VERSLAG over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 - Verlaging van de betalingskredieten, andere aanpassingen en technische actualiseringen
16.11.2023 - (14622/2023 – C9‑0410/2023 – 2023/0367(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Fabienne Keller
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 - Verlaging van de betalingskredieten, andere aanpassingen en technische actualiseringen
(14622/2023 – C9‑0410/2023 – 2023/0367(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
– gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012[1], en met name artikel 44,
– gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, definitief vastgesteld op 23 november 2022[2],
– gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027[3],
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen[4],
– gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie, en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom[5],
– gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023, vastgesteld door de Commissie op 11 oktober 2023 (COM(2023)0530),
– gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023, vastgesteld door de Raad op 9 november 2023 en toegezonden aan het Europees Parlement op 13 november 2023 (14622/2023 – C9-0410/2023),
– gezien de artikelen 94 en 96 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9‑0363/2023),
A. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023 voornamelijk tot doel heeft de uitgavenzijde van de begroting te actualiseren, onder meer om de kredieten voor het project voor de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) met 280 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 264 miljoen EUR aan betalingskredieten te verlagen als gevolg van de vertragingen bij de uitvoering van het project, en om het niveau van de betalingskredieten voor het programma Digitaal Europa, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Fonds voor asiel, migratie en integratie met een totaalbedrag van 3 miljard EUR te verlagen;
B. overwegende dat het totale netto-effect van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023 op de uitgaven neerkomt op een daling van de vastleggingskredieten met 247,5 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 3 254,8 miljoen EUR;
1. neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023 zoals ingediend door de Commissie;
2. wijst op de voorgestelde bezuiniging met betrekking tot het ITER-project, bovenop de bezuinigingen die ten tijde van de onderhandelingen over de begroting 2023 zijn doorgevoerd en de door de Commissie in de ontwerpbegroting 2024 voorgestelde bezuiniging; geeft uiting aan zijn grote bezorgdheid over de vooruitgang bij de uitvoering van ITER en verzoekt de Commissie om het Parlement volledig op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de financiële bijdrage van de Unie en om meer gedetailleerde uitleg te geven over de redenen voor de aanzienlijke vertragingen wat betreft het programma;
3. spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de vertragingen bij de uitvoering van programma’s in het huidige meerjarig financieel kader (MFK) en de daaruit voortvloeiende verlaging van de betalingskredieten; verzoekt de lidstaten om, met steun van de Commissie, vaart te zetten achter de uitvoering, zodat de volledige absorptie van beschikbare kredieten gewaarborgd is; benadrukt dat het noodzakelijk is een betalingscrisis aan het einde van het huidige MFK te voorkomen; herinnert in dit verband aan zijn voorstel tot wijziging van het enkelvoudig marge-instrument met het oog op de schrapping van de jaarlijkse bovengrens voor betalingskredieten voor gebruikmaking van dat instrument in het kader van de herziening van het MFK, en verzoekt de Raad en de Commissie het voorstel van het Parlement te steunen;
4. wijst in het bijzonder op de door de Commissie voorgestelde bezuiniging op de betalingskredieten voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) vanwege het feit dat een aantal grote facturen nog in behandeling is en dat voor bepaalde projecten nog niet aan sommige betalingsvoorwaarden is voldaan; beschouwt dergelijke vertragingen als zeer problematisch, aangezien het AMIF flexibel moet zijn en onmiddellijk moet kunnen reageren bij migratiestromen; verzoekt de Commissie het proces te versnellen zodat de lidstaten volledig kunnen worden ondersteund wanneer zij te maken krijgen met grote migratiestromen;
5. is verheugd over het voorstel om de kredieten voor de beveiliging van het gebouw en de IT-systemen van het Europees Openbaar Ministerie te verhogen en om acht extra tijdelijke functionarissen toe te wijzen; herhaalt zijn reeds lang ingenomen standpunt dat agentschappen waarvan het mandaat is uitgebreid een evenredige uitbreiding van personeel en begroting moeten krijgen;
6. neemt nota van de door de Commissie voorgestelde aanpassingen met betrekking tot rubriek 7; benadrukt dat de instellingen van de Unie de nodige middelen ter beschikking moeten hebben om aan hun wettelijke en contractuele verplichtingen te kunnen voldoen en hun mandaat te kunnen vervullen; is ingenomen met de inspanningen van de instellingen om bijna alle bedragen die nodig zijn als gevolg van het hogere actualiseringspercentage van de salarissen, te dekken door herschikkingen en uitstel van niet-verplichte investeringen; neemt nota van de kleine verhoging die nodig is voor de pensioenuitgaven en van het bedrag dat de Europese scholen vragen om de kosten van de hoge energieprijzen te dekken;
7. is van mening dat de Unie krachtig moet reageren op de snel toenemende behoeften, met name op het gebied van humanitaire hulp, ook in het Midden-Oosten en de Kaukasus; verzoekt de Commissie de begrotingsmogelijkheden te bestuderen om reeds in 2023 steun te kunnen verlenen, hetzij via een ander ontwerp van gewijzigde begroting, hetzij via een overdracht;
8. hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2023;
9. verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 4/2023 definitief is vastgesteld, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.
BIJLAGE: LIJST VAN INSTANTIES WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INFORMATIE HEEFT ONTVANGEN
De volgende lijst is opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur. De rapporteur heeft bij het opstellen van dit verslag tot op het moment van goedkeuring ervan in de commissie informatie ontvangen van de volgende instanties of personen:
Instantie en/of persoon |
De rapporteur verklaart onder haar exclusieve verantwoordelijkheid dat zij geen informatie heeft ontvangen van een instantie of persoon die in deze bijlage moet worden vermeld overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement. |
INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
16.11.2023 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 0 1 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pietro Bartolo, Olivier Chastel, Andor Deli, Pascal Durand, Eider Gardiazabal Rubial, Alexandra Geese, Vlad Gheorghe, Valérie Hayer, Niclas Herbst, Hervé Juvin, Moritz Körner, Joachim Kuhs, Janusz Lewandowski, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Dimitrios Papadimoulis, Bogdan Rzońca, Eleni Stavrou, Nils Ušakovs, Rainer Wieland |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Jonás Fernández, Francisco Guerreiro |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Wolfram Pirchner |
|||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
22 |
+ |
ECR |
Bogdan Rzońca |
NI |
Andor Deli, Hervé Juvin |
PPE |
Niclas Herbst, Janusz Lewandowski, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Wolfram Pirchner, Eleni Stavrou, Rainer Wieland |
Renew |
Olivier Chastel, Vlad Gheorghe, Valérie Hayer, Moritz Körner |
S&D |
Pietro Bartolo, Pascal Durand, Jonás Fernández, Eider Gardiazabal Rubial, Nils Ušakovs |
The Left |
Dimitrios Papadimoulis |
Verts/ALE |
Alexandra Geese, Francisco Guerreiro |
0# |
- |
|
|
1 |
0 |
ID |
Joachim Kuhs |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding