VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1001
30.1.2024 - (COM(2023)0232 – C9‑0147/2023 – 2023/0133(COD)) - ***I
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Marion Walsmann
Rapporteur voor advies van de medeverantwoordelijke commissie overeenkomstig artikel 57 van het Reglement:
Danuta Maria Hübner, Commissie internationale handel
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- TOELICHTING
- BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
- ADVIES VAN DE COMMISSIE INTERNATIONALE HANDEL
- ADVIES VAN DE COMMISSIE INTERNE MARKT EN CONSUMENTENBESCHERMING
- BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
- PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
- HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1001
(COM(2023)0232 – C9‑0147/2023 – 2023/0133(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2023)0232),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0147/2023),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 20 september 2023[1],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien de adviezen van de Commissie internationale handel en de Commissie interne markt en consumentenbescherming,– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A9-0016/2024),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Op 25 november 2020 heeft de Commissie haar actieplan inzake intellectuele eigendom31 gepubliceerd, waarin zij aankondigde de transparantie en de voorspelbaarheid bij de verlening van licenties voor standaardessentiële octrooien te willen bevorderen – onder meer door het systeem voor de verlening van SEP-licenties te verbeteren – ten behoeve van het bedrijfsleven en de consumenten in de Unie, en vooral ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)32. Het actieplan heeft steun gekregen in de conclusies van de Raad van 18 juni 202133 en in een resolutie van het Europees Parlement34. |
(1) Op 25 november 2020 heeft de Commissie haar actieplan inzake intellectuele eigendom31 gepubliceerd, waarin zij aankondigde de transparantie en de voorspelbaarheid bij de verlening van licenties voor standaardessentiële octrooien te willen bevorderen – onder meer door het systeem voor de verlening van SEP-licenties te verbeteren – ten behoeve van het bedrijfsleven en de consumenten in de Unie, en vooral ten behoeve van micro- kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)32. Het actieplan heeft steun gekregen in de conclusies van de Raad van 18 juni 202133 en in een resolutie van het Europees Parlement van 11 november 202134. |
__________________ |
__________________ |
31 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen, COM(2020) 760 final. |
31 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen, van 25 november 2020, COM(2020) 760 final. |
32 PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36. |
32 PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36. |
33 Conclusies van de Raad over het beleid inzake intellectuele eigendom, zoals goedgekeurd door de Raad (Economische en Financiële Zaken) tijdens de zitting van 18 juni 2021. |
33 Conclusies van de Raad over het beleid inzake intellectuele eigendom, zoals goedgekeurd door de Raad (Economische en Financiële Zaken) tijdens de zitting van 18 juni 2021. |
34 Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen (2021/2007(INI)). |
34 Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen (2021/2007(INI)). |
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Deze verordening heeft tot doel de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren door de oorzaken van een inefficiënte licentieverlening aan te pakken, zoals het gebrek aan transparantie met betrekking tot SEP’s, billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand) en de licentieverlening in de waardeketen, evenals het beperkte gebruik van procedures voor de beslechting van geschillen bij de beslechting van Frand-geschillen. Al deze oorzaken samen verminderen de algehele billijkheid en efficiëntie van het systeem en leiden tot buitensporige administratieve en transactiekosten. Door de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren, wil de verordening de deelname van Europese bedrijven aan de ontwikkeling van normen en de brede toepassing van dergelijke genormaliseerde technologieën stimuleren, met name in bedrijfstakken van het internet der dingen (IoT). Daarom streeft deze verordening doelstellingen na die complementair zijn met, maar verschillen van de door de artikelen 101 en 102 VWEU gewaarborgde bescherming van onvervalste mededinging. Deze verordening mag evenmin afbreuk doen aan de nationale mededingingsregels. |
(2) Deze verordening heeft tot doel de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren door de oorzaken van een inefficiënte licentieverlening aan te pakken, zoals het gebrek aan transparantie met betrekking tot SEP’s, billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand) en de licentieverlening in de waardeketen, evenals het beperkte gebruik van procedures voor de beslechting van geschillen bij de beslechting van Frand-geschillen. Al deze oorzaken samen verminderen de algehele billijkheid en efficiëntie van het systeem en leiden tot buitensporige administratieve en transactiekosten, waardoor er minder middelen overblijven voor investeringen in innovatie. Door de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren, wil de verordening de deelname van Europese bedrijven aan de ontwikkeling van normen en de brede toepassing van dergelijke genormaliseerde technologieën stimuleren, met name in bedrijfstakken van het internet der dingen (IoT). Daarom streeft deze verordening doelstellingen na die complementair zijn met, maar verschillen van de door de artikelen 101 en 102 VWEU gewaarborgde bescherming van onvervalste mededinging. Deze verordening mag evenmin afbreuk doen aan de nationale mededingingsregels. |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 bis) Onderhandelingen te goeder trouw over de verlening van SEP-licenties vinden in veel gevallen plaats tussen partijen, maar in sommige gevallen leiden SEP’s tot gerechtelijke procedures. Deze verordening beoogt zowel SEP-houders als SEP-toepassers voordelen te bieden door mechanismen in te voeren om twee belangrijke problemen aan te pakken. Ten eerste, situaties waarin SEP-toepassers Frand-licenties onredelijk uitstellen of weigeren. Ten tweede, situaties waarin SEP-houders niet-Frand-royalty’s afdwingen vanwege het risico van een gerechtelijk bevel en het gebrek aan transparantie. Het is van essentieel belang ervoor te zorgen dat SEP-houders en -toepassers vóór, tijdens en na onderhandelingen over licenties te goeder trouw handelen. SEP-toepassers die gebruikmaken van gestandaardiseerde technologie moeten proactief trachten een licentie te verkrijgen van de SEP-houder die eigenaar is van de door hen gebruikte technologie, en SEP-houders moeten een licentie onder FRAND-voorwaarden verlenen aan elke partij die een licentie aanvraagt, ongeacht de positie van de potentiële licentienemer in de respectieve waardeketen. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2 ter) De met deze verordening ingevoerde maatregelen zijn in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trips-overeenkomst) van de WTO om technologische innovatie en de verspreiding van technologie te bevorderen tot wederzijds voordeel van de SEP-houder en de gebruiker van de technologie, alsmede met de beginselen dat misbruik van intellectuele-eigendomsrechten moet worden vermeden en dat maatregelen moeten worden vastgesteld om redenen van algemeen belang. Met name is, overeenkomstig de Trips-overeenkomst, een uitzondering op de door een octrooi verleende exclusieve rechten gerechtvaardigd mits deze uitzondering niet op onredelijke wijze strijdig is met de normale exploitatie van het octrooi en niet op onredelijke wijze de legitieme belangen van de houder van het octrooi schaadt, rekening houdend met de legitieme belangen van derden. |
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die van kracht zijn in een of meer lidstaten en die volgens een SEP-houder essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder of de eerdere houder van de betreffende SEP’s al dan niet heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde gebruiksgevallen van normen, zoals de normen voor draadloze communicatie, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere gebruiksgevallen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mogen bepaalde procedures in het kader van deze verordening, namelijk de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan waarvoor voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie. |
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde toepassingen van normen, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere toepassingen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mogen bepaalde procedures in het kader van deze verordening, namelijk de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke toepassingen waarin voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie. |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) Er kunnen zich ernstige problemen of inefficiënties voordoen bij het verlenen van licenties voor SEP’s die afbreuk doen aan de werking van de interne markt, onder meer als gevolg van substantiële belemmeringen voor de tijdige en doeltreffende invoering, ontwikkeling, distributie of commercialisering van een product, dienst of technologie, maar ook als gevolg van onredelijke vertragingen, waaronder onnodig uitstel van de sluiting van een licentieovereenkomst. Zij kunnen ook het gevolg zijn van buitensporige kosten, meerdere juridische geschillen, aanvechtingen of rechtszaken waarbij meer dan één SEP-houder of SEP-toepasser betrokken is, alsook van belemmeringen voor innovatie wanneer de toepassing van een norm, of het ontbreken daarvan, technologische innovatie of vooruitgang belemmert, beperkt of beknot in vergelijking met de normen van de sector. |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologie die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwt, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, wanneer inefficiëntie bij de verlening van de betreffende SEP-licenties het functioneren van de interne markt ernstig verstoort. Dit is met name relevant wanneer de markt tekortschiet en investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol van innovatieve technologieën of de ontwikkeling van nieuwe technologieën en gebruiksgevallen worden belemmerd. Daarom moet de Commissie – rekening houdend met die criteria – door middel van een gedelegeerde handeling bepalen voor welke normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd, en voor welke relevante gebruiksgevallen, SEP’s kunnen worden geregistreerd. |
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologische toepassingen die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwen, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, wanneer inefficiëntie bij de verlening van de betreffende SEP-licenties het functioneren van de interne markt ernstig verstoort. Dit is met name relevant wanneer de markt tekortschiet en investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol of de ontwikkeling van innovatieve technologieën en nieuwe toepassingen. Daarom moet de Commissie – rekening houdend met die criteria – door middel van een gedelegeerde handeling bepalen voor welke normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd, en voor welke relevante toepassingen, SEP’s kunnen worden geregistreerd. |
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Aangezien een Frand-verbintenis moet worden aangegaan voor elk SEP dat aan een voor herhaalde en voortdurende toepassing bedoelde norm is gedeclareerd, moet de betekenis van normen ruimer zijn dan in Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad35. |
(6) Aangezien een Frand-verbintenis moet worden aangegaan voor elk SEP die essentieel wordt geacht voor een voor herhaalde en voortdurende toepassing bedoelde norm, moet de betekenis van normen ruimer zijn dan in Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad35. |
__________________ |
__________________ |
35 Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12). |
35 Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12). |
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Licentieverlening onder Frand-voorwaarden omvat ook royaltyvrije licentieverlening. Aangezien de meeste problemen zich voordoen bij de verlening van niet-royaltyvrije licenties, is deze verordening niet van toepassing op royaltyvrije licentieverlening. |
(7) Licentieverlening onder Frand-voorwaarden, die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van de digitale samenleving, omvat ook royaltyvrije licentieverlening. Aangezien de meeste problemen zich voordoen bij de verlening van niet-royaltyvrije licenties, is deze verordening niet van toepassing op royaltyvrije licentieverlening van SEP’s, behalve wanneer dergelijke SEP’s deel uitmaken van een portefeuille van octrooilicenties voor royalty’s. |
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) Open normen zijn van cruciaal belang voor de ontwikkeling van onze digitale samenleving, met inbegrip van de ontwikkeling van opensourcesoftware. Open normen nemen belemmeringen voor interoperabiliteit weg, maken meer keuze mogelijk tussen verkopers en technologische oplossingen en zorgen voor concurrentie en innovatie op de markt. Deze verordening is van toepassing op open normen, maar ontmoedigt SEP-houders niet om te innoveren en deel te nemen aan de gezamenlijke ontwikkeling van open normen. |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis) Octrooigemeenschappen, als door de industrie geleide gezamenlijke oplossingen voor octrooilicenties, zijn gunstig voor de markt en bedrijven die te maken hebben met de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van zowel SEP-houders als SEP-toepassers. Zij zijn een voorspelbare en eerlijke optie voor het in licentie geven van geoctrooieerde technologieën die essentieel zijn voor een norm, aangezien ze het mogelijk maken om overeenstemming te bereiken over een breed aanvaardbare reeks licentievoorwaarden tussen bedrijven uit de hele wereld. Aangezien octrooigemeenschappen SEP’s behandelen, moeten zij zich ook aan Frand-voorwaarden houden en moeten zij volledige transparantie bieden met betrekking tot de octrooien die onderdeel van hun portefeuille zijn, in het ideale geval licenties voor die octrooien verlenen aan alle geïnteresseerde licentienemers, ongeacht hun positie in de waardeketen en bij voorkeur alle voor de norm relevante SEP’s omvatten. |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Hoewel het mededingingsonderzoek van octrooigemeenschappen al heeft plaatsgevonden, blijft er onzekerheid bestaan over de verenigbaarheid van door SEP-toepassers gevormde onderhandelingsgroepen van licentienemers (licensee negotiation groups, LNG’s). LNG’s kunnen het onderhandelingsproces stroomlijnen en zo de administratieve last verminderen en ervoor zorgen dat de licentievoorwaarden uniformer en billijker zijn voor alle deelnemende SEP-toepassers. Met name kmo’s zijn gebaat bij LNG’s. De Commissie moet derhalve de effecten van LNG’s op het concurrentievermogen onderzoeken en analyseren aan welke voorwaarden ze moeten beantwoorden om in overeenstemming te zijn met het mededingingsrecht en tegelijkertijd het risico te vermijden dat deelnemende SEP-toepassers “hold-out”-opties worden geboden. |
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Om de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moet het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de desbetreffende taken uitvoeren via een kenniscentrum. Het EUIPO heeft uitgebreide ervaring met het beheer van databanken, elektronische registers en alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting: belangrijke aspecten van de in het kader van deze verordening toegewezen taken. Het kenniscentrum moet van de nodige personele en financiële middelen worden voorzien om zijn taken uit te voeren. |
(12) Als agentschap van de Europese Unie dat verantwoordelijk is voor intellectuele-eigendomsrechten en om de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moet het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de desbetreffende taken uitvoeren via een kenniscentrum. Het EUIPO heeft uitgebreide ervaring met het beheer van databanken, elektronische registers en alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting: belangrijke aspecten van de in het kader van deze verordening toegewezen taken. Het is van cruciaal belang ervoor te zorgen dat het kenniscentrum over de nodige personele en financiële middelen beschikt om zijn taken efficiënt uit te voeren. |
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 bis) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt, onder meer door de zinvolle betrokkenheid van belanghebbenden. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling stroomafwaarts binnen een waardeketen. Het kader waarin deze verordening voorziet, moet het technische leiderschap van de EU op het gebied van innovatie bevorderen. |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
(13) Het kenniscentrum moet enerzijds een elektronisch register opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn. Het elektronische register moet dienen als een fundamenteel register dat is ontworpen als het primaire referentiepunt voor gebruikers, en biedt kosteloos basisinformatie over SEP’s. Anderzijds moet het kenniscentrum ook een elektronische databank opzetten en beheren die eenvoudig toegankelijke informatie biedt met een uitgebreidere en meer omvattende gegevensverzameling waartoe tegen betaling van een redelijke en evenredige vergoeding toegang kan worden verkregen. Overheidsinstanties, met inbegrip van rechters, moeten kosteloos toegang tot de informatie in de databank hebben. Academische instellingen moeten onder bepaalde voorwaarden eveneens gratis om toegang tot de informatie kunnen verzoeken. Het elektronische register en de elektronische databank moeten een hoge mate van rechtszekerheid bieden. |
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(13 bis) Om voor meer bekendheid te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s en startups. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Voor het kenniscentrum moeten de regels van de Unie inzake toegang tot documenten en gegevensbescherming gelden. De taken van het kenniscentrum moeten tot meer transparantie leiden door voor SEP’s relevante informatie op gecentraliseerde en systematische wijze ter beschikking te stellen van alle belanghebbenden. Daarom moet een evenwicht worden gevonden tussen de vrije toegang van het publiek tot basisinformatie en de noodzaak het functioneren van het kenniscentrum te financieren. Om de onderhoudskosten te dekken, moet een registratievergoeding worden gevraagd om toegang te krijgen tot gedetailleerde informatie in de databank, zoals de resultaten van essentialiteitscontroles en niet-vertrouwelijke verslagen over de vaststelling van Frand. |
(14) Voor het kenniscentrum moeten de regels van de Unie inzake toegang tot documenten en gegevensbescherming gelden. De taken van het kenniscentrum moeten tot meer transparantie leiden door voor SEP’s relevante informatie op gecentraliseerde en systematische wijze ter beschikking te stellen van alle belanghebbenden. Daarom moet een evenwicht worden gevonden tussen de vrije toegang van het publiek tot basisinformatie en de noodzaak het functioneren van het kenniscentrum te financieren. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt de SEP-houder ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. Het is dus noodzakelijk de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken. |
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt SEP-houders ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen en SEP-toepassers om de kosten van de integratie van normen in hun producten te ramen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. SEP-toepassers en SEP-houders kunnen er dus baat bij hebben de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen. Behalve bij gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er gevestigde en in grote lijnen goed functionerende praktijken voor de verlening van SEP-licenties bestaan, kan het kenniscentrum de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. Tot slot is het belangrijk voor een derde onafhankelijke partij – een deskundige – te zorgen die een geaggregeerde royalty zou kunnen aanbevelen. Daarom moeten SEP-houders en/of -toepassers het kenniscentrum kunnen verzoeken om een deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een niet-bindend deskundig advies uitbrengen over een geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het is in dit verband belangrijk rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren. |
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm waarvoor zij aanspraak maken op essentialiteit of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen. Behalve bij toepassingen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er gevestigde en in grote lijnen goed functionerende praktijken voor de verlening van SEP-licenties bestaan, kan het kenniscentrum de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. |
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16 bis) SEP-houders en/of -toepassers moeten het kenniscentrum kunnen verzoeken om een niet-bindend deskundig advies van een onafhankelijke derde partij over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een deskundig advies uitbrengen over de geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het kan in dit verband belangrijk zijn rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) In overeenstemming met de algemene beginselen en doelstellingen van transparantie, participatie en toegang tot Europese normalisatie moet het gecentraliseerde register informatie openbaar maken over het aantal SEP’s dat van toepassing is op een norm, het eigenaarschap van de betreffende SEP’s en de delen van de norm die onder de SEP’s vallen. Het register en de databank zullen informatie bevatten over relevante normen, producten, processen, diensten en systemen die de norm toepassen, SEP’s die in de EU van kracht zijn, Frand-standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties of licentieverleningsprogramma’s, collectieve licentieverleningsprogramma’s en essentialiteit. Voor SEP-houders zal het register voor transparantie zorgen met betrekking tot de betreffende SEP’s, hun aandeel in alle aan de norm gedeclareerde SEP’s en de kenmerken van de norm waarop de octrooien betrekking hebben. SEP-houders zullen een beter inzicht hebben in de wijze waarop hun portefeuilles zich verhouden tot de portefeuilles van andere SEP-houders. Dit is niet alleen belangrijk voor de onderhandelingen met toepassers, maar ook voor de onderlinge licentieverlening met andere SEP-houders. Voor toepassers zal het register een betrouwbare bron van informatie over de SEP’s vormen, onder meer over de SEP-houders van wie de toepasser mogelijk een licentie moet verkrijgen. Het beschikbaar stellen van dergelijke informatie in het register zal ook de duur van de technische besprekingen helpen verkorten tijdens de eerste fase van de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties. |
(17) In overeenstemming met de algemene beginselen en doelstellingen van transparantie, participatie en toegang tot Europese normalisatie moet het elektronische register informatie openbaar maken over het aantal SEP’s dat van toepassing is op een norm, het eigenaarschap van de betreffende SEP’s en de delen van de norm die onder de SEP’s vallen. Het register en de databank zullen informatie bevatten over relevante normen, producten, processen, diensten en systemen die de norm toepassen, SEP’s die in de EU van kracht zijn, Frand-standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties of licentieverleningsprogramma’s, collectieve licentieverleningsprogramma’s en essentialiteit. Voor SEP-houders zal het register voor transparantie zorgen met betrekking tot de betreffende SEP’s, hun aandeel in alle aan de norm gedeclareerde SEP’s en de kenmerken van de norm waarop de octrooien betrekking hebben. SEP-houders zullen een beter inzicht hebben in de wijze waarop hun portefeuilles zich verhouden tot de portefeuilles van andere SEP-houders. Dit is niet alleen belangrijk voor de onderhandelingen met toepassers, maar ook voor de onderlinge licentieverlening met andere SEP-houders. Voor toepassers zal het register een betrouwbare bron van informatie over de SEP’s vormen, onder meer over de SEP-houders van wie de toepasser mogelijk een licentie moet verkrijgen. Het beschikbaar stellen van dergelijke informatie in het register zal ook de duur van de technische besprekingen helpen verkorten tijdens de eerste fase van de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties. |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Om de transparantie van SEP’s te waarborgen, is het passend van SEP-houders te verlangen dat ze hun octrooien registreren die essentieel zijn voor de norm waarvoor de registratie open is. SEP-houders moeten hun SEP’s registreren uiterlijk zes maanden na de opening van de registratie door het kenniscentrum of de verlening van de betreffende SEP’s, naargelang wat het eerst gebeurt. Bij tijdige registratie moeten SEP-houders royalty’s kunnen innen en schadevergoedingen kunnen eisen voor toepassingen en inbreuken die vóór de registratie hebben plaatsgevonden. |
(19) Om de transparantie van SEP’s te waarborgen, is het passend van SEP-houders te verlangen dat ze hun octrooien registreren die essentieel zijn voor de norm waarvoor de registratie open is. SEP-houders moeten hun SEP’s registreren uiterlijk zes maanden na de opening van de registratie door het kenniscentrum of de verlening van de betreffende SEP’s, naargelang wat het eerst gebeurt. SEP-houders kunnen royalty’s kunnen innen, ook al is hun SEP niet geregistreerd, maar zij moeten alleen schadevergoedingen kunnen eisen voor toepassingen en inbreuken die vóór de registratie hebben plaatsgevonden in het geval van tijdige registratie, op voorwaarde dat het bedrag ervan wordt vastgesteld overeenkomstig de in deze verordening opgenomen regels voor de vaststelling van Frand. |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) SEP-houders kunnen zich na de vermelde termijn registreren. In dat geval zou het voor SEP-houders echter niet mogelijk mogen zijn royalty’s te innen en schadevergoedingen te eisen voor de periode van vertraging. |
(20) Indien een SEP-houder zich niet registreert binnen de vermelde termijn, moet het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis stellen dat, in geval van verdere vertraging bij de registratie van zijn octrooien, na een respijtperiode van één maand de SEP-houder geen royalty’s kan innen en geen claim kan indienen met betrekking tot zijn octrooi totdat de registratie is voltooid. |
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) SEP-houders moeten zorgen voor de update van hun SEP-registratie(s). Updates moeten binnen 6 maanden worden geregistreerd voor relevante statuswijzigingen, met inbegrip van eigenaarschap, invalidatiebevindingen of andere toepasselijke wijzigingen als gevolg van contractuele verbintenissen of besluiten van overheidsinstanties. Als de registratie niet wordt geüpdatet, kan de registratie van het SEP in het register worden gesuspendeerd. |
(22) SEP-houders moeten zorgen voor de update van hun SEP-registratie(s). Updates moeten binnen 6 maanden worden geregistreerd voor relevante statuswijzigingen, met inbegrip van eigenaarschap, invalidatiebevindingen of andere toepasselijke wijzigingen als gevolg van contractuele verbintenissen of besluiten van overheidsinstanties. Als de registratie niet wordt geüpdatet, moet het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis stellen dat zijn SEP na een respijtperiode van één maand kan worden opgeschort in geval van verdere vertraging bij het actualiseren van zijn registratie. |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Een SEP-houder kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken. Een geïnteresseerde belanghebbende kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken, als hij/zij op basis van een definitief besluit van een overheidsinstantie kan aantonen dat de registratie onjuist is. Een SEP kan alleen op verzoek van de SEP-houder uit het register worden geschrapt, indien het octrooi is verstreken, door een definitieve beslissing of uitspraak van een bevoegde rechtbank in een lidstaat nietig is verklaard of niet-essentieel is bevonden, dan wel op grond van deze verordening niet essentieel is bevonden. |
(23) Een SEP-houder kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken. Een geïnteresseerde belanghebbende kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken, als hij/zij op basis van een definitief besluit van een overheidsinstantie kan aantonen dat de registratie onjuist is. Een SEP kan alleen op verzoek van de SEP-houder uit het register worden geschrapt, indien het octrooi is verstreken, door een definitieve beslissing of uitspraak van een bevoegde rechtbank in een lidstaat nietig is verklaard of niet-essentieel is bevonden, dan wel op grond van deze verordening niet essentieel is bevonden. Om de transparantie te waarborgen moet een overzicht van de wijzigingen in de SEP-registratie openbaar toegankelijk worden gemaakt. |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 23 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(23 bis) Er moet voor worden gezorgd dat de registratie en de verplichtingen waarin deze verordening voorziet, niet worden omzeild door een SEP uit het register te verwijderen. Wanneer een beoordelaar vaststelt dat een geclaimd SEP niet-essentieel is, kan alleen de SEP-houder om verwijdering van het SEP uit het register verzoeken en pas nadat de jaarlijkse steekproef is afgerond en het aandeel echte SEP’s uit de steekproef is vastgesteld en bekendgemaakt. |
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Om de kwaliteit van het register verder te waarborgen en een teveel aan registraties te voorkomen, moeten ook willekeurig essentialiteitscontroles worden uitgevoerd door onafhankelijke beoordelaars die worden geselecteerd op basis van door de Commissie vast te stellen objectieve criteria. Er moet slechts één SEP van dezelfde octrooifamilie worden gecontroleerd op essentialiteit. |
(24) Om de kwaliteit van het register verder te waarborgen en een teveel aan registraties te voorkomen, moeten ook willekeurig essentialiteitscontroles worden uitgevoerd door onafhankelijke en onpartijdige beoordelaars die worden geselecteerd op basis van door de Commissie vast te stellen objectieve criteria. Er moet slechts één SEP van dezelfde octrooifamilie worden gecontroleerd op essentialiteit. |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) SEP-houders of -toepassers kunnen jaarlijks ook maximaal 100 geregistreerde SEP’s aanwijzen voor essentialiteitscontroles. Indien wordt bevestigd dat de vooraf geselecteerde SEP’s essentieel zijn, kunnen de SEP-houders deze informatie gebruiken bij onderhandelingen en als bewijs voor de rechter, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het recht van een toepasser om de essentialiteit van een geregistreerd SEP voor de rechter aan te vechten. De geselecteerde SEP’s hebben geen invloed op de steekproef, aangezien de steekproef moet worden geselecteerd uit alle geregistreerde SEP’s van elke SEP-houder. Als een vooraf geselecteerde SEP en een voor de steekproef geselecteerde SEP dezelfde zijn, hoeft slechts één essentialiteitscontrole te worden uitgevoerd. Essentialiteitscontroles hoeven niet te worden herhaald op SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
(26) SEP-houders kunnen hun SEP’s voor essentialiteitscontroles vrijwillig aan het kenniscentrum voorleggen voordat zij hun octrooien registreren. Na de registratie kunnen SEP-houders of -toepassers jaarlijks ook maximaal 100 geregistreerde SEP’s aanwijzen voor essentialiteitscontroles. Indien wordt bevestigd dat de vooraf geselecteerde SEP’s essentieel zijn, kunnen de SEP-houders deze informatie gebruiken bij onderhandelingen en als bewijs voor de rechter, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het recht van een toepasser om de essentialiteit van een geregistreerd SEP voor de rechter aan te vechten. De geselecteerde SEP’s hebben geen invloed op de steekproef, aangezien de steekproef moet worden geselecteerd uit alle geregistreerde SEP’s van elke SEP-houder. Als een vooraf geselecteerde SEP en een voor de steekproef geselecteerde SEP dezelfde zijn, hoeft slechts één essentialiteitscontrole te worden uitgevoerd. Essentialiteitscontroles hoeven niet te worden herhaald op SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 27
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Beoordelingen van de essentialiteit van SEP’s die vóór de inwerkingtreding van de verordening door een onafhankelijke entiteit worden uitgevoerd – bijvoorbeeld via octrooigemeenschappen – en vaststellingen van de essentialiteit door gerechtelijke autoriteiten moeten in het register worden vermeld. Die SEP’s hoeven niet opnieuw op essentialiteit te worden gecontroleerd nadat het relevante bewijsmateriaal ter ondersteuning van de informatie in het register aan het kenniscentrum is verstrekt. |
(27) Beoordelingen van de essentialiteit van SEP’s die vóór de inwerkingtreding van de verordening door een onafhankelijke entiteit worden uitgevoerd – bijvoorbeeld via octrooigemeenschappen – en vaststellingen van de essentialiteit door gerechtelijke autoriteiten moeten in het register worden vermeld. Die SEP’s hoeven niet opnieuw op essentialiteit te worden gecontroleerd nadat het relevante bewijsmateriaal ter ondersteuning van de informatie in het register aan het kenniscentrum is verstrekt, tenzij de beoordelaar objectieve redenen heeft om op basis van afdoende bewijs aan te nemen dat de voorafgaande essentialiteitscontrole onjuist was. SEP-houders of octrooigemeenschappen moeten ook na de inwerkingtreding van deze verordening de essentialiteit van SEP’s kunnen beoordelen. |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 29
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Het kenniscentrum maakt zowel de positieve als negatieve resultaten van de essentialiteitscontroles in het register en de databank openbaar. De resultaten van de essentialiteitscontroles zijn niet juridisch bindend. Eventuele latere geschillen met betrekking tot de essentialiteit moeten dus door de bevoegde rechter worden behandeld. De resultaten van de essentialiteitscontroles op verzoek van een SEP-houder of op basis van een steekproef kunnen echter worden gebruikt om de essentialiteit van die SEP’s aan te tonen bij onderhandelingen, in octrooigemeenschappen en voor de rechter. |
(29) Het kenniscentrum maakt zowel de positieve als negatieve resultaten van de essentialiteitscontroles in het register en de databank openbaar. De resultaten van de essentialiteitscontroles zijn niet juridisch bindend. Het moet dus mogelijk zijn eventuele latere geschillen met betrekking tot de essentialiteit voor de bevoegde rechter te behandelen. De resultaten van de essentialiteitscontroles op verzoek van een SEP-houder of op basis van een steekproef kunnen echter worden gebruikt om de essentialiteit van die SEP’s of andere relevante criteria aan te tonen bij onderhandelingen, in octrooigemeenschappen en voor de rechter. |
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 30
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(30) Er moet voor worden gezorgd dat de registratie en de daaruit voortvloeiende verplichtingen waarin deze verordening voorziet, niet worden omzeild door een SEP uit het register te verwijderen. Wanneer een beoordelaar vaststelt dat een geclaimd SEP niet-essentieel is, kan alleen de SEP-houder om verwijdering van het SEP uit het register verzoeken en pas nadat de jaarlijkse steekproef is afgerond en het aandeel echte SEP’s uit de steekproef is vastgesteld en bekendgemaakt. |
Schrappen |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Het doel van de Frand-verbintenis bestaat erin de vaststelling en het gebruik van de norm te vergemakkelijken door SEP’s onder billijke en redelijke voorwaarden ter beschikking van de toepassers te stellen en de SEP-houder een billijk en redelijk rendement op zijn innovatie te bieden. Het uiteindelijke doel van handhavingsmaatregelen van SEP-houders of van maatregelen van toepassers op grond van de weigering van een SEP-houder om een licentie te verlenen, is dus het sluiten van een Frand-licentieovereenkomst. Het hoofddoel van de verordening bestaat er in dit verband in de onderhandelingen en buitengerechtelijke geschillenbeslechting te vergemakkelijken, waarvan beide partijen kunnen profiteren. Het waarborgen van toegang tot snelle, billijke en kostenefficiënte manieren om geschillen over Frand-voorwaarden op te lossen, moet dus zowel de SEP-houders als de toepassers ten goede komen. Als zodanig kan een naar behoren functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden te vast te stellen (vaststelling van Frand) voor alle partijen aanzienlijke voordelen opleveren. Partijen kunnen om een vaststelling van Frand verzoeken om aan te tonen dat hun aanbod Frand is of om een zekerheid te stellen, wanneer ze te goeder trouw handelen. |
(31) Het doel van de Frand-verbintenis bestaat erin de vaststelling en het gebruik van de norm te vergemakkelijken door SEP’s onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden ter beschikking van de toepassers te stellen en de SEP-houder een billijk en redelijk rendement op zijn innovatie te bieden. Het uiteindelijke doel van handhavingsmaatregelen van SEP-houders of van maatregelen van toepassers op grond van de weigering van een SEP-houder om een licentie te verlenen, is dus het sluiten van een Frand-licentieovereenkomst. Het hoofddoel van de verordening bestaat er in dit verband in de onderhandelingen en buitengerechtelijke geschillenbeslechting te vergemakkelijken, waarvan beide partijen kunnen profiteren. Het waarborgen van toegang tot snelle, billijke en kostenefficiënte manieren om geschillen over Frand-voorwaarden op te lossen, moet dus zowel de SEP-houders als de toepassers ten goede komen. Als zodanig kan een naar behoren functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden te vast te stellen (vaststelling van Frand) voor alle partijen aanzienlijke voordelen opleveren. Partijen kunnen om een vaststelling van Frand verzoeken om aan te tonen dat hun aanbod Frand is of om een zekerheid te stellen, wanneer ze te goeder trouw handelen. |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Overweging 32
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) De vaststelling van Frand moet de onderhandelingen over Frand-voorwaarden vereenvoudigen en versnellen en de kosten verminderen. Het EUIPO moet de procedure beheren. Het kenniscentrum moet een lijst opstellen van bemiddelaars die aan vastgestelde competentie- en onafhankelijkheidscriteria voldoen, evenals een archief van niet-vertrouwelijke verslagen (de vertrouwelijke versie van de verslagen is alleen toegankelijk voor de partijen en de bemiddelaars). De bemiddelaars moeten neutrale personen zijn met ruime ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en een grondig inzicht in de economische aspecten van het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
(32) De vaststelling van Frand moet de onderhandelingen over Frand-voorwaarden vereenvoudigen en versnellen en de transactiekosten voor alle belanghebbenden verminderen. Het EUIPO moet de procedure beheren. Het kenniscentrum moet een lijst opstellen van bemiddelaars die aan vastgestelde competentie- en onafhankelijkheidscriteria voldoen, evenals een archief van niet-vertrouwelijke verslagen (de vertrouwelijke versie van de verslagen is alleen toegankelijk voor de partijen en de bemiddelaars). De bemiddelaars moeten neutrale en onpartijdige personen zijn met ruime ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en een grondig inzicht in de economische aspecten van het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. Er moeten regels en procedures zijn waarin belangenconflicten en mechanismen voor het aanpakken van dergelijke conflicten worden gedefinieerd. |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) De vaststelling van Frand is een verplichte stap voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Het is echter niet verplicht de vaststelling van Frand vóór de betreffende gerechtelijke procedure in te leiden voor SEP’s met betrekking tot gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen sprake is van significante moeilijkheden of inefficiëntie bij het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
(33) Indien een of meer partijen een vaststelling van Frand inleiden, moet dat een verplichte stap zijn voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Het is echter niet verplicht de vaststelling van Frand vóór de betreffende gerechtelijke procedure in te leiden voor SEP’s met betrekking tot toepassingen waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen sprake is van significante moeilijkheden of inefficiëntie bij het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Overweging 34
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen en zich ertoe wenst te verbinden zich naar het resultaat ervan te schikken. Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat of zich er niet toe verbindt zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die zich ertoe verbindt/verbinden zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken en volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren. |
(34) Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil op neutraal terrein bijeen te komen, bijvoorbeeld voor een panel van bemiddelaars, en tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren. |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. In dat verband moet de partij die zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven terwijl de andere partij dit nalaat, het recht hebben een procedure bij de bevoegde nationale rechter in te leiden in afwachting van de vaststelling van Frand. Bovendien moet elk van beide partijen bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. De partijen moeten bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 36
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Wanneer de partijen de vaststelling van Frand aangaan, moeten ze een bemiddelaar voor de vaststelling van Frand uit de lijst selecteren. Bij onenigheid selecteert het kenniscentrum de bemiddelaar. De vaststelling van Frand moet binnen negen maanden worden afgerond. Deze tijdsperiode is nodig voor een procedure die waarborgt dat de rechten van de partijen worden geëerbiedigd, maar ook snel genoeg is om vertragingen bij het sluiten van licenties te voorkomen. De partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure tot een schikking komen, wat resulteert in de beëindiging van de vaststelling van Frand. |
(36) Wanneer de partijen de vaststelling van Frand aangaan, moeten ze een panel van bemiddelaars voor de vaststelling van Frand uit de lijst selecteren. Bij onenigheid selecteert het kenniscentrum de leden van het panel van bemiddelaars. De vaststelling van Frand moet binnen negen maanden worden afgerond. Deze tijdsperiode is nodig voor een procedure die waarborgt dat de rechten van de partijen worden geëerbiedigd, maar ook snel genoeg is om vertragingen bij het sluiten van licenties te voorkomen. De partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure tot een schikking komen, wat resulteert in de beëindiging van de vaststelling van Frand. |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 37
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Na de aanwijzing van een bemiddelaar moet het bemiddelingscentrum de vaststelling van Frand in handen geven van de bemiddelaar, die moet onderzoeken of het verzoek de nodige informatie bevat, en die het tijdschema van de procedure moet meedelen aan de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
(37) Na de aanwijzing van een panel van bemiddelaars moet het bemiddelingscentrum de vaststelling van Frand in handen geven van het panel van bemiddelaars, dat moet onderzoeken of het verzoek de nodige informatie bevat, en dat het tijdschema van de procedure moet meedelen aan de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Overweging 38
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) De bemiddelaar moet de opmerkingen en suggesties van de partijen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden onderzoeken en de relevante fasen van de onderhandelingen, naast andere relevante omstandigheden, in overweging te nemen. De bemiddelaar moet – op eigen initiatief of op verzoek van een partij – van de partijen kunnen verlangen dat zij bewijsmateriaal overleggen dat hij/zij voor de uitvoering van zijn/haar taak noodzakelijk acht. De bemiddelaar moet ook openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en verslagen over andere vaststellingen van Frand kunnen onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
(38) Het panel van bemiddelaars moet de opmerkingen en suggesties van de partijen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden onderzoeken en de relevante fasen van de onderhandelingen, naast andere relevante omstandigheden, in overweging te nemen. Het panel van bemiddelaars moet – op eigen initiatief of op verzoek van een partij – van de partijen kunnen verlangen dat zij bewijsmateriaal overleggen dat het voor de uitvoering van zijn taak noodzakelijk acht. De bemiddelaar moet ook openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en verslagen over andere vaststellingen van Frand kunnen onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Overweging 39
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(39) Als een partij na de aanwijzing van de bemiddelaar nalaat aan de vaststelling van Frand deel te nemen, kan de andere partij om beëindiging verzoeken of de bemiddelaar verzoeken een aanbeveling voor een vaststelling van Frand te doen op basis van de informatie die hij/zij kon beoordelen. |
(39) Als een partij na de aanwijzing van het panel van bemiddelaars nalaat aan de vaststelling van Frand deel te nemen, kan de andere partij om beëindiging verzoeken of het panel verzoeken een aanbeveling voor een vaststelling van Frand te doen op basis van de informatie die het kon beoordelen. |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet de bemiddelaar of – wanneer er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van de andere partij kunnen beëindigen. |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet het panel van bemiddelaars of – wanneer er geen panel is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van de andere partij kunnen beëindigen. |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Overweging 41
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) Aan het einde van de procedure moet de bemiddelaar een voorstel doen waarin Frand-voorwaarden worden aanbevolen. Elke partij moet de mogelijkheid hebben het voorstel te aanvaarden of te verwerpen. Als de partijen niet tot een schikking komen en/of het voorstel niet aanvaarden, moet de bemiddelaar een verslag over de vaststelling van Frand opstellen. Er is een vertrouwelijke en een niet-vertrouwelijke versie van het verslag. De niet-vertrouwelijke versie van het verslag moet het voorstel voor Frand-voorwaarden en de gebruikte methode bevatten en bij het kenniscentrum voor publicatie worden ingediend, zodat het gebruikt kan worden bij eventuele latere vaststellingen van Frand tussen de partijen en andere belanghebbenden die bij soortgelijke onderhandelingen betrokken zijn. Het verslag heeft dus een tweeledig doel: de partijen aanmoedigen tot een schikking te komen en voor transparantie te zorgen met betrekking tot de procedure en de aanbevolen Frand-voorwaarden bij onenigheid. |
(41) Aan het einde van de procedure moet het panel van bemiddelaars een voorstel doen waarin Frand-voorwaarden worden aanbevolen. Elke partij moet de mogelijkheid hebben het voorstel te aanvaarden of te verwerpen. Als de partijen niet tot een schikking komen en/of het voorstel niet aanvaarden, moet het panel van bemiddelaars een verslag over de vaststelling van Frand opstellen. Er is een vertrouwelijke en een niet-vertrouwelijke versie van het verslag. De niet-vertrouwelijke versie van het verslag moet het voorstel voor Frand-voorwaarden en de gebruikte methode bevatten en bij het kenniscentrum voor publicatie worden ingediend, zodat het gebruikt kan worden bij eventuele latere vaststellingen van Frand tussen de partijen en andere belanghebbenden die bij soortgelijke onderhandelingen betrokken zijn. Het verslag heeft dus een tweeledig doel: de partijen aanmoedigen tot een schikking te komen en voor transparantie te zorgen met betrekking tot de procedure en de aanbevolen Frand-voorwaarden bij onenigheid. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Overweging 42
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(42) De verordening eerbiedigt de intellectuele-eigendomsrechten van octrooihouders (artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de EU), hoewel ze de mogelijkheid om een SEP te handhaven dat niet binnen een bepaalde termijn is geregistreerd, beperkt en een vaststelling van Frand verplicht maakt alvorens individuele SEP’s kunnen worden gehandhaafd. De uitoefening van intellectuele-eigendomsrechten kan op grond van het Handvest van de EU worden beperkt, mits het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen. Volgens vaste rechtspraak kunnen de grondrechten worden beperkt, mits die beperkingen beantwoorden aan door de Unie nagestreefde doelstellingen van algemeen belang en – uit het oogpunt van het nagestreefde doel – geen onevenredige en onduldbare ingreep vormen waardoor de gewaarborgde rechten in hun kern worden aangetast39. In dat opzicht is deze verordening in het algemeen belang, aangezien ze op het niveau van de Unie voorziet in uniforme, openbare en voorspelbare informatie en resultaten over SEP’s ten behoeve van SEP-houders, toepassers en eindgebruikers. Doel is technologie te verspreiden tot wederzijds voordeel van de SEP-houders en -toepassers. De regels met betrekking tot de vaststelling van Frand zijn bovendien van tijdelijke aard – en dus beperkt – en bedoeld om de procedure te verbeteren en te stroomlijnen, maar ze zijn uiteindelijk niet bindend40. |
(42) De verordening eerbiedigt de intellectuele-eigendomsrechten van octrooihouders (overeenkomstig artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de EU), hoewel ze de mogelijkheid om een SEP te handhaven dat niet binnen een bepaalde termijn is geregistreerd, beperkt en een vaststelling van Frand verplicht maakt alvorens individuele SEP’s kunnen worden gehandhaafd. De uitoefening van intellectuele-eigendomsrechten kan op grond van het Handvest van de EU worden beperkt, mits het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen. Volgens vaste rechtspraak kunnen de grondrechten worden beperkt, mits die beperkingen beantwoorden aan door de Unie nagestreefde doelstellingen van algemeen belang en – uit het oogpunt van het nagestreefde doel – geen onevenredige en onduldbare ingreep vormen waardoor de gewaarborgde rechten in hun kern worden aangetast39. In dat opzicht is deze verordening in het algemeen belang, aangezien ze op het niveau van de Unie voorziet in uniforme, openbare en voorspelbare informatie en resultaten over SEP’s ten behoeve van SEP-houders, toepassers en eindgebruikers. Doel is technologie te verspreiden tot wederzijds voordeel van de SEP-houders en -toepassers. De regels met betrekking tot de vaststelling van Frand zijn bovendien van tijdelijke aard – en dus beperkt – en bedoeld om de procedure te verbeteren en te stroomlijnen, maar ze zijn uiteindelijk niet bindend40. |
__________________ |
__________________ |
39 Arrest van het Hof van Justitie van 13 december 1979, Hauer/Land Rheinland-Pfalz, C-44/79, EU:C:1979:290, punt 32; arrest van het Hof van Justitie van 11 juli 1989, Hermann Schräder HS Kraftfutter GmbH & Co. KG/Hauptzollamt Gronau, C-256/87, EU:C:1999:332, punt 15, en arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1989, Hubert Wachauf/Bundesamt für Ernährung und Forstwirtschaft, C-5/88, ECLI:EU:C:1989:321, punten 17 en 18. |
39 Arrest van het Hof van Justitie van 13 december 1979, Hauer/Land Rheinland-Pfalz, C-44/79, EU:C:1979:290, punt 32; arrest van het Hof van Justitie van 11 juli 1989, Hermann Schräder HS Kraftfutter GmbH & Co. KG/Hauptzollamt Gronau, C-256/87, EU:C:1999:332, punt 15, en arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1989, Hubert Wachauf/Bundesamt für Ernährung und Forstwirtschaft, C-5/88, ECLI:EU:C:1989:321, punten 17 en 18. |
40 Bij de bemiddelingsprocedure moet van procedures voor alternatieve geschillenbeslechting worden gebruikgemaakt als voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een vordering voor de rechter, zoals uiteengezet in de arresten van het Hof van Justitie van de EU; gevoegde zaken C-317/08 tot en met C-320/08 Alassini e.a. van 18 maart 2010, en zaak C-75/16 Menini en Rampanelli/Banco Popolare Società Cooperativa van 14 juni 2017, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de verlening van SEP-licenties. |
40 Bij de bemiddelingsprocedure moet van procedures voor alternatieve geschillenbeslechting worden gebruikgemaakt als voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een vordering voor de rechter, zoals uiteengezet in de arresten van het Hof van Justitie van de EU; gevoegde zaken C-317/08 tot en met C-320/08 Alassini e.a. van 18 maart 2010, en zaak C-75/16 Menini en Rampanelli/Banco Popolare Società Cooperativa van 14 juni 2017, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de verlening van SEP-licenties. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Overweging 43
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(43) De vaststelling van Frand is ook consistent met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op toegang tot de rechter (artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie), aangezien de toepasser en de SEP-houder dat recht volledig behouden. De uitsluiting van het recht op effectieve handhaving is beperkt en noodzakelijk en beantwoordt aan doelstellingen van algemeen belang, als de registratie niet binnen de vastgestelde termijn gebeurt. Het Hof van Justitie van de EU heeft bevestigd41 dat een verplichte geschillenbeslechting als voorwaarde voor toegang tot een bevoegde rechter in de lidstaten verenigbaar wordt geacht met het beginsel van daadwerkelijke rechterlijke bescherming. Bij de vaststelling van Frand gelden de in de arresten van het Hof van Justitie van de EU uiteengezette voorwaarden voor verplichte geschillenbeslechting, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de verlening van SEP-licenties. |
(43) De vaststelling van Frand is ook consistent met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op toegang tot de rechter (artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie), aangezien de toepasser en de SEP-houder dat recht volledig behouden. De uitsluiting van het recht op effectieve handhaving is beperkt en noodzakelijk en beantwoordt aan doelstellingen van algemeen belang, als de registratie niet binnen de vastgestelde termijn gebeurt. Het Hof van Justitie van de EU heeft bevestigd41 dat een verplichte geschillenbeslechting als voorwaarde voor toegang tot een bevoegde rechter in de lidstaten verenigbaar wordt geacht met het beginsel van daadwerkelijke rechterlijke bescherming. Bij de vaststelling van Frand gelden de in de arresten van het Hof van Justitie van de EU uiteengezette voorwaarden voor verplichte geschillenbeslechting, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de verlening van SEP-licenties. De Frand-vaststellingsprocedure maakt het ook mogelijk een obligatie door de vermeende overtreder te deponeren als een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard, dat kan worden gevraagd om een ernstige beperking van de activiteiten van de vermeende overtreder te voorkomen en ervoor te zorgen dat de andere partij het overeenkomstige bedrag ontvangt in geval van een vordering tot schadevergoeding. Bovendien doet de Frand-vaststelling op geen enkele wijze afbreuk aan het vermogen van de SEP-houder om een vergoeding te ontvangen voor een inbreuk die zich heeft voorgedaan tijdens de Frand-vaststelling in een latere gerechtelijke procedure. |
__________________ |
__________________ |
41 Arrest van het Hof van Justitie van 18 maart 2010, Rosalba Alassini/Telecom Italia SpA (C-317/08), Filomena Califano/Wind SpA (C-318/08), Lucia Anna Giorgia Iacono/Telecom Italia SpA (C-319/08) en Multiservice Srl/Telecom Italia SpA (C-320/08), gevoegde zaken C-317/08, C-318/08, C-319/08 en C-320/08, EU:C:2010:146, en arrest van het Hof van Justitie van 14 juni 2017, Livio Menini en Maria Antonia Rampanelli/Banco Popolare – Società Cooperativa, C-75/16, EU:C:2017:457. |
41 Arrest van het Hof van Justitie van 18 maart 2010, Rosalba Alassini/Telecom Italia SpA (C-317/08), Filomena Califano/Wind SpA (C-318/08), Lucia Anna Giorgia Iacono/Telecom Italia SpA (C-319/08) en Multiservice Srl/Telecom Italia SpA (C-320/08), gevoegde zaken C-317/08, C-318/08, C-319/08 en C-320/08, EU:C:2010:146, en arrest van het Hof van Justitie van 14 juni 2017, Livio Menini en Maria Antonia Rampanelli/Banco Popolare – Società Cooperativa, C-75/16, EU:C:2017:457. |
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Overweging 44
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(44) Bij de vaststelling van de geaggregeerde royalty’s en de vaststellingen van Frand moeten de bemiddelaars vooral rekening houden met het acquis van de Unie en de arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot SEP’s, alsook met de richtsnoeren in het kader van deze verordening, de horizontale richtsnoeren42 en de mededeling van de Commissie uit 2017 inzake de EU benadering van essentiële octrooien43. De bemiddelaars moeten voorts rekening houden met elk deskundig advies over de geaggregeerde royalty of – bij gebrek daaraan – de partijen om informatie verzoeken, voordat zij hun definitieve voorstellen doen en richtsnoeren in het kader van deze verordening uitvaardigen. |
(44) Bij de vaststelling van de geaggregeerde royalty’s en de vaststellingen van Frand moeten de bemiddelaars vooral rekening houden met het acquis van de Unie en de arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot SEP’s, alsook met de richtsnoeren in het kader van deze verordening, de horizontale richtsnoeren42 en de mededeling van de Commissie uit 2017 inzake de EU benadering van essentiële octrooien43. Het panel van bemiddelaars moet voorts rekening houden met elk deskundig advies over de geaggregeerde royalty of – bij gebrek daaraan – de partijen om informatie verzoeken, voordat het zijn definitieve voorstellen doet en richtsnoeren in het kader van deze verordening uitvaardigt. |
__________________ |
__________________ |
42 Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (PB C 11 van 14.1.2011, blz. 1) (wordt momenteel geëvalueerd). |
42 Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (PB C 11 van 14.1.2011, blz. 1) (wordt momenteel geëvalueerd). |
43 Mededeling inzake de EU benadering van essentiële octrooien, COM(2017)712 final van 29.11.2017. |
43 Mededeling inzake de EU benadering van essentiële octrooien, COM(2017)712 final van 29.11.2017. |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Overweging 45
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen. |
Schrappen |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Overweging 45 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(45 bis) Teneinde mogelijke negatieve gevolgen te voorkomen die gevestigd zijn in de Unie en die zich bezighouden met en succesvol concurreren wat betreft het ontwikkelen van mondiale technologieën door middel van normalisatie, moet de Commissie de gevolgen evalueren die het systeem voor de essentialiteitscontrole, het systeem voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty en het Frand-vaststellingssysteem hebben op het concurrentievermogen van SEP-houders in de Unie op mondiaal niveau. Op basis van de resultaten van die evaluatie moet de Commissie, indien nodig, een wetgevingsvoorstel indienen om de systemen aan te passen. De rol van octrooigemeenschappen, waaronder die welke door SEP-toepassers worden opgezet, moet door de Commissie worden geëvalueerd om het effect daarvan te beoordelen wanneer deze verordening in werking is getreden, met name in verband met hun effect op de mededinging op de markt. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Overweging 46
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening zal de verlening van hun SEP-licenties wellicht vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening moet ook de verlening van hun SEP-licenties vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals minder administratieve rompslomp, lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen, zodat ze beter in staat zijn zich bezig te houden met SEP-aangelegenheden en met de ontwikkeling van normen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen en start-ups te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook start-up- en kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. In dit verband is het van belang ervoor te zorgen dat kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups gebruik kunnen maken van één centraal contactpunt dat wordt opgezet door het kenniscentrum, dat voor de kleine en middelgrote onderneming relevante licentiehouders en licentiegevers identificeert en hun gratis advies over SEP’s geeft. Daartoe moet het kenniscentrum een SEP Licensing Assistance Hub opzetten voor kmo’s en start-ups, die onder bepaalde voorwaarden ook bijstand kan verlenen met betrekking tot justitiële ondersteuning, zoals een pro-bono-vertegenwoordiger in rechte tijdens gerechtelijke procedures. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Overweging 46 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(46 bis) Kleine en middelgrote ondernemingen moeten voordelen kunnen genieten, die echter niet misbruikt mogen worden. In dit verband mogen entiteiten die zich toeleggen op de handhaving van octrooien, en die vaak een bedrijfsmodel hanteren op basis van het opkopen van octrooien en het handhaven van de bijbehorende rechten, om zo inkomsten te genereren in de vorm van licentievergoedingen, royalty’s en schadevergoedingen, niet kunnen profiteren van de vrijstellingen en de hulp van het kenniscentrum waarin deze verordening voorziet. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Overweging 46 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(46 ter) De ondersteuningsmechanismen, zoals intellectuele-eigendomsvouchers voor kmo’s, zijn doeltreffend gebleken om kmo’s te helpen bij het beschermen van hun intellectuele-eigendomsrechten. De geldigheidsduur van deze mechanismen moet worden verlengd tot na 2024. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Overweging 47
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens of met betrekking tot het vaststellen van de desbetreffende bestaande normen of om gebruiksgevallen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens of met betrekking tot het vaststellen van de desbetreffende bestaande normen of om toepassingen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
__________________ |
__________________ |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Overweging 48
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. De Commissie moet ook de normen of delen daarvan vaststellen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd en waarvoor SEP’s kunnen worden geregistreerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. Beoordelaars en bemiddelaars moeten een goede reputatie genieten en beschikken over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring om hun taken uit te voeren. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. De Commissie moet ook de normen of delen daarvan vaststellen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd en waarvoor SEP’s kunnen worden geregistreerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
__________________ |
__________________ |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze verordening is van toepassing op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden), en die niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom, |
2. Deze verordening is van toepassing op octrooien die van kracht zijn in een of meerdere lidstaten en die volgens een SEP-houder essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen na de inwerkingtreding van deze verordening, ongeacht of de SEP-houder al dan niet heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden). |
a) na de inwerkingtreding van deze verordening, met de in lid 3 bedoelde uitzonderingen; |
|
b) vóór de inwerkingtreding van deze verordening, overeenkomstig artikel 66. |
|
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De artikelen 17 en 18 en artikel 34, lid 1, zijn niet van toepassing op SEP’s voor zover ze worden toegepast voor door de Commissie overeenkomstig lid 4 vastgestelde gebruiksgevallen. |
3. De artikelen 17 en 18 en artikel 34, lid 1, zijn niet van toepassing wanneer er voldoende bewijs is dat onderhandelingen over de verlening SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiënties die van invloed zijn op de werking van de interne markt wat betreft specifieke toepassingen van bepaalde normen of delen daarvan. Dergelijke toepassingen, normen en delen daarvan worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 65 ter. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als er voldoende bewijs is dat, met betrekking tot vastgestelde gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan, onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiëntie die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden, stelt de Commissie, na een passend raadplegingsproces, door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67, een lijst op van dergelijke gebruiksgevallen, normen of delen daarvan voor de toepassing van lid 3. |
4. Onverminderd lid 2 is deze verordening ook van toepassing op octrooien die van kracht zijn in een of meer lidstaten en die volgens een SEP-houder essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen voor de inwerkingtreding van deze verordening, indien de werking van de interne markt ernstig wordt verstoord als gevolg van ernstige problemen of inefficiënties bij het verlenen van licenties voor SEP’s voor bepaalde implementaties, normen en delen daarvan. Dergelijke toepassingen, normen en delen daarvan worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 65 quater. |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Deze verordening is van toepassing op houders van SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
5. Deze verordening is niet van toepassing op SEP’s die onderworpen zijn aan een beleid inzake intellectuele eigendom dat vrij is van royalty’s, behalve wanneer dergelijke SEP’s deel uitmaken van een portefeuille van octrooilicenties voor royalty’s. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat essentieel is voor een norm; |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat volgens een SEP-houder essentieel is voor een norm; |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3) “norm”: een door een organisatie voor de ontwikkeling van normen vastgestelde technische specificatie voor herhaalde of voortdurende toepassing, waarvan de naleving niet verplicht is; |
3) “norm”: een door een organisatie voor de ontwikkeling van normen vastgestelde technische specificatie voor herhaalde of voortdurende toepassing; |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis) “toepassing”: een specifiek scenario waarin een bepaalde genormaliseerde technologie of methode wordt toegepast om een bepaald doel of een bepaalde functie van een product, proces, dienst of systeem te vervullen, ongeacht het niveau in de waardeketen; |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6) “SEP-houder”: een eigenaar van een SEP of een persoon met een exclusieve licentie voor een SEP in een van meer lidstaten; |
6) “SEP-houder”: een eigenaar van een SEP of een persoon met een exclusieve licentie voor een SEP in een of meer lidstaten; |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem; |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem op de markt van de Unie; |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10) “geaggregeerde royalty”: het maximale bedrag aan royalty voor alle octrooien die essentieel zijn voor een norm; |
10) “geaggregeerde royalty”: het totale bedrag dat is of moet worden betaald om alle octrooien die essentieel zijn voor een norm in licentie te geven; |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis) “vrij van royalty”: beschikbaar zonder betaling van een royalty of zonder overeenkomst tot enige andere, al dan niet monetaire, tegenprestatie; |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11) “octrooigemeenschap”: een bij een overeenkomst tussen twee of meer SEP-houders gecreëerde entiteit om een of meer van hun octrooien in licentie te geven aan elkaar of aan derden; |
11) “octrooigemeenschap”: een bij een overeenkomst tussen twee of meer SEP-houders gecreëerde entiteit, of een consortium waarin meerdere SEP-houders overeenkomen om een of meer van hun SEP’s in licentie te geven aan elkaar of aan derden; |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
13) “conclusieschema”: een presentatie van de overeenstemming tussen de elementen (kenmerken) van één octrooiconclusie en ten minste één voorschrift van een norm of aanbeveling van een norm; |
13) “conclusieschema”: een document waaruit de overeenstemming blijkt tussen de elementen (kenmerken) van één octrooiconclusie en ten minste één voorschrift van een norm of aanbeveling van een norm; |
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
16) “octrooifamilie”: een verzameling octrooidocumenten die betrekking op dezelfde uitvinding hebben en waarvan de leden dezelfde prioriteiten hebben; |
16) “octrooifamilie”: een verzameling octrooiaanvragen die alle ten minste één prioriteit gemeen hebben, met inbegrip van de prioritaire documenten zelf; |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 17 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
17 bis) “bemiddelaar”: een persoon die is aangesteld om tussen partijen te bemiddelen bij het vaststellen van een geaggregeerde royalty overeenkomstig artikel 17, om deel te nemen aan een panel dat overeenkomstig artikel 18 een advies over een geaggregeerde royalty levert en om deel te nemen aan de vaststelling van Frand overeenkomstig titel VI, die onafhankelijk en onpartijdig is en geen direct of indirect belangenconflict heeft; |
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 17 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
17 ter) “beoordelaar”: een persoon die is aangesteld om essentialiteitscontroles uit te voeren in overeenstemming met titel V, die onafhankelijk en onpartijdig is en geen direct of indirect belangenconflict heeft; |
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 17 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
17 quater) “collegiale toetser”: een persoon die is aangesteld om een collegiale toetsing uit te voeren, die onafhankelijk en onpartijdig is en geen direct of indirect belangenconflict heeft; |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 18 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
18 bis) “niet-praktiserende entiteit”: een entiteit die haar inkomsten hoofdzakelijk haalt uit de handhaving of het in licentie geven van octrooien, met inbegrip van eventuele schadevergoedingen of geldbedragen die uit de handhaving van dergelijke octrooien voortvloeien, en die zich niet bezighoudt met de productie, vervaardiging, verkoop of distributie van producten of diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van de geoctrooieerde uitvindingen of met het onderzoek naar en de ontwikkeling van dergelijke uitvindingen, die geen onderwijs- of onderzoeksinstelling of organisatie voor technologieoverdracht is die de commercialisering van door hen gegenereerde technologische innovaties vergemakkelijkt, en die geen individuele uitvinder is die octrooien laat handhaven die oorspronkelijk aan die uitvinder zijn verleend of octrooien die betrekking hebben op technologieën die oorspronkelijk door die uitvinder zijn ontwikkeld. |
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een elektronisch register en een elektronische databank voor SEP’s opzetten en onderhouden; |
a) een elektronisch register en een elektronische databank voor SEP’s opzetten en onderhouden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5; |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) lijsten van beoordelaars en bemiddelaars opstellen en beheren; |
b) lijsten van beoordelaars en bemiddelaars opstellen en beheren, overeenkomstig artikel 27; |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een systeem voor de beoordeling van de essentialiteit van SEP’s opzetten en beheren; |
c) een systeem voor de beoordeling van de essentialiteit van SEP’s opzetten en beheren, overeenkomstig de artikelen 28 tot en met 33; |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de procedure voor de vaststelling van Frand opzetten en beheren; |
d) de procedure voor de vaststelling van Frand opzetten en beheren, overeenkomstig de artikelen 34 tot en met 58; |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) een procedure voor de vaststelling van geaggregeerde royalty beheren; |
f) een procedure beheren ter vergemakkelijking van overeenkomsten over en de vaststelling van een geaggregeerde royalty, overeenkomstig de artikelen 17 en 18; |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt g – i
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
i) de resultaten en de met redenen omklede adviezen van de essentialiteitscontroles en de niet-vertrouwelijke verslagen van de vaststellingen van Frand te publiceren; |
i) de resultaten en de met redenen omklede adviezen van de essentialiteitscontroles en de niet-vertrouwelijke adviezen van de vaststellingen van Frand te publiceren, overeenkomstig artikel 33, lid 1, en artikel 57, lid 3; |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt g – ii
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
ii) de toegang tot jurisprudentie (met inbegrip van alternatieve geschillenbeslechting) over SEP’s mogelijk te maken, ook uit rechtsgebieden van derde landen; |
ii) de toegang tot jurisprudentie (met inbegrip van alternatieve geschillenbeslechting) over SEP’s mogelijk te maken, ook uit rechtsgebieden van derde landen, overeenkomstig artikel 13, lid 3; |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt g – iii
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
iii) niet-vertrouwelijke informatie over methoden ter vaststelling van Frand en Frand-royalty’s te verzamelen; |
iii) niet-vertrouwelijke informatie over methoden ter vaststelling van Frand en Frand-royalty’s te verzamelen, overeenkomstig artikel 13, leden 4 en 5; |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt g – iv
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
iv) de toegang tot SEP-gerelateerde regels van derde landen mogelijk te maken; |
iv) de toegang tot SEP-gerelateerde regels van derde landen mogelijk te maken, overeenkomstig artikel 12; |
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) voor opleiding, steun en algemeen advies over SEP’s zorgen ten behoeve van kmo’s; |
h) een SEP Licensing Assistance Hub voor kmo’s en start-ups opzetten en onderhouden en voor opleiding, steun en algemeen advies over SEP’s zorgen ten behoeve van kmo’s en start-ups, overeenkomstig artikel 61; |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) informatie verstrekken over de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van de verlening van SEP-licenties in de waardeketen. |
j) een werkgroep opzetten voor de voorwaarden voor de verlening van de SEP-licenties in de waardeketen en informatie verstrekken over de verlening van SEP-licenties. |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Er wordt een Unieregister voor SEP’s (“het register”) opgezet. |
1. Er wordt een Unieregister voor SEP’s (“het register”) opgezet en onderhouden in een elektronisch formaat door het kenniscentrum. |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het register wordt in elektronisch formaat onderhouden door het kenniscentrum. |
Schrappen |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de identificatie van geregistreerde SEP’s, met inbegrip van het land van registratie en het octrooinummer; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) de versie van de norm, de technische specificatie en de specifieke delen van de technische specificatie waarvoor het octrooi als essentieel wordt beschouwd; |
c) de versie van de norm, de technische specificatie en de delen van de technische specificatie waarvoor het octrooi als essentieel wordt beschouwd; |
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) als de SEP-houder deel uitmaakt van een groep ondernemingen, de naam, het adres en de contactgegevens van de moederonderneming; |
f) als de SEP-houder een filiaal of dochteronderneming is of deel uitmaakt van een of meer andere ondernemingen, de naam, het adres en de contactgegevens van de moederonderneming; |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) het bestaan van openbare standaardvoorwaarden, met inbegrip van het beleid inzake royalty’s en kortingen van de SEP-houder; |
h) het bestaan van openbaar toegankelijke standaardvoorwaarden, met inbegrip van het beleid inzake royalty’s, royaltyvrije licenties en kortingen van de SEP-houder; |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt i
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
i) het bestaan van openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s; |
i) het bestaan van openbaar beschikbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s en start-ups; |
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) de beschikbaarheid voor licentieverlening via octrooigemeenschappen, indien van toepassing; |
j) de beschikbaarheid voor licentieverlening via octrooigemeenschappen en de naam van de respectieve octrooigemeenschap, indien van toepassing; |
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) informatie over de vraag of er een essentialiteitscontrole of collegiale toetsing is uitgevoerd, met een verwijzing naar het resultaat; |
c) informatie over de vraag of er een essentialiteitscontrole of collegiale toetsing is uitgevoerd, tenzij dit niet mogelijk was als gevolg van contractuele beperkingen die de partijen zijn overeengekomen, alsmede een verwijzing naar het resultaat van de essentialiteitscontrole; |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) informatie over de vraag of het SEP is verlopen of ongeldig is verklaard door een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat; |
d) informatie over de vraag of het SEP is verlopen, ongeldig is verklaard of onuitvoerbaar wordt geacht door een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat; |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – alinea 4 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de datum van bekendmaking van informatie overeenkomstig artikel 19, lid 1, in samenhang met artikel 14, lid 7, artikel 15, lid 4, en artikel 18, lid 11; |
f) de datum van bekendmaking van informatie overeenkomstig artikel 19, lid 1; |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Alvorens hun octrooien te registreren, kunnen SEP-houders hun SEP’s vrijwillig onderwerpen aan een essentialiteitscontrole door het kenniscentrum. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum zorgt voor het opzetten en onderhouden van een elektronische databank voor SEP’s. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) openbare standaardvoorwaarden, met inbegrip van het beleid inzake royalty’s en kortingen van de SEP-houder overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt b), indien beschikbaar; |
b) openbaar beschikbare standaardvoorwaarden, met inbegrip van het beleid inzake royalty’s, royaltyvrije licenties en kortingen van de SEP-houder overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt b), indien beschikbaar; |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s overeenkomstig artikel 62, lid 1, indien beschikbaar; |
c) openbaar beschikbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s en start-ups overeenkomstig artikel 62, lid 1, met inbegrip van royaltyvrije toegang, indien beschikbaar; |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt b); |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen en, indien beschikbaar, marktgegevens, overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt a); |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor toegang tot de in lid 2, punten f), h), i), j) en k), bedoelde informatie kan een vergoeding worden gevraagd. |
3. De toegang tot de in lid 2, punten f), h), i), j) en k), bedoelde informatie is beschikbaar voor elke derde partij die zich bij het kenniscentrum laat registreren, en kan aan een redelijke vergoeding worden onderworpen, zoals bepaald in artikel 63. |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Overheidsinstanties, met inbegrip van rechters, hebben echter kosteloos volledige toegang tot de in lid 2 bedoelde informatie in de databank, mits ze bij het kenniscentrum geregistreerd zijn. |
4. Overheidsinstanties, met inbegrip van rechters, hebben echter kosteloos volledige toegang tot de in lid 2 bedoelde informatie in de databank, mits ze bij het kenniscentrum geregistreerd zijn. Academische instellingen kunnen eveneens gratis om toegang tot de informatie verzoeken, maar uitsluitend voor academische doeleinden. |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij een motivering van die vertrouwelijkheid en een niet-vertrouwelijke versie, indien dat redelijkerwijs mogelijk is, van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Op verzoek geeft het kenniscentrum registratiebewijzen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van de gegevens en documenten in het register of de databank af. Voor de registratiebewijzen en de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften kan een vergoeding worden gevraagd. |
5. Op verzoek geeft het kenniscentrum registratiebewijzen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van de gegevens en documenten in het register of de databank af. Voor de registratiebewijzen en de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften kan een redelijke vergoeding worden gevraagd. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) informatie over de producten, processen, diensten of systemen waarin het onderwerp van het SEP kan worden opgenomen of waarop het bestemd is te worden toegepast, voor alle bestaande of potentiële toepassingen van een norm, voor zover die informatie de SEP-houder bekend is. |
a) informatie over de producten, processen, diensten of systemen waarin het onderwerp van het SEP kan worden opgenomen of waarop het bestemd is te worden toegepast, voor alle bestaande of potentiële toepassingen van een norm, en, indien beschikbaar, marktgegevens, voor zover die informatie de SEP-houder bekend is. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) indien beschikbaar, zijn standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van zijn beleid inzake royalty’s en kortingen, uiterlijk zeven maanden na de opening van de registratie voor de betreffende norm en de toepassing door het kenniscentrum. |
b) indien beschikbaar, zijn standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van zijn beleid inzake royalty’s, royaltyvrijheid en kortingen, uiterlijk zeven maanden na de opening van de registratie voor de betreffende norm en de toepassing door het kenniscentrum. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Informatie met betrekking tot essentialiteit |
Informatie over essentialiteit |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat over de essentialiteit van een geregistreerd SEP uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van die beslissing; |
a) een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat over de essentialiteit van een geregistreerd SEP uiterlijk twee maanden nadat de beslissing definitief is geworden; |
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) elke essentialiteitscontrole vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van een gemeenschap, waarbij het SEP-registratienummer, de identiteit en de beheerder van de octrooigemeenschap en de beoordelaar worden vermeld. |
b) elke andere essentialiteitscontrole door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van, bijvoorbeeld, een octrooigemeenschap, waarbij het SEP-registratienummer, de identiteit en de beheerder van de octrooigemeenschap en de beoordelaar worden vermeld. |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Octrooigemeenschappen publiceren ten minste de volgende informatie op hun website en stellen het kenniscentrum daarvan in kennis: |
1. Octrooigemeenschappen publiceren ten minste de volgende nauwkeurige en geactualiseerde informatie op hun website en stellen het kenniscentrum daarvan in kennis: |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt g
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) de lijst van producten, diensten en processen die via de octrooigemeenschap of de entiteit in licentie kunnen worden gegeven; |
g) de lijst van producten, diensten en processen die via de octrooigemeenschap in licentie kunnen worden gegeven; |
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) het beleid inzake royalty’s en kortingen per productcategorie; |
h) het beleid inzake royalty’s, royaltyvrijheid en kortingen per toepassing, met inbegrip van informatie over de berekening van royalty’s voor elke SEP-houder in de gemeenschap afzonderlijk, alsook het geaggregeerde royaltytarief, voor zover van toepassing; |
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt i
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
i) de standaardlicentieovereenkomst per productcategorie; |
i) de standaardlicentieovereenkomst per toepassing; |
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt j
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
j) de lijst van licentiegevers in elke productcategorie; |
j) de lijst van licentiegevers van elke toepassing; |
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt k
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
k) de lijst van licentienemers voor elke productcategorie. |
k) de lijst van licentiegevers van elke toepassing. |
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het kenniscentrum verifieert de informatie die overeenkomstig lid 1 door octrooigemeenschappen wordt ingediend, op gezette tijden en ten minste eenmaal per jaar, op basis van een daartoe ontwikkelde methodologie, en zorgt ervoor dat het verificatieproces grondig, transparant en consistent is. Deze methodologie wordt met het oog op de transparantie ter beschikking gesteld van octrooigemeenschappen en andere belanghebbenden. |
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Het kenniscentrum stelt een verslag op waarin de resultaten van de verificatie worden beschreven, onder meer met betrekking tot de naleving van lid 1 door octrooigemeenschappen, eventuele geconstateerde discrepanties of ontbrekende informatie en de genomen of aanbevolen corrigerende maatregelen. Dat verslag wordt binnen een maand na afloop van elke verificatiecyclus bij de Commissie ingediend. |
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde rechters in de lidstaten stellen het kenniscentrum uiterlijk zes maanden na de vaststelling van een uitspraak betreffende SEP’s in kennis van: |
1. De bevoegde rechters in de lidstaten stellen het kenniscentrum uiterlijk twee maanden nadat het besluit betreffende SEP’s definitief is geworden in kennis van: |
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) inbreukprocedures; |
b) inbreuken; |
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Personen die betrokken zijn bij procedures voor alternatieve geschillenbeslechting met betrekking tot SEP’s die in een lidstaat van kracht zijn, stellen het kenniscentrum uiterlijk zes maanden na de beëindiging van de procedure in kennis van de betrokken normen en toepassingen, de voor de berekening van Frand-voorwaarden gebruikte methode, informatie over de naam van de partijen en over de vastgestelde specifieke licentietarieven. |
1. Personen die betrokken zijn bij procedures voor alternatieve geschillenbeslechting met betrekking tot SEP’s die in een lidstaat van kracht zijn, stellen het kenniscentrum uiterlijk vier maanden na de beëindiging van de procedure in kennis van de betrokken normen en toepassingen, de voor de berekening van Frand-voorwaarden gebruikte methode, informatie over de naam van de partijen en over de vastgestelde specifieke licentietarieven. |
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum verzamelt en publiceert in de databank informatie over alle regels met betrekking tot SEP’s in derde landen. |
1. Het kenniscentrum verzamelt, verifieert en publiceert onverwijld informatie over alle regels met betrekking tot SEP’s in derde landen in de databank. Het kenniscentrum kan ook informatie verzamelen over de naleving van deze verordening in derde landen, en kan toezicht houden op de gevolgen voor toepassers. |
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Iedereen kan het kenniscentrum dergelijke informatie en informatie over updates, correcties en openbare raadplegingen verstrekken. Het kenniscentrum publiceert die informatie in de databank. |
2. Iedereen kan het kenniscentrum dergelijke informatie en informatie over updates, correcties en openbare raadplegingen verstrekken. Na het verifiëren van de nauwkeurigheid ervan, publiceert het kenniscentrum die informatie in de databank. |
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Om de doeltreffende uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, kan het kenniscentrum samenwerken, in contact treden en informatie uitwisselen met, onder meer, autoriteiten van derde landen en internationale organisaties die zich met SEP’s bezighouden, met name wat betreft de informatie over SEP-gerelateerde regels in derde landen of het voorkómen van parallelle procedures. |
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum slaat in de databank alle door belanghebbenden verstrekte gegevens op, evenals de adviezen en verslagen van beoordelaars en bemiddelaars. |
1. Het kenniscentrum slaat in de databank alle door belanghebbenden verstrekte gegevens op, evenals de gemotiveerde adviezen en verslagen van beoordelaars en bemiddelaars. |
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – punt c bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het beschikbaar stellen van SEP’s, normen en toepassingen aan belangstellenden, met gebruikmaking van gemakkelijk toegankelijke zoekinstrumenten die begrijpelijke zoekresultaten opleveren; |
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – punt d bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) beoordelingen van SEP-licentieverleningspraktijken en hun invloed op de interne markt, innovatie en toegang tot genormaliseerde technologie te vergemakkelijken. |
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Houders van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd octrooi dat essentieel is voor een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, stellen het kenniscentrum, waar mogelijk via de organisatie voor de ontwikkeling van normen of een gezamenlijke kennisgeving, in kennis van de volgende informatie: |
1. Houders van een in een of meer lidstaten van kracht zijnde octrooien die essentieel worden geacht voor een norm waarvoor al dan niet Frand-verbintenissen zijn aangegaan, stellen het kenniscentrum, waar mogelijk via de organisatie voor de ontwikkeling van normen of een gezamenlijke kennisgeving, in kennis van de volgende informatie: |
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien de kennisgeving uit hoofde van lid 1 uitblijft, stelt elke houder van een SEP dat in een of meer lidstaten van kracht is, het kenniscentrum uiterlijk 90 dagen na de publicatie van de meest recente technische specificatie individueel in kennis van de in lid 1 bedoelde informatie. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het kenniscentrum stelt ook de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen in kennis van de publicatie. Bij een kennisgeving uit hoofde van de leden 3 en 4 stelt het, indien mogelijk, ook bekende SEP-houders individueel in kennis of verzoekt het de organisatie voor de ontwikkeling van normen om bevestiging dat ze de SEP-houders op gepaste wijze in kennis heeft gesteld. |
5. Het kenniscentrum stelt ook de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen in kennis van de kennisgeving. Bij een kennisgeving uit hoofde van de leden 3 en 4 stelt het, indien mogelijk, ook bekende SEP-houders individueel in kennis of verzoekt het de organisatie voor de ontwikkeling van normen om bevestiging dat ze de SEP-houders op gepaste wijze in kennis heeft gesteld. |
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Het kenniscentrum publiceert de kennisgevingen uit hoofde van de leden 1, 3 en 4 op de website van het EUIPO voor opmerkingen van belanghebbenden. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen tot uiterlijk 30 dagen na de publicatie van de lijst bij het kenniscentrum indienen. |
6. Het kenniscentrum publiceert de kennisgevingen uit hoofde van de leden 1, 3, 4 en 4 bis op de website van het EUIPO voor opmerkingen van belanghebbenden. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen tot uiterlijk 30 dagen na de publicatie van de lijst bij het kenniscentrum indienen. |
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, kunnen het kenniscentrum gezamenlijk in kennis stellen van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot een norm. |
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten en waarvoor al dan niet Frand-verbintenissen zijn aangegaan, kunnen het kenniscentrum gezamenlijk in kennis stellen van de geaggregeerde royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm. |
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Procedure om overeenkomsten over de vaststellingen van geaggregeerde royalty te vergemakkelijken |
Procedure om overeenkomsten tussen SEP-houders over geaggregeerde royalty te vergemakkelijken |
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 3 – punt e
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) het geraamde percentage van alle potentiële voor de norm geclaimde SEP’s dat zij individueel en collectief bezitten. |
e) het geraamde percentage van alle voor de norm geclaimde SEP’s dat zij individueel en collectief bezitten. |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum stelt de in lid 3, punt d), bedoelde SEP-houders in kennis en verzoekt hen hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken en hun geraamde percentage van alle SEP’s voor de norm mee te delen. |
4. Het kenniscentrum publiceert het verzoek en nodigt de andere SEP-houders uit om hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken en hun geraamde percentage van alle SEP’s voor de norm mee te delen. |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Als de SEP-houders uiterlijk zes maanden na de aanwijzing van de bemiddelaar geen gezamenlijke kennisgeving doen, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
7. Als de SEP-houders uiterlijk zes maanden na de aanwijzing van de bemiddelaar niet tot een akkoord komen over een gezamenlijke indiening van een kennisgeving van een geaggregeerde royalty, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Als de bijdragers overeenstemming bereiken over een gezamenlijke kennisgeving, is de procedure van artikel 15, leden 1, 2 en 4, van toepassing. |
8. Als de SEP-houders overeenstemming bereiken over een gezamenlijke kennisgeving, is de procedure van artikel 15, leden 1, 2 en 4, van toepassing. |
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een SEP-houder of een toepasser kan het kenniscentrum verzoeken om een niet-bindend deskundig advies over een wereldwijde geaggregeerde royalty. |
1. Een SEP-houder of een toepasser kan het kenniscentrum verzoeken om een niet-bindend deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Een toepasser kan hier om verzoeken, ook indien de SEP-houders reeds overeenstemming hebben bereikt, onder meer aan de hand van de in de artikelen 15 tot 17 omschreven procedure. |
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum stelt de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen en alle bekende belanghebbenden in kennis van het verzoek. Het publiceert het verzoek op de website van het EUIPO en verzoekt de belanghebbenden om uiterlijk 30 dagen na de dag van publicatie van het verzoek hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken. |
4. Het kenniscentrum stelt de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen en alle relevante belanghebbenden in kennis van het verzoek. Het publiceert het verzoek op de website van het EUIPO en verzoekt de belanghebbenden om uiterlijk 30 dagen na de dag van publicatie van het verzoek hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken. |
Amendement 137
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Elke belanghebbende kan om deelname aan de procedure verzoeken nadat hij/zij de reden van zijn belangstelling heeft toegelicht. De SEP-houders delen mee welk percentage van alle SEP’s voor een norm hun SEP’s naar schatting vertegenwoordigen. De toepassers verstrekken informatie over alle relevante toepassingen van de norm, met inbegrip van het relevante marktaandeel in de Unie. |
5. Elke belanghebbende kan om deelname aan de procedure verzoeken nadat hij/zij de reden van zijn belangstelling heeft toegelicht. De SEP-houders delen mee welk percentage van alle SEP’s voor een norm hun SEP’s naar schatting vertegenwoordigen. De toepassers en andere belanghebbenden verstrekken informatie over alle relevante bestaande en mogelijke toepassingen van de norm, met inbegrip van het relevante marktaandeel in de Unie. |
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Als SEP-houders die collectief ten minste een geraamde 20 % van alle SEP’s voor de norm vertegenwoordigen, en toepassers met collectief een relevant marktaandeel in de Unie van ten minste 10 % of ten minste tien kmo’s, om deelname verzoeken, wijst het kenniscentrum een panel van drie bemiddelaars uit de lijst van bemiddelaars aan met de passende achtergrond op het betreffende technologische gebied. |
6. Als SEP-houders die collectief ten minste een geraamde 20 % van alle SEP’s voor de norm vertegenwoordigen, of toepassers met collectief een relevant marktaandeel in de Unie van ten minste 10 % of ten minste tien kmo’s of start-ups, om deelname verzoeken, wijst het kenniscentrum een panel van drie bemiddelaars uit de lijst van bemiddelaars aan die beschikken over passende ervaring op het betreffende technologische gebied. |
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Na de aanwijzing verzoekt het panel de deelnemende SEP-houders om binnen één maand: |
8. Binnen een maand na de aanwijzing verzoekt het panel de deelnemende SEP-houders om: |
Amendement 140
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een rechtvaardiging voor te leggen voor de onmogelijkheid om een geaggregeerde royalty voor te stellen wegens technologische, economische of andere redenen. |
b) een rechtvaardiging voor te leggen voor de onmogelijkheid om een geaggregeerde royalty voor te stellen wegens technologische, economische of andere redenen en |
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – punt b bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) bewijsmateriaal of opmerkingen te verstrekken om het panel bij te staan bij de vaststelling van geaggregeerde royalty. |
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 18 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. Het panel stelt de deelnemers in staat antwoorden in te dienen op de in lid 8 bedoelde stukken, alsmede reacties op die antwoorden. |
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 9 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Het panel neemt de in lid 8 bedoelde stukken op gepaste wijze in overweging en besluit: |
9. Het panel neemt de in de leden 8 en 8 bis bedoelde stukken en antwoorden op gepaste wijze in overweging en besluit: |
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 9 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
de procedure voor het deskundig advies over geaggregeerde royalty op te schorten voor een initiële periode van niet meer dan zes maanden, die kan worden verlengd op basis van een naar behoren gemotiveerd verzoek van een van de deelnemende SEP-houders, of |
a) een opschorting voor de procedure te verlenen voor een initiële periode van niet meer dan zes maanden, die kan worden verlengd met een periode van drie maanden op basis van een naar behoren gemotiveerd verzoek van een van de deelnemende SEP-houders, of |
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. Het panel brengt het deskundig advies uit uiterlijk acht maanden na het einde van de in lid 8, punt a), bedoelde opschortingsperiode of na het in lid 8, punt b), bedoelde besluit. Het advies wordt gesteund door ten minste twee van de drie bemiddelaars. |
10. Het panel brengt het deskundig advies uit uiterlijk acht maanden na het einde van de in lid 9, punt a), bedoelde opschortingsperiode of na het in lid 9, punt b), bedoelde besluit. Het advies wordt gesteund door ten minste twee van de drie bemiddelaars. |
Amendement 146
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. Het deskundig advies bevat een samenvatting van de in het verzoek verstrekte informatie, de in artikel 15, lid 2, bedoelde informatie, de namen van de bemiddelaars, de procedure, de redenen voor het advies over de geaggregeerde royalty en de onderliggende methodologie. De redenen voor eventuele afwijkende standpunten worden gespecificeerd in een bijlage bij het deskundig advies. |
11. Het deskundig advies bevat een samenvatting van de in het verzoek verstrekte informatie, de in artikel 15, lid 2, bedoelde informatie, de namen van de bemiddelaars, de procedure, het aanbevolen geaggregeerde royaltytarief, de redenen voor het advies over de geaggregeerde royalty en de onderliggende methodologie. Eventuele afwijkende standpunten en de redenen die daaraan ten grondslag liggen, worden gespecificeerd in een bijlage bij het deskundig advies. |
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum registreert een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de vroegste van de volgende gebeurtenissen: |
1. Het kenniscentrum registreert een norm of een deel daarvan waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de vroegste van de volgende gebeurtenissen: |
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Een SEP-houder updatet de informatie in het register en de databank bij relevante wijzigingen met betrekking tot zijn geregistreerde SEP door het kenniscentrum uiterlijk zes maanden na de wijziging hiervan in kennis te stellen. |
5. Een SEP-houder updatet de informatie in het register, met uitzondering van de overeenkomstig artikel 4, lid 3, punt c), verstrekte informatie, en de databank bij relevante wijzigingen met betrekking tot zijn geregistreerde SEP door het kenniscentrum uiterlijk zes maanden na de wijziging hiervan in kennis te stellen. |
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Het registratieverzoek wordt pas aanvaard nadat de SEP-houder de registratievergoeding heeft betaald. De Commissie stelt de registratievergoeding vast in de op basis van artikel 63, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling. De registratievergoeding omvat – voor middelgrote en grote ondernemingen – de verwachte kosten en vergoedingen van de essentialiteitscontrole voor overeenkomstig artikel 29, lid 1, geselecteerde SEP’s. |
6. Het registratieverzoek wordt pas aanvaard nadat de SEP-houder de registratievergoeding heeft betaald. De Commissie stelt de registratievergoeding vast in de op basis van artikel 63, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling. De registratievergoeding omvat – voor middelgrote en grote ondernemingen – de verwachte kosten overeenkomstig artikel 29, lid 1. |
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Jaarlijks wordt een steekproef van SEP-registraties gecontroleerd op volledigheid en juistheid. |
1. Jaarlijks controleert het EUIPO een steekproef van SEP-registraties om de volledigheid en juistheid ervan te verifiëren. |
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de registratie de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie niet bevat of onvolledige of onjuiste informatie bevat, verzoekt het kenniscentrum de SEP-houder binnen de termijn van ten minste twee maanden de volledige en nauwkeurige informatie te verstrekken. |
3. Als de registratie de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie niet bevat of onvolledige of onjuiste informatie bevat, verzoekt het kenniscentrum de SEP-houder binnen de termijn van ten minste drie maanden de volledige en nauwkeurige informatie te verstrekken. |
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als de SEP-houder nalaat de juiste en volledige informatie te verstrekken, wordt de registratie in het register opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
4. Als de SEP-houder nalaat de juiste en volledige informatie te verstrekken, stelt het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis dat hij de juiste en volledige informatie niet heeft verstrekt en dat, na een respijtperiode van één maand waarin de SEP-houder de vereiste informatie nog kon verstrekken, zijn registratie in het register wordt opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
Amendement 153
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis van het verzoek en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste twee maanden. |
3. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis van het overeenkomstig lid 2 ingediende verzoek en verzoekt de SEP-houder te verzoeken om een correctie van de vermelding in het register of de informatie in de databank, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste drie maanden. |
Amendement 154
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 4 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste twee maanden, wanneer het kenniscentrum door een bevoegde rechter in een lidstaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, of door een octrooibureau of door een derde partij wordt geïnformeerd over: |
4. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis en verzoekt de SEP-houder te verzoeken om een correctie van de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste drie maanden, wanneer het kenniscentrum door een bevoegde rechter in een lidstaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, of door een octrooibureau of door een derde partij wordt geïnformeerd over: |
Amendement 155
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Als de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank niet binnen de vastgestelde termijn corrigeert, wordt de registratie in het register opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
5. Als de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank niet binnen de vastgestelde termijn corrigeert, stelt het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis dat hij heeft nagelaten de correcte en complete informatie te leveren en dat, na een respijtperiode van één maand waarin de SEP-houder de vereiste informatie nog kon verstrekken, de registratie in het register wordt opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
Amendement 156
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Het kenniscentrum kan taal- of transcriptiefouten en manifeste vergissingen of technische fouten die aan het kenniscentrum toe te schrijven zijn, uit eigen beweging in het register en in de databank corrigeren. |
8. Het kenniscentrum corrigeert taal- of transcriptiefouten en manifeste vergissingen of technische fouten die aan het kenniscentrum toe te schrijven zijn, uit eigen beweging in het register en in de databank. |
Amendement 157
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een SEP dat niet binnen de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn is geregistreerd, kan niet worden gehandhaafd met betrekking tot de toepassing van de norm waarvoor registratie vereist is bij een bevoegde rechter in een lidstaat, vanaf de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn tot de registratie ervan in het register. |
Schrappen |
Amendement 158
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een SEP-houder die zijn SEP’s niet binnen de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn heeft geregistreerd, heeft geen recht op royalty’s of een schadevergoeding wegens inbreuk op die SEP’s met betrekking tot de toepassing van de norm waarvoor registratie vereist is, vanaf de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn tot de registratie in het register. |
2. Een SEP-houder die zijn SEP’s niet binnen de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn heeft geregistreerd, heeft niet het recht vorderingen in te stellen voor inbreuken op die SEP’s met betrekking tot de toepassing van de norm waarvoor registratie vereist is, vanaf de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn tot de registratie in het register. |
Amendement 159
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De leden 1 en 2 doen geen afbreuk aan bepalingen in overeenkomsten waarbij een royalty voor een brede portefeuille van octrooien, huidige of toekomstige, wordt vastgesteld, en waarin wordt bepaald dat de ongeldigheid, de niet-essentialiteit of de onafdwingbaarheid van een beperkt aantal octrooien geen invloed heeft op het totale bedrag en de afdwingbaarheid van de royalty of andere voorwaarden van de overeenkomst. |
3. Lid 1 doet geen afbreuk aan bepalingen in overeenkomsten tot vaststelling van een royalty voor octrooien die essentieel verklaard zijn voor een norm die werden afgesloten en toegepast vóór de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de registratie van een SEP wordt opgeschort, zijn de leden 1 en 2 ook van toepassing gedurende de opschortingsperiode overeenkomstig artikel 22, lid 4, of artikel 23, lid 5, behalve wanneer de kamers van beroep het kenniscentrum verzoeken zijn conclusies te corrigeren overeenkomstig artikel 22, lid 5, en artikel 23, lid 6. |
4. Wanneer de registratie van een SEP wordt opgeschort, is lid 1 ook van toepassing gedurende de opschortingsperiode overeenkomstig artikel 22, lid 4, of artikel 23, lid 5, behalve wanneer de kamers van beroep het kenniscentrum verzoeken zijn conclusies te corrigeren overeenkomstig artikel 22, lid 5, en artikel 23, lid 6. |
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
Amendement 162
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de vereisten voor beoordelaars of bemiddelaars, met inbegrip van een gedragscode; |
a) de vereisten voor beoordelaars of bemiddelaars, met inbegrip van een gedragscode, inclusief in ieder geval de in artikel 27, lid 2 bis, van deze verordening bedoelde criteria; |
Amendement 163
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van geschikte kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars. Er kunnen verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars zijn, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van geschikte kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars en ziet erop toe dat: |
Amendement 164
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – punt a (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a) er geen potentiële belangenconflicten zijn zodat de aangewezen beoordelaars en bemiddelaars onpartijdig en onbevooroordeeld zijn; |
Amendement 165
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – punt b (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b) elke op de lijst opgenomen beoordelaar en bemiddelaar over de nodige kwalificaties, ervaring en vaardigheden beschikt om de vereiste taken op doeltreffende wijze uit te voeren. Zij moeten met name beschikken over de nodige kwalificaties, substantiële ervaring in de octrooisector en in geschillenbeslechting, een aantoonbaar inzicht in Frand-voorwaarden of een gedegen technische achtergrond op relevant technologiegebied. |
Amendement 166
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer het kenniscentrum nog geen lijst van kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars heeft opgesteld op het moment van de eerste registraties of vaststellingen van Frand, nodigt het kenniscentrum ad hoc gerenommeerde deskundigen uit die aan de vereisten van de in artikel 26, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling voldoen. |
Er zijn verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
Amendement 167
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum beheert een systeem van essentialiteitscontroles, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de controles objectief en onpartijdig worden uitgevoerd en de vertrouwelijkheid van de verkregen informatie gewaarborgd is. |
1. Het kenniscentrum beheert een systeem van essentialiteitscontroles, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de controles op transparante, objectieve en onpartijdige wijze worden uitgevoerd en de vertrouwelijkheid van de verkregen informatie gewaarborgd is. |
Amendement 168
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum selecteert jaarlijks een steekproef van geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies van elke SEP-houder en met betrekking tot elke specifieke norm in het register voor essentialiteitscontroles. Geregistreerde SEP’s van micro- en kleine ondernemingen worden uitgesloten van de jaarlijkse steekproef. De controles worden uitgevoerd op basis van een methode die een billijke en statistisch geldige selectie waarborgt die voldoende nauwkeurige resultaten kan opleveren over de essentialiteitsgraad in alle geregistreerde SEP’s van een SEP-houder met betrekking tot elke specifieke norm in het register. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling de gedetailleerde methode vast. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
1. Het kenniscentrum selecteert jaarlijks een steekproef van geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies van elke SEP-houder en met betrekking tot elke specifieke norm in het register voor essentialiteitscontroles. Geregistreerde SEP’s van micro- en kleine ondernemingen worden uitgesloten van de jaarlijkse steekproef, tenzij zij een niet-praktiserende entiteit of een dochteronderneming, filiaal of eigendom zijn of direct of indirect onder zeggenschap staan van een andere natuurlijke of rechtspersoon die zelf geen micro-, kleine en middelgrote onderneming is. De controles worden uitgevoerd op basis van een methode die een billijke en statistisch geldige selectie waarborgt die voldoende nauwkeurige resultaten kan opleveren over de essentialiteitsgraad in alle geregistreerde SEP’s van een SEP-houder met betrekking tot elke specifieke norm in het register. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling de gedetailleerde methode vast. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 169
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als een voor een essentialiteitscontrole geselecteerd SEP reeds het voorwerp was of is van een eerdere of lopende essentialiteitscontrole op grond van deze titel of van een in artikel 8 bedoelde essentialiteitsbeslissing of -controle, wordt geen aanvullende essentialiteitscontrole uitgevoerd. Het resultaat van de eerdere essentialiteitscontrole of -beslissing wordt gebruikt om het percentage voor de steekproef geselecteerde SEP’s per SEP-houder en per specifieke geregistreerde norm vast te stellen dat de essentialiteitscontrole met succes heeft doorstaan. |
4. Als een voor een essentialiteitscontrole geselecteerd SEP reeds het voorwerp was of is van een eerdere of lopende essentialiteitscontrole op grond van deze titel of van een in artikel 8 bedoelde essentialiteitsbeslissing of -controle, wordt geen aanvullende essentialiteitscontrole uitgevoerd, tenzij lid 4 bis van toepassing is. Het resultaat van de eerdere essentialiteitscontrole of -beslissing wordt gebruikt om het percentage voor de steekproef geselecteerde SEP’s per SEP-houder en per specifieke geregistreerde norm vast te stellen dat de essentialiteitscontrole met succes heeft doorstaan. |
Amendement 170
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Indien een beoordelaar voldoende redenen heeft om aan te nemen dat een eerdere, overeenkomstig artikel 8, punt b), uitgevoerde essentialiteitscontrole onnauwkeurig is, is de beoordelaar bevoegd om het resultaat van die controle te herzien. Indien de beoordelaar na de beoordeling concludeert dat het resultaat van de eerdere essentialiteitscontrole onjuist was, voert zijn beoordeelaar voor het specifieke SEP in kwestie een nieuwe essentialiteitscontrole uit. |
Amendement 171
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk 90 dagen na de publicatie van de lijst van de voor de steekproef geselecteerde geregistreerde SEP’s kan elke belanghebbende bij het kenniscentrum schriftelijke opmerkingen indienen over de essentialiteit van de geselecteerde SEP’s. |
1. Uiterlijk 90 dagen na de publicatie van de lijst van de voor de steekproef geselecteerde geregistreerde SEP’s kan elke belanghebbende bij het kenniscentrum schriftelijke opmerkingen en bewijs indienen over de essentialiteit van de geselecteerde SEP’s. |
Amendement 172
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het kenniscentrum verstrekt de opmerkingen en de antwoorden van de SEP-houder aan de beoordelaar na het verstrijken van de vastgestelde termijnen. |
3. Het kenniscentrum verstrekt de opmerkingen, het bewijs en de antwoorden van de SEP-houder aan de beoordelaar na het verstrijken van de vastgestelde termijnen. |
Amendement 173
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De beoordelaar neemt alle door de SEP-houder verstrekte informatie naar behoren in overweging. |
4. De beoordelaar neemt alle door de SEP-houder of door belanghebbenden overeenkomstig de procedure van artikel 30 verstrekte informatie naar behoren in overweging. |
Amendement 174
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De collegiale toetser neemt alle door de SEP-houder verstrekte informatie, de redenen van de oorspronkelijke beoordelaar om aan te nemen dat het SEP mogelijk niet essentieel is voor de norm en eventuele door de SEP-houder verstrekte gewijzigde conclusieschema’s of aanvullende opmerkingen naar behoren in overweging. |
3. De collegiale toetser neemt alle door de SEP-houder verstrekte informatie, door belanghebbenden overeenkomstig de procedure van artikel 30 verstrekte opmerkingen of bewijsmateriaal, de redenen van de oorspronkelijke beoordelaar om aan te nemen dat het SEP mogelijk niet essentieel is voor de norm en eventuele door de SEP-houder verstrekte gewijzigde conclusieschema’s of aanvullende opmerkingen naar behoren in overweging. |
Amendement 175
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De collegiale toetser neemt de opmerkingen van de SEP-houder naar behoren in overweging en dient uiterlijk drie maanden na zijn aanstelling een definitief met redenen omkleed advies in bij het kenniscentrum. Het definitieve met redenen omklede advies bevat de namen van de SEP-houder, de beoordelaar en de collegiale toetser, het SEP dat aan de essentialiteitscontrole is onderworpen, de betrokken norm, een samenvatting van de onderzoeksprocedure en de procedure voor de collegiale toetsing, de voorlopige conclusie van de beoordelaar, het resultaat van de collegiale toetsing en de redenen waarop dat resultaat gebaseerd is. |
5. De collegiale toetser neemt de opmerkingen van de SEP-houder, of door andere belanghebbenden overeenkomstig artikel 30 geleverde opmerkingen en bewijsmateriaal naar behoren in overweging en dient uiterlijk drie maanden na zijn aanstelling een definitief met redenen omkleed advies in bij het kenniscentrum. Het definitieve met redenen omklede advies bevat de namen van de SEP-houder, de beoordelaar en de collegiale toetser, het SEP dat aan de essentialiteitscontrole is onderworpen, de betrokken norm, een samenvatting van de onderzoeksprocedure en de procedure voor de collegiale toetsing, de voorlopige conclusie van de beoordelaar, het resultaat van de collegiale toetsing en de redenen waarop dat resultaat gebaseerd is. |
Amendement 176
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De vaststelling van Frand is niet van toepassing op bestaande licentieverleningsovereenkomsten tijdens hun periode van toepassing. |
Amendement 177
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De verplichting om een vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1 vóór de gerechtelijke procedure in te leiden, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor elke partij om, in afwachting van de vaststelling van Frand, de bevoegde rechter in een lidstaat te verzoeken een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard uit te vaardigen tegen de vermeende inbreukmaker. Het voorlopig gerechtelijk bevel sluit de inbeslagname van eigendom van de vermeende inbreukmaker en de inbeslagname of overhandiging van de producten waarvan wordt vermoed dat ze inbreuk maken op een SEP, uit. Als het nationale recht bepaalt dat alleen om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kan worden verzocht wanneer een zaak ten gronde loopt, kan elke partij een zaak ten gronde aanhangig maken bij de bevoegde rechter in een lidstaat. De partijen verzoeken de bevoegde rechter in een lidstaat echter de procedure ten gronde voor de duur van de vaststelling van Frand op te schorten. Bij de beslissing om het voorlopig gerechtelijk bevel al dan niet toe te staan, neemt de bevoegde rechter in een lidstaat in overweging dat er een procedure voor de vaststelling van Frand loopt. |
4. De verplichting om een vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1 in te leiden, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor elke partij om, in afwachting van de vaststelling van Frand, de bevoegde rechter in een lidstaat te verzoeken een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard uit te vaardigen tegen de vermeende inbreukmaker. Het voorlopig gerechtelijk bevel sluit de inbeslagname van eigendom van de vermeende inbreukmaker en de inbeslagname of overhandiging van de producten waarvan wordt vermoed dat ze inbreuk maken op een SEP, uit. Als het nationale recht bepaalt dat alleen om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kan worden verzocht wanneer een zaak ten gronde loopt, kan elke partij een zaak ten gronde aanhangig maken bij de bevoegde rechter in een lidstaat. De partijen verzoeken de bevoegde rechter in een lidstaat echter de procedure ten gronde voor de duur van de vaststelling van Frand op te schorten. Bij de beslissing om het voorlopig gerechtelijk bevel al dan niet toe te staan, neemt de bevoegde rechter in een lidstaat in overweging dat er een procedure voor de vaststelling van Frand loopt. |
Amendement 178
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, staat de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 179
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de commerciële benaming van de norm en de naam van de organisatie voor de ontwikkeling van normen; |
d) de commerciële benaming van de norm en de naam van de desbetreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen; |
Amendement 180
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) verwijzingen naar elke andere vaststelling van Frand, indien van toepassing. |
f) verwijzingen naar elke andere gerelateerde vaststelling van Frand, indien van toepassing. |
Amendement 181
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer een SEP-houder verzoekt om een vaststelling van Frand in te leiden, bevat het verzoek – naast de in lid 1 vermelde informatie – de volgende informatie: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 182
Voorstel voor een verordening
Artikel 37 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Tenzij de partijen anders overeenkomen, mag de periode vanaf de datum van indiening van het verzoek om de vaststelling van Frand voort te zetten overeenkomstig artikel 38, lid 5, punt b), artikel 38, lid 3, punt c), artikel 38, lid 4, punt a), tweede zin, of artikel 38, lid 4, punt c), naargelang het geval, tot de datum van beëindiging van de procedure niet langer dan negen maanden duren. |
1. Tenzij de partijen anders overeenkomen, mag de periode vanaf de datum van indiening van het verzoek om de vaststelling van Frand voort te zetten overeenkomstig artikel 38, lid 3, punt b), artikel 38, lid 3, punt c), artikel 38, lid 4, punt a), tweede zin, of artikel 38, lid 4, punt c), naargelang het geval, tot de datum van beëindiging van de procedure niet langer dan negen maanden duren. |
Amendement 183
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum stelt de reagerende partij binnen zeven dagen in kennis van het verzoek en brengt de verzoekende partij daarvan op de hoogte. |
1. Het kenniscentrum stelt de reagerende partij binnen zeven dagen in kennis van het verzoek, met inbegrip van de informatie ingediend overeenkomstig artikel 36, en brengt de verzoekende partij daarvan op de hoogte. |
Amendement 184
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en of ze zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven. |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en, indien dat niet het geval is, vermeldt zij om welke redenen zij weigert deel te nemen. |
Amendement 185
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen of zich er toe te verbinden het resultaat na te leven, is het volgende van toepassing: |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen, is het volgende van toepassing: |
Amendement 186
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en of ze zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven; |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand; |
Amendement 187
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
Amendement 188
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven overeenkomstig lid 2, ook als een dergelijke verbintenis afhankelijk is van de verbintenis van de verzoekende partij om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, is het volgende van toepassing: |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt stelt het kenniscentrum de verzoekende partij daarvan in kennis. |
Amendement 189
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om het kenniscentrum binnen zeven dagen mee te delen of zij zich er eveneens toe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven. Als de verzoekende partij zich ertoe verbindt, wordt de vaststelling van Frand voortgezet en is het resultaat bindend voor beide partijen; |
Schrappen |
Amendement 190
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij niet binnen de in punt a) bedoelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn zich ertoe te verbinden het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, stelt het kenniscentrum de reagerende partij daarvan in kennis en vraagt het binnen zeven dagen mee te delen of zij om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
Schrappen |
Amendement 191
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) als de reagerende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de reagerende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
Schrappen |
Amendement 192
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) als de reagerende partij nalaat om binnen de in punt b) bedoelde termijn om voortzetting van de vaststelling van Frand te verzoeken, beëindigt het kenniscentrum de vaststelling van Frand. |
Schrappen |
Amendement 193
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Elke partij kan, op elk moment gedurende de het proces voor de vaststelling van Frand, verklaren dat zij zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling na te leven. De verklarende partij kan haar verbintenis om de vaststelling na te leven afhankelijk stellen van de verbintenis van de andere partij om het resultaat na te leven. Dit maakt geen einde aan het proces voor de vaststelling van Frand. |
Amendement 194
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Als een van de partijen zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, terwijl de andere partij nalaat dit binnen de toepasselijke termijnen te doen, stelt het kenniscentrum een bericht van verbintenis ten aanzien van de vaststelling van Frand vast en stelt het de partijen daarvan uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het aangaan van de verbintenis in kennis. Het bericht van verbintenis bevat de namen van de partijen, het onderwerp van de vaststelling van Frand, een samenvatting van de procedure en informatie – voor elke partij – over de aangegane verbintenis of het afzien van een verbintenis. |
Schrappen |
Amendement 195
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De vaststelling van Frand heeft betrekking op een wereldwijde SEP-licentie, tenzij anders is bepaald door de partijen als beide partijen met de vaststelling van Frand instemmen, of door de partij die om de voortzetting van de vaststelling van Frand heeft verzocht. Kmo’s die partij zijn bij de vaststelling van Frand, kunnen verzoeken om het territoriale bereik van de vaststelling van Frand te beperken. |
6. De vaststelling van Frand heeft betrekking op een wereldwijde SEP-licentie, tenzij anders is bepaald door de partijen als beide partijen met de vaststelling van Frand instemmen, of door de partij die om de voortzetting van de vaststelling van Frand heeft verzocht. Kmo’s en start-ups die partij zijn bij de vaststelling van Frand, kunnen verzoeken om het territoriale bereik van de vaststelling van Frand te beperken. |
Amendement 196
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Selectie van bemiddelaars |
Selectie van een panel van bemiddelaars |
Amendement 197
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Na het antwoord op de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, of het verzoek om verder te gaan overeenkomstig artikel 38, lid 5, stelt het kenniscentrum ten minste drie kandidaten voor de vaststelling van Frand voor uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. De partijen/de partij selecteren/selecteert een van de voorgestelde kandidaten als bemiddelaar voor de vaststelling van Frand. |
1. Na het antwoord op de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, benoemen de verzoekende en de reagerende partij elk één bemiddelaar uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars tot lid van het panel van bemiddelaars. De derde bemiddelaar wordt door het kenniscentrum benoemd uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. |
Amendement 198
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als de partijen het niet eens raken over een bemiddelaar, selecteert het kenniscentrum één kandidaat uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. |
Schrappen |
Amendement 199
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Benoeming van bemiddelaars |
Amendement 200
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De geselecteerde kandidaat deelt het kenniscentrum mee de taak van bemiddelaar voor de vaststelling van Frand te aanvaarden en het kenniscentrum stelt de partijen daarvan in kennis. |
1. De geselecteerde kandidaten delen het kenniscentrum mee de taak van bemiddelaar voor de vaststelling van Frand te aanvaarden en het kenniscentrum stelt de partijen daarvan in kennis. |
Amendement 201
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De dag nadat de partijen in kennis zijn gesteld van het feit dat de bemiddelaar de taak aanvaardt, wordt de bemiddelaar aangesteld en draagt het kenniscentrum de zaak aan hem/haar over. |
2. De dag nadat de partijen in kennis zijn gesteld van het feit dat de bemiddelaar de taak aanvaardt, wordt het panel van bemiddelaars aangesteld en draagt het kenniscentrum de zaak aan het panel van bemiddelaars over. |
Amendement 202
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Nadat de zaak overeenkomstig artikel 40, lid 2, aan de bemiddelaar is overgedragen, onderzoekt hij/zij of het verzoek de informatie bevat die krachtens artikel 36 vereist is overeenkomstig de procedureregels. |
1. Nadat de zaak overeenkomstig artikel 40, lid 2, aan het panel van bemiddelaars is overgedragen, onderzoekt het of het verzoek de informatie bevat die krachtens artikel 36 vereist is overeenkomstig de procedureregels. |
Amendement 203
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Hij/zij stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
2. Het panel van bemiddelaars stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
Amendement 204
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bemiddelaar verzoekt elke partij om schriftelijke opmerkingen in te dienen – met inbegrip van ondersteunende documentatie en bewijsstukken – waarin zij haar argumenten met betrekking tot de vaststelling van de toepasselijke Frand-voorwaarden uiteenzet, en hij/zij stelt passende termijnen vast. |
Het panel van bemiddelaars verzoekt elke partij om schriftelijke opmerkingen in te dienen – met inbegrip van ondersteunende documentatie en bewijsstukken – waarin zij haar argumenten met betrekking tot de vaststelling van de toepasselijke Frand-voorwaarden uiteenzet, en stelt passende termijnen vast. |
Amendement 205
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een partij kan uiterlijk tot het indienen van de eerste schriftelijke opmerkingen bezwaar aantekenen op basis van het feit dat de bemiddelaar niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
1. Een partij kan te allen tijde bezwaar aantekenen op basis van het feit dat het panel van bemiddelaars niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
Amendement 206
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar neemt een beslissing over het bezwaar en wijst het als ongegrond af alvorens de zaak ten gronde te behandelen, of voegt het toe aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand. Als de bemiddelaar het bezwaar afwijst of toevoegt aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, hervat hij/zij de overweging van de vaststelling van Frand-voorwaarden. |
2. Het panel van bemiddelaars neemt een beslissing over het bezwaar en wijst het als ongegrond af alvorens de zaak ten gronde te behandelen, of voegt het toe aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand. Als het panel van bemiddelaars het bezwaar afwijst of toevoegt aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, hervat het de overweging van de vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Amendement 207
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de bemiddelaar beslist dat het bezwaar gegrond is, beëindigt hij/zij de vaststelling van Frand en stelt hij/zij een verslag op met de redenen voor de beslissing. |
3. Als het panel van bemiddelaars beslist dat het bezwaar gegrond is, beëindigt het de vaststelling van Frand en stelt het een verslag op met de redenen voor de beslissing. |
Amendement 208
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bemiddelaar staat de partijen op onafhankelijke en onpartijdige wijze bij in hun streven Frand-voorwaarden vast te stellen. |
1. Het panel van bemiddelaars staat de partijen op onafhankelijke en onpartijdige wijze bij in hun streven Frand-voorwaarden vast te stellen. |
Amendement 209
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, uitnodigen om hem/haar te ontmoeten of met hem/haar mondeling of schriftelijk te communiceren. |
2. Het panel van bemiddelaars kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, uitnodigen om het panel te ontmoeten of met het panel mondeling of schriftelijk te communiceren. |
Amendement 210
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, werken/werkt te goeder trouw met de bemiddelaar samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan zijn/haar verzoeken om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om de bemiddelaar in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, werken/werkt te goeder trouw met het panel van bemiddelaars samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan de verzoeken van het panel om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om het panel van bemiddelaars in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
Amendement 211
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, naargelang het geval, beëindigt de bemiddelaar de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, naargelang het geval, beëindigt het panel van bemiddelaars de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
Amendement 212
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – alinea 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) geen gevolg aan een verzoek van de bemiddelaar geeft of de procedureregels of het in artikel 42, lid 2, bedoelde tijdschema van de procedure niet naleeft; |
a) geen gevolg aan artikel 45, lid 3, of aan een verzoek van het panel van bemiddelaars geeft of de procedureregels of het in artikel 42, lid 2, bedoelde tijdschema van de procedure niet naleeft; of |
Amendement 213
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) haar verbintenis intrekt om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven overeenkomstig artikel 38; of |
Schrappen |
Amendement 214
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
stelt de bemiddelaar beide partijen daarvan in kennis. |
stelt het panel van bemiddelaars beide partijen daarvan in kennis. |
Amendement 215
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Na ontvangst van de kennisgeving van de bemiddelaar kan de nalevende partij de bemiddelaar verzoeken om een van de volgende maatregelen te nemen: |
2. Na ontvangst van de kennisgeving van het panel van bemiddelaars kan de nalevende partij het panel van bemiddelaars verzoeken om een van de volgende maatregelen te nemen: |
Amendement 216
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, geen gevolg aan een verzoek van de bemiddelaar geeft of op enige andere wijze een vereiste met betrekking tot de vaststelling van Frand niet naleeft, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
3. Als de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, geen gevolg aan een verzoek van het panel van bemiddelaars geeft of op enige andere wijze een vereiste met betrekking tot de vaststelling van Frand niet naleeft, beëindigt het panel van bemiddelaars de procedure. |
Amendement 217
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt de bemiddelaar of – als er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van een andere partij. |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt het panel van bemiddelaars of – als dat niet is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van de andere partij. |
Amendement 218
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onverminderd de bescherming van de vertrouwelijkheid overeenkomstig artikel 54, lid 3, kan de bemiddelaar te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand vragen – op verzoek van een partij of uit eigen beweging – om documenten of ander bewijsmateriaal voor te leggen. |
1. Onverminderd de bescherming van de vertrouwelijkheid overeenkomstig artikel 54, lid 3, kan het panel van bemiddelaars te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand vragen – op verzoek van een partij of uit eigen beweging – om documenten of ander bewijsmateriaal voor te leggen. |
Amendement 219
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar kan openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke verslagen over andere vaststellingen van Frand onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
2. Het panel van bemiddelaars kan openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum, de databank en vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke verslagen over andere vaststellingen van Frand onderzoeken, vaststellingen van geaggregeerde royalty en resultaten van essentialiteitscontroles, evenals andere niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
Amendement 220
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bemiddelaar kan getuigen en deskundigen op verzoek van een van de partijen horen, mits het bewijsmateriaal noodzakelijk voor de vaststelling van Frand is en er tijd is om dergelijk bewijsmateriaal in overweging te nemen. |
Het panel van bemiddelaars kan getuigen en deskundigen op verzoek van een van de partijen horen, mits het bewijsmateriaal noodzakelijk voor de vaststelling van Frand is en er tijd is om dergelijk bewijsmateriaal in overweging te nemen. |
Amendement 221
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand kan de bemiddelaar of een partij – uit eigen beweging of op verzoek van de bemiddelaar – voorstellen indienen voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
1. Te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand kan het panel van bemiddelaars of een partij – uit eigen beweging of op verzoek van het panel van bemiddelaars – voorstellen indienen voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Amendement 222
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij het indienen van suggesties voor Frand-voorwaarden houdt de bemiddelaar rekening met het effect van de vaststelling van Frand-voorwaarden op de waardeketen en op de innovatiestimulansen van zowel de SEP-houder als de belanghebbenden in de betreffende waardeketen. Daarbij kan de bemiddelaar zich verlaten op het in artikel 18 bedoelde deskundig advies of – bij gebrek aan een dergelijk advies – om aanvullende informatie verzoeken en deskundigen of belanghebbenden horen. |
3. Bij het indienen van suggesties voor Frand-voorwaarden houdt het panel van bemiddelaars rekening met het effect van de vaststelling van Frand-voorwaarden op de waardeketen en op de innovatiestimulansen van zowel de SEP-houder als de belanghebbenden in de betreffende waardeketen. Daarbij kan het panel van bemiddelaars zich verlaten op het in artikel 18 bedoelde deskundig advies of – bij gebrek aan een dergelijk advies – om aanvullende informatie verzoeken en deskundigen of belanghebbenden horen. |
Amendement 223
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Aanbeveling van een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar |
Aanbeveling van een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars |
Amendement 224
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bemiddelaar stelt de partijen uiterlijk vijf maanden vóór de in artikel 37 bedoelde termijn in kennis van een schriftelijke aanbeveling van een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Het panel van bemiddelaars stelt de partijen uiterlijk vijf maanden vóór de in artikel 37 bedoelde termijn in kennis van een schriftelijke aanbeveling van een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Amendement 225
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Na de kennisgeving van de schriftelijke aanbeveling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar dient elke partij een gedetailleerd en met redenen omkleed voorstel in voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. Als een partij reeds een voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden heeft ingediend, worden – zo nodig – herziene versies ingediend, rekening houdend met de aanbeveling van de bemiddelaar. |
Na de kennisgeving van de schriftelijke aanbeveling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars dient elke partij een gedetailleerd en met redenen omkleed voorstel in voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. Als een partij reeds een voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden heeft ingediend, worden – zo nodig – herziene versies ingediend, rekening houdend met de aanbeveling van het panel van bemiddelaars. |
Amendement 226
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Als de bemiddelaar zulks noodzakelijk acht of als een partij daarom verzoekt, wordt uiterlijk 20 dagen na de indiening van met redenen omklede voorstellen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden een mondelinge hoorzitting gehouden. |
Als het panel van bemiddelaars zulks noodzakelijk acht of als een partij daarom verzoekt, wordt uiterlijk 20 dagen na de indiening van met redenen omklede voorstellen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden een mondelinge hoorzitting gehouden. |
Amendement 227
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de bemiddelaar van een partij informatie ontvangt met het oog op de vaststelling van Frand, maakt hij/zij deze informatie aan de andere partij bekend, zodat de andere partij de gelegenheid heeft eventuele toelichtingen te geven. |
1. Wanneer het panel van bemiddelaars van een partij informatie ontvangt met het oog op de vaststelling van Frand, maakt het deze informatie aan de andere partij bekend, zodat de andere partij de gelegenheid heeft eventuele toelichtingen te geven. |
Amendement 228
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een partij kan de bemiddelaar verzoeken om specifieke informatie in een ingediend document vertrouwelijk te behandelen. |
2. Een partij kan het panel van bemiddelaars verzoeken om specifieke informatie in een ingediend document vertrouwelijk te behandelen. |
Amendement 229
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer een partij verzoekt om de informatie in een door haar ingediend document vertrouwelijk te behandelen, maakt de bemiddelaar die informatie niet bekend aan de andere partij. De partij die zich op vertrouwelijkheid beroept, verstrekt ook een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Deze niet-vertrouwelijke versie wordt aan de andere partij bekendgemaakt. |
3. Wanneer een partij verzoekt om de informatie in een door haar ingediend document vertrouwelijk te behandelen, maakt het panel van bemiddelaars die informatie niet bekend aan de andere partij. De partij die zich op vertrouwelijkheid beroept, verstrekt ook een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Deze niet-vertrouwelijke versie wordt aan de andere partij bekendgemaakt. |
Amendement 230
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk 45 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 37 bedoelde termijn dient de bemiddelaar een met redenen omkleed voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden in bij de partijen of bij de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval. |
1. Uiterlijk 45 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 37 bedoelde termijn dient het panel van bemiddelaars een met redenen omkleed voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden in bij de partijen of bij de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval. |
Amendement 231
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel van de bemiddelaar voorstellen, die – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn/haar voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering in kennis stelt. |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel voorstellen gedurende een termijn die wordt bepaald door het panel van bemiddelaars, die – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn/haar voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering onverwijld in kennis stelt. |
Amendement 232
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de partijen ondertekenen een schriftelijke verklaring waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar wordt aanvaard; |
b) de partijen ondertekenen een schriftelijke verklaring waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars wordt aanvaard; |
Amendement 233
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een partij legt een schriftelijke verklaring af waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar niet wordt aanvaard; |
c) een partij legt een schriftelijke verklaring af waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars niet wordt aanvaard; |
Amendement 234
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een partij heeft niet gereageerd op het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar. |
d) een partij heeft niet gereageerd op het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars. |
Amendement 235
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een bevoegd rechter in een lidstaat die wordt verzocht te beslissen over de vaststelling van Frand-voorwaarden, onder meer in gevallen van misbruik van machtspositie tussen particulieren, of een vordering wegens inbreuk op een SEP met betrekking tot een SEP dat van kracht is in een of meer lidstaten en waarop de vaststelling van Frand van toepassing is, gaat niet over tot het onderzoek van de gegrondheid van die vordering, tenzij hem/haar een kennisgeving van beëindiging van de vaststelling van Frand of, in de in artikel 38, lid 3, punt b), en artikel 38, lid 4, punt c), bedoelde gevallen, een bericht van verbintenis overeenkomstig artikel 38, lid 5, is betekend. |
4. Een bevoegd rechter in een lidstaat die wordt verzocht te beslissen over de vaststelling van Frand-voorwaarden, onder meer in gevallen van misbruik van machtspositie tussen particulieren, of een vordering wegens inbreuk op een SEP met betrekking tot een SEP dat van kracht is in een of meer lidstaten en waarop de vaststelling van Frand van toepassing is, gaat niet over tot het onderzoek van de gegrondheid van die vordering, tenzij hem/haar een kennisgeving van beëindiging van de vaststelling van Frand is betekend. |
Amendement 236
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bemiddelaar verstrekt de partijen een schriftelijk verslag na de beëindiging van de vaststelling van Frand in de in artikel 56, lid 1, punt c), en artikel 56, lid 1, punt d), genoemde gevallen. |
1. Het panel van bemiddelaars verstrekt de partijen een schriftelijk verslag na de beëindiging van de vaststelling van Frand in de in artikel 56, lid 1, punt c), en artikel 56, lid 1, punt d), genoemde gevallen. |
Amendement 237
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 – lid 2 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een niet-vertrouwelijke methode en de beoordeling van de vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar. |
d) een niet-vertrouwelijke methode en de beoordeling van de vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars. |
Amendement 238
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Met uitzondering van de in artikel 57, lid 2, punt d), bedoelde methode en beoordeling van de vaststelling van Frand door de bemiddelaar waarborgt het kenniscentrum de vertrouwelijkheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, van alle tijdens de procedure ingediende voorstellen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden en van alle tijdens de vaststelling van Frand bekendgemaakte documenten of bewijsstukken die niet openbaar toegankelijk zijn, tenzij de partijen anders bepalen. |
1. Met uitzondering van de in artikel 57, lid 2, punt d), bedoelde methode en beoordeling van de vaststelling van Frand door het panel van bemiddelaars waarborgt het kenniscentrum de vertrouwelijkheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, van alle tijdens de procedure ingediende voorstellen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden en van alle tijdens de vaststelling van Frand bekendgemaakte documenten of bewijsstukken die niet openbaar toegankelijk zijn, tenzij de partijen anders bepalen. |
Amendement 239
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een in dagen vastgestelde periode loopt af op de laatste dag, een in weken vastgestelde periode loopt af aan het eind van de overeenkomende dag in de laatste week, een in maanden vastgestelde periode loopt af aan het eind van de dag die overeenkomt met de begindag van de periode, en als er geen begindag was in de laatste maand op de laatste dag van die maand, een in jaren aangegeven periode loopt af aan het eind van de dag die overeenkomt met de begindag van een bepaalde periode, en als er geen begindag was, dan is de einddatum de laatste dag van die maand. |
Amendement 240
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Opleiding, advies en ondersteuning |
SEP Licensing Assistance Hub voor kmo’s en start-ups |
Amendement 241
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum biedt micro-, kleine en middelgrote ondernemingen gratis opleiding en ondersteuning met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden. |
1. Het kenniscentrum richt een SEP Licensing Assistance Hub op voor kmo’s en start-ups, die kmo’s en start-ups kosteloos help om de volgende taken uit te voeren: |
Amendement 242
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1 – punt a (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a) vaststelling welke SEP’s relevant kunnen zijn voor hun product of dienst, mogelijke licentiegevers en octrooigemeenschappen, indien de kleine of middelgrote onderneming of de start-up een SEP-toepasser is; |
Amendement 243
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1 – punt b (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b) vaststelling van mogelijke licentienemers en met hulp van het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten adviseren over hoe zij hun SEP-rechten het best op Europees en mondiaal niveau kunnen handhaven, indien de kleine of middelgrote onderneming of de start-up SEP-houder is; |
Amendement 244
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1 – punt c (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c) opleiding en ondersteuning bieden met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden. |
Amendement 245
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het kenniscentrum kan niet aansprakelijk worden gesteld voor hulp die uit hoofde van dit lid aan kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups wordt verleend. Bij de uitvoering van de in dit lid bedoelde taken kan het kenniscentrum nauw samenwerken met nationale octrooibureaus en overheidsregelingen ter ondersteuning van kmo’s. |
Amendement 246
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het kenniscentrum vraagt regelmatig proactief input van kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups over wat voor opleidingen en ondersteuning het nuttigst zouden zijn. |
Amendement 247
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om kleine en middelgrote ondernemingen bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. Dergelijke studies kunnen analyses omvatten op basis van door SEP-houders en -toepassers verstrekte informatie over aangegane licenties, betaalde of geïnde royalty’s en voor IoT-toepassingen verkochte producten. Het kenniscentrum kan aan kmo’s ramingen verstrekken van de kosten van de licentieverlening voor dergelijke toepassingen. |
Amendement 248
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De kosten van de in de leden 1 en 2 bedoelde diensten komen ten laste van het EUIPO. |
3. De kosten van de in de leden 1 en 2 bedoelde diensten komen ten laste van het EUIPO en het EUIPO zorgt ervoor dat de diensten voldoende worden gefinancierd en voorzien van middelen. |
Amendement 249
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – alinea 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op niet-praktiserende entiteiten of op kleine en middelgrote ondernemingen die een dochteronderneming, filiaal of eigendom zijn of direct of indirect onder zeggenschap staan van een andere natuurlijke of rechtspersoon die zelf geen kleine en middelgrote onderneming is. |
Amendement 250
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als een SEP-houder micro-, kleine en middelgrote ondernemingen gunstigere Frand-voorwaarden biedt of een SEP-licentie afsluit die gunstigere voorwaarden bevat overeenkomstig lid 1, worden dergelijke Frand-voorwaarden niet in aanmerking genomen bij een vaststelling van Frand, tenzij de vaststelling van Frand uitsluitend betrekking heeft op de Frand-voorwaarden voor een andere micro-, kleine of middelgrote onderneming. |
2. Wanneer een SEP-houder overeenkomstig lid 1 een SEP-licentie afsluit die gunstigere voorwaarden bevat dan degene die worden aangeboden aan ondernemingen die geen kleine of middelgrote ondernemingen zijn, worden dergelijke Frand-voorwaarden niet in aanmerking genomen bij een vaststelling van Frand, tenzij de vaststelling van Frand uitsluitend betrekking heeft op de Frand-voorwaarden voor een andere micro-, kleine of middelgrote onderneming. |
Amendement 251
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De SEP-houders overwegen ook kortingen of royaltyvrije licentieverleningen voor geringe verkoopvolumes, ongeacht de omvang van de toepasser die de licentie neemt. Dergelijke kortingen of royaltyvrije licentieverleningen zijn billijk, redelijk en niet-discriminerend en beschikbaar in de elektronische databank overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b). |
3. De SEP-houders overwegen ook kortingen, gespreide betalingen zonder interest of royaltyvrije licentieverleningen voor geringe verkoopvolumes, ongeacht de omvang van de toepasser die de licentie neemt. Dergelijke kortingen of royaltyvrije licentieverleningen zijn billijk, redelijk en niet-discriminerend en beschikbaar in de elektronische databank overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b). |
Amendement 252
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Voordelen die in het kader van deze verordening worden toegekend aan kleine en middelgrote ondernemingen kunnen in het geval van omzeiling of misbruik worden ingehouden of ingetrokken. |
Amendement 253
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het bedrag van de vergoedingen is redelijk en komt overeen met de kosten van de diensten. Er wordt rekening gehouden met de situatie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. |
4. Het bedrag van de vergoedingen is redelijk en beperkt tot de kosten van de diensten. Er wordt rekening gehouden met de situatie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. |
Amendement 254
Voorstel voor een verordening
Artikel 65 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 65 bis (nieuw) |
|
Met redenen omkleed verzoek aan de Commissie |
|
Een SEP-houder of een SEP-gebruiker kan bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om te bepalen of: |
|
a) de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiëntie die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden wat betreft geïdentificeerde toepassingen van bepaalde normen of delen daarvan binnen één maand na de publicatie van de norm door de organisatie voor de ontwikkeling van normen; |
|
b) de werking van de interne markt ernstig wordt verstoord als gevolg van significante aanzienlijke moeilijkheden of inefficiënties bij het verlenen van licenties voor SEP’s voor bepaalde bestaande toepassingen van normen of delen daarvan binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 255
Voorstel voor een verordening
Artikel 65 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 65 ter (nieuw) |
|
Gedelegeerde handelingen met betrekking tot nieuwe normen |
|
1. Binnen 4 maanden na ontvangst van het in lid 1 bedoelde verzoek is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 67 gedelegeerde handelingen vast te stellen na een passend raadplegingsproces waarbij alle relevante belanghebbenden zijn betrokken, en om een lijst op te stellen van toepassingen, normen of delen daarvan, indien onderhandelingen over SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiënties die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden. |
|
2. De Commissie evalueert de in lid 1 bedoelde lijst eenmaal per jaar om te bepalen of deze moet worden geactualiseerd. |
|
3. De procedure van dit artikel laat de in de artikelen 17 en 18 vastgestelde termijnen onverlet. |
Amendement 256
Voorstel voor een verordening
Artikel 65 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 65 quater |
|
Gedelegeerde handelingen met betrekking tot bestaande normen |
|
1. De Commissie pleegt passend overleg, onder meer met relevante belanghebbenden. |
|
2. Na bestudering van al het bewijsmateriaal en de adviezen van deskundigen is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 67 een gedelegeerde handeling vast te stellen om een lijst op te stellen waarin wordt bepaald welke van de bestaande toepassingen van normen of delen daarvan overeenkomstig artikel 66, lid 1 of 2, kennis kan worden gegeven. Door middel van die gedelegeerde handeling kan de Commissie ook vaststellen welke procedures en kennisgevings- en publicatievereisten van deze verordening van toepassing zijn op die bestaande normen, delen daarvan of relevante toepassingen. De gedelegeerde handeling wordt vastgesteld uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. De Commissie gaat eenmaal per jaar na of de lijst moet worden geactualiseerd. |
Amendement 257
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen houders van SEP’s die essentieel zijn voor een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd (“bestaande normen”) en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 17 in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
1. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen houders van SEP’s die essentieel zijn voor een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd (“bestaande normen”) en waarvoor Frand-verbintenissen al dan niet zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 17 in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 65 quater zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
Amendement 258
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer het functioneren van de interne markt ernstig wordt verstoord door inefficiëntie bij de licentieverlening voor SEP’s, stelt de Commissie – na een passend raadplegingsproces – door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67 vast welke bestaande normen, delen daarvan of relevante gebruiksgevallen overeenkomstig lid 1 of lid 2 in kennis kunnen worden gesteld of voor welke overeenkomstig lid 3 om een deskundig advies kan worden verzocht. In de gedelegeerde handeling wordt ook vastgesteld welke procedures en kennisgevings- en publicatievereisten van deze verordening op die bestaande normen van toepassing zijn. De gedelegeerde handeling wordt vastgesteld uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
Schrappen |
Amendement 259
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
2. De in artikel 4, lid 5, en de artikelen 65 ter en 65 quater bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 260
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, lid 5, en de artikelen 65 ter en 65 quater bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
Amendement 261
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een overeenkomstig artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
6. Een overeenkomstig artikel 4, lid 5, en de artikelen 65 ter en 65 quater vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
Amendement 262
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de doeltreffendheid en de efficiëntie van de SEP-registratie en het systeem van essentialiteitscontroles. |
1. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], en daarna om de drie jaar, evalueert de Commissie de uitvoering van deze verordening. Bij de evaluatie wordt de werking van deze verordening beoordeeld, met name: |
Amendement 263
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1 – punt a (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
a) het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en zijn werkmethoden; |
Amendement 264
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1 – punt b (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b) de doeltreffendheid en efficiëntie van de SEP-registratie en het systeem van essentialiteitscontroles; en |
Amendement 265
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1 – punt c (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c) het effect dat het systeem van essentialiteitscontroles, de vaststelling van geaggregeerde royalty’s en het Frand-vaststellingssysteem met name hebben op het concurrentievermogen van de SEP-houders in de Unie op mondiaal niveau en op de innovatie in de Unie. |
Amendement 266
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], en daarna om de vijf jaar, evalueert de Commissie de uitvoering van deze verordening. Bij de evaluatie wordt het functioneren van deze verordening beoordeeld, met name het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en de werkmethoden ervan. |
Schrappen |
Amendement 267
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij het opstellen van de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluatieverslagen raadpleegt de Commissie het EUIPO en de belanghebbenden. |
3. Bij het opstellen van de in lid 1 bedoelde evaluatieverslagen raadpleegt de Commissie het EUIPO en de belanghebbenden. |
Amendement 268
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie dient de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluatieverslagen samen met haar conclusies op basis van die verslagen in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de raad van bestuur van het EUIPO. |
4. De Commissie dient de in lid 1 bedoelde evaluatieverslagen samen met haar conclusies op basis van die verslagen in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de raad van bestuur van het EUIPO. Het in lid 1 bedoelde evaluatieverslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel. |
TOELICHTING
Een standaardessentieel octrooi (SEP) is een octrooi dat een technologie beschermt die essentieel is verklaard voor de toepassing van een technische norm die door een normalisatie-instelling is vastgesteld. De wisselwerking tussen octrooien en normen is belangrijk voor innovatie en groei, omdat deze octrooien een stimulans zijn voor onderzoek en ontwikkeling en innovatieve bedrijven een passend rendement op investeringen bieden. Normen zorgen ervoor dat interoperabele en veilige technologieën op grote schaal worden gebruikt door bedrijven en consumenten. Er zijn wereldwijd ongeveer 75 000 SEP’s, maar deze vormen slechts een klein deel van het totale octrooilandschap. Belangrijke technologische normen zoals onder andere 5G en wifi, fotoformaten (JPEG), en normen voor compressie en decompressie van audio- en videobestanden (bijv. MPEG, HEVC) vallen onder deze categorie. SEP’s spelen een cruciale rol in ontwikkelingen zoals het internet der dingen, Industrie 4.0, verbonden voertuigen, slimme steden en technologieën voor klimaatbescherming. Het aantal SEP’s is de afgelopen tien jaar verzesvoudigd, hetgeen bijzonder gunstig is omdat de bescherming van SEP’s essentieel is om innovaties mogelijk te maken die de EU helpen duurzamer en digitaler te worden.
Al in november 2021 riep het Europees Parlement in zijn resolutie over een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen[2] (EP-resolutie over het actieplan inzake intellectuele eigendom) de Commissie op om een voorstel in te dienen over SEP’s, aangezien SEP’s vaak het onderwerp zijn van geschillen. Het gebrek aan transparantie en rechtszekerheid werd als problematisch aangemerkt. De licentieverlening voor SEP’s is vaak tijdrovend en duur voor zowel octrooihouders als gebruikers van de technologieën.
Houders van gewone octrooien zijn vrij om te beslissen aan wie ze een licentie voor het exploiteren van hun innovatie willen verlenen. Houders van SEP’s hebben deze volledige vrijheid echter niet, omdat de opname van hun geoctrooieerde technologie in een norm hun enige marktmacht geeft. Derhalve zijn SEP-houders verplicht om hun licenties onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden) te verlenen. Deze Frand-voorwaarden hebben tot tal van problemen geleid, waarover ook rechtszaken zijn gevoerd.
Aan de ene kant is het voor toepassers nauwelijks mogelijk om erachter te komen of een norm daadwerkelijk essentieel is, hoeveel SEP’s betrekking hebben op een bepaalde norm, wie de relevante SEP-houders zijn en hoe hoog de kosten uiteindelijk zullen zijn om toegang te krijgen tot de markt door gebruik te maken van de betreffende norm. Ongeveer 84 % van de gebruikers van SEP’s zijn kmo’s. Met name voor hen kan de loutere dreiging met een gerechtelijk bevel, waardoor de productie wordt opgeschort vanwege zogenaamde inbreuken, en de waarschijnlijkheid van een gerechtelijke procedure, druk uitoefenen om in te stemmen met een licentie tegen tarieven die mogelijk niet in overeenstemming zijn met Frand.
Aan de andere kant kan de SEP-houder zijn legitieme belangen niet afdwingen zolang de gebruiker beweert dat hij een licentie volgens Frand-voorwaarden wil nemen met de bedoeling om de verplichting om royalty’s te betalen zo lang mogelijk uit te stellen. SEP-houders worden dus ook blootgesteld aan langdurige en kostbare gerechtelijke procedures die pas aan het eind van het lange proces licentiebetaling toestaan.
Om een betere feitelijke basis te bieden voor het vermijden, oplossen en beslechten van conflicten over de Frand-voorwaarden, heeft de Europese Commissie op 27 april 2023 een voorstel gedaan om de volgende nieuwe maatregelen in te voeren:
1. Invoering van een SEP-register en een centrale elektronische databank voor SEP’s;
2. Beoordeling van de essentialiteit van SEP’s;
3. Niet-bindende vaststelling van de totale vergoeding voor een norm;
4. Invoering van een door deskundigen geleid, in de tijd beperkt mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting waarop houders en toepassers van SEP’s een beroep kunnen doen bij onderhandelingen over een Frand-licentie.
Over het geheel genomen steunt de rapporteur het initiatief van de Europese Commissie en de voorgestelde maatregelen, aangezien de Commissie zich heeft gericht naar de resolutie van het EP over het actieplan inzake intellectuele-eigendomsrechten.
De rapporteur legt de nadruk op het vergroten van de juridische duidelijkheid van het voorstel en het creëren van een brug tussen de belangen van SEP-houders en SEP-toepassers. Beide belanghebbenden zijn enorm belangrijk voor de Europese economie en hun belangen moeten dan ook worden weerspiegeld in een evenwichtige rechtshandeling. Het voorstel moet de transparantie van SEP’s vergroten om het kennisvoordeel van SEP-houders in evenwicht te brengen, maar zonder hun wereldwijde concurrentievermogen te beperken.
Meer juridische duidelijkheid
De vraag welke gebruiksgevallen van normen onder de nieuwe wetgeving vallen, is van enorm belang voor de juridische duidelijkheid. Hoewel de rapporteur het ermee eens is dat de Commissie deze kwestie via gedelegeerde handelingen moet aanpakken, vindt zij het niettemin essentieel om nu al bepaalde criteria vast te stellen. Derhalve stelt de rapporteur dienovereenkomstige amendementen voor, waaronder een definitie van “significante moeilijkheden of inefficiëntie”.
De rapporteur heeft ook nieuwe definities toegevoegd om de tekst begrijpelijker te maken.
Oprichting van een kenniscentrum binnen het EUIPO en registratie
De rapporteur is van mening dat de oprichting van een kenniscentrum bij het EUIPO bijzonder zinvol is, aangezien het Europees uitvoerend agentschap veel ervaring heeft met het onderhouden van databanken. Het is belangrijk dat dit agentschap over voldoende personele en financiële middelen beschikt om de nieuwe taak efficiënt uit te voeren.
Verder is het voor de rapporteur belangrijk om het verschil tussen het register en de databank duidelijker te maken, de nauwkeurigheid van het register te waarborgen en mogelijke administratieve lasten voor de SEP-houders te voorkomen.
Octrooigemeenschappen
De rapporteur is bijzonder ingenomen met de octrooigemeenschappen. Als ze op een transparante manier worden beheerd, hebben deze een enorme toegevoegde waarde voor SEP-houders en SEP-toepassers. Er moet alleen voor worden gezorgd dat deze transparantie ook daadwerkelijk tot uiting komt in de informatie die onder andere op de website wordt verstrekt. Om dit te versterken heeft de rapporteur voorstellen in die zin gedaan.
Essentialiteitscontrole
In de EP-resolutie over het actieplan inzake intellectuele eigendom riep het Parlement op tot een onafhankelijk, neutraal en transparant systeem voor de controle van de essentialiteit door derden. De rapporteur is verheugd dat de Europese Commissie hieraan gehoor heeft gegeven en een systeem voor de beoordeling van de essentialiteit van octrooien heeft voorgesteld.
Er zij op gewezen dat zowel de beoordelaars als de bemiddelaars in de procedure voor de vaststelling van Frand enerzijds over de nodige en zeer gespecialiseerde deskundigheid en ervaring moeten beschikken en anderzijds onafhankelijk en onpartijdig moeten zijn.
Bovendien moeten de beoordelaars ook bestaande essentialiteitscontroles kunnen verifiëren als zij twijfels hebben over de juistheid ervan.
Vaststelling van de geaggregeerde royalty
De niet-bindende vaststelling van de geaggregeerde royalty zal belanghebbenden helpen om SEP’s efficiënt te prijzen.
De rapporteur is in dit verband van mening dat de mogelijkheid om deze controle eenzijdig te blokkeren moet worden uitgesloten en heeft derhalve dienovereenkomstige amendementen voorgesteld.
In de tijd beperkt mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting
In zijn resolutie over het actieplan inzake intellectuele eigendom riep het Parlement de Commissie ook op om meer duidelijkheid te verschaffen over verschillende aspecten van Frand en om mogelijke stimulansen te overwegen om de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties efficiënter te laten verlopen en het aantal geschillen te verminderen. De Commissie heeft ook gehoor gegeven aan deze oproep door een niet-bindend systeem voor geschillenbeslechting voor te stellen dat strategische vertragingen door marktdeelnemers kan tegenhouden. De rapporteur is ingenomen met het feit dat, op grond van een advies van een derde, op zeer korte termijn van deze marktdeelnemer ten minste een waarborgsom kan worden gevorderd waarvan het bedrag realistisch en effectief is.
Tegelijkertijd is de rapporteur van mening dat de partijen niet mogen worden verplicht om al in de loop van de procedure bindend te verklaren of ze zich al dan niet aan de uitkomst van de procedure zullen onderwerpen. De partijen zouden een dergelijke beslissing pas moeten kunnen nemen nadat ze kennis hebben genomen van de uitkomst van het mechanisme voor geschillenbeslechting.
Bovendien is de rapporteur van mening dat parallelle procedures alleen tot beëindiging van de geschillenregeling mogen leiden als de andere partij dat wenst. Op deze manier kan worden voorkomen dat de procedure wordt ondermijnd door het aanspannen van een rechtszaak in een derde land.
Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
In sommige veelbelovende SEP-sectoren, zoals het internet der dingen, bestaat 85 % van de betrokken bedrijven uit kmo’s. Kmo’s beschikken meestal over beperkte personele en financiële middelen en derhalve versterkt de rapporteur de desbetreffende voorstellen van de Commissie. Zij stelt voor om één centraal contactpunt op te zetten dat in het kader van het kenniscentrum beschikbaar moet worden gesteld aan kmo’s. Kmo’s die SEP-gebruiker zijn, moeten hier gratis informatie kunnen krijgen over welke licenties zij nodig hebben voor hun product of dienst en hoe ze deze kunnen verkrijgen. Kmo’s die SEP-houder zijn, moeten gratis informatie krijgen over hoe ze potentiële licentienemers beter kunnen identificeren en hun rechten specifiek kunnen afdwingen. Echter zouden alleen kmo’s waarvan het bedrijfsmodel niet louter gebaseerd is op de exploitatie van octrooien, van deze voordelen mogen profiteren.
Evaluatie van de nieuwe instrumenten
Deze voorgestelde instrumenten hebben het potentieel om de verlening van SEP-licenties aanzienlijk efficiënter te maken. Inefficiëntie en transactiekosten bij de verlening van licenties kunnen worden verminderd, licentieonderhandelingen kunnen zodoende worden vergemakkelijkt, de afronding ervan kan worden versneld en dure en tijdrovende geschillen kunnen worden beperkt. Dit zou de interne markt van de EU aantrekkelijker maken als locatie voor innovaties die industriële normen bepalen. Aangezien de voorgestelde maatregelen echter ook gevolgen hebben op mondiaal niveau, is de rapporteur van mening dat de gevolgen voor het concurrentievermogen van Europese SEP-houders op mondiaal niveau en voor de innovatie in Europa grondiger moeten worden onderzocht. Als het resultaat van dit onderzoek op negatieve effecten wijst, moet de Commissie zo nodig passende wijzigingen voorstellen.
BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
Overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement verklaart de rapporteur bij de opstelling van het verslag voorafgaand aan de goedkeuring ervan in de commissie input te hebben ontvangen van de volgende entiteiten of personen:
Entiteit en/of persoon |
IP Europe |
InterDigital |
Fraunhofer Institut |
European Patent Office |
European Association of Automotive Suppliers |
Philips |
Nokia |
Ericsson |
ACT The App Association |
Qualcomm |
Apple |
European Commission DG GROW |
Xiaomi |
Volkswagen |
Audi |
Tholos Foundation |
Public Interest Patent Law Institute |
OpenForum Europe |
Fair Standards Alliance |
European Automobile Manufacturers´Association |
Bayerische Motoren Werke |
CEN CENELEC |
Business Europe |
Eurocommerce |
Marconi (Avanci platform) |
Permanent Representation of Germany |
Permanent Representation of Spain |
Verband der deutschen Automobilindustrie |
Continental |
CISCO |
4IPCouncil |
Ingenico |
European association of smart energy solution providers |
Fiorentini |
DOLBY |
Siemens
|
Bosch
|
TU München
|
Bosch
|
Bundesverband Deutscher Leasing-Unternehmen
|
Wirtschaftsrat der CDU |
DELL
|
Permanent Representation of Finland
|
De bovenstaande lijst is opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur.
ADVIES VAN DE COMMISSIE INTERNATIONALE HANDEL (28.11.2023)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU)2017/1001
(COM(2023)0232 – C9‑0147/2023 – 2023\0133(COD))
Rapporteur voor advies: Danuta Maria Hübner
AMENDEMENTEN
De Commissie internationale handel verzoekt de bevoegde Commissie juridische zaken het onderstaande in aanmerking te nemen:
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Deze verordening heeft tot doel de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren door de oorzaken van een inefficiënte licentieverlening aan te pakken, zoals het gebrek aan transparantie met betrekking tot SEP’s, billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand) en de licentieverlening in de waardeketen, evenals het beperkte gebruik van procedures voor de beslechting van geschillen bij de beslechting van Frand-geschillen. Al deze oorzaken samen verminderen de algehele billijkheid en efficiëntie van het systeem en leiden tot buitensporige administratieve en transactiekosten. Door de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren, wil de verordening de deelname van Europese bedrijven aan de ontwikkeling van normen en de brede toepassing van dergelijke genormaliseerde technologieën stimuleren, met name in bedrijfstakken van het internet der dingen (IoT). Daarom streeft deze verordening doelstellingen na die complementair zijn met, maar verschillen van de door de artikelen 101 en 102 VWEU gewaarborgde bescherming van onvervalste mededinging. Deze verordening mag evenmin afbreuk doen aan de nationale mededingingsregels. |
(2) Deze verordening heeft tot doel de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren door de oorzaken van een inefficiënte licentieverlening aan te pakken, zoals het gebrek aan transparantie met betrekking tot SEP’s, billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand) en de licentieverlening in de waardeketen, evenals het beperkte gebruik van procedures voor de beslechting van geschillen bij de beslechting van Frand-geschillen. Al deze oorzaken samen verminderen de algehele billijkheid en efficiëntie van het systeem en leiden tot buitensporige administratieve en transactiekosten. Door de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren, wil de verordening de deelname van Europese bedrijven aan de ontwikkeling van normen en de brede toepassing van dergelijke genormaliseerde technologieën stimuleren, met name in bedrijfstakken van het internet der dingen (IoT). Daarom streeft deze verordening doelstellingen na die complementair zijn met, maar verschillen van de door de artikelen 101 en 102 VWEU gewaarborgde bescherming van onvervalste mededinging. Deze verordening mag evenmin afbreuk doen aan de nationale mededingingsregels en moet in overeenstemming zijn met de toezegging van de Europese Unie om een op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel in het kader van de WTO te bevorderen. In het bijzonder moeten de door deze verordening ingevoerde maatregelen in overeenstemming zijn met de WTO-regels en de Trips-overeenkomst, moet er in deze maatregelen rekening worden gehouden met de mogelijke reactie van de handelspartners van de Unie en moet erop worden toegezien dat de handhaving ervan niet wordt opgevat als een unilaterale protectionistische maatregel. |
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die van kracht zijn binnen de Europese Unie en die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde gebruiksgevallen van normen, zoals de normen voor draadloze communicatie, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere gebruiksgevallen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mogen bepaalde procedures in het kader van deze verordening, namelijk de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan waarvoor voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie. |
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde gebruiksgevallen van normen, zoals de normen voor draadloze communicatie, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere gebruiksgevallen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mag de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan waarvoor voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologie die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwt, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, wanneer inefficiëntie bij de verlening van de betreffende SEP-licenties het functioneren van de interne markt ernstig verstoort. Dit is met name relevant wanneer de markt tekortschiet en investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol van innovatieve technologieën of de ontwikkeling van nieuwe technologieën en gebruiksgevallen worden belemmerd. Daarom moet de Commissie – rekening houdend met die criteria – door middel van een gedelegeerde handeling bepalen voor welke normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd, en voor welke relevante gebruiksgevallen, SEP’s kunnen worden geregistreerd. |
Schrappen |
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Aangezien wereldwijd SEP-licenties worden verleend, kunnen verwijzingen naar geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand verwijzen naar wereldwijde geaggregeerde royalty en wereldwijde vaststellingen van Frand, of zoals anderszins overeengekomen door de kennisgevende belanghebbenden of de partijen bij de procedure. |
(8) Aangezien wereldwijd SEP-licenties worden verleend, kunnen verwijzingen naar en de vaststelling van Frand verwijzen naar wereldwijde vaststellingen van Frand, of zoals anderszins overeengekomen door de kennisgevende belanghebbenden of de partijen bij de procedure. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt de SEP-houder ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. Het is dus noodzakelijk de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken. |
Schrappen |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen. Behalve bij gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er gevestigde en in grote lijnen goed functionerende praktijken voor de verlening van SEP-licenties bestaan, kan het kenniscentrum de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. Tot slot is het belangrijk voor een derde onafhankelijke partij – een deskundige – te zorgen die een geaggregeerde royalty zou kunnen aanbevelen. Daarom moeten SEP-houders en/of -toepassers het kenniscentrum kunnen verzoeken om een deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een niet-bindend deskundig advies uitbrengen over een geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het is in dit verband belangrijk rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren. |
Schrappen |
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Zodra een norm is aangemeld of een geaggregeerde royalty is gespecificeerd, naargelang wat het eerst gebeurt, opent het kenniscentrum de registratie van SEP’s – door houders van SEP’s – die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
(18) Zodra een norm is aangemeld, opent het kenniscentrum de registratie van SEP’s – door houders van SEP’s – die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) SEP-houders kunnen zich na de vermelde termijn registreren. In dat geval zou het voor SEP-houders echter niet mogelijk mogen zijn royalty’s te innen en schadevergoedingen te eisen voor de periode van vertraging. |
(20) Indien het kenniscentrum zich niet registreert, moet het de SEP-houder ervan in kennis stellen dat, in geval van verdere vertraging bij de registratie van zijn octrooien, na een respijtperiode van twee maanden de SEP-houder geen royalty’s kan innen en geen schadevergoedingen kan eisen met betrekking tot zijn octrooi totdat de registratie is voltooid. |
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) SEP-houders moeten zorgen voor de update van hun SEP-registratie(s). Updates moeten binnen 6 maanden worden geregistreerd voor relevante statuswijzigingen, met inbegrip van eigenaarschap, invalidatiebevindingen of andere toepasselijke wijzigingen als gevolg van contractuele verbintenissen of besluiten van overheidsinstanties. Als de registratie niet wordt geüpdatet, kan de registratie van het SEP in het register worden gesuspendeerd. |
(22) SEP-houders moeten zorgen voor de update van hun SEP-registratie(s). Updates moeten binnen 6 maanden worden geregistreerd voor relevante statuswijzigingen, met inbegrip van eigenaarschap, invalidatiebevindingen of andere toepasselijke wijzigingen als gevolg van contractuele verbintenissen of besluiten van overheidsinstanties. Als de registratie niet wordt geüpdatet, moet het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis stellen dat zijn SEP na een respijtperiode van twee maanden kan worden opgeschort in geval van verdere vertraging bij het actualiseren van zijn registratie. |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) SEP-houders of -toepassers kunnen jaarlijks ook maximaal 100 geregistreerde SEP’s aanwijzen voor essentialiteitscontroles. Indien wordt bevestigd dat de vooraf geselecteerde SEP’s essentieel zijn, kunnen de SEP-houders deze informatie gebruiken bij onderhandelingen en als bewijs voor de rechter, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het recht van een toepasser om de essentialiteit van een geregistreerd SEP voor de rechter aan te vechten. De geselecteerde SEP’s hebben geen invloed op de steekproef, aangezien de steekproef moet worden geselecteerd uit alle geregistreerde SEP’s van elke SEP-houder. Als een vooraf geselecteerde SEP en een voor de steekproef geselecteerde SEP dezelfde zijn, hoeft slechts één essentialiteitscontrole te worden uitgevoerd. Essentialiteitscontroles hoeven niet te worden herhaald op SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
(26) Indien wordt bevestigd dat de vooraf geselecteerde SEP’s essentieel zijn, kunnen de SEP-houders deze informatie gebruiken bij onderhandelingen en als bewijs voor de rechter, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het recht van een toepasser om de essentialiteit van een geregistreerd SEP voor de rechter aan te vechten. De geselecteerde SEP’s hebben geen invloed op de steekproef, aangezien de steekproef moet worden geselecteerd uit alle geregistreerde SEP’s van elke SEP-houder. Als een vooraf geselecteerde SEP en een voor de steekproef geselecteerde SEP dezelfde zijn, hoeft slechts één essentialiteitscontrole te worden uitgevoerd. Essentialiteitscontroles hoeven niet te worden herhaald op SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) De vaststelling van Frand is een verplichte stap voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Het is echter niet verplicht de vaststelling van Frand vóór de betreffende gerechtelijke procedure in te leiden voor SEP’s met betrekking tot gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen sprake is van significante moeilijkheden of inefficiëntie bij het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
(33) Aangezien een goed functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden vast te stellen aanzienlijke voordelen kan opleveren voor alle partijen en tegelijkertijd het fundamentele recht op toegang tot de rechter voor alle partijen moet worden geëerbiedigd, moet de vaststelling van Frand een verplichte stap zijn voordat een nationale bevoegde rechter doorgaat met de beoordeling van de gegrondheid van een door een SEP-houder ingestelde vordering wegens inbreuk op een octrooi of doorgaat met de vaststelling of beoordeling van de Frand-voorwaarden, zoals aangevraagd door een toepasser. |
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 34
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen en zich ertoe wenst te verbinden zich naar het resultaat ervan te schikken. Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat of zich er niet toe verbindt zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die zich ertoe verbindt/verbinden zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken en volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren. |
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen. Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. |
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. In dat verband moet de partij die zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven terwijl de andere partij dit nalaat, het recht hebben een procedure bij de bevoegde nationale rechter in te leiden in afwachting van de vaststelling van Frand. Bovendien moet elk van beide partijen bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. Elk van beide partijen moet bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 36
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Wanneer de partijen de vaststelling van Frand aangaan, moeten ze een bemiddelaar voor de vaststelling van Frand uit de lijst selecteren. Bij onenigheid selecteert het kenniscentrum de bemiddelaar. De vaststelling van Frand moet binnen negen maanden worden afgerond. Deze tijdsperiode is nodig voor een procedure die waarborgt dat de rechten van de partijen worden geëerbiedigd, maar ook snel genoeg is om vertragingen bij het sluiten van licenties te voorkomen. De partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure tot een schikking komen, wat resulteert in de beëindiging van de vaststelling van Frand. |
(36) Wanneer de partijen de vaststelling van Frand aangaan, moeten ze een panel van bemiddelaars voor de vaststelling van Frand uit de lijst selecteren. Het panel moet bestaan uit drie bemiddelaars: één bemiddelaar wordt geselecteerd door de SEP-houder en één bemiddelaar wordt door de toepasser geselecteerd uit de door het kenniscentrum ter beschikking gestelde lijst van bemiddelaars. De derde bemiddelaar moet door beide partijen onderling worden overeengekomen. Bij onenigheid selecteert het kenniscentrum de bemiddelaar. De vaststelling van Frand moet binnen negen maanden worden afgerond. Deze tijdsperiode is nodig voor een procedure die waarborgt dat de rechten van de partijen worden geëerbiedigd, maar ook snel genoeg is om vertragingen bij het sluiten van licenties te voorkomen. De partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure tot een schikking komen, wat resulteert in de beëindiging van de vaststelling van Frand. |
|
(De wijziging van “bemiddelaar” in “panel van bemiddelaars” moet in voorkomend geval consequent worden doorgevoerd in het hele Commissievoorstel.) |
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet de bemiddelaar of – wanneer er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van de andere partij kunnen beëindigen. |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet het panel van bemiddelaars of – wanneer er geen panel van bemiddelaars is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van een partij kunnen beëindigen. |
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 44
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(44) Bij de vaststelling van de geaggregeerde royalty’s en de vaststellingen van Frand moeten de bemiddelaars vooral rekening houden met het acquis van de Unie en de arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot SEP’s, alsook met de richtsnoeren in het kader van deze verordening, de horizontale richtsnoeren42 en de mededeling van de Commissie uit 2017 inzake de EU benadering van essentiële octrooien43. De bemiddelaars moeten voorts rekening houden met elk deskundig advies over de geaggregeerde royalty of – bij gebrek daaraan – de partijen om informatie verzoeken, voordat zij hun definitieve voorstellen doen en richtsnoeren in het kader van deze verordening uitvaardigen. |
(44) Bij de vaststellingen van Frand moeten de bemiddelaars vooral rekening houden met het acquis van de Unie en de arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot SEP’s, alsook met de richtsnoeren in het kader van deze verordening, de horizontale richtsnoeren42 en de mededeling van de Commissie uit 2017 inzake de EU benadering van essentiële octrooien43. Het panel van bemiddelaars moet voorts rekening houden met elk deskundig advies over de vaststelling van Frand of – bij gebrek daaraan – de partijen om informatie verzoeken, voordat zij hun definitieve voorstellen doen en richtsnoeren in het kader van deze verordening uitvaardigen. |
__________________ |
__________________ |
42 Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (PB C 11 van 14.1.2011, blz. 1) (wordt momenteel geëvalueerd). |
42 Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (PB C 11 van 14.1.2011, blz. 1) (wordt momenteel geëvalueerd). |
43 Mededeling inzake de EU benadering van essentiële octrooien, COM(2017)712 final van 29.11.2017. |
43 Mededeling inzake de EU benadering van essentiële octrooien, COM(2017)712 final van 29.11.2017. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 45
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen. |
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt, onder meer door de zinvolle betrokkenheid van belanghebbenden. Het kenniscentrum moet in voorkomend geval ook kennis uitwisselen met de relevante actoren in de waardeketen. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen. Het kenniscentrum moet actief feedback verzamelen van belanghebbenden binnen en buiten de EU over problemen met de naleving van de verordening, informatie verzamelen over ontwijking en over de gevolgen voor eindgebruikers. Het kenniscentrum moet ook meehelpen om ervoor te zorgen dat de nieuwe EU-vergunningsregels en de uitvoering ervan de innovatie in de EU en het technologische leiderschap van de EU niet ondermijnen. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 46
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening zal de verlening van hun SEP-licenties wellicht vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening moet ook de verlening van hun SEP-licenties vergemakkelijken om een billijk rendement op hun investering te waarborgen en de deelname van kmo’s aan de ontwikkeling van normen aan te moedigen. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals minder administratieve rompslomp, lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles. Ook kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. |
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 47
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens of met betrekking tot het vaststellen van de desbetreffende bestaande normen of om gebruiksgevallen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen om gebruiksgevallen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
__________________ |
__________________ |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 48
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. De Commissie moet ook de normen of delen daarvan vaststellen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd en waarvoor SEP’s kunnen worden geregistreerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
__________________ |
__________________ |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 49
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(49) Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad46 moet worden gewijzigd om het EUIPO de bevoegdheid te geven de taken uit hoofde van deze verordening op zich te nemen. De taken van de uitvoerend directeur moeten ook worden uitgebreid tot de bevoegdheden die hem uit hoofde van deze verordening worden verleend. Voorts moet het arbitrage- en bemiddelingscentrum van het EUIPO de bevoegdheid krijgen om processen op te zetten zoals de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand. |
(49) Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad46 moet worden gewijzigd om het EUIPO de bevoegdheid te geven de taken uit hoofde van deze verordening op zich te nemen. De taken van de uitvoerend directeur moeten ook worden uitgebreid tot de bevoegdheden die hem uit hoofde van deze verordening worden verleend. Voorts moet het arbitrage- en bemiddelingscentrum van het EUIPO de bevoegdheid krijgen om processen op te zetten zoals de vaststelling van Frand. |
__________________ |
__________________ |
46 Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1). |
46 Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1). |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze verordening is van toepassing op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden), en die niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom, |
2. Deze verordening is alleen van toepassing op octrooien: |
a) na de inwerkingtreding van deze verordening, met de in lid 3 bedoelde uitzonderingen; |
a) die in een of meer lidstaten van kracht zijn; |
b) vóór de inwerkingtreding van deze verordening, overeenkomstig artikel 66. |
b) die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen na de inwerkingtreding van deze verordening; en |
|
c) waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden), en die niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom of gelijkwaardig beleid inzake intellectuele eigendom. |
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De artikelen 17 en 18 en artikel 34, lid 1, zijn niet van toepassing op SEP’s voor zover ze worden toegepast voor door de Commissie overeenkomstig lid 4 vastgestelde gebruiksgevallen. |
3. Artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op SEP’s voor zover ze worden toegepast voor door de Commissie overeenkomstig lid 4 vastgestelde gebruiksgevallen. |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als er voldoende bewijs is dat, met betrekking tot vastgestelde gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan, onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiëntie die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden, stelt de Commissie, na een passend raadplegingsproces, door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67, een lijst op van dergelijke gebruiksgevallen, normen of delen daarvan voor de toepassing van lid 3. |
4. Als er voldoende bewijs is dat, met betrekking tot vastgestelde gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan, onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiëntie die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden, stelt de Commissie uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening], en na een passend raadplegingsproces, door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67, een lijst op van dergelijke gebruiksgevallen, normen of delen daarvan voor de toepassing van lid 3. |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Deze verordening is van toepassing op houders van SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
Schrappen |
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat essentieel is voor een norm; |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat van kracht is in een of meer lidstaten, dat essentieel is voor een norm en waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder Frand-voorwaarden; |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem; |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem in een of meer lidstaten; |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10) “geaggregeerde royalty”: het maximale bedrag aan royalty voor alle octrooien die essentieel zijn voor een norm; |
Schrappen |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
16) “octrooifamilie”: een verzameling octrooidocumenten die betrekking op dezelfde uitvinding hebben en waarvan de leden dezelfde prioriteiten hebben; |
16) “octrooifamilie”: een verzameling octrooiaanvragen die betrekking op dezelfde of soortgelijke technische inhoud hebben en die met elkaar verbonden zijn via beroepen op voorrang. |
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) een procedure voor de vaststelling van geaggregeerde royalty beheren; |
Schrappen |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Met gebruikmaking van de bij artikel 157 van Verordening (EU) 2017/1001 verleende bevoegdheden stelt de uitvoerend directeur van het EUIPO de interne administratieve instructies vast en maakt hij/zij de mededelingen bekend die nodig zijn voor de uitvoering van alle taken die krachtens deze verordening aan het kenniscentrum zijn toevertrouwd. |
3. Het kenniscentrum wordt opgericht en is volledig operationeel 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en het zorgt ervoor dat het regelmatig informatie uitwisselt met regionale en mondiale instellingen voor intellectuele eigendom. Met gebruikmaking van de bij artikel 157 van Verordening (EU) 2017/1001 verleende bevoegdheden stelt de uitvoerend directeur van het EUIPO de interne administratieve instructies vast en maakt hij/zij de mededelingen bekend die nodig zijn voor de uitvoering van alle taken die krachtens deze verordening aan het kenniscentrum zijn toevertrouwd. |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) informatie over de vraag of er een essentialiteitscontrole of collegiale toetsing is uitgevoerd, met een verwijzing naar het resultaat; |
c) informatie over de vraag of er een essentialiteitscontrole of collegiale toetsing is uitgevoerd, tenzij dit niet mogelijk was als gevolg van contractuele beperkingen die de partijen zijn overeengekomen, met een verwijzing naar het resultaat; |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de datum van bekendmaking van informatie overeenkomstig artikel 19, lid 1, in samenhang met artikel 14, lid 7, artikel 15, lid 4, en artikel 18, lid 11; |
f) de datum van bekendmaking van informatie overeenkomstig artikel 19, lid 1, in samenhang met artikel 14, lid 7; |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt b); |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen overeenkomstig artikel 7; |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt g
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) informatie over geaggregeerde royalty’s overeenkomstig de artikelen 15, 16 en 17; |
Schrappen |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) de in artikel 18 bedoelde deskundige adviezen; |
Schrappen |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij, voor zover redelijk mogelijk, een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
Motivering
Gegevens die worden uitgedrukt in numerieke waarden zoals royaltytarieven, productvolumes enz. kunnen niet worden beperkt tot een niet-vertrouwelijke vorm.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) Toepassers verstrekken het kenniscentrum informatie over de op de markt van de Unie beschikbare producten, processen, diensten of systemen die zij aanbieden of voornemens zijn aan te bieden en die voldoen aan een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen waarvoor een Frand-verbintenis vereist is, met vermelding van de betrokken norm. |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een SEP-houder verstrekt het kenniscentrum de volgende informatie die in de databank moet worden opgenomen en waarnaar in het register moet worden verwezen: |
Een SEP-houder verstrekt het kenniscentrum informatie over een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat over de essentialiteit van een geregistreerd SEP, uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van die beslissing. Deze informatie wordt zonder onnodige vertraging in de databank opgenomen en in het register vermeld. |
a) een definitieve beslissing van een bevoegde rechter in een lidstaat over de essentialiteit van een geregistreerd SEP uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van die beslissing; |
|
b) elke essentialiteitscontrole vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van een gemeenschap, waarbij het SEP-registratienummer, de identiteit en de beheerder van de octrooigemeenschap en de beoordelaar worden vermeld. |
|
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum verzamelt en publiceert in de databank informatie over alle regels met betrekking tot SEP’s in derde landen. |
1. Het kenniscentrum verzamelt en publiceert in de databank na een degelijke verificatie onverwijld informatie over alle regels met betrekking tot SEP’s in derde landen. Het kenniscentrum verzamelt ook informatie over de naleving en ontwijking van deze verordening in of door derde landen, en monitort de gevolgen voor eindgebruikers. |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Om de doeltreffende uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, kan het kenniscentrum samenwerken, in contact treden en informatie uitwisselen met, onder meer, autoriteiten van derde landen en internationale organisaties die zich met SEP’s bezighouden, met name wat betreft de informatie over SEP-gerelateerde regels in derde landen of het voorkómen van parallelle procedures. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 15 |
Schrappen |
Kennisgeving van een geaggregeerde royalty aan het kenniscentrum |
|
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, kunnen het kenniscentrum gezamenlijk in kennis stellen van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot een norm. |
|
2. De overeenkomstig lid 1 gedane kennisgeving bevat de volgende informatie: |
|
a) de commerciële benaming van de norm; |
|
b) de lijst van technische specificaties die de norm definiëren; |
|
c) de namen van de SEP-houders die de in lid 1 bedoelde kennisgeving doen; |
|
d) het geraamde percentage van alle SEP-houders dat de in lid 1 bedoelde SEP-houders vertegenwoordigen; |
|
e) het geraamde percentage van alle SEP’s voor de norm dat zij collectief bezitten; |
|
f) de toepassingen die bekend zijn bij de in punt c) bedoelde SEP-houders; |
|
g) de wereldwijde geaggregeerde royalty, tenzij de kennisgevende partijen specificeren dat de geaggregeerde royalty niet wereldwijd is; |
|
h) alle perioden waarvoor de in lid 1 bedoelde geaggregeerde royalty geldig is. |
|
3. De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt gedaan uiterlijk 120 dagen: |
|
a) na de publicatie van een norm door de organisatie voor de ontwikkeling van normen voor toepassingen die bekend zijn bij de SEP-houders als bedoeld in lid 2, punt c); or |
|
b) nadat zij bekend worden met een nieuwe toepassing van de norm. |
|
4. Het kenniscentrum publiceert in de databank de uit hoofde van lid 2 verstrekte informatie. |
|
|
Elke verwijzing naar “geaggregeerde royalty” moet in het Commissievoorstel worden geschrapt. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 16 |
Schrappen |
Herziening van geaggregeerde royalty |
|
1. Bij een herziening van de geaggregeerde royalty stellen de SEP-houders het kenniscentrum in kennis van de herziene geaggregeerde royalty en de redenen voor de herziening. |
|
2. Het kenniscentrum publiceert in de databank de initiële geaggregeerde royalty, de herziene geaggregeerde royalty en de redenen voor de herziening in het register. |
|
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 17 |
Schrappen |
Procedure om overeenkomsten over de vaststellingen van geaggregeerde royalty te vergemakkelijken |
|
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten en ten minste 20 % van alle SEP’s van een norm vertegenwoordigen, kunnen het kenniscentrum verzoeken om een bemiddelaar uit de lijst van bemiddelaars aan te wijzen om te bemiddelen bij de besprekingen over een gezamenlijke indiening van een geaggregeerde royalty. |
|
2. Een dergelijk verzoek wordt ingediend uiterlijk 90 dagen na de publicatie van de norm of uiterlijk 120 dagen na de eerste verkoop van een nieuwe toepassing op de markt van de Unie voor toepassingen die niet bekend waren op het moment van de publicatie van de norm. |
|
3. Het verzoek bevat de volgende informatie: |
|
a) de commerciële benaming van de norm; |
|
b) de datum van publicatie van de meest recente technische specificatie of de datum van de eerste verkoop van een nieuwe toepassing op de markt van de Unie; |
|
c) de toepassingen die bekend zijn bij de in lid 1 bedoelde SEP-houders; |
|
d) de namen en de contactgegevens van de SEP-houders die het verzoek ondersteunen; |
|
e) het geraamde percentage van alle potentiële voor de norm geclaimde SEP’s dat zij individueel en collectief bezitten. |
|
4. Het kenniscentrum stelt de in lid 3, punt d), bedoelde SEP-houders in kennis en verzoekt hen hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken en hun geraamde percentage van alle SEP’s voor de norm mee te delen. |
|
5. Het kenniscentrum wijst een bemiddelaar aan uit de lijst van bemiddelaars en brengt alle SEP-houders die hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar hebben gemaakt, op de hoogte. |
|
6. SEP-houders die de bemiddelaar vertrouwelijke informatie verstrekken, verschaffen een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. |
|
7. Als de SEP-houders uiterlijk zes maanden na de aanwijzing van de bemiddelaar geen gezamenlijke kennisgeving doen, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
|
8. Als de bijdragers overeenstemming bereiken over een gezamenlijke kennisgeving, is de procedure van artikel 15, leden 1, 2 en 4, van toepassing. |
|
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 18
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum registreert een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de vroegste van de volgende gebeurtenissen: |
1. Het kenniscentrum registreert een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de publicatie door het kenniscentrum van de norm en de daarmee verband houdende informatie overeenkomstig artikel 14, lid 7. |
a) publicatie door het kenniscentrum van de norm en de daarmee verband houdende informatie overeenkomstig artikel 14, lid 7; |
|
b) publicatie door het kenniscentrum van een geaggregeerde royalty en daarmee verband houdende informatie overeenkomstig artikel 15, lid 4, en artikel 18, lid 11. |
|
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum publiceert op de website van het EUIPO een bericht waarin de belanghebbenden over de registratie in het register worden geïnformeerd, en verwijst naar de in lid 1 bedoelde publicaties. Het kenniscentrum stelt de bekende SEP-houders individueel en elektronisch in kennis van het in dit lid bedoelde bericht, evenals de relevante organisatie voor de ontwikkeling van normen. |
2. Het kenniscentrum publiceert op de website van het EUIPO een bericht waarin de belanghebbenden over de registratie in het register worden geïnformeerd. Het kenniscentrum stelt de bekende SEP-houders individueel en elektronisch in kennis van het in dit lid bedoelde bericht, evenals de relevante organisatie voor de ontwikkeling van normen. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de registratie de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie niet bevat of onvolledige of onjuiste informatie bevat, verzoekt het kenniscentrum de SEP-houder binnen de termijn van ten minste twee maanden de volledige en nauwkeurige informatie te verstrekken. |
3. Als de registratie de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie niet bevat of onvolledige of onjuiste informatie bevat, verzoekt het kenniscentrum de SEP-houder binnen de termijn van ten minste zes maanden de volledige en nauwkeurige informatie te verstrekken. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als de SEP-houder nalaat de juiste en volledige informatie te verstrekken, wordt de registratie in het register opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
4. Als de SEP-houder nalaat de juiste en volledige informatie te verstrekken, stelt het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis dat hij de juiste en volledige informatie niet heeft verstrekt en dat, na een respijtperiode van twee maanden waarin de SEP-houder de vereiste informatie nog kon verstrekken, zijn registratie in het register wordt opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis van het verzoek en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste twee maanden. |
3. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis van het verzoek en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste zes maanden. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 4 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste twee maanden, wanneer het kenniscentrum door een bevoegde rechter in een lidstaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, of door een octrooibureau of door een derde partij wordt geïnformeerd over: |
4. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis en verzoekt de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank te corrigeren, in voorkomend geval binnen een termijn van ten minste zes maanden, wanneer het kenniscentrum door een bevoegde rechter in een lidstaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, of door een octrooibureau of door een derde partij wordt geïnformeerd over: |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Als de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank niet binnen de vastgestelde termijn corrigeert, wordt de registratie in het register opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
5. Als de SEP-houder de vermelding in het register of de informatie in de databank niet binnen de vastgestelde termijn corrigeert, stelt het kenniscentrum de SEP-houder ervan in kennis dat hij de vermelding in het register niet heeft gecorrigeerd en dat, na een respijtperiode van twee maanden waarin de SEP-houder de vereiste informatie nog kon verstrekken, de registratie in het register wordt opgeschort totdat de volledige en juiste informatie is verstrekt. |
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een bemiddelaar voert de volgende taken uit: |
2. Een bemiddelaar neemt deel aan vaststellingen van Frand. |
a) bemiddelen tussen partijen bij de vaststelling van een geaggregeerde royalty; |
|
b) een niet-bindend advies over een geaggregeerde royalty verlenen; |
|
c) deelnemen aan vaststellingen van Frand. |
|
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de procedures overeenkomstig de artikelen 17, 18, 31 en 32 en titel VI. |
b) de procedures overeenkomstig de artikelen 31 en 32 en titel VI. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van geschikte kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars. Er kunnen verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars zijn, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van geschikte kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars. Er zijn verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Elke SEP-houder kan jaarlijks vrijwillig maximaal 100 geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies voor een essentialiteitscontrole voorstellen met betrekking tot elke specifieke norm waarvoor een SEP-registratie heeft plaatsgehad. |
Schrappen |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Elke toepasser kan jaarlijks vrijwillig maximaal 100 geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies voor een essentialiteitscontrole voorstellen met betrekking tot elke specifieke norm waarvoor SEP-registraties hebben plaatsgehad. |
Schrappen |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) de commerciële benaming van de norm en de naam van de organisatie voor de ontwikkeling van normen; |
d) de commerciële benaming van de norm en de naam van de desbetreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen; |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) verwijzingen naar elke andere vaststelling van Frand, indien van toepassing. |
f) verwijzingen naar elke andere gerelateerde vaststelling van Frand, indien van toepassing. |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 37 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De periode voor de verjaring van vorderingen voor een bevoegde rechter in een lidstaat wordt opgeschort voor de duur van de vaststelling van Frand. |
Schrappen |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en of ze zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven. |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en, indien dit niet het geval is, de redenen waarom zij weigert deel te nemen. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen of zich er toe te verbinden het resultaat na te leven, is het volgende van toepassing: |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen, is het volgende van toepassing: |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en of ze zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven; |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand; |
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven overeenkomstig lid 2, ook als een dergelijke verbintenis afhankelijk is van de verbintenis van de verzoekende partij om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, is het volgende van toepassing: |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt overeenkomstig lid 2, is het volgende van toepassing: |
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om het kenniscentrum binnen zeven dagen mee te delen of zij zich er eveneens toe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven. Als de verzoekende partij zich ertoe verbindt, wordt de vaststelling van Frand voortgezet en is het resultaat bindend voor beide partijen; |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om het kenniscentrum binnen zeven dagen te informeren; |
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij niet binnen de in punt a) bedoelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn zich ertoe te verbinden het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, stelt het kenniscentrum de reagerende partij daarvan in kennis en vraagt het binnen zeven dagen mee te delen of zij om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
b) als de verzoekende partij niet binnen de in punt a) bedoelde termijn antwoordt, stelt het kenniscentrum de reagerende partij daarvan in kennis en vraagt het binnen zeven dagen mee te delen of zij om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Beide partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure verklaren dat zij zich ertoe verbinden het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven. De verbintenis kan unilateraal zijn of kan afhankelijk zijn van de instemming van de andere partij. De verbintenis heeft geen gevolgen voor het resultaat of de voortzetting van de procedure voor de vaststelling van Frand. |
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Als een van de partijen zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, terwijl de andere partij nalaat dit binnen de toepasselijke termijnen te doen, stelt het kenniscentrum een bericht van verbintenis ten aanzien van de vaststelling van Frand vast en stelt het de partijen daarvan uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het aangaan van de verbintenis in kennis. Het bericht van verbintenis bevat de namen van de partijen, het onderwerp van de vaststelling van Frand, een samenvatting van de procedure en informatie – voor elke partij – over de aangegane verbintenis of het afzien van een verbintenis. |
5. Als een van de partijen zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, stelt het kenniscentrum een bericht van verbintenis ten aanzien van de vaststelling van Frand vast en stelt het de partijen daarvan uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het aangaan van de verbintenis in kennis. Het bericht van verbintenis bevat de namen van de partijen, het onderwerp van de vaststelling van Frand, een samenvatting van de procedure en informatie – voor elke partij – over de aangegane verbintenis of het afzien van een verbintenis. |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 39
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Selectie van bemiddelaars |
Selectie van het panel van bemiddelaars |
1. Na het antwoord op de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, of het verzoek om verder te gaan overeenkomstig artikel 38, lid 5, stelt het kenniscentrum ten minste drie kandidaten voor de vaststelling van Frand voor uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. De partijen/de partij selecteren/selecteert een van de voorgestelde kandidaten als bemiddelaar voor de vaststelling van Frand. |
1. Na de voortzetting van de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, of het verzoek om verder te gaan overeenkomstig artikel 38, lid 5, dragen de verzoekende en reagerende partijen elk één bemiddelaar voor uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars voor het panel van bemiddelaars. De twee bemiddelaars bereiken gezamenlijk overeenstemming over een derde bemiddelaar voor de vaststelling van Frand uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. |
2. Als de partijen het niet eens raken over een bemiddelaar, selecteert het kenniscentrum één kandidaat uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. |
2. Als de twee door de partijen voorgedragen bemiddelaars het niet eens raken over een derde bemiddelaar, selecteert het kenniscentrum één kandidaat uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Nadat de zaak overeenkomstig artikel 40, lid 2, aan de bemiddelaar is overgedragen, onderzoekt hij/zij of het verzoek de informatie bevat die krachtens artikel 36 vereist is overeenkomstig de procedureregels. |
1. Nadat de zaak overeenkomstig artikel 40, lid 2, aan het panel van bemiddelaars is overgedragen, onderzoekt het of het verzoek de informatie bevat die krachtens artikel 36 vereist is overeenkomstig de procedureregels. |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Hij/zij stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
2. Het stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een partij kan uiterlijk tot het indienen van de eerste schriftelijke opmerkingen bezwaar aantekenen op basis van het feit dat de bemiddelaar niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
1. Een partij kan te allen tijde bezwaar aantekenen op basis van het feit dat het panel van bemiddelaars niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar neemt een beslissing over het bezwaar en wijst het als ongegrond af alvorens de zaak ten gronde te behandelen, of voegt het toe aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand. Als de bemiddelaar het bezwaar afwijst of toevoegt aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, hervat hij/zij de overweging van de vaststelling van Frand-voorwaarden. |
2. Het panel van bemiddelaars neemt een beslissing over het bezwaar en wijst het als ongegrond af alvorens de zaak ten gronde te behandelen, of voegt het toe aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand. Als het panel van bemiddelaars het bezwaar afwijst of toevoegt aan het onderzoek naar de gegrondheid van de vaststelling van Frand-voorwaarden, hervat het de overweging van de vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de bemiddelaar beslist dat het bezwaar gegrond is, beëindigt hij/zij de vaststelling van Frand en stelt hij/zij een verslag op met de redenen voor de beslissing. |
3. Als het panel van bemiddelaars beslist dat het bezwaar gegrond is, beëindigt het de vaststelling van Frand en stelt het een verslag op met de redenen voor de beslissing. |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bemiddelaar staat de partijen op onafhankelijke en onpartijdige wijze bij in hun streven Frand-voorwaarden vast te stellen. |
1. Het panel van bemiddelaars staat de partijen op onafhankelijke en onpartijdige wijze bij in hun streven Frand-voorwaarden vast te stellen. |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, uitnodigen om hem/haar te ontmoeten of met hem/haar mondeling of schriftelijk te communiceren. |
2. Het panel van bemiddelaars kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, uitnodigen om het te ontmoeten of daarmee mondeling of schriftelijk te communiceren. |
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, werken/werkt te goeder trouw met de bemiddelaar samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan zijn/haar verzoeken om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om de bemiddelaar in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, werken/werkt te goeder trouw met het panel van bemiddelaars samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan zijn verzoeken om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om de bemiddelaar in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, naargelang het geval, beëindigt de bemiddelaar de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, naargelang het geval, beëindigt het panel van bemiddelaars de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) geen gevolg aan een verzoek van de bemiddelaar geeft of de procedureregels of het in artikel 42, lid 2, bedoelde tijdschema van de procedure niet naleeft; |
a) geen gevolg aan een verzoek van het panel van bemiddelaars geeft of de procedureregels of het in artikel 42, lid 2, bedoelde tijdschema van de procedure niet naleeft; |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) haar verbintenis intrekt om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven overeenkomstig artikel 38; of |
Schrappen |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
stelt de bemiddelaar beide partijen daarvan in kennis. |
stelt het panel van bemiddelaars beide partijen daarvan in kennis. |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Na ontvangst van de kennisgeving van de bemiddelaar kan de nalevende partij de bemiddelaar verzoeken om een van de volgende maatregelen te nemen: |
2. Na ontvangst van de kennisgeving van het panel van bemiddelaars kan de nalevende partij het panel van bemiddelaars verzoeken om een van de volgende maatregelen te nemen: |
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt de bemiddelaar of – als er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van een andere partij. |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt het panel van bemiddelaars of – als er geen panel van bemiddelaars is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van een partij. |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand kan de bemiddelaar of een partij – uit eigen beweging of op verzoek van de bemiddelaar – voorstellen indienen voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
1. Te allen tijde tijdens de vaststelling van Frand kan het panel van bemiddelaars of een partij – uit eigen beweging of op verzoek van het panel van bemiddelaars – voorstellen indienen voor een vaststelling van Frand-voorwaarden. |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij het indienen van suggesties voor Frand-voorwaarden houdt de bemiddelaar rekening met het effect van de vaststelling van Frand-voorwaarden op de waardeketen en op de innovatiestimulansen van zowel de SEP-houder als de belanghebbenden in de betreffende waardeketen. Daarbij kan de bemiddelaar zich verlaten op het in artikel 18 bedoelde deskundig advies of – bij gebrek aan een dergelijk advies – om aanvullende informatie verzoeken en deskundigen of belanghebbenden horen. |
3. Bij het indienen van suggesties voor Frand-voorwaarden houdt het panel van bemiddelaars rekening met het effect van de vaststelling van Frand-voorwaarden op de waardeketen en op de innovatiestimulansen van zowel de SEP-houder als de belanghebbenden in de betreffende waardeketen. Daarbij kan het panel van bemiddelaars om aanvullende informatie verzoeken en deskundigen of belanghebbenden horen. |
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk 45 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 37 bedoelde termijn dient de bemiddelaar een met redenen omkleed voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden in bij de partijen of bij de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval. |
1. Uiterlijk 45 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 37 bedoelde termijn dient het panel van bemiddelaars een met redenen omkleed voorstel voor de vaststelling van Frand-voorwaarden in bij de partijen of bij de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval. |
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel van de bemiddelaar voorstellen, die – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn/haar voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering in kennis stelt. |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel van het panel van bemiddelaars voorstellen, dat – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering in kennis stelt. |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de partijen ondertekenen een schriftelijke verklaring waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar wordt aanvaard; |
b) de partijen ondertekenen een schriftelijke verklaring waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars wordt aanvaard; |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een partij legt een schriftelijke verklaring af waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar niet wordt aanvaard; |
c) een partij legt een schriftelijke verklaring af waarin het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars niet wordt aanvaard; |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) een partij heeft niet gereageerd op het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door de bemiddelaar. |
d) een partij heeft niet gereageerd op het in artikel 55 bedoelde met redenen omklede voorstel voor een vaststelling van Frand-voorwaarden door het panel van bemiddelaars. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt d bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) een bindende vaststelling van Frand die overeenkomstig artikel 38, lid 4, tussen de partijen is overeengekomen, eindigt wanneer de bemiddelaar zijn definitieve met redenen omklede voorstel uit hoofde van artikel 55 kenbaar maakt. |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 61
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Opleiding, advies en ondersteuning |
Opleiding, advies en ondersteuning |
1. Het kenniscentrum biedt micro-, kleine en middelgrote ondernemingen gratis opleiding en ondersteuning met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden. |
1. Het kenniscentrum biedt micro-, kleine en middelgrote ondernemingen gratis opleiding en ondersteuning met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden. |
|
Het kenniscentrum werkt met name nauw samen met de Europese Commissie, nationale octrooibureaus en overheidsregelingen ter ondersteuning van kmo’s teneinde praktische begeleiding en advies te bieden aan kmo’s, ongeacht of het SEP-houders of toepassers betreft. Het kenniscentrum vraagt ook regelmatig om input van kmo’s over de opleiding en ondersteuning die het kenniscentrum hun zou moeten bieden en welke studies overeenkomstig lid 2 het nuttigst zouden zijn voor hen. |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. Dergelijke studies kunnen inhouden dat van SEP-houders en -toepassers wordt verlangd dat zij informatie verstrekken over aangegane licenties, betaalde of geïnde royalty’s en voor IoT-toepassingen verkochte producten. Het kenniscentrum kan kmo’s ramingen verstrekken van de licentiekosten voor dergelijke aanvragen. |
|
2 bis. Het kenniscentrum verplicht elke SEP-houder met een geregistreerd SEP om jaarlijks verslag uit te brengen over: |
|
a) alle licentieovereenkomsten met kmo’s; |
|
b) alle kmo’s die het centrum spontane aanvragen voor een SEP-licentie hebben toegezonden; en |
|
c) alle kmo’s waaraan het specifiek een verzoek tot het aanvragen van een SEP-licentie heeft gericht. |
|
Het kenniscentrum publiceert op basis van dergelijke verslagen een jaarverslag over SEP-licenties voor kmo’s. |
|
2 ter. Het kenniscentrum nodigt SEP-houders met een geregistreerd SEP uit om een werknemer aan te wijzen ten aanzien van het kenniscentrum, die bekendstaat als “kmo-ambassadeur” en bij wie het kenniscentrum krachtens de leden 1 tot en met 3 inlichtingen kan inwinnen. SEP-houders kunnen op vrijwillige basis een kmo-ambassadeur aanwijzen. |
3. De kosten van de in de leden 1 en 2 bedoelde diensten komen ten laste van het EUIPO. |
3. De kosten van de in de leden 1 tot en met 2 ter bedoelde diensten komen ten laste van het EUIPO. Het EUIPO zorgt ervoor dat deze functie voldoende wordt gefinancierd en van voldoende middelen wordt voorzien. |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 2 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) voor de bemiddelaars die overeenkomsten over vaststellingen van geaggregeerde royalty vergemakkelijken overeenkomstig artikel 17; |
Schrappen |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 2 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) voor het deskundig advies over geaggregeerde royalty overeenkomstig artikel 18; |
Schrappen |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 3 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de in lid 2, punt a), bedoelde vergoedingen voor rekening van de SEP-houders die aan de procedure hebben deelgenomen op basis van hun geraamde percentage SEP’s van alle SEP’s voor de norm; |
Schrappen |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de in lid 2, punt b), bedoelde vergoedingen in gelijke mate voor rekening van de partijen die hebben deelgenomen aan de procedure met betrekking tot het deskundig advies over geaggregeerde royalty, tenzij zij anders overeenkomen of het panel een andere verdeling voorstelt op basis van de op grond van de omzet vastgestelde grootte van de partijen; |
Schrappen |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als de bedragen uiterlijk tien dagen na de datum van het verzoek om betaling niet volledig zijn betaald, kan het kenniscentrum de in gebreke blijvende partij daarvan in kennis stellen en de mogelijkheid bieden de vereiste betaling binnen [vijf] dagen te verrichten. Bij de vaststelling van een geaggregeerde royalty of van Frand dient het kenniscentrum een kopie van het verzoek in bij de andere partij. |
2. Als de bedragen uiterlijk tien dagen na de datum van het verzoek om betaling niet volledig zijn betaald, kan het kenniscentrum de in gebreke blijvende partij daarvan in kennis stellen en de mogelijkheid bieden de vereiste betaling binnen [vijf] dagen te verrichten. Bij de vaststelling van Frand dient het kenniscentrum een kopie van het verzoek in bij de andere partij. |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 66
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 66 |
Schrappen |
Opening van de registratie voor een bestaande norm |
|
1. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen houders van SEP’s die essentieel zijn voor een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd (“bestaande normen”) en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 17 in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
2. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen toepassers van een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig artikel 14, lid 4, in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
3. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 30 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kan een SEP-houder of een toepasser overeenkomstig artikel 18 om deskundig advies verzoeken met betrekking tot SEP’s die essentieel zijn voor een bestaande norm of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De vereisten en procedures van artikel 18 zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
4. Wanneer het functioneren van de interne markt ernstig wordt verstoord door inefficiëntie bij de licentieverlening voor SEP’s, stelt de Commissie – na een passend raadplegingsproces – door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67 vast welke bestaande normen, delen daarvan of relevante gebruiksgevallen overeenkomstig lid 1 of lid 2 in kennis kunnen worden gesteld of voor welke overeenkomstig lid 3 om een deskundig advies kan worden verzocht. In de gedelegeerde handeling wordt ook vastgesteld welke procedures en kennisgevings- en publicatievereisten van deze verordening op die bestaande normen van toepassing zijn. De gedelegeerde handeling wordt vastgesteld uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
|
5. Deze richtlijn is van toepassing onverminderd handelingen die verricht zijn en rechten die verkregen zijn vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
|
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 68 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. |
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt b), van die verordening stelt de Commissie, indien geen advies van het comité is uitgebracht, het ontwerp van uitvoeringshandeling niet vast. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de doeltreffendheid en de efficiëntie van de SEP-registratie en het systeem van essentialiteitscontroles. |
1. Uiterlijk [zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] richt de Commissie een deskundigengroep van belanghebbenden op, bestaande uit onafhankelijke externe deskundigen en een evenwichtige vertegenwoordiging van alle belanghebbende partijen, met inbegrip van SEP-houders en -toepassers en kmo’s. De deskundigengroep van belanghebbenden wordt belast met de beoordeling van de gevolgen van deze verordening voor het Europese en mondiale ecosysteem voor intellectuele eigendom en innovatie en voor het Europese concurrentievermogen, alsook van de verenigbaarheid van deze verordening met de WTO-overeenkomsten. De deskundigengroep van belanghebbenden formuleert haar beoordeling en haar aanbeveling uiterlijk [twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] en vervolgens om de drie jaar in een verslag aan de Commissie. Dat verslag wordt ook openbaar gemaakt. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] en vervolgens om de drie jaar evalueert de Commissie de toepassing, handhaving en gevolgen van deze verordening en dient een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad. De Commissie gaat in haar evaluatie uit van een mondiaal perspectief bij het beoordelen van de doeltreffendheid en de efficiëntie van maatregelen die gevolgen hebben voor het innovatievermogen van ondernemingen in de EU. Zij houdt tevens rekening met het mondiale concurrentievermogen, documenteert gevallen van ontwijking en neemt de gevolgen voor eindgebruikers in aanmerking. Bij het opstellen van haar verslag houdt de Commissie rekening met de beoordeling en aanbevelingen van de deskundigengroep van belanghebbenden als bedoeld in lid 1 bis, en raadpleegt zij het EUIPO, het EOB, de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom en andere mondiale belanghebbenden, met inbegrip van regeringen van derde landen. In het in de eerste alinea bedoelde verslag van de Commissie wordt in het bijzonder het volgende beoordeeld: a) de doeltreffendheid van deze verordening bij het verwezenlijken van haar doel van grotere transparantie en, met name het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en zijn werkmethoden; b) de kosten-batenverhouding voor SEP-houders en -toepassers van deze verordening; c) het algemene effect op het ecosysteem voor intellectuele eigendom en innovatie in Europa en wereldwijd; d) de gevolgen van deze verordening voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen; e) de gevolgen voor de handel en voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie; g) het effect op het vlak van administratieve lasten voor de marktdeelnemers; en h) of de verordening in strijd is met de verenigbaarheid met de WTO-regels en de Trips-overeenkomst. Indien de Commissie dit passend acht, gaat het verslag vergezeld van relevante wetgevingsvoorstellen of van de intrekking van de bestaande verordening. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], en daarna om de vijf jaar, evalueert de Commissie de uitvoering van deze verordening. Bij de evaluatie wordt het functioneren van deze verordening beoordeeld, met name het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en de werkmethoden ervan. |
Schrappen |
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij het opstellen van de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluatieverslagen raadpleegt de Commissie het EUIPO en de belanghebbenden. |
Schrappen |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie dient de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluatieverslagen samen met haar conclusies op basis van die verslagen in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de raad van bestuur van het EUIPO. |
Schrappen |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zij is van toepassing met ingang van … [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
2. Zij is van toepassing met ingang van … [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In afwijking van lid 2 is artikel 3 van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening, voor zover dat nodig is voor de oprichting van het kenniscentrum. |
BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN
VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
Overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement verklaart de rapporteur dat zij informatie heeft ontvangen van de volgende entiteiten of personen bij de voorbereiding van het advies, tot aan de goedkeuring ervan in de commissie:
Entiteit en/of persoon |
41Pcouncil |
ACEA |
ACT The App Association |
Continental |
DOLBY |
Ericsson |
European Association of Automotive Suppliers (CLEPA) |
European Association of Smart Energy Solution Providers (ESMIG) |
European Commission DG Grow, Unit of Intangible Economy |
European Commission DG Trade, Unit for Investment and Intellectual Property |
European Patent Office, President's Office |
Fair Standards Alliance |
Fraunhofer Institut |
Ingenico |
InterDigital |
IP Europe |
Marconi (Avanci platform) |
Nokia |
Phillips |
Qualcomm |
Xiaomi |
Bovenstaande lijst is opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur.
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Standaardessentiële octrooien en wijziging van Verordening (EU) 2017/1001 |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2023)0232 – C9-0147/2023 – 2023/0133(COD) |
|||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
JURI 15.6.2023 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
INTA 5.10.2023 |
|||
Medeverantwoordelijke commissies - datum bekendmaking |
5.10.2023 |
|||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Danuta Maria Hübner 19.7.2023 |
|||
Behandeling in de commissie |
19.9.2023 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
28.11.2023 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 0 4 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Barry Andrews, Anna-Michelle Asimakopoulou, Tiziana Beghin, Geert Bourgeois, Saskia Bricmont, Daniel Caspary, Paolo De Castro, Markéta Gregorová, Heidi Hautala, Danuta Maria Hübner, Karin Karlsbro, Martine Kemp, Miapetra Kumpula-Natri, Bernd Lange, Margarida Marques, Gabriel Mato, Sara Matthieu, Emmanuel Maurel, Carles Puigdemont i Casamajó, Samira Rafaela, Catharina Rinzema, Inma Rodríguez-Piñero, Helmut Scholz, Joachim Schuster, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt, Marie-Pierre Vedrenne, Jörgen Warborn, Iuliu Winkler, Jan Zahradil, Juan Ignacio Zoido Álvarez |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Michiel Hoogeveen, Javier Moreno Sánchez, Ralf Seekatz |
|||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
30 |
+ |
NI |
Tiziana Beghin, Carles Puigdemont i Casamajó |
PPE |
Anna-Michelle Asimakopoulou, Daniel Caspary, Danuta Maria Hübner, Martine Kemp, Gabriel Mato, Ralf Seekatz, Jörgen Warborn, Iuliu Winkler, Juan Ignacio Zoido Álvarez |
Renew |
Barry Andrews, Karin Karlsbro, Samira Rafaela, Catharina Rinzema, Marie-Pierre Vedrenne |
S&D |
Paolo De Castro, Miapetra Kumpula-Natri, Bernd Lange, Margarida Marques, Javier Moreno Sánchez, Inma Rodríguez-Piñero, Joachim Schuster, Mihai Tudose, Kathleen Van Brempt |
The Left |
Helmut Scholz |
Verts/ALE |
Saskia Bricmont, Markéta Gregorová, Heidi Hautala, Sara Matthieu |
0 |
- |
|
|
4 |
0 |
ECR |
Geert Bourgeois, Michiel Hoogeveen, Jan Zahradil |
The Left |
Emmanuel Maurel |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
ADVIES VAN DE COMMISSIE INTERNE MARKT EN CONSUMENTENBESCHERMING (5.12.2023)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU)2017/1001
(COM(2023)0232 – C9‑0147/2023 – 2023/0133(COD))
Rapporteur voor advies: Dita Charanzová
BEKNOPTE MOTIVERING
IMCO staat volledig achter de doelstelling van het ontwerpvoorstel om de licentieverlening van standaardessentiële octrooien (standard essential patents, SEP’s) te verbeteren. Een dergelijke verbetering strookt met onze Europese doelstellingen om innovatie te bevorderen, de digitale transitie te versterken en ervoor te zorgen dat Europa koploper is op het gebied van nieuwe technologieën, waardoor de vrijwillige deelname van Europese ondernemingen aan het Europese normalisatieproces wordt aangemoedigd en een zo breed mogelijke toepassing van genormaliseerde technologieën wordt gegarandeerd.
SEP’s spelen een cruciale rol in het kader van de bredere doelstellingen om een naadloze interne markt te verwezenlijken en het wereldwijde concurrentievermogen van Europa te waarborgen. Hun centrale rol in het bevorderen van technologische innovatie sluit aan bij de klemtoon op sociaaleconomisch herstel en moedigt ondernemingen aan om te investeren in het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe technologieën, wat onze hele economie ten goede komt. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat kmo’s, die van cruciaal belang zijn voor de interne markt, niet achterblijven in de technologische wedloop, dat de toegang tot deze technologieën eerlijk blijft en dat octrooihouders hun macht niet misbruiken om de concurrentie te belemmeren.
In deze bredere context, waarin het belang wordt onderstreept van de integratie van technologie, innovatie en eerlijke concurrentie binnen het Europese technologische landschap, is het duidelijk dat SEP’s van essentieel belang zijn voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. De overkoepelende doelstelling van het voorstel – het stroomlijnen en verbeteren van de licentieverlening voor SEP’s – is in het licht van deze ambities zeker prijzenswaardig. Deze doelstelling sluit aan bij de bredere visie die erop is gericht een meer samenhangende, innovatieve en concurrerende Europese Unie te bevorderen. Maar hoewel de bedoelingen van het voorstel de goede richting uit gaan, zijn er een aantal specifieke gebieden binnen het voorstel die nader moeten worden onderzocht.
Ten eerste moet het toepassingsgebied van de verordening alle SEP’s omvatten, zowel de huidige als de toekomstige. Zonder dergelijke inclusiviteit zullen de voordelen op het gebied van transparantie en een vermindering van het aantal geschillen niet volledig worden gerealiseerd. De SEP’s zullen blijven kampen met de problemen die deze verordening beoogt aan te pakken, waaronder langdurige geschillen over de geschikte Frand-waarden voor deze SEP’s. Het is daarom van het grootste belang dat het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot alle SEP’s.
Bestaande SEP’s moeten kunnen worden geregistreerd om ervoor te zorgen dat oudere technologieën toegankelijk en concurrerend blijven. De huidige overeenkomst moet afdwingbaar blijven, zelfs indien een bestaand SEP niet is geregistreerd. Pas bij de indiening tot opname in het register moeten alle gerelateerde regels van toepassing zijn. Artikel 24 van het voorstel moet derhalve worden aangepast om sancties in verband met niet-registratie van deze SEP’s te schrappen.
Ten tweede moeten zowel SEP-houders als toepassers controles en vaststellingen kunnen aanvragen, en moet de drempel hiervoor worden verlaagd, in het bijzonder voor toepassers die kmo’s zijn.
Met het oog op onze verbintenis met betrekking tot transparantie en inclusiviteit moet de databank met informatie over SEP’s voor iedereen toegankelijk zijn. Het is begrijpelijk dat kosten in rekening worden gebracht voor gespecialiseerde raadplegingen – zoals de vaststelling van de essentialiteit of Frand-waarde van een octrooi – maar de overkoepelende kosten in verband met het onderhoud van de databank moeten worden gedragen door het EUIPO. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat een diverse groep, van wetenschappers tot het grote publiek, toegang kan krijgen tot de informatie, zonder daarvoor de financiële last te hoeven dragen. Bij bepaalde soorten informatie in de databank, zoals niet-vertrouwelijke informatie over vaststellingen van Frand, de in artikel 18 bedoelde deskundige adviezen of niet-vertrouwelijke verslagen van de bemiddelaars, kan voor de toegang daartoe een vergoeding worden gevraagd, wanneer dit gerechtvaardigd is.
Ten slotte omvat het ontwerpadvies technische correcties en verduidelijkingen van het voorstel. Naast terminologische correcties gaat het hierbij om de verduidelijking dat de mechanismen voor de vaststelling van de Frand-waarde en de essentialiteit van SEP’s los staan van het normalisatieproces zelf.
AMENDEMENTEN
De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de bevoegde Commissie juridische zaken het onderstaande in aanmerking te nemen:
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
(3) SEP’s zijn octrooien die elke technologie beschermen die betrokken is bij het gebruik van een norm. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm zou moeten worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, mogen organisaties voor de ontwikkeling van normen de ontwikkeling van een norm alleen publiceren indien de vastgestelde octrooihouders zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. De Frand-verbintenis moet derhalve van toepassing blijven in het geval van een wijziging van het eigenaarschap van het SEP zodat de SEP-verordening van toepassing is op octrooien waarvoor de Frand-voorwaarden eerder werden vastgesteld, zelfs indien de huidige SEP-houder niet degene is die oorspronkelijk de verbintenis is aangegaan. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die van kracht zijn in een of meerdere lidstaten en die essentieel zijn verklaard voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder of een vorige houder van de SEP’s in kwestie heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder Frand-voorwaarden, en die niet onderworpen zijn aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde gebruiksgevallen van normen, zoals de normen voor draadloze communicatie, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere gebruiksgevallen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mogen bepaalde procedures in het kader van deze verordening, namelijk de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan waarvoor voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie. |
Schrappen |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologie die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwt, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, wanneer inefficiëntie bij de verlening van de betreffende SEP-licenties het functioneren van de interne markt ernstig verstoort. Dit is met name relevant wanneer de markt tekortschiet en investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol van innovatieve technologieën of de ontwikkeling van nieuwe technologieën en gebruiksgevallen worden belemmerd. Daarom moet de Commissie – rekening houdend met die criteria – door middel van een gedelegeerde handeling bepalen voor welke normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd, en voor welke relevante gebruiksgevallen, SEP’s kunnen worden geregistreerd. |
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologie die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwt, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, indien een toepasser of houder van een SEP dat is aangemerkt als essentieel voor een vóór de inwerkingtreding van deze verordening gepubliceerde norm hiervan kennis geeft aan het kenniscentrum. De opname van deze normen, zoals degene die verband houden met LTE (long term evolution), kan van bijzonder belang zijn voor de uitrol van nieuwe technologieën, zoals het internet der dingen (IoT), en zal helpen om verstoringen van het functioneren van de interne markt te voorkomen. Dit is met name relevant met het oog op de transparantie en wanneer het risico dat tekortkomingen van de markt investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol van innovatieve technologieën of de ontwikkeling van technologieën belemmeren, moet worden verkleind. De uitzonderingen op de exclusieve rechten van SEP-houders zijn derhalve in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trips-overeenkomst) om technologische innovatie en de verspreiding van technologie te bevorderen tot wederzijds voordeel van de SEP-houder en de gebruiker van de technologie. Zij zouden ook in overeenstemming zijn met de beginselen dat misbruik van intellectuele-eigendomsrechten moet worden vermeden en dat maatregelen moeten worden vastgesteld om redenen van algemeen belang. In artikel 30 van de Trips-overeenkomst wordt met name bepaald dat een uitzondering op de door een octrooi verleende exclusieve rechten gerechtvaardigd is indien aan drie voorwaarden is voldaan: de uitzondering moet “beperkt” zijn, mag “niet op onredelijke wijze strijdig zijn met de normale exploitatie van het octrooi” en mag “niet op onredelijke wijze de legitieme belangen van de houder van het octrooi schaden, rekening houdend met de legitieme belangen van derden”. De opname van bestaande normen mag echter geen gevolgen hebben voor licenties die reeds van kracht zijn. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Licentieverlening onder Frand-voorwaarden omvat ook royaltyvrije licentieverlening. Aangezien de meeste problemen zich voordoen bij de verlening van niet-royaltyvrije licenties, is deze verordening niet van toepassing op royaltyvrije licentieverlening. |
(7) Licentieverlening onder Frand-voorwaarden omvat ook royaltyvrije licentieverlening, want dit is essentieel voor de ontwikkeling van de digitale samenleving. Aangezien de meeste problemen zich voordoen bij de verlening van niet-royaltyvrije licenties, is deze verordening niet van toepassing op royaltyvrije licentieverlening. |
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Aangezien wereldwijd SEP-licenties worden verleend, kunnen verwijzingen naar geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand verwijzen naar wereldwijde geaggregeerde royalty en wereldwijde vaststellingen van Frand, of zoals anderszins overeengekomen door de kennisgevende belanghebbenden of de partijen bij de procedure. |
(8) Aangezien wereldwijd SEP-licenties worden verleend, kunnen verwijzingen naar geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand verwijzen naar wereldwijde geaggregeerde royalty en wereldwijde vaststellingen van Frand, of zoals anderszins overeengekomen door de partijen, tussen een SEP-houder en een SEP-toepasser. Wanneer naar geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand wordt verwezen, moeten de omstandigheden van de handel in acht worden genomen. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s, micro-ondernemingen en start-ups te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum hun specifieke bijstand verlenen. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren. |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt de SEP-houder ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. Het is dus noodzakelijk de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken. |
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt SEP-houders ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen en SEP-toepassers om de kosten van de integratie van normen in hun producten te ramen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. Het is dus noodzakelijk de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken. |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen. Behalve bij gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er gevestigde en in grote lijnen goed functionerende praktijken voor de verlening van SEP-licenties bestaan, kan het kenniscentrum de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. Tot slot is het belangrijk voor een derde onafhankelijke partij – een deskundige – te zorgen die een geaggregeerde royalty zou kunnen aanbevelen. Daarom moeten SEP-houders en/of -toepassers het kenniscentrum kunnen verzoeken om een deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een niet-bindend deskundig advies uitbrengen over een geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het is in dit verband belangrijk rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren. |
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm waarvoor zij aanspraak maken op essentialiteit of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen buiten het ontwikkelingsproces van de norm. Het kenniscentrum kan de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. Tot slot is het belangrijk voor een derde onafhankelijke partij – een deskundige – te zorgen die een geaggregeerde royalty zou kunnen aanbevelen. Daarom moeten zowel SEP-houders als -toepassers het kenniscentrum kunnen verzoeken om een deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een niet-bindend deskundig advies uitbrengen over een geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het is in dit verband belangrijk rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren. |
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Zodra een norm is aangemeld of een geaggregeerde royalty is gespecificeerd, naargelang wat het eerst gebeurt, opent het kenniscentrum de registratie van SEP’s – door houders van SEP’s – die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
(18) Zodra een norm is aangemeld, opent het kenniscentrum de registratie van SEP’s – door houders van SEP’s – die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) SEP-houders kunnen zich na de vermelde termijn registreren. In dat geval zou het voor SEP-houders echter niet mogelijk mogen zijn royalty’s te innen en schadevergoedingen te eisen voor de periode van vertraging. |
(20) SEP-houders kunnen zich na de vermelde termijn registreren. In dat geval zou het voor SEP-houders echter niet mogelijk mogen zijn die SEP’s in licentie te geven of een vordering in te stellen voor inbreuken voor de periode van vertraging. Dit moet SEP’s die vóór de inwerkingtreding van deze verordening in licentie zijn gegeven onverlet laten. |
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Een SEP-houder kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken. Een geïnteresseerde belanghebbende kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken, als hij/zij op basis van een definitief besluit van een overheidsinstantie kan aantonen dat de registratie onjuist is. Een SEP kan alleen op verzoek van de SEP-houder uit het register worden geschrapt, indien het octrooi is verstreken, door een definitieve beslissing of uitspraak van een bevoegde rechtbank in een lidstaat nietig is verklaard of niet-essentieel is bevonden, dan wel op grond van deze verordening niet essentieel is bevonden. |
(23) Een SEP-houder kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken. Een geïnteresseerde belanghebbende kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken, als hij/zij op basis van een definitief besluit van een overheidsinstantie kan aantonen dat de registratie onjuist is. Een SEP kan alleen op verzoek van de SEP-houder uit het register worden geschrapt, indien het octrooi is verstreken, door een definitieve beslissing of uitspraak van een bevoegde rechtbank in een lidstaat nietig is verklaard of niet-essentieel is bevonden, dan wel op grond van deze verordening niet essentieel is bevonden. Een overzicht van de wijzigingen in het SEP-register moet openbaar toegankelijk worden gemaakt om de transparantie te waarborgen. |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Om de kwaliteit van het register verder te waarborgen en een teveel aan registraties te voorkomen, moeten ook willekeurig essentialiteitscontroles worden uitgevoerd door onafhankelijke beoordelaars die worden geselecteerd op basis van door de Commissie vast te stellen objectieve criteria. Er moet slechts één SEP van dezelfde octrooifamilie worden gecontroleerd op essentialiteit. |
(24) Om de kwaliteit van het register verder te waarborgen en een teveel aan registraties te voorkomen, moeten ook willekeurig en anoniem essentialiteitscontroles worden uitgevoerd door onafhankelijke en onpartijdige beoordelaars die worden geselecteerd op basis van door de Commissie vast te stellen objectieve criteria. Er moet slechts één SEP van dezelfde octrooifamilie worden gecontroleerd op essentialiteit. |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 25 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(25 bis) Hoewel voordelen moeten worden toegekend aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, mogen de aan deze ondernemingen beschikbaar gestelde voordelen niet toegankelijk zijn voor gevallen van misbruik. In dit verband mogen niet-praktiserende entiteiten die kunnen worden gekenmerkt door een verdienmodel waarbij wordt verkregen en geëxploiteerd, met als doel inkomsten te genereren via licentievergoedingen, royalty’s en schadevergoedingen, niet in aanmerking komen voor een vrijstelling uit hoofde van deze verordening. |
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Het doel van de Frand-verbintenis bestaat erin de vaststelling en het gebruik van de norm te vergemakkelijken door SEP’s onder billijke en redelijke voorwaarden ter beschikking van de toepassers te stellen en de SEP-houder een billijk en redelijk rendement op zijn innovatie te bieden. Het uiteindelijke doel van handhavingsmaatregelen van SEP-houders of van maatregelen van toepassers op grond van de weigering van een SEP-houder om een licentie te verlenen, is dus het sluiten van een Frand-licentieovereenkomst. Het hoofddoel van de verordening bestaat er in dit verband in de onderhandelingen en buitengerechtelijke geschillenbeslechting te vergemakkelijken, waarvan beide partijen kunnen profiteren. Het waarborgen van toegang tot snelle, billijke en kostenefficiënte manieren om geschillen over Frand-voorwaarden op te lossen, moet dus zowel de SEP-houders als de toepassers ten goede komen. Als zodanig kan een naar behoren functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden te vast te stellen (vaststelling van Frand) voor alle partijen aanzienlijke voordelen opleveren. Partijen kunnen om een vaststelling van Frand verzoeken om aan te tonen dat hun aanbod Frand is of om een zekerheid te stellen, wanneer ze te goeder trouw handelen. |
(31) Het doel van de Frand-verbintenis bestaat erin de vaststelling en het gebruik van de norm te vergemakkelijken door SEP’s onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden ter beschikking van de toepassers te stellen en de SEP-houder een billijk en redelijk rendement op zijn innovatie te bieden. Het uiteindelijke doel van handhavingsmaatregelen van SEP-houders of van maatregelen van toepassers op grond van de weigering van een SEP-houder om een licentie te verlenen, is dus het sluiten van een Frand-licentieovereenkomst. Het hoofddoel van de verordening bestaat er in dit verband in de onderhandelingen en buitengerechtelijke geschillenbeslechting te vergemakkelijken, waarvan beide partijen kunnen profiteren. Het waarborgen van toegang tot snelle, billijke en kostenefficiënte manieren om geschillen over Frand-voorwaarden op te lossen, moet dus zowel de SEP-houders als de toepassers ten goede komen. Als zodanig kan een naar behoren functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden vast te stellen (vaststelling van Frand) voor alle partijen aanzienlijke voordelen opleveren. Partijen kunnen om een vaststelling van Frand verzoeken om aan te tonen dat hun aanbod Frand is of om een zekerheid te stellen, wanneer ze te goeder trouw handelen. |
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 32
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) De vaststelling van Frand moet de onderhandelingen over Frand-voorwaarden vereenvoudigen en versnellen en de kosten verminderen. Het EUIPO moet de procedure beheren. Het kenniscentrum moet een lijst opstellen van bemiddelaars die aan vastgestelde competentie- en onafhankelijkheidscriteria voldoen, evenals een archief van niet-vertrouwelijke verslagen (de vertrouwelijke versie van de verslagen is alleen toegankelijk voor de partijen en de bemiddelaars). De bemiddelaars moeten neutrale personen zijn met ruime ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en een grondig inzicht in de economische aspecten van het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
(32) De vaststelling van Frand moet de onderhandelingen over Frand-voorwaarden vereenvoudigen en versnellen en de kosten verminderen. Het EUIPO moet de procedure beheren. Het kenniscentrum moet een lijst opstellen van bemiddelaars die aan vastgestelde competentie- en onafhankelijkheidscriteria voldoen, evenals een archief van niet-vertrouwelijke verslagen (de vertrouwelijke versie van de verslagen is alleen toegankelijk voor de partijen en de bemiddelaars). De bemiddelaars moeten neutrale en onpartijdige personen zijn met ruime ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en een grondig inzicht in de economische aspecten van het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) De vaststelling van Frand is een verplichte stap voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Het is echter niet verplicht de vaststelling van Frand vóór de betreffende gerechtelijke procedure in te leiden voor SEP’s met betrekking tot gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen sprake is van significante moeilijkheden of inefficiëntie bij het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden. |
(33) In het geval dat een of meer partijen een procedure voor de vaststelling van Frand starten, moet dit een verplichte stap zijn voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Voordat de partijen een procedure wegens inbreuk op een octrooi of vorderingen inleiden voor een EU-rechtbank, moeten zij een bemiddelingsprocedure opstarten om de Frand-voorwaarden vast te stellen. Deze bemiddelingsprocedure mag niet langer dan negen maanden duren en het resultaat ervan mag niet bindend zijn. |
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 34
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen en zich ertoe wenst te verbinden zich naar het resultaat ervan te schikken. Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat of zich er niet toe verbindt zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die zich ertoe verbindt/verbinden zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken en volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren. |
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen en zich ertoe wenst te verbinden zich naar het resultaat ervan te schikken. De vaststelling van Frand moet een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om tot overeenstemming te komen en een aanhangig geschil te beslechten of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die zich schikt/schikken naar het resultaat van de vaststelling van Frand en volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren. |
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. In dat verband moet de partij die zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven terwijl de andere partij dit nalaat, het recht hebben een procedure bij de bevoegde nationale rechter in te leiden in afwachting van de vaststelling van Frand. Bovendien moet elk van beide partijen bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, micro-ondernemingen en start-ups, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 37
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Na de aanwijzing van een bemiddelaar moet het bemiddelingscentrum de vaststelling van Frand in handen geven van de bemiddelaar, die moet onderzoeken of het verzoek de nodige informatie bevat, en die het tijdschema van de procedure moet meedelen aan de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
(37) Na de aanwijzing van een bemiddelaar moet het bemiddelingscentrum de vaststelling van Frand in handen geven van de bemiddelaar, die moet onderzoeken of het verzoek de nodige informatie bevat, en die het tijdschema van de procedure moet meedelen aan de partijen. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet de bemiddelaar of – wanneer er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van de andere partij kunnen beëindigen. |
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet de bemiddelaar of – wanneer er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van een partij kunnen beëindigen. |
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 45
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen. |
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen. Het kader waarin deze verordening voorziet, bevordert het technische leiderschap van de EU op het gebied van innovatie. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 46
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening zal de verlening van hun SEP-licenties wellicht vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. |
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening zal de verlening van hun SEP-licenties wellicht vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van start-ups en micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook start-up- en kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s. |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 47
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens of met betrekking tot het vaststellen van de desbetreffende bestaande normen of om gebruiksgevallen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven44. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
__________________ |
__________________ |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
44 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1. |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 48
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. De Commissie moet ook de normen of delen daarvan vaststellen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd en waarvoor SEP’s kunnen worden geregistreerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. Beoordelaars en bemiddelaars moeten te allen tijde een goede reputatie genieten en beschikken over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring om hun taken uit te voeren. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad45. |
__________________ |
__________________ |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
45 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13). |
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze verordening is van toepassing op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden), en die niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom, |
2. Deze verordening is van toepassing op octrooien die van kracht zijn in een of meerdere lidstaten en die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de huidige SEP-houder of een voormalige SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand-voorwaarden), en die niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom. |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) na de inwerkingtreding van deze verordening, met de in lid 3 bedoelde uitzonderingen; |
Schrappen |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) vóór de inwerkingtreding van deze verordening, overeenkomstig artikel 66. |
Schrappen |
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De artikelen 17 en 18 en artikel 34, lid 1, zijn niet van toepassing op SEP’s voor zover ze worden toegepast voor door de Commissie overeenkomstig lid 4 vastgestelde gebruiksgevallen. |
Schrappen |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als er voldoende bewijs is dat, met betrekking tot vastgestelde gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan, onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot significante moeilijkheden of inefficiëntie die de werking van de interne markt negatief beïnvloeden, stelt de Commissie, na een passend raadplegingsproces, door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67, een lijst op van dergelijke gebruiksgevallen, normen of delen daarvan voor de toepassing van lid 3. |
Schrappen |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Deze verordening is van toepassing op houders van SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn. |
Schrappen |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat essentieel is voor een norm; |
1) “standaardessentieel octrooi” of “SEP”: elk octrooi dat essentieel is verklaard voor een norm; |
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2) “essentieel voor een norm”: het octrooi bevat ten minste één conclusie waarvoor het om technische redenen niet mogelijk is een implementatie of methode toe te passen of te gebruiken die in overeenstemming is met een norm, met inbegrip van de daarin geboden opties, zonder inbreuk te maken op het octrooi bij de huidige stand van de techniek en de normale technische praktijk; |
2) “essentieel voor een norm”: met betrekking tot het octrooi is verklaard dat het ten minste één conclusie bevat waarvoor het om technische redenen niet mogelijk is een implementatie of methode toe te passen of te gebruiken die in overeenstemming is met een gepubliceerde norm, met inbegrip van de daarin geboden opties, zonder inbreuk te maken op het octrooi bij de huidige stand van de techniek en de normale technische praktijk; |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem; |
7) “toepasser”: een natuurlijke of rechtspersoon die een norm toepast – of voornemens is toe te passen – bij een product, proces, dienst of systeem op de markt van de Europese Unie; |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11) “octrooigemeenschap”: een bij een overeenkomst tussen twee of meer SEP-houders gecreëerde entiteit om een of meer van hun octrooien in licentie te geven aan elkaar of aan derden; |
11) “octrooigemeenschap”: een bij een overeenkomst tussen twee of meer SEP-houders gecreëerde entiteit of een consortium van twee of meer SEP-houders om een of meer van hun octrooien in licentie te geven aan elkaar of aan derden, op doorlopende basis; |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 18 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
18 bis) “niet-praktiserende entiteit”: een entiteit die haar inkomsten haalt uit de handhaving of het in licentie geven van octrooien, met inbegrip van eventuele schadevergoedingen of geldbedragen die uit de handhaving van dergelijke octrooien voortvloeien, en die zich niet bezighoudt met de productie, vervaardiging, verkoop of distributie van goederen of diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van de geoctrooieerde uitvindingen of met het onderzoek naar en de ontwikkeling van dergelijke uitvindingen, die geen onderwijs- of onderzoeksinstelling of organisatie voor technologieoverdracht is die de commercialisering van door hen gegenereerde technologische innovaties vergemakkelijkt, en die geen individuele uitvinder is die octrooien laat handhaven die oorspronkelijk aan die uitvinder zijn verleend of octrooien die betrekking hebben op technologieën die oorspronkelijk door die uitvinder zijn ontwikkeld. |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 2 bis |
|
Verplichting om licenties te verlenen volgens Frand-voorwaarden |
|
Houders van octrooien die essentieel zijn voor een norm en overeenkomstig artikel 1, lid 2, onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, mogen niet ongegrond weigeren een licentie te verlenen aan partijen die bereid zijn een licentie op Frand-voorwaarden te aanvaarden. |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) een elektronisch register en een elektronische databank voor SEP’s opzetten en onderhouden; |
a) een elektronisch register en een elektronische databank voor SEP’s opzetten en onderhouden, met naleving van de algemene verordening gegevensbescherming; |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) een systeem voor de beoordeling van de essentialiteit van SEP’s opzetten en beheren; |
c) een systeem voor de beoordeling van de essentialiteit van SEP’s opzetten en beheren, op grond van expliciete en verifieerbare criteria; |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt f
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) een procedure voor de vaststelling van geaggregeerde royalty beheren; |
f) een procedure voor het faciliteren van overeenkomsten over de vaststelling van geaggregeerde royalty beheren; |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) voor opleiding, steun en algemeen advies over SEP’s zorgen ten behoeve van kmo’s; |
h) voor opleiding, steun en algemeen advies over SEP’s zorgen, met name ten behoeve van kmo’s, micro-ondernemingen en start-ups; |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het kenniscentrum wordt voorzien van de juiste expertise en middelen en wordt gecoördineerd met zowel regionale als wereldwijde instellingen voor intellectuele eigendom, zoals de Europese Octrooiorganisatie en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom. |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 3 – punt i
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
i) het bestaan van openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s; |
i) het bestaan van openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s, micro-ondernemingen en start-ups; |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) informatie over de vraag of er een essentialiteitscontrole of collegiale toetsing is uitgevoerd, met een verwijzing naar het resultaat; |
c) alle informatie over essentialiteitscontroles of collegiale toetsingen die voorafgaand aan registratie zijn uitgevoerd en het resultaat van de essentialiteitscontrole; |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Alvorens hun octrooien te registreren, kunnen SEP-houders hun SEP’s vrijwillig onderwerpen aan een essentialiteitscontrole door het kenniscentrum, dat hun verzoek kan aanvaarden of afwijzen. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum zorgt voor het opzetten en onderhouden van een elektronische databank voor SEP’s. |
1. Het kenniscentrum zorgt voor het opzetten en onderhouden van een elektronische databank voor SEP’s, met naleving van de algemene verordening gegevensbescherming. |
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De volgende informatie in de databank is toegankelijk voor derden die bij het kenniscentrum geregistreerd zijn: |
2. De volgende informatie in de databank is toegankelijk voor derden, met inbegrip van rechtbanken en andere overheidsinstanties, die bij het kenniscentrum geregistreerd zijn: |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s overeenkomstig artikel 62, lid 1, indien beschikbaar; |
c) openbare standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties aan kmo’s, micro-ondernemingen en start-ups overeenkomstig artikel 62, lid 1, indien beschikbaar; |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt d
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen overeenkomstig artikel 7, eerste alinea, punt b); |
d) informatie over bekende producten, processen, diensten of systemen en toepassingen, en indien beschikbaar de verwachte prijzen en verkoopvolumes en alle overige relevante marktgegevens overeenkomstig artikel 7; |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – punt k
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
k) de datum van en de redenen voor de verwijdering van het SEP uit de databank overeenkomstig artikel 25; |
k) de datum van en de redenen voor de verwijdering van het SEP uit de databank overeenkomstig artikel 25 en een overzicht van alle relevante informatie over het verwijderde SEP; |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor toegang tot de in lid 2, punten f), h), i), j) en k), bedoelde informatie kan een vergoeding worden gevraagd. |
3. Voor toegang tot de in lid 2, punten f), h), i), j) en k), bedoelde informatie kan, wanneer dit gerechtvaardigd is, een vergoeding worden gevraagd. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
1. Wanneer een partij verzoekt om de gegevens en de documenten in de databank vertrouwelijk te houden, verstrekt die partij een motivering van die vertrouwelijkheid en een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Het kenniscentrum kan die niet-vertrouwelijke versie openbaar maken. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een SEP-houder verstrekt het kenniscentrum de volgende informatie: |
Elke houder van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd octrooi dat essentieel is voor een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, verstrekt het kenniscentrum de volgende informatie: |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) informatie over de producten, processen, diensten of systemen waarin het onderwerp van het SEP kan worden opgenomen of waarop het bestemd is te worden toegepast, voor alle bestaande of potentiële toepassingen van een norm, voor zover die informatie de SEP-houder bekend is. |
a) informatie over de producten, processen, diensten of systemen waarin het onderwerp van het SEP kan worden opgenomen of waarop het bestemd is te worden toegepast, voor alle bestaande of potentiële toepassingen van een norm, voor zover en zodra die informatie de SEP-houder bekend is. |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) indien beschikbaar, zijn standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van zijn beleid inzake royalty’s en kortingen, uiterlijk zeven maanden na de opening van de registratie voor de betreffende norm en de toepassing door het kenniscentrum. |
b) indien beschikbaar, zijn standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van zijn beleid inzake royalty’s en kortingen, uiterlijk zeven maanden na de opening van de registratie voor het SEP door het kenniscentrum. |
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Een SEP-toepasser kan het kenniscentrum ook vrijwillig informatie verstrekken over de producten, processen, diensten of systemen waarin het onderwerp van het SEP kan worden opgenomen of waarop het bestemd is te worden toegepast, alsook over de verwachte prijzen en verkoopvolumes en alle overige relevante marktgegevens. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een SEP-houder verstrekt het kenniscentrum de volgende informatie die in de databank moet worden opgenomen en waarnaar in het register moet worden verwezen: |
Elke houder van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd octrooi dat essentieel is voor een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, verstrekt het kenniscentrum de volgende informatie die in de databank moet worden opgenomen en waarnaar in het register moet worden verwezen: |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) elke essentialiteitscontrole vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van een gemeenschap, waarbij het SEP-registratienummer, de identiteit en de beheerder van de octrooigemeenschap en de beoordelaar worden vermeld. |
b) elke essentialiteitscontrole vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van een gemeenschap, waarbij het SEP-registratienummer, de identiteit en de beheerder van de octrooigemeenschap en de beoordelaar worden vermeld; |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – punt b bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) alle informatie over essentialiteitscontroles of collegiale toetsingen die voorafgaand aan de registratie van het standaardessentieel octrooi zijn uitgevoerd, zoals vermeld in artikel 4, lid 4, punt c). |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt g
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) de lijst van producten, diensten en processen die via de octrooigemeenschap of de entiteit in licentie kunnen worden gegeven; |
g) de lijst van producten, diensten en processen die via de octrooigemeenschap in licentie kunnen worden gegeven; |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – punt h
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
h) het beleid inzake royalty’s en kortingen per productcategorie; |
h) het beleid inzake royalty’s, met inbegrip van, in voorkomend geval, behouden geaggregeerde royalty en gedetailleerde berekening per SEP-eigenaar in de gemeenschap, hun berekeningsmethode en kortingen per productcategorie; |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Wanneer er sprake is van vertrouwelijkheidsovereenkomsten en vertrouwelijke procedures, verstrekken octrooigemeenschappen, in afwijking van lid 1, de beschermde informatie rechtstreeks aan het kenniscentrum. |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Het kenniscentrum verifieert en doet regelmatig – ten minste eenmaal per jaar – op basis van een openbaar toegankelijke methodologie verslag van de informatie die overeenkomstig lid 1 door octrooigemeenschappen wordt gepubliceerd, en zorgt ervoor dat de verificatie op grondige, transparante en consistente wijze plaatsvindt. |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Personen die betrokken zijn bij procedures voor alternatieve geschillenbeslechting met betrekking tot SEP’s die in een lidstaat van kracht zijn, stellen het kenniscentrum uiterlijk zes maanden na de beëindiging van de procedure in kennis van de betrokken normen en toepassingen, de voor de berekening van Frand-voorwaarden gebruikte methode, informatie over de naam van de partijen en over de vastgestelde specifieke licentietarieven. |
1. Personen die betrokken zijn bij procedures voor alternatieve geschillenbeslechting met betrekking tot SEP’s die in een lidstaat van kracht zijn, stellen het kenniscentrum uiterlijk vier maanden na de beëindiging van de procedure in kennis van de betrokken normen en toepassingen, de voor de berekening van Frand-voorwaarden gebruikte methode, informatie over de naam van de partijen en over de vastgestelde specifieke licentietarieven. |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Iedereen kan het kenniscentrum dergelijke informatie en informatie over updates, correcties en openbare raadplegingen verstrekken. Het kenniscentrum publiceert die informatie in de databank. |
2. Iedereen kan het kenniscentrum dergelijke informatie en informatie over updates, correcties en openbare raadplegingen verstrekken. Het kenniscentrum verifieert die informatie waar mogelijk alvorens deze in de databank te publiceren. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – punt c bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) het publiek en alle geïnteresseerde partijen te informeren over het bestaan van normen, met behulp van gemakkelijk toegankelijke zoekfuncties; |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Houders van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd octrooi dat essentieel is voor een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, stellen het kenniscentrum, waar mogelijk via de organisatie voor de ontwikkeling van normen of een gezamenlijke kennisgeving, in kennis van de volgende informatie: |
1. Houders van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd octrooi dat essentieel is verklaard voor een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, stellen het kenniscentrum, via een gezamenlijke kennisgeving, in kennis van de volgende informatie: |
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Elke toepasser of houder van een in een of meer lidstaten van kracht zijnd SEP dat essentieel is verklaard voor een norm die is gepubliceerd vóór de inwerkingtreding van deze verordening kan, indien de kennisgeving uit hoofde van lid 1, lid 3 of lid 4 uitblijft, het kenniscentrum in kennis stellen van de in lid 1 bedoelde informatie. |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het kenniscentrum stelt ook de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen in kennis van de publicatie. Bij een kennisgeving uit hoofde van de leden 3 en 4 stelt het, indien mogelijk, ook bekende SEP-houders individueel in kennis of verzoekt het de organisatie voor de ontwikkeling van normen om bevestiging dat ze de SEP-houders op gepaste wijze in kennis heeft gesteld. |
5. Het kenniscentrum stelt ook de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen in kennis van de publicatie. Bij een kennisgeving uit hoofde van de leden 3 en 4 stelt het, indien mogelijk, ook bekende SEP-houders individueel in kennis. |
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Het kenniscentrum publiceert de kennisgevingen uit hoofde van de leden 1, 3 en 4 op de website van het EUIPO voor opmerkingen van belanghebbenden. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen tot uiterlijk 30 dagen na de publicatie van de lijst bij het kenniscentrum indienen. |
6. Het kenniscentrum publiceert de kennisgevingen uit hoofde van de leden 1, 3, 4 en 4 bis op de website van het EUIPO voor opmerkingen van belanghebbenden. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen tot uiterlijk 30 dagen na de publicatie van de lijst bij het kenniscentrum indienen. |
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten en ten minste 20 % van alle SEP’s van een norm vertegenwoordigen, kunnen het kenniscentrum verzoeken om een bemiddelaar uit de lijst van bemiddelaars aan te wijzen om te bemiddelen bij de besprekingen over een gezamenlijke indiening van een geaggregeerde royalty. |
1. Houders van SEP’s die van kracht zijn in een of meer lidstaten kunnen het kenniscentrum verzoeken om een bemiddelaar uit de lijst van bemiddelaars aan te wijzen om te bemiddelen bij de besprekingen over een gezamenlijke indiening van een geaggregeerde royalty. |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In het geval van een norm die werd gepubliceerd vóór de inwerkingtreding van deze verordening, moet het in lid 1 van dit artikel bedoelde verzoek uiterlijk 150 dagen na de publicatie van de informatie door het kenniscentrum overeenkomstig artikel 14, lid 7, worden ingediend. |
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Het kenniscentrum publiceert een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling om andere houders van SEP’s die betrekking hebben op de norm, de huidige toepassers en toepassers die voornemens zijn producten met de norm op de markt te brengen, uit te nodigen om aan de procedure deel te nemen. |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het kenniscentrum wijst een bemiddelaar aan uit de lijst van bemiddelaars en brengt alle SEP-houders die hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar hebben gemaakt, op de hoogte. |
5. Het kenniscentrum wijst een bemiddelaar aan uit de lijst van bemiddelaars en brengt alle SEP-houders en-toepassers die hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar hebben gemaakt, op de hoogte. |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. SEP-houders die de bemiddelaar vertrouwelijke informatie verstrekken, verschaffen een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. |
6. SEP-houders en -toepassers die de bemiddelaar vertrouwelijke informatie verstrekken, verschaffen een niet-vertrouwelijke versie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie die voldoende gedetailleerd is om een redelijk inzicht te krijgen in de inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Als de SEP-houders uiterlijk zes maanden na de aanwijzing van de bemiddelaar geen gezamenlijke kennisgeving doen, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
7. Als de SEP-houders uiterlijk zes maanden na de aanwijzing van de bemiddelaar niet tot een akkoord komen over een gezamenlijke indiening van een kennisgeving van een geaggregeerde royalty, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Als de bijdragers overeenstemming bereiken over een gezamenlijke kennisgeving, is de procedure van artikel 15, leden 1, 2 en 4, van toepassing. |
8. Als de SEP-houders overeenstemming bereiken over een gezamenlijke kennisgeving, is de procedure van artikel 15, leden 1, 2 en 4, van toepassing. |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een SEP-houder of een toepasser kan het kenniscentrum verzoeken om een niet-bindend deskundig advies over een wereldwijde geaggregeerde royalty. |
1. Een SEP-houder of een toepasser kan het kenniscentrum verzoeken om een niet-bindend deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Een toepasser kan hier altijd om verzoeken, ook indien de SEP-houders reeds overeenstemming hebben bereikt, onder meer aan de hand van de in de artikelen 15 tot 17 omschreven procedure. |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt ingediend uiterlijk 150 dagen: |
2. Het in lid 1 bedoelde verzoek van een SEP-houder wordt ingediend uiterlijk 150 dagen: |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In het geval van een norm die werd gepubliceerd vóór de inwerkingtreding van deze verordening, moet het in lid 1 bedoelde verzoek uiterlijk 150 dagen na de publicatie van de informatie door het kenniscentrum overeenkomstig artikel 14, lid 7, worden ingediend. |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 3 – punt d bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) een beschrijving van het eindproduct waarin de norm moet worden toegepast. |
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum stelt de betreffende organisatie voor de ontwikkeling van normen en alle bekende belanghebbenden in kennis van het verzoek. Het publiceert het verzoek op de website van het EUIPO en verzoekt de belanghebbenden om uiterlijk 30 dagen na de dag van publicatie van het verzoek hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken. |
4. Het kenniscentrum stelt alle bekende belanghebbenden in kennis van het verzoek. Het publiceert het verzoek op de website van het EUIPO en verzoekt de belanghebbenden om uiterlijk 30 dagen na de dag van publicatie van het verzoek hun belangstelling voor deelname aan de procedure kenbaar te maken. |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Elke belanghebbende kan om deelname aan de procedure verzoeken nadat hij/zij de reden van zijn belangstelling heeft toegelicht. De SEP-houders delen mee welk percentage van alle SEP’s voor een norm hun SEP’s naar schatting vertegenwoordigen. De toepassers verstrekken informatie over alle relevante toepassingen van de norm, met inbegrip van het relevante marktaandeel in de Unie. |
5. Elke belanghebbende kan om deelname aan de procedure verzoeken nadat hij/zij de reden van zijn belangstelling heeft toegelicht. De SEP-houders delen mee welk percentage van alle SEP’s voor een norm hun SEP’s naar schatting vertegenwoordigen. De toepassers verstrekken informatie over alle relevante huidige of toekomstige toepassingen van de norm, met inbegrip van het relevante marktaandeel in de Unie. |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Als SEP-houders die collectief ten minste een geraamde 20 % van alle SEP’s voor de norm vertegenwoordigen, en toepassers met collectief een relevant marktaandeel in de Unie van ten minste 10 % of ten minste tien kmo’s, om deelname verzoeken, wijst het kenniscentrum een panel van drie bemiddelaars uit de lijst van bemiddelaars aan met de passende achtergrond op het betreffende technologische gebied. |
6. Als ten minste vijf SEP-houders die collectief alle SEP’s voor de norm vertegenwoordigen, of ten minste drie toepassers of ten minste vijf kmo’s of start-ups, om deelname verzoeken, wijst het kenniscentrum een panel van drie bemiddelaars uit de lijst van bemiddelaars aan die passende ervaring hebben op het betreffende technologische gebied. |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Na de aanwijzing verzoekt het panel de deelnemende SEP-houders om binnen één maand: |
8. Binnen één maand na de aanwijzing verzoekt het panel de deelnemende SEP-houders, alsook de deelnemende toepassers of de niet-deelnemers, om: |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – punt b bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
b bis) bewijsmateriaal of opmerkingen te verstrekken om het panel bij te staan bij de vaststelling van een advies over een geaggregeerde royalty. |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. Het deskundig advies bevat een samenvatting van de in het verzoek verstrekte informatie, de in artikel 15, lid 2, bedoelde informatie, de namen van de bemiddelaars, de procedure, de redenen voor het advies over de geaggregeerde royalty en de onderliggende methodologie. De redenen voor eventuele afwijkende standpunten worden gespecificeerd in een bijlage bij het deskundig advies. |
11. Het deskundig advies bevat het aanbevolen geaggregeerde royaltytarief, een samenvatting van de in het verzoek verstrekte informatie, de in artikel 15, lid 2, bedoelde informatie, de namen van de bemiddelaars, de procedure, de redenen voor het advies over de geaggregeerde royalty en de onderliggende methodologie. De redenen voor eventuele afwijkende standpunten worden gespecificeerd in een bijlage bij het deskundig advies. |
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum registreert een norm waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de vroegste van de volgende gebeurtenissen: |
1. Het kenniscentrum registreert een norm of een deel daarvan waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, in het register uiterlijk 60 dagen na de vroegste van de volgende gebeurtenissen: |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 1 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) publicatie door het kenniscentrum van de norm en de daarmee verband houdende informatie overeenkomstig artikel 14, lid 7; |
a) publicatie door het kenniscentrum van de informatie overeenkomstig artikel 14, lid 7; |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum publiceert op de website van het EUIPO een bericht waarin de belanghebbenden over de registratie in het register worden geïnformeerd, en verwijst naar de in lid 1 bedoelde publicaties. Het kenniscentrum stelt de bekende SEP-houders individueel en elektronisch in kennis van het in dit lid bedoelde bericht, evenals de relevante organisatie voor de ontwikkeling van normen. |
2. Het kenniscentrum publiceert op de website van het EUIPO een bericht waarin de belanghebbenden over de registratie in het register worden geïnformeerd, en verwijst naar de in lid 1 bedoelde publicaties. Het kenniscentrum stelt de bekende SEP-houders individueel en elektronisch in kennis van het in dit lid bedoelde bericht. |
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Op verzoek van een SEP-houder registreert het kenniscentrum elk voor een norm essentieel octrooi dat van kracht is in een of meer lidstaten en binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt, waarvoor het kenniscentrum overeenkomstig artikel 19, lid 2, een bericht heeft gepubliceerd. |
1. Op verzoek van een SEP-houder registreert het kenniscentrum elk voor een norm essentieel SEP dat van kracht is in een of meer lidstaten, waarvoor het kenniscentrum overeenkomstig artikel 19, lid 2, een bericht heeft gepubliceerd. |
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Jaarlijks wordt een steekproef van SEP-registraties gecontroleerd op volledigheid en juistheid. |
1. Jaarlijks controleert het EUIPO een steekproef van SEP-registraties om de volledigheid en juistheid ervan te verifiëren. |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Indien de registratie van een SEP in het register op grond van lid 4 is opgeschort, is de datum van registratie de datum waarop de volledige en juiste informatie doeltreffend en volledig is verstrekt. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een SEP-houder die zijn SEP’s niet binnen de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn heeft geregistreerd, heeft geen recht op royalty’s of een schadevergoeding wegens inbreuk op die SEP’s met betrekking tot de toepassing van de norm waarvoor registratie vereist is, vanaf de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn tot de registratie in het register. |
2. Een SEP-houder die zijn SEP’s niet binnen de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn heeft geregistreerd, heeft niet het recht vorderingen in te stellen voor inbreuken op die SEP’s met betrekking tot de toepassing van de norm waarvoor registratie vereist is, vanaf de in artikel 20, lid 3, vastgestelde termijn tot de registratie in het register. |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De leden 1 en 2 doen geen afbreuk aan bepalingen in overeenkomsten tot vaststelling van een royalty voor octrooien die essentieel verklaard zijn voor een norm die werd afgesloten en toegepast vóór de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De leden 1 en 2 doen geen afbreuk aan bepalingen in overeenkomsten waarbij een royalty voor een brede portefeuille van octrooien, huidige of toekomstige, wordt vastgesteld, en waarin wordt bepaald dat de ongeldigheid, de niet-essentialiteit of de onafdwingbaarheid van een beperkt aantal octrooien geen invloed heeft op het totale bedrag en de afdwingbaarheid van de royalty of andere voorwaarden van de overeenkomst. |
Schrappen |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het kenniscentrum verwijdert het SEP uit het register en de databank. |
3. Het kenniscentrum verwijdert het SEP uit het register en de databank. Het kenniscentrum houdt informatie bij over alle uit het register verwijderde SEP’s en maakt deze openbaar toegankelijk. |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het kenniscentrum wijst [10] beoordelaars uit de lijst van beoordelaars aan als collegiale toetsers voor een periode van [drie] jaar. |
4. Het kenniscentrum wijst [10] beoordelaars uit de lijst van beoordelaars aan als collegiale toetsers voor een periode van [drie] jaar, die anoniem optreden. |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
5. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling overeenkomstig de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure de praktische en operationele regelingen vast met betrekking tot: |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) de vereisten voor beoordelaars of bemiddelaars, met inbegrip van een gedragscode; |
a) de vereisten voor beoordelaars of bemiddelaars, met inbegrip van een gedragscode en de nodige kwalificaties, ervaring en criteria met betrekking tot onpartijdigheid; |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum voert een procedure voor de selectie van kandidaten uit op basis van de vereisten die zijn vastgesteld in de in artikel 26, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling. |
1. Het kenniscentrum voert een transparante procedure voor de selectie van kandidaten uit op basis van de vereisten die zijn vastgesteld in de in artikel 26, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling. |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van geschikte kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars. Er kunnen verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars zijn, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
2. Het kenniscentrum stelt een lijst op van gekwalificeerde, ervaren en onpartijdige kandidaat-beoordelaars of -bemiddelaars. Er kunnen verschillende lijsten van beoordelaars en bemiddelaars zijn, afhankelijk van het technisch gebied van hun specialisatie of expertise. |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De essentialiteitscontrole wordt uitgevoerd door een overeenkomstig artikel 27 geselecteerde beoordelaar. Beoordelaars voeren essentialiteitscontroles uit van geregistreerde SEP’s voor de norm waarvoor ze zijn geregistreerd. |
2. De essentialiteitscontrole wordt uitgevoerd door een overeenkomstig artikel 27 geselecteerde beoordelaar. Beoordelaars voeren essentialiteitscontroles uit van geregistreerde SEP’s voor de norm waarvoor ze zijn geregistreerd. De essentialiteitscontrole wordt niet uitgevoerd voordat de norm waarvoor het octrooi essentieel is verklaard, wordt vastgesteld. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum selecteert jaarlijks een steekproef van geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies van elke SEP-houder en met betrekking tot elke specifieke norm in het register voor essentialiteitscontroles. Geregistreerde SEP’s van micro- en kleine ondernemingen worden uitgesloten van de jaarlijkse steekproef. De controles worden uitgevoerd op basis van een methode die een billijke en statistisch geldige selectie waarborgt die voldoende nauwkeurige resultaten kan opleveren over de essentialiteitsgraad in alle geregistreerde SEP’s van een SEP-houder met betrekking tot elke specifieke norm in het register. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling de gedetailleerde methode vast. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
1. Het kenniscentrum selecteert jaarlijks een steekproef van geregistreerde SEP’s van verschillende octrooifamilies van elke SEP-houder en met betrekking tot elke specifieke norm in het register voor essentialiteitscontroles. Geregistreerde SEP’s van micro- en kleine ondernemingen worden uitgesloten van de jaarlijkse steekproef, tenzij zij een niet-praktiserende entiteit zijn of direct of indirect onder zeggenschap staan van een rechtspersoon die niet valt onder de definitie van een micro- of kleine onderneming. De controles worden uitgevoerd op basis van een methode die een billijke en statistisch geldige selectie waarborgt die voldoende nauwkeurige resultaten kan opleveren over de essentialiteitsgraad in alle geregistreerde SEP’s van een SEP-houder met betrekking tot elke specifieke norm in het register. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling de gedetailleerde methode vast. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum stelt de SEP-houders in kennis van de voor essentialiteitscontroles geselecteerde SEP’s. Binnen de door het kenniscentrum vastgestelde termijn kunnen de SEP-houders een conclusieschema indienen met maximaal vijf correspondenties tussen het SEP en de betreffende norm, eventuele aanvullende technische informatie die de essentialiteitscontrole kan vergemakkelijken, en door het kenniscentrum gevraagde vertalingen van het octrooi. |
2. Het kenniscentrum stelt de SEP-houders in kennis van de voor essentialiteitscontroles geselecteerde SEP’s. Binnen de door het kenniscentrum vastgestelde termijn kunnen de SEP-houders eventuele aanvullende technische informatie die de essentialiteitscontrole kan vergemakkelijken, en door het kenniscentrum gevraagde vertalingen van het octrooi, indienen. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als een voor een essentialiteitscontrole geselecteerd SEP reeds het voorwerp was of is van een eerdere of lopende essentialiteitscontrole op grond van deze titel of van een in artikel 8 bedoelde essentialiteitsbeslissing of -controle, wordt geen aanvullende essentialiteitscontrole uitgevoerd. Het resultaat van de eerdere essentialiteitscontrole of -beslissing wordt gebruikt om het percentage voor de steekproef geselecteerde SEP’s per SEP-houder en per specifieke geregistreerde norm vast te stellen dat de essentialiteitscontrole met succes heeft doorstaan. |
4. Als een voor een essentialiteitscontrole geselecteerd SEP reeds het voorwerp was of is van een eerdere of lopende essentialiteitscontrole op grond van deze titel of van een essentialiteitsbeslissing of -controle die te goeder trouw is verricht door een onafhankelijke beoordelaar in het kader van een octrooigemeenschap, wordt geen aanvullende essentialiteitscontrole uitgevoerd, indien de criteria bedoeld in artikel 29, lid 4 bis, zijn geverifieerd. Het resultaat van de eerdere essentialiteitscontrole of -beslissing wordt gebruikt om het percentage voor de steekproef geselecteerde SEP’s per SEP-houder en per specifieke geregistreerde norm vast te stellen dat de essentialiteitscontrole met succes heeft doorstaan. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Octrooigemeenschappen zenden het kenniscentrum alle informatie toe over de methode van de essentialiteitscontrole en de gehanteerde criteria voor de selectie van de beoordelaars. |
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De beoordelaar kan de betrokken SEP-houder verzoeken om binnen een door de beoordelaar vast te stellen termijn opmerkingen in te dienen. |
2. De beoordelaar kan de betrokken SEP-houder of -toepasser verzoeken om binnen een door de beoordelaar vast te stellen termijn opmerkingen in te dienen. |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder in kennis van het definitieve met redenen omklede advies. |
6. Het kenniscentrum stelt de SEP-houder en alle andere partijen die opmerkingen of bewijsmateriaal hebben ingediend in kennis van het definitieve met redenen omklede advies. |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum neemt het resultaat van de essentialiteitscontrole of van de collegiale toetsing in het register op en het met redenen omklede advies en het definitieve met redenen omklede advies in de databank. Het resultaat van de essentialiteitscontrole uit hoofde van deze verordening is geldig voor alle SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
1. Het kenniscentrum neemt het resultaat van de essentialiteitscontrole of van de collegiale toetsing in het register op en het met redenen omklede advies en het definitieve met redenen omklede advies in de databank. Het resultaat van de essentialiteitscontrole uit hoofde van deze verordening is geldig voor alle betrokken SEP’s van dezelfde octrooifamilie. |
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De vaststelling van Frand met betrekking tot een norm en een toepassing waarvoor een vermelding in het register is opgenomen, wordt geïnitieerd door een van de volgende personen: |
1. De vaststelling van Frand, met betrekking tot alle normen en toepassingen waarvoor een vermelding in het register is opgenomen, wordt geïnitieerd door een van de volgende personen: |
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De verplichting om een vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1 vóór de gerechtelijke procedure in te leiden, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor elke partij om, in afwachting van de vaststelling van Frand, de bevoegde rechter in een lidstaat te verzoeken een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard uit te vaardigen tegen de vermeende inbreukmaker. Het voorlopig gerechtelijk bevel sluit de inbeslagname van eigendom van de vermeende inbreukmaker en de inbeslagname of overhandiging van de producten waarvan wordt vermoed dat ze inbreuk maken op een SEP, uit. Als het nationale recht bepaalt dat alleen om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kan worden verzocht wanneer een zaak ten gronde loopt, kan elke partij een zaak ten gronde aanhangig maken bij de bevoegde rechter in een lidstaat. De partijen verzoeken de bevoegde rechter in een lidstaat echter de procedure ten gronde voor de duur van de vaststelling van Frand op te schorten. Bij de beslissing om het voorlopig gerechtelijk bevel al dan niet toe te staan, neemt de bevoegde rechter in een lidstaat in overweging dat er een procedure voor de vaststelling van Frand loopt. |
4. De verplichting om een vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1 vóór de gerechtelijke procedure in te leiden, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor elke partij om, in afwachting van de vaststelling van Frand, de bevoegde rechter in een lidstaat te verzoeken een voorlopig gerechtelijk bevel uit te vaardigen tegen de vermeende inbreukmaker. Als het nationale recht bepaalt dat alleen om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kan worden verzocht wanneer een zaak ten gronde loopt, kan elke partij een zaak ten gronde aanhangig maken bij de bevoegde rechter in een lidstaat. De partijen verzoeken de bevoegde rechter in een lidstaat echter de procedure ten gronde voor de duur van de vaststelling van Frand op te schorten. Bij de beslissing om het voorlopig gerechtelijk bevel al dan niet toe te staan, neemt de bevoegde rechter in een lidstaat in overweging dat er een procedure voor de vaststelling van Frand loopt. |
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 37 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Tenzij de partijen anders overeenkomen, mag de periode vanaf de datum van indiening van het verzoek om de vaststelling van Frand voort te zetten overeenkomstig artikel 38, lid 5, punt b), artikel 38, lid 3, punt c), artikel 38, lid 4, punt a), tweede zin, of artikel 38, lid 4, punt c), naargelang het geval, tot de datum van beëindiging van de procedure niet langer dan negen maanden duren. |
1. Tenzij de partijen anders overeenkomen, mag de periode vanaf de datum van indiening van het verzoek om de vaststelling van Frand voort te zetten overeenkomstig artikel 38, lid 3, punt b), artikel 38, lid 3, punt c), artikel 38, lid 4, punt a), tweede zin, of artikel 38, lid 4, punt c), naargelang het geval, tot de datum van beëindiging van de procedure niet langer dan negen maanden duren. |
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en of ze zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven. |
2. De reagerende partij stelt het kenniscentrum in kennis uiterlijk 15 dagen na de van het kenniscentrum ontvangen kennisgeving van het verzoek om vaststelling van Frand overeenkomstig lid 1. In de reactie vermeldt de reagerende partij of ze met de vaststelling van Frand instemt en, indien dat niet het geval is, vermeldt zij om welke redenen zij weigert deel te nemen. |
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen of zich er toe te verbinden het resultaat na te leven, is het volgende van toepassing: |
3. Als de reagerende partij niet binnen de in lid 2 vastgestelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn aan de vaststelling van Frand deel te nemen, is het volgende van toepassing: |
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en of ze zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven; |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om binnen zeven dagen mee te delen of ze verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand; |
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
b) als de verzoekende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de verzoekende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt en zich ertoe verbindt het resultaat ervan na te leven overeenkomstig lid 2, ook als een dergelijke verbintenis afhankelijk is van de verbintenis van de verzoekende partij om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, is het volgende van toepassing: |
4. Als de reagerende partij met de vaststelling van Frand instemt overeenkomstig lid 2, is het volgende van toepassing: |
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt a
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis en verzoekt haar om het kenniscentrum binnen zeven dagen mee te delen of zij zich er eveneens toe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven. Als de verzoekende partij zich ertoe verbindt, wordt de vaststelling van Frand voortgezet en is het resultaat bindend voor beide partijen; |
a) het kenniscentrum stelt de verzoekende partij daarvan in kennis. Als de verzoekende partij zich ertoe verbindt, wordt de vaststelling van Frand voortgezet en is het resultaat bindend voor beide partijen; |
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) als de verzoekende partij niet binnen de in punt a) bedoelde termijn antwoordt of het kenniscentrum meedeelt niet bereid te zijn zich ertoe te verbinden het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, stelt het kenniscentrum de reagerende partij daarvan in kennis en vraagt het binnen zeven dagen mee te delen of zij om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
b) als de verzoekende partij niet binnen de in punt a) bedoelde termijn antwoordt, stelt het kenniscentrum de reagerende partij daarvan in kennis en vraagt het binnen zeven dagen mee te delen of zij om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt. |
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 – punt c
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) als de reagerende partij verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de reagerende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
c) als de reagerende partij binnen de in punt b) bedoelde termijn verzoekt om voortzetting van de vaststelling van Frand, wordt de vaststelling van Frand voortgezet, maar artikel 34, lid 1, is niet van toepassing op de gerechtelijke procedure voor de reagerende partij met betrekking tot hetzelfde onderwerp; |
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Elke partij kan, op elk moment gedurende het proces voor de vaststelling van Frand, verklaren dat zij zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling na te leven. De verklarende partij kan haar verbintenis om de vaststelling na te leven afhankelijk stellen van de verbintenis van de andere partij om het resultaat na te leven. Dit maakt geen einde aan het proces voor de vaststelling van Frand. |
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Als een van de partijen zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, terwijl de andere partij nalaat dit binnen de toepasselijke termijnen te doen, stelt het kenniscentrum een bericht van verbintenis ten aanzien van de vaststelling van Frand vast en stelt het de partijen daarvan uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het aangaan van de verbintenis in kennis. Het bericht van verbintenis bevat de namen van de partijen, het onderwerp van de vaststelling van Frand, een samenvatting van de procedure en informatie – voor elke partij – over de aangegane verbintenis of het afzien van een verbintenis. |
5. Als een van de partijen zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven, terwijl de andere partij dit weigert, stelt het kenniscentrum een bericht van verbintenis ten aanzien van de vaststelling van Frand vast en stelt het de partijen daarvan uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het aangaan van de verbintenis in kennis. Het bericht van verbintenis bevat de namen van de partijen, het onderwerp van de vaststelling van Frand, een samenvatting van de procedure en informatie – voor elke partij – over de aangegane verbintenis of het afzien van een verbintenis. |
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De vaststelling van Frand heeft betrekking op een wereldwijde SEP-licentie, tenzij anders is bepaald door de partijen als beide partijen met de vaststelling van Frand instemmen, of door de partij die om de voortzetting van de vaststelling van Frand heeft verzocht. Kmo’s die partij zijn bij de vaststelling van Frand, kunnen verzoeken om het territoriale bereik van de vaststelling van Frand te beperken. |
6. De vaststelling van Frand heeft betrekking op een wereldwijde SEP-licentie, tenzij anders is bepaald door de partijen als beide partijen met de vaststelling van Frand instemmen, of door de partij die om de voortzetting van de vaststelling van Frand heeft verzocht, zoals uiteengezet in lid 3. Kmo’s en start-ups die partij zijn bij de vaststelling van Frand, kunnen verzoeken om het territoriale bereik van de vaststelling van Frand te beperken. |
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Na het antwoord op de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, of het verzoek om verder te gaan overeenkomstig artikel 38, lid 5, stelt het kenniscentrum ten minste drie kandidaten voor de vaststelling van Frand voor uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. De partijen/de partij selecteren/selecteert een van de voorgestelde kandidaten als bemiddelaar voor de vaststelling van Frand. |
1. Na het antwoord op de vaststelling van Frand door de reagerende partij overeenkomstig artikel 38, lid 2, of het verzoek om verder te gaan overeenkomstig artikel 38, lid 4, punt c), stelt het kenniscentrum ten minste drie kandidaten voor de vaststelling van Frand voor uit de in artikel 27, lid 2, bedoelde lijst van bemiddelaars. De partijen/de partij selecteren/selecteert een van de voorgestelde kandidaten als bemiddelaar voor de vaststelling van Frand. |
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Hij/zij stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
2. Hij/zij stelt de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, als bedoeld in artikel 38, lid 3, in kennis van het verloop en het tijdschema van de procedure. |
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een partij kan uiterlijk tot het indienen van de eerste schriftelijke opmerkingen bezwaar aantekenen op basis van het feit dat de bemiddelaar niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
1. Een partij kan te allen tijde bezwaar aantekenen op basis van het feit dat de bemiddelaar niet in staat is Frand vast te stellen op juridische gronden, zoals een eerdere bindende vaststelling van Frand of een overeenkomst tussen de partijen. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen in te dienen. |
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, uitnodigen om hem/haar te ontmoeten of met hem/haar mondeling of schriftelijk te communiceren. |
2. De bemiddelaar kan de partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, als bedoeld in artikel 38, lid 3, uitnodigen om hem/haar te ontmoeten of met hem/haar mondeling of schriftelijk te communiceren. |
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, werken/werkt te goeder trouw met de bemiddelaar samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan zijn/haar verzoeken om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om de bemiddelaar in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
3. De partijen/de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoeken/verzoekt, als bedoeld in artikel 38, lid 3, werken/werkt te goeder trouw met de bemiddelaar samen en met name wonen/woont zij de vergaderingen bij, voldoen/voldoet zij aan zijn/haar verzoeken om alle relevante documenten, informatie en toelichtingen te verstrekken en gebruiken/gebruikt zij de middelen waarover zij beschikken/beschikt om de bemiddelaar in staat te stellen getuigen en deskundigen te horen die de bemiddelaar zou kunnen oproepen. |
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De reagerende partij kan zich bij de vaststelling van Frand aansluiten op elk moment vóór de beëindiging ervan. |
4. De reagerende partij die heeft nagelaten om binnen de in artikel 38, lid 2, vastgestelde termijn te reageren, kan zich bij de vaststelling van Frand aansluiten op elk moment vóór de beëindiging ervan. |
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, naargelang het geval, beëindigt de bemiddelaar de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
5. Op verzoek van beide partijen of van de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, als bedoeld in artikel 38, lid 3, naargelang het geval, beëindigt de bemiddelaar de vaststelling van Frand in om het even welke fase van de procedure. |
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 1 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) haar verbintenis intrekt om het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven overeenkomstig artikel 38; of |
Schrappen |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Als de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, geen gevolg aan een verzoek van de bemiddelaar geeft of op enige andere wijze een vereiste met betrekking tot de vaststelling van Frand niet naleeft, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
3. Als de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, als bedoeld in artikel 38, lid 3, geen gevolg aan een verzoek van de bemiddelaar geeft of op enige andere wijze een vereiste met betrekking tot de vaststelling van Frand niet naleeft, beëindigt de bemiddelaar de procedure. |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt de bemiddelaar of – als er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van een andere partij. |
2. Als vóór of tijdens de vaststelling van Frand een parallelle procedure door een partij is ingeleid, beëindigt de bemiddelaar of – als er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum de vaststelling van Frand op verzoek van een partij, uitsluitend indien de partij die om de vaststelling van de Frand-voorwaarden heeft verzocht daarmee instemt. |
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bemiddelaar kan openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke verslagen over andere vaststellingen van Frand onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
2. De bemiddelaar kan openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke verslagen over andere vaststellingen van Frand, geaggregeerde royalty’s ingediend overeenkomstig artikel 15, en niet-bindende deskundige adviezen over geaggregeerde royalty’s vastgesteld overeenkomstig artikel 18 onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend. |
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel van de bemiddelaar voorstellen, die – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn/haar voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering in kennis stelt. |
2. Elke partij kan opmerkingen over het voorstel indienen en wijzigingen van het voorstel van de bemiddelaar voorstellen, die – rekening houdend met de opmerkingen van de partijen – zijn/haar voorstel kan herformuleren en de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt, als bedoeld in artikel 38 en al naargelang het geval, van een dergelijke herformulering in kennis stelt. |
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Naast de beëindiging van de vaststelling van Frand om in artikel 38, lid 4, artikel 44, lid 3, artikel 45, lid 5, artikel 46, lid 2, punt b), artikel 46, lid 3, en artikel 47, lid 2, bedoelde redenen, wordt de vaststelling van Frand beëindigd op een van de volgende manieren: |
1. Naast de beëindiging van de vaststelling van Frand om in artikel 38, lid 3, punt c), artikel 38, lid 4, punt d), artikel 44, lid 3, artikel 45, lid 5, artikel 46, lid 2, punt b), artikel 46, lid 3, en artikel 47, lid 2, bedoelde redenen, wordt de vaststelling van Frand beëindigd op een van de volgende manieren: |
Amendement 137
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een bevoegd rechter in een lidstaat die wordt verzocht te beslissen over de vaststelling van Frand-voorwaarden, onder meer in gevallen van misbruik van machtspositie tussen particulieren, of een vordering wegens inbreuk op een SEP met betrekking tot een SEP dat van kracht is in een of meer lidstaten en waarop de vaststelling van Frand van toepassing is, gaat niet over tot het onderzoek van de gegrondheid van die vordering, tenzij hem/haar een kennisgeving van beëindiging van de vaststelling van Frand of, in de in artikel 38, lid 3, punt b), en artikel 38, lid 4, punt c), bedoelde gevallen, een bericht van verbintenis overeenkomstig artikel 38, lid 5, is betekend. |
4. Een bevoegd rechter in een lidstaat die wordt verzocht te beslissen over de vaststelling van Frand-voorwaarden, onder meer in gevallen van misbruik van machtspositie tussen particulieren, of een vordering wegens inbreuk op een SEP met betrekking tot een SEP dat van kracht is in een of meer lidstaten en waarop de vaststelling van Frand van toepassing is, gaat niet over tot het onderzoek van de gegrondheid van die vordering, tenzij hem/haar een kennisgeving van beëindiging van de vaststelling van Frand is betekend. |
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een in dagen vastgestelde periode loopt af op de laatste dag, een in weken vastgestelde periode loopt af aan het eind van de dag in de laatste week, een in maanden vastgestelde periode loopt af aan het eind van de dag die overeenkomt met de begindag van de periode, en als er geen begindag was in de laatste maand op de laatste dag van die maand, een in jaren aangegeven periode loopt af aan het eind van de dag die overeenkomt met de begindag van een bepaalde periode, en als er geen begindag was, dan is de einddatum de laatste dag van die maand. |
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kenniscentrum biedt micro-, kleine en middelgrote ondernemingen gratis opleiding en ondersteuning met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden. |
1. Het kenniscentrum biedt micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups gratis opleiding en ondersteuning met betrekking tot zaken die met SEP’s verband houden, met name om praktische begeleiding en advies te bieden, ongeacht of het SEP-houders of toepassers betreft. Het kenniscentrum vraagt regelmatig proactief input van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups over wat voor opleidingen en ondersteuning het nuttigst zouden zijn. |
Amendement 140
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. |
2. Het kenniscentrum kan, indien het dit nodig acht, opdracht geven tot studies om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups bij te staan bij zaken die met SEP’s verband houden. Dergelijke studies kunnen inhouden dat van SEP-houders en -toepassers wordt verlangd dat zij informatie verstrekken over aangegane licenties, betaalde of geïnde royalty’s en voor IoT-toepassingen verkochte producten. Het kenniscentrum kan aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups ramingen verstrekken van de kosten van de licentieverlening voor dergelijke toepassingen. |
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Dit artikel is niet van toepassing op niet-praktiserende entiteiten, ongeacht hun status als micro-, kleine of middelgrote onderneming. |
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 – lid 3 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Het EUIPO zorgt ervoor dat deze functie voldoende wordt gefinancierd en van voldoende middelen wordt voorzien. |
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij onderhandelingen over een SEP-licentie met micro-, kleine en middelgrote ondernemingen overwegen de SEP-houders hun Frand-voorwaarden te bieden die gunstiger zijn dan de Frand-voorwaarden die zij ondernemingen bieden die geen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen zijn voor dezelfde norm en toepassingen. |
1. Bij onderhandelingen over een SEP-licentie met micro-, kleine en middelgrote ondernemingen bieden de SEP-houders hun Frand-voorwaarden die gunstiger zijn dan de Frand-voorwaarden die zij ondernemingen bieden die geen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen zijn voor dezelfde norm en toepassingen. |
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De SEP-houders overwegen ook kortingen of royaltyvrije licentieverleningen voor geringe verkoopvolumes, ongeacht de omvang van de toepasser die de licentie neemt. Dergelijke kortingen of royaltyvrije licentieverleningen zijn billijk, redelijk en niet-discriminerend en beschikbaar in de elektronische databank overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b). |
3. De SEP-houders overwegen ook kortingen, gespreide betalingen zonder interest of royaltyvrije licentieverleningen voor geringe verkoopvolumes, ongeacht de omvang van de toepasser die de licentie neemt. Dergelijke kortingen of royaltyvrije licentieverleningen zijn billijk, redelijk en niet-discriminerend en beschikbaar in de elektronische databank overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b). |
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Voordelen die in het kader van deze verordening worden toegekend aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kunnen in het geval van omzeiling of misbruik worden ingehouden of ingetrokken. |
Amendement 146
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – lid 3 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de in lid 2, punt b), bedoelde vergoedingen in gelijke mate voor rekening van de partijen die hebben deelgenomen aan de procedure met betrekking tot het deskundig advies over geaggregeerde royalty, tenzij zij anders overeenkomen of het panel een andere verdeling voorstelt op basis van de op grond van de omzet vastgestelde grootte van de partijen; |
b) de in lid 2, punt b), bedoelde vergoedingen in gelijke mate voor rekening van de partijen die hebben deelgenomen aan de procedure met betrekking tot het deskundig advies over geaggregeerde royalty, tenzij zij anders overeenkomen of het panel een andere verdeling voorstelt op basis van de grootte van de partijen, vastgesteld op grond van de mate van deelname van de partijen aan de vaststelling van de geaggregeerde royalty en hun economisch belang bij het resultaat van de procedure; |
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Artikel 66
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 66 |
Schrappen |
Opening van de registratie voor een bestaande norm |
|
1. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen houders van SEP’s die essentieel zijn voor een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd (“bestaande normen”) en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 17 in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
2. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen toepassers van een norm die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gepubliceerd en waarvoor Frand-verbintenissen zijn aangegaan, het kenniscentrum overeenkomstig artikel 14, lid 4, in kennis stellen van alle bestaande normen of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De in deze verordening vastgestelde procedures en kennisgevings- en publicatievereisten zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
3. Tot en met [PB: gelieve de datum in te voegen = 30 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] kan een SEP-houder of een toepasser overeenkomstig artikel 18 om deskundig advies verzoeken met betrekking tot SEP’s die essentieel zijn voor een bestaande norm of delen daarvan die in de gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 zullen worden vastgesteld. De vereisten en procedures van artikel 18 zijn mutatis mutandis van toepassing. |
|
4. Wanneer het functioneren van de interne markt ernstig wordt verstoord door inefficiëntie bij de licentieverlening voor SEP’s, stelt de Commissie – na een passend raadplegingsproces – door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 67 vast welke bestaande normen, delen daarvan of relevante gebruiksgevallen overeenkomstig lid 1 of lid 2 in kennis kunnen worden gesteld of voor welke overeenkomstig lid 3 om een deskundig advies kan worden verzocht. In de gedelegeerde handeling wordt ook vastgesteld welke procedures en kennisgevings- en publicatievereisten van deze verordening op die bestaande normen van toepassing zijn. De gedelegeerde handeling wordt vastgesteld uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
|
5. Deze richtlijn is van toepassing onverminderd handelingen die verricht zijn en rechten die verkregen zijn vóór [PB: gelieve de datum in te voegen = 28 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening]. |
|
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
2. De in artikel 4, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Artikel 67 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een overeenkomstig artikel 1, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 66, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
6. Een overeenkomstig artikel 4, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de doeltreffendheid en de efficiëntie van de SEP-registratie en het systeem van essentialiteitscontroles. |
1. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie het effect dat het systeem van essentialiteitscontroles en het Frand-vaststellingssysteem hebben op het concurrentievermogen van de SEP-houders in de Unie op mondiaal niveau en op de innovatie in de Unie. |
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], en daarna om de vijf jaar, evalueert de Commissie de uitvoering van deze verordening. Bij de evaluatie wordt het functioneren van deze verordening beoordeeld, met name het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en de werkmethoden ervan. |
2. Uiterlijk [PB: gelieve de datum in te voegen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening], en daarna om de drie jaar, evalueert de Commissie de uitvoering van deze verordening. Bij de evaluatie wordt het functioneren van deze verordening beoordeeld, met name het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van het kenniscentrum en de werkmethoden ervan. |
BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
De rapporteur heeft informatie ontvangen van de volgende entiteiten of personen bij de voorbereiding van het advies:
Entiteit en/of persoon |
ACEA (European Manufacturers’ Association) |
ACT (The App Association) |
Airties |
Amazon |
Apple Inc. |
Bayerische Motoren Werke AG |
BURY Technologies |
CEN-CENELEC |
Cisco Systems Inc. |
Continental AG |
Copan Walter (former U.S. Undersecretary of Commerce for Standards and Technology) |
Czech Automotive Industry Association |
Czech Chamber of Commerce |
Delrahim Makan (former U.S. Assistant Attorney General DOJ Antitrust) |
Deutsche Telekom |
DLA Piper |
Dolby Laboratories |
EARTO (European Association of Research and Technology Organisations) |
EDPS (European Data Protection Supervisor) |
Emporia |
Ericsson |
ESMIG (The European Smart Energy Solution Providers) |
EPLAW (European Patent Lawyer Office) |
European Patent Office |
EVBox |
Fairphone |
Fair Standards Alliance |
Forward Global |
George Masson University – Professor Adam Mossof |
German Association of the Automotive Industry (VDA) |
Harman International Industries |
Honda Motor Co. Ltd |
HP Inc. |
Iancu Andrei (former Under Secretary of Commerce for Intellectual Property and Director of the USPTO) |
Ingenico |
Intel Corporation |
IP Europe |
Iskraemeco Group |
Itron Inc. |
Juniper Networks Inc. |
Kamstrup A/S |
Kappos David J. (former Under Secretary of Commerce for Intellectual Property and Director of the USPTO) |
Landis & Gyr AG |
Lenovo |
Lucid Circus |
Maghame IP Consulting - Taraneh Maghamé |
Marconi - Avanci Platform |
Mazda Motor Corporation |
Mercedes Benz |
Microsoft Corporation |
Nissan Motor Co., Ltd. |
Nokia |
Nordic Semiconductor |
Orange |
Parliament of the Czech Republic |
Permanent Representation of Finland to the EU |
Phillips Noah J. (former U.S. Commissioner on the Federal Trade Commission) |
PIPLI (Public Interest Patent Law Institute U.S.) |
Qualcomm |
Renault Group |
Sagemcom |
Schaeffler AG |
Schneider Electric |
Sequans Communication |
Siemens |
Sky |
University of Skövde, Software Systems Research Group - Professor Björn Lundell |
European Commission – SEPs Expert Group: - Barron Justus - Geradin Damien - Granata Sam - Heiden Bowman - Heinebrodt Martin - Hoffman Fabian - Kuźnicka-Cholewa Alksandra - Maghame Taraneh - Magnusson Monica - Padilla Jorge - Peter Ruud - Schneider Matthias - Toffaletti Sebastino |
Stellantis N.V. |
Suzuki Motor Corporation |
Telit Communications SPA |
Toyota |
u-blox AG |
UCL Faculty of Laws - Sir Robin Jacob |
Unified Patent Court of Appeal |
Varney Christine A. (former U.S. Assistant Attorney General DOJ Antitrust) |
Volkswagen AG |
Volvo Group |
4iP Council |
Bovenstaande lijst is opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur.
PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Standaardessentiële octrooien en wijziging van Verordening (EU) 2017/1001 |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2023)0232 – C9-0147/2023 – 2023/0133(COD) |
|||
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
JURI 15.6.2023 |
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
IMCO 15.6.2023 |
|||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Dita Charanzová 23.8.2023 |
|||
Behandeling in de commissie |
25.10.2023 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
4.12.2023 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
18 5 5 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Andrus Ansip, Pablo Arias Echeverría, Laura Ballarín Cereza, Biljana Borzan, Markus Buchheit, Dita Charanzová, Deirdre Clune, Sandro Gozi, Maria Grapini, Eugen Jurzyca, Maria-Manuel Leitão-Marques, Morten Løkkegaard, Antonius Manders, Anne-Sophie Pelletier, Miroslav Radačovský, René Repasi, Andreas Schwab, Róża Thun und Hohenstein, Tom Vandenkendelaere, Kim Van Sparrentak, Marion Walsmann |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Maria da Graça Carvalho, Malte Gallée, Karen Melchior, Marco Zullo |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Estrella Durá Ferrandis, Włodzimierz Karpiński, Ska Keller |
|||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE
18 |
+ |
NI |
Miroslav Radačovský |
PPE |
Pablo Arias Echeverría, Włodzimierz Karpiński, Marion Walsmann |
Renew |
Andrus Ansip, Dita Charanzová, Sandro Gozi, Morten Løkkegaard, Karen Melchior, Róża Thun und Hohenstein, Marco Zullo |
S&D |
Laura Ballarín Cereza, Biljana Borzan, Estrella Durá Ferrandis, Maria Grapini, Maria-Manuel Leitão-Marques, René Repasi |
The Left |
Anne-Sophie Pelletier |
5 |
- |
ECR |
Eugen Jurzyca |
PPE |
Maria da Graça Carvalho, Deirdre Clune, Antonius Manders, Tom Vandenkendelaere |
5 |
0 |
ID |
Markus Buchheit |
PPE |
Andreas Schwab |
Verts/ALE |
Malte Gallée, Ska Keller, Kim Van Sparrentak |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Standaardessentiële octrooien en wijziging van Verordening (EU) 2017/1001 |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2023)0232 – C9-0147/2023 – 2023/0133(COD) |
|||
Datum indiening bij EP |
27.4.2023 |
|
|
|
Bevoegde commissie Datum bekendmaking |
JURI 15.6.2023 |
|
|
|
Adviserende commissies Datum bekendmaking |
INTA 5.10.2023 |
ITRE 15.6.2023 |
IMCO 15.6.2023 |
|
Geen advies Datum besluit |
ITRE 23.5.2023 |
|
|
|
Medeverantwoordelijke commissies Datum bekendmaking |
INTA 5.10.2023 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Marion Walsmann 26.6.2023 |
|
|
|
Behandeling in de commissie |
19.9.2023 |
24.10.2023 |
|
|
Datum goedkeuring |
24.1.2024 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
13 0 10 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pascal Arimont, Gunnar Beck, Ilana Cicurel, Ibán García Del Blanco, Virginie Joron, Pierre Karleskind, Sergey Lagodinsky, Gilles Lebreton, Sabrina Pignedoli, Jiří Pospíšil, Franco Roberti, Raffaele Stancanelli, Adrián Vázquez Lázara, Axel Voss, Marion Walsmann, Tiemo Wölken |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pascal Durand, Angelika Niebler, Witold Pahl, Nacho Sánchez Amor, Jana Toom |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Benoît Biteau, Christian Ehler |
|||
Datum indiening |
30.1.2024 |
|||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
13 |
+ |
PPE |
Pascal Arimont, Christian Ehler, Witold Pahl, Jiří Pospíšil, Axel Voss, Marion Walsmann |
S&D |
Pascal Durand, Ibán García Del Blanco, Franco Roberti, Nacho Sánchez Amor, Tiemo Wölken |
Verts/ALE |
Benoît Biteau, Sergey Lagodinsky |
0 |
- |
|
|
10 |
0 |
ECR |
Raffaele Stancanelli |
ID |
Gunnar Beck, Virginie Joron, Gilles Lebreton |
NI |
Sabrina Pignedoli |
PPE |
Angelika Niebler |
Renew |
Ilana Cicurel, Pierre Karleskind, Jana Toom, Adrián Vázquez Lázara |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
- [1] PB C 2023/865 van 8.12.2023.
- [2] Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen (2021/2007(INI)).