden ondersteund;

Amendement  137

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de certificering van nationale organen in derde landen overeenkomstig artikel 20, lid 3;

d) de certificering van nationale organen in derde landen, met name kandidaat-lidstaten, overeenkomstig artikel 20, lid 3;

Amendement  138

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) andere diensten die onder zijn mandaat vallen en die op verzoek van een deelnemend land worden verleend en waarvoor middelen moeten worden ingezet ter ondersteuning van nationale activiteiten.

e) andere diensten op maat die onder zijn mandaat vallen en die op verzoek van een deelnemend land worden verleend en waarvoor aanvullende middelen moeten worden ingezet ter ondersteuning van nationale activiteiten.

Amendement  139

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Op voorstel van de uitvoerend directeur stelt de raad van bestuur van het agentschap het bedrag van de vergoedingen vast, alsmede de wijze waarop deze worden betaald.

2. Op voorstel van de uitvoerend directeur stelt de raad van bestuur van het agentschap op transparante wijze en na de Commissie te hebben geraadpleegd het bedrag van de vergoedingen vast, alsmede de wijze waarop deze worden betaald. Deze vergoedingen dekken uitsluitend de personele en financiële kosten in verband met de verlening van de in lid 1 bedoelde diensten.

Amendement  140

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De vergoedingen moeten op een zodanig niveau worden vastgesteld dat een tekort of een aanzienlijke accumulatie van overschotten in de begroting wordt vermeden. Indien er bij herhaling sprake is van een aanzienlijk begrotingsoverschot dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, moet de hoogte van de vergoedingen of van de bijdrage van de Unie worden herzien. Indien er sprake is van een aanzienlijk begrotingstekort dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, moet de hoogte van de vergoedingen worden herzien.

4. De vergoedingen moeten op een zodanig niveau worden vastgesteld dat een tekort of een aanzienlijke accumulatie van overschotten in de begroting wordt vermeden. Indien er bij herhaling sprake is van een aanzienlijk begrotingsoverschot dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, moet de hoogte van de vergoedingen of van de bijdrage van de Unie worden herzien. Indien er sprake is van een aanzienlijk begrotingstekort dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, wordt de hoogte van de vergoedingen herzien.

Amendement  141

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De door het agentschap geïnde vergoedingen worden jaarlijks aan een externe controle onderworpen. Het agentschap zendt de resultaten van deze controles onverwijld toe aan het Europees Parlement.

Amendement  142

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. Op bouwprojecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van het agentschap, zijn de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/71566 van toepassing.

9. Op bouwprojecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van het agentschap, zijn de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/71566 van de Commissie van toepassing.

_________________

_________________

66 PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1.

66 PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1.

Amendement  143

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 43

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 43

Artikel 28 bis

Uitvoerend directeur

Uitvoerend directeur

1. De uitvoerend directeur wordt in dienst genomen als tijdelijke functionaris van het agentschap overeenkomstig artikel 2, punt a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

1. De uitvoerend directeur wordt in dienst genomen als tijdelijke functionaris van het agentschap overeenkomstig artikel 2, punt a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. De uitvoerend directeur is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van het agentschap.

2. De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten.

2. De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten. Vóór de benoeming voor een eerste ambtstermijn wordt de door de raad van bestuur voor de functie van uitvoerend directeur geselecteerde kandidaat onverwijld verzocht voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement een verklaring af te leggen en vragen van leden van die commissie te beantwoorden. Na de verklaring en de antwoorden te hebben gehoord, kan het Europees Parlement daarover een advies uitbrengen. De raad van bestuur houdt bij de benoeming van de uitvoerend directeur terdege rekening met dat advies. Als het Europees Parlement van oordeel is dat geen van de kandidaten in voldoende mate aan de functievereisten voldoet, wordt de openbare selectieprocedure opnieuw in gang gezet.

3.  Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt het Agentschap vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

3.  Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt het Agentschap vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

4.  De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Aan het einde van deze termijn voert de Commissie een beoordeling uit waarbij rekening wordt gehouden met een evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten en de toekomstige taken en uitdagingen van het agentschap.

4.  De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Aan het einde van deze termijn voert de Commissie een beoordeling uit waarbij rekening wordt gehouden met een evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten en de toekomstige taken en uitdagingen van het agentschap.

5. Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de in lid 4 bedoelde beoordeling, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar.

5. Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de in lid 4 bedoelde beoordeling, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar. Voordat de raad van bestuur besluit de ambtstermijn te verlengen, kan de uitvoerend directeur worden verzocht te verschijnen voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement en vragen van leden van die commissie te beantwoorden.

6.  Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

6.  Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

7. De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn of haar functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

7. De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn of haar functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie. Het Europees Parlement en de Raad worden van de redenen daarvoor in kennis gesteld.

8.  De raad van bestuur neemt de besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van zijn of haar ambtstermijn en de ontzetting uit zijn of haar ambt met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

8.  De raad van bestuur neemt de besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van zijn of haar ambtstermijn en de ontzetting uit zijn of haar ambt met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

 

8 bis. De uitvoerend directeur geeft gehoor aan elk verzoek van het Europees Parlement of door de Raad om een hoorzitting over enige aangelegenheid in verband met de activiteiten van het agentschap bij te wonen.

(Artikel 43 wordt in zijn geheel ingevoegd na artikel 28.)

Amendement  144

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk op [PB: voeg de datum in = vijf jaar na de in artikel 63 bedoelde datum] en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de prestaties van het agentschap in het licht van zijn doelstellingen, mandaat, taken en vestigingsplaats, conform de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijzigingen.

1. Uiterlijk op [PB: voeg de datum in = vijf jaar na de in artikel 63 bedoelde datum] en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de prestaties van het agentschap in het licht van zijn doelstellingen, mandaat, taken en vestigingsplaats, conform de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijzigingen. In de evaluatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen van het mandaat en de taken van het agentschap.

Amendement  145

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Het agentschap publiceert de overeenkomstig dit artikel gemaakte werkafspraken op zijn website.

Amendement  146

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Raadpleging van organisaties uit het maatschappelijk middenveld

Samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld

Amendement  147

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het agentschap onderhoudt een nauwe dialoog met relevante organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op nationaal, uniaal of internationaal niveau actief zijn op de door deze verordening bestreken gebieden.

Het agentschap onderhoudt een gestructureerde samenwerking met relevante niet-gouvernementele organisaties en organisaties uit het maatschappelijk middenveld en betrokken gemeenschappen in Europa die actief zijn op de door deze verordening bestreken gebieden, om te zorgen voor regelmatige en uitgebreide raadpleging en uitwisseling van informatie met het maatschappelijk middenveld. Daartoe benoemt het agentschap een persoon binnen het agentschap die verantwoordelijk is voor het beheer van die samenwerking, onder het gezag van de uitvoerend directeur.

Amendement  148

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De in de eerste alinea bedoelde samenwerking staat open voor alle geïnteresseerde en gekwalificeerde belanghebbenden die gevestigd zijn in de deelnemende landen en omvat ook het Drugsforum van het maatschappelijk middenveld. Daartoe stellen de Commissie en de lidstaten het Drugsforum van het maatschappelijk middenveld passende en duurzame financiële middelen en versterkte administratieve ondersteuning ter beschikking.

Amendement  149

 

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – alinea 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het agentschap publiceert de namen en de verklaarde belangenconflicten van de bij zijn werkzaamheden betrokken belanghebbenden op zijn website.

 


TOELICHTING

De rapporteur wil graag de redenen toelichten die ten grondslag liggen aan de amendementen in onderhavig ontwerpverslag over het door de Commissie op 12 januari 2022 ingediende voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie (2022/0009(COD)), die bedoeld is als opvolger van Verordening (EG) nr. 1920/2006.

 

Het voorstel van de Europese Commissie heeft ten doel het mandaat van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving te versterken door het om te vormen tot het Drugsagentschap van de Europese Unie. Voorgesteld wordt de organisatie en capaciteiten van het agentschap te herzien, zodat het nieuw op te richten agentschap beschikt over de juiste instrumenten om bestaande en toekomstige uitdagingen in verband met drugs in de EU efficiënter en sneller te kunnen opsporen en aanpakken. 

 

De rapporteur is ingenomen met de algemene doelstelling om het agentschap te versterken, omdat extra middelen en uitbreiding van de bevoegdheden van belang zijn om het agentschap in staat te stellen de Europese Unie en haar lidstaten te blijven voorzien van feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens op Europees niveau over drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan.

 

De rapporteur wil er met name op wijzen dat het belangrijk is dat het monitoringsysteem en de analysecapaciteit van het agentschap worden versterkt en dat het agentschap beschikt over een systeem voor vroegtijdige waarschuwing met behulp waarvan het sneller en doeltreffend kan inspelen op nieuwe dreigingen en ontwikkelingen. De rapporteur is ingenomen met deze versterkte responscapaciteit en met het voorstel om 63 miljoen euro aan aanvullende begrotingsmiddelen toe te wijzen en 40 extra posten te creëren, omdat daarmee daadwerkelijk uitvoering kan worden gegeven aan het herziene mandaat. Van even groot belang voor de rapporteur zijn de mogelijkheden die het agentschap krijgt om zich actiever in te zetten voor internationale samenwerking en om ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van de externe dimensie van het drugsbeleid van de Unie en bij de leidende rol van de Unie op multilateraal niveau.

 

De rapporteur betreurt echter dat in het voorstel overmatige aandacht uitgaat naar kwesties die verband houden met rechtshandhaving, het aanbod van drugs, veiligheid en controle, en dat er relatief weinig aandacht uitgaat naar schadebeperking en gezondheidskwesties, waardoor de tekst gekenmerkt wordt door een zekere onevenwichtigheid. Om die reden stelt zij enkele wijzigingen voor die bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat de gezondheids-, de sociale en de mensenrechtendimensie binnen het mandaat van het agentschap voldoende aandacht blijven krijgen.

 

Daarnaast stelt de rapporteur met bezorgdheid vast dat de budgettaire gevolgen van de aanvullende financiële middelen voor het agentschap tijdens het huidige meerjarig financieel kader zullen worden gecompenseerd door een verlaging van de geprogrammeerde uitgaven in rubriek 4: migratie en grensbeheer

 

De rapporteur is tevens bezorgd over het feit dat het aantal vertegenwoordigers van het Europees Parlement in de raad van bestuur van het EMCDDA in het voorstel omlaag wordt gebracht en is van mening dat het aantal door het Parlement aangewezen deskundigen dat deel uitmaakt van de raad van bestuur twee moet blijven, zoals momenteel het geval is.

 

Tot slot is de rapporteur zeer ontevreden over het feit dat het maatschappelijk middenveld niet veel meer betrokken wordt bij de activiteiten van het agentschap. Zij staat er dan ook op dat er in de verordening bepalingen worden opgenomen om een brede betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld te bevorderen.

 

 

De rapporteur heeft terdege nota genomen van de algemene oriëntatie zoals voorgesteld door het Franse voorzitterschap van de Raad en is van mening dat deze op veel punten een verbetering vormt ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie. De rapporteur heeft zich daarom door deze tekst laten inspireren en enkele hierin voorgestelde wijzigingen overgenomen. Een groot aantal amendementen kwam tot stand naar aanleiding van de vele vergaderingen en raadplegingen die de rapporteur heeft gehouden met de schaduwrapporteurs van de betrokken fracties en naar aanleiding van gedachtewisselingen met de rapporteur voor advies van de commissie BUDG, belast met de opstelling van een advies in deze procedure, en met de Europese Commissie, het Franse voorzitterschap van de Raad, de directeur van het EMCDDA, de twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement in de raad van bestuur van het EMCDDA en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. De rapporteur gaat ervan uit dat haar voorstellen, waar zeer veel voorbereiding aan vooraf is gegaan, een goede en solide basis kunnen vormen voor een snel akkoord, eerst in het Europees Parlement en daarna bij de interinstitutionele onderhandelingen.

 


ADVIES VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE (30.8.2022)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie

(COM(2022)0018 – C9‑0010/2022 – 2022/0009(COD))

Rapporteur voor advies: Niclas Herbst

 

 

BEKNOPTE MOTIVERING

Terwijl de COVID-19-pandemie een verwoestende uitwerking heeft gehad op bedrijven en werknemers in de hele Europese Unie, vertoonden de drugsmarkten een opmerkelijke veerkracht. Producenten van illegale drugs en drugshandelaren bleven profiteren van de schade die zij aanrichten in het leven van anderen, vooral in het leven van mensen die horen bij gemarginaliseerde groepen. Drugshandelaren hebben nieuwe technologieën omarmd en maken gebruik van versleutelde berichtendiensten, sociale media en e-handel, vaak op het darknet. Daarbij komt dat drugsgebruikers steeds vaker experimenteren met polymiddelen en gelijktijdig meer dan één drug of stof gebruiken. Het fenomeen “drugs” vertoont dan ook een steeds grotere complexiteit en ontwikkelt zich steeds sneller.

In de EU-drugsstrategie 2021-2025[1] en het EU-drugsactieplan 2021-2025[2] wordt meer actie op EU-niveau geëist om de veranderende uitdagingen op drugsgebied aan te pakken. De Commissie wordt verzocht een voorstel in te dienen voor een ruimer mandaat voor het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD), zodat rekening gehouden kan worden met de veranderende situatie. In haar evaluatie van de werkzaamheden van het EWDD[3] onderstreept de Commissie dat het agentschap waardevol werk heeft verricht, maar benadrukt zij ook dat het mandaat van het agentschap lacunes vertoont. Met dit voorstel wordt beoogd deze lacunes op te vullen en het vernieuwde mandaat van het agentschap zo doelmatig mogelijk te maken. Daartoe is het mandaat uitgebreid met polymiddelengebruik en betere monitoring- en dreigingsbeoordelingscapaciteiten. Tevens voorziet het voorstel in betere gegevens- en informatievergaring, wordt het agentschap in staat gesteld om EU-brede preventie- en bewustmakingscampagnes te ontwikkelen en krijgt het de mogelijkheid waarschuwingen af te geven wanneer er een nieuwe gevaarlijke stof op de markt verschijnt. Aangezien de bestaande EWDD-verordening uit 2006 dateert, brengt het voorstel de bepalingen in overeenstemming met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 19 juli 2012 over gedecentraliseerde agentschappen, en met de gemeenschappelijke aanpak[4].

De rapporteur is ingenomen met de centrale doelstellingen van het voorstel en is ervan overtuigd dat de uitbreiding van het mandaat van het Drugsagentschap een doeltreffender optreden mogelijk zal maken, zowel om de markt voor illegale drugs te verstoren als om de Europese burgers te beschermen tegen de gevaren van drugs.

Niettemin is hij, in overeenstemming met zijn benadering van dossiers van gedecentraliseerde agentschappen, van mening dat het voorstel inhoudelijk behandeld moet worden door de bevoegde commissie. Het ontwerpadvies is dan ook gericht op de gebieden waar de Begrotingscommissie meerwaarde kan bieden, en daarom met name op de financiële bepalingen en de bestuursregelingen.

Gevolgen voor de begroting en financiële bepalingen

Uit het voorstel van de Commissie blijkt dat het EU-Drugsagentschap tussen 2024 en 2027 een extra bedrag van 63 miljoen EUR nodig zal hebben ten opzichte van de MFK-programmering, en dat het totale personeelsbestand van het agentschap zal toenemen van 111 personen in de begroting 2022 tot 145 personen in 2027. Het is uiteraard absoluut noodzakelijk dat het agentschap over voldoende financiële en personele middelen beschikt om zijn versterkte mandaat uit te voeren en er moet op worden toegezien dat alle verdere taken en verantwoordelijkheden die mogelijk in de definitieve wetgeving overeengekomen worden, naar behoren worden gefinancierd.

De rapporteur is sterk gekant tegen het voornemen van de Commissie om de extra middelen voor het agentschap in rubriek 5 te compenseren door verlaging van de middelen voor het programma van het Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) in rubriek 4. Het BMVI profiteert van een aanvulling van 1 miljard EUR vanwege een programmaspecifieke aanpassing die tijdens de MFK-onderhandelingen overeengekomen is, wat betekent dat er een duidelijke politieke wil bestond om het instrument te versterken met het oog op grensbeheer, en niet om middelen te verstrekken ter versterking van agentschappen. De Oekraïnecrisis en de voorgestelde verhoging voor het BMVI in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2022 hebben bevestigd hoe belangrijk deze aanvulling is. Bovendien gaat het bij de aanvullende taken die in het voorstel aan het Drugsagentschap zijn toegewezen, niet om taken die anders in het kader van het BMVI worden uitgevoerd.

Vergoedingen

Met het voorstel krijgt het agentschap de mogelijkheid om vergoedingen in rekening te brengen voor “niet-kerndiensten”, waarmee het extra inkomsten kan genereren. Het uitgangspunt van de rapporteur is dat de agentschappen over de middelen moeten kunnen beschikken die zij nodig hebben om de hun door de wetgever toegewezen taken uit te voeren. Hoewel financieringsmodellen op basis van vergoedingen volledig legitiem zijn wanneer vergoedingen worden geheven voor kerndiensten (bijv. het op vergoedingen gebaseerde model van het Europees Geneesmiddelenbureau of de Europese Bankautoriteit), is het niet duidelijk waarom het Drugsagentschap vergoedingen in rekening zou moeten brengen voor diensten die de wetgever in eerste instantie niet nodig heeft geacht.

Bovendien zijn de bepalingen inzake vergoedingen onduidelijk, aangezien de aard van de diensten vaag is gedefinieerd en de raad van bestuur over een aanzienlijke speelruimte beschikt om – zonder parlementaire controle – de aard en de hoogte van de vergoedingen vast te stellen. De rapporteur stelt dan ook amendementen voor om de bepalingen op grond waarvan het agentschap vergoedingen mag heffen, te schrappen. Er zouden meer duidelijkheid over het doel en de aard van de vergoedingen en duidelijke bepalingen inzake parlementaire controle nodig zijn om de invoering van dergelijke vergoedingen in overweging te nemen.

Bestuur, parlementaire controle en transparantie

De rapporteur stelt een aantal meer technische wijzigingen voor om ervoor te zorgen dat de bepalingen in de verordening volledig in overeenstemming zijn met de beginselen van de gemeenschappelijke aanpak. De meeste amendementen hebben tot doel de parlementaire controle en verantwoordingsplicht te verbeteren, bijvoorbeeld met betrekking tot de benoeming van de uitvoerend directeur, en de transparantie van de begrotingsverslaggeving te waarborgen.

 

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De drugsproblematiek raakt steeds nauwer verstrengeld met technologie, zoals opnieuw is gebleken tijdens de COVID-19-pandemie, die leidde tot een toename van het gebruik van nieuwe technologieën om de distributie van drugs te vergemakkelijken. Geschat wordt dat ongeveer tweederde van het aanbod op de darknetmarkt te maken heeft met drugs. Voor de handel in drugs worden er verschillende platforms gebruikt, waaronder socialemedianetwerken en mobiele applicaties. Deze ontwikkeling komt tot uiting in de reacties op het drugsfenomeen, met een toenemend gebruik van mobiele applicaties en e-gezondheidsinterventies. Het agentschap moet, samen met de andere betrokken agentschappen van de Unie en zonder dubbel werk te doen, dergelijke ontwikkelingen monitoren als onderdeel van zijn holistische aanpak van de drugsproblematiek.

(14) De drugsproblematiek raakt steeds nauwer verstrengeld met technologie, zoals opnieuw is gebleken tijdens de COVID-19-pandemie, die leidde tot een toename van het gebruik van nieuwe technologieën om de distributie van drugs te vergemakkelijken. Geschat wordt dat ongeveer tweederde van het aanbod op de darknetmarkt te maken heeft met drugs. Voor de handel in drugs worden er verschillende platforms gebruikt, waaronder socialemedianetwerken en mobiele applicaties. Deze ontwikkeling komt tot uiting in de reacties op het drugsfenomeen, met een toenemend gebruik van mobiele applicaties en e-gezondheidsinterventies. Het agentschap moet, samen met de andere betrokken agentschappen van de Unie en zonder dubbel werk te doen, dergelijke ontwikkelingen monitoren als onderdeel van zijn holistische aanpak van de drugsproblematiek. Rekening houdend met de technologische vooruitgang en meer geavanceerde encryptiemethoden, moet het agentschap benadrukken hoe belangrijk het is dat de lidstaten passende digitale oplossingen vaststellen om het drugsfenomeen op een gecoördineerde, coherente en interoperabele manier aan te pakken.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) De verantwoordelijkheden van het agentschap op het gebied van internationale samenwerking moeten duidelijker worden afgebakend, zodat het ten volle kan deelnemen aan dergelijke activiteiten en kan reageren op verzoeken van derde landen en instanties. Het agentschap moet ondersteuning kunnen bieden bij de ontwikkeling en uitvoering van de externe dimensie van het drugsbeleid van de Unie en bij de leidende rol van de Unie op multilateraal niveau, als middel voor een efficiënte en coherente uitvoering van het drugsbeleid van de Unie, zowel intern als op internationaal niveau. Opdat het agentschap in staat zou zijn voldoende middelen vrij te maken voor deze taak, moeten de werkzaamheden op het gebied van internationale samenwerking deel uitmaken van de kerntaken van het agentschap. Deze werkzaamheden moeten gebaseerd zijn op een kader voor internationale samenwerking van het agentschap, dat moet stroken met de prioriteiten van de Unie inzake internationale samenwerking en dat regelmatig moet worden herzien om ervoor te zorgen dat het de internationale ontwikkelingen adequaat weerspiegelt.

(25) Internationale samenwerking moet een kerntaak van het agentschap zijn, waarbij de verantwoordelijkheden duidelijker moeten worden afgebakend, zodat het ten volle kan deelnemen aan dergelijke activiteiten en kan reageren op verzoeken van derde landen en instanties. Het agentschap moet ondersteuning kunnen bieden bij de ontwikkeling en uitvoering van de externe dimensie van het drugsbeleid van de Unie en bij de leidende rol van de Unie op multilateraal niveau, als middel voor een efficiënte en coherente uitvoering van het drugsbeleid van de Unie, zowel intern als op internationaal niveau. De werkzaamheden op dit gebied moeten gebaseerd zijn op een kader voor internationale samenwerking van het agentschap, dat moet stroken met de prioriteiten van de Unie inzake internationale samenwerking en dat regelmatig moet worden herzien om ervoor te zorgen dat het de internationale ontwikkelingen adequaat weerspiegelt.

 

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 26

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Om het volledige potentieel van de Uniefinanciering voor veiligheidsonderzoek te benutten en tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van het drugsbeleid, moet het agentschap de Commissie bijstaan bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie voor onderzoek en innovatie die relevant zijn voor de doelstellingen van het agentschap. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, mag het, met het oog op de voorkoming van een mogelijk belangenconflict, geen financiering uit hoofde van dat programma ontvangen. Tot slot moet het agentschap deelnemen aan Uniebrede initiatieven op het gebied van onderzoek en innovatie om ervoor te zorgen dat de voor zijn activiteiten benodigde technologieën worden ontwikkeld en beschikbaar zijn voor gebruik.

(26) Om het volledige potentieel van de Uniefinanciering voor veiligheidsonderzoek te benutten en tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van het drugsbeleid, moet het agentschap de Commissie bijstaan bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie voor onderzoek en innovatie die relevant zijn voor de doelstellingen van het agentschap. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, mag het geen financiering uit hoofde van dat programma ontvangen en moet het alle nodige maatregelen nemen om belangenconflicten te voorkomen. Tot slot moet het agentschap deelnemen aan Uniebrede initiatieven op het gebied van onderzoek en innovatie om ervoor te zorgen dat de voor zijn activiteiten benodigde technologieën worden ontwikkeld en beschikbaar zijn voor gebruik. De geplande onderzoeks- en innovatieactiviteiten moeten worden opgenomen in het enig programmeringsdocument dat het meerjarige en jaarlijkse werkprogramma van het agentschap bevat.

 

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De raad van bestuur moet bij de voorbereiding van zijn besluiten worden bijgestaan door een uitvoerende raad. Het agentschap moet worden geleid door een uitvoerend directeur. Een wetenschappelijk comité moet de raad van bestuur en de uitvoerend directeur blijven bijstaan met betrekking tot relevante wetenschappelijke aangelegenheden.

(27) Het agentschap moet als volgt worden georganiseerd: Een raad van bestuur, die bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie en een door het Europees Parlement benoemde deskundige, is verantwoordelijk voor het toezicht op de werkzaamheden van het agentschap. De lidstaten, de Commissie en het Europees Parlement moeten bij hun benoemingen, en met name bij de algehele samenstelling van de raad van bestuur, het beginsel van genderevenwicht eerbiedigen. De raad van bestuur moet worden bijgestaan door een uitvoerende raad, die ook in duidelijk omschreven gevallen specifieke besluiten moet kunnen nemen. Het agentschap moet worden geleid door een uitvoerend directeur, die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur van het agentschap. Een wetenschappelijk comité moet de raad van bestuur en de uitvoerend directeur bijstaan met betrekking tot relevante wetenschappelijke aangelegenheden.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 27 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis) De uitvoerend directeur wordt door de raad van bestuur benoemd op basis van een door de Commissie opgestelde shortlist en na goedkeuring door het Europees Parlement. De uitvoerend directeur moet het jaarverslag van het agentschap voorleggen aan het Europees Parlement en aan de Raad. Voorts moeten het Europees Parlement en de Raad de uitvoerend directeur kunnen verzoeken verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn of haar taken.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 27 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 ter) Om de onafhankelijke werking en integriteit van het agentschap te waarborgen, moet de raad van bestuur praktische regelingen vaststellen voor de preventie van en omgang met belangenconflicten, rekening houdend met de aanbevelingen van de Europese Ombudsman. Die regelingen moeten met name waarborgen dat hoge vertegenwoordigers van het agentschap de integriteit van het agentschap tijdens of na hun ambtstermijn niet ondermijnen.

 

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Het agentschap moet over voldoende middelen beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren en moet een eigen begroting krijgen. Het moet hoofdzakelijk worden gefinancierd met een bijdrage uit de algemene begroting van de Unie. Op de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie, moet de begrotingsprocedure van de Unie van toepassing zijn. De controle van de rekeningen moet worden uitgevoerd door de Rekenkamer van de Europese Unie.

(29) Het agentschap moet over de nodige financiële en personele middelen beschikken, zodat het zich kan kwijten van de krachtens deze verordening opgedragen doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden. Het agentschap moet een eigen begroting krijgen. Het moet hoofdzakelijk worden gefinancierd met een bijdrage uit de algemene begroting van de Unie, waarbij de nodige kredieten uitsluitend afkomstig zijn uit niet-toegewezen marges in de desbetreffende rubriek van het meerjarig financieel kader en/of uit de beschikbaarstelling van de relevante speciale instrumenten. Op de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie, moet de begrotingsprocedure van de Unie van toepassing zijn. De controle van de rekeningen moet worden uitgevoerd door de Rekenkamer van de Europese Unie.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Vergoedingen dragen bij aan de financiering van het agentschap en kunnen worden overwogen voor specifieke aangelegenheden die duidelijk kunnen worden gescheiden van de kerntaken van het agentschap. Alle vergoedingen die door het agentschap in rekening worden gebracht, moeten de kosten voor het verlenen van de betrokken diensten dekken.

Schrappen

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 31

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31) De uitvoerend directeur moet het jaarverslag van het agentschap voorleggen aan het Europees Parlement en aan de Raad. Voorts moeten het Europees Parlement en de Raad de uitvoerend directeur kunnen verzoeken verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn taken.

Schrappen

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 35

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35) Het agentschap moet bij de uitvoering van zijn werkprogramma nauw samenwerken met relevante internationale organisaties, andere gouvernementele en niet-gouvernementele instanties en relevante technische organen van binnen en buiten de Unie, met name om dubbel werk te voorkomen en de toegang te waarborgen tot alle gegevens en instrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van zijn mandaat.

(35) Het agentschap moet bij de uitvoering van zijn werkprogramma nauw samenwerken met relevante internationale organisaties, andere gouvernementele en niet-gouvernementele instanties en relevante technische organen van binnen en buiten de Unie, met name om dubbel werk te voorkomen en de toegang te waarborgen tot alle gegevens en instrumenten die nodig zijn voor de uitvoering van zijn mandaat. In dat verband moet het agentschap de mogelijkheid hebben om samen te werken met maatschappelijke organisaties en andere relevante belanghebbenden om het bewustzijn op het niveau van de Unie te vergroten.

 

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het agentschap staat de Commissie en de lidstaten bij bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie inzake onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in artikel 4 omschreven algemene taak. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, ontvangt het geen financiering uit hoofde van dat programma.

1. Het agentschap staat de Commissie en de lidstaten bij bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma’s van de Unie inzake onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in de artikelen 4 en 5 omschreven algemene en specifieke taken. Wanneer het agentschap de Commissie bijstaat bij het vaststellen van de belangrijkste onderzoeksthema’s en het opstellen en uitvoeren van een kaderprogramma van de Unie, ontvangt het geen financiering uit hoofde van dat programma. Het agentschap neemt alle nodige maatregelen om belangenconflicten te voorkomen.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het agentschap houdt proactief toezicht op en draagt bij aan onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in artikel 4 omschreven algemene taak, ondersteunt verwante activiteiten van de lidstaten en voert zijn onderzoeks- en innovatieactiviteiten uit met betrekking tot aangelegenheden die onder deze verordening vallen, met inbegrip van het ontwikkelen, trainen, testen en valideren van algoritmen voor de ontwikkeling van instrumenten. Het agentschap verstrekt de resultaten van dat onderzoek aan het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, overeenkomstig artikel 49.

2. Het agentschap houdt proactief toezicht op en draagt bij aan onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor de vervulling van zijn in de artikelen 4 en 5 omschreven algemene en specifieke taken, ondersteunt verwante activiteiten van de lidstaten en voert zijn onderzoeks- en innovatieactiviteiten uit met betrekking tot aangelegenheden die onder deze verordening vallen, met inbegrip van het ontwikkelen, trainen, testen en valideren van algoritmen voor de ontwikkeling van instrumenten. Het agentschap verstrekt de resultaten van dat onderzoek aan het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, overeenkomstig artikel 49.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De leden en de plaatsvervangers worden voor vier jaar benoemd. Deze ambtstermijn kan worden verlengd.

6. De leden en de plaatsvervangers worden voor vier jaar benoemd. Deze ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd.

 

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) stelt het ontwerp van het in artikel 35 bedoelde enig programmeringsdocument van het agentschap vast, voordat het bij de Commissie ter advies wordt ingediend;

b) stelt het ontwerp van het in artikel 35 bedoelde enig programmeringsdocument van het agentschap vast met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden overeenkomstig artikel 23;

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) stelt, na het advies van de Commissie te hebben ingewonnen, het enig programmeringsdocument van het agentschap vast met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden overeenkomstig artikel 23;

Schrappen

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 1 – punt n

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

n) stelt zijn reglement van orde vast;

n) stelt zijn reglement van orde vast, inclusief praktische regelingen voor de preventie van en omgang met belangenconflicten;

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 1 – punt t

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

t) keurt de lijst van deskundigen goed die moet worden gebruikt om het wetenschappelijk comité uit te breiden overeenkomstig artikel 10, lid 4;

t) keurt de lijst van deskundigen goed die moet worden gebruikt om het wetenschappelijk comité uit te breiden overeenkomstig artikel 30, lid 6;

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur, maar heeft geen stemrecht. De uitvoerende raad mag waarnemers op zijn vergaderingen uitnodigen.

De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van de uitvoerende raad. De uitvoerende raad mag waarnemers op zijn vergaderingen uitnodigen.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad bedraagt vier jaar. De ambtstermijn van de leden van het uitvoerend comité eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt.

4. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad bedraagt vier jaar en kan worden verlengd. De ambtstermijn van de leden van het uitvoerend comité eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 28 bis

 

Uitvoerend directeur

 

1.  De uitvoerend directeur wordt in dienst genomen als tijdelijk functionaris van het agentschap overeenkomstig artikel 2, punt a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Hij/zij is belast met het dagelijks bestuur van het agentschap.

 

2.  De uitvoerend directeur wordt door de raad van bestuur benoemd overeenkomstig de volgende procedure:

 

a)  op basis van een shortlist van kandidaten die door de Commissie is opgesteld na publicatie van een vacature en een transparante selectieprocedure, worden de kandidaten verzocht de bevoegde commissie van het Europees Parlement en de Raad toe te spreken en vragen te beantwoorden;

 

b)  het Europees Parlement en de Raad brengen vervolgens een advies uit en geven hun voorkeuren aan;

 

c)  de raad van bestuur benoemt de uitvoerend directeur en houdt daarbij rekening met deze adviezen.

 

3.  Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt het agentschap vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

 

4.  De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Aan het einde van deze termijn voert de Commissie een beoordeling uit waarbij rekening wordt gehouden met een evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten en de toekomstige taken en uitdagingen van het agentschap.

 

5.  Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin de in lid 4 bedoelde beoordeling wordt meegewogen, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar. De raad van bestuur stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van zijn voornemen om het mandaat van de uitvoerend directeur te verlengen. Voordat de raad van bestuur besluit het mandaat te verlengen, kan de uitvoerend directeur worden verzocht een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen te beantwoorden.

 

6.  Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

 

7.  De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn of haar functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie. Het Europees Parlement en de Raad worden van de redenen in kennis gesteld.

 

8.  De raad van bestuur neemt de besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van diens ambtstermijn en de ontheffing uit zijn/haar functie met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

 

9.  De uitvoerend directeur kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden verzocht om een hoorzitting over enige aangelegenheid in verband met de activiteiten van het agentschap bij te wonen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 5 – punt g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) voorstellen aan de Commissie, na raadpleging van de raad van bestuur, van het bedrag van de vergoedingen overeenkomstig artikel 37;

Schrappen

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De uitvoerend directeur beslist of het voor de efficiënte en doeltreffende uitvoering van de taken van het agentschap noodzakelijk is een of meer personeelsleden te vestigen in een of meer lidstaten. Voordat de uitvoerend directeur beslist een lokaal kantoor op te richten, verkrijgt hij of zij daarvoor toestemming van de Commissie, de raad van bestuur en de betrokken lidstaat of lidstaten van vestiging. In het besluit wordt de reikwijdte omschreven van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden verricht op een wijze die onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het agentschap voorkomt. Er wordt een zetelovereenkomst met de betrokken lidstaat of lidstaten van vestiging gesloten.

6. De uitvoerend directeur beslist of het voor de efficiënte en doeltreffende uitvoering van de taken van het agentschap noodzakelijk is een of meer personeelsleden te vestigen in een of meer lidstaten. Voordat de uitvoerend directeur beslist een lokaal kantoor op te richten, verkrijgt hij of zij daarvoor toestemming van de Commissie, de raad van bestuur en de betrokken lidstaat of lidstaten van vestiging. In het besluit wordt de reikwijdte omschreven van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden verricht op een wijze die onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van het agentschap voorkomt. Er wordt een zetelovereenkomst met de betrokken lidstaat of lidstaten gesloten.

 

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het wetenschappelijk comité bestaat uit maximaal vijftien wetenschappers die, na de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie, op grond van hun wetenschappelijke excellentie en hun onafhankelijkheid door de raad van bestuur worden benoemd. De selectieprocedure waarborgt dat de specialisaties van de leden van het wetenschappelijk comité de meest relevante terreinen bestrijken die verband houden met de doelstellingen van het agentschap.

1. Het wetenschappelijk comité bestaat uit maximaal vijftien wetenschappers die, na de bekendmaking van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie, op grond van hun wetenschappelijke excellentie en hun onafhankelijkheid door de raad van bestuur worden benoemd, waarbij het beginsel van genderevenwicht ten volle geëerbiedigd wordt. Alvorens tot benoeming in het wetenschappelijk comité over te gaan, raadpleegt de raad van bestuur eerst de bevoegde commissie van het Europees Parlement. De selectieprocedure waarborgt dat de specialisaties van de leden van het wetenschappelijk comité de meest relevante terreinen bestrijken die verband houden met de doelstellingen van het agentschap.

 

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk op 15 december van elk jaar stelt de raad van bestuur, op basis van een ontwerptekst die door de uitvoerend directeur is opgesteld en na raadpleging van het wetenschappelijk comité en met inachtneming van het advies van de Commissie, en, wat de meerjarige programmering betreft, na raadpleging van het Europees Parlement, een ontwerp van enig programmeringsdocument vast dat de meerjarige en jaarlijkse programmering bevat, alsmede alle in artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie22 genoemde documenten. De raad van bestuur zendt het document uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

1. Uiterlijk op 15 december van elk jaar stelt de raad van bestuur, op basis van een ontwerptekst die door de uitvoerend directeur is opgesteld en na raadpleging van het wetenschappelijk comité en met inachtneming van het advies van de Commissie, en, wat de meerjarige programmering betreft, na raadpleging van het Europees Parlement, een ontwerp van enig programmeringsdocument vast dat de meerjarige en jaarlijkse programmering bevat, alsmede alle in artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie22 genoemde documenten. Indien de raad van bestuur besluit geen rekening te houden met elementen van het advies van de Commissie of van het wetenschappelijk comité, motiveert hij dit grondig. De verplichting om een grondige motivering te verstrekken geldt ook voor de punten die het Europees Parlement naar voren brengt wanneer het wordt geraadpleegd. De raad van bestuur zendt het enig programmeringsdocument uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Het enig programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

Het enig programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

__________________

__________________

22 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1).

22 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1).

 

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De jaarlijkse of meerjarige programmering bevat informatie over de uitvoering van het in artikel 20 bedoelde kader voor internationale samenwerking en de acties in verband met deze strategie.

De jaarlijkse of meerjarige programmering bevat informatie over de uitvoering van het in artikel 20 bedoelde kader voor internationale samenwerking en de acties in verband met deze strategie. De programmering bevat ook de geplande onderzoeks- en innovatieactiviteiten van het agentschap als bedoeld in artikel 21.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de vergoedingen die zijn betaald voor overeenkomstig artikel 37 verleende diensten, en

Schrappen

 

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het bedrag en de oorsprong van eventuele ontvangsten als bedoeld in de eerste alinea, punten b) en d), van dit lid worden opgenomen in de jaarrekeningen van het agentschap en duidelijk gespecificeerd in het in artikel 40, lid 2, bedoelde jaarverslag over het budgettair en financieel beheer van het agentschap.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 37

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 37

Schrappen

Vergoedingen

 

1. Het agentschap kan vergoedingen in rekening brengen voor:

 

a) opleidingsprogramma’s;

 

b) bepaalde activiteiten ter ondersteuning van de lidstaten, wanneer deze activiteiten niet als prioritair zijn aangemerkt maar wel nuttig zouden kunnen zijn indien zij met nationale middelen worden ondersteund;

 

c) programma’s voor capaciteitsopbouw in derde landen, waarvoor er geen afzonderlijke specifieke financiering van de Unie bestaat;

 

d) de certificering van nationale organen in derde landen overeenkomstig artikel 20, lid 3;

 

e) andere diensten die onder zijn mandaat vallen en die op verzoek van een deelnemend land worden verleend en waarvoor middelen moeten worden ingezet ter ondersteuning van nationale activiteiten.

 

2. Op voorstel van de uitvoerend directeur stelt de raad van bestuur van het agentschap het bedrag van de vergoedingen vast, alsmede de wijze waarop deze worden betaald.

 

3. De vergoedingen staan in verhouding tot de kosten van de betrokken diensten die op kosteneffectieve wijze worden verleend, en zijn toereikend om deze kosten te dekken. Bij de vaststelling van het niveau van de vergoedingen wordt ervoor gezorgd dat deze niet-discriminerend zijn en geen buitensporige financiële of administratieve lasten voor de belanghebbenden met zich meebrengen.

 

4. De vergoedingen moeten op een zodanig niveau worden vastgesteld dat een tekort of een aanzienlijke accumulatie van overschotten in de begroting wordt vermeden. Indien er bij herhaling sprake is van een aanzienlijk begrotingsoverschot dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, moet de hoogte van de vergoedingen of van de bijdrage van de Unie worden herzien. Indien er sprake is van een aanzienlijk begrotingstekort dat voortvloeit uit de verlening van de door vergoedingen gedekte diensten, moet de hoogte van de vergoedingen worden herzien.

 

 

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 43

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 43

Schrappen

Uitvoerend directeur

 

1. De uitvoerend directeur wordt in dienst genomen als tijdelijk functionaris van het agentschap overeenkomstig artikel 2, punt a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

 

2. De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten.

 

3. Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt het agentschap vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

 

4. De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Aan het einde van deze termijn voert de Commissie een beoordeling uit waarbij rekening wordt gehouden met een evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten en de toekomstige taken en uitdagingen van het agentschap.

 

5. Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin de in lid 4 bedoelde beoordeling wordt meegewogen, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar.

 

6. Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

 

7. De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn of haar functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

 

8. De raad van bestuur neemt de besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van diens ambtstermijn en de ontheffing uit zijn/haar functie met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

 

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk [PB: voeg de datum in - vijf jaar na de in artikel 63 bedoelde datum] en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de prestaties van het agentschap in het licht van zijn doelstellingen, mandaat, taken en vestigingsplaats, conform de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijzigingen.

1. Uiterlijk [PB: voeg de datum in - vijf jaar na de in artikel 63 bedoelde datum] en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de prestaties van het agentschap in het licht van zijn doelstellingen, mandaat, taken en vestigingsplaats, conform de richtsnoeren van de Commissie. De evaluatie richt zich met name op de vraag of het noodzakelijk is het mandaat van het agentschap te wijzigen, alsmede op de financiële implicaties van zulke wijzigingen. Zij besteedt bijzondere aandacht aan de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen van het mandaat en de taken van het agentschap.


PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Drugsagentschap van de Europese Unie

Document- en procedurenummers

COM(2022)0018 – C9-0010/2022 – 2022/0009(COD)

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

LIBE

7.3.2022

 

 

 

Advies uitgebracht door

 Datum bekendmaking

BUDG

7.3.2022

Rapporteur voor advies

 Datum benoeming

Niclas Herbst

1.2.2022

Behandeling in de commissie

21.6.2022

 

 

 

Datum goedkeuring

31.8.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

32

1

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Rasmus Andresen, Pietro Bartolo, Olivier Chastel, Lefteris Christoforou, Andor Deli, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Alexandra Geese, Francisco Guerreiro, Valérie Hayer, Eero Heinäluoma, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Moritz Körner, Joachim Kuhs, Zbigniew Kuźmiuk, Pierre Larrouturou, Camilla Laureti, Janusz Lewandowski, Margarida Marques, Silvia Modig, Siegfried Mureşan, Lefteris Nikolaou-Alavanos, Andrey Novakov, Dimitrios Papadimoulis, Karlo Ressler, Bogdan Rzońca, Nicolae Ştefănuță, Johan Van Overtveldt, Rainer Wieland, Angelika Winzig

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Rosa D’Amato, Fabienne Keller, Jan Olbrycht

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Clara Aguilera, Alessandra Basso, Vlad-Marius Botoş, Juozas Olekas

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

32

+

ECR

Johan Van Overtveldt

NI

Andor Deli

PPE

Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Janusz Lewandowski, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Karlo Ressler, Rainer Wieland, Angelika Winzig

Renew

Vlad‑Marius Botoş, Olivier Chastel, Valérie Hayer, Fabienne Keller, Moritz Körner, Nicolae Ştefănuță

S&D

Clara Aguilera, Pietro Bartolo, o, Eider Gardiazabal Rubial, Eero Heinäluoma, Pierre Larrouturou, Camilla Laureti, Margarida Marques, Juozas Olekas

The Left

Silvia Modig, Dimitrios Papadimoulis

Verts/ALE

Rasmus Andresen, Rosa D'Amato, Alexandra Geese

 

1

-

ID

Lefteris Nikolaou‑Alavanos

 

4

0

ECR

Zbigniew Kuźmiuk, Bogdan Rzońca

ID

Alessandra Basso, Joachim Kuhs

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 


 

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Drugsagentschap van de Europese Unie

Document- en procedurenummers

COM(2022)0018 – C9-0010/2022 – 2022/0009(COD)

Datum indiening bij EP

12.1.2022

 

 

 

Bevoegde commissie

 Datum bekendmaking

LIBE

7.3.2022

 

 

 

Adviserende commissies

 Datum bekendmaking

BUDG

7.3.2022

ENVI

7.3.2022

 

 

Geen advies

 Datum besluit

ENVI

26.1.2022

 

 

 

Rapporteurs

 Datum benoeming

Isabel Santos

20.4.2022

 

 

 

Behandeling in de commissie

5.9.2022

 

 

 

Datum goedkeuring

1.12.2022

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

52

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Abir Al-Sahlani, Konstantinos Arvanitis, Malik Azmani, Vladimír Bilčík, Karolin Braunsberger-Reinhold, Patrick Breyer, Saskia Bricmont, Joachim Stanisław Brudziński, Patricia Chagnon, Caterina Chinnici, Clare Daly, Lucia Ďuriš Nicholsonová, Cornelia Ernst, Laura Ferrara, Nicolaus Fest, Sylvie Guillaume, Andrzej Halicki, Evin Incir, Sophia in ‘t Veld, Patryk Jaki, Marina Kaljurand, Alice Kuhnke, Jeroen Lenaers, Juan Fernando López Aguilar, Erik Marquardt, Javier Moreno Sánchez, Theresa Muigg, Paulo Rangel, Isabel Santos, Birgit Sippel, Vincenzo Sofo, Ramona Strugariu, Yana Toom, Milan Uhrík, Tom Vandendriessche, Jadwiga Wiśniewska, Javier Zarzalejos

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Daniel Freund, Alessandra Mussolini, Róża Thun und Hohenstein, Romana Tomc, Dragoş Tudorache, Tom Vandenkendelaere, Loránt Vincze

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7)

Pablo Arias Echeverría, Jarosław Duda, Emmanouil Fragkos, Eva Kaili, Ska Keller, Alessandra Moretti, Ljudmila Novak, Andrey Novakov, Christine Schneider, Annie Schreijer-Pierik, Marc Tarabella

Datum indiening

7.12.2022

 


HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

52

+

ECR

Joachim Stanisław Brudziński, Emmanouil Fragkos, Patryk Jaki, Vincenzo Sofo, Jadwiga Wiśniewska

ID

Patricia Chagnon

NI

Laura Ferrara

PPE

Pablo Arias Echeverría, Vladimír Bilčík, Karolin Braunsberger-Reinhold, Jarosław Duda, Andrzej Halicki, Jeroen Lenaers, Alessandra Mussolini, Ljudmila Novak, Andrey Novakov, Paulo Rangel, Christine Schneider, Annie Schreijer-Pierik, Romana Tomc, Tom Vandenkendelaere, Loránt Vincze, Javier Zarzalejos

RENEW

Abir Al-Sahlani, Malik Azmani, Lucia Ďuriš Nicholsonová, Sophia in 't Veld, Ramona Strugariu, Róża Thun und Hohenstein, Yana Toom, Dragoş Tudorache

S&D

Caterina Chinnici, Sylvie Guillaume, Evin Incir, Eva Kaili, Marina Kaljurand, Juan Fernando López Aguilar, Javier Moreno Sánchez, Alessandra Moretti, Theresa Muigg, Isabel Santos, Birgit Sippel, Marc Tarabella

THE LEFT

Konstantinos Arvanitis, Clare Daly, Cornelia Ernst

VERTS/ALE

Patrick Breyer, Saskia Bricmont, Daniel Freund, Ska Keller, Alice Kuhnke, Erik Marquardt

 

1

-

NI

Milan Uhrík

 

2

0

ID

Nicolaus Fest, Tom Vandendriessche

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 10 januari 2023
Juridische mededeling - Privacybeleid