VERSLAG over de voordracht van Ildikó Gáll‑Pelcz voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer
25.5.2023 - (C9‑0126/2023 – 2023/0803(NLE))
Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Ryszard Czarnecki
ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de voordracht van Ildikó Gáll‑Pelcz voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer
(C9‑0126/2023 – 2023/0803(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 286, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9‑0126/2023),
– gezien artikel 129 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0197/2023),
A. overwegende dat de Raad bij schrijven van 3 april 2023 het Europees Parlement heeft geraadpleegd over de benoeming van Ildikó Gáll‑Pelcz tot lid van de Rekenkamer;
B. overwegende dat zijn Commissie begrotingscontrole de kwalificaties van Ildikó Gáll‑Pelcz heeft onderzocht, met name gelet op de in artikel 286, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde voorwaarden; overwegende dat de Commissie begrotingscontrole in het kader van dit onderzoek een curriculum vitae van Ildikó Gáll‑Pelcz heeft ontvangen, alsmede de antwoorden van de kandidaat op de haar toegezonden schriftelijke vragenlijst;
C. overwegende dat de Commissie begrotingscontrole Ildikó Gáll‑Pelcz vervolgens op 24 mei 2023 heeft gehoord, waarbij zij een inleidende verklaring heeft afgelegd en daarna de door de commissieleden gestelde vragen heeft beantwoord;
1. brengt negatief advies uit over de voordracht van de Raad voor de benoeming van Ildikó Gáll‑Pelcz tot lid van de Rekenkamer en verzoekt de Raad zijn voordracht in te trekken en een nieuwe voordracht aan het Parlement te doen;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en, ter informatie, aan de Rekenkamer, de overige instellingen van de Europese Unie en de controle‑instellingen van de lidstaten.
BIJLAGE 1: CURRICULUM VITÆ VAN ILDIKÓ GÁLL‑PELCZ
ERVARING
EUROPESE REKENKAMER
Lid 2017 –
Kamer IV (Marktregulering en concurrerende economie) (2017 –)
Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle (Kamer III – Externe maatregelen, veiligheid en justitie) (2021 – 2022)
Voorzitter van het Intern auditcomité (2019 – 2020)
Lid van het Intern auditcomité (2018 – 2019)
Taskforce Toekomstige prognoses (2018 – 2019)
K2‑stuurgroep (ERK‑renovatieproject) (2019 –)
Gepubliceerde verslagen
- Jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar (2017, 2018, 2019, 2020, 2021)
- GEMEENSCHAPPELIJKE AFWIKKELINGSRAAD Verslag betreffende eventuele gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de verrichting door de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Raad of de Commissie van hun taken op grond van deze verordening voor het begrotingsjaar (2018)
- Elektronische handel: voor veel uitdagingen op het gebied van de inning van btw en douanerechten moet nog een oplossing worden gevonden (2019)
- Risico’s, uitdagingen en kansen in verband met de economische beleidsreactie van de EU op de COVID‑19‑crisis (2020)
- Handelsbeschermingsinstrumenten: het systeem ter bescherming van EU‑ondernemingen tegen invoer met dumping of subsidiëring functioneert goed (2020)
- Uitwisseling van fiscale inlichtingen in de EU: de basis is solide, de uitvoering suboptimaal (2021)
- Intellectuele‑eigendomsrechten van de EU: bescherming niet geheel waterdicht (2022)
- Europese statistieken: potentieel voor verdere verbetering van de kwaliteit (2022)
Verslagen in publicatie
Geautoriseerde marktdeelnemers, Slimme steden, Digitale transformatie in het kader van de RRF, Schadelijke belastingconcurrentie, Digitale betalingen, Geoblocking, Jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar 2022
EUROPEES PARLEMENT
Ondervoorzitter 2014 – 2017
Voorzitter van het comité voor de follow‑up van de controles 2014 – 2017
Lid 2010 – 2017
Commissie economische en monetaire zaken (ECON) (2010 – 2017)
Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) (2014 – 2017)
Commissie vrouwenrechten en gendergelijkheid (FEMM) (2010 – 2017)
Enquêtecommissie emissiemetingen in de automobielsector (EMIS) (2016 – 2017)
Enquêtecommissie witwaspraktijken, belastingontwijking en belastingontduiking (PANA) (2016 – 2017)
Bijzondere Commissie fiscale rulings en andere maatregelen van vergelijkbare aard of met vergelijkbaar effect (TAXE2) (2015 – 2017)
Bijzondere Commissie fiscale rulings en andere maatregelen van vergelijkbare aard of met vergelijkbaar effect (TAXE) (2015)
Bijzondere Commissie financiële, economische en sociale crisis (CRIS) (2010 – 2011)
HONGAARS PARLEMENT
Ondervoorzitter 2009 – 2010
Lid 2006 – 2010
Commissie EU‑aangelegenheden (2006 – 2010)
Voorzitter van de Commissie onderzoek naar het gebruik van EU‑middelen (2008 – 2010)
UNIVERSITEIT VAN MISKOLC
Directeur van het instituut voor Bedrijfskunde, hoofd van de afdeling Bedrijfseconomie, universitair hoofddocent 2000 – 2010
Adjunct‑hoofd van de afdeling Bedrijfseconomie, universitair hoofddocent, universitair docent, docent 1992 – 2000
Adjunct‑directeur, Computercentrum 1989 – 1992
Systeem‑, coderings‑ en onderzoekstechnicus 1985 – 1989
KWALIFICATIES, ACADEMISCHE GRADEN
Habilitatie (2016)
“Het potentieel van de eengemaakte markt benutten”
Ph.D. (1997)
“Verhogen van de economische efficiëntie middels geavanceerde analytische en planningsmethodes voor bedrijfsprocessen”
Dr Univ (1997)
“De rol van boekhoudsystemen in de werking van bedrijven”
Commercieel ingenieur, Universiteit van Miskolc (1991)
Gekwalificeerd ingenieur in de werktuigbouwkunde op het gebied van procesontwerp, Technische Universiteit voor zware industrie, Miskolc (1985)
TALENKENNIS
Hongaars (moedertaalniveau)
Engels (vaardig gebruiker)
Duits (onafhankelijk gebruiker)
Russisch (onafhankelijk gebruiker)
KWALIFICATIES
Gekwalificeerd belastingdeskundige, internationale belastingheffing (2004)
Beëdigd auditeur en belastingadviseur (1996)
Beëdigd accountant (1993)
BIJLAGE 2: ANTWOORDEN VAN ILDIKÓ GÁLL‑PELCZ OP DE VRAGENLIJST
Uitoefening van het ambt: geleerde lessen en toekomstige verbintenissen
1. Wat zijn uw belangrijkste prestaties als lid van de ERK? Wat waren de grootste tegenslagen?
Mijn belangrijkste verwezenlijkingen als lid van de ERK zijn onder meer de invoering en de voortdurende ontwikkeling van het geconsolideerde jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen, die een sleutelrol spelen bij het bevorderen en versnellen van de toepassing van innovatieve oplossingen op belangrijke gebieden in de hele Unie. Dit verslag is geen vervanging van de vroegere afzonderlijke betrouwbaarheidsverklaringen, maar een uitbreiding van de controle waarbij de focus op horizontale kwesties ligt, om ons in staat te stellen maatregelen voor te stellen die jaarlijks bijdragen tot een zichtbare verbetering van de prestaties van de gemeenschappelijke ondernemingen. Dit innovatieve product, dat nu is gestandaardiseerd, is zowel door het Europees Parlement als door de gemeenschappelijke ondernemingen zelf goed ontvangen.
Tijdens mijn ambtsperiode heb ik het geluk gehad lid uit te mogen zijn van verschillende commissies op cruciale momenten van hun bestaan. Derhalve was ik betrokken bij belangrijke ontwikkelingen. Zo was ik een van de vier leden van de taskforce Toekomstige prognoses, die de basis heeft gelegd voor de integratie van prognoses in de werkzaamheden van de ERK, de meerjarige strategie voor 2020 en verder heeft opgesteld, het proces van digitale transformatie van onze financiële controles op gang heeft gebracht en uiteindelijk heeft gezorgd voor de vaststelling van de van de ERK‑strategie 2021‑2025.
Als lid, en vervolgens voorzitter, van het Intern auditcomité heb ik de herziening van zijn reglement voorbereid, waarbij de taken en verantwoordelijkheden nader werden gespecificeerd. Hiervan is een lijst opgesteld om volledigheid en transparantie te waarborgen.
Ook was ik lid van het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle toen de Rekenkamer was begonnen met haar controles van NGEU/de RRF. Mijn voorstel om de voorzitter van het Comité aan te wijzen als lid dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van alle kwaliteitsbeoordelingen van de taken met betrekking tot NGEU/de RRF werd unaniem gesteund door mijn collega’s en heeft geleid tot een consistenter en coherenter evaluatieproces.
Wat tegenslagen betreft, heb ik het geluk gehad er persoonlijk geen te hebben ervaren, wat mogelijk een gevolg is van mijn positieve houding en mijn vermogen om uitdagingen te zien als mogelijkheden om te leren, te groeien en mezelf te verbeteren.
2. Wat waren de belangrijkste geleerde lessen in uw competentiegebied / behaalde resultaten met betrekking tot uw functie en controletaken?
Ik ben rapporterend lid geweest voor verschillende financiële en prestatieverslagen:
- Jaarverslagen over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende de begrotingsjaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021
(zie vraag 1)
- Speciaal verslag 12/2019: “Elektronische handel: voor veel uitdagingen op het gebied van de inning van btw en douanerechten moet nog een oplossing worden gevonden”
In dit verslag hebben we een aantal aanbevelingen gedaan die de Europese Commissie en de lidstaten kunnen helpen uitdagingen zoals ontoereikende EU‑controles om fraude te voorkomen en misbruik op te sporen, of ondoeltreffende handhaving van de btw‑inning, beter aan te pakken.
- Analyse 06/2020: “Risico’s, uitdagingen en kansen in verband met de economische beleidsreactie van de EU op de COVID‑19‑crisis”
Bij deze analyse hebben we kansen vastgesteld die reeds hebben bijgedragen tot het nadenken over permanente verbeteringen van de budgettaire capaciteit van de EU om te reageren op grote economische schokken en de daaruit voortvloeiende economische verschillen tussen de lidstaten te beperken, en om EU‑prioriteiten zoals duurzame ontwikkeling en digitalisering te bevorderen.
- Speciaal verslag 17/2020: “Handelsbeschermingsinstrumenten: het systeem ter bescherming van EU‑ondernemingen tegen invoer met dumping of subsidiëring functioneert goed”
In dit verslag hebben we aanbevelingen gedaan die zullen helpen om de bewustmaking van handelsbeschermingsinstrumenten te bevorderen, bepaalde controles beter te documenteren en de doeltreffendheid van het beleid in het algemeen te verbeteren.
- Speciaal verslag 03/2021: “Uitwisseling van fiscale inlichtingen in de EU: de basis is solide, de uitvoering suboptimaal”
Met dit verslag hebben we aanbevelingen gedaan die de Commissie zullen helpen om ervoor te zorgen dat het wetgevingskader van de EU beter wordt bestreken en om monitoring en richtsnoeren te ontwikkelen, en die de lidstaten zullen helpen beter gebruik te maken van de informatie die zij ontvangen.
- Speciaal verslag 06/2022: “Intellectuele‑eigendomsrechten van de EU: bescherming niet geheel waterdicht”
In dit verslag hebben we aanbevelingen gedaan die zullen helpen het regelgevingskader aan te vullen en bij te werken, de bestuursregelingen en methoden voor de vaststelling van taksen te evalueren en de systemen inzake geografische aanduidingen te verbeteren. Ook zullen onze aanbevelingen het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie helpen zijn verantwoordingskader en zijn financierings‑, controle‑ en evaluatiesystemen te verbeteren.
Dit verslag heeft in 2023 de jaarlijkse Clear Language Awards van de ERK voor de beste titel, de beste samenvatting, en de beste conclusies en aanbevelingen gewonnen.
- Speciaal verslag 26/2022: “Europese statistieken – Potentieel voor verdere verbetering van de kwaliteit”
In dit verslag hebben we aanbevelingen gedaan om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de gebruikers, lacunes in de gegevens op belangrijke statistische gebieden zoals arbeid, bedrijven en gezondheid aan te pakken en de EU‑financiering voor innovatieve projecten te prioriteren.
- Speciaal verslag 13/2023: “Geautoriseerde marktdeelnemers – Solide douaneprogramma met onbenut potentieel en ongelijke uitvoering”
In dit verslag hebben we aanbevelingen gedaan die de Commissie reeds hebben geholpen het regelgevingskader en het toezicht op de uitvoering ervan te verbeteren. De aanbevelingen zijn tijdig opgevolgd met het oog op de publicatie van het douanehervormingspakket op 17 mei.
Momenteel ben ik betrokken bij de publicatie van verslagen over slimme steden, schadelijke belastingconcurrentie, de digitale transformatie in het kader van de RRF, digitale betalingen, geoblocking, en van het jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar 2022.
3. Welke toegevoegde waarde kunt u de ERK bieden tijdens uw tweede termijn en/of in het bijzonder op het gebied waarvoor u bevoegd zou zijn? Zou u van bevoegdheidsgebied willen veranderen? Wat zijn uw drijfveren?
Mijn potentieel om de ERK tijdens een tweede ambtsperiode verdere toegevoegde waarde te bieden, stoelt op de afgelopen zes jaar, d.w.z. op een daadwerkelijk inzicht in de werkwijze van de instelling, met inbegrip van haar operaties, processen en mandaat. Ik ben altijd actief betrokken geweest bij alle fasen van de controles waarvoor ik verantwoordelijk was. De ervaring en deskundigheid die ik daarbij heb opgedaan, zullen ten volle kunnen worden benut.
Hoewel ik over het algemeen opensta voor verandering, zou ik er de voorkeur aan geven niet van bevoegdheidsgebied te veranderen, aangezien ik van mening ben dat mijn ervaring, kennis en expertise het best tot hun recht komen in kamer IV, en ik ervan overtuigd ben dat mijn werk hier een positief effect heeft, wat collega’s, gecontroleerde partijen en andere belanghebbenden hebben bevestigd.
Een van mijn drijfveren is mijn grote besef van de plicht en de verantwoordelijkheid om de Europese Unie en haar burgers te dienen. Deze drijfveer berust op de wens om voort te bouwen op de ervaring die ik tijdens mijn eerste ambtstermijn heb opgedaan, en om verder bij te dragen tot het ophelderen van gebieden waarop het financieel beheer van de EU kan worden verbeterd.
4. Hoe zorgt u ervoor dat u de geplande controledoelstellingen van een controleopdracht behaalt? Hebt u ooit een situatie meegemaakt waarin u de controleopdracht niet hebt kunnen uitvoeren en door welke oorzaak? Hoe handelt u in dergelijke controversiële situaties?
Bij de controles waarvoor ik rapporterend lid ben, is het bereiken van de geplande controledoelstellingen mogelijk dankzij een zorgvuldige planning en voorbereiding, actieve deelname – door zowel mijzelf als mijn kabinet – aan de verschillende fasen van de controlewerkzaamheden, en constructieve samenwerking met de gecontroleerde partijen, waarbij zij niet voor verrassingen komen te staan.
Bij controletaken die onder mijn verantwoordelijkheid vielen, is er geen sprake geweest van controversen of uitdagingen die ons ervan hadden kunnen weerhouden de controletaak te voltooien. Het is mijn gewoonte om volledig deel te nemen aan alle fasen van de controle, van de zaakanalyse tot het trekken van conclusies en het formuleren van aanbevelingen. Goede samenwerking binnen en buiten het controleteam, regelmatige en ad‑hoc‑vergaderingen over de stand van zaken, en feedback van alle betrokken partijen maken het mogelijk om potentiële problemen op te sporen en aan te pakken voordat deze zich kunnen voordoen.
5. Hoe zou u, als u zou worden herbenoemd voor een tweede termijn en u tot deken van een kamer van de ERK zou worden verkozen, de werkzaamheden leiden voor het bepalen van de prioriteiten ervan? Kunt u ons twee of drie voorbeelden geven van gebieden om in de toekomst op te focussen?
Als deken zou ik niet alleen verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de werkzaamheden van de Kamer en voor de vaststelling van haar prioriteiten, maar ook voor de afstemming van deze prioriteiten op de bredere doelstellingen van de ERK.
Enerzijds is er behoefte aan een evenwichtige afdekking van de relevante thematische gebieden (waarbij zowel leden als controleurs actief deel moeten nemen aan strategische discussies over de huidige en de toekomstige controleportefeuille van de Kamer, met input van onderaf over het afstemmen van de te volgen aanpak) en anderzijds moet die afdekking flexibel blijven om dringende problemen die zich op ieder moment kunnen voordoen (zoals de COVID‑19‑pandemie, de oorlog in Oekraïne of de energiecrisis), het hoofd te kunnen bieden. In die zin zouden we geconcentreerder kunnen werken en bepaalde controles sneller kunnen uitvoeren, door de reikwijdte van de controles in de programmerings‑ en planningsfase beter te definiëren en/of te beperken. En grotere controleonderwerpen zouden we kunnen opsplitsen in kleinere, en snellere, opeenvolgende controles.
Enkele voorbeelden van strategische gebieden waarop volgens mij een bijzondere focus in het kader van onze meerjarige programmering nodig is, hebben betrekking op nieuwe initiatieven zoals het beheer van “Next Generation EU” (NGEU) en horizontale onderwerpen, zoals nieuwe technologieën en klimaatverandering.
6. Op welke basis zou u kiezen uit de lijst van prioriteiten van het Parlement en/of de commissie CONT als u leiding zou moeten geven aan de selectie van de controletaken met het oog op de voorbereiding van het jaarlijkse werkprogramma van de ERK?
Wat zou u doen in het geval een politieke prioriteit niet overeenkomt met de risicobeoordeling door de ERK van de activiteiten van de Unie?
Het leidinggeven aan de selectie van de controletaken vereist een zorgvuldige en systematische aanpak om de belangrijkste risico’s tijdig en doeltreffend te identificeren en aan te pakken. Daartoe houdt de ERK rekening met een reeks factoren, waaronder de inbreng van het EP via de Conferentie van commissievoorzitters. Ook wordt ons jaarlijkse werkprogramma in volledige onafhankelijkheid opgesteld, op basis van de eigen risicobeoordeling door de ERK van de activiteiten van de Unie en de beschikbaarheid van middelen.
We hebben 131 voorstellen ontvangen van 20 commissies voor ons werkprogramma voor 2023, en 77 voorstellen van 18 commissies voor ons werkprogramma voor 2024. 64 % van onze nieuwe controletaken voor 2023 had betrekking op voorstellen die via de Conferentie van commissievoorzitters werden gedaan, wat naar mijn mening een goed evenwicht weerspiegelt tussen onze eigen risicobeoordeling en de wensen van het Parlement.
Niettemin denk ik dat het uitvoeren van een afzonderlijke controle van dringende politieke prioriteiten een mogelijkheid is die kan worden overwogen.
Portefeuillebeheer, werkmethoden en te leveren prestaties
7. Het tijdig leveren van solide verslagen van hoge kwaliteit is essentieel:
– Hoe zou u ervoor zorgen dat de gegevens die bij een controle worden gebruikt betrouwbaar zijn en dat de bevindingen niet achterhaald zijn?
Deugdelijke controle‑informatie is een voorwaarde voor onze controles. De ERK vertrouwt op een reeks bronnen voor haar gegevens, waaronder door de EU‑instellingen en de lidstaten verstrekte gegevens, en het is van cruciaal belang om de juistheid en volledigheid van deze gegevens te controleren om ervoor te zorgen dat onze bevindingen zijn gebaseerd op betrouwbare informatie. Dit wordt gewaarborgd door sterke interne procedures voor kwaliteitscontrole, die gebaseerd zijn op het begrijpen van de gegevensbronnen en het opsporen van mogelijke fouten of inconsistenties.
Om ervoor te zorgen dat onze bevindingen niet achterhaald zijn, moeten wij op de hoogte blijven van de meest recente trends en ontwikkelingen op de gebieden die wij controleren. We moeten ook voorbereid zijn om onze controleaanpak aan te passen aan nieuwe informatie of veranderende omstandigheden. Zo heeft de ERK zeer snel gereageerd op de COVID‑19‑crisis door tijdig twee analyses met betrekking tot de op dat moment actuele situatie uit te voeren: één van de economische respons (waarbij ik rapporterend lid was) en één van de respons op het gebied van gezondheid, waarin niet alleen de toenmalige uitdagingen, maar ook de onderliggende kansen in kaart zijn gebracht. Ter vergelijking: als de RRF als model kan dienen voor toekomstige instrumenten, zouden snelle reactieve controles ook een model kunnen zijn voor de wijze waarop de ERK het gebruik van dergelijke instrumenten controleert.
– Hoe zou u de kwaliteit en relevantie van de aanbevelingen verbeteren?
Onze controlewerkzaamheden zijn bedoeld om waarde toe te voegen. In het geval van de controles waarvoor ik rapporterend lid ben, streven wij voortdurend naar aanbevelingen die relevante, praktische en kosteneffectieve suggesties bevatten om de tekortkomingen te verhelpen. Toen ik lid was van het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle, hebben we nagedacht over de mogelijke voordelen van de invoering van een typologie van aanbevelingen, bijvoorbeeld op basis van het niveau waarop ze van toepassing zijn (bijvoorbeeld operationeel, management, en strategisch niveau). Een dergelijke typologie zou het doel van aanbevelingen kunnen verduidelijken en belanghebbenden kunnen helpen om te bepalen waar zij het grootste belang bij hebben.
Ook zie ik de follow‑up van de aanbevelingen, zowel op het niveau van de EU‑instellingen en ‑organen als op het niveau van de lidstaten, als een cruciaal element, niet alleen omdat wij hierdoor feedback krijgen over de vraag of de gecontroleerde partijen de door ons aanbevolen maatregelen hebben uitgevoerd, maar ook omdat de gecontroleerde partijen hierdoor gestimuleerd worden om adequaat te reageren op onze aanbevelingen, en omdat wij hierdoor beter kunnen vaststellen op welke gebieden en met betrekking tot welke onderwerpen we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden.
8. Het doel van de hervorming van de ERK is een sterkere verantwoordingsrelatie te vestigen tussen het controleteam en de rapporteur.
– Denkt u gezien uw ervaring dat het de rol is van een lid om meer betrokken te zijn bij de controlewerkzaamheden?
Ja, ik denk, en weet uit ervaring, dat betrokkenheid van de leden kan leiden tot een beter begrip van het controleproces en hen in staat kan stellen waardevolle inzichten en perspectieven te bieden aan de controleteams. Door bij het planningsproces betrokken te zijn, kunnen we ervoor zorgen dat de controleaanpak wordt afgestemd op de strategische prioriteiten van de ERK. Naast het voeren van een constructieve dialoog met het controleteam en het geven van feedback over de controleaanpak en ‑bevindingen, kunnen wij als leden ook inzicht verschaffen in relevante beleids‑ en wetgevingsontwikkelingen, en kennis en ervaring delen die wij hebben opgedaan bij onze eerdere werkzaamheden.
– Zou u de manier waarop u met een controleteam werkt veranderen? Zo ja, hoe?
Nee, ik zou de manier waarop ik met mijn controleteams werk niet veranderen. Mijn betrokkenheid bij de controle, waarbij ik een op samenwerking gebaseerde en constructieve aanpak hanteer, is een lonende en waardevolle ervaring voor mij, en zij geeft het team een sterk signaal wat betreft de samenwerking. Ook stelt deze betrokkenheid mij in staat de controle gedurende het hele proces te monitoren.
9. Wat zijn uw suggesties om de werking, programmering en werkzaamheden (auditcyclus) van de ERK verder te verbeteren en te moderniseren? Kunt u, na uw eerste termijn, een positief en een negatief aspect van de werking van de ERK noemen?
Hoewel de ERK aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij het verbeteren van haar auditcyclus, is er met de invoering van onze meerjarige werkprogrammering altijd ruimte om onze werkzaamheden en processen verder te moderniseren. Ik zie bijvoorbeeld een enorm potentieel op het gebied van digitalisering, aangezien het omarmen van nieuwe technologieën en instrumenten voor gegevensanalyse ons kan helpen onze controlewerkzaamheden verder te stroomlijnen en de toegankelijkheid van onze controleverslagen te verbeteren.
Een uiterst positief en zichtbaar aspect van ons werk is dat het iets oplevert dat een verschil maakt. Onze controleverslagen worden niet alleen zeer gerespecteerd door de EU‑instellingen en de lidstaten, maar onze aanbevelingen hebben ook geleid tot aanzienlijke verbeteringen in het beheer en het gebruik van EU‑middelen.
Een negatief aspect zou kunnen zijn dat onze verslagen soms worden bekritiseerd omdat ze te technisch en moeilijk te begrijpen zouden zijn voor niet‑deskundigen. Om dit probleem aan te pakken, zouden we kunnen overwegen gebruiksvriendelijkere en toegankelijkere formaten te ontwikkelen voor onze controleverslagen, zoals samenvattende verslagen of infografieken, om onze bevindingen en aanbevelingen doeltreffender onder een breder publiek te verspreiden.
10. Volgens het Verdrag moet de ERK het Parlement bijstaan in de uitoefening van zijn bevoegdheid voor controle op de uitvoering van de begroting om zowel het overheidstoezicht op de algemene uitgaven als het rendement ervan te bevorderen.
– Hoe zou de samenwerking tussen de ERK en het Europees Parlement (Commissie begrotingscontrole) bij de controle van de EU‑begroting verder kunnen worden verbeterd, in het licht van de ervaring die u tijdens uw eerste termijn hebt opgedaan?
De ERK beschouwt de commissie CONT als een belangrijk contactpunt binnen het Parlement, en wij streven naar samenwerking met wederzijds respect voor elkaars rol. Ik denk dat we zeer goede partners zijn bij het waarborgen van de verantwoordingsplicht en transparantie bij het gebruik van EU‑middelen door nauw samen te werken en zo onze respectieve sterke punten en deskundigheid te benutten.
Deze samenwerking is op dit moment gebaseerd op regelmatige vergaderingen tussen de twee instellingen, het delen van relevante controlebevindingen en ‑verslagen, en het betrekken van de commissie CONT bij het controleplanningsproces van de ERK. Wat de kwijtingsprocedure betreft, vindt de noodzakelijke dialoog en de waarborging van de verantwoordingsplicht – die cruciaal, welkom en in het belang van onze burgers zijn – plaats binnen de grenzen van de Verdragen en de toepasselijke wetgeving, en met inachtneming van onze onafhankelijkheid.
– Evenzo, hoe moeten de betrekkingen tussen de ERK en de nationale controle‑instanties worden verbeterd?
Naast onze regelmatige uitwisselingen met de controle‑instanties van de lidstaten in het kader van het Contactcomité van de hoge controle‑instanties van de EU, kan het versterken van de betrekkingen met de nationale controle‑instanties (NCI’s) bestaan uit het uitwisselen van informatie en optimale werkmethoden tussen de ERK en de NCI’s, het bieden van opleidingsondersteuning aan de NCI’s, en het verkennen van mogelijkheden voor gezamenlijke controles of samenwerking op specifieke controlegebieden.
Door nauwer samen te werken, kunnen de ERK en de NCI’s de kwaliteit en doeltreffendheid van hun controlewerkzaamheden verhogen, en zorgen voor een uitgebreider en meer geïntegreerd toezicht op de EU‑begroting. Dit kan helpen om problemen en risico’s in een vroeg stadium op te sporen en aan te pakken, en zo het beheer en het gebruik van EU‑middelen te verbeteren.
In mijn geval hebben we bijvoorbeeld zeer constructieve uitwisselingen met verschillende nationale autoriteiten in de voorbereidende fasen van onze verslagen, waarbij we goede werkmethoden en mogelijke uitdagingen op de relevante thematische gebieden bespreken.
11. Hoe zult u het Parlement bijstaan bij het realiseren van een kortere kwijtingsprocedure? Welke acties kunt u ondernemen?
De ERK is er alles aan gelegen om de door de wetgever vastgestelde kwijtingstermijnen in acht te nemen. Wij streven ernaar onze jaarverslagen waar mogelijk nog eerder te presenteren, zonder de kwaliteit van onze controlewerkzaamheden in het gedrang te brengen. De snelheid van het proces hangt ook af van de gecontroleerde partij en of wij de ondersteunende informatie, zoals financiële overzichten, tijdig ontvangen. We moeten ook voldoende aandacht besteden aan het verhelderen van onze voorafgaande opmerkingen met onze gecontroleerde partijen, en aan het proces na de controle, met inbegrip van de vertaling.
Hoewel de verkorting van deze procedure een uitdaging vormt, heb ik de stroomlijning ervan altijd gesteund. Ook ben ik verheugd over het feit dat de ERK al zichtbare maatregelen heeft genomen om dit doel te bereiken. Vorig jaar hebben we ons jaarverslag gepubliceerd op 13 oktober, en dit jaar zullen we het nog vroeger publiceren, namelijk op 6 oktober, meer dan een maand vóór de wettelijke termijn (15 november).
Onafhankelijkheid en integriteit
12. Hoe kunt u uw onafhankelijkheid aantonen aan het Europees Parlement en hoe kunt u garanderen dat uw vroegere, huidige of toekomstige activiteiten geen twijfel doen ontstaan over uw functioneren bij de ERK?
De garantie van onafhankelijkheid die ik aan het Europees Parlement kan geven, is mijn eerste ambtstermijn als lid van de ERK. De afgelopen zes jaar heb ik door mijn werk mijn onafhankelijkheid, integriteit en onpartijdigheid bewezen.
Ik sta achter de naleving van de fundamentele ethische waarden van de ERK en ik respecteer onze gedragscode, die leden verbiedt activiteiten te verrichten die hun onafhankelijkheid in het gedrang kunnen brengen.
13. Hoe zou u te werk gaan bij een zaak die verband houdt met een ernstige onregelmatigheid, of zelfs fraude met EU‑middelen en/of corruptie, waarbij personen uit uw lidstaat van herkomst betrokken zijn? Hebt u tijdens uw termijn een dergelijke situatie meegemaakt?
Als lid van de ERK is het van cruciaal belang om onpartijdigheid en integriteit te handhaven bij de behandeling van onregelmatigheden, fraude of corruptie die zich bij het gebruik van de EU‑middelen kunnen voordoen. Daarbij maakt het voor mij geen verschil of er bij de onregelmatigheid, fraude of corruptie personen in mijn lidstaat van herkomst of personen in een andere lidstaat betrokken zijn. Ik zou elk dergelijk geval melden waarvan ik kennisneem. Ik heb tijdens mijn huidige termijn geen dergelijke situatie meegemaakt.
14. Het bestaan van een belangenconflict kan leiden tot een reputatierisico voor de ERK. Hoe zou u omgaan met een belangenconflict?
Ik zou alle mogelijke belangenconflicten openbaar maken en verzoeken om indien nodig te worden uitgesloten van een controletaak of een daarmee verband houdend besluitvormingsproces.
15. Bent u betrokken bij enige gerechtelijke procedure? Zo ja, van welke aard?
Nee.
16. Welke specifieke toezeggingen bent u bereid te doen ten aanzien van meer transparantie, intensievere samenwerking en een doelmatige follow‑up van de standpunten en controleverzoeken van het Parlement?
Ik zal actief blijven samenwerken met de commissie CONT en andere relevante commissies om ervoor te zorgen dat de controleprioriteiten van de ERK aansluiten bij de behoeften en zorgen van het Parlement, en tegelijkertijd onze onafhankelijkheid als EU‑waakhond blijven bevorderen. Deze samenwerking omvat regelmatige bijeenkomsten met leden van het Europees Parlement, uitwisseling van informatie over de planning en resultaten van controles, en het ontplooien van gezamenlijke initiatieven.
Daarnaast zal ik pleiten voor een stroomlijning van de structuur van onze vervolgverslagen en hierin alle nodige antwoorden opnemen, en tegelijkertijd gedetailleerde en concrete uitleg geven over de uitvoering van de aanbevelingen van het Parlement.
Andere vraagstukken
17. Zou u uw kandidatuur voor een herbenoeming intrekken indien het Parlement een ongunstig advies uitbrengt over uw benoeming als lid van de ERK?
Ja, dat zou ik doen, omdat het voor mijn werk essentieel is dat ik het vertrouwen van het Parlement geniet. Het Parlement heeft zes jaar geleden een positief professioneel advies uitgebracht over mijn benoeming en ik hoop dat de uitoefening van mijn taken tijdens mijn eerste ambtsperiode het Parlement een solide basis biedt om dit advies te herhalen en mijn mandaat te verlengen.
18. Een benoeming als lid van de ERK vereist volledige aandacht voor en toewijding aan de instelling zelf en om te zorgen voor vertrouwen in de Unie onder de burgers.
– Wat vindt u de beste manier om deze professionele taken op u te nemen?
Als lid van de Europese Rekenkamer is het van essentieel belang zich volledig in te zetten voor de rol en de verantwoordelijkheden van de functie. Hiervoor is het noodzakelijke een duidelijk inzicht te hebben in de opdracht van de instelling, op de hoogte te zijn van de werking van de Europese Unie, en de hoogste normen op het gebied van professionalisme, ethiek en integriteit na te streven.
De leden van de Rekenkamer moeten altijd handelen in het belang van de EU en haar burgers en ervoor zorgen dat de overheidsmiddelen doeltreffend en efficiënt worden gebruikt. We moeten er ook naar streven de zichtbaarheid van de instelling te vergroten, de resultaten van onze controles bekend te maken en in contact te treden met het publiek en belanghebbenden om vertrouwen op te bouwen.
– Wat is uw huidige persoonlijke regeling wat betreft het aantal dagen dat u in Luxemburg aanwezig bent? Bent u van plan deze regeling te wijzigen?
Ik woon in Luxemburg en ik ben niet van plan te verhuizen.
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
24.5.2023 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
13 13 0 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Olivier Chastel, Ilana Cicurel, Ryszard Czarnecki, José Manuel Fernandes, Luke Ming Flanagan, Daniel Freund, Monika Hohlmeier, Jean-François Jalkh, Joachim Kuhs, Alin Mituța, Jan Olbrycht, Markus Pieper, Sándor Rónai, Eleni Stavrou, Lara Wolters |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Maria Grapini, Hannes Heide, Niclas Herbst, David Lega, Ryszard Antoni Legutko, Marian-Jean Marinescu, Mikuláš Peksa, Sabrina Pignedoli, Ramona Strugariu, Viola von Cramon-Taubadel |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Attila Ara-Kovács |